Nationaal Antennebureau
Nationaal Antennebeleid Vraagbaak voor de uitvoering
Inhoudsopgave
Vo o r w o o r d 1 Inleiding 2 Algemeen
4 5 6
3 Vragen en Antwoorden 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9
8
Convenant 8 We t - e n r e g e l g e v i n g 1 0 Plaatsingsplannen 12 Instemmingsprocedure 14 Vi s u e l e i n p a s b a a r h e i d 1 5 Blootstellingslimieten 16 Te c h n i e k 1 7 C2000 masten 17 Overige 18
4 Resultaten enquête
19
Bijlage 1. Deelnemers informatiebijeenkomsten 22
Vo o r w o o r d
Voor u ligt de ‘Vraagbaak voor de uitvoering’ van het convenant voor de bouwvergunningsvrijheid van antenne-installaties tot vijf meter. Deze vraagbaak is het resultaat van alle vragen en antwoorden die naar voren zijn gekomen op de informatiebijeenkomsten die het Nationaal Antennebureau in september 2002 in de provincies heeft georganiseerd voor de gemeenteambtenaren. De antwoorden, zoals beschreven in deze vraagbaak, zijn geformuleerd naar de huidige inzichten over de werking van het convenant. Wij hopen dat dit boekje een handig middel voor u zal zijn bij uw werkzaamheden. Ook op de site www.antennebureau.nl kunt u allerlei informatie vinden over het convenant en andere aangelegenheden betreffende antennes. Schroom niet het Antennebureau te benaderen met uw vragen en opmerkingen, het is onze taak u van dienst te zijn. Het Nationaal Antennebureau bedankt alle partijen die hebben meegewerkt aan de informatiebijeenkomsten. Zonder de actieve houding van de gemeenteambtenaren hadden wij nooit een dergelijke vraagbaak kunnen samenstellen.
De medewerkers van het Nationaal Antennebureau.
4
Nationaal Antennebureau
1 Inleiding
In de periode van 3 september 2002 t/m 18 september 2002 heeft het Nationaal Antennebureau een achttal informatiebijeenkomsten georganiseerd. Doel van deze bijeenkomsten was gemeenten te informeren over de gewijzigde wet- en regelgeving voor de plaatsing van antenne-installaties voor mobiele telecommunicatie. Het Nationaal Antennebureau heeft de bijeenkomsten georganiseerd in samenwerking met Directoraat Generaal Telecommunicatie en Post (DGTP) van het ministerie van Economische Zaken, het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM), de Informatie en Communicatie Technologie Organisatie (ITO), een agentschap van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Mobiele Netwerkoperators Nederland (MoNet). Gespreksleider bij de bijeenkomsten was de heer Tom Blom. Op 1 januari 2003 treedt een aantal wijzigingen in de bouwregelgeving in werking die ook consequenties heeft voor de plaatsing van antenne-installaties. Vooruitlopend op de wijzigingen per 1 januari 2003 zijn op 15 augustus 2002 antenne-installaties tot 5 meter bouwvergunningsvrij geworden. In een convenant is een aantal voorwaarden afgesproken voor de bouwvergunningsvrijheid van antenne-installaties tot 5 meter. Ook voor antenne-opstelpunten van het C2000-netwerk (het netwerk voor de communicatie van nood- en hulpverleningsdiensten) is vanaf 15 augustus geen bouwvergunning meer nodig. Het convenant is niet van toepassing op het C2000- netwerk.
5
Nationaal Antennebeleid | Vraagbaak voor de uitvoering
2 Algemeen
Per 15 augustus 2002 zi jn antenneinstallaties tot vijf meter opgenomen in een lijst van bouwwerken waarvoor geen vergunning nodig is in de zin van d e Wo n i n g w e t . O o k i s e e n c o n v e n a n t getekend waarin de voorwaarden voor die bouwvergunningsvrijheid zijn geregeld.
De partijen Het ministerie van Verkeer en Waterstaat, het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de vijf operators, te weten Ben Nederland, Dutchtone, KPN Mobile, Vodafone en O2 zijn de ondertekenaars van het convenant. Het ministerie van Economische Zaken heeft de nota Nationaal Antennebeleid tot stand gebracht. Het convenant is een uitwerking van dit Nationaal Antennebeleid dat het Kabinet in december 2000 heeft vastgesteld en wat door de Tweede Kamer is goedgekeurd. Doel van het convenant is snelle en zorgvuldige plaatsing van antenne-installaties voor mobiele telecommunicatie mogelijk te maken. DGTP is per 22 juli 2002 overgeheveld naar het ministerie van Economische Zaken. Het ministerie van VROM is verantwoordelijk voor het landelijke beleid op het gebied van de ruimtelijke ordening en het milieubeheer. Daaruit vloeit voort dat VROM wet- en regelgeving opstelt (zoals de Woningwet en de Wet Milieubeheer), waaraan in beginsel ook het plaatsen van antenne-installaties onderworpen is. De mobiele netwerkoperators hebben een vergunning voor het gebruik van frequentieruimte gekregen. Om een goede dienstverlening te kunnen blijven garanderen, moeten de vijf operators kunnen beschikken over voldoende antennes. De VNG is de vereniging van en voor alle gemeenten. De VNG stelt de belangenbehartiging centraal en verleent in samenhang daarmee diensten. Zij is het platform voor opinievorming en innovatie. Voordat het convenant tot stand is gekomen heeft de VNG overleg gevoerd met de gemeenten. Door middel van een klankbordgroep, waarin diverse gemeenten vertegenwoordigd waren, zijn de wensen van de gemeenten geïnventariseerd. Deze wensen zijn meegenomen in de onderhandelingen bij het totstandkomen van het convenant.
6
Nationaal Antennebureau
De afspraken in het convenant Met de volgende gedragsregels die in het convenant zijn vastgesteld dienen alle partijen rekening te houden.
een ruime veiligheidsmarge doorgevoerd. In het convenant staat dat bij plaatsing van antenne-installaties alle operators in Nederland ervoor zorgen dat de blootstellingslimieten op vrij toegankelijke plaatsen niet worden overschreden.
1 Plaatsingsplan
De operators stellen samen een plaatsingsplan op waarin alle geplande en bestaande antenne-installaties in een gemeente vermeld staan. Op deze manier krijgt de gemeente beter inzicht in het totale aantal antenne-installaties en hun locaties. Als een operator een antenne-installatie op een woongebouw wil plaatsen, moet hij eerst aannemelijk maken dat dit noodzakelijk is. Dit is het geval wanneer er geen andere geschikte locatie is, of wanneer de plaatsing van zo’n antenne-installatie op een woongebouw voorkómt dat de operator op andere gebouwen (of elders in die buurt) meer antenne-installaties moet plaatsen. In het convenant zijn afspraken gemaakt over wat in een plaatsingsplan moet staan en welke procedure de partijen moeten volgen voor de bespreking van het plan. 2 Instemmingsprocedure
Plaatsing van een antenne-installatie op of aan een woongebouw met huurwoningen is niet meer mogelijk wanneer meer dan de helft van de huurders tegen de plaatsing van een antenne-installatie is. In het convenant is daarvoor een procedure afgesproken. Een onafhankelijk administratiebureau coördineert deze instemmingsprocedure en zorgt voor de verspreiding van instemmingsformulieren. Bewoners kunnen op deze formulieren aangeven of ze al dan niet instemmen met de plaatsing van één of meerdere antenne-installaties op hun woongebouw en, zo niet, waarom niet. Het onafhankelijke administratiebureau telt de stemmen. De operator krijgt vervolgens de kans eventuele bezwaren weg te nemen en mag dan een tweede ronde houden om alsnog instemming te krijgen. Per jaar kunnen er per woongebouw maximaal twee instemmingsprocedures –met elk twee instemmingsronden– plaatsvinden. 3 Vi s u e l e i n p a s b a a r h e i d
De wijze waarop een antenne-installatie bouwvergunningsvrij gebouwd mag worden, is in de Woningwet geregeld. Voor bijzondere gevallen is in het convenant vastgesteld dat gemeenten - in aansluiting op het lokale welstandsbeleid - eisen kunnen stellen aan de kleuren van de techniekkast, de bekabeling en de gevelantennes. Op deze manier kunnen gemeenten ervoor zorgen dat operators bij het plaatsen van antenne-installaties voldoende rekening houden met het lokale straat- en landschapsbeeld. In het convenant is afgesproken dat de gemeenten deze eisen kenbaar maken aan de operators en dat de operators zich aan deze eisen houden. 4 Blootstellingslimieten
Mobiele telecommunicatie maakt gebruik van radiofrequente elektromagnetische velden. Uit onderzoek blijkt dat dit geen nadelige gevolgen heeft voor de volksgezondheid wanneer de veiligheidslimieten voor blootstelling aan elektromagnetische velden niet worden overschreden. Deze veiligheidslimieten zijn gebaseerd op informatie uit internationaal wetenschappelijk onderzoek en komen overeen met Europese richtlijnen en het advies van de Nederlandse Gezondheidsraad. Om geen enkel risico te nemen, is in de limieten
7
Nationaal Antennebeleid | Vraagbaak voor de uitvoering
C2000 Ook antenne-installaties voor C2000 zijn sinds 15 augustus 2002 bouwvergunningsvrij. C2000 is het nieuwe digitale netwerk voor de hulpverleningsdiensten in Nederland. Het is ontworpen om de mobiele communicatie van de brandweer, ambulancediensten, politie en Koninklijke Marechaussee maximaal te ondersteunen en te verbeteren. Zeker bij een gezamenlijk optreden, zoals bij een ramp, is goede communicatie van levensbelang. C2000 maakt snelle, beveiligde communicatie op elk moment mogelijk. Het netwerk bestaat uit zo’n 390 opstelpunten met zend- en ontvangstinstallaties, 15 schakelcentrales en een landelijk alarmeringsnetwerk voor personenalarmering. Aan het netwerk worden vervolgens door de afzonderlijke diensten de bijbehorende meldkamersystemen, portofoons, mobilofoons en mobiele dataterminals verbonden. De Informatie en Communicatie Technologie Organisatie (ITO), een agentschap van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, is (onder meer) verantwoordelijk voor het realiseren van het netwerk van C2000 antenne-installaties.
3 Vragen en Antwoorden
3.1 Convenant In dit hoofdstuk vindt u een overzicht van de vragen en antwoorden die tijdens de bijeenkomsten aan bod zijn gekomen. De vragen en antwoorden zijn onderverdeeld in de volgende onderwerpen.
