Bestemmingsplan Buitengebied Halderberge Wijziging Gastelsedijk West 39
Toelichting
Planstatus: Ontwerp Plan identificatie: NL.IMRO.1655.BPW5001-B001 Auteur: Ir. C.C.F. Mureau Concept: 7 oktober 2013 Gewijzigd: 21 maart 2014 Definitief: 1 mei 2014
Opdrachtgever:
De heer en mevrouw Trimbos Bergstraat 22 B-3960 Opitter-Bree België
Contactpersoon gemeente: Mevr. J.W.E. van Nispen
Mureau Advies
INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 1.1 Algemeen 1.2 Ligging van het plangebied 1.3 Inhoud van de toelichting 2. Planopzet 2.1 Huidige situatie 2.2 Vigerende bestemmingsplan 2.3 Toekomstige situatie 2.4 Toetsing aan wijzigingsvoorwaarden 3. Beleid 3.1 Rijksbeleid 3.2 Provinciaal en regionaal beleid 3.3 Gemeentelijk beleid 3.4 Conclusie 4. Verantwoording 4.1 Flora en fauna 4.2 Archeologie en cultuurhistorie 4.3 Bodemkwaliteit 4.4 Waterparagraaf 4.5 Luchtkwaliteit 4.6 Akoestiek 4.7 Bedrijven en milieuzonering 4.8 Externe veiligheid 4.9 Kabels en leidingen 4.10 Verkeer en parkeren 5. Juridische planopzet 5.1 Wijzigingsplan 5.2 Toelichting op planregels en verbeelding 6. Uitvoerbaarheid 6.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 6.2 Financiële uitvoerbaarheid
2 2 3 3 4 4 5 5 8 12 12 12 17 18 19 19 20 22 24 29 20 31 31 32 32 33 33 33 36 36 37
Bijlagen
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
1
Mureau Advies
1.
Inleiding
1.1 Algemeen De heer en mevrouw Trimbos zijn recent eigenaar geworden van het voormalige agrarisch bedrijf dat is gelegen aan de Gastelsedijk West 39 in het buitengebied ten zuiden van de kern Stampersgat. Op de locatie bevinden zich de agrarische bedrijfswoning met aangebouwde schuur en een vrijstaande loods. De agrarische activiteiten zijn geruime tijd geleden gestaakt. De heer en mevrouw Trimbos willen de locatie gaan gebruiken voor hun kleinschalige bedrijfsactiviteiten die bestaan uit het ontwerpen, samenstellen en afwerken van thema meubels voor kinderkamers. De vrijstaande loods wordt verwijderd. Om het voorgenomen gebruik mogelijk te maken is het wijzigingsplan Gastelsedijk West 39 opgesteld. Hiermee wordt de huidige agrarische bestemming omgezet in een bedrijfsbestemming. Het bestemmingsvlak wordt verkleind tot 1.500 m2. Tot het wijzigingsplan behoren de planregels, de verbeelding en de toelichting. In de planregels is het gebruik van de binnen het plangebied aangegeven gronden, opstallen en ander gebruik van de gronden geregeld. Op de verbeelding zijn de bestemmingen in het plangebied weergegeven. Deze bestemmingen zijn gerelateerd aan de in de planregels opgenomen juridische regeling. De toelichting geeft een uitgebreide omschrijving van het wijzigingsplan Gastelsedijk West 39 en alle relevante aspecten.
Afbeelding 1.1 Luchtfoto Gastelsedijk West 39 en directe omgeving
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
2
Mureau Advies 1.2 Ligging van het plangebied De locatie is gelegen aan de Gastelsedijk West 39, op een afstand van circa 1,3 km ten zuiden van de kern Stampersgat in het buitengebied van de gemeente Halderberge. Het plangebied bestaat uit het agrarisch bouwvlak zoals dat is opgenomen in het vigerende bestemmingsplan en is kadastraal bekend als gemeente Oud en Nieuw Gastel, sectie G, nummers 391, 392 en 1133 (alle gedeeltelijk). Op de luchtfoto van afbeelding 1.1 en de topografische kaart van afbeelding 1.2 is de ligging van de locatie weergegeven.
Afbeelding 1.2 Topografische kaart
1.3 Inhoud van de toelichting Na deze inleiding volgt in hoofdstuk twee de beschrijving van de planopzet. Hoofdstuk drie gaat in op het beleidskader dat op het verzoek van toepassing is. De verantwoording met betrekking tot planologisch relevante aspecten is opgenomen in hoofdstuk vier. Hoofdstuk vijf beschrijft de juridische planopzet en de toelichting wordt in hoofdstuk zes afgesloten met een analyse van de uitvoerbaarheid.
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
3
Mureau Advies
2.
Planopzet
2.1 Huidige situatie Op de locatie Gastelsedijk West 39 bevindt zich een voormalig agrarisch bedrijf, dat bestaat uit een woning met aangebouwde schuur en een vrijstaande loods. Het object is gelegen op een perceel van 0.87 ha. Afbeelding 2.1 geeft de huidige situatie weer. In bijlage 1 zijn deze afbeeldingen op schaal opgenomen.
Afbeelding 2.1 Huidige situatie
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
4
Mureau Advies 2.2 Vigerende bestemmingsplan Het plangebied is gelegen in het bestemmingsplan ‘Buitengebied Halderberge’, dat door de gemeenteraad is vastgesteld op 22 september 2011. De locatie heeft de bestemming ‘Agrarisch’ met de aanduiding ‘Bouwvlak’ en de gebiedsaanduiding ‘Reconstructiewetzone – verwevingsgebied’. Deels heeft de locatie de dubbelbestemming ‘Waterstaat – waterkering’. Een en ander is weergegeven op afbeelding 2.2 met een uitsnede van de verbeelding.
Afbeelding 2.2 Uitsnede verbeelding bestemmingsplan Buitengebied
Op 15 november 2011 heeft provincie Noord-Brabant een reactieve aanwijzing gegeven bij het vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied. Met de inhoud van de reactieve aanwijzing is rekening gehouden bij het opstellen van de planregels en verbeelding van het voorliggende wijzigingsplan. De reactieve aanwijzing is niet van invloed op de in het bestemmingsplan Buitengebied opgenomen wijzigingsbevoegdheid (art. 3.7.13), die het omzetten van de agrarische bestemming naar niet-agrarische bedrijvigheid mogelijk maakt. 2.3 Toekomstige situatie De heer en mevrouw Trimbos zijn voornemens de voormalige bedrijfswoning en aangebouwde schuur grondig te renoveren en te gebruiken voor bewoning en kleinschalige bedrijfsactiviteiten. De bedrijfsactiviteiten bestaan uit het ontwerpen, samenstellen en afwerken van thema meubels voor kinderkamers. De vrijstaande loods wordt gesloopt en er wordt zorg gedragen voor een goede landschappelijke inpassing van de locatie. Afbeelding 2.3 geeft een impressie van de nieuwe situatie. In bijlage 2 is de plattegrondtekening van de nieuwe situatie op schaal opgenomen.
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
5
Mureau Advies
Afbeelding 2.3 Impressie nieuwe situatie
De heer en mevrouw Trimbos hechten veel waarde aan een goede landschappelijke inpassing van de locatie. Ze hebben het Coördinatiepunt Landschapsbeheer van Brabants Landschap opdracht gegeven voor het opstellen van een beplantingsplan. Er wordt ten noorden van het erf een houtsingel van 35 meter aangelegd, met een breedte van 7,5 meter. Op het erf worden struweelheggen en een knip- en scheerheg aangelegd. Langs de Gastelsedijk-West en aan de oostzijde van het erf worden knotwilgen geplant. Er wordt een hoogstam fruitboomgaard aangelegd die aan de oostzijde wordt afgeschermd door een houtwal met snelgroeiend loofhout. Er is in het beplantingsplan gekozen voor inheemse soorten. Afbeelding 2.4 toont de goede landschappelijke inpassing van de locatie. In bijlage 3 is deze afbeelding op schaal opgenomen. De daadwerkelijke aanleg van de zorgvuldige landschappelijke inpassing is gewaarborgd door hierover een bepaling op te nemen in een aanvulling op de anterieure overeenkomst tussen de heer en mevrouw Trimbos en gemeente Halderberge.
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
6
Mureau Advies
Afbeelding 2.4 Beplantingsplan
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
7
Mureau Advies 2.4 Toetsing aan wijzigingsvoorwaarden In het vigerende bestemmingsplan ‘Buitengebied Halderberge’ is voor burgemeester en wethouders een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bestemming ‘Agrarisch’ te wijzigen naar ‘Bedrijf’ ten behoeve van de vestiging van niet-agrarische functies. De voorwaarden voor het toepassen van deze wijzigingsbevoegdheid zijn opgenomen in artikel 3.7.13. Uit onderstaande analyse blijkt dat wordt voldaan aan de gestelde voorwaarden. 1.
Wijziging is uitsluitend toegestaan ter plaatse van het bouwvlak; Het bestemmingsvlak ‘Bedrijf’ heeft een omvang van 1.500 m2 en is volledig gelegen binnen de begrenzing van het bestaande bouwvlak.
2.
Het agrarisch bedrijf ter plaatse is beëindigd en agrarisch hergebruik is niet langer mogelijk; De agrarische bedrijfsactiviteiten op de locatie Gastelsedijk West 39 zijn reeds geruime tijd beëindigd. Het voormalig agrarisch bedrijf is kadastraal bekend als gemeente Oud en Nieuw Gastel, sectie G, nummer 391 en heeft een oppervlakte van 0.87 ha. In bijlagen 4 en 5 zijn ter onderbouwing de kadastrale kaart en kadastrale gegevens van de locatie opgenomen. Deze relatief geringe oppervlakte maakt het gebruik voor grondgebonden agrarische activiteiten onmogelijk. Het vestigen van een intensieve veehouderij is niet mogelijk, onder andere vanwege de ten zuidwesten gelegen burgerwoningen. Deze bevinden zich op een afstand van 45 meter van de locatie. Vestiging van een intensieve veehouderij op een afstand van 45 meter van burgerwoningen leidt tot overschrijding van in ieder geval de geurnormen. Bij het fokken en houden van varkens of kippen dient een minimale afstand van 200 meter tot burgerwoningen in acht te worden genomen. Bovendien stelt het provinciaal beleid strenge voorwaarden aan het omschakelen naar een intensieve veehouderij. In een verwevingsgebied moet sprake zijn van een duurzame locatie. Daarvan is, mede vanwege de aanwezigheid van burgerwoningen in de directe nabijheid, geen sprake. Er wordt voldaan aan de voorwaarde dat het agrarisch bedrijf ter plaatse is beëindigd en agrarisch hergebruik is niet langer mogelijk is.
3.
Het bouwvlak wordt verwijderd en de oppervlakte van het bestemmingsvlak mag niet meer bedragen dan 5.000 m2 waarbinnen de voormalige bedrijfswoning met bijbehorende verhardingen en bebouwing ten behoeve van de niet-agrarische functie is gesitueerd; In de nieuwe situatie wordt het agrarisch bouwvlak verwijderd en wordt een bestemmingsvlak ‘Bedrijf’ opgenomen, dat de bestaande woning met aangebouwde schuur en omliggende tuin en erf met verhardingen omvat. Het bestemmingsvlak is met een oppervlakte van 1.500 m2 aanzienlijk kleiner dan 5.000 m2.
