TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN ZIJLWEG-WEST E.O

TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN ZIJLWEG-WEST E.O. INHOUDSOPGAVE 1. 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6

INLEIDING Begrenzing van het plangebied Geldende bestemmingen en andere ruimtelijke regelingen Aanleiding en doel Planvorm en planproces Opzet van de toelichting: leeswijzer Voorafgaand onderzoek, visies en uitvoeringsbeleid

2 2 2 2 3 4 4

2. 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.1.5 2.2. 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5 2.2.6

BESCHRIJVING VAN PLANGEBIED EN FUNCTIES Inleiding Historische schets ' Stedenbouwkundige kenschets Monumenten en andere opmerkelijke bouwwerken Milieuonderzoek Beleidskaders Functies Maatschappelijke voorzieningen Wonen Economische bedrijvigheid Sport- en recreatievoorzieningen Openbare ruimte Nieuwbouwlocaties

5 5 5 6 8 9 15 16 16 17 18 19 19 23

3 3.1 3.2 3.3

PLANBESCHRIJVING stedenbouwkundige beschrijving Juridische planopzet bestaande functies Hoofdopzet plankaart

24 24 26 28

4 4.1 4.2 4.3 4.4

MAATSCHAPPELIJKE UITVOERBAARHEID Communicatieplan en inspraakplan Resultaten informatieavond op het concept voorontwerp bestemmingsplan Resultaten wettelijk vooroverleg ex. Art. 10 Bro Inspraakresultaten voorontwerp bestemmingsplan Zijlweg-West e.o.

30 30 32 32 42

ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID

49

Bijlage:

1. Inventarisatie huidige parkeersituatie 2. Inventarisatie wegen railverkeerslawaai 3. verklaring Hogeschool aanstellen coördinator vervoermanagement 4. overzicht aanwezigen inspraakavond, d.d. 12 december 2000

Bloemendaal/Haarlem, december 2001, Sector Grondgebied, taakgroep RO / Sector SO afdeling ROSV

Toelichting bestemmingplan Zijlweg-West e.o.

to

81 §!

1.

INLEIDING

1.1

Begrenzing van het plangebied

Het bestemmingsplan Zijlweg-west e.o. is gemeentegrensoverschrijdend. Het plangebied, dat circa 17 ha omvat, is gelegen aan de westzijde van Haarlem en valt voor een deel in Overveen (gemeente Bloemendaal). Het bestemmingsplangebied wordt aan de noordzijde begrensd door de spoorlijn Haarlem-Zandvoort en aan de oostzijde door de Westelijke Randweg. Aan de zuidzijde wordt het plangebied in de gemeente Haarlem begrensd door de Zijlweg en in de gemeente Bloemendaal vormt de Brouwersvaart de zuidgrens. Aan de westzijde wordt het gebied begrensd door de Korte Zijlweg en de Bloemendaalseweg (zie bestemmingsplankaart).

1.2

Geldende bestemmingen en andere ruimtelijke regelingen.

De volgende geldende bestemmingsplannen worden geheel of gedeeltelijk door het nieuwe bestemmingsplan vervangen: •

•

•

•

1.3

Uitbreidingsplan in onderdelen "Omgeving Zijlweg wijziging nummer 2", Vastgesteld door de Haarlemse gemeenteraad op 30 januari 1963, nummer 41, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 14 april 1964, nummer 378. Bestemmingsplan "Oud Overveen". Vastgesteld door de Bloemendaalse gemeenteraad op 19 juni 1986, nummer 4215N, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 27 januari 1987, nr. 103. Bestemmingsplan "Zijlweg-Westelijke Randweg oost". Vastgesteld door de Haarlemse gemeenteraad op 10 juni 1987, nummer 252, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 9 februari 1988, nummer 103. Bestemmingsplan "Trim", Vastgesteld door de Haarlemse gemeenteraad op 13 januari 1999, nummer 16, Goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 24 augustus 1999, nummer 99-812417/4. Aanleiding en doel

De belangrijkste aanleiding voor het vervaardigen van het bestemmingsplan is, overeenkomstig de wens van de Hogeschool Haarlem, om de over de stad verspreide vestigingen van de Hogeschool te concentreren aan de Veldzigtlaan/ Bijdorplaan. Daarnaast is de aankoop door de Hogeschool van het in Bloemendaal gelegen Marinehospitaal terrein, met als aanvankelijk doel voldoende oppervlakte te hebben voor de realisatie van de unilocatie, een reden geweest voor het ontwikkelen van een gezamenlijk bestemmingsplan. Echter, in de loop van het traject is duidelijk geworden dat de realisatie van de unielocatie van de Hogeschool Haarlem geheel op Haarlems grondgebied zal plaatsvinden. Zodoende kunnen de in Bloemendaal gelegen gronden van de Hogeschool, na verkoop aan de gemeente Bloemendaal, voor woondoeleinden in aanmerking komen. Daarmee wordt voldaan aan de wens van Bloemendaal om, conform het gemeentelijk beleid, de woonfunctie zoveel mogelijk te versterken. Tevens kunnen in het kader van de actualisering van verouderde bestemmingsplannen de vigerende plannen worden vervangen door een modern bestemmingsplan. In beginsel is continuering in de huidige omvang voor een deel van de bestemmingen het uitgangspunt (consoliderend beleid).

Toelichting Bestemmingsplan Zijlweg-West e.o.

Het doel van het nieuwe bestemmingsplan voor dit gebied is een zodanige regeling te maken dat de door de Hogeschool gewenste concentratie kan worden gerealiseerd en op het terrein van het voormalige Marinehospitaal woningen kunnen worden gebouwd. Hierbij moet rekening worden gehouden met aanwezige monumenten en andere cultuurhistorische waarden. Aan de kant van de Westelijke Randweg dient rekening te worden gehouden met het eventuele vertrek van de Provinciale Waterstaat naar een locatie dichter bij de overige Provinciale Diensten. Bovendien moet niet worden uitgesloten dat de locatie van de bunker (van voorheen Bescherming Bevolking) langs de spoorlijn op termijn beschikbaar komt voor andere functies. Nog niet duidelijk is of de genoemde bunker kan worden behouden en een andere functie kan krijgen, dan wel dat de bunker wordt gesloopt. Voor de locaties van de Provinciale Waterstaat en de bunker wordt de mogelijkheid opengelaten om de bestaande kantoren uit te breiden en woningbouw toe te voegen. In aansluiting op het gedachtegoed van de werkgroep Verover (VErkeer, Ruimtelijke Ordening en VERvoer), en in relatie tot een gewenste lightrailhalte boven de Westelijke Randweg, wordt een wegoverbouwing mogelijk gemaakt voor woningen (studentenhuisvesting bedrijvigheid en/of maatschappelijke doeleinden (onderwijs)).

1.4

Planvorm en planproces.

Planvorm: Het bestemmingsplan Zijlweg-West e.o. is deels consoliderend betreffende de bestaande bebouwing, deels ontwikkelend met betrekking tot de Hogeschool en woningbouw op het terrein van het voormalig Marinehospitaal. De bestaande toestand is in het bestemmingsplan vastgelegd; uitbreiding van bebouwing en wijziging van gebruik zijn slechts beperkt toegestaan. Voor de zones rondom de bebouwing van Provinciale Waterstaat en de sociale huurflats in Haarlem, en voor het garagebedrijf van Wijk en het aannemersbedrijf Rijnierse in Overveen, voorziet het bestemmingsplan in een mogelijke ruimte voor wijziging. Planproces: Het bestemmingsplan is in projectgroepverband opgesteld. Behalve vertegenwoordigers van de beide betrokken gemeentes hebben daarin onder andere zitting vertegenwoordigers van de Hogeschool Haarlem en buurtvertegenwoordigers. Bij het opstellen van het bestemmingsplan vindt participatie plaats door middel van het volgen van een juiste inspraakprocedure. Dit is van groot belang voor het creëren van een maatschappelijk draagvlak voor het plan. Om die reden wordt aan zowel participatie als inspraak veel aandacht besteed. Na afronding van de participatie zal het voorontwerp bestemmingsplan aangeboden worden aan de colleges van burgemeester en wethouders van Haarlem en Bloemendaal. Na instemming van de colleges gaat de procedure zoals die is vastgelegd in de Wet op de Ruimtelijke Ordening van start. De start van deze procedure bestaat uit het begin van het wettelijk vooroverleg en met een publicatie van het bestemmingsplan om de inspraakmogelijkheden aan te kondigen. Tijdens de periode waarin op het plan inspraak mogelijk is, zal in de buurt een inspraakavond georganiseerd worden. Belanghebbenden/ belangstellenden krijgen daarbij de gelegenheid mondeling vragen te stellen en opmerkingen te maken. Die vragen en opmerkingen worden betrokken bij het verwerken van de schriftelijke inspraakreacties en de reacties uit het wettelijk vooroverleg. Ter afronding van inspraak en wettelijk vooroverleg wordt het ontwerp bestemmingsplan vervolgens om advies aangeboden aan de Provinciale Planologische Commissie. Na verwerking van het advies van de desbetreffende commissie wordt het bestemmingsplan, na akkoord van de beide colleges van burgemeester en wethouders, gepubliceerd en in ontwerp ter inzage gelegd. Belanghebbenden kunnen op dat moment opnieuw op het plan reageren. De reacties die naar aanleiding daarvan worden ingediend, zullen daaropvolgend worden verwerkt, waarna het plan voor vaststelling aan de beide gemeenteraden wordt aangeboden.


Na het vaststellen kunnen degenen die zich tijdig tot de gemeenteraad hebben gewend, en degenen die kunnen aantonen daartoe redelijkerwijs niet in de gelegenheid te zijn geweest, bij Gedeputeerde Staten bezwaar maken tegen het bestemmingsplan. Rekening houdend met alle respons op het bestemmingsplan is het aan Gedeputeerde Staten om het bestemmingsplan goed te keuren.

1.5

Opzet van de toelichting: leeswijzer.

Na een inleiding betreffende het plangebied volgt een beschrijving van de huidige situatie in hoofdstuk twee. Hierin wordt ingegaan op de totstandkoming van de hedendaagse verschijningsvorm en worden de functies in het gebied beschreven. In hoofdstuk drie wordt het plan aan de hand van een planbeschrijving uiteengezet. De opzet van de beschrijving bestaat uit een aantal onderdelen. Het eerste deel betreft een stedenbouwkundige beschrijving, het tweede deel omvat de juridische planopzet en het derde deel is een verwoording van de plankaart. De maatschappelijke uitvoerbaarheid komt in hoofdstuk vier aan de orde. Aan de hand van het communicatieplan, inspraakplan en de resultaten van het vooroverleg wordt hieraan vorm gegeven. De economische uitvoerbaarheid staat omschreven in hoofdstuk vijf.

1.6

Voorafgaand onderzoek, visies en uitvoeringsbeleid Stffi. Jaarboek 1999 (VROM) Belvedère, beleidsnota over...(OC&W,LN&V,VROM,V&W) Ruimte voor groei, naar een actief kantorenbeleid.. .(Gem.Haarlem) Verkeerscirculatieplan gemeente Bloemendaal Wonen in Haarlem 1999 (Gem.Haarlem) Nota Actualisering Ruimtelijk Beleid (Gem. Bloemendaal) Wonen, zolang de voorraad strekt (Gem.Haarlem) Streekplan Kennemerland (Provincie N-H) Recreatienota Haarlem (Gem.Haarlem) Meer natuur in Haarlem (Gem.Haarlem) Groenbeleidsplan (Gem. Bloemendaal) Haarlem Zuid-West een wijkgroenstructuurplan.. .(Gem.Haarlem) Perspectiefplan Haarlem Zuidwest (Gem.Haarlem) Regionaal Verkeers en Vervoersplan (Gewest Zuid-Kennemerland) Nulmeting Haarlem zuid-west (Gem.Haarlem) Intergemeentelijk Structuurplan Zuid-Kennemerland Monumenten inventarisatie project Noord Holland (Prov.N-H) Verkeerscirculatieplan 2000 gemeente Haarlem Geschiedenis van Bloemendaal en Aerdenhout De Haarlemsche Bleekerijen


(1999) (1999) (1999) (1999) (1999) (1998) (1998) (1998) (1997) (1997) (1996) (1996) (1996) (1994) (1993) (1993) (1991) (1989) (1975) (19e eeuw)

2.

BESCHRIJVING VAN PLANGEBIED EN FUNCTIES

2.1

Inleiding

In dit hoofdstuk wordt een aantal uitgangspunten voor het bestemmingsplan op een rij gezet. Op basis van een korte historische schets en een analyse van de ruimtelijke structuur, wordt inzicht gegeven in de opbouw en de sterke en zwakke punten van het plangebied. Daarnaast wordt ingegaan op milieuaspecten (bodemkwaliteit en invloed van verkeerswegen en bedrijven) en voor het plangebied relevante beleidslijnen uit diverse nota's. Dit hoofdstuk bevat de resultaten van diverse onderzoeken en analyses die in het plangebied zijn uitgevoerd, overeenkomstig art. 9 van het Besluit op de ruimtelijke ordening (1985).

2.1.1

Historische schets

Van Overveen wordt in historische stukken eerst in de vijftiende eeuw gesproken. Het was de plaats gelegen 'over het veengebied' tussen de strook oud duinzand waarop Haarlem lag en de westelijker gelegen duinstreek. Het gebied bevat van oorsprong een duinrei, de Brouwersvaart. Daar stroomt het kwelwater uit de duinen. De strook van de binnenduinen grenzend aan het veengebied leende zich in het bijzonder voor het ontstaan van nederzettingen. In het begin van de zeventiende eeuw spreekt men inmiddels van een dorp. Overveen is van oudsher gelegen op een knooppunt van wegen; het kruispunt van de Haarlemmer- of Zijlweg met de weg langs de duinrand. Mede daarom was er in vroeger tijden een groot aantal herbergen. De meeste bewoners hielden zich aanvankelijk bezig met het boerenwerk. Vanaf de vijftiende eeuw maar vooral in de negentiende eeuw, toen Amsterdam bijzonder veel zand nodig had, vonden vele 'zanders' hun werk op de zanderijen van Elswout en Middenduin. De oude landwegen, waaronder de Overveenseweg, en vaarten zorgden voor de afvoer van het duinzand. De Overveenseweg heeft nu als benaming de Zijlweg. De Brouwersvaart leverde schoon duinwater aan de bierbrouwerijen bij de stad. Een belangrijke tak van nijverheid vormden op het einde van de zestiende eeuw de linnenblekerijen. De blekers, voornamelijk afkomstig uit Vlaanderen, zagen kans om geregeld nieuwe blekerijen te stichten. Zij gebruikten het heldere water dat uit de duinen in de richting van de Houtvaart afvloeide. Echter door protesten van de bierbrouwerijen, verhuisden de blekerijen naar de noordzijde van de Zijlweg. De achttiende eeuw was een eeuw van teruggang, ook in het blekersbedrijf. Door concurrentie uit het buitenland en het verzuimen om tijdig nieuwe technieken toe te passen, verdwenen gaandeweg de linnenblekerijen. Er kwamen weiden en tuinderijen voor in de plaats. De afgegraven strandwallen en gecultiveerde strandvlaktes waren zeer geschikt voor de bollenteelt. Door de hoge milieubelasting van de bollenteelt in een kwetsbaar gebied is het imago van de bollenteelt verslechterd. Er vindt een verschuiving plaats van bollen naar bloementeelt en van productie naar handel. De huidige bebouwing werd in de tweede helft van de 19e en in het begin van de vorige eeuw gebouwd. Vanaf 1880 tot de Eerste Wereldoorlog trad verdichting op aan weerszijden van de Zijlweg; hier werden villa's en herenhuizen gebouwd. De panden werden overwegend in twee bouwlagen met kap gebouwd. Enige flatgebouwen, de Hogeschool en het gebouw van Provinciale Waterstaat dateren uit de jaren 1960 en 1970. Het voormalige Marinehospitaal werd na een brand in 1994 gesloopt.


2.1.2

Stedenbouwkundige kenschets

Stedenbouwkundige visie Het gebied waar het bestemmingsplan betrekking op heeft, maakt deel uit van de overgangsstrook tussen het dicht bebouwde centrum van Haarlem en de landgoederenzone van de binnenduinrand. Het is belangrijk dat deze overgangssfeer gehandhaafd blijft en dat deze overgangszone functioneert als een introductie voor beide aangrenzende gebieden. Het bestemmingsplan kan grofweg in twee delen opgesplitst worden: I.

Het noordoostelijk deel omvat de Zijlweg tot en met de spoorlijn Haarlem-Zandvoort en wordt ten westen begrensd door de gemeentegrens. Bij de betreding van het gebied vanaf de Westelijke Randweg, is het gebouw van de provincie een opvallend object. Het is gebouwd in 1961 en heeft 5 bouwlagen. Langs de spoorlijn Haarlem-Zandvoort zijn de gebouwen van de Hogeschool Haarlem gevestigd. De gebouwen dateren voor een deel uit 1970 en voor een deel uit 1990. Ten westen van de Hogeschool bevindt zich een parkeerterrein. Langs de Zijlweg is een strook met villa's. Tussen de villabebouwing en de Hogeschool bevinden zich een aantal woningcomplexen uit de jaren zestig en zeventig.

II.

Het westelijk deel wordt aan de noordkant begrensd door de spoorlijn Haarlem-Zandvoort, ten oosten door de gemeentegrens, ten zuiden door de Brouwersvaart en ten westen door de Bloemendaalseweg en Korte Zijlweg. Dit gedeelte wordt gekenmerkt door overwegend lintbebouwing en een verscheidenheid aan functies. De Bloemendaalseweg en de Zijlweg kennen een mengeling van (boven)woningen, (voormalige) winkels, bedrijfjes, horeca en kantoren. Aan de Korte Zijlweg bevinden zich een R.K. kerk, een begraafplaats, de gemeentelijke muziekschool en de opstallen van een (privé)manege met bijbehorend weiland. Opvallend is de één tot twee meter hogere ligging van de Bloemendaalseweg (duinrand) ten opzichte van het overige plangebied. Meer zuidelijk wordt de bebouwing minder dicht en wordt de ruimtelijke structuur gekenmerkt door een open strook langs de Brouwersvaart.

Ruimtelijk functionele analyse: In de ruimtelijke geleding van het gebied is een aantal elementen van belang. De infrastructuur speelt hierbij een belangrijke rol. De Westelijke Randweg en de Bloemendaalseweg zorgen voor een noordzuidverbinding en de Zijlweg brengt de oost-westverbinding tot stand. Daarnaast vormt de spoorlijn Haarlem-Zandvoort een substantieel element in het bestemmingsplangebied. Deze heeft als versterkende factor een ontsluitende functie, maar geeft daarnaast ook beperkingen vanwege de geluidhinder die het met zich meebrengt. De huidige variatie in bouwvormen en bouwrichtingen vindt zijn oorzaak in de fasegewijze ontstaansgeschiedenis. De geheel eigen karakteristiek is mede bepalend voor de kwaliteit van het plangebied. Kenmerkende bebouwing langs eeuwenoude routes geeft een cultuurhistorische waarde aan het gebied en is daardoor voor een groot deel bepalend voor de omgevingssfeer. Het merendeel van de bebouwing langs de Bloemendaalseweg bestaat uit herenhuizen. In het centrum van het Overveense deel van het plangebied is een mengeling van (boven)woningen, kantoren, bedrijven, horeca en (voormalige) winkels aanwezig. De bebouwing langs de Zijlweg in Haarlem wordt voornamelijk gekenmerkt door villabebouwing. De villa's aan de noordzijde van de Zijlweg bekleden voor het merendeel een woonfunctie. Een enkele villa wordt als kantoor of deels als praktijk gebruikt. Langs de Bloemendaalseweg en de Korte Zijlweg is een lintbebouwing van grote eengezinshuizen.


