BIBF | Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten
INHOUD p. 1/ Wanneer kan een gemengde btwbelastingplichtige een verzoek indienen voor toepassing methode werkelijk gebruik ? p. 5/ Boekhoudkundige verplichtingen en de openbaarmaking van de jaarrekening van grote verenigingen en stichtingen gewijzigd
Wanneer kan een gemengde btwbelastingplichtige een verzoek indienen voor toepassing methode werkelijk gebruik ? Het Hof van Cassatie besliste in een arrest van 10 februari
uitoefent die recht geeft op aftrek van de als voorbelasting
2012 dat een belastingplichtige die in de uitoefening van zijn
gedragen btw alsook een vrijgestelde economische activi-
economische activiteit zowel handelingen waarvoor recht op
teit zonder enig recht op aftrek van de btw geheven bij ont-
aftrek bestaat als andere handelingen verricht, de fiscale ad-
vangst, in de zin van artikel 45, § 1 van het Btw-Wetboek.
ministratie kan verzoeken om hem toe te staan de aftrek toe
Aldus zijn, bijvoorbeeld, gemengde belastingplichtigen in
te passen volgens het werkelijk gebruik van het geheel of
de zin van de btw-wetgeving :
een deel van de goederen en van de diensten. Volgens het hof
– ziekenhuizen die enerzijds belastbare activiteiten uitoe-
kan die aanvraag geldig worden ingediend in het kader van
fenen, zoals de exploitatie van een voor het publiek toe-
het antwoord van de belastingplichtige op een regularisatie-
gankelijk cafetaria, de schoonmaak en was voor andere
staat die de btw-administratie hem heeft bezorgd.
ziekenhuizen, en, anderzijds, diensten verstrekken en goederen leveren die vrijgesteld zijn overeenkomstig ar-
1. Het begrip gemengde belastingplichtige in de zin van artikel 46 van het Btw-Wetboek
tikel 44, § 2, 1° van het Btw-Wetboek; – vastgoedondernemingen die, aan de ene kant, belastbare leasingactiviteiten (met name financiële leasing) uitoefenen en zich, aan de andere kant, bezighouden
Het Btw-Wetboek zegt niet onomwonden wat onder «ge-
met de door artikel 44, § 3, 2° van het Btw-Wetboek
mengde belastingplichtige» moet worden verstaan. Maar
bedoelde verhuur van onroerende goederen;
artikel 46, § 1 van het Btw-Wetboek, dat deel uitmaakt van
– verzekeringsmaatschappijen die zich zowel inlaten met
Hoofdstuk VII, Aftrek van de Voorbelasting, zorgt voor
schadebeheer, zijnde een belastbare handeling, als met
een beter inzicht in wat dit begrip inhoudt : «Wanneer de
verzekeringsdiensten die vrijgesteld zijn op grond van
belastingplichtige in de uitoefening van zijn economische
artikel 44, § 3, 4° van het Btw- Wetboek;
activiteit ook andere handelingen verricht dan handelingen
– bank-, financiële en kredietinstellingen die, naast de
waarvoor op grond van artikel 45 aanspraak op aftrek be-
door artikel 44, § 3, 5° en 7° van het Btw-Wetboek vrij-
staat, wordt de belasting ter zake van de voor die activiteit
gestelde handelingen betreffende de verlening en het
gebruikte goederen en diensten in aftrek gebracht naar
beheer van kredieten en betreffende deposito’s, ..., be-
verhouding van de breuk gevormd door het bedrag van de
lastbare handelingen verrichten zoals de verhuur van
laatstbedoelde handelingen en het totale bedrag van de door
kluizen en advisering inzake vermogensbeheer.
de betrokkene verrichte handelingen.» Onthoud wel dat het begrip «gemengde belastingplichtige» Uit dit artikel volgt dat als «gemengde belastingplichtige»
zoals hiervoor uiteengezet, niet mag verward worden met
kan worden aangemerkt, hij die een economische activiteit
het begrip «gedeeltelijke belastingplichtige». Deze tweede
1
P a c i ol i N r . 364 B I B F - I P C F / 27 m ei - 9 j u n i 2013
P 309340 – Afgiftekantoor 9000 Gent X – Tweewekelijks – Verschijnt niet in de weken 30-35
Noot bij het arrest van het Hof van Cassatie van 10 februari 2012
categorie belastingplichtigen omvat immers de economi-
uitgaande handelingen (zonder enig recht op aftrek)
sche subjecten die zowel activiteiten verrichten die onder
waarvoor het recht op aftrek 0 % bedraagt; (iii) de uit-
de werkingssfeer van de btw vallen als activiteiten die er
gaven die niet aan één van beide categorieën (belaste
buiten vallen.
of vrijgestelde) uitgaande handelingen kunnen toegewezen worden en waarvoor een speciale verdeelsleutel
Met andere woorden, een gedeeltelijke belastingplichtige is
moet worden vastgesteld.
slechts ten dele belastingplichtige voor het gedeelte van de diensten en de leveringen van goederen die onderworpen
Een voorbeeld : dezelfde vastgoedonderneming verwe-
zijn aan de btw.
