Woordenboek Arabisch–Nederlands
ﻫﻮﻟﻨﺪي- ﻗﺎﻣﻮس ﻋﺮﺑﻲ
redactie Hassan Barzizaoua Rabha Heinen-Nasr (Univ. van Amsterdam) Azzouz Ifzaren Monique IJzendoorn Achmed Khabbazeh Choumissa Sadki
ﻫﻴﺌﺔ اﻟﺘﺤﺮﻳﺮ ﺣﺴﻦ ﺑﺮززوة (راﺑﺤﺔ ﻫﺎﻳﻨﻦ ﻧﺼﺮ )ﺟﺎﻣﻌﺔ أﻣﺴﺘﺮدام ﻋﺰوز إﻓﺰارن ﻣﻮﻧﻴﻚ أﻳﺰﻧﺪورن أﺣﻤﺪ ﻋﺰ اﻟﺪﻳﻦ ﺧﺒﺎزة ﺷﻮﻣﻴﺴﺔ اﻟﺼﺎدﻗﻲ
met medewerking van Aïcha Amzika Tressy Arts Joost Kremers Oulfa Rouached Nadja Schwarz Chantal Sniekers met adviezen van Waleed Abouzeid Elsaid Badawi Jeen Dosky Anita van Duijn Hayat El Koun Rob Ermers Hassan Mizori Fransje Zweekhorst begeleidingscommissie prof. dr. Emilio Platti (Katholieke Universiteit Leuven) dr. Jan Jaap de Ruiter (Universiteit van Tilburg) prof. dr. Willy Smedts (Katholieke Universiteit Leuven)
ﺑﺎﻟﺘﻌﺎون ﻣﻊ ﻋﺎﺋﺸﺔ أﻣﺰﻳﻜﺎ ﺗﺮﻳﺴﻲ أرﺗﺰ أﻟﻔﺔ رواﺷﺪ ﻳﻮﺳﺖ ﻛﺮﻳﻤﺮس ﻧﺎدﻳﺔ ﺷﻮارز ﺷﻨﻄﺎل ﺳﻨﻴﻜﺮز ﻣﻊ ﻧﺼﺎﺋﺢ ﻣﻦ وﻟﻴﺪ أﺑﻮ زﻳﺪ اﻟﺴﻌﻴﺪ ﺑﺪوي ژﻳﻦ دوﺳﻜﻲ أﻧﻴﺘﺎ ﻓﺎن داون ﺣﻴﺎة اﻟﻜﻮن روﺑﺮت إرﻣﺮس ﺣﺴﻦ ﻣﻴﺰوري ﻓﺮاﻧﺴﻴﻮ زوﻳﻜﻬﻮرﺳﺖ اﻟﻠﺠﻨﺔ اﻟﻤﺸﺮﻓﺔ إﻣﻠﻴﻮ ﺑﻼﺗﻲ. د.أ ﻳﺎن ﻳﺎب دو راوﺗﺮ.د وﻳﻠﻲ ﺳﻤﻴﺪس. د.أ
woordenboek
Arabisch–Nederlands
ﻫﻮﻟﻨﺪي- ﻗﺎﻣﻮس ﻋﺮﺑﻲ hoofdredactie Jan Hoogland universiteit nijmegen
Kees Versteegh universiteit nijmegen
Manfred Woidich universiteit van amsterdam
coördinatie Jan Hoogland universiteit nijmegen
bulaaq
amsterdam
رﺋﺎﺳﺔ ﻫﻴﺌﺔ اﻟﺘﺤﺮﻳﺮ ﻳﺎن ﻫﻮﺧﻼﻧﺪ ﺟﺎﻣﻌﺔ ﻧﺎﻳﻤﻴﺨﻦ
ﻛﻴﺲ ﻓﺮﺳﺘﻴﺦ ﺟﺎﻣﻌﺔ ﻧﺎﻳﻤﻴﺨﻦ
ﻣﺎﻧﻔﺮﻳﺪ ﻓﻮﻳﺪﻳﺶ
ﺟﺎﻣﻌﺔ أﻣﺴﺘﺮدام
ﺗﻨﺴﻴﻖ ﻳﺎن ﻫﻮﺧﻼﻧﺪ ﺟﺎﻣﻌﺔ ﻧﺎﻳﻤﻴﺨﻦ
Dit woordenboek kwam tot stand in opdracht en onder auspiciën van de Commissie Lexicografische Vertaalvoorzieningen (clvv), Den Haag, onder voorzitterschap van prof. dr. Willy Martin. De redactie werd uitgevoerd door de afdeling Talen en Culturen van het Midden-Oosten (tcmo), Universiteit Nijmegen (ku Nijmegen). Aan de samenstelling van de tekst is alle zorg besteed. De redactie en de uitgever kunnen echter geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade die voortvloeit uit eventuele fouten die mogelijk in deze uitgave voorkomen. Informatie over de totstandkoming van dit woordenboek vindt u op: www.let.kun.nl/wba Via deze website kunt u ook reageren. Dit boek is opgemaakt in Adobe InDesign me 2. Teus de Jong heeft twee hulpprogramma’s geschreven om de gegevens uit de met ombi gemaakte database te halen en om te zetten naar InDesign. Op enkele uitzonderingen na is voor de positionering van diakritische tekens gebruikgemaakt van de OpenType-mogelijkheden van InDesign me versie 2. De Nederlandse tekst is gezet uit de Minion Pro van Robert Slimbach, de Arabische tekst uit de Lotus Linotype. Typografie binnenwerk Françoise Berserik, Den Haag en Teus de Jong, Nij Beets Omslagontwerp Marjo Starink, Amsterdam Database-extractie, dataconversie en zetwerk Teus de Jong, Nij Beets Coördinatie productie en tekstcorrectie Henk Pel, Zeist Druk en bindwerk Koninklijke Wöhrmann, Zutphen isbn 90 5460 078 0 (Nederlands-Arabisch) isbn 90 5460 079 9 (Arabisch-Nederlands) isbn 90 5460 080 2 (set Nederlands-Arabisch & Arabisch-Nederlands) Verspreiding in België Van Halewyck, Leuven Uitgeverij Bulaaq, Recht Boomssloot 69, 1011 cw Amsterdam
[email protected] © 2003 Commissie Lexicografische Vertaalvoorzieningen (clvv), Den Haag
ﻣﺤﺘﻮى
Inhoud
Inleiding
7
Gebruiksaanwijzing Arabisch-Nederlands
12
Algemene informatie
12
Grammaticale informatie voor beide talen
14
Transcriptie en vocalisatie van het Arabisch
15
Grammaticale informatie voor het Arabisch
16
Grammaticale informatie voor het Nederlands
21
De ordening van de trefwoorden
24
Inhoud van de lemma’s
25
Lijst van afkortingen
46
Woordenboek ( ا- )ي
51
28
ﻣﻘﺪﻣﺔ
32
اﻟﻬﻮﻟﻨﺪي- ﻃﺮﻳﻘﺔ اﺳﺘﻌﻤﺎل اﻟﺠﺰء اﻟﻌﺮﺑﻲ
32 34 34 35 40 43 44
ﻣﻌﻠﻮﻣﺎت ﻋﺎﻣﺔ اﻟﻤﻌﻠﻮﻣﺎت اﻟﻨﺤﻮﻳﺔ ﻟﻠﻐﺘﻴﻦ ﻧﻘﻞ اﻟﺤﺮوف اﻟﻌﺮﺑﻴﺔ إﻟﻰ اﻷﺣﺮف اﻟﻼﺗﻴﻨﻴﺔ وﺗﺸﻜﻴﻞ اﻟﻠﻐﺔ اﻟﻌﺮﺑﻴﺔ اﻟﻤﻌﻠﻮﻣﺎت اﻟﻨﺤﻮﻳﺔ اﻟﺨﺎﺻﺔ ﺑﺎﻟﻠﻐﺔ اﻟﻌﺮﺑﻴﺔ اﻟﻤﻌﻠﻮﻣﺎت اﻟﻨﺤﻮﻳﺔ اﻟﺨﺎﺻﺔ ﺑﺎﻟﻠﻐﺔ اﻟﻬﻮﻟﻨﺪﻳﺔ ﺗﺮﺗﻴﺐ اﻟﻤﺪاﺧﻞ ﻣﻀﻤﻮن اﻟﻤﺪاﺧﻞ
46
ﻻﺋﺤﺔ اﻻﺧﺘﺼﺎرات
51
( ي- ﻗﺎﻣﻮس )ا
Inleiding
Doel van het woordenboek Dit woordenboek is zowel voor Arabischtalige als voor Nederlandstalige gebruikers bedoeld, het is dus zowel ‘begrijpwoordenboek’ als ‘productiewoordenboek’. Een ‘begrijpwoordenboek’ helpt de gebruiker bij het lezen of verstaan van teksten in de voor hem vreemde taal. Een ‘productiewoordenboek’ helpt de gebruiker bij het schrijven of spreken in de voor hem vreemde taal. Het feit dat dit woordenboek beide functies in zich verenigt heeft consequenties gehad voor de selectie en de presentatie van de gegevens. Zo wordt voor zowel de brontaal als de doeltaal relevante grammaticale informatie gegeven. Als doelgroepen hebben wij vooral op het oog gehad: studenten Arabisch aan universiteiten en vertaalopleidingen, docenten Arabisch op alle niveaus, vertalers en tolken, gevorderde Arabischsprekende leerlingen van het Nederlands, instanties waar men met Arabischsprekende cliënten te maken heeft.