3.1. Convenant 3 . 2 . We t - e n r e g e l g e v i n g 3.3. Plaatsingsplannen 3.4. Instemmingsprocedure 3.5. Visuele inpasbaarheid 3.6. Blootstellingslimieten 3 . 7 . Te c h n i e k 3.8. C2000 3.8. Overige
1 Krijgt het convenant een verankering in de wet?
In artikel 2.2 van het convenant staat dat de rijksoverheid zich inspant om te bevorderen dat het in het convenant geregelde, al dan niet in gewijzigde vorm, wordt vastgelegd in wet- en regelgeving. Hiervoor bestaan momenteel nog geen concrete voorstellen. 2 Is er al een datum bekend wanneer het convenant wordt geëvalueerd?
Het convenant wordt jaarlijks geëvalueerd. De eerste keer 6 maanden na inwerkingtreding van het convenant. 3 De VNG heeft het convenant ondertekend. Zijn de gemeenten nu ook partij bij het convenant?
De gemeenten zijn formeel geen partij bij het convenant. Echter, in artikel 11.3 van het convenant staat dat elke gemeente, als ware zij partij bij het convenant, onherroepelijk gerechtigd is van de operator(s) nakoming te vorderen van de verplichtingen uit de artikelen 3, 4, 10.3 en 11.1 van het convenant. Deze artikelen hebben betrekking op het plaatsingsplan, de visuele inpasbaarheid, de toezegging dat operators geen gebruik zullen maken van een bouwvergunningsvrije antenne-installatie van een derde die zich niet aan de afspraken uit het convenant heeft gehouden, en de boete die de operator kan verbeuren aan een gemeente. Dit kunnen de gemeenten doen zonder tussenkomst van de VNG. Een gemeente heeft dit recht echter niet als deze in gebreke is met de naleving van de procedure die volgens het convenant door de gemeente jegens de operator(s) gevolgd moet worden. De gemeente bindt zich dus als zij de naleving van het convenant eist. 4 Wa t i s h e t g e v o l g a l s e e n g e m e e n t e n i e t m e e w e r k t a a n het convenant?
Omdat de gemeente formeel geen partij is bij het convenant, is zij niet verplicht zich te houden aan de bepalingen uit het convenant. Dit kan echter wel gevolgen hebben voor de verdere procedures, zoals het vaststellen van het plaatsingsplan. Immers, in het convenant is sprake van wederkerigheid. Hoewel de operators als partij bij het convenant in principe gehouden zijn te voldoen aan alle verplichtingen uit het convenant, kan de gemeente in een dergelijk geval op grond van artikel 11.3 van het convenant niet alsnog nakoming van de bepalingen door de operators eisen, indien ook de operators zich vervolgens niet houden aan de bepalingen. Het plaatsingsplan wordt dan zondermeer vastgesteld. 5 De gemeente heeft een samenvatting van het convenant ontvangen. Ontvangt de gemeente het gehele convenant ook?
Het convenant staat op www.antennebureau.nl waar u het kunt downloaden. Tevens kan de Helpdesk van het Nationaal Antennebureau u op aanvraag een exemplaar toesturen. Het telefoonnummer van de Helpdesk is 050-5877 516.
8
Nationaal Antennebureau
6 Wa t z i j n d e v o o r d e l e n v a n h e t c o n v e n a n t v o o r d e gemeente?
Met de bouwvergunningsvrijheid van antenne-installaties tot 5 meter hoeft de gemeente geen bouwvergunningen meer te verlenen. Een voordeel van het convenant is dat de gemeente door middel van het plaatsingsplan nog wel geïnformeerd blijft over waar antenne-installaties staan of komen. Bovendien heeft de gemeente de mogelijkheid om (zij het beperkt) aanvullende voorwaarden te stellen. Deze voorwaarden betreffen de kleurstelling van de antenne-installaties. 7 De gemeente heeft in het verleden reeds een convenant a f g e s l o t e n m e t d e o p e r a t o r s . Wa t b l i j f t e r o v e r v a n h e t eigen convenant van de gemeente?
Dat convenant kan geldig blijven voor antenne-installaties hoger dan 5 meter indien de bij dat convenant betrokken partijen daartoe besluiten. 8 Het convenant spreekt alleen over woongebouwen en niet o v e r f l a t g e b o u w e n . Wa t i s h e t v e r s c h i l ?
Daar zit geen verschil in. Onder een woongebouw wordt in het convenant een gebouw verstaan waarvan tenminste een woning, niet zijnde een dienstwoning, deel uit maakt terzake van welke woning een natuurlijk persoon een huurovereenkomst heeft. 9 Wa t i s d e w e t t e l i j k e s t a t u s v a n h e t c o n v e n a n t ?
Het convenant is een afsprakenpakket (rechten en plichten) tussen de partijen die het hebben ondertekend. De afspraken zijn juridisch bindend tussen de partijen. De nakoming ervan kan worden afgedwongen door de bevoegde rechter te Rotterdam. 10 Is het convenant genotificeerd bij de Europese Commissie?
Ja, de tekst van het convenant is in concept-vorm in maart 2002 aan de Europese Commissie genotificeerd. Na het verstrijken van de drie maanden ‘stand-still’ periode kon het convenant worden ondertekend (dus in juni 2002). Nationale ontwerp-maatregelen (wet- en regelgeving, maar ook convenanten) met producteisen (technische voorschriften) moeten aan de Europese Commissie worden gemeld. Deze notificatieplicht vloeit voort uit de Notificatierichtlijn die voorziet in preventieve controle door de Commissie en andere EU-Lidstaten op nationale regels die handelsbelemmerend kunnen zijn. Het niet volgen van de notificatie-procedure kan leiden tot de niet-toepasselijkheid van de desbetreffende nationale maatregel. Artikel 6 uit het convenant ziet toe op de blootstellingslimieten van antenne-installaties en bevat technische voorschriften zoals bedoeld in de Notificatierichtlijn.
9
Nationaal Antennebeleid | Vraagbaak voor de uitvoering
1 1 K o m t e r o o i t i n d e t o e k o m s t e e n 6 e o p e r a t o r ? Wo r d t d e z e operator dan ook partij bij het convenant?
Het is niet waarschijnlijk, maar wel mogelijk, dat zich in de toekomst een nieuwe operator aandient. In dat geval spant de rijksoverheid zich ervoor in dat de nieuwe operator tot het convenant toetreedt. Nadat de nieuwe operator heeft aangegeven te willen toetreden tot het convenant, vindt toetreding plaats door toezending van deze wens aan de overige partijen (zie ook artikel 12 van het convenant). 12 Indien een operator een antenne-installatie gaat plaatsen, zonder plaatsingsplan, kan dan een boete worden opgelegd?
Indien een operator overgaat tot plaatsing en daarbij een verplichting – al of niet bedoeld – niet is nagekomen, kan op grond van artikel 11 van het convenant een boete worden opgelegd. Als eenmaal de operator alsnog zijn verplichtingen is nagekomen, komt de boete weer te vervallen. In dat kader moet het opleggen van een boete ex artikel 11 gezien worden als een herstelsanctie en niet als een strafsanctie, zoals bij een met het strafrecht opgelegde boete. 1 3 Wa t i s d e h o o g t e v a n e e n b o e t e ?
Indien de gemeente constateert dat een operator zich niet houdt aan een verplichting uit artikel 3 of 4, stelt zij de desbetreffende operator hiervan bij brief met bericht van ontvangst op de hoogte, onder verbeurdverklaring van een boete van M 500 per werkdag, met een maximum van M 25.000. 14 Kan de gemeente niet beter een dwangsom vragen dan een boete opleggen?
De bestuurlijke handhavingsinstrumenten uit de Algemene wet bestuursrecht, zoals bestuursdwang en de last onder dwangsom, kunnen in het kader van dit convenant niet worden ingeroepen, vanwege het ontbreken van een bij of krachtens enig wettelijk voorschrift gestelde verplichting.
3 Vragen en Antwoorden
3 . 2 We t - e n r e g e l g e v i n g 1 Antenne-installaties tot 5 meter zijn bouwvergunningsvrij. In het verleden waren antennes tot 5 meter ook b o u w v e r g u n n i n g s v r i j . Wa t i s e r v e r a n d e r d ?
Voor 15 augustus 2002 waren antennes tot 5 meter op grond van het destijds geldende artikel 43 uit de Woningwet bouwvergunningsvrij. Echter, volgens een uitspraak van de Raad van State uit 2001 vielen antenne-installaties tot 5 meter niet onder het begrip antenne van artikel 43 uit de Woningwet, voorzover ze tevens een mast en een techniekkast omvatten. Sinds 15 augustus 2002 zijn antenne-installaties tot 5 meter bouwvergunningsvrij, wanneer ze bestaan uit antenne(s) en antennedrager, bedrading en apparatuur of techniekkast(en) met bijbehorende bevestigingsconstructie. 2 De operators moeten onderbouwen waarom ze op woongebouwen willen plaatsen. Dit is vaak een technisch verhaal. Kan ik dit verhaal toetsen bij het Nationaal Antennebureau?
Men moet er vanuit gaan dat de operator een plek zoekt daar waar het voor een verantwoorde opbouw van het netwerk noodzakelijk is. Het Nationaal Antennebureau kan uitleggen wat bedoeld wordt met de technische onderbouwing. Het bureau toetst geen frequentieplanning. 3 Is er voor plaatsing op monumenten een bouwvergunning nodig?
Ja, voor het bouwen van antenne-installaties op monumenten als bedoeld in de Monumentenwet 1988 of in een provinciale of gemeentelijke monumentenverordening, is altijd een bouwvergunning nodig. Dit geldt ook voor het plaatsen van een antenne-installatie in een door het Rijk aangewezen beschermd stads- of dorpsgezicht (zie art. 43, lid 2, Woningwet). Voor plaatsing op monumenten is dus ook een bouwvergunning nodig als het hier gaat om antenneinstallaties die in andere gevallen bouwvergunningsvrij zouden zijn. Vanaf 1 januari 2003 is een lichte bouwvergunning vereist voor plaatsing van antennes op monumenten. 4 Is het plaatsen van antenne-installaties tot 5 meter ook bouwvergunningsvrij geworden in gebieden waar een beschermd stads- of dorpsgezicht van toepassing is?
Bij plaatsing van antenne-installaties in een door het Rijk aangewezen beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in de Monumentenwet 1988 is altijd een bouwvergunning nodig. Vanaf 1 januari 2003 geldt hiervoor een lichte bouwvergunning. Plaatsing van antenne-installaties tot 5 meter (en die voor het overige ook voldoen aan de voorwaarden voor bouwvergunningsvrij bouwen) in beschermde stads- of dorpsgezichten is alleen bouwvergunningsvrij wanneer deze beschermde stads- en dorpsgezichten door de gemeente of de provincie zijn aangewezen. 5 Er staat een antenne-installatie op een kerktoren. De techniekkast is niet inpandig of ondergronds of op het dak geplaatst maar staat buiten op de grond. Is hier dan een bouwvergunning voor nodig?
