0
Woord vooraf Onwaarschijnlijk hoe snel de tijd vliegt. Ik herinner me nog alsof het gisteren was hoe we op 5 maart 2005 met een bang hartje de deuren van Het Beroepenhuis openden. Er waren 6 ontdekhoeken van 6 bedrijfssectoren. Er waren de eerste workshops. Tijdens de eerste maanden, tot de zomervakantie, hebben we proef gedraaid. Tegen het begin van het schooljaar 2005-2006 stond onze aanpak op punt. Dit jaarverslag rapporteert al over ons achtste werkingsjaar. De ruggengraat van onze werking is behouden. Een kwaliteitsvolle begeleiding van de jongeren staat nog steeds voorop. Door de jaren heen hebben we de kwaliteit van die begeleiding verder bijgespijkerd waar het nodig was. Zo werd rekening gehouden met leerlingen uit het bijzonder onderwijs en de OKAN klassen. We zijn ook gegroeid. In aantal bezoekers en in aantal sectoren. Wie had ooit verwacht dat we zoveel duizenden jongeren, hun leerkrachten en hun ouders over de vloer zouden krijgen? M et de 11 vertegenwoordigde bedrijfssectoren en de ca. 50 beroepen is ons huis dan ook letterlijk volgebouwd. Door de jaren heen werden we meer dan een huis, een fysieke locatie in Gent. Door voortdurend te werken op het raakvlak tussen onderwijs en bedrijfsleven bouwden we heel wat kennis en deskundigheid op over het thema onderwijs – arbeidsmarkt, onderwijs – bedrijfsleven en de wereld van technische beroepen. We worden dan ook meer en meer gezien als een expertisecentrum en werken ook mee aan een brede waaier van projecten buiten Het Beroepenhuis. Acht jaar werken met steeds positieve evaluaties en waardering alom houdt ook risico’s in. Het gevaar is groot dat je op de lauweren gaat rusten, dat je behoudsgezind wordt en niet openstaat voor nieuwe ontwikkelingen. In die zin staat Het Beroepenhuis op een keerpunt. We moeten ongetwijfeld behouden wat goed gaat, maar ook vooruit kijken. M oeten we naast onze prioritaire doelgroep (11 tot 14 jarigen) een oudere doelgroep aanspreken? Voldoen de ontdekhoeken nog aan de huidige, nog meer technologische, competenties van de (knelpunt)beroepen? Hoe houden we het evenwicht tussen de kernwerking in huis en de projecten buitenshuis? De Raad van Bestuur en het team zijn zich bewust van die uitdaging. In overleg met ons breed partnerschap voeren we dan ook het debat over de toekomst. M aar laat ons nu eerst terugblikken op een succesvol werkingsjaar 2012-2013. De gegevens die jullie in ons jaarverslag vinden vormen belangrijke argumenten om onze partners te overtuigen van het belang van onze werking. We halen het maximum uit onze beperkte middelen. De resultaten mogen er zijn. Uit diezelfde gegevens moeten we ook leren. M oet de verhouding basisonderwijs – secundair onderwijs niet meer in evenwicht? Kunnen we nog meer inspanningen doen om scholen uit alle Vlaamse provincies naar ons huis te krijgen? Kunnen we de bedrijfssectoren nog meer bieden om de kloof tussen onderwijs en bedrijfsleven te dichten. 1
Achter de cijfers, de statistieken en grafieken zit een gedreven en hard werkende kleine ploeg medewerkers. Het jaarverslag is op de eerste plaats hun jaarverslag. Ik heb dan ook de grootste waardering voor het werk dat ze in het werkingsjaar weer geleverd hebben.
M il Kooyman Voorzitter
2
Inhoudstafel Woord vooraf
p. 1
1. Het Aanbod
p. 5
1.1 1.1.1 1.1.2 1.1.2.1 1.1.2.2 1.1.2.3 1.1.2.4 1.1.3 1.1.3.1 1.1.3.2 1.1.4 1.1.5 1.1.5.1 1.1.5.2 1.1.5.2.1 1.1.5.2.2 1.1.5.2.3 1.1.5.3 1.2 1.3 1.3.1 1.3.2 1.3.3 1.3.4
p. p. p. p. p. p. p. p. p. p. p. p. p. p. p. p. p. p. p. p. p. p. p. p.
Op bezoek met de klas De inleiding De interactieve tentoonstelling Begeleiding in de interactieve tentoonstelling De methodiek Aanpassingen kringgesprek Vernieuwingen in de interactieve tentoonstelling De Beroepenateliers Een overzicht van de beroepenateliers Aangepaste en nieuwe beroepenateliers Toekomst begeleiding Educatieve omkadering ‘Helden van elke dag’ en ‘BEROEPEN(t)HUIS in de klas’ Het huidige aanbod aan lesmaterialen Lesmaterialen die door Het Beroepenhuis werden ontwikkeld Databank met lesmaterialen van andere actoren Korte lesideeën Communicatie van de educatieve omkadering Aanbod hogescholen Open zondagen Doelstellingen Onze aanpak De promotie De toekomst
5 6 6 6 7 9 10 12 13 16 18 19 19 20 20 21 22 22 23 24 24 24 26 27
2. Resultaten Bezoekers
p. 28
2.1 2.1.1
p. 28
2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.1.5 2.1.6 2.1.7 2.1.8 2.2 2.2.1 2.2.1.1
Werkingsjaar 2012-2013. Resultaten Schooljaar 2012–2013. Aantal groepen, leerlingen en leerkrachten. Vergelijking met voorgaande schooljaren. Aandeel scholen dat terugkomt. Schooljaar 2012–2013. Verdeling leerlingen Basisonderwijs en Secundair Onderwijs en leerjaren. Vergelijking met voorgaande schooljaren. Schooljaar 2012–2013. Verdeling leerlingen over leerjaren. Vergelijking met voorgaande schooljaren. Schooljaar 2012–2013. Verdeling groepen over provincies. Vergelijking met voorgaande schooljaren. Schooljaar 2012-2013. Deelname aan de beroepenateliers Schooljaar 2012–2013. Annuleringen. Schooljaar 2012–2013. Vrije bezoekers. Overzicht. Schooljaar 2012–2013. Bezoekers op zondag. Werkingsjaar 2012-2013. Evaluaties van de bezoekers. Evaluatie van de leerkracht/begeleider De inleiding aan de hand van het beroepenfilmpje 3
p. 28 p. 30 p. 32 p. p. p. p. p. p. p. p.
36 37 40 40 41 45 45 45
2.2.1.2 2.2.1.3 2.2.1.4 2.2.1.5 2.2.2 2.2.3 2.2.3.1 2.2.3.2 2.2.4 2.3
2.3.1 2.3.1.1 2.3.1.2 2.3.1.3 2.3.2 2.3.2.1 2.3.3 2.3.3.1 2.3.3.2
De interactieve tentoonstelling (met zoektocht) De beroepenateliers Effecten van een bezoek aan Het Beroepenhuis Algemene evaluatie De omkadering in de klas. Voorbereiding en opvolging van het bezoek aan Het Beroepenhuis Evaluatie van de leerlingen Vragen over het bezoek aan Het Beroepenhuis Enkele stellingen Conclusie Werkingsjaar 2012-2013. Onderzoek naar de effecten van een bezoek aan Het Beroepenhuis op de beeldvorming omtrent studie – en beroepskeuze. Scholen die beide vragenlijsten hebben ingevuld Vragen Enkele stellingen Conclusie Scholen die de vragenlijst voor het bezoek hebben ingevuld Vragen Scholen die de vragenlijst na het bezoek hebben ingevuld Vragen Enkele stellingen
3. Projecten 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12
p. p. p. p.
47 49 54 56
p. p. p. p. p.
57 58 58 62 65
p. p. p. p. p. p. p. p. p. p.
67 67 67 71 78 80 80 82 82 83
p. 85
Studiedag met materialenbeurs p. 85 Doedagen p. 88 de Doedagen voor het 6 leerjaar basisonderwijs p. 88 Doedagen voor de eerste graad secundair onderwijs p. 92 de WAW – Wijs! aan ’t werk – arbeidsmarkteducatie voor de 3 graad SO p. 93 Technologica p. 99 Beroepenrally metaal en technologie p. 105 Projecten – bedrijfsbezoeken p. 106 IKANDA Kindercongres p. 107 Grafoc docentenmap p. 108 Boetiek Techniek p. 110 Beurzen en nascholing p. 112 Bereik van ouders p. 112 Promotie van Het Beroepenhuis. Het Beroepenhuis in de pers. p. 113
4. Bereik van Het Beroepenhuis
p. 117
5. Personeel, Partners en Financiering
p. 119
5.1 5.2 5.3
p. 119 p. 119 p. 119
Personeel Partners Financiering
6. Besluit
p. 122
4
1. Het aanbod M et haar aanbod ondersteunt Het Beroepenhuis jongeren van 11 tot 14, hun ouders en leerkrachten bij de belangrijke studiekeuze naar (de tweede graad van) het secundair onderwijs. Het Beroepenhuis werkt actief aan een evenwaardige dienstverlening voor een bijzonder diverse doelgroep. Die bestaat onder andere uit de leerlingen van de 3de graad basisonderwijs (5de en 6de leerjaar) en van de 1ste graad van het secundair onderwijs (1ste en 2de jaar, a– en b-stroom). M aar ook onthaalklassen (OKAN) en leerlingen uit het buitengewoon basis- en secundair onderwijs krijgen hier een aanpak op maat. Het Beroepenhuis heeft met die aanpak een dubbele doelstelling: - Ons publiek ontdekt een groot aantal knelpuntberoepen met een technisch of praktisch uitvoerend karakter. Deze zijn vaak minder bekend, maar wel interessante opties voor de toekomst. - Ons publiek krijgt een breder beeld van de eigen talenten en interesses, en van het belang daarvan voor een goede keuze. De concrete aanpak is allesbehalve vrijblijvend. Jarenlange ervaring, een goede dialoog met onze doelgroep en de nodige wetenschappelijke inzichten resulteerden in een uitgesproken educatieve huisstijl. Daarin staan leren in actie, plezier en een inhoudelijk en visueel aantrekkelijke voorstelling van het onderwerp centraal. 1.1 Op bezoek met de klas Die huisstijl komt dan ook sterk naar voor in het belangrijkste luik van onze werking; scholen die Het Beroepenhuis bezoeken, doorlopen een 3 uur durend programma in twee delen. Tijdens het eerste anderhalf uur is er na een korte inleiding met een filmpje een zoektocht doorheen de interactieve tentoonstelling. Daarnaast nemen de leerlingen deel aan 2 beroepenateliers. Beide onderdelen zijn complementair en vormen samen een beproefd concept, dat zeer toegankelijk is voor een breed publiek. Enkele recente reacties: “Dit is een uitstap die we nooit vergeten te plannen! Een aanrader voor alle scholen.” Leerkracht 6e leerjaar van SB Het Gryspeertje in Deurne. “Dit is een zeer geslaagd concept en ik ben blij dat we hier als leerkrachten gebruik van kunnen maken. Kadert volledig in het leerplan ‘Techniek in zowel A als B stroom’.” Leerkracht 1e B van M S De M oerbei in M oerbeke-Waas. “Het bezoek is een deel in het jaarproces rond ‘op stap naar het secundair onderwijs’ en helpt samen met andere activiteiten de beroeps- of studiekeuze bepalen.” Leerkracht 6e leerjaar van Sint-Amelberga in Temse. “De leerlingen waren enthousiast! Goede begeleiding! Geslaagd!!” Leerkracht 6e leerjaar van GO Irishof in Kapellen.
5
1.1.1 De inleiding Het bezoek begint voor alle bezoekers met het bekijken van een beroepenfilmpje. Daarin schetsen we een beeld van de 11 sectoren dankzij een reeks boeiende foto’s van technische en praktisch uitvoerende beroepen. Deze komen zo al meteen in een positiever daglicht te staan. En om ook de gender vooroordelen te doorbreken is er een evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen. In het filmpje lezen de leerlingen verder uitspraken van mensen die vertellen waarom zij gaan werken. Daaruit halen we de inspiratie voor een inleidend gesprek, waaruit blijkt dat arbeid niet alleen een loon oplevert, maar ook een middel is voor persoonlijke ontplooiing en een constructieve deelname aan de maatschappij. Verder willen we vooral de structuur van beroepssectoren en beroepen verduidelijken, opdat de leerlingen de opbouw van de tentoonstelling begrijpen. Een leerkracht hierover: “Ik vind de inleiding heel to the point en bondig! De interesse van de kinderen wordt opgewekt en ze moeten beroep doen op hun voorkennis.” Leerkracht 5e en 6e leerjaar van het St-Catharinacollege in Geraardsbergen. Belangrijk: waar nodig differentiëren we een deel van onze methodieken voor de diverse doelgroepen, en dat geldt meteen ook voor de inleiding. Voor minder taalvaardige jongeren en voor het buitengewoon basis- en secundair onderwijs, wordt er na het filmpje gewerkt met prenten van beroepen die zij op die manier makkelijker in een lijst van de sectoren kunnen plaatsen. Het resultaat is hetzelfde als bij de andere doelgroepen.
Aan het einde van de inleiding lichten we kort het praktische verloop van het bezoek toe. De leerlingen vernemen onder andere aan welke beroepenateliers ze die dag zullen deelnemen. Tot slot worden ze in groepen verdeeld, en dan begint de actie. 1.1.2 De interactieve tentoonstelling 1.1.2.1 Begeleiding in de interactieve tentoonstelling Tijdens het schooljaar 2012-2013 werkten onze begeleiders in grote lijnen volgens dezelfde kwalitatieve begeleidingsmethode als voorheen. M aar ons onophoudelijke streven naar verdere verfijning leidde wel tot een gewijzigde aanpak van de verschillende reflectiemomenten tijdens het bezoek. 6
1.1.2.2 De methodiek Ten voordele van de individuele betrokkenheid en een sterke leerervaring bestaan de groepen uit maximaal 15 jongeren. Elke groep heeft een eigen begeleider. Deze demonstreert in de tentoonstellingsruimte allereerst hoe de leerlingen optimaal gebruik kunnen maken van de activiteiten en informatie.
Doorheen de tentoonstelling leggen de leerlingen vervolgens onder begeleiding een individueel traject af op zoek naar beroepen uit 11 bedrijfssectoren: metaal en technologie, metaal en technologie bedienden, chemie en kunststoffen, bouw, transport en logistiek, voedingsindustrie, horeca, social profit, grafische industrie, haven en binnenvaart en tenslotte kapper en schoonheidsspecialist. Aan elke ontdekhoek werden visuele elementen toegevoegd die aansluiten bij de leefwereld van de bezoekers, zoals bijvoorbeeld de mascottes.
In de ene sector na de andere gaan de leerlingen aan de slag met een doe– en/of leesopdracht.
7
Hun oplossingen leggen ze mondeling voor aan de begeleider, die meteen ook mee kan reflecteren over wat ze in de ontdekhoek hebben beleefd. Hij/zij zorgt ervoor dat de leerlingen in elke sector een kijkje gaan nemen. Na de zoektocht kunnen de leerlingen nog even vrij ontdekken.
Afhankelijk van de doelgroep gebruiken we verschillende sets opdrachten: - doevragen aangevuld met leesvragen - doevragen voor taalzwakke leerlingen - doevragen voor buitengewoon onderwijs
8
Bovendien kan de begeleider op elk moment van de zoektocht zijn/haar selectie van de opdrachten gemakkelijk verder afstemmen op het lees- en probleemoplossend vermogen van individuele leerlingen. Zo wordt een optimale ondersteuning mogelijk dankzij een sterk individueel contact met hen.
1.1.2.3 Aanpassingen kringgesprek Aan het eind van het bezoek aan de tentoonstelling houden we een kringgesprek met de leerlingen over welke beroepen indruk hebben gemaakt en over hun eventuele toekomstplannen. Aansluitend staan we stil bij de manier waarop ze een goede studiekeuze kunnen maken, of bij valkuilen zoals misplaatste vooroordelen over beroepen. Leerlingen krijgen hier ook de kans om vragen over onderwijsvormen of beroepen te stellen. Het Beroepenhuisteam houdt steeds de vinger aan de pols. Omdat we elke kans om de methodieken verder te verfijnen willen aangrijpen, maken we graag ook gebruik van externe bronnen, zoals bijvoorbeeld recent nog de conclusies van het project ‘Loopbaanleren in Vlaanderen en Europa (LoVE)’ (Vlaamse overheid). Daarin werd in kaart gebracht hoe de pedagogische inzichten en principes achter het in Nederland door M arinka Kuijpers en Frans M eijers ontwikkelde loopbaanleren naar de Vlaamse onderwijspraktijk kunnen worden vertaald. Hieruit bleek enerzijds nogmaals dat ervaringsleren de enige effectieve manier is om bij jongeren een intrinsieke motivatie te stimuleren voor technische studierichtingen en beroepen. M aar anderzijds ook dat de activiteiten op zich allerminst volstaan en dat een zeer specifieke vorm van reflectie essentieel is voor het verwerken van de opgedane ervaringen, opdat die invloed kunnen hebben op de studiekeuze. 9
Deze inzichten hebben we onder andere gebruikt voor een aangepaste opbouw van het kringgesprek: - Welke activiteiten en beroepen vonden de kinderen leuk en/of gingen goed? - Wat zegt dat over hun persoonlijke talenten en interesses? - Op welke manier kunnen ze deze gebruiken voor een goede studiekeuze? Van deze wetenschappelijk onderbouwde aanpak kunnen we aannemen dat ze nog effectiever bijdraagt aan de realisatie van onze doelstellingen. Alvast een reactie van een leerkracht: “Deze nabespreking was boeiend en zeer opbouwend.” Leerkracht 6e leerjaar GBS Wippelgem. “Dit heeft de meeste leerlingen echt aan het denken gezet. Zowel op de terugweg naar school als de dagen nadien is er veel gepraat over beroepen en studiekeuze.” Leerkracht 6e leerjaar van het Sint-Janscollege Visitatie in Sint-Amandsberg. 1.1.2.4 Vernieuwingen in de interactieve tentoonstelling Tijdens het schooljaar 2012-2013 werden geen nieuwe sectoren geïntroduceerd. Wél kreeg de ontdekhoek van de chemie en kunststoffen een grondige facelift. De bestaande modules werden grotendeels behouden, maar dankzij nieuwe prints en vooral nieuwe interacties is er heel veel veranderd. Zo kreeg de module kunststofverwerker een sterker visueel verhaal maar ook een meer doe-gerichte interactie, waarbij leerlingen de verschillende stappen van het productieproces ontdekken.
10
De labokast doet nog steeds een beroep op de handigheid van de jongeren, maar introduceert hen nu ook op een meer praktische manier in de wereld van de atomen en de moleculen, terwijl ze meteen ontdekken hoe goed ze functioneren onder tijdsdruk.
Bij de procesoperator krijgen bezoekers een beeld van de indrukwekkende technische installaties in deze bedrijven, maar ondervinden ze ook aan den lijve hoe belangrijk controleren, samenwerking en communicatie er zijn.
En de wandmodule van de laborant daagt kinderen uit om uiterst nauwgezet een reeks onderzoekshandelingen uit te voeren op de computer en met een microscoop. Hier ligt nu bovendien meer nadruk op de life-sciences.