De goothoogte .aan de Bloemendaalseweg is voor het merendeel 7 meter, met hier en daar een uitspringer van 9. Aan de Korte Zijlweg is de goothoogte van de daar aanwezige gebouwen variërend van 5, 6, 7, 9 en 15 meter. Het gebouw met de hoogte van 15 meter betreft een R.K. kerk en heeft naast een maatschappelijke betekenis, een ruimtelijke waarde. Een opvallend element in het gebied is de aftakking van de Korte Zijlweg naar de Zijlweg, het Zandvoorterpad. Dit "pad" bevat aan de ene kant de achterkant van de panden gesitueerd aan de Zijlweg en aan de andere kant een basisschool en wooneenheden. Op de hoek met de Zijlweg, waar een koffiehuisje gevestigd is, is een ouderwetse hoekoplossing gesitueerd. Aan de zuidzijde bevindt zich een drietal gebouwen. Het meest oostelijke bestaat uit wooneenheden, het middelste is een schoolgebouw en het gebouw gelegen op de hoek Korte Zijlweg bestaat uit drie woningen. De goothoogte is hier respectievelijk 6, 8 en 6 meter. Aan de Bij dorplaan is een aantal woningcomplexen gesitueerd. De meest westelijke betreft koopwoningen en heeft een goothoogte van 12 meter. Meer naar het oosten zijn twee complexen haaks op de Bijdorplaan gesitueerd. Het betreffen sociale huurwoningen. De goothoogte betreft 10 meter. Deze drie woningcomplexen hebben meerdere ingangen. Tussen deze twee flats is een tuin aangelegd, welke aan één kant toegankelijk is. Achter de woningcomplexen staan een aantal garageboxen. Aan de Bijdorplaan naar de Zijlweg toe is een klein kantoorpandje gebouwd met een goothoogte van 6 meter. Tussen de woningbouw en de spoorlijn is het Hogeschoolgebouw gesitueerd. Deze bestaat uit verschillende gebouwen. Het meest opvallende gebouw hiervan is het uit 1970 daterende hoofdgebouw dat een goothoogte van 26 meter heeft. Dit hoofdgebouw is, net als het Provinciale Waterstaatgebouw, een oriëntatiepunt in de omgeving; het is een herkenbaar gegeven voor de passant. Het Provinciale Waterstaat gebouw staat aan de Veldzigtlaan en heeft een markante uitstraling. Het gebouw wordt extra benadrukt door de open groene ruimte die zich er omheen bevindt. Langs de Veldzigtlaan staat een L-vormig woningcomplex dat koopwoningen bevat. Achter het gebouw is een tuin aangelegd die omringd is door een hekwerk en niet voor het publiek toegankelijk is. Langs de Schoonzichtlaan tussen spoorlijn, Westelijke Randweg en de Hogeschool zijn twee dienstwoningen en garageboxen gesitueerd. Het betreft twee woningen met een goothoogte van 6 meter. De Westelijke Randweg vormt vooralsnog een harde scheiding, maar ook een stedelijke route waar vandaan de omgeving beleefd wordt. Het karakter van de Westelijke Randweg is op bepaalde punten van stedelijke aard. Locaties met een stedelijk karakter lenen zich voor grootschaliger ontwikkelingen met markanter en hogere bebouwing, en intensief ruimtegebruik. Gedacht kan worden aan de onderwij slocatie van de Hogeschool Haarlem, die zich bevindt tussen de O V-halte van NS station Overveen en de toegang tot het centrum van Haarlem. Intensief gebruik van de ruimte vertaalt zich bij de ontwikkelingen van de Hogeschool Haarlem in het (semi)ondergrondsparkeren, gelokaliseerd onder zowel de Hogeschool zelf als de nieuwbouw op het terrein van het voormalig Marinehospitaal. Door ondergronds te parkeren zal de auto voor een groot deel uit het straatbeeld verdwijnen waardoor de kwaliteit van de leefomgeving verhoogd wordt. Intensief ruimtegebruik wordt verder mogelijk gemaakt door het overbouwen van de Westelijke Randweg, tussen de twee onderwijslocaties (Hogeschool en NOVA-college). In verband met de "gevaarlijke stoffen route" en de aanwezigheid van de kruising Zijlweg/Westelijke Randweg, zal de overbouwing niet langer zijn dan 80 meter. Direct langs het spoor kan ruimte geboden worden aan kantoren, ten zuiden daarvan bestaat de mogelijkheid ruimte te reserveren voor maatschappelijke doeleinden en/of woningen. Hierbij kan, gelet op de ligging ten opzichte van een toekomstige ov-halte en de twee onderwijsconcentraties, gedacht worden aan studentenhuisvesting, temeer de behoefte daaraan groot is. Ook de ruimte tussen de Westelijke Randweg en de Hogeschool Haarlem zou gebruikt kunnen worden voor realisering van enkele woningen.


2.1.3

Monumenten en andere opmerkelijke bouwwerken

Monumenten Binnen het bestemmingsplangebied komen de volgende monumenten voor: Straat, huisnummer en gemeente

Type bouwwerk, bijzonderheden

Status

Zijlweg 7 (Bloemendaal) Zijlweg 9 (Bloemendaal) Zijlweg 10 (Bloemendaal) Zijlweg 11 (Bloemendaal) Zijlweg 16 (Bloemendaal) Zijlweg 17 (Bloemendaal) Zijlweg 283(Haarlem) Korte Zijlweg 5 (Bloemendaal Korte Zijlweg 7(Bloemendaal) Korte Zijlweg 17 (B'daal) Korte Zijlweg 19 (B'daal)

Pand met topgevel, 18e eeuw Pand met topgevel, 18e eeuw Lage woning, 18e eeuw Pand met topgevel, 18e eeuw Pakhuisje, 1809 Vrijstaande villa, 19eeeuw Vrijstaande villa, 19eeeuw Neogotische pseudo-basiliek, 1856 Pastorie, 1860 Stalgebouw, 1870 Koetsierswoning, 19eeeuw

Rijksmonument Rijksmonument Rijksmonument Rijksmonument Gemeentelijk monument Rijksmonument Gemeentelijk monument Rijksmonument Rijksmonument Rijksmonument Rijksmonument

Het Rijksmonument Zijlweg 17 betreft een uit 1860-1870 daterende villa, genaamd Tetterode en gebouwd in eclectische trant, omgeven door een ruime, in landschappelijke stijl vermoedelijk naar ontwerp van L.A. Springer aangelegde tuin, met bijbehorend hekwerk en twee latere bakstenen pijlers waarop de naam van de villa in de afdekplaten is uitgehakt. De tuin is eveneens opgenomen als rijksmonument. De vijvers die in de Springertuin zijn gelegen kunnen worden gezien als kerncomponenten die een grote inbreng hebben op de sfeer van het geheel. De koetsierswoning en het stalgebouw Korte Zijlweg 17 en 19 zijn beide Rijksmonument en maken deel uit van het westelijk van de Korte Zijlweg gelegen Rijksmonument landgoed Vaart en Duin. Het gemeentelijk monument Zijlweg 283, genaamd 'Vogelsanck', is een villa die gebouwd is omstreeks 1895 naar vermoedelijk ontwerp van architect Jb. Van den Ban. De villa behoort tot het schilderachtige-rustieke villatype uit het eind van de 19e eeuw en toont invloeden van de neoHollandse Renaissance en Chaletstijl. De pseudo-basiliek, de pastorie en de begraafplaats aan de Korte Zijlweg functioneren als één geheel en spelen een essentiële rol in de samenleving. In de volgende tabel wordt aangegeven welke gebouwen in het Haarlemse deel van het plangebied zijn aangemerkt als eventuele toekomstige gemeentelijke monumenten. Deze panden hebben een zogenaamde "Plan van Aanpak" status. Straat en huisnummer Zijlweg 261 Zijlweg 263 Zijlweg 265 Zijlweg 267 t/m 271 Zijlweg 279 t/m 281


type bouwwerk Woonhuis uit 1871 Villa uit 1901 Villa uit 1899 Woonhuisblok uit 1899 Dubbele villa uit 1895

Andere opmerkelijke gebouwen Een opvallend gebouw in het bestemmingsplangebied is het gebouw van het Provinciale WR-beheer. Dit is in 1961 gebouwd. Het gebouw heeft 5 bouwlagen en één verdieping is half onder de grond. Het is naar het ontwerp van architect H.I. Zwiers. Het hoofdgebouw van de Hogeschool, dat dateert uit 1970, is een ander opvallend bouwwerk in het bestemmingsplangebied. Het gebouw is naar een ontwerp van Brakel en Buma architecten en zal worden gehandhaafd en gerenoveerd. Het gebouw bevat 3 en 5 bouwlagen.

2.1.4

Milieuonderzoek

Ten behoeve van het bestemmingsplan Zijlweg-West e.o. is een milieuonderzoek uitgevoerd. Dat onderzoek geeft een overzicht van een aantal milieuhygiënische belemmeringen in het plangebied. Gestreefd wordt om voor buurten of straten waar nu te hoge milieuhinder aanwezig is die te verlagen en voor nieuwe situaties milieuhinder te voorkomen. Door middel van zonering en specifieke (her)bestemmingsregelingen kan hieraan vorm worden gegeven. Bodem en grondwater Voor het garagebedrijf Van Wijk aan de Bloemendaalseweg is door Shell Nederland tot 1992 een benzinestation geëxploiteerd. De verontreiniging met minerale olie als gevolg van deze exploitatie is in de jaren 1997 tot 1999 gesaneerd. In 1998 is in opdracht van het garagebedrijf een beperkt verkennend bodemonderzoek ter plaatse van de werkplaats van de garage uitgevoerd. Hierbij is slechts een lichte verhoging van het gehalte aan minerale olie aangetroffen in de grond. In het grondwater zijn geen verhoogde gehalten gevonden. De resultaten gaven geen aanleiding tot het uitvoeren van nader bodemonderzoek of bodemsanering. In oktober 2000 heeft Oranjewoud in opdracht van de gemeente Bloemendaal een verkennend bodemonderzoek ter plaatse van het terrein van het voormalig Marinehospitaal uitgevoerd. Uit dit onderzoek is een aantal bodemverontreinigingen naar voren gekomen: 1. een sterke grondwaterverontreiniging met arseen; 2. ernstig verontreinigd baggerslib (klasse-4) in de waterpartijen; 3. plaatselijk matig tot sterk verhoogde gehalten aan arseen, lood, zink en koper; 4. asbest, ter plaatse van één boring. Naar verwachting heeft de arseenverontreiniging een natuurlijke oorsprong. Verder onderzoek hiernaar is niet nodig. Het verontreinigde baggerslib dient als aandachtspunt meegenomen te worden bij de verdere ontwikkeling van het terrein. Naar de ernst en omvang van de verontreiniging met zware metalen en asbest heeft Oranjewoud in de maanden februari en maart 2001 een nader onderzoek uitgevoerd. Uit dit nader bodemonderzoek is het volgende gebleken: De aangetroffen verontreinigingen met zware metalen komen zeer heterogeen verspreid voor op het middendeel van het terrein. Licht verhoogde gehalten worden afgewisseld met plaatselijk sterk verhoogde gehalten. De verontreinigingen lijken in relatie te staan met de plaatselijke aanwezigheid van sintels en/of slakken in de bodem. Oranjewoud verwacht dat er geen sprake is van een ernstig geval van bodemverontreiniging omdat het volume van de (ernstige) verontreiniging minder is dan 25 m3. Gezien de verwachte gebruikswijziging naar 'wonen met tuin' is een risicobeoordeling uitgevoerd. Hieruit is gebleken dat voor zowel de huidige als de toekomstige bestemming geen actuele risico's aanwezig zijn als gevolg van de verontreiniging met zware metalen.

Toelichting bestemmingplan Zijlweg-West e.o.

Toch blijft bij de verdere ontwikkeling van het terrein deze verontreiniging wel een aandachtspunt. Vanuit sociale overwegingen zijn bijmengingen met puin, sintels en slakken in tuinen bij woningen namelijk ongewenst. Bij het bouwrijp maken van het terrein dienen deze verontreinigingen, voor zover zij voorkomen in de toekomstige tuinen bij woningen, afgegraven te worden (leeflaagsanering). Hergebruik ter plaatse van minder gevoelige bestemmingen op het terrein is in principe mogelijk en aan te bevelen (gesloten grondbalans). De verontreiniging met asbest komt slechts zeer plaatselijk voor. Slechts in één boring (boring 21) van het verkennend bodemonderzoek is asbest, zowel asbestbrokjes als losse asbestvezels, gevonden. In geen van de monsters van het nader bodemonderzoek is asbest aangetroffen. Oranjewoud concludeert dat op basis van het onderzoek de asbestverontreiniging beperkt van omvang is. Door de aanwezigheid van niet hechtgebonden vezels in het monster van boring 21 is formeel gezien sprake van een urgent geval van ernstige bodemverontreiniging. Oranjewoud beveelt aan de verontreiniging met asbest ter plaatse van boring 21 ruim (ca. 25 m2) te ontgraven tijdens het grondverzet voorafgaande aan de nieuwbouwactiviteiten, en deze grond van de locatie af te voeren.

Geluidhinder Door de afdeling Milieu van de gemeente Haarlem is een akoestisch onderzoek verricht naar de geluidsbelasting in het bestemmingsplangebied. Het geluid is afkomstig van het treinverkeer op het baanvak Haarlem-Zandvoort en het wegverkeer op de Westelijke Randweg, Zijlweg en Bloemendaalseweg. De grondslag van het onderzoek ligt in het feit dat het bestemmingsplan binnen de wettelijk vastgestelde geluidszones ligt van het genoemde baanvak en de twee genoemde wegen. Alvorens ingegaan wordt op geluidhinder binnen het bestemmingsplangebied zal eerst het wettelijk kader nader worden toegelicht.

Wegverkeerslawaai Volgens de Wet geluidhinder geldt voor wegverkeerslawaai een voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A). Hierbij moet opgemerkt worden dat alvorens toetsing plaatsvindt van de berekende waarde 5 dB(A) mag worden afgetrokken voor wegen in binnenstedelijk gebied (Zijlweg en Bloemendaalseweg). Voor wegen waar de maximumsnelheid 70 km/uur of hoger, wat op de Westelijke Randweg het geval is, bedraagt de aftrek 3 dB(A). Bij overschrijding van de voorkeursgrenswaarde moet bij Gedeputeerde Staten om ontheffing gevraagd worden (ook wel "hogere waarde" genoemd). De aftrek heeft betrekking op het stiller worden van het wegverkeer in de toekomst (artikel 103 Wet geluidhinder). In het rekenmodel is namelijk het wagenpark gemeten zoals dat eindjaren '70 en begin jaren '80 reed op de Nederlandse wegen. De berekening van de geluidbelasting leidt dus voor de aftrek in feite tot een te hoge geluidbelasting. De maximale ontheffingswaarde bedraagt voor zowel de Westelijke Randweg als de Zijlweg als de Bloemendaalseweg 65 dB(A) bij nieuwe situaties. Voordat ontheffing wordt verleend zal B&W eerst moeten nagaan of er maatregelen mogelijk zijn om de geluidbelasting te verlagen. Daarbij verdienen maatregelen aan de bron de voorkeur. Is dat niet mogelijk dan moet men overwegen of maatregelen in de overdrachtsweg van het geluid mogelijk zijn. Het bouwen van een geluidsscherm is een voorbeeld van een maatregel in de overdrachtsweg. Niet alleen technische, maar ook landschappelijke, financiële en stedenbouwkundige overwegingen voor het wel of niet bouwen van geluidsschermen spelen bij deze overwegingen een belangrijke rol.


10

Railverkeerslawaai De geluidbelasting, of de etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau is voor railverkeerslawaai de hoogste van de volgende drie waarden: 1. het equivalente geluidsniveau gedurende de dagperiode (7.00-19.00 uur); 2. het equivalente geluidsniveau gedurende de avondperiode (19.00-23.00 uur), vermeerderd met 5 dB(A); 3. het equivalente geluidsniveau gedurende de nachtperiode (23.00-7.00 uur), vermeerderd met 10 dB(A). Voor railverkeerslawaai geldt dat de voorkeursgrenswaarde 57 dB(A) bedraagt. De maximale ontheffingswaarde bedraagt 70 dB(A). B&W dienen er voor te zorgen dat de voorkeursgrenswaarde niet wordt overschreden. Zo nodig moeten maatregelen getroffen worden om de overschrijding weg te nemen. Daarbij komen zowel bron- als overdrachtsmaatregelen in aanmerking. Daar waar deze maatregelen niet mogelijk zijn, bijvoorbeeld vanwege landschappelijke, stedenbouwkundige, financiële of verkeerskundige bezwaren, moet bij Gedeputeerde Staten ontheffing worden aangevraagd van de voorkeursgrenswaarde. De maximale ontheffingswaarde mag echter niet worden overschreden.

TOEPASSINGSVOLGORDE GELUIDREDUCERENDE MAATREGELEN. Bij overschrijding van de voorkeursgrenswaarde, ongeacht de bron van het geluid (weg-, rail- of industrielawaai) is de volgorde van toepassing van geluidsreducerende maatregelen als volgt: 1. bronmaatregelen; 2. maatregelen in de overdrachtsweg; 3. geluidwerende maatregelen in of aan de gevel. ad 1. Bronmaatregelen. Een voorbeeld van een bronmaatregel bij wegverkeer, die binnen de competentie van de lokale overheid ligt is het aanbrengen van geluidsreducerend asfalt (voor de N208 berust deze verantwoordelijkheid bij de provincie). De praktische mogelijkheden en de te bereiken reducties zijn de laatste jaren verder ontwikkeld. Ook binnenstedelijk zijn er tegenwoordig reducties te behalen. De kosten van het aanbrengen van bijvoorbeeld Twinlay, en de kosten van extra onderhoud ten opzichte van het standaard dichte asfaltbeton moeten echter binnen het project worden gedekt. Alleen bij grootschalige (ver-)nieuwbouwprojecten kan dit toegepast worden. Bij railverkeerslawaai moet ten alle tijden contact worden gelegd met de spoorwegbeheerder (NSRIB). Alleen het stiller maken van stalen spoorbruggen wordt in de praktijk als bronmaatregel toegepast. ad 2. Maatregelen in de overdrachtsweg. Voorbeelden van maatregelen in de overdrachtsweg zijn geluidsschermen of geluidswallen In de Haarlemse praktijk worden deze weinig toegepast, vanwege stedenbouwkundige bezwaren en financiële drempels. De kans dat een geluidsscherm wordt gebouwd is bij railverkeerslawaai groter dan bij wegverkeerslawaai. ad 3. Geluidwerende maatregelen. Geluidwerende maatregelen, ook wel gevelmaatregelen genoemd, worden veruit het meest toegepast bij overschrijding van de voorkeursgrenswaarde. De maatregelen hebben als doel het beperken van het


11

geluidsniveau in de woning tot een waarde (het "binnenniveau") zoals die in het Bouwbesluit is vastgelegd. Een nadeel van deze maatregel is dat het geluidsniveau buiten nog steeds te hoog is. Dit doet afbreuk aan de leefbaarheid van de omgeving, zowel de privé-terreinen (tuinen) als de openbare terreinen (park, plein, straat). Voor nieuw te bouwen woningen bedraagt het binnenniveau maximaal 35 dB(A) in geluidsgevoelige ruimten. Bij elk bestemmingsplan moet nagegaan worden of de bovengenoemde maatregelen kunnen worden toegepast. UITGANGSPUNTEN Railverkeer De treinverkeersintensiteiten zijn ontleend aan het Akoestisch Spoorboekje, AS-WIN 2000, volgens de laatste update van augustus 2000. Het Akoestisch Spoorboekje is een uitgave van het ministerie van VROM. Voor de intensiteiten wordt het wettelijk voorgeschreven peiljaar 2010-2015 toegepast. De intensiteiten en baanvaksnelheden staan gegeven in onderstaande tabel: Tabel 1: intensiteiten traject 401, in bakken/uur, sommatie van twee sporen. sflelheidpcöj/u] Snelheid 'CatégW^j ^Bagperiode Avondperiode Nachtperiode ri, Haarlem fkm/ujri. Zandvoort 3

48

24

59

4.5

-59

Categorie 3 is stadsgewestelijk materieel, dit kan in de toekomst ook een light-rail voertuig zijn. Met een negatieve snelheid wordt een remmend voertuig aangeduid. De bovenbouwconstructie van het tweesporige baanvak is opgebouwd uit niet-doorgelaste rail op houten dwarsliggers in een ballastbed. Wegverkeer De wegverkeersintensiteiten zijn ontleend aan de verkeersmilieukaart voor het peiljaar 2010. De maximaal toegestane rijsnelheid bedraagt op de Westelijke Randweg 70 km/uur, en op de overige wegen 50 km/uur. Tabel 2: intensiteiten in motorvoertuigen per uur. Periode Weg Westelijke Randweg t.n.v. Zijlweg Dag Nacht Westelijke Randweg t.z.v. Zijlweg Dag Nacht Zijlweg t.o.v. Westelijke Randweg Dag Nacht Zijlweg t.w.v. Westelijke Randweg Dag Nacht Bloemendaalseweg Dag Nacht Korte Zijlweg Dag Nacht


cat.I 30 2 30 2 3 0 3 1 2 0 1 0

cat.n 2854 338 2089 311 882 92 555 58 550 42 501 38

catm 122 26 201 30 103 11 14 1 20 2 11 1

cat. IV 46 4 27 4 19 2 1 0 3 0 1 0

12

De categorie-indeling is als volgt: • categorie I: motorrijwielen; • categorie II: lichte motorvoertuigen; • categorie EI: middelzware motorvoertuigen; • categorie IV: zware motorvoertuigen. Het wegdek van de Westelijke Randweg bestaat uit fijn asfalt en ligt op dezelfde hoogte als het plangebied. De niet genoemde wegen, Bijdorplaan, Veldzigtlaan en Zandvoorterpad, kennen een zeer gering aantal voertuigbewegingen. De invloed daarvan op de geluidbelasting is niet relevant. In de toekomst wordt, op basis van de door de Provincie Noord-Holland verstrekte informatie, uitgegaan van een wegdekverharding van Steenmastiekasfalt 0/6 voor de Westelijke Randweg. Dit type wegdek heeft een wat lagere geluidemissie dan het standaard fijne asfalt. BESCHRIJVING

VAN DE BEPALENDE VERKEERSWEGEN IN ALGEMENE

ZIN.