4.
In afwijking van het bepaalde onder 3. mag de omvang van het bestemmingsvlak ten behoeve van een agrarisch technisch hulpbedrijf, agrarisch verwant bedrijf, horeca, dagrecreatieve en/of maatschappelijke voorzieningen niet meer bedragen dan 1,5 ha; Er is geen sprake van een bestemmingsvlak groter dan 5.000 m2.
5.
De volgende niet-agrarische functies zijn toegestaan: a. Statische (binnen)opslag; b. Recreatie;
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
8
Mureau Advies c.
Een agrarisch-technisch hulpbedrijf en/of een agrarisch verwant bedrijf in categorie 1 of 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten ofeen naar aard en invloed hiermee gelijk te stellen bedrijf; d. Een niet-agrarisch bedrijf in categorie 1 of 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of een naar aard en invloed hiermee gelijk te stellen bedrijf; e. Zorgboerderijen, kinderboerderijen, educatieve en sociale voorzieningen. De bedrijfsactiviteiten van de heer en mevrouw Trimbos bestaan uit het ontwerpen, samenstellen en afwerken van thema meubels voor kinderkamers. Hierbij richten zij zich op dit moment vooral op kastjes. In de toekomst wordt verbreding naar andere soorten meubels voorzien, bijvoorbeeld opstellingen met bureau of wandrekken. Het ontwerpen van de kasten wordt door de heer en mevrouw Trimbos zelf gedaan. Er worden ‘standaard’ kasten en kastopstellingen aangeboden, maar het is ook mogelijk eigen ideeën aan te dragen waarvoor een ontwerp gemaakt wordt. De kasten kunnen in ongelakte of volledig afgewerkte uitvoering besteld worden. Op basis van het ontwerp worden de panelen door een extern bedrijf geproduceerd. Het machinaal frezen en lakken van de panelen wordt door andere bedrijven op een andere locatie uitgevoerd. Na binnenkomst van de panelen worden deze door de heer en mevrouw Trimbos verder afgewerkt. Deze afwerking kan bestaan uit het monteren van de kast, het samenstellen van de totaalopstelling of het verven van de raampjes op de deurpanelen. Dit verven is een handmatige bewerking met acrylverf. Bij nieuw ontworpen kasten zijn vaak kleine aanpassingen nodig om alle onderdelen goed te laten passen. Hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld het inkorten van het paneel, afzagen van een latje en bijboren van gaatjes. Deze kleine aanpassingen worden door de heer en mevrouw Trimbos zelf uitgevoerd. De verkoop van de meubels vindt plaats door middel van internet, via een eigen website en de reeds bekende algemene verkoopsites als Marktplaats. Er is geen sprake van een reguliere winkelruimte met verkoop aan huis. Enkel op afspraak kunnen voorbeeldkasten bekeken worden en wordt overlegd met klanten over eigen ontwerpen. Verkochte producten worden door de heer en mevrouw Trimbos verpakt en verzonden. De aan het huis gebouwde schuur wordt in de nieuwe situatie deels gebruikt voor het vergroten van het woongedeelte. Het overige deel wordt ingericht ten behoeve van de kleinschalige bedrijfsactiviteiten. - Het kantoor is ingericht voor het maken van ontwerpen. Tevens kunnen hier voorbeeldkasten opgesteld worden; - Het magazijn voor kleine onderdelen en gereedschap, benodigd voor montage en afwerking van de meubels; - De machineruimte is voorzien van de nodige machines om kleine aanpassingen uit te voeren. Hierbij wordt ook een afzuiging gerealiseerd om zaagstof op te vangen; - De werkruimte wordt gebruikt voor het monteren en samenstellen van de meubels; - De opslagruimte biedt mogelijkheid voor het opslaan van gefreesde panelen en meubels die gereed zijn voor verzending; - De stofvrije ruimte is in gebruik voor het detaillakken van de deurpanelen en de opslag van deze panelen; - In de stalling worden de heftruck en aanhangwagen gestald.
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
9
Mureau Advies In bijlage 6 is de indeling van de aan huis gebouwde schuur weergegeven, met hierboven genoemde werkruimtes. Van de totale vloeroppervlakte van 320 m2, wordt circa 240 m2 gebruikt ten behoeve van de kleinschalige bedrijfsactiviteiten. SBI-codering De activiteiten van de heer en mevrouw Trimbos zijn bovenstaand beschreven en zijn het best te omschrijven als een combinatie van ‘Ontwerp en vormgeving van meubels’ en ‘Verkoop van meubels in combinatie met licht montagewerk en reparatie of aanpassing’. De SBI-code 74.10 ‘Industrieel ontwerp en vormgeving’ omvat het ontwerpen van meubels. De SBI-code 47.59.1 ‘Winkels in meubels’ omvat winkels in meubels, onder andere kindermeubels, eventueel in combinatie met licht montagewerk en reparatie van meubels. Bedrijfsactiviteiten onder SBI-code 74.10 en SBI-code 47.59.1 zijn ingedeeld in milieucategorie 1, respectievelijk milieucategorie 2. Uit overleg met gemeente Halderberge blijkt dat de bedrijfsactiviteiten van de heer en mevrouw Trimbos onder milieucategorie 1 geschaard kunnen worden. Er wordt voldaan aan voorwaarde 5 sub d die is opgenomen in artikel 3.7.13 van de Herziening Bestemmingsplan Buitengebied: “De volgende niet agrarische functies zijn toegestaan: een niet-agrarisch bedrijf in categorie 1 of 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of een naar aard en invloed hiermee gelijk te stellen bedrijf”. 6.
Bij niet-agrarische functies genoemd onder 5.b. en 5.e. is ondergeschikte horeca, inclusief terras, toegestaan tot een oppervlakte van 50 m2; Er is geen sprake van ondergeschikte horeca.
7.
Buitenopslag en opslag in kassen zijn niet toegestaan; Er is geen sprake van buitenopslag of opslag in kassen.
8.
Detailhandel en/of een zelfstandige kantoorvoorziening met baliefunctie is niet toegestaan; Er is geen sprake detailhandel of een zelfstandige kantoorvoorziening met baliefunctie.
9.
De niet-agrarische functie mag geen onevenredige beperking opleveren voor de bedrijfsvoering/bedrijfsontwikkeling van omliggende (agrarische) bedrijven; De afstand van de locatie tot het ten noorden gelegen agrarische bedrijf bedraagt circa 120 meter. Direct ten noorden van dit agrarische bedrijf is een burgerwoning gelegen. Het wijzigen van de bestemming voor de locatie Gastelsedijk West 39 leidt niet tot extra beperkingen voor de bedrijfsvoering of bedrijfsontwikkeling. Overige (agrarische) bedrijven zijn gelegen op grote afstand van de locatie. Er is derhalve geen sprake van beperkingen voor de bedrijfsvoering of bedrijfsontwikkeling van omliggende bedrijven.
10. Er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing van de bebouwing; Brabants Landschap heeft een beplantingsplan opgesteld dat is opgenomen in bijlage 3. Door het uitvoeren van dit beplantingsplan is een zorgvuldige landschappelijke inpassing van de bebouwing gewaarborgd. De aanvulling op de anterieure overeenkomst waarborgt het uitvoeren en duurzaam in stand houden van het beplantingsplan.
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
10
Mureau Advies 11. De wijziging gaat gepaard met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap en/of cultuurhistorie en/of van extensieve recreatieve mogelijkheden van het plangebied. De sloop van de vrijstaande loods leidt tot ruimtelijke kwaliteitswinst voor de locatie en directe omgeving. Het complex van woning met aangebouwde schuur wordt in oude glorie hersteld, en de later gebouwde loods doet niet langer afbreuk aan de karakteristieke verschijningsvorm van het object. De afname van de verharde oppervlakte heeft een positief effect voor het aspect water. Door het uitvoeren van het beplantingsplan wordt een positieve bijdrage geleverd aan de kwaliteit van natuur en landschap. De conclusie luidt dat het initiatief voldoet aan alle voorwaarden die gesteld worden aan het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid, zoals deze is opgenomen in artikel 3.7.13 van het vigerende bestemmingsplan Buitengebied Halderberge. Mede om die reden heeft het college van burgemeester en wethouders 3 september 2013 een positief principe besluit genomen over de wijziging van de bestemming. Deze principebereidheid is schriftelijk bevestigd in de brief van 12 september 2013 met kenmerk 2013/281276.
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
11
Mureau Advies 3.
Beleid
In dit hoofdstuk komt het actuele beleid met een ruimtelijke component aan bod, dat van belang is voor het wijzigingsplan Gastelsedijk West 39. Hierbij is een onderverdeling gemaakt in rijksbeleid, provinciaal en gemeentelijk beleid. 3.1 Rijksbeleid De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is op 13 maart 2012 in werking getreden. De SVIR geeft een integraal kader voor het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau. In de visie worden ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur sterker dan voorheen met elkaar verbonden. De SVIR vervangt alle voorgaande rijksnota’s ten aanzien van ruimte en mobiliteit (waaronder de Nota Ruimte), behalve de Structuurvisie Nationaal Waterplan. De hoofdlijn van de SVIR is dat het Rijk op het gebied van de ruimtelijke ordening terugtreedt en dat gemeenten en provincies op dit taakveld een meer prominente rol krijgen. In het SVIR staat centraal dat alleen nog een taak voor het Rijk is weggelegd wanneer sprake is van een onderwerp: - dat nationale baten en/of lasten heeft en de doorzettingsmacht van gemeente overstijgt (bv. mainports); - waarvoor internationale verplichtingen zijn aangegaan (bv. werelderfgoederen); - dat (provincie-) of landsgrens overschrijdend is, of een hoog afwentelingsrisico kent of reeds in beheer is bij het Rijk (bv. infrastructuur). Het Rijk heeft 13 onderwerpen benoemd waar het, aan de hand van de bovenstaande criteria, een taak voor zichzelf ziet weggelegd. Door het nemen van verantwoordelijkheid ten aanzien van deze onderwerpen stelt het Rijk zich voor de middellange (2028) en lange termijn (2040) tot doel Nederland concurrerend, veilig en leefbaar te houden. De onderwerpen die een nationaal belang betreffen zijn het creëren van een internationaal bereikbaar vestigingsklimaat, ruimte bieden voor het hoofdnetwerk van (duurzame) energievoorziening en het vervoer van stoffen via buisleidingen en een efficiënt gebruik van de ondergrond. Daarnaast zijn ook het creëren van een robuust hoofdnetwerk van weg, spoor- en vaarwegen, het beter benutten en in stand houden van het bestaande mobiliteitssysteem met bijbehorende infrastructuur, het verbeteren van de milieukwaliteit, ruimte voor waterveiligheid en klimaatbestendige ontwikkeling, ruimte voor behoud en versterking van (inter)nationaal unieke cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten, ruimte voor een nationaal netwerk van natuur voor het overleven en ontwikkelen van flora- en faunasoorten en ruimte voor militaire terreinen activiteiten van nationaal belang. Tenslotte vindt het Rijk zorgvuldige afwegingen en transparante besluitvorming bij ruimtelijke plannen belangrijk. Het Rijk heeft geen ruimtelijk beleid dat is toegespitst op het voorliggende relatief kleinschalige initiatief. Dit dient dan ook getoetst te worden aan de toepasselijke wet- en regelgeving die de verantwoordelijkheid is van provincie Noord-Brabant en gemeente Halderberge. Onderstaand wordt het beleid van deze overheden nader belicht. 3.2 Provinciaal beleid Het relevante beleid van provincie Noord-Brabant is neergelegd in de Structuurvisie ruimtelijke ordening Noord-Brabant en de Verordening Ruimte Noord-Brabant.