De Arabische woordenschat De geleerden die zich in de klassieke periode van de islam bezighielden met de studie van het Arabisch waren het erover eens dat niemand in staat is de gehele woordenschat van het Arabisch te overzien. Dit gold ook voor de lexicografen die steeds grotere woordenboeken samenstelden van het Arabisch, maar zich er altijd van bewust waren dat zij nog lang niet alle woorden van de taal verzameld hadden. Westerse geleerden konden dan ook alleen maar toegeven dat zij slechts een gedeelte van die woordenschat hadden bijeengebracht in hun woordenboeken. De verzamelwoede en het streven naar volledigheid van de lexicografen leidden soms tot het opnemen van spookwoorden, woorden die alleen in woordenboeken voorkomen maar niet in de praktijk. Verder ontstonden er varianten die vervolgens een eigen leven gingen leiden. Dit heeft mede de mythe in het leven geroepen van de polysemie van het Arabisch, dat wil zeggen dat elk Arabisch woord meerdere betekenissen kon hebben. Als samenstellers van dit woordenboek hebben wij het in zekere zin gemakkelijker gehad omdat wij niet naar volledigheid wilden en konden streven. Het aantal Arabische lemma’s in het deel Arabisch-Nederlands is uiteindelijk vastgesteld op ongeveer 24.000, slechts een klein gedeelte van alle woorden die in de woordenboeken te vinden zijn, maar wel een aantal waarmee een zeer goede dekking wordt gegeven bij het lezen van teksten in Modern
8
Standaard Arabisch. Deze 24.000 trefwoorden omvatten ongeveer 31.000 betekenissen en 43.000 voorbeelden en uitdrukkingen.
Standaardtaal/omgangstaal In de Arabische wereld bestaat een taalsituatie die gewoonlijk met diglossie wordt aangeduid: de standaardtaal (al-fusha) is de taal van de geschreven media, van het onderwijs en van het formele gesproken woord, terwijl de omgangstaal (‘ammiyya, darija) de moedertaal is die voor alle informele taaluitingen gebruikt wordt. De standaardtaal is dus de aangewezen taal voor schriftelijk taalgebruik. Dit wil echter nog niet zeggen dat er nooit woorden uit de omgangstaal op schrift gezet worden. In verschillende Arabische landen, met name in Egypte, bestaat er een bloeiende dialectliteratuur, maar ook in romans in de standaardtaal dringen voortdurend woorden uit het dialect door. Zo vindt men in romans, maar ook in kranten in Egypte woorden als kwayyis ()ﻛ َُﻮ ﱢﻳﺲ. Om een voorbeeld dichter bij huis te noemen: in geschreven voorlichtingsmate-
riaal voor Marokkanen die in Nederland wonen, worden voor de duidelijkheid soms
bewust dialectwoorden gebruikt. Niet al die woorden zijn in dit woordenboek te vinden. Het kan nodig blijken hiervoor als aanvulling dialectwoordenboeken te raadplegen. Dit plaatst de samenstellers van een woordenboek voor Modern Standaard Arabisch voor de vraag of dergelijke woorden opgenomen moeten worden. Wij hebben ervoor gekozen vrij puristisch te werk te gaan en alleen die dialectwoorden op te nemen die zeer frequent in geschreven taal gebruikt worden, bijvoorbeeld omdat er geen equivalent in het Modern Standaard Arabisch voorhanden is. Een tweede, verwant probleem is dat van de stijlniveaus. In het Nederlandse schriftelijk taalgebruik verschijnen steeds meer woorden die voorheen als vulgair beschouwd werden (en misschien nog worden). Een direct equivalent van dergelijke uitdrukkingen in het Modern Standaard Arabisch bestaat niet en eigenlijk zou men voor een vertaling zijn toevlucht moeten nemen tot de omgangstaal. Wij hebben er vrijwel altijd voor gekozen in het Arabisch toch een standaardwoord te gebruiken, en er daarbij uitdrukkelijk op te wijzen dat het Nederlandse woord of uitdrukking een laag stijlniveau betreft. Gezien het formele karakter van de woordenschat van het Modern Standaard Arabisch hebben wij ervoor gekozen Nederlandse informele woorden niet te laten terugkeren in het deel Arabisch-Nederlands. Dergelijke woorden kan de Arabische gebruiker uiteraard wel in het deel Nederlands-Arabisch vinden (gemarkeerd met ‘inform.’). Daarnaast zijn er woorden die nog een stijlniveau lager liggen en die door niet-moedertaalsprekers dus vermeden moeten worden. Het betreft hier vulgaire woorden die van het label ‘vulg.’ zijn
voorzien. Hieronder vallen scheldwoorden en seksueel geladen woorden, maar ook woorden die beledigend of onaangenaam zijn. Het is niet riskant een informeel of vulgair woord van een formele vertaling te voorzien in het deel Nederlands-Arabisch, maar andersom is het wel riskant in het deel Arabisch-Nederlands een formeel woord uit de brontaal te vertalen met een informeel of vulgair woord in de doeltaal. Door in de doeltaal een te laag stijlniveau te gebruiken (informeel of vulgair), kan men zijn gehoor of lezerspubliek voor het hoofd stoten. Een derde probleem betreft de leenwoorden uit het Engels en het Frans. In de omgangstaal zijn dergelijke leenwoorden zeer gebruikelijk. Zo hoort men bijvoorbeeld vaker kumbyutar ( )ﻛ ُْﻤ ْﺒﻴﻮﺗَﺮdan hasub ()ﺣﺎﺳﻮب. In dit specifieke geval hebben wij beide vormen opgenomen
omdat zij beide in schriftelijk taalgebruik, bijvoorbeeld in advertenties, voorkomen. In andere gevallen hebben wij ons laten leiden door de voorkeur van de Arabische media voor Arabische equivalenten van gebruikelijke Engelse of Franse termen. Een vierde probleem is de regionale variatie. Hoewel het Modern Standaard Arabisch in principe overal identiek is, bestaan er toch duidelijke regionale verschillen. Zo gebruikt men voor ‘brief ’ in verschillende delen van de Arabische wereld andere termen: risala
( ) ِرﺳﺎﻟﺔen khitab () ِﺧﻄﺎب, en voor ‘privatiseren’ zien we een zelfde onderscheid: khawsasa
(ﺺ َ ) َﺧ ْﻮ َﺻin Marokko en khaskhasa (ﺺ َ ) َﺧ ْﺼ َﺨin Egypte. Het was uiteraard ondoenlijk
deze regionale variatie helemaal tot haar recht te laten komen. Wij hebben geprobeerd in ieder geval die varianten te vermelden die in Marokko en Egypte voorkomen.
