TOERNOOIREGLEMENT PETANQUE
NOVEMBER 2012
Vastgesteld door de bondsvergadering op 17 november 2012; inwerkingtredend op 1 januari 2013.
INLEIDING Voor zover in dit reglement (TRP) niet anders is bepaald, zijn de bepalingen van het Internationaal Spelreglement Petanque (ISP) van toepassing. De volgende artikelen in dit TRP en zijn bijlagen wijken bewust af van het bepaalde in het ISP: artikel 9 (belijning en afmetingen van banen) bevat afwijkingen van het ISP, artikel 5; artikel 30 (regeling invallers) is een verruiming van het ISP, artikel 33; bijlage 1 (nationale competitie) en bijlage 2 (nationaal kampioenschap voor verenigingen) bevatten in artikel 3 verruimingen van het ISP, artikel 33; en bijlage 10 (nationaal kampioenschap precisieschieten) beschrijft niet het petanquespel. Dit toernooireglement mag niet in tegenspraak zijn met de statuten van de bond, noch met het huishoudelijk reglement of het tuchtreglement.
ALGEMEEN Artikel 1
Doel en toepasselijkheid van dit reglement
1.1
Dit reglement geeft regels voor de organisatie van toernooien, georganiseerd door of namens de bond of door zijn leden, hierna te noemen verenigingen. Het is van dwingende toepassing op alle toernooien, met uitzondering van onderlinge ontmoetingen waaraan alleen leden van de organiserende vereniging en van ten hoogste drie andere verenigingen kunnen deelnemen.
1.2
Het houden van een niet–goedgekeurd toernooi is niet toegelaten.
Artikel 2 Begripsbepalingen 2.1 In dit reglement wordt, tenzij uit de context anderszins blijkt, verstaan onder: toernooi een door of namens de bond of door een vereniging georganiseerd één- of meerdaags evenement waarbij petanque in wedstrijdverband wordt beoefend door het spelen van één of meer partijen; deelnemer eenieder die voor een toernooi is ingeschreven; speler een deelnemer of invaller die aan het spel deelneemt; coach een deelnemer aan een toernooi die een team begeleidt en die geen speler is; vervanger een deelnemer die een eerder ingeschreven deelnemer vervangt gedurende de gehele duur van het toernooi; invaller een licentiehouder die in plaats van een ingeschreven deelnemer alle resterende partijen van diens team op één speeldag speelt; equipe een eenheid van één of meer deelnemers, zoals bedoeld in het spelreglement; equipeleider de coach van de equipe of, bij ontstentenis daarvan, de eerst opgegeven deelnemer die tot de equipe behoort; team een eenheid van één of meer equipes die als zodanig deelneemt aan een toernooi; teamleider de coach van het team of, bij ontstentenis daarvan, de eerst opgegeven deelnemer die tot het team behoort; enkelspeler een equipe bestaande uit één speler; doublet een equipe bestaande uit twee spelers; triplet een equipe bestaande uit drie spelers; spelreglement de goedgekeurde Nederlandse vertaling van het laatste door het congres van de FIPJP vastgestelde Internationaal Spelreglement Petanque; en licentie een persoonsgebonden bewijs van speelgerechtigdheid, afgegeven door een lid van de FIPJP.
Toernooireglement Petanque
1-11
Versie 1.1 – November 2012
2.2
Een Nederlandse W–licentie is een licentie gemerkt met de letter „W” (wedstrijdspeler), afgegeven door de bond. Een Nederlandse J–licentie is een licentie gemerkt met het woord „Jeugd”, afgegeven door de bond.
2.3
Deelnemers aan een toernooi worden naar de leeftijd die zij in het lopende kalenderjaar hebben bereikt of hopen te bereiken onderscheiden in: senior een deelnemer van ten minste 18 jaar; veteraan een deelnemer van ten minste 55 jaar; belofte een deelnemer van 18, 19, 20, 21, 22 of 23 jaar; jeugdspeler een deelnemer van ten hoogste 17 jaar; junior een deelnemer van 15, 16 of 17 jaar; aspirant een deelnemer van 12, 13 of 14 jaar; en pupil een deelnemer van ten hoogste 11 jaar. Een licentie, afgegeven door een ander lid van de FIPJP dan de bond, wordt beschouwd als: W–licentie indien de houder in het lopende kalenderjaar de leeftijd van ten minste 18 jaar bereikt; en J–licentie in het andere geval.
2.4
TOERNOOICATEGORIEËN Artikel 3 3.1
3.2
Categorieën
De toernooien zijn ingedeeld in drie categorieën: toernooien van categorie 1: nationale kampioenschappen; toernooien van categorie 2: toernooien met landelijke betekenis; en toernooien van categorie 3: alle overige toernooien. Het bondsbestuur bepaalt tot welke categorie een toernooi behoort, met inachtneming van het bepaalde in Artikel 4, Artikel 5 en Artikel 6.
3.3
Het bondsbestuur kan besluiten aan een toernooi van categorie 1 of 2 de status „ranglijsttoernooi” toe te kennen.
3.4
Het afdelingsbestuur kan besluiten aan een toernooi van categorie 3 de status „promotietoernooi” toe te kennen.
Artikel 4
Categorie 1: nationale kampioenschappen
4.1
Toernooien van categorie 1 zijn toernooien waarvan de resultaten bepalend zijn voor het behalen van een nationale titel. Voor deze nationale kampioenschappen zijn afzonderlijke regels van toepassing die zijn opgenomen in bijlagen bij dit reglement.
4.2
De organisatie van toernooien van categorie 1 berust bij het bondsbestuur.
4.3
Toernooien van categorie 1 zijn opengesteld voor houders van een Nederlandse W– of J–licentie.
4.4
De bond kent de volgende nationale kampioenschappen: de nationale competitie, het nationaal kampioenschap voor verenigingen, het nationaal kampioenschap tripletten, het nationaal kampioenschap vrouwen, het nationaal kampioenschap jeugd (in drie leeftijdsklassen), het nationaal kampioenschap veteranen, het nationaal kampioenschap doubletten, het nationaal kampioenschap mix, het nationaal kampioenschap tête-à-tête, en het nationaal kampioenschap precisieschieten. Voorronden op afdelingsniveau, voor zover bestaand bij de in 4.4 genoemde kampioenschappen, worden beschouwd als toernooien van categorie 3, ongeacht het bepaalde in 4.1.
4.5
Toernooireglement Petanque
2-11
Versie 1.1 – November 2012
Artikel 5
Categorie 2: toernooien met landelijke betekenis
5.1
Toernooien van categorie 2 zijn toernooien met een landelijke betekenis, die aan hoge eisen voldoen ten aanzien van de kwaliteit van organisatie en deelnemersveld.
5.2
Toernooien van categorie 2 worden gespeeld volgens een wedstrijdsysteem waarbij op elk moment teams die nog geen partij hebben verloren op grond van door hen behaalde resultaten uitzicht behouden op de toernooiwinst.
5.3
De organisatie van toernooien van categorie 2 berust bij de bond of bij een vereniging.
5.4
Toernooien van categorie 2 zijn opengesteld voor houders van een W– of J–licentie.
5.5
Indeling van een toernooi in categorie 2 geschiedt door het bondsbestuur, met inachtneming van het bepaalde in Artikel 16.
5.6
Het bondsbestuur draagt zorg voor een verantwoorde spreiding in tijd en locatie van de toernooien van categorie 2.
Artikel 6
Categorie 3: overige toernooien
6.1
Alle overige toernooien zijn toernooien van categorie 3. Hieronder vallen onder meer toernooien waarvan de spelresultaten bepalend zijn voor het behalen van de titel „afdelingskampioen”.
6.2
De organisatie van toernooien van categorie 3 berust bij de bond of bij een vereniging.
6.3
Toernooien van categorie 3 zijn, tenzij ze zijn aangewezen als promotietoernooi, alleen opengesteld voor houders van een W– of J–licentie.
Artikel 7 Ranglijsttoernooien 7.1 Ranglijsttoernooien zijn toernooien waarbij aan deelnemers, op basis van de door hen behaalde resultaten, door het bondsbestuur punten kunnen worden toegekend. 7.2
De organisatie van ranglijsttoernooien berust bij de bond of bij een vereniging.
7.3
Voor de ranglijsttoernooien zijn afzonderlijke regels van toepassing, die zijn opgenomen in Bijlage 11 van dit reglement. Als een toernooi van categorie 1 tevens een toernooi is waaraan de status „ranglijsttoernooi” is toegekend, gelden de regels van het toernooi van categorie 1; voor plaatsing en voor de toekenning van ranglijstpunten gelden de regels van Bijlage 11.
7.4
Toekenning van de status „ranglijsttoernooi” geschiedt door het bondsbestuur, met inachtneming van de voorwaarden gesteld in Artikel 16 en in Bijlage 11.
Artikel 8
Promotietoernooien
8.1
De organisatie van promotietoernooien berust bij de bond of bij een vereniging.
8.2
Voor promotietoernooien zijn afzonderlijke regels van toepassing, die zijn opgenomen in Bijlage 12 van dit reglement.
8.3
Toekenning van de status „promotietoernooi” geschiedt door het afdelingsbestuur, met inachtneming van de voorwaarden gesteld in Artikel 17 en in Bijlage 12.
ACCOMMODATIES Artikel 9
Speelterrein
9.1
De begrenzing van het toegestane terrein wordt zichtbaar gemaakt door middel van uitlijnen.
9.2
Als het terrein van een afzetting is voorzien, wordt deze beschouwd als een obstakel in de zin van het spelreglement.
9.3
De afstand tussen de afzetting en de grens van niet–toegestaan terrein (de uitlijn of verlieslijn) moet, in afwijking van het spelreglement, ten minste 30 cm bedragen.
9.4
Binnen het toegestane terrein kunnen door middel van afbakeningslijnen vakken of banen worden aangegeven.
9.5
Voor de toernooien van categorieën 1 en 2 geldt dat de minimale ruimte tussen de afbakeningslijnen in de kwartfinales en daarna 4 meter bij 15 meter bedraagt.
9.6
Voor alle overige toernooien en partijen geldt dat de minimale ruimte tussen de afbakeningslijnen 3 meter bij 12 meter bedraagt.
Toernooireglement Petanque
3-11
Versie 1.1 – November 2012
Artikel 10
Accommodaties voor toernooien van categorie 1, 2 of 3
10.1 De accommodatie voldoet aan de goedgekeurde beschrijving, als bedoeld in Artikel 14. 10.2 Er is voldoende schuilgelegenheid voor de deelnemers. 10.3 Er zijn gegevens aanwezig bevattende de naam, het adres en het telefoonnummer van de dichtstbijzijnde dienstdoende arts en van het dichtstbijzijnde ziekenhuis met een EHBO–afdeling. 10.4 Er is een EHBO–uitrusting aanwezig, en ten minste één persoon met ten minste een EHBO– of een gelijkwaardig diploma. Artikel 11
Accommodaties voor toernooien van categorie 1 (aanvullend)
11.1 Er is een afgescheiden en overdekte ruimte ten behoeve van de wedstrijdleiding en de scheidsrechter, voorzien van een tafel en zitgelegenheid voor ten minste drie personen. 11.2 Er zijn publicatieborden voor deelnemers– en uitslagenlijsten en voor andere mededelingen; deze borden zijn zodanig opgesteld dat de belangstellenden van de inhoud kunnen kennisnemen. 11.3 Er is een omroepinstallatie. 11.4 Er is een voldoende restauratieve voorziening. 11.5 Er is een ruimte, zo mogelijk het invalidentoilet, die kan worden ingericht als dopingcontroleruimte, zoals beschreven in het dopingreglement. 11.6 De organisator voldoet aan eventueel door de bond met sponsors gemaakte afspraken. Artikel 12 Ontheffingen 12.1 Het bondsbestuur (of, bij een toernooi van categorie 3, het afdelingsbestuur) kan ontheffing verlenen van één of meer van de voorwaarden uit Artikel 9, Artikel 10 of Artikel 11 betreffende de accommodatie. 12.2 De ontheffing als bedoeld in 12.1 is tijdens het toernooi aanwezig, en is in te zien voor iedere deelnemer aan het toernooi, voor de scheidsrechter, en voor de wedstrijdleider.
