Trial by media Wie beschermt de verdachte in een mediaproces?
Met dank aan Joost Dionisius, Wilko Anker, Mandy de Bruin, Wilma Dreissen, Wouter Hins, Wytze de Back en Liz Byars.
Peter C. Schouten
Trial by media Wie beschermt de verdachte in een mediaproces?
DEVENTER
– 2011
Ontwerp en vormgeving omslag: Houdbaar grafisch ontwerp b.v. Foto voorzijde: Marcel van den Bergh Foto achterzijde: Jeroen Jongeneelen ISBN: 978 90 13 09293 6 (paperback) ISBN: 978 90 13 09331 5 (E-book) NUR: 824-403 © 2011, Kluwer, Deventer Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, in fotokopie of anderszins zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van art. 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijke verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3051, 2130 KB). Het complete productaanbod vindt u in de online Kluwershop: www.kluwershop.nl
Foto De Volkskrant 19 september 2009. Onderschrift: ‘Advocaat Van der Kruijs peinst, nadat de rechtbank heeft besloten dat het voorarrest van Benno L. wordt verlengd.’ Kopregel daaronder: ‘Excuus Benno L. stemt publiek niet milder.’ Beeldvorming: De verdediging van zwempedo Benno L. is zò hopeloos, daar weet zelfs zijn advocaat geen raad mee. Foto: Marcel van den Bergh.
‘There are laws to protect the freedom of the press’ speech, but none that are worth anything to protect the people from the press.’ Mark Twain (1835-1910)
Inhoudsopgave
1 Inleiding 1.1 Algemeen 1.2 Definiëring en afbakening van het begrip trial by media 1.3 Een korte historie van trial by media 1.4 De probleemstelling 1.5 Indeling in vogelvlucht
11 11 12 15 17 20
2 De medialisering van het strafrecht 2.1 De medialisering van de samenleving 2.2 De medialisering van de strafrechtspleging en het vertrouwen in justitie
23 23
3 Sturende mechanismen in de publiciteit over strafzaken 3.1 Behoeftevervulling: amusement, veiligheid, identificatie en zelfrespect 3.2 Onderbuikgevoelens over straffen 3.3 Mondigheid van burgers en de grotere openheid van het OM 3.4 Het nieuwe voorlichtingsbeleid van justitie in de praktijk 3.5 Burgerparticipatie en burgeropsporing 3.6 Samenvatting: begrip van de mediale werkelijkheid 4 De onschuldpresumptie 4.1 Wat is het onschuldbeginsel en hoe moet het worden toegepast? 4.1.1 Onschuldpresumptie een grondwettelijk recht? 4.2 Algemene toepassing van het onschuldbeginsel 4.3 Toepassing van het onschuldbeginsel tijdens de strafprocedure 4.3.1 Toepassing van het onschuldbeginsel bij publieksvoorlichting door justitie 4.3.2 Toepassing van het onschuldbeginsel zorgplicht voor alle overheidsdienaren 4.3.3 Normadressaat van het onschuldbeginsel 4.4 Toepassing van het onschuldbeginsel door de pers 4.5 Het recht op de onschuldpresumptie versus de vrijheid van meningsuiting
7
27 31 32 33 34 39 44 48 53 53 54 56 56 58 58 59 60 62
4.5.1 4.5.2
4.6 4.7
4.8 4.9
Beperking van de uitingsvrijheid bij botsende grondrechten De vrijheid een mening te openbaren over strafzaken en de verdachte 4.5.3 Onderscheid tussen personen in de werking van de onschuldpresumptie 4.5.4 Verschil tussen personen bij de inroeping van toetsing door het EHRM 4.5.5 De grens van (on)toelaatbare berichtgeving over strafzaken 4.5.6 Schending van de onschuldpresumptie door burgers (niet-journalisten) De effectiviteit van smaadzaken tegen (burger)journalisten in Nederland Het recht op een eerlijk proces versus het recht op vrije nieuwsgaring 4.7.1 Algemeen 4.7.2 Verduisterde en gestolen informatie De positieve verplichting van de Nederlandse Staat Tussenconclusie
