Slotconferentie Brussel 3 december 2012
Toename van leerlingen in het buitengewoon onderwijs en de vraag naar de effectiviteit ervan Jan Van Damme, Georges Van Landeghem & Gudrun Vanlaar Centrum voor Onderwijseffectiviteit en –evaluatie KU Leuven en Steunpunt Studie‐ en Schoolloopbanen
Buitengewoon onderwijs in Vlaanderen • Scholen voor buitengewoon onderwijs • lange traditie ( > 40 jaar) • 7% !
• Inclusief onderwijs (recenter)
• Beslissing over doorverwijzing: • Multidisciplinair team (kleuterleidster, directie, ouders, CLB,..)
Overzicht 1. Toename van leerlingen in BuLO 2. Instroom, doorstroom en effectiviteit. Een begin …
4‐12‐2012
3
Slotconferentie Brussel 3 december 2012
1. De toename van leerlingen in het buitengewoon lager onderwijs
Buitengewoon lager onderwijs = ?
• Kleinere klassen, meer omkadering, flexibel • Niet verankerd in buurt • Langere schooldagen • Segregatie
SSL‐ Colloquium
Omvang buitengewoon lager onderwijs
3 jongens per 2 meisjes
11‐jarigen in buitengewoon lager onderwijs (2010−2011): Jongens: 9,6% Meisjes: 6,2% Alle 11‐jarigen: 8,0% Volledig gesegregeerd
10,0%
J
9,0%
11‐jarigen 3 jongens per 2 meisjes
8,0%
J+M % van cohorte
Evolutie omvang buitengewoon lager onderwijs
7,0%
6,0%
M
5,0%
4,0%
3,0% 1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
1989
1988
1987
1986
1985
1984
1983
1982
1981
1980
1979
1978
Geboortejaar
11
10%
10 9%
Illustratie: jongens Toename van vroege doorverwijzingen leidt niet tot afname van latere instroom
9
12
8%
8
7%
% van jongenscohorte
Stroompatroon buitengewoon lager onderwijs
6%
7
5% 4%
6
3% 2% 1%
13 14
0%
2003
2001
1999
1997
1995
1993
1991
1989
1987
1985
1983
1981
1979
1977
1975
Geboortejaar
Omvang types buitengewoon lager onderwijs T1: lichte mentale handicap T8: leermoeilijkheden T2: matige of ernstige mentale handicap T3: emotionele en gedragsproblemen T4: fysieke handicap T7: auditieve handicap T6: visuele handicap 11‐jarigen in 2010−2011
T1 T8
Jongens Meisjes 2,9% 2,5% 3,3% 2,4%
J&M 2,7% 2,9%
T2 T3 T4 T7 T6
1,2% 1,3% 0,5% 0,4% 0,0%
0,7% 0,2% 0,2% 0,1% 0,0%
0,9% 0,8% 0,3% 0,3% 0,0%
Totaal
9,6%
6,2%
8,0%
11‐jarige jongens Evolu e sinds 1996−1997
T4: fysieke handicap T7: auditieve handicap T6: visuele handicap
T2
0,5%
0,0%
T3
T4 T7 T6 1999 1998 1997 1996 1995 1994 1993 1992 1991 1990 1989 1988 1987 1986 1985 1984 1983 1982 1981 1980 1979 1978
T1 eerder stabiel T8 vrij stabiel sinds 1999−2000 T2: matige of ernstige mentale handicap T3: emotionele en gedragsproblemen
1,0%
% van jongenscohorte
Evolutie types buitengewoon lager onderwijs
Geboortejaar
11‐jarige meisjes Evolu e sinds 1996−1997 T1 eerder stabiel T8 van 1,7% (1996−1997) naar 2,4%
0,5%
0,0%
T2
T3 T4 T7 T6 1999 1998 1997 1996 1995 1994 1993 1992 1991 1990 1989 1988 1987 1986 1985 1984 1983 1982 1981 1980 1979 1978
T2: matige of ernstige mentale handicap T3: emotionele en gedragsproblemen T4: fysieke handicap T7: auditieve handicap T6: visuele handicap
1,0%
% van meisjescohorte
Evolutie types buitengewoon lager onderwijs
Geboortejaar
3,5%
T1: lichte mentale handicap Beduidende instroom op alle leeftijden, omvang afnemend met leeftijd
9 8
2,0%
7 1,5%
1,0%
6 0,5% 13
0,0%
2004
2002
2000
Geboortejaar
14
1998
1996
1994
1992
1990
1988
1986
1984
1982
Stroom van geboortecohorten!
10
2,5% % van jongenscohorte
Stroompatroon buitengewoon lager onderwijs, Type 1, jongens
11 12
3,0%
11
3,5%
10 3,0%
T8: leermoeilijkheden Merk op: beperkte (netto‐) instroom van 7‐jarigen
9 12
2,5% % van jongenscohorte
Stroompatroon buitengewoon lager onderwijs, Type 8, jongens
8 2,0%
1,5%
7 7
6
6 1,0%
0,5%
0,0%
2004
2002
2000
1998
1996
1994
1992
1990
1988
1986
1984
1982
Geboortejaar
13 14
11
T2: matige of ernstige mentale handicap
12
9 8
1,0%
7 % van jongenscohorte
Stroompatroon buitengewoon lager onderwijs, Type 2, jongens
10
8
6
0,5%
13
Vooral vroege instroom (6‐, 7‐ en 8‐jarigen)
14 0,0% 2004
2002
2000
1998
1996
1994
1992
1990
1988
1986
1984
1982
Geboortejaar
11 10
T3: emotionele en gedragsproblemen
1,0% % van jongenscohorte
Stroompatroon buitengewoon lager onderwijs, Type 3, jongens
12
9 8
7 0,5%
6
Instroom op alle leeftijden 0,0%
2004
2002
Zal komende jaren doorgaan!
2000
Geboortejaar
1998
1996
1994
1992
1990
1988
1986
1984
1982
Sterke toename
13 14
Resultaten kort
• Breed parallelspoor; minstens 2 decennia groei; volledig gesegregeerd • Vroeg doorverwijzen vermindert late instroom niet • Vooral T8 (‘leermoeilijkheden’) en T1 (‘lichte mentale handicap’) • Recente groei vooral in ‘kleine’ types • Onevenwicht jongens/meisjes
Interpretaties
• • • •
Segregatie heeft nadelen Groei is structureel; rem? (ouders?) Weg terug (inclusie) moeilijk Gewoon lager onderwijs niet te begrijpen zonder buitengewoon onderwijs
• Te weinig informatie over stromen in, uit en binnen buitengewoon lager onderwijs • Te weinig informatie over toekomstperspectief van kinderen in buitengewoon lager onderwijs
Slotconferentie Brussel 3 december 2012
2. Over instroom, doorstroom en effectiviteit. Een aanzetje.
Slotconferentie Brussel 3 december 2012
Op basis van SiBO‐onderzoek • gericht op gewoon basisonderwijs • in opdracht van overheid (Steunpunt SSL) • ± 6000 lln uit bijna 200 scholen, gevolgd van 3de kleuterklas tot S.O. (2001‐2010)
Slotconferentie Brussel 3 december 2012
Deelsteekproeven • Representatieve groep voor Vlaanderen (120 scholen) • 25 scholen met veel GOK‐lln (van bepaalde soort) • 25 methodescholen • 30 scholen Stad Gent
Leerlingen die overgingen naar BuLO, vooral gevolgd • in beginjaren o.a. • prestaties voor technisch lezen, spelling en wiskunde • niet‐cognitieve aspecten (oordelen leraar)
• in eindjaren o.a. • prestaties voor begrijpend lezen en wiskunde (tot in 1ste leerjaar S.O.) • niet‐cognitieve aspecten, ook zelfbeschrijving door lln
Wat na derde kleuterklas? Uit representatieve steekproef: • 3,8% bissen K3 • 2% naar BuLO • 0,3% naar brugklas in gewoon onderwijs (aangevuld met brugklassers uit andere steekproeven)
Verschillen tussen groepen? • qua schools presteren in K3: • bissers = BuLO < brugklas < eerste leerjaar
• qua psychosociaal functioneren: • weinig verschillen tussen atypische groepen • BuLO‐groep wel meer problematisch voor • autonome participatie in klas • agressief gedrag • werkhouding
• geslacht: • meer meisjes bij bissers • meer jongens in BuLO
• uit Nederlandstalig gezin: • • • •
83% in 1ste leerjaar 93% in BuLO 66% van bissers 28% in brugklas
• geen verschil tussen scholen in omvang van uitstroom naar atypische loopbanen
• cognitieve en psychosociale variabelen • verklaren goed doorstromen versus niet • verklaren niet goed verschil tussen atypische groepen
• achtergrondkenmerken lln: • omgekeerd
• nog veel van verschillen niet verklaard (intelligentie? aanbod in buurt?)
Advies BuLO • uit alle steekproeven samen
N = 194 • wat doet die groep? • 11% K3 bis • 20% speelleerklas/brugklas • 33% BuLO • 34% leerjaar 1
Verdere schoolloopbanen van lln die na K3 advies kregen om over te gaan naar BuLO jaar K3 bis brugklas BuLO L1 L2 L3 L4 L5 L6 Onbekend totaal
0304 22 11% 39 20% 64 33% 66 34%
3 194
0405
74 80 34
38% 41% 18%
0506
81 8 67 29
42% 4% 35% 15%
0607
0708
82
42%
86
44%
17 61 25
9% 31% 13%
1 14 60 23
1% 7% 31% 12%
0809
90
46%
1 1% 15 8% 56 29% 22 11% 2% 6 3% 9 5% 9 5% 10 5% 10 5% 100% 194 100% 194 100% 194 100% 194 100% 194 100%
Verdere schoolloopbanen van lln die na K3 advies kregen om over te gaan naar BuLO jaar K3 bis brugklas BuLO L1 L2 L3 L4 L5 L6 Onbekend totaal
0304 22 11% 39 20%
0405
0506
0607
0708
0809
64 33%
74 38%
81 42%
82 42%
86 44%
90 46%
66
34%
80 34
41% 18%
8 67 29
4% 35% 15%
17 61 25
9% 31% 13%
1 14 60 23
1% 7% 31% 12%
1 1% 15 8% 56 29% 22 11% 3 2% 6 3% 9 5% 9 5% 10 5% 10 5% 194 100% 194 100% 194 100% 194 100% 194 100% 194 100%
Verdere schoolloopbanen van lln die na K3 advies kregen om over te gaan naar BuLO jaar K3 bis brugklas BuLO L1 L2 L3 L4 L5 L6 Onbekend totaal
0304 22 11% 39 20% 64 33% 66 34%
0405 74 80
38% 41%
34 18%
0506 81 8 67
42% 4% 35%
29 15%
0607
0708
82
42%
86
44%
17 61
9% 31%
1 14 60
1% 7% 31%
25 13%
23 12%
0809 90
46%
1 15 56
1% 8% 29%
22 11%
3 2% 6 3% 9 5% 9 5% 10 5% 10 5% 194 100% 194 100% 194 100% 194 100% 194 100% 194 100%
Vaststellingen • Advies om naar BuLO te gaan wordt in ongeveer helft van gevallen gevolgd • Leerlingen die naar BuLO gaan keren zelden terug naar regulier onderwijs, behalve 1 op 3 na speelleerklas • Leerlingen die in regulier LO blijven, scoren beter voor wiskunde
Onderzoeksvraag ‘Als leerlingen na derde kleuterklas naar het buitengewoon onderwijs gaan, verwerven ze dan meer of minder wiskundevaardigheden gedurende de eerste 2 schooljaren in de lagere school, dan gelijkaardige leerlingen die in het regulier onderwijs gebleven zijn?’
Methode Propensity score nearest neighbour matching • Quasi experimenteel design ~ Toevalsexperiment
Controle groep:
Experimentele groep:
Regulier onderwijs
Buitengewoon lager onderwijs
= Behalve voor gevolgde onderwijs in schooljaar na derde kleuterklas
Methode: Data • SiBO‐project (Schoolloopbanen in basisonderwijs) • Steekproef: • Alle leerlingen in 2002‐2003 voor 1ste keer in K3 • uitgesloten: • K3‐bissers in 2003‐2004 • Leerlingen met visuele, auditieve, zware fysieke of intellectuele beperking
• N = 5295 leerlingen in 365 klassen in 259 kleuterscholen
Methode: Data
Methode: Data
BuLO_0304| Freq. % ‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐+‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐ 0 | 5,115 96.6 % 1 | 180 3.4 % ‐‐‐‐‐‐‐‐‐+‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐ Totaal | 5,295 100 %
Percentage GOK‐leerlingen per conditie BuLO 0304 0 1 Totaal
GOK‐ll 0
1
Totaal
N= 3400
N= 1204
N= 4604
74%
26%
100%
N= 50
N= 86
N= 136
37%
63%
100%
N= 3450
N= 1290
N= 4740
73%
27%
100%
4‐12‐2012
36
Methode: Variabelen 444 pre‐treatment karakteristieken ‐ Vaardigheidstoetsen taal en wiskunde ‐ Leerkrachtvragenlijsten ‐ Over de leerlingen ‐ Over klaspraktijken en overtuigingen van leerkracht
‐ Oudervragenlijsten ‐ Schoolteamvragenlijsten ‐ Directievragenlijsten
Methode: Afhankelijke variabelen (outcomes) Wiskundescores (post‐treatment) • • • •
Einde schooljaar 2004 (1ste leerjaar) Einde schooljaar 2005 (2de leerjaar) Toetsen afgenomen op school Gekalibreerd volgens IRT
Variabele Wisk Eind 04 Wisk Eind 05
N 4333 4149
Gemiddelde 68.43 80.03
Std. Dev. 8.54 9.59
Min 30.98 35.01
Max 86.35 101.16
Methode: 5 stappen o.a. berekenen van propensity score voor elke leerling, dit is zijn/haar kans om naar BuLO te gaan
1. Identificeren van “true confounders” voor overgang naar BuLO Pre‐treatment karakteristieken die samenhangen met: ‐ Treatment (al dan niet naar BuLO) ‐ Outcome (wiskundeprestaties in L1 en L2) Ontbrekende gegevens: Multiple Imputation (5 keer, met SPSS) Alle beschikbare variabelen die met treatment, outcome of true confounders samenhangen werden gebruikt als hulpvariabelen.
2. Schatting van propensity scores a.d.h.v. 3‐niveau binominale regressieanalyse (leerlingen in klassen in kleuterscholen) met MLwiN 2.24 software
39
0 1
Kenmerken waarop kansen op BuLO berekend zijn • • • • • • • • • • • • • • • • •
Leeftijd Geboortemaand SES / gezinslid leeft van vervangingsinkomen Allochtoon/autochtoon Thuistaal Ned./andere – linguïstisch kapitaal gezin Vaardigheidsscores taal en wiskunde begin en einde K3 Extra zorg / paramedische zorg / extra hulp Coöperatieve / onafhankelijke participatie Welbevinden / zelfvertrouwen Contact tss. gezin en school Etnisch‐culturele kloof Integratie‐populariteit Prosociaal / asociaal gedrag / nabijheid Agressief / bezorgd of angstig gedrag Hyperactief Werkhouding Ondersteunend thuismilieu
3. Selectie van overlappingsgebied
3. Selectie van overlappingsgebied
3. Selectie van overlappingsgebied overlap
3. Selectie van overlappingsgebied overlap
2275
140
4. Nearest neighbour matching • M.b.v. Stata (nnmatch command) • One – to – many matching met replacement (S.E. ↓)
Elke leerling in experimentele groep vergeleken met 20 matches in controle groep • Controle voor bias (Abadie & Imbens, 2002)
5. Schatting van treatment effect ‐ Gebaseerd op beschikbare wiskundescores schattingen van effect van overgang naar BuLO: - Average treatment effect (ATE): - Y(1) – Y(0) Y(1) = potentiële wisk score van leerling indien naar BuLO Y(0) = potentiële wisk score van leerling indien niet naar BuLO
Resultaten Average Treatment Effect N Wisk ‘04 1894 (70 in BuLO) Wisk ‘05 1765 (74 in BuLO)
SD. Wisk ‘04: 8.54 SD. Wisk ‘05: 9.59
Coef. -5.12 -5.88
S.E. 1.07 1.24
p 0.000 0.000
95% betrouwbh. interval ‐7.21 ‐3.02 ‐8.31 ‐3.45
N= 70 in experimentele groep (BuLO) N= 74 in experimentele groep (meestal BuLO)
Bedenkingen Slechts eerste voorlopige oefening, o.a. omdat • Onderzoek opgezet om andere redenen • Nog veel ruimte voor andere (niet geobserveerde?) verklarende variabelen
• Resultaten enkel geldig voor leerlingen die binnen overlappingsgebied vallen
Conclusie • BuLO overgang is gemiddeld genomen niet voordelig voor wiskundeprestaties • Nood aan meer onderzoek naar: • effectiviteit van en kwaliteitszorg in BuLO • schoolloopbanen van BuLO‐leerlingen
Suggesties voor vervolgonderzoek ‐ ‐ ‐ ‐
Meer onderzoek met groter aantal BuLO‐leerlingen Onderscheid maken tussen verschillende BuLO types Andere outcome variabelen (taal, niet‐cognitieve doelen) Effect op klasgenoten als SEN leerlingen in regulier onderwijs blijven?
Globale conclusie • Omvang BuLO afremmen? • Nadenken over doelstellingen BuLO: • als gelijkaardige lln naar GLO en BuLO gaan, dan ook gelijkaardige doelen? • terugkeren naar GLO reëel mogelijk maken?
• Welke criteria hanteren om effectiviteit van BuLO te beoordelen?
I have a dream … Gelijkaardige leerlingen brengen het verder in het BuLO dan in het GLO én BuLO‐leraren demonstreren aan GLO‐leraren hoe ze hun zwak presterende leerlingen verder kunnen brengen. De BuLO‐leraren hebben daar in toenemende mate tijd voor omdat hun aantal leerlingen vermindert …
Vragen of bedenkingen? Contact:
[email protected] 03‐12‐2012