11
In het najaar 2012 werden deze nieuwe visuele elementen en onderdelen aan de ontdekhoek toegevoegd door het productiehuis Impressantplus. De renovaties werden mogelijk gemaakt door Fondschem (Fondsen voor Vorming in de Scheikundige Nijverheid voor arbeiders en bedienden). 1.1.3 De Beroepenateliers In het tweede deel van het bezoek gaan dezelfde groepen aan de slag in 2 beroepenateliers of workshops van elk 40 minuten. De leerlingen kruipen daarbij even in de huid van enkele beroepsbeoefenaars en ontdekken op een toffe manier de verschillende talenten waarover je moet beschikken om de juiste m/v voor die jobs te zijn. Alle beroepenateliers zijn op een gelijkaardige manier opgebouwd uit een inleiding, een doe-activiteit en een evaluatie. In de inleiding schetsen we een beeld van de typische activiteiten en contexten voor de beroepen in kwestie, en worden de belangrijkste uitdagingen al even vernoemd. Inkleding en inleving spelen hier een belangrijke rol. Daarna demonstreert de begeleider de verschillende deelactiviteiten, en kunnen de leerlingen aan de slag. Door hen in die oefeningen te laten proeven van enkele typische praktische taken en vaak nieuwe uitdagingen, bereiken we twee dingen tegelijk: - De doelgroep ontdekt dat de beroepen in kwestie heel wat specifieke vaardigheden vereisen, wat bijdraagt aan de positieve beeldvorming. Door een zeker respect bij te brengen voor dat soort werk, wordt het ook toegankelijker voor geïnteresseerde jongeren. - Leerlingen én hun leerkrachten ontdekken op een heel tastbare manier dat professioneel relevante talenten en competenties erg breed gaan, dat ze er zelf ook enkele van hebben, en dat die bepaalde mogelijkheden opleveren. Een bijzonder empowerende leerervaring dus. Een belangrijke vaststelling is dat methodische differentiëring per doelgroep tijdens dit luik van het bezoek in feite nauwelijks nodig is. Natuurlijk passen onze begeleiders hun woordgebruik en houding waar nodig aan, maar dankzij een zeer visuele uitleg en het sterk doe-gerichte karakter van de opdrachten zijn de beroepenateliers in de praktijk zeer toegankelijk voor een breed publiek. De begeleiders waken zelfs over een zekere uniformiteit, door bijvoorbeeld in hun taalgebruik en de praktische organisatie niet het minste onderscheid te maken tussen jongens en meisjes.
12
In de korte evaluatie tenslotte worden de talenten en competenties die tijdens de activiteiten aan bod kwamen benoemd via een vraaggesprek. Het Beroepenhuis bepaalt welke 2 ateliers iedere groep zal uitvoeren, in functie van verschillende praktische factoren. Toch houden we in de mate van het mogelijke graag rekening met eventuele voorkeuren van scholen. 1.1.3.1 Een overzicht van de beroepenateliers Sinds het schooljaar 2012-2013 biedt Het Beroepenhuis haar bezoekers de keuze uit 10 beroepenateliers, één meer dan voorheen dus. Hieronder volgt eerst een kort overzicht van de 8 beroepenateliers waarvan de activiteiten onveranderd bleven. In het beroepenatelier transport en logistiek zijn de leerlingen de expediteurs en magazijnmedewerkers van een fictief speelgoedbedrijf en leren ze bestellingen klaarzetten en leveren met een transpallet. 2 Teams strijden om de eer van het beste team.
Voor de sector horeca leren de leerlingen hoe het is om als barpersoneel een alcoholvrije cocktail te shaken voor hun ‘klanten’ en om als kelner met een dienblad klanten te bedienen. Ook hier zorgt een kleine competitie voor extra spanning.
13
Voor de sector chemie en kunststoffen maken de leerlingen als laboranten hun eigen tube tandpasta.
In het beroepenatelier voor de sector bouw leren de leerlingen hoe je een muurtje kan metselen en hoe je als sloper een muurtje veilig kan afbreken.
In het atelier voor de sector voedingsindustrie doen de leerlingen 4 verschillende opdrachten als kwaliteitsverantwoordelijke, productieoperator en inpakker.
14
Voor social profit worden 4 doe-activiteiten uitgevoerd die telkens gekoppeld worden aan een beroep uit de sector. Zo worden de beroepen ergotherapeut, logistiek assistent, verpleegkundige en maatschappelijk werker ontdekt.
In het beroepenatelier van de grafische industrie maken de leerlingen kennis met de beroepen drukwerkvoorbereider, drukker en drukwerkafwerker. De leerlingen maken zelf een boekje en kunnen nadien allerlei technieken uit de sector toepassen zoals uitkappen, zeefdrukken, schrijven met onzichtbare inkt, pregen en kleuren mengen.
In het beroepenatelier voor haven en binnenvaart leren de jongeren ten eerste als matroos om ‘vanop het schip’ een meertouw over een meerpaal of bolder ‘aan de wal’ te werpen. Daarnaast leggen ze met een fijner touw een ietwat uitdagende knoop: het ‘zoetelieveke’. Als binnenvaartkapitein bepalen ze door middel van een scheepsmeting hoe zwaar een schip geladen is en gaan ze op zoek naar een efficiënte strategie om containers te laden.
15
1.1.3.2 Aangepaste en nieuwe beroepenateliers Net zoals bij het kringgesprek werd bij elk atelier de afsluitende evaluatie aangepast met het oog op een nog concretere reflectie over de opgedane ervaringen. Het vraaggesprek ging telkens als volgt: - Per deelactiviteit en beroep werden kinderen gevraagd om persoonlijk te evalueren hoe leuk ze het vonden en/of hoe goed het ging. - Vervolgens benoemden ze systematisch de talenten die ze daarbij zelf gebruikt hadden, zo nodig geholpen door richtvragen van de begeleider. - Tot slot gingen ze op dezelfde wijze op zoek naar de overige talenten die voor deze beroepen relevant zijn.
Vanaf het najaar van 2012 werden de door TOFAM in het kader van Boetiek Techniek ontwikkelde modules en bijhorende activiteiten in gebruik genomen voor het vernieuwde atelier metaal en technologie. Dit staat nu permanent opgesteld in de polyvalente zaal op het gelijkvloers. Het evoceert op een toffe manier het verhaal achter de productie van een memory-stick, en daagt de kinderen uit om de opeenvolgende stappen in dat proces mee te zetten als productontwikkelaar, technisch tekenaar, matrijzenbouwer, proces- en productieoperator.
16
Zo komen respectievelijk deze belangrijke talenten aan bod: creativiteit bij het ontwerpen van een eigen stick, ruimtelijk inzicht voor de technische tekening, nauwkeurigheid bij het aanbrengen en testen van de contactstroken, alles onder controle houden en problemen oplossen tijdens een complex productieproces in een computergame en handig zijn met machines bij het vervaardigen van een eigen talentbutton. Dit atelier werd meteen en sindsdien consequent sterk gesmaakt door de deelnemers.
Een voorbeeld: “Echt een leuk atelier, dat een ruimere blik geeft op deze technische sector.” Leerkracht 6e leerjaar GBS Evergem. Na de ontdekhoek voor de beroepen kapper en schoonheidsspecialist in 2012 kwam er in januari 2013 ook een gloednieuw beroepenatelier voor de sector kapper en schoonheidsspecialist. Ook hiervoor werd een aantrekkelijke set materialen voorzien of ontwikkeld, in dit geval op vraag van BESKO (de beroepsvereniging voor schoonheidsspecialisten) en UBK/UCB (Unie van de Belgische Kappers vzw) door het productiehuis Impressantplus. Als kapper leren de deelnemers om na te denken over stijl en om gezichtsvormen en kapsels aan elkaar te linken. Daarnaast worden ze uitgedaagd om op basis van enkele voorbeelden een mooie baard te scheren bij een stel realistisch ogende koppen. Als schoonheidsspecialist geven ze hun ‘klanten’ een professionele gezichtsmassage – die ze tot hun grote tevredenheid ook zelf mogen ondergaan. In dit atelier ligt het niveau van de uitdagingen opnieuw doelbewust hoog, niet in het minst omdat het letterlijk veel dichter bij de leerlingen komt. Dit roept enthousiasme en andere sterke reacties op, maar brengt de leerlingen ook effectief het nodige realisme bij over deze beroepen. 17
Een reactie: “Dit was nu eens echt leuk en leerrijk tegelijkertijd.” Leerkracht OKAN bij de Toren van Babel in Gent.
1.1.4 Toekomst begeleiding Zoals we ook in Het Beroepenhuis kunnen vaststellen, zijn onze samenleving en doelgroepen voortdurend in beweging. Ons team kan en blijft daarop inspelen door dagelijks zowel informeel als systematisch open te communiceren met de bezoekers. De laatste maanden van het voorbije schooljaar hebben we bijvoorbeeld bij sommige leerlingen van het 2de jaar secundair onderwijs voor het eerst de nood ervaren bij een selectie van onze activiteiten om die nog iets uitdagender te maken dan voor de andere doelgroepen. Daar maken we volgend schooljaar werk van, en mogelijks gaan we nog een stap verder door ook de verschillende reflectiemomenten nog concreter en persoonlijker te maken. Het wordt boeiend om te onderzoeken wat dat oplevert. Daarnaast kregen we van enkele leerkrachten uit het buitengewoon onderwijs het belangrijke signaal dat het gemiddelde leesniveau van hun leerlingen de laatste jaren daalt. Het gevolg is dat vooral de interactieve tentoonstelling voor hen minder toegankelijk dreigt te worden. Omdat deze doelgroep ons nauw aan het hart ligt en het educatieve aanbod op maat ervan al eerder schaars is, willen we dit tijdig en grondig aanpakken. In het najaar van 2013 zal een universitaire stagiair daarom een educatief onderzoek uitvoeren naar de noden en mogelijkheden, om na voldoende praktijkexperimenten en feedback van de doelgroep uiteindelijk een vernieuwde methodiek voor te stellen. 18
1.1.5 Educatieve omkadering Een bezoek aan Het Beroepenhuis wordt veel waardevoller als het omkaderd wordt door lessen op school. Het bezoek wordt namelijk het best beschouwd als één schakel in een langer durend proces van beroeps- en studiekeuze en talentenverkenning. Deze thema’s komen vanaf het 5de leerjaar basisonderwijs tot het 2de jaar secundair onderwijs op verschillende tijdstippen gedurende het schooljaar aan bod, ook in het bijzonder onderwijs. M eestal plannen leerkrachten dit ofwel in het kader van onderwijsloopbaanbegeleiding (OLB) ofwel via de lessen techniek. Het Beroepenhuis zorgt er voor dat leerkrachten uit een waaier aan mogelijkheden kunnen kiezen om hieraan invulling te geven in hun lessen. De combinatie van het bezoek aan Het Beroepenhuis en het omkaderend lesmateriaal is de beste manier om onze boodschap over te brengen aan de jongeren en er voor te zorgen dat ze onthouden wordt. 1.1.5.1 ‘Helden van elke dag’ en ‘BEROEPEN(t)HUIS in de klas’ Lesmateriaal om een bezoek te omkaderen werd reeds bij het ontstaan van Het Beroepenhuis ontwikkeld in het kader van het ESF zwaartepunt 5–project ‘Helden van elke dag’ in samenwerking met de Arteveldehogeschool (looptijd september 2004 – augustus 2006) en het ESF zwaartepunt 6–project ‘BEROEPEN(t)HUIS in de klas’ (looptijd augustus 2005 – juli 2007).
Bij het project ‘Helden van elke dag’ werd er een volledig educatief pakket ontwikkeld voor de 3de graad basisonderwijs, bestaande uit 4 onderdelen: een talentenzoektocht, werkblaadjes rond arbeid, een bordspel en een checklist om gender neutraal te werken rond beroeps- en studiekeuze. Het pakket is niet meer te verkrijgen in gedrukte vorm, maar blijft online beschikbaar.
19
Het project ‘BEROEPEN(t)HUIS in de klas’ richtte zich naast de 3de graad basisonderwijs ook naar de 1ste graad secundair onderwijs en bestond uit verschillende elementen zoals een onderzoek, de ontwikkeling van beroepenateliers voor in de klas, een scholenwedstrijd, bedrijfsbezoeken, lesideeën en een databank van lesmaterialen van andere actoren zoals CLB’s en sectoren. Ook uit dit project blijven de meeste producten online beschikbaar. Vanaf augustus 2007 werd er besloten om de educatieve omkadering van een bezoek op te nemen als een vast onderdeel van de werking van Het Beroepenhuis. Doorlopend werden er nieuwe lessen, nieuwe beroepenateliers en producten van partners toegevoegd aan het aanbod. 1.1.5.2 Het huidige aanbod aan lesmaterialen Leerkrachten kunnen op de website www.beroepenthuisindeklas.be een brede waaier aan lesmaterialen terugvinden. Dit wordt verdeeld in 3 grote onderdelen: 1) lesmaterialen die door Het Beroepenhuis werden ontwikkeld, 2) een databank met lesmaterialen van andere actoren en 3) allerlei korte lesideetjes van zowel Het Beroepenhuis als van anderen. “Wat een geweldige site is www.beroepenthuisindeklas.be. Ik heb er heel veel leuke dingen gevonden die ik in het kader van beroepsoriëntatie met mijn klas kan doen. Ga zo door met jullie werk. Daar mogen jullie terecht trots op zijn.” Leerkracht uit Nederland, M iranda Celie 1.1.5.2.1 In de lesmaterialen die door Het Beroepenhuis werden: De ‘voor en na’ les Deze les werd in 2011 ontwikkeld en bestaat uit een luik van één lesuur voor het bezoek en een luik van één lesuur na het bezoek en vormt een ideale en beknopte omkadering bij een bezoek aan Het Beroepenhuis. Leerkrachten met weinig lesruimte kunnen zo toch de nodige voorbereiding en verwerking voorzien. De volgende thema’s komen in de les aan bod: Waarom werken mensen ?, alle sectoren werken samen, sectoren en beroepen, talenten verkennen en gender. Beroepenateliers voor in de klas Al sinds 2005, bij de start van het project BEROEPEN(t)HUIS in de klas, wordt er voor elk beroepenatelier dat in Het Beroepenhuis doorgaat, een alternatief gemaakt voor in de klas. Zo werden er de voorbije jaren telkens lessen toegevoegd voor de sectoren die nieuw 20
aansloten bij Het Beroepenhuis. Het idee hierbij is natuurlijk dat leerkrachten zich niet moeten beperken bij de 2 beroepenateliers die ze in Het Beroepenhuis uitvoeren, want de ateliers voor andere sectoren kunnen in de klas georganiseerd worden. Er worden dus 11 beroepenateliers voor in de klas aangeboden die één tot twee lesuren in beslag nemen. Elk beroepenatelier bestaat uit een technische doe-activiteit rond bepaalde beroepen zodat de leerlingen de kans krijgen de talenten van deze beroepen te ontdekken. Dit zijn ideale lessen voor het vak techniek zowel in de 3de graad basisonderwijs als in de 1ste graad secundair onderwijs. In september 2010, bij de invoering van de nieuwe eindtermen techniek, werden alle bestaande beroepenateliers aangepast om de meest actuele eindtermen te bevatten. Hoekenwerk: 11 sectoren in 2 lesuren Helaas merken we dat niet alle leerkrachten de tijd nemen om voor elke sector uit Het Beroepenhuis apart een ‘beroepenatelier voor in de klas’ uit te voeren, telkens 1 tot 2 lesuren. Vaak hebben ze hiervoor onvoldoende lesuren ter beschikking. Zo is het idee ontstaan om een les ‘hoekenwerk’ te ontwikkelen. In een dergelijke les komen alle sectoren uit Het Beroepenhuis via een korte doe-opdracht, telkens in een ‘hoek’ van de klas, aan bod in 1 concept van maximum 2 lesuren. Hetzelfde concept werd op vraag en onder begeleiding van Het Beroepenhuis ook uitgewerkt in een eindwerk van 2 studenten lerarenopleiding van de Hogeschool Gent. Ook deze versie kunnen leerkrachten terugvinden. “Bedankt aan Het Beroepenhuis voor de fijne opdrachten hoekenwerk waardoor we vandaag een fijne beroependag konden organiseren in de klas.” Leerkracht 6de leerjaar VBS Biest uit Waregem NMBS-les Op vraag van onze sponsor de NMBS-groep ontwikkelde Het Beroepenhuis een les waarbij beroepen van de spoorwegen in de kijker komen. Ook ontdekken leerlingen hoe je een treinreis plant en wat de voordelen zijn aan het reizen met de trein. De les bestaat uit een onderdeel voor de treinreis, een onderdeel tijdens de treinreis en een onderdeel na de treinreis, dus ook na het bezoek aan Het Beroepenhuis. Het centrale idee bij deze les is dat het thema beroepen en de talentenzoektocht al start bij de treinreis. Helden van elke dag Hier vinden de leerkrachten alle onderdelen van het pakket Helden van elke dag terug. (zie 1.1.5.1) Bedrijfsbezoeken Een handleiding dat alle ervaringen van Het Beroepenhuis met bedrijfsbezoeken bundelt, kan door leerkrachten geraadpleegd worden. 1.1.5.2.2 Databank met lesmaterialen van andere actoren Op de website worden maar liefst 42 lesmaterialen verzameld. Alle educatieve tools van sectoren werden hier opgenomen, maar ook werkboekjes van CLB’s, materiaal van Vlajo, De Schoobrug vzw, Hogescholen en van Dienst Beroeps Opleiding (DBO). Elk product krijgt een informatieve fiche zodat leerkrachten weten waar het product te verkrijgen is en hoe het in de lessen kan worden ingezet.
21
1.1.5.2.3 Korte lesideeën Hier worden 34 korte lesideetjes verzameld die zowel door Het Beroepenhuis als door stagiairs, leerkrachten of partners werden ontwikkeld. Alle lesideeën gaan over beroepen, talenten, studiekeuze of beroepskeuze. Zo vinden leerkrachten een quiz over het secundair onderwijs, een les voor in het vak wiskunde met vraagstukken over beroepen, een talentenspel uit het tijdschrift Klasse, een kringgesprek over waarom mensen werken en heel wat spelletjes of creatieve opdrachten zoals een fotoboek, een collage of een lichtkunstwerk. 1.1.5.3 Communicatie van de educatieve omkadering Het aanbod van lesmaterialen is beschikbaar via de website voor iedere leerkracht die er gebruik van wenst te maken, dus ook voor leerkrachten die niet met de klas op bezoek komen naar Het Beroepenhuis. “De site van Het Beroepenhuis is een zeer leuke bron. Ik heb daar veel ideeën gekregen.” Leerkracht OKAN Om het aanbod van lesmaterialen bekend te maken organiseert Het Beroepenhuis jaarlijks een studiedag voor leerkrachten in oktober of november met daaraan gekoppeld een materialenbeurs (zie 3.1) en neemt Het Beroepenhuis deel aan andere beurzen zoals de TOPdag (zie 3.10). Tijdens de materialenbeurs kunnen de bezoekers vaak verschillende gratis lespakketten van sectoren en andere actoren verkrijgen. Elk jaar worden nog tot weken na de beurs lesmaterialen verder verspreid aan de leerkrachten die met de klas komen tot de voorraad uitgeput is. Ook ontvangt Het Beroepenhuis heel wat leerkrachten in opleiding die telkens op de hoogte worden gebracht van het aanbod van lesmaterialen (zie 1.2). Voor leerkrachten die een bezoek aan Het Beroepenhuis reserveerden bestaat er een ander systeem om hen zo veel mogelijk te motiveren om het bezoek te omkaderen in de klas. Na reservatie krijgen leerkrachten een mail die hun bezoek bevestigt en daarin vinden ze behalve praktische informatie ook links naar lesmaterialen die worden aangeraden. Dit systeem is een hele hulp voor leerkrachten die het soms moeilijk vonden om een keuze te maken uit de brede waaier aan lesmaterialen.