AANVRAAGPROCEDURES Artikel 13
Toernooikalender
13.1 De bond kent een toernooikalenderjaar dat aanvangt op 1 oktober en eindigt op 30 september van het daaropvolgende jaar. 13.2 Het bondsbestuur maakt jaarlijks uiterlijk op 31 december in het Informatiebulletin en op de NJBB– webstek bekend op welke dagen in het eerstvolgende toernooikalenderjaar toernooien van categorie 1 worden gehouden. 13.3 Bij deze bekendmaking vermeldt het bondsbestuur tevens eventuele aanvullende accommodatie– eisen. 13.4 Het bondsbestuur kan in elk toernooikalenderjaar één weekeinde aanwijzen waarin de „Nationale Jeu–de–Boulesdag” wordt gehouden. Artikel 14
Beoordeling van de accommodatie
14.1 Goedkeuring van een toernooi kan slechts worden verleend na een beoordeling van de accommodatie. Daartoe dient de aanvrager jaarlijks, op een door het bondsbestuur vastgesteld formulier, een beschrijving van de accommodatie in bij de afdeling. 14.2 De afdeling waaronder de aanvrager ressorteert controleert de beschrijving, bepaalt het maximaal aantal tegelijk te spelen partijen voor de accommodatie, en maakt daarbij onderscheid tussen binnen– en buitenterrein. 14.3 Kopieën van de goedgekeurde beschrijving gaan naar de aanvrager en naar het bondsbestuur. Artikel 15 Toernooien van categorie 1 15.1 Een vereniging die een accommodatie beschikbaar wenst te stellen voor een toernooi van categorie 1 dient daartoe een aanvraag in bij het afdelingsbestuur waaronder zij ressorteert, op een door het bondsbestuur vastgesteld formulier. Toernooireglement Petanque
4-11
Versie 1.1 – November 2012
15.2 De aanvraag als bedoeld in het voorgaande lid wordt ingediend bij het afdelingsbestuur, uiterlijk op 1 februari voorafgaande aan het toernooikalenderjaar waarin het toernooi aanvangt. 15.3 Bij de aanvraag van een toernooi van categorie 1 wordt door de vereniging vermeld: de naam van het toernooi; de datum of data van het toernooi; en de gegevens van de vereniging. 15.4 Het afdelingsbestuur controleert of de voorgestelde accommodatie voldoet aan de eisen die voor dat toernooi door de bond zijn gesteld en zendt de aanvraag, voorzien van een advies over toe– of afwijzing, uiterlijk op 15 februari door naar het bondsbestuur. 15.5 Het bondsbestuur wijst de toernooien toe of af, doet daarvan vóór 1 april melding aan de aanvrager, en publiceert de toewijzingen vóór 1 mei. Aan de toewijzing van een aanvraag kunnen door het bondsbestuur nadere voorwaarden worden gesteld. In het geval van een afwijzing doet het bondsbestuur hiervan gemotiveerd bericht aan de organisator en het afdelingsbestuur. 15.6 Indien een vereniging zich niet kan verenigen met de in 15.5 bedoelde nadere voorwaarden, heeft zij het recht haar aanvraag in te trekken. Artikel 16
Toernooien van categorie 2
16.1 Wie in aanmerking wenst te komen voor de organisatie van een toernooi van categorie 2 dient daartoe een aanvraag in bij het afdelingsbestuur waaronder hij ressorteert, op een door het bondsbestuur vastgesteld formulier. 16.2 Aan de indiening van een aanvraag zijn administratiekosten verbonden, die door het bondsbestuur worden vastgesteld en door het bondsbestuur worden geïnd. 16.3 De hoogte van de in 16.2 bedoelde administratiekosten wordt jaarlijks vóór 31 december door het bondsbestuur bekend gemaakt. 16.4 De aanvraag als bedoeld in 16.1 wordt uiterlijk op 1 mei van het jaar, voorafgaand aan het toernooikalenderjaar waarin het toernooi aanvangt, bij het afdelingsbestuur ingediend. 16.5 Bij de aanvraag van een toernooi van categorie 2 wordt door de organisator vermeld: de datum van het toernooi en het tijdstip van de aanvang; de naam van het toernooi; de naam van de organisator; of de status „ranglijsttoernooi” is gewenst; de samenstelling van de teams (bijvoorbeeld tripletten of doubletten); aan wie toegang wordt verleend tot het toernooi; het minimale en het maximale aantal toe te laten teams; een beschrijving van het wedstrijdsysteem; de aard en omvang van de prijzen; het verschuldigde inschrijfgeld; de wijze van inschrijving; de uiterste datum van inschrijving; het inschrijfadres en –telefoonnummer en, indien beschikbaar, het e–mailadres voor inschrijving; het telefoonnummer en, indien beschikbaar, het e–mailadres waarop de organisator op de dagen voorafgaande aan de speeldag bereikbaar is; het telefoonnummer waarop de organisator op de speeldag bereikbaar is. 16.6 Het afdelingsbestuur controleert of de organisator en de voorgestelde accommodatie voldoen aan de eisen die voor dat toernooi door de bond zijn gesteld en zendt de aanvraag, voorzien van een advies over toe– of afwijzing, uiterlijk op 15 mei door naar het bondsbestuur. 16.7 Het bondsbestuur wijst de toernooien toe of af, doet daarvan vóór 1 juli melding aan de aanvrager, en publiceert de toewijzingen uiterlijk op 1 augustus. De toe– of afwijzing kan het gehele toernooi of de status „ranglijsttoernooi” betreffen. Aan de toewijzing van een aanvraag kunnen door het bondsbestuur nadere voorwaarden worden gesteld. In het geval van een afwijzing doet het bondsbestuur hiervan gemotiveerd bericht aan de aanvrager en het afdelingsbestuur. 16.8 Indien een aanvrager zich niet kan verenigen met de in 16.7 bedoelde nadere voorwaarden, heeft hij het recht zijn aanvraag in te trekken. 16.9 Toernooien van categorie 2 vinden niet plaats op dagen waarop een toernooi van categorie 1 plaatsvindt, tenzij het bondsbestuur anders heeft besloten. Toernooireglement Petanque
5-11
Versie 1.1 – November 2012
Artikel 17
Toernooien van categorie 3
17.1 Een toernooi van categorie 3 wordt aangevraagd bij het afdelingsbestuur waaronder de organisator ressorteert, op een door het bondsbestuur vastgesteld formulier. 17.2 Aan de indiening van een aanvraag zijn administratiekosten verbonden, die door het bondsbestuur worden vastgesteld en door de afdeling worden geïnd. 17.3 De hoogte van de in 17.2 bedoelde administratiekosten wordt jaarlijks uiterlijk op 31 december door het bondsbestuur bekend gemaakt. 17.4 Binnen de afdeling worden tussen de verenigingen en het afdelingsbestuur dwingende, schriftelijke afspraken gemaakt over de procedures en termijnen bij het aanvragen en goedkeuren. Deze afspraken worden gemeld aan het bondsbestuur. 17.5 Het afdelingsbestuur wijst het toernooi toe of af en verzorgt, naast bevestiging van de toewijzing van het toernooi, een verzoek tot vermelding in de toernooikalender aan het bondsbestuur. De toe– of afwijzing kan het gehele toernooi of de status „promotietoernooi” betreffen. Aan de toewijzing van een aanvraag kunnen door het afdelingsbestuur nadere voorwaarden worden gesteld. In het geval van een afwijzing doet het afdelingsbestuur hiervan gemotiveerd bericht aan de aanvrager. 17.6 Het bondsbestuur kan op voordracht van de afdeling en na overleg met de aanvrager een toernooi dat in categorie 3 is aangevraagd alsnog in categorie 2 indelen als de aard van het toernooi of de hoogte van het prijzengeld zulks rechtvaardigt. 17.7 Indien een aanvrager zich niet kan verenigen met de in 17.5 of 17.6 bedoelde nadere voorwaarden, heeft hij het recht zijn aanvraag in te trekken. 17.8 Artikel 16.5 is van overeenkomstige toepassing op toernooien van categorie 3. Artikel 18
Publicatie
18.1 Het bondsbestuur publiceert jaarlijks uiterlijk op 31 juli in het Informatiebulletin en op de NJBB– website de toernooikalender voor het eerstvolgende toernooikalenderjaar, waarin de data en locaties van de goedgekeurde toernooien van categorie 1 en 2 zijn vermeld. Hierbij wordt vermeld aan welke van deze toernooien de status „ranglijsttoernooi” is toegekend. 18.2 Het bondsbestuur publiceert op de NJBB–webstek een aparte toernooikalender voor de toernooien van categorie 3. De organisator levert — na goedkeuring door het afdelingsbestuur — de betreffende gegevens aan op een door het bondsbestuur bepaalde wijze. Deze kalender wordt maandelijks geactualiseerd en omvat steeds de eerstvolgende zes kalendermaanden. 18.3 Wijzigingen op de gegevens zoals vermeld in de hiervoor bedoelde, via de NJBB–webstek gepubliceerde, toernooikalenders worden, na goedkeuring door de bond, door het bondsbestuur binnen een maand na ontvangst van de wijzigingsmelding gepubliceerd.
ADMINISTRATIEVE REGELINGEN Artikel 19
Begin en einde van een speeldag en van een toernooi
19.1 Een speeldag wordt geacht te zijn begonnen na het geven van een officieel startsein (mondeling, door middel van een fluitsignaal, een startschot, enz.). 19.2 Een speeldag wordt voor een team geacht te zijn beëindigd als het alle partijen heeft gespeeld waarvoor het door de wedstrijdleider op deze speeldag was ingedeeld. 19.3 Een toernooi wordt geacht te zijn begonnen bij het begin van de eerste speeldag. 19.4 Een toernooi wordt voor een team geacht te zijn beëindigd als het alle partijen heeft gespeeld waarvoor het door de wedstrijdleider was ingedeeld. Artikel 20
De scheidsrechter
20.1 Bij elk toernooi is een gediplomeerd scheidsrechter aanwezig, die handelt namens de bond. 20.2 De scheidsrechter neemt niet deel aan een toernooi waarbij hij in functie aanwezig is. Artikel 21
De wedstrijdleider
21.1 Bij elk toernooi is een gediplomeerd wedstrijdleider aanwezig. Toernooireglement Petanque
6-11
Versie 1.1 – November 2012
21.2 De wedstrijdleider neemt niet deel aan een toernooi waarbij hij in functie aanwezig is. Artikel 22
Toewijzing wedstrijdfunctionarissen
22.1 Voor een toernooi van categorie 1 of 2 geschiedt de toewijzing van een scheidsrechter en een wedstrijdleider door het bondsbestuur. 22.2 Voor een toernooi van categorie 3 geschiedt de toewijzing van een scheidsrechter en een wedstrijdleider door de organisator, dan wel door het afdelingsbestuur.
Regelingen voor organisatoren Artikel 23
Algemeen
23.1 De organisator kan nadere regels stellen voor het gebruik van de accommodatie. 23.2 De organisator bepaalt of een toernooi geheel of gedeeltelijk binnen of buiten wordt gespeeld. 23.3 De organisator bepaalt of een toernooi geheel of gedeeltelijk op tijd wordt gespeeld. 23.4 Als de omstandigheden daartoe aanleiding geven kan de scheidsrechter in overleg met de wedstrijdleider en de jury bepalen dat van het bepaalde in de voorgaande twee leden wordt afgeweken. Artikel 24 Draaiboek 24.1 Het bondsbestuur stelt een draaiboek vast met nadere aanwijzingen voor de praktische uitvoering van toernooien. 24.2 In het draaiboek worden, ten minste, werkinstructies opgenomen met betrekking tot de wedstrijdtechnische, organisatorische en administratieve aspecten van een toernooi. Artikel 25
Aankondiging van of uitnodiging voor toernooien
25.1 Indien de organisator een aankondiging van of uitnodiging voor een toernooi publiceert, mogen de daarop vermelde gegevens niet afwijken van de gegevens op de goedgekeurde aanvraag. 25.2 Indien tijdens het toernooi geheel of gedeeltelijk op tijd zal worden gespeeld, wordt dit feit in de aankondiging of uitnodiging vermeld. Artikel 26
Afgelasting van toernooien
26.1 Een toernooi kan tot op de uiterste datum van inschrijving, doch uiterlijk vijf dagen voordat het toernooi zou aanvangen, alleen worden afgelast door de organisator, bij een toernooi van categorie 2 na toestemming van het bondsbestuur en bij een toernooi van categorie 3 na toestemming van het afdelingsbestuur. 26.2 Een toernooi kan na de uiterste datum van inschrijving, doch uiterlijk vierentwintig uur voordat het toernooi zou aanvangen, worden afgelast door de organisator, indien het aantal inschrijvingen onder het als minimum gestelde aantal deelnemers blijft. 26.3 In een geval als bedoeld in de leden 26.1 en 26.2 stelt de organisator de betrokken functionarissen en de teams die zich reeds voor het toernooi hadden laten inschrijven onverwijld op de hoogte van de afgelasting, bij gebreke waarvan de organisator aansprakelijk is voor vergoeding van de door de teams of functionarissen gemaakte reiskosten, volgens de declaratieregelingen van de bond. Reeds betaalde inschrijfgelden worden onverwijld terugbetaald. 26.4 Afgelasting van een toernooi wordt door de wedstrijdleider en de scheidsrechter gerapporteerd aan de bond, overeenkomstig het bepaalde in artikel 36.4 respectievelijk artikel 38.1. 26.5 Behoudens in het geval genoemd in artikel 26.2 kan na het uiterste inschrijfmoment een toernooi of een afzonderlijke speeldag alleen worden afgelast door de scheidsrechter, na overleg met of op verzoek van de organisator. 26.6 In het geval als bedoeld in artikel 26.5 betaalt de organisator ten minste de volgende gedeelten van het inschrijfgeld terug: indien de afgelasting alleen is te wijten aan de organisator: het volledige inschrijfgeld; indien de afgelasting niet alleen is te wijten aan de organisator en er is nog geen enkele partijronde uitgespeeld: 50% van het inschrijfgeld; er zijn één of twee partijronden uitgespeeld: 25% van het inschrijfgeld; en er zijn meer dan twee partijronden uitgespeeld: geen terugbetaling. Toernooireglement Petanque
7-11
Versie 1.1 – November 2012
Regelingen voor deelnemers Artikel 27
Inschrijven voor toernooien van categorie 1
27.1 Inschrijving voor toernooien van categorie 1 geschiedt door de vereniging van de teamleider. De wijze van inschrijving wordt aangegeven door de bond. 27.2 Een inschrijving wordt geacht te laat te zijn indien de inschrijving op de uiterste datum niet was ontvangen door de bond. 27.3 Inschrijving geeft de verplichting tot betaling van het inschrijfgeld. 27.4 Vanaf het moment van inschrijving is de vereniging van de teamleider verantwoordelijk voor de gedragingen van dat team, met inachtneming van het bepaalde in artikel 34.4. 27.5 De vereniging of de teamleider als bedoeld in artikel 27.1 heeft tot op de uiterste datum van inschrijving het recht de inschrijving in te trekken. Hierdoor vervallen alle uit de inschrijving voortkomende verplichtingen. Artikel 28
Inschrijven voor toernooien van categorie 2 of 3
28.1 De wijze van inschrijven bij toernooien van categorie 2 of 3 wordt aangegeven door de organisator. 28.2 De regels uit artikel 27.3, 27.4 en 27.5 zijn op toernooien van categorie 2 of 3 van overeenkomstige toepassing. Artikel 29 Melden bij een toernooi 29.1 Iedere teamleider meldt zich voor het begin van elke speeldag bij de wedstrijdleider en overhandigt deze de licenties van de deelnemers van het team. 29.2 Op verzoek van de wedstrijdleider meldt het gehele team zich bij hem. Artikel 30
Vervangers en invallers
30.1 Het inzetten van een vervanger wordt vóór aanvang van het toernooi aan de wedstrijdleider gemeld. 30.2 Het inzetten van een invaller is slechts toegestaan bij een toernooi met meer dan één speeldag en wordt vóór aanvang van de betreffende speeldag aan de wedstrijdleider gemeld. 30.3 Een invaller mag geen deel uitmaken van een ander team dat voor het toernooi ingeschreven staat. 30.4 Invallers en vervangers dienen te voldoen aan alle voorwaarden die ook golden voor degene voor wie zij invallen of die zij vervangen. 30.5 In uiterste noodgevallen kan nadat de speeldag is begonnen in een team alsnog een invaller worden ingezet. Deze invaller heeft dezelfde rechten en dient aan dezelfde voorwaarden te voldoen als bedoeld in de vorige drie leden, en de bepalingen uit artikel 32 van het spelreglement over te laat verschijnende spelers zijn op hem van toepassing. 30.6 De vraag of het inzetten van een invaller gerechtvaardigd was wordt achteraf beoordeeld door de toernooicommissie. Indien deze besluit dat het inzetten van een invaller niet gerechtvaardigd was vervallen de uitslagen van het team waarin de invaller speelde. Een dergelijk besluit moet worden genomen binnen veertien dagen na de speeldag, maar in elk geval voor de volgende speeldag. Artikel 31
Afwezigheid en vroegtijdig vertrek
31.1 Een ingeschreven team dat zich afmeldt vóór het verstrijken van de uiterste dag van inschrijving is géén inschrijfgeld verschuldigd. 31.2 Een ingeschreven team dat zich tijdig afmeldt na het verstrijken van de uiterste dag van inschrijving is het volledige inschrijfgeld verschuldigd. Onder tijdige afmelding wordt verstaan: ten minste vierentwintig uur voor de vastgestelde aanvangstijd van het toernooi. 31.3 Een ingeschreven team dat zonder tijdige afmelding niet verschijnt op het toernooi is twee maal het volledige inschrijfgeld verschuldigd. 31.4 Indien de in voorgaande leden bedoelde bedragen niet binnen drie weken, te rekenen vanaf de aanvang van het toernooi, zijn ontvangen door de organisator, wordt door deze aangifte gedaan overeenkomstig het reglement tuchtrechtspraak.
