Toekomst voor de Blauwe Schuit? Rapportageonderzoek centrum voor kunsteducatie De Blauwe Schuit
Gemeente Hoorn februari 2008
Bestuur & Management Consultants februari 2008 drs. H.J.M. Akkermans Projectnummer: 222021
TOEKOMST VOOR DE BLAUWE SCHUIT?
INHOUD HOOFDSTUK 1
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 4
INLEIDING
4
1.1
Aanleiding voor de opdracht
4
1.2
De opdracht aan BMC
4
1.3
Aanpak van onze quick scan
5
1.4
De opbouw van dit rapport
6
FEITEN
7
2.1
Beleid & Subsidiënten
7
2.2
Het aanbod van De Blauwe Schuit
9
2.3
Concurrenten
14
2.4
Werving
14
2.5
Financiële exploitatie
14
2.6
Toelichting op de financiele exploitatie
16
2.7
Ontwikkeling negatieve vermogen
17
2.8
Ontwikkeling exploitatietekort
18
2.9
Vergelijkend prijsniveau van het aanbod
19
2.10
Vergelijking De Blauwe Schuit met soortgelijke organisaties
19
2.11
Een beknopte juridische en organisatiekundige beschrijving
20
ANALYSE
21
3.1
Trends en ontwikkelingen in de publieke vraag naar kunsteducatie amateurs 21
3.2
Gemeentelijk beleid/subsidiënten
23
3.3
Positionering
24
3.4
Bedrijfsvoering
24
3.5
Marktpositie (concurrentie)
24
3.6
Financiële exploitatie, benchmarkgegevens
25
CONCLUSIES
26
4.1
Inhoudelijk
26
4.2
Bedrijfsvoering
26
4.3
Subsidierelatie
27
2/34
TOEKOMST VOOR DE BLAUWE SCHUIT?
HOOFDSTUK 5
AANBEVELINGEN
28
5.1
Inhoud
28
5.2
Bedrijfsvoering
28
5.3
Subsidiebeleid
28
BIJLAGE 1
KOSTPRIJSBEREKENING
30
BIJLAGE 2
VOORBEELD VAN EEN NIEUWE SUBSIDIEREGELING
33
3/34
TOEKOMST VOOR DE BLAUWE SCHUIT?
Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1
Aanleiding voor de opdracht
De Blauwe Schuit is het regionale centrum voor kunsteducatie in West-Friesland. Het centrum verzorgt cursussen en activiteiten op het gebied van met name beeldende kunst en theater. De Blauwe Schuit heeft een breed activiteitenaanbod: van langlopende cursussen tot workshops, exposities en samenwerkingsprojecten. De Blauwe Schuit verzorgt zowel een binnenschools als een buitenschools aanbod. De Blauwe Schuit is actief in een aantal Westfriese gemeenten. De subsidieverhoudingen zijn echter scheef gegroeid. Een aantal gemeenten geeft helemaal geen subsidie meer, terwijl inwoners wel cursussen volgen bij De Blauwe Schuit. De gemeente Hoorn subsidieert De Blauwe Schuit om cursussen en workshops op het gebied van kunstzinnige en culturele vorming te realiseren. In 2007 bedraagt de subsidie ! 177.362,—. 1 Voor dit bedrag moet de organisatie voor 1.700 deelnemers cursussen realiseren, waarvan 850 woonachtig in Hoorn, en voor 1.800 deelnemers workshops. In 2002 kocht de gemeente Hoorn het pand waarin De Blauwe Schuit gevestigd is om de actuele financiële problemen van de stichting op te lossen. Ook werd in dat jaar een schuld van ruim fl. 200.000,— kwijtgescholden. Het negatieve eigen vermogen blijft echter bestaan na overname van het pand door de gemeente. Eind 2006 is het eigen vermogen afgerond ! 80.000,— negatief. Het negatieve exploitatieresultaat was dat jaar bijna ! 18.000,—. Dit na een extra subsidie van de Gemeente Hoorn ad ! 40.000,— ter sanering van lopende schulden. Uit de gewone bedrijfsvoering bedroeg het tekort over 2006: ! 58.000,—. Begin 2007 is uit managementrapportages gebleken dat het exploitatieresultaat ook in de eerste maanden van 2007 negatief is. De begroting kent overigens een negatief exploitatieresultaat van ruim ! 14.000,— in verband waarmee De Blauwe Schuit het faillissement wilde aanvragen. In overleg met de gemeente is de faillissementsaanvraag opgeschort. 1.2
De opdracht aan BMC
De gemeente Hoorn wenst, in goed overleg met andere subsidiërende overheden, nu antwoord op de vraag welke maatregelen er nodig zijn om in West-Friesland een kwalitatief en kwantitatief goed aanbod in stand te houden op het gebied van kunstzinnige vorming (beeldend, dans en theater - actief en reflectief). Bij de beantwoording van deze kernvraag dienen onderstaande deelvragen als leidraad: 1. Wijkt de verhouding subsidies en eigen inkomsten bij De Blauwe Schuit significant af in vergelijking met andere (vergelijkbare) centra voor kunstzinnige vorming zodat op basis daarvan een hogere subsidiebijdrage mag worden verwacht? 1
Dit met inbegrip van een betaling ad ! 8.800,— afvloeiingskosten. Voor een specificatie zie hoofdstuk 2.
4/34
TOEKOMST VOOR DE BLAUWE SCHUIT?
2. Is de bedrijfsvoering van De Blauwe Schuit efficiënt en effectief? Voldoet de door De Blauwe Schuit ontwikkelde integrale kostprijsberekening of dient deze te worden aangepast? 3. Voldoet het programma-aanbod aan de vraag van de veranderende markt in de cultuur- en vrijetijdssector? Zo nee: in welke richting en mate dient het verder te worden ontwikkeld? Is de markt in West-Friesland überhaupt groot genoeg voor een verantwoorde exploitatie? 4. Wat zijn de consequenties als van De Blauwe Schuit een lokale instelling gemaakt wordt - dus zonder de andere Westfriese gemeenten - en aan de inwoners van die andere gemeenten een kostendekkend tarief voor het cursusaanbod gevraagd wordt? 1.3
Aanpak van onze quick scan
Teneinde de gestelde vragen te beantwoorden, hebben wij een onderzoek uitgevoerd dat het karakter heeft van een quick scan. Dat houdt in dat we in een beperkt aantal dagen en in relatief korte tijd de bestuurlijk meest relevante data wilden onderzoeken.2 Wij onderscheiden in onze aanpak de volgende onderdelen: • Inhoud. • Bedrijfsvoering. • Subsidierelatie. Inhoud Ten behoeve van dit deel van de opdracht maakten wij een analyse van trends en ontwikkelingen in de cultuur- en vrijetijdssector die van belang zijn voor De Blauwe Schuit. Tevens bekeken wij het aanbod en de markt van De Blauwe Schuit: wat is het kwantitatief en kwalitatief aanbod, hoe groot is de potentiële markt en welke concurrenten zijn er? Voor dit deel van de opdracht maakten wij zoveel mogelijk gebruik van beschikbare (onderzoeks)rapporten, onze eigen kennis en ons netwerk. Tevens hebben wij een aantal gesprekken gevoerd met leden van bestuur en directie van De Blauwe Schuit, alsook met vertegenwoordigers van de gemeente Hoorn, Medemblik, Wervershoof en met andere betrokkenen zoals vertegenwoordiger(s) van de Kunstcompagnie en muziekschool Gerard Boedijn. Dit onderdeel geeft antwoord op deelvraag 3 van de gemeente, betreffende aanbod en vraag. Bedrijfsvoering In dit deel van het onderzoek hebben wij de financiën van De Blauwe Schuit doorgelicht. Wij hebben dit gedaan op basis van de financiële rapportages van De Blauwe Schuit, waar nodig aangevuld met gesprekken met directie, administratie en de accounthouder bij de gemeente(n).
2
Uiteindelijk heeft het verloop van de werkzaamheden zich over een vrij lange periode uitgestrekt, grotendeels buiten toedoen van BMC.
5/34
TOEKOMST VOOR DE BLAUWE SCHUIT?
Wij hebben gebruik gemaakt van voor ons beschikbare benchmarkgegevens. Hieruit hebben wij een indicatie gedestilleerd inzake de staat van de relatieve verhouding subsidies ten opzichte van de eigen inkomsten bij De Blauwe Schuit. Deze gegevens zijn, naast een benadering vanuit kwaliteitszorganalyse (zoals het INKmodel) ook bruikbaar voor een indicatie van de staat van bedrijfsvoering. De rapportage geeft antwoord op deelvraag 1 en 2 van de gemeente. Subsidierelatie In dit deel van het onderzoek gaan wij in op twee mogelijkheden. Enerzijds onderzoeken wij of en in hoeverre het mogelijk is om van De Blauwe Schuit een lokaal instituut te maken. Anderzijds wordt onderzocht wat de mogelijkheden zijn voor het (vigerende) regionale samenwerkingsmodel. Wij bespreken de voor- en nadelen van deze mogelijkheden ten opzichte van elkaar. Wij brengen daarbij, per mogelijkheid, in beeld wat dit zou betekenen voor het subsidieniveau en de subsidieafspraken, maar ook voor de exploitatie van De Blauwe Schuit. Dit deel van het onderzoek geeft antwoord op deelvraag 4 van de gemeente. Tevens zullen wij in een aantal aanbevelingen aangeven wat ons advies op dit gebied is en hoe omgegaan kan worden met de subsidiëring door verschillende gemeenten. 1.4
De opbouw van dit rapport
In hoofdstuk 2 beschrijven wij de feiten zoals wij ze hebben waargenomen, met inbegrip van de posities van verschillende stakeholders. In hoofdstuk 3 analyseren wij de feiten. Wij maken bij onze analyse gebruik van gegevens uit de door ons gehouden interviews onder stakeholders. Feiten en meningen worden door ons zo veel mogelijk, op een voor de lezer kenbare wijze, gescheiden. In hoofdstuk 4 trekken wij conclusies op basis van de voorgaande hoofdstukken (de vastgestelde feiten en onze analyse daarvan). Hoofdstuk 5 bestaat hoofdzakelijk uit onze aanbevelingen. Deze aanbevelingen hebben als doel om in Hoorn en WestFriesland een kwalitatief en kwantitatief goed aanbod in stand te houden op het gebied van kunsteducatie. Waar mogelijk, gaan wij in op de implementatie en consequenties van de maatregelen.
6/34
TOEKOMST VOOR DE BLAUWE SCHUIT?
Hoofdstuk 2 Feiten 2.1
Beleid & Subsidiënten
Gemeentelijk beleid Het cultuurbeleid van de gemeente Hoorn voor de periode 2006 - 2010 is te vinden in de nota ‘Meer waarde door cultuur’. De Gemeente wil onder meer inzetten op het waarborgen en vernieuwen van het culturele aanbod en het stimuleren van cultuurdeelname van met name door jongeren en het scheppen van een beter op jongeren afgestemd aanbod, in en buiten het onderwijs. De gemeente Hoorn wil de samenwerking tussen scholen, kunstenaars en instellingen verbeteren. Hierdoor zou de rol van (beeldende) kunst in het onderwijs versterkt worden. Een ander beleidsvoornemen is om meer eisen te stellen aan culturele instellingen met betrekking tot educatieve activiteiten. Volgens genoemde nota is de afstemming van het aanbod van kunst- en cultuureducatie nog te verbeteren door onder andere Netwerk als aanbieder erbij te betrekken. Op het gebied van popmuziek is de gemeente van plan om met stakeholders (Manifesto, muziekschool Gerard Boudijn, Blauwe Schuit/Westfries popkollektief) te bezien welke faciliteiten er nodig zijn voor een betere infrastructuur op het gebied van popmuziek. In de nota staat verder dat de meeste Westfriese gemeenten akkoord zijn gegaan met de uitwerking van een nieuwe bekostigingssystematiek voor De Blauwe Schuit. Op basis van deze uitwerking worden, volgens de nota, nieuwe meerjarenbudgetafspraken met De Blauwe Schuit gemaakt. In de komende beleidsperiode richt de gemeente Hoorn zich vooral op vier aandachtsvelden: • Culturele infrastructuur. • Cultuur en jeugd. • Cultuurtoerisme. • Cultuurverbindingen. Ad 1. De gemeente Hoorn geeft in genoemd beleidsdocument aan de intentie te hebben om culturele instellingen te faciliteren in op het gebied van financiën (leerjarenbudgetafspraken) en huisvesting en hen te stimuleren tot meer samenwerking. De gemeente wenst een betere afstemming van het totale aanbod van kunstzinnige vorming en een verbetering van de infrastructuur op het gebied van popmuziek. Bij de toekenning van incidentele projectsubsidies neemt de gemeente zich voor om samenwerking te belonen. Ad 2. Meer aandacht geven aan cultuureducatie voor jongeren is een expliciete wens van de gemeente Hoorn. Daarbij streeft men, zowel binnen en buiten het onderwijs, naar een ‘doorlopende ontwikkelingslijn’, Volgens de gemeente Hoorn moeten de instellingen voor kunsteducatie en Netwerk hun aanbod beter op elkaar afstemmen.
7/34
TOEKOMST VOOR DE BLAUWE SCHUIT?
Ad 4. De gemeente Hoorn wenst de ontwikkeling van verbindingen tussen verschillende kunstdisciplines aan te moedigen en meer kunst- en cultuurprojecten in de wijken te realiseren. Voor De Blauwe Schuit is specifiek van belang dat de gemeente wenst dat deze organisatie rekening houdt met het volgende beleid: Ten aanzien van punt 1: • Een betere afstemming tussen aanbieders van kunsteducatie. Ten aanzien van punt 2: • Doorgaande leerlijn in kunst- en cultuureducatie. Ten aanzien van punt 4: • Sociaal culturele activiteiten in wijken. Binnen het onderwijs wordt de cultuureducatie regionaal in alle negen Westfriese gemeenten ondersteund door de Kunstcompagnie die organisatorisch is ingebed in muziekschool Gerard Boedijn. Deze muziekschool verzorgt ook muzieklessen in Drechterland en Koggenland. De Stichting Netwerk in Hoorn is een brede welzijnsorganisatie die binnen het sociaal-cultureel werk laagdrempelige activiteiten aanbiedt en kunst in de wijken organiseert. Dit wordt uitdrukkelijk door de gemeente ondersteund. Andere gemeenten, zoals Medemblik, zijn hun cultuurbeleid opnieuw aan het formuleren na het proces van gemeentelijke fusies. Subsidiënten Op 1 januari 2007 hebben vrijwillige gemeentelijke herindelingen plaatsgevonden: Hieronder geven wij een overzicht van de subsidiebedragen voor de jaren 2004, 2005 en 2006, waarbij wij omwille van de vergelijkbaarheid van cijfers, uitgaan van de fictie dat de genoemde herindelingen al waren gerealiseerd. In 2006 heeft De Blauwe Schuit subsidie ontvangen van de volgende gemeenten3: Tabel 1: overzicht subsidiërende gemeenten 2006 Gemeente Andijk ! 9.000,— 4 Gemeente Drechterland ! 13.495,— Gemeente Hoorn5 ! 167.993,— 6 Gemeente Medemblik ! 7.652,— Gemeente Koggenland7 ! 8.146,— Gemeente Opmeer ! 7.985,— Gemeente Stede Broec ! 15.744,— Gemeente Wervershoof ! 9.113,— Totaal ! 239.128,— 3
Werkelijk in 2006. Bron: Financieel Jaarverslag 2006, blz. 15.
4
De gemeente Venhuizen is per 2006 gefuseerd met de gemeente Drechterland welke laatste nu de totale subsidie
5
Exclusief aanvullende specifieke betalingen.
6
De gemeenten Medemblik, Noorder-Koggenland en Wognum zijn vrijwillig samengevoegd tot de nieuwe
betaalt.
gemeente Medemblik. Het hier genoemde subsidiebedrag wordt feitelijk gesubsidieerd door de voormalige gemeenten Noorder-Koggenland (! 4.500,—) en Wognum (! 3.152,—). 7
De gemeenten Obdam en Wester-Koggenland zijn vrijwillig samengevoegd tot de nieuwe gemeente Koggenland. 8/34
TOEKOMST VOOR DE BLAUWE SCHUIT?
In 2007 bedraagt de totale subsidie van de gemeente Hoorn ! 207.362,—. Bij de bevoorschotting wordt de aan de gemeente verschuldigde huur ad ! 61.431,— in mindering gebracht. Onderdeel van dit bedrag is een extra subsidie ad ! 8.796,— aan exitlasten voor een oud-directeur. Ook maakt een aanvullende subsidie ad ! 30.000,— met een structurele intentie en met het oog op de financieel beroerde situatie van De Blauwe Schuit, hiervan deel uit. Het bestuur van De Blauwe Schuit ziet het geheel aan subsidies als onvoldoende en stelt geen kans te zien om verder te bezuinigingen. 2.2
Het aanbod van De Blauwe Schuit
Het inhoudelijke aanbod Het cursusaanbod van De Blauwe Schuit bestaat voornamelijk uit jaarcursussen, korte cursussen en workshops. Het aanbod richt zich op diverse doelgroepen, waaronder scholen. Hieronder beschrijven wij het (cursus)aanbod. Het cursusaanbod van De Blauwe Schuit bestaat uit de volgende onderdelen8: • Beeldend: - Hiertoe worden diverse teken- en schildercursussen gerekend. Voor alle leeftijden en voor zowel de beginnende als gevorderde amateurkunstenaar. • Ruimtelijk: - Het maken van een beeld staat hier centraal. Cursisten boetseren, hakken in hout of steen, vormen in klei en construeren. Ook edelsmeden en glas-in-lood behoren tot het aanbod. • Fotografie: - Fotografie wordt aangeboden voor zowel beginners als gevorderden. Ook is er voor oud-cursisten een zogenaamde werkgroep waarin zij begeleid worden in het verder uitoefenen van hun hobby. • Digitaal: - Uitgangspunt is het maken van een kunstzinnig en inhoudelijk goed product, zoals een website, drukwerk en fotografische beelden. De computer vervangt dan zetmachine, donkere kamer, potlood en schaar. Cursussen voorzien onder meer in digitale foto- en videobewerking, grafische Desktop Publishing (DTP) en webdesign. De Blauwe Schuit beschikt voor deze cursussen over acht moderne pc’s. Als cursisten niet over een redelijke basiscomputerkennis beschikken, kunnen zij een basiscursus volgen. • Jeugdtheaterschool: - Theaterschool West-Friesland is vorig jaar gestart vanuit De Blauwe Schuit in Hoorn. In de gemeente Hoorn en Stede Broec (Lutjebroek) worden theaterlessen verzorgd. Vanaf september 2007 is er ook een theateraanbod voor de kinderen en jongeren uit de gemeente Andijk. Cursussen richten zich op kinderen, jeugd en jongeren en bestaan vooral uit musical- en theaterklassen. - Op de Jeugdtheaterschool (JTS) West-Friesland kunnen kinderen en jongeren van zes tot zestien jaar terecht voor theater en musicalcursussen in brede zin. De artistieke inhoud en expertise worden ontwikkeld en gestuurd vanuit JTS West-Friesland/De Blauwe Schuit naar de JTS-afdelingen Stede Broec en Andijk (i.o.).
8
Bron: www.blauweschuit.nl. 9/34
TOEKOMST VOOR DE BLAUWE SCHUIT?
• -
• -
-
-
• -
-
-
JTS Stede Broec geeft les in De Wurf in Lutjebroek, JTS Andijk (locatie dorpshuis Centrum) in Andijk en JTS West-Friesland in De Blauwe Schuit in Hoorn. JTS West-Friesland is een onderdeel van De Blauwe Schuit, die verantwoordelijk is voor de cursusadministratie (inschrijvingen) en de lesinhoud. De subsidieregeling TOP (speciaal voor ontwikkeling JTS) van de landelijke organisatie Kunstfactor/Theaterwerk heeft de oprichting en ontwikkeling van de JTS mede mogelijk gemaakt. Naast lesgroepen is er ook een productiegroep voor jongeren van veertien tot en met zeventien jaar. Theater en dans: De Blauwe Schuit en Productiehuis Het Gezelschap hebben samen een aanbod op het gebied van theater en dans samengesteld. Er wordt een theaterweekend georganiseerd: Showcase en Theater Proeverij. Afzonderlijk biedt De Blauwe Schuit nog cursussen buikdansen en creatieve dans voor 55+. Workshops/workshops voor particulieren/workshops voor scholen: Naast het reguliere cursusaanbod biedt De Blauwe Schuit workshops aan. Daarin kunnen cursisten in korte tijd kennismaken met of zich verdiepen in een bepaalde kunstvorm. De duur van een workshop varieert van een dagdeel tot een aantal weekenden. De Blauwe Schuit voorziet in workshopaanbod voor particulieren (groepen). In het kader van een vrijgezellenfeest of uitje met een sportclub kan dan een workshop gevolgd worden. De groep deelnemers maakt dan bijvoorbeeld een cadeau voor het toekomstige bruidspaar of een kunstwerk voor aan de wand in de kantine van de sportclub. Er zijn diverse mogelijkheden, onder meer: graffiti, keramiek, beeldhouwen in beton, theater, zingen, percussie, een servies beschilderen, een gezamenlijk schilderij of een eenvoudige website maken. De Blauwe Schuit biedt hier maatwerk. De Blauwe Schuit en muziekschool Gerard Boedijn bieden een programma aan met workshops, lessen of projecten voor het primair, voortgezet en bijzonder onderwijs. De activiteiten passen desgewenst binnen het CKV-programma. Opleidingen uit Hoorn en de regio die gebruik maken van dit aanbod zijn onder andere: Clusius College Hoorn, RSG Enkhuizen, Atlas College De Dijk uit Medemblik en het Oscar Romero uit Hoorn. Voorbeelden van CKV-workshops zijn: beeldhouwen, digitale beeldbewerking, graffiti, improvisatietoneel, keramiek, portretfotografie, streetdance, zang, rap, dj en percussie. Het gaat hier om een binnen- en buitenschools aanbod. De Blauwe Schuit verzorgt tweemaal per jaar een workshopaanbod op vier basisscholen in Medemblik. Overige activiteiten: Kunstactiviteiten voor bedrijven en instellingen. De Blauwe Schuit biedt projecten en workshops aan voor bedrijven en instellingen, zoals teambuildingsessies, excursies, bedrijfsuitjes of een speciaal programma voor relatiebijeenkomsten en -feesten. Ondersteuning amateurkunst. De Blauwe Schuit biedt amateurkunstverenigingen uit West-Friesland gastlessen of workshops, verzorgd door één of meerdere van hun docenten. Kinderpartijtjes. De Blauwe Schuit verzorgt, desgewenst tegen een fixed price kinderpartijtjes voor jeugd van 6 tot en met 14 jaar. Exposities met werk van cursisten. In het gebouw van De Blauwe Schuit is een permanente wisseltentoonstelling te zien met werk van cursisten die op dat moment een cursus volgen. 10/34
TOEKOMST VOOR DE BLAUWE SCHUIT?
-
Naast de tentoonstelling in het gebouw zijn er ook exposities op locatie, bijvoorbeeld in gemeentehuizen, bibliotheken, in het Poldermuseum en in het kantoor van Stichting MEE in Hoorn. Verhuur oefenruimtes voor muzikanten. De Blauwe Schuit beschikt over drie oefenruimtes voor (pop)muzikanten. Deze worden verhuurd. De grootste ruimte is permanent in gebruik door de popschool van muziekschool Gerard Boedijn. De overige twee ruimtes zijn bedoeld voor muzikanten en bands.
De geografische spreiding van het aanbod De Blauwe Schuit biedt cursussen aan vanuit een aantal locaties: • Andijk. • Hoogwoud. • Lutjebroek. • Venhuizen. • Westwoud. • Wervershoof. • Hoorn is de thuishaven. Daar beschikt de organisatie over een pand, namelijk een voormalig zwembad, van waaruit zij opereert. Het kwantitatieve aanbod In dit onderdeel maken wij de deelnemersaantallen van De Blauwe Schuit inzichtelijk. Ook in het onderstaande overzicht gaan wij voor de cijfers van de jaren 2004, 2005 en 2006 uit van de fictie dat de herindeling al had plaatsgevonden omwille van de vergelijkbaarheid van cijfers. Tabel 2: Deelnemersaantallen individuele cursisten 2006 Gemeente 2006 2005 Andijk 34 34 Drechterland 110 118 Enkhuizen 90 61 Hoorn 549 701 Medemblik 117 1359 Koggenland 50 103 Opmeer 60 61 Stede Broec 55 69 Wervershoof 51 42 Overig; niet toegedeeld11 35 Totaal
1.151
1.324
2004 58 129 68 838 14510 95 79 86 58 1.556
Het aantal deelnemers aan onderwijsprojecten en commerciële projecten/workshops bedroeg achtereenvolgens: 1572 (2004), 1853 (2005) en 1889 (2006). Er lijkt derhalve sprake van een daling van het aantal individuele cursisten en een stijging van het aantal deelnemers aan projecten en workshops, met name in het onderwijs. 9
Bij de cijfers van 2005 zijn bij de gemeente Medemblik ook de deelnemersaantallen van gemeente Noorder Koggeland en Wognum opgeteld. Deze gemeenten behoren thans immers tot de gemeente Medemblik. 10 Bij de cijfers van 2004 zijn bij de gemeente Medemblik ook de deelnemersaantallen van gemeente Wognum opgeteld. Deze gemeente behoort thans immers tot de gemeente Medemblik. 11 Andere gemeenten. 11/34
TOEKOMST VOOR DE BLAUWE SCHUIT?
Er is enig inzicht in de verdeling van deelnemers aan projecten en workshops over de gemeenten, met de kanttekening dat de cijfers gerelateerd zijn aan de vestigingsplaats van scholen en niet aan de woonplaats van leerlingen: Tabel 3: Deelnemersaantallen projecten, workshops en commerciële activiteiten 2006: Gemeente Projecten Workshops Commercieel Totaal Andijk 0 0 0 0 Drechterland 12 0 0 12 Enkhuizen 0 84 0 84 Hoorn 56 1.043 123 1.222 Medemblik 213 0 14 227 Koggenland 11 0 12 23 Opmeer 31 0 0 31 Stede Broec 40 120 0 160 Wervershoof 0 0 0 0 Overig; niet 0 130 0 130 toegedeeld12 Totaal 363 1.377 149 1.889 Kosten, cursisten, inwonersaantallen en gemeenten De hoogte van het subsidiebedrag per cursist (ook wel deelnemer genoemd) verschilt per gemeente. Er zijn gemeenten die niet of nauwelijks subsidiëren en waarvan hun inwoners niettemin gebruik maken van het cursusaanbod van De Blauwe Schuit. In onderstaande tabel worden de subsidiebedragen per gemeente geconfronteerd met het cursistenaantal. Dit levert per gemeente inzicht op in de subsidiekosten per cursist. Alle cursisten betalen aan De Blauwe Schuit in ieder geval dezelfde bedragen, ongeacht of de cursist afkomstig is uit een gemeente die wel (al dan niet substantiële bedragen) of niet subsidieert. Verder hebben wij onderzocht wat de subsidie per inwoner per gemeente is. Ook hebben wij inzichtelijk gemaakt hoeveel deelnemers er per gemeente zijn als promillage van de bevolking in die gemeente. Let wel: er is sprake van enige vertekening. In de aantallen deelnemers zijn uitsluitend de individuele cursisten meegenomen. En verder zijn de kosten per cursus anders. Vandaar dat De Blauwe Schuit er de voorkeur aan geeft de aantallen cursisten aan te geven per cursuscontactuur.
12
Andere gemeenten. 12/34
TOEKOMST VOOR DE BLAUWE SCHUIT?
Niettemin geeft onderstaand staatje enige indicatie: Tabel 4: aantallen individuele cursisten per gemeente, subsidiebedragen per deelnemer, 2006 Gemeente Totaal aantal individuele Subsidie Subsidie per cursisten 2006 deelnemer Andijk 34 9.000 265 Drechterland 110 13.495 123 Hoorn 549 167.993 306 Medemblik 117 7.652 65 Koggenland 50 8.146 163 Opmeer 60 7.985 133 Stede Broec 55 15.744 286 Wervershoof 51 9.113 179 13 Totaal/gemiddeld 1.026 239.128 233 Enkhuizen 90 0 0 Overig 35 0 0 1.151 29.891 26 Als het gemiddelde subsidiebedrag per deelnemer uitsluitend wordt berekend naar de subsidiërende gemeenten (gemiddelde van gemiddelde subsidie per deelnemer per gemeente) dan bedraagt dit ! 233,—. Boven het gemiddelde scoren achtereenvolgens Hoorn, Stede Broec en Andijk. Dit zijn overigens ook de gemeenten waar de meeste deelnemers aan workshops en projecten zijn te vinden (die in deze tabel niet zijn meegerekend). De overige gemeenten scoren onder het gemiddelde. Kijken wij naar de subsidie per gemeente per inwoner en naar de aantallen deelnemers (let op: zowel de individuele cursisten als de deelnemers aan groepsactiviteiten) dan zien wij het volgende: Tabel 5: subsidie en participatie per gemeente per inwoner, 2006 Gemeente Aantal Subsidie per Aantal deelnemers 14 inwoners inwoner als promillage van de bevolking15 Andijk 6.581 1,40 5 Drechterland 18.186 0,70 7 Enkhuizen 17.811 0 10 Hoorn 67.843 2,50 26 Medemblik 26.569 0,30 13 Koggenland 20.549 0,40 4 Opmeer 11.218 0,70 8 Stede Broec 21.400 0,70 10 Wervershoof 8.553 1,10 6 Overig Onbekend 0 Onbekend Gemiddeld16 1,00 10 13
Voor alle gemiddelden in deze tabel geldt: exclusief Enkhuizen en ‘Overig’ aangezien die gemeenten niet subsidiëren.
14
Staatsalmanak, Sdu Uitgevers, 26 juli 2007.
15
Ditmaal zijn niet alleen de individuele cursisten, maar ook de deelnemers aan groepsactiviteiten zoals workshops meegenomen. Voor onderwijsprojecten betreft dit de vestigingsplaats van de school. 13/34
TOEKOMST VOOR DE BLAUWE SCHUIT?
2.3
Concurrenten
Wij hebben de directie van De Blauwe Schuit en een aantal stakeholders geïnterviewd. Als antwoord op de vraag wat de (mogelijke) concurrenten van De Blauwe Schuit zijn, werden de volgende partijen genoemd: • Stichting Netwerk Deze welzijnsstichting in Hoorn organiseert activiteiten die gericht zijn op ontmoeting, opvang, educatie en creativiteit. Het aanbod richt zich op alle bewoners van Hoorn en in het bijzonder op groepen die dit nodig hebben. Dat aanbod, ontwikkeld door beroepskrachten en uitgevoerd in samenwerking met vrijwilligers, is afgestemd op de wensen van bewoners. Netwerk is in Hoorn vertegenwoordigd met zeven wijkcentra, twaalf peuterspeelzalen en het Cultuurcentrum voor jongeren Manifesto. Netwerk concurreert volgens een aantal gesprekspartners in die zin met De Blauwe Schuit, dat die organisatie laagdrempelige cursussen aanbiedt die onder de noemer cultuureducatie gevat kunnen worden. Daarbij zou de kostprijs van Stichting Netwerk voor genoemd cursusaanbod niet marktconform zijn (onder kostprijs). Netwerk kan dit aanbieden omdat het cursusaanbod geen doel op zich is, zoals bij De Blauwe Schuit, maar een middel is om welzijn in Hoorn te bevorderen. Bovendien is er lang niet in alle gevallen sprake van beroepsdocenten en is er geen aansluiting bij landelijke kwaliteitseisen en certificering, zoals bij De Blauwe Schuit wel het geval is. •
2.4
Individuele kunstenaars Er zijn in Hoorn en omgeving individuele kunstenaars, die lessen (kunnen) aanbieden. Lessen edelsmeden vanuit dit particulier initiatief is onwaarschijnlijker dan fotografie of tekenen en schilderen. Er is altijd wel ergens een individuele kunstenaar of fotograaf te vinden die aan amateurs les geeft in zijn/haar vak, al dan niet met gebruikmaking van faciliteiten van het buurthuiswerk. Een les die daar gevolgd wordt, wordt niet bij De Blauwe Schuit gevolgd. In die zin is er sprake van concurrentie.
Werving
De Blauwe Schuit werft deelnemers, behalve via mond-op-mond reclame, middels een brochure en een website. Daarnaast zijn er persberichten voor de lokale media. Twee maal per jaar is er een open dag. De instelling neemt deel aan exposities en kunstmarkten om de naamsbekendheid te vergroten. Er is samenwerking met De Kunstcompagnie die regelmatig tot extra opdrachten vanuit het onderwijs leidt. 2.5
Financiële exploitatie
In deze paragraaf belichten wij de financiële kerngegevens van De Blauwe Schuit op basis van de realisatie in 2006, de begroting 2007 en de begroting 2008. Wij hebben een splitsing aangebracht tussen de vaste lasten en de lasten toe te rekenen aan de activiteiten, inclusief vaste docentlasten.
16
Voor alle gemiddelden in deze tabel geldt: exclusief Enkhuizen en ‘Overig’ aangezien die gemeenten niet subsidiëren 14/34
TOEKOMST VOOR DE BLAUWE SCHUIT?
Deze zien er als volgt uit: afgerond x ! 1.000,— Vaste lasten
2006
2007
2008
Personeel: Directie Ondersteuning (administratie en beheer) Overige personeelslasten Materiële vaste kosten:
17
Huisvesting Afschrijving Inventaris Kantoor Verzekeringen Overige kosten
44 84
47 71
48 73
24
32
32
103 9 1 19 3 41 328
105 11 1 21 4 28 319
107 3 3 21 4 28 319
98 50
126 40
176 31
8 37 17 15 224 552
13 48 17 14. 257 575
9 48 17 10 291 610
153
187
167
44 6 15 14
26 9. 16 38
65 7 17 8
239 40. 23 534 18
247 15 23 560 14
300 15 23 602 8
Activiteitslasten Personeel Docenten in loondienst Docenten niet in loondienst en externe krachten Jeugdtheaterschool Overige personeelslasten Inkoopkosten Verkoopkosten Totaal lasten Opbrengsten Eigen inkomsten
Lesgelden Projecten Verkoop materialen Opbrengst verhuur Overig waaronder Jeugdtheaterschool
Subsidies Subsidies
Totaal opbrengsten Tekort
17
Subsidies gemeenten Incidenteel Loonkosten
2006: 71.074 2007/2008: 29.400 toeberekend: 40% vaste personeelslasten, 60% docenten en variabele personeelslasten. 15/34
TOEKOMST VOOR DE BLAUWE SCHUIT?
2.6
Toelichting op de financiële exploitatie
A - Algemene activiteiten Sinds september 2006 biedt De Blauwe Schuit ook theateractiviteiten aan, dit in het kader van de Jeugdtheaterschool West-Friesland die deel uitmaakt van de algemene exploitatie van De Blauwe Schuit. Afzonderlijke exploitatiegegevens hiervan zijn niet in de begroting of de exploitatierekening opgenomen. Wel is een afzonderlijke projectsubsidie ad ! 14.500,— (begroting 2008) opgenomen. B - Personeelskosten De toename in loonkosten wordt door De Blauwe Schuit toegeschreven aan enkele factoren. Wijzigingen in de CAO hebben tot loonkostenstijging geleid. Daarnaast was er een toename in activiteiten. Maar ook zijn méér free-lance contracten omgezet in contracten voor tijdelijke loondienst. Wij hebben dit niet op basis van boekenonderzoek geverifieerd, maar het geheel aan verklaringen komt ons geloofwaardig voor. Er moet dus structureel met hogere personeelslasten worden gerekend. Onder de overige personele lasten vallen ook de pensioenpremies, ziekteverzuimverzekering, loonadministratie, reiskosten en dergelijke. C - Huisvestingslasten Van de huisvestingslasten betreft ruim ! 60.000,— de huur van Vredehofstraat 7a, de hoofdvestiging in Hoorn. De huur van locaties elders bedraagt zo’n ! 2.000,—. Overige lasten betreffen onder meer: onderhoud, service, schoonmaak en energie. Met name die laatste kosten zijn in de afgelopen jaren sterk gestegen. D - Overige kosten Tot de overige kosten behoren onder meer: lidmaatschappen, advieskosten, bestuurskosten, accountantskosten en financieringskosten. E - De lesgelden betreffen de bijdragen van individuele cursisten. Er is sprake van een afname van het aantal individuele cursisten, maar een tariefstijging van ongeveer 20% over drie jaar. Inkomsten uit overige activiteiten zijn stijgend. Het betreft grotendeels activiteiten voor het onderwijs. In de begroting 2008 is rekening gehouden met een kleine ! 4.000,— aan opbrengsten uit commerciële activiteiten. F - Subsidies zijn hiervoor al gespecificeerd. Opmerkelijk is de bestuurskeuze om in de begroting van de gewenste gemeentelijke bijdragen uit te gaan in plaats van de toegezegde, dit met in begrip van de gemeente Enkhuizen. Dit heeft uiteraard invloed op het uiteindelijke tekort in de jaarrekening.
16/34
TOEKOMST VOOR DE BLAUWE SCHUIT?
2.7
Ontwikkeling negatieve vermogen
Het eigen vermogen (risicoreserve) van De Blauwe Schuit bedraagt op 1 januari 2006 ! 62.416,— negatief. Het jaar 2006 eindigt na subsidiëring door de gemeenten met een netto-exploitatietekort van ! 17.784,—. Dat tekort komt ten laste van het eigen vermogen. Dit bedraagt daarmee per 31 december 2006 ! 80.200,— negatief. De begroting 2007 gaat uit van een bedrag aan algemene gemeentelijke subsidies van ! 246.783,—. Deze raming is hoger dan de feitelijk gerealiseerde algemene subsidies in 2006, die ! 239.128,— bedroegen. Op basis van de begroting 2007 raamde De Blauwe Schuit (desondanks) een netto-exploitatieresultaat van ! 14.084,—. De begroting 2008 noemt een bedrag aan algemene gemeentelijke subsidies van ! 299.962,— en een netto-exploitatieresultaat van ! 8.272,— negatief. Voor het jaar 2007 heeft de gemeente Hoorn evenwel een extra bijdrage toegezegd van ! 30.000,—. Dat zou volgens de begroting een positief saldo van circa ! 15.000,— opleveren. Evenwel ging de prognose van De Blauwe Schuit op basis van de cijfers tot en met september 2007 uit van een min of meer sluitende begroting (overschot noch tekort). Teneinde een helder zicht te geven op de ontwikkeling van het negatief vermogen vanaf 2006 gaan wij in onderstaande tabel uit van de volgende veronderstellingen/ technische aannames: • De algemene gemeentelijke subsidies blijven op het niveau van die uit 2006. • De extra subsidie van de gemeente Hoorn ad ! 30.000,— in 2007 wordt vooralsnog in volgende jaren gecontinueerd. • De begrotingen 2007 en 2008 zijn goede voorspellers van de werkelijke uitkomsten voor die jaren. De eerste veronderstelling heeft tot doel subjectieve ramingen te elimineren. De tweede veronderstelling doen wij noodgedwongen omdat wij de uitkomsten van 2007 nog niet (kunnen) kennen en wij de realiteitswaarde van de ramingen, conform onze opdracht, in het algemeen niet hebben beoordeeld. Het geeft te denken dat het resultaat 2007 in positieve zin wordt vertekend door een bedrag van circa ! 30.000,— aan ziekte-uitkeringen die niet daadwerkelijk voor ziektevervanging zijn ingezet. Dit betekent immers dat zonder ziektegevallen of bij het regulier regelen van ziektevervanging het tekort ! 30.000,— hoger zou zijn. Op basis van het managementoverzicht van De Blauwe Schuit over de periode tot en met september 2007 concluderen wij dat er geen reden is tot het anders ramen van het totaal aan netto-lasten dan is gebeurd in de begroting 2007.
Eigen vermogen einde 2006 Verwacht netto-exploitatieresultaat 2007 Eigen vermogen einde 2007 Verwacht netto-exploitatieresultaat 2008
Afgeronde -! -! -! -!
bedragen 80.000,— 0,— 80.000,— 38.000,—
17/34
TOEKOMST VOOR DE BLAUWE SCHUIT?
Het verwacht netto-exploitatieresultaat 2008 van ! 38.000,— is de optelsom van een verwacht netto-tekort van ruim ! 8.000,—, een raming van algemene gemeentelijke subsidies die ruim ! 60.000,— liggen boven het niveau van de werkelijk ontvangen algemene subsidies in 2006 en de extra bijdrage van de gemeente Hoorn ad ! 30.000,—. De Blauwe Schuit kan slechts tijdelijk functioneren met een negatief eigen vermogen. Dit zal zo snel mogelijk moeten worden aangezuiverd tot een bedrag van minimaal nihil. Per 1 januari 2008 vergt dat een eenmalig bedrag van ! 80.000,— bij de genoemde aannames. Zonder negatief eigen vermogen zijn er minder rentekosten. Wij gaan grofweg uit van een vermindering van de lasten daarvoor met ! 3.000,— per jaar. Dan is het subsidietekort in 2008 en volgende jaren afgerond ! 35.000,— per jaar (! 38.000,— - ! 3.000,—), eveneens bij de vermelde aannames. De exploitatie van De Blauwe Schuit is evenwel kwetsbaar en er zijn geen reserves. Er valt geen garantie te geven dat De Blauwe Schuit met deze subsidietoevoeging tegenvallers voldoende kan opvangen. 2.8
Ontwikkeling exploitatietekort
In onderstaande tabel laten wij de ontwikkeling zien van het bruto-exploitatietekort, dus het tekort dat bestaat zonder de algemene gemeentelijke subsidies mee te tellen.
Totale lasten Totale baten exclusief algemene gemeentelijke subsidies Exploitatie-tekort Index tekort
Begroting 2008 Begroting 2007 ! 610.463,— ! 574.468,— ! 302.229,— ! 313.600,—
! 308.234,— 120
! 260.868,— 102
Realisatie 2006 ! 551.927,— ! 295.015,—
! 256.912,— 100
Het exploitatietekort is, zoals reeds vermeld, in 2006 afgedekt met algemene gemeentelijke subsidies ter grootte van ! 239.128,—. Daarmee resteerde een tekort van ! 17.784,— dat noodgedwongen werd bijgeschreven bij het reeds negatieve eigen vermogen. De definitieve subsidiebedragen 2007 en uiteraard 2008 zijn nog niet bekend. Uit de ontwikkeling van het exploitatietekort, zoals weegegeven met indices en waarbij de index voor 2006 op 100 is gezet, blijkt een forse stijging op te treden in 2008. Deze wordt veroorzaakt door diverse verhogingen van de lasten, die niet wordt goedgemaakt door even grote verhogingen van baten. In tegendeel: de baten dalen. De lasten stijgen van ! 574.468,— (begroting 2007) naar ! 610.463,— (begroting 2008), ofwel met 6,3%. De baten, exclusief algemene gemeentelijke subsidies dalen van ! 313.600,— (begroting 2007) naar ! 302.229,—, ofwel met 3,6%. De grootste stijging in de kosten doet zich voor bij de personeelskosten (! 44.052,— ofwel 11,8%). Daarbij gaat het enerzijds om de effecten van de CAO en anderzijds een toename van workshops en projecten voor het onderwijs. 18/34
TOEKOMST VOOR DE BLAUWE SCHUIT?
De grootste relatieve stijging treedt op bij de kosten van klein inventaris (van ! 1.450,— naar ! 3.300,—). De daling van de baten wordt in de begroting 2008 niet (goed) toegelicht. 2.9
Vergelijkend prijsniveau van het aanbod
Een globale vergelijking met andere instellingen voor kunsteducatie - welke vergelijking overigens niet gemakkelijk is wegens verschillend gehanteerde omschrijvingen van cursuseenheden - maakt duidelijk dat De Blauwe Schuit eerder aan de bovenkant van de landelijke tarievenniveaus zit dan aan de onderkant. 2.10
Vergelijking De Blauwe Schuit met soortgelijke organisaties
Hieronder geven wij een vergelijking met enkele andere organisaties en met de CBS-cijfers. Deze laatste cijfers geven een landelijke vergelijking met alle erkende instellingen voor kunsteducatie. Ze vertekenen in zoverre dat muziekonderwijs in de regel duurder is dan beeldende kunst. Landelijk is het subsidiepercentage in de inkomsten tussen 1993 en 2003 teruggelopen van 67 naar 59%. Het aandeel aan personele kosten steeg in deze periode van 54 naar 73%. Benchmarkgegevens werden overigens bemoeilijkt, deels door het feit dat De Blauwe Schuit hiervoor niet vlot het materiaal heeft kunnen aanleveren, deels doordat het type Blauwe Schuit (een ‘stand alone’ organisatie met vooral beeldende kunst en enig theateraanbod) landelijk sterk in de minderheid is ten opzichte van gecombineerde, multidisciplinaire organisaties (centra voor de kunsten) en muziekscholen. Ondanks deze beperking zijn onderstaande indicatieve vergelijkingen wel voldoende betrouwbaar. Dit is bevestigd door De Blauwe Schuit en brancheorganisatie De Kunstconnectie die op ons verzoek een vergelijking hebben opgesteld tussen De Blauwe Schuit en enkele meest vergelijkbare instellingen in den lande. Helaas konden deze cijfers ons, conform afspraken rond vertrouwelijkheid, ons niet ter hand worden gesteld.
Lasten Personeel Huisvesting Overige lasten Baten Eigen inkomsten Subsidies
1
2
3
4
5
6
7
8
62% 18,7% 20%
68% 4% 28%
71% 11% 18%
70% 13% 17%
73% 11% 16%
88% 6% 6%
75,1% 14,3% 10,6%
74,2% 9,9% 15,9%
43% 18 57%
36% 64%
43% 57%
33% 67%
41% 59%
34% 66%
31,2% 68,8%
36,4% 63,6 %
1 = Blauwe Schuit, rekening 2006. 2 = Creativiteitscentrum in Noord-Holland, gemeente met 150.000 inwoners. Begroting 2005. 3 = Creativiteitscentrum in het noorden van het land, afdeling Beeldende Kunst; gemeente met 180.000 inwoners. Begroting 2007. 4 = Idem, afdeling Theater. 5 = CBS cijfers 2003 alle instellingen voor kunsteducatie. 6 = Multidisciplinaire regionale instelling Limburg, 2003. 7 = Gemiddelden ontleend aan Eugenius-benchmark in vier gemeenten met gemiddeld 180.000 inwoners, 2003. 8 = Totaal gemiddelde van kolom 2 tot en met 8.
18
Percentage is feitelijk lager als men incidentele subsidie en loonkostensubsidie niet meeneemt; zie ook opmerkingen in de tekst. 19/34
TOEKOMST VOOR DE BLAUWE SCHUIT?
Aan eigen inkomsten (2006) scoort De Blauwe Schuit in deze vergelijking bovengemiddeld, aan ontvangen subsidies beneden het gemiddelde. De extra bijdrage van de gemeente Hoorn in 2007 ad ! 30.000,— tegenover de stijging (begroting 2007) van eigen inkomsten zal dat beeld niet heel erg veranderen. In de subsidies zijn bovendien de loonkostensubsidies en een bijdrage voor afvloeiingskosten meegerekend en die zou men strikt genomen ook buiten beschouwing kunnen laten. De 57% aan subsidie-inkomsten is daarenboven vertekend omdat hierin de incidentele bijdrage ad ! 40.000,— in zit. Zonder loonkostensubsidies en deze incidentele bijdrage is het subsidieaandeel 45%. De personele lasten zijn benedengemiddeld, de huisvestingslasten naar verhouding opvallend hoog, de overige lasten liggen boven het gemiddelde. 2.11
Een beknopte juridische en organisatiekundige beschrijving
De Blauwe Schuit heeft als rechtsvorm Stichting De Blauwe Schuit, centrum voor Kunstzinnige Vorming, en is opgericht in 1971. Het heeft een stichtingsbestuur bestaande uit drie bestuurders: een voorzitter, een penningmeester en een lid. Er is geen raad van toezicht. De dagelijkse werkzaamheden worden verricht onder verantwoordelijkheid van een directeur. De organisatie bestaat verder uit een kleine staf. Er is een persoon (parttimer) die zich bezighoudt met de PR, programmabeleid, onderwijsprojecten en commerciële activiteiten. Daarnaast is er een coördinator theater, dans en jeugdtheaterschool (parttime) actief. Verder is er voorzien in een gecombineerde cursusadministratie/receptie/secretariaat, en een financiële- en loonadministratie. Naast het onderwijs ondersteunend personeel zijn in het primaire proces docenten actief, waarvan 1,24 fte per jaar in vaste dienst. De CAO Kunsteducatie is van toepassing op de totale personeelsformatie. Van de formatie maakt een ID-baan en een AMI-baan deel uit, waarvoor nu nog een persoonsgebonden loonkostensubsidie is voorzien. De doelstelling van de Stichting wordt als volgt verwoord: ‘De Blauwe Schuit is een centrum voor Kunstzinnige Vorming dat zich ten doel stelt dat iedereen in West-Friesland die zijn of haar creativiteit wil ontwikkelen terecht kan bij dit centrum. Zij vervult hierin een spilfunctie voor de regio. Eigen creatieve grenzen ontdekken en verleggen staat centraal binnen het brede keuzeaanbod van De Blauwe Schuit. Het beoefenen van kunst maakt mensen vrolijker, creatiever, mooier en zelfbewuster. Door actief kunst te beoefenen verras je jezelf met onverwachte kwaliteiten. Hierbij worden cursisten ondersteund door professionele docenten die tevens zelf kunstenaar zijn’. Bron: Financieel Jaarverslag 2006.
Kwaliteitszorg Wij hebben geconstateerd dat De Blauwe Schuit op dit moment een klanttevredenheidsonderzoek uitvoert. In voorgaande jaren participeerde de organisatie in de Benchmark van de Kunstconnectie. Op dit moment doet men daar niet meer aan mee. Wij hebben geen kwaliteits(borging)systeem aangetroffen.
20/34
TOEKOMST VOOR DE BLAUWE SCHUIT?
Hoofdstuk 3 Analyse 3.1
Trends en ontwikkelingen in de publieke vraag naar kunsteducatie amateurs
Allereerst gaan wij in dit hoofdstuk in op de trends en ontwikkelingen in de cultuuren vrijetijdssector die van belang zijn voor De Blauwe Schuit. Wij zien een duidelijke trend - bijvoorbeeld merkbaar in de beleidsbrief ‘Kunst van Leven’ van minister Plasterk - om amateurkunst en kunst(cultuur)educatie meer met elkaar in verbinding te brengen. Deze trend is ook van belang voor een analyse van de eventuele marktontwikkelingen voor De Blauwe Schuit. Tot de amateurkunst behoort enerzijds het georganiseerde verenigingsleven (de koren, ‘hafa’, toneelverenigingen, enzovoort), anderzijds een groot en heterogeen veld van individuele liefhebbers: amateurkunstenaars aan de schildersezel, amateurs met een muziekinstrument, met schrijversambities en zo meer. Tot de cultuureducatie behoort met name het aanbod dat via de scholen wordt aangeboden aan zogenoemde receptieve beleving (schouwburgbezoek, museumbezoek et cetera) en lessen in geschiedenis en theorie van de kunsten, maar ook het lesgeven aan amateurs. Ook cultureel erfgoed krijgt steeds duidelijker een plek in de cultuureducatie. Dit geldt ook voor media-educatie. Dat de twee gebieden naar elkaar toe groeien is van groot belang voor de strategische positionering van een instelling als De Blauwe Schuit. Daar komen wij hieronder op terug. Kijken wij naar de traditionele markt van een centrum voor de kunsten dan zien wij dat er in de afgelopen jaren sprake was van enkele bedreigende trends. De concurrentie in vrijetijdsaanbod nam toe en de tijd die mensen aan ontspanning kunnen besteden nam af. Actieve kunstbeoefening door amateurs, voorzover statistisch waarneembaar, nam in de periode 1987 - 2003 duidelijk af. Dit gold ook voor het lezen van kranten, tijdschriften en boeken. Daarentegen nam het bezoek aan professionele podiumkunsten in de afgelopen vijf jaar niet werkelijk af. Er zal binnen de vrije tijdssector zeker sprake zijn van interne concurrentie. Dit biedt ook kansen. Het PAK, nationaal platform voor amateurkunst waarin meerdere organisaties op het gebied van de amateurkunst samenwerkten, heeft in 2003 het rapport ‘Kunst om lief te hebben’ gepubliceerd. Daarin maakt PAK melding van een onderzoek door Motivaction. Het rapport geeft aan dat 36% van de bevolking aan amateurkunst doet. Dit percentage sluit aan bij een in hetzelfde rapport geciteerd onderzoek van NIPO in 1999. In het onderzoek van Motivaction wordt de maatstaf gehanteerd dat men minimaal een uur per week een activiteit in een van de kunstvormen moet hanteren om als amateurkunstenaar te worden aangemerkt. ‘Cultuurminnaars en Cultuurmijders’ van het Centraal Bureau voor de Statistiek hanteert de term meer toegewijde beoefenaren voor hen die zich verdiepen bij een instelling voor de kunsten of bij een amateurvereniging. Het blijkt dat 10% van de Nederlandse bevolking les neemt bij een instelling voor kunsteducatie en nog eens 12% bij een andere instelling. 21/34
TOEKOMST VOOR DE BLAUWE SCHUIT?
Naar schatting zijn dus minimaal vijf miljoen Nederlanders actief als amateur. Daar zijn er velen bij die (manifest of latent) behoefte hebben aan scholing. Lang niet iedereen wordt bereikt. De commissie Sanders heeft er onlangs op gewezen dat in de sector de aandacht voor promotie- en marketingtechnieken tekortschiet. Er blijven daardoor kansen liggen. Specifieke aandacht en aanbod voor doelgroepen is vaak onvoldoende aanwezig. Kinderen van basisscholen zijn relatief veel op muziekscholen te vinden maar relatief weinig op creativiteitscentra of op amateurtheaterscholen. Pubers vinden überhaupt relatief weinig van hun gading in traditionele centra voor de kunsten. Voor volwassenen met een druk werk- en gezinsleven blijkt een projectmatig aanbod vaak aantrekkelijker dan langlopende cursussen. Toch is langlopend aanbod nog steeds overheersend. De groep senioren is groeiende. Het is een bijzondere doelgroep die met passend aanbod en doelgerichte marketing veel meer kan worden aangeboord. De ontwikkelingen in het onderwijs, zoals CKV-bonnen, de financiële impuls van het ministerie van OCW voor primair onderwijs, de brede scholen, het stimuleren van combinatiefuncties in het onderwijs, naschoolse opvang en dagarrangementen, bieden eveneens nieuwe kansen aan instellingen voor kunsteducatie. Het verder wegwerken van de scheiding tussen de georganiseerde amateurkunst en de instellingen voor cultuureducatie is een andere kans. Dat muziekscholen een rol spelen in de opleiding voor harmonie en fanfare is gebruikelijk, maar er zijn veel meer samenwerkingsmogelijkheden voor instellingen voor kunsteducatie, bijvoorbeeld met toneelverenigingen, sociaal cultureel werk, buurtverenigingen. Tenslotte is er een particuliere markt aan te boren bij bedrijven en personeelsverenigingen. De Blauwe Schuit doet daar al enige ervaring mee op. Het is geen gemakkelijk te veroveren markt, maar er zijn zeker mogelijkheden. Samenvattend kunnen wij stellen dat de ontwikkeling van de vraag naar activiteiten zoals De Blauwe Schuit die aanbiedt zeker niet per definitie stilstaat of terugloopt. De resultaten van De Blauwe Schuit in de afgelopen jaren maken dat ook duidelijk. Een verdere versterking van PR, marketing, netwerkversterking en positionering op bovengenoemde terreinen biedt De Blauwe Schuit zonder meer nieuwe afzetmogelijkheden. Concurrentie is er ook. Maar er is geen aanleiding hier ongerust over te zijn. Een instelling als De Blauwe Schuit kan in beginsel voldoende meerwaarde tonen door kwaliteit, breedte van het aanbod, professionaliteit en het vermogen tot samenwerking met andere organisaties. Dit biedt de mogelijkheid om ontspannen om te gaan met concurrentie van particuliere aanbieders en welzijnsorganisaties. Sterker nog: ook daarmee kan men samenwerken. Hetgeen niet wegneemt dat de gemeente Hoorn alert moet zijn op eventuele verdringingseffecten via de Stichting Netwerk, bijvoorbeeld rond de Brede School.
22/34
TOEKOMST VOOR DE BLAUWE SCHUIT?
3.2
Gemeentelijk beleid/subsidiënten
Uit onze informatie kwam naar voren dat de gemeente Hoorn - en vermoedelijk niet alleen de gemeente Hoorn - wel belangstelling houdt voor een voorziening als De Blauwe Schuit, maar op voorwaarde dat er helderheid is over de kosten en dat die kosten binnen zekere grenzen blijven. Mede door het fusieproces tussen gemeenten is langzamerhand de relatie tussen subsidies en te leveren prestaties zeer onduidelijk geworden. Opvallend zijn de grote verschillen die de gemeenten per cursist betalen. De vraag is of de voorgestane koppeling tussen subsidies en gemiddelde cursistenkostprijs hierin afdoende verbetering brengt. Onuitgesproken kan de vraag naar legitimiteit van subsidies blijven hangen (‘waarom een paar honderd euro per cursist subsidiëren, ongeacht diens portemonnee’) en naar de hoogte daarvan (het gemiddelde tussen de laagste en de hoogste cursuskosten). De gemeenten zouden zich meer fundamenteel de vraag kunnen stellen of zij een voorziening als De Blauwe Schuit voor al hun inwoners wenselijk achten en welk bedrag zij dan voor de loutere aanwezigheid van zo’n voorziening over hebben. De te leveren prestaties, tot dusverre vooral vertaald in (volwassen) cursisten, zouden meer dan voorheen kunnen worden gezocht in aanbod voor en rond het onderwijs en in andere sectoren. Het huidige samenwerkingsmodel tussen gemeenten heeft het grote risico van vallende dominostenen in zich en biedt alle ruimte aan ‘free riders’ (niet-betalende gemeenten, wel participerende burgers). Zou de gemeente Hoorn alleen subsidiënt zijn dan ontstaat er een eenvoudiger model. De subsidie moet dan wel fors omhoog, tenzij andere gemeenten zich bereid tonen een (meerjaren) contract af te sluiten voor dienstverlening en daarmee een deel van de overhead helpen dekken. Dat deel van de overhead moet echter niet te groot zijn om het domino-effect te vermijden. Eerder zouden de bijdragen van andere gemeenten een plus moeten opleveren die De Blauwe Schuit in staat stellen tot innovatie, verbeterde dienstverlening en verbeterde presentatie. In onze berekeningen doen wij een voorzet tot een dergelijke aanpak. (Het alternatief kan zijn dat naast Hoorn een andere gemeente (Medemblik?) zich verantwoordelijk stelt voor de basis (vaste lasten, mogelijk ook huisvesting) van De Blauwe Schuit.) Hieronder zullen wij concluderen dat De Blauwe Schuit vooreerst een substantiële subsidieverhoging behoeft, maar ook bij een gezonde exploitatie is de positie van De Blauwe Schuit relatief zwak. Onze analyse is dat uitsluitend de focus richten op De Blauwe Schuit een te beperkte invalshoek is die te weinig garantie biedt op een structureel gezonde basis op langere termijn. Wij kunnen ons voorstellen dat voor een betere dienstverlening in Hoorn ( en regio) een fusie met muziekschool Gerard Boedijn voor de hand ligt. Uiteraard kan dit ook leiden tot een verlichting van de huidige relatief zware druk die de overhead nu legt op de totale kosten van De Blauwe Schuit. Op korte of langere termijn valt tevens te werken aan een regionaal breed centrum voor kunsteducatie waarbij ook De Kunstcompagnie is betrokken.
23/34
TOEKOMST VOOR DE BLAUWE SCHUIT?
3.3
Positionering
Uit de gesprekken kwam naar voren dat De Blauwe Schuit gewaardeerd wordt om het aanbod, maar dat de instelling zich minder sterk laat zien als netwerkspeler. De instelling is kennelijk, zeker buiten Hoorn, tamelijk afwezig en is minder goed in het geven van inzicht in prestaties en cijfers. In die zin lijkt de instelling zichzelf tekort te doen. Er is nog, zo lijkt het, een wereld te winnen in dit opzicht. Maar het is de vraag of dat met de huidige (beperkte) bezetting kan lukken. 3.4
Bedrijfsvoering
De bedrijfsvoering van De Blauwe Schuit is naar ons oordeel zuinig. De overhead is niet overdadig, maar is wel relatief hoog. De Blauwe Schuit is een kleine organisatie waardoor de vaste lasten niet breed kunnen worden toebedeeld. Het management kent - behoudens -uren voor de theateropleiding - geen coördinatie-uren en heeft slechts beperkte ondersteuning. Wellicht is het (mede) daardoor dat de professionaliteit van de instelling te wensen over laat. Niet alle informatie die aanwezig is komt inzichtelijk naar buiten. Er wordt een correcte administratie gevoerd, er zijn veel gegevens in principe beschikbaar, er is actuele managementinformatie, de jaarrekeningen zijn overzichtelijk. Alle energie lijkt gericht te zijn geweest op een specifiek kostprijssysteem (gemiddeld per cursist). Na enige navraag bleek er ook informatie beschikbaar over integrale kostprijzen per cursus (althans gedurende een semester van 2007). Het lijkt ons zonder meer geboden dat die informatie structureel voor al het aanbod aanwezig is opdat management en bestuur (en subsidiënten en docenten) kunnen sturen op het optimaliseren van product-marktcombinaties en daarbij keuzes kunnen maken over eventueel noodzakelijke interne subsidiering. Nogal wat gegevens kwamen met moeite op tafel en de aansluiting bij de landelijke benchmark van De Kunstconnectie had nogal wat voeten in de aarde zonder tot resultaat te leiden. Ons beeld is dus zeker niet dat het subsidiegeld in een te zware overhead gaat zitten en dat er in de kosten van bedrijfsvoering nog makkelijk valt te snijden. Wel is ons beeld dat de sturing aanmerkelijk kan verbeteren. De instelling kan winnen aan (externe) transparantie en (maatschappelijk) ondernemerschap (zie ook paragraaf communicatie). 3.5
Marktpositie (concurrentie)
Hoe groot is de potentiële markt? Om marktkansen te benutten zijn extra inspanningen nodig van De Blauwe Schuit. Bij een bevolkingsomvang in geheel West-Friesland van minimaal 150.000 inwoners zouden, volgens het landelijk gemiddeld, zo’n 54.000 burgers kunstzinnig actief zijn. Landelijk is 10% van de bevolking actief binnen een centrum voor de kunsten en 12% bij een andere instelling. Voor West-Friesland zou dit respectievelijk 15.000 en 18.000 zijn. Deze aantallen moeten verdeeld worden over de muziekscholen en De Blauwe Schuit, waarbij doorgaans muziekscholen een grotere omvang hebben dan creativiteitscentra. Specifiek voor Hoorn wordt de markt door ons ingeschat op zegge en schrijve 3.000 deelnemers. Het feitelijk bereik van circa 1.800 deelnemers in Hoorn is bepaald geen slechte score, biedt uitzicht op meer, maar de bovengrens komt ook wel in zicht.
24/34
TOEKOMST VOOR DE BLAUWE SCHUIT?
Een zeer globale schatting is dan dat er voor De Blauwe Schuit in de gehele regio een markt is van 5.000 à 6.000 deelnemers waarvan er inmiddels ruim 3.000 zijn bereikt. Wij kunnen niet goed inschatten in hoeverre de geografische en mentale afstand vanuit bijvoorbeeld Enkhuizen de potentiële markt neerwaarts bijstelt. Het aantal scholen in West-Friesland, waaronder basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs, en een aantal organisaties op uiteenlopende terreinen waaraan diensten kunnen worden verleend, bieden extra marktkansen die zich niet gemakkelijk laten kwantificeren, maar waarin eerder groei dan vermindering valt te verwachten. Er liggen dan ook extra marktkansen voor De Blauwe Schuit in het onderwijs. Wij denken daarbij aan de combinatiefuncties, aan dagarrangementen, aan CKV-uren in het voortgezet onderwijs, aan de rijksbijdrage voor cultuureducatie in het primair onderwijs (ruim ! 10,— per leerling) en aan projecten als Beroepskunstenaars in de Klas. 3.6
Financiële exploitatie, benchmarkgegevens
In vergelijking met andere instellingen in den lande ontvangt De Blauwe Schuit naar verhouding betrekkelijk weinig subsidie. Het percentage eigen inkomsten is naar verhouding hoog, zeker als men de niet-structurele subsidie buiten beschouwing laat. De tarieven zijn naar verhouding eveneens hoog. De transparantie van de gegevens is in beginsel goed, zeker ook vergeleken met veel andere instellingen voor kunsteducatie. De presentatie van die gegevens die nodig zijn voor de interne sturing en de externe beoordeling daarvan is, zoals gezegd, helaas wat minder. Wij meldden ook al dat de overheadlasten naar verhouding hoog zijn en dat dit mede samenhangt met de beperkte omvang van de instelling.
25/34
TOEKOMST VOOR DE BLAUWE SCHUIT?
Hoofdstuk 4 Conclusies 4.1
Inhoudelijk
•
•
•
•
•
4.2
Voor het aanbod van De Blauwe Schuit is een markt. Gezien de hoge personeelslasten in de culturele sector en de betrekkelijke elasticiteit van de vraag is een volledig ongesubsidieerde exploitatie moeizaam, zeker als er ook kwaliteitsgaranties worden verwacht. Een deel van ‘de markt’ wordt door De Blauwe Schuit nog onvoldoende bereikt. Dit betreft met name diensten voor het onderwijs, voor georganiseerde amateurorganisaties en voor andere organisaties, bijvoorbeeld op het gebied van welzijn. Hier liggen kansen. Te verwachten is dat onder volwassenen de behoefte groeit aan ontwikkeling van hun muzische vaardigheden onder professionele leiding. (Zij vertonen evenwel vaker ‘zap-gedrag’). Dit deel van de markt (volwassen cursisten) kan kostendekkend worden verzorgd, zeker als een deel van de overhead en huisvestingslasten voor rekening van subsidiënt(en) komt. Bij theater en dans is het De Blauwe Schuit gelukt ook een voor jongeren aantrekkelijk aanbod te doen. Wij hebben de indruk dat dit ook voor de beeldende vakken mogelijk moet zijn, het best binnen de context van specifieke jongerenprogramma’s.
Bedrijfsvoering
• • • • •
• •
• • •
De administratieve bedrijfsvoering van De Blauwe Schuit is goed op orde. Er is actuele informatie en er is duidelijk inzicht in de kosten per docentencontractduur. Er wordt evenwel niet per activiteit op kosten en baten gestuurd. Wel is er het instrument van de cursist contacturen. Dit helpt, maar het is devraag of dit het meest geschikt instrument is voor de toekomstige exploitatie. Er is sprake van een zorgelijke vermogenspositie. Deze kan zonder hulp van buitenaf niet worden verbeterd en is dus bedreigend voor het voortbestaan van De Blauwe Schuit. De bedrijfsvoering geschiedt zuinig, met een minimum aan personele overhead.De beperkte schaalgrootte maakt kosten naar verhouding hoog. In de huidige situatie is een sluitende begroting niet haalbaar. Wij denken dat er- de verhoogde bijdrage van de gemeente Hoorn ad ! 30.000,— niet meegerekend - een structureel gat is van circa ! 60.000,—. Als wij uitgaan van een voorzichtige opbouw van een (positieve) risicoreserve van ! 5.000,— per jaar komen wij op een jaarlijks tekort van ! 70.000,—. De huidige huisvestingslasten zijn in absolute zin niet opvallend hoog, maar ze vallen in de vergelijking met andere instellingen hoog uit. De vaste personele lasten zijn niet onredelijk hoog, maar drukken voor eenkleine organisatie relatief zwaar op de begroting. Vergelijkenderwijs zijn de gehanteerde tarieven zeker niet te laag, eerder(prohibitief) hoog.
26/34
TOEKOMST VOOR DE BLAUWE SCHUIT?
4.3
Subsidierelatie
• • •
•
•
•
•
•
In vergelijking met de situatie elders is het subsidieaandeel van de gemeenten beslist aan de lage kant. De subsidierelaties die De Blauwe Schuit met gemeenten in de regio WestFriesland heeft, vormen een lappendeken. Dit geldt niet alleen voor de geografische dekking, maar ook voor de inhoud van de te leveren prestaties. Naar verhouding zijn die te sterk gerelateerd aan hettraditionele cursusaanbod aan volwassenen. Dergelijke subsidies roepen van tijd tot tijd de vraag naar de legitimiteit op. De gemeenten lijken zelf ook weinig expliciet te zijn in wat zij van De Blauwe Schuit verwachten, laat staan dat zij ‘bestellingen plaatsen’ ten behoeve van het onderwijs of het georganiseerde verenigingsleven. Als de gemeente Hoorn als enige verantwoordelijkheid zou nemen voor subsidiering zou deze gemeente voor een veel groter bedrag garant moeten staan dan tot dusverre het geval is. Welk bedrag dat wordt is mede afhankelijkvan diensten die - op basis van een leerjarencontract - aan andere gemeenten kunnen worden geleverd tegen doorberekening van vaste lasten. Als de gemeente Hoorn ervoor kiest de verantwoordelijkheid met één andere gemeente te delen - te denken valt aan Medemblik - dan zou Hoorn tussen de ! 130.000,— en ! 210.000,— betalen en de andere gemeente tussen de ! 70.000,— en ! 90.000,—. De bandbreedte wordt bepaald door de mate waarin aan andere gemeenten kostendekkende diensten (met name in het onderwijs) kunnen worden aangeboden. Als een regionaal samenwerkingsverband mogelijk is en de financiële verantwoordelijkheid naar rato van inwonersaantallen wordt verdeeld ontstaat uiteraard een ander beeld. Een gemeenschappelijke regeling lijkt voor de lange termijn geen solide basis. Wel zijn meerjarencontracten mogelijk waarbij de deelnemers betalen naar ratovan inwoneraantallen al dan niet gecombineerd met andere rekenfactoren, zoals aantallen deelnemers.
27/34
TOEKOMST VOOR DE BLAUWE SCHUIT?
Hoofdstuk 5 Aanbevelingen 5.1
Inhoud
1. De Blauwe Schuit doet een heel behoorlijk aanbod in het traditionele vlak van cursussen voor volwassenen waarbij ook de nieuwe media en digitale kunst aan bod komen. Het specifieke aanbod aan de jeugd op het gebied van theater en dans lijkt goed aan te slaan. Voortzetting van dit aanbod ligt voor de hand. 2. De Blauwe Schuit zal zijn producten en diensten evenwel moeten zien te verbreden in de richting van het onderwijs (inclusief naschoolse opvang, dagarrangementen en dergelijke), het georganiseerde verenigingsleven en welzijnsorganisaties. 3. De Blauwe Schuit, als lid van de brancheorganisatie De Kunstconnectie, zal geen water in de wijn moeten doen als het gaat om professionaliteit en kwaliteit, ook al heeft dat consequenties voor de tarieven. 4. Wij achten een samengaan met de muziekschool verstandig, juist vanwege een goed afgestemd aanbod in de sectoren zoals onder punt 1 genoemd en mede ter verbreding van het organisatorische draagvlak. 5. Méér nog zou de regio West-Friesland gebaat zijn bij een regionaal centrum voor de kunsten dat, met voldoende schaalgrootte, professionaliteit en gevarieerd aanbod, de beste diensten kan verlenen op het terrein van de kunst- en erfgoededucatie. 5.2
Bedrijfsvoering
1. De subsidiënt doet/de subsidiënten doen er goed aan om het negatieve vermogen van De Blauwe Schuit eenmalig aan te zuiveren. 2. Wij prognosticeren bij gelijkblijvend beleid een structureel tekort van circa ! 70.000,—. Wij bevelen aan om de subsidies met dit bedrag te verhogen.( De gemeente Hoorn heeft overigens in 2007 reeds ! 30.000,— ingezet, met een structurele intentie). 3. Als De Blauwe Schuit nog langere tijd op eigen benen blijft staan zal de instelling geld moeten kunnen besteden aan een tijdelijke staffunctionaris die zichzelf op termijn terugverdient met verbreding van het aanbod en een sterkere regionale positionering van De Blauwe Schuit. 4. De systematiek van de cursistcontacturen is nuttig, maar De Blauwe Schuit zal zich nu moeten concentreren op inzicht in baten en lasten per aanbod.; 5. De Blauwe Schuit zal op basis van deze inzichten sterker moeten sturen op het optimaliseren van product-marktcombinaties en de inzet van docenten. Docenten zouden daarbij moeten worden geprikkeld tot ondernemen. 5.3
Subsidiebeleid
1. Het is mogelijk, maar lijkt niet raadzaam om met een aantal Westfriese gemeenten De Blauwe Schuit in een samenwerkingsverband van het type gemeenschappelijke regeling, te subsidiëren. Dergelijke samenwerkingsverbanden verminderen de eigen beleidsruimte van deelnemende gemeenten en hebben het risico van een domino-effect in zich. 2. Wij bevelen aan dat de gemeente Hoorn, als grootste gemeente in WestFriesland, de lead neemt en in eerste instantie verantwoordelijk is voor De Blauwe Schuit. 28/34
TOEKOMST VOOR DE BLAUWE SCHUIT?
3. Het alternatief kan zijn dat Hoorn en Medemblik samen de trekkers worden van De Blauwe Schuit. 4. Samenwerking met de andere gemeenten blijft wenselijk; maar dan in de vorm van structurele contracten over concrete en kostendekkend (kosten minus cursusgelden) af te nemen producten en diensten. 5. Kiezen de participerende Westfriese gemeenten toch voor een samenwerkingsmodel dan kan dat in de vorm van bijdrage naar rato van inwoneraantallen (basisbedrag) in combinatie met bijdragen naar rato van aantallen deelnemers (model t-2). 6. De gemeente Hoorn subsidieert in het door ons geadviseerde De Blauwe Schuit volledig voor de huisvesting voor zover het huisvesting in Hoorn betreft. 7. De gemeente Hoorn (nevendoel samen met Medemblik) subsidieert daarnaast gedeeltelijk in de vaste lasten van De Blauwe Schuit. 8. Activiteiten voor volwassenen dienen kostendekkend te zijn. Hierbij zijn twee varianten aan de orde: a) de tarieven zijn volledig kostendekkend of b) zij zijn kostendekkend minus huisvesting en vaste lasten. Wij bevelen de tweede variant aan. 9. De gemeente sluit een prestatiecontract af voor alle overige gewenste activiteiten. Zij financiert die op basis van kosten minus vaste lasten minus huisvesting en minus eigen bijdragen. 10. De overige gemeenten sluiten contracten met De Blauwe Schuit voor het afnemen van diensten en producten. In de prijs daarvoor is een bijdrage in de vaste lasten verwerkt. De gemeenten kunnen ervoor kiezen een korting op de tarieven voor individuele cursisten uit hun gemeente mee te financieren. 11. De gemeente Hoorn moet er geen probleem mee hebben dat individuele volwassen cursisten uit niet participerende gemeenten voor gelijke tarieven deel kunnen nemen; hierboven hebben wij uiteengezet dat voor alle volwassen deelnemers een ‘kostendekkend’ tarief kan gelden. Hoe méér cursisten hoe méér de vaste lasten kunnen worden uitgesmeerd. 12. Wij bevelen aan dat de gemeente Hoorn initiatief neemt tot fusiebesprekingen tussen De Blauwe Schuit en muziekschool Gerard Boedijn en/of de mogelijkheden onderzoekt van een regionaal centrum voor de kunsten.
29/34
TOEKOMST VOOR DE BLAUWE SCHUIT?
Bijlage 1 Kostprijsberekening Analyse kostprijsberekening
Inleiding Kostprijzen kunnen op talloze manieren worden berekend en kunnen dan ook vele verschillende getallen opleveren. De vraag moet daarom ook zijn: wat willen wij bereiken met kostprijzen? Het document Financiering Blauwe Schuit noemt in de Inleiding als doel dat: • De nieuwe systematiek voor alle dertien gemeenten financieel aanvaardbaar en inzichtelijk is. • Een gezonde financiële situatie voor De Blauwe Schuit mogelijk maakt. In de paragraaf Naar een nieuwe systematiek wordt gesteld dat de huidige verdeling van de subsidies over de gemeenten niet meer is terug te voeren op aantallen inwoners of mate van gebruik. Onderzocht moet worden: • Een manier om de intergemeentelijke verdeling van subsidiebedragen recht te trekken. • Mogelijkheden om per gemeente te subsidiëren: - De kosten per deelnemer of product. - De variabele kosten per deelnemer en daarnaast de vaste kosten per gemeente (met een vast bedrag). In deze paragraaf wordt verder nog op indirecte wijze gesteld dat een doelstelling moet zijn dat: • Prijzen kunnen worden vergeleken met die van andere instellingen. • De berekening redelijk eenvoudig valt uit te voeren (na een eerste investering in de administratie en de automatisering). In de conclusie staat: • Subsidiëring op basis van inwonertallen is de meest objectieve vorm; deze vorm moet worden onderzocht. • Subsidiëring op basis van afname van producten én op basis van inwonertallen is rechtvaardig en financieel solide voor zowel de gemeenten als De Blauwe Schuit. Ons lijkt dat de volgende drie eisen/normen zouden moeten worden gesteld aan een kostprijzensysteem voor De Blauwe Schuit: 1. Eenvoudig en logisch passend bij de bedrijfsprocessen, dus goed uit te leggen aan gemeenten, cursisten en eigen personeel en inzichtelijk welke toegevoegde waarde globaal wordt geleverd per bedrijfsproces en per gemeente. 2. Bruikbaar bij en stimulerend tot beperken van kosten (doelmatigheid), verwerven van eigen inkomsten en optimaliseren van product-martkcombinaties (ondernemerschap) en dus ook stabiel in de tijd c.q. bij nieuwe producten en markten. 3. Uitvoerbaar zonder noemenswaardige inspanningen.
30/34
TOEKOMST VOOR DE BLAUWE SCHUIT?
Beoordeling systematiek volgens het concept van januari 2007
Typering De systematiek bestaat in feite uit twee onderdelen: • Het bepalen van een kostprijs, en daarbinnen een tekort, per eenheid gegeven cursussen; de eenheid wordt uitgedrukt als uur dat de cursist contact heeft met de instelling (CCU). • Een berekening van het totale tekort naar gemeente, volgens een gemiddelde prijs per cursist. De subsidiemethodiek berust dus op het (gemiddelde) tekort per cursist. De kostprijs en tekorten worden uitgerekend per CCU en per cursist. De eenheid CCU wordt (kennelijk) gebruikt om kosten te kunnen vergelijken met andere instellingen. Voor de berekening van subsidiebedragen van gemeenten is die eenheid niet relevant omdat de tekorten per CCU weer worden omgerekend naar tekorten per cursist. Globale beoordeling aan norm 1 Eenvoudig en logisch passend bij de bedrijfsprocessen, dus goed uit te leggen aan gemeenten, cursisten en eigen personeel en inzichtelijk welke toegevoegde waarde globaal wordt geleverd per bedrijfsproces en per gemeente. De systematiek is betrekkelijk eenvoudig, maar past niet logisch bij de bedrijfsprocessen en geeft geen inzicht in de toegevoegde waarde per bedrijfsonderdeel, maar globaal wel per gemeente. De bedrijfsprocessen worden ingedeeld naar: • Cursussen. • Verhuur ruimtes. • Workshops/projecten. • Overig. De totale kosten worden verdeeld over deze vier processen (ook wel te zien als productgroepen) naar rato van de inkomsten die elk van de vier genereert, waarbij de gemeentelijke subsidies worden opgeteld bij de inkomsten van de cursussen. Dat spoort niet met de logica van de bedrijfsvoering. Vervolgens eindigt elk van de vier met een tekort en worden de tekorten van de drie laatstgenoemde processen genegeerd c.q. verderop opgelost door het creëren van een risicoreserve bij het proces ‘cursussen’. Globale beoordeling aan norm 2 Bruikbaar bij en stimulerend tot beperken van kosten (doelmatigheid), verwerven van eigen inkomsten en optimaliseren van product-martkcombinaties (ondernemerschap) en dus ook stabiel in de tijd c.q. bij nieuwe producten en markten. Voor zover de kosten van cursussen per CCU vergelijkbaar zijn met andere instellingen, kan de systematiek prima stimuleren tot beperken van deze kosten. Echter, het gaat daarbij wel om alle cursussen op een hoop. Er wordt geen inzicht gegeven in kosten (en tekorten) per soort cursus, laat staan per afzonderlijke cursus.
31/34
TOEKOMST VOOR DE BLAUWE SCHUIT?
De toerekening van kosten naar de vier bedrijfsprocessen is, zeker voor wat betreft de andere drie dan die van het geven van cursussen, niet geschikt om te sturen op optimaliseren van de toegevoegde waarde ervan. De systematiek sluit dus niet aan op de ‘knoppen waaraan de bedrijfsleiding zou kunnen draaien’ om het bedrijf gezond te maken en te houden. Het is voor ons ook de vraag in hoeverre de systematiek geen vreemde uitkomsten in de tijd laat zien als belangrijke wijzigingen worden doorgevoerd in de andere bedrijfsprocessen dan het geven van cursussen. Dat vergt een simulatie, maar die wij niet hebben verricht. Globale beoordeling aan norm 3 Uitvoerbaar zonder noemenswaardige inspanningen. Wij gaan ervan uit dat de extra subsidie van ! 40.000,— inmiddels is besteed aan het mogelijk maken dat deze systematiek voortaan eenvoudig kan worden uitgevoerd. Dat doet ons ook vermoeden dat iedere forse wijziging zal inhouden dat opnieuw moet worden geïnvesteerd in de opzet van de administratie en de automatisering. Niettemin lijkt het onontkoombaar om (tevens) een andere benadering te gaan hanteren. Wellicht biedt de aanwezigheid van het systeem Accountview hiertoe voldoende houvast.
32/34
TOEKOMST VOOR DE BLAUWE SCHUIT?
Bijlage 2 Voorbeeld van een nieuwe subsidieregeling Bij een minimale begroting van circa ! 600.000,— aan lasten en geraamde eigen inkomsten van minimaal ! 230.000,—, in de optie dat alle Westfriese gemeenten meefinancieren: a. Gemeente Hoorn subsidieert volledig in de huisvestingslasten hoofdlocatie. b. Gemeente Hoorn verstrekt een basissubsidie voor de helft van de geraamde overige vaste lasten (geschat op ! 200.000,—). c. Overige gemeenten garanderen,naar rato van het inwoneraantal een bijdrage in de vaste lasten als onderdeel van de prijs voor af te nemen diensten, (in dit rekenvoorbeeld totaal 44%). De activiteitslasten komen ofwel voor rekening van de afnemers (individuele cursisten, scholen, groepen) ofwel geheel of gedeeltelijk eveneens ten laste van de gemeenten. a. Hoorn huisvesting b. Hoorn basissubsidie c. Overige gemeenten Andijk Drechterland Enkhuizen Medemblik Koggenland Opmeer Stede Broec Wervershoof Totaal
! 110.000,— ! 100.000,— Percentage: 4 8 8 8 8 4 8 4
! 12.308,— ! 24.616,— ! 24.616,— ! 24.616,— ! 24.616,— ! 12.308,— ! 24.616,— ! 12.308,— ! 370.000,—
Voorbeeld van betaling louter op basis van deelnemersaantallen (op basis van 2006):
Hoorn Andijk Drechterland Enkhuizen Medemblik Koggenland Opmeer Stede Broec Wervershoof Totaal
Aantal deelnemers 549 34 110 90 117 50 60 55 51 1.116
! 182.268,— ! 11.288,— ! 36.520,— ! 29.880,— ! 38.644,— ! 16.600,— ! 19.920,— ! 18.260,— ! 16.932,— ! 370.000,—
33/34
TOEKOMST VOOR DE BLAUWE SCHUIT?
In vergelijking met financiering op basis van inwoneraantallen:
Hoorn Andijk Drechterland Enkhuizen Medemblik Koggenland Opmeer Stede Broec Wervershoof Totaal
Aantal inwoners in duizendtallen 68.000 7.000 18.000 18.000 27.000 21.000 11.000 21.000 9.000 200.000
! 1,85 per inwoner ! 126.000,— ! 12.000,— ! 30.000,— ! 30.000,— ! 50.000,— ! 39.000,— ! 20.000,— ! 39.000,— ! 17.000,— ! 370.000,—
34/34