22
1.2 Aanbod hogescholen Het is een bewuste keuze van Het Beroepenhuis om meer in te zetten op studenten in de lerarenopleidingen of opleidingen sociaal werk. Om de werking van Het Beroepenhuis en de lesmaterialen beter bekend te maken bij deze doelgroep werd er dit schooljaar 20122013 voor het tweede jaar op rij een concreet aanbod uitgewerkt naar hogescholen. Dit aanbod werd via een gerichte mailing al eens bekend gemaakt in mei 2012 en opnieuw bij de aanvang van het schooljaar in september 2012. Het aanbod bestaat uit 3 mogelijkheden: 1) De studenten kunnen gratis naar de jaarlijkse studiedag met materialenbeurs. 2) De studenten kunnen deelnemen aan een rondleiding op hun maat in Het Beroepenhuis. Hierbij worden de pedagogische principes van de begeleiding in de tentoonstelling en de methodiek van de beroepenateliers uit de doeken gedaan. Bovendien wordt er een 23
uitgebreid bezoek gebracht aan de infotheek waarbij alle aanwezige lesmaterialen worden getoond en ingekeken. 3) De studenten worden uitgenodigd om voor Het Beroepenhuis te kiezen als stageplaats. Deze aanpak bleek succesvol want er werden heel wat studenten bereikt. M aar liefst 94 studenten uit lerarenopleidingen waren aanwezig op de materialenbeurs van 17/10/2012. Nog eens 15 rondleidingen op maat van studenten werden in Het Beroepenhuis georganiseerd. De grootste groep bestond uit 99 studenten en soms kwamen studenten op hun eentje op bezoek. De studenten komen uit verschillende hogescholen uit het Gentse, maar ook uit Tielt, Sint-Niklaas, Aalst, Brussel en Antwerpen. Zo ontving Het Beroepenhuis in totaal 240 bezoekende studenten. Bovendien konden we ook nog eens aan 6 studenten een stage in Het Beroepenhuis aanbieden. In totaal bereikten we in het schooljaar 2012-2013 dus 340 studenten, vooral uit de lerarenopleidingen, maar ook uit sociaal werk en 1 studente uit de Gentse Universiteit, richting onderwijspedagogie. 1.3 Open zondagen 1.3.1 Doelstellingen De doelen die we via de open zondagen voor ouders en kinderen willen realiseren bleven dezelfde: - een toffe en actieve kennismaking met beroepen uit de technische sfeer - onze boodschap rond het belang van talenten en interesses voor een sterke studiekeuze concreet maken - een toegankelijke activiteit voor het hele gezin - ouders praktische methodieken aanreiken om hun kind te ondersteunen Uiteindelijk hebben het voorbije schooljaar 772 mensen van dit aanbod gebruik gemaakt. Dit aantal is iets lager dan het voorbije jaar. (zie ook 2.1 Resultaten) 1.3.2 Onze aanpak De data van de 8 open zondagen lagen opnieuw in het voorjaar: 20 januari, 3 en 24 februari, 10 en 24 maart, 21 april, 5 mei en 2 juni 2013.
De concrete aanpak veranderde minimaal in functie van een efficiëntere begeleiding. Om effectief een ononderbroken permanentie van een medewerker in de tentoonstelling 24
mogelijk te maken, sloegen we na het onthaal het filmpje over, en volgden de gezinnen daarentegen de pijlen om op eigen houtje naar boven te gaan. Daar werden ze ontvangen en kregen een introductie in de tentoonstelling, met de expliciete uitdaging om tijdens hun bezoek leuk en praktisch werk te maken van de denkoefening rond studiekeuze.
Op deze manier handhaafden we dezelfde kwaliteit voor elke bezoeker. Na afloop van de zoektocht werden mensen uitgenodigd om nog even na te praten aan het onthaal. Daarnaast hebben we het met de bundel die gezinnen meekrijgen naar huis ‘Je Studiekeuze Stap voor Stap’ enigszins over een andere boeg gegooid. De criteria voor de methodieken bleven dezelfde, maar de selectie werd waar nodig geactualiseerd en ook beperkt. Bovendien hebben we de hoeveelheid tekst en uitleg verminderd, omdat we hadden gemerkt dat deze de toegankelijkheid eerder verkleinde. Het resultaat mag er zijn, en dat vond ook het publiek. Opnieuw waren zo goed als alle bezoekers na afloop positief, tot zelfs lovend. Enkele voorbeelden: “Mooi samengesteld en opgebouwd! ’t Was de moeite om helemaal naar hier te komen, en nog leuk ook.” Een ouder “Ik ben op bezoek gekomen met mijn zoon om te kijken waar zijn interesses lagen. Het heeft ons zeker geholpen en ik vind het een goed initiatief.” Een ouder “’t Was weliswaar een hele afstand vanuit Stabroek, maar eigenlijk is het een noodzaak om hier op bezoek te komen. Als ik dit eerder had gezien, was ik zeker ook eerst met mijn eerste zoon gekomen, die na enkele jaren secundair nog niet weet wat hij precies wil. Dit had hem zeker kunnen helpen.” Een ouder “Het is ontzettend mooi!” Een ouder Ook dit jaar bleef het aantal kritische bedenkingen beperkt: - Er was volgens enkelingen nood aan een systeem van bewegwijzering in de tentoonstelling. - Een tweetal opdrachten waren volgens sommigen aan de moeilijke kant. 25
1.3.3 De promotie Net zoals vorig schooljaar gebruikten we de meest efficiënte promotiekanalen: - Ons promonetwerk groeide zowaar van 200 naar ruim 300 onderwijsmensen die actief hielpen bij de gerichte verspreiding van de flyers en posters. De grotere oplage vertaalde zich deze keer wél in een groter rendement: bijna 25% bezoekers meer dan vorig jaar dankzij dit kanaal, ondanks het lagere totale bereik.
- De geschreven pers en het internet leverden dan weer een stuk minder bezoekers op, maar blijven erg interessant vanwege de relatief beperkte inspanning die we hiervoor moeten doen.
- Voor het eerst hebben we ook enkele honderden posters verspreid over scholen, competentiecentra en andere belangrijke adressen binnen de socioculturele sector.
26
Na deze promotiecampagne kunnen we enkele voorzichtige conclusies maken: - Onderwijsmensen die ouders doorverwijzen naar de open zondagen lijken zeer overtuigend. Deze groep gezinnen is zo te zien meer vastbesloten om te komen en laat zich bijvoorbeeld nauwelijks ontmoedigen door weersomstandigheden. Dit eerder arbeidsintensieve kanaal blijft dus erg belangrijk. - De groep die we bereiken via de media en het internet lijkt ons aanbod meer te zien als een potentieel interessante uitstap, maar minder essentieel. Deze groep liet hun voornemen om ons te bezoeken ogenschijnlijk sneller varen bij terrasjesweer. Hoog rendement, maar minder voorspelbare resultaten dus. - Om de beoogde groei in de toekomst te kunnen garanderen, moeten we meer kanalen benutten. 1.3.4 De toekomst Zoals in de andere luiken van onze werking ook blijkt, vond een groot deel van de bezoekers wat ze zochten en vaak meer. Onze eigen aanpak en de tentoonstelling werden sterk geapprecieerd. Dat levert nogmaals dezelfde conclusie op: dit kleinere luik van de werking van Het Beroepenhuis blijft uiterst relevant, is kwalitatief sterk en wordt zelfs steeds sterker gedragen door de onderwijswereld als onderdeel van hun dialoog met ouders en kinderen. We blijven hier dus op inzetten. Om volgend schooljaar ook onze kwantitatieve streefdoelen te halen door een groter aantal ouders en kinderen te ondersteunen bij hun persoonlijke ontdekkingstocht en de studiekeuze, zullen we vooral verder investeren in de promotie door er meer ruimte voor te maken, en ook door te experimenteren met nieuwe promotiekanalen.
27
2. Resultaten Bezoekers 2.1 Werkingsjaar 2012-2013. Resultaten. 2.1.1 Schooljaar 2012–2013. Aantal groepen, leerlingen en leerkrachten. Vergelijking met voorgaande schooljaren. Aandeel scholen dat terugkomt. Schooljaar 2012-2013. Aantal groepen en leerlingen. n schooldagen n schoolgroepen 20 2 september 20 16 oktober 20 20 november 15 17 december 19 38 januari 15 43 februari 21 51 maart 12 30 april 19 41 mei 20 23 juni 0 2 juli 181 283 TOTAAL
Vergelijking met voorgaande schooljaren
2005-'06 2006-'07 2007-'08 2008-'09
n schoolgroepen 80 213 220 223
n leerlingen 2.446 5.586 5.966 6.451 28
n leerkrachten
2009-'10 2010-'11 2011-'12 2012-'13 TOTAAL
242 256 248 283 1765
6.745 7.276 7.018 7.413 48.901
645 680 663 715 2.703
Tijdens het schooljaar 2012–2013 ontvingen we 283 groepen (een groep krijgt een volledig programma van 3 uren) met in totaal 7.413 leerlingen. Zij werden begeleid door 715 leerkrachten. De meeste bezoekers kwamen in maart. Tegenover het schooljaar 2011-2012 steeg het leerlingenaantal met 5,6 %. Scholen die terugkomen 20052006
20062007
20072008
20082009
20092010
20102011
20112012
20122013
n 80 scholengroepen
213
220
223
242
256
248
283
uit n scholen
66
180
193
199
209
226
209
236
20052006
20062007
20072008
20082009
20092010
20102011
20112012
66
180
193
199
209
226
209
27
69
77
96
115
113
136
41
38
40
48
55
50
65
n scholen per jaar n scholen dat terugkomt het schooljaar nadien percentage scholen dat terugkomt
29
Tijdens het voorgaande schooljaar 2011–2012 ontvingen we 248 schoolgroepen uit 209 scholen. Van deze 209 scholen kwamen er maar liefst 136 terug (65%). Sommige scholen konden evenwel geen bezoek meer reserveren omdat Het Beroepenhuis reeds volgeboekt was of de resterende vrije data niet meer in het schoolprogramma pasten. Er wordt enkel gekeken naar de scholen die terugkomen het jaar nadien. M et scholen die bvb. met 5 en 6 samenkomen en om de 2 jaar reserveren, werd geen rekening gehouden. 2.1.2 Schooljaar 2012–2013. Verdeling leerlingen Basisonderwijs en Secundair Onderwijs en leerjaren. Vergelijking met voorgaande schooljaren. Schooljaar 2012-2013. Verdeling leerlingen over Basisonderwijs en Secundair Onderwijs n leerlingen basis 5129 secundair 2284 TOTAAL 7413
n schoolgroepen 198 85 283
Vergelijking met voorgaande schooljaren n leerlingen
basis
secundair
2005-2006 2006-2007 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011 2011-2012 2012-2013 TOTAAL
1266 4112 4573 4557 4462 4906 5106 5129 34111
1180 1474 1393 1894 2283 2370 1912 2284 14790 30
basis in % 52 74 77 71 66 67 73 69
secundair in % 48 26 23 29 34 33 27 31
n schoolgroepen 2005-2006 2006-2007 2007-2008 2008-2008 2009-2010 2010-2011 2011-2012 2012-2013 TOTAAL
basis 43 153 161 152 159 170 172 198 1208
secundair 37 60 59 71 83 86 76 85 557
Van de 283 groepen die Het Beroepenhuis bezochten, kwamen er 198 uit het basisonderwijs en 85 uit het secundair onderwijs. Het gaat hier om 5129 leerlingen uit het basisonderwijs (69%) en 2284 leerlingen uit het secundair onderwijs (31%). De trend waarbij ongeveer 30% van de bezoekers uit het secundair onderwijs en de overige 70% uit het basisonderwijs komen, zette zich ook tijdens dit schooljaar door, al wordt de kloof terug wat kleiner.
31
2.1.3 Schooljaar 2012–2013. Verdeling leerlingen over leerjaren. Vergelijking met voorgaande schooljaren. Schooljaar 2012-2013. Verdeling leerlingen over leerjaren Leerjaren 4e 5e 6e 5e 6e 5e 6e bubao 1a 1b 1a 1b 1a 2a 1b 2b 1a 1b 2a 2a 2b 2a 2b Buso Okan Andere TOTAAL
n leerlingen 0 623 175 3860 471 270 574 124 81 0 0 286 377 158 10 364 40 7413
32
Wat het basisonderwijs betreft, kwam 75% van de leerlingen, namelijk 3.860, uit het 6de leerjaar, 623 leerlingen of 12% kwamen uit gemengde klassen van het 5de en het 6de leerjaar en 175 (4%) enkel met het 5de leerjaar. 471 leerlingen (9%) kwamen uit het buitengewoon basisonderwijs type 1 en/of type 8 en af en toe enkele leerlingen type 3. Wat het secundair onderwijs betreft, kwamen de meeste leerlingen uit het 1e jaar bstroom (574 of 26%), gevolgd door de leerlingen uit het 2e jaar b-stroom (377 of 17%). Daarna kwamen de leerlingen uit de onthaalklassen anderstalige nieuwkomers (Okan) met 364 leerlingen of 16%. Op de vierde plaats staan de leerlingen uit het 2e jaar a-stroom (286 of 13%). Daarna komen de leerlingen uit het 1e jaar a-stroom (270 of 12%) en de leerlingen uit het 2e jaar a– en b-stroom (158 of 7%). Hierna kwam de groep leerlingen uit het 1e jaar a- en b-stroom (124 of 5%). Tenslotte waren er 81 leerlingen (4%) met een gemengde groep uit het 1e en 2e jaar a–stroom, 40 leerlingen in het kader van een kamp of een jeugdwerking en 10 leerlingen uit het buitengewoon secundair onderwijs . Vergelijking met voorgaande schooljaren Leerjaren 2005-'06
2006-'07
2007-'08
4e 5e 6e 5e 6e 5e 6e bubao
31 799 163 2917 202
0 443 320 3502 308
Leerjaren 2005-'06
2006-'07
2007-'08
1a 1b 1a 1b 1a 2a 1b 2b 1a 1b 2a 2a
130 192 92 129 132 27 273
281 274 26 64 87 0 243
0 357 0 732 177
113 161 161 164 86 0 177
2009'10 0 0 845 815 198 174 3241 3045 267 428 20092008-'09 '10 119 149 529 547 86 414 91 61 89 16 26 0 292 188 2008-'09
33
2010'11 41 1218 195 3166 286 2010'11 263 544 64 0 74 0 595
2011'12 0 644 158 3739 565 2011'12 161 513 127 26 22 0 444
2012'13 0 623 175 3860 471 2012'13 270 574 124 81 0 0 286
2b 2a 2b Buso Okan Andere TOTAAL
221 21 29 47 0 2446
203 153 26 85 32 5586
176 79 24 138 1 5966
268 88 32 274 6 6451
192 374 83 248 11 6745
316 73 94 347 0 7276
127 35 21 428 8 7018
377 158 10 364 40 7413
Wat de verdeling tussen de leerlingen van het basisonderwijs betreft, gelden dezelfde verhoudingen als tijdens het schooljaar 2011-2012. Er zijn opnieuw meer schoolgroepen met leerlingen uit het 6de leerjaar (stijging met 2%) tegenover een lichte daling van de leerlingen die met het 5de en 6de leerjaar samen komen (met 1%). Ook de groep leerlingen uit het buitengewoon basisonderwijs daalt dit schooljaar met 2%. Er is een lichte stijging (van 1%) van leerlingen uit het 5e leerjaar.
Voor het secundair onderwijs kunnen we vaststellen dat de leerlingen uit het 1e jaar bstroom opnieuw het grootste aandeel uitmaken en dit met 26% van de leerlingen. Het aandeel van de leerlingen uit de 2e jaar b-stroom is echter aanzienlijk gestegen van 7% 34
vorig schooljaar naar 17% van de leerlingen nu. Daarmee maken zij de 2e grootste groep uit. Net zoals vorige schooljaren staan de OKAN – leerlingen op de 3e plaats met 16%. De leerlingen uit het 2e jaar a-stroom zijn naar de 4e plaats gedaald met 13% van de leerlingen (een daling van 10%). Plaatsen 1, 2, 3 en 4 worden dus meteen ingevuld door 72% van de leerlingen. Op de 5e plaats staan de leerlingen uit het 1e jaar a-stroom (met 12% van de leerlingen tegenover 8% vorig jaar). De 6e plaats wordt gedeeld door de gemengde groep met leerlingen uit het 2e jaar a- en b-stroom, met een stijging van 2% vorig schooljaar naar 7% van de leerlingen dit jaar. De groep met leerlingen uit het 1e jaar a- en b-stroom kenden dan weer een daling met 2% naar 5% van de leerlingen dit jaar en dit tegenover een stijging met 3% van leerlingen uit een gemengde groep leerlingen uit het 1e en 2e jaar a-stroom (van 1% naar 4%). De rest wordt, net zoals vorig schooljaar, aangevuld met kleine groepen van de leerlingen die in het kader van een kamp langskwamen (40 leerlingen) en de leerlingen uit het Buso (10 leerlingen). Schooljaar 2012-2013. Verdeling schoolgroepen over netten.
vrij onderwijs gemeenschapsonderwijs gemeentelijk/stedelijk onderwijs provinciaal onderwijs Andere (Jeugdwerking, Stadsklassen,…) TOTAAL
vrij onderwijs gemeenschapsonderwijs gemeentelijk/ stedelijk onderwijs
aantal groepen 150 60
in % 53 21
60
21
5
2
8
3
283
100
2005- 2006- 2007'06 '07 '08 33 128 127
2008'09 121
2009'10 126
2010'11 134
2011'12 133
21
36
30
41
56
55
53
60
18
40
54
56
49
56
50
60
35
2012-'13 150
provinciaal 7 onderwijs Andere 1 (Jeugdwerking,…) TOTAAL 80
5
5
3
3
2
1
5
4
4
2
8
9
11
8
213
220
223
242
256
248
283
Wat de verdeling over de netten betreft, kwamen de meeste groepen uit het vrije net (53%). Daarna komen de schoolgroepen uit het gemeenschapsonderwijs (21%) en het gemeentelijke net (21%). Verder waren er 3% groepen via andere kanalen zoals jeugdwerkingen en waren er 2% of 5 schoolgroepen uit het provinciaal onderwijs. 2.1.4 Schooljaar 2012–2013. Verdeling groepen over provincies. Vergelijking met voorgaande schooljaren. Schooljaar 2012-2013. Verdeling groepen over provincies.