Keuze van de trefwoorden De problemen die hierboven zijn genoemd hebben geleid tot het volgende beleid ten aanzien van de selectie van de woordenschat. Dit woordenboek richt zich op de moderne standaardtaal zoals die voorkomt in kranten, literatuur, formele radio- en televisie-uitzendingen. Bij de keuze van de woordenschat is in de eerste plaats dan ook gekeken naar teksten uit de media, literaire teksten en de basiswoordenschat op verschillende technische gebieden. In het deel Arabisch-Nederlands zijn dialectwoorden alleen in uitzonderingsgevallen opgenomen, aangegeven met het label ‘spreektaal’, woorden uit het Klassiek Arabisch zijn alleen opgenomen voorzover ze vaak gebruikt worden in het Modern Standaard Arabisch, bijvoorbeeld woorden die frequent in de koran voorkomen. Daarnaast zijn die sociaal-maatschappelijke termen opgenomen die belangrijk zijn binnen de gemeenschap van Arabischtaligen in Nederland en Vlaanderen. Verder is er een selectie van woorden uit
9
10
het islamitisch (familie)recht opgenomen en uiteraard termen die in verband staan met de islam. In het deel Arabisch-Nederlands is bovendien een aantal Arabische eigennamen opgenomen, vooral vanwege het ontbreken van hoofdletters in het Arabisch schrift, waardoor het zeker voor beginners soms moeilijk is een woord als eigennaam te onderkennen. Bij het opnemen van benamingen voor dieren en planten is volledigheid vrijwel onmogelijk, als gevolg van de grote variatie binnen de Arabische wereld, van NoordAfrika tot Centraal-Azië; bovendien is er het probleem van dialectnamen. Ook hier is een praktische keuze gemaakt voor veel voorkomende planten en dieren, met name in Egypte en Marokko of in Nederland. Dit kan ertoe leiden dat soms onverwachte woorden zijn opgenomen, bijvoorbeeld de naam van een vogel die in Nederland zeldzaam is, maar die in Egypte veel voorkomt. Alleen die Arabische spreekwoorden zijn opgenomen die in het dagelijks gebruik regelmatig voorkomen, of die in betekenis overeenkomen met Nederlandse spreekwoorden. Specifieke uitdrukkingen die alleen door christelijke Arabieren worden gebezigd, zijn gemarkeerd met de aanduiding ‘chr.Ar.’. Ook geografische namen zijn opgenomen: de namen van de meeste landen, sommige steden als de spelling in het Arabisch niet direct duidelijk was, alle provinciehoofdsteden van Nederland en België, alle hoofdsteden van Arabische en islamitische landen, en een aantal van de belangrijkste steden in de Arabische landen. De samenstellers hebben veel aandacht besteed aan voorbeelden en collocaties. Dat betekent dat vaak combinaties van woorden gegeven worden die niet direct bijdragen tot begrip van de betekenis maar vooral bedoeld zijn om nadere informatie over het gebruik te geven. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om combinaties van een bijvoeglijk naamwoord en een zelfstandig naamwoord, zoals َﺟﺮﻳﻤﺔ َﺧﻄﻴﺮة \ ﻛَﺒﻴﺮة, of combinaties van een werkwoord en een zelfstandig naamwoord, zoals ف َﺟﺮﻳﻤ ًﺔ َ َﺐ \ ا ْﻗﺘ ََﺮ َ ْار َﺗﻜ.
Dankbetuiging De stichting Middle East Transfer nam in 1990 het initiatief tot de samenstelling van een Arabisch woordenboek door een subsidie aan te vragen bij het ministerie van Onderwijs. Dit initiatief werd overgenomen door de afdeling Talen en Culturen van het Midden-Oosten (tcmo) van de Universiteit Nijmegen. In 1993 werd de Commissie Lexicografische Vertaalvoorzieningen (clvv) opgericht en ontving de initiatiefgroep bij tcmo een uitnodiging om een projectvoorstel bij de clvv in te dienen. Dit voorstel is in 1994 ingediend, het werd in 1996 gehonoreerd en in 1997 is begonnen met de uitvoering van het project. De hier gepresenteerde woordenboeken zijn het eindresultaat van dit proces.
Dit woordenboek had niet gemaakt kunnen worden zonder de hulp van een aantal personen en instanties. Allereerst danken wij de clvv voor de financiële ondersteuning en het beschikbaar stellen van het Nederlandse referentiebestand (rbn) en het invoerprogramma voor de samenstelling van het woordenboek (ombi, OMkeerbaar BIlinguaal bestand). Ook de programmeurs van ombi danken wij voor hun ondersteuning bij het oplossen van de specifieke problemen die met het Arabisch samenhingen. Verder danken wij prof. dr. Elsaid Badawi van de American University in Caïro, die bij het opzetten van het project betrokken was, en alle collega’s van tcmo, die op zeer verschillende wijzen hebben meegeholpen aan de totstandkoming van de woordenboeken. Verder danken wij de Financiële Administratie van de Faculteit der Letteren en de afdeling Beheer, alsmede de Computer Ondersteuningsgroep (cog), voor hun voortreffelijke hulp. Wij bedanken Mark van Mol voor het beschikbaar stellen van de lijst met Arabische trefwoorden uit zijn Leerwoordenboek Arabisch-Nederlands. We danken Joost van Schendel van uitgeverij Bulaaq, en Henk Pel en Teus de Jong voor de prettige en efficiënte samenwerking in de productiefase. Ook zijn wij dank verschuldigd aan de leden van de door de clvv ingestelde begeleidingscommissie: prof. dr. Willy Smedts (ku Leuven), dr. Jan Jaap de Ruiter (Universiteit van Tilburg) en prof. dr. Emilio Platti (ku Leuven). Bovenal zijn wij grote dank verschuldigd aan het team van medewerkers die met grote inzet en inventiviteit hebben gewerkt aan het verzamelen en bedenken van vertalingen en omschrijvingen voor al die Nederlandstalige woorden en begrippen die zo lastig te vertalen bleken in het Arabisch.
11
Gebruiksaanwijzing Arabisch-Nederlands
Algemene informatie De presentatierichting van woorden, uitdrukkingen en hun vertalingen is in alle gevallen van links naar rechts. Als een vertaling in de vorm van een uitdrukking of omschrijving op een volgende regel verder gaat, gebeurt dit op zo’n positie dat een volgende vertaling of nieuwe betekenis er rechts naast kan komen. Tussen guillemets « » staan de omschrijvingen. Dit zijn vertalingen in de vorm van een omschrijving of een uitleg, omdat er geen één-op-één vertaalequivalent voor de desbetreffende term of uitdrukking voorhanden is. Men kan daarbij voor het Nederlands-Arabisch denken aan zaken als ‘hutspot’, ‘verjaardagskalender’ en voor het Arabisch-Nederlands aan bijvoorbeeld begrippen uit het islamitisch recht en gerechten uit de Arabische keuken. Omschrijvingen zijn geen vertalingen en ze zijn vooral bedoeld als uitleg voor de gebruiker die het desbetreffende deel als ‘begrijpwoordenboek’ gebruikt. Voor spreken of schrijven in de doeltaal dient men dan ook omzichtig om te gaan met deze omschrijvingen. Eventueel volgt een nadere uitleg tussen haakjes achter de kernomschrijving. Als van woorden een alternatieve spelling bestaat, wordt deze tussen Arabische guillemets « » vermeld. Indien men op grond van een alternatieve spelling bij een verkeerde wortel zou kunnen gaan zoeken, is soms zo’n alternatieve spelling als apart trefwoord
opgenomen. Bij dat trefwoord wordt dan verwezen naar de spelling die door ons als standaardspelling wordt beschouwd, en waar het woord wordt behandeld. Tussen verticale strepen staat grammaticale informatie over het woord in de brontaal (bijvoorbeeld meervoudsvormen van zelfstandige naamwoorden of vervoegingen van werkwoorden). Als van een trefwoord twee of meer homoniemen bestaan (woorden met gelijke spelling maar afwijkende betekenis), zijn de verschillende homoniemen Romeins genummerd.
َرﻗﻴﻖI zn. | َأ ِر ّﻗﺎ ُء, ] َﻋ ْﺒﺪ[ | ِرﻗﺎقslaaf (m.; slaven) َرﻗﻴﻖII bn. | َأ ِر ّﻗﺎ ُء, | ِرﻗﺎق1 [ ] َدﻗﻴﻖfijn, dun, slank, tenger; َﻃ َﺒﻘﺔ َرﻗﻴﻘﺔeen dun laagje; ُأ ْﻧﺒﻮب \ َﺳ ْﻴﻞ َرﻗﻴﻖeen dunne pijp/dun straaltje; ﻼﺣﻈﺔ َرﻗﻴﻘﺔ َ ُﻣeen fijnzinnige opmerking; َرﻗﻴﻖ
اﻟﺒِﻨ ِْﻴﺔtenger gebouwd, fijngebouwd 2 [ ] َﻟﻄﻴﻒfijngevoelig, ٍ ِ ٍ fijnzinnig, fijnbesnaard, kies; ﺑِﻌﺒﺎرات َرﻗﻴﻘﺔin kiese bewoordingen
De volgorde van de vertalingen geeft een prioriteit aan. De eerste vertaling is ook de meest voor de hand liggende. Er zijn vertalingen die slechts in één vertaalrichting zijn opgenomen, meestal om het aantal vertalingen bij een trefwoord te beperken, soms ook omdat het om een laagfrequent woord in de doeltaal gaat. Het kan dus voorkomen dat een vertaalrelatie tussen een Nederlands en een Arabisch woord in het ene deel wel wordt gegeven, en in het andere deel niet. Het kan voorkomen dat er twee volledige alternatieve vertalingen verschijnen, gescheiden door een komma. Alle alternatieven zijn bruikbaar voor het woord of de uitdrukking in de brontaal.
َ َﻫ َﺒww. | i, u; | ُﻫﺒﻮط1 [ ] َﻧﺰَ َلdalen (onov.; is), zakken (onov.; ›ﻂ is), inzakken (onov.; is; scheid.), uitzakken (onov.; is; scheid.); ...
Een schuine streep wordt onder andere gebruikt om alternatieven binnen een uitdrukking of vertaling van elkaar te scheiden. Die streep duidt erop dat de twee woorden die door die streep gescheiden worden, alternatieven zijn. De uitdrukking ‘onhoudbaar/ongegrond zijn’ kan dus gelezen worden als ‘onhoudbaar zijn, ongegrond zijn’.
