Trendrapport toerisme, recreatie en vrije tijd 2012
highlights uit het rapport
Tekst: Kim de Bruijn, NRIT Media
Het Trendrapport toerisme, recreatie en vrije tijd is begin september voor de 31ste keer verschenen. Dit jaarlijkse rapport van NRIT Media, NHTV internationaal hoger onderwijs Breda en NBTC is een begrip in de sector. Het biedt een compleet en actueel inzicht in de belangrijkste trends en ontwikkelingen in de gastvrijheidssector. Dit artikel neemt u in sneltreinvaart mee door het rapport. Macrotrends Demografische trends De groei in het toerisme in Nederland is voor een belangrijk deel nog te danken aan de bevolkingsgroei. Voor het inkomend toerisme is de wereldwijde bevolkingsgroei evenzeer van belang. Die groei zal de komende decennia nog aanzienlijk zijn. Vooral in China en India zal de bevolking sterk toenemen. Hoewel het aandeel van deze herkomstlanden in het inkomend toerisme nog beperkt is, biedt het wel kansen voor groei. Binnen de Europese Unie neemt het aandeel van ouderen sterk toe. In 2060 zal 30 procent van de bevolking 65 jaar of ouder zijn (nu 17%). De verschillen tussen de landen qua bevolkingsgroei zijn groot. Zo wordt nog sterke groei verwacht voor Ierland, Luxemburg, Cyprus, het Verenigd Koninkrijk, België en Zweden. In Bulgarije, Letland, Litouwen, Roemenië en Duitsland valt juist een daling te verwachten. Nederland behoort tot de middenmoot met een groei van 3 procent tot 2060. Het inwonertal van Nederland zal volgens het CBS de komende vijftien jaar nog toenemen, tot zo’n 17,5 miljoen in 2025. Voor de toeristisch-recreatieve sector is dit een belangrijke motor achter de groei. Regionaal zijn er sterke verschillen. Aan de randen van Nederland (met
4
nritmagazine
name Noordoost-Groningen en Zeeuws-Vlaanderen) zal er meer bevolkingskrimp zijn. Dit biedt echter ook kansen voor toerisme en recreatie. Zo kan door dalende grondprijzen en vrijgekomen ruimte worden geïnvesteerd in verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. Na jaren over de aankomende gevolgen van de vergrijzing te hebben gesproken, bereiken dit jaar de eerste babyboomers de pensioengerechtigde leeftijd. Het komende decennium zal deze actieve, uithuizige groep zeker interessant zijn voor de vrijetijdseconomie. Hoe meer de vergrijzing doorzet, hoe meer de samenleving ook in het teken van zorg en verzorging zal komen te staan. Ook binnen het vrijetijdsaanbod zal hiermee rekening moeten worden gehouden. Economische trends Er is nog weinig optimisme over de economie. De groei over 2011 was lager dan verwacht en voor 2012 wordt zelfs een krimp verwacht die sterker zal zijn dan gemiddeld voor het eurogebied. Het voorkomen van een verdere escalatie is een zaak die grote inspanningen zal vergen van regeringen en centrale banken. Door twee recessies in een korte periode zal de economie naar verwachting pas in 2014 groter zijn dan in het eerste kwartaal van 2008.
Het consumentenvertrouwen, dat doorgaans ook een indicatie geeft van de ontwikkeling van bestedingen aan vakantie- en vrijetijdsgedrag, volgt het algemeen geldende pessimisme en bereikte dieptepunt op dieptepunt. Een derde van de Europeanen met vakantieplannen in 2012 bracht hierin dan ook wijzigingen aan door de crisis. Zo ging 12 procent korter op vakantie, koos 4 procent een andere bestemming en bezuinigde 22 procent in algemene zin. In Nederland dacht maar liefst 70 procent van de vakantiegangers na over mogelijke bezuinigingen op de zomervakantie. Een belangrijk deel bezuinigde daadwerkelijk, vooral door korter te gaan, minder uit te geven, vroeger of later te boeken, dichter bij huis te blijven en op een ander moment te gaan. Veilingsites springen in op de ontwikkelingen en weten inmiddels ook de vakantieganger te bereiken. Wereldwijd blijft toerisme een groeimarkt, die jaarlijks 5.991 miljard dollar opbrengt. In Nederland bedragen de toeristische bestedingen volgens het CBS meer dan 37 miljard euro. Tussen de diverse regio’s in Nederland doen zich hierin verschillen voor die mede worden bepaald door de aanwezigheid van toeristische trekpleisters, ligging en bereikbaarheid. Sociaal-culturele trends Ondanks de economische tegenslag is de leefsituatie van Nederlanders de afgelopen tien jaar nog steeds verbeterd. Op het gebied van huisvesting, gezondheid, mobiliteit, bezit van consumptiegoederen, sociale participatie en
nritmagazine
5
vrijetijdsbesteding is Nederland erop vooruitgegaan. Het zorg bieden aan elkaar (binnen het gezin/de familie) zal echter een belangrijke rol in de samenleving gaan spelen. Hierbij dreigt overbelasting door de onbalans die ontstaat tussen werk, zorg, vrijwilligerswerk, scholing en vrije tijd. Ondanks alle onzekerheid staat Nederland nog altijd op de vierde plaats op een lijst van landen waar de mensen het gelukkigst zijn. Toenemende onzekerheid zorgt er wel voor dat men meer teruggrijpt naar authentieke waarden en daarbij staat het gezin voor velen weer centraal. Ook gaan in de maatschappij kleinschalige, informele verbanden belangrijker worden. Technologische trends De beschikking over een pc en internettoegang zijn vanzelfsprekendheden geworden. Een kleine minderheid van 6 procent had in 2011 nog geen toegang tot internet. Opmerkelijk is vooral de opkomst van mobiel internet: in 2011 gebruikte de helft van de huishoudens met internettoegang hiervoor een mobiele telefoon. Ook het aantal gebruikers van tabletcomputers is sterk toegenomen, tot bijna een kwart van de internetters. Vooral jongeren maken vaak gebruik van mobiel internet: ruim twee derde van de 12- tot 25-jarigen heeft een mobiel apparaat. Internet wordt ook op vakantie steeds belangrijker: 79 procent van de vakantiegangers wil toegang hebben tot internet. Wi-Fi is voor hotelgasten al cruciaal in hun keuze voor een hotel. Voor organisaties in de vrijetijdssector is het dan ook van belang in te spelen op de ontwikkelingen. Een goed werkende mobiele website, QR-codes, check-ins, apps en promoties via location based services kunnen hiervoor geschikt zijn. Omdat bijna twee derde van de internetters actief is op een sociaal netwerk, is het ook van belang een goede socialemediastrategie te hebben. Het biedt op zijn minst kansen voor een nieuwe klantbenadering, maar kan ook geheel in het product geïntegreerd worden. Ook online aankopen gebeurt in toenemende mate via socialemediaplatformen. Duurzame trends Er gaan steeds meer stemmen op dat een transitie naar een groene economie noodzakelijk
6
nritmagazine
Internationale aankomsten en bestedingen van toeristen, 1990-2011
Figuur 1
Bron: UNWTO
is. Het verbeteren van het milieu en de sociale welvaart leidt volgens de theorie van de groene economie ook tot economische groei en het
creëren van nieuwe banen. Toerisme draagt in belangrijke mate bij aan de wereldwijde milieuproblemen en is tegelijkertijd
Kerncijfers vakanties en overnachtingen van Nederlanders, 2011
Bron: NBTC-NIPO Research NB: tussen haakjes de procentuele ontwikkeling tussen 2010 en 2011
Figuur 2
sterk afhankelijk van een gezond milieu. Ook groen toerisme kan nieuwe, groene banen creëren. Duurzaam toerisme heeft naar verwachting een positief effect op de werkgelegenheid. Toeristen vragen in toenemende mate om duurzaam georganiseerde vakanties. Volgens onderzoek van de Vakantiebeurs is een belangrijk deel zelfs bereid meer te betalen voor een duurzaam georganiseerde reis. Politieke en beleidsmatige trends In het Nederlandse toerismebeleid staat de komende jaren het economisch belang van toerisme voorop. Het NBTC blijft daarbij verantwoordelijk voor de branding en marketing van Nederland in binnen- en buitenland. Omdat de Rijksbijdrage tussen 2011 en 2015 gefaseerd wordt verminderd van 16,6 miljoen naar 8,3 miljoen euro, wordt meer focus aangebracht in de Holland-marketingactiviteiten. Ook op het gebied van cultuur en natuur zijn bezuinigingen doorgevoerd. De gevolgen hiervan zijn op dit moment nog niet direct zichtbaar. Duidelijk is wel dat het zoeken naar andere inkomstenbronnen van groot belang is. Voor gemeenten en provincies geldt dat het beleid voor toerisme en recreatie meer gedecentraliseerd wordt. Zij krijgen zo meer mogelijkheden om gebieden aantrekkelijker te maken voor toerisme en recreatie. Ondernemers krijgen meer ruimte door het verminderen van de regeldruk. Sector in cijfers Internationaal toerisme Het wereldtoerisme groeide in 2011 met 4,6 procent tot een recordhoogte van 982 miljoen toeristische internationale aankomsten. De toeristische bestedingen passeerden in 2011 voor het eerst de 1 biljoen dollar; er werd namelijk 1.030 miljard dollar (740 miljard euro) besteed. In 2010 was dat nog 928 miljard dollar (700 miljard euro). De groei in bestedingen bleef daarmee iets achter bij de groei in aankomsten. In tijden van economische crisis is dat een gebruikelijke ontwikkeling. In de eerste vier maanden van 2012 werd de positieve trend sinds 2010 voortgezet. Ook Eu-
ropa kende een recordgroei, ondanks de economische instabiliteit in de eurozone. Europa heeft het grootste aandeel in het internationale toerisme (45%), gevolgd door Azië/Pacific (28%) en de Amerika’s (19%). De ranglijst van populairste bestemmingen bleef vrijwel ongewijzigd. Enkel Turkije klom een plaats, naar de zesde positie, en nam daarmee de plek van het Verenigd Koninkrijk over. Frankrijk blijft de ranglijst van toeristische aankomsten aanvoeren. De Verenigde Staten staan op de eerste plaats waar het de bestedingen betreft. Voor het jaar 2012 verwacht de UNWTO een wereldwijde groei van 3 tot 4 procent in het aantal internationale aankomsten. Tot 2030 wordt een gemiddelde jaarlijkse groei van 3,3 procent voorzien. De groei zal aanvankelijk wat sterker zijn (3,8 procent), om later af te remmen tot 2,5 procent per jaar. De grootste groei zal te zien zijn in Azië/Pacific.
"Nederland verwelkomde in 2011 een recordaantal buitenlandse toeristen"
Inkomend toerisme Nederland verwelkomde in 2011 een recordaantal van 11,3 miljoen buitenlandse toeristen, een toename van 4 procent ten opzichte van 2010. Hoewel Nederland het qua inkomend toerisme goed deed in 2011, bleef de groei met 4 procent wat achter op het Europees gemiddelde van +6 procent. Gemiddeld bleven de buitenlandse gasten 2,45 nachten in de accommodatie van hun keuze, wat het totaal aantal overnachtingen op bijna 28 miljoen bracht. Daarmee was ook hierin sprake van een groei van 4 procent. Vooral het economisch herstel in de eerste helft van 2011, het groeiend aantal vliegverbindingen naar Schiphol en de regionale luchthavens en de toename van toeristen uit de BRIC-landen hebben bijgedragen aan deze groei. Binnen Nederland wordt meer dan de helft van de buitenlandse overnachtingen in NoordHolland doorgebracht. Amsterdam vormt Nederlands grootste trekpleister. Op grote afstand volgt Zuid-Holland met een kleine 13 procent van de overnachtingen. Beide provincies lieten een positieve ontwikkeling in het aantal overnachtingen zien. Alleen Drenthe en Flevoland realiseerden in 2011 minder overnachtingen.
nritmagazine
7
De meeste buitenlandse toeristen (80 procent) komen uit Europa. Vooral Duitsland, GrootBrittannië en België zijn belangrijke herkomstlanden. Buiten Europa laten de BRIC-landen de laatste jaren een flinke groei zien. Hun aandeel in het inkomend toerisme is met 4 procent echter nog altijd relatief bescheiden. Het NBTC verwacht voor Nederland in 2012 een groei van het inkomend toerisme met 1 procent. De verwachting is dat de groei vanuit België en Duitsland doorzet. Belgen en Duitsers zullen vanwege de economische crisis immers wat dichter bij huis blijven. Onder dezelfde omstandigheden zal het bezoek vanuit Zuid-Europese herkomstmarkten juist afnemen. Vakantiegedrag van Nederlanders In 2011 werden 36,3 miljoen vakanties ondernomen door Nederlanders, 0,6 procent meer dan in 2010. De overnachtingen namen tegelijkertijd af met eveneens 0,6 procent. Buitenlandse, korte en zomervakanties deden het beter dan binnenlandse, lange en wintervakanties. Rekeninghoudend met een bevolkingsgroei van 0,5 procent tussen 2010 en 2011 kan geconcludeerd worden dat van autonome groei in de vakantiemarkt nog nauwelijks sprake is. De vakantieparticipatie (het deel van de bevolking dat jaarlijks minstens een keer op vakantie gaat) bereikte nog wel een recordhoogte van 81,9 procent, maar ook in 2003 bedroeg deze al 81,8 procent. Ook in de vakantie- en overnachtingsintensiteit deden zich slechts kleine veranderingen voor. In het Trendrapport is dit keer wat verder teruggekeken dan gebruikelijk. Dan is een van de meest in het oog springende ontwikkelingen in de laatste jaren dat buitenlandse bestemmingen de overhand krijgen ten koste van binnenlandse vakanties. Terwijl de binnenlandse vakanties tussen 1980 en 2011 toenamen met 5,8 miljoen (of een factor 1,5), namen de buitenlandse vakanties toe met 10,5 miljoen (of een factor 2,3). Omdat een vakantie in het buitenland een langere verblijfsduur heeft dan een binnenlandse vakantie, is het aandeel in overnachtingen voor het buitenland nog groter dan datzelfde aandeel bij de vakanties. In 2011 werd ruim twee derde
8
nritmagazine
Totale markt van uithuizige vrijetijdsactiviteiten
Figuur 3
Bron: NBTC-NIPO Research
van de overnachtingen doorgebracht op een buitenlandse bestemming. Een bijzondere ‘tak’ van de vakantiemarkt is de seizoensrecreatie. Van jaar tot jaar doen zich hierin vaak grote fluctuaties voor. Weersomstandigheden en het al dan niet gunstig uitvallen van feestdagen spelen hierin een rol van betekenis. In 2011 resulteerden de omstandigheden in een afname van 6 procent. Van de 4,6 miljoen seizoensrecreatieve vakanties werden er 3,7 miljoen in Nederland doorgebracht. De economische waarde van vakanties is voor ondernemers in de sector van groot belang. In 2011 werd door Nederlandse vakantiegangers 15,2 miljard euro uitgegeven aan vakanties in eigen land of in het buitenland. Dat is de eerste (weliswaar beperkte) toename (+1%) sinds 2008. De toename is geheel toe te schrijven aan een groei in bestedingen aan buitenlandse vakanties. In eigen land werd 1 procent minder uitgegeven. In Nederland waren de Noordzeebadplaatsen in 2011 wederom de populairste bestemming. Er werden 2,1 miljoen vakanties doorgebracht, 2 procent meer dan in 2010. De Groningse, Friese en Drentse zandgronden namen een tweede plaats in, maar realiseerden wel een groei van bijna 11 procent. De Veluwe(rand) volgde op de derde plek, ondanks een kleine afname (-1%). Ook in het buitenland is de voorkeur van Nederlanders voor bestemmingen vrij constant.
De top 5 van vakantielanden, uitgedrukt in het aantal doorgebrachte vakanties, bleef in 2011 dan ook ongewijzigd ten opzichte van een jaar daarvoor. Behalve voor België (-1%) was voor alle top 5-landen een positieve ontwikkeling te zien. Op nummer één stond Duitsland (+3%), gevolgd door Frankrijk (+3%), België (-1%), Spanje (+13%) en Oostenrijk (+1%). Vrijetijdsgedrag van Nederlanders Nederlanders ondernemen in hun vrije tijd diverse activiteiten buitenshuis, uiteenlopend van wandelen en fietsen tot sporten, uit eten gaan of winkelen. Van mei 2010 tot en met april 2011 zijn er door de Nederlandse bevolking bijna 3,42 miljard van dergelijke vrijetijdsactiviteiten ondernomen. Ten opzichte van een eerdere meting in 2008-2009 betekent dit een daling van 4 procent. Belangrijke oorzaken van deze daling zijn de economische crisis en de toegenomen tijdsbesteding aan nieuwe media (bijvoorbeeld sociale media, gaming) de afgelopen jaren. De frequentie van de meeste activiteiten is in de afgelopen twee jaar gedaald. Alleen culturele activiteiten werden binnen een jaar vaker ondernomen. De meest populaire vrijetijdsactiviteit is het maken van een wandeling voor het plezier. In 20102011 werd dit maar liefst 409 miljoen keer ge-
daan. Winkelen in de binnenstad volgt op een tweede plaats met 211 miljoen activiteiten. Op de derde plaats staat het maken van een fietstocht (166 miljoen activiteiten). De economische waarde van de vrijetijdsmarkt is aanzienlijk. In een jaar tijd werd een bedrag van bijna 44 miljard euro besteed ten behoeve van het ondernemen van uithuizige vrijetijdsactiviteiten. Dat komt neer op ruim 12,80 euro per persoon per activiteit. Vergeleken met twee jaar eerder is de totale economische waarde met bijna 3,1 miljard euro teruggelopen. Deels is dit te wijten aan de afname van het aantal ondernomen activiteiten. Daarnaast hebben Nederlanders waarschijnlijk de hand op de knip gehouden door de economisch onzekere tijden. Sectoren In het Trendrapport besteden we uitgebreid aandacht aan de belangrijkste domeinen van de vrijetijdseconomie. Deze domeinen maken vaak een eigen ontwikkeling door. Horeca De laatste twee jaar is er weer een lichte toename van het aantal horecabedrijven te zien. Vooral de opmars van de partycateraars springt in het oog. De drankensector laat een negatieve ontwikkeling zien, waarbij relatief gezien de afname van discotheken het sterkst is. Het aanbod in de hotelsector is groeiende: in de afgelopen vijf jaar nam het aantal bedrijven toe met 10 procent. Zowel Nederlandse als buitenlandse gasten brengen dan ook steeds meer overnachtingen in hotels door. De omzet in de horeca neemt sinds 2007 in de meeste deelsectoren af. De totale omzetwaarde bedroeg in 2010 13,3 miljard euro, de laagste waarde sinds 2005. Ook het aantal faillissementen is sinds 2008 steeds toegenomen. Er is wel herstel zichtbaar. De omzet in de horeca over heel 2011 lag 4,9 procent hoger dan in 2010. Ook het eerste kwartaal van 2012 was goed. Verblijfsrecreatie Bungalowsector In 2012 waren er in Nederland 847 bungalowparken, 34 meer dan in 2008. Het laatste jaar
was echter een kleine daling te zien, waarbij anderzijds het aantal slaapplaatsen wel toenam. De parken lijken gemiddeld dus iets groter te zijn geworden. Nadat in 2010 een vrij sterke daling van bungalowvakanties en -overnachtingen was te zien, was de ontwikkeling over 2011 sterk positief. Zowel in eigen land als in het buitenland werden beduidend meer vakanties en overnachtingen in bungalows doorgebracht.
"De economische waarde van de vrijetijdsmarkt is aanzienlijk"
Kampeersector Op 1 januari 2012 waren er in Nederland 2.159 kampeerterreinen, met 683.614 slaapplaatsen. Beide namen in aantal af tussen 2011 en 2012 (-2%). Daarmee zet een trend door die al langer gaande is. In de afgelopen vijf jaar verdwenen er bijna 200 kampeerterreinen, 8 procent van het totale aanbod. Ook vakanties en overnachtingen op kampeerterreinen nemen al een langere periode in aantal af. In Nederland was de ontwikkeling in vakanties gemeten nog wel positief. De overnachtingen op Nederlandse campings namen echter af. Buitenlanders brachten in 2011 nog wel meer overnachtingen op Nederlandse campings door vergeleken met een jaar daarvoor. Groepsaccommodaties Het aanbod van groepsaccommodaties neemt al geruime tijd af, zowel wat de accommodaties als wat het aantal slaapplaatsen betreft. Ook de vakanties en overnachtingen van Nederlandse en buitenlandse gasten namen in aantal af. Vooral vakanties van Nederlanders in groepsaccommodaties in eigen land laten al jaren een negatieve trend zien. Waterrecreatie De omzet van de Nederlandse watersportindustrie was in 2010/2011 met 2,45 miljard euro lager dan in 2009/2010, toen hij nog 2,55 miljard euro bedroeg. Ook het aantal personen dat werkzaam is in de sector nam in deze periode af van 30.000 tot 27.500. Het aantal pleziervaartuigen in Nederland is voor het eerst in jaren niet gegroeid, maar afgenomen tot zo’n 521.000. In 2011 werden door Nederlanders minder bootvakanties ondernomen dan in 2010 (-4%).
nritmagazine
9
De overnachtingen daalden nog sterker (-16%). De negatieve ontwikkeling betreft enkel de bootvakanties in eigen land. In het buitenland is juist al enkele jaren sprake van een stijgende lijn. Reissector In 2011 werd voor 21,2 miljoen vakanties (59% van het totaal) op enigerlei wijze de reiswereld ingeschakeld. Daarmee ligt de totale organisatiegraad hoger dan in 2010, toen nog voor 53 procent van de vakanties de reiswereld werd ingeschakeld. In 2002 was de organisatiegraad nog beduidend lager (39%). In de meeste gevallen gaat het bij georganiseerde reizen om vooraf georganiseerd verblijf via een boekingsinstantie. Met name voor het buitenland worden ook vaak pakketreizen geboekt. Binnen de reissector groeit het aandeel van vliegreizen de laatste jaren sterk. Het internationale passagiersvervoer in de luchtvaart is in 2011 dan ook met 6,9 procent gestegen in vergelijking met een jaar eerder. Ook Nederlandse luchthavens ontvingen een recordaantal reizigers. Attractiepunten In 2011 ontvingen Nederlands vijftig populairste dagattracties bijna 37 miljoen bezoeken, ruim 2,5 procent meer dan in 2010. De top 10 van meest bezochte dagattracties bleef grotendeels ongewijzigd. De Zaanse Schans en Madame Tussauds stegen in de ranglijst door een sterke toename in het bezoek. Ook de meeste Nederlandse top 10-dierentuinen zagen in 2011 hun bezoekaantal stabiliseren of groeien. De attractieparken hebben volgens schattingen van de Club van Elf 100 tot 120 miljoen euro geïnvesteerd om meer bezoekers te trekken of het bezoekaantal stabiel te houden. Om de investeringen te laten renderen breiden veel parken de openingstijden uit of stimuleren ze meerdaags bezoek door het aanbieden van verblijfsaccommodatie. Cultuur Het bezoek aan musea die deelnemen aan de Museumkaart is in 2011 met 6,5 procent gestegen naar ruim 18 miljoen bezoeken. De Nederlandse Museumvereniging schrijft de groei vooral toe aan de heropening van diverse
10
nritmagazine
musea in 2011, samen met de kwaliteit van de programmering. Ook de verkoop van de Museumkaart is gestegen van 754.000 in 2010 naar 805.000 in 2011. In 2011 deden ook de bioscopen het goed. Werden in 2010 nog 28,2 miljoen bezoekers begroet in de Nederlandse bioscopen, in 2011 waren dat er 30,4 miljoen. Gemiddeld gaf een bioscoopbezoeker 7,88 euro uit. De poppodia schetsen een wat minder rooskleurig beeld (de cijfers hebben betrekking op 2010). Zo nam het aantal muziekactiviteiten af (-7%) en daalde het bezoek met 8 procent. De besloten verhuur nam wel toe en het gezamenlijk financieel resultaat was ook beter. Sport Heel 2011/2012 stond wat de sport betreft in het teken van allerhande ‘randverschijnselen’ rondom het beleid. Tevens werd het beleid gehinderd door aanhoudende discussies over ingrijpende bezuinigingen, wat uiteindelijk leidde tot de val van het kabinet in april. Mogelijk verklaart dat waarom 2011 voor de sport politiek toch als een wat verloren jaar moet worden beschouwd. Sportkoepel NOC*NSF ging het afgelopen jaar wel slagvaardig te werk en nam de ‘Sportagenda 2013-2016’ aan. Voor het komende jaar is het nog afwachten wat de politiek de sport gaat brengen. Vooralsnog is de sport ontzien bij de bezuinigingen op nationaal niveau.
Een snel herstel van de economie is in alle opzichten belangrijk, en niet in de laatste plaats voor de middelen die bedrijven ter beschikking hebben voor sportsponsoring. Evenementen In 2011 realiseerden de honderd populairste Nederlandse evenementen gezamenlijk een bezoekaantal van 27,7 miljoen. Er was sprake van wisselende resultaten: sommige evenementen zagen het bezoek na een terugval in 2010 weer toenemen, andere bleven op hetzelfde niveau en weer andere zagen het bezoek (verder) dalen. De Vierdaagsefeesten in Nijmegen zijn al jaren het bestbezochte evenement van Nederland. Ook in 2011 was dit weer het geval en nam het aantal bezoekers zelfs met 0,5 miljoen toe. Retail Het aantal verkooppunten in Nederland daalde in 2011 met 1 procent vergeleken met een jaar eerder. De gemiddelde winkelvloeroppervlakte nam wel toe, eveneens met 1 procent. Nadat het aantal passanten in winkelgebieden in enkele achtereenvolgende jaren daalde, bleef dit in 2011 voor het eerst stabiel en deed zich dus geen verdere daling voor. Funshoppen blijft een van de belangrijkste vrijetijdsactiviteiten van de Nederlander. Tussen mei 2010 en mei 2011 gingen Nederlanders er 535 miljoen keer op uit om te winkelen voor het plezier. Vier jaar
Trendrapport toerisme, recreatie en vrije tijd 2012 Het ‘Trendrapport toerisme, recreatie en vrije tijd’ geeft een samenhangend beeld van de gehele Nederlandse vrijetijdsindustrie. Op basis van de meest toonaangevende (statistische) onderzoeken komen de belangrijkste trends en ontwikkelingen in toerisme, recreatie en vrije tijd aan bod. Het rapport is inmiddels uitgegroeid tot hét standaardwerk voor de sector. Het ‘Trendrapport toerisme, recreatie en vrije tijd 2012’ voert u langs de belangrijkste toeristisch-recreatieve trends en ontwikkelingen en geeft een doorkijk naar de toekomst. Dit wordt aangevuld met visies en inzichten van toonaangevende brancheen kennisorganisaties uit de sector. Door de presentatie van al deze informatie in één overzichtelijke uitgave is het rapport ook uitstekend bruikbaar als naslagwerk. Het rapport kost 137,50 euro (excl. 6% BTW en 3 euro handlingskosten) en is direct leverbaar. Bestellen gaat eenvoudig via de store op www.nritmedia.nl
eerder lag dat aantal overigens nog op een beduidend hoger niveau (710 miljoen). De crisis, online winkelen en het deels in belang toenemen van ‘runshoppen’ (gericht aankopen doen) spelen hierin een rol. Tevens is de uithuizige vrijetijdsbesteding in het algemeen afgenomen. Het winkelgedrag van consumenten zal ook de komende jaren nog ingrijpend veranderen. Het Nieuwe Winkelen duidt erop dat de consument overal gebruikmaakt van mobiele informatie, dat hij continu verbonden is met sociale netwerken en dat ook altijd zijn locatie bekend is. Deze gegevens bieden de gevestigde detailhandel kansen om de communicatie met en de service aan de klant aanmerkelijk te verbeteren. Wellness Meer dan een kwart van de Nederlanders onderneemt weleens activiteiten op het gebied van wellness, beauty en ontspanning. Daarmee gaan jaarlijks zo’n 60 miljoen activiteiten gepaard. Saunacomplexen hebben volgens Rabobank in 2011 tussen de 2 en 3 miljoen bezoekers getrokken, ongeveer evenveel als in 2010. Er werd echter minder geld uitgegeven aan een bezoek: gemiddeld 40 tot 60 euro, waar dat een jaar eerder nog 45 tot 65 euro was. Vooral aan beautybehandelingen en eten en drinken werd minder uitgegeven. Ook zijn er veel acties geweest rondom arrangementen, waardoor de prijs onder druk is komen te staan. De komende jaren liggen er kansen voor de wellness in het aanbieden van uitgebreide maaltijden en voorzieningen ten behoeve van preventieve wellness. Ook zal er naar verwachting meer belangstelling zijn voor wellnessvakanties. VVV’s Tussen 2008 en 2011 is het aantal VVV-vestigingen in Nederland toegenomen. Ook het bezoek aan vestigingen en VVV-websites groeide de afgelopen vier jaar. De toename van spontane bezoekjes aan steden of streken leidt bij VVV-vestigingen tot meer informatieaanvragen: eenmaal op de bestemming wil men toch het (actuele) aanbod inzien. Ook loopt men een VVVvestiging binnen om via internet verkregen informatie te checken.
Natuur en buitenrecreatie Een groene omgeving is voor de meeste Nederlanders volgens het CBS dichtbij. Van iedere honderd inwoners hebben er 89 binnen één kilometer een groene omgeving. De gemiddelde afstand naar het dichtstbijzijnde park of plantsoen is één kilometer. Bossen bevinden zich gemiddeld op 2,1 kilometer van huis. In 2011 brachten ruim 2 miljoen buitenlandse toeristen een bezoek aan een bos of een natuurgebied en daarbij besteedden zij zo’n 580 miljoen euro. Ook recreëerden er bijna 4 miljoen Nederlandse vakantiegangers in de natuur, waarbij nog eens 800 miljoen euro werd uitgegeven. Bij één op de vier vrijetijdsactiviteiten is eveneens sprake van buitenrecreatie. Vooral wandelen en fietsen zijn populair. Per jaar worden zo’n 410 miljoen wandelingen en 166 miljoen fietstochten gemaakt van minimaal een uur. De komende jaren wordt er fors bezuinigd op het natuurbeleid, hoewel de aanvankelijke bezuiniging (van 700 miljoen naar 105 miljoen euro) later werd ‘verzacht’ door 200 miljoen euro terug te draaien.
'Het winkelgedrag van consumenten gaat de komende jaren ingrijpend veranderen'
Zakelijk toerisme Van de groep buitenlanders die jaarlijks een of meerdere nachten in Nederland verblijft (circa 11,3 miljoen gasten) komt bijna 26 procent met een zakelijke reden naar ons land. Ten opzichte van 2010 is het zakelijke verblijfstoerisme van buitenlanders aan Nederland met 4 procent toegenomen. Vanuit het Verenigd Koninkrijk kwamen in 2011 de meeste zakenreizigers in ons land overnachten (bijna 485.000 gasten). Daarna volgen de Verenigde Staten (310.000 gasten), België (274.000), Duitsland (251.000) en Frankrijk (204.000). Buitenlandse zakenreizigers zijn het meest te vinden in de vier grote steden. Vrijwel altijd (98%) wordt daarbij overnacht in een hotel. In 2011 hebben de circa 2,9 miljoen internationale zakelijke reizigers in totaal 1,48 miljard euro uitgegeven aan hun bezoek. Dat is per verblijf anderhalf keer meer dan een buitenlandse vakantieganger, en per dag 2,5 keer meer.
nritmagazine
11