Oost - Vlaanderen Antwerpen Vlaams - Brabant West - Vlaanderen Limburg Brussels Hoofdstedelijk Gewest Henegouwen TOTAAL
aantal groepen 162 38 23 55 1
in % 57 13 8 19 0
3
1
1 283
0 100
Vergelijking met voorgaande schooljaren
Oost Vlaanderen Antwerpen
2005'06
2006'07
2007- 2008'08 '09
2009'10
2010'11
2011'12
2012'13
56
111
115
115
129
146
150
162
13
26
22
26
31
31
27
38
36
Vlaams Brabant West Vlaanderen Limburg Brussels Hoofdstedelijk Gewest Henegouwen TOTAAL
6
35
30
24
28
23
18
23
5
35
47
54
47
53
48
55
0
0
1
1
2
0
2
1
0
6
5
3
5
3
3
3
0 80
0 213
0 220
0 223
0 242
0 256
0 248
1 283
Wat de verdeling over de provincies betreft, kwamen de meeste groepen uit Oost– Vlaanderen (57%). Daarna komt de provincie West–Vlaanderen (20%) en de provincie Antwerpen (14%). 8% van de groepen kwam uit de provincie Vlaams - Brabant en 1% uit het Brussels Hoofdstedelijk gewest. De provincie Limburg werd ook bereikt met één schoolgroep en er was ook een school uit Henegouwen. 2.1.5 Schooljaar 2012-2013. Deelname aan de beroepenateliers Het Beroepenhuis tracht om elk atelier ongeveer even vaak te laten doorgaan. Dit is echter niet altijd mogelijk. Verschillende factoren hebben hierop een invloed: (1) ateliers die in dezelfde ruimte doorgaan kunnen niet gelijktijdig ingepland worden, (2) sommige ateliers zijn minder geschikt voor anderstalige nieuwkomers of voor groepen die een leerling in een rolstoel mee hebben. Daarnaast (3) proberen we om niet te vaak van ateliers te wisselen binnen de stageperiode van een stagiair. Ook (4) geven leerkrachten voorkeuren door van ateliers die het beste binnen hun project passen. Tenslotte (5) trachten we om scholen die jaarlijks op bezoek komen telkens iets anders aan te bieden dan bij hun vorige bezoek. In het onderstaande schema wordt weergegeven hoe vaak elk beroepenatelier werd ingepland en hoeveel leerlingen het atelier hebben uitgevoerd tijdens het schooljaar 20122013. Telkens wordt ook weergegeven welk percentage van het totaal aantal scholengroepen of het totaal aantal leerlingen het beroepenatelier heeft uitgevoerd.
ateliers chemie en kunststoffen horeca transport en logistiek metaal en technologie voedingsindustrie social profit bouw grafische industrie
% van totaal aantal aantal schoolgroepen groepen
aantal leerlingen
% van totaal aantal leerlingen
66
23
1857
25
60
21
1526
21
48
17
1241
17
63
22
1793
24
37 59 65
13 21 23
1001 1493 1654
14 20 22
53
19
1231
17
37
haven en binnenvaart kapper en schoonheidsspecialist Totaal
57
20
1543
21
58
20
1487
20
566
200
14826
200
Omdat de leerlingen telkens 2 ateliers uitvoeren krijg je bij het totaal aantal scholengroepen een totaal van 566 groepen, met een totaal aantal leerlingen van 14.826. Wanneer deze cijfers gedeeld worden door 2, krijg je het werkelijke totaal aantal groepen (283) en leerlingen (7.413) die Het Beroepenhuis bezocht hebben tijdens het schooljaar 2010-2011. Ook omdat leerlingen telkens 2 ateliers uitvoeren, krijg je 200% als alle percentages worden samengeteld. Bij wijze van voorbeeld lees je deze tabel dus als volgt: Het beroepenatelier voor de sector chemie en kunststoffen werd door 66 (van de 283) bezoekende groepen uitgevoerd, dus 23% van de bezoekende scholen deed dit beroepenatelier. Dat betekent dat 1.857 leerlingen (van de 7.413) dit atelier hebben uitgevoerd, dus 25% van het totaal aantal bezoekende leerlingen. Om de verhoudingen tussen de frequentie van de beroepenateliers van de verschillende sectoren ten opzichte van elkaar zichtbaar te maken, werden de percentages naar 100% teruggebracht. Deze worden enkel getoond om de verhoudingen zichtbaar te maken. Het zou dus een foute interpretatie zijn om bijvoorbeeld te zeggen dat 13% van de bezoekers het atelier voor chemie en kunststoffen heeft uitgevoerd. Voor die percentages raadpleeg je de bovenstaande tabel. ateliers chemie en kunststoffen horeca transport en logistiek metaal en technologie voedingsindustrie social profit bouw grafische industrie haven en binnenvaart kapper en schoonheidsspecialist
% groepen
% leerlingen
12
13
11
10
8
8
11
12
7 10 11
7 10 11
9
8
10
10
10
10
Bij een ideale verdeling tussen de 10 verschillende beroepenateliers, zou elk beroepenatelier 56 keer moeten worden ingepland (10%). In de praktijk is het onmogelijk om deze verdeling te waarborgen. Hieronder zie je de verhoudingen tussen de 38
beroepenateliers van de verschillende sectoren in het schooljaar 2012-2013.
% groepen chemie en kunststoffen horeca transport en logistiek
10
12
10
met aal en technologie voedingsindustrie
11
9
social profit
9 bouw
11
11 10
grafische industrie
7 haven en binnenvaart kapper en schoonheidsspecialist
Wanneer we dan kijken hoeveel leerlingen er telkens in die scholengroepen zaten, wijzigen de verhoudingen nog lichtjes.
39
De meeste beroepenateliers komen ongeveer even vaak aan bod. De enige beroepenateliers die het voorbije schooljaar wat minder vaak aan bod kwamen zijn voedingsindustrie (7%) en grafische industrie (8%). Omdat beide ateliers minder uniek en spectaculair zijn in die zin dat ze ook relatief gemakkelijk kunnen georganiseerd worden in een klaslokaal, kunnen ze niet in combinatie aangeboden worden aan scholen. Bovendien worden deze ateliers minder vaak expliciet aangevraagd door leerkrachten. Deze factoren zorgen er voor dat de ateliers iets minder dan de anderen werden ingepland. Het is dan ook belangrijk om in de toekomst de mogelijkheden te onderzoeken om deze beroepenateliers spectaculairder te maken, ook voor leerlingen uit de eerste graad secundair onderwijs. 2.1.6 Schooljaar 2012–2013. Annuleringen. Er waren 11 annuleringen tijdens het schooljaar 2012-2013 waarvan er 4 toe te schrijven waren aan problemen met het vervoer (onvoorziene omstandigheden (sneeuwoverlast, staking treinen,…). Eén schoolgroep kon deelnemen aan de doedag waardoor zij de transportkosten naar Het Beroepenhuis niet meer wilden maken. Bij één school was de planning niet correct doorgegeven op school, bij een andere werd geen vervanging gevonden voor een zieke leerkracht. Voor 2 andere scholen werd geen reden opgegeven. Eén schoolgroep annuleerde de uitstap wegens het misdragen van de leerlingen bij andere gelegenheden. 2.1.7 Schooljaar 2012–2013. Vrije bezoekers. Overzicht. Schooljaar 2012-2013. Vrije bezoekers. datum bezoek naam school/organisatie
reden van bezoek kennismaking en STEM actieplan Vlaamse Overheid oplijsting projecten voorbereiding LIM OB samenwerking Dienst Beroepsopleiding Kennismaking KAHO Sint Lieven Sint-Niklaas kennismaking KATHO Tielt kennismaking KAHO Sint Lieven Aalst kennismaking VIVO social profit kennismaking voorbereiding Artevelde Hogeschool lerarenopleiding rondleiding studenten Plantyn Hogeschool kennismaking interstedelijk CLB kennismaking VDAB kennismaking Arteveldehogeschool LO kennismaking
aantal bezoekers
1
23/08/2012
1
2
17/09/2012
3 4 5 6 7
25/09/2012 8/10/2012 26/10/2012 30/11/2012 12/12/2012
8
20/12/2012
9 10 11 12
9/01/2013 17/01/2013 6/02/2013 13/02/2013
40
4 2 9 30 6 2 2 7 7 3 99
13 13/02/2013 14 18/02/2013
VCLB Bouwunie
2 9
Onderzoeksbureau WES vzw Jong Fedelec
kennismaking kennismaking voorbereiding taak van opleiding kennismaking kennismaking ikv techniek kennismaking kennismaking kennismaking
15 22/02/2013
Hogent LO
16 5/03/2013
VLOR
17 6/03/2013
Hogent LO
18 7/03/2013 19 8/03/2013 20 11/03/2013 21 18/03/2013
leerkrachten OKAN Kon. Ath. A'pen
kennismaking
11
22 26/03/2013 23 10/04/2013 24 11/04/2013
Hogent SO (economie) RTC, FVB en Dialogique VDAB Leonardo Da Vinci project loopbaanbegeleiding Noorwegen Leonardo Da Vinci project career guidance Frankrijk, Oostenrijk, Tchechië, Slovakije, België Pedagogische begeleidingsdienst Studente onderwijskunde (ugent) Student lerarenopleiding (ugent) Hogent sociaal werk Hogent LO (ikv techniek) stagairs Hogent en Arteveldehogeschool Technologieolympiade Ideekids en De Speelfabriek VDAB en Dienst Werk Stad Gent lerarenopleiding Brussel
kennismaking kennismaking kennismaking
12 5 15
kennismaking
13
kennismaking
19
kennismaking kennismaking kennismaking kennismaking kennismaking stage in Het Beroepenhuis kennismaking kennismaking kennismaking kennismaking voorbereiding bezoek met jongeren kennismaking
4 1 1 14 26
25 18/04/2013 26 18/04/2013 27 28 29 30 31
21/04/2013 22/04/2013 22/04/2013 23/04/2013 24/04/2013
32 29/04/2013 33 34 35 36
7/05/2013 29/05/2013 5/06/2013 7/06/2013
37 17/06/2013
BON vzw oriëntatie okan lln Brussel
38 27/06/2013
Unizo (RvB M eetjesland)
6 8 23 2 1 5
4 1 2 8 6 3 34 407
Er werden gedurende het schooljaar ook 38 rondleidingen gegeven op aanvraag. Vanuit verschillende organisaties konden 407 bezoekers kennismaken met Het Beroepenhuis. 2.1.8 Schooljaar 2012–2013. Bezoekers op zondag. In het schooljaar 2012-2013 ontvingen we op de open zondagen 772 bezoekers. Dat is 18% minder dan vorig schooljaar, maar eigenlijk nog steeds een relatief mooi aantal. Het 41
schema hieronder geeft de evolutie weer van het aantal bezoekers op zondagen voor de voorbije 5 jaar.
Binnen deze reeks zondagen zien we opnieuw dat de opkomst onvoorspelbaar is. Opvallend was wel dat bijzondere weersomstandigheden, namelijk sneeuwstormen in het begin van het jaar én zeldzaam prachtweer aan het einde van het voorjaar, op sommige zondagen voor een ongewoon lage opkomst hebben gezorgd.
De verhoudingen tussen het aantal jongeren en volwassen bezoekers sluit dan weer heel sterk aan bij het verleden. Hieronder een gedetailleerd overzicht.
1 2 3 4
Datum
10-14 jarigen
jonger
ouder dan 14
volwassenen
Totaal
20 januari 2013 3 februari 2013 24 februari 2013 10 maart 2013
8 65 55 55
3 20 20 13
0 0 2 5
13 76 74 71
24 161 151 144
42
5 6 7 8
24 maart 2013 21 april 2013 5 mei 2013 2 juni 2013 Totaal
31 37 15 27 293
10 13 2 4 85 396
5 3 2 1 18
39 51 18 34 376
85 104 37 66 772
De open zondagen blijken opnieuw aantrekkelijk voor gezinnen uit heel Vlaanderen: ook dit jaar hebben we mensen uit elke provincie over de vloer gekregen, en zelfs een dapper gezin uit Luik.
Om in de toekomst op een efficiënte manier een groot aantal ouders en jongeren te blijven bereiken met dit aanbod, hebben we precies in kaart gebracht welke promotiekanalen het sterkste effect hadden. 43
Hieronder een schets van de evolutie van toeleiding van mensen per promotiekanaal voor de voorbije 5 jaar.
Hieruit blijkt vooral dat de verspreiding van flyers door ons netwerk van geëngageerde onderwijsmensen het meest betrouwbare kanaal blijft, en dat de verhoogde inspanningen op dit vlak dan toch renderen. Het internet en de geschreven media – veel minder arbeidsintensief – leveren dan weer minder voorspelbare resultaten op. Hier lijken we sterker afhankelijk van externe factoren als het weer. Om in de toekomst het bereik van gezinnen te vergroten moeten we dus op zoek naar aanvullende promotiekanalen.
44
2.2 Werkingsjaar 2012-2013. Evaluaties van de bezoekers. “Het was echt top! Ik heb echt veel bijgeleerd!” Leerling 6de leerjaar, GVB Pittem M et de evaluatieformulieren peilen we naar de evaluatie van een bezoek aan Het Beroepenhuis bij de bezoekers. Dit zowel vanuit het standpunt van de leerkrachten/begeleiders, als van de leerlingen. Deze resultaten laten ons toe verbeteringen aan te brengen en van een bezoek een geslaagde ervaring te maken. Daarnaast willen we ook onderzoeken welke effecten een bezoek aan Het Beroepenhuis heeft op de beeldvorming van jongeren over technische beroepen. Tenslotte willen we nagaan welke projecten, lesmaterialen en activiteiten gebruikt worden om de thema’s beroeps- en studiekeuze aan te brengen in de klas. Het evaluatieformulier bestaat uit twee delen: - Het eerste deel is bedoeld voor de leerkracht(en)/begeleider(s). Het omvat vragen over de inhoud van de interactieve tentoonstelling, de beroepenateliers en de begeleiding ervan. Ook de voorbereiding en opvolging van het bezoek komen aan bod, evenals de algemene evaluatie. Het tweede deel is bedoeld voor de leerlingen. Aan de hand van een kringgesprek evalueren de leerlingen hun bezoek aan Het Beroepenhuis.
Van de 283 scholengroepen die Het Beroepenhuis dit schooljaar bezochten, werden er 115 evaluatieformulieren ontvangen. 41% van de scholengroepen heeft dus zijn evaluatieformulier terugbezorgd. Deze responsgraad ligt hoger dan vorig schooljaar (van 34% naar 41%). 2.2.1 Evaluatie van de leerkracht/begeleider 2.2.1.1 De inleiding aan de hand van het beroepenfilmpje Ik vond de inhoud van het filmpje (= beroepen, sectoren, uitspraken ‘waarom werken?’) goed. Eens Eerder eens Eerder oneens Oneens Geen mening
62% 35% 2% 0% 1%
45
880% 0% 770% 0% 660% 0% 550% 0% 440% 0%
2011-2012
330% 0%
2012-2013
220% 0% 110% 0% 00% % Eens Eens
EEerder erder eens eens
Eerder Eerder oneens oneens
Oneens Oneens
Gee Geen n mening mening
Ik vond de toelichting en het vraaggesprek bij het filmpje door de beroepenhuis begeleider goed. Eens Eerder eens Eerder oneens Oneens Geen mening
69% 29% 0% 0% 2%
Opmerkingen bij het filmpje 97% van de leerkrachten is het eens of eerder eens met de inhoud van het filmpje. Ook de toelichting en het vraaggesprek bij het filmpje wordt bij 98% goed of eerder goed bevonden. Leerkrachten vinden het filmpje ideaal als inleiding op het bezoek. Er is veel interactie en de aandacht van de kinderen wordt meteen gewekt. Door zoveel mogelijk leerlingen te betrekken en gerichte vragen te stellen worden volgens de leerkrachten de leerlingen gedwongen na te denken over minder voor de hand liggende beroepen. Leerkrachten vinden de inleidende vragen duidelijk en herkenbaar voor de leerlingen. Ook wordt aangegeven door enkele leerkrachten dat onze voorbereidende les perfect aansluit bij de inleiding. Het vraaggesprek verloopt bondig en vlot en is perfect aangepast aan het niveau van de leerlingen. 2% van de leerkrachten is minder tevreden over de inhoud van het filmpje. Sommigen vinden het filmpje nogal langdradig en de beelden iets te snel gaan. Er wordt eveneens meerdere keren aangegeven dat een gemengde groep (leerlingen van verschillende leeftijden of onderwijstypes) een negatief effect heeft op het vraaggesprek bij de inleiding. Zo krijgen sommige leerlingen minder de kans om te antwoorden (BuBaO, 6e leerjaar tegenover 2e secundair). Bij verschillende doelgroepen wordt de soms moeilijke woordenschat (logistiek, kunststoffen) eveneens aangegeven als minpunt. Eén leerkracht merkt tenslotte op dat de uitleg minder goed hoorbaar was achteraan, een andere 46
leerkracht vindt de indeling in acht sectoren te beperkt en zou graag ook andere beroepen die de leerlingen opsommen (acteur, model) ergens ingepast willen zien. 2.2.1.2 De interactieve tentoonstelling (met zoektocht) Ik vond de inhoud van de interactieve tentoonstelling (beroepenfiches, goed om weten, uitspraken, interacties,…) goed. Eens Eerder eens Eerder oneens Oneens Geen mening
77% 22% 0% 1% 0%
9 0% 8 0% 7 0% 6 0% 5 0% 4 0%
2011-2012
3 0%
2012-2013
2 0% 1 0% 0% Eens
Eerder eens
Eerder oneens
Oneens
Gee n mening
Ik vond de methodiek (gestuurde zoektocht per twee met doe- en leesopdrachten) goed. Eens
86%
Eerder eens
14%
Eerder oneens
0%
Oneens
0%
Geen mening
0%
47
1 00% 9 0% 8 0% 7 0% 6 0% 5 0%
2011-2012
4 0%
2012-2013
3 0% 2 0% 1 0% 0% Eens
Eerder eens
E erder one ens
Oneens
Geen mening
Ik vond de begeleiding (tijdens zoektocht, bij de nabespreking met leerlingen,…) goed.