اﻧ َْﺬ َﻋ َﺮww. in paniek raken/zijn Het is mogelijk dat zowel in een uitdrukking in de brontaal als in de vertaling ervan een schuine streep wordt gebruikt. De alternatieven in brontaal en doeltaal corresponderen dan met elkaar. ›ﺐ َ َذ َﻫww. | a; َذﻫﺎب, | َﻣ ْﺬ َﻫﺐ1 [راح َ ] gaan (onov.; ging, is
gegaan), weggaan (onov.; ging weg, is weggegaan); ﺐ َ َذ َﻫ
ِ اﺟﺔ اﻟﺴﻴ ِ ِِ ﺎرة ّ َ \ ﺑﺎﻟﺪَ ّرmet de fiets/auto gaan; \ ﺐ إﻟﻰ ﻋ ََﻤﻠﻪ َ َذ َﻫ ِ ِ ِ اﻟﺨﺎر ِج \ َﺑ ْﻴﺘﻪnaar zijn werk/naar huis/naar het buitenland gaan; ...
Het is echter ook mogelijk dat slechts in één van beide talen meerdere alternatieven staan. In dat geval geldt dat alle alternatieven in de ene taal mogelijke vertalingen van een mogelijkheid in de andere taal zijn.
َ schuldig zijn ُﻣ ْﺬﻧِﺐbn. 1 [ ] ِﺻﻔﺔschuldig; ﻛﺎن ُﻣ ْﺬﻧِﺒ ًﺎ ﻓﻲ َﺷ ْﻲ ٍء aan iets, zich schuldig maken aan iets 2 [zn.] schuldige
13
14
ِ
ِ
ِ اﻟﻤ ْﺬﻧ (m./v.; –n); ﺐ َ اﻟﻤ ْﺬﻧ ُ َ َو َﺟﺪde schuldige ُ ﺐ \ َﻋ َﺜ َﺮ ﻋﻠﻰ vinden
De schuine streep kan ook verschillende meervoudsvormen of verleden tijden van een werkwoord van elkaar scheiden. ›ﺐ َﻫ ﱠww. | u; ﺐ ّ َﻫ, | ُﻫﺒﻮب1 [اﻟﺮﻳﺢ ُ ] waaien (onov.; woei/
waaide, h. gewaaid), razen (onov.; h.); اﻟﺮﻳﺢ ﺐ ُ ﺗ َُﻬ ﱡhet waait
Grammaticale informatie voor beide talen Grammaticale informatie bij de trefwoorden en de vertalingen is in vrijwel alle gevallen gegeven met korte vermeldingen, veelal door middel van afkortingen. Zie hiervoor de lijst met afkortingen. Voor meer informatie over de grammaticale eigenschappen van een woord dient de gebruiker een grammatica te raadplegen. Doorgaans wordt eerst de informatie gegeven die op het trefwoord zelf betrekking heeft (klinker in tegenwoordige tijd bij werkwoorden, vast voorzetsel bij een werkwoord, geslacht) en, indien van toepassing, vervolgens informatie over vervoegingen of verbuigingen van het trefwoord (meervoudsvormen, eventuele onregelmatige vrouwelijke vormen, masdar (verbaal substantief) van het werkwoord, vervoegingen in andere naamvallen en overige grammaticale informatie). Als een bijvoeglijk naamwoord in een voorbeeld of vertaling betrekking heeft op meer dan één zelfstandig naamwoord met verschillende geslachten, staat een ta marbuta tussen haakjes vermeld om aan te geven dat zowel de mannelijke als de vrouwelijke vorm van het bijvoeglijk naamwoord gebruikt kunnen worden waar deze van toepassing zijn.
ﻣﻮﻣﻲ ّ ِرﻋﺎﻳﺔ \ ُﺣmoederlijke ّ ﺐ ُأ ّ ُأbn. moederlijk; (ﻣﻮﻣﻲ)ة zorg/liefde
In voorbeelden zijn de zelfstandige naamwoorden in beide talen over het algemeen onbepaald. Hiervan kan echter om praktische of grammaticale redenen zijn afgeweken. De tijden van de werkwoorden in de voorbeeldzinnen: een onbepaalde wijs in het Nederlands (bijvoorbeeld koffie drinken) wordt in het Arabisch in het perfectum vertaald (ب اﻟ َﻘ ْﻬﻮ َة َ ) َﺷ ِﺮ. Een zin in de verleden tijd in het Nederlands wordt in het Arabisch in het
perfectum vertaald. Een zin in de tegenwoordige tijd in het Nederlands wordt in het Arabisch in het imperfectum vertaald. Als een voorbeeld in het Nederlands het werkwoord ‘zijn’ bevat, zal de vertaling in het
َ bevatten. Arabisch meestal ﻛﺎن
Als een voorbeeld in het Nederlands het werkwoord ‘hebben’ in de betekenis ‘bezitten’
َ bevatten. Aangezien dit gepaard bevat, zal de vertaling in het Arabisch meestal ﻛﺎن َ ِﻋﻨْﺪَ ُه
gaat met een wisseling van onderwerp (het lijdend voorwerp uit de Nederlandse zin wordt onderwerp in de Arabische zin) zijn deze zinnen in beide talen doorgaans expliciet en
َ . compleet geschreven en vertaald. Dus niet: ‘tijd hebben’ maar ‘hij had tijd’, ﺖ ٌ ﻛﺎن ِﻋﻨْﺪَ ُه َو ْﻗ
Transcriptie en vocalisatie van het Arabisch Transcriptie van Arabische woorden komt alleen voor als onderdeel van omschrijvingen van betekenissen. Hierbij is gekozen voor een vereenvoudigde transcriptie zonder speciale tekens. Bij de vocalisatie van het Arabisch zijn de volgende regels gehanteerd: –
Een alif zonder hamza dient te worden gelezen als een hamzat al-wasl (ﻗﺎﻋﺔ
–
In leenwoorden in het Arabisch kan het voorkomen dat drie medeklinkers achter
ِ)اﻻﺟﺘ. ِ ﻤﺎﻋﺎت ْ
elkaar staan. Twee van die medeklinkers hebben dan een sukun gekregen. Dit oogt vreemd, maar op deze manier wordt de feitelijke uitspraak het meest nauwkeurig weergegeven ()ﻣﺎ ْﻳ ْﺴﺘْﺮو. Klinkers en overige tekens die niet geschreven worden: – – – – –
Lange klinkers worden alleen aangegeven met de verlengingsletter (alif, waw of ya) en
َ ،ﻘﻮل ُ َﻳ،)ﻗﺎل. niet ook nog met een klinkerteken (fatha, kasra of damma) (ﻗﻴﻞ
Bij vrouwelijke woorden wordt vóór de ta marbuta geen fatha geschreven () َﻣﺪْ َرﺳﺔ.
Vóór de nisba-uitgang wordt geen kasra geschreven (ﺑﻲ ّ )ﻋ ََﺮ. Het lidwoord ‘al’ (alif-lam) wordt niet gevocaliseerd ()اﻟـ.
Combinaties van eenletterwoorden met het lidwoord ( ﻟﻞ، ﺑﺎل، )والworden niet gevocaliseerd.
– – – – –
De kasra onder de alif-hamza aan het begin van een woord wordt niet geschreven (إﺳﻼم ْ ).
De shadda als verdubbeling van de zonneletters wordt niet geschreven (اﻟﺮ ُﺟﻞ َ ).
De sukun wordt niet geschreven na de derde persoon vrouwelijk enkelvoud van het
ِ perfectum als het lidwoord erna volgt (ﺘﺎب َ ) َﻗ َﺮ َأت اﻟﻜ.
ِ ) ِﻣﻦ اﻟﻤﺪْ ر. Er worden geen zogenaamde hulpklinkers geschreven (ﺳﺔ َ َ
َ zijn vaak niet Veel voorkomende functiewoorden en bijvoorbeeld het werkwoord ﻛﺎن gevocaliseerd.
Naamvalsuitgangen zijn bij losse trefwoorden of vertalingen niet gebruikt. In uitdrukkingen en combinaties van twee woorden zijn de naamvalsuitgangen wel gegeven daar waar
15
16
zij worden bepaald door een woord of regel die binnen de uitdrukking of combinatie een uitgang regeert. Zo krijgt het tweede lid van een genitiefverbinding een genitief-uitgang. Maar het eerste lid van zo’n genitiefverbinding heeft geen uitgang omdat deze bepaald
ٍ )ﻣﺪﻳﺮ َﺷ ِﺮ. dient te worden door een element erbuiten (ﻛﺔ ُ
Grammaticale informatie voor het Arabisch Als het in voorkomende gevallen nodig was een keuze te maken voor een bepaalde naamval, is gekozen voor de nominatief. Bijvoorbeeld bij gezonde (externe) meervouden is gekozen voor de uitgang una. En als een zelfstandig naamwoord wordt gevolgd door een suffix, is het wenselijk het woord een uitgang te geven. Ook in zo’n geval is er gekozen voor de nominatief.