Door en langs het gebied lopen drie verkeerswegen die een relevante geluidbelasting op de omgeving hebben. Dat zijn in volgorde van relevantie de Westelijke Randweg, de Zijlweg en de Bloemendaalseweg. Wanneer in de navolgende tekst wordt gesproken over een geluidbelasting dan heeft dat steeds betrekking op het peiljaar 2010, zie voor de intensiteiten tabel 2. De Westelijke Randweg heeft een wettelijk vastgestelde geluidzone van 350 meter aan weerszijden van de weg, en heeft daarmee een grote invloed op het bouwen, wonen, en leven in deze strook langs de Westelijke Randweg. De dichtstbijzijnde woning langs de Westelijke Randweg (uitgaande van het plangebied) ligt op 105 meter uit de wegas en heeft een geluidbelasting ten gevolge van de Westelijke Randweg van 56 dB(A) (Veldzigtlaan 4-6). De voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) wordt bereikt op een afstand van circa 200 meter uit de wegas bij een absorberende bodem, en een min of meer vrije zichthoek vanuit het waarneempunt. De woningen langs de Zijlweg hebben een geluidbelasting die varieert van 54 dB(A) voor een woning op 19 meter uit de wegas tot 62 dB(A) voor de woningen aan het einde van de Zijlweg, waar de weg nog slechts 9 meter breed is, gemeten van gevel tot gevel (waameempunten A en B). De Bloemendaalseweg is de minst drukke weg van de drie genoemde wegen. Deze weg heeft geen bebouwing aan de overzijde. De geluidbelasting varieert van 52 tot 54 dB(A). Aan de Korte Zijlweg tenslotte, staan weinig woningen. De geluidbelasting bedraagt maximaal 53 dB(A) (Korte Zijlweg 3, waarneempunt J).

Alle genoemde geluidbelastingen in dit hoofdstuk zijn inclusief een aftrek vanwege het stiller worden van het wegverkeer (art. 103 Wet geluidhinder).

4. UITWERKING VAN DE BEREKENINGEN PER


WIJZIGINGSGEBIED.

13

Daar waar nieuwe situaties worden geprojecteerd, waarbij geluidgevoelige bestemmingen zoals woningen of scholen mogelijk worden gemaakt, moet worden getoetst aan de Wet geluidhinder. In het onderhavige bestemmingsplan geldt dat voor wegverkeerslawaai en railverkeerslawaai. Locatie UI - woningbouw en kantoren boven en langs de Westelijke Randweg. De mate van uitwerking van dit gebied is nog op zeer globale schaal. Concrete gebouwhoogten of afstanden tot de weg of het spoor volgen bij de nadere uitwerking van dit gebied. De mogelijkheid om boven de Westelijke Randweg te bouwen wordt geopteerd. Gelet op de hoge verkeersintensiteiten van de Westelijke Randweg en de daarmee gepaard gaande geluidbelasting zal het zonder speciale voorzieningen bijzonder moeilijk worden om langs de Westelijke Randweg woningen te bouwen. Daarom zal de overbouwing veel geluid moeten wegnemen. In de overbouwing zelf wordt studentenhuisvesting niet uitgesloten. De geluidbelasting boven de Westelijke Randweg zal zeer hoog zijn. Op een hoogte van 10 meter boven de weg heerst een geluidbelasting van 75 dB(A) (waarneempunt E). De te realiseren woningen boven de Westelijke Randweg moeten daarom voorzien worden van een geluidwerende constructie in de vorm van een soort geluidscherm in combinatie met een galerij, een atrium of andere afschermende oplossingen. Gestreefd moet worden naar de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) wegverkeerslawaai. Indien de afschermende maatregelen zeer moeilijk realiseerbaar zijn, kan bij Gedeputeerde Staten om ontheffing van de voorkeursgrenswaarde worden verzocht tot een maximum van 65 dB(A). De onderzijde (vloer) van de woningen mag niet dezelfde constructie zijn als de bovenzijde (plafond) van de tunnel. Voorkomen moet worden dat het plafond van de tunnel en de vloer van de woningen wordt gezien als de buitengevel van de woningen. In dat geval zou het begrip "gevel" uit de Wet geluidhinder van toepassing zijn, met de daarbij behorende stelsel van geluidgrenswaarden. Langs de Westelijke Randweg zal de maximale ontheffingswaarde bereikt worden wanneer op een afstand van 35 meter uit de wegas wordt gebouwd. Milieuhygiënisch is het niet verantwoord om nog dichter bij de weg woningen te bouwen. Ook hier geldt dat voor nieuwe woningen moet worden gestreefd naar het niet overschrijden van de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) wegverkeerslawaai en 57 dB(A) railverkeerslawaai, mede vanwege het streven naar woningen met een hoge stedelijke kwaliteit in een aangename leefomgeving. Binnen het "UI"gebied wordt de voorkeursgrenswaarde overigens niet bereikt; op de grens van het "UI"gebied, bij de groenstrook langs de Schoonzichtlaan, bedraagt de geluidbelasting nog 59 dB(A) (waarneempunt F).

Locatie U2 - woningbouw Marinehospitaal. Het Marinehospitaal is al langere tijd geleden afgebrand en vervolgens gesloopt. Voor nieuwbouw op dit terrein wordt tenminste een afstand van 20 meter uit het hart van het spoor aangehouden, en 35 meter uit het hart van de Bloemendaalseweg. Op 35 meter uit het hart van de Bloemendaalseweg bedraagt de geluidbelasting ten gevolge van het wegverkeer over deze weg 51 dB(A), inclusief een aftrek van 5 dB(A) vanwege het stiller worden van het wegverkeer. Daarmee wordt de voorkeursgrenswaarde voor wegverkeerslawaai met slechts 1 dB(A) overschreden (waarneempunt H).


14

De geluidbelasting t.g.v. railverkeerslawaai bedraagt op 20 meter uit het hart van de spoorlijn 62 dB(A) (zie bijlage 2). Deze waarde geldt voor het peiljaar 2010/2015 waarin een aanzienlijke hoeveelheid "light-rail" is opgenomen van en naar Zandvoort. Overigens rijden deze voertuigen nog niet, maar in de prognose voor deze jaren is daar in voorzien. De voorkeursgrenswaarde van 57 dB(A) wordt met 5 dB(A) overschreden (waarneempunt I). De maximale ontheffingswaarde (70 dB(A)) wordt niet overschreden. Op de Bijdorplaan 159 staat een pand met "gemengde doeleinden" waar straks zowel wonen als werken mogelijk is. Dit pand ligt achter de eerstelijnsbebouwing van de Zijlweg, en afgeschermd van het wegverkeerslawaai van de Westelijke Randweg door de L-vormige bebouwing aan de Veldzigtlaan (nrs. 2 t/m 148), welke 12 meter hoog is. De voorkeursgrenswaarde voor wegverkeerslawaai zal daar niet worden overschreden. Wijzigingsbevoegdheid In het gebied van de wijzigingsbevoegdheid II zijn nu een garage- en een aannemersbedrijf gevestigd. Beide functies verdragen zich eigenlijk niet meer met de omringende woonbebouwing. Indien deze bedrijven naar elders in de regio verhuizen kan, in aansluiting op de woningen op het terrein van het voormalige Marinehospitaal, nieuwbouw worden gerealiseerd die een verrijking geeft aan en een meerwaarde levert voor dit gedeelte Oud - Overveen. Milieuzonering en functies In de milieuzonering staat de typering van (woon)gebieden centraal. Bedrijven en andere activiteiten die hinderlijk kunnen zijn voor hun eventuele (woon)omgeving worden geprojecteerd op daarvoor geschikte plaatsen. Hierbij is onder andere gelet op de ligging ten opzichte van de omgeving, de mate van eventueel te verwachten hinder en het na te streven karakter van de buurt. Het gebied Zijlweg-west e.o. kan getypeerd worden als een woon-werkgebied, waarin bedrijven tot categorie 2 passen. De Zijlweg zelf heeft als stadsstructuurweg (Haarlem) en voorlopige gebiedsontsluitingsweg (Bloemendaal) de functie van doorgaande route waarlangs zich bedrijven tot en met categorie 3 mogen bevinden. Dit is met name voor nieuw te vestigen bedrijven normgevend. Bestaande bedrijfsactiviteiten worden gehandhaafd en waar mogelijk wordt hinder beperkt of voorkomen.

2.1.5

Beleidskaders

Gemeente Haarlem • De concentratie van het hogerberoepsonderwijs Gemeente Bloemendaal • Het realiseren van Woondoeleinden (conform het volkshuisvestingsplan) bij functieveranderende locaties. • Bij de nieuwbouw van woningen een verhouding hanteren van 2/3 vrije sector en 1/3 sociale woningbouw. Provincie Noord-Holland (Streekplan) • Het realiseren van één locatie voor de Hogeschool Haarlem, aan de westzijde van de Westelijke Randweg. Rijksoverheid • Intensief ruimtegebruik (StTR jaarboek 1999)


15

Intensief ruimtegebruik (SUR jaarboek 1999) Zoeken naar en mogelijk maken van nieuwe functies voor leegstaande of slecht beheerde landgoedhuizen en bijgebouwen en richten op de bestaande marktvraag naar landhuizen voor bewoning door particulieren (Nota Belvedère) Het instandhouden van de cultuurhistorische identiteit (Nota Belvedère)

2.2.

Functies

Inleiding Het gebruik van de gronden en panden in het plangebied kan worden ingedeeld in maatschappelijke voorzieningen, wonen, economische bedrijvigheid, sport- en recreatievoorzieningen en de openbare ruimte. Hieronder volgt per functie een uitwerking van zowel de huidige situatie als de gewenste ontwikkeling. 2.2.1

Maatschappelijke voorzieningen

Huidige situatie Binnen het plangebied zijn de volgende maatschappelijke voorzieningen aanwezig: 1. R.K. Basisschool St.Aloysius, Zandvoorterpad 8, 2. Peuterspeelzaal De Speelhoek, Zandvoorterpad 8, 3. De R.K. Kerk en de parochie van Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvangen, Korte Zijlweg 5/7, 4. Ontmoetingscentrum 't Zijltje, Korte Zijlweg 9a, 5. Gemeentelijke Muziekschool Bloemendaal, Korte Zijlweg 9b, 6. Hogeschool Haarlem, Veldzigtlaan/ Bijdorplaan. De Stichting Hogeschool Haarlem is in 1986 ontstaan door een fusie van het in Haarlem aanwezige HBO. Met ongeveer 5000 voltijd en deeltijd studenten in de gemeente Haarlem en 4000 deeltijd studenten (MBO en HBO) verspreid over het land is de Hogeschool Haarlem een middelgrote hogeschool. De Hogeschool Haarlem verzorgt beroepsonderwijs in voltijd op hbo-niveau op het gebied van techniek, economie, gezondheidszorg, basisonderwijs en sociaal-agogisch onderwijs (dit laatste ook in deeltijd). De huidige vestiging van de Hogeschool bevat de volgende onderwijsgebouwen: HTO-gebouw MBRT-gebouw HEO gebouw Enkele noodlokalen. Het terrein dat zich bevindt op het gebied van de gemeente Bloemendaal en vooralsnog eigendom is van de Hogeschool, bestaat uit twee delen; het deel van het voormalige Marinehospitaal (onbebouwd) en het deel waar de villa Tetterode zich bevindt. Gewenste ontwikkeling: Over het algemeen geldt dat indien een maatschappelijke voorziening zijn functie verliest, het wenselijk is dat in hetzelfde pand een andere maatschappelijke voorziening gevestigd wordt (bijvoorbeeld een culturele voorziening in een leegstaande school). Een andere mogelijkheid bij het verdwijnen van de maatschappelijke voorziening is de inpassing van de woonfunctie als vervangend gebruik. In de voorschriften kan gelimiteerd worden welke (maatschappelijke) functies mogelijk zijn. De realisatie van de unielocatie van de Hogeschool Haarlem is een gewenste ontwikkeling.


16

In het streekplan wordt de realisatie van de unilocatie aan de westzijde van de Zijlweg als een te verrichten project gezien. Hierbij zal, naast de nieuwbouw, het HTO-gebouw worden gehandhaafd en gerenoveerd.

2.2.2

Wonen

Huidige situatie Bevolkingsopbouw Het bestemmingsplangebied telt in totaal 397 inwoners. Het Bloemendaalse gedeelte telt 158 inwoners (per 1 januari 1999) en het Haarlemse gedeelte 239 (per 1 januari 2000). Leeftijdsgroep Totaal Percentage 0-19 65 16,37 % 20-44 161 40,55 % 45-64 91 22,92 % 65 e.o. 80 20,15% Totaal 397 100 % Bronnen: Bevolkingsgegevens Onderzoek en Statistiek (gemeente Haarlem) & Gemeentelijke Basis Administratie (gemeente Bloemendaal) Woningen In het plangebied staan in totaal circa 220 woningen, waarvan er circa 160 op het Haarlems territoir staan. Aan de Bijdorplaan en Veldzigtlaan staan woningcomplexen uit de jaren zestig en zeventig. Langs de hele Zijlweg staan voornamelijk woningen van voor 1940. In Bloemendaal zijn de woningen, gesitueerd aan de Bloemendaalseweg en de Korte Zijlweg, over het algemeen eengezinshuizen van voor 1940. Aan het Zandvoorterpad staat een pand dat opgedeeld is in een aantal appartementen. Op enkele locaties worden beroepsmatig activiteiten aan huis uitgevoerd. In het centraal gelegen pand "Van ouds het raadshuis", dat geheel voor kamerverhuur in gebruik is, wonen ca. 40 personen. Gewenste ontwikkelingen Vanuit de gemeente Bloemendaal bestaat de wens om ruimte te bieden aan uitbreiding van de woningvoorraad. Gestreefd wordt om 60 tot 90 woningen te realiseren op het voormalig Marinehospitaalterrein aan de Bloemendaalseweg. De beschikbare ruimte ter plaatse van het vroegere hospitaalgebouw laat de bouw van gestapelde woningen toe. Op het terrein aan de westzijde van de Bijdorplaan is ruimte beschikbaar voor kleinschaliger bebouwing. Van de nieuwbouwwoningen dient, overeenkomstig het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid van Bloemendaal, tenminste éénderde in de sociale sector gerealiseerd te worden. Bij bestaande woningen neemt de wens tot veranderingen in en aan de woning in het algemeen toe naarmate de woning ouder wordt. Aanvragen hebben meestal betrekking op uitbreiding van de woonruimte, luxer maken van de woning, of het realiseren van een grotere garage/ berging in de achter- of zijtuin. Nieuwe wensen hangen voor een groot deel samen met een verandering van levensfase (bijvoorbeeld kinderen de deur uit, hoger inkomen, pensionering). Maar ook maatschappelijke veranderingen, zoals de wens om ouderen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen, kunnen een reden zijn voor uitbreiding. Het bestemmingsplan zal mogelijkheden bieden voor genoemde bouwwensen, waarbij moet worden aangetekend dat uitbreiding van de woningen niet ongelimiteerd kan zijn.


17

Op Haarlems grondgebied bevinden zich aan de Bijdorplaan enkele flatblokken die te zijner tijd vervangen kunnen worden door nieuwbouw. In het gedachtengoed van de compacte duurzame stad past de mogelijkheid de Westelijke Randweg te overbouwen. De ligging tussen de Hogeschool Haarlem en het Nova-college, alsmede de projectie van een lightrailhalte maken deze locatie bij uitstek geschikt voor studentenhuisvesting. Voor nieuwbouwprojecten dient een studie naar de meest optimale energie-infrastructuur te worden verricht, met aandacht voor EPL (Energie Prestatie op Locatie). Hieruit zou bijvoorbeeld een centrale (warmte) voorziening naar voren kunnen komen. Om optimaal gebruik te kunnen maken van zonneenergie dienen nieuw te bouwen huizen bij voorkeur een zuidoriëntatie te krijgen, zodat daken geschikt zijn voor het plaatsen van zonnepanelen of zonnecollectoren.

2.2.3

Economische bedrijvigheid

Huidige situatie Horeca Op horecagebied bevinden zich in Overveen een Chinees-Indisch restaurant, een eet/ koffiehuisje en een café. In het Haarlemse deel komt de horeca-functie niet voor. Detailhandel In Overveen is de volgende detailhandel verspreid aanwezig: een rijwielhandel en -herstelplaats, een tabaksspeciaalzaak, een drogisterij, een autohandelaar, een kunsthandel, een doe-het-zelfzaak, een huisdecoratiewinkel, en een gereedschapswinkel. In Haarlem bevindt zich een kunstgalerie. Dienstverlening en kantoren In Overveen bevinden zich twee kapsalons, een vastgoed- en accountantskantoor, een boekhoudbureau, een makelaarskantoor en een reclame/ en marketingbureau. In Haarlem zijn aanwezig een tandartsenpraktijk, een makelaarskantoor, een kantoor van de provincie Noord-Holland (Landschapsbeheer), een advocatenkantoor, een hypotheekkantoor en een architecten/ rentmeesterkantoor. Bedrijven De volgende bedrijven zijn binnen het plangebied gevestigd: 1. Een automobiel-en garagebedrijf; 2. Horecaslagerij; 3. Bouw-en aannemersbedrijf Het garagebedrijf is gevestigd in Overveen aan de Bloemendaalseweg hoek Zijlweg, in een in de dertiger jaren gebouwd complex waar oorspronkelijk ook vijf winkels gevestigd waren. De horecaslagerij is gevestigd in Overveen, in de bedrijfsruimten aan het Zandvoorterpad. Deze ruimten vormen met de slagerswinkel aan de Zijlweg één geheel. De slagerswinkel is thans niet meer in gebruik. Het bouwen aannemersbedrijf, gelegen in Overveen, heeft opslagterrein, werkplaats en kantoor aan de noordzijde van de Zijlweg, de showroom bevindt zich aan de zuidzijde. Gewenste ontwikkelingen Voor het Bloemendaalse territoir: De huidige karakteristiek van het Overveense deel van het plangebied, met huizen, winkels en kleine bedrijven, is al enige tijd aan verandering onderhevig. Een aantal winkels is verdwenen, waarvoor andere functies in de plaats zijn gekomen. Leegstand komt incidenteel voor. Het gemeentelijk beleid is er op gericht om de detailhandelsfunctie in het noordelijker gelegen winkelcentrum van Overveen te concentreren en te stimuleren. Voor het plangebiedgedeelte in Overveen is versterking van de


18

woonfunctie daarom uitgangspunt. Hierbij wordt opgemerkt dat bedrijven die in een woonomgeving zijn gevestigd overlast kunnen veroorzaken door geluid, stank, verkeer en parkeren. Bij beëindiging van de bedrij fsfunctie dient derhalve terugkeer van of verandering in een woonfunctie nadrukkelijk te worden opengehouden. Voor het Haarlemse territoir: Door het overbouwen van de Westelijke Randweg, tussen het spoor en het gebouw van de provincie, bestaat de mogelijkheid ruimte te bieden aan verschillende functies. Met de mogelijke komst van een light-railhalte zou deze locatie zich tevens goed lenen voor het intensiveren van de kantoorfunctie. Bovendien zou door de realisering van een lightrailhalte het openbaar vervoer verbeterd worden, waardoor de locatie van de Hogeschool Haarlem een sterkere potentie krijgt. Indien de provincie mogelijkerwijs naar een andere locatie zou vertrekken, komt het pand langs de Westelijke Randweg hoek Zijlweg vrij voor andere kantooractiviteiten.

2.2.4

Sport- en recreatievoorzieningen

Huidige situatie In Overveen bevindt zich een privé-manege. Gewenste ontwikkelingen Wat sportvoorzieningen betreft wordt er bij de nieuwbouwplannen van de Hogeschool een sporthal ingetekend.

2.2.5

Openbare ruimte

De openbare ruimte valt uiteen in de volgende functies: verkeer, water en groen. Hieronder zal per functie de huidige situatie besproken worden alsmede de gewenste ontwikkeling. Verkeer Huidige situatie Het openbaar vervoer en de infrastructuur in noord-zuidelijke richting is mager ontwikkeld met uitzondering van de Westelijke Randweg. Er zijn drukke doorgaande oost-west verbindingen richting de kust, waarvan de Zijlweg onderdeel uitmaakt. Aan de noordzijde van het plangebied bevindt zich de spoorlijn Haarlem-Zandvoort. Het treinverkeer op dit traject kent een halfuursdienst tussen station Haarlem en Zandvoort v.v., en doet het buiten het plangebied gelegen station Overveen aan. Dit station zorgt voor de nodige ontsluiting en bereikbaarheid van het gebied; met name leerlingen van de Hogeschool maken gebruik van de aanwezigheid van station Overveen om van en naar school te gaan. Tussen het station en de Hogeschool ligt een langzaam verkeersroute. Naast het treinverkeer hebben de buslijnen 7, 72 en 81, allen met een halfuursfrequentie overdag, een aandeel in de ontsluiting van het gebied. De buslijnen 72 en 81 bevinden zich aan de noordzijde van het spoor Haarlem-Zandvoort. Daarnaast zijn er ten behoeve van de ontsluiting van de Hogeschool Haarlem ondersteuningsritten van buslijn 607, met name in de ochtend- en middagperiode. Parkeren Het parkeren gebeurt veelal in de openbare ruimte langs de weg. Tussen de Zijlweg en de Bijdorplaan bevinden zich enkele garageboxen. Op het terrein van het provinciegebouw bevindt zich tevens een ruime parkeerplaats. De studenten (en leerkrachten) van de Hogeschool die met de auto komen, parkeren de auto langs de Bijdorplaan, Veldzigtlaan en op de parkeerplaats naast de Hogeschool.