Eens Eerder eens Eerder oneens Oneens Geen mening
87% 10% 2% 0% 1%
1 00% 9 0% 8 0% 7 0% 6 0% 5 0%
2011-2012
4 0%
2012-2013
3 0% 2 0% 1 0% 0% Eens
Eerder eens
Eerder oneens
Oneens
Gee n mening
Opmerkingen bij de interactieve tentoonstelling 77% van de leerkrachten is het volledig eens met de inhoud van de interactieve tentoonstelling. Ze vinden het geheel aan informatie en doe-opdrachten erg geschikt voor 48
hun leerlingen en aangepast aan hun niveau. De vernieuwing van een aantal sectoren wordt ook erg positief onthaald door de leerkrachten. Bij sommige doelgroepen (OKAN, BuBaO, 1e leerjaar b) wordt de opmerking gemaakt dat het leeswerk te moeilijk is en de kinderen nogal vlug over de teksten gaan waardoor ze niet alles grondig lezen. Sommige leerkrachten vinden de tentoonstelling te lang en zouden liever meer tijd besteden aan de beroepenateliers. De methodiek die gebruikt wordt tijdens de begeleiding wordt door 86% van de leerkrachten heel goed bevonden. Er is veel variatie tussen doe- en leesopdrachten waardoor de leerlingen gericht gaan zoeken en dingen ontdekken die ze niet zouden zien bij het vrij rondlopen. Het samenwerken in duo’s vinden leerkrachten ook een pluspunt. De leerlingen gaan zo zelf actief aan de slag en helpen elkaar waar nodig. Het kringgesprek vormt volgens de leerkrachten eveneens een meerwaarde door de persoonlijke aanpak (elke leerling komt aan het woord) en de nuttige tips die worden meegegeven om een goede studie- of beroepskeuze te maken. Eén leerkracht geeft de tip mee om tijdens het kringgesprek eventueel te werken met stellingenkaartjes als ondersteunend materiaal zodat het gesprek gerichter kan gebeuren. Een andere leerkracht merkt op dat de opdracht om naar eigen talenten en interesses te zoeken in de tentoonstelling nog explicieter mag meegegeven worden. Wat de begeleiding in Het Beroepenhuis betreft, vindt 87% van de leerkrachten dat deze heel goed verloopt. Volgens hen zijn de begeleiders erg enthousiast en werken ze met veel geduld en aangepast taalgebruik op het niveau van de leerlingen. Tijdens de zoektocht worden de leerlingen goed geholpen en gemotiveerd en ook de nabespreking ervaren de leerkrachten als zeer boeiend. Slechts één leerkracht vond de nabespreking te beperkt en te kinds en had dit liever zelf gedaan. M eerdere leerkrachten beseffen eveneens de nood aan voldoende leerkracht-begeleiders tijdens de zoektocht en nemen dit mee naar een eventueel volgend bezoek. Tenslotte werd één keer opgemerkt dat het allemaal wat snel moest gebeuren. 2.2.1.3 De beroepenateliers Ik vond de methodiek van de beroepenateliers (een beroep zelf ervaren en de talenten nadien in een gesprek expliciet maken,…) goed. Eens Eerder eens Eerder oneens Oneens Geen mening
78% 18% 0% 0% 4%
49
9 0% 8 0% 7 0% 6 0% 5 0% 2011-2012
4 0%
2012-2013
3 0% 2 0% 1 0% 0% Eens
Eerder eens
Eerder oneens
Oneens
Gee n mening
Ik vond de begeleiding van de beroepenateliers goed. Eens Eerder eens Eerder oneens Oneens Geen mening
83% 12% 2% 0% 3%
1 00% 9 0% 8 0% 7 0% 6 0% 5 0%
2011-2012
4 0%
2012-2013
3 0% 2 0% 1 0% 0% Eens
Eerder eens
E erder one ens
Oneens
Geen mening
Opmerkingen bij de methodiek en begeleiding van de beroepenateliers 78% van de leerkrachten gaat volledig akkoord met de methodiek van de beroepenateliers. Ze vinden dat er veel variatie in zit (sommige leerkrachten krijgen reeds elk jaar andere ateliers voorgeschoteld) en dat de actieve manier van werken zeker aanslaat bij de leerlingen. Ervaringsgericht onderwijs is volgens hen dan ook de beste leerschool. Bij de workshops waarbij iets gemaakt wordt zijn de leerlingen volgens de leerkrachten extra 50
gemotiveerd omdat ze iets maken voor zichzelf en het een afgewerkt product is. Ook de nabespreking wordt door de leerkrachten als pluspunt aangehaald. Deze korte gesprekjes halen de essentie en doelstelling naar voren. 18% van de leerkrachten is het ‘eerder eens’ met de aanpak van de beroepenateliers. Sommige ateliers vinden ze te eenvoudig, moeten te snel gaan of zorgen voor te veel drukte. Er mag voor een aantal leerkrachten ook meer tijd uitgetrokken worden voor de beroepenateliers. Sommige leerkrachten geven aan dat ze liever andere ateliers op het programma hadden zien staan dan diegene die effectief ingepland stonden tijdens hun bezoek. Een aantal leerkrachten wist niet dat er op voorhand voorkeuren doorgegeven konden worden. Eén keer wordt aangegeven dat de groep te lang moest wachten vooraleer ze mochten doorschuiven naar de volgende activiteit. 83% van de leerkrachten is erg tevreden over de manier van begeleiden. Er wordt volgens hen een duidelijke, gestructureerde uitleg gegeven zodat de leerlingen perfect weten wat van hen verwacht wordt. Tijdens de ateliers worden de leerlingen goed opgevolgd en gewezen op fouten en afspraken. Ze krijgen voortdurend positieve feedback en worden op een aangename manier gestimuleerd. Ik vond de inhoud van de beroepenateliers (kennisoverdracht) goed. Om onderstaande cijfers goed te kunnen interpreteren, is het belangrijk te weten dat de leerkrachten telkens slechts twee (van de tien) ateliers beoordelen. De ateliers kunnen derhalve moeilijk onderling vergeleken worden.
Bouw
Eens Eerder eens Eerder oneens Oneens Geen mening
91% 6% 0% 0% 3%
Chemie en kunststoffen
Eens Eerder eens Eerder oneens Oneens Geen mening
86% 0% 5% 0% 9%
Grafische industrie
Eens Eerder eens Eerder oneens Oneens Geen mening
60% 16% 8% 0% 16%
51
Haven en binnenvaart
Eens Eerder eens Eerder oneens Oneens Geen mening
81% 9% 5% 0% 5%
Horeca
Eens Eerder eens Eerder oneens Oneens Geen mening
78% 17% 5% 0% 0%
Kapper en schoonheidsspecialist
Eens Eerder eens Eerder oneens Oneens Geen mening
71% 21% 8% 0% 0%
Eens
71%
Eerder eens
25%
Eerder oneens
4%
Oneens
0%
Geen mening
0%
Social profit
Eens Eerder eens Eerder oneens Oneens Geen mening
64% 18% 7% 0% 11%
Transport en logistiek
Eens Eerder eens Eerder oneens Oneens Geen mening
78% 11% 0% 0% 11%
M etaal en technologie
52
Voedings industrie
Eens Eerder eens Eerder oneens Oneens Geen mening
69% 23% 8% 0% 0%
Opmerkingen bij de inhoud van de beroepenateliers De meeste leerkrachten zijn het volledig eens met de inhoud van de ateliers. Bij sommige ateliers zijn er echter een aantal leerkrachten die het ‘eerder oneens’ zijn met de inhoud ervan of er geen mening over hebben. Bij het atelier van de sector bouw is niemand het oneens. Leerkrachten vinden dat de activiteit dicht aansluit bij de te leren kennen beroepen en dat de werkvorm aantrekkelijk is voor de leerlingen. Bij het atelier van chemie en kunststoffen is 5% het eerder oneens. Sommige leerkrachten geven aan dat hun leerlingen niet in de chemische sector terecht komen en het atelier daarom minder geschikt is (leerkracht 1e leerjaar b). Eén leerkracht merkte op dat er wat weinig tandpasta wordt gemaakt. 8% van de leerkrachten is het eerder oneens met het atelier van de grafische industrie. Er wordt door sommigen aangegeven dat dit atelier niet echt geschikt is voor hun leerlingen en dat veel technieken, gebruikt in de workshop, reeds aan bod kwamen in de lessen op school. Het atelier is dus niet echt ‘vernieuwend’. Bij de haven en binnenvaart is 5% het eerder oneens over de inhoud van het atelier. Eén leerkracht merkt op dat slechts zeer weinig leerlingen deze richting zullen uitgaan en vindt een atelier waarin meer relevante en voorkomende beroepen aan bod komen daarom interessanter. Bij het atelier van de horeca is eveneens 5% van de leerkrachten het eerder oneens. Dit is voornamelijk te wijten aan het drukke verloop van dit atelier. Over het atelier van kapper en schoonheidsspecialist is 8% het eerder oneens. Er kwam vooral reactie op de deelactiviteit die bestond uit het kleven van de juiste kapsels bij de juiste gezichtsvormen. Deze opdracht vinden leerkrachten te kort en te eenvoudig in vergelijking met de andere activiteiten in dit atelier en hierdoor worden de leerlingen onrustig. Graag zien ze deze opdracht vervangen worden door een meer typische taak van een kapper of schoonheidsspecialist. Eén leerkracht vond dat de leerlingen bij dit atelier niets bijleerden. 4% van de leerkrachten is het eerder oneens over het atelier van de sector metaal en technologie. Er worden geen specifieke redenen vermeld maar sommige leerkrachten 53
geven wel aan dat het niveau bij dit atelier iets te hoog ligt voor hun leerlingen (leerkracht 1e leerjaar b en leerkracht BuBaO). Bij de social profit is 7% van de leerkrachten het eerder oneens over de inhoud. Eén leerkracht geeft bij dit atelier als tip mee dat het nog leuker zou zijn als de leerlingen een uniform kunnen aantrekken bij de opdracht met de rolstoel, de hartslagmeter of de tiltechniek op het bed. Bij het atelier van transport en logistiek is niemand het oneens. Er wordt enkel opgemerkt dat dit atelier nogal druk verloopt. Bij de voedingsindustrie is 8% van de leerkrachten het eerder oneens. Ze vinden sommige opdrachten in dit atelier heel moeilijk voor de leerlingen (de opdracht met de bewaartechnieken is niet mogelijk zonder hulp). 2.2.1.4 Effecten van een bezoek aan Het Beroepenhuis Wat zijn volgens u de effecten van een bezoek aan Het Beroepenhuis in het kader van studie- en beroepskeuze? Verruiming van de kennis over de wereld van arbeid en beroepen in het algemeen (‘waarom werken’, bestaan van bedrijfssectoren,…) Bijdrage aan mentaliteitswijziging ten aanzien van praktisch uitvoerende en technische beroepen Bijdrage aan het verwerven van zelfkennis van de leerlingen wat betreft eigen talenten en interesses (zelfconceptverheldering) Beïnvloeding van beroeps- of studiekeuze
82% 49% 71% 31%
Toelichting bij de effecten 82% van de leerkrachten vindt dat een bezoek aan Het Beroepenhuis ‘bijdraagt tot de verruiming van de kennis over de wereld van arbeid en beroepen in het algemeen’. Zij vinden dat de leerlingen door een bezoek kennis kunnen maken met voor hen tot nu toe onbekende beroepen. Dit zorgt bijgevolg voor een andere kijk op die sectoren. 49% van de leerkrachten geeft aan dat een ‘bijdrage aan mentaliteitswijziging ten aanzien van praktisch uitvoerende en technische beroepen’ ook één van de effecten is van een bezoek aan Het Beroepenhuis. Door het bezoek verdwijnen volgens hen een aantal vooroordelen over technische beroepen en rolpatronen. De leerlingen beseffen dat alle studierichtingen evenwaardig zijn en leren respect opbrengen voor technische opleidingen en beroepen. Het effect ‘bijdrage aan het verwerven van zelfkennis van de leerlingen wat betreft eigen talenten en interesses’ wordt door 71% van de leerkrachten aangeduid. De leerlingen staan 54
volgens hen eens stil bij hun kwaliteiten en interesses en stellen tijdens het bezoek vast waar ze goed en minder goed in zijn. Tenslotte vindt 31% van de leerkrachten dat het bezoek ‘de beroeps- of studiekeuze beïnvloedt’. Een effectieve invloed is moeilijk te meten maar het ruime aanbod aan beroepen dat de leerlingen te zien krijgen in Het Beroepenhuis stemt hen wel tot nadenken. Ze beseffen na het bezoek dat een juiste studiekeuze belangrijk is. Daarnaast merken leerkrachten helaas op dat de keuze nog vaak wordt bepaald door de ouders en dat veel leerlingen de link tussen een (technisch) beroep en de technische opleiding die ervoor nodig is nog niet zien. Enkele uitspraken van leerkrachten die dit illustreren: “De uitstap heeft de meeste leerlingen echt aan het denken gezet. Zowel op de terugweg naar school als de dagen nadien werd veel gepraat over beroepen en studiekeuze.” Leerkracht Sint-Janscollege Visitatie, Sint-Amandsberg. “Je merkt tijdens het bezoek heel snel over welke talenten de leerlingen zelf beschikken. De leerlingen zien wat leuk is aan een beroep en maken kennis met de verschillende taken.” Leerkracht BS Hunnegem, Geraardsbergen. “Aan deze doelen wordt ook in de klas gewerkt. Het Beroepenhuis biedt een mooie verruiming en verwerking!” Leerkracht IVIO M acariusschool, Gent. D enkt u Het Beroepenhuis volgend schooljaar terug te bezoeken? Ja Nee
90% 10%
Wat zijn de redenen om Het Beroepenhuis volgend jaar al dan niet te bezoeken? 90% van de leerkrachten denkt eraan om volgend jaar opnieuw een bezoek te plannen aan Het Beroepenhuis. Ze vinden het bezoek een zeer geslaagd concept met een uitstekende didactische aanpak. Veel leerkrachten plannen het bezoek als instap of afsluiter in een themaweek rond studie- en beroepskeuze waardoor dit perfect ingekaderd kan worden in het leerplan. Veel leerkrachten komen al enkele jaren op bezoek en vinden dit dan ook het ultieme bewijs dat de uitstap een leerrijke en leuke ervaring is. De leerlingen blijven jaar na jaar enthousiast wat zeker ook een belangrijke reden is voor een volgend bezoek. Ook de jonge en enthousiaste begeleiders zorgen volgens de leerkrachten zeker mee voor het welslagen van deze uitstap. Op school hebben leerkrachten vaak niet de mogelijkheden om gelijkaardige activiteiten (met duurzaam en kwalitatief materiaal) te organiseren waardoor het bezoek eveneens een aanrader wordt. Ook de methodiek tijdens het bezoek wordt opnieuw aangehaald. De interactieve en speelse manier van werken blijft het boeiend en leuk houden voor de leerlingen. Eén leerkracht vraagt om participatie te 55
voorzien voor de klasleerkracht. Na een aantal bezoeken loopt hij/zij wat verloren tussen alle activiteiten. Een minderheid van de scholen denkt volgend schooljaar niet terug te komen. Verschillende redenen worden hiervoor aangehaald. Zo zijn er scholen die slechts om de twee jaar een bezoek plannen met de leerlingen van hun vijfde en zesde leerjaar samen. Voor andere scholen is de verplaatsing te ver en moeilijk te organiseren. Eén leerkracht (2e jaar b) geeft aan dat het leerrendement te laag is en dat de activiteiten niet aansluiten bij de interesses van de leerlingen. Ze hadden meer beroepenateliers verwacht waarin de leerlingen echt iets mochten doen/maken. 2.2.1.5 Algemene evaluatie In de algemene evaluatie komen bijna uitsluitend positieve reacties over het bezoek aan bod. Leerkrachten spreken van een leerrijke, leuke en geslaagde uitstap die zeker voor herhaling vatbaar is. De leerlingen blijven tijdens het bezoek geboeid door het gevarieerde aanbod en de gemotiveerde manier van begeleiden. Ze keren dan ook steevast heel enthousiast naar huis terug. Leerkrachten zijn zeer tevreden over het bezoek dankzij de interactieve manier van werken op maat van de leerlingen. Het spelenderwijs proeven van de verschillende sectoren en de nabespreking waarbij teruggekoppeld wordt naar talenten zijn eveneens zaken die als pluspunten worden aangehaald. Ook de combinatie van de beroepenateliers met de interactieve tentoonstelling wordt door de meeste leerkrachten erg gesmaakt. Velen zijn dan ook van plan om volgend jaar opnieuw een bezoek te plannen. Enkele uitspraken van leerkrachten die dit illustreren: “Dit is een uitstap die we nooit vergeten te plannen! Een aanrader voor alle scholen! Leerkracht GBS Het Gryspeertje, Deurne. “Iedere 6de klas die keuzes moet maken, verrijkt zich in Het Beroepenhuis. Wij zijn blij onze leerlingen dit project te kunnen aanbieden.” Leerkracht ’t Nieuwland, Tielt. “Aangename en leerrijke uitstap. Didactische aanpak. Proficiat!” Leerkracht Technisch Instituut Heilige Familie, Brugge. “Dit bezoek is echt goud waard! De vertegenwoordigers van het 6de leerjaar hebben het er op hun leerlingenraad vol vuur over gehad.” Leerkracht Sint-Laurens, Wachtebeke. “Echt de moeite waard! Toffe begeleiders en leuke opdrachten!” Leerkracht TechnOV, Vilvoorde.