ِ
› إ ّﻳﺎpart. 1 [اﻟﻤ ْﻔﻌﻮﻟ ّﻴﺔ َ ﻳﺎر ُﺗ ُﻪ إ ّﻳﺎﻫﺎ ]ﻋَﻼﻣﺔ َ ِزzijn bezoek aan haar
َ ﺎك َو َ إ ّﻳpas op voor de leeuw 2 [« ]ا ْﻧ َﺘ َﺒ ْﻪpas op»; َاﻷ َﺳﺪ
Als naamvalsvormen in de genitief en/of de accusatief onregelmatig zijn, worden deze onregelmatige vormen gegeven met ‘gen.’ of ‘acc.’ ervoor. › ذوzn. | َذوو, ;أوﻟﻮv. ;ذاتv.mv. ; َذواتtweev.m. ; َذواtweev.v.
;ذاﺗﺎgen./acc. ذي, | ذاeigenaar (m.; mv. eigenaars, eigenaren; v. eigenares; v.mv. –sen);
Trefwoorden die diptotisch zijn, krijgen een aanduiding ‘dipt.’. Bij meervoudsvormen die diptotisch zijn, is dit aangegeven middels een nominatiefuitgang (damma), zoals in woor-
ِ ) َﻣ. denboeken gebruikelijk is (ev. َﻣﺪْ َرﺳﺔ, mv. س ُ ﺪار
ٍ َأﺣﻤﺮ َأ ْﺣ َﻤﺮbn. | dipt.; | ُﺣ ْﻤﺮrood; َأ ْﺣ َﻤﺮ ﻓﺎﺗِﺢlichtrood; ﻗﺎن َ ْ َ َ َ knalrood, vuurrood; ﻮي ّ أ ْﺣ َﻤﺮ َد َﻣbloedrood; ﺷ ْﻌﺮ أ ْﺣ َﻤﺮ Als bij een trefwoord geen meervoudsvorm vermeld staat, betekent dit dat het woord geen meervoud kent (veelal op grond van de betekenis, bijvoorbeeld bij masdars), of dat de meervoudsvorm gezond (extern) is.
ُﻣ َﻌ ﱢﻠﻢzn. leraar (m.; leraren, leraars), onderwijzer (m.; –s), docent (m.; –en), leerkracht (m./v.; –en), meester (m.; –s),
ٍ ُﻣ َﻌ ﱢﻠﻢ instructeur (m.; mv. –s; v. instructrice; v.mv. –s); ﻗﺎس
Gebroken (interne) meervoudsvormen van zelfstandige naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden staan tussen verticale strepen vermeld. Er kunnen meerdere meervoudsvormen zijn. Als een woord zowel gezonde als gebroken meervoudsvormen kan hebben, worden de gezonde ook gegeven.
َﻣ ْﺸﺮوعI zn. | َﻣ ْﺸﺮوﻋﺎت, ﺸﺎرﻳﻊ ] ُﺧ ّﻄﺔ[ | َﻣconcept (o.; –en), ُ
ontwerp (o.; –en), plan (o.; –nen), project (o.; –en); َﻣ ْﺸﺮوع
een administratief concept; ... إداري ّ
Als afzonderlijke deelbetekenissen van een woord een eigen meervoud hebben, worden de verschillende meervoudsvormen per deelbetekenis vermeld. In zo’n geval kunnen ook gezonde (externe) meervoudsvormen vermeld worden, ter onderscheiding van deelbetekenissen die een gebroken (interne) meervoudsvorm krijgen.
َﺑ ْﻴﺖzn. 1 [ ُﺑﻴﻮت( ] َﻣﻨ ِْﺰل, ) ُﺑﻴﻮﺗﺎتhuis (o.; huizen), woٍ ِ ning (v.; –en); َﺑ ْﻴﺖ ﻣ ْﻠﻚeen eigen woning, koophuis (o.; ِ ﺑﻴ ﺖ ﺗ koophuizen); ِ َﺑ ْﻴﺖ اﷲgodshuis (o.; godshuizen); ﺠﺎري َْ ّ ِ َ ِ «handelshuis»; َﺑ ْﻴﺖ اﻟﺰَ ْوﺟ ّﻴﺔ \ اﻷ ْﻫﻞde echtelijke/ouderlijke woning; ... 3 [ ) ُﺑﻴﻮﺗﺎت( ] ُأ ْﺳﺮةfamilie (v.; –s); « اﻟ ُﺒﻴﻮﺗﺎتde
ِ
grote/respectabele families»; « َأ ْﻫﻞ اﻟ َﺒ ْﻴﺖfamilie/afstamme-
lingen van de profeet Mohammed» 4 [lit.] ( ) َأ ْﺑﻴﺎتvers (o.; verzen), versregel (m.; –s), dichtregel (m.; –s)
Als bij een trefwoord de vermelding ‘mv.’ staat, betekent dit dat het trefwoord een meervoudsvorm is waarvan geen enkelvoud bestaat. › َأﺳﺎﻃﻴﻦzn. | mv.| «vooraanstaande personen»; ﻫﻮ ﻣﻦ
ِ اﻟﺤﻜ ِ ﺳﺎﻃﻴﻦ ِ ْﻤﺔ « َأhij is een vooraanstaand/gezaghebbend/
prominent wijsgeer»
Bij gebroken (interne) meervoudsvormen die als trefwoord zijn opgenomen, staat achter ‘ev.’ vermeld wat het enkelvoud hiervan is. Dat enkelvoud is meestal ook een apart trefwoord.
ِ ﻓﻲde hele آﻧﺎءzn. | mv.; ev. َأ ْﻧﻲ, « | إ ْﻧﻲtijdsspanne»; آﻧﺎء اﻟ َﻠ ْﻴ ِﻞ ِ ﺮاف اﻟﻨ ِ آﻧﺎ َء اﻟ َﻠ ْﻴde hele nacht; َﻬﺎر nacht; ﻞ َ « آﻧﺎ َء اﻟ َﻠ ْﻴ ِﻞ َو َأ ْﻃde hele dag en de hele nacht»
17
18
Dualisvormen die anders worden gevormd dan met het achtervoegsel ‘-ani’ worden aangeduid met ‘tweev.m.’ en ‘tweev.v.’ voor respectievelijk de mannelijke en vrouwelijke dualisvorm.
ِ ;ﻫv. ;ﻫ ِﺬ ِهtweev.m. ﺬان ِ ; َﻫtweev.v. ﺎﺗﺎن ِ | َﻫ1 [َﻧﻌﺖ َﻫﺬاvnw. | ﻻء َُ ﺆ َ ْ ِ ]اﻹﺷﺎرةdeze (aanw.vnw.), dit (aanw.vnw.); ﻫﺬا اﻟﺮﺟﻞdeze َ ُ َ ِ man 2 [ ] َﺿﻤﻴﺮ اﻹﺷﺎرةdit (aanw.vnw.), deze (aanw.vnw.); Met ‘coll.’ wordt aangeduid dat het trefwoord een collectivum is. Het enkelvoudig naamwoord hiervan wordt gevormd door een ta marbuta erachter te plaatsen, tenzij een afwijkende vorm van het enkelvoudig naamwoord wordt gegeven met de vermelding ‘ev.nmw.’.
ِ
ِ
ِ
› ﺷﺎءzn. | coll.; ﺷﻴﺎء ;ﺷﻮاه, ;ﺷﻴﺎهev.nmw. | ﺷﺎةschaap (o.; schapen), ooi (v.; –en)
De vermelding ‘v.’ geeft aan dat het geslacht van het woord vrouwelijk is.
َﺳﻤﺎءzn. | v.; | َﺳﻤﺎوات1 [ ] َﺟ َﻠﺪhemel (m.; –), lucht (m., v.; ِ –en), firmament (o.; –en), uitspansel (o.; –s); َﺳﻤﺎء ﻏﺎﺋﻤﺔ De aanduiding ‘m./v.’ bij een bijvoeglijk naamwoord geeft aan dat het trefwoord gebruikt mag worden bij mannelijke en vrouwelijke zelfstandige naamwoorden.
َﺻﻤﻮتbn. | m./v.| 1 [ ] ِﺻﻔﺔzwijgzaam; َﻓﺘﺎة َﺻﻤﻮتeen
zwijgzaam meisje 2 [zn.] stille (m./v.; –n), «iemand die weinig zegt»
De aanduiding ‘m./v.’ bij een zelfstandig naamwoord duidt erop dat het geslacht van dit woord zowel mannelijk als vrouwelijk kan zijn.
