Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Ästrand fietstest 22-12-2011 review: EJCM Swinkels-Meewisse invoer: E v Engelen
1
Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën
Lichaamsregio Thorax/buik/organen Aandoening (ICD)
Circulatie en ademhalingsstelsel
Domein ‘Menselijk functioneren’ (ICF)
Mobiliteit en bewegen Activiteiten
2
Korte beschrijving De Ästrand fietstest1 is een test om het fysieke uithoudingsvermogen te meten. De fietstest dient 6 min. te worden volgehouden waarbij de hartfrequentie tussen de 125 en 170 slagen/min moet zijn. Het is een submaximaal test. D.m.v. de berekening van de VO2max of het aflezen van een nomogram3 kan een indruk van het uithoudingsvermogen worden verkregen. 1, 2 Doelgroep personen vanaf 6 jaar Auteur: Oorspronkelijke versie P.O. Ästrand en I. Ryhming.(1954 en 1956)1, 3 Nederlandse versie n.v.t.
Doel van het meetinstrument
Diagnostisch Prognostisch Evaluatief/Effectiviteit Inventariserend
1
3
Soort/ Vorm van het meetinstrument
4
Fysieke performance test Opbouw gedurende 6 min. fietsen met vooraf vastgestelde weerstand en snelheid Invulinstructie noteren gemiddelde hartfrequentie gedurende laatste 2 min. indien steady state aanwezig Meetniveau interval
Verkrijgbaarheid
Opvraagbaar bij n.v.t. Geschatte kosten voor de uitvoering van de test zijn een fietsergometer en hartslagmeetapparatuur nodig. Copyright nee
Methodologische kwaliteit Indien er van de Nederlandstalige versie geen gegevens beschikbaar waren, zijn de Engelstalige gegevens van het meetinstrument verwerkt (onder vermelding van ENG).
Reproduceerbaarheid Betrouwbaarheid (reliability) test-hertest R(Pearson) = 0,95 (P<0,05); N=20, 50% man, gemiddelde leeftijd is 21,5 ± 2,2 jr.4 test-hertest R(Pearson) = 0,96 (P<0,05); N= 40, mannelijk; gemiddelde leeftijd is 23,8 ±3,82 jr.5 Intersessie reliability: ICC = 0,98; N = 7 manlijk (Me = 36jaar)6 Intersessie reliability: ICC = 0,91; N = 24 vrouwelijk (Me = 36jaar)6 Intersessie reliability: ICC = 0,94; N = 7 manlijke chronische lage rugpijn patiënten (Me = 36jaar)6 Intersessie reliability: ICC = 0,96; N = 24 vrouwelijk chronische lage rugpijn patiënten (Me = 36jaar)6 Repeatability: coefficient voor repeatability (2SD) = 7,5 ml kg-1 min-1; N = 20 vrouwen (leeftijd tussen 31 en 49 jaar)7. ICC = 0,96 en SEM = 2,18ml/kg/min; N=25; 28,6 jr, 12 mannen8
2
Validiteit Criterion validity Gouden standaard: maximaal test op fiets ergometer met VO2max gasanalyse. Gemiddeld verschil (mean difference) met Astrand test: mannen = 0,023L/min (± 0,059); vrouwen = 0.010 L/min (± 0,051) Populatie: 27 mannen, 31 vrouwen, leeftijd tussen 20-30 jaar3 Gouden standaard: * maximaal step test met O2 opname meting. Gemiddeld verschil (mean difference) met Astrand test: 0,006 L/min (±0,066) * maximaal loopband test met O2 meting. Gemiddeld verschil (mean difference) met Astrand test: 0,020 L/min (±0,058); Populatie: 18 getrainde mannen 18-19 jaar3 Gouden standaard: maximaal test op fiets ergometer met VO2max gasanalyse. Correlatie met Astrand test: R(Pearson) = 0,83 (p<0,05), N=7, populatie mannelijke atleten met gem. leeftijd 23,8 ±3,82 jr.5 Gouden standaard: maximaal test op fiets ergometer met VO2max bepaling. Er was een overschatting van 20% (7,5 ml kg-1 min-1) SEm = 1,3; N 40 vrouwen tussen 30 en 39 jaar9
=
3-21% overschatting VO2max; populatie: vrouwen 19-70 jr10 ± 21% onderschatting VO2max; N = 83; populatie mannen 30-66 jr11-13 Gouden standaard: maximaal test loopband met VO2max bepaling; N=25; 28,6 jr, 12 mannen; Overschatting: Mean difference VO2max is 6,94 %8
6
Responsiviteit / longitudinale validiteit Geen gegevens bekend