5 Partijdigheid en de schijn van partijdigheid 5.1 Alle mensen hebben vooroordelen 5.2 Vooringenomenheid bij rechters 5.3 Borging van de onpartijdigheid in de rechtspraak 5.3.1 Centrale waarden van de rechtspraak 5.3.2 De geest van de onpartijdige procedure 5.4 De procedurele waarborgen voor een onpartijdig gerecht 5.4.1 Algemeen 5.4.2 Wrakingsregeling 5.4.3 Verschoningsverzoek van de rechter 5.5 Het begrip (schijn) van partijdigheid 5.6 Gronden voor de vrees van partijdigheid: rechtspraakonderzoek 5.6.1 De rechter loopt vooruit op zijn oordeel 5.6.2 De rechter laat zich over de zaak en de verdachte uit in de pers 5.6.3 De communicatie met de rechter verloopt slecht; algemeen wantrouwen 5.6.4 Rechter weigert verzoeken tot het horen van getuigen, onderzoek, etc. 5.6.5 Rechter(-commissaris) erkent niet alle rechten van de raadsman 5.6.6 Tabel van wrakingsverzoeken in 2010 naar categorie 5.7 Recht op onpartijdigheid in alle instanties 5.8 Tussenconclusie en aanbeveling
8
62 64 64 67 68 72 76 80 80 83 86 87 91 91 93 94 94 96 98 98 99 103 104 106 107 108 113 114 119 120 121 122
6 Gevaren van een mediaproces: het reputatieaspect. Demonisering van de verdachte en een publieke veroordeling 6.1 Het reputatieaspect: inleiding 6.2 Het bejegeningsaspect 6.3 De bouwstenen van een publieke veroordeling 6.3.1 Bekendmaking van strafrechtelijke persoonsgegevens 6.3.2 Verstrekking van persoonsgegevens van een verdachte Bekende Nederlander 6.3.3 Opsporingsberichtgeving 6.3.4 Het gebruik van portretten en beelden van de verdachte 6.3.5 Beeldvorming door beelden 6.3.6 Verval van de initialenregel 6.4 Het recht op informatie over verdachte en daders 6.5 Tendentieuze en onware geruchten en verdachtmakingen in de media 6.6 Remedies en rechtsmiddelen voor de verdachte 6.6.1 Klachtprocedures bij de persorganen en Raad voor de Journalistiek 6.6.2 Kort-gedingprocedures tegen privacyinbreuken en onrechtmatige publicaties 6.6.3 Bodemprocedure tegen privacyinbreuken en onrechtmatige publicaties 6.6.4 Aangifte wegens smaad(schrift) of laster 6.6.5 Wetsvoorstel versterking bestrijding computercriminaliteit 6.7 Tussenconclusies en aanbevelingen 6.7.1 Snelrecht in smaadzaken 6.7.2 Strafrechtelijke sanctie na negeren van een rechterlijk publicatieverbod 6.7.3 Afsluiten Facebook etc. na aanhouding van de verdachte bij zware delicten
127 127 128 129 129 130 131 133 135 136 138 139 141 141 145 146 146 147 147 150 152 153
7 Gevaren van een mediaproces: het bewijsaspect. Beïnvloeding van en door autoriteiten, getuigen en deskundigen 157 7.1 Beïnvloeding van en door politici, bestuurders en anderen autoriteiten 157 7.2 Beïnvloeding van en door de strafvordelijke autoriteiten 161 7.2.1 Materiële en procedurele maatstaven bij de publieksvoorlichting 161 7.2.2 Het mediamanagement van het OM in de zaak Benno L. 163 7.2.3 De persconferentie is geen onderdeel van het vooronderzoek 169 7.3 De rechtsbescherming van de verdachte tegen uitlatingen van de autoriteiten 170 7.4 Tussenconclusie 173 7.5 Beïnvloeding van het vooronderzoek 176
9
7.6 7.7
Het lekken van politiële en justitiële informatie Beïnvloeding van en door getuigen en deskundigen
8 Het kerngevaar van een mediaproces: Beïnvloeding van de oordeelsvorming van de rechter 8.1 Oordeelsvorming over de strafbaarheid van de verdachte 8.2 Beoordeling en waardering van het bewijs 8.2.1 Het gebruik van audiovisueel materiaal in het strafproces 8.2.2 De googelende rechter 8.3 Beïnvloeding vanaf de publieke tribune: ‘trial by audience’ 8.4 Doorwerking van de publiciteit in de straftoemetingsbeslissing 8.5 Media-invloed op een bevel voorlopige hechtenis bij een geschokte rechtsorde 8.6 Tussenconclusies en aanbevelingen 8.6.1 De rol van de strafrechter in de samenleving 8.6.2 Reputatiefilter 8.6.3 Toepassing en doorwerking van audiovisueel materiaal in de rechtszaal 8.6.4 Interne openbaarheid over de preliminaire indrukken van de rechter 8.6.5 Interne openbaarheid over het ‘googelen’ door rechters 8.6.6 Grotere externe openbaarheid bij mediaprocessen 8.6.7 Grotere interne openbaarheid en verbetering van het onmiddelijkheidsbeginsel
178 183
191 191 193 194 195 197 201 204 206 206 208 209 210 210 211 214
9 Samenvatting en conclusie
217
Geraadpleegde Literatuur
227
Jurisprudentieregister
241
10