Als de techniekkast niet inpandig, ondergronds of op het dak is geplaatst, dan is een bouwvergunning vereist. (Zie Besluit bouwvergunningsvrije en licht- bouwvergunningplichtige bouwwerken).
10
Nationaal Antennebureau
6 Mag een operator meerdere techniekkasten plaatsen bij één antenne-installatie?
In de toelichting op het Besluit bouwvergunningsvrije en licht bouwvergunningplichtige bouwwerken wordt expliciet vermeld dat het is toegestaan om meerdere antennes (inclusief bevestigingsconstructie) aan één antennedrager te bevestigen. Daarbij kunnen ook meerdere techniekkasten worden geplaatst. Een antenne-installatie kan derhalve bestaan uit een antennemast, ten behoeve van meerdere antenne-installaties en ook meerdere techniekkasten. In de regeling wordt geen relatie gelegd tussen het aantal antennes en het aantal techniekkasten. Er geldt derhalve niet een vereiste dat het aantal techniekkasten niet groter mag zijn dan het aantal antennes. Het is dus mogelijk dat er bij een antenne-installatie, twee of meer techniekkasten worden geplaatst. Hiervoor gelden wel de bepalingen van artikel 4 (visuele inpasbaarheid). 7 Wa n n e e r e e n o p e r a t o r m e e r d e r e t e c h n i e k k a s t e n p l a a t s t voor één antenne-installatie, mag dan de inhoud van het geheel aan kasten niet meer zijn dan 2m3 of geldt deze maatvoering per kast?
Een techniekkast mag niet groter zijn dan 2 m3. Het gaat hierbij om de maatvoering van de afzonderlijk te plaatsen techniekkasten en niet om het totaalvolume van de techniekkasten die onderdeel uitmaken van een antenne-installatie. 8 Bij ons staan oude masten met kasten die groter zijn dan 2m³. Is hiervoor een bouwvergunning nodig?
Een techniekkast bij een bouwvergunningsvrije antenne-installatie mag niet groter zijn 2 m³. Indien de techniekkast wel groter is, dan is een bouwvergunning vereist. 9 We h e b b e n v e e l b e z w a r e n o p b o u w v e r g u n n i n g e n l o p e n . Hoe gaan we hiermee om nu de antenne-installaties tot 5 meter bouwvergunningsvrij zijn geworden?
Alle antenne-installaties t.b.v. mobiele telecommunicatie tot 5 meter die vóór 15 augustus 2002 zijn geplaatst en voldoen aan het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken, zijn met ingang van 15 augustus 2002 bouwvergunningsvrij geworden. Op dat moment is er geen sprake meer van een overtreding en bestaat er dus geen bevoegdheid meer om handhavend op te treden. Zaken die bij de rechter liggen, hebben wel een geldende status en daarbij is de uitspraak van de rechter doorslaggevend. 1 0 Wa a r o m i s e r g e e n o v e r g a n g s r e c h t o m p r o c e d u r e s i n h e t kader van bouwvergunningen voor antenne-installaties af te handelen?
Een bouwvergunningprocedure is voor een aanvrager belastend. Wanneer regelgeving in werking treedt, die de bedoelde belasting beperkt of wegneemt (dus in het voordeel van de aanvrager is), dan is de behoefte aan overgangsrecht doorgaans niet aanwezig. In het voorliggende geval van de antenne-installaties gaat dit onverkort op.
11 Bij een bouwvergunning wordt normaal gesproken een legesnota gezonden. Is het mogelijk om bij het indienen van een plaatsingsplan leges te heffen?
Bij het verlenen van een bouwvergunning kan de gemeente leges heffen. In geval van een bouwvergunningsvrije antenne-installatie en een plaatsingsplan is dit niet mogelijk. Het plaatsingsplan is gebaseerd op het convenant en niet op een wet. Daarom is er geen basis voor het heffen van leges. 12 Is planschade van toepassing bij bouwvergunningsvrije antenne-installaties? Hoe is dit geregeld in het convenant?
Bij bouwvergunningsvrije bouwwerken is er nooit sprake van recht op planschade. Dit is dus ook niet geregeld in het convenant. 1 3 We m o g e n n u g e e n p l a n s c h a d e m e e r v e r h a l e n . H o e g a a t u dit oplossen?
Planschade kan slechts voortvloeien uit de vaststelling of wijziging van een bestemmingsplan, dan wel een vrijstelling of ontheffing van de bepalingen in een bestemmingsplan. Als er vergunningsvrij gebouwd mag worden zal dat dus niet aan de orde zijn. Als iemand schade heeft van het plaatsen van een bouwvergunningsvrije antenne, dan kan hij in een civiele procedure de eigenaar aansprakelijk stellen uit onrechtmatige daad. 14 Moet de gemeente het bestemmingsplan aanpassen als ze een bouwvergunning verleent?
Allereerst moet bezien worden of de aanvraag voor een bouwvergunning past in het vigerende bestemmingsplan. Zo ja, dan kan en moet de bouwvergunning verleend worden. De praktijk leert dat dit meestal niet het geval is. In een dergelijk geval zal de gemeente er toe kunnen overgaan het bestemmingsplan te wijzigen of een vrijstelling of ontheffing van de bepalingen te verlenen, om aldus de weg vrij te maken voor het verlenen van een bouwvergunning. Dit is een bestuurlijke afweging. 15 Hoe zit het als de antenne-installatie strijdig is met de gebruiksvoorschriften uit het bestemmingsplan?
Artikel 20 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bepaalt dat de voorschriften van het bestemmingsplan buiten toepassing blijven voor zover deze betrekking hebben op het gebruik van bouwwerken en standplaatsen die voldoen aan de voorschriften die zijn gegeven bij de AMvB, bedoeld in artikel 43, eerste lid, onderdeel c, van de Woningwet. Dit geldt bijvoorbeeld voor het gebruik van een GSM antenne-installatie in de daarbij behorende functie, te weten het verzenden en ontvangen van signalen voor mobiele telecommunicatie. De gebruiksvoorschriften van het bestemmingsplan kunnen een zodanig gebruik van een dergelijke antenne-installatie niet in de weg staan wanneer die antenne-installatie conform de voorschriften van dit besluit bouwvergunningsvrij is geplaatst en ook conform het in dit besluit aangegeven gebruiksdoel wordt gebruikt. De gebruiksvoorschriften van het bestemmingsplan spelen echter wel een rol wanneer het gebruik van het bouwvergunningsvrij gebouwde bouwwerk afwijkt van het in onderhavig besluit aangegeven gebruiksdoel. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de
11
Nationaal Antennebeleid | Vraagbaak voor de uitvoering
GSM antenne-installatie uit bovenstaand voorbeeld gebruikt wordt voor een ander doel dan mobiele communicatie, bijvoorbeeld als omroepzender of voor de bevestiging van reclame-uitingen. In dat geval ‘herleven’ de gebruiksvoorschriften uit het bestemmingsplan en kan handhavend worden opgetreden als het gerealiseerd gebruik in strijd is met het bestemmingsplan. Gebruik van een bouwvergunningsvrij gebouwd bouwwerk dat afwijkt van de kenmerkende functie van zo’n bouwwerk is dus wel aan de gebruiksvoorschriften van het bestemmingsplan onderworpen. 1 6 Wa t m o e t d e g e m e e n t e d o e n a l s e e n o p e r a t o r e e n antennemast plaatst met een hoogte van meer dan 5 meter zonder bouwvergunning.
Er is dan sprake van een overtreding van het verbod uit artikel 40 Woningwet, waartegen het college van B en W bestuursdwang kan toepassen. 17 Er zou natuurlijk een woud van antenne-installaties kunnen ontstaan. Komt er dan een andere vergunningsplicht?
Daar ziet de overheid momenteel geen aanleiding toe. Het convenant wordt jaarlijks geëvalueerd; de eerste keer na zes maanden. Mocht uit de evaluatie blijken dat het leidt tot ongewenste situaties dan worden aanpassingen doorgevoerd. 18 Operators hebben licenties gekregen. In hoeverre zijn de gemeenten verplicht mee te werken?
Er is geen verplichting om mee te werken, maar het is een maatschappelijke verantwoordelijkheid van alle betrokken partijen dat een infrastructuur voor mobiele telecommunicatie gerealiseerd wordt. 19 Hebben operators een onteigeningsbevoegdheid voor bijvoorbeeld plaatsing in natuurgebieden?
Onteigeningsbevoegdheid is voorbehouden aan de overheid en is alleen van toepassing als het nadrukkelijk van algemeen belang is. Daarvan kan in dit geval geen sprake zijn. Burgemeester en wethouders kunnen een bouwvergunning geven voor opstelpunten hoger dan 5 meter, mits het bestemmingsplan dat toelaat. De eigenaar van een locatie zal altijd privaatrechtelijk in moeten stemmen met de plaatsing. Als de aanvraag door de grondeigenaar wordt geweigerd, zal overleg moeten plaatsvinden tussen de partijen en/of gekeken moeten worden naar een alternatief voor deze locatie. 20 Mogen zendamateurs bouwvergunningsvrij bouwen?
Antennes voor zendamateurs zijn vanaf 1 januari 2003 bouwvergunningsvrij, mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken: Indien de hoogte van de antenne, met antennedrager, gemeten vanaf de voet of indien deze is bevestigd aan de gevel, gemeten vanaf het punt waarop de antenne, met antennedrager, het dakvlak kruist minder is dan 5 meter. Overigens maken antenne-installaties van zendamateurs geen onderdeel uit van het convenant.
3 Vragen en Antwoorden
3.3 Plaatsingsplannen 1 Hoe komt een plaatsingsplan tot stand?
Als een operator een nieuwe antenne-installatie wil bouwen wordt dit via MoNet (samenwerkingsverband mobiele operators) doorgegeven aan de andere operators. Binnen twintig werkdagen geven de andere operators hun wensen aan voor de betreffende gemeente. Indien alle wensen van de verschillende operators bekend zijn, worden de gegevens door MoNet verzameld en verwerkt in een plaatsingsplan. Het plaatsingsplan wordt vervolgens naar de gemeente gestuurd. Binnen 15 werkdagen kan een gemeente aangeven het plan te willen bespreken. Indien dit het geval is, wordt het plan vervolgens binnen 30 werkdagen besproken tussen gemeente en operators. Mochten de partijen geen overeenstemming bereiken dan zullen zij binnen 10 werkdagen een tweede bespreking houden. Ongeacht de uitkomst van die bespreking wordt het plaatsingsplan als vaststaand beschouwd en wordt dit schriftelijk vastgelegd. Een dag na deze tweede bespreking wordt het plaatsingsplan - al of niet met overeengekomen aanpassingen – dan ook automatisch als vaststaand beschouwd. Indien een gemeente geen belangstelling heeft het plaatsingsplan te bespreken, dan zal het plaatsingsplan na het verstrijken van 15 werkdagen na verzending, dan wel eerder indien een gemeente dit te kennen geeft, als vaststaand worden beschouwd (zie stroomschema op de omslag). 2 Wa t i s d e f u n c t i e v a n e e n p l a a t s i n g s p l a n ?