Hanteerbaarheid/ Feasibility
Taal Nederlands Benodigdheden fietsergometer, hartslagmeter en Astrand& Rhyming Nomogram met leeftijdscorrectie 3, 5 Randvoorwaarden persoon moet 6 min fietsen met vaste snelheid en weerstand, waarbij hartfrequentie boven 120, of beter boven de 130 slagen/min moet komen3. Benodigde tijd ongeveer 10 min Gebruikershandleiding ja; www.meetinstrumentenzorg.nl
3
7
Normgegevens
Normwaarden VO2max naar leeftijd en geslacht 14 Leeftijd
Zeer zwak
Zwak
Matig
Gemiddeld
Goed
Uitstekend
Uitmuntend
Mannen (VO2max in ml/kg/min) 20-24
<32
32-37
38-43
44-50
51-56
57-62
>62
25-29
<31
31-35
36-42
43-48
49-53
54-59
>59
30-34
<29
29-34
35-40
41-45
46-51
52-56
>56
35-39
<28
28-32
33-38
39-43
44-48
49-54
>54
40-44
<26
26-31
32-35
36-41
42-46
47-51
>51
45-49
<25
25-29
30-34
35-39
40-43
44-48
>48
50-54
<24
24-27
28-32
33-36
37-41
42-46
>46
55-59
<22
22-26
27-30
31-34
35-39
40-43
>43
60-65
<21
21-24
25-28
29-32
33-36
37-40
>40
Zeer zwak
Zwak
Matig
Gemiddeld
Goed
Uitstekend
Uitmuntend
Leeftijd
Vrouwen (VO2max in ml/kg/min) 20-24
<27
27-31
32-36
37-41
42-46
47-51
>51
25-29
<26
26-30
31-35
36-40
41-44
45-49
>49
30-34
<25
25-29
30-33
34-37
38-42
43-46
>446
35-39
<24
24-27
28-31
32-35
36-40
41-44
>44
40-44
<22
22-25
26-29
30-33
34-37
38-41
>41
45-49
<21
21-23
24-27
28-31
32-35
36-38
>38
50-54
<19
19-22
23-25
26-29
30-32
33-36
>36
55-59
<18
18-20
21-23
24-27
28-30
31-33
>33
60-65
<16
16-18
19-21
22-24
25-27
28-30
>30
8
Overige gegevens
4
9
Literatuurlijst
1. Astrand PO. Human physical fitness with special reference to sex and age. Physiol Rev 1956; 36(3):307-335. 2. Astrand PO. Quantification of exercise capability and evaluation of physical capacity in man. Prog Cardiovasc Dis 1976; 19(1):51-67. 3. Astrand PO, Ryhming I. A nomogram for calculation of aerobic capacity (physical fitness) from pulse rate during sub-maximal work. J Appl Physiol 1954; 7(2):218-221. 4. Stevens N, Sykes K. Aerobic fitness testing: an update. Occup Health 1996; 48(12):436-438. 5. Cink RE, Thomas TR. Validity of the Astrand-Ryhming nomogram for predicting maximal oxygen intake. Br J Sports Med 1981; 15(3):182-185. 6. Keller A, Hellesnes J, Brox JI. Reliability of the isokinetic trunk extensor test, BieringSorensen test, and Astrand bicycle test: assessment of intraclass correlation coefficient and critical difference in patients with chronic low back pain and healthy individuals. Spine 2001; 26(7):771-777. 7. Wisen AG, Wohlfart B. A comparison between two exercise tests on cycle; a computerized test versus the Astrand test. Clin Physiol 1995; 15(1):91-102. 8. Macsween A. The reliability and validity of the Astrand nomogram and linear extrapolation for deriving VO2max from submaximal exercise data. J Sports Med Phys Fitness 2001; 41(3):312317. 9. Zwiren LD, Freedson PS, Ward A, Wilke S, Rippe JM. Estimation of VO2max: a comparative analysis of five exercise tests. Res Q Exerc Sport 1991; 62(1):73-78. 10. Hartung GH, Blancq RJ, Lally DA, Krock LP. Estimation of aerobic capacity from submaximal cycle ergometry in women. Med Sci Sports Exerc 1995; 27(3):452-457. 11. Kasch FW. The validity of the Astrand and Sjostrand submaximal test. Physician & Sportsmedicine 1984; 12:47-52. 12. Glassford RG, Baycroft GH, Sedgwick AW, Macnab RB. Comparison of maximal oxygen uptake values determined by predicted and actual methods. J Appl Physiol 1965; 20(3):509513. 13. Rowell LB, Taylor RHL, WANG Y. Limitations to prediction of maximal oxygen intake. J Appl Physiol 1964; 19:919-927. 14. Shvartz E, Reibold RC. Aerobic fitness norms for males and females aged 6 to 75 years: a review. Aviat Space Environ Med 1990; 61(1):3-11.
5