zenlijkt een omzet van 1 000 afkomstig van haar activiteit onroerende leasing en een omzet van 1 000 afkom-
2. Berekening van het recht op aftrek ten name van de gemengde belastingplichtige
stig van haar activiteit onroerende verhuur. In dit geval is de gedragen btw, geheven van de kosten gemaakt met het oog op de uitoefening van de onroerende leasing,
Een belastingplichtige die zowel belastbare handelingen (die
100 % aftrekbaar. De btw geheven van de kosten in ver-
recht op aftrek verlenen) als vrijgestelde handelingen (die
band met de onroerende verhuur is daarentegen niet af-
geen recht op aftrek verlenen) verricht, is niet gerechtigd
trekbaar. De btw op de algemene kosten (elektriciteit, te-
om de volledige btw af te trekken die hem in de uitoefening
lefoon, personeel, voertuigen, ...), ten slotte, zal slechts
van zijn economische activiteit wordt aangerekend. Die be-
aftrekbaar zijn ten belope van een vast percentage, vol-
lastingplichtige moet derhalve gebruik maken van één van
gens een speciale aftreksleutel (bijzonder verhoudings-
de twee berekeningsmethoden, voorgeschreven door arti-
getal).
kel 46 van het Btw-Wetboek, namelijk : – Het algemeen verhoudingsgetal : de belastingplichtige
De methode van het algemeen verhoudingsgetal inzake de
stelt een aftrekpercentage vast volgens een jaarlijks
aftrek stelt in de praktijk geen bijzondere moeilijkheden
berekende breuk, met in de teller de totale omzet van
en is niet onderworpen aan de voorwaarde dat voorafgaan-
de handelingen met recht op aftrek en in de noemer de
delijk toelating moet worden gevraagd aan de btw-admi-
totale omzet van de handelingen met recht op aftrek en
nistratie om haar te mogen toepassen. Maar dat geldt niet
de handelingen zonder recht op aftrek (merk op dat dit
voor de methode van het werkelijk gebruik van de goede-
1
percentage afgerond wordt op de hogere eenheid) .
ren en diensten, zoals we hierna zullen zien.
We nemen het volgende voorbeeld : een vastgoedonder-
3. Bijzonderheden van het werkelijk gebruik
neming verwezenlijkt een omzet van 1 050 afkomstig van haar activiteit onroerende leasing (belastbare activiteit) en een omzet van 1 000 afkomstig van haar acti-
Artikel 46, § 2 van het Btw-Wetboek bepaalt : «In afwijking
viteit onroerende verhuur (vrijgestelde activiteit). In dit
van § 1 kan door of vanwege de Minister van Financiën aan
geval moet het algemeen verhoudingsgetal inzake de
de belastingplichtige, op zijn verzoek, vergunning worden
aftrek als volgt worden bepaald : 1 050 / (1 050 + 1 000)
verleend om het recht op aftrek uit te oefenen met inachtne-
= 51,22 %, afgerond op 52 %.
ming van het werkelijk gebruik van de goederen en diensten of van een deel daarvan. De belastingplichtige kan door of
– Het werkelijk gebruik : wanneer de toepassing van de
vanwege de Minister van Financiën worden verplicht op die
regel van het algemeen verhoudingsgetal aanleiding
wijze te handelen, wanneer de aftrek naar verhouding van
geeft tot een onjuiste of onevenredige aftrek, kan, op
de in § 1 genoemde breuk leidt tot ongelijkheid in de heffing
verzoek van de belastingplichtige of op bevel van de
van de belasting»2.
btw-administratie, de regel van het werkelijk gebruik
Uit deze bepaling volgt dat de belastingplichtige zelf de toe-
worden toegepast (artikel 46, § 2 van het Btw-Wetboek).
passing van het werkelijk gebruik kan aanvragen of er
Deze techniek tot vaststelling van het recht op aftrek
door de administratie kan worden toe verplicht.
komt hierop neer dat de kosten bij ontvangst met de uitgaande handelingen worden verbonden op basis van
In de praktijk komt het evenwel zelden voor dat een belas-
hun juiste btw-behandeling. Aldus moet een belasting-
tingplichtige door de administratie wordt verplicht om de
plichtige zijn beroepsuitgaven bij ontvangst klasseren
methode van het werkelijk gebruik toe te passen. Meestal
volgens drie verdeelsleutels : (i) de uitgaven gebruikt
dient hij zelf vrijwillig een verzoek daartoe in bij de admi-
voor het verrichten van belastbare uitgaande handelin-
nistratie. In de regel deelt de belastingplichtige zijn keuze
gen waarvoor het recht op aftrek 100 % bedraagt; (ii) de
om de aftrek volgens de methode van het werkelijk gebruik
uitgaven gebruikt voor het verrichten van vrijgestelde
uit te oefenen aan de administratie mee aan de hand van een document dat bij de eerste periodieke aangifte wordt
1
Artikel 12 van het KB nr. 3. Merk op dat het algemeen verhoudingsgetal voor banken en financiële instellingen moet bepaald worden volgens bijzondere regels, voorgeschreven door de administratieve aanschrijving nr. 10 van 26 juli 1995 (punt 21 e.v.).
2
2
Tekst door ons in vet aangeduid.