De gemeenten inzicht en duidelijkheid geven over de te plaatsen (bouwvergunningsvrije en bouwvergunningplichtige) antenne-installaties en reeds geplaatste antenne-installaties in hun gemeente. 3 Zijn er concrete eisen waaraan een plaatsingsplan moet voldoen?
Een plaatsingsplan bevat een voldoende duidelijke kaart van het grondgebied waarop het plaatsingsplan betrekking heeft. Op deze kaart staan alle reeds bestaande vergunningsvrije antenne-installaties (bijvoorbeeld op basis van een eerder plaatsingsplan) aangegeven. Voorts zijn zo veel mogelijk de exacte locaties voor geplande vergunningsvrije antenne-installaties aangegeven. Daarnaast bevat het plaatsingsplan, omwille van het overzicht, de locaties van reeds bestaande en geplande vergunningplichtige antennes (zie artikel 3.3 van het convenant). 4 Is er bij de bespreking van het plaatsingsplan ook een vóóroverleg mogelijk?
Het is niet de bedoeling dat er nog een vooroverleg plaatsvindt. Als er bij de eerste bespreking van het plaatsingsplan geen overeenstemming wordt bereikt, is er nog een tweede mogelijkheid om te overleggen. Gemeenten kunnen de wens tot een vooroverleg uiteraard wel neerleggen bij de operators. 5 Heeft de gemeente invloed op de totstandkoming van een plaatsingsplan?
Het concept plaatsingsplan wordt gemaakt door de mobiele operators (MoNet). Wensen en eisen kan een gemeente tijdens de bespreking van het plan kenbaar maken.
12
Nationaal Antennebureau
6 Wie is er binnen de gemeente gemandateerd om de ontvangst van het plaatsingsplan te bevestigen? Het college van B en W of de Raad?
Dit is afhankelijk van hoe een gemeente de mandatering heeft geregeld. 7 De gemeenten vinden de reactietijd van 15 werkdagen te kort om te reageren op het plaatsingsplan. Is hier iets aan te veranderen?
Nee, dit is opgenomen in artikel 3 van het convenant. In onderling overleg met de operator kan hier eventueel van worden afgeweken. Mocht evenwel de termijn in zijn algemeenheid niet haalbaar blijken, dan kan dit worden meegenomen in de evaluatie van het convenant. 8 Zijn de operators verplicht gezamenlijk een plaatsingsplan in te dienen bij de gemeenten?
Ja, de operators moeten volgens het convenant gezamenlijk een plaatsingsplan indienen. De initiërende operator vraagt aan de andere operators of zij mee willen werken aan een plaatsingsplan voor een bepaalde gemeente. Indien een operator niet kenbaar maakt aan de initiërende operator dat zij wil deelnemen aan de opstelling van het plaatsingsplan, staat vast dat voor de periode dat het plaatsingsplan geldig is er door de betreffende operator(s) geen nieuwe vergunningsvrije antenne-installatie(s) geplaatst word(t)(en) in het door het plaatsingsplan bestreken gebied. Met inachtneming van het bepaalde in art. 3.4.6. van het convenant. 9 Aan wie wordt het plaatsingsplan gecommuniceerd? Is het openbaar?
MoNet communiceert het plaatsingsplan aan de betreffende gemeente. Het plaatsingsplan bevat bedrijfsvertrouwelijke gegevens die als basis dienen voor het gesprek dat plaatsvindt tussen MoNet en de gemeente. Het plaatsingsplan mag niet voor andere doeleinden worden gebruikt. Wanneer de gemeente wordt gevraagd het plaatsingsplan openbaar te maken, geldt de Wet Openbaarheid van Bestuur. 1 0 We l k e g a r a n t i e k a n w o r d e n g e g e v e n d a t h e t plaatsingsplan niet zo maar wordt veranderd?
Indien tijdens de looptijd van het plaatsingsplan wijziging van het geldende plaatsingsplan noodzakelijk is, zendt de operator een aangepast plaatsingsplan aan de betreffende gemeente. Als de wijziging van marginale aard is (minder dan 10% van het totale aantal antenne-installaties dat aangegeven staat in het plaatsingsplan), dan hoeft de operator in dit geval slechts de wijzigingen door te geven. De operators hebben op basis van artikel 3.5 van het convenant een inspanningsverplichting om zo min mogelijk tot tussentijdse wijzigingen over te gaan.
1 1 Wa t t e d o e n m e t e e n o u d p l a a t s i n g s p l a n t e r w i j l e r e e n nieuw plan is ingediend? Moeten wij hieraan meewerken als gemeente?
Indien de operators ten tijde van de inwerkingtreding van dit convenant reeds een gezamenlijk plan met betrekking tot de plaatsing van vergunningsvrije antenne-installaties bij een gemeente hebben ingediend, kunnen de operators en de betreffende gemeente schriftelijk een overgangsperiode van maximaal één jaar overeenkomen waarin dit plan geldt als plaatsingsplan. Voorts kunnen de operators en de gemeente overeenkomen dat het hiervoor genoemde plaatsingsplan gedurende de overgangsperiode als vastgesteld moet worden beschouwd. Indien een overgangsperiode wordt overeengekomen, dragen de operators, indien zij voornemens zijn nieuwe antenne-installaties te plaatsen, tijdig zorg voor een nieuw plaatsingsplan dat uiterlijk ten tijde van het verstrijken van de overgangsperiode wordt vastgesteld. 12 Er zijn gemeenten die zelf een plaatsingsplan hebben g e m a a k t . Wo r d t h i e r r e k e n i n g m e e g e h o u d e n ?
Het zijn de operators die in de zin van het convenant plaatsingsplannen maken. Operators proberen bij het opstellen van het plaatsingsplan zoveel mogelijk rekening te houden met de plannen van die gemeenten. 1 3 I n h e t p l a a t s i n g s p l a n s t a a n zo e k g e b i e d e n i n n a t u u rg e b i e d e n ( b i j v o o r b e e l d d e Ve l u w e ) . Z i j n d e z e l o c a t i e s bouwvergunningsvrij?
Als een vrijstaande mast in een natuurgebied wordt geplaatst, moet de operator altijd een bouwvergunning aanvragen. Deze masten zijn immers altijd hoger dan vijf meter. Het voordeel van zo’n mast is dat meerdere operators er gebruik van kunnen maken (sitesharing). 1 4 Wa t z i j n d e c r i t e r i a v o o r g o e d e r a d i o d e k k i n g v a n e e n antenne-installatie?
In de eerste plaats is er voor een goede bedekking voldoende signaal/veldsterkte nodig, zowel binnen als buiten. In de tweede plaats moet het netwerk over voldoende capaciteit en/of kwaliteit beschikken om alle gesprekken af te kunnen handelen. 1 5 Wa t g e b e u r t e r m e t i l l e g a l e a n t e n n e - o p s t e l p u n t e n n u h e t convenant in werking is getreden?
Alle antenne-installaties die voldoen aan de voorwaarden (o.a minder dan 5 meter) die staan beschreven in het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken, zijn sinds 15 augustus 2002 bouwvergunningsvrij. Het illegale karakter komt daarmee te vervallen. 16 Hoe zit het met sitesharing tussen de operators bij een opstelpunt?
In de Telecommunicatiewet staat dat telecomoperators over en weer verplicht zijn te voldoen aan redelijke verzoeken tot medegebruik van antenne-opstelpunten, mits dit technisch mogelijk is. In het convenant staat bovendien dat operators in het plaatsingsplan zo veel mogelijk voorzien in medegebruik. Sitesharing is niet te verwarren met site courtesy, waarbij meerdere operators antenneinstallaties hebben op bestaande bebouwing.
13
Nationaal Antennebeleid | Vraagbaak voor de uitvoering
17 Wie ziet toe op de naleving van de regels met betrekking tot plaatsing van antenne-installaties?
Bouwvergunningsvrije antenne-installaties moeten worden gebouwd volgens de regels gesteld in het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken. De gemeente ziet toe op de naleving hiervan. Tijdens de bespreking van het plaatsingsplan kan er overeenstemming worden bereikt over de gewenste locaties en aanvullende eisen. De gemeente ziet eveneens toe op de naleving van de gemaakte afspraken met betrekking tot het plaatsingsplan en de visuele inpasbaarheid. 18 Indien de gemeente nog geen welstandsnota heeft, hoe moet de gemeente dan handelen met het plaatsingsplan (en meer specifiek met de visuele inpasbaarheid)?
Voor de welstandsnota geldt met ingang van 1 januari 2003 een overgangstermijn van 18 maanden. Indien de gemeente eisen wil stellen m.b.t. kleurstellingen, moeten deze kenbaar worden gemaakt aan de operator bij de uitnodiging tot een gesprek over het plaatsingsplan. Vanaf 1 juli 2004 kan welstand alleen worden getoetst aan de welstandsnota. Als er dan geen criteria voor visuele inpasbaarheid van antenne-installaties zijn opgenomen, kan er dus geen welstandstoets worden uitgevoerd. 19 Kan een bouwvergunningsaanvraag voor plaatsing van een antenne-installatie worden ingediend zonder dat een plaatsingsplan wordt overlegd?
Het convenant betreft bouwvergunningsvrije antenne-installaties. Voor de bouwvergunningplichtige antenne-installaties is het indienen van een plaatsingsplan geen voorwaarde. Als een operator een bouwvergunningplichtige antenne wil bouwen, kan zij dus te allen tijde een aanvraag voor een bouwvergunning indienen bij de gemeente. 20 Geldt een plaatsingsplan ook voor tijdelijke antenneopstelpunten?
Nee, een tijdelijk antenne-opstelpunt is meestal hoger dan 5 meter en dus bouwvergunningplichtig. Een plaatsingsplan is vereist wanneer een operator een vergunningsvrije antenne wil plaatsen. Voor een tijdelijke mast kan een operator dus gewoon een tijdelijke vergunning aanvragen ook al ligt er geen plaatsingsplan. Een tijdelijke mast valt buiten het plaatsingsplan. Indien het tijdelijk opstelpunt niet hoger is dan vijf meter en het om een jaarlijks terugkerende behoefte aan capaciteit gaat (bijv. een jaarlijks evenement waar veel gebeld wordt), ligt het voor de hand een dergelijk opstelpunt in het plaatsingsplan mee te nemen. 2 1 Wo r d e n d e b o u w v e r g u n n i n g p l i c h t i g e a n t e n n e - i n s t a l l a t i e s ook in het plaatsingsplan vermeld?