56
2.2.2 De omkadering in de klas. Voorbereiding en opvolging van het bezoek aan Het Beroepenhuis Heeft u de leerlingen voorbereid op een bezoek aan Het Beroepenhuis? Ja Nee
69% 31%
Hoe heeft u de leerlingen voorbereid op een bezoek aan Het Beroepenhuis? Lesvoorbereiding van Het Beroepenhuis M ateriaal van Het Beroepenhuis: Beroepen(t)huis in de klas M ateriaal van Het Beroepenhuis: Helden van elke dag M ateriaal van het CLB Handboek, werkboek of methode Andere materialen (bv. zelf ontwikkeld, elders gevonden,…) Andere activiteiten (bv. doedag, bedrijfsbezoek, bezoek aan andere scholen,…)
58% 16% 4% 48% 18% 30% 35%
Heeft u de lesvoorbereiding van de NMBS gebruikt (voor scholen die met de trein kwamen)? Ja Nee
5% 95%
Heeft u een naverwerking voorzien van het bezoek aan Het Beroepenhuis? Ja Nee
68% 32%
Hoe gebeurt de naverwerking van het bezoek aan Het Beroepenhuis? Lesvoorbereiding van Het Beroepenhuis M ateriaal van Het Beroepenhuis: Beroepen(t)huis in de klas M ateriaal van Het Beroepenhuis: Helden van elke dag M ateriaal van het CLB Handboek, werkboek of methode Andere materialen (bv. zelf ontwikkeld, elders gevonden,…) Andere activiteiten (bv. doedag, bedrijfsbezoek, bezoek aan andere scholen,…) Het gebruikte materiaal dat hierboven nog niet aan bod kwam: Op stap naar de 1e graad secundair onderwijs (CLB) Beroepenfilmpjes VDAB Beroepenfilmpjes Onderwijskiezer 57
46% 17% 12% 42% 14% 32% 35%
Andere activiteiten: Doedag in een technische school Kringgesprek rond beroepen Infosessie met ouders en leerlingen over studiekeuze, talenten en beroepen Interview met mensen uit het beroepsleven Beroepenbeurs op school Ouders komen beroep toelichten in de klas Snuffelstage Open klasdag met foto’s van droomberoepen Verslag in het schoolkrantje Evaluatiegesprek over het bezoek 2.2.3 Evaluatie van de leerlingen 2.2.3.1 Vragen over het bezoek aan Het Beroepenhuis Wat hebben jullie geleerd uit het bezoek? Op de vraag wat ze hebben geleerd uit het bezoek, antwoorden de leerlingen dat ze veel onbekende beroepen hebben leren kennen. Ze hebben kennis gemaakt met verschillende sectoren en wat je moet kunnen en kennen voor verschillende beroepen. De leerlingen geven ook aan dat het belangrijk is dat je een beroep kiest dat je graag doet, dat beroeps- en technische opleidingen leuke jobs aanbieden en dat je je talent moet volgen. Ze hebben ontdekt dat er veel meer leuke technische jobs bestaan dan ze oorspronkelijk dachten en dat alle beroepen belangrijk zijn. De leerlingen vonden het ook leuk dat ze heel veel zelf konden uitproberen en dat ze niet lang hoefden stil te zitten. Enkele leerlingen twijfelen na het bezoek over hun oorspronkelijke keuze van beroep omdat ze veel nieuwe mogelijkheden hebben leren kennen. Tenslotte komt in de antwoorden van de leerlingen ook terug dat het belangrijk is dat je een beroep kiest op basis van je interesse en niet op basis van hoeveel geld je ermee verdient. Enkele uitspraken van leerlingen die dit illustreren: “Metselen was leuk! De tentoonstelling is geen museum maar veel leuker.” Leerling SintPaulus Wevelgem, West-Vlaanderen “Leuk dat we zoveel beroepen konden uitvoeren!” Leerling VBS Ertvelde, Oost-Vlaanderen “Technische beroepen zijn ook heel leuk!” Leerling BSGO Centrum Geraardsbergen, OostVlaanderen “Elk beroep is belangrijk!” Leerling Virgo+ Vilvoorde, Vlaams-Brabant 58
“Nu weet ik al beter welk talent ik heb.” Leerling ’t Nieuwland Tielt, West-Vlaanderen Vonden jullie het bezoek boeiend, aangenaam, leuk? Ja Nee Geen mening
88% 3% 9%
1 00% 9 0% 8 0% 7 0% 6 0% 5 0%
2011-2012
4 0%
2012-2013
3 0% 2 0% 1 0% 0% Ja
Nee
Gee n mening
Enkele uitspraken van leerlingen die dit illustreren: Ja, ik vond het bezoek boeiend, aangenaam, leuk: “Dit willen we nog eens doen! De leukste uitstap tot nu toe!” Leerlingen GBS Het Gryspeertje Deurne, Antwerpen “De ateliers waren top!” Leerling ’t Nieuwland Tielt, West-Vlaanderen “Heel plezant en leerzaam! Mocht gerust een hele dag zijn.” Leerling Stedelijke Basisschool Spoele Lokeren, Oost-Vlaanderen “Leuk om kennis te maken met allerlei beroepen.” Leerling VBS ’t Klimrek Gent, OostVlaanderen “Ik leerde veel dingen die ik nog niet wist.” Leerling Virgo+ Vilvoorde, Vlaams-Brabant Nee, ik vond het bezoek niet boeiend, aangenaam, leuk: “Er was te weinig tijd voor de workshops.” Leerling Technisch Instituut Berkenboom SintNiklaas, Oost-Vlaanderen 59
“Het was soms wat saai. De opdrachten waren te gemakkelijk.” Leerling GBS De Negensprong Everberg, Vlaams-Brabant “Ik vond het jammer dat er geen beroep tussen zat dat mij boeide.” Leerling Don Boscoschool Sint-Niklaas, Oost-Vlaanderen Hebben jullie dankzij het bezoek aan Het Beroepenhuis kunnen ontdekken wat je goed en minder goed kan? Ja Nee Geen mening
54% 22% 24%
6 0% 5 0% 4 0% 2011-2012
3 0%
2012-2013
2 0% 1 0% 0% Ja
Nee
Ge en mening
Enkele uitspraken van leerlingen die dit illustreren: Ja, ik heb kunnen ontdekken wat ik goed en minder goed kan: “Door het bezoek weet ik beter waar ik goed in ben.” Leerling Vrije Basisschool Twinkel Zomergem, Oost-Vlaanderen “Ik heb enkele talenten leren kennen.” Leerling Stedelijke Basisschool Spoele Lokeren, Oost-Vlaanderen “Door de opdrachten kon je beter weten waar je goed in bent.” Leerling Heilig Hart School Vilvoorde, Vlaams-Brabant “Ik heb wat bijgeleerd over mezelf.” Leerling GBS De Negensprong Everberg, VlaamsBrabant
60
Nee, ik heb niet kunnen ontdekken wat ik goed en minder goed kan: “Het bezoek is te kort om echt te zeggen wat ik kan en niet kan.” Leerling GBS Evergem, Oost-Vlaanderen “Ik wist dit al op voorhand.” Leerling GVB Driekoningen Torhout, West-Vlaanderen “We hebben te weinig actieve workshops mogen doen om dit te weten te komen.” Leerling Sint-Franciscuscollege Heusden Zolder, Limburg Weten jullie dankzij het bezoek aan Het Beroepenhuis beter welke beroepen wel of niet bij jullie passen? Ja Nee Geen mening
45% 25% 30%
6 0% 5 0% 4 0% 2011-2012
3 0%
2012-2013
2 0% 1 0% 0% Ja
Nee
Ge en mening
Enkele uitspraken van leerlingen die dit illustreren: Ja, ik weet beter welke beroepen nu bij mij passen of niet: “Door de uitleg waar je rekening mee moet houden als je een beroep kiest.” Leerling Heilig Hart School Vilvoorde, Vlaams-Brabant “Het was interessant om eens te zien wat je moet doen in een bepaald beroep.” Leerling Instituut Zuster M aricolen M aldegem, Oost-Vlaanderen “Door het kringgesprek weet ik beter wat bij mij past.” Leerling Heilig Hartschool Beveren, Oost-Vlaanderen
61
“Ik had al een voorkeur en nu weet ik het zeker!” Leerling GBS De Negensprong Everberg, Vlaams-Brabant Nee, ik weet niet beter welke beroepen nu bij mij passen of niet: “Het is nu nog moeilijker om te kiezen.” Leerling VGB De Boomhut Gent, Oost-Vlaanderen “Ik wist op voorhand al wat niet bij mij past.” Leerling BO School Het Anker Sint-Andries, West-Vlaanderen 2.2.3.2 Enkele stellingen Alle beroepen zijn belangrijk en waardevol in onze samenleving. Ja Nee Geen mening
90% 4% 6%
1 00% 9 0% 8 0% 7 0% 6 0% 5 0%
2011-2012
4 0%
2012-2013
3 0% 2 0% 1 0% 0% Ja
Nee
Gee n mening
Enkele uitspraken van leerlingen die dit illustreren: Ja, alle beroepen zijn belangrijk en waardevol in onze samenleving: “Als een beroep niet zou bestaan dan loopt er iets mis. Alle beroepen hebben een doel.” Leerling Don Boscoschool Sint-Niklaas, Oost-Vlaanderen “Je kan niet alles zelf doen dus elk beroep is belangrijk!” Leerling Sint-Franciscuscollege Heusden Zolder, Limburg “We hebben de verschillende beroepen nodig anders zouden ze er niet zijn.” Leerling BS Hunnegem Geraardsbergen, Oost-Vlaanderen 62
Nee, niet alle beroepen zijn belangrijk en waardevol in onze samenleving: “Niet alle beroepen zijn nodig (bv. profvoetballer).” Leerling VBS Heist-Op-Den-Berg, Antwerpen “Sommige beroepen zijn belangrijker (bv. dokter). Leerling Virgo+ Vilvoorde, VlaamsBrabant Alle beroepen kunnen uitgevoerd worden door zowel mannen als vrouwen. Ja Nee Geen mening
80% 11% 9%
9 0% 8 0% 7 0% 6 0% 5 0%
2011-2012
4 0%
2012-2013
3 0% 2 0% 1 0% 0% Ja
Nee
Ge en mening
Enkele uitspraken van leerlingen die dit illustreren: Ja, alle beroepen kunnen uitgevoerd worden door zowel mannen als vrouwen: “Maar sommige beroepen zijn moeilijker voor mannen of moeilijker voor vrouwen.” Leerling VBS Wonderwijs Haasdonk, Oost-Vlaanderen “Je moet het beroep kunnen uitoefenen waar je je goed bij voelt.” Leerling De Zevensprong Nijlen, Antwerpen “Jongens en meisjes mogen meer en meer zelf kiezen.” Leerling ’t Nieuwland Tielt, WestVlaanderen “In theorie is dit zo maar in de praktijk niet.’ Leerling De Eenhoorn Kruibeke, OostVlaanderen 63
“Er mag geen onderscheid gemaakt worden, als je het beroep maar graag doet.” Leerling De Papaver Adegem, Oost-Vlaanderen Nee, niet alle beroepen kunnen uitgevoerd worden door zowel mannen als vrouwen: “Sommige beroepen zijn te zwaar voor meisjes.” Leerling SBS De Toverberg Gent, OostVlaanderen “Sommige beroepen horen enkel bij vrouwen, andere bij mannen.” Leerling VGB De Boomhut Gent, Oost-Vlaanderen Jongeren die nu al talent en interesse hebben voor techniek (handig, zorgzaam, veilig, communicatief, planmatig,…), die kiezen het best voor een technische opleiding (TSO of BSO) of een technisch beroep. Ja Nee Geen mening
66% 11% 23%
7 0% 6 0% 5 0% 4 0% 2011-2012
3 0%
2012-2013
2 0% 1 0% 0% Ja
Nee
Geen me ning
Enkele uitspraken van leerlingen die dit illustreren: Ja, jongeren die nu al talent hebben voor techniek, kiezen het best voor een technische opleiding of een technisch beroep: “Je moet een beroep kiezen waar je de juiste talenten voor hebt.” Leerling VBS Twinkel Zomergem, Oost-Vlaanderen “Dan ben je zeker dat je je beroep graag doet.” Leerling Stedelijke Basisschool Spoele Lokeren, Oost-Vlaanderen
64
“Het is belangrijk dat je kiest voor iets waar je goed in bent.” Leerling Leiepoort Deinze, Oost-Vlaanderen Nee, jongeren die nu al talent hebben voor techniek, hoeven niet te kiezen voor een technische opleiding of een technisch beroep: “Interesses kunnen nog veranderen.” Leerling BS De Zevensprong Nijlen, Antwerpen “Het is niet omdat je goed bent in techniek dat je iets anders ook niet kan.” Leerling BS Hunnegem Geraardsbergen, Oost-Vlaanderen “Het is niet omdat je techniek leuk vindt dat je dat perse moet doen later.” Leerling GBS De Negensprong Everberg, Vlaams-Brabant “Er zijn zoveel keuzes dat je ook iets anders kan kiezen ook al ben je technisch aangelegd.” Leerling GLOC Sint-Katelijne-Waver, Antwerpen 2.2.4 Conclusie De meeste leerkrachten zijn tevreden over de inleiding die bij het begin van het bezoek gegeven wordt. Slechts 2% geeft aan het eerder oneens te zijn met de inhoud van het filmpje. Sommige leerkrachten vonden de beelden te snel gaan. Vorige schooljaren werd de snelheid van het filmpje reeds aangepast. Het filmpje nog trager laten verlopen is aangewezen aangezien het interessant moet blijven voor alle doelgroepen. Er werd ook een aantal keer aangegeven dat het gesprek bij de inleiding niet ideaal verloopt wanneer groepen van verschillende leeftijden samen zitten. Hier hebben wij alle begrip voor maar gezien de grote vraag naar reservaties, is het niet haalbaar om doelgroepen op elkaar af te stemmen. 77% van de leerkrachten is het volledig eens met de inhoud van de interactieve tentoonstelling. 1% is het oneens. Voornamelijk leerkrachten uit het buitengewoon onderwijs geven, net zoals vorige jaren, aan dat er teveel informatie op de beroepenfiches te vinden is. Om hierop te kunnen inspelen zal tijdens het schooljaar 20132014 een specifieke zoektocht voor leerlingen uit het buitengewoon onderwijs ontwikkeld worden. Een overgrote meerderheid van de leerkrachten is het ook eens met de gebruikte methodiek (86%) en de begeleiding tijdens de zoektocht (87%). Een aantal leerkrachten merkt op dat de tentoonstelling te lang duurt en dat ze graag wat meer tijd zouden besteden aan de beroepenateliers. De vraag naar meer ateliers tijdens het bezoek blijft spelen maar net zoals vorige jaren kunnen wij hier niet op ingaan om verschillende organisatorische redenen (duur van het bezoek, bereik van de scholen, plaatsgebrek, rotatiesysteem,…). Eén keer werd aangegeven dat het in de tentoonstelling allemaal wat snel moest gaan. De beroepenateliers worden opnieuw erg positief geëvalueerd. 78% van de leerkrachten is het volledig eens met de methodiek van de ateliers. 83% is erg tevreden over de 65
begeleiding ervan. Enkele leerkrachten vinden de ateliers te eenvoudig en geven aan dat ze deze ook in de klas kunnen organiseren. Voor anderen gaan de ateliers te snel en moet hier meer tijd voor uitgetrokken worden. Nog anderen hadden liever andere ateliers op het programma zien staan omdat het niveau te hoog was voor hun leerlingen of omdat de beroepen die aan bod kwamen niet aansloten bij hun interesses. Naast de voorkeuren die de leerkrachten kunnen doorgeven moeten wij echter ook rekening houden met een evenredige inplanning van alle ateliers en de haalbaarheid in functie van interims en stagiairs. Wat de voorbereiding van een bezoek aan Het Beroepenhuis betreft, geeft 69% van de leerkrachten aan dat zij het bezoek kaderen in een ruimer traject rond studiekeuze. Het materiaal dat door Het Beroepenhuis zelf ter beschikking wordt gesteld, werd door 37% van hen gebruikt. Sinds dit schooljaar is ook een NM BS-lesvoorbereiding beschikbaar. 5% van de scholen die met de trein op bezoek kwamen geeft hier gebruik van gemaakt. 68% van de bezoekende leerkrachten voorzag eveneens in een naverwerking van het bezoek. 38% gebruikte hiervoor het materiaal van Het Beroepenhuis. Uit enkele vragen en stellingen in de evaluatie blijkt dat het bezoek aan Het Beroepenhuis voor de meeste leerlingen een erg positieve ervaring is. De resultaten zijn gelijklopend met vorige jaren. 88% van de leerlingen vond het bezoek boeiend, aangenaam, leuk. 9% heeft hierover geen mening en slechts 3% van de leerlingen vond het bezoek niet leuk. Door de ervaringsgerichte methodiek die we tijdens het bezoek hanteren heeft 54% van de leerlingen kunnen ontdekken wat zij goed of minder goed kunnen. 24% heeft geen mening over deze vraag en 22% van de kinderen antwoordt negatief. Dankzij het bezoek weet 45% van de leerlingen welke beroepen wel of niet bij hen passen. 30% duidt aan hier geen mening over te hebben en 25% van de leerlingen vindt niet dat ze dit beter weten na het bezoek. De antwoorden op de stellingen geven aan dat er bij de leerlingen een positief effect wordt teweeggebracht ten aanzien van de thema’s die Het Beroepenhuis wilt aanpakken. Zo vindt 90% van de leerlingen dat alle beroepen belangrijk en waardevol zijn in de samenleving. 6% heeft geen mening en 4% van de kinderen vindt dat sommige beroepen belangrijker zijn dan andere. Bij de stelling ‘alle beroepen kunnen uitgevoerd worden door zowel mannen als vrouwen’ antwoordt 80% positief. 9% van de leerlingen duidt aan hier geen mening over te hebben en 11% gaat niet akkoord met deze stelling. Tenslotte gaat 66% van de leerlingen akkoord met de stelling dat jongeren die nu al talent en interesse hebben voor techniek best kiezen voor een technische opleiding of een technisch beroep. 23% duidt ‘geen mening’ aan en 11% antwoordt negatief bij deze stelling. Uit bovenstaande cijfers kunnen we besluiten dat nog steeds de overgrote meerderheid van zowel de leerkrachten als de leerlingen tevreden zijn over hun bezoek aan Het Beroepenhuis. Als we de cijfers over de effecten van een bezoek vergelijken met deze van vorig schooljaar dan zien we ongeveer gelijklopende resultaten. 82% van de leerkrachten vindt 66
dat er door het bezoek een horizonverruiming plaatsvindt (vorig jaar 88%), 49% vindt dat een mentaliteitsverandering veroorzaakt wordt (vorig jaar 56%), zowel dit schooljaar als vorig schooljaar wordt het effect ‘zelfconceptverheldering’ door 71% van de leerkrachten aangeduid en 31% van de leerkrachten geeft ‘beïnvloeding van de studie- en beroepskeuze’ aan als mogelijk effect (vorig jaar 34%). Ook dit schooljaar kunnen we dus duidelijk tevreden zijn over de bereikte effecten van een bezoek en de doelstellingen die hiermee behaald worden. In de evaluatie lezen we tenslotte dat voor veel scholen een bezoek voor herhaling vatbaar is. 90% van de leerkrachten denkt er dan ook aan om volgend schooljaar opnieuw een bezoek aan Het Beroepenhuis te plannen. 2.3 Werkingsjaar 2012-2013. Onderzoek naar de effecten van een bezoek aan Het Beroepenhuis op de beeldvorming omtrent studie – en beroepskeuze. “Je moet later doen wat je graag doet en waar je goed in bent.” Leerling 6de leerjaar, VBS Wonderwijs Haasdonk In het schooljaar 2010-2011 werd gestart met dit onderzoek door Nele Van den Bulcke, toenmalig student Pedagogische Wetenschappen aan de Universiteit Gent. Vorig schooljaar werden het onderzoek en de vragenlijsten geëvalueerd en aangepast en werden deze ter beschikking gesteld van de bezoekende leerkrachten. Ook in het schooljaar 2012-2013 wilden we blijvend nagaan wat het effect is van een bezoek aan Het Beroepenhuis en of we met andere woorden onze doelstellingen bereiken. Het onderzoek bestaat uit 2 delen, een voor- en na- vragenlijst. Aan de hand van enkele vragen en stellingen wordt er onderzocht of de mening van de leerlingen verandert na een bezoek aan Het Beroepenhuis. Van de 283 scholengroepen die Het Beroepenhuis dit schooljaar bezochten, werden er 60 vragenlijsten ontvangen. Dit is een responsgraad van 21%. Hiervan hebben 30 scholen enkel de vragenlijst vóór het bezoek ingevuld, 14 scholen hebben enkel de vragenlijst na het bezoek ingevuld en 16 scholen hebben zowel de vragenlijst voor als na het bezoek ingevuld. Aangezien wij enkel conclusies kunnen trekken uit de gegevens van de scholen die beide vragenlijsten hebben ingevuld, bedraagt de responsgraad dus slechts 6%. 2.3.1 Scholen die beide vragenlijsten hebben ingevuld 2.3.1.1 Vragen Weet je al welke studierichting je wil volgen?
Ja 67
Voor
Na
Verschil
40%
54%
+14%
Nee
20%
11%
-9%
Ik tw ijfel
40%
27%
-13%
Niet deelgenomen
0%
8%
+8%
60% 50% 40% 30%
Voor
20%
Na
10% 0% Ja
Nee
Ik twijfel
Niet deelgenomen
Van de leerlingen die al zeker weten welke studierichting ze zullen volgen, hoeveel denken er ASO, TSO, BSO, KSO? Voor 65% 15% 15% 1% 4%
ASO TSO BSO KSO Niet deelgenomen
68
Na 61% 21% 7% 2% 9%
Verschil -4% +6% -8% +1% +5%
Opmerkingen Voor het bezoek weet 40% van de leerlingen welke studierichting zij willen volgen. 65% van deze leerlingen kiest voor ASO, 15% voor TSO en eveneens 15% voor BSO. De leerlingen geven onder andere aan dat ze er thuis al over gesproken hebben met hun ouders of dat ze een richting kiezen die hun broer/zus ook volgt. Er wordt ook vaak een keuze gemaakt op basis van interesses, zo kiezen sommige leerlingen voor TSO omdat ze graag met hun handen werken. Na het bezoek is er een stijging van 14% in het aantal leerlingen dat weet voor welke studierichting zij zullen kiezen (= 54% van de leerlingen). Leerlingen die aangeven niet zo handig te zijn en na het secundair onderwijs graag willen verder studeren, kiezen nog steeds vaak voor ASO. 11% van de leerlingen weet na het bezoek nog steeds niet voor welke studierichting te kiezen. Dit betekent wel een daling van 9%. Het aantal leerlingen dat nog twijfelt over hun keuze daalt met 13%. Er zijn 8% meer leerlingen (van 0 naar 8) die niet hebben deelgenomen. Bij de verschillende onderwijsvormen zien we na het bezoek een lichte daling van de keuze voor ASO (van 65% naar 61%), een stijging van 6% bij de leerlingen die kiezen voor TSO en een daling van 8% bij de leerlingen die BSO willen volgen. Er zijn 5% meer leerlingen (van 4 naar 9) die niet hebben deelgenomen. Weet je van jezelf wat je goed en minder goed kan? Voor 68% 14% 12% 6%
Ja Nee Geen mening Niet deelgenomen
Na 73% 11% 16% 0%
Verschil +5% -3% +4% -6%
80% 70% 60% 50% 40%
Voor
30%
Na
20% 10% 0% Ja
Nee
Geen mening
69
Niet deelgenomen
Opmerkingen 68% van de leerlingen duidt voor het bezoek aan te weten van zichzelf wat ze goed en minder goed kunnen. Na het bezoek antwoordt 73% positief op deze vraag. We kunnen dus een stijging van 5% vaststellen. De leerlingen geven bij de antwoorden vaak verschillende schoolvakken aan waar ze goed of minder goed in zijn. Daarnaast verwijzen ze ook naar hobby’s en de resultaten op hun rapport. Eén leerling merkt op dat het bezoek ervoor gezorgd heeft dat zij/hij nu positief antwoordt. Het aantal leerlingen dat dit niet weet over zichzelf daalt van 14% naar 11%. Sommige leerlingen vinden het moeilijk om te verwoorden waar ze goed in zijn. Voor sommigen heeft het bezoek aan Het Beroepenhuis dit gemakkelijker gemaakt. Weet je welke beroepen wel of niet bij jou passen? Voor 61% 18% 21% 0%
Ja Nee Geen mening Niet deelgenomen
Na 70% 7% 23% 0%
Verschil +9% -11% +2% 0%
8 0% 7 0% 6 0% 5 0% 4 0%
Voo r
3 0%
Na
2 0% 1 0% 0% Ja
Nee
Geen me ning
Niet de elg enomen
Opmerkingen Voor het bezoek aan Het Beroepenhuis zegt 61% van de leerlingen te weten welke beroepen bij hen passen. 18% van de leerlingen heeft hier nog geen idee over en 21% heeft geen mening over deze uitspraak. Veel leerlingen geven aan dat het niet eenvoudig is om een antwoord op deze vraag te formuleren. Ze twijfelen nog en vinden het moeilijk om nu al concrete beroepen te kiezen. Uiteraard zijn ook nog niet alle mogelijkheden gekend. Sommige leerlingen weten wel wat bij hen zou passen maar zijn niet zeker of ze die beroepen ook echt willen uitvoeren.