ِ ﺧﺎدم zn. | m./v.; ُﺧﺪّ ام, | َﺧﺪَ ﻣﺔbediende (m./v.; –n, –s), dienaar (m.; dienaren, dienaars), knecht (m.; –en);
Een beperkt aantal bijvoeglijke naamwoorden kan geen vrouwelijke uitgang krijgen. Er staat dan een vorm die mannelijk lijkt, maar er is met ‘v.’ bij vermeld dat het een vrouwelijke vorm is.
ِ II bn. | v.; ﻮاﻣ ُﻞ ِ اﻣﺮأة ِ ]ﺣﺒﻠﻰ[ | ﺣzwanger, drachtig; ﺣﺎﻣﻞ ﺣﺎﻣﻞ ُْ َ َْ ِ َ een zwangere vrouw; َﺑﻘﺮة ﺣﺎﻣﻞeen drachtige koe De aanduiding ‘v.mv.’ geeft het vrouwelijk meervoud van een zelfstandig of bijvoeglijk naamwoord aan.
ِ ; َأv. ; ُﻓ ْﻀﻠﻰv.mv. | ُﻓ ْﻀ َﻠﻴﺎت َ َأ ْﻓ َﻀ, ﻓﺎﺿ ُﻞ َأ ْﻓ َﻀﻞbn. | dipt.; ﻠﻮن beter (bw.), optimaal, best
In enkele gevallen is aangegeven dat een bijvoeglijk naamwoord verschillende meervoudsvormen kent voor menselijke en dierlijke zelfstandige naamwoorden (menselijk/dierlijk mv.), of voor zakelijke zelfstandige naamwoorden (niet menselijk/dierlijk mv.).
َ ِ ;ﺧﺎﻟniet menselijk/ ﺧﺎﻟِﺪbn. | menselijk/dierlijk mv. ﺪون ِ dierlijk mv. ُ | َﺧﻮاﻟﺪ1 [ﺪي ّ ] َأ َﺑeeuwig, onsterfelijk, onvergankelijk 2 [ﺼﻲ ّ اﺳﻢ َﺷ ْﺨ ْ ] «Khalid (mannelijke eigennaam)»
Bij werkwoorden van stam I worden de klinker van het imperfectum en de masdar gegeven. Beide kunnen meerdere vormen bevatten. Als ook de klinker in het perfectum varieert wordt dit aangegeven met een alternatieve spelling van het trefwoord.
ِ
َ » َﺑﻐ َﺾ« َﺑﻐww. | a, u; ُﺑﻐْﺾ, « | َﺑﻐﺎﺿﺔgehaat worden», › ُﺾ «afschuwelijk zijn»
Afgeleide stammen zijn met Romeinse cijfers aangegeven als niet duidelijk is welke stam het betreft, en bij stammen hoger dan stam X. Bij werkwoorden staat bij ‘v.t.’ aangegeven wat eventuele afwijkende vormen van het perfectum zijn.
َ ww. | a; َﻇ ّﻞ, ; ُﻇﻠﻮلv.t. | َﻇ ِﻠ ْﻠ ُﺖblijven (onov.; bleef, is › ﻇ ﱠﻞ gebleven), doorgaan (onov.; ging door, is doorgegaan), aanblijven (onov.; bleef aan, is aangebleven) ...
Als van een werkwoord alleen het imperfectum (tegenwoordige tijd) gebruikt wordt, is dit aangegeven met de vermelding ‘alleen t.t.’.
ا ْﻧ َﺒﻐﻰww. | alleen t.t.| nodig zijn, moeten, behoren ...
19
20
Als van een werkwoord alleen het imperfectum of de gebiedende wijs gebruikt wordt, is dit aangegeven met de vermelding ‘alleen t.t. of geb. wijs’.
ِ
› َوذ َرww. | a; alleen t.t. of geb. wijs; | َو َذرlaten (ov.; liet, h. gelaten), toestaan (ov.; stond toe, h. toegestaan);
Het is ook mogelijk dat er van een werkwoord juist geen imperfectum bestaat. Dit wordt aangegeven met ‘alleen v.t.’.
َ ﻋَﺴﻰ َأ ْن َﻳmis› َﻋﺴﻰww. | alleen v.t.| «misschien»; ﻜﻮن َﻣﺮﻳﻀ ًﺎ َ ﻣﺎ َﻋﺴﺎﻧﻲ َأ ْن َأwat kan ik zeggen? schien is hij ziek; ﻗﻮل؟
Als van een werkwoord alleen passieve vormen worden gebruikt, is dit aangegeven met ‘alleen passief’.
ِ
ِ
› ﻏَﻤﻰww. | alleen passief; َﻤﻲ ْ ﻏُﻤ َﻲ َﻋ َﻠ ْﻴﻪ | ﻏhij viel flauw
Als het imperfectum van een werkwoord onregelmatig is wordt deze onregelmatige vorm apart vermeld met ‘t.t.’.
ِ
› َو َأ َرww. | i; ; َو ْأرt.t. | َﻳﺌ ُﺮbeangstigen (ov.; h.), bang maken
Als een werkwoord een vast voorzetsel heeft, wordt dit voorzetsel apart vermeld, naast eventuele voorbeelden waarin het gebruik van het voorzetsel nader wordt geïllustreerd.
َ ] ( )ﻋﻠﻰhalen (ov.; h.), behalen › َﺣ َﺼ َﻞww. | u; | ُﺣﺼﻮل1 [ﻧﺎل (ov.; h.), krijgen (ov.; kreeg, h. gekregen), verkrijgen (ov.; verkreeg, h. verkregen), verwerven (ov.; verwierf, h.
Als afzonderlijke deelbetekenissen van een werkwoord afzonderlijke masdars hebben, worden deze masdars per deelbetekenis vermeld. › َو َﺻ َﻞww. | i | 1 [إﻟﻰ( ]ﺟﺎ َء, ) ُوﺻﻮلaankomen (onov.; kwam aan, is aangekomen), arriveren (onov.; is), bereiken (ov.; h) ........................................................ 2 [ َ ) ُوﺻﻮل( ] َﺑﻠَﻎbedragen
....................................................................................... 3 [] َﺿ ﱠﻢ
ِ (ﺻ ﻞ ْ َو, )ﺻﻠﺔkoppelen (ov.; h.) ...
Als afzonderlijke deelbetekenissen van een werkwoord afzonderlijke voorzetsels hebben, worden deze voorzetsels per deelbetekenis vermeld. › َو َﺻ َﻞww. | i | 1 [إﻟﻰ( ]ﺟﺎ َء, ) ُوﺻﻮلaankomen (onov.; kwam aan, is aangekomen), arriveren (onov.; is), bereiken (ov.; h) ........................................................ 2 [ َ ) ُوﺻﻮل( ] َﺑﻠَﻎbedragen
....................................................................................... 3 [] َﺿ ﱠﻢ
ِ (ﺻﻞ ْ َو, )ﺻﻠﺔkoppelen (ov.; h.) ...
Voor Arabische werkwoorden met een betekenis als ‘bang worden/zijn’ (ﺧﺎف َ ) dient men
ِ ﻛﺎن َ . zich te realiseren dat de vertaling van ‘hij was bang’ moet luiden: ﺧﺎﺋﻔ ًﺎ
Bij de afgeleide stammen III en IV van werkwoorden met een hamza als eerste radicaal is aangegeven of het een stam III of IV betreft, want aan de perfectumvorm is dit niet te zien. Voor de duidelijkheid is ook nog de imperfectumvorm gegeven.
آﺗﻰI ww. | III; t.t. | ُﻳﺆاﺗﻲ1 [ ]زَ ﱠو َدverschaffen (ov.; h.), voorzien (onov.; voorzag, h. voorzien); ...
آﺗﻰII ww. | IV; t.t. | ُﻳﺆْ ﺗﻲ1 [ ] َأﻋْﻄﻰgeven (ov.; gaf, h. gegeْ « آﺗﻰ َﺷiemand iets geven» ven); ﺨﺼ ًﺎ َﺷ ْﻴﺌًﺎ
Grammaticale informatie voor het Nederlands Woorden of uitdrukkingen uit België zijn met de aanduiding ‘B.N.’ gemarkeerd.
ِ ﻣI zn. 1 [ ]ﻣﻌﻴﻦhelper (m.; –s), assistent (m.; –en), hulp ﺴﺎﻋﺪ ُ ُ ِ ِ اﻟﻮ (m./v.; –en), adjunct (m.; –en); زﻳﺮ َ ُﻣﺴﺎﻋﺪstaatssecretaris (m.; –sen), adjunct-minister (B.N.; m.; –s) 2 [ ] ُرﺗْﺒﺔadju-
ِ
ِ
dant (m.; –en) 3 [ﻤﺎﻋﻲ \ ﻃ ّﺒ ّﻲ ْ ] hulpverlener (m.; –s) ّ اﺟﺘ
De geslachten van Nederlandse zelfstandige naamwoorden worden aangegeven met de afkortingen ‘m.’ voor mannelijk, ‘v.’ voor vrouwelijk en ‘o.’ voor onzijdig. De geslachten kunnen in combinaties voorkomen. De aanduiding ‘m./v.’ geeft aan dat een zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwelijk kan zijn, bijvoorbeeld bij benamingen voor beroepen.
ٍ ِ ] employé (m.; mv. –s; v. em ُﻣ َﻮ ﱠﻇﻒzn. 1 [إدارة ﻋﺎﻣﻞ ﻓﻲ ployee; v.mv. –s), medewerker (m.; mv. –s; v. medewerk-
21
22
ster; v.mv. –s) ............................ bankbediende (m./v.; –n,
] ُﺣambtenaar (m.; ambtenaren, ambtenaars), –s) 2 [ﻜﻮﻣﻲ ّ
ُﻣ َﻮ ﱠ functionaris (m.; –sen), beambte (m./v.; –n); ﻇﻒ ﺳﺎ ٍم
een hoge ambtenaar ...
Meervoudsvormen van zelfstandige naamwoorden worden tussen haakjes gegeven. Als een meervoud gevormd wordt door een achtervoegsel achter het enkelvoud, wordt alleen dat achtervoegsel gegeven, voorafgegaan door een streepje.
ْارﺗِﺒﺎطzn. | | ْارﺗِﺒﺎﻃﺎتgebondenheid (v.; gebondenheden), relatie (v.; –s), correlatie (v.; –s), binding (v.; –en), betrok-
ِ
ِ
ِ
kenheid (v.; –); ﺼﻲ ْ ْارﺗﺒﺎطsociaal/ ّ ﻴﺎﺳﻲ \ َﺷ ْﺨ ّ ﻤﺎﻋﻲ \ ﺳ ّ اﺟﺘ
ِ
ِ
ِ
ْ ْارﺗﺒﺎط اﻵﺑﺎء ﺑِ َﺄde politiek/persoonlijk engagement; ﻃﻔﺎﻟ ِﻬ ْﻢ
Zelfstandige naamwoorden die een beroep of functie aangeven, hebben een aparte vrouwelijke vorm, aangegeven met ‘v.’, als die onregelmatig gevormd is. Het meervoud van zo’n vrouwelijke vorm wordt gegeven met de toevoeging ‘v.mv.’.
ُﻣﺪﻳﺮzn. directeur (m.; mv. –en, –s; v. directrice; v.mv. –s), chef (m.; mv. –s; v. –fin; v.mv. –finnen), manager (m.; –s), bedrijfsleider (m.; –s); ُﻣﺪﻳﺮ ﻋﺎ ّمdirecteur-generaal (m.; directeuren-generaal, directeurs-generaal), directievoorzitter (m.; –s); ...
Als een vertaling uit één woord bestaat dat een meervoud is, wordt dit aangegeven met ‘mv.’.
ُﻣ َﺘ َﻔ ﱢﺮقbn. uiteenlopend, divers, verspreid; ُﻣ َﺘ َﻔ ﱢﺮﻗﺎتdiversen ٍ ٍ ِ (zn.; mv.); « ﻣﻦ َأ ْﻧﺤﺎء ُﻣ َﺘ َﻔ ﱢﺮﻗﺔuit verschillende richtingen» Als bij een zelfstandig naamwoord geen meervoud staat vermeld, is er geen meervoudsvorm van. Werkwoorden die met ‘h.’ worden aangeduid, worden in de voltooide tijd vervoegd met ‘hebben’. Werkwoorden met ‘is’ worden vervoegd met ‘zijn’. Er zijn ook werkwoorden die met beide hulpwerkwoorden kunnen worden vervoegd. Dit is aangegeven met ‘h./is’.
ِ
› َﺳﻠ َﻲww. | a; | ُﺳﻠﻲvergeten (ov.; vergat, h./is vergeten)
Als een werkwoord onregelmatig vervoegd wordt in de verleden en voltooide tijd, worden de verleden tijd en het voltooid deelwoord gegeven. › ﺳﺎر َ ] َذ َﻫgaan َ ww. | i; َﺳ ْﻴﺮ, َﺳ ْﻴﺮورة, َﻣﺴﻴﺮ, َﻣﺴﻴﺮة, | ﺗ َْﺴﻴﺎر1 [ﺐ (onov.; ging, is gegaan), lopen (onov.; liep, h./is gelopen);
ٍ ﺳﺎر ﺑِﺴﺮsneller gaan dan het licht; ُ ﻋﺔ ﺗ اﻟﻀ ْﻮ ِء َ َﻔﻮق ُﺳ ْﺮﻋ َﺔ ْ ُ َ ُ ﻣﻮر ﻋﻠﻰ ﻣﺎ ُﻳﺮا ُم ُ ﺗhet loopt/gaat als een lier; ﺳﺎر ﻋﻠﻰ ُ َﺴﻴﺮ اﻷ َ ِ« اﻟﺮﺻﻴﻒop het trottoir lopen» َ
Voor Nederlandse werkwoorden die beginnen met een voorvoegsel (be-, her-, ont- enzovoort) zijn de voltooide deelwoorden vaak regelmatig, alleen komt er geen voorvoegsel ge- voor het voltooid deelwoord (beangstigd, heroverd, ontdekt). Dit is geen onregelmatigheid, vandaar dat deze vormen dus niet apart vermeld zijn. Iets soortgelijks geldt voor de scheidbare werkwoorden: in het voltooid deelwoord komt het voorvoegsel ‘ge-’ midden in het woord (overgemaakt, aangezet). Ook dit is niet apart vermeld bij de werkwoordsvervoegingen. Als een werkwoord scheidbaar is (bijvoorbeeld afslaan, hij sloeg af), is dit aangegeven met ‘scheid.’. Bij onregelmatige werkwoorden kan men aan de verleden tijd zien dat ze scheidbaar zijn.
َ َأ ﱠﺛww. meubileren (ov.; h.), inrichten (ov.; h./is; scheid.); ›ﺚ
ٍ َأ ﱠﺛ َﺚ ﻏ ُْﺮﻓ َﺔ ُﺟeen woonkamer inrichten ﻠﻮس › َأﺑﻰww. | a; إﺑﺎء, | إﺑﺎءةweigeren (ov.; h.), afwijzen (ov.; wees af, h. afgewezen), afslaan (ov.; sloeg af, h. afgeslagen); َﻳ ْﺄﺑﻰ
ْ َأﺑﻰ إﻻhij stond erop َأ ْن َﻳ ْﺄﺗِ َﻲhij weigert te komen; أن َﻳ ْﻔ َﻌ َﻠ ُﻪ het te doen
Bij Nederlandse werkwoorden wordt aangegeven of ze overgankelijk of onovergankelijk zijn met ‘ov.’ of ‘onov.’. › َأﺗﻰww. | i; إﺗْﻴﺎن, َأﺗْﻲ, | َﻣ ْﺄﺗﺎة1 [ ]ﺟﺎ َءkomen (onov.; kwam, is
gekomen); ... 2 [ ] َأﺗﻰ ﺑﻪbrengen (ov.; bracht, h. gebracht),
meebrengen (ov.; bracht mee, h. meegebracht); ...
Als een werkwoord wederkerig is, is dat aangegeven met ‘wederk.’.
ِ
َ ﻏَﻠww. | a; | َﻏ َﻠﻂvergissen (wederk.onov.; h.), een fout ›ﻂ maken, fouten maken ...
23
24
Als van een werkwoord alleen de onbepaalde wijs wordt gebruikt, is dit aangegeven met de vermelding ‘alleen onbep.wijs’.
َﻗ ْﻔﺰzn. «het springen»; َﻗ ْﻔﺰ َﻃﻮﻳﻞverspringen (ww.; alleen ٍ َﻗ ْﻔﺰhoogspringen (ww.; alleen onbep. onbep. wijs); ﻋﺎل wijs); ﻼﺛﻲ َ َﻗ ْﻔﺰ ﻋﻠﻰ ّ َﻗ ْﻔﺰ ُﺛhink-stapsprong (m.; –en); اﻟﺤ ْﺒ ِﻞ touwtjespringen (onov.ww.; alleen onbep. wijs)
Onpersoonlijke werkwoorden zijn aangegeven met ‘onpers.’.
ِ
َ َأ ْﻣww. 1 [اﻟﺴﻤﺎ ُء › ﻄ َﺮ َ ] regenen (onpers.; h.); اﻟﺴﻤﺎ ُء َ ﺗ ُْﻤﻄ ُﺮ het plenst, het stortregent
De ordening van de trefwoorden De trefwoorden in het deel Arabisch-Nederlands zijn op wortel geordend. Dit is het systeem dat in verreweg de meeste woordenboeken wordt gehanteerd. De gebruiker dient hiervoor een beperkte beheersing van de grammatica te hebben alvorens het woordenboek te kunnen gebruiken. Het eerste trefwoord van een nieuwe wortel is aangegeven met een enkele guillemet (›) die links uitspringt. › آبzn. (M-O) augustus (m.; –)
َأبzn. zie › أﺑﻮ ›ب َأ ﱠww. | i, u; « | َأﺑﺎzich opmaken om iets te doen», «verlangen naar»; ﻟﻠﺴ َﻔ ِﺮ َ « َأ ﱠبklaarstaan om te vertrekken»; َأ ﱠب إﻟﻰ اﻟﻮ َﻃ ِﻦ َ «heimwee hebben»
De afzonderlijke wortels zijn alfabetisch geordend. De wortels met een identieke tweede en derde radicaal (bijvoorbeeld ﺣﻠﻞen )دﻗﻖzijn alfabetisch zodanig geordend dat ook de
positie van de laatste radicaal meetelt. De wortel ﺣﻠﻞis dus geplaatst tussen de wortel ﺣﻠﻚ
en de wortel ﺣﻠﻢ.
Trefwoorden waarbij het niet direct duidelijk is wat de wortel is, bijvoorbeeld leenwoorden, zijn vaak twee keer opgenomen. Op één van beide plaatsen staat een verwijzing naar de plaats waar het trefwoord behandeld wordt. Doorgaans wordt verwezen naar een wortel, maar de verwijzing zoek op alfabet komt ook voor.
› َ آنww. zie › أون
ﺗُﺪْ ُرجzn. zoek op alfabet
Afgeleide vormen waarvan de wortel moeilijk te bepalen is, zijn soms als apart trefwoord opgenomen met een verwijzing naar de wortel waaronder de desbetreffende vorm wordt behandeld. Dit wordt aangegeven met de verwijzing zie en dan het symbool voor een nieuwe wortel en de wortel waarbij gezocht dient te worden. › َأرىww. zie › رأي
De opgenomen afleidingen van een en dezelfde wortel zijn als volgt geordend. Eerst komen de werkwoorden, oplopend van stam I t/m stam X. Binnen de hierna volgende categorieën zijn de woorden alfabetisch geordend. Ten eerste komen (na de werkwoorden) de vormen die bestaan uit de radicalen van de stam, met korte klinkers (dus zonder voor-, tussen- en achtervoegsels). Vervolgens komen de vormen die beginnen met de eerste radicaal, en uiteindelijk de vormen die met een voorvoegsel beginnen. Ten aanzien van de vindplaats van combinaties van twee woorden gelden de volgende vuistregels: een combinatie van een zelfstandig naamwoord met een bijvoeglijk naamwoord is meestal onder het zelfstandig naamwoord opgenomen. Een combinatie van twee zelfstandige naamwoorden is meestal opgenomen onder het meest specifieke woord (meestal het tweede zelfstandig naamwoord in een genitiefverbinding). In een aantal gevallen is ervoor gekozen de combinatie onder beide woorden op te nemen. Voorbeelden die uit meer dan twee woorden bestaan zijn doorgaans bij het meest specifieke woord opgenomen, al kan die keuze soms arbitrair lijken. In een klein aantal gevallen hebben wij het voorbeeld bij meerdere trefwoorden opgenomen.
Inhoud van de lemma’s Masdars (verbale substantiva) zijn in het Arabisch doorgaans opgenomen als zij naast de betekenis van verbaal substantief ook een zelfstandige betekenis hebben (bijvoorbeeld
اﺟﺘِﻤﺎع ْ dat niet alleen ‘vergadering’ of ‘bijeenkomst’ betekent, maar ook ‘het vergaderen’
of ‘het bijeenkomen’). Dit betekent dat masdars die uitsluitend de betekenis van verbaal substantief hebben, doorgaans niet als trefwoord zijn opgenomen. Hierop is echter een uitzondering mogelijk, namelijk als de masdar is opgenomen als vertaling van een Nederlands zelfstandig naamwoord dat een verbaal substantief is. Voor de Arabischtalige gebruiker impliceert dit dat een masdar die niet is opgenomen in het deel Arabisch-Nederlands doorgaans in het Nederlands vertaald dient te worden met een infinitief (voorafgegaan door het lidwoord ‘het’).
25
26
Bij bijvoeglijke naamwoorden zijn regelmatig combinaties met het voorzetsel َﻏ ْﻴﺮals
voorbeeld opgenomen. Hiermee wordt een ontkennende vorm van het bijvoeglijk naamwoord aangegeven. Voor het Arabisch lijkt zo’n opname wellicht overbodig, maar in het Nederlands is het antoniem van een bijvoeglijk naamwoord niet te voorspellen (efficiënt – inefficiënt, handig – onhandig, sociaal – asociaal).
َ ِ ) zijn vaak als trefwoord Combinaties van functiewoorden (bijvoorbeeld ﻓﻴﻤﺎ،ﻷ ﱠن
opgenomen. In sommige gevallen volgen vertalingen, in andere zal worden verwezen naar een der beide functiewoorden uit de combinatie. Als een trefwoord meer dan één betekenis heeft, worden de afzonderlijke betekeniseenheden van elkaar onderscheiden door een resumé, dat tussen vierkante haken [ ] staat. Een resumé kan voorkomen in de vorm van een synoniem, een korte betekenisbeschrijvende definitie of een afkorting die een bepaald betekenisveld aanduidt (bijvoorbeeld lit. voor literair, econ. voor economie). De betekeniseenheden zijn ook genummerd. Voorbeelden worden per betekeniseenheid gegeven.
َﻣ ْﺠﻤﻮﻋﺔzn. | َﻣ ْﺠﻤﻮﻋﺎت, ﺠﺎﻣﻴﻊ | َﻣ1 [ ]ﻓِﺌﺔgroep (m., v.; ُ –en), verzameling (v.; –en), groepering (v.; –en), col-
ِ َﻣ ْﺠﻤﻮﻋﺔ ﻣﻦ اﻟ ُﻜﺘ lectie (v.; –s), assortiment (o.; –en); \ ُﺐ ِ ُ een verzameling boeken/platen; .............. اﻷ ْﺳ ُﻄ ﻮاﻧﺎت
.............. 2 [pol.] unie (v.; –s), gemeenschap (v.; –pen);
اﻟﻤ ْﺠﻤﻮﻋﺔ اﻷورو ّﺑ ّﻴﺔ َ eg (m., v.; –), Europese Gemeenschap, Europese Unie; ................................................... 3 [sport]
َ \ اﻷ ْوﻟﻰ ُ اﻟﻤ ْﺠﻤﻮﻋﺔ set (m.; –s), poule (m., v.; –s); اﻷﺧﻴﺮة َ de
eerste/laatste set; ...
Als bij een Arabisch zelfstandig naamwoord meerdere uitdrukkingen en voorbeelden zijn opgenomen, geldt voor de ordening van deze voorbeelden de volgende vuistregel: eerst komen combinaties van het zelfstandig naamwoord met een bijvoeglijk naamwoord, dan volgen combinaties met een ander zelfstandig naamwoord, dan met een werkwoord, en daarna de langere voorbeelden. Voor andere woordsoorten is een dergelijke systematische ordening niet goed mogelijk gebleken. Sommige voorbeelden zijn om praktische of didactische redenen op meer dan één plaats opgenomen. Voorbeelden voor het gebruik van een werkwoord in combinatie met een lijdend voorwerp of een meewerkend voorwerp zijn geconstrueerd met de woorden ‘iemand’ en
ْ َﺷen َﺷ ْﻲءin het Arabisch). ‘iets’ (ﺨﺺ
Bij bijvoeglijke naamwoorden komt het regelmatig voor dat er twee deelbetekenissen
ِ en zn. Dit houdt in dat het bijvoeglijk naamwoord zijn met de volgende aanduidingen: ﺻﻔﺔ ten eerste bijvoeglijk gebruikt kan worden, maar ook zelfstandig.
ُأ ّﻣ ّﻲbn. 1 [ ] ِﺻﻔﺔongeletterd 2 [zn.] analfabeet (m.; analfabeten), ongeletterde (m./v.; –n)
Terwijl de voorbeelden aan een deelbetekenis zijn gekoppeld, geldt dit niet voor de idiomatische uitdrukkingen. Deze zijn namelijk niet te koppelen aan een der betekenissen van het trefwoord. De idiomatische uitdrukkingen worden voorafgegaan door het teken ◊.
ِ ] rampzalig, َﻏﻤﻮسII bn. 1 [ ] ُﻣ ْﺨﺘ َِﺮقdoordringend 2 [ﺛﻲ ّ ﻛﺎر desastreus ◊ َﻳﻤﻴﻦ ﻏَﻤﻮسmeineed (zn.; m.; –)
27