P a c i ol i N r . 364 B I B F - I P C F / 27 m ei - 9 j u n i 2013
gevoegd waarin de aftrek volgens deze methode wordt uit-
tiearrest van 2 oktober 2003, luidens hetwelk de toepas-
geoefend.
sing van de methode van het werkelijk gebruik onderworpen is aan de indiening van een verzoek daartoe bij de
De verplichting om de administratie om toelating te vra-
btw-administratie. Zonder vergunning vanwege de admi-
gen, vloeit voort uit de wettekst. Het Hof van Cassatie heeft
nistratie kan de methode van het werkelijk gebruik niet
die verplichting trouwens bevestigd in een arrest van 2003
worden toegestaan.
waarin het besliste dat, om de aftrek volgens de methode van het werkelijk gebruik te kunnen uitoefenen, de voorafgaan-
Het hof van beroep van Bergen zag dat evenwel anders en
de vergunning vanwege de administratie is vereist3.
oordeelde dat de belastingplichtige wel degelijk een (weliswaar laattijdig maar desalniettemin daadwerkelijk inge-
De administratie mag een verzoek vanwege de belasting-
diend) verzoek daartoe had ingediend en dat niets eraan in
plichtige evenwel niet afwijzen, zonder dat haar beslissing
de weg staat dat de toestemming om de btw af te trekken
op in rechte toegelaten redenen is gesteund4, zulks om elke
volgens het stelsel van het werkelijk gebruik met terug-
willekeurige beslissing te vermijden, gelet op de ruime be-
werkende kracht wordt toegekend.
oordelingsbevoegdheid waarover de administratie ter zake beschikt. Hetzelfde geldt wanneer dit verzoek ertoe strekt
In het besproken arrest van 10 februari 2012 besliste het
de toepassing van de methode van het werkelijk gebruik
Hof van Cassatie dat «noch artikel 17, § 5 van de Zesde
ook voor het verleden te laten gelden.
Btw-richtlijn, noch artikel 46, § 2, Btw-wetboek, noch enige andere bepaling bepaalt op welk ogenblik het verzoek tot
Maar de vaststelling van het tijdstip waarop dit verzoek moet
afwijking op de regel van de aftrek volgens het algemeen
worden ingediend ligt nogal eens moeilijk. Het arrest van
verhoudingsgetal moet worden ingediend door de belas-
het Hof van Cassatie verleent enige opheldering terzake.
tingplichtige». Het hof besliste dan ook dat het middel dat staande houdt dat de aanvraag niet mag worden ingediend
4. Het arrest van het Hof van Cassatie van 10 februari 20125
in het kader van een antwoord van de belastingplichtige op een regularisatiestaat die de administratie hem heeft bezorgd, faalt naar recht.
4.1. De feiten Voorts stelt het hof dat «die bepaling (artikel 46, § 2 van het In deze zaak meende een gemengde belastingplichtige dat
Btw-Wetboek) het verlenen van de door de belastingplichtige
hij een gewone belastingplichtige was, zodat hij de voorbe-
gevraagde aftrek niet aan de voorwaarde onderwerpt dat
lasting tegen 100 % kon aftrekken. De btw-administratie
zijn boekhouding op een zekere wijze toelaat om de activi-
besliste de boekhouding van de belastingplichtige te con-
teiten met recht op aftrek te onderscheiden van deze zonder
troleren. Na afloop van deze btw-controle kwam de admi-
recht op aftrek».
nistratie tot de conclusie dat hij de methode van het algemeen verhoudingsgetal had moeten toepassen en liet zij
Het Hof van Cassatie verwerpt derhalve het door de admi-
hem een regularisatieopgave geworden.
nistratie ingediend cassatieberoep.
In zijn brief als antwoord daarop vroeg de belastingplich-
5. Commentaar
tige de administratie vergunning om de methode van het werkelijk gebruik te mogen toepassen. De administratie
Het cassatiearrest van 10 februari 2012 verdient enige be-
wees dit verzoek van de hand waarop de belastingplichtige
merkingen.
de zaak voor het gerecht bracht. Vooreerst herhaalt het hof het standpunt, dat de adminis-
4.2. Het geding voor en de beslissing van het Hof van Cassatie
tratie zelf al had ingenomen, dat een verzoek tot toepassing van de methode van het werkelijk gebruik kan ingediend worden na een fiscale controle. De administratie
De rechter in eerste aanleg stelde de administratie in het
preciseert immers in haar commentaar dat «deze aanvraag
gelijk, waarbij hij verwees naar het hogervermelde cassa-
zelfs kan ingediend worden ter gelegenheid van een controle door de administratie. Dan wordt het door de belastingplich-
3
Cass., 2 oktober 2003, F.J.F., nr. 2004/57; contra : Gent, 9 maart 2010, Fisc.Koer., 2010, nr. 9, waarin het hof besliste dat de verplichting tot een voorafgaand tot de administratie gericht verzoek, om aanspraak te maken op de regeling van het werkelijk gebruik, zoals bepaald door artikel 46, § 2 van het Btw-Wetboek, strijdig is met Richtlijn 2006/112/EG. Bijgevolg besliste het hof dat een belastingplichtige, zelfs zonder voorafgaande vergunning vanwege de administratie, zijn recht op aftrek volgens de methode van het werkelijk gebruik kan uitoefenen.
4
H.v.J., 3 november 1997, Fisc.Koer., 1998, nr.291.
5
Cass., 10 februari 2012 (nr. F.10.0125.F), J.L.M.B., 2012, nr. 19, p. 905.
3
tige ondertekend akkoord beschouwd als een aanvraag om de aftrek volgens de regel van het werkelijk gebruik toe te passen voor de volgende jaren»6. Derhalve kunnen we ons afvragen welke redenen de administratie ertoe gebracht hebben om in deze zaak zo ver te gaan, aangezien de be-
6
Oude commentaar Vandewinckele : Com. BTW, nr. 46/189.
P a c i ol i N r . 364 B I B F - I P C F / 27 m ei - 9 j u n i 2013
lastingplichtige zijn verzoek wel degelijk had ingediend in
vastgestelde verdeelsleutel (100 % of 0 %) te kunnen uitoe-
het kader van een controle7.
fenen.