70
Na het bezoek stijgt het aantal leerlingen dat weet welke beroepen bij hen passen met 9% (van 61% naar 70%). Het aantal jongeren dat negatief antwoordt, daalt na het bezoek met 11% (van 18% naar 7%). Bij de leerlingen die geen mening hebben, is er een lichte stijging van 21% naar 23%. Hieruit zouden we kunnen afleiden dat een bezoek aan Het Beroepenhuis leerlingen enerzijds een beter beeld kan geven van de mogelijkheden die er bestaan maar anderzijds hen ook meer doet twijfelen door het ruime aanbod aan beroepen dat voorgesteld wordt. 2.3.1.2 Enkele stellingen Technische beroepen zijn makkelijker dan andere beroepen. Voor 6% 66% 28% 0%
Ja Nee Geen mening Niet deelgenomen
Na 6% 71% 23% 0%
Verschil 0% +5% -5% 0%
8 0% 7 0% 6 0% 5 0% 4 0%
Voo r
3 0%
Na
2 0% 1 0% 0% Ja
Nee
Geen me ning
Niet de elg enomen
Opmerkingen Voor het bezoek gaat 6% van de leerlingen akkoord met de stelling dat technische beroepen makkelijker zijn dan andere beroepen. Er wordt onder andere als reden aangegeven dat je er geen zware studies moet voor doen. 66% van de leerlingen gaat niet akkoord met bovenstaande stelling. Zij vinden dat je bij deze beroepen even hard moet werken en dat aan elk beroep iets moeilijk kan zijn. Ook bij technische beroepen moet je heel precies en geconcentreerd werken. 28% van de leerlingen heeft geen mening over deze stelling. Na het bezoek blijft het aantal leerlingen dat akkoord gaat met deze stelling gelijk (= 6%). Het aantal jongeren dat niet akkoord gaat, stijgt met 5% (van 66% naar 71%). Eén leerling 71
geeft expliciet aan dat hij/zij voor het bezoek aan Het Beroepenhuis akkoord was maar daarna toch zijn/haar mening heeft herzien. Het aantal leerlingen zonder mening daalt 5% (van 28% naar 23%). De stijging van het aantal leerlingen dat niet akkoord gaat met de stelling is mogelijks beïnvloed door de activiteiten in Het Beroepenhuis. De leerlingen ervaren dat ook voor technische beroepen verschillende talenten noodzakelijk zijn (nauwkeurigheid, ruimtelijk inzicht, geduld,…) ASO, BSO, KSO en TSO zijn allemaal evenwaardig. Voor 45% 31% 24% 0%
Ja Nee Geen mening Niet deelgenomen
Na 48% 28% 24% 0%
Verschil +3% -3% 0% 0%
60% 50% 40% 30%
Voor
20%
Na
10% 0% Ja
Nee
Geen mening
Niet deelgenomen
Opmerkingen Voor hun bezoek aan Het Beroepenhuis, vindt 45% van de leerlingen dat alle onderwijsvormen evenwaardig zijn. Zij geven aan dat in elke studierichting gewoon andere dingen worden aangeleerd. Het zijn allemaal totaal verschillende opleidingen dus er kan geen vergelijking gemaakt worden. Alle beroepen zijn nodig en iedereen moet een richting kiezen waar hij/zij zich goed bij voelt. 31% van de leerlingen gaat niet akkoord met deze stelling. Zij vinden ASO moeilijker dan TSO of BSO en daarom beter. Wanneer je ASO studeert heb je later veel meer beroepskeuzes, denken ze.
72
Na het bezoek zien we een lichte stijging van het aantal leerlingen dat akkoord gaat met deze stelling (van 45% naar 48%). Dit kan te wijten zijn aan de focus die tijdens het bezoek gelegd wordt op de gelijkwaardigheid van alle onderwijsvormen. De leerlingen vinden dat elke richting verschillende accenten heeft - ASO is algemener, TSO en BSO zijn meer gerichter – maar dat deze even moeilijk zijn. De leerlingen die na het bezoek niet akkoord gaan met deze stelling dalen van 31% naar 28%. Zij vinden ASO moeilijker dan andere richtingen omdat je er veel meer moet studeren. Het aantal leerlingen dat geen mening heeft over deze stelling blijft zowel voor als na het bezoek gelijk (24%). Zij kunnen zich geen beeld vormen van de inhoud van de verschillende onderwijsvormen. Hoe meer verschillende beroepen je leert kennen, hoe beter je uiteindelijk een beroep zal kunnen kiezen dat bij jou past. Voor 91% 5% 4% 0%
Ja Nee Geen mening Niet deelgenomen
Na 81% 8% 11% 0%
Verschil -10% +3% +7% 0%
100% 90% 80% 70% 60% 50%
Voor
40%
Na
30% 20% 10% 0% Ja
Nee
Geen mening
Niet deelgenomen
Opmerkingen Voor het bezoek aan Het Beroepenhuis gaat 91% van de leerlingen akkoord met bovenstaande stelling. Uit de argumenten blijkt dat deze leerlingen vinden dat je door veel verschillende beroepen te leren kennen, je beter kan uitzoeken wat goed en minder goed bij jou past. Ze vinden het ook belangrijk om eerst te weten welke beroepen er allemaal bestaan voor een keuze wordt gemaakt. Door veel beroepen te leren kennen weet je ook beter wat een bepaald beroep inhoudt. 5% van de leerlingen vindt dat deze stelling niet klopt. Wanneer je meer beroepen leert kennen, wordt het kiezen volgens hen alleen maar moeilijker. 73
Na het bezoek is er een daling van 10% in het aantal leerlingen dat akkoord gaat (en hiermee gepaard een stijging van 3% bij de leerlingen die niet akkoord gaan). Door de verscheidenheid aan beroepen die ze tijdens het bezoek aan Het Beroepenhuis leren kennen kan het zijn dat er meer twijfel ontstaat over het idee ‘hoe meer beroepen je kent, hoe beter een keuze kan gemaakt worden’. Teveel keuze kan voor de leerlingen ook verwarrend worden. Toch gaat nog altijd 81% van de leerlingen akkoord. Alle beroepen zijn belangrijk en waardevol in onze samenleving. Voor 88% 5% 7% 0%
Ja Nee Geen mening Niet deelgenomen
Na 94% 3% 3% 0%
Verschil +6% -2% -4% 0%
Opmerkingen Voor het bezoek vindt 88% van de leerlingen dat alle beroepen even belangrijk en waardevol zijn in de samenleving. Na het bezoek is dit 94%, een stijging van 6%. De leerlingen vinden dat elk beroep zijn nut heeft, dat iedereen elkaar nodig heeft en dat het wegvallen van één beroep gevolgen zou hebben voor andere beroepen. De leerlingen die niet akkoord gaan met de stelling (5% voor en 3% na het bezoek) geven aan dat sommige beroepen minder belangrijk zijn (bv. tekenaar) of helemaal niet nodig zijn (bv. goudzoeker, houthakker). Eén leerling merkt op dat sommige beroepen gemakkelijk vervangen kunnen worden door bv. de computer. Na het bezoek daalt het aantal leerlingen zonder mening van 7% naar 3%. Hoewel de meeste leerlingen vinden dat alle beroepen even waardevol zijn in de samenleving wordt toch vaak de kanttekening gemaakt dat je voor sommige beroepen (bv. dokter) veel meer moet studeren dan voor andere (bv. vuilnisophaler). Alle beroepen kunnen uitgevoerd worden door zowel mannen als vrouwen. Voor 56% 21% 19% 4%
Ja Nee Geen mening Niet deelgenomen
74
Na 70% 13% 17% 0%
Verschil +14% -8% -2% -4%
8 0% 7 0% 6 0% 5 0% 4 0%
Voo r
3 0%
Na
2 0% 1 0% 0% Ja
Nee
Gee n mening
Niet deelgenom en
Opmerkingen Na het bezoek vindt een opvallende stijging plaats van 14% bij de leerlingen die vinden dat alle beroepen kunnen uitgevoerd worden door zowel mannen als vrouwen (van 56% naar 70%). Er is ook een daling van 8% bij de leerlingen die vinden dat dit niet zo is (van 21% naar 13%). Deze tendens kan mogelijks te wijten zijn aan de klemtoon die tijdens het bezoek gelegd wordt op genderneutraliteit. Tijdens de activiteiten wordt uitdrukkelijk benadrukt dat iedereen een eigen keuze mag maken en dat het daarbij niet uitmaakt of je een man of een vrouw bent. Leerlingen vinden overigens dat je een beroep moet uitoefenen waar je je goed bij voelt en dat iedereen vrij is om een eigen job te kiezen. Toch wordt ook aangegeven dat sommige beroepen meer passen voor mannen en andere voor vrouwen. Iedereen kan en mag eveneens een eigen beroep kiezen maar dat wil niet zeggen dat iedereen er ook even goed in is. Tenslotte leeft bij een aantal kinderen nog steeds het idee dat een man bv. niet in een crèche thuishoort en een vrouw niet als metselaar kan gaan werken. Beroepen waarbij je ook veel met je handen moet werken, daar verdien je vaak veel geld mee. Voor 30% 30% 36% 4%
Ja Nee Geen mening Niet deelgenomen
75
Na 27% 20% 53% 0%
Verschil -3% -10% +17% -4%
6 0% 5 0% 4 0% 3 0%
Voo r Na
2 0% 1 0% 0% Ja
Nee
Geen me ning
Niet de elg enomen
Opmerkingen 30% van de leerlingen gaat voor het bezoek akkoord met de stelling ‘Beroepen waarbij je ook veel met je handen moet werken, daar verdien je vaak veel geld mee’. Zij geven aan dat handenarbeid zwaar en vermoeiend is en dat je er daarom meer mee verdient. Toch vinden ze dat dit afhankelijk blijft van welk beroep je uitoefent. Na het bezoek daalt dit percentage met 3% (=27%). ‘Goede vakmensen zijn duur’ en ‘een zelfstandig loodgieter verdient evenveel als een advocaat’ zijn enkele van de argumenten die de leerlingen aangeven. Het aantal leerlingen dat niet akkoord gaat met deze stelling, daalt na het bezoek met 10% (van 30% naar 20%). Tijdens een bezoek aan Het Beroepenhuis wordt benadrukt dat je met handenarbeid ook hele straffe dingen kan verwezenlijken en goed betaald wordt. Dit kan een verklaring zijn voor dit dalend percentage. De leerlingen die niet akkoord gaan vinden dat je diploma je inkomen bepaalt en dat je bij andere beroepen ook veel geld kan verdienen. Een arbeider verdient volgens hen niet zo goed. Opvallend is de stijging met 17% na het bezoek bij de leerlingen die hier geen mening over hebben. Deze leerlingen hebben geen zicht op de verschillende lonen per beroep. Als je kiest voor een technische opleiding en een technisch beroep, dan heb je veel kans om na het afstuderen sneller werk te vinden dan in andere beroepen. Voor 39% 18% 39% 4%
Ja Nee Geen mening Niet deelgenomen
76
Na 37% 22% 41% 0%
Verschil -2% +4% +2% -4%
45% 40% 35% 30% 25% 20%
Voor
15%
Na
10% 5% 0% Ja
Nee
Geen mening
Niet deelgenomen
Opmerkingen Voor het bezoek denkt 39% van de leerlingen dat als je kiest voor een technische opleiding en een technisch beroep, je veel kans maakt om na het afstuderen sneller werk te vinden dan in andere beroepen. De verschillende redenen hiervoor aangegeven zijn het feit dat knelpuntberoepen vaak beroepen zijn in de technische richting en dat je na een technische opleiding al een diploma op zak hebt waarmee je onmiddellijk aan de slag kan gaan. Na het bezoek is er een kleine daling van 39% naar 37% bij de leerlingen die hier zo over denken. De kinderen die het hier niet mee eens zijn (18% voor en 22% na het bezoek) denken dat het bij elk beroep even moeilijk is om werk te vinden. Sommigen denken ook nog steeds dat je met een ASO-diploma sneller werk vindt. Tenslotte heeft 41% geen mening over deze stelling na het bezoek. Dit is een stijging van 2%. Jongeren die nu al talent en interesse hebben voor techniek en graag met techniek bezig zijn, die kiezen het best voor een technische opleiding of een technisch beroep. Voor 69% 10% 17% 4%
Ja Nee Geen mening Niet deelgenomen
77
Na 72% 10% 18% 0%
Verschil +3% 0% +1% -4%
Opmerkingen Na het bezoek is er een stijging van 3% (van 69% naar 72%) bij de leerlingen die vinden dat je best voor een technische opleiding of technisch beroep kiest als je nu al talent en interesse hebt voor techniek. Zo heb je zeker een job die je graag doet en waar je goed in bent. De talenten die je hebt, moet je volgens deze leerlingen in je job zeker gebruiken. Zowel voor als na het bezoek gaat 10% van de kinderen niet akkoord met deze stelling. Zij vinden dat je ook iets anders dan techniek moet proberen en dat het mogelijk is dat je talenten en interesses nog veranderen naarmate je ouder wordt. Iedereen mag kiezen wat hij wil worden of je nu talent hebt voor techniek of niet. Sommige leerlingen zonder mening (17% voor en 18% na het bezoek) geven aan nog te jong te zijn om hierover al te beslissen; voor anderen was de vraag niet duidelijk. 2.3.1.3 Conclusie Slechts 16 van de 283 scholen hebben de beide vragenlijsten volledig ingevuld. Aangezien enkel de gegevens van deze scholen bruikbaar zijn voor het onderzoek, kunnen de resultaten niet veralgemeend worden naar alle bezoekende scholen van Het Beroepenhuis. Uit bovenstaande resultaten kunnen toch een aantal conclusies getrokken worden. Zo blijkt dat 14% meer leerlingen na het bezoek zeker weten wat ze willen studeren (van 40% naar 54%). Als we de verschillende onderwijsvormen bekijken dan vindt de stijging het sterkst plaats bij TSO. Het aantal leerlingen dat kiest voor TSO stijgt met 6% na het bezoek. 70% van de leerlingen weet na het bezoek ook beter welke beroepen bij hen passen (van 61% naar 70%). Bijna alle leerlingen gaan akkoord met de stelling dat alle jobs belangrijk zijn in de samenleving. 88% van de leerlingen vindt dit voor het bezoek, na het bezoek stijgt dit zelf tot 94%. 78
70% van de leerlingen vindt eveneens dat alle jobs zowel door mannen als door vrouwen uitgevoerd kunnen worden. Dit is een stijging met 14% in vergelijking met het aantal leerlingen voor het bezoek. Tenslotte vindt er bij de stelling ‘Beroepen waarbij je ook veel met je handen moet werken, daar verdien je vaak veel geld mee’ na het bezoek een opmerkelijke daling plaats van 10% bij de leerlingen die hier niet mee akkoord gaan. Bij een aantal vragen en stellingen blijven de resultaten voor en na het bezoek ongeveer gelijk. Zo weet 68% van de leerlingen voor het bezoek van zichzelf wat hij/zij goed en minder goed kan. Na het bezoek is dit licht gestegen tot 73%. Ook bij de stelling ‘Technische beroepen zijn makkelijker dan andere beroepen’ liggen de resultaten dicht bijeen. Voor het bezoek gaat 6% van de leerlingen hiermee akkoord, na het bezoek blijft dit percentage gelijk. 66% van de leerlingen gaat hier niet mee akkoord. Dit stijgt tot 71% na het bezoek. De stelling ‘ASO, BSO, KSO en TSO zijn allemaal evenwaardig’ vertoont eveneens gelijklopende resultaten (stijging van 45% naar 48% bij de leerlingen die akkoord gaan). Tenslotte zijn er bij de stellingen ‘Als je kiest voor een technische opleiding en een technisch beroep, dan heb je veel kans om na het afstuderen sneller werk te vinden dan in andere beroepen’ en ‘Jongeren die nu al talent en interesse hebben voor techniek en graag met techniek bezig zijn, die kiezen het best voor een technische opleiding of een technisch beroep‘ weinig resultaatverschillen voor en na het bezoek aan Het Beroepenhuis. Enkel de stelling ‘Hoe meer verschillende beroepen je leert kennen, hoe beter je uiteindelijk een beroep zal kunnen kiezen dat bij jou past’ vertoont een ietwat negatief resultaat. Voor het bezoek gaat 91% van de leerlingen hiermee akkoord. Na het bezoek daalt dit aantal tot 81%. De argumenten van de leerlingen verklaren deze daling. M eer keuze tussen verschillende beroepen maakt het kiezen moeilijker en door een teveel aan informatie beginnen leerlingen te twijfelen. Uit bovenstaande resultaten kan algemeen gesteld worden dat de leerlingen na een bezoek aan Het Beroepenhuis anders gaan nadenken over verschillende thema’s rond studie- en beroepskeuze. Er blijkt een positief effect te zijn op de mening die leerlingen hebben over technische studierichtingen en beroepen.