Toernooireglement Petanque
8-11
Versie 1.1 – November 2012
31.5 De teams die nog niet alle partijen hebben gespeeld waarvoor zij op een zekere speeldag zijn ingedeeld, mogen het toernooi op die speeldag niet verlaten zonder toestemming van de wedstrijdleider en de scheidsrechter. 31.6 Een team dat al zijn partijen van de speeldag heeft gespeeld, maar dat naar het oordeel van de wedstrijdleider nog in aanmerking komt voor een later op de speeldag uit te reiken prijs, meldt zich uiterlijk op een door de wedstrijdleider opgegeven tijdstip voor de prijsuitreiking, tenzij zijn aanwezigheid, of die van een lid van het team, in redelijkheid niet kan worden gevergd. 31.7 De uitslag van een partij die niet is gespeeld wegens afwezigheid of diskwalificatie van een van beide equipes wordt vastgesteld op 13–6. Artikel 32
Gedragsregels
32.1 Het is de deelnemers aan een toernooi niet toegestaan drugs te gebruiken. Ook is het verboden tijdens het spelen van een partij te roken of alcoholische drank te nuttigen. Daarnaast dienen de deelnemers zich tijdens een toernooi te allen tijde ten minste te houden aan de volgende gedragsregels: a. speel volgens de regels; b. speel eerlijk, sportief en respectvol; c. gebruik geen fysiek, mentaal of verbaal geweld; d. aanvaard de beslissingen van scheidsrechters en wedstrijdleiders; e. draag correcte kleding; f. vermijd overmatig alcoholgebruik; g. schakel mobiele telefoons uit tijdens een partij; h. voer geen hinderlijke gesprekken met omstanders; i. alleen spelers, boules en but horen thuis op het speelterrein, en j. zorg dat familie, vrienden en huisdieren niet op het speelterrein komen. Artikel 33
Uniforme kleding
33.1 Alle spelers op een toernooi van categorie 1 of van categorie 2 die behoren tot dezelfde equipe gaan, behoudens bij neerslag, uniform gekleed. Onder uniforme kleding wordt verstaan dat het buitenste kledingstuk van het bovenlichaam van de deelnemers van gelijke kleur is en, voor zover van toepassing, is voorzien van een gelijkluidend opschrift met gelijke kleur en van gelijk formaat, onverminderd het gestelde in artikel 39 van het spelreglement. 33.2 De beoordeling of sprake is van uniforme kleding is voorbehouden aan de scheidsrechter.
Regelingen voor coaches Artikel 34 Algemeen 34.1 Gedurende een toernooi kan een team worden begeleid door een coach. 34.2 Een coach dient houder te zijn van een licentie. 34.3 Een coach meldt zich voor het begin van elke speeldag ter registratie bij de wedstrijdleider. 34.4 Een coach is verantwoordelijk voor de onder diens leiding staande spelers. 34.5 Een coach kan meer dan één equipe begeleiden. 34.6 Een equipe kan ten hoogste één coach hebben. 34.7 Een coach heeft het recht om, alleen op verzoek van de spelers, adviezen te geven, mits dit valt binnen de toegestane speeltijd, als bedoeld in artikel 20 van het spelreglement. 34.8 Het is een coach verboden het speelterrein te betreden.
Regelingen voor wedstrijdleiders Artikel 35
Controle van de licenties; toelating tot een toernooi
35.1 De wedstrijdleider controleert of de deelnemers voldoen aan de voorwaarden om tot het toernooi te worden toegelaten. Hij is gerechtigd van een deelnemer legitimatie te verlangen. 35.2 Indien een deelnemer niet aan de voorwaarden van toelating voldoet, wordt deze deelnemer van (verdere) deelname aan het toernooi uitgesloten. Toernooireglement Petanque
9-11
Versie 1.1 – November 2012
35.3 De wedstrijdleider kan de licenties van de deelnemers gedurende de gehele speeldag onder zich houden. Hij geeft die licenties aan de betrokken teamleider terug, uiterlijk nadat diens team zijn laatste partij heeft gespeeld. 35.4 De wedstrijdleider is gerechtigd een licentie, tegen afgifte van een ontvangstbewijs, in te nemen indien hij vaststelt dat de op de licentie voorkomende gegevens niet overeenstemmen met de identiteit van de deelnemer. De wedstrijdleider zendt de ingenomen licentie onverwijld naar de bond onder opgave van de reden van inname. 35.5 Een uitgesloten deelnemer kan geen recht doen gelden op teruggave van de betaalde inschrijfgelden. Artikel 36
Administratie
36.1 De wedstrijdleider maakt aantekening van de namen van de deelnemers en de nummers van de getoonde licenties. 36.2 De lijst met namen en nummers zijn gedurende het gehele toernooi en tot ten minste drie maanden na de laatste speeldag ter inzage van de scheidsrechter, het bondsbestuur, het afdelingsbestuur, de toernooicommissie, de tuchtcommissie en de reglementencommissie. 36.3 De uitslag van het toernooi is tot ten minste drie maanden na de laatste speeldag ter inzage van de scheidsrechter, het bondsbestuur, het afdelingsbestuur, de toernooicommissie, de tuchtcommissie en de reglementencommissie. 36.4 De wedstrijdleider rapporteert over het toernooi op het daarvoor vastgestelde formulier aan de bond. 36.5 De wedstrijdleider is met de scheidsrechter verantwoordelijk voor het conform de goedgekeurde aanvraag verlopen van het toernooi.
Regelingen voor scheidsrechters Artikel 37
Jury
37.1 De scheidsrechter benoemt, voor aanvang van het toernooi, een jury van ten minste drie personen. Artikel 38 Administratie 38.1 De scheidsrechter rapporteert over het toernooi op het daarvoor vastgestelde formulier aan de bond. 38.2 De scheidsrechter is met de wedstrijdleider verantwoordelijk voor het conform de goedgekeurde aanvraag verlopen van het toernooi.
OVERIGE BEPALINGEN Artikel 39
Bijlagen
39.1 Aan dit reglement zijn twaalf bijlagen toegevoegd, die integraal deel uitmaken van dit reglement. 39.2 De bijlagen beschrijven achtereenvolgens: bijlage 1: de nationale competitie, bijlage 2: het nationaal kampioenschap voor verenigingen, bijlage 3: het nationaal kampioenschap tripletten, bijlage 4: het nationaal kampioenschap vrouwen, bijlage 5: het nationaal kampioenschap jeugd, bijlage 6: het nationaal kampioenschap veteranen, bijlage 7: het nationaal kampioenschap doubletten, bijlage 8: het nationaal kampioenschap mix, bijlage 9: het nationaal kampioenschap tête-à-tête, bijlage 10: het nationaal kampioenschap precisieschieten, bijlage 11: de ranglijsttoernooien, en bijlage 12: de promotietoernooien.
Toernooireglement Petanque
10-11
Versie 1.1 – November 2012
Artikel 40
Onvoorziene zaken
40.1 In alle gevallen waarin dit reglement of zijn bijlagen niet voorzien en waarin onmiddellijk een voorziening dient te worden getroffen, beslist de wedstrijdleider voor het organisatorische deel en de scheidsrechter voor het speltechnische deel, na onderling overleg. 40.2 De scheidsrechter en de wedstrijdleider maken ieder in hun rapport melding van de in artikel 40.1 bedoelde beslissing. 40.3 In de gevallen, waarin geen onmiddellijke voorziening nodig is, beslist het bondsbestuur, gehoord de reglementencommissie en de toernooicommissie. 40.4 Het bondsbestuur maakt onverwijld na het nemen van de beslissing als bedoeld in artikel 40.3 hiervan melding aan belanghebbenden. Artikel 41
Tussentijdse wijzigingen van dit reglement
41.1 Het bondsbestuur is bevoegd om zwaarwegende redenen, gehoord de reglementencommissie en de toernooicommissie, een tussentijdse wijziging in dit reglement aan te brengen. Deze wijziging wordt in de eerstvolgende bondsvergadering aan de bondsraad ter goedkeuring voorgelegd. Zij vervalt als de wijziging niet in deze bondsvergadering wordt voorgelegd, of als zij niet wordt goedgekeurd. 41.2 Een door het bondsbestuur aangebrachte wijziging, als bedoeld in artikel 41.1, treedt niet eerder in werking dan twee weken na de publicatie hiervan in het Informatiebulletin. Artikel 42 Wijzigingen van dit reglement 42.1 Wijzigingen van dit reglement, met inbegrip van zijn bijlagen, worden vastgesteld door de bondsraad. 42.2 Een wijziging treedt in werking aan het begin van het toernooikalenderjaar dat volgt op de datum van goedkeuring, doch niet eerder dan een maand na deze goedkeuring, tenzij de bondsraad anders bepaalt. Artikel 43
Inwerkingtreding
43.1 Dit reglement is vastgesteld door de bondsvergadering op 17 november 2012 en treedt in werking op 1 januari 2013. 43.2 Dit reglement kan worden aangehaald als het „toernooireglement petanque” (TRP).
Toernooireglement Petanque
11-11
Versie 1.1 – November 2012
TOERNOOIREGLEMENT PETANQUE BIJLAGE 1: NATIONALE COMPETITIE
NOVEMBER 2012
Vastgesteld door de bondsvergadering op 17 november 2012; inwerkingtredend op 1 januari 2013.
Voor zover in deze bijlage niet anders is bepaald, zijn de bepalingen van het toernooireglement petanque van toepassing.
Artikel 1 1.1 1.2 1.3
1.4 1.4.1 1.5
Inleiding De nationale competitie voor verenigingstripletten (NC) wordt jaarlijks gehouden. De NC wordt gespeeld in klassen, elk bestaande uit poules. De NC wordt gehouden op twee niveaus: a. landelijk; b. zonaal. De NC wordt gespeeld op vier speeldagen in de periode van 1 april tot 1 oktober. Jaarlijks wordt een reservespeeldag vastgesteld om als gevolg van afgelastingen niet– gespeelde partijen te kunnen inhalen. Het bondsbestuur is belast met de organisatie op landelijk en zonaal niveau; het kan de uitvoering geheel of gedeeltelijk delegeren.
Artikel 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
2.7
2.8
Deelname en toegankelijkheid De NC staat open voor een onbeperkt aantal tripletten. De NC staat op landelijk en zonaal niveau open voor tripletten die zijn samengesteld uit deelnemers die in het bezit zijn van een Nederlandse W– of J–licentie. Een deelnemend triplet bestaat uit deelnemers die een licentie hebben bij eenzelfde vereniging. De plaatsen en klasseringen die door de tripletten zijn behaald komen toe aan de vereniging. Tripletten kunnen alleen worden opgegeven voor in het vorige jaar door de vereniging behaalde plaatsen, of voor de laagste klassen op zonaal niveau. Met de verstrekking van de in artikel 27 van het toernooireglement petanque bedoelde opgave nemen de verenigingen de verplichting op zich, dat alle voor deze vereniging uitkomende tripletten de competitie tot het einde toe uitspelen. Een triplet dat meer dan twee partijen in de totale competitie niet heeft gespeeld wordt van verdere deelname uitgesloten. Een triplet dat één of twee partijen niet speelt, verliest deze partijen met 6-13. De equipe waartegen had moeten worden gespeeld, wint de partij met 13-6. Wordt een triplet teruggetrokken of van verdere deelname aan de competitie uitgesloten, dan worden alle door dit triplet gespeelde partijen als niet gespeeld beschouwd en dit triplet degradeert reglementair.
Artikel 3 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3
3.2.4
3.2.5
Vervangers en invallers In afwijking van het spelreglement, artikel 33, mag een triplet in zijn geheel worden vervangen. Op elke speeldag is één invaller per triplet toegestaan. Een licentiehouder die in enig jaar in een triplet als speler is opgetreden kan in datzelfde jaar geen invaller zijn in een triplet dat in een lagere klasse uitkomt. Een licentiehouder die in enig jaar in een triplet als speler is uitgekomen kan in datzelfde jaar niet meer uitkomen in een ander triplet in dezelfde klasse of poule. Een vervanger of een invaller dient vóór de geplande aanvangstijd op de betreffende speeldag schriftelijk of met elektronische hulpmiddelen op de door de organisator te bepalen wijze te worden doorgegeven. Bij gebreke daaraan kan alleen de organisator en alleen in geval van overmacht achteraf toestemming geven voor het inzetten van een vervanger of invaller; wordt deze toestemming onthouden dan worden de door het triplet gespeelde partijen waarin deze is ingezet als niet– gespeeld beschouwd, en treedt artikel 2.7 in werking. Voor de NC is artikel 30.3 van het toernooireglement petanque niet van toepassing, met inachtneming van artikel 3.2.1 van deze bijlage.
Bijlage 1: nationale competitie
1-3
Versie 1.1 - November 2012
Artikel 4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7
Loting en plaatsing De indeling vindt plaats door middel van loting, onder auspiciën van de toernooicommissie. Bij de loting wordt zoveel mogelijk voorkomen dat tripletten van één en dezelfde vereniging die in eenzelfde klasse uitkomen, in dezelfde poule worden ingedeeld. Indien twee of meer tripletten van één en dezelfde vereniging in eenzelfde poule zijn ingedeeld, ontmoeten zij elkaar zo vroeg mogelijk. Er worden geen tripletten geplaatst, anders dan bedoeld in het vorige lid. In de poules wordt gespeeld volgens een vooraf vastgesteld schema, waarbij alle tripletten elkaar éénmaal ontmoeten. De plaats en het tijdstip van de lotingen als bedoeld in dit artikel wordt door de organisator ten minste vijf werkdagen voor dit tijdstip aan de deelnemers bekendgemaakt. De organisator maakt uiterlijk veertien dagen voor de eerste speeldag de uitslag van de loting aan de deelnemende verenigingen bekend.
Artikel 5 5.1
5.2 5.3 5.3.1 5.3.2
5.3.3
5.3.4
5.4 5.5 5.5.1 5.5.2 5.5.3
Wedstrijdsysteem De poules in de NC zijn als volgt over de klassen en niveaus verdeeld: a. landelijk: één ereklassepoule en twee hoofdklassepoules; b. zonaal: vier eersteklassepoules (één per zone), acht tweedeklassepoules (twee per zone), zestien derdeklassepoules (vier per zone), en zo verder. Alle poules bestaan uit 20 tripletten. In de laagste klassen op zonaal niveau zijn afwijkingen toegestaan. Voor het klassement gelden de volgende bepalingen: De rangschikking in de poules na de laatste speeldag wordt in eerste instantie bepaald door het aantal gewonnen partijen. Als het aantal gewonnen partijen van twee of meer tripletten gelijk is, zijn voor de rangschikking achtereenvolgens de volgende criteria van kracht: a. het onderlinge resultaat (het verschil van het aantal gewonnen en verloren partijen tegen de betreffende tripletten); b. het onderlinge saldo (het verschil van het aantal voor– en tegenpunten uit de partijen tegen de betreffende tripletten); c. het algemene saldo (het verschil van het aantal voor– en tegenpunten uit alle gespeelde partijen); d. als ook dat laatste gelijk is, worden — als de te bepalen volgorde gevolgen kan hebben — beslissingspartijen vastgesteld. Als na toepassing van één van deze criteria de volgorde moet worden bepaald van een kleiner aantal tripletten, worden bovenstaande criteria opnieuw in dezelfde volgorde toegepast.
In de hoofdklasse op landelijk niveau en in de tweede klassen op zonaal niveau komen de tripletten die in verschillende poules op dezelfde plaats zijn geëindigd op de laatste reguliere speeldag in één partij tegen elkaar uit om een totale rangschikking te bepalen. Dit geldt niet voor tripletten die automatisch promoveren of degraderen. Dergelijke beslissingspartijen kunnen per besluit van de organisator achterwege worden gelaten als zeker is dat de betrokken tripletten niet zullen degraderen. Vanaf de derde klassen op zonaal niveau komen in het geval dat in deze klassen meer dan twee poules zijn ingericht, de tripletten die in verschillende poules op dezelfde plaats zijn geëindigd tegen elkaar uit als dat van belang is ter bepaling van uit die klassen te degraderen tripletten. Dergelijke beslissingspartijen worden gespeeld op een door het bondsbestuur vast te stellen datum, die ten minste veertien dagen en ten hoogste vijf weken na de laatste reguliere speeldag is gelegen. Indien er slechts twee poules zijn, geldt de procedure van artikel 5.3.3. De winnaar van de ereklasse heeft recht op het dragen van de titel „kampioen nationale competitie”. Voor promotie en degradatie gelden de volgende bepalingen: De nummers 1, 2 en 3 van elke poule met uitzondering van die in de ereklasse promoveren naar de eerstvolgende hogere klasse. Uit iedere klasse degraderen zoveel teams als er uit de onderliggende klasse promoveren. Indien als gevolg van de rechtstreekse degradatie conform artikel 5.5.2 de poulegrootte het aantal van 20 tripletten overstijgt volgt extra degradatie uit de betreffende poule totdat de poulegrootte weer 20 tripletten omvat.
Bijlage 1: nationale competitie
2-3
Versie 1.1 - November 2012
5.5.4
5.5.5 5.6 5.6.1
5.6.2
5.6.3
Indien als gevolg van de rechtstreekse degradatie conform artikel 5.5.2 de poulegrootte van 20 tripletten niet wordt bereikt volgt extra promotie uit de onderliggende klasse totdat de poulegrootte weer 20 tripletten omvat. Indien voor de extra promotie vanuit zonaal niveau naar landelijk niveau conform artikel 5.5.4 tripletten uit verschillende poules in aanmerking komen wordt de keuze bepaald door het lot. Indien op de uiterste datum van inschrijving voor het nieuwe competitiejaar alsnog sprake is van onvolledige poules gelden de volgende bepalingen: De extra degradaties uit het voorgaande jaar zoals beschreven in artikel 5.5.3 worden in omgekeerde volgorde ongedaan gemaakt; een triplet dat op grond van artikel 2.8 reglementair is gedegradeerd komt niet in aanmerking voor het ongedaan maken van zijn degradatie. Indien na het ongedaan maken van de extra degradaties conform artikel 5.6.1 nog steeds sprake is van onvolledige poules volgen extra promoties van de nummers 4 uit de onderliggende poules. Daarna worden de degradaties van de nummers 15 uit de betreffende poule ongedaan gemaakt, vervolgens om de beurt een extra promotie van de nummers 5 en dan weer ongedaan maken van degradatie van de nummer 16, enzovoorts. Indien voor deze extra promoties vanuit zonaal niveau naar landelijk niveau tripletten uit verschillende poules in aanmerking komen wordt de keuze bepaald door het lot. In alle overige gevallen wordt de onderlinge rangschikking bepaald door de beslissingswedstrijden als bedoeld in artikel 5.3.3.
Bijlage 1: nationale competitie
3-3
Versie 1.1 - November 2012
TOERNOOIREGLEMENT PETANQUE, BIJLAGE 2: NATIONAAL KAMPIOENSCHAP VOOR VERENIGINGEN
NOVEMBER 2012
Vastgesteld door de bondsvergadering op 17 november 2012; inwerkingtredend op 1 januari 2013.
Voor zover in deze bijlage niet anders is bepaald, zijn de bepalingen van het toernooireglement petanque van toepassing. Artikel 1 Inleiding 1.1 Het nationaal kampioenschap voor verenigingen wordt jaarlijks gehouden. 1.2 Het kampioenschap wordt gespeeld op twee niveaus, te weten: a. een voorronde per afdeling voor verenigingen uit de betreffende afdeling; en b. een landelijk gedeelte (het nationaal kampioenschap voor verenigingen), gedurende een landelijke eerste en tweede speeldag. 1.3 De voorronden per afdeling vinden plaats vóór een door het bondsbestuur vast te stellen datum. 1.4 Het bondsbestuur is belast met de organisatie van het landelijke gedeelte; het kan de uitvoering geheel of gedeeltelijk delegeren. 1.5 Het afdelingsbestuur is belast met de organisatie van de voorronde per afdeling; het kan de uitvoering geheel of gedeeltelijk delegeren. 1.6 De voorronde per afdeling wordt gespeeld volgens een reglement dat door de afdelingsraad van de betreffende afdeling wordt vastgesteld en aan het bondsbestuur bekend wordt gemaakt. 1.7 Aan de voorronde per afdeling kan van elke vereniging in die afdeling één team deelnemen, bestaande uit ten hoogste acht spelers. Elke deelnemende vereniging moet in het jaar van deelname uitzicht hebben op plaatsing voor het landelijke gedeelte, als bedoeld in artikel 1.2. 1.8 De voorronde per afdeling wordt gespeeld volgens hetzelfde systeem als de landelijke ronde, met dien verstande dat het aantal speelmomenten door de afdeling wordt vastgesteld op basis van het aantal inschrijvingen. Artikel 2 Deelname en toegankelijkheid 2.1 Het verenigingskampioenschap staat open voor teams die zijn samengesteld uit spelers die in het bezit zijn van een Nederlandse W- of J–licentie. 2.2 Een team komt uit voor een vereniging en bestaat in zijn geheel uit houders van een licentie bij de betreffende vereniging. 2.3 De winnaars van de afdelingsvoorronden hebben toegang tot het landelijke gedeelte. 2.4 Een vereniging die in het voorgaande jaar op de eerste, tweede of derde plaats is geëindigd in het landelijk deel heeft zich rechtsreeks gekwalificeerd voor de eindronde en heeft om die reden geen toegang tot de voorronde in haar afdeling. 2.5 Indien een afdeling niet in staat is een team af te vaardigen naar het landelijke gedeelte, maakt zij dit binnen een week na de in artikel 1.3 bedoelde datum kenbaar aan het bondsbestuur. Een aldus opengevallen plaats wordt niet ingevuld. 2.6 Uiterlijk twee weken voor de aanvang van het landelijke gedeelte verstrekt het bestuur van de betreffende afdeling aan het bondsbestuur de naam van de vereniging die zich heeft geplaatst voor het landelijke gedeelte en een lijst van ten minste zes en ten hoogste acht deelnemers, met vermelding van licentienummers, die zijn gerechtigd voor deze vereniging uit te komen, en opgave van een teamleider, met vermelding van contactadres en telefoonnummer. 2.7 De deelnemers die op bedoelde lijst voorkomen worden in deze bijlage gezamenlijk aangeduid als team. Een team van zes deelnemers bevat ten minste één vrouw en ten minste één man. Een team van zeven of acht deelnemers bevat ten minste twee vrouwen en ten minste twee mannen.
Bijlage 2: nationaal kampioenschap voor verenigingen
1-2
Versie 1.2 – november 2012
Artikel 3 Vervangers en invallers 3.1 Vervangers zijn toegestaan; een team mag in zijn geheel worden vervangen. Als eerste speeldag geldt hierbij de eerste dag van het landelijke gedeelte als bedoeld in artikel 1.2. 3.2 Per speeldag zijn drie invallers toegestaan. Artikel 4 Loting en plaatsing 4.1 De indeling voor de eerste wedstrijdronde vindt plaats door middel van plaatsing en loting. 4.2 Vrijlotingen komen toe aan de finalisten van de vorige uitgave, mits opnieuw gekwalificeerd voor het landelijke gedeelte. 4.3 Vervolgens wordt om de overige vrijloting(en) geloot tussen de overige teams. Deze loting vindt plaats tenminste een week vóór de eerste dag van het toernooi. 4.4 De loting voor de eerste wedstrijdronde (tussen de teams zonder vrijloting) vindt plaats ten minste drie dagen voor aanvang van het toernooi. 4.5 Als sprake is van plaatsing geeft de organisator in het wedstrijdschema aan welke teams zijn geplaatst. 4.6 Vanaf de tweede wedstrijdronde wordt gespeeld volgens een vaststaand rooster. 4.7 De plaats en het tijdstip van de lotingen als bedoeld in dit artikel wordt door de organisator ten minste vijf werkdagen voor dit tijdstip aan de deelnemers bekendgemaakt. Artikel 5 Wedstrijdsysteem 5.1 Het wedstrijdsysteem voor het verenigingskampioenschap is gebaseerd op directe eliminatie: a. op de eerste speeldag worden twee wedstrijdronden gespeeld (van 16 via 8 naar 4 teams); b. op de tweede speeldag wordt begonnen met een halve finale; c. ten slotte spelen de winnende teams een finale om het kampioenschap: de vereniging van de winnaar heeft recht op het dragen van de titel „nationaal verenigingskampioen”, de verliezer eindigt als tweede; de verliezende teams spelen eveneens tegen elkaar; de winnaar eindigt als derde en de verliezer als vierde. 5.2 Vóór elke spelronde formeert de teamleider uit zijn team: a. voor spelronde 1: een gemengd triplet (1) en een vrij triplet (2); b. voor spelronde 2: een gemengd doublet (3) en twee vrije doubletten (4 en 5). 5.3 Een gemengd doublet of triplet bevat ten minste één vrouwelijke en één mannelijke speler die daadwerkelijk aan het spel deelnemen; deze beperking geldt niet voor een vrij doublet of vrij triplet. 5.4 De teamleider geeft de samenstelling en nummering van de equipes, zoals aangegeven in artikel 5.2 vóór elke spelronde door aan de wedstrijdleider. 5.5 In elke wedstrijdronde komen telkens twee teams tegen elkaar uit in een ontmoeting; een ontmoeting bestaat uit maximaal vijf partijen, verdeeld over maximaal twee spelronden, te weten: a. spelronde 1: de tripletten met hetzelfde nummer (1 of 2) spelen tegen elkaar; b. spelronde 2: de doubletten met hetzelfde nummer (3, 4 of 5) spelen tegen elkaar. 5.6 Het team dat in een ontmoeting tussen twee teams de meeste van de vijf partijen wint, wint de ontmoeting. Alleen het teamresultaat is bepalend voor het verdere verloop van het verenigingskampioenschap.
Bijlage 2: nationaal kampioenschap voor verenigingen
2-2
Versie 1.2 – november 2012
TOERNOOIREGLEMENT PETANQUE, BIJLAGE 3: NATIONAAL KAMPIOENSCHAP TRIPLETTEN
NOVEMBER 2012
Vastgesteld door de bondsvergadering op 17 november 2012; inwerkingtredend op 1 januari 2013.
Voor zover in deze bijlage niet anders is bepaald, zijn de bepalingen van het toernooireglement petanque van toepassing. Artikel 1 Inleiding 1.1 Het nationaal kampioenschap tripletten wordt jaarlijks gehouden. 1.2 Het wordt gespeeld op twee dagen; bij een inschrijving van 64 equipes of minder wordt het kampioenschap gespeeld op één dag. 1.3 Het bondsbestuur is belast met de organisatie; het kan de uitvoering geheel of gedeeltelijk delegeren. Artikel 2 Deelname en toegankelijkheid 2.1 Het nationaal kampioenschap tripletten staat open voor een onbeperkt aantal tripletten. 2.2 Een triplet kan bestaan uit deelnemers die afkomstig zijn van verschillende verenigingen. Artikel 3 Vervangers en invallers 3.1 Vervangers zijn toegestaan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 33 van het spelreglement. 3.2 Invallers zijn niet toegestaan. Artikel 4 Loting en plaatsing 4.1 De indeling voor de eerste wedstrijdronde vindt plaats door middel van plaatsing en loting. 4.2 Als sprake is van plaatsing geeft de organisator in het wedstrijdschema aan welke equipes zijn geplaatst. 4.3 De loting voor de eerste wedstrijdronde vindt plaats ten minste drie dagen voor aanvang van het toernooi. 4.4 Bij de loting wordt zoveel mogelijk voorkomen dat equipes die in hun geheel zijn samengesteld uit deelnemers van één en dezelfde vereniging elkaar in de eerste ronde ontmoeten. 4.5 Vanaf de tweede wedstrijdronde wordt gespeeld volgens een vaststaand rooster. 4.6 De plaats en het tijdstip van de loting als bedoeld in dit artikel wordt door de organisator ten minste vijf werkdagen voor dit tijdstip aan de deelnemers bekendgemaakt. Artikel 5 Wedstrijdsysteem 5.1 Het wedstrijdsysteem is afhankelijk van het aantal ingeschreven equipes. 5.2 Bij een deelname van meer dan 128 equipes is het wedstrijdsysteem gebaseerd op één wedstrijdronde Franse poules en daarna rechtstreekse eliminatie. Er wordt op de eerste speeldag gespeeld tot de achtste finales. 5.3 Bij een deelname van ten hoogste 128 equipes is het wedstrijdsysteem gedurende het gehele toernooi gebaseerd op rechtstreekse eliminatie. 5.4 De winnaars van de eerste wedstrijdronde gaan over naar het hoofdtoernooi, de verliezers van de eerste wedstrijdronde gaan over naar het troosttoernooi. 5.5 De cadragepartijen vinden plaats tijdens de tweede wedstrijdronde. 5.6 Indien op grond van het aantal deelnemende equipes vrije wedstrijdronden noodzakelijk zijn, kan elke equipe slechts één maal een vrije ronde krijgen. 5.7 De verliezers van de halve finale eindigen ex aequo op de derde plaats. 5.8 De winnaar heeft recht op het dragen van de titel „nationaal kampioen tripletten”.
Bijlage 3: nationaal kampioenschap tripletten
1-1
Versie 1.1 – November 2012
TOERNOOIREGLEMENT PETANQUE, BIJLAGE 4: NATIONAAL KAMPIOENSCHAP VROUWEN
NOVEMBER 2012
Vastgesteld door de bondsraad op 17 november 2012; inwerkingtredend op 1 januari 2013.
Voor zover in deze bijlage niet anders is bepaald, zijn de bepalingen van het toernooireglement petanque van toepassing. Artikel 1 Inleiding 1.1 Het nationaal kampioenschap vrouwen wordt jaarlijks gehouden. 1.2 Het wordt gespeeld op één dag. 1.3 Het bondsbestuur is belast met de organisatie; het kan de uitvoering geheel of gedeeltelijk delegeren. Artikel 2 Deelname en toegankelijkheid 2.1 Het nationaal kampioenschap vrouwen staat open voor een onbeperkt aantal tripletten. 2.2 Het nationaal vrouwenkampioenschap staat open voor tripletten die zijn samengesteld uit vrouwen die in het bezit zijn van een Nederlandse W–licentie. 2.3 Een triplet kan bestaan uit deelnemers die afkomstig zijn van verschillende verenigingen. Artikel 3 Vervangers en invallers 3.1 Vervangers zijn toegestaan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 33 van het spelreglement. 3.2 Invallers zijn niet toegestaan. Artikel 4 Loting en plaatsing 4.1 De indeling voor de eerste wedstrijdronde vindt plaats door middel van plaatsing en loting. 4.2 Als sprake is van plaatsing geeft de organisator in het wedstrijdschema aan welke equipes zijn geplaatst. 4.3 De loting voor de eerste wedstrijdronde vindt plaats ten minste drie dagen voor aanvang van het toernooi. 4.4 Bij de loting wordt zoveel mogelijk voorkomen dat equipes die in hun geheel zijn samengesteld uit deelnemers van één en dezelfde vereniging elkaar in de eerste ronde ontmoeten. 4.5 Vanaf de tweede wedstrijdronde wordt gespeeld volgens een vaststaand rooster. 4.6 De plaats en het tijdstip van de loting als bedoeld in dit artikel wordt door de organisator ten minste vijf werkdagen voor dit tijdstip aan de deelnemers bekendgemaakt.
Artikel 5 Wedstrijdsysteem 5.1 Het wedstrijdsysteem is gebaseerd op rechtstreekse eliminatie. 5.2 De winnaars van de eerste wedstrijdronde gaan over naar het hoofdtoernooi, de verliezers van de eerste wedstrijdronde gaan over naar het troosttoernooi. 5.3 Indien op grond van het aantal deelnemende equipes vrije wedstrijdronden noodzakelijk zijn, kan elke equipe slechts één maal een vrije ronde krijgen. 5.4 De cadragepartijen vinden plaats tijdens de tweede wedstrijdronde. 5.5 De verliezers van de halve finale eindigen ex aequo op de derde plaats. 5.6 De winnaar heeft recht op het dragen van de titel „nationaal kampioen vrouwen”.
Bijlage 4: nationaal kampioenschap vrouwen
1-1
Versie 1.1 – November 2012
TOERNOOIREGLEMENT PETANQUE, BIJLAGE 5: NATIONAAL KAMPIOENSCHAP JEUGD
NOVEMBER 2012
Vastgesteld door de bondsvergadering van 17 november 2012; inwerkingtredend op 1 januari 2013.
Voor zover in deze bijlage niet anders is bepaald, zijn de bepalingen van het toernooireglement petanque van toepassing. Artikel 1 1.1 1.2 1.3 1.4
Inleiding Het nationaal kampioenschap jeugd wordt jaarlijks gehouden. Het wordt gespeeld in drie leeftijdscategorieën: junioren, aspiranten en pupillen. Het wordt gespeeld op één dag. Het bondsbestuur is belast met de organisatie; het kan de uitvoering geheel of gedeeltelijk delegeren.
Artikel 2 Deelname en toegankelijkheid 2.1 Het nationaal kampioenschap jeugd staat open voor een onbeperkt aantal tripletten. 2.2 Het nationaal kampioenschap jeugd staat open voor tripletten die zijn samengesteld uit deelnemers die in het bezit zijn van een Nederlandse J–licentie. 2.3 Een triplet wordt in de laagst mogelijke leeftijdscategorie ingedeeld, tenzij dit triplet bij inschrijving heeft verzocht in de naasthogere categorie te worden ingedeeld; vanaf dat moment wordt dit triplet beschouwd als behorend tot die leeftijdscategorie. 2.4 Een triplet kan bestaan uit deelnemers die afkomstig zijn van verschillende verenigingen. Artikel 3 Vervangers en invallers 3.1 Vervangers zijn toegestaan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 33 van het spelreglement. 3.2 Invallers zijn niet toegestaan. Artikel 4 Loting en plaatsing 4.1 De indeling voor de eerste wedstrijdronde vindt plaats door middel van plaatsing en loting. 4.2 Als sprake is van plaatsing geeft de organisator in het wedstrijdschema aan welke equipes zijn geplaatst. 4.3 De loting voor de eerste wedstrijdronde vindt plaats ten minste drie dagen voor aanvang van het toernooi. 4.4 Bij de loting wordt zoveel mogelijk voorkomen dat equipes die in hun geheel zijn samengesteld uit deelnemers van één en dezelfde vereniging en die in dezelfde categorie uitkomen, elkaar in de eerste ronde ontmoeten. 4.5 Vanaf de tweede wedstrijdronde wordt gespeeld volgens een vaststaand rooster. 4.6 De plaats en het tijdstip van de loting als bedoeld in dit artikel wordt door de organisator ten minste vijf werkdagen voor dit tijdstip aan de deelnemers bekendgemaakt.
Bijlage 5: nationaal kampioenschap jeugd
1-2
Versie 1.1 – November 2012
Artikel 5 Wedstrijdsysteem 5.1 Het wedstrijdsysteem is afhankelijk van het aantal deelnemende equipes en van de leeftijdscategorie, en is zo mogelijk gebaseerd op een initiële fase waarbij de tegenstanders zijn voorgeloot, gevolgd door een fase van rechtstreekse eliminatie. 5.2 Als in enige leeftijdscategorie minder dan twee equipes zijn ingeschreven wordt het betreffende kampioenschap niet gehouden. 5.3 Als bij de junioren niet meer dan 16, bij de aspiranten niet meer dan 8, of bij de pupillen niet meer dan 4 equipes zijn ingeschreven worden deze ingedeeld in Franse poules. Van elke Franse poule gaan de twee winnaars over naar het hoofdtoernooi; de andere equipes gaan over naar het troosttoernooi. De indeling van deze deeltoernooien is zo dat equipes van eenzelfde Franse poule elkaar niet eerder dan in de finale opnieuw kunnen tegenkomen. 5.4 Als bij de junioren meer dan 16 equipes zijn ingeschreven gaan de winnaars van de eerste partij over naar het hoofdtoernooi; de verliezers gaan over naar het troosttoernooi. In het hoofd- en het troosttoernooi wordt gespeeld met rechtstreekse eliminatie; de verliezers van de halve finale spelen om de derde plaats. 5.5 Als bij de aspiranten meer dan 8, maar niet meer dan 16 equipes zijn ingeschreven spelen deze drie voorgelote partijen; de hoogst geëindigde 4 equipes gaan over naar het hoofdtoernooi; de volgende 4 equipes gaan over naar het troosttoernooi; de andere equipes zijn uitgeschakeld. Als bij de aspiranten meer dan 16 equipes zijn ingeschreven gaan de winnaars van de eerste partij over naar het hoofdtoernooi; de verliezers gaan over naar het troosttoernooi. 5.6 Als bij de pupillen meer dan 4, maar niet meer dan 8 equipes zijn ingeschreven spelen deze drie voorgelote partijen; de hoogst geëindigde 2 equipes spelen de finale; de volgende 2 equipes spelen om de derde plaats. Als bij de pupillen meer dan 8 equipes zijn ingeschreven gaan de winnaars van de eerste partij over naar het hoofdtoernooi; de verliezers gaan over naar het troosttoernooi. 5.7 Indien op grond van het aantal deelnemende equipes vrije wedstrijdronden noodzakelijk zijn, kan elke equipe slechts één maal een vrije ronde krijgen. 5.8 De cadragepartijen vinden plaats tijdens de tweede wedstrijdronde. 5.9 De verliezers van de halve finale eindigen ex aequo op de derde plaats. 5.10 De winnaars hebben recht op het dragen van de titel „nationaal kampioen” in de betreffende leeftijdscategorie. 5.11 Indien op grond van de aantallen ingeschreven equipes het kampioenschap in een of meer van de leeftijdscategorieën niet wordt gehouden kunnen kampioenschappen in twee naastgelegen categorieën worden gecombineerd.
Bijlage 5: nationaal kampioenschap jeugd
2-2
Versie 1.1 – November 2012
TOERNOOIREGLEMENT PETANQUE, BIJLAGE 6: NATIONAAL KAMPIOENSCHAP VETERANEN
NOVEMBER 2012
Vastgesteld door de bondsvergadering van 17 november 2012; inwerkingtredend op 1 januari 2013.
Voor zover in deze bijlage niet anders is bepaald, zijn de bepalingen van het toernooireglement petanque van toepassing. Artikel 1 Inleiding 1.1 Het nationaal kampioenschap veteranen wordt jaarlijks gehouden. 1.2 Het wordt gespeeld op één dag. 1.3 Het bondsbestuur is belast met de organisatie; het kan de uitvoering geheel of gedeeltelijk delegeren. Artikel 2 Deelname en toegankelijkheid 2.1 Het nationaal veteranenkampioenschap staat open voor een onbeperkt aantal tripletten. 2.2 Het nationaal veteranenkampioenschap staat open voor tripletten die zijn samengesteld uit veteranen die in het bezit zijn van een Nederlandse W–licentie. 2.3 Een triplet kan bestaan uit deelnemers die afkomstig zijn van verschillende verenigingen. Artikel 3 Invallers en vervangers 3.1 Vervangers zijn toegestaan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 33 van het internationaal spelreglement petanque. 3.2 Invallers zijn niet toegestaan. Artikel 4 Loting 4.1 De indeling voor de eerste wedstrijdronde vindt plaats door middel van plaatsing en loting. 4.2 Als sprake is van plaatsing geeft de organisator in het wedstrijdschema aan welke equipes zijn geplaatst. 4.3 De loting voor de eerste wedstrijdronde vindt plaats ten minste drie dagen voor aanvang van het toernooi. 4.4 Bij de loting wordt zoveel mogelijk voorkomen dat equipes die in hun geheel zijn samengesteld uit deelnemers van één en dezelfde vereniging elkaar in de eerste ronde ontmoeten. 4.5 Vanaf de tweede wedstrijdronde wordt gespeeld volgens een vaststaand rooster. 4.6 De plaats en het tijdstip van de loting als bedoeld in dit artikel wordt door de organisator ten minste vijf werkdagen voor dit tijdstip aan de deelnemers bekendgemaakt. Artikel 5 Wedstrijdsysteem 5.1 Het wedstrijdsysteem is gebaseerd op rechtstreekse eliminatie. 5.2 De winnaars van de eerste wedstrijdronde gaan over naar het hoofdtoernooi, de verliezers van de eerste wedstrijdronde gaan over naar het troosttoernooi. 5.3 Indien op grond van het aantal deelnemende equipes vrije wedstrijdronden noodzakelijk zijn, kan elke equipe slechts één maal een vrije ronde krijgen. 5.4 De cadragepartijen vinden plaats tijdens de tweede wedstrijdronde. 5.5 De verliezers van de halve finale eindigen ex aequo op de derde plaats. 5.6 De winnaar heeft recht op het dragen van de titel „nationaal kampioen veteranen”.
Bijlage 6: nationaal kampioenschap veteranen
1-1
Versie 1.1 – November 2012
TOERNOOIREGLEMENT PETANQUE, BIJLAGE 7: NATIONAAL KAMPIOENSCHAP DOUBLETTEN
NOVEMBER 2012
Vastgesteld door de bondsvergadering op 17 november 2102; inwerkingtredend op 1 januari 2013.
Voor zover in deze bijlage niet anders is bepaald, zijn de bepalingen van het toernooireglement petanque van toepassing. Artikel 1 Inleiding 1.1 Het nationaal kampioenschap doubletten wordt jaarlijks gehouden. 1.2 Het wordt gespeeld op twee dagen; bij een inschrijving van 128 equipes of minder wordt het kampioenschap gespeeld op één dag. 1.3 Het bondsbestuur is belast met de organisatie; het kan de uitvoering geheel of gedeeltelijk delegeren. Artikel 2 Deelname en toegankelijkheid 2.1 Het nationaal kampioenschap doubletten staat open voor een onbeperkt aantal doubletten. 2.2 Een doublet kan bestaan uit deelnemers die afkomstig zijn van verschillende verenigingen. Artikel 3 Vervangers en invallers 3.1 Een vervanger is toegestaan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 33 van het spelreglement. 3.2 Invallers zijn niet toegestaan. Artikel 4 Loting en plaatsing 4.1 De indeling voor de eerste wedstrijdronde vindt plaats door middel van plaatsing en loting. 4.2 Als sprake is van plaatsing geeft de organisator in het wedstrijdschema aan welke equipes zijn geplaatst. 4.3 De loting voor de eerste wedstrijdronde vindt plaats ten minste drie dagen voor aanvang van het toernooi. 4.4 Bij de loting wordt zoveel mogelijk voorkomen dat equipes die in hun geheel zijn samengesteld uit deelnemers van één en dezelfde vereniging elkaar in de eerste ronde ontmoeten. 4.5 Vanaf de tweede wedstrijdronde wordt gespeeld volgens een vaststaand rooster. 4.6 De plaats en het tijdstip van de loting als bedoeld in dit artikel wordt door de organisator ten minste vijf werkdagen voor dit tijdstip aan de deelnemers bekendgemaakt. Artikel 5 Wedstrijdsysteem 5.1 Het wedstrijdsysteem is afhankelijk van het aantal ingeschreven equipes. 5.2 Bij een deelname van meer dan 128 equipes is het wedstrijdsysteem gebaseerd op één wedstrijdronde Franse poules en daarna rechtstreekse eliminatie. Er wordt op de eerste speeldag gespeeld tot de achtste finales. 5.3 Bij een deelname van ten hoogste 128 equipes is het wedstrijdsysteem gebaseerd op rechtstreekse eliminatie. 5.4 De winnaars van de eerste wedstrijdronde gaan over naar het hoofdtoernooi, de verliezers van de eerste wedstrijdronde gaan over naar het troosttoernooi. 5.5 De cadragepartijen vinden plaats tijdens de tweede wedstrijdronde. 5.6 Indien op grond van het aantal deelnemende equipes vrije wedstrijdronden noodzakelijk zijn, kan elke equipe slechts één maal een vrije ronde krijgen. 5.7 De verliezers van de halve finale eindigen ex aequo op de derde plaats. 5.8 De winnaar heeft recht op het dragen van de titel „nationaal kampioen doubletten”.
Bijlage 7: nationaal kampioenschap doubletten
1-1
Versie 1.1 – November 2012
TOERNOOIREGLEMENT PETANQUE, BIJLAGE 8: NATIONAAL KAMPIOENSCHAP MIX
NOVEMBER 2012
Vastgesteld door de bondsvergadering op 17 november 2012; inwerkingtredend op 1 januari 2013.
Voor zover in deze bijlage niet anders is bepaald, zijn de bepalingen van het toernooireglement petanque van toepassing. Artikel 1 Inleiding 1.1 Het nationaal kampioenschap mix wordt jaarlijks gehouden. 1.2 Het wordt gespeeld op één dag. 1.3 Het bondsbestuur is belast met de organisatie; het kan de uitvoering geheel of gedeeltelijk delegeren. Artikel 2 Deelname en toegankelijkheid 2.1 Het nationaal kampioenschap mix staat open voor een onbeperkt aantal doubletten. 2.2 Een doublet bestaat uit één vrouw en één man. 2.3 Een doublet kan bestaan uit deelnemers die afkomstig zijn van verschillende verenigingen. Artikel 3 Vervangers en invallers 3.1 Een vervanger is toegestaan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 33 van het spelreglement. 3.2 Invallers zijn niet toegestaan. Artikel 4 Loting en plaatsing 4.1 De indeling voor de eerste wedstrijdronde vindt plaats door middel van plaatsing en loting. 4.2 Als sprake is van plaatsing geeft de organisator in het wedstrijdschema aan welke equipes zijn geplaatst. 4.3 De loting voor de eerste wedstrijdronde vindt plaats ten minste drie dagen voor aanvang van het toernooi. 4.4 Bij de loting wordt zoveel mogelijk voorkomen dat equipes die in hun geheel zijn samengesteld uit deelnemers van één en dezelfde vereniging elkaar in de eerste ronde ontmoeten. 4.5 Vanaf de tweede wedstrijdronde wordt gespeeld volgens een vaststaand rooster. 4.6 De plaats en het tijdstip van de loting als bedoeld in dit artikel wordt door de organisator ten minste vijf werkdagen voor dit tijdstip aan de deelnemers bekendgemaakt.
Artikel 5 Wedstrijdsysteem 5.1 Het wedstrijdsysteem is gebaseerd op rechtstreekse eliminatie. 5.2 De winnaars van de eerste wedstrijdronde gaan over naar het hoofdtoernooi, de verliezers van de eerste wedstrijdronde gaan over naar het troosttoernooi. 5.3 Indien op grond van het aantal deelnemende equipes vrije wedstrijdronden noodzakelijk zijn, kan elke equipe slechts één maal een vrije ronde krijgen. 5.4 De cadragepartijen vinden plaats tijdens de tweede wedstrijdronde. 5.5 De verliezers van de halve finale eindigen ex aequo op de derde plaats. 5.6 De winnaar heeft recht op het dragen van de titel „nationaal kampioen mix”.
Bijlage 8: nationaal kampioenschap mix
1-1
Versie 1.1 – November 2012
TOERNOOIREGLEMENT PETANQUE, BIJLAGE 9: NATIONAAL KAMPIOENSCHAP TÊTE–À–TÊTE
NOVEMBER 2012
Vastgesteld door de bondsvergadering op 17 november 2012; inwerkingtredend op 1 januari 2013.
Voor zover in deze bijlage niet anders is bepaald, zijn de bepalingen van het toernooireglement petanque van toepassing. Artikel 1 Inleiding 1.1 Het nationaal kampioenschap tête-à-tête wordt jaarlijks gehouden. 1.2 Het wordt gespeeld op één dag. 1.3 Het bondsbestuur is belast met de organisatie; het kan de uitvoering geheel of gedeeltelijk delegeren. Artikel 2 Deelname en toegankelijkheid 2.1 Het nationaal kampioenschap tête-à-tête staat open voor een onbeperkt aantal deelnemers. 2.2 Een equipe bestaat uit één speler, eventueel begeleid door een coach. Artikel 3 Vervangers en invallers 3.1 Vervangers zijn niet toegestaan. 3.2 Invallers zijn niet toegestaan. Artikel 4 Loting en plaatsing 4.1 De indeling voor de eerste wedstrijdronde vindt plaats door middel van plaatsing en loting. 4.2 Als sprake is van plaatsing geeft de organisator in het wedstrijdschema aan welke equipes zijn geplaatst. 4.3 De loting voor de eerste wedstrijdronde vindt plaats ten minste drie dagen voor aanvang van het toernooi. 4.4 Bij de loting wordt zoveel mogelijk voorkomen dat equipes van één en dezelfde vereniging elkaar in de eerste ronde ontmoeten. 4.5 Vanaf de tweede wedstrijdronde wordt gespeeld volgens een vaststaand rooster. 4.6 De plaats en het tijdstip van de loting als bedoeld in dit artikel wordt door de organisator ten minste vijf werkdagen voor dit tijdstip aan de deelnemers bekendgemaakt. Artikel 5 Wedstrijdsysteem 5.1 Het wedstrijdsysteem is gebaseerd op rechtstreekse eliminatie. 5.2 De winnaars van de eerste wedstrijdronde gaan over naar het hoofdtoernooi, de verliezers van de eerste wedstrijdronde gaan over naar het troosttoernooi. 5.3 Indien op grond van het aantal deelnemende equipes vrije wedstrijdronden noodzakelijk zijn, kan iedere equipe slechts één maal een vrije ronde krijgen. 5.4 De cadragepartijen vinden plaats tijdens de tweede wedstrijdronde. 5.5 De verliezers van de halve finale eindigen ex aequo op de derde plaats. 5.6 De winnaar heeft recht op het dragen van de titel „nationaal kampioen tête-à-tête”.
Bijlage 9: nationaal kampioenschap tête–à–tête
1-1
Versie1.1 – November 2012
TOERNOOIREGLEMENT PETANQUE, BIJLAGE 10: NATIONAAL KAMPIOENSCHAP PRECISIESCHIETEN
NOVEMBER 2012
Vastgesteld door de bondsvergadering van 17 november 2012; inwerkingtredend op 1 januari 2013.
Voor zover in deze bijlage niet anders is bepaald, zijn de bepalingen van het toernooireglement petanque van toepassing. Artikel 1 Inleiding 1.1 Het nationaal kampioenschap precisieschieten wordt jaarlijks gehouden. 1.2 Het kampioenschap wordt gespeeld op twee dagen, te weten: a. een voorronde per zone voor deelnemers uit de betreffende zone; en b. een landelijke finaledag voor 64 deelnemers. 1.3 De voorronden per zone vinden plaats op een door het bondsbestuur vast te stellen datum. 1.4 Het bondsbestuur is belast met de organisatie; het kan de uitvoering geheel of gedeeltelijk delegeren. 1.5 Het aantal plaatsen voor deelnemers voor de landelijke finaledag dat jaarlijks aan elke zone wordt toegewezen, wordt vóór de aanvang van het kampioenschap door het bondsbestuur als volgt vastgesteld en bekendgemaakt: a. 24 plaatsen voor 6 deelnemers per zone; b. 20 plaatsen waarvan de verdeling afhankelijk is van het aantal inschrijvingen voor de zonale voorronden; en c. 20 plaatsen waarvan de verdeling afhankelijk is van het eindresultaat van het voorgaande jaar. 1.6 Indien de toegewezen plaatsen van een zone niet volledig (kunnen) worden ingevuld, worden deze niet–ingevulde plaatsen verdeeld over de andere zones. 1.7 Binnen een week na de in artikel 1.3 bedoelde datum overhandigt degene aan wie de organisatie van een zonale voorronde is opgedragen een lijst aan het bondsbestuur, waarop de geplaatste deelnemers en de namen en licentienummers van alle deelnemers vermeld staan. 1.8 In dit reglement wordt verstaan onder: serie de eerste wedstrijdronde, waarin de beste acht deelnemers zich plaatsen voor de achtste finale, en de volgende vierentwintig voor de herkansing; herkansing de tweede wedstrijdronde, waarin de beste acht deelnemers zich plaatsen voor de achtste finale; finaleronden de derde en volgende wedstrijdronden; tussenronde een ingelaste wedstrijdronde om een volgorde te bepalen tussen deelnemers met eenzelfde score; tussenklassement een lijst waarop alle niet–uitgeschakelde deelnemers in volgorde zijn opgenomen en die wordt gebruikt om te bepalen welke deelnemers in de volgende wedstrijdronde tegen elkaar uitkomen; eindklassement een lijst waarop alle deelnemers in volgorde zijn opgenomen; strijdperk een doelcirkel en vier werpcirkels op 6, 7, 8 en 9 meter daarvan verwijderd; doelcirkel een cirkel met een diameter van 1 meter (waarin configuraties worden gelegd); werpcirkel een cirkel met een diameter van 50 centimeter van waaruit de deelnemer boules werpt; hartlijn de denkbeeldige rechte lijn die de middelpunten van de doelcirkel en de werpcirkels met elkaar verbindt; doelwit een in de doelcirkel gelegen en door de deelnemer te treffen boule of but; hindernis een in de doelcirkel gelegen en niet door de deelnemer te treffen boule of but; configuratie het doelwit en eventuele hindernissen, welke in een bepaalde opstelling in de doelcirkel worden neergelegd; tweestrijd een ontmoeting van twee deelnemers, waarin beiden een werpproef uitvoeren; koppel een tweetal deelnemers die in een finaleronde een tweestrijd voeren; tegenstander de deelnemer met wie een bepaalde deelnemer een koppel vormt; Bijlage 10: nationaal kampioenschap precisieschieten
1-5
Versie 1.3 –November 2012
werpproef
1.9
een serie van 20 schoten die door eenzelfde deelnemer in een vaste volgorde moeten worden verricht; score het aantal door een deelnemer in een werpproef behaalde punten; meldingstijd het door de wedstrijdleider aan de deelnemer bekend gemaakte tijdstip waarop deze deelnemer zich bij het strijdperk dient te vervoegen voor de volgende wedstrijdronde of voor een tussenronde; waarnemer een persoon die onder auspiciën van de scheidsrechter in een strijdperk de juistheid van de configuratie en de geldigheid van schoten beoordeelt, de behaalde punten toekent en deze bijhoudt; publiek ieder ander dan de scheidsrechter, en — per strijdperk — de waarnemer en de deelnemer(s). Slechts de volgende artikelen uit het spelreglement zijn van overeenkomstige toepassing tijdens het nationaal kampioenschap precisieschieten, voor zover daarvan in deze bijlage niet bis uitdrukkelijk is afgeweken: 2, 2 , 3, 4, 16, 30, 34, 35, 36, 37, 38 en 39.
Artikel 2 Deelname en toegankelijkheid 2.1 Het nationaal kampioenschap precisieschieten staat open voor een onbeperkt aantal deelnemers. 2.2 Een equipe bestaat uit één deelnemer. 2.3 Deelnemers nemen deel aan de zonale voorronde waartoe de vereniging behoort waarbij zij een licentie bezitten. 2.4 Deelnemers die zich hebben gekwalificeerd zijn verplicht deel te nemen aan de landelijke finaledag. Artikel 3 Vervangers en invallers 3.1 Vervangers zijn niet toegestaan. 3.2 Invallers zijn niet toegestaan. Artikel 4 Loting en plaatsing 4.1 In elke wedstrijdronde laat de wedstrijdleiding de deelnemers zelf hun strijdperk loten; de lotingprocedure wordt zo ingericht dat geen deelnemer twee maal achtereen in eenzelfde strijdperk treedt. 4.2 De indeling van de deelnemers voor de eerste wedstrijdronde (de serie) vindt uitsluitend plaats door middel van loting. Deze wordt gedaan door de wedstrijdleiding, ten minste een week vóór de wedstrijddag. De plaats en het tijdstip van de loting wordt door de wedstrijdleiding ten minste vijf werkdagen voor dit tijdstip aan de deelnemers bekendgemaakt. 4.3 De volgorde waarin de deelnemers aan de tweede wedstrijdronde (de herkansing) aantreden is omgekeerd aan die in de serie. 4.4 De indeling voor de verdere wedstrijdronden (de finaleronden) wordt bepaald door de eerder behaalde resultaten. Zo nodig vinden voor plaatsing in de finaleronden tussenronden plaats tussen deelnemers die een gelijke score hebben behaald. 4.5 Voor elke finaleronde wordt een onderlinge volgorde, het tussenklassement, bepaald van de deelnemers die zich voor deze ronde hebben geplaatst. Deze is in eerste instantie gebaseerd op de in de vorige wedstrijdronde behaalde score. Bij gelijke stand is het vorige tussenklassement doorslaggevend. 4.6 Bij elke finaleronde komen de hoogst en de laagst in het tussenklassement voorkomende deelnemer tegen elkaar uit, en vervolgens de hoogst en de laagst op het tussenklassement voorkomende nog niet ingedeelde deelnemer, en zo verder tot alle niet–uitgeschakelde deelnemers zijn ingedeeld. 4.7 Bij uitschakeling worden deelnemers in het eindklassement op de laatstelijk in het tussenklassement ingenomen positie geplaatst. Artikel 5 Wedstrijdsysteem 5.1 Het wedstrijdsysteem voor de landelijke finaledag is een combinatie van een serie, een herkansing, en vier finaleronden volgens een afvalsysteem. 5.2 Aan de serie nemen alle deelnemers deel. Zij worden daartoe door de wedstrijdleiding opgeroepen in de door loting bepaalde volgorde. De wedstrijdleiding kan besluiten om spelers
Bijlage 10: nationaal kampioenschap precisieschieten
2-5
Versie 1.3 –November 2012
5.3
5.4
5.5
5.6
5.7
die pas laat in deze volgorde zijn geloot, toe te staan niet op de gebruikelijke aanvangstijd van het kampioenschap, maar pas op een nader te bepalen later tijdstip aanwezig te moeten zijn. Alle deelnemers worden in volgorde in het tussenklassement opgenomen; bij gelijke scores worden tussenronden gehouden om ten minste te bepalen welke deelnemers zich scharen bij de beste 8, en om een volledige ordening van de eerste 8 te bepalen. De beste acht van de serie plaatsen zich voor de achtste finale; in het tussenklassement voor de achtste finale komen zij op de plaatsen 1 tot en met 8 te staan; deelnemers die een score hebben behaald die ten minste gelijk is aan die van nummer 24 nemen deel aan de herkansing; de overige deelnemers zijn uitgeschakeld; zij worden in volgorde van hun resultaten tijdens de serie in het eindklassement opgenomen. De beste acht van de herkansing plaatsen zich eveneens voor de achtste finale; bij gelijke scores worden tussenronden gehouden om een volledige ordening van de eerste 8 te bepalen; in het tussenklassement voor de achtste finale komen zij op de plaatsen 9 tot en met 16 te staan; de overige deelnemers zijn uitgeschakeld; zij eindigen op grond van hun resultaten tijdens de herkansing op de plaatsen vanaf 17. Vervolgens worden finaleronden gehouden volgens het principe van rechtstreekse eliminatie tussen de beste zestien (achtste finale), de beste acht (kwartfinale) en de beste vier (halve finale); de winnaars van de halve finale spelen de finale; de winnaar daarvan mag zich „nationaal kampioen precisieschieten” noemen, de verliezer is nummer twee; de verliezers van de halve finale eindigen ex aequo op de derde plaats; de overige deelnemers worden in het eindklassement geklasseerd volgens het laatste tussenklassement waarop zij voorkwamen. Het wedstrijdsysteem voor de zonale voorronden is gebaseerd op het wedstrijdsysteem voor de landelijke finaledag, met dien verstande dat finaleronden met minder deelnemers dan het aantal beschikbare plaatsen niet worden gehouden; deelnemers die zich daarvoor geplaatst hebben zijn gekwalificeerd. De laatstelijk afgevallen deelnemers komen op overeenkomstige wijze tegen elkaar uit, waarna de overige beschikbare plaatsen worden ingevuld met de deelnemers die hierbij het hoogst zijn geëindigd.
Artikel 6 Inrichting 6.1 Op het terrein bevinden zich ten minste acht strijdperken, elk bestaande uit een doelcirkel met een diameter van 1 meter waarin doelwitten en hindernissen worden gelegd, en bijbehorende werpcirkels met een diameter van 50 centimeter op afstanden van 6, 7, 8 en 9 meter van de doelcirkel, aan éénzelfde kant daarvan; de middelpunten van alle cirkels in eenzelfde strijdperk liggen op één lijn, hierna te noemen de hartlijn. 6.2 De strijdperken hebben per speelvak evenwijdige hartlijnen met een onderlinge tussenruimte van ten minste 4 meter en elk met de werpcirkels aan eenzelfde kant van de doelcirkel. Alle werpcirkels bevinden zich op ten minste 1 meter van obstakels in de zin van het spelreglement. Op een afstand van ten minste 1 meter achter de doelcirkel is een afzetting aangebracht. 6.3 De bond beheert het te gebruiken materieel. In overleg met de organisator levert hij deze tijdig het benodigde materiaal. Artikel 7 Configuraties 7.1 In de doelcirkel worden configuraties neergelegd met een doelwit, een te treffen boule of but met een lichte kleur, en hindernissen gevormd door boules en een but met een donkere kleur. Als doelwit of hindernis te gebruiken boules moeten glad zijn en — voor het gehele toernooi — eenzelfde diameter en massa bezitten (van respectievelijk 74 millimeter en 700 gram); deze eisen zijn van overeenkomstige toepassing op de te gebruiken buts. 7.2 De doelwitten en hindernissen worden achtereenvolgens in de volgende configuraties neergelegd: 1. een te treffen boule; 2. een te treffen boule achter een but; 3. een te treffen boule tussen twee andere boules aan weerszijden; 4. een te treffen boule achter een andere boule; en 5. een te treffen but. 7.3 De in dit artikel bedoelde strijdperken en configuraties zijn weergegeven in de bij dit reglement behorende figuren (zie aanhangsels A en B). De onderlinge afstanden tussen objecten in de doelcirkel bedragen telkens 10 centimeter, met uitzondering van die in configuratie 3, waarin deze afstand 3 centimeter bedraagt. Het but in configuratie 5 wordt op 20 centimeter van de
Bijlage 10: nationaal kampioenschap precisieschieten
3-5
Versie 1.3 –November 2012
rand van de doelcirkel gelegd, aan de kant van de werpcirkels; in de andere configuraties bevindt zich het doelwit in het middelpunt van de doelcirkel, dat als zodanig vast is aangegeven. Artikel 8 Spelregels 8.1 In de serie en in de herkansing treedt iedere deelnemer alleen in het strijdperk. De bepalingen over zijn tegenstander zijn dan niet van toepassing. 8.2 In de finaleronden komen de deelnemers in koppels tegen elkaar uit; een dergelijke ontmoeting wordt in het vervolg aangeduid als tweestrijd. Winnaar van een tweestrijd is de deelnemer met de hoogste score bij zijn werpproef. Als de scores gelijk zijn is de winnaar degene die als eerste een tussenronde zoals bedoeld in artikel 8.9 tussen beide deelnemers wint. 8.3 In het bijzijn van de waarnemer loten zij wie van hen de keuze heeft of hij dan wel zijn tegenstander begint. 8.4 Na een teken van de waarnemer bij zijn strijdperk dat configuratie 1 in de doelcirkel correct is neergelegd, neemt de eerste deelnemer plaats in de werpcirkel die op 6 meter van de doelcirkel is verwijderd. Vervolgens werpt hij een boule met de bedoeling het doelwit uit de doelcirkel te verwijderen. 8.5 Nadat de waarnemer hem het teken heeft gegeven dat dezelfde configuratie opnieuw correct in de doelcirkel is neergelegd, neemt de tegenstander plaats in dezelfde werpcirkel en werpt ook hij een boule om het doelwit te verwijderen. 8.6 Voor elk schot heeft de deelnemer 30 seconden de tijd, gemeten tussen het teken van de waarnemer en het moment dat de boule neerkomt. 8.7 Nadat beide deelnemers vanuit de eerste werpcirkel hebben geschoten, neemt de eerste deelnemer plaats in de volgende werpcirkel. Hij en vervolgens zijn tegenstander schiet op deze configuratie. Zo worden de vier afstanden in volgorde afgewerkt. 8.8 Vervolgens wordt de volgende configuratie in de doelcirkel neergelegd. De eerste deelnemer betreedt het strijdperk en hij en zijn tegenstander schieten op deze configuratie weer vier keer, vanuit elke werpcirkel één keer. Deze werkwijze wordt herhaald tot beide deelnemers op de vijf configuraties ieder vier keer hebben geschoten, hierna gezamenlijk aan te duiden als werpproef. 8.9 Als een tussenronde moet worden gespeeld bestaat deze uit een reeks van vijf schoten vanuit de werpcirkel op een afstand van 7 meter van de doelcirkel, te beginnen met configuratie 1. Indien noodzakelijk, wordt deze procedure herhaald tot ten aanzien van de te bepalen volgorde uitsluitsel is verkregen. Artikel 9 Puntentelling 9.1 Een schot is ongeldig als de boule waarmee wordt geschoten de grond buiten de doelcirkel, de doelcirkel zelf, of een hindernis raakt, alvorens het doelwit te treffen, of als het doelwit niet wordt getroffen. Een schot is eveneens ongeldig wanneer de deelnemer tijdens het schieten niet met zijn voeten aan de grond en geheel binnen de werpcirkel blijft. Voor een ongeldig schot worden geen punten toegekend. 9.2 Voor het treffen van een doelwit worden punten toegekend. Het totaal per deelnemer van deze punten is de score van de werpproef. 9.3 Voor een geldig schot wordt de hoogst toepasselijke van de volgende punten toegekend: a. 5 punten in elk der configuraties 1, 2, 3 en 4 indien de boule waarmee wordt geschoten zelf de doelcirkel niet geheel verlaat en bovendien geen hindernis wordt geraakt; b. 5 punten in configuratie 5 indien het doelwit de doelcirkel geheel verlaat; c. 3 punten in elk der configuraties 1, 2, 3 en 4 indien het doelwit de doelcirkel geheel verlaat en bovendien geen hindernis wordt geraakt; d. 3 punten in configuratie 5 indien het doelwit de doelcirkel niet geheel verlaat; e. 1 punt in elk der configuraties 2 en 4 indien het doelwit de doelcirkel geheel verlaat doch een hindernis wordt geraakt; f. 1 punt in elk der configuraties 1, 2 en 4 indien het doelwit de doelcirkel niet geheel verlaat; g. 1 punt in configuratie 3 indien het doelwit de doelcirkel niet geheel verlaat en bovendien geen hindernis wordt geraakt; h. 1 punt in configuratie 3 indien een hindernis wordt geraakt; en i. 1 punt in configuratie 5 indien het but wordt geraakt maar zijn plaats niet verlaat.
Bijlage 10: nationaal kampioenschap precisieschieten
4-5
Versie 1.3 –November 2012
Artikel 10 Administratie 10.1 Bij melding aan de wedstrijdtafel krijgt iedere deelnemer een door de bond vastgesteld wedstrijdformulier. Het vermeldt de naam en het licentienummer van de deelnemer, het strijdperk waar hij dient aan te treden, en het tijdstip waarop hij zich voor de volgende wedstrijdronde moet melden (de meldingstijd). 10.2 Na elke ronde, ook na een tussenronde, wordt de behaalde score op het wedstrijdformulier genoteerd, door de waarnemer geparafeerd en door de deelnemer aan de wedstrijdleiding ter verwerking voorgelegd. Indien de betreffende deelnemer niet is uitgeschakeld, wordt hem opnieuw een wedstrijdformulier verstrekt. 10.3 De taken van de wedstrijdleider zijn: a. een deugdelijke administratie bijhouden van de behaalde scores; b. de deelnemers op een juiste wijze in een tussenklassement zetten; c. lotingen verrichten; d. voor zover noodzakelijk tussenronden organiseren; e. meldingstijden vaststellen; f. deelnemers wedstrijdformulieren verstrekken; en g. informatie geven omtrent tussenklassementen. 10.4 De deelnemers worden geacht mee te werken aan een vlotte afwikkeling van het kampioenschap. Zij dienen zich vóór het op het wedstrijdformulier aangegeven tijdstip naar het juiste strijdperk te begeven, dan wel op eerste oproep naar de wedstrijdtafel. 10.5 Een deelnemer die 5 minuten na de meldingstijd of een oproep zich te melden nog niet aanwezig is, wordt nog één maal opgeroepen; komt hij zich alsnog melden dan begint hij met een achterstand van 5 punten. Als hij zich 10 minuten na de eerste meldingstijd of oproep nog steeds niet heeft gemeld wordt hij van verdere deelname uitgesloten. Artikel 11 Discipline 11.1 Terwijl een deelnemer zich opmaakt om te schieten bevindt zijn tegenstander zich achter de werpcirkel op 9 meter van de doelcirkel, en op ten minste 2 meter van die deelnemer. 11.2 Ieder ander dan de deelnemer, en met name de tegenstander en het publiek, dient zich gedurende de uitvoering van de werpproef van commentaar te onthouden, en mag geen bewegingen maken of anderszins de deelnemer uit zijn concentratie halen, zolang deze zich in een werpcirkel bevindt. Gebeurt dat naar het oordeel van de waarnemer toch of vindt naar het oordeel van de scheidsrechter een van buiten komend incident plaats, dan wordt de reeks schoten vanuit de werpcirkels op de voorliggende configuratie door de deelnemer opnieuw doorlopen. Artikel 12 Arbitrage 12.1 Het nationaal kampioenschap precisieschieten wordt geleid door een door de bond aangewezen scheidsrechter. Deze vergewist zich vooraf van de aanwezigheid en geschiktheid van het te gebruiken materieel en de correcte opstelling van de strijdperken. Indien hij dit noodzakelijk oordeelt, verstrekt hij de organisator bindende aanwijzingen ter verbetering. 12.2 De scheidsrechter wijst voor elk strijdperk een officiële waarnemer aan. Hij ziet toe op het juist handelen van de waarnemers en beslist zo nodig in twijfelgevallen. 12.3 De taken van de waarnemer zijn: a. beoordelen of doelwitten zijn getroffen en de doelcirkel hebben verlaten en of hindernissen zijn bewogen; b. controleren of de deelnemer tijdens het schieten met zijn voeten aan de grond en geheel binnen de werpcirkel blijft; c. treffen van de maatregelen uit artikel 11.2 bij eventuele storende gedragingen van de tegenstander of het publiek; d. toezien op het correct neerleggen van de configuraties; en e. bijhouden van de puntentelling. 12.4 De waarnemer houdt zich, gedurende de tijd die een deelnemer heeft om te schieten, op ter hoogte van de doelcirkel, op een afstand van 2 meter terzijde van de hartlijn.
Bijlage 10: nationaal kampioenschap precisieschieten
5-5
Versie 1.3 –November 2012
TOERNOOIREGLEMENT PETANQUE, BIJLAGE 10, AANHANGSEL A: HET STRIJDPERK
NOVEMBER 2012
Vastgesteld door de bondsvergadering van 17 november 2012; inwerkingtredend op 1 januari 2013.
doelcirkel
1 meter
6 meter
50 cm
werpcirkel + 1 meter
werpcirkel + 1 meter werpcirkel + 1 meter
werpcirkel
Bijlage 10.A: nationaal kampioenschap precisieschieten
1-1
Versie 1.1 – November 2012
TOERNOOIREGLEMENT PETANQUE, BIJLAGE 10, AANHANGSEL B: CONFIGURATIES
NOVEMBER 2012
Vastgesteld door de bondsvergadering van 17 november 2012; inwerkingtredend op 1 januari 2013.
1 meter
10 cm
Configuratie 1
Configuratie 2
boule geen
doelwit: hindernis:
doelwit: hindernis:
boule but
10 cm 3 cm Configuratie 3 doelwit: hindernis:
Configuratie 4
boule boules
doelwit: hindernis:
boule boule
doelwit: boule hindernis: boule doelwit: but 20 cm
hindernis: but
Configuratie 5 doelwit: hindernis:
but geen
Bijlage 10.B: nationaal kampioenschap precisieschieten
1-1
Versie 1.1 – November 2012
TOERNOOIREGLEMENT PETANQUE, BIJLAGE 11: RANGLIJSTTOERNOOIEN
NOVEMBER 2012
Vastgesteld door de bondsvergadering op 17 november 2012; inwerkingtredend op 1 januari 2013.
Voor zover in deze bijlage niet anders is bepaald, zijn de bepalingen van het toernooireglement petanque van toepassing. Artikel 1 Inleiding 1.1 Een ranglijsttoernooi is een toernooi van categorie 1 of 2. 1.2 De status „ranglijsttoernooi” kan worden toegewezen door het bondsbestuur, op verzoek van de organisator. 1.2.1 Indien in een toernooikalenderjaar minder dan zeven toernooien zijn aangemeld als ranglijsttoernooi, kan het bondsbestuur ook een niet–aangemeld toernooi aanwijzen als ranglijsttoernooi. Het bondsbestuur gaat uitsluitend in overleg met de organisator tot die aanwijzing over. 1.2.2 Een ranglijsttoernooi waarvoor minder dan 16 equipes worden ingeschreven verliest de status van ranglijsttoernooi. 1.3 Als een toernooi van de categorie 1 wordt aangewezen als ranglijsttoernooi dan zijn op dat toernooi de regels van het desbetreffende toernooi van toepassing; van deze bijlage zijn dan slechts die bepalingen van toepassing die direct of indirect samenhangen met ranglijstpunten. Artikel 2 Deelname en toegankelijkheid 2.1 Ranglijsttoernooien staan open voor een onbeperkt aantal equipes; waar dit door plaatselijke omstandigheden niet mogelijk is, kan het bondsbestuur de organisator toestemming geven hiervan af te wijken. 2.1.1 Indien een limiet is gesteld aan het aantal deelnemende equipes, reserveert de organisator de helft van de beschikbare plaatsen voor equipes waarin een speler is opgenomen die voorkomt op de ranglijst als bedoeld in artikel 7.4. 2.1.2 Het voorrangsrecht van deze equipes vervalt indien zij zich niet vier weken vóór aanvang van het toernooi hebben aangemeld. 2.1.3 De toekenning van de gereserveerde plaatsen aan equipes geschiedt op basis van de som van de ranglijstpunten van de spelers van die equipe zoals deze bekend zijn op de vervaldatum als bedoeld in artikel 2.1.2. Hierbij hebben equipes met een hoger totaal voorrang. 2.1.4 Na het verstrijken van de vervaldatum is de organisator vrij in het verdelen van de niet– toegewezen gereserveerde plaatsen. 2.2 De samenstelling van een equipe geldt slechts voor het toernooi waarvoor de equipe is ingeschreven. Een equipe dient zich voor elk ranglijsttoernooi afzonderlijk in te schrijven. Artikel 3 Vervangers en invallers 3.1 Vervangers zijn toegestaan. 3.2 Invallers zijn niet toegestaan. Artikel 4 Loting en plaatsing 4.1 Voor de eerste wedstrijdronde vindt de indeling plaats door plaatsing en loting. 4.2 De organisator plaatst ten minste een achtste deel van het aantal deelnemende equipes. De organisator geeft in het wedstrijdschema aan welke equipes zijn geplaatst. 4.3 De loting voor de eerste wedstrijdronde vindt plaats op de eerste dag van het toernooi, direct voorafgaand aan de eerste partij. 4.4 Vanaf de tweede wedstrijdronde wordt gespeeld volgens een vaststaand rooster.
Bijlage 11: ranglijsttoernooien
1-4
Versie 1.1 – november 2012
Artikel 5 Wedstrijdsysteem 5.1 Het wedstrijdsysteem van een ranglijsttoernooi is gebaseerd op rechtstreekse eliminatie: a. de winnaars van de eerste wedstrijdronde gaan over naar het hoofdtoernooi, de verliezers van de eerste wedstrijdronde gaan naar het troosttoernooi; b. de verliezers van de eerste wedstrijdronde van het hoofdtoernooi en van het troosttoernooi gaan over naar respectievelijk de complementaire A en de complementaire B; c. het houden van complementaires is niet verplicht; d. de organisator kan bepalen dat een wedstrijdronde in de vorm van Franse poules wordt gespeeld. 5.2 Elk toernooi wordt geheel uitgespeeld, behoudens overmacht. De scheidsrechter bepaalt of sprake is van overmacht. In het geval dat een toernooi als gevolg van overmacht niet geheel wordt uitgespeeld, bepaalt het bondsbestuur de verdeling van de ranglijstpunten. 5.3 Indien het op grond van het aantal deelnemende equipes noodzakelijk is om vrije wedstrijdronden toe te kennen, kan een vrije wedstrijdronde slechts één maal aan eenzelfde equipe worden toegekend. 5.4 De cadragepartijen vinden plaats tijdens de derde wedstrijdronde, in het geval dat er geen complementaires worden gehouden in de tweede wedstrijdronde. Artikel 6 Toernooiadministratie 6.1 De organisator draagt er zorg voor dat gedurende elk ranglijsttoernooi de laatst door het bondsbestuur gepubliceerde ranglijst op de wedstrijdtafel ter inzage ligt. 6.2 Onverminderd de hem toegekende taken op grond van artikel 35 en 36 van het toernooireglement petanque houdt de wedstrijdleider een volledige administratie bij van de uitslag van de gespeelde partijen en van de vrije wedstrijdronden. 6.3 De wedstrijdleider draagt er zorg voor dat een volledig afschrift van de in artikel 6.2 bedoelde administratie binnen twee werkdagen op het bondsbureau aanwezig is. De originele administratie blijft achter bij de organisator op de wijze als voorzien in het toernooireglement. Artikel 7 Ranglijst 7.1 Op grond van de gedurende elk ranglijsttoernooi door een equipe behaalde resultaten wordt aan iedere speler van die equipe een aantal ranglijstpunten toegekend, zoals opgenomen in aanhangsel A bij deze bijlage. 7.2 De toekenning van de ranglijstpunten geschiedt door het bondsbestuur. 7.3 Aan spelers van een equipe, waarvan ten minste één van de spelers een andere dan een Nederlandse licentie heeft, worden geen ranglijstpunten toegekend. 7.4 Het bondsbestuur houdt een ranglijst bij. 7.5 Het bondsbestuur draagt er zorg voor dat binnen vijf werkdagen na afloop van een ranglijsttoernooi op de webstek van de bond worden gepubliceerd: a. het aan iedere deelnemer toegekende aantal ranglijstpunten voor dat toernooi (de uitslag); b. een volledig en op volgorde gesorteerd overzicht van de overeenkomstig het bovenstaande bepaalde totalen (de nieuwe ranglijst). 7.6 Ten slotte wordt van ten minste de spelers met de hoogste tien posities op de ranglijst het aantal ranglijstpunten gepubliceerd in het eerstvolgende informatiebulletin. 7.7 Een deelnemer aan een ranglijsttoernooi kan binnen twee weken na de datum van publicatie als bedoeld in artikel 7.5 bij het bondsbestuur een schriftelijk gemotiveerde klacht indienen over het aan hem voor dat toernooi toegekende aantal ranglijstpunten of het totaal van aan hem toegekende ranglijstpunten.
Bijlage 11: ranglijsttoernooien
2-4
Versie 1.1 – november 2012
Artikel 8 8.1 8.2
8.3
Prijzen Per ranglijsttoernooi wordt door de organisator een totaal van geldprijzen ter beschikking gesteld dat ten minste gelijk is aan de inleg van de deelnemende equipes. De bond stelt jaarlijks eindprijzen beschikbaar voor de dan hoogst geklasseerde deelnemers op de ranglijst. Het totaal hiervoor beschikbare bedrag wordt verdeeld op de wijze als aangegeven in aanhangsel B bij deze bijlage. Indien aan het einde van het toernooikalenderjaar twee of meer licentiehouders eindigen met een gelijk aantal ranglijstpunten delen zij gelijkelijk de som van de bij hun positie op de ranglijst behorende prijzen.
Artikel 9 9.1
Toernooileiding
De bond stelt kosteloos een wedstrijdleider en een scheidsrechter beschikbaar aan de organisator .
Bijlage 11: ranglijsttoernooien
3-4
Versie 1.1 – november 2012
9.2
AANHANGSEL A BIJ BIJLAGE 11: VERDELING VAN DE RANGLIJSTPUNTEN
Indien door minder dan 16 equipes aan een toernooi wordt deelgenomen worden geen ranglijstpunten toegekend. Bij 16 of meer deelnemende equipes worden punten toegekend volgens de volgende tabel: Toernooiresultaat
Ranglijstpunten
Winnaar
16
e
2 plaats e
12
e
3 en 4 plaats e
8 elk e
5 tot en met 8 plaats e
3 elk
e
9 tot en met 10 plaats
1 elk e
e
Indien wordt gespeeld om de derde en vierde plaats krijgt de 3 plaats 9 punten en de 4 plaats 7 punten, in plaats van de bovengenoemde 8 punten elk.
AANHANGSEL B BIJ BIJLAGE 11: VERDELING VAN DE JAARLIJKSE PRIJS Onderstaande tabellen tonen het percentage van de jaarlijkse prijs per persoon. Totaalstand
Prijs
Winnaar
30
e
20
e
15
e
10
5 plaats
e
5
Vrouwen
Prijs
Beste vrouw
5
2 plaats 3 plaats 4 plaats
e
3
3 plaats
e
2
Jeugd
Prijs
Beste jeugdspeler
5
2 plaats
e
3
e
2
2 plaats 3 plaats
Een vrouw of jeugdspeler kan op grond van zijn of haar positie op de ranglijst voor meer dan één van bovenstaande prijzen in aanmerking komen.
Bijlage 11: ranglijsttoernooien
4-4
Versie 1.1 – november 2012
TOERNOOIREGLEMENT PETANQUE, BIJLAGE 12: PROMOTIETOERNOOIEN
NOVEMBER 2012
Vastgesteld door de bondsvergadering van 17 november 2012; inwerkingtredend op 1 januari 2013.
Voor zover in deze bijlage niet anders is bepaald, zijn de bepalingen van het toernooireglement petanque van toepassing. Artikel 1 Inleiding 1.1 De bond of een vereniging kan een promotietoernooi organiseren. 1.2 De bond kan een maximum stellen aan het aantal promotietoernooien dat een vereniging per jaar mag organiseren. 1.3 Voor een promotietoernooi geldt de aanvraagprocedure voor een toernooi van categorie 3, als vermeld in het toernooireglement petanque. Artikel 2 Deelname en toegankelijkheid 2.1 Een promotietoernooi staat open voor een onbeperkt aantal teams. 2.2 Voor deelname is, in tegenstelling tot andere toernooien, een licentie niet verplicht. 2.3 De bond kan aan de deelnamekosten een maximum verbinden. Artikel 3 Vervangers en invallers 3.1 De organisator bepaalt per promotietoernooi of vervangers zijn toegestaan. 3.2 De organisator bepaalt per promotietoernooi of invallers zijn toegestaan. Artikel 4 Loting en plaatsing 4.1 De organisator bepaalt per promotietoernooi de wijze van loting en plaatsing. Artikel 5 Wedstrijdsysteem 5.1 De organisator bepaalt per promotietoernooi het wedstrijdsysteem. Artikel 6 Prijzen 6.1 Geldprijzen zijn niet toegestaan.
Bijlage 12: promotietoernooien
1-1
Versie 1.1 – november 2012