Uit de beslissing van het Hof van Cassatie kan evenwel af-
Onzes inziens is een belastingplichtige inderdaad niet wet-
geleid worden dat de aanvraag ook kan ingediend worden
telijk verplicht om over dergelijke boekhouding te beschik-
na de controle, met name in antwoord op de regularisa-
ken om op het tijdstip van de indiening van de aanvraag
tieopgave, en niet bij de controle zelf. Ook al is het in de
de regel van het werkelijk gebruik te kunnen toepassen,
praktijk niet aan te raden om de aanvraag pas in te dienen
maar die boekhouding is een efficiënt middel om, voor de
bij een controle of in antwoord op de daaruit voortvloei-
perioden waarvoor het werkelijk gebruik wordt toegepast,
ende regularisatiestaat8, toch is de door het Hof van Cas-
de handelingen naar hun juiste btw-verwerking te onder-
satie bepleite oplossing volledig in overeenstemming met
scheiden en te klasseren.
het Btw-Wetboek, dat immers niet aangeeft wanneer het verzoek moet worden ingediend, zodat dit derhalve na de
Uit het voorafgaande volgt dat een gemengde belasting-
controleprocedure kan worden ingediend.
plichtige : – de voorbelasting mag aftrekken met toepassing van de
Een belastingplichtige kan dus een verzoek tot toepassing
techniek van het werkelijk gebruik en de btw-adminis-
van de methode van het werkelijk gebruik indienen wan-
tratie, in principe, de toepassing niet mag weigeren van
neer hij dat wenst en voor de periode die hij bepaalt. Die
een uitdrukkelijk verzoek daartoe dat de belastingplich-
periode kan het verstreken dienstjaar, en zelfs meerdere
tige achteraf heeft ingediend, met name bij een controle
dienstjaren betreffen. Er is dienaangaande geen wettelijke
of in antwoord op een regularisatieopgave en zulks ten-
regel die het gebruik met terugwerkende kracht van de
einde de toepassing van de regeling van het werkelijk
methode van het werkelijk gebruik beperkt. In geval deze
gebruik te bevestigen; of
aftrekmethode voordeliger is voor de belastingplichtige,
– de voorbelasting mag aftrekken met toepassing van de
kan hij de toepassing ervan aanvragen en afzien van het,
methode van het algemeen verhoudingsgetal en de btw-
in voorkomend geval, minder voordelig algemeen verhou-
administratie ook hier, in principe, de toepassing niet
dingsgetal. Tijdens de parlementaire werkzaamheden die
mag weigeren van een verzoek tot toepassing van de me-
aan de goedkeuring van het Btw-Wetboek zijn voorafge-
thode van het werkelijk gebruik dat de belastingplich-
gaan, heeft de Minister van Financiën de toepassing van
tige achteraf heeft ingediend, met name bij een controle
de techniek van het werkelijk gebruik zo vaak als mogelijk
of in antwoord op een regularisatieopgave, en zulks ten-
aanbevolen9.
einde af te wijken van de toepassing van de methode van het algemeen verhoudingsgetal.
Vervolgens beslist het besproken arrest dat de uitoefening van het recht op aftrek volgens de techniek van het wer-
Maar om elk geschil met de administratie te vermijden is
kelijk gebruik, zoals bepaald door artikel 46, § 2 van het
het raadzaam om vooraf een studie te verrichten om erach-
Btw-Wetboek, niet mag afhangen van de voorwaarde dat
ter te komen welke methode voor de gemengde belasting-
een analytische boekhouding wordt gevoerd, met name een
plichtige het voordeligst uitkomt en, in geval de methode
boekhouding die het mogelijk maakt de handelingen waar-
van het werkelijk gebruik het voordeligst uitvalt, de toe-
voor aftrek mogelijk is en die waarvoor de aftrek niet is
passing ervan aan te vragen vóór een fiscale controle.
toegestaan duidelijk te onderscheiden. Die overweging, die weliswaar in overeenstemming is met het Btw-Wetboek dat
Tenzij het strijdig is met de hiervoor uiteengezette aftrek-
geen dergelijke verplichting oplegt, is in de praktijk even-
regels, zal de administratie, in de regel, de belastingplich-
wel moeilijk uitvoerbaar.
tige toestaan om de methode van het werkelijk gebruik toe te passen, zelfs voor het verleden, indien dat voor die belas-
Om de voorbelasting volgens de verdeelsleutels te kunnen
tingplichtige voordeliger uitkomt op het vlak van de btw.
aftrekken, moet de belastingplichtige immers in staat zijn om een inkomende factuur aan een uitgaande factuur te paren en, bijgevolg, om een inkomende factuur in verband
Sebastian KIRSCH – Senior VAT Manager KPMG
te brengen met een belastbare of vrijgestelde uitgaande
Philippe GAMITO – VAT Adviser KPMG
handeling en aldus zijn recht op aftrek, conform de gekozen (belastbare of vrijgestelde) sector en de voor die sector
7
T. Lamparelli, «TVA et quelques arrêts importants de la Cour de cassation», L.F.B., 2012, nr. 171, p. 7.
8
«Gemengde belastingplichtigen – Aftrek volgens algemeen verhoudingsgetal of werkelijk gebruik – Cassatie 02.10.2003», Pacioli, 2004, nr. 159, p. 7.
9
Btw-Handleiding, nr. 420.
4
P a c i ol i N r . 364 B I B F - I P C F / 27 m ei - 9 j u n i 2013
Boekhoudkundige verplichtingen en de openbaarmaking van de jaarrekening van grote verenigingen en stichtingen gewijzigd 1. Voorwoord
B. Onttrekking aan het eigen vermogen 1. Onttrekking aan de fondsen van de vereniging
De boekhoudkundige verplichtingen en de openbaarmaking
2. Onttrekking aan de bestemde fondsen
van de jaarrekening van de grote en zeer grote verenigin-
C. Toevoeging aan de bestemde fondsen
gen zonder winstoogmerk, internationale verenigingen
D. Over te dragen positief (negatief) resultaat
zonder winstoogmerk en stichtingen (hierna gezamenlijk «verenigingen» genoemd) zijn geregeld door een koninklijk besluit1. Belangrijke wijzigingen werden aangebracht
2.3. Nieuwe rekeningen voor de resultaatverwerking
aan deze reglementering door het koninklijk besluit van 18 december 20122. De bijzonderste wijzigingen hebben be-
Om het rechtstreeks verband te leggen tussen de resultaat-
trekking op de resultaatverwerking, de toepassing van het
verwerkingstabel en de boekhouding worden de rekenin-
boekhoudkundig continuïteitsprincipe in geval van reorga-
gen aangepast en enkele nieuwe toegevoegd.
nisatie en tot slot een aanpassing van het rekeningenstelsel. Deze drie onderwerpen worden hierna afzonderlijk behan-
De rekening 690 Overboeking naar het overgedragen resul-
deld en de andere wijzigingen worden globaal besproken.
taat diende tot op heden zowel bij de overboeking van een positief te bestemmen resultaat, als bij een negatief te bestem-
2. Resultaatverwerking
men resultaat gebruikt te worden, wat de duidelijkheid van de jaarrekening niet ten goede kwam4. Daarom worden er
2.1. Algemeenheden
in het rekeningenstelsel twee rekeningen toegevoegd, meer bepaald de rekeningen 693 Over te dragen positief resultaat
De balans van de verenigingen wordt opgesteld na toe-
en 793 Over te dragen negatief resultaat.
wijzing, dit wil zeggen, rekening houdend met de beslissingen tot besteding van het saldo van de resultatenreke-
Aangezien er rekening moet gehouden worden met het
ning en van het overgedragen resultaat3. Het volledige en
overgedragen resultaat van het vorige boekjaar om het te
verkort model van jaarrekening van verenigingen bevatte
bestemmen resultaat van het huidige boekjaar te bepalen,
geen resultaatverwerkingstabel, waarschijnlijk omdat de
dient het overgedragen resultaat terug in resultaat te wor-
resultaatverwerking eenvoudiger bleek door gebrek aan
den gebracht5.
winstverdeling of eventuele tussenkomst van de vennoten.
Daarom worden de rekeningen 690 Overgedragen negatief
Voortaan is dit gebrek aan transparantie verbeterd.
resultaat van het vorig boekjaar en 790 Overgedragen positief resultaat van het vorige boekjaar voorzien in het reke-
2.2. Resultaatverwerkingstabel
ningenstelsel.
Het wijzigingsbesluit neemt een resultaatverwerkingsta-
Verder wordt geen rekening 692 Overboeking naar de fond-
bel op in het volledige en verkort schema van de jaarreke-
sen van de vereniging voorzien, aangezien onder fondsen
ning van verenigingen die hun jaarrekening neerleggen
van de vereniging het totaal moet worden verstaan van,
bij de Nationale Bank van België. Volgens het verslag aan
enerzijds, het beginvermogen en, anderzijds, de permanente
de Koning wordt deze tabel ingevoegd om een correcter
financiering, met name de schenkingen, de legaten en subsi-
beeld te krijgen van de verwerking van het positief of nega-
dies, die uitsluitend bestemd zijn om duurzaam bij te dragen
tief resultaat van de vereniging of stichting.
tot de activiteit van de vereniging of stichting. Er kan dus geen resultaat van het boekjaar overgebracht worden naar de fondsen van de vereniging6.
Deze tabel ziet er als volgt uit : A. Te bestemmen positief (negatief) resultaat 1. Te bestemmen positief (negatief) resultaat van het boekjaar 2. Overgedragen positief (negatief) resultaat van het vorige boekjaar
1
Koninklijk besluit van 19 december 2003 (BS 30 december 2003).
4
Zie Opmerking op pagina 7, Pacioli nr. 229, 16-29 mei 2007.
2
BS 31 januari 2013.
5
Zie voetnoot 3.
3
Artikel 26, § 1, eerste lid KB/W.Venn.
6
Verslag aan de Koning bij KB 18 december 2012, artikel 25, 9° en 10°.
5
P a c i ol i N r . 364 B I B F - I P C F / 27 m ei - 9 j u n i 2013
«Alle actief- en passiefbestanddelen van de overgenomen ver-
2.4. Beknopte beschrijving van de werking van de nieuwe rekeningen
eniging, inclusief de verschillende bestanddelen van haar eigen vermogen, de afschrijvingen, waardeverminderingen en door
Eerst wordt aanbevolen de rekening 14 Overgedragen re-
haar gevormde voorzieningen, haar rechten en verplichtingen
sultaat (+)(-) te splitsen in twee afzonderlijke rekeningen
alsook haar opbrengsten en kosten van het boekjaar, worden
140 Overgedragen winst en 141 Overgedragen verlies.
opgenomen in de boekhouding van de overnemende vereni-
690 Overgedragen negatief resultaat van het vorige boek-
ging tegen de waarde waarvoor zij in de boekhouding van de
jaar wordt gedebiteerd door credit van de rekening 141
overgenomen vereniging voorkwamen op de datum vanaf wel-
Overgedragen verlies.
ke de handelingen van de over te nemen vereniging of stichting
693 Over te dragen positief resultaat wordt gedebiteerd
boekhoudkundig geacht worden te zijn verricht voor rekening
door credit rekening 140 overgedragen winst.
van de overnemende vereniging.»11
790 Overgedragen positief resultaat van het vorige boekjaar wordt gecrediteerd door debet van rekening 140 overgedragen winst.
3.3. Advies van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen
793 Over te dragen negatief resultaat wordt gecrediteerd De Commissie voor Boekhoudkundige Normen heeft een
door debet van rekening 141 Overgedragen verlies.
advies gepubliceerd : «De boekhoudkundige verwerking van
3. Boekhoudkundige verwerking van reorganisatieverrichtingen
pseudo-fusies van verenigingen en stichtingen»12. De belang-
3.1. Historisch overzicht
bepalingen met betrekking tot de reorganisatie van ver-
3.3.1. Waarde waartegen de actief- en passiefbestanddelen van de overdragende vereniging overgenomen worden in de boekhouding van de overnemende
enigingen. Verenigingen moesten een reeks rechtshande-
Voor de waardering van de actief- en passiefbestanddelen
lingen uitvoeren zonder rechtszekerheid noch tegenwerp-
van de overgenomen vereniging moeten verschillende toe-
baarheid aan derden.
standen worden ontleed.
Later heeft de wetgever een juridisch kader ingevoerd
A. Pseudo-fusie tussen een grote of zeer grote vereniging
rijkste punten van dit advies worden hierna uiteengezet.
Oorspronkelijk voorzag de wet van 27 juni 19217 geen
waardoor verenigingen konden reorganiseren door mid-
met een andere grote of zeer grote vereniging.
del van een inbreng van een algemeenheid of bedrijfstak,
De waardering stelt geen probleem vermits de twee be-
onder het stelsel voorzien door het Wetboek van Vennoot-
trokken verenigingen de waarderingsregels toepassen
8
schappen, overgenomen door de wet van 27 juni 1921 door toevoeging van een nieuw artikel 58.
eigen aan de grote en zeer grote verenigingen. B. Pseudo-fusie tussen een grote of zeer grote vereniging
Deze nieuwe beschikking bevatte geen boekhoudkundig luik.
en een kleine vereniging. Er wordt gesteld dat de kleine vereniging niet heeft be-
Het koninklijk besluit van 18 december 20129 voert thans
slist zich te onderwerpen aan het boekhoudkundig stel-
het principe in van boekhoudkundige continuïteit voor de
sel van de grote verenigingen13.
verenigingen die beroep doen op de procedure van het Wetboek van Vennootschappen, door toepassing van artikel 58
In dit geval worden de regels die voorzien zijn voor de ope-
van de wet van 27 juni 1921. Die procedure betreft de over-
ningsbalans op overeenkomstige wijze als volgt toegepast :
dracht om niet of om bezwarende titel van een algemeen-
a) Als de vereniging al een boekhouding voert die overeen-
heid of van een bedrijfstak10.
stemt met het stelsel eigen aan de grote verenigingen of indien deze vereniging haar vermogen reeds waar-
3.2. Uiteenzetting van het beginsel van boekhoudkundige continuïteit
deert overeenkomstig de waarderingsregels eigen aan de grote verenigingen, zonder evenwel een volledige boekhouding te voeren, dan worden de rekeningen van
In het Wetboek van Vennootschappen is het principe van
de kleine vereniging overgedragen in de boekhouding
boekhoudkundige continuïteit de algemene norm inzake
van de overnemende aan de waarden die zij hadden bij
fusie en splitsing en dit principe is als volgt bepaald in
de overgenomen14.
het uitvoeringsbesluit van gezegd wetboek, aangepast aan
b) Indien de overgenomen vereniging de waarderingsregels, eigen aan de grote verenigingen niet toepast moet
verenigingen.
11 Artikel 78, § 2, KB/W.Venn. en 693, 5° W.Venn. 7
Gewijzigd door de wet van 20 mei 2002 (BS 31 december 2002).
12 CBN-advies 2013/1 van 19 januari 2013.
8
Zie Pacioli nr. 320, 23 mei-4 juni 2011, p. 6 tot 8.
13 Artikel 15 KB 26 juni 2003
9
BS 31 januari 2013.
14 Artikel 37, § 2, eerste lid KB 19 december 2003 en CBN-advies 2013/1, IV, B, 6., 3e alinea
10 Artikelen 760 tot 762 en 764 tot 767 Wetboek van Vennootschappen.
6
P a c i ol i N r . 364 B I B F - I P C F / 27 m ei - 9 j u n i 2013
ze de waarderingsregels vóór overdracht als volgt aan-
de grote verenigingen. De nieuwe entiteit op die wijze ge-
passen15 :
vormd wordt een grote vereniging.
– De overgedragen activa worden gewaardeerd tegen
In dit geval volgt de regel van overschrijding van de omvang-
de werkelijke waarde of, bij ontstentenis, tegen een
criteria de gewone weg en wordt de overschrijding nagegaan
betrouwbare marktwaard of gebruikswaarde op het
op balansdatum17. De kleine vereniging die groot wordt door
ogenblik van de overdracht.
overname van een andere kleine vereniging is ertoe verplicht
– Bij ontstentenis van betrouwbare marktwaarde of gebruikswaarde zal de overnemende vereniging in haar
het volgende boekjaar over te gaan van een vereenvoudigde boekhouding naar een volledige boekhouding18.
eerstkomende jaarrekening een omstandige melding
3.3.4. Voorbeelden ter illustratie
doen in de toelichting.
In het advies van de Commissie worden enkele voorbeelden
3.3.2. Boekhoudkundige verwerking door de overnemende vereniging van het nettovermogen van de overgenomen vereniging
gegeven m.b.t. de overname van de rekeningen van de over-
Wanneer de elementen van het eigen vermogen van de
men vereniging eenvoudigweg doorgeschoven in de overeen-
kleine overgenomen vereniging niet als dusdanig overge-
stemmende rekeningen van de overnemende vereniging19
genomen vereniging in de boeken van de overnemende. In deze voorbeelden worden de rekeningen van de overgeno-
nomen worden omdat de overgenomen kleine vereniging een eenvoudige boekhouding voert waaruit geen eigen ver-
4. Aanpassing rekeningenstelsel
mogen blijkt, zal de overnemende vereniging het verschil tussen de ingebrachte activa en passiva als «Beginvermo-
Naast de nieuwe rekeningen van resultaatverwerking (zie
gen» boeken.
hierboven) brengt het nieuw besluit enkele verbeteringen en wijzigingen aan het Algemeen Genormaliseerd Mini-
Toch verklaart de Commissie dat het beginvermogen on-
mum Rekeningenstelsel van toepassing op verenigingen
veranderlijk is en dat latere uitbreidingen van het vermo-
en stichtingen.
gen langs de post «Permanente financiering» gebeuren.
Nieuwe rekeningen worden toegevoegd en van andere wordt de titel aangepast.
De overname van het netto-actief van de overdragende ver-
De titels van de nieuwe of gewijzigde rekeningen zijn dui-
eniging is zonder twijfel een latere uitbreiding van het be-
delijk genoeg zo dat er geen uitleg moet gegeven worden
ginvermogen van de overnemende vereniging. Die inbreng
over hun werking.
is bestemd om duurzaam bij te dragen tot de activiteit van de overnemende vereniging. De Commissie had dan ook een al-
Nieuwe rekeningen of rekeningen met gewijzigde titel :
ternatieve oplossing kunnen aanvaarden om de tegenwaar-
412 Te ontvangen subsidies
de van de overdracht op «Permanente financiering» te boeken.
483 Terug te betalen subsidies
De aard en de definitie van deze laatste rekening stemt exact
50
overeen met een inbreng om niet. Ten andere valt er op te merken dat de balanspost «Fondsen van de vereniging» (code 10) hetzelfde saldo zal vertonen welke de gebruikte rekening
Geldbeleggingen andere dan aandelen, vastrentende effecten en termijndeposito’s
638 Voorzieningen voor terug te betalen subsidies en legaten en voor schenkingen met terugnemingsrecht 670 Inkomstenbelastingen
ook zou zijn waarop de inbreng wordt geboekt.
6701 Onroerende voorheffing
3.3.3. Overschrijding van de omvangcriteria door de nieuw gevormde eenheid
6702 Roerende voorheffing
Eerste situatie : een kleine vereniging neemt een grote of
671 Jaarlijkse taks tot vergoeding van de successierechten
zeer grote vereniging over of een kleine vereniging neemt
737 Exploitatiesubsidies
een andere kleine vereniging over en één van de twee be-
738 Compenserende bedragen ter vermindering van de
6703 Overige inkomstenbelastingen
trokken verenigingen had beslist zich te onderwerpen aan
loonkost
de regels van de grote verenigingen16. De Commissie verklaart dat in deze twee gevallen de nieuwe eenheid rekening moet houden met het overschrijden van
5. Toelichting gewijzigd : toevoegingen en weglatingen
de omvangcriteria voor het boekjaar van de pseudo-fusie. Het gewijzigd koninklijk besluit bevat meerdere verandeTweede situatie : een kleine vereniging neemt een andere
ringen aan de meldingen die in de toelichting van de ba-
kleine vereniging over en geen van beide hadden beslist
lans moeten worden opgenomen. Enerzijds gaat het om de
zich te onderwerpen aan het boekhoudkundig stelsel van 17 Artikelen 17, 37 en 53 wet 27 juni 1921 op de verenigingen en stichtingen. 15 Artikel 37, § 2, tweede lid en § 3, eerste en tweede lid KB 19 december 2003.
18 Cf. «Het nieuwe boekhoudkundig stelsel van de kleine verenigingen», brochure uitgegeven door FOD Justitie, Hoofdstuk 1, rubriek 3, punt 3.2.
16 Artikel 15, KB 26 juni 2003.
19 Voor meer detail zie advies 2013/1, bladzijden 10 tot 14.
7
P a c i ol i N r . 364 B I B F - I P C F / 27 m ei - 9 j u n i 2013
mogelijkheid vermeldingen weg te laten en anderzijds om
Deze bepaling bevat een dubbele verplichting : de eerste
bijkomende informatie te geven.
was het opstellen van een staat en de tweede was het vermelden van de waarderingsregels van de fondsen bestemd
5.1. Nieuwe regels van toepassing naargelang de grootte van de vereniging
om een sociaal passief te dekken. Deze dubbele verplichting werd door de Balanscentrale anders geïnterpreteerd in de rubrieken VOL-vzw 4.7 en
Deze nieuwe regels zijn toepasselijk gemaakt op basis van 20
VKT-vzw 4.3 in dewelke slechts één enkele post is voorzien
de groottecriteria die de zeer grote verenigingen bepalen ,
(131) met de vraag de waarderingsregels op te geven van
te weten :
de fondsen bestemd om een sociaal passief te dekken.
– het equivalent, gemiddeld per jaar, van 50 voltijdse In een advies22 verklaart de Commissie voor Boekhoudkun-
werknemers; – een totaal van 7 300 000 euro aan andere dan uitzonder-
dige Normen dat de toelichting de waarderingsregels omvat van alle bestemde fondsen. Deze interpretatie die dich-
lijke ontvangsten;
ter bij de inhoud van de bepalingen van het voormalige
– een balanstotaal van 3 650 000 euro.
besluit staat is thans opgenomen in de betrokken artikelen a) Verenigingen die bij afsluiting van het boekjaar meer dan
waar de woorden «voor de fondsen bestemd om een sociaal
één van de hierboven gestelde limieten overschrijden
passief te dekken» geschrapt worden.
– zijn er toe gehouden de financiële gevolgen van buiten-
Voortaan zal de «Staat van bestemde fondsen» een uitsplitsing van de post 13 op passiva zijn, minstens naar fondsen
balansregelingen voor de vereniging te melden; – dienen de transacties met verbonden partijen te melden
bestemd voor investeringen, voor sociaal passief en andere.
voor zover het gaat om transacties die niet onder norma-
Verder zullen de waarderingsregels van alle vermelde be-
le voorwaarden zijn aangegaan of die niet passen binnen
stemde fondsen moeten opgegeven worden.
het in de statuten omschreven doel van de vereniging21. De Commissie voor Boekhoudkundige Normen stelt verder b) Verenigingen die bij de afsluiting van het boekjaar niet meer
dat de waarderingsregels dienen te bepalen waarvoor het
dan één van de hierboven gestelde limieten overschrijden
bestemd fonds wordt aangelegd en op welke manier het
– mogen de «Staat van oprichtingskosten» in toelichting
fonds zal aangelegd worden.
VOL-vzw 4.1 weglaten; – mogen de uitsplitsing van de netto-omzet in toelichting VOL-vzw 4.9 weglaten; – moeten melding maken van de transacties die direct of indirect zijn aangegaan tussen de vereniging en de le-
6. Openbaarmaking van de jaarrekening van stichtingen van openbaar nut en van internationale verenigingen zonder winstoogmerk
den van de leidinggevende, de toezichthoudende of de Tot heden leggen de stichtingen van openbaar nut hun jaar-
bestuursorganen.
rekening neer op de griffie van de rechtbank van koophan-
5.2. Nieuwe regel van toepassing op alle verenigingen die hun jaarrekening neerleggen bij de Nationale Bank van België
del, wat hun grootte ook zou zijn. Vanaf 1 september 2013 moeten grote en zeer grote stichtingen van openbaar nut hun jaarrekening neerleggen bij de Nationale Bank van België23. Grote en zeer grote internationale verenigingen zonder
Artikelen 15, 6° en 18, 3° van het koninklijk besluit van
winstoogmerk leggen hun jaarrekening ook neer op de
19 december 2003, m.b.t. de boekhouding van grote vereni-
griffie van de rechtbank van koophandel. Vanaf 1 septem-
gingen, bepalen dat in de toelichting tot de balans aanvul-
ber 2013 moeten zij hun jaarrekening neerleggen bij de Na-
lende gegevens moeten worden opgenomen betreffende «een
tionale Bank van België24.
staat van de bestemde fondsen die, voor de fondsen bestemd om
Michel VANDER LINDEN
een sociaal passief te dekken, de waarderingsregels vermeldt
Erebedrijfsrevisor
die werden gekozen om het bestemde bedrag te bepalen». 22 Advies CBN 2011/7. 20 Wet van 27 juni 1921, artikelen 17, § 5, 37, § 5 en 53, § 5.
23 Wijziging artikel 37 § 6, eerste lid wet 27 juni 1921, door wet 14/01/2013, B.S. 01/03/2013
21 Het verslag aan de Koning bij het KB van 18 december 2012 verduidelijkt wat hieronder moet verstaan worden.
24 Nieuw § 8 toegevoegd aan art.53 wet 27 juni 1921, door wet 14/01/2013, B.S.01/03/2013
Noch deze publicatie, noch gedeelten van deze publicatie mogen worden gereproduceerd of opgeslagen in een retrievalsysteem, en evenmin worden overgedragen in welke vorm of op welke wijze ook, elektronisch, mechanisch of door middel van fotokopieën, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De redactie staat in voor de betrouwbaarheid van de in haar uitgaven opgenomen info, waarvoor zij echter niet aansprakelijk kan worden gesteld. Verantwoordelijke uitgever : Jean-Marie CONTER, B.I.B.F. – Legrandlaan 45, 1050 Brussel, Tel. 02/626 03 80, Fax. 02/626 03 90 e-mail :
[email protected], URL : http: //www.bibf.be. Redactie : Jean-Marie CONTER, Gaëtan HANOT, Geert LENAERTS, Xavier SCHRAEPEN, Chantal DEMOOR. Adviesraad : Professor P. MICHEL, Professor Emeritus, Universiteit Luik, Professor C. LEFEBVRE, Katholieke Universiteit Leuven. Gerealiseerd in samenwerking met kluwer – www.kluwer.be
8
P a c i ol i N r . 364 B I B F - I P C F / 27 m ei - 9 j u n i 2013