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
12
Mureau Advies De Structuurvisie Ruimtelijke Ordening (SVRO) is op 1 januari 2011 in werking getreden en geeft de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid tot 2025, met een doorkijk naar 2040. De SVRO is bindend voor het ruimtelijke handelen van de provincie en vormt de basis voor de wijze waarop de provincie de instrumenten inzet die de Wet ruimtelijke ordening biedt. De visie ondersteunt daarnaast het beleid op andere provinciale beleidsterreinen. In de SVRO wordt het principe van zorgvuldig ruimtegebruik geïntroduceerd. Dit wordt vorm gegeven door onder andere concentratie van verstedelijking, zuinig ruimtegebruik, verantwoord omgaan met de natuurlijke basis, het streven naar robuuste en aaneengeschakelde natuurgebieden en de concentratiegebieden voor glastuinbouw en intensieve veehouderij. De structuurvisie is door de provincie per regio uitgewerkt met gebiedspaspoorten. De omgeving van de Gastelsedijk West is gelegen in het zeekleigebied, op de overgang van het dekzandplateau naar de RijnScheldedelta. Het zeekleigebied is een open en rationeel ingericht landschap. Kenmerkend zijn de door dijken omgeven grootschalige polders. De dijken zijn stijl, hoog en beplant, waardoor ze manifest in het landschap aanwezig zijn. Op de bij de Structuurvisie behorende structurenkaart is het gebied aangeduid als ‘gemengd landelijk gebied’ en ‘accentgebied agrarische ontwikkeling’. Binnen het gemengd landelijk gebied is multifunctioneel gebruik uitgangspunt. Provinciale Staten hebben op 7 februari 2014 de partiële herziening 2014 van de SVRO vastgesteld. Er is bewust niet voor gekozen een geheel nieuwe visie op te stellen, omdat de visie en de sturingsfilosofie voor het overgrote deel nog actueel zijn. Op onderdelen vindt er bijsturing plaats, onder andere ingegeven door de transitie naar een zorgvuldige veehouderij. Deze wijzigingen hebben geen invloed op het voorliggende initiatief, waar geen sprake is van een veehouderij en de overige agrarische activiteiten al geruime tijd geleden beëindigd zijn. Verordening Ruimte Noord-Brabant (2014) In de Verordening ruimte stelt de provincie regels op waarmee een gemeente rekening moet houden bij het ontwikkelen van bestemmingsplannen. De zorg voor het behoud en de bevordering van de ruimtelijke kwaliteit staan daarbij centraal. De onderwerpen die in de Verordening staan komen uit de provinciale Structuurvisie. De Verordening Ruimte NoordBrabant 2014 is op 7 februari 2014 vastgesteld en op 19 maart 2014 in werking getreden. De Verordening ruimte stelt regels aan o.a. stedelijke ontwikkeling, natuur- en landschap, water, cultuurhistorie en agrarische ontwikkelingen. Afbeelding 3.1geeft weer dat het plangebied aan de Gastelsedijk West 39 is gelegen in gemengd landelijk gebied. Het plangebied heeft geen aanduidingen op de themakaarten stedelijke ontwikkeling, cultuurhistorie, water en natuur en landschap. De aanduidingen ten westen van het plangebied vallen samen met de ligging van het Markvlietkanaal en de beoogde functie als ecologische verbindingszone. Gemengd landelijk gebied is gedefinieerd als ‘multifunctionele gebruiksruimte, gelegen buiten bestaand stedelijk gebied, buiten de ecologische hoofdstructuur en buiten de groenblauwe mantel. Artikel 7 van de Verordening geeft de regels voor gemengd landelijk gebied.
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
13
Mureau Advies
Afbeelding 3.1 Integrale plankaart Verordening ruimte
Bij het voorliggende initiatief is sprake van het wijzigen van de agrarische bestemming van een voormalige agrarische bedrijfslocatie naar een niet-agrarische bedrijfsbestemming. Artikel 7.10 lid 1 bepaalt dat een bestemmingsplan dat is gelegen in gemengd landelijk gebied kan voorzien in een vestiging van een niet-agrarische functie, mits: a. de totale omvang van het bouwperceel van de beoogde ontwikkeling ten hoogste 5.000 m2 bedraagt; In de nieuwe situatie wordt het agrarisch bouwvlak verwijderd en wordt een bestemmingsvlak ‘Bedrijf’ opgenomen, dat de bestaande woning met aangebouwde schuur en omliggende tuin en erf met verhardingen omvat. Het bestemmingsvlak is met een oppervlakte van 1.500 m2 aanzienlijk kleiner dan 5.000 m2. b. dit bijdraagt en past binnen de beoogde ontwikkeling van gemengd landelijk gebied als bedoeld in artikel 7.1; Het agrarisch bedrijf ter plaatse is al geruime tijd beëindigd en agrarisch hergebruik is niet langer mogelijk. Door een kleinschalige niet-agrarische bedrijfsactiviteit mogelijk te maken, behoudt de locatie een economische drager. Dit draagt bij aan een gemengde plattelandseconomie en helpt leegstand en verpaupering voorkomen. c. is verzekerd dat overtollige bebouwing wordt gesloopt; De aan het huis gebouwde schuur wordt in de nieuwe situatie gebruikt voor de bedrijfsactiviteiten van de heer en mevrouw Trimbos. In bijlage 6 is de indeling en het gebruik van de schuur weergegeven. De vrijstaande loods wordt gesloopt, waarmee aan deze voorwaarde voldaan wordt.
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
14
Mureau Advies d. de beoogde ontwikkeling niet leidt tot een bedrijf, behorend tot milieucategorie 3 of hoger; In paragraaf 2.4 is uitgebreid omschreven dat de voorgenomen bedrijfsactiviteiten vallen onder milieucategorie 1. De activiteiten van de heer en mevrouw Trimbos zijn het best te omschrijven als een combinatie van ‘Ontwerp en vormgeving van meubels’ en ‘Verkoop van meubels in combinatie met licht montagewerk en reparatie of aanpassing’. De SBI-code 74.10 ‘Industrieel ontwerp en vormgeving’ omvat het ontwerpen van meubels. De SBI-code 47.59.1 ‘Winkels in meubels’ omvat winkels in meubels, onder andere kindermeubels, eventueel in combinatie met licht montagewerk en reparatie van meubels. Bedrijfsactiviteiten onder SBI-code 74.10 en SBI-code 47.59.1 zijn ingedeeld in milieucategorie 1, respectievelijk milieucategorie 2. Uit overleg met gemeente Halderberge blijkt dat de bedrijfsactiviteiten van de heer en mevrouw Trimbos onder milieucategorie 1 geschaard kunnen worden. e. de beoogde ontwikkeling niet leidt tot twee of meer zelfstandige bedrijven; Uit de omschrijving van bedrijfsactiviteiten in hoofdstuk 2 van deze toelichting blijkt dat geen sprake is van twee of meer zelfstandige bedrijven. f. de beoogde ontwikkeling niet leidt tot een al dan niet zelfstandige kantoorvoorziening met een baliefunctie; Uit de omschrijving van bedrijfsactiviteiten in hoofdstuk 2 van deze toelichting blijkt dat geen sprake is van een al dan niet zelfstandige kantoorvoorziening met een baliefunctie. g. de beoogde ontwikkeling niet leidt tot al dan niet zelfstandige detailhandelsvoorzieningen met een verkoopvloeroppervlakte van meer dan 200 m2. Uit de omschrijving van bedrijfsactiviteiten in hoofdstuk 2 van deze toelichting blijkt dat geen sprake is van een al dan niet zelfstandige detailhandelsvoorziening met een verkoopvloeroppervlakte van meer dan 200 m2. h. is aangetoond dat de ruimtelijke ontwikkeling ook op langere termijn past binnen de op grond van deze verordening toegestane omvang; De voorgenomen bedrijfsactiviteiten vallen onder milieucategorie 1 en brengen een beperkt ruimtebeslag met zich mee. De heer en mevrouw Trimbos zijn niet voornemens de bedrijfsactiviteiten fors te laten groeien. De bedrijfsactiviteiten zullen ook op langere termijn passen binnen de gestelde voorwaarden. De initiatiefnemers zijn er mee bekend dat bij forse groei van de bedrijfsactiviteiten moet worden uitgeweken naar een locatie op een bedrijventerrein. i. de beoogde activiteit niet leidt tot een grootschalige ontwikkeling. Onder een grootschalige ontwikkeling wordt begrepen een ontwikkeling waarbij het te verwachten aantal bezoekers en overnachtingen samen genomen meer dan 100.000 per jaar bedraagt. Uit de omschrijving van de bedrijfsactiviteiten in deze toelichting blijkt dat het aantal bezoekers per jaar aanzienlijk minder zal bedragen. Hoofdstuk 2 van de Verordening ruimte geeft de regels weer voor de bevordering van de ruimtelijke kwaliteit. Een bestemmingsplan dat voorziet in een ruimtelijke ontwikkeling bevat een verantwoording dat: a. het plan bijdraagt aan de zorg voor het behoud en de bevordering van de ruimtelijke kwaliteit van het daarbij betrokken gebied en de naaste omgeving, waaronder in ieder geval een goede landschappelijke inpasbaarheid; b. toepassing is gegeven aan het principe van zorgvuldig ruimtegebruik. De omgeving van het plangebied kenmerkt zich door verspreid gelegen (voormalige) agrarische bedrijven en lintbebouwing met dijkwoningen. Het voorliggende initiatief maakt
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
15
Mureau Advies het toekennen van een bedrijfsbestemming aan de karakteristieke woning met aangebouwde schuur mogelijk, in combinatie met het verwijderen van de vrijstaande loods. De sloop van deze bebouwing draagt bij aan de ruimtelijke kwaliteit van de locatie en de omgeving. Het principe van zorgvuldig ruimtegebruik houdt in ieder geval in dat: a. een ruimtelijke ontwikkeling buiten bestaand stedelijk gebied gebruik maakt van een bestaand bouwperceel, tenzij in de Verordening anders is bepaald; b. uitbreiding van het op grond van het geldende bestemmingsplan toegestane ruimtebeslag slechts is toegestaan mits de financiële, juridische of feitelijke mogelijkheden ontbreken om de beoogde ruimtelijke ontwikkeling binnen dat toegestane ruimtebeslag te doen plaatsvinden; c. ingeval van stedelijke ontwikkeling toepassing is gegeven aan artikel 3.1.6, tweede lid, van het Besluit ruimtelijke ordening (ladder voor duurzame verstedelijking); d. een bestemmingsplan buiten bestaand stedelijk gebied bepaalt dat gebouwen, bijbehorende bouwwerken en andere permanente voorzieningen binnen het bouwperceel worden opgericht en daarbinnen worden geconcentreerd. Het initiatief voldoet aan het principe van zorgvuldig ruimtegebruik. Er is sprake van een bestaand bouwperceel, waar het ruimtebeslag vermindert door de sloop van overtollige bebouwing en verkleining van het bouwvlak. Om een goede landschappelijke inpassing te waarborgen heeft de initiatiefnemer aan het Coördinatiepunt van Brabants Landschap opdracht gegeven voor het opstellen van een landschappelijk inpassingsplan, dat is opgenomen in bijlage 3. In vergelijking met de huidige situatie is sprake van een verbetering van de landschappelijke inpassing van het plangebied, met inheemse soorten. Er wordt ten noorden van het erf een houtsingel van 35 meter aangelegd, met een breedte van 7,5 meter. Op het erf worden struweelheggen en een knip- en scheerheg aangelegd. Langs de Gastelsedijk West en aan de oostzijde van het erf worden knotwilgen geplant. Er wordt een hoogstam fruitboomgaard aangelegd. De sloop van overtollige bebouwing en het uitvoeren en handhaven van het beplantingsplan worden gewaarborgd, door hierover een bepaling op te nemen in de aanvulling op de anterieure overeenkomst tussen de initiatiefnemers en gemeente Halderberge. Het initiatief moet voldoen aan de eisen en regels ten aanzien van kwaliteitsverbetering van het landschap, zoals opgenomen in de Notitie toepassing kwaliteitsverbetering van het landschap in de regio West-Brabant (26 juni 2013). Het toekennen van een niet-agrarische bedrijfsbestemming aan een voormalige agrarische bedrijfslocatie, wordt gezien als een ontwikkeling in categorie 2. Dit zijn ruimtelijke ontwikkelingen met relatief weinig landschappelijke invloed, dan wel ruimtelijke ontwikkelingen die van nature aan het buitengebied zijn gebonden, of plaatsvinden in hiervoor aangewezen gebieden waarbij de kwaliteitsverbetering van het landschap wordt vormgegeven door te voorzien in enkel een goede landschappelijke inpassing. Landschappelijke inpassing wordt gedefinieerd als ‘het inpassen van een gebouw, of een gebruik in het landschap, op perceels- of clusterniveau, waarbij afstemming plaatsvindt op de structuur van het landschap door middel van architectuur en/of sloop, of situering van de gebouwen en/of de aanplant van gebiedseigen beplanting, dan wel de aanleg van andere landschappelijke elementen, zoals waterpartijen of grondwallen.
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
16
Mureau Advies Door middel van de aanvulling op de anterieure overeenkomst tussen de initiatiefnemer en gemeente Halderberge, is de realisatie van de goede landschappelijke inpassing financieel, juridisch en feitelijk verzekerd. Duurzame instandhouding, beheer en onderhoud van de landschappelijke inpassing zijn aspecten die ook in de aanvulling op de anterieure overeenkomst zijn vastgelegd. De structuren die onderdeel uitmaken van de goede landschappelijke inpassing zijn in het wijzigingsplan tot ‘Natuur’ bestemd en op de verbeelding als zodanig aangeduid. De provinciale notitie stelt voor ontwikkelingen in categorie 2 eisen aan de omvang van de inpassing. De omvang kan worden berekend als de lengte van twee maal de langste zijde plus de kortste zijde maal een breedte van 3 meter. Het bestemmingsvlak Bedrijf heeft een oppervlakte van circa 1.500 m2. De langste en kortste zijde hebben een lengte van circa 45, respectievelijk 35 meter. De vereiste omvang van de landschappelijke inpassing kan worden berekend als ((2 x 45) + (1 x 35)) x 3 = 375 m2. Het beplantingsplan dat in bijlage 3 is opgenomen voorziet in een landschappelijke inpassing met een oppervlakte van circa 3.500 m2. Hiermee wordt ruimschoots aan de vereiste oppervlakte voldaan. De randen aan de west- en oostzijde van het plangebied, met een oppervlakte van circa 665 m2 krijgen de bestemming Natuur. Daarmee is de goede landschappelijke inpassing in voldoende mate op de verbeelding van het wijzigingsplan vastgelegd. Het is voor ontwikkelingen in categorie 2 niet noodzakelijk een berekening uit te voeren voor de economische onderbouwing van de kwaliteitsverbetering van het landschap. 3.3 Gemeentelijk beleid Het relevante planologische beleid van gemeente Halderberge voor het wijzigingsplan Gastelsedijk West is neergelegd in het vigerende bestemmingsplan Buitengebied, de Structuurvisie 2025 en het Landschapsbeleidsplan. Bestemmingsplan Buitengebied Het plangebied is gelegen in het bestemmingsplan Buitengebied Halderberge. In paragraaf 2.2 van deze toelichting is een uitgebreidere omschrijving opgenomen van het vigerende bestemmingsplan. De voor het initiatief relevante wijzigingsbevoegdheid is uitgewerkt in paragraaf 2.4. Het initiatief voldoet aan de voorwaarden die in het vigerende bestemmingsplan gesteld worden aan het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van het vestigen van niet-agrarische functies. Structuurvisie 2025 De gemeenteraad heeft op 20 juni 2013 de Structuurvisie 2025 vastgesteld. In de Structuurvisie wordt op hoofdlijnen vastgelegd waar gemeente Halderberge naar toe gaat op maatschappelijk, economisch en ruimtelijk gebied. Het plangebied maakt in het duurzaam ruimtelijk structuurbeeld onderdeel uit van het grootschalig kleilandschap. In het toekomstbeeld is het plangebied aangeduid als gemengd agrarisch gebied, waarvoor de strategie ‘behouden’ wordt gevolgd. Het grootste deel van het buitengebied van Halderberge wordt in de Structuurvisie gekenschetst als een gemengd agrarisch bedrijf. Daarnaast zijn er diverse kleinschalige recreatieve complexen en tussen Hoeven en Bosschenhoofd is het bosgebied dominant. De functie van het buitengebied zal in de komende structuurvisieperiode niet structureel veranderen, maar een grotere waardering
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
17
Mureau Advies voor de kwaliteit van het buitengebied is gewenst. Daarin spelen investeringen op bedrijfsniveau, nieuwe economische dragers en recreatief medegebruik een belangrijke rol. Landschapsbeleidsplan In het Landschapsbeleidsplan ‘Samen voor Groen’ (2002) is de landschapsvisie voor het grondgebied van de gemeente Halderberge verwoord. Het thema water staat daarbij centraal. Uitwerking van dit thema dient plaats te vinden in de driehoek natuur, recreatie/toerisme en cultuurhistorie. Per deelgebied worden aandachtspunten en visie benoemd. De landschapsvisie berust op de volgende doelstellingen: - het behouden en versterken van het huidige karakter, de identiteit en de samenhang binnen elk afzonderlijk deelgebied; - de samenhang tussen de verschillende deelgebieden verbeteren door deze visueelruimtelijk en ecologisch door middel van lijnstructuren met elkaar te verbinden, gebruikmakend van de thema’s water en cultuurhistorie; - de landschappelijke samenhang ontwikkelen door het behouden en visueel versterken van waarneembare overgangen in reliëf en bodemopbouw (zand-klei); - het verbinden van gebieden met (hoge) natuurwaarden door middel van de realisatie van lijnvormige ecologische en landschappelijke verbindingszones en zogenaamde stepping stones. In de landschapsvisie maakt het plangebied onderdeel uit van het open gebied. De landschapsvisie is leidend bij het opstellen en uitvoeren van het beplantingsplan. Op deze wijze is een goede landschappelijke inpassing van het initiatief gewaarborgd. 3.4 Conclusie Het initiatief past binnen de kaders van rijks, provinciaal en gemeentelijk beleid. Mede om die reden heeft het college van burgemeester en wethouders 3 september 2013 een positief principe besluit genomen over de wijziging van de bestemming. Deze principebereidheid is schriftelijk bevestigd in de brief van 12 september 2013 met kenmerk 2013/281276.
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
18
Mureau Advies 4.
Verantwoording
De voor het initiatief relevante planologische aspecten worden in dit hoofdstuk puntsgewijs geanalyseerd. Het betreft de aspecten flora en fauna, archeologie, bodemkwaliteit, water, luchtkwaliteit, akoestiek, bedrijven en milieuzonering, externe veiligheid, kabels en leidingen en verkeer en parkeren. 4.1 Flora en fauna De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) heeft tot doel een netwerk van natuurgebieden te realiseren waar flora en fauna de hoogste prioriteit hebben. Het grootste deel zijn bestaande bossen en natuurgebieden. Gemeenten worden verzocht om de EHS in het bestemmingsplan de juiste juridische bescherming te geven. Schadelijke ingrepen en ontwikkelingen in deze gebieden zijn in beginsel niet toegestaan. Het plangebied aan de Gastelsedijk West is niet gelegen in de EHS en valt niet onder de bescherming van de Vogel- en Habitatrichtlijn. Afbeelding 4.1 geeft de ligging van het plangebied ten opzichte van de EHS weer.