Ja, voor het overzicht worden alle antennes in het plan opgenomen. Zowel de gerealiseerde als de geplande antenne-installaties. Per antenne-installatie wordt aangegeven of er (volgens de operators) wel of geen bouwvergunning vereist is.
3 Vragen en Antwoorden
3.4 Instemmingsprocedure 2 2 Wa t b e t e k e n t h e t z o e k g e b i e d o p h e t p l a a t s i n g s p l a n ?
Het zoekgebied geeft aan dat de betreffende operator binnen een bepaald gebied op zoek is naar een geschikte locatie. Dit kan zowel een daklocatie als een mast zijn. Als meerdere operators hetzelfde zoekgebied hebben, kan sitesharing een goede optie zijn, als er tenminste uiteindelijk gekozen wordt voor een vrijstaande mast. 23 Ook alle (licht) bouwvergunningplichtige antenneinstallaties maken deel uit van het plaatsingsplan. Hoe weet men dat de hoogte van de antenne-installatie correct is?
Bij het indienen van het plaatsingsplan is het de verantwoordelijkheid van de operators correcte informatie te verstrekken. Voor de bouwvergunningplichtige antenne-installaties dient de operator bouwtekeningen te overleggen waarop de hoogte vermeld staat. Uiteraard kan de gemeente handhavend optreden als blijkt dat de geplaatste antenne-installatie niet aan de voorwaarden voor bouwvergunningsvrij bouwen voldoet. 24 Is het mogelijk om een grotere schaalverdeling van het plaatsingsplan te krijgen of eventueel een digitale versie?
Op dit moment is dat niet mogelijk. MoNet onderzoekt wat hiervoor de mogelijkheden zijn. 25 In sommige gemeenten wordt een verzoek ingediend voor de plaatsing van een mast in het buitengebied. Kan de gemeente een goede onderbouwing krijgen? Een onderbouwing maakt namelijk geen deel uit van het plaatsingsplan.
Ja, iedere mobiele operator kan voor een goede onderbouwing zorgen waar het vergunningplichtige antenne-installaties betreft. De onderbouwing maakt veelal deel uit van de vergunningsaanvraag. Opgemerkt zij dat er nooit ‘zomaar’ een mast wordt geplaatst omdat de kosten daarvan erg hoog zijn. Dit soort locaties zijn vaak geschikt voor sitesharing. In het geval dat er een ruimtelijke onderbouwing in de zin van artikel 19 lid 1 bedoeld wordt, moet deze door de gemeente geleverd worden. 26 Staat in een plaatsingsplan ook het verzorgingsgebied van de antenne-installaties?
Nee, het plaatsingsplan geeft alleen aan wat de locaties zijn. Er wordt geen inzicht gegeven in de radiodekking. 27 Hoe dient de gemeente om te gaan met reeds ingediende bouwaanvragen voor antenne-installaties die nu bouwvergunningsvrij zijn?
De aanvraag moet teruggestuurd worden met de vermelding dat er geen vergunning meer nodig is. Er moet wel een plaatsingsplan overhandigd worden voordat er gebouwd gaat worden, tenzij in onderling overleg anders wordt overeengekomen.
14
Nationaal Antennebureau
1 Hebben omwonenden ook inspraak bij een instemmingsprocedure?
Nee, alleen bewoners in de zin van het convenant van het desbetreffende woongebouw hebben instemmingsrecht. 2 Hoe gaat de instemmingsprocedure in zijn werk?
De instemmingsprocedure is beschreven in artikel 5 van het convenant. Een operator die plaatsing van een antenne op een woongebouw overweegt, dient daartoe eerst toestemming aan de eigenaar te vragen. Daarna schrijft de initiërende operator andere operators aan met betrekking tot deelname aan de instemmingsronde. Binnen 20 werkdagen kunnen operators aangeven of ze willen deelnemen aan deze procedure. De operators schakelen een onafhankelijk gecertificeerd administratiebureau in (de zo genaamde teller). De teller verzendt één instemmingsaanvraag per huisadres. De aanvraag bevat onder meer een antwoordformulier (zie bijlage 4 van het convenant). Bewoners retourneren het antwoordformulier binnen 20 werkdagen na dagtekening van het formulier. De teller telt de teruggestuurde antwoordformulieren op de eerste werkdag na de uiterste inleverdatum. De teller maakt vervolgens de uitkomst bekend aan de bewoners binnen 10 werkdagen na de telling. Indien er instemming is bereikt, mag de antenne-installatie geplaatst worden. Mocht dit niet het geval zijn dan kan 30 werkdagen na de datum van bekendmaking van de uitkomst een tweede instemmingsronde gehouden worden. Is wederom geen instemming bereikt dan gaat plaatsing van de antenne-installatie niet door. Per kalenderjaar kan niet meer dan tweemaal een instemmingsprocedure worden gehouden voor hetzelfde woongebouw, behoudens bijzondere omstandigheden (zie het stroomschema op de omslag). 3 Wa t g e b e u r t e r a l s b i j e e n i n s t e m m i n g s p r o c e d u r e v a n d e 100 bewoners er maar 50 aanwezig zijn?
Instemming wordt schriftelijk gegeven, dus is er geen sprake van aanwezigheid. De plaatsing van een antenne-installatie gaat niet door als uit de instemmingsprocedure blijkt dat 50% + 1 van de bewoners tegen plaatsing van de antenne-installatie zijn. Dit is onafhankelijk van het aantal reagerende bewoners. De 50% + 1 regel geldt voor de huisadressen en niet voor de aanwezige bewoners. Overigens hebben bewoners 20 werkdagen om te reageren. 4 Bij plaatsing van een antenne-installatie op een kantoorgebouw wordt er geen instemmingsprocedure g e h o u d e n . Wa a r o m n i e t ?
Bij het vaststellen van het convenant is besloten om redenen van maatschappelijke acceptatie en betrokkenheid slechts een instemmingprocedure te houden voor gebouwen waarin in principe 24 uur per dag wordt geleefd. Kantoorgebouwen vallen hier niet onder. 5 Wo r d t b i j p l a a t s i n g v a n e e n a n t e n n e - i n s t a l l a t i e o p e e n verzorgingstehuis ook een instemmingsronde gehouden?
Alleen wanneer bewoners van een verzorgingstehuis een individuele, op naam gestelde, huurovereenkomst hebben, wordt een verzorgingstehuis aangemerkt als zijnde een woongebouw, waar een instemmingsprocedure moet worden gehouden. In veel gevallen hebben de bewoners van een verzorgingstehuis niet een huurovereenkomst sec gesloten, maar is sprake van een allesomvat-
3.5 Visuele inpasbaarheid tende overeenkomst tot verzorging van de desbetreffende persoon, waarvan de bewoning van het verzorgingstehuis slechts een onderdeel uitmaakt. Er zal waarschijnlijk in dergelijke gevallen ook niet een aparte huurprijs zijn afgesproken. 6 Krijgen de mensen die meedoen aan een instemmingsronde ook een financiële vergoeding?
Nee, hiervoor krijgen zij geen vergoeding. 7 Hebben eigenaren van een woongebouw ook inspraak?
Eigenaren van een gebouw moeten altijd uitdrukkelijk toestemming geven voor het plaatsen van een antenne-installatie. Zij zijn immers eigenaar van het pand. In het geval dat een eigenaar van een woongebouw niet toestaat dat er voor zijn gebouw met huurders (bewoners) een instemmingsprocedure wordt gehouden, zal de operator moeten afzien van toekomstige plaatsing, ook al was er wel overeenstemming met de eigenaar over plaatsing. 8 Is er een instemmingsprocedure nodig bij een vereniging van eigenaren?
Nee. Een vereniging van eigenaren is eigenaar van het gebouw waar de antenne-installatie op moet komen. Zij moet dus altijd uitdrukkelijk toestemming geven voor het plaatsen van een antenne-installatie. Hoe die procedure is geregeld, is afhankelijk van de statuten en/of het huishoudelijk reglement van de vereniging van eigenaren. Er is dus geen verplichting zoals bedoeld in het convenant.
1 D e g e m e e n t e i s v a n m e n i n g d a t s i l o ’s e n w i n d t u r b i n e s landschapsvervuiling veroorzaken. Deze bouwwerken vormen echter vaak opstelpunten voor antenneinstallaties. Zijn de operators bereid om mee te werken aan het verwijderen van deze opstelpunten?
Het is hier vaak niet een kwestie van niet willen meewerken. Indien de boer zijn silo laat afbreken, zal de operator op zoek moeten gaan naar een andere locatie. Dan is het probleem opgelost. De praktijk is echter vaak anders. De boer ontvangt een vergoeding voor de antenne-installatie op de silo en zal aan de sloop derhalve niet zo snel meewerken. 2 Wa a r o m z o r g e n d e o p e r a t o r s e r n i e t v o o r d a t d e a n t e n n e installaties mooier worden? Bijvoorbeeld door een vormgever in te schakelen of andere modellen masten te maken?
In het convenant en in het Besluit bouwvergunningsvrije- en licht-bouwvergunningplichtinge bouwwerken is aandacht voor visuele inpasbaarheid. Soms zijn er locaties die om aanvullende maatregelen vragen. Antenne-installaties worden dan ‘verstopt’ of gecamoufleerd; dat is echter zeer kostbaar en gebeurt alleen bij uitzondering. Gemeenten kunnen in de welstandsnota andere voorwaarden laten opnemen over de kleur. Grote masten in een buitengebied proberen operators zo veel mogelijk weg te laten vallen in de omgeving. 3 Is de plaatsing van antenne-installaties op windmolens bouwvergunningsvrij?
Dit is bouwvergunningsvrij, mits voldaan wordt aan de volgende punten: a) de hoogte van de antenne-installatie, met antennedrager, gemeten vanaf de voet is minder dan 5 meter. b) de antenne-installatie is geplaatst op een hoogte van meer dan 3 meter, gemeten vanaf het bij het bouwwerk aansluitende terrein. c) de techniekkast is inpandig of ondergronds geplaatst, dan wel op de grond geplaatst en kleiner dan 2m3 . 4 In onze gemeente staat een antenne-installatie op een k e r k t o r e n . D e o m g e v i n g h e e f t b e z w a a r. K u n n e n w e h i e r nog iets aan doen?
Mits de antenne-installatie voldoet aan de eisen uit het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken, kunt u hier niets meer aan veranderen. Alleen als de antenne-installatie niet aan alle voorwaarden voor bouwvergunningsvrij bouwen voldoet, kan handhavend worden opgetreden. Bij het plaatsen van de antenne-installatie heeft het kerkbestuur hier waarschijnlijk toestemming voor gegeven.