19

Hierbij dient te worden opgemerkt dat een groot deel van deze parkeerplaats tijdens lesdagen ongebruikt blijft. De huidige parkeersituatie is onlangs geïnventariseerd. De resultaten hiervan zijn als bijlage 1 bij deze toelichting opgenomen. Infrastructuur en verkeerscirculatie De Westelijke Randweg en de Zijlweg worden in het verkeerscirculatieplan van de gemeente Haarlem aangegeven als stadsstructuurwegen. Bij het verkeerscirculatieplan van de gemeente Bloemendaal worden zowel de Korte Zijlweg als de Bloemendaalseweg aangeduid als erftoegangsweg; de Zijlweg wordt gezien als voorlopige gebiedsontsluitingsweg. Langzaam verkeer Het fietspadenstelsel in de regio is in algemene zin redelijk goed ontwikkeld. Langs de Zijlweg in Haarlem ontbreken echter nog vrijliggende fietspaden als onderdeel van de fïetsverbinding tussen het centrum van Haarlem en Bloemendaal/de kust. Voor de langzaam verkeersroute van Overveen richting Haarlem centrum wordt de Westelijke Randweg beschouwd als een onveilige barrière. Momenteel wordt er studie verricht naar de mogelijkheden om de oversteek voor het langzaam verkeer te optimaliseren. Gewenste ontwikkelingen Parkeerbehoefte Algemeen: Uitgegaan wordt van de parkeeraormering zoals deze is weergegeven in de Haarlemse Bouwverordening; daarin wordt verwezen naar de AS W-normering van het CROW (publicatie ASW-1996). Gelet op de beperkte beschikbaarheid van aanbod openbaar vervoer en rekening houdend met de aanwijzingen uit het Streekplan en de Haarlemse Bouwverordening is in dit plangebied geen sprake van een B-lokatie. Parkeerbehoefte Hogeschool Haarlem: Uitgegaan wordt van een prognose voor het aantal studenten en personeel in het jaar 2005. Het aantal studenten wordt geprognosticeerd op 5100, waarvan 4800 de dagopleiding volgen en 300 de avondopleiding. Van de 4800 studenten is daadwerkelijk 75 a 80 % aanwezig, gelet op een verplicht stagejaar extern. Daarmee wordt gerekend met een daadwerkelijk aanwezig aantal studenten van 3750. Het aantal leerkrachten wordt geprognosticeerd op 330 fte., waarvan minimaal 20 % in deeltijd werkzaam is: gerekend wordt met een aanwezigheid overdag van 290 leerkrachten. De dagperiode is daarmee maatgevend. Studenten: op grond van de AS W-normering geldt een parkeernorm van 0,15 ppl. per student, hetgeen zou resulteren in een parkeerbehoefte van 565 parkeerplaatsen overdag. Personeel: op grond van de ASW-normering geldt een parkeernorm van 0,5 ppl. per werknemer, hetgeen zou resulteren in een parkeerbehoefte van 145 parkeerplaatsen overdag. De totale bruto-parkeerbehoefte bedraagt daarmee 710 parkeerplaatsen. Volgens de ASW-normering is een reductiefactor van 0,7 van toepassing, uitgaande van goed openbaar vervoer in middelgrote steden. Van groot belang is dat de Hogeschool schriftelijk heeft bevestigd (zie bijlage 2) dat zij een tevoren opgesteld bedrijfsvervoerplan voor de Hogeschool tijdig introduceert (Bedrijfsvervoerplan Hogeschool Haarlem, Soeters november 1999), uitgaande van het meest vergaande scenario. Daarbij heeft de Hogeschool verklaard dat zij voor het handhaven van dit bedrijfsvervoerplan een coördinator voor vervoer-management in dienst zal nemen.


20

In dit bedrijfsvervoerplan Hogeschool wordt een reeks van maatregelen aangekondigd die, mede door een actief beleid van de Hogeschool zelf, het niet noodzakelijke autogebruik zal terugdringen: • • •

• • •

aanbod van voldoende fïetsstallingsmogelijkheden (bewaakt en onbewaakt, gedeeltelijk overdekt, fietsreparatie-faciliteit, doucheruimtes) financiële ondersteuning bij fietsgebruik voor werknemers (voorfinanciering, collectieve fietsverzekering) stimulering van openbaar vervoer (OV) voor studenten: effectief gebruik OV-jaarkaart handhaven en waar mogelijk uitbreiding van steunritten van lijn 7 en 706 met eigen routing/haltering van de steunritten op de Bijdorplaan voor de deur permanente centrale informatievoorziening kwantumkortingen en/of verkoop ter plaatse van strippenkaarten afstemming van bus- en lestijden stimulering van openbaar vervoer (OV) voor leerkrachten: (mede/voor)financieringOV-abonnementen OV-informatie op intranet handhaven en waar mogelijk uitbreiding van steunritten van lijn 7 en 706 met eigen routing/haltering van de steunritten op de Bijdorplaan kwantumkortingen en/of verkoop ter plaatse van strippenkaarten afstemming bus- en lestijden stimulering van carpoolen door actief bijhouden van carpoolregister, aanbieden van specifieke carpoolplaatsen op eigen terrein en bieden van carpoolinformatiepakketten carpoolvergoeding voor werknemers incl. thuiskomgarantie het beheren van een eigen gereguleerde parkeervoorziening met pasjesuitgifte op basis van tevoren (in het bedrijfsvervoerplan Hogeschool) vastgestelde toegangsregels.

Van de gemeente Haarlem uit wordt bewoners een parkeerbelanghebbendensysteem aangeboden op basis van de bestaande parkeerbelanghebbendenverordening. Een dergelijk systeem biedt een parkeerregulering voor eigen belanghebbenden en ondersteunt tevens het voorgestelde restrictieve beleid van de Hogeschool. Eind 2000 is door de belangenvereniging Zijlweg-west een verzoek gedaan om een belanghebbendenparkeersysteem. De gemeente Haarlem heeft op basis van dit verzoek inmiddels onderzoek gedaan naar introductie. Uitgaande van de eerder vermelde OV-reductiefactor en gegeven de introductie van een strikt bedrijfsvervoerplan Hogeschool is een parkeerreductie van 0,5 alleszins verantwoord, mede gelet op de eerder vermelde ASW-reductiefactor van 0,7. Daarmee wordt een parkeereis gesteld van 50 % van 710 parkeerplaatsen, ofwel 355 parkeerplaatsen. Voorwaarde is dat tevens voldoende fïetsstallingsmogelijkheden worden aangeboden. Uitgaande van eerdergenoemde aantallen studenten en leerkrachten zal een minimum fietsparkeerbehoefte aan de orde zijn. Tevens wordt rekening gehouden met een actief stimuleringsbeleid voor het openbaar vervoer. Uit onderzoek is gebleken dat ca. 35 % van de studenten binnen een straal van 7 km. woonachtig is. Uitgaande van een stimuleringsbeleid voor de fiets dient voor de studenten een fietsparkeemorm te worden aangehouden van 40 %. Uit onderzoek is gebleken dat ca. 50 % van de leerkrachten binnen een straal van 7 km. woonachtig is. Uitgaande van een stimuleringsbeleid voor de fiets dient voor leerkrachten een fietsparkeemorm te worden aangehouden van 55 %. Bovenstaande resulteert in een fietsparkeerbehoefte van 0,4*3750+0,55*290= 1660.


21

Infrastructuur/verkeerscirculatie Voor de (auto)ontsluiting van de Hogeschool wordt uitgegaan van het instellen van eenrichtingverkeer op de route Veldzigtlaan-Bijdorplaan. De in/uitgang van de parkeergarage voor de Hogeschool (ca.) dient aan deze route op één zo strategisch mogelijke plaats te worden gesitueerd, zodat de gewenste verkeersafwikkeling zoveel mogelijk kan worden afgedwongen. Deze route kan tevens dienst doen als mogelijke busroute (met bijbehorende halteplaats) voor de ondersteuningsritten van en naar de Hogeschool. Ook wordt uitgegaan van een afsluiting van het deel van de Bijdorplaan dat geen onderdeel vormt van de route Veldzigtlaan-Bijdorplaan-Zijlweg. Langzaam verkeer In Haarlem zijn langs de Zijlweg vrijliggende fietspaden gewenst. Gestreefd wordt binnen afzienbare tijd, bij reconstructie van de Zijlweg, dergelijke voorzieningen voor fietsers te realiseren. Aangezien een aanpassing van de kruising Zijlweg - Westelijke Randweg voor het langzaam verkeer wenselijk is, wordt momenteel een studie verricht naar de mogelijkheden de oversteek voor het langzaam verkeer te optimaliseren. Gestreefd wordt een veilige route voor het fïetsverkeer tot stand te brengen, die ook ten goede komt aan de ontsluiting van de Hogeschool Haarlem en de Trinilocatie. Bij de inrichting van het voormalig Marinehospitaalterrein zal rekening gehouden moeten worden met het aanbrengen van een langzaamverkeersroute vanaf station Overveen richting de Hogeschool Haarlem.

Water Huidige situatie Op het terrein van het voormalige Marine Hospitaal komt kwelwater boven en zorgt ter plaatse voor overlast. De waterloop die langs de spoorbaan gelegen is vervolgt zijn weg enerzijds via een duiker onder de Westelijke Randweg door en anderzijds via een verbinding onder de spoordijk door. Hierdoor staat dit water in verbinding met water uit aangrenzende gebieden. Gewenste ontwikkelingen Doordat er minder duinwater wordt opgepompt als drinkwatervoorziening in het nabij gelegen duinwatergebied, stijgt in het plangebied het grondwaterpeil. Dit zorgt plaatselijk voor wateroverlast. Om overlast in het plangebied en in gebieden daarbuiten te beperken is het van belang een goed functionerend ontwateringstelsel te creëren en daarbij de totale hoeveelheid oppervlaktewater in het plangebied te vergroten. Vergroting van de wateropslag capaciteit dient als buffer voor het vertraagd afvoeren van water richting het Spaarne. Gezien de wateroverlast op het terrein van het voormalige Marine Hospitaal is uitbreiding van oppervlaktewater aldaar wenselijk. Als norm geldt dat voor de inrichting van het Marine Hospitaal terrein 6% open water dient te zijn, waarbij de verbinding met de rand sloot langs het spoor op de een of andere manier intact moet blijven.

Groen Huidige situatie Binnen het plangebied komen verschillende soorten groen voor: 1. Groen met een gebruikersfunctie (verblijfsgroen) 2. Infrastructureel groen (het groen langs wegen en water zoals bermen en singels) 3. Verspreide groenplekken 4. Privé-groen (zoals tuinen en dergelijke)


22

De bestaande groensingel langs de Westelijke Randweg is als waardevol groenelement gekwalificeerd. Daarnaast behoort het bij het infrastructurele groen van de Westelijke Randweg. De spoorzone is een belangrijke groencorridor van het duingebied richting de stad. In Bloemendaal bevindt zich aan de zuidzijde van het plangebied een waardevol groengebied (grasland). De zichtlijn van dit gebied richting Haarlem wordt momenteel verstoord door opgaande begroeiing in het Haarlemse Brouwersvaartgebied en bomen langs de Westelijke Randweg. Gewenste ontwikkelingen Groengebieden behoren zoveel mogelijk met elkaar in verbinding te staan om variëteit en vitaliteit te versterken. Groenverbindingen tussen de spoorzone (vrij van nieuwe bebouwing), de tuin van het voormalige Marinehospitaal en de Springertuin blijven bij voorkeur behouden. Op het terrein van het voormalige Marinehospitaal en in de Springertuin dienen de meest waardevolle bomen te worden gehandhaafd. Voorts is het van belang dat in het plangebied de tuinen in hun functie worden behouden. Zij geven een belangrijke bijdrage aan de groenbeleving in de wijk. In het groengebied aan de zuidzijde van het plangebied blijft de zichtlijn vanaf de Korte Zijlweg richting Haarlem behouden, in die zin dat in dit groengebied geen bebouwing zal worden toegestaan.

2.2.6

Nieuwbouwlocaties

Nieuwbouw wordt mogelijk gemaakt op de volgende locaties: • Op het voormalig Marinehospitaalterrein, waar 60 tot 90 woningen gepland zijn. • Aan de Bijdorplaan, waar de sociale huurflats op termijn vervangen mogen worden. • Tussen het Provinciale Waterstaatgebouw en het spoor Haarlem-Zandvoort is een uitwerkingsgebied opgenomen. Binnen dit gebied wordt, door middel van het overbouwen van de Westelijke Randweg, de mogelijkheid geboden kantoren te realiseren evenals woningen en ruimten voor Maatschappelijke Doeleinden.


23

PLANBESCHRIJVING

3.1

Stedenbouwkundige beschrijving

De Westelijke Randweg zal door overbouwing niet langer een harde scheidslijn zijn tussen het plangebied en de directe omgeving. De realisering van kantoren en woningen (voor onder andere studenten) tussen de spoorlijn en het Provinciale Waterstaatgebouw zal als het ware een verbinding vormen tussen de onderwij sconcentraties van Hogeschool en NOVA-college. De "kantorenmuur" langs het spoor maakt door een geluidwerende werking ook woningbouw mogelijk langs de Veldzigtlaan. Als woonvorm voor de overbouwing kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een kasba-achtige woonheuvel: kleinschalig, met steegjes, poortjes en pleinen, met een accent op studentenhuisvesting en andere bijzondere bewoningstypologieën, gecombineerd met bedrijvigheid voor starters (bijvoorbeeld in de IT-branche). Dit alles wellicht gecombineerd met een sociëteitsruimte en andere culturele en recreatieve (uitgaans)voorzieningen. Als overgang naar de bestaande bebouwing kan aansluitend gedacht worden aan de realisering van losse woonblokken in een groene setting. Groeninbreng is verder mogelijk tussen de kantoren langs het spoor en de Hogeschool Haarlem. Parkeerplaatsen kunnen gerealiseerd worden op maaiveldniveau, onder de overbouwing. De Schoonzichtlaan zal open blijven voor tweerichtingsverkeer, maar de doorgang onder het spoor en overbouwing zal lager zijn dan de doorgang bij de Westelijke Randweg. Aan de functie Maatschappelijke Doeleinden kan zowel door de Hogeschool Haarlem als door het NOVA-college invulling worden gegeven, al naar gelang er behoefte is voor uitbreiding. Wellicht is het mogelijk ruimten te creëren voor gemeenschappelijk gebruik. Overigens is het bouwen van kantoren en voorzieningen met een intensieve bezoekersintensiteit, afhankelijk van eisen die gesteld zijn in het locatiebeleid. De woningbouw op het voormalige Marinehospitaalterrein zal qua ruimtelijke begrenzing niet langer gerelateerd zijn aan de oude structuur van het Marinehospitaal. Bij de vormgeving zal rekening worden gehouden met de bestaande een toekomstige bebouwing. Het niveauverschil van de Bloemendaalseweg ten opzichte van de omgeving biedt perspectieven omtrent de samenhang tussen de nieuwbouw en de bestaande bebouwing. Met de realisatie van de nieuwbouw op het niveau van de bestaande bebouwing aan de Bloemendaalseweg creëert men een situatie waarbij semi-ondergronds parkeren kan plaatsvinden. Aan de westen zuidzijde van de toekomstige woonbebouwing is de inbreng en handhaving van het groenelement van essentieel belang. Het geeft het geheel een parkachtige sfeer en het veroorzaakt een gelijkmatige overgang naar de zuidelijker gelegen waterpartijen bij en in de Springertuin. Ten behoeve van een goede waterhuishouding zal er in het gebied 6% open water moeten zijn dat de vijverpartijen verbindt met de sloot langs de spoordijk. Dit water kan een positieve bijdrage zijn in de te ontwikkelen stedenbouwkundige opzet. Tussen het park rondom het voormalige Marinehospitaal en de Springertuin is een verwilderde strook, waar samen met de strook langs de Bijdorplaan kleinschalige parkachtige bebouwing gerealiseerd kan worden. De ruimten tussen de eenheden scheppen zichtlijnen naar de tuin, die een belangrijke rol heeft als onderdeel van de groenvoorziening in het gebied. Villa Tetterode en de Springertuin blijven als monument gehandhaafd waarbij wordt opgemerkt dat genoemde bebouwing in een beperkt deel van de tuin niet uitgesloten wordt geacht.


24

Bij de nieuwbouw van de Hogeschool wordt gebruik gemaakt van het hoogteverschil met de Bloemendaalseweg door semi-ondergronds parkeren. De toegang tot de semi-ondergrondse parkeergarages bevindt zich aan de westkant van de Hogeschool en aan de oostzijde van het voormalige Marinehospitaalterrein. Uitgangspunt is dat deze toegang tweearmig is, waarbij de ene arm onder de woningbouw strekt en de andere onder de Hogeschool. Nabij de ingang van de parkeergarage is een sportvoorziening van de Hogeschool gepland, met een ondergrondse fietsenstalling. Boven de toegang naar de Hogeschool zijn de collegezalen gesitueerd. Met de bibliotheek aan de oostkant en de kantine aan de westkant van de Hogeschool ontstaan er twee polen. Daarnaast bevat de nieuwbouw zeven blokken gecentreerd rond een patio. De bouwblokken staan met elkaar in verbinding door middel van tussengangen en nooduitgangen, welke als bruggen tussen de blokken geplaatst zijn. Voor de tussengangen wordt er gebruik gemaakt van glas, waardoor er een transparantie ontstaat. De nooduitgangen zijn geheel opengewerkt, waardoor de zichtlijnen tussen de bouwblokken gewaarborgd blijven. Daarnaast geven beide gangen het geheel een open uitstraling. De bouwhoogte van deze nieuwbouw blijft ongeveer hetzelfde als de noodgebouwen, namelijk drie bouwlagen, met een uitbreidingsmogelijkheid in het bestemmingsplan tot maximaal vier lagen. Gezien de stand van de zon ten opzichte van deze bebouwing zal dit nauwelijks invloed hebben op de mate van bezonning van de woningen. De Hogeschool is immers gesitueerd aan de noordkant van de woningen. Als continuerend aspect in haar bouwplannen handhaaft de Hogeschool het hoofdgebouw en de werkplaatsen. In de nabijheid van de Hogeschool, bij de Bijdorplaan, bevinden zich twee sociale huurflats. De mogelijkheid wordt geboden deze bebouwing in de toekomst te vervangen. Hiervoor zou laagbouw in de plaats kunnen komen, die enerzijds aansluit op de bebouwing langs de Zijlweg en anderzijds aansluit bij de nieuwbouw van de Hogeschool. Vanaf station Overveen loopt een langzaam verkeersroute over het voormalige Marinehospitaalterrein richting de Springertuin en het hoofdgebouw van de Hogeschool. Vanaf het hoofdgebouw continueert de langzaam verkeersroute richting het spoor en het toekomstige Novacollege. Om de twee onderwijsconcentraties zo goed mogelijk per openbaar vervoer te ontsluiten is de komst van een lightrail-halte wenselijk. Vanuit het bovenstaande kunnen de volgende ambitiepunten/ verbeterpunten gedestilleerd worden: • Het realiseren van de unilocatie van de Hogeschool Haarlem • Het realiseren van woningbouw op het Marinehospitaalterrein • Het herstellen van de Springertuin en het parkgedeelte ten zuiden van de toekomstige nieuwbouw op het voormalig Marinehospitaalterrein. • Het bewerkstelligen van dubbel grondgebruik, in de vorm van het ondergronds parkeren. • Het bewerkstelligen van meervoudig grondgebruik, in de vorm van het overbouwen van de Westelijke Randweg • De realisatie van een goede verkeerscirculatie, te bewerkstelligen door het instellen van eenrichtingsverkeer op de Veldzigtlaan/Bijdorplaan. • Het tot stand brengen van een route voor langzaam verkeer, lopend vanaf het NS station Overveen richting de Hogeschool en verder (via de mogelijke lightrailhalte) richting het Novacollege. • Te zijner tijd plaatsing van een lightrailhalte tussen het NOVA-college en de Hogeschool Haarlem, zodat er een betere ontsluiting tot stand komt voor beide onderwij sconcentraties • Het in uitwerkingsgebied UI openlaten van de mogelijkheid studentenwoningen te bouwen en ruimte te bieden aan startende ondernemers.


25

3.2

Juridische planopzet

Algemeen Algemeen uitgangspunt voor het bestemmingsplan Zijlweg-West e.o. is een bestemmingsregeling voor de bestaande en toekomstige bebouwing en functies, welke zo veel mogelijk ruimte biedt voor verandering en aanpassing aan veranderende wensen. Het plan dient, met andere woorden, flexibel en doelmatig te zijn, en dient rechtszekerheid te bieden omtrent de ruimte voor verandering. Daar staat tegenover, dat het plan de nodige bescherming moet bieden tegen ontwikkelingen die schadelijk zijn voor anderen. Bescherming tegen een zodanige ontwikkeling wordt samengevat in de term rechtsbescherming. Bestemming Woondoeleinden • woningen in het Haarlemse gedeelte van het plangebied zijn positief bestemd als Woondoeleinden (W); • voor zover ruimtelijk mogelijk zijn (beperkte) uitbreidingen van de bestaande woningen toegestaan (door middel van het 'rechttrekken' van de achtergevelrooilijnen); • beroepsmatige activiteiten aan huis zijn toegestaan, mits deze onderschikt zijn aan de woonbestemming. • Woningen in de gemeente Bloemendaal zijn bestemd als Woondoeleinden (W*). Hiermee wordt bedoeld dat het aantal woningen gelijk moet blijven. Interne splitsing en verhelen van panden is hierdoor niet mogelijk. • In het pand op de hoek van de Zijlweg en de Korte Zijlweg is een kamerverhuurbedrijf gevestigd. Dit pand is bestemd als Woondoeleinden met de specificatie kamerverhuurbedrijf (Wk). Bestemming Woon- en Kantoordoeleinden • In de gemeente Bloemendaal is het bestaande gebruik van de panden villa Tetterode en Korte Zijlweg 9 positief bestemd. Bestemming Detailhandel • Met deze bestemming zijn de bestaande winkels in de gemeente Bloemendaal positief bestemd. • In Haarlem is de kunstgalerie opgenomen in de bestemming Gemengde doeleinden. Bestemming Gemengde Doeleinden Met deze bestemming wordt het mogelijk gemaakt om op de begane grond wonen en bedrijvigheid te combineren. In een aantal gevallen bestaat die combinatie al, in andere gevallen is er geen bezwaar tegen om die combinatie te maken. De verdiepingen mogen alleen voor wonen worden gebruikt. Bestemming Horecabedrijf In de gemeente Bloemendaal wordt met deze bestemming de bestaande horeca positief bestemd. Om de vestiging van minder gewenste soorten horeca tegen te gaan, zijn alleen cafes en restaurants toegestaan. Bestemming Bedrijfsdoeleinden Met deze bestemming zijn de volgende bedrijven positief bestemd: • Het garagebedrijf van Van Wijk aan de Bloemendaalseweg, met de specificatie garagebedrijf (Bg). • Het bouwen aannemersbedrijf van Rijnierse aan de Zijlweg met de specificatie bouwbedrijf (Bb).


26

Bestemming Maatschappelijke Doeleinden Met deze bestemming zijn de volgende voorzieningen positief bestemd: • De kerk en de begraafplaats aan de Korte Zijlweg • De muziekschool, de school aan het Zandvoorterpad en de Hogeschool Haarlem aan de Bijdorplaan/Veldzigtlaan. • Een nutsvoorziening aan de Zijlweg in Haarlem • Een verenigingsgebouw aan de Korte Zijlweg 9a. Bestemming Recreatieve Doeleinden • De manege aan de Korte Zijlweg wordt bestemd als Recreatieve Doeleinden, met de specificatie manege. Bestemming Tuinen Deze bestemming is opgenomen voor en gedeeltelijk aan de zijkant van woningen en andere panden. Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd. Bestemming Erf Deze bestemming is opgenomen voor grond achter en gedeeltelijk aan de zijkant van de bebouwing. Binnen deze bestemming mogen aan- en bijgebouwen worden gebouwd. Om te voorkomen dat de erven te dicht worden bebouwd is een maximum oppervlakte opgenomen. Bestemming Natuur en Landschap met agrarisch gebruik Deze bestemming is opgenomen voor een strook direct langs de Brouwersvaart. Bestaand agrarisch gebruik kan hiermee worden voortgezet. Bestemming Openbaar groen. Verkeersdoeleinden en Water Binnen deze bestemming zijn de bestaande voorzieningen positief bestemd. Uitwerking- en wiizigingsbevoegdheden In Haarlem is binnen het plangebied een uitwerkingsgebied opgenomen (UI). Dit bevindt zich aan de oostzijde van de Hogeschool Haarlem en ligt over de Westelijke Randweg heen. Binnen dit uitwerkingsgebied wordt het mogelijk gemaakt woningen (bijvoorbeeld studentenhuisvesting) en bedrijvigheid toe te voegen. De overbouwing van de Westelijke Randweg en het aansluitende gebied tot aan de Hogeschool Haarlem, ten zuiden van de spoordijk, heeft in zijn geheel, inclusief Prov. Waterstaat gebouw, een uit te werken bestemming gekregen. Genoemd gebouw wordt vooralsnog beschouwd als te handhaven bebouwing, maar verkoop zou de bestemming bijvoorbeeld kunnen wijzigen ten dienste van de nabij gelegen scholen. Over de Westelijke Randweg wordt gedacht aan een menging van woningen en kantoren, om een optimale parkeerbalans te creëren (ook semi-ondergronds). Daarbij is menging wenselijk om een lightrail halte boven de Westelijke Randweg te bevorderen. Het ligt voor de hand om langs het spoor kantoren (5000 tot 6000 m2 bvo) te realiseren, zodat daar een geluidsafwerende werking van uit kan gaan. De overbouwing is minder geschikt voor gezinswoningen, maar daarentegen uitstekend geschikt voor bijvoorbeeld studentenhuisvesting. De overbouwing zou een kasba-achtige woonheuvel kunnen worden in een compacte dichtheid, met stegen, pleintjes en voor de levendigheid een sociëteitsruimte. Voorts kan ruimte geboden worden aan een café en IT-bedrijfjes voor startende ondernemers. Tussen de overbouwing en de Hogeschool Haarlem kan gedacht worden aan een groengebied met losse woontorentjes. In totaal wordt gerekend op 17.000 m2 kantooroppervlak en 13.000 m2 woningen. Gelet op de bewonerscategorie en de lightrail-halte kan een reductiefactor voor het parkeren aangehouden worden van 50%. Op basis hiervan zouden ongeveer 240 parkeerplaatsen gerealiseerd moeten worden.


27

In Overveen is binnen het plangebied een uitwerkingsgebied opgenomen (U2). Dit betreft het uit te werken gebied op het Marinehospitaalterrein en het terrein van de villa Tetterode met de Springertuin. Dit uitwerkingsgebied is met name bedoeld om de bouw van woningen mogelijk te maken: in totaal zullen er 60 tot 90 woningen gerealiseerd worden. De exacte inrichting van het terrein zal de gemeente Bloemendaal nog nader uitwerken, in overleg met de ontwikkelaar. Bij de inrichting zal rekening worden gehouden met de aanwezigheid van de monumentale Springertuin, waarbij wordt opgemerkt dat bebouwing in een beperkt deel van de tuin niet uitgesloten wordt geacht. Binnen het uitwerkingsgebied ligt een strook grond op Haarlems grondgebied. Mogelijke woningbouw op die strook zal een open karakter moeten krijgen, zodat doorkijk op de Springertuin gegarandeerd blijft. De binnen het plangebied aangegeven wijzigingsbevoegdheden zijn opgenomen om de bestaande situatie te kunnen voortzetten en te kunnen inspelen op gewenste ontwikkelingen.

3.3

Hoofdopzet plankaart

Bebouwingsgrenzen Uitgaande van de bestaande bebouwing en bestaand gebruik zijn op de plankaart bebouwingsgrenzen en in de voorschriften bebouwingsregelingen aangegeven. De bebouwingsgrenzen geven het gebied aan waarbinnen mag worden gebouwd. In de meeste gevallen laten de bebouwingsgrenzen op de plankaart en de bebouwingsregelingen in de voorschriften, verbetering, vernieuwing, bescheiden vergroting of vervanging met gelijkwaardige bouw toe. Daarbij is rekening gehouden met de nodige flexibiliteit, de nodige kwaliteitseisen voor de bebouwing, de woonomgeving en bereikbaarheid ten aanzien van nieuwe ontwikkelingen. Over het algemeen zijn de bebouwingsgrenzen van de vigerende bestemmingsplannen overgenomen. Voor woningen wordt uitgegaan van de algemene "basiswoning' waarbij de grootte van het bouwblok bepalend is. Binnen enkele percelen bestemd voor Maatschappelijke Doeleinden is een bebouwingspercentage opgenomen. Deze bebouwingspercentages zijn waar wenselijk ten opzichte van de bestaande bebouwing verruimd, zodat ook daar enige ruimte voor uitbreiding van de bebouwing wordt geboden.

Bouwhoogte Voor het Bloemendaalse territoir is de bestaande goothoogte van de gebouwen op de kaart aangegeven. De bouwhoogte is, afhankelijk van het oordeel van de welstandcommissie, in principe vrij. Binnen het Haarlemse gedeelte is de bestaande goothoogte van gebouwen op de plankaart aangegeven (via vrijstelling mag de bestaande goothoogte met maximaal 1 meter worden verhoogd). Boven de goothoogte is een kap toegestaan tot een maximale hoogte van 4 meter. Hierop is als uitzondering mogelijk: • via een vrijstelling is een kap tot maximaal 5 meter toegestaan; • via een vrijstelling is een platte afdekking in plaats van een kap mogelijk. In dat geval is de op de plankaart aangegeven goothoogte tevens de maximale hoogte van het gebouw.


28

Ten aanzien van de vormgeving van de daken, de hellingshoek van de kap en het aanbrengen van dakkapellen en dakopbouwen zijn stedenbouwkundige bepalingen in de voorschriften opgenomen. Bij specifieke bouwaanvragen zal de gemeentelijke Schoonheidscommissie een welstandstoets uitvoeren. De bouw van dakterrassen is alleen toegestaan op aanbouwen. In situaties van bijvoorbeeld een bovenwoning geeft dit de gelegenheid voor de bewoners van die bovenwoning een buitenruimte te creëren. Overigens gelden er privaatrechtelijke regels met betrekking tot de aan te houden afstand tot perceels- en erfgrenzen in geval van aanleg van een dakterras.


29

MAATSCHAPPELIJKE UITVOERBAARHEID

4.1

Communicatieplan en inspraakplan

Communicatieplan Het communicatieplan, onderdeel van de projectopdracht van januari 1998, is nog steeds van toepassing. Het plan bevat de doelstellingen van de communicatie, zijnde: 1. De direct omwonenden en omliggende bedrijven nauw betrekken bij de projectopdracht; 2. De ontwikkeling van de Hogeschool te communiceren in relatie tot overige plannen, zoals de plaatsing van een lightrailhalte en de ontwikkeling van een locatie voor het NOVA-college (Triniteitsterrein); 3. De totale ontwikkeling van bestemmingsplan Zijlweg-West als een geheel aan de Haarlemse en Bloemendaalse bevolking presenteren. Doelgroepen bestaan uit omwonenden en gebruikers, niet omwonenden maar wel betrokkenen. Onder omwonenden vallen de bewoners van de volgende straten: • Bloemendaalseweg (in het noorden begrenst door de Julianalaan, in het zuiden overlopende in de Korte Zijlweg) • Korte Zijlweg • Zandvoorterpad • Zijlweg • Schoonzigtlaan • Bij dorplaan • Veldzigtlaan Gebruikers, niet omwonenden maar wel betrokkenen: • Eigenaren van de gronden gelegen ten oosten van de Korte Zijlweg en ten noorden van de Brouwersvaart; • Bestuur, medewerkers van de R.K. basisschool St. Aloysius; • Bestuur, medewerkers van de peuterspeelzaal De Speelhoek; • Bestuur, medewerkers van de Gemeentelijke Muziekschool Bloemendaal; • Bestuur, medewerkers van ontmoetingscentrum 't Zijltje; Betrokken instanties, overheden, inspraakgerechtigden en bedrijfsleven bij de ontwikkeling van het project: • R.K. parochie van Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvangen Bij het wettelijk vooroverleg betrokken instanties (zie paragraaf 4.3)

Participatie: Een aantal vertegenwoordigers van de in het plangebied betrokken belangengroepen hebben deelgenomen in de projectgroep. Daarnaast hebben belangstellenden via een informatieavond de mogelijkheid gehad om hun reactie te geven op het concept voorontwerp bestemmingsplan.


30

Inspraakplan 1. Inleiding Burgemeester en Wethouders van Haarlem en Bloemendaal hebben gezamenlijk besloten een bestemmingsplan te maken voor het gebied dat begrensd wordt aan de noordzijde door de spoorlijn Haarlem-Zandvoort, aan de oostzijde door de Westelijke Randweg. Aan de zuidzijde wordt het in Haarlem begrensd door de Zijlweg, in Overveen door de gemeentegrens en door de Brouwersvaart en aan de westzijde door de Korte Zijlweg en de Bloemendaalseweg. In het bestemmingsplangebied gelden meerdere bestemmingsplannen, daterend uit verschillende jaren. Door een nieuw bestemmingsplan te maken ontstaat er meer duidelijkheid in de bestemmingen in het gebied. Dit is met name nodig om het plangebied een goede bescherming te bieden tegen ongewenste ontwikkelingen. 2. Inspraak Op grond van artikel 150 van de Gemeentewet hebben beide gemeenten een inspraakverordening vastgesteld, waarbij de regels zijn gegeven voor de wijze waarop belanghebbenden bij de voorbereiding van onder meer ruimtelijke plannen moeten worden betrokken. Naast de inspraakverordening heeft de raad inspraakrichtlijnen vastgesteld die bij het verlenen van inspraak in acht moeten worden genomen. Deze inspraakrichtlijnen spreken onder meer over het opstellen van een inspraakplan. In het onderstaande wordt het onderwerp van inspraak en de procedure uiteengezet. 3. Wie heeft inspraak Inspraak staat voor een ieder open, tenzij dit door wettelijke bepalingen wordt beperkt tot belanghebbenden. 4. Het object van inspraak Object van de inspraak is: Het voorontwerp bestemmingsplan Zijlweg-West e.o. 5. Inspraakprocedure Alvorens de formele inspraakprocedure te starten is er een informatieavond betreffende het concept voorontwerp bestemmingsplan Zijlweg-West e.o. georganiseerd door de beide gemeenten in samenwerking met de Hogeschool Haarlem. Eerste fase: bij de presentatie van het voorontwerp: in een inspraakbijeenkomst wordt mondeling inspraakmogelijkheid geboden; tevens wordt vier weken lang schriftelijk gelegenheid geboden een inspraakreactie te sturen. In dit stadium vindt ook het "wettelijk vooroverleg" plaats met verschillende (vooral overheids) instanties. Tweede fase: Vervolgens wordt het ontwerp-bestemmingsplan in procedure gebracht op de in de Wet op de Ruimtelijke Ordening voorgeschreven wijze, waarbij mogelijkheden zijn gegeven om zienswijzen en bezwaren kenbaar te maken.


31

6. Beklagrecht Overeenkomstig de inspraakverordening kan een ieder binnen dertig dagen na de besluitvorming aan het slot van een fase schriftelijk bij Burgemeester en Wethouders een klacht indienen over de uitvoering van de inspraakverordening of inspraakrichtlijnen in de desbetreffende fase.

4.2

Resultaten informatieavond van het concept voorontwerp bestemmingsplan

Op 5 april 2000 is op initiatief van de projectgroep in de Hogeschool Haarlem aan de Bijdorplaan/Veldzigtlaan een informatie-avond georganiseerd. Tijdens deze avond heeft de Hogeschool Haarlem een toelichting gegeven op de voorgenomen plannen en zijn eerste ontwerpen van de toekomstige bebouwing getoond. Voorts is uitleg gegeven over het in ontwikkeling zijnde bestemmingsplan, waarbij een eerste opzet van de plankaart en de toelichting zijn getoond. Aanwezigen zijn in de gelegenheid gesteld vragen te stellen bij stands van de gemeenten, de Hogeschool en de buurtvertegenwoordiging, en hebben daarbij de mogelijkheid gekregen reacties op papier te zetten. Van de ingekomen reacties is een inventarisatie gemaakt waarna deze bij de verdere planontwikkeling zijn meegenomen. Uiteindelijk heeft dit geleid tot een voorontwerp-bestemmingsplan Zijlweg-West e.o. Op 12 december 2000 is naar aanleiding van dit voorontwerp-bestemmingsplan een inspraak-avond gehouden, waarbij het plan op een zelfde wijze is gepresenteerd als bij de bijeenkomst van 5 april 2000.

4.3

Resultaten wettelijk vooroverleg ex. Art. 10 Bro

In november 2000 is het voorontwerp bestemmingsplan "Zijlweg-West e.o." door beide gemeenten aan de hierna te noemen instellingen voorgelegd, met het verzoek om voor 1 februari 2001 te reageren. > CONNEXXION > Directeur LNO > Eerstaanw. Ing.Dir. Ministerie van Defensie > Energie Noord-West E-trans NV > Gasunie West > Hoogheemraadschap van Rijnland > Inspectie Milieuhygiëne > Inspectie Ruimtelijke Ordening West > Inspectie Volkshuisvesting > Kamer van Koophandel en Fabrieken > KNOV > KPN Telecom b.v., afdeling Projectering Bouw Haarlem > Milieufederatie Noord-Holland > Ministerie van Economische Zaken, regio Noord-West > NS Railinfrabeheer, afdeling G.J.Z. > NUON-ENW > Provincie Noord-Holland, Vakafdeling RWB > Rijksdienst voor de Monumentenzorg > Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek > Rijkswaterstaat directie Noord-Holland > Vrouwen Advies Commissie > Waterleidingbedrij f Noord-Holland > Waterschap Groot Haarlemmermeer Door de gemeente Haarlem is het voorontwerp bestemmingsplan tevens toegezonden aan:


32

> > > >•

Stichting "De Veenderij" Stichting Belangengroep "Zijlweg-west" De Schoonheidscommissie De Monumentencommissie

Door de gemeente Bloemendaal is het voorontwerp bestemmingsplan tevens toegezonden aan de volgende instellingen: > Horeca Nederland > Directie LNV, Noord-West Hieronder volgt een overzicht van de instanties die schriftelijk hebben gereageerd op het voorontwerp bestemmingsplan. Het gemeentelijk commentaar naar aanleiding van deze reacties is cursief aangegeven. De instanties die niet genoemd zijn hebben geen reactie gegeven. ConneXXion ConneXXion kan instemmen met het plan, met dien verstande dat ze de gehanteerde parkeernormen volgend van karakter vinden. In het bestemmingsplan wordt als argument genoemd dat er in het gebied een beperkte beschikbaarheid van het aanbod voor openbaar vervoer is. Na ontwikkeling van de in het gebied geplande onderwijslocaties zal ConneXXion, in overleg met de gemeente Haarlem als opdrachtgever van het openbaar vervoer, het openbaar vervoer aanbod afstemmen op de toegenomen vraag. Commentaar gemeente Bloemendaal: De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. Commentaar gemeente Haarlem: Het afstemmen van het aanbod van openbaar vervoer op de vervoersvraag is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de Hogeschool, gemeente Haarlem en vervoersbedrijf. In het bedrijfsvervoerplan van de Hogeschool is hier aandacht aan besteed. De bepaling van de parkeerbehoefte is herzien. Wat het totstandkomen van de parkeernormen betreft wordt verwezen naar paragraaf 2.2.5; hierin zijn berekeningen en argumentatie uitgewerkt. Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat, directie Noord-Holland In de toelichting wordt een beschrijving gemist van het beleidskader, waarin het relevante beleid van de gemeente, de provincie en het rijk zijn opgenomen. Wat rijksbeleid betreft zou het beleid uit de Vierde Nota Waterhuishouding beschreven moeten worden. In paragraaf 2.1.4. van de plantoelichting worden de momenteel optredende geluidsbelastingen in het plangebied en de op grond van de Wet Geluidhinder relevante geluidscontouren gemist. Bij de paragraaf met betrekking tot milieuonderzoek zou gezien de bouwplannen langs en over de Westelijke Randweg, ook de luchtkwaliteit aan de orde moeten komen. In het plan is niet vermeld of de bebouwing te realiseren is binnen het beleid, dat is vastgelegd in de Nota Risico-normering vervoer gevaarlijke stoffen. In de toelichting is voorts vermeld dat op de spoorlijn Haarlem-Zandvoort per uur vier treinen passeren. Op deze lijn betreft het echter een halfuurdienst. Daarnaast vermeldt het plan niet op welke manier de toenemende vervoersvraag door het openbaar vervoer naar het plangebied wordt verwerkt. Voorts is in de toelichting niet het aantal verkeersbewegingen naar de verschillende deelgebieden van het plan opgenomen, waarin tevens is aangegeven of de infrastructuur voldoende capaciteit heeft om het verkeer te verwerken.


33

Ten aanzien van de parkeerbehoefte wordt opgemerkt dat de in het plan genoemde reductiefactoren onderdeel zijn van de berekende parkeernormering AS W en derhalve niet opnieuw als reductiefactoren kunnen worden opgevoerd. Bij de toepassing van de reductiefactor met betrekking tot het bedrijfsvervoersplan zal de inhoud van dit plan in het bestemmingsplan moeten worden beschreven en de uitvoerbaarheid daarvan vast moeten staan. Ter voorkoming van verkeers- en/of parkeeroverlast in het plangebied wordt het inzetten van belanghebbenden parkeren niet het uitgangspunt te zijn. De reductie op stallingsmogelijkheden voor fietsen wordt voorts niet begrepen. Op het terrein van voormalig marinehospitaal is sprake van wateroverlast. In dat kader zal onderzocht moeten worden welk oppervlak aan waterberging noodzakelijk is en welke aanvullende voorzieningen eventueel moeten worden getroffen. Aan de boven- en ondergrondse ontwikkelingen zal een beschrijving moeten worden toegevoegd van de gevolgen van de planontwikkeling voor de waterhuishouding en de maatregelen die in het belang van een goede waterhuishouding noodzakelijk zijn. Tot slot wordt opgemerkt dat in het plan aandacht moet worden besteed aan de zendinstallaties c.q. antennes voor de mobiele telefonie. Commentaar gemeente Bloemendaal: In een bij de toelichting behorende bijlage zijn gegevens met betrekking tot geluidscontouren verwerkt in een tabel. Tevens zal in de toelichting in worden gegaan op de verwerking van de toenemende vervoersvraag door het openbaar vervoer. Het aantal vervoersbewegingen wordt in dat kader eveneens toegelicht. De reductie van de parkeerbehoefte zal daarnaast binnen het plangebied worden herzien. In de toelichting is een aparte waterparagraaf opgenomen. In deze paragraaf is onder meer in gegaan op de waterproblematiek op het terrein van het voormalig Marinehospitaal. Tot slot kan worden opgemerkt dat in afwachting van de verdere behandeling van de nota Nationaal Antennebeleid vooralsnog geen regeling voor zendinstallaties voor de mobiele telefonie in de planvoorschriften kan worden opgenomen. Commentaar gemeente Haarlem: In paragraaf 1.6 en in paragraaf 2.1.5 van de toelichting is ingegaan op beleidskaders. In paragraaf 2.1.4 van de plantoelichting is een beschrijving opgenomen van de momenteel optredende geluidsbelasting in het gebied. In bijlage 2 van de toelichting is een tabel opgenomen met een overzicht van geluidsgegevens. Het opnemen van bijvoorbeeld 50 dB(A)-contouren voor het uitwerkingsgebied U-l is achterwege gelaten omdat eventuele woonbebouwing tussen de Schoonzichtlaan en de Westelijke Randweg slechts wordt gerealiseerd in combinatie met de bebouwing boven de Westelijke Randweg, dus alleen in combinatie met afschermende bebouwing. Het zonder meer bijplaatsen van een aantal woningen op dit stuk grond is niet aan de orde. In 2001 wordt de Verkeersmilieukaart opnieuw voorzien van basisgegevens. In deze milieukaart wordt ook het thema luchtkwaliteit behandeld. Om deze reden kunnen er op dit moment nog geen uitspraken worden gedaan omtrent de luchtkwaliteit. Met betrekking tot de nota "risico-normering vervoer gevaarlijke stoffen " het volgende. De nota gaat in op een risico-benadering voor activiteiten met gevaarlijke stoffen. Om het risiconiveau in relatie tot de omgeving aan te geven wordt o.a. het Groepsrisico bepaald. Dit geeft aan wat de kans is op een ramp met een bepaald aantal dodelijke slachtoffers in de omgeving van de beschouwde risicivolle activiteit. De oriënterende waarde voor het groepsrisico is per kilometer route of tracé bepaald op W4 perjaar (één op de tien duizend per jaar) voor 10 slachtoffers.


34

Opgemerkt dient te worden dat de aaneengesloten lengte van een overbouwing hooguit 80 meter zal bedragen. Daarnaast is de inschatting gemaakt dat het vervoer van gevaarlijke stoffen ten opzichte van de totale verkeersstroom op de Randweg gering is. Op de plankaart is in verband met veiligheid ruimte open gelaten tussen de zone waarbinnen de overbouwing mag komen en de kruising Zijlweg / Westelijke Randweg.De verwachting is dat de overbouwing binnen de hierboven genoemde norm blijft. De tekst met betrekking tot het treinverkeer op het traject Haarlem-Zandvoort is aangepast. De Hogeschool heeft bevestigd dat zij een tevoren opgesteld bedrijfsvervoerplan voor de Hogeschool introduceert. In dat bedrijfsvervoerplan van de Hogeschool is als maatregel opgenomen het stimuleren van openbaar vervoer voor studenten en leerkrachten. Als middel wordt hierbij genoemd het handhaven en waar mogelijk uitbreiden van steunritten van lijn 7 en 706 met eigen routing/haltering van de steunritten op de Bijdorplaan. De Hogeschool en de gemeente Haarlem dragen gezamenlijk verantwoordelijkheid voor het zo goed mogelijk afstemmen van het aanbod openbaar vervoer op de vervoersvraag. Recentelijk is onderzoek gedaan naar de huidige parkeersituatie en de verkeersbewegingen. De resultaten van dit onderzoek zijn als bijlage bij de toelichting gevoegd. Op basis van de gegevens kan geconcludeerd worden dat de capaciteit van de Zijlweg, Schoonzigtlaan en de Bijdorplaan voldoende is om het verkeer af te wikkelen. Naar aanleiding van de reactie van Rijkswaterstaat is de bepaling van de parkeerbehoefte herzien. Berekeningen en argumentatie zijn uitgewerkt in paragraaf 2.2.5 van de toelichting. Met betrekking tot antenne-installaties is in de voorschriften een vrijstellingsregeling opgenomen.

Eerstaanw. Ing. Dir. Ministerie van Defensie, Directie West Nederland Het voorontwerp bestemmingsplan geeft met betrekking tot het plangebied van de gemeente Haarlem geen aanleiding tot het maken van open/of aanmerkingen. Voor het Bloemendaalse deel van het plangebied is geen reactie ontvangen.

Gasunie Voor beide gemeenten geldt dat bij het voorontwerp bestemmingsplan geen belangen van de Gasunie betrokken zijn.

Hoogheemraadschap van Rijnland Het Hoogheemraadschap (HRR) heeft (samengevat), met verwijzing naar het Waterbeheersplan 2000 (WHP 2000), opgemerkt dat bij nieuw stedelijk gebied voorkomen moet worden dat de waterbergingsbehoefte wordt afgewenteld op het omliggende gebied. In dit verband wordt aangeraden de mogelijkheden voor een hoger percentage open water dan 6% te onderzoeken. Vervolgens wordt verzocht de eventuele consequenties van het onderzoek Grondwateroverlast Bloemendaal voor het plangebied mee te nemen. Het is mogelijk dat de resultaten daarvan het creëren van meer oppervlaktewaterberging rechtvaardigen. Voorts is in het WBP 2000 bepaald dat water niet gedempt mag worden zonder volledige compensatie in de directe omgeving of in hetzelfde peilvlak. Tot slot is opgemerkt dat de waterbeheerders ernaar streven dat alle watergangen en kunstwerken (sluizen, bruggen, inlaten of gemalen) primair als "water" en "kunstwerken" worden bestemd. Het HHR constateert dat op de plankaart niet alle watergangen als water staan aangegeven. De overige opmerkingen betreffen de waterketen (afstemming met gemeentelijk rioleringsplan), het afkoppelen van verhard oppervlak (verwijzing naar Leidraad Afkoppelen) en het gebruik van duurzame bouwmaterialen (Nationale Pakketten Duurzame Stedebouw).


35

Commentaar gemeente Bloemendaal: Naast de waterparagraaf in de toelichting is in de beschrijving in hoofdlijnen bij het uitwerkingsvoorschrift (U2) opgenomen dat bij de herontwikkeling van het voormalige Marinehospitaalterrein rekening dient te worden gehouden met het grondwaterpeil met de bijbehorende maatregelen. Daarnaast is bepaald dat de afwateringstracés en verbindingen met bestaande en nieuwe waterpartijen waar mogelijk via open water worden gerealiseerd. De overige opmerkingen zullen voor kennisgeving worden aangenomen. Commentaar gemeente Haarlem: Met de gemaakte opmerkingen zal zoveel mogelijk rekening mee worden gehouden.

Kamer van Koophandel De Kamer van Koophandel onderschrijft het belang van meervoudig grondgebruik in brede zin, maar het lokale draagvlak om daadwerkelijk te komen tot een wegoverbouwing zal vooralsnog gering zijn. Dit mag echter niet de voortgang verstoren van het proces om het gebied van de Hogeschool en het gebied van het Nova-college tot ontwikkeling te brengen. De Kamer zou graag zien dat de relatie van het voorontwerp bestemmingsplan Zijlweg-west e.o. met het bestemmingsplan Trini duidelijker aan de orde komt in beide bestemmingsplannen. Dat naast de planning van studentenhuisvesting rekening wordt gehouden met mogelijkheden voor vestiging van (startende) bedrijven wordt op prijs gesteld; wel moet rekening worden gehouden met extra vraag naar parkeercapaciteit. Wat detailhandel in de gemeente Bloemendaal betreft, heeft het niet de voorkeur van de Kamer om nadrukkelijk de mogelijkheid open te houden om bij beëindiging van de bedrijfsfunctie terugkeer of verandering in een woonfunctie te overwegen. De voorkeur gaat bij een eventuele beëindigde winkelfunctie uit naar het opnemen van de bestemming gemengde doeleinden. In tegenstelling tot hetgeen in het voorontwerp beweerd wordt, is de Kamer van mening dat op het gebied van het openbaar vervoer naast de noord-zuid, ook de oost-west verbindingen mager zijn. De zin "Bovendien brengt de treinverbinding een deel van het langzaam verkeer tot stand (blz. 16)" vraagt nadere toelichting. De Bloemendaalse benaming van de Zijlweg als "voorlopige gebiedsontsluitingsweg" is niet op zijn plaats. De gemeente Bloemendaal dient het voorvoegsel "voorlopige" weg te halen, zodat Haarlem en Bloemendaal dezelfde benaming voor deze weg hanteren. De Kamer is van mening dat een veilige oversteek voor langzaam verkeer bij de Westelijke Randweg reeds bestaat bij de Oranje Nassaulaan. Mocht desondanks uit een studie een nieuwe oversteek naar voren komen, dan gaat de voorkeur uit naar een ongelijkvloerse. De reductiefactoren dienen niet te optimistisch ingeschat te worden, aangezien parkeernormen inmiddels achterhaald zijn. Commentaar gemeente Bloemendaal: Het is niet gewenst om in het kleinschalige Overveense woon/winkelgebied, na beëindiging van de winkelfunctie, een bedrijfsvestiging toe te staan. Gelet op het aantal reeds aanwezige horecavoorzieningen is uitbreiding daarvan evenmin gewenst. Handhaven van detailhandel zal derhalve de voorkeur houden, gevolgd door een volledige woonbestemming voor een betreffend pand. Wat betreft de opmerking op het gebied van verkeer het volgende. Op pagina 16 wordt de stroom reizigers bedoeld vanaf het station Overveen naar de hogeschool en v.v. Daarnaast zal voor de Zijlweg een voorlopige gebiedsontsluitingsweg blijven prevaleren. Overigens zal door de relatief korte lengte van het wegvak de verkeersafwikkeling niet al te veel worden gehinderd.


36

Tot slot kan worden opgemerkt dat de vraag naar extra parkeercapaciteit het Haarlems grondgebied betreft en door deze gemeente zal worden beantwoord. Commentaar gemeente Haarlem: De bouwplannen van de Hogeschool en het NOVA-college staan los van de overbouwing van de Westelijke Randweg. Wat de ongelijkvloerse kruising betreft kan vermeld worden dat momenteel door de provincie een studie wordt verricht naar de haalbaarheid en inpasbaarheid van een dergelijke kruising. De parkeernormen zijn aangepast; voor de uitwerking en onderbouwing wordt verwezen naar paragraaf 2.2.5 van de toelichting. De overige opmerkingen worden voor kennisgeving aangenomen.

Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Deze reactie is mede namens de Inspecteur Volkshuisvesting en de inspecteur Milieuhygiëne. In het voorontwerp bestemmingsplan wordt in de gemeente Haarlem binnen het U-l gebied de ontwikkeling van 10.000 m2 kantooroppervlak mogelijk gemaakt. Aangezien het hier gaat om een Clocatie mogen er geen arbeidsintensieve bedrijven/voorzieningen en geen zelfstandige kantoren komen. In principe worden op C-locaties alleen arbeidsextensieve bedrijven toegestaan waarbij slechts een onderdeel van het bedrijf mag fungeren als kantoor tot maximaal 30% van het totale bedrijfsvloeroppervlak met een maximum van 2000 m2 bruto vloeroppervlak per vestiging. De Inspecteur verzoekt deze normering op te nemen in artikel 22 van de Voorschriften. Wat de overbouwing betreft wijst de Inspecteur er op dat er voorzieningen mogelijk worden gemaakt met een matige tot intensieve bezoekersintensiteit. Dit is in strijd met het geldende locatiebeleid. Nader onderzoek naar een light-rail halte en een ongelijkvloerse kruising Zijlweg/Westelijke Randweg wordt noodzakelijk geacht aangezien geen duidelijkheid wordt verschaft omtrent de realisatiemogelijkheden. Met betrekking tot het UI-gebied is er vooralsnog geen zicht op de mate waarin milieuhygiënische belemmeringen zich voordoen. Verzocht wordt duidelijkheid te geven over de wijze waarop zonering en specifieke (her)bestemmingsregelingen vorm kunnen geven aan verlaging/voorkoming van een te hoge milieuhinder. Voor wat betreft het grondgebied van de gemeente Bloemendaal hebben de inspecties geen opmerkingen gemaakt.

Commentaar gemeente Haarlem: In het plan is rekening gehouden met de eisen zoals die zijn opgenomen in het locatiebeleid van het rijk. In artikel 22 lid 4 van de voorschriften is de mogelijkheid van een gefaseerde uitwerking opgenomen. Momenteel worden door de provincie, in samenwerking met de gemeente Haarlem, verkeerskundige studies verricht naar de kruising Randweg / Zijlweg. Deze studies naar mogelijke oplossingen zullen nog enige tijd vergen. Daarnaast houdt de provincie zich bezig met het voorbereiden van een proef met light-rail op het traject Haarlem - Zandvoort. Bij de uitwerking van de overbouwing zal duidelijkheid gegeven worden over o.a. milieu-aspecten. Op korte termijn zal een projectopdracht opgesteld worden waarin nadere invulling aan de overbouwing wordt gegeven.


37

Ministerie van Economische Zaken, regio Noord-West Uit de Toelichting en Voorschriften (artikel 24 Wijzigingsbevoegdheden), wordt onvoldoende duidelijk hoe in de toekomst wordt omgegaan met de bedrijven die op de plankaart staan aangeduid met Bb en Bg. Met betrekking tot het bepaalde in artikel 24 (wijzigingsbevoegdheid) wordt opgemerkt dat het ministerie er van uit gaat dat in geval verplaatsing of uitbreiding van de betreffende bedrijven (van Wijk en Rijnierse) aan de orde is, dit in goed overleg met deze bedrijven zal plaatsvinden. Met betrekkig tot het U-l gebied is het van belang dat exact aangegeven kan worden welke invloed de aanwezigheid van light-rail kan hebben op de fysieke invulling en daarmee samenhangend de financiële haalbaarheid van het project. Bijvoorbeeld zou aangegeven kunnen worden om hoeveel bvo kantoren, aantal en type woningen het gaat. Commentaar gemeente Bloemendaal: Bij de toepassing van de wijzigingsbevoegdheid zal overleg met de betreffende bedrijven worden gevoerd. Commentaar gemeente Haarlem: In artikel 22 lid 4 van de voorschriften is aangegeven welke mogelijkheden er zijn voor het bouwen van kantoren en woningen, zodra de locatie voldoet aan de B-norm. De komst van de light-rail is daarvoor van groot belang. Op dit moment houdt de provincie zich bezig met het voorbereiden van een proef met light-rail op het traject Haarlem - Zandvoort. Overigens zal op korte termijn voor de overbouwing een projectopdracht opgesteld worden, waarin de randvoorwaarden nader zullen worden uitgewerkt.

NS Railinfrabeheer Het voorontwerp bestemmingsplan geeft met betrekking tot het plangebied van de gemeente Haarlem geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.

NV PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland Met betrekking tot beide gemeenten wordt door het PWN in algemene zin aandacht gevraagd voor het volgende. De kabel- en leidingstrook dient te voldoen aan het door de gemeenten opgelegde standaardprofiel voor nieuwbouw. Op of in de kabel- en leidingstrook dienen geen (ondergrondse) inzamelpunten voor (gescheiden) afval te komen. Boven deze strook dient een open verharding te worden aangebracht. Voorts dienen de bomen op minimaal 1.20 meter van het hart van de waterleiding te worden geplaatst. Tot slot wordt opgemerkt dat het PWN geen drinkwaterhoofd- en aansluitingsleidingen aanlegt door parkeergarages.

Commentaar gemeente Bloemendaal: Met de gemaakte opmerkingen kan worden ingestemd en zal zoveel mogelijk rekening mee worden gehouden.

Commentaar gemeente Haarlem: Gegevens met betrekking tot aanwezige kabels en leidingen zijn opgevraagd. Met de opmerkingen van het waterleidingbedrijf zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden.


38

Provincie Noord-Holland, Vakafdeling RWB Het plan, dat in hoofdlijnen overeen komt met het provinciaal beleid, geeft aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen. Om na te gaan of het gemeentelijk beleid, dat ten grondslag ligt aan het plan, aansluit bij het beleid van rijk en provincie, is een beschrijving van het gemeentelijk beleid nodig. Met betrekking tot het U-l gebied wordt opgemerkt dat het gebied momenteel niet voldoet aan de eisen van een B-lokatie. De provincie kan met de uitwerkingsregels van het gebied alleen instemmen als deze zodanig zijn opgesteld dat de kantoren pas kunnen worden gebouwd nadat het gebied voldoet aan de eisen die worden gesteld aan een B-lokatie. In het plan wordt niet aangegeven wat het alternatiefis indien de beoogde light-rail verbinding er niet zal komen. Momenteel worden door de provincie, in samenwerking met de gemeente Haarlem, verkeerkundige studies verricht naar de kruising van de Westelijke Randweg en de Zijlweg. Gezien deze ontwikkelingen past het goed om het overbouwen van de N208 niet onmogelijk te maken. De provincie stelt de gemeente Haarlem voor om het initiatief te nemen om met de provincie en andere belanghebbenden (zoals de Hogeschool Haarlem, het NOVA college en de gemeente Bloemendaal) naast de verkeerskundige studies die de provincie uitvoert, een studie te verrichten naar de stedenbouwkundige invulling van het gebied, met als uitgangspunt het overbouwen van de N208. Bij deze studie zou rekening gehouden moeten worden met (het versterken van) landschappelijke structuren. De provincie gaat er van uit dat in de verdere planvorming rekening wordt gehouden met relevante milieuvoorschriften. Voorts is een betere onderbouwing nodig van de toegestane hoogte in verband met de eventuele invloed van de nieuwbouw op de bestaande bebouwing in de directe omgeving. In verband met de ideeën voor de realisering van een minitransferium ten westen van de Westelijke Randweg verdient het aanbeveling de plangrens van het bestemmingsplan aan de noordkant te verschuiven. Hiermee kan in het plan de mogelijkheid worden gecreëerd een extra ov-halte op te nemen. Dit kan dienen als een eerste aanzet om te voldoen aan het locatiebeleid. Tot slot worden puntsgewijs de volgende opmerkingen gemaakt. De provincie wijst er op dat zij bij het plan betrokken is als goedkeurende instantie, als wegbeheerder en als eigenaar van onroerend goed. De provincie gaat er van uit dat de belangen met betrekking tot het beheer van de N208 en de veilige doorstroming van het verkeer door het plan niet worden aangetast. Noodzakelijke aanpassingen aan de N208 zullen vanuit het plan gefinancierd moeten worden. De gevolgen van het verdiepen van de Randweg beperken zich niet tot het plangebied. De vraag is of het U-l gebied in dit kader aangepast dient te worden. Voor de uitvoering van bepaalde planonderdelen zal op een gegeven moment ontheffing verleend moeten worden van de Wegenverordening Noord-Holland. In het kader van de ontheffingverleningsprocedure zullen ondermeer de belangen van de wegbeheerder en de gemeente worden afgewogen. Achter de Korte Zijlweg is tot slot een bouwhoogte van 40 meter opgenomen. Deze bouwhoogte wordt zonder stedenbouwkundige motivering niet inpasbaar geacht.

Commentaar gemeente Bloemendaal: In paragraaf 1.6 en in paragraaf 2.1.5 van de toelichting is ingegaan op beleidskaders. Voor de aanleg van een halte op het viaduct van de Westelijke Randweg is meer ruimte nodig dan dat met het verschuiven van de plangrens van het bestemmingsplan in noordelijke richting kan worden bereikt. De benodigde ruimte strekt zich immers vanaf het viaduct uit in zowel westelijke en oostelijke richting. Daarnaast is de spoorlijn geheel op het Bloemendaals grondgebied gelegen. Dit houdt in dat een smalle strook (de spoorweg) van ongeveer 350 meter lengte aan het bestemmingsplan moet worden toegevoegd. In het aangrenzende bestemmingsplan De Meiery is hiervoor een spoorwegbestemming opgenomen, waarbinnen een ov-halte kan worden gerealiseerd.


39

De noodzaak voor het verschuiven van de plangrens is derhalve niet aanwezig. Overigens zijn de plannen voor een ov-halte niet concreet, waardoor de exacte locatie onduidelijk is. Wat betreft de stedenbouwkundige onderbouwing het volgende. In het Ul-gebied is het wenselijk aan de zijde van de spoorweg de hoogte van de overbouwing af te stemmen op de omgeving. Dit houdt in dat de hoogte aan de spoorwegzijde niet hoger dan 15 meter en boven aan de zijde van de Zijlweg niet hoger dan 18 meter mag bedragen. Tot slot kan worden opgemerkt dat de bouwhoogte van 40 meter onjuist is. De bouwhoogte zal overeenkomstig de huidige bouwhoogte worden aangepast. Voor de financiering van de aanpassingen aan de N 208 kan worden verwezen naar het commentaar van de gemeente Haarlem.

Commentaar gemeente Haarlem: In het plan is rekening gehouden met de eisen zoals die zijn opgenomen in het locatiebeleid van het rijk. In artikel 22 lid 4 van de voorschriften is de mogelijkheid van een gefaseerde uitwerking opgenomen. Zodra de locatie voldoet aan de B-norm, zijn er mogelijkheden voor het bouwen van kantoren. Zoals door de provincie zelf aangegeven is, is de komst van een ov-halte een eerste aanzet om te voldoen aan die B-norm. Indien zonder een light-railverbinding de kans op een B-locatie gering is, zal de nadruk komen te liggen op woningbouw. Op korte termijn zal een projectopdracht opgesteld worden voor de overbouwing van de Randweg. Daarbij zal rekening worden gehouden met de hierboven gemaakte opmerkingen. De hoogte van de overbouwing nabij het spoor is afgestemd op bouwhoogten van Hogeschool en NOVA-college. Langs het spoor is een goothoogte toegestaan van 15 meter, gemeten vanaf het maaiveld. Richting de kruising Zijlweg / Randweg is een goothoogte van 18 meter toegestaan. De noodzaak voor het uitbreiden van het U-l gebied is niet aanwezig, aangezien in de aangrenzende bestemmingsplannen "Trini" en "Zijlweg / Westelijke Randweg -oost" de Randweg een verkeersbestemming heeft. In hoofdstuk 5 van de toelichting is aangegeven dat het voor de hand ligt dat noodzakelijke aanpassingen aan de N208 die direct voortvloeien uit de uitvoering van bepaalde planonderdelen, zoals de overbouwing, uit dat betreffende planonderdeel gefinancierd worden. Met de overige opmerkingen van de provincie zal in de verdere planvorming rekening mee worden gehouden. Rijksdienst voor de Monumentenzorg Het Haarlemse gedeelte van het plangebied geeft uit oogpunt van monumentenzorg geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Met betrekking tot de gemeente Bloemendaal wordt opgemerkt dat het van belang is dat nieuwe ontwikkelingen zo gesitueerd worden dat het beschermde monument villa Tetterode ruim gelegen blijft in een parkachtige tuin. Het verdient daarbij aanbeveling vor het benodigde wateroppervlak de bestaande vijver naast het huis te benutten en de voetgangersroute te integreren in de aanleg van de tuin. Commentaar gemeente Bloemendaal: Met de gemaakte opmerkingen kan worden ingestemd en zal zoveel mogelijk rekening mee worden gehouden. Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek Deze instelling heeft het voorontwerp bestemmingsplan van beide gemeenten doorgestuurd naar de Provincie Noord-Holland, aangezien in het kader van de afspraken in het cultuurconvenant 1996-2000 met de provincies is afgesproken dat zij in eerste instantie reageren op adviesaanvragen ex. Artikel 10 BRO waar het de archeologie en de cultuurhistorie betreft.


40

Schoonheids- en Monumentencommissie Haarlem De commissie adviseert om naast de lijst van de aanwezige monumenten, ook de panden op te nemen die op de "plan van aanpak" lijst gemeentemonumenten staan. De noodzaak voor het overbouwen van de Randweg komt in het plan niet naar voren. Wat de commissie betreft blijft de Randweg bij voorkeur open en herkenbaar. In dit kader is een beoogde omkering van een open ruimtelijke groenstructuur naar een gesloten steenachtige structuur niet wenselijk. Commentaar gemeente Haarlem: In de toelichting zijn bij par graaf 2.1.3 de panden toegevoegd die op de "plan van aanpak" lijst staan. De Westelijke Randweg vormt in zekere zin de grens tussen het verstedelijkte gebied van Haarlem aan de oostzijde en de wat meer suburbane verstedelijking aan de westzijde daarvan. Door realisering van de unilocatie van de Hogeschool ten westen van de Randweg en de bouw van het Nova-college ten oosten ervan, zal in de toekomst het stedelijke karakter van beide gebieden ter plaatse benadrukt worden. Door de overbouwing zal de Westelijke Randweg niet langer een grens zijn, maar zal de overgang van het ene naar het andere gebied als stedelijke continuïteit meer benadrukt worden. Vrouwen Advies Commissie De VAC heeft met betrekking tot het Haarlemse deel van het plangebied bedenkingen bij het ver doortrekken van de overkapping van de Westelijke Randweg. Het in een tunnel moeten voorsorteren kan voor verkeersonveiligheid zorgen. Er moet voldoende ruimte blijven tussen de overkapping en de kruising Westelijke Randweg/Zijlweg. Met betrekking tot het eventueel afbreken van de flats aan de Bij dorplaan wordt opgemerkt dat deze woningen voorlopig nog onmisbaar zijn. Door zorgvuldig onderhoud kunnen de woningen worden behouden. Het verdient aanbeveling de flats aan de Veldzigtlaan te behouden aangezien deze bestemd zijn voor een bijzondere doelgroep, namelijk alleenstaande ouderen. Commentaar gemeente Haarlem: Op de plankaart is in verband met veiligheid ruimte open gelaten tussen de zone waarbinnen de overbouwing mag komen en de kruising Zijlweg / Westelijke Randweg. Met betrekking tot de flats aan de Bijdorplaan wordt het mogelijk gemaakt in de toekomst nieuwbouw te realiseren. De gemeente is geen eigenaar van het complex; de keuze om het complex te onderhouden of nieuwbouw te plegen is niet aan de gemeente. De flats aan de Veldzigtlaan zijn positief bestemd. Waterschap Groot Haarlemmermeer Dijkgraaf en heemraden hebben geen op- of aanmerkingen; voor beide gemeenten geldt dat het voorontwerp bestemmingsplan buiten het beheersgebied van het waterschap Groot-Haarlemmermeer ligt. Stichting Belangengroep Zijlweg-West, p/a Zijlweg 287 (2015 CM) Haarlem: Inspreker stelt, vanwege het weinig concrete karakter van de woningbouwplannen op het voormalig Marinehospitaal-terrein, dat in deze fase geen uitspraken kunnen worden gedaan. Het voorstel de Westelijke Randweg te overbouwen is volgens de stichting een bedreiging voor de helderheid die de weg geeft. De Randweg is momenteel een duidelijke grens en vormt de overgang van stad naar het "groene" buitengebeuren. De stichting mist in het voorontwerp een beschouwing van de overlast waar omwonenden mee te maken krijgen, en doelt hiermee voornamelijk op de parkeerproblematiek. Van invloed hierop is het verkeersgedrag van studenten en medewerkers van de Hogeschool.


41

De stichting is van mening dat de parkeerproblematiek op te lossen is. Met de bouwplannen van de Hogeschool gaat de stichting akkoord. Commentaar gemeente Bloemendaal: De opmerking wordt voor zover deze betrekking heeft op het Bloemendaals grondgebied voor kennisgeving aangenomen. Commentaar gemeente Haarlem: Wat de overbouwing van de Westelijke Randweg betreft, wordt verwezen naar het commentaar van de gemeente Haarlem, zoals dat gegeven is bij de reactie van de Schoonheids- en monumentencommissie Haarlem. In het plan van de Hogeschool is voorzien in een ondergrondse parkeergarage die plaats biedt aan ca. 300 parkeerplaatsen. Op eigen terrein (maaiveldniveau) zal nog eens plaats worden geboden aan max. 150 parkeerplaatsen, waarmee het totaal op ca. 450 parkeerplaatsen komt. De afdeling Verkeer van de gemeente Haarlem heeft 355 parkeerplaatsen geëist; de Hogeschool zit daar dus 100 parkeerplaatsen boven. De verwachting is daarom niet dat er in de directe omgeving parkeerproblematiek ontstaat. Op verzoek van Stichting Belangengroep Zijlweg West, heeft de gemeente onderzoek gedaan naar het invoeren van een parkeerhebbendensysteem, op basis van de bestaande parkeerhebbendenverordening. Een dergelijk syteem biedt een parkeerregulering voor eigen belanghebbenden en ondersteunt tevens het voorgestelde restrictieve beleid van de Hogeschool. Afronding wettelijk vooroverleg Ter afronding van het wettelijk vooroverleg is het voorontwerp bestemmingsplan door beide gemeenten voorgelegd aan de Subcommissie voor de gemeentelijke plannen en de stadsvernieuwing van de Provinciale Planologische Commissie. Deze commissie heeft bij de behandeling van het plan op 29 augustus 2001 geen aanleiding gevonden tot het plaatsen van nadere opmerkingen. De commissie heeft beide gemeenten geadviseerd het plan verder in procedure te brengen.

4.4

Inspraakresultaten voorontwerp bestemmingsplan Zijlweg-West e.o.

Het voorontwerp bestemmingsplan Zijlweg-West e.o. is op 30 november 2000 ter inzage gelegd. De ter inzage legging van het voorontwerp is in de plaatselijke nieuwsbladen gepubliceerd. Tot en met 28 december 2000 heeft een ieder de gelegenheid gehad schriftelijke inspraakreacties op het voorontwerp in te dienen. Op dinsdag 12 december 2000 heeft een inspraakavond plaatsgevonden. De reacties en opmerkingen die tijdens de inspraakavond op vragenformulieren zijn gezet, worden met de ingekomen schriftelijke inspraakreacties in deze paragraaf behandeld. Schriftelijke inspraakreacties: Vereniging Zocher, Zocherstraat 45 - hs (1054 LS) Amsterdam: Inspreker verzoekt aan de villa Tetterode en omliggende tuin een meervoudige gezichtsbepalende functie toe te kennen. Dit houdt onder meer in dat naast een woonbestemming voorgesteld wordt aan een deel van het pand een publieke functie toe te kennen, zoals een atelier en/of informatiecentrum. Voor de tuin denkt men aan een beeldentuin, kijktuin en/of theetuin. Commentaar gemeente Bloemendaal: Afhankelijk van meer concrete gegevens kan worden bezien in hoeverre de door inspreker gewenste functies voor de villa en de tuin binnen de aangegeven bestemming inpasbaar zijn. Overigens is voor medewerking hieraan overleg met de eigenaar noodzakelijk.


42

De heer/mevrouw J.F. Dekker-Wenke, Bloemendaalseweg 283 (2051 GG) Overveen: Inspreker pleit voor behoud van het hoogteverschil van de opgang richting het voormalig Marinehospitaal-terrein aan de Bloemendaalseweg te Overveen. Commentaar gemeente Bloemendaal: Het bestaande hoogteverschil tussen de Bloemendaalseweg en het Marinehospitaalterrein blijft gehandhaafd. Wel zal dit verschil bij het ontwerp van de bebouwing waar nodig worden benut voor de realisering van een (semi-ondergrondse) parkeerruimte onder de bebouwing. De Parochie O.L.V. Onbevlekt Ontvangen, Korte Zijlweg 7 (2051 BD) Overveen: In verband met de stijgende onderhoudskosten verzoekt inspreker het mogelijk te maken op de plaats van het oude verenigingsgebouw een kantoor te kunnen realiseren. Commentaar gemeente Bloemendaal: Het oude verenigingsgebouw Korte Zijlweg 9A krijgt in principe de bestemming Maatschappelijke doeleinden subbestemming 'verenigingsgebouw'. Het is planologisch niet gewenst om bij vervangende nieuwbouw het pand een dubbelbestemming Woon- en Kantoordoeleinden te geven (zoals bij Korte Zijlweg 9). Het beleid is erop gericht om bijfunctieverandering van gebouwen in eerste instantie de woonbestemming te laten prevaleren. Vervolgens komt een maatschappelijke bestemming in aanmerking. Mevrouw J.L. Buks, Prins Hendriklaan 23 (2051 JA) Overveen: Door inspreker wordt, in tegenstelling tot een woonbestemming, verzocht op het terrein van het voormalig Marinehospitaal een nieuw ziekenhuis te realiseren met bijbehorend hotel voor de gasten van de patiënten. Commentaar gemeente Bloemendaal: Sinds 1990 is een woonbestemming voor het Marinehospitaalterrein de gewenste planologische invulling. Hiervoor is in 1990 eveneens een stedenbouwkundig basisplan opgesteld. Thans is met het onderhavige bestemmingsplan een concrete planologische invulling aan deze wens gegeven. In verband daarmee is de vestiging van een nieuw ziekenhuis niet aan de orde. De heer/mevrouw H. Buys, Jan Bontelaan 10 (2015 EH) Haarlem: Inspreker vraagt zich af of de zichtlijn nabij het weiland van de manege aan de Korte Zijlweg te Overveen richting het zgn. Brouwersvaartgebied van de gemeente Haarlem behouden blijft. Commentaar gemeente Bloemendaal: De zichtlijn vanaf de Korte Zijlweg richting Haarlem blijft behouden in die zin dat in het gebied geen bebouwing zal worden toegestaan. De zichtlijn wordt overigens verstoord door opgaande begroeiing in het Haarlemse Brouwersvaartgebied en bomen langs de Westelijke Randweg. De bewoners / gebruikers van de panden Zijlweg 3, 5, 7 en 9 (2051 BA) te Overveen: Door de insprekers wordt de bezorgdheid geuit over een verhoogde verkeersdruk (ontoereikendheid van het aantal parkeerplaatsen) en de verkeersafwikkeling (o.a. één richting weg door de Bijdorplaan) als gevolg van de te realiseren unilocatie van de Hogeschool Haarlem. De bewoners zijn tot slot van mening dat de Zijlweg als historisch interessant dorpsgezicht grotere zorg en aandacht verdient.


43

Commentaar gemeente Bloemendaal: De verkeersdruk (parkeren) zal op de behoefte worden afgestemd. Die behoefte hangt af van de parkeernorm en het daaraan gekoppelde parkeerbeleid. De verkeersafwikkeling levert via de Veldzigtlaan (ingaand) en de Bijdorplaan (uitgaand) met de bestaande infrastructuur de beste verkeerscirculatie. Commentaar gemeente Haarlem: Het leiden van het autoverkeer via de Schoonzigtlaan betekent dat het verkeer op zeer korte afstand van de kruising Zijlweg/Westelijke Randweg de Zijlweg op komt. Dit levert verkeerskundig gezien meer bezwaren op dan het verkeer leiden naar de kruising Bijdorplaan/Zijlweg. Hoe binnen het plangebied het verkeer geleid wordt zal overigens nader bestudeerd en uitgewerkt worden. Voor het bestemmingsplan en deplankaart is het van belang dat verkeerscirculatie in ieder geval mogelijk wordt gemaakt door middel van de verkeersbestemming.

Werkgroep Tuinbouwgebied, Leidseplein 49 (2013 PW) Haarlem: Ondanks het feit dat het zgn Brouwersvaartgebied niet in het onderhavige voorontwerpbestemmingsplan is opgenomen pleit inspreker er voor in de toelichting een passage op te nemen waarin de zichtlijn vanaf de Korte Zijlweg op de oude St. Bavo wordt opgenomen als onderdeel van de stedenbouwkundige visie. Voorts is op de plankaart bij de bestemming AR niet de toevoeging (o) opgenomen. Inspreker vraagt zich af of dit inhoudt dat bebouwing in dit geval mogelijk is. Tot slot wordt gewezen op artikel 18 alsmede op artikel 17 lid 2 van de planvoorschriften. In deze artikelen wordt enerzijds de mogelijkheid geboden binnen het grondgebied van Haarlem volkstuinen te realiseren en anderzijds binnen de bestemming "Natuur en Landschap met agrarisch gebruik" bouwwerken tot 2.00 meter op te richten. Deze bepalingen beperken de voornoemde zichtlijn. Commentaar gemeente Bloemendaal: In de toelichting zal een passage worden opgenomen over de zichtlijn. De bebouwing binnen de bestemming AR betreft uitsluitend andere bouwwerken met een hoogte van niet meer dan 1.00 meter.

Omwonenden Bloemendaalseweg 313 t/m 323, p/a Bloemendaalseweg 313 (2051 GH) Overveen: Insprekers zijn bezorgd over de wijzigingsbevoegdheden in het voorontwerp-bestemmingsplan ter plaatse van de garage Van Wijk en aannemersbedrijf Rijnierse. Zij vrezen een aantasting van de privacy en veiligheid van de achtertuinen. Voorgesteld wordt ten behoeve van een zgn bufferzone aan de achtertuinen grenzende grond ter verkoop aan de voornoemde omwonenden aan te bieden. Voor een goede ontsluiting en in verband met de parkeergelegenheid wordt voorgesteld in deze zone tevens rekening te houden met het bouwen van garages. In verband met het landelijke karakter wordt daarnaast voorgesteld het maximaal aantal woningen in het wijzigingsgebied te heroverwegen. Tot slot zijn de insprekers benieuwd naar de resultaten van het bodemonderzoek ter plaatste van het garagebedrijf Van Wijk. Commentaar gemeente Bloemendaal: Voor aantasting van de privacy en veiligheid van de achtertuinen hoeft niet te worden gevreesd indien bij de uitwerking een voldoende brede groene bufferzone tussen de nieuwbouw en de achtertuinen wordt gerealiseerd. Het is niet de bedoeling om in de open groene ruimten garages of andere bijgebouwen te bouwen. Parkeren dient onder de appartementengebouwen plaats te vinden; bij eengezinshuizen in- of aangebouwd. Eventuele verkoop van gronden aan de omwonenden kan onder voorwaarden (voldoende deelnemers, niet bebouwen enz) worden overwogen.


44

De verkoop is vervolgens een zaak van de grondeigenaar (projectontwikkelaar). In tegenstelling tot hetgeen hierover in de reactie is geschreven is door de gemeente geen aanbod gedaan aan de eigenaren/bewoners van de woningen aan de Bloemendaalseweg. Het voorgestelde aantal woningen is in U2 gelimiteerd tussen 60 en 90 en in het wijzigingsgebied op maximaal 15 bepaald. Afhankelijk van de planvorming, waarbij rekening houdend met de aanwezigheid van waardevolle landschappelijke elementen, groenbuffers en andere belemmeringen, zoals geluidzones en bouwhoogten, zal blijken of genoemde maxima kunnen worden gerealiseerd. De resultaten van het inmiddels uitgevoerde bodemonderzoek ter plaatse van garage Van Wijk geven geen aanleiding voor nader onderzoek of bodemsanering.

De heer / mevrouw Van der Horst, Lips, Waldeck Pyrmontlaan 3 (2051 HW) Overveen: Deze reactie richt zich op de overbouwing over de Westelijke Randweg en de verkeersaantrekkende werking van de scholen in het gebied. Gesteld wordt dat het aanbrengen van bebouwing over de Randweg geen goed voornemen is. Het gebied is door de aanwezigheid van twee scholen en de Westelijke Randweg al zwaar belast. Extra hoeveelheid activiteiten en mensen betekent ook een verkeerskundige druk op de aangrenzende woonwijk in Overveen. Gevreesd wordt dat de overbouwing tot een grote "steenmassa" leidt, terwijl nu de bestaande gebouwen van de Provincie en de Hogeschool de ruimte hebben dankzij het aanwezige groen langs de Randweg. Daarbij wordt gevreesd dat de toegestane bouwhoogte van 18 meter te hoog is, zeker aan het spoor. Voor de buurt zou dit kunnen leiden tot slagschaduwen en ontstaat er als het ware een "stenen horizon". Voorgesteld wordt een dergelijke hoogte alleen toe te staan ter hoogte van het gebouw van de provincie, dat wat hoogte betreft meer aan zou sluiten. Voor zover deze reactie betrekking heeft op het grondgebied van de gemeente Bloemendaal, wordt verzocht het voorstel de Westelijke Randweg verdiept aan te leggen serieus te onderzoeken. Daarbij wordt gesteld dat een tunnel onder de kruising van de Randweg-Zijlweg tot voorbij de kruising Randweg-Julianalaan de verkeersbelasting enorm zal doen afnemen. Om te voorkomen dat het verkeer, dat door twee scholen wordt aangetrokken, gebruik maakt van de sluiproute Zijlweg - Julianalaan, is de vraag of de doorgangen onder het spoorviaduct afgesloten kunnen worden. Commentaar gemeente Bloemendaal: Over een onderzoek naar het ondertunnelen van de Westelijke Randweg is nog geen besluit genomen. Met de provincie zal hierover van gedachte worden gewisseld. De maximale hoogte van de overbouwing nabij het spoor dient gelijk te zijn aan de bouwhoogte bij NOVA-college c.q. de Hogeschool (resp. 18 en 15 meter). Commentaar gemeente Haarlem: De hoogte van 18 meter is gerelateerd aan de hoogte van de ietwat verdiept liggende Randweg. De vrije hoogte van de doorgang bedraagt ca. 5 meter. De constructiehoogte zal 1 a 2 meter zijn. Daarop is dan nog een overbouwing ca. 12 meter mogelijk. Gerelateerd aan de omgeving is dat een passende hoogte. Voor de beeldvorming vanuit de woonomgeving een heuvel met daarop bebouwing tot 4 lagen hoog. Nabij het spoor wordt voor de overbouwing een goothoogte toegestaan van 15 meter, gemeten vanaf het maaiveld. De vraag is of het geheel verdiept aanleggen van de Westelijke Randweg financieel haalbaar is. Mogelijk zal op initiatief van de provincie Noord-Holland een studie verricht worden naar de mogelijkheden voor het verdiept aanleggen van de Randweg. Overigens, indien bijvoorbeeld een ongelijkvloerse rotonde ter plaatse van de Zijlweg uitvoerbaar blijkt te zijn, zal de Randweg in zuidelijke richting iets verdiept worden.


45

Wat betreft het afsluiten van de verbinding tussen de Julianalaan en de Zijlweg, kan opgemerkt worden dat daartoe in principe bereidheid bestaat, mits dat van toepassing is voor het autoverkeer. Wel moet bedacht worden dat de betreffende woonwijk in Bloemendaal in dat geval, waar het gaat om de bereikbaarheid per auto richting Heemstsede en Haarlem Zuidwest, zal moeten omrijden via de Julianalaan/Bloemendaalseweg. Een en ander betreft echter geen maatregel in het kader van het bestemmingsplan, maar betreft vooral een verkeersmaatregel, ondersteund met fysieke civiel-technische voorzieningen. R.J Heibes, A.E. Verster (Bestuur VvE Bijdorplaan), Bij dorplaan 62 (2015 CG) Haarlem In het voorontwerp bestemmingsplan is in wijzigingsgebied I de tuin opgenomen die eigendom is van bewoners van het flatgebouw aan de Bijdorplaan. De bewoners zijn niet bereid afstand te doen van de grond en willen de bestemming niet wijzigen. De bewoners zijn tevreden over de groenstrook die tussen het flatgebouw en het gebouw van de Hogeschool is opgenomen. Gevraagd wordt rekening te houden met de wensen die de bewoners hebben ten aanzien van de beplanting. Wat parkeergelegenheid betreft maken de bewoners zich zorgen over het feit dat docenten en studenten hun auto zullen parkeren op de parkeerplaatsen voor en achter de flat. Gevraagd wordt om een goede parkeerregeling voor bewoners van de flat. Commentaar gemeente Haarlem: Het gebied van de op deplankaart aangegeven wijzigingsbevoegdheid is aangepast;de tuin van de vereniging van eigenaren wordt positief bestemd en de grens van het wijzigingsbevoegdheidgebied is verlegd. Het bestemmingsplan maakt de bestemming openbaar groen mogelijk; details met betrekking tot de beplanting komen bij de nadere uitwerking aan de orde. Wat parkeeroverlast betreft is in februari 2001 gestart met een enquête onder bewoners inzake de introductie van een belanghebbendensysteem.

De heer/mevrouw R. Vos, Waldeck Pyrmontlaan 1 (2051 HW), Overveen: Inspreker maakt zich zorgen over het parkeerprobleem bij de Waldeck Pyrmontlaan in relatie tot de studenten die niet in de ondergrondse parkeergarage mogen parkeren. Inspreker stelt voor parkeervignetten in te voeren. Commentaar gemeente Bloemendaal: Zie commentaar gemeente Haarlem. Commentaar gemeente Haarlem: In februari 2001 is gestart met een enquête onder bewoners inzake de introductie van een belanghebbendensysteem. De gemeente Haarlem verwacht niet dat er sprake zal zijn van verkeeroverlast. Verwezen wordt naar het commentaar zoals gegeven bij de reactie van Stichting Belangengroep Zijlweg-west.

De heer E.A. van Amstel, Waldeck Pyrmontlaan 17 (2051 HW) Overveen; Ook hier wordt voorgesteld de voorgestelde overbouwing over de Westelijke Randweg uit voeren boven een "ondertunnelde" weg. De tunnelbuis zou kunnen beginnen bij het kruispunt Zijlweg en eindigen bij het eind van de W. de Zwijgerlaan. Het viaduct over de Julianalaan kan hiermee komen te vervallen. Voordeel van het verdiept aanleggen van de Randweg is dat de veiligheid toeneemt voor omwonenden in Overveen, dat de geluids- en stankoverlast sterk verminderd wordt, en dat de oude structuur van het dorp Overveen hersteld wordt. Naar de Hogeschool en het Novacollege kunnen goede toegangswegen gecreëerd worden en voor het plaatselijke verkeer kan een betere wegverbinding tot stand worden gebracht. Door situering van een


46

halteplaats ter hoogte van het huidige spoorviaduct kan een plaatselijke aansluiting komen op een light-rail verbinding. Tot slot kunnen op de overbrugging parkeerplaatsen en groenvoorzieningen komen.

Commentaar gemeente Bloemendaal: Het idee van het verdiept aanleggen van de Westelijke Randweg zal (bestuurlijk) worden besproken en globaal getoetst op wenselijkheid en haalbaarheid. Commentaar gemeente Haarlem: Met betrekking tot het eventueel verdiept aanleggen van de Westelijke Randweg wordt verwezen naar Het commentaar van de gemeente Haarlem, zoals gegeven bij de reactie van de heer/mevrouw Van der Horst/ Lips.

Reacties ingediend tijdens inspraakavond: Mevrouw Y.M.I. Greuter-Vreeburg, Dahlialaan 14 (2111 ZN), Aerdenhout: In verband met de regel dat 1/3 van de woningen in de sociale sector dient te worden gerealiseerd, vraagt inspreker wie bepaalt wie de toekomstige bewoners zullen worden. Voorts verzoekt inspreker te bevorderen dat op het terrein van het voormalig Marinehospitaal-terrein een kleine woonvoorziening (ongeveer 8 personen) voor verstandelijke gehandicapten kan worden gerealiseerd. Commentaar gemeente Bloemendaal: Toekomstige bewoners in de sector 1/3 sociaal worden geselecteerd en aangewezen op de wijze zoals bepaald in de Huisvestingsordeing van de gemeente Bloemendaal. De locatie leent zich op voorhand niet voor de realisatie van een woonvoorziening voor verstandelijk gehandicapten. Bezien kan worden ofe.e.a. eventueel met ouderenhuisvesting en/of groepswonen kan worden samengevoegd.

De heer G.P.A. van Driel, Verspronckweg 122 (2023 BN) Haarlem: Inspreker vraagt zich af waarom er geen langzaam verkeersroute is opgenomen op de plankaart die in één lijn loopt vanaf het spoorwegviaduct langs de spoorlijn richting het station Overveen. Voorts wordt opgemerkt dat op de plankaart de kadastrale secties (naam en gemeentenaam) en de gemeentenamen ontbreken. Tot slot wordt verzocht de betekenis van W* op de plankaart te verklaren. Commentaar gemeente Bloemendaal: De beoogde langzaam verkeersroute is om veiligheidsredenen (afgelegen, niet goed zichtbaar) niet rechtstreeks langs de spoorbaan geprojecteerd. De vermelding van de kadastrale sectie aanduidingen, gemeentenamen en verklaring van W* op de plankaart zal in het plan worden opgenomen. Commentaar gemeente Haarlem: Zie commentaar van de gemeente Bloemendaal.

De heer/mevrouw K. Seysener, Bijdorplaan 20 (2015 CE), Haarlem: Inspreker pleit voor voldoende parkeerplaatsen voor de omwonenden van de Bijdorplaan alsmede voor de eventuele invoer van parkeervignetten. Ten aanzien van de kruising Bijdorplaan - Zijlweg wordt opgemerkt dat deze verkeersonveilig is.


47

Om de omgeving van de Hogeschool vrij van zwerfvuil te houden wordt verzocht meer en vaker schoon te maken door gemeentelijke diensten. Commentaar gemeente Bloemendaal: Zie commentaar van de gemeente Haarlem. Commentaar gemeente Haarlem: Bij de aansluiting van de Bijdorplaan op de Zijlweg is tevens in aansluiting op de reconstructie op Haarlems grondgebied, voorzien in een 50km-drempel direct ten westen van deze aansluiting door Bloemendaal op haar grondgebied. Beide reconstructies bieden een zodanige herindeling dat deze kruising voldoende veilig wordt. Het schoonhouden van het terrein van de Hogeschool is taak van de Hogeschool zelf.

De heer/mevrouw A. Daverveldt, E. Casimirlaan 81 (2051 HB), Overveen; De heer/mevrouw C. Kortekaas, Waldeck Pyrmontlaan 4 (2051 HX), Overveen; De heer/mevrouw A.G.M. ter Laak, E. Casimirlaan 83 (2051 HB), Overveen: Deze reacties zijn tijdens de inspraakavond afzonderlijk ingediend, maar richten zich allemaal op de Westelijke Randweg. Door de voornoemde insprekers wordt voorgesteld de Westelijke Randweg vanaf het kruispunt Zijlweg en het spoorwegviaduct tot en met het eind van de Willem de Zwijgerlaan verdiept aan te leggen. Hierdoor kan het viaduct aan de Julianalaan komen te vervallen. Commentaar gemeente Bloemendaal: Het idee van het verdiept aanleggen van de Westelijke Randweg zal (bestuurlijk) besproken worden en globaal getoetst op wenselijkheid en haalbaarheid. Commentaar gemeente Haarlem: Met betrekking tot het eventueel verdiept aanleggen van de Westelijke Randweg wordt verwezen naar Het commentaar van de gemeente Haarlem, zoals gegeven bij de reactie van de heer/mevrouw Van der Horst/ Lips.

De heer/ mevrouw A. Galema, Willem de Zwijgerlaan 96 (2051 KK) Overveen Tot slot wordt ook hier voorgesteld de Randweg over een bepaalde lengte te verdiepen. Daarnaast wordt de vraag gesteld of de genoemde 285 parkeerplaatsen bij de Hogeschool genoeg zullen zijn. Commentaar gemeente Bloemendaal: Het verdiept aanleggen van de Westelijke Randweg is reeds hierboven becommentarieerd. Voor het aantal benodigde parkeerplaatsen kan worden verwezen naar het commentaar van de gemeente Haarlem. Commentaar gemeente Haarlem: Wat het aantal benodigde parkeerplaatsen betreft wordt verwezen naar het commentaar van de gemeente Haarlem zoals dat gegeven is bij de reactie van Stichting Belangengroep Zijlweg-west.


48

5. ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID De exploitatieopzet voor de verschillende voorgestane ontwikkelingen binnen het plangebied valt uiteen in verscheidende onderdelen. De Hogeschool Haarlem bekostigt de aanleg van de ondergrondse parkeergarage door de verkoop van haar gronden op zowel Bloemendaals als Haarlems grondgebied. Door de Hogeschool wordt voorgesteld de gronden in twee fasen te verkopen. Het eerste deel kan verkocht worden zodra er overeenstemming is over de grondverkoop, het tweede gedeelte kan van de hand worden gedaan zodra de nieuwbouw van de Hogeschool gereed is. Reden hiervoor is dat de Hogeschool tijdens het bouwen ruimte beschikbaar wil hebben voor het realiseren van tijdelijke parkeerplaatsen. De Hogeschool stelt voor als eerste het stuk grond aan te bieden waar de Springertuin gelegen is. Voor zover het versmallen van de Bijdorplaan en het plaatsen van groen gerelateerd is aan de nieuwbouw van de Hogeschool, zal dit in een exploitatieovereenkomst geregeld moeten worden. Overigens zullen daartoe gelden in het Investeringsplan opgenomen moeten worden. De overbouwing van de Westelijke Randweg zal, gecombineerd met kantoren en woningbouw naast de overbouwing, maar binnen het uitwerkingsgebied, een rendabel project moeten zijn. De kosten van de overbruggingsconstructie zullen met name opgebracht moeten worden door intensiviteit van de bebouwing en meeropbrengsten van kantoren en zonodig dure woningen. Het ligt voor de hand dat noodzakelijke aanpassingen aan de N208 die direct voortvloeien uit de uitvoering van bepaalde planonderdelen, zoals de overbouwing, uit dat betreffende planonderdeel gefinancierd worden. Bij het vinden van een oplossing voor het aanpassen van de kruising Zijlweg / Westelijke Randweg hebben zowel de provincie Noord - Holland als de gemeente Haarlem belang. De provincie heeft in het Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2001 - 2005 in ieder geval dit kruispunt opgenomen om te onderzoeken of de verkeersveiligheid verbeterd kan worden.


49

BIJLAGE 1 INVENTARISATIE HUIDIGE PARKEERSITUATIE Geteld is op donderdag en dinsdag, de twee drukste dagen, en op de drukste uren. Ook is geteld in de vakantie en op een avond, toen er geen avondonderwijs was. In de omliggende straten is het totaal geteld, zowel bewoners, andere bezoekers als Hogeschool personeel en -studenten. De avond- en vakantietelling geven een indruk van gebruik door anderen dan Hogeschoolpersoneel en -studenten. De totale capaciteit per gebied is als volgt bepaald: op de parkeerterreinen het totale aantal aangegeven vakken. Op straat 6 meter per auto, 5 meter uit de hoek. In Haarlem zijn de straten in hun geheel meegenomen, in Bloemendaal de Ernst Casimirlaan geheel, Oranje Nassaulaan en Prins Hendriklaan vanaf hun kruising naar de W. Piermontlaan, deze laatste van viaduct tot viaduct. Uit parkeeronderzoek is gebleken dat de huidige bezetting als volgt was: Overzicht bezetting parkeerplaatsen: Datum Tijd Opmerkingen

08-03 14.00 vakantie

13-03 15-03 20-03 22-03 27-03 12.30 13.15 12.00 12.10 21.00 avond school dicht

1. Bloemendaal: Oranje Nassaulaan 19 20 Prins Hendriklaan 7 12 Ernst Casimirlaan 11 7 3 2 W. Piermontlaan Totaal 40 41 2. Haarlem Schoonzichtlaan 3 18 90 Bij dorplaan 45 11 Veldzigtlaan 23 Zijlweg .56 48 Totaal 115 179 3. Parkeerterreinen Hogeschool: Groot P-terrein 0 131 HEO terrein 52 0 HTS voor 26 32 HTS zijkant 8 20 HTS achter 0 15 Totaal 34 250 4. Totaal op parkeerterreinen en in 189 470

19 9 7 _2 37

11 6 8 0 25

11 4 14 3 32

16 91 25 48 180

17 86 25 56 184

21 92 27 66 206

111 98 56 58 30 31 19 18 16 11 234 214 ide buurt 451 423


52

capaciteit 22 45 43 21 131

2 45 15 51 113

66 128 32 68 294

22 11 18

J.

106 50 32 18 9 215

172 51 32 20 19 294

453

719

Verkeersbewegingen: Momenteel wordt de Zijlweg westzijde in het (ochtend- en avond)spitsuur gebruikt door ca. 850 automobilisten in beiderichtingentesamen. Het gebruik van de Schoonzichtlaan door autoverkeer wordt voornamelijk bepaald door het verkeer van en naar de Hogeschool en het gebouw van de provincie Noord-Holland. In de (ochtend- en avond)spits maken hiervan ca. 300 automobilisten gebruik (in beide richtingen). De Bijdorplaan wordt gebruikt door een zeer beperkt aantal automobilisten (naar schatting ca. 50 in het spitsuur in beide richtingen). In de toekomst zal sprake zijn van een autonome toename van 1 % per jaar. Gelet op het bestaande gebouw van de provincie Noord-Holland en de toekomstige invulling van de Hogeschool en de bijbehorende verkeerscirculatie zullen naar verwachting de volgende intensiteiten van toepassing zijn: Wegvak Zijlweg Schoonzichtlaan Bijdorplaan

Ochtendspitsuur 925 325 100

avondspitsuur 900 225 225

In samenhang met de ontwikkelingen op het terrein van het NOVA-College en de reconstructieplannen (uit te voeren in 2001/2002) van de Zijlweg (incl. kruising met de W. Randweg) zal de capaciteit voldoende zijn om het verkeer af te wikkelen.


BIJLAGE 2 INVENTARISATIE WEG- EN RAILVERKEERSLAWAAI Wegverkeerslawaai Waameempunt A, Zijlweg 281 B, Zijlweg 7 C, Bloemendaalseweg 335 D, Bloemendaalseweg 309 E, Westelijke Randweg F, Schoonzigtlaan H, Marinehospitaalterrein J, Korte Zijl weg

Geluidbelasting inclusief aftrek 5 dB(A) 54 dB(A) 62 dB(A) 52 dB(A) 54 dB(A) 70 dB(A) 59 dB(A) 51 dB(A) 53 dB(A)

Railverkeerslawaai

AS-WIN97 Immissieberekening

lP2010-15(v8/00)

| j

kilometer begin 1100

versie 1

traject

401

kilometer eind 11100

kilometerstand

1998

aantal sporen 2

zone 200

12

-\

10

_J3_ 6 O

4

J2_ 0

"V

100|

1000

Afstand Waarnemer

20 meter

Immissie

Indicatie

Hoogte Waarnemer

5.0 meter

zonder

Immissie met

Hoogte Spoor

1.5 meter

Hoogte Scherm

0 meter

Afstand Scherm

4.5 meter

Overzijde Spoor

0.3 fractie bebouwd

Bodemfactor

1.0 fractie zacht


schermeffect schermeffect

&2

60.2

avond

57.2

57.2

nacht

-&2I

49.a

etmaal

&A

62.3

52

BIJLAGE 3

VERKLARING HOGESCHOOL AANSTELLEN COÖRDINATOR VERVOERSMANAGEMENT

Hogeschool Haarlem

Telefoon (023) 5412 407 Fax (023) 5412 499 Email [email protected] Datum 25 april 2001 Uw kenmerk Kenmerk 2001/0467/aj

Postbus 137, 2000 AC Haarlem Gemeente Haarlem t.a.v. de heer J. Bakker hoofd afdeling Verkeer en Vervoer Postbus 562 2003 RN HAARLEM

Onderwerp vervoersbeleid Hogeschool Haarlem

Geachte heer Bakker, Zoals u weet is de Hogeschool Haarlem bezig met het realiseren van een unilocatie van de hogeschool op de plaats van de huidige campus aan de Bijdorplaan/Veldzigtlaan. Tijdens de bespreking van het voorontwerp Bestemmingsplan is met u gesproken over het aantal parkeerplaatsen dat de hogeschool in de nieuwbouw zal moeten realiseren ten behoeve van medewerkers en studenten van de school. In dat kader bevestig ik u hierbij dat de Hogeschool Haarlem het 'Bedrijfsvervoerplan Hogeschool Haarlem' (in november 1999 opgesteld door Soeters Mobiliteits Advies) zal uitvoeren. Daarbij kiest de Hogeschool Haarlem voor het derde, meest vergaande scenario. Ook zal de Hogeschool Haarlem een vervoerscoórdinator aanstellen. Het vervoersbeleid van de Hogeschool Haarlem is inmiddels uitgewerkt in een beleidsnotitie die binnenkort definitief door het College van Bestuur wordt vastgesteld. Onmiddellijk na vaststelling van het vervoersbeleid zal bij de Hogeschool Haarlem een vervoerscoórdinator worden aangesteld die de verdere uitwerking van het beleid voor zijn of haar rekening z^il nemen. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Met vriendelijke groet, namens het College van Bestuur

cc.

mevr. A. Linschoten, projectsecretans dhr. A. Mmisfort, Dienst Huisvesting Hogeschool Haarlem

BIJLAGE 4 OVERZICHT AANWEZIGEN INSPRAAKAVOND, d.d. 12 december 2000 Voorlettersi P.F.M. G.H.M. W. L. H.H. H. J. RJ. M.H. J.L. P. A.G.M. G.H. G. M. K. R. QH. W.W. S.C. R. AenC G.M. F. Hr. F. A.G.M. A.G.M. D. D. M. R. H. J. F. R.J. P. J. C. E.A. F. Fam. Fam.

adresi

naam Mutsaers Giebels Buma Verbruggen van Wechem Bilars van Rooijen van Hal de Goeij Prins Bomans Ter Aar Damave van Kesteren Fris Seijsener Vos Pregel v.d.Wit Rijpma Rijpma Mulder Menis Klinst Gaanderse Schreurs van Herken van der Sluis Galema Klein Schiphorst Vonk van Dam Schoorl Tulp ten berge v.d. Werf Heibes de Vries Nobel Kiens v.d.Amstel Schaven Bongenaar van der HorstLips

Emmalaan 1 Regentesselaan 19 Grevelingen 41 Prins Hendrikkade 21 Krokusstraat 16 Veldzigtlaan 90 Veldzigtlaan 94 Prins Hendriklaan 66 Veldzigtlaan 38 Prins Hendriklaan 23 Bloemendaalseweg 250 E.Casimirlaan 83 Veldzichtlaan Krokusstraat 10 Bijdorplaan 116 Bijdorplaan 20 W. Pyrmontlaan 1 Regentesselaan 16 Regentesselaan 36 E. Casimirlaan 58 E. Csimirlaan 58 Julianalaan 76 Zijlweg 47 Denijs van Hullelaan 24 Lage Duin en Daalseweg 35 Bloemendaalseweg 313 Teslastraat 72 K. Zijlweg 27 Willem de Zwijgerlaan 96 Leidsevaart 268 Obistraat 63 Zandvoorterpad 4 Julianalaan 176 Rustenburgerweg 4a Houtmanpad 8 Irisstraat 26 Bijdorplaan 40 Bijdorplaan 26 Prisn Hendriklaan 19 W. Pyrmontlaan 18 W. Pyrmontlaan 17 Koppestokstraat 79 Kijkduinstraat 20 W. Pyrmontlaan 3


woonplaats postcode; Haarlem 2015 BS Haarlem 2015BW 2105 ZE Heemstede 2051 JA Overveen Haarlem 2015 AG Haarlem 2015 CC Haarlem 2015 CC Overveen 2051 JE Haarlem 2015 CB 2051 JA Overveen Overveen 2051 PN 2051 HB Overveen Haarlem 2015 CA Haarlem 2015 AG Haarlem 2015 CH Haarlem 2015 CE 2051 HW Overveen Haarlem 2015 BX 2015 BZ Haarlem 2051 HD Overveen Overveen 2051 HD Overveen 2051 HD Haarlem 2013 DC Haarlem 2015 GM Haarlem 2015 GN 2051 GH Overveen 2014 KN Haarlem Haarlem 2013 DC Haarlem 2051 KK 2014 HH Haarlem 2022 EG Haarlem Haarlem 2051 BC 2051 JW Haarlem Bloemendaal 2061 JB 2015 EW Haarlem 2015 AT Haarlem 2015 CG Haarlem Haarlem 2015 CE 2051 JA Overveen Overveen 2051 HX 2051 HW Overveen 2014 AM Haarlem 2014 DE Haarlem 2051 HW Overveen

54

I Voorletters A. R.M.H. C. M. P.A. J. G.

naam Boutellier van Dijk Staal Raasveld Gombault Patijn van Ravenzwaaij

Adres Zijlweg 5 Veldzigtlaan 138 Veldzigtlaan 148 Bloemendaalseweg 319 Kennemerweg 4 Laan van Boreel 12 Bloemendaalseweg 249


postcode 2051 BA 2015 CD 2015 CD 2051 GH 2061 HS 2061 KN 2051 GH

woonplaats Haarlem Haarlem Haarlem Overveen Bloemendaal Bloemendaal Overveen

|

55

TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN ZIJLWEG-WEST E.O

Recommend Documents