Afbeelding 4.1 Ligging EHS ten opzichte van plangebied
In de Flora- en Faunawet is onder meer bepaald dat beschermde diersoorten niet gedood, gevangen of verontrust mogen worden en plantensoorten niet geplukt, uitgestoken of verzameld mogen worden. Bovendien dient iedereen voldoende zorg in acht te nemen voor in het wild levende dieren en planten. Daarnaast is het niet toegestaan om hun directe leefomgeving, waaronder nesten en holen, te beschadigen, te vernielen of te verstoren. Afhankelijk van de voorgestane activiteiten op de planlocatie en de aangetroffen soorten geldt een vrijstelling of dient een ontheffing te worden aangevraagd. Hierbij geldt dat de regeling
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
19
Mureau Advies strikter is bij een zeldzame soort en ingrijpende activiteit. Vogels zijn in Nederland op gelijke wijze beschermd, waarbij geldt dat vooral in het broedseizoen (15 maart – 15 juli) sprake kan zijn van verontrusten, doden of verstoren van nestplaatsen. De aanwezigheid van beschermde plantensoorten, diersoorten en vogels binnen het plangebied is niet waarschijnlijk. Bovendien is in de directe omgeving voldoende vergelijkbaar leefgebied aanwezig, dat voor eventueel aanwezige dieren een alternatieve rustof verblijfplaats vormt. Op basis van een visuele waarneming ter plaatse door Mureau Advies op 16 februari 2013 zijn er geen aanwijzingen dat binnen het plangebied beschermde flora of nesten, verblijfs-, rust- of voortplantingsplaatsen van beschermde dieren aanwezig zijn. Bij de realisering van het initiatief zijn geen schadelijke effecten op kritische inheemse bedreigde soorten te verwachten, binnen het plangebied dan wel op hun duurzaam leefgebied. Voor de meer algemene soorten die tijdens het veldbezoek niet zijn aangetroffen (konijn, mol, huisspitsmuis) maar gezien de aard en ligging van de locatie in de nabije toekomst wel voor zouden kunnen komen, bestaat een vrijstelling voor het aanvragen van ontheffing. Het voorliggende initiatief heeft geen nadelige gevolgen voor het aspect natuur en landschap en het aanvragen van een ontheffing in het kader van de Flora- en Faunawet is niet noodzakelijk. 4.2 Archeologie en cultuurhistorie Op 1 september 2007 is de Wet op de archeologische monumentenzorg in werking getreden. De zorg voor het bodemarchief is door deze wet bij gemeenten komen te liggen. De gemeente Halderberge dient bij het vaststellen van een bestemmingsplan het aspect archeologie mee te wegen. Op 22 september 2011 heeft de gemeenteraad de beleidsnota ‘cultureel erfgoed Halderberge ‘inspirerend verleden’ en het archeologiebeleid gemeente Halderberge ‘Ons ongeschreven verleden’ vastgesteld. Het archeologiebeleid heeft tot doel het archeologisch erfgoed te beschermen en ontsluiten als bron van het gemeenschappelijk geheugen en als middel voor wetenschappelijke studie, zonder meer maatschappelijke lasten in het leven te roepen dan strikt noodzakelijk. De archeologische beleidskaart geeft aan welke archeologische verwachting van toepassing is en welk advies daarbij gegeven wordt met betrekking tot het uitvoeren van archeologisch onderzoek bij bodemingrepen. Afbeelding 4.2 geeft weer dat het plangebied de aanduiding heeft ‘onbekende archeologische verwachting voor vindplaatsen van late landbouwers, geen archeologische verwachting voor vindplaatsen van vroege landbouwers, lage archeologische verwachting voor vindplaatsen van jagers-verzamelaars’. Het uitvoeren van een archeologisch onderzoek is bij deze aanduiding niet noodzakelijk, met uitzondering van archeologische monumenten en bekende vindplaatsen. Voor het voorliggende initiatief is het uitvoeren van een archeologisch onderzoek niet noodzakelijk. In het vigerende bestemmingsplan Buitengebied is voor het plangebied geen dubbelbestemming ‘Waarde-Archeologie’ opgenomen. In het wijzigingsplan Gastelsedijk West 39 is evenmin sprake van een dergelijke dubbelbestemming. De bestaande bebouwing heeft geen bijzondere cultuurhistorische waarde. Het slopen van de vrijstaande loods heeft geen negatieve gevolgen voor het aspect cultuurhistorie.
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
20
Mureau Advies
Afbeelding 4.2 Uitsnede archeologische beleidskaart
Afbeelding 4.3 geeft een uitsnede van de cultuurhistorische waardenkaart (CHW) van provincie Noord-Brabant. Uit deze kaart blijkt dat aan het plangebied de aanduidingen ‘historische geografie: historische stedenbouw’ is toegekend. De Gastelsedijk West is aangeduid als lijn van hoge waarde en het open buitengebied ten oosten van het plangebied heeft de aanduiding ‘zichtrelatie’. Het plangebied maakt onderdeel uit van de dijknederzetting Stampersgat. Het betreft een dijklichaam ten zuiden van Stampersgat met een historisch gegroeide aanwezigheid van dijkbebouwing. De gebiedskarakteristiek wordt door het initiatief niet aangetast. Door het slopen van de vrijstaande loods en het renoveren van de karakteristieke woning met aangebouwde schuur, wordt een positieve bijdrage geleverd aan de cultuurhistorische waarde van de dijknederzetting Stampersgat.
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
21
Mureau Advies De Gastelsedijk West vormt een lijn van hoge cultuurhistorische waarde. Het patroon van de dijk wordt door het initiatief niet verstoord en er wordt geen afbreuk gedaan aan de cultuurhistorische waarde van het dijklichaam. De zichtrelatie tussen de Gastelsedijk West en Oud-Gastel door het open buitengebied wordt door het initiatief niet belemmerd. De sloop van de vrijstaande loods levert een positieve bijdrage aan de openheid van het gebied.
Plangebied Afbeelding 4.3 Cultuurhistorische waardekaart (CHW)
4.3 Bodemkwaliteit Binnen de inrichting vinden een aantal potentieel bodembedreigende activiteiten plaats en worden potentieel bodembedreigende stoffen toegepast en opgeslagen. In het Activiteitenbesluit zijn voorwaarden opgenomen waar het bedrijf aan moet voldoen om de
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
22
Mureau Advies bodem te beschermen en bij de melding in het kader van het activiteitenbesluit zal rekening gehouden worden met het aspect preventieve bodembeschermende maatregelen en het behoud van een duurzame bodemkwaliteit. Hierdoor is het risico dat bodemverontreiniging ontstaat ten gevolge van de bedrijfsactiviteiten verwaarloosbaar klein. Verder dient de bodem geschikt te zijn voor de beoogde functie, zijnde bedrijfsactiviteiten en bewoning. Wematech Bodemadviseurs B.V. heeft een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. De resultaten van het onderzoek zijn opgenomen in de rapportage van 25 januari 2013 met kenmerk HH130144. Onderstaand is de samenvatting van het onderzoek integraal weergegeven. De volledige rapportage is opgenomen als bijlage 7 bij deze toelichting. “ In opdracht van de heer F.J. Gelijns is door Wematech Bodem Adviseurs B.V. in januari 2013 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd ter plaatse van het perceel aan de Gastelsedijk West 39 te Stampersgat. Doel van het onderzoek is het verkrijgen van inzicht in de actuele bodemkwaliteit ter plaatse van de onderzoekslocatie en op basis hiervan na te gaan of de bodemkwaliteit een belemmering kan opleveren voor de voorgenomen eigendomsoverdracht. Het veldwerk is uitgevoerd in januari 2013. Bij de uitgevoerde grondboringen zijn op basis van zintuigelijke beoordeling plaatselijk zwak tot sterke puinbijmengingen (met name baksteen) en asbest verdachte materialen aangetroffen. Voor het overige zijn geen relevante bijzonderheden en/of afwijkingen aangetroffen. Asbestverdacht materiaal Geconcludeerd kan worden dat alle 3 de onderzochte typen asbestverdacht plaatmateriaal asbesthoudend zijn (10-15% goed hechtgebonden chrysotiel). Wet bodembescherming Geconcludeerd kan worden dat de bovengrond licht verontreinigd is met zink. De ondergrond is niet verontreinigd. Het grondwater is licht verontreinigd met molybdeen. Besluit bodemkwaliteit Geconcludeerd kan worden dat de bovengrond voldoet aan de klasse wonen. De ondergrond voldoet aan de achtergrondwaarde. Gezien de verkregen resultaten van het onderzoek dient de gestelde hypothese ‘niet verdachte locatie’ formeel gezien verworpen te worden. Op basis van het historisch onderzoek, de zintuiglijke beoordeling van de grond- en grondwatermonsters en de resultaten van het chemisch-analytisch onderzoek kan gesteld worden dat binnen de huidige functieklasse geen gebruiksbeperkingen hoeven te worden gesteld aan de onderzoekslocatie. De verkregen resultaten geven, bij ongewijzigd gebruik, geen aanleiding tot het uitvoeren van een nader bodemonderzoek. De resultaten van het onderzoek vormen, met inachtname van het bovenstaande, geen belemmering om tot eigendomsoverdracht over te gaan. Bij ongewijzigd gebruik zijn er geen contactmogelijkheden met het aangetroffen asbest. Indien in de toekomst de situatie wijzigt, dan zal de spot met asbest nader onderzocht moeten worden en mogelijk gesaneerd. Geadviseerd wordt een exemplaar van het rapport bij de notariële akte van eigendomsoverdracht te voegen”.
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
23
Mureau Advies Het verkennend bodemonderzoek is beoordeeld door gemeente Halderberge. Er is binnen het plangebied sprake van een relatief kleine hoeveelheid met asbest verontreinigd puin. Deze spot met een omvang van 3 m2 is gelegen ter plaatse van de bovengrondse tank. Uit het overleg met de beleidsmedewerker van gemeente Halderberge blijkt dat het verwijderen van het verontreinigd puin de voorkeur heeft. Overigens bestaan op basis van de resultaten van het bodemonderzoek geen belemmeringen voor het initiatief. In de aanvulling op de anterieure overeenkomst is een bepaling opgenomen die de initiatiefnemers verplicht het verontreinigd puin daadwerkelijk te verwijderen, met een kaartje waarop de exacte ligging en omvang van de verontreiniging is aangeduid. 4.4 Waterparagraaf De watertoets is het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. Het doel van de watertoets is dat de waterbelangen evenwichtig worden meegewogen bij de totstandkoming van een plan. Sinds juli 2003 is de watertoets wettelijk verankerd in het Besluit op de Ruimtelijke Ordening. De locatie aan de Gastelsedijk West ligt in het beheersgebied van waterschap Brabantse Delta. Op basis van de gegevens in deze toelichting zal het waterschap de watertoets uitvoeren. Beleid Het Nationaal Waterplan 2009 – 2015 (NWP) is het rijksplan voor het Nederlandse waterbeleid. In het NWP zijn de maatregelen beschreven die in de periode van 2009 – 2015 genomen moeten worden om Nederland veilig en leefbaar te houden, de kansen die water biedt te benutten en om te komen tot een duurzaam waterbeheer. De taak aan de provincies is om deze visie en streefbeelden door te vertalen naar de Regionale Waterplannen. Het beleid van de provincie Noord-Brabant richt zich op het bereiken en in stand houden van watersystemen die ruimte bieden aan een gezond leefmilieu voor mens, dier en plant. Daarbij zijn economische en ecologische ontwikkelingen met elkaar in evenwicht en is het hebben en houden van een veilige en bewoonbare provincie een randvoorwaarde. De Structuurvisie Ruimtelijke Ordening van de provincie Noord-Brabant is sinds 1 januari 2011 in werking getreden. In de structuurvisie komen over het onderwerp water de volgende aspecten aan bod: Een robuust en veerkrachtig water- en natuursysteem; Bij toekomstige ontwikkelingen in stad en land wil de provincie dat het patroon van beken en kreken beter beleefbaar wordt. Daarnaast worden water-, natuur- en recreatieve ontwikkelingen in de toekomst beter afgestemd op de samenbindende waterstructuur en het systeem wordt meer ingericht op de gevolgen van klimaatverandering. De ecologische hoofdstructuur wordt versterkt door meer verbinding te maken tussen het natuursysteem en het watersysteem. Positieve gevolgen hiervan zijn o.a. een verbetering van de natuurgebieden, de biodiversiteit en de landschappelijke en recreatieve kwaliteit van Noord-Brabant.
Een betere waterveiligheid door preventie; Er wordt getracht de watervoerende capaciteit van het winterbed te vergroten in combinatie met het concept van een doorbraakvrije dijk, om zo de waterveiligheid preventief te verbeteren. Daarnaast zal er op lange termijn een aantal gebieden gereserveerd worden voor de verruiming van de grote rivieren.
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
24
Mureau Advies
Koppeling van waterberging en droogtebestrijding; De provincie gaat ervan uit dat de wateroverlast in de regionale watersystemen in 2015 grotendeels aangepakt is, waarbij de trits ‘vasthouden, bergen en afvoeren’ als uitgangspunt geldt. Daarnaast ziet de provincie kansen om met behulp van brongebieden de natuur te ontwikkelen en droogte te bestrijden.
Afbeelding 4.4 Waterhuishoudkundige functies
De watertoets en de wijze waarop de provincie daar mee omgaat, is beschreven in het Provinciaal Water Plan (PWP). Provinciale Staten hebben op 20 november 2009 het Provinciaal Waterplan 2010 – 2015 ‘Waar water werkt en leeft’ vastgesteld. Het doel van dit plan is dat het water bijdraagt aan een gezonde omgeving voor mens, dier en plant, waarin we veilig kunnen wonen en waar ruimte is voor economische, maatschappelijke en ecologische ontwikkelingen. Gemeenten en waterschappen dienen hun waterbeleid te baseren op de uitgangspunten die de provincie in hun PWP stelt. In de Verordening ruimte is het beleid opgenomen voor specifieke doelstellingen, zoals regionale waterbergingsgebieden, waterwingebieden en primaire waterkeringen. Naast beleidskader is het PWP ook toetsingskader voor de taakuitoefening van lagere overheden op Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
25
Mureau Advies het gebied van water. Het plan is tevens beheerplan voor grondwateronttrekkingen. Bovendien is het plan structuurvisie voor het aspect water op grond van de Wet ruimtelijke ordening.
Afbeelding 4.5 Structuurvisie water
Op grond van de Waterwet fungeert het PWP tevens als structuurvisie. Hieraan wordt invulling gegeven door in het plan de ruimtelijke consequenties van het waterbeleid vast te leggen voor zeven typen van doelstellingen, waarvoor de Wet ruimtelijke ordening de mogelijkheid biedt deze te verankeren in bestemmingsplannen. Het betreft gebieden voor hoogwaterbescherming, regionale waterbergingsgebieden, ruimte voor watersysteemherstel, natte natuurparels inclusief beschermingszone, beschermingszones voor grondwaterwinning voor de openbare drinkwatervoorziening, beschermingszones voor innamepunten van drinkwater uit oppervlaktewater en wijstgebieden. Zoals weergegeven op afbeelding 4.4 heeft de projectlocatie in het PWP de waterhuishoudkundige functie ‘Water voor het landelijk Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
26
Mureau Advies gebied’ toegekend gekregen. Het waterbeheer richt zich bij deze deelfunctie op het scheppen en behouden van de waterhuishoudkundige voorwaarden die nodig zijn voor een duurzame en concurrerende landbouw, met als randvoorwaarde de verplichtingen uit de Kaderrichtlijn Water en afstemming met maatregelen voor de Natura 2000-gebieden en de Natte natuurparels. Voor het overige geldt geen specifiek beschermingsbeleid. Het plangebied heeft geen aanduiding op PWP plankaart 2 Structuurvisie water. Dit is weergegeven op afbeelding 4.5. Voor onderhavig initiatief zijn geen regels opgenomen in de Structuurvisie water. Keur en legger Het waterschap Brabantse Delta heeft waar nodig nog toegespitst beleid en beleidsregels op de verschillende thema’s en speerpunten uit het waterbeheersplan en het waterschap heeft een eigen verordening: De Keur en de legger. De Keur bevat gebods- en verbodsbepalingen met betrekking tot ingrepen die consequenties hebben voor de waterhuishouding en het waterbeheer. Veelal is voor deze ingrepen een watervergunning van het waterschap benodigd. De Keur is onder andere te raadplegen via de site van waterschap Brabantse Delta. Afbeelding 4.5 bevat een uitsnede uit de Keurkaart Beschermde Gebieden. Hierop is weergegeven dat het plangebied geen specifieke aanduiding heeft. De legger geeft aan waar de waterstaatswerken liggen, aan welke afmetingen en eisen die moeten voldoen en wie onderhoudsplichtig is.
Afbeelding 4.5 Keurkaart beschermde gebieden
Beleidsregel hydraulische randvoorwaarden 2009 Het waterschap hanteert bij nieuwe ontwikkelingen het principe van waterneutraal bouwen, waarbij gestreefd wordt naar het behoud of herstel van de ‘natuurlijke’ waterhuishoudkundige situatie. Vanwege dit principe wordt bij uitbreiding van verhard oppervlak voor de omgang met hemelwater uitgegaan van de voorkeursvolgorde infiltreren, bergen, afvoeren. De
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
27
Mureau Advies technische eisen en uitgangspunten voor het ontwerp van watersystemen zijn opgenomen in de ‘beleidsregel hydraulische randvoorwaarden 2009’. Op basis van de Keur is een vergunning noodzakelijk voor het lozen op oppervlaktewater van hemelwater dat afkomstig is van verhard oppervlak van 2.000 m2 of meer. In de vergunning kan worden opgenomen dat retentie vereist is. Of het waterschap daadwerkelijk retentie zal eisen, is niet zozeer afhankelijk van het totale oppervlak, maar van de toename van het verhard oppervlak. Immers, ontwikkelingen dienen hydrologisch neutraal te worden uitgevoerd. Indien door de voorgenomen ontwikkeling de toename van het verhard oppervlak 2.000 m2 of groter is zal retentie worden geëist. De retentie-eis zal zich in beginsel beperken tot de uitbreiding. In de Keur zijn beschermde gebieden vastgesteld waarbinnen voor elke vorm van water aanen –afvoer, lozingen of onttrekkingen een vergunning noodzakelijk is. Afhankelijk van het soort beschermd gebied (volledig beschermd of beperkt beschermd) is daar een strikt of minder strikt hydrologisch beschermingsbeleid aan gekoppeld. Er wordt geen andere ondergrens (qua oppervlakte) aangehouden voor al dan niet voorschrijven van retentie. Ook in beschermde gebieden is het uitgangspunt dat retentie wordt vereist indien de toename van verhard oppervlak 2.000 m2 of meer bedraagt. In beschermde, vrij afwaterende gebieden heeft infiltratie en vasthouden van water een positief effect in het kader van de verdrogingbestrijding. Het waterschap dringt daarom wel aan op het zoveel mogelijk infiltreren van hemelwater in beschermde gebieden. Bestaande waterhuishoudkundige situatie In de bestaande waterhuishoudkundige situatie wordt het bedrijfsafvalwater van huishoudelijke aard geloosd op het gemeentelijk riool. Huishoudelijk afvalwater van de bedrijfswoning wordt hierop geloosd. Voor het overige wordt er uit de inrichting enkel nietverontreinigd hemelwater geloosd. Dit hemelwater is afkomstig van regenwater dat op de daken en erfverharding valt. Gemiddeld valt er jaarlijks 0,8 m3 niet-verontreinigd hemelwater per m2 verhard oppervlak. Dit hemelwater wordt door middel van afschot van daken en erfverharding geloosd op omliggende perceelsloten. Op het bedrijf wordt aandacht besteed aan het schoonhouden van het verhard oppervlak. Er is sprake van good-house-keeping management. De erfverharding en de daken worden zo vaak als voor de goede orde noodzakelijk is schoon gehouden. Op het bedrijf vinden geen bijzondere activiteiten plaats die ertoe kunnen leiden dat er stoffen in aanraking kunnen komen met het hemelwater. Het nietverontreinigde hemelwater kan dus zonder problemen worden geloosd op omliggende percelen en sloten. Beoogde waterhuishoudkundige situatie Waterschap Brabantse Delta is de beheerder van de kwaliteit en kwantiteit van het grond- en oppervlaktewater binnen het plangebied. Middels de Keur van Brabantse Delta is bepaald bij welke ontwikkelingen mitigerende maatregelen getroffen moeten worden. Deze mitigerende maatregelen kunnen onder andere bestaan uit het treffen van een retentievoorziening. Voor de in de Brabantse Delta gelegen gebieden geldt op kleigrond een bergingscapaciteit van 604 m³ per hectare toename verharding, waarbij de waterafvoer via puntlozing wordt gerealiseerd. Onderhavig initiatief betreft het renoveren van de bestaande bedrijfswoning met aangebouwde schuur, in combinatie met de sloop van de vrijstaande loods. Tabel 4.1 geeft weer dat sprake is van een afname van de verharde oppervlakte van 380 m2.
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
28
Mureau Advies
Dakoppervlakte Erfverharding Totaal
Huidige situatie 620 800 4.282
Nieuwe situatie 440 600 4.665
Verschil - 180 - 200 - 380
Tabel 4.1 Verharde oppervlakte
Aangezien het initiatief leidt tot een afname van de verharde oppervlakte, en niet tot een toename met meer dan 200 m2, is het niet noodzakelijk compenserende maatregelen te treffen. Het hemelwater wat van de verharding afvloeit zal derhalve, overeenkomstig de huidige situatie af blijven vloeien op de omliggende gronden en sloten en daar ter plaatse infiltreren. Materiaalgebruik Bij de renovatie van de woning en aangebouwde schuur zal gebruik worden gemaakt van nietuitlogende materialen. Dit is conform het advies van de richtlijn Duurzaam Bouwen. In het Lozingenbesluit Bodembescherming staat dat niet verontreinigd hemelwater in principe in de bodem geïnfiltreerd kan worden of afgevoerd kan worden naar het oppervlaktewater, ook als dat in contact is geweest met oppervlakten als daken. Bij de renovatie zal geen gebruik gemaakt worden van onbehandelde uitlogende materialen zoals koper, zink en lood, teerhoudende dakbedekking (PAK's) en van met verontreinigde stoffen verduurzaamd hout. Doordat het hemelwater niet vervuild is, is het geen probleem het hemelwater te laten infiltreren. Conclusie Er is sprake van een afname van de verharde oppervlakte van 380 m2. Compenserende maatregelen zijn daarom niet noodzakelijk. Waterschap Brabantse Delta heeft op basis van deze toelichting een watertoets uitgevoerd en geeft een positief wateradvies. De initiatiefnemer zal contact opnemen met de afdeling plantoetsing en vergunning over de eventuele benodigde melding of vergunning voor werkzaamheden op of in de nabijheid van oppervlaktewaterlichamen en waterkeringen. 4.5 Luchtkwaliteit Op 15 november 2007 is de ‘Wet luchtkwaliteit’ in werking getreden. De ‘Wet luchtkwaliteit’ vormt een wijziging van de Wet milieubeheer op het gebied van luchtkwaliteitseisen en vervangt het Besluit luchtkwaliteit 2005. De aanleiding daartoe is de maatschappelijke discussie die ontstond als gevolg van de directe koppeling tussen ruimtelijke ordeningsprojecten en luchtkwaliteit. De directe koppeling had tot gevolg dat veel geplande, en als noodzakelijk of gewenst ervaren, projecten geen doorgang konden vinden. Met de ‘Wet luchtkwaliteit’ en bijbehorende bepalingen wil de overheid de verbetering van de luchtkwaliteit bewerkstelligen en daarnaast de gewenste ontwikkelingen in de ruimtelijke ordening doorgang laten vinden. De ‘Wet luchtkwaliteit’ voorziet onder meer in een gebiedsgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). De programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen. Van bepaalde type projecten is vastgesteld dat deze ‘niet in betekenende
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
29
Mureau Advies mate’ (NIBM) bijdragen aan luchtverontreiniging. Dit houdt in dat wanneer een activiteit of project minder dan 3% bijdraagt aan luchtverontreiniging deze activiteit of dit project zonder verdere toetsing kan worden uitgevoerd. De 3% grens is gedefinieerd als 3% van de grenswaarde van het jaargemiddelde concentratie van fijn stof (PM10) of stikstofdioxide (NO2). Dit komt overeen met 0,4 microgram/m3 voor zowel PM10 als NO2. Er zijn twee mogelijkheden om aannemelijk te maken dat een project binnen de NIBM-grens blijft: 1. Aantonen dat een project binnen de grenzen van een categorie uit de Regeling NIBM valt. Er is geen verdere toetsing nodig, het project is in ieder geval NIBM; 2. Op een andere manier aannemelijk maken dat een project voldoet aan het 3% criterium. Hiervoor kunnen berekeningen nodig zijn. Ook als een project niet kan voldoen aan de grenzen van de Regeling NIBM, is het mogelijk om alsnog via berekeningen aan te tonen dat de 3% grens niet wordt overschreden. De ontwikkeling aan de Gastelsedijk West 39 betreft onder ander het definitief beëindigen van de agrarische activiteiten ter plaatse. De mogelijk negatieve gevolgen van een agrarisch bedrijf voor de luchtkwaliteit behoren daarmee definitief tot het verleden. In de nieuwe situatie is sprake van kleinschalige bedrijfsactiviteiten, die geen negatieve invloed hebben op de luchtkwaliteit. Er worden niet bedrijfsmatig dieren gehouden en het aantal verkeersbewegingen ten gevolge van de bedrijfsactiviteiten is beperkt. Ten opzichte van een reguliere agrarische bedrijfsvoering is sprake van een aanzienlijke afname van het aantal verkeersbewegingen. Het initiatief betreft een bestaande woning met bestaand bedrijfsgebouw en de sloop van een bedrijfsgebouw. Vanwege het kleinschalige karakter van de voorgenomen bedrijfsactiviteiten en de afstand tot omliggende objecten, kan het initiatief als NIBM gezien worden. Een uitgebreid luchtkwaliteitonderzoek is niet noodzakelijk. Het definitief beëindigen van de agrarische bedrijfsvoering kan een verbetering van het woon- en leefklimaat ter plaatse tot gevolg hebben. 4.6 Akoestiek In de Wet geluidhinder is bepaald dat voor locaties in het bestemmingsplan waar woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen kunnen worden gerealiseerd, de geluidbelasting wordt onderzocht binnen de zones behorende bij verkeersbewegingen, spoorwegen en industrieterreinen. In voorliggende situatie is geen sprake van een nieuwe geluidgevoelige bestemming. De voormalige agrarische bedrijfswoning aan de Gastelsedijk West 39 wordt al jarenlang bewoond. Het bestaande gebruik van de woning wordt gecontinueerd, zodat het uitvoeren van een akoestisch onderzoek niet nodig wordt geacht. Bovendien zal het aantal verkeersbewegingen op de Gastelsedijk West door het definitief beëindigen van de agrarische bedrijfsvoering afnemen. De aan- en afvoerbewegingen van vrachtwagens die de agrarische bedrijfsvoering met zich meebrengt behoren tot het verleden. Het aantal verkeersbewegingen van en naar het plangebied is in de nieuwe situatie beperkt tot het normale verkeer van een huishouden en een relatief gering aantal verkeersbewegingen ten behoeve van de bedrijvigheid.
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
30
Mureau Advies In de inrichting vinden activiteiten plaats welke een geluidsuitstraling hebben naar de omgeving. Het toetsingskader hiervoor is opgenomen in het Activiteitenbesluit. Het gaat hierbij o.a. om het laden en lossen van materialen. Deze activiteiten vinden in en om de bedrijfsgebouwen plaats, nagenoeg altijd in de dagperiode, waardoor er in de avond- en nachtperiode slechts incidenteel hinder ondervonden kan worden van de bedrijfsactiviteiten. In het Activiteitenbesluit zijn algemene geluidsniveaus opgenomen waar het bedrijf aan moet voldoen. Kijkend naar de omvang, de inrichting en exploitatie van een dergelijk bedrijf, kan gesteld worden dat altijd voldaan wordt aan deze normen. Voor de voorgenomen bedrijfsactiviteiten geldt voor geluid een indicatieve afstand van 10 meter. Hier wordt ruimschoots aan voldaan. Daarnaast is in het Activiteitenbesluit bepaald dat indien er meer dan 4 transportbewegingen plaatsvinden in de periode van 19.00 tot 7.00 uur een aanvullend akoestisch onderzoek noodzakelijk is. Daar is in de onderhavige situatie geen sprake van. Aanvullend onderzoek wordt derhalve niet noodzakelijk geacht. 4.7 Bedrijven en milieuzonering Milieuzonering beoogt een voldoende ruimtelijke scheiding tussen enerzijds milieubelastende bedrijven en anderzijds milieugevoelige functies aan te brengen. In het algemeen wordt door het aanbrengen van een zonering tussen bedrijvigheid en woonbebouwing de overlast ten gevolge van de bedrijfsactiviteiten zo laag mogelijk gehouden. Bedrijven zijn in de VNGpublicatie ‘Bedrijven en milieuzonering 2009’ ingedeeld in een aantal categorieën met bijbehorende gewenste afstand tot milieugevoelige functies. De indicatieve afstand voor de bedrijvigheid in milieucategorie 1 bedraagt 10 meter tot milieugevoelige objecten. In de nieuwe situatie is de afstand tussen de grens van het bestemmingsvlak ‘Bedrijf’ en het dichtstbijzijnde bestemmingsvlak ‘Wonen’ 45 meter. De afstand van het bedrijfsgebouw tot de dichtstbijzijnde woning bedraagt circa 75 meter. Andere milieugevoelige objecten zijn gelegen op grotere afstand van het plangebied. Er wordt in de nieuwe situatie ruimschoots voldaan aan de indicatieve afstand. 4.8 Externe veiligheid Het Besluit externe veiligheid inrichtingen en de bijbehorende Regeling externe veiligheid inrichtingen zijn op 27 oktober 2004 in werking getreden. Het Besluit legt veiligheidsnormen op aan bedrijven die een risico vormen voor personen buiten het bedrijfsterrein, bijvoorbeeld rondom chemische fabrieken, lpg-tankstations en spoorwegemplacementen waar goederentreinen met gevaarlijke stoffen rangeren. Gezien de aard van het voorgenomen gebruik is het Besluit externe veiligheid inrichtingen niet van toepassing. De werkzaamheden omvatten niet het gebruik, de opslag of het vervoer van gevaarlijke stoffen. Ook ontstaan bij de werkzaamheden geen gevaarlijk rest- of afvalstoffen. Uit de risicokaart van provincie Noord-Brabant blijkt dat in de directe omgeving geen inrichtingen gelegen zijn waarop het Besluit externe veiligheid inrichtingen van toepassing is. Evenmin is sprake van buisleidingen waarop het Besluit externe veiligheid buisleidingen van toepassing is. De locatie is niet gelegen binnen het beïnvloedingsgebied van bronnen waarmee
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
31
Mureau Advies bij het beoordelen van het aspect externe veiligheid rekening moet worden gehouden. Het aspect externe veiligheid vormt daarom geen belemmering voor het voorliggende initiatief. 4.9 Kabels en leidingen Ruimtelijk relevante kabels en leidingen, zoals hoogspanningskabels en ondergrondse transportleidingen, zijn onder andere weergegeven op de verbeelding van het bestemmingsplan Buitengebied van gemeente Halderberge. Op basis van deze verbeelding wordt geconcludeerd dat ter plaatse van het plangebied geen sprake is van hoogspanningskabels en/of leidingen in de grond. Het voorliggende verzoek heeft derhalve geen gevolgen voor kabels en leidingen. Overigens moet iedereen die grondwerkzaamheden gaat verrichten nagaan of hierdoor schade aan kabels of leidingen kan ontstaan. Bij het uitvoeren van graafwerkzaamheden dient een melding gedaan te worden bij de stichting KLIC (Kabels en Leidingen Informatiecentrum), die onderdeel uitmaakt van het Kadaster. 4.10 Verkeer en parkeren Het plangebied wordt ontsloten via de Gastelsedijk West. Deze geasfalteerde weg verbindt de kern Stampersgat met het ten zuiden gelegen buitengebied. De provinciale wegen N259 en N268 zijn goed bereikbaar en sluiten aan op de Rijkswegen A17 en A29. Het aantal verkeersbewegingen op de Gastelsedijk West zal door het definitief beëindigen van de agrarische bedrijfsvoering afnemen. De aan- en afvoerbewegingen van vrachtwagens die de agrarische bedrijfsvoering met zich meebrengt behoren tot het verleden. Het aantal verkeersbewegingen van en naar het plangebied is in de nieuwe situatie beperkt tot het normale verkeer van een huishouden en een relatief gering aantal verkeersbewegingen ten behoeve van de bedrijvigheid. Extra verkeersmaatregelen worden niet nodig geacht. De bestaande erfverharding is van matige kwaliteit. Voor een goede bereikbaarheid van de bedrijfswoning en het bedrijfsgebouw wordt de erfverharding vervangen. Het perceel biedt ruim voldoende gelegenheid voor parkeren op eigen terrein, zowel voor eigen auto’s als voor bezoekers. De openbare weg zal niet gebruikt worden voor parkeren. Het initiatief voldoet aan de voorwaarde dat parkeren plaats dient te vinden op eigen terrein en de ontsluiting voor het autoverkeer plaatsvindt via de bestaande wegen.
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
32
Mureau Advies
5.
Juridische planopzet
5.1 Wijzigingsplan Het wijzigingsplan Gastelsedijk West 39 heeft tot doel een juridisch-planologische regeling te scheppen voor het plangebied. Het wijzigingsplan sluit aan bij het moederplan bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Halderberge. Met dit wijzigingsplan wordt gebruik gemaakt van de in artikel 3.7.13 van het moederplan opgenomen wijzigingsbevoegdheid voor het vestigen van niet-agrarische functies. Het wijzigingsplan kan worden gekarakteriseerd als een zogenaamd ontwikkelingsgericht plan. Het juridische gedeelte van het wijzigingsplan bestaat uit de verbeelding met planregels. Bij ieder plan hoort een toelichting, maar dit onderdeel heeft als zodanig geen rechtskracht. De verbeelding van het wijzigingsplan Gastelsedijk West 39 bestaat uit één kaartblad. Per 1 juli 2008 zijn de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening in werking getreden. Hierin is geregeld dat vanaf 1 januari 2010 alle nieuwe ruimtelijke plannen digitaal en volgens de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) dienen te zijn opgebouwd. Hierdoor zijn de bestemmingsplannen onderling vergelijkbaar, digitaal uitwisselbaar en raadpleegbaar. Het wijzigingsplan Gastelsedijk West 39 is opgebouwd en vorm gegeven conform SVBP2012. De planregels zijn opgebouwd uit vier hoofdstukken, namelijk inleidende regels, bestemmingsregels, algemene regels en overgangs- en slotregels. Voor de inhoud, die in paragraaf 5.2 wordt toegelicht, is aansluiting gezocht bij het moederplan. 5.2 Toelichting op planregels en verbeelding Voor het wijzigingsplan Gastelsedijk West 39 zijn de regels van het bestemmingsplan Buitengebied van gemeente Halderberge van toepassing, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 22 september 2011. Inleidende regels In artikel 1 ‘begrippen’ wordt een aantal in het plan gebruikte begrippen nader omschreven. Door de omschrijving wordt de interpretatie van de begrippen beperkt en daarmee de duidelijkheid en rechtszekerheid van het plan vergroot. In artikel 2 ‘wijze van meten’ wordt aangegeven op welke wijze de in het plan voorgeschreven maatvoeringen dienen te worden bepaald. Bestemmingsregels De planregels in dit hoofdstuk omschrijven de bestemming en geven de bouw- en gebruiksregels. Daarnaast zijn afwijkingsmogelijkheden en wijzigingsbevoegdheden opgenomen. In de bestemmingsomschrijving wordt de materiële inhoud van de bestemming aangegeven. Het bevat een beschrijving van de toegestane functies waarbij eventueel op de plankaart voorkomende combinaties met aanduidingen en dubbelbestemmingen worden aangegeven. In de nadere detaillering wordt dit verder uitgewerkt. In de bouwregels wordt vermeld welke bebouwing ‘als recht’ mag worden opgericht, ten dienste van de bestemming. Flexibiliteit kan in het plan worden ingebouwd door de mogelijkheid van de bouw- en gebruiksregels af te
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
33
Mureau Advies wijken. Onder wijzigingsbevoegdheden staan regels waarlangs de bestemming van een bepaald gebied veranderd kan worden in een andere bestemming. In het wijzigingsplan Gastelsedijk West 39 is sprake van de bestemmingen ‘Agrarisch’, ‘Bedrijf’, ‘Natuur’ en de dubbelbestemming ‘Waterstaat – Waterkering’. Artikel 3: Agrarisch. Het noordelijk en oostelijk deel van het plangebied heeft de bestemming ‘Agrarisch’. Er is binnen de agrarische bestemming geen bouwvlak opgenomen. Er zijn bouwregels opgenomen voor het oprichten van bouwwerken buiten het bouwvlak. Er kan van de bouwregels worden afgeweken voor een paardenbak en de bouwhoogte van erfafscheidingen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde. De specifieke gebruiksregels stellen regels voor tijdelijke en overige teeltondersteunende voorzieningen. Artikel 4: Bedrijf. Het zuidwestelijk deel van het plangebied heeft de bestemming ‘Bedrijf’. Het bestemmingsvlak heeft een oppervlakte van 1.500 m2 en de functieaanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – meubelmakerij’. Er mag binnen het bouwvlak een bedrijfswoning met bijgebouw en maximaal 320 m2 bedrijfsgebouw aanwezig zijn, met een maximale goot- en bouwhoogte van respectievelijk 6 en 10 meter. De mogelijkheid bestaat in bepaalde gevallen af te wijken van de bouwregels. Er worden specifieke gebruiksregels gesteld, evenals de mogelijkheid in bepaalde gevallen van de gebruiksregels af te wijken. Er zijn wijzigingsbevoegdheden opgenomen, ten behoeve van andere bedrijfsactiviteiten, uitbreiding van de bebouwde oppervlakte bedrijfsbebouwing en wonen. Artikel 5: ‘Natuur’. De goede landschappelijke inpassing van het initiatief wordt planologisch verankerd door het toekennen van de bestemming natuur aan de stroken die het plangebied, dan wel de eigendom van de initiatiefnemers, aan de west- en oostzijde begrenzen. De bouwmogelijkheden zijn beperkt en een omgevingsvergunning is noodzakelijk voor het uitvoeren van bepaalde werken en werkzaamheden. Artikel 6: ‘Waterstaat – Waterkering’. Het westelijk deel van het plangebied heeft de dubbelbestemming ‘Waterstaat – Waterkering’. Deze gronden zijn mede bestemd voor ombelemmerde werking, instandhouding en onderhoud van de primaire waterkering. Hiertoe zijn bouwregels opgenomen, kunnen Burgemeester en wethouders nadere eisen stellen en is een omgevingsvergunning noodzakelijk voor het uitvoeren van bepaalde werken en werkzaamheden. Algemene regels Met de ‘anti-dubbeltelregel’ wordt geregeld dat grond die reeds eerder bij een bouwplan is meegenomen niet nog eens mag worden meegenomen. De ‘algemene bouwregels’ beschrijven de regels met betrekking tot bestaande afwijkende maatvoering, ondergronds bouwen, afwijken van de regels voor ondergronds bouwen, vervangende nieuwbouw van bedrijfswoningen en afwijken voor herbouw van een bedrijfswoning op een andere locatie. De ‘algemene gebruiksregels’ geven weer wat in ieder geval onder strijdig gebruik wordt verstaan, en geven de regels voor carnavalswagens en mantelzorg De ‘algemene aanduidingsregels’ hebben betrekking op de aanduiding ‘reconstructiewetzone – verwevingsgebied’.
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
34
Mureau Advies De ‘algemene afwijkingsregels’ bieden de mogelijkheid onder voorwaarden voor een bepaald aantal zaken af te wijken van de regels. De ‘algemene wijzigingsregels’ bieden burgemeester en wethouders onder voorwaarden de mogelijkheid een aanduiding te verwijderen. De ‘overige regels’ bepalen de werking van wettelijke regelingen, de uitsluiting van de aanvullende werking van de bouwverordening en het stellen van nadere eisen met betrekking tot situering. Overgangs- en slotregels Het artikel ‘overgangsregels’ geeft het overgangsrecht weer voor bouwen en gebruik in strijd met het plan. De ‘slotregel’ geeft de officiële naam van de planregels aan.
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
35
Mureau Advies 6.
Uitvoerbaarheid
6.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid Bij de uitwerking van het initiatief zijn de belangen van omwonenden meegewogen. De maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan is gewaarborgd door een goede communicatie met omwonenden en de wettelijke procedure om te komen tot een vastgesteld wijzigingsplan. Het op de juiste wijze in het wijzigingsplan verwerken van eventuele inspraakreacties en zienswijzen, komt de maatschappelijke uitvoerbaarheid ten goede. Procedure Voorontwerpwijzigingsplan Op basis van het voorontwerpwijzigingsplan heeft de initiatiefnemer de omwonenden persoonlijk op de hoogte gebracht van het voorgenomen gebruik. Een openbare informatiebijeenkomst wordt voor het relatief kleinschalige initiatief niet noodzakelijk geacht. In het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 Wro is het plan toegezonden aan de overleginstanties. Er zijn reacties ontvangen van Rijkswaterstaat (3 december 2013), Waterschap Brabantse Delta (5 december 2013) en provincie Noord-Brabant (2 december 2013). Het plan raakt geen belangen van Rijkswaterstaat. Het waterschap geeft een positief wateradvies en wijst er op dat voor werkzaamheden op of in de nabijheid van oppervlaktewaterlichamen en waterkeringen op basis van de Keur een melding of vergunning benodigd kan zijn. De provincie merkt op dat de landschappelijke inpassing dient te zijn gewaarborgd door deze op te nemen in een aanvulling op de anterieure overeenkomst. De planregels dienen te worden aangepast, zodanig dat op het wijzigingsplan de regels van het moederplan van toepassing zijn, met enkele aanvullende of gewijzigde regels. De reacties van het waterschap en de provincie zijn in het ontwerpplan verwerkt. De reacties zijn integraal opgenomen in bijlage 8 bij deze toelichting. Ontwerpwijzigingsplan Het ontwerpwijzigingsplan zal gedurende zes weken ter inzage gelegd worden. Omwonenden en andere belanghebbenden worden op deze wijze in de gelegenheid gesteld een zienswijze in te dienen op de inhoud van het ontwerp. Vastgesteld wijzigingsplan De eventueel ingediende zienswijzen worden door de het college van burgemeester en wethouders meegewogen bij het al dan niet gewijzigd vaststellen van het wijzigingsplan Gastelsedijk West 39. Handhaving Voor een effectieve handhaving is het van belang dat de juridische regeling in het wijzigingsplan inzichtelijk en realistisch is. Dit houdt in: helder van opzet en niet onnodig beperkend, inflexibel of ingewikkeld. Bovendien moeten de bepalingen goed interpreteerbaar en controleerbaar zijn. De planregels behoren niet meer te regelen dan noodzakelijk is. De bestemmingsregeling in het wijzigingsplan Gastelsedijk West 39 is weinig complex, mede door het beperkte aantal functies in het plangebied. De gebruiksmogelijkheden zijn in de bestemmingsomschrijving van de verschillende bestemmingen duidelijk omschreven. De bouwmogelijkheden zijn concreet in de regels van het wijzigingsplan weergegeven.
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
36
Mureau Advies 6.2 Financiële uitvoerbaarheid Volgens de Wet ruimtelijke ordening is de gemeente verplicht een exploitatieplan op te stellen om mogelijke kosten op de initiatiefnemer te verhalen. De wet biedt de mogelijkheid in plaats van een exploitatieplan een anterieure overeenkomst te sluiten om het kostenverhaal te regelen. Voor het voorliggende plan is in plaats van een exploitatieplan een anterieure overeenkomst gesloten met de initiatiefnemers. De anterieure overeenkomst met kenmerk 2013/281277 is door de initiatiefnemers ondertekend. In de anterieure overeenkomst is opgenomen dat alle kosten van de ontwikkeling voor rekening van de initiatiefnemer komen. Daarnaast wordt onder andere opgenomen dat eventueel te vergoeden planschade door gemeente Halderberge op de initiatiefnemer verhaald kan worden. Voor de gemeente wordt op deze manier het risico van het vergoeden van planschade uitgesloten. De voorgenomen ontwikkeling betreft een particulier initiatief en bevindt zich op particulier terrein. De investeringen die samenhangen met de ontwikkeling worden door de initiatiefnemer gefinancierd. Ook de kosten die samenhangen met onderhoud en beheer worden door de initiatiefnemer gedragen. De ontwikkeling is uitgebreid besproken met adviseurs en vanuit financieel oogpunt verantwoord.
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
37
Mureau Advies
Bijlage 1: Huidige situatie
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
38
Mureau Advies
Bijlage 2: Nieuwe situatie
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
39
Mureau Advies
Bijlage 3: Beplantingsplan
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
40
Mureau Advies
Bijlage 4: Kadastrale kaart
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
41
Mureau Advies
Bijlage 5: Kadastraal bericht
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
42
Mureau Advies
Bijlage 6: Indeling bedrijfsruimte
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
43
Mureau Advies
Bijlage 7: Verkennend bodemonderzoek
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
44
Mureau Advies
Bijlage 8: Reacties wettelijk vooroverleg
Wijzigingsplan Gastelsedijk West 39
45