79
2.3.2 Scholen die de vragenlijst voor het bezoek hebben ingevuld 30 van de 283 scholen die een bezoek brachten, hebben enkel de vragenlijst voor het bezoek ingevuld. In wat volgt geven we de resultaten mee van deze scholen. Hieruit kunnen geen conclusies getrokken worden maar ze leren ons wel iets over de beeldvorming die leerlingen hebben over de thema’s die Het Beroepenhuis onder de aandacht wil brengen. 2.3.2.1 Vragen Wie weet al welke studierichting hij/zij wil volgen? Ja Nee Geen mening
50% 15% 35%
Van de leerlingen die al zeker weten welke studierichting ze zullen volgen, hoeveel denken er ASO, TSO, BSO, KSO? ASO TSO BSO KSO
55% 27% 17% 1%
Weet je van jezelf wat je goed en minder goed kan? Ja Nee Geen mening
71% 7% 22%
Weet je welke beroepen wel of niet bij jou passen? Ja Nee Geen mening
57% 21% 22%
2.3.2.2 Enkele stellingen Technische beroepen zijn makkelijker dan andere beroepen. Ja Nee Geen mening Niet deelgenomen
9% 52% 37% 2% 80
ASO, BSO, KSO en TSO zijn allemaal evenwaardig. Ja Nee Geen mening Niet deelgenomen
24% 37% 37% 2%
Hoe meer verschillende beroepen je leert kennen, hoe beter je uiteindelijk een beroep zal kunnen kiezen dat bij jou past. Ja Nee Geen mening Niet deelgenomen
83% 5% 10% 2%
Alle beroepen zijn belangrijk en waardevol in onze samenleving Ja Nee Geen mening Niet deelgenomen
80% 4% 14% 2%
Alle beroepen kunnen uitgevoerd worden door zowel mannen als vrouwen. Ja Nee Geen mening
74% 17% 9%
Beroepen waarbij je ook veel met je handen moet werken, daar verdien je vaak veel geld mee. Ja Nee Geen mening Niet deelgenomen
38% 20% 37% 5%
Als je kiest voor een technische opleiding en een technisch beroep, dan heb je veel kans om na het afstuderen sneller werk te vinden dan in andere beroepen. Ja Nee Geen mening Niet deelgenomen
29% 17% 46% 8% 81
Jongeren die nu al talent en interesse hebben voor techniek en graag met techniek bezig zijn, die kiezen het best voor een technische opleiding of een technische beroep. Ja Nee Geen mening Niet deelgenomen
57% 11% 25% 7%
2.3.3 Scholen die de vragenlijst na het bezoek hebben ingevuld 14 van de 283 schoolgroepen die Het Beroepenhuis bezochten vulden enkel de vragenlijst na het bezoek in. Uit deze gegevens kunnen eveneens geen conclusies getrokken worden omdat de resultaten vooraf niet gekend zijn. Ze geven opnieuw wel een idee over hoe leerlingen denken over verschillende thema’s in verband met studie- en beroepskeuze. 2.3.3.1 Vragen Wie weet al welke studierichting hij/zij wil volgen? Ja Nee Geen mening
60% 11% 29%
Van de leerlingen die al zeker weten welke studierichting ze zullen volgen, hoeveel denken er ASO, TSO, BSO, KSO? ASO TSO BSO KSO Niet deelgenomen
28% 21% 46% 1% 4%
Vond je het bezoek boeiend, aangenaam, leuk? Ja Nee Geen mening
96% 1% 3%
82
Weet je van jezelf wat je goed en minder goed kan? Ja Nee Geen mening
69% 14% 17%
Weet je welke beroepen wel of niet bij jou passen? Ja Nee Geen mening
65% 17% 18%
2.3.3.2 Enkele stellingen Technische beroepen zijn makkelijker dan andere beroepen. Ja Nee Geen mening
18% 66% 16%
ASO, BSO, KSO en TSO zijn allemaal evenwaardig. Ja Nee Geen mening
56% 27% 17%
Hoe meer verschillende beroepen je leert kennen, hoe beter je uiteindelijk een beroep zal kunnen kiezen dat bij jou past. Ja Nee Geen mening
83% 6% 11%
Alle beroepen zijn belangrijk en waardevol in onze samenleving. Ja Nee Geen mening
79% 9% 12%
83
Alle beroepen kunnen uitgevoerd worden door zowel mannen als vrouwen. Ja Nee Geen mening
71% 21% 8%
Beroepen waarbij je ook veel met je handen moet werken, daar verdien je vaak veel geld mee. Ja Nee Geen mening
50% 20% 30%
Als je kiest voor een technische opleiding en een technisch beroep, dan heb je veel kans om na het afstuderen sneller werk te vinden dan in andere beroepen. Ja Nee Geen mening
42% 21% 37%
Jongeren die nu al talent en interesse hebben voor techniek en graag met techniek bezig zijn, die kiezen het best voor een technische opleiding of een technisch beroep. Ja Nee Geen mening
74% 10% 16%
84
3. Projecten 3.1 Studiedag met materialenbeurs Op 17 oktober 2012 vond de 7de editie van de studiedag met materialenbeurs plaats. Het programma zag er als volgt uit: 13u tot 17u: - Beurs met materialen over beroeps – en studiekeuze - Vrij bezoek aan de interactieve tentoonstelling - Koffiebar 13u30 tot 14u15: - Rondleiding en kennismaking met de tentoonstelling, beroepenateliers en de projecten van Het Beroepenhuis vzw 14u30 tot 15u15: - Rondleiding en kennismaking met de tentoonstelling, beroepenateliers en de projecten van Het Beroepenhuis vzw 15u30 tot 16u30: - Good practices: Workshop met voorbeelden van goede klaspraktijken over de thema’s beroeps- en studiekeuze en talentverkenning.
Er waren 159 mensen aanwezig. Hiermee zien we de opkomst naar dit jaarlijkse event opnieuw stijgen (vorig jaar 120 aanwezigen). Van de 159 aanwezigen waren er 33 leerkrachten of CLB-medewerkers, 94 studenten in lerarenopleiding, 4 docenten van lerarenopleidingen, 22 standhouders en 6 geïnteresseerden uit andere organisaties. De groep studenten uit lerarenopleidingen wordt elk jaar groter: van 64 bij de editie van 2011 naar 94 bij de editie van 2012. De stijging is een gevolg van de expliciete uitnodiging naar de hogescholen met een lerarenopleiding. Heel wat mensen volgden op 17 oktober een rondleiding die bestond uit een bezoek aan de interactieve tentoonstelling, een bezoek aan een speciaal uitgestalde expo van de beroepenateliers en een korte presentatie om andere projecten van Het Beroepenhuis te belichten. De meeste mensen bleven na de rondleiding nog even om op eigen houtje de tentoonstelling nog verder te bekijken en de beurs met lesmaterialen te bezoeken.
85
Ook de workshop ‘good practices’ kon op heel wat interesse rekenen. Eerst werd de nieuwe website van Het Beroepenhuis www.beroepenthuisindeklas.be toegelicht, waarbij enkele nieuwe lesmaterialen in de spotlights werden gezet. Vervolgens kwam Pascale Van Camp, medewerker van onderwijskiezer.be, aan het woord om de gloednieuwe website te tonen. Deze tool kon op veel interesse rekenen van de aanwezigen.
De 22 standhouders: Organisatie
M ateriaal interactieve DVD Tewerkstellings- en opleidingsfonds arbeiders Beroepengids metaal (TOFAM) website M etaal mijn beroep Werk Vorming Onderwijs Pakket 'wie het schoentje past' Kunststoffentechnologie GSM houder en agendaklem (WVOK) KIK-OV M aritiem Educatief Klasspel Informatiefilm M aritieme Opleidingen en Areyouwaterproof Beroepen Folders maritieme scholen docentenmap GRAFOC Printmedia Opleidingscentrum onderwijsfolders
86
Hier brandt de lamp! VORMELEK vzw Op zoek naar de stroombron Elektrotechnische sector ElektroGREENbox Elektrokick Bordspel Horeca Vorming Affiches 'toffe jobs' Vlaanderen Info over beroepen in de HoReCa sector ICT tool voor kappersopleiding FBZ PC 314 Kapper niet zo maar een beroep Kapper en schoonheidsspecialist
Brochures
Sociaal Fonds Transport en Logistiek (SFTL)
Promotiefilmpje Startruck Educatief pakket BO: 'Vrachtwagenvragen' + handleiding Educatief pakket SO: 'Vrachtwagenavonturen' + handleiding Flyers, stickers en snapwraps
Vlaams Instituut voor Vorming en Opleiding in de Social profit (VIVO) Fonds voor opleidingen in de bouwnijverheid (FVB ) LOGOS Educam Opleidingscentrum Hout VDAB
Unizo-stichting Onderwijs & Ondernemen De Schoolbrug CLB GO! VCLB
Beroepenfiches Beroepenzoeker Social Profit Infofiche over 'Bouwblokken' en 'Verboden de werf te betreden' Lessenpakket 'The flow' Havenfilm folders, brochures, cd-rom Posters, folders, instroomcatalogus Lessenpakket hout vasthouden Beroepenfilmpjes virtuele infosessies over opleidingen voor knelpuntberoepen Website Koffer vol ondernemingszin Onderwijsvakmansroute folder O&O Kies Raak! Wathoe Leren Kiezen werkboekjes en brochures uitgaven van VCLB-Service cvba 'Op stapreeks' website onderwijskiezer.be
87
De Stap
Brochure De grote Stap. Secundair onderwijs in de regio Gent -2012 Overzichtsbladen De tweede en derde graad, de derde graad en de specialisatiejaren/ Se-n-Se Website www.destapgent.be Powerpoint-presentaties over secundair onderwijs
Pedagogische Begeleidingsdienst Stad Gent RTC Oost-Vlaanderen
Arteveldehogeschool
campagnemateriaal 'Techniek is sjiek' vormingsaanbod 'Techniek op het menu' Oriënto Helden van elke dag Alimento
3.2 Doedagen 3.2.1 Doedagen voor het 6de leerjaar basisonderwijs “Al doende kennismaken met technische beroepen. Een prachtig concept!”, Leerkracht 6e leerjaar, over de doedag in Schoten. “Ik heb geleerd dat ik pas een oordeel over een beroep mag vellen als ik het eens geprobeerd heb.” Leerling 6e leerjaar, over de doedag in Beveren. De doedagen hebben als uitgangspunt leerlingen van het zesde leerjaar te laten kennismaken met verschillende beroepen en de bijhorende technieken in verschillende VDAB-competentiecentra. Hier kunnen zij door middel van doe-activiteiten ervaren hoe een opleidingscentrum werkt en in contact komen met verschillende beroepen en sectoren. Er wordt gewerkt met realistische en concrete materialen.
88
Het Beroepenhuis vzw zorgt voor de pedagogische omkadering, de algemene organisatie en alle communicatie met en inschrijving van de scholen. De VDAB stelt het nodige materiaal, de knowhow en de locatie ter beschikking en voorziet instructeurs en cursisten die in de centra zelf instaan voor de begeleiding van de activiteiten. In het schooljaar 2012-2013 werd de doedag georganiseerd op 25/10/2012 in alle Vlaamse provincies. Er ging een doedag door in 28 competentiecentra verspreid over gans Vlaanderen: Oost-Vlaanderen (7 competentiecentra), West-Vlaanderen (6 competentiecentra), Vlaams-Brabant (3 competentiecentra), Antwerpen (6 competentiecentra) en Limburg (6 competentiecentra). In totaal werden 1907 leerlingen ingeschreven en werden er 77 scholen met 1862 leerlingen verwelkomd. Er waren zowel gemeentelijke basisscholen als scholen uit het vrije net en het gemeenschapsonderwijs. OostVlaanderen Leerlingen 392 Leerkrachten 28 TOTAAL 420
Scholen
WestVlaanderen 253 23 276
VlaamsBrabant 388 22 410
OostWestVlaamsVlaanderen Vlaanderen Brabant 16 11 13
Limburg Antwerpen TOTAAL 405 24 429
424 30 454
1862 127 1989
Limburg Antwerpen TOTAAL 18
19
77
De leerlingen maken op de doedag kennis met allerlei praktische beroepen en sectoren die in de VDAB-centra aan bod komen. Er waren 18 sectoren vertegenwoordigd tijdens de doedag: metaal en technologie, (metaal en technologie) bedienden, bouw, horeca, transport en logistiek, zee- en binnenvaart, grafische industrie, social profit, chemie en kunststoffen, auto, elektriciteit, schoonmaak, confectie en textielverzorging, industriële techniek, industriële automatisering, verkoop, vervoer en hout.
89
De jongeren nemen deel aan activiteiten zoals een lichtschakeling monteren, een mozaïek lijmen op tegels, met een vrachtwagen rijden, foto’s bewerken op de computer, servetten professioneel plooien, een theelichthouder maken van metaal en laboproefjes uitvoeren. Ze maken al doende kennis met beroepen zoals lasser, keuken- en zaalmedewerker, heftruckchauffeur, webontwikkelaar, polyvalent schoonmaker en vloerder. Dit zijn slechts enkele voorbeelden uit het aanbod van activiteiten die tijdens de doedag aan bod komen. De voordelen van de doedag voor de jongeren zijn de concrete ervaring met de realiteit van een opleidingscentrum, het leren kennen van technieken en beroepen, het leren respecteren en waarderen van deze technieken en de mensen erachter. Daarnaast ondervinden ze dat zowel techniek als technologie in functie van de mensen staat en ook door mensen gemaakt wordt. Tenslotte kunnen ze dankzij de doe-activiteiten eigen talenten ontdekken. Door het voorzien van een educatieve omkadering (voorbereiding en naverwerking) worden techniek en technische beroepen ook meer in de klas gebracht.
Na de doedag ontvingen zowel de scholen als de VDAB-competentiecentra een evaluatieformulier. De bevindingen zijn over het algemeen erg positief en lovend. Van de 77 scholen die deelnamen aan de doedag, werden er 40 evaluatieformulieren ontvangen. De leerkrachten zijn zeer enthousiast over hun deelname aan de doedag. Van de 135 activiteiten vinden leerkrachten 125 activiteiten ‘goed’ tot ‘zeer goed’. Ze benadrukken de ‘kindvriendelijke aanpak’ en ‘deskundige, motiverende begeleiding’. Volgens de leerkrachten zijn de volgende effecten zichtbaar na een deelname aan de doedag, in het kader van studie- of beroepskeuze: Verruiming van de kennis over beroepen Bijdrage aan mentaliteitswijziging ten aanzien van praktisch uitvoerende en technische beroepen Bijdrage aan het verwerven van zelfkennis van de leerlingen wat betreft eigen talenten en interesses Beïnvloeding van beroeps – of studiekeuze
90
92% 90% 85% 46%
93% van de leerkrachten bereidde de doedag voor in de klas. Hiervoor werd door 83% de voorziene lesvoorbereiding van Het Beroepenhuis gebruikt. Ook de leerlingen waren opnieuw positief over het verloop van de doedag: 96% vond de doedag boeiend, aangenaam en leuk. 3% had hierover geen mening en 1% vond de doedag niet leuk. Dankzij de doedag meent 77% van de leerlingen ontdekt te hebben wat ze goed en minder goed kunnen. Op de vraag of ze nu beter weten welke beroepen wel of niet bij hen passen, antwoordt 69% ‘ja’. Verder mochten de leerlingen hun mening geven over enkele stellingen. Respectievelijk 87% vindt dat alle beroepen belangrijk en waardevol zijn in onze samenleving. 52% van de leerlingen denkt dat jongeren die nu al talent hebben voor techniek, best kiezen voor een technische opleiding of technisch beroep. Uit de evaluatieformulieren van de VDAB-competentiecentra blijkt dat de doedag ook voor hen opnieuw een succes was. Van de 28 competentiecentra werden 14 evaluatieformulieren ontvangen. De samenwerking met Het Beroepenhuis wordt als zeer goed ervaren, ‘prima zoals gewoonlijk’. De sterkste punten bleken de duidelijke afspraken, planning en communicatie (met zowel scholen als VDAB-centra). Toch was er een klein minpunt, namelijk dat aan scholen moet worden gevraagd zeker één begeleider per groep te voorzien. De centra beschrijven opnieuw alle activiteiten als goed. Zij hebben bij de uitwerking hiervan rekening gehouden met de opmerkingen van de leerkrachten bij vorige edities van de doedag. Af en toe werden de activiteiten gewijzigd door de afwezigheid van een instructeur of wegens technische defecten maar alle activiteiten worden als nuttig en leerzaam beschreven. Zowel instructeurs als cursisten waren heel betrokken.
Tenslotte nog enkele uitspraken van leerkrachten en leerlingen over de doedag. “Samenwerken was hier belangrijk. Bij iedere activiteit was er een ander talent nodig en dat maakte het juist zo leuk.” Leerkracht 6e leerjaar, over de doedag in Hamme. 91
“Alles was tot in de puntjes voorbereid, niets was aan het toeval overgelaten. Alle activiteiten waren super. Een pluim voor de organisatie en welgemeende dank!” Leerkracht 6e leerjaar, over de doedag in Beveren. “Leerlingen komen in contact met voor hen ongekende beroepen. Ze leren op deze manier openstaan voor verschillende beroepen en ontdekken wat ze goed kunnen.” Leerkracht 6e leerjaar, over de doedag in Antwerpen. “Dit hele concept is indrukwekkend, met schitterende activiteiten en fantastische begeleiding. (…) Ik spring altijd een gat in de lucht als ik de kans krijg om er weer een jaar bij te zijn. Ik weet dat het financieel en organisatorisch waarschijnlijk niet haalbaar is, maar het is jammer dat er steeds maar een selectie scholen kunnen gaan, want deze dag is voor elke zesdeklasser een hoogtepunt uit hun lagere schoolcarrière, die ze niet snel zullen vergeten. Proficiat!” Leerkracht 6e leerjaar, over de doedag in Wondelgem.
“Het was een fantastische dag. Wij hebben veel leuke dingen gedaan. Doen we het nog eens? Of je nu man of vrouw bent, je kiest toch je eigen beroep.” Leerlingen 6e leerjaar, over de doedag in Vilvoorde. “Ik wil volgend schooljaar een goede keuze maken. Ik twijfel niet, ik ga voor techniek.” Leerling 6e leerjaar, over de doedag in Hasselt. “Wij meisjes vonden het leuk om eens niet-meisjesachtige dingen te doen.” Leerlingen 6e leerjaar, over de doedag in Hasselt. “We mochten heel wat dingen maken en uitproberen. Éen van de leukste uitstappen ooit!” Leerlingen 6e leerjaar, over de doedag in Wondelgem. 3.2.2 Doedagen voor de eerste graad secundair onderwijs De doedagen voor het 6de leerjaar zijn al jaren een bijzonder succesvol initiatief. M et het oog op de mogelijke komende onderwijshervorming zal de leeftijd waarop leerlingen een 92
specifieke studiekeuze maken voor een stuk verschuiven naar het einde van de 1ste graad secundair onderwijs. Het Beroepenhuis en de VDAB willen zich op deze uitdaging voorbereiden. Bovendien stelde de Vlaamse regering een STEM -actieplan op. Daarbij staat STEM voor Science, Technology, Engineering en Mathematics en dit actieplan heeft als doel om meer jongeren naar STEM -studierichtingen of STEM -beroepen te leiden. Het STEM-actieplan vermeld 8 beleidsthema’s met telkens daaronder operationele doelstellingen en een aantal concrete acties. Bij beleidsthema 3 ‘Het verbeteren van het proces van studiekeuze- en loopbaankeuze’, wordt de operationele doelstelling bepaald ‘Investeren in studiekeuzemateriaal en studiekeuze-initiatieven rond STEM ’. Actie 4 onder deze doelstelling luidt als volgt: Samen met de VDAB willen we het aanbod aan doedagen voor leerlingen en leerkrachten 1ste graad secundair onderwijs uitbreiden. Vooral in die studiejaren waarna leerlingen zullen geconfronteerd worden met een studiekeuze. De doe-dagen kunnen gecombineerd worden met getuigenissen uit het werkveld van bedrijfsleiders, technici, onderzoekers en ingenieurs. Op die manier kunnen leerlingen zich een idee vormen van de uitdagingen en de mogelijkheden van diverse STEM-jobs. De doedagen kunnen nog aantrekkelijker gemaakt worden door een voorbereide en maatgerichte aanpak zodat de kennismakingsactiviteiten afgestemd kunnen worden op de belangstelling en interesses van de leerlingen. Ook afstemming op het actieplan ‘Ondernemerschapsonderwijs’ is hier mogelijk met het project ‘De wereld aan je voeten’. In het schooljaