thema: sanitair
Nationaal Toiletonderzoek 2013
Toiletten in de zorg het minst schoon Ziekenhuizen zijn nooit ver uit de buurt en gemakkelijk toegankelijk. Maar als u daar een toilet zoekt bij poliklinieken en publieksafdelingen dan kunt u wat de hygiëne betreft beter even doorzetten en naar een gemeentehuis, een sportclub of een horecagelegenheid gaan. tekst: Dick van Zomeren
10 |
SE R V ICE MAN AGE MENT
| 11 2013
Digitaal tt www.servicemanagement.nl tt www.tork.nl
Bij ons onderzoek naar toilethygiëne blijkt de gezondheidszorg namelijk met 20 procent slecht (1 op 5 dus) reddeloos onderaan te eindigen. Openbare gebouwen, warenhuizen en de horeca scoren allemaal beter. Bezuinigingen of gewoon minder aandacht: wie zal het zeggen? Feit is dat de gezondheidszorg vorig jaar nog 45 procent goed scoorde en een vrije val maakte: tot nu slechts 20 procent goed. Een niet eerder vertoonde daling, vooral omdat nu 50 procent van de toiletbrillen als slecht of zeer slecht (met andere woorden besmet) werd beoordeeld. De schoonste toiletten troffen we aan in de categorie ‘openbare gebouwen’, dus bij hoge nood kunt u beter een gemeentehuis, een sportclub of een (Shell) tankstation uitkiezen, want daar werd 33 procent goed bevonden. Die sector scoorde vorig jaar trouwens nog 41 procent goed. Dan de horeca, waar 31 procent als goed werd beoordeeld, bijna net zoveel (33 procent) als vorig jaar. Zelfs de tuincentra, warenhuizen en bouwmarkten eindigen dit jaar met 25 procent goed (in 2012: 32 procent) boven de schamele 20 procent goed in gezondheidscentra, ziekenhuizen en dokterspraktijken. Vier contactvlakken Hoe komen we aan die wijsheid? Gewoon door overal in het land bij elkaar 150 openbare toiletten eenmalig op een willekeurig tijdstip te bezoeken en monsters te nemen van vier contactvlakken: de toiletbril, de spoelknop, de deurknop aan de binnenkant van de deur en ten slotte de knop van de kraan. Dat aantal van 150 toiletten is verdeeld in dames- en herentoiletten in vier sectoren: openbare gebouwen als gemeentehuizen, sportcomplexen, musea, (tank)stations en bibliotheken, de horeca met hotels, café’s en restaurants, warenhuizen als tuincentra, bouwmarkten, meubelcentra en ten slotte de sector gezondheidszorg met dokterspraktijken, gezondheidscentra en ziekenhuizen.
Bij de beoordeling heeft het visuele aspect geen rol gespeeld omdat daarvoor geen objectieve maatstaven gelden. Wat de één redelijk schoon acht, vindt de ander maar matig of vies. Dat oordeel kan al worden beïnvloed door een stuk toiletpapier op de grond. Vandaar dat we bacteriologische normen hanteren en met steriele voedingsbodems vaststellen of een toiletbril dan wel een kraanknop op dat moment schoon was. Straks meer over het nemen van monsters. Even over de contactvlakken. Dat de toiletbril vaak vies is (38 procent) zal u niet verbazen. Die omringt de bron als het ware en minstens half Nederland dekt daarom de zitting zorgvuldig af met papier alvorens plaats te nemen. En dames verkiezen het erboven hangen sowieso. Maar ook 28 procent van de kraanknoppen rolt als slecht of zeer slecht uit de bus. Dat komt omdat die altijd met natte handen worden dichtgedraaid en ferm moet worden beetgepakt. Met besmette handen de knop opendraaien, met natte handen weer dichtdraaien en kamertemperatuur: dan willen bacteriën wel. Dan de spoelknop: gemiddeld 19 procent besmet. Geen wonder dat we die het liefst met slechts één vinger indrukken. Van de deurknoppen was niet meer dan 9 procent vies. Maar dat komt vooral doordat we deze met de onderkant van de hand neerdrukken en niet omvatten. Over die stevig beet te pakken draaiknop van het slot denken we maar even niet na...
‘Omgevingslucht in het toilet. Net gemest in omgeving’
11
thema: sanitair
Hele land doorkruist Voor de test is het hele land doorkruist en zijn honderden kilometers afgelegd. Plaatsnamen die opduiken bevestigen dat: Wolvega, Cuijk, Serooskerke, Maastricht, Lisse, Bruinisse, Delfzijl en Ootmarsum. Voor dit onderzoek is een team ingeschakeld van SCA Hygiene Products, bekend van Tork, bestaande uit drie dames en zeven heren. Gedurende de eerste helft van september hebben die werkelijk stad en land afgereden voor het nemen van monsters. De redactie van dit blad heeft toegezien op de spreiding van de regio’s en bepaald hoeveel openbare toiletten in elk van de vier categorieën dienden te worden bezocht, gelijk verdeeld in dames en heren. Maar daarbinnen waren de leden van het testteam volkomen vrij om zelf de dag en het tijdstip te kiezen alsmede wélk toilet.
In openbare gebouwen (gemeentehuizen, sportcomplexen, musea, stations) zijn de schoonste toiletten vinden. In die categorie werd 33 procent van de toiletten als goed beoordeeld, hoewel dat vorig jaar nog 41 procent was. De horeca noteerde nu 31 procent goed (vorig jaar 33 procent), terwijl warenhuizen en tuincentra 25 procent goed scoorden, toch 7 procent minder dan in 2012. De hygiëne van toiletten in de gezondheidszorg daalde dramatisch: van 45 procent goed (2012) naar nu 20 procent goed, vooral door sterk vervuilde toiletzittingen.
Bij elke test werd vastgelegd wanneer en waar dat was, het tijdstip, de categorie en wat de visuele indruk was, hoewel dat laatste in de eindrangschikking geen rol speelde. De dames en heren werd ook gevraagd te noteren wat er ontbrak, wat er defect was en een oordeel te geven over het sanitair als geheel. Elk toilet is voor de test slechts eenmaal bezocht, zonder vooraankondiging. Dit om te vermijden dat de beheerder het sanitair nog even extra onder handen zou nemen. We komen in elk toilet slechts
12 |
SE R V ICE MAN AGE MENT
| 11 2013
eenmaal,daarom is het niet fair om bij een lage score individuele gebouwen of etablissementen te noemen. Het kan immers om pure pech gaan. Misschien liet juist die dag de schoonmaakdienst verstek gaan of maakte net de vorige toiletbezoeker er een potje van. Maar soms is het overduidelijk dat de beheerder echt zijn/haar best doet om er wat van te maken en is het bovendien nog schoon ook. In zo’n geval noemen we de naam en locatie wél als een aanmoediging. Voedingsbodems Tijdens zo’n heimelijk bezoek is elk van de vier contactvlakken tweemaal bemonsterd met steriele voedingsbodems, Hygicult TPC en Hygicult E, geleverd door Flexchemie in Ridderkerk. TPC staat voor Total Plate Count, waarmee kan worden onderzocht of een oppervlak op dat moment schoon was. E staat voor entero’s, waarmee sporen van fecaliën, zeg maar poep, zijn aan te tonen. Het constateren van die entero’s wordt de beheerder zwaar aangerekend omdat hij/zij geacht wordt de frequentie van de schoonmaak aan te passen aan de drukte in de toiletten. Maar ja, de bezuinigingen… Elke slechts eenmaal te gebruiken smalle en langwerpige voedingsbodem is verpakt in een doorzichtig kokertje en bevestigd aan de deksel, een schroefdop, rood of paars gekleurd, die is genummerd en voorzien van een afkorting van het te meten contactvlak. Aangekomen in het toilet schroeft
schimmels op de transportband van de vuilverbranding deponeert.
men de dop los en drukt de voedingsbodem, die eruitziet als een waslaagje, op het te meten oppervlak. Ogenschijnlijk verandert er dan niets, maar bij besmetting ontstaat enkele dagen later schimmel op het waslaagje en is de mate van vervuiling meetbaar, evenals de aanwezigheid van de onsmakelijke entero’s. Tweemaal bemonsteren Door elk van de vier contactvlakken tweemaal te bemonsteren, resulteert iedere test in acht bemonsterde voedingsbodems, ook wel dipslides genoemd. Acht monsters van 150 toiletten leveren een massa kokertjes op, 1200 om precies te zijn, die dienen te worden beoordeeld en gerubriceerd. Dat is de taak van Jacques van den Wijngaard van Alfa Chemie en Hygiëne Consult in Alphen aan den Rijn. Zijn taak resulteert in een onderverdeling naar dames- en herentoiletten en per contactvlak in de kwalificatie goed, matig, slecht of zeer slecht. Daaruit rolt als vanzelf de eindrangschikking. Het klinkt allemaal simpel en het monsters nemen vergt inderdaad nauwelijks vijf minuten. Maar het bestellen, nummeren, het instrueren van het team en het verdelen van de monsters, vervolgens het testen zelf, de inzameling en het naar Alphen aan den Rijn transporteren, is een traject dat veel hoofdbrekens en vooral kilometers kost. Het moet Van den Wijngaard een enorme voldoening geven als hij als slotakkoord de dozen met de nog altijd uitdijende
Bij elke test kreeg een lid van het team de mogelijkheid commentaar te leveren op het geboden sanitair, opvallende zaken te noteren en een rapportcijfer te geven. Los van de uiteindelijke score van het betreffende toilet leverde dat onderhoudende constateringen en reacties op. Hieronder een greep uit de 150 formulieren, ingedeeld naar de eindscore per sector. Openbare gebouwen Wat de hygiëne betreft staan de openbare gebouwen met 33 procent goed (vorig jaar 41 procent) bovenaan. Hulde aan beheerders van musea, golfclubs, tankstations, sporthallen en gemeentehuizen. Over toiletten bij tankstations langs snelwegen werd tot voor kort alleen huiverend gesproken en gebruikte je ze alleen bij echt hoge nood. Vooral wat betreft toiletten die je buitenom en ongezien kon gebruiken. Maar de grote merken en de beheerders hebben er wat aan gedaan. Sterker nog, onder de zes toiletten die eruit springen wat het schoon zijn betreft, bevinden zich twee Shell-tankstations: De Sprang bij Waalwijk en Shell To the Loo bij Bodegraven. Ze zijn niet alleen schoon, maar scoren ook visueel een 9 en een 8! Mooi en trendy staat er, en in Bodegraven is er zelfs een sensorkraan. Niet onmiddellijk allemaal naar een tankstation gaan, want over een BP-station aan de kust wordt gemeld ‘niet schoon, bril los, hele kleine blower’. Bij een Texaco in Brabant is alles ‘erg basic’. Dan naar de sport. Ook hier een score die eruit springt: een locatie die we - net als de twee tankstations hierboven - tot de schoonste zes van ons onderzoek mogen rekenen: het herentoilet van de voetbalclub SV Capelle in Sprang-Capelle. Lekker voetbal-
13
len, een biertje en een toilet dat (bacteriologisch) schoner is dan het gemiddelde toilet in de gezondheidszorg. Wat wil je nog meer? Een profcontract misschien voor de toiletbeheerder. ‘Alles aanwezig’ Meer goed nieuws uit die sector. Over een sporthal in oostelijk Gelderland, die een 9 krijgt voor de aanblik. ‘Trendy, inrichting past bij de rest. Frisse en schone uitstraling.’ Een golfclub bij Alkmaar scoort visueel slechts een 8, maar luistert u even: ‘Zeer trendy toiletten. Mooi interieur, non-touch kranen en alles aanwezig.’ Nog een sporthal in NoordHolland: een magere 7, want ‘gedateerd, echter wel schoon en fris.’ Twee dikke onvoldoendes voor dito sporthallen, bij Boxmeer en Nijmegen. ‘Heel oud toilet met vergeelde dispensers. Basis vloer- en wandtegels.’ En een 3 voor nummer twee. ‘Oubollige uitstraling door de vloer en wandtegels.’ En dan de uitsmijter: ‘Urinelucht.’ In minstens tien gevallen wordt het toilet omschreven als ‘netjes, eenvoudig’ of ‘basic, maar schoon.’ Zes toiletten scoren visueel een dikke onvoldoende. In een beursgebouw op de Veluwe: ‘Oud, gedateerd. Op zich netjes, maar die nare geur krijg je niet verdekt.’ In twee sportcomplexen is het ‘rommelig’ en is de ‘rolhouder defect.’ In een zwembad hebben de toiletten een ‘oubollige uitstraling door de vloer- en wandtegels.’ Een tankstation bij de Moerdijk krijgt een 4. ‘Redelijk schoon, maar ouderwets. Heel veel omgevingslucht. Ik denk dat er net gemest is in de omgeving.’ Huivert u ten slotte even mee met een teamlid dat ’s avonds om halfzeven een herentoilet bezoekt in een sportfondsenbad in de bollenstreek. ‘Wat een smerig toilet is dit! Zeiknatte vloer, stinkt, alle knoppen zijn nat. En dat in een hal van een zwembad, niet in een kleedkamer of bij het bad zelf !’ Het oordeel: een 1 voor de aanblik en een 2 voor de staat van het sanitair. Zelfs de badmeester houdt ‘het’ op voor thuis.
De horeca Restaurants, hotels en cafés eindigen dit jaar met 31 procent goed als tweede, hoewel ze in 2012 nog 33 procent scoorden. Een mooie gedachte als het sanitair goed scoort, vooral als er een keuken bij de zaak hoort... Eerst maar twee etablissementen die eruit springen wat betreft schoon zijn, de inrichting en die een 9 of een 10 scoren. Beide rekenen we tot de zes winnaars van deze test. Bovenaan, met een 10, staat het ‘Polenhotel’ (zoals het wordt omschreven op internet) van Good Morning in Welberg. Lyrisch is het teamlid. ‘Alles werkt perfect. Niets ontbreekt. Mooi en trendy toilet. Mooie uitstraling. Zeer, zeer mooi.’ Allemaal naar West-Brabant dus, al is het alleen maar om te kijken. Als we toch in de regio zijn, dan door naar restaurant Passant in Moerdijk/ Zevenbergen. Om 11.50 uur bij het herentoilet, waar
In het kort Resultaten Nationaal Toiletonderzoek 2013 De hygiëne in openbare toiletten is aanmerkelijk gedaald. Dat blijkt uit het door Service Management georganiseerde Nationaal Toiletonderzoek 2013. Dit jaar werd 29 procent van de openbare toiletten als (bacteriologisch) schoon beoordeeld. Een daling ten opzichte van 2012 met 9 procent. De damestoiletten bleken bij deze meting met 37 procent goed een stuk schoner dan die van de heren. Die bleven steken op 25 procent goed en brachten daardoor het gemiddelde een stuk omlaag. Vermijd toiletbril Probeer zoveel mogelijk contact met de toiletbril te vermijden, want gemiddeld 38 procent daarvan bleek besmet met enterobacteriën (afkomstig van poep). In de gezondheidszorg was dat zelfs meer dan 50 procent. Van de kraanknoppen was 28 procent besmet en van de spoelknoppen 19 procent. De deurknop is met 9 procent besmet het minst vervuilde contactvlak.
15
thema: sanitair
visueel een 9 wordt gescoord. ‘Niets ontbreekt, alles in zeer goede staat. Mooi, modern, schoon en functioneel toilet. Communicatieborden bij de urinoirs.’ Bij het bekijken van 40 oordelen over sanitair in de horeca, stuit je heel vaak op opmerkingen als ‘oud, maar schoon’ of ‘klein’ dan wel ‘oubollig, gedateerd’. Wat bij het visuele oordeel sterk speelt, is een vieze of beetje natte vloer, waarbij iedereen er maar vanuit gaat dat het niet om gewoon water gaat. Een vloer met een stuk papier wordt al als heel negatief ervaren. Verkeerd richten In vier gevallen, allemaal bij de Heren, wordt geklaagd over een urinelucht. Bij een fastfoodzaak in de Betuwe omschrijft men dat nog als ‘een penetrante geur’, bij net zo’n zaak in Amsterdam Zuidoost (met non-touch kranen) is dat al ‘een urinelucht’ die echter bij de concurrent in hetzelfde stadsdeel al heftiger wordt omschreven. ‘Een penetrante urinelucht.’ Terwijl over het sanitair van een restaurant in De Meern onomwonden wordt gemeld: ‘Urinoirs zonder water. Vast heel zuinig, maar
de hele ruimte stinkt naar pies.’ Misschien heeft dat meer met verkeerd richten te maken dan met het ontbreken van spoelwater. Maar toegegeven, het blijft als man wennen aan een urinoir zonder doorspoeling. Los van de aantekening dames- of herentoilet op het formulier, is het man/vrouw verschil ook in de opmerkingen terug te vinden. Bij drie damestoiletten in de horeca die visueel allemaal een voldoende scoren, in Amersfoort, Cuijk en Malden, wordt verheugd vastgesteld dat er ‘een luierverschoonplank’ aanwezig is, hoewel die in Amersfoort een ‘babyverzorgingsplank’ wordt genoemd. In Cuijk kun je je baby bovendien via ‘een mooie barokspiegel in een passend grijs toiletinterieur’ desgewenst ook nog van achteren bekijken. Nog twee aantekeningen. Bij een strandpaviljoen in Zandvoort: ‘Zaak was gesloten. Toiletten wel open, misschien een openbare functie op het strand.’ Dat is mooi. Maar dan: ‘Armoedig geheel’. Bovendien ontbreekt de deur in het herentoilet en is de zeepdispenser leeg. Een ongewone horecazaak ten oosten van de stad Utrecht: ‘Erg rommelig. Doekjes op de grond. Geen papierrol op de hanger. En dat in een sfeervolle biologische eetlocatie!’ Dat doet verlangen naar gewoon supermarkteten en schone toiletten. Warenhuizen, tuincentra Ook Zweedse warenhuizen, Hema’s, Albert Heijns, tuincentra en bouwmarkten ontsnapten niet aan de aandacht van het testteam. In deze categorie scoorde 25 procent goed. Dat mag matig worden genoemd omdat de teller een jaar geleden nog op 32 procent bleef steken. Eerst de winnaar: de Hema in Almere. De laatste van de zes aan de top, bestaande uit de twee tankstati-
16 |
SE R V ICE MAN AGE MENT
| 11 2013
ons, twee restaurants, de voetbalclub en dus deze Hema in de polder. Het damestoilet werd bezocht en alles is aanwezig. Het oordeel: ‘Plezierig, met een toiletjuffrouw die erg aardig was. Leuk behang, details zoals geurkaarsen. Trendy en schoon.’ Dat levert visueel een 9 op en het toilet bleek achteraf ook nog eens bacteriologisch schoon. Die dame heeft in een andere Hema in Utrecht een mannelijke collega en deze kost geld. ‘Kosten 40 cent. Erg basic toilet. Toiletmeneer maakt na ieder bezoek schoon.’ Levert visueel een 9 op. Gemiste kans Het kan verkeren. Bij een Ikea in Noord-Holland, bij de heren: ‘Wat een matig en vies toilet voor zo’n trendy winkel! Echt een gemiste kans! Handen drogen moet met behulp van een loeiende maar wel effectieve luchtdroger die eruitziet als een broodrooster waar je handen in moeten. Die apparaten leveren daar lekwater op, want het bakje was gesloopt.’ Bij een Albert Heijn in het Gooi een 3 voor de aanblik van een gemengd toilet. Een toiletborstel ontbreekt en in het vakje oordeel/ervaring noteert een dame: ‘Vies en stank.’ Daar lokt Albert Heijn geen snelle Gooische Vrouwen mee als klant. De bevindingen in drie tuincentra in Zeist, Emmen en Malden: alleen Zeist scoort een voldoende als het om de aanblik gaat. Daar betaal je wel voor. Het commentaar: ‘Kosten 30 cent. Erg basic. Geblokte vloer en geurproducten op de wasbak. Oogt verzorgd, voorzieningen echter matig. Geen toiletjuffrouw of -meneer.’ In Emmen een 3, want ‘het toilet was tien jaar geleden al verouderd.’ In Malden (een 5) moeten ze ook aan de slag. ‘Toiletbril zit scheef, borstel kapot. Open plafond, waardoor ventilatiebuizen zichtbaar zijn.’ Nog een tuincentrum, bij Nijmegen, waar een 4 wordt gescoord voor ‘een zeer
basic en oud’ sanitair. Bij een Karwei in Brabant een voldoende voor het schoon zijn en de inrichting, maar ‘de afzuiging is luidruchtig’. Bij een groothandel in Tilburg wordt de klant verzocht het te melden als er iets niet in orde is. Mooi aangeboden, maar het hoeft niet. Schoon en sanitair scoren een 8 en niets ontbreekt. Gezondheidszorg Zieken- en verpleeghuizen, dokterspraktijken en gezondheidscentra moeten de openbare gebouwen, de horeca, tuincentra enzovoort allemaal voor laten gaan waar het toilethygiëne betreft. Slechts 20 procent werd als goed beoordeeld (vorig jaar 45 procent). Nooit eerder was de score zo laag. Maar twee jaar geleden was dat ook al slechts 28 procent. Daar moet meteen bij worden aangete-
‘Het blijft wennen, een urinoir zonder spoeling’ kend dat de bezochte toiletten zich niet in of bij de patiëntenkamers bevonden. Het ging om sanitair in de hal en bij de poliklinieken. Maar toch. Die lage score is niet af te zien aan de formulieren waarop per toilet is aangegeven hoe het sanitair eruitziet. Er is welgeteld maar één (dames)toilet, in een ziekenhuis in het Gooi, waar de staat van het sanitair een onvoldoende scoort (oud) en dat is met een 5 maar nét. Ook opvallend: er is maar één toilet waar wordt geklaagd over ‘een vieze lucht’ en dat is in ditzelfde toilet. En dat al om negen uur in de och-
17
tend en... ‘de zeepdispenser is moeilijk te bereiken’. Soms komt de dag maar moeilijk opgang… Negatieve beleving In ziekenhuizen is volgens de aantekeningen heel vaak sprake van ‘een standaard inrichting of uitstraling’. In de gezondheidszorg zijn ze gek op disposables voor het handen drogen, papier dus. Maar als dat los wordt aangeboden, als gevouwen papiertjes, komen die onvermijdelijk ook op de grond terecht en het effect daarvan op de negatieve beleving van schoon kennen we inmiddels. In een ziekenhuis regio Haarlemmermeer: ‘Standaard inrichting. Veel papier naast de afvalbak.’ In een ziekenhuis in diezelfde regio is de vervuiling buitengewoon heftig. De keurmeester, Van den Wijngaard, constateert dat elk vlak (zitting, kraan, deur, spoelknop) besmet is met entero’s. Letterlijk: ‘De poep zit overal. Bij de Hema, McDonalds of zelfs een tankstation of voetbalclub ben je beter af !’ Over naar de Flevopolder, naar een ziekenhuis, met een ‘standaard inrichting en een verouderd toilet.’ Vervolgens een meevaller: ‘Ruikt niet, maar nodigt ook niet uit.’ Vermoedelijk wel als je hoogstnodig moet en op zoek bent naar opluchting. Soms hoef je daarvoor niet eens echt van het toilet gebruik te maken. In een medisch centrum in de polder is de hygiëne in het ‘oubollige toilet niet optimaal’, maar er staat wel ‘een kar met verpleegkundige middelen en incontinentiemateriaal in het herentoilet’. Als dat ook voor bezoekers is bedoeld, dan is de facilitaire dienst wel heel attent. Over het algemeen klaagt men niet over de sanitaire voorzieningen, die vaak oud worden genoemd, standaard of netjes en ook wel luxe of mooi. Maar dat is geen garantie tegen bacteriologische vervuiling en ook hier: schijn bedriegt.
De vervuiling is slechts een doodenkele keer zichtbaar. Bijvoorbeeld in de vorm van een natte vloer, maar dat levert overlast op, geen besmetting. Bouwkundig klopt het allemaal wel in de ziekenhuizen en gezondheidscentra. Het mankeert vooral aan het schoonmaakprogramma en dan vooral de schoonmaakfrequentie. Alleen ‘s ochtends de boel onder handen nemen is ontoereikend. Die laatste plaats komt vooral doordat in de gezondheidszorg 50 procent van de toiletbrillen besmet bleek, terwijl dat gemiddelde in de drie andere sectoren slechts 36 procent was. Van de kraanknoppen was 37 procent besmet tegen 26 procent bij de rest. En de spoelknoppen in de gezondheidszorg bleken met 27 procent slecht een stuk viezer dan die van de andere sectoren: 18 procent. Alleen met deurknoppen scoren de ziekenhuizen ongeveer gelijk aan de anderen. De schoonmaakfrequentie in de algemene ruimten moet omhoog, vooral ertussendoor en midden op de dag. Volgend jaar is er een herkansing voor de gezondheidszorg, want 1 op de 5 toiletten schoon is natuurlijk wel erg weinig voor een sector die het moet hebben van preventieve maatregelen, schoon, hygiëne en ontsmetting.
Advertentie
19