15
Nationaal Antennebeleid | Vraagbaak voor de uitvoering
3 Vragen en Antwoorden
3.6 Blootstellingslimieten 1 Wa a r o m z i j n b e w o n e r s t e g e n a n t e n n e - i n s t a l l a t i e s o p h u n dak en waarom zijn ze zo ongerust?
De ongerustheid wordt vaak veroorzaakt door te weinig kennis van de effecten van een antenne-installatie. Het Nationaal Antennebureau is een onafhankelijk bureau van de overheid (Agentschap Telecom) dat tracht door middel van voorlichting kennis over antenne-installaties te vergroten en zo de ongerustheid bij bewoners weg te nemen. 2 Wie controleert of de blootstellingslimieten niet worden overschreden?
Het Antennebureau gaat samen met de afdeling Handhaving van het Agentschap Telecom steekproefsgewijs metingen uitvoeren om de blootstelling te meten. Dit zal in de loop van 2003 gedaan worden op circa 50 willekeurig gekozen locaties. De resultaten hiervan worden meegenomen bij de evaluatie van het convenant. 3 Hoe zit het met de blootstellingslimieten bij het plaatsen van een mast?
Mobiele telecommunicatie maakt gebruik van radiofrequente elektromagnetische velden. Uit onderzoek blijkt dat dit geen nadelige gevolgen heeft voor de volksgezondheid wanneer de veiligheidslimieten voor blootstelling aan elektromagnetische velden niet worden overschreden. In het convenant staat dat bij plaatsing van antenne-installaties alle operators in Nederland ervoor zorgen dat de blootstellingslimieten op vrij toegankelijke plaatsen niet worden overschreden. Om zeker te stellen dat in woningen de limieten niet worden overschreden, zorgen alle operators ervoor dat ook ter hoogte van de dakbedekking en aan de buitenkant van de gevels, voor zover zich daar direct aansluitend een woning bevindt, de blootstellingslimieten niet worden overschreden. 4 Wo r d t e r n o g o n d e r z o e k g e d a a n n a a r d e e f f e c t e n v a n antenne-installaties op de gezondheid? Hoe zit het met de lange termijn effecten?
Er wordt voortdurend onderzoek gedaan naar dit onderwerp. De Gezondheidsraad volgt de internationale ontwikkelingen en rapporteert jaarlijks aan de overheid. Een voorbeeld van onderzoek is het EMF project van de Wereld Gezondheids Organisatie, te vinden op http://www.who.int/pehemf/en/. 5 Wa a r k u n n e n b u r g e r s t e r e c h t a l s z e z i c h z o r g e n m a k e n over de effecten van antenne-installaties op hun gezondheid?
Burgers kunnen met hun vragen en klachten terecht bij het Nationaal Antennebureau. Het Antennebureau probeert door middel van voorlichting deze zorg weg te nemen. In het convenant is geregeld dat bewoners van ‘woongebouwen’ geïnformeerd worden en instemmingsrecht hebben.
16
Nationaal Antennebureau
6 Hoe moeten bezwaren ten aanzien van blootstellinglimieten afgehandeld worden?
Bezwaren tegen het verlenen van een bouwvergunning op grond van gezondheid zijn ongegrond. Ten aanzien van vergunningsvrije antenne-installaties kunnen er geen bezwaren gemaakt worden; bij een woongebouw hebben de bewoners (huurders) echter wel het instrument van ‘instemming’. 7 Wa a r o m w o r d t e r g e e n l a n d e l i j k e c a m p a g n e g e v o e r d o m mensen te laten weten dat antenne-installaties niet schadelijk zijn?
Vorig jaar is onderzocht of burgers belangstelling hebben voor informatie over antennes. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat informatie over antenne-installaties alleen gewenst is bij personen die direct met een antenne-installatie te maken krijgen. Het Antennebureau heeft wel folders voor burgers over antennes en gezondheid. Medio 2003 volgt een Europese voorlichtingscampagne inzake antenne-installaties en gezondheid.
3 . 7 Te c h n i e k 1 Wa n n e e r i s e r s p r a k e v a n s i t e s h a r i n g e n h o e v e e l operators kunnen er bij sitesharing samengaan?
Er is sprake van sitesharing als meerdere operators gebruik maken van dezelfde mast. Hoeveel antenne-installaties van verschillende operators geplaatst worden, is afhankelijk van de plaatselijke situatie. Denk hierbij aan radioplanning, hoogte en sterkte van de mast. 2 Zijn in de toekomst nog veel nieuwe masten nodig?
Er communiceren inmiddels 12 miljoen Nederlanders per mobiele telefoon. Om aan de groeiende capaciteitsvraag te blijven voldoen, worden er per jaar enkele honderden locaties bijgebouwd. Voor UMTS zijn nieuwe antennes nodig, maar deze worden in de beginfase vooral bijgeplaatst op bestaande antennelocaties. Voorts zal het aantal opstelpunten kunnen worden beperkt, omdat de operators zoveel mogelijk gebruik maken van elkaars opstelpunten.
3.8 C2000 masten 1 Is een bouwvergunning nodig voor een C2000 mast?
Nee, masten voor C2000 zijn bouwvergunningsvrij. Er is wel overleg mogelijk tussen de gemeente en de Informatie en Communicatie Technologie Organisatie (ITO), een agentschap van het ministerie van BZK, over de mast. 2 Hoeveel masten voor C2000 dienen er te komen in Nederland?
Er worden ongeveer 390 opstelpunten gerealiseerd, doch niet elk opstelpunt bestaat uit een nieuwe mast. Er wordt ook gebruik gemaakt van daklocaties en bestaande masten. Er komen in totaal ongeveer 320 nieuwe masten bij. 3 Wa n n e e r d i e n t h e t C 2 0 0 0 n e t w e r k u i t g e r o l d t e z i j n ?
Voor 1 januari 2004 dient het hele netwerk uitgerold te zijn, d.w.z. gebouwd en in werking.
3 Wo r d t h e t h u i d i g e G S M - n e t w e r k v e r v a n g e n d o o r U M T S ?
Nee, het GSM-netwerk is vooral ingericht voor spraak. Het UMTS netwerk is vooral geschikt voor datacommunicatie (bijvoorbeeld Internet en E-mail). Beide systemen vullen elkaar aan. 4 Wa t i s h e t v e r s c h i l t u s s e n t i j d e l i j k e e n p e r m a n e n t e opstelpunten?
Een tijdelijk opstelpunt wordt geplaatst bij evenementen of tijdens een seizoen of anticiperend op een permanente opstelling en zal dus weer verwijderd worden. Een permanent opstelpunt wordt niet meer verwijderd. 5 Wa a r o m w o r d e n n e t w e r k e n n i e t ‘ g e s h a r e d ’ ?
Operators moeten van overheidswege een concurrerend netwerk bouwen. Afhankelijk van de gebruikte techniek, benodigde capaciteit en dekkingseis bouwt iedere operator eigen antennelocaties. Met betrekking tot UMTS heeft de overheid toegestaan dat twee partijen gezamenlijk één netwerk bouwen. 6 Zijn kleine antennedragers (tot 5meter) ook geschikt voor sitesharing?
De ruimte op deze kleine antennedragers (masten) is beperkt. In sommige gevallen kunnen antennes bijgeplaatst worden van medegebruikers of ter uitbreiding van het eigen netwerk. 7 Hoe groot zijn UMTS-antenne-installaties?
Over het algemeen zien UMTS opstelpunten er hetzelfde uit als GSM-opstelpunten. De antennes variëren tussen de 0,6 en 1,9 meter waarvan de meest voorkomende 1,3 meter zullen zijn. De antennes worden net als bij andere toepassingen in een draagbuis of mast gehangen.
4 Wa a r o m z i j n d e C 2 0 0 0 m a s t e n z o h o o g ?
Om te zorgen dat hulpverleners onderling goed kunnen communiceren, is een bepaalde techniek nodig, de TETRA-standaard. Voor deze techniek zijn antenne-installaties nodig met een hoogte van 45 meter tot 53 meter. 5 Is sitesharing toegestaan op C2000-masten?
Op dit moment is er één medegebruiker toegestaan. Na een bepaalde periode vindt er een evaluatie plaats waaruit zal blijken of er meerdere medegebruikers zullen worden toegelaten. 6 Z i e n a l l e C 2 0 0 0 m a s t e n e r h e t z e l f d e u i t ? Wo r d e n e r aanpassingen gedaan om de mast beter weg te werken in het landschap?
Er wordt gebruik gemaakt van standaard vakwerkmasten voor alle locaties. Deze constructie is nodig om de veiligheid van het systeem te waarborgen. Er worden geen aanpassingen gedaan met betrekking tot visuele inpasbaarheid (vakwerkmasten zijn transparant en behoren daarom tot de minst opvallende). 7 Zijn er negatieve effecten bij C2000 antenne-installaties? Bijvoorbeeld EMC problemen in het gebied rondom de mast?
Om de effecten van C2000 na te gaan heeft TNO in opdracht van ITO de optredende elektromagnetische velden in de omgeving van basisstations berekend. De resultaten van deze berekeningen zijn vergeleken met de blootstellingslimieten zoals die door de Gezondheidsraad zijn aanbevolen voor de bevolking. Gebleken is dat de blootstellingslimieten op vrij toegankelijke plaatsen niet worden overschreden. Storing op andere apparatuur of EMC problemen zijn uitgesloten. Er is hierover een meetrapport van TNO beschikbaar. 8 Komt er voor C2000 ook een plaatsingsplan?
Nee, de betreffende gemeente ontvangt bericht over plaatsing van een C2000 mast. De meeste gemeenten die een C2000 mast kunnen verwachten hebben al bericht gehad.
17
Nationaal Antennebeleid | Vraagbaak voor de uitvoering
3.9 Overige 9 Wo r d e n C 2 0 0 0 a n t e n n e s o o k o p w o o n g e b o u w e n g e p l a a t s t ?
De techniek van C2000 vereist een antennehoogte van ongeveer 53 meter. Voor een goede verdeling van de antenne-installaties met deze hoogte, zijn masten nodig. In enkele gevallen wordt er gebruik gemaakt van hoge (kantoor)gebouwen in stedelijk gebied. 1 0 Vo o r C 2 0 0 0 w o r d e n n i e u w e m a s t e n g e p l a a t s t . Wa t gebeurt er met eventueel reeds aanwezige masten die gebruikt worden voor het huidige systeem?
Er worden nieuwe masten geplaatst voor het C2000 netwerk. Oudere masten voldoen niet aan de eisen die aan de constructie worden gesteld. Als in de toekomst een deel van de oudere masten niet meer nodig is, zal er een andere bestemming aan worden gegeven of worden ze verwijderd. 1 1 Wo r d t b i j C 2 0 0 0 r e k e n i n g g e h o u d e n m e t E u r o p e s e r e g e l g e v i n g , z o a l s d e Vo g e l - e n H a b i t a t r i c h t l i j n ?
Ja, er wordt altijd rekening gehouden met Europese regelgeving. 1 2 Wa a r o m z i j n C 2 0 0 0 m a s t e n b o u w v e r g u n n i n g s v r i j ? E n hebben gemeenten hierover nog wat te zeggen?
Zonder bouwvergunning is het mogelijk om sneller een betrouwbaar communicatiesysteem voor hulpdiensten op te leveren. De verantwoordelijkheid voor het besluit om een mast te bouwen ligt bij de directeur van ITO. Hij streeft er naar om met alle betrokkenen een goede relatie te onderhouden, maar is tevens verantwoordelijk voor de tijdige realisatie van het netwerk. Gemeenten worden wel door ITO op voorhand geïnformeerd over de plaatsing van de C2000 masten.
1 Wa t d o e t d e o v e r h e i d a a n v o o r l i c h t i n g r i c h t i n g b u r g e r s ? Wa t i s d e r o l v a n d e g e m e e n t e h i e r i n ?
Het Nationaal Antennebureau is het centrale informatieloket van de overheid. Onlangs heeft het Nationaal Antennebureau een brochure ontwikkeld waarin de spelregels van het Nationaal Antennebeleid staan uitgelegd. Deze brochure kan de burger op diverse manieren verkrijgen. De brochure is bijvoorbeeld onderdeel van het informatiepakket voor de instemmingsronde in woongebouwen. Voor overige vragen kan de gemeente de burger doorverwijzen naar het Nationaal Antennebureau. 2 We l k e v e r g o e d i n g k u n n e n e i g e n a r e n v a n e e n a n t e n n e opstelpunt vragen aan de operator? Zijn daarover afspraken gemaakt?
De operator en de eigenaar van de locatie bepalen samen de vergoeding die wordt betaald voor een antenne-opstelpunt op die locatie. Voor plaatsing op een rijkseigendom zijn de standaardvoorwaarden en tarieven van Domeinen van toepassing. 3 De Nederlandsche Spoorwegen leggen op dit moment een eigen net aan. Wie kunnen we daarop aanspreken?
Rail Infra Beheer van de NS is hiervoor het aanspreekpunt. Op dit moment zijn er meerdere potentiële opstelpunten beschikbaar, zoals op omroepinstallaties, masten van defensie en ook op masten van bedrijven zoals de NS. In het Nationaal Antennebeleid staat vermeld dat de overheid ernaar streeft maximaal gebruik te laten maken van bestaande opstelpunten. 4 Krijgen de gemeenten nog een nieuwsbrief van de VNG?
De VNG zal een ledenbrief aan de gemeenten sturen met informatie over het gemeentelijk antennebeleid voor antennes hoger dan 5 meter. 5 Heeft u een concept beleidsnotitie?
Nee, er is geen concept beleidsnotitie. U kunt advies vragen aan het Nationaal Antennebureau.
18
Nationaal Antennebureau
4 Resultaten enquête
Naar aanleiding van de provinciale informatiebijeenkomsten is een enquête samengesteld. Deze enquête is verzonden aan de 382 deelnemers van de 148 aanwezige gemeenten. Er hebben 128 gemeenten aan de enquête meegewerkt en in totaal 132 personen. Va n d e b i j e e n k o m s t i n D e n H a a g h e b b e n 1 4 p e r s o n e n d e e n q u ê t e i n g e v u l d . Va n d e bijeenkomst in Groningen 14, Zwolle 14, Haarlem 21, Middelburg 10, Arnhem 26, Den Bosch voor de middag 19 en Den Bosch na de middag 13. Hier volgt een uiteenzetting van de resultaten van de enquête. De resultaten worden per vraag beschreven.
‘Had u voor de bijeenkomst al kennis genomen van de bouwvergunningsvrijheid van antenne-installaties?’
Uit de ingevulde enquête blijkt dat 121 (91,6%) personen al kennis hebben genomen van de bouwvergunningsvrijheid van antenneinstallaties tot 5 meter en C2000 masten, 9 (6,8%) nog niet en 2 (1,5%) personen hebben geen mening. De vraag op welke manier kennis is genomen van de bouwvergunningsvrijheid van antenne-installaties en door welke instantie, is beantwoord door 116 personen. Informatie is verkregen door 40 personen via het Nationaal Antennebureau, 28 personen via de VNG, 25 personen via VROM, 13 personen via Internet en 10 via diverse kanalen.
‘Ik vond de inhoud van de informatiemap bruikbaar’
De inhoud van de informatiemap is door 122 (92,4%) personen bruikbaar gevonden, 8 (6%) personen vonden de map niet bruikbaar en 2 (1,5%) personen hebben geen mening. De toelichting over de bruikbaarheid van de map is door 15 personen ingevuld. Hiervan zeggen 6 personen dat de informatie goed en informatief was, 5 personen zeggen dat de map weinig nieuws bevatte, 2 personen vonden de map te algemeen en 3 vonden het niet voldoende.
‘Ik kan nu omgaan met het plaatsingsplan’
Uit de enquête blijkt dat nu 73 (55,3%) personen kunnen omgaan met het plaatsingsplan, 32 (24,2%) nog niet en 27 (20,4%) hebben geen mening hierover. De toelichting op het plaatsingsplan is door 67 personen ingevuld. Hierbij merken 42 personen op dat ze de plaatsingsplannen nog niet hebben ontvangen, 10 personen vinden het plaatsingsplan niet duidelijk en hebben uitleg nodig, 5 personen vinden het plaatsingsplan duidelijk, 10 personen hebben het plaatsingsplan ontvangen en zijn niet content met de inhoud.
‘Ik heb voldoende informatie gekregen over de instemmingsprocedure uit het convenant’
Over de instemmingsprocedure hebben 118 (89,3%) personen voldoende informatie gekregen, 12 (9%) niet en 2 (1,5%) hebben geen mening. De toelichting is door 9 personen ingevuld. Hiervan hebben 5 personen aangeven geen vragen te hebben en dat de informatie na is te zoeken, 1 persoon vindt dat het inhoudelijk niet is behandeld, doch dat de instemmingsronde meer een voldongen feit is, 3 personen wensen nadere toelichting en 1 persoon vraagt waarom alleen de noodzaak bij huurwoningen aangetoond dient te worden.
19
Nationaal Antennebeleid | Vraagbaak voor de uitvoering
4 Resultaten enquête
‘Ik weet welke aspecten van visuele inpasbaarheid de gemeente nog moet vaststellen’
De aspecten van visuele inpasbaarheid die de gemeente nog moet vaststellen, zijn bekend bij 73 (55,3%) personen, 57 (43,1%) weten het niet en 2 (1,5%) hebben geen mening. De toelichting is door 21 personen ingevuld. Hiervan is het voor 5 personen duidelijk, 13 personen hebben aangegeven niet duidelijk te vinden wat wel en wat niet kan, 3 personen geven aan dat de visuele inpasbaarheid wordt meegenomen in de welstandsnota.
‘Ik heb voldoende informatie gekregen over de blootstellingslimieten’
Over de blootstellingslimieten hebben 90 (68,1%) personen voldoende informatie gekregen, 41 (31%) onvoldoende en 1 (0,75%) heeft geen mening. De toelichting is door 21 personen ingevuld. Hiervan hebben 12 personen aangegeven bekend te zijn met de blootstellingslimieten, 8 personen geven aan dat de informatie over blootstellingslimieten eventueel bij het Nationaal Antennebureau opgevraagd kan worden, 1 persoon wil de actuele stand van zaken weten.
‘Ik weet hoe het proces rond plaatsing van C2000 masten verloopt’
Over het proces rond plaatsing van C2000 masten zeggen 107 (81%) personen te weten hoe het proces verloopt, 21 (15,9%) personen weten het niet en 4 (3%) personen hebben geen mening. De toelichting is door 17 personen ingevuld. Er zijn geen vragen. De algemene opmerking is dat men in grote lijnen is geïnformeerd en afwachtend is hoe de praktijk uitpakt.
‘Ik weet wat de consequenties van de bouwvergunningsvrijheid zijn voor het gemeentelijk antennebeleid’
Wat de consequenties zijn van de bouwvergunningsvrijheid voor het gemeentelijk antennebeleid weten 26 personen, 6 personen weten dit niet en 100 personen hebben hierover geen mening.
20
Nationaal Antennebureau
Over welke van de onderstaande onderwerpen wenst u nog voorlichting?
• Over het plaatsingsplan wensen nog 34 (26%) personen voorlichting. • Over visuele inpasbaarheid wensen nog 37 (28%) personen voorlichting. • Over C2000 wensen nog 11 (8%) personen voorlichting. • Over instemmingsrecht wensen nog 15 (11%) personen voorlichting. • Over blootstellingslimieten wensen nog 24 (18%) personen voorlichting. • Over gemeentelijk antennebeleid wensen nog 32 (24%) personen voorlichting. ‘Ik kreeg tijdens de bijeenkomst gelegenheid om vragen te stellen’
Wat betreft het stellen van vragen vinden 127 (96,2%) personen dat ze voldoende gelegenheid daartoe hebben gekregen, 1 (0,75%) persoon niet, en 4 (3%) personen hebben geen mening. Bij de toelichting omtrent de vragen worden de volgende opmerkingen geplaatst: • Er bestaat geen duidelijkheid omtrent sancties. • Gemeente heeft nog weinig in te brengen qua beleid. • De afspraken omtrent visuele inpasbaarheid zijn niet duidelijk. • De speelruimte van de gemeente is niet helder. • De boeteclausule en handhaving bij conflictsituaties zijn niet duidelijk. • Ik heb meer behoefte aan detail informatie.
‘Mijn vragen zijn naar tevredenheid beantwoord’
102 (77,2%) Personen zeggen dat de antwoorden naar tevredenheid zijn beantwoord, 11 (8,3%) personen vinden van niet en 19 (14,3%) personen hebben geen mening. Van de toelichting hebben 9 personen gebruik gemaakt. De volgende opmerkingen zijn geplaatst: • Het antwoord was mijns inziens niet voldoende. De vraag is teruggekoppeld aan het Ministerie. • Er was te weinig aandacht voor het bestemmingsplan. • Ik kan mij niet altijd vinden in de gegeven antwoorden. (Deze reactie is 3 x gegeven.) • Op mijn schriftelijk ingediende vraag over art.19 WRO is niet ingegaan. • Niet duidelijk is het verhaal omtrent planschade art. 49 WRO. • In een groep blijkt het niet mogelijk om vergaande inhoudelijke beantwoording van de vragen te geven. • De bijeenkomst is te zeer gericht naar de providers en er is te weinig rekening gehouden met de gemeentelijke belangen. • Op vragen werden duidelijke en heldere antwoorden gegeven waar we echt iets mee kunnen.
‘Hoe waardeert u -op een schaal van 1 tot 10- de methodiek van presenteren?’
De volgende cijfers zijn gegeven voor de methodiek van presenteren: 3x10, 12x9, 2x8.5, 67x8, 3x7.5, 34x7, 1x6.5, 6x6. Het gemiddelde cijfer van de methodiek van presenteren is: 7,8. Bij de toelichting omtrent de methodiek van presenteren worden de volgende opmerkingen geplaatst: • Ik vond het een beetje een ‘promopraatje’ voor de providers. • Ik heb de wijze van presenteren als zeer prettig ervaren. • Een compliment aan de heer Tom Blom. • Dit is een goede en duidelijke manier om uit te leggen wat er verandert. ‘Hoe waardeert u –op een schaal van 1 tot 10- de kwaliteit van de gegeven antwoorden?’
De volgende cijfers zijn gegeven voor de kwaliteit van de antwoorden: 4x9, 1x8.5, 41x8, 3x7.5, 55x7, 1x6.5, 18x6, 1x5.5, 4x5. Het gemiddelde cijfer voor de kwaliteit van de antwoorden is 7,2.
‘ Wa t i s u w t o t a a l c i j f e r v o o r d e i n f o r m a t i e b i j e e n k o m s t – o p een schaal van 1 tot 10-?’
De volgende cijfers zijn gegeven voor de bijeenkomst: 1x10, 3x9, 1x8.5, 52x8, 8x7.5, 52x7, 4x6.5, 8x6 Het gemiddelde cijfer voor de bijeenkomst is 7,4.
De gemiddelde cijfers per bijeenkomst
Plaats
Waardering Kwaliteit totaalcijfer presentatie antwoorden
Middelburg Groningen Zwolle Arnhem Haarlem Den Haag Den Bosch voor middag Den Bosch na middag
21
7,8 7,2 7,9 7,7 7,9 7,7 7,6 7,2
7,2 6,7 7,2 7,3 7,3 7,1 7,0 6,4
7,5 7,0 7,5 7,5 7,6 7,4 7,3 6,8
Nationaal Antennebeleid | Vraagbaak voor de uitvoering
Overige opmerkingen
De overige algemene opmerkingen die gemaakt zijn: • De gekozen regeling uit het convenant kan tot merkwaardige vormen van rechtsongelijkheid leiden. • Het convenant is een ‘gentlemens agreement’ maar de operators zijn toch doorgegaan met bouwen. De geldboete is geen oplossing, het bedrag is te laag en de mogelijkheid tot herstellen is onvoldoende. De gemeente trekt aan het kortste eind. Het convenant is daardoor een wassenneus geworden. • Indien zich aanvullingen/wijzigingen voordoen in het beleid/ convenant/besluit dan wil ik hiervan graag in kennis worden gesteld. • Hoe om te gaan met antennes groter dan 5 meter in het kader van artikel 19 lid 1 en 3 van de Wet op de ruimtelijke ordening (WRO)? Onze gemeente ontwikkelt beleid. Wat kunnen we voor verzoeken verwachten? • Mijn vraag betreft de verhouding van het bouwvergunningsvrij bouwen van C2000 ten opzichte van de hiërarchisch boven de WRO staande Vogel- en Habitatrichtlijn. Hierover zou ik graag nader iets willen vernemen. • Ik mis informatie over de Wet Milieubeheer. • Ik heb praktische voorbeelden gemist. • Ik zou nog graag een verslag of samenvatting van de bijeenkomst willen hebben. De vragen van de andere gemeenten zijn ook interessant.
Bijlage 1 Deelnemers informatiebijeenkomsten
3 september 2002 te Middelburg In deze bijlage leest u waar en wanneer de bijeenkomsten zijn gehouden, welke gemeenten daarbij aanwezig waren en wie tijdens deze bijeenkomsten in het forum hebben gezeten.
De gemeenten
Borsele, Hontenisse, Hulst, Kapelle, Middelburg, Noord-Beveland, Oostburg, Provincie Zeeland, Reimerswaal, Terneuzen, Tholen, Veere en Vlissingen. Het forum
VROM VNG MoNet Antennebureau ITO
Bert Hektor Diana van Leeuwen Libbe van der Velde Ellen Kleinlangevelsloo Teus van Houwelingen.
5 september 2002 te Groningen De gemeenten
Appingedam, Bellingwedde, De Marne, Delfzijl, Dongeradeel, Eemsmond, Groningen, Haren, Hoogezand-Sappemeer, Kollumerland, Leek, Leeuwarden, Lemsterland, Littenseradiel, Menterwolde, Oostellingwerf, Opsterland, Reiderland, Scheemda, Slochteren, Sneek, Ten Boer, Tytsjerksterradiel, Vlagtwedde, Westellingwerf en Zuidhorn. Het forum
VROM VNG MoNet Antennebureau ITO
Alex van de Ven Will van der Vlies Rien Jansen Klaasjan Schaap Teus van Houwelingen
5 september 2002 te Zwolle De gemeenten
Almelo, Almere, Assen, Dalfsen, De Wolden, Deventer, Emmen, Enschede, Haaksbergen, Hardenberg, Hellendoorn, Lelystad, Meppel, Noordenveld, Noordoostpolder, Oldenzaal, Ommen, Raalte, Staphorst, Steenwijk, Urk, Wierden en Zwolle. Het forum
VROM VNG MoNet Antennebureau ITO
22
Nationaal Antennebureau
Alex van de Ven Will van der Vlies Kevin Zuidhof Ellen Kleinlangevelsloo Teus van Houwelingen.
10 september 2002 te Arnhem
18 september 2002 te Den Bosch (provincie Noord-Brabant)
De gemeenten
Angerlo, Bergh, Beuningen, Borger-Odoorn, Borculo, Didam, Druten, Duiven, Eibergen, Elburg, Ermelo, Gaasterlan-Sleat, Gorssel, Groenlo, Haren, Harderwijk, Hengelo, Heumen, Kesteren, Lochem, Nunspeet, Nijmegen, Oldebroek, Overbetuwe, Rheden, Renkum, Ruurlo, Scherpenzeel, Skarsterlan (Fr.),Tiel, Voorst, Warnsveld, Wehl, Zaltbommel, Zevenaar en Zutphen. Het forum
VROM VNG MoNet Antennebureau ITO
Erik Kool Will van der Vlies Roderick van Houten Aukelien Scheper Michiel Vlam
De gemeenten
Bergeijk, Bergen op Zoom, Boekel, Borsele, Breda, Cranendock, Den Bosch, Deurne, Dongen en Ravenstein, Ede, Etten-Leur, Firma Kaal Mastenfabriek, Goirle, Haaren, Helmond, Loon op Zand, Maasdonk, Moerdijk, Oirschot, Oisterwijk, Oosterhout, Oss, Sint Michielsgestel, Sliedrecht, Tilburg, Valkenswaard, Vught, Waalwijk, Woensdrecht en Woudrichem. Het forum
VROM VNG MoNet Antennebureau ITO
Bert Rademaker Will van der Vlies Leon Dam Aukelien Scheper Teus van Houwelingen
12 september 2002 te Haarlem 18 september 2002 te Den Bosch (provincie Limburg)
De gemeenten
Abcoude, Amersfoort, Amstelveen, Amsterdam (stadsdeel OudWest), Amsterdam (SWD), Amsterdam (stadsdeel Oud-Zuid), Amsterdam (stadsdeel Zuid-Oost), Amsterdam (stadsdeel centrum), Amsterdam (stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer), Amsterdam (ZuidAmstel), Anna Paulowna, Baarn, Bennebroek, Beverwijk, Bloemendaal, De Ronde Venen, Diemen, Haarlem, Haarlemmermeer, Heiloo, Hilversum, Houten, IJsselstein, Landsmeer, Leerdam, Medemblik, Montfoort, Muiden, Naarden, Provincie Noord-Holland, Renswoude, Schagen, Soest, Stedebroec, Wervershoof, Westerpark, Wormerland, Wijk bij Duurstede, Zaandam, Zandvoort en Zeist. Het forum
VROM VNG MoNet Antennebureau ITO
Alex van de Ven Diana van Leeuwen Libbe van der Velde Hildegard Schulte Michiel Vlam
16 september 2002 te Den Haag De gemeenten
Ablasserdam, Adviesbureau RBOI, Apeldoorn,Barendrecht, Bodegraven, Capelle a/d IIssel, Delft, Den haag, Dordrecht, Goederee, Gorinchem, Gouda, Katwijk, Leerdam, Leiden, Liemeer, Maasland, Maassluis, Monster, Moordrecht, Nieuwekerk, Nieuwkoop, Oostflakke, Ridderkerk, Rijnwoude, Rijswijk, Rotterdam, Sassenheim, Schiedam, s’Gravendeel, s’Gravenzande, Vlaardingen, Voorschoten, Waddinxveen, Wassenaar, Wateringen, Zederik, Zevenhuizen-Moerkapelle en Zwijndrecht. Het forum
VROM VNG MoNet Antennebureau ITO
23
Bert Rademaker Diana van Leeuwen Rien Jansen Ellen Kleinlangevelsloo Michiel Vlam
Nationaal Antennebeleid | Vraagbaak voor de uitvoering
De gemeenten
Arcen en Velden, Beesel, Bemmel, Best, Den Bosch, Eindhoven, Enkhuizen, Geldrop, Gennep, Horst en Maas, Maastricht, Meijel, Roermond, Roggel en Neer, Sittard-Geleen, Son en Breugel, Susteren, Swalmen, Valkenswaard, Venlo, Venray, Waalre, Weert, Adviesbureau Tele BS en Provincie Limburg. Het forum
VROM VNG MoNet Antennebureau ITO
Bert Rademaker Will van der Vlies Leon Dam Hildegard Schulte Teus van Houwelingen
Colofon
Uitgave
Agentschap Telecom Nationaal Antennebureau NABU 0301
Nationaal Antennebureau
Postbus 450 9700 AL Groningen Te l e f o o n
Coördinatie
Nationaal Antennebureau Marjan Oortwijn
0900-ANTENNE (0900 – 2683663) à M 0,15 p.m. E-mail
[email protected] Vo r m g e v i n g
Extra Bold, Groningen
Internet
www.antennebureau.nl Druk
Grafische Industrie De Marne, Leens F o t o ’s
Ed Boerema
© Groningen, december 2002
24
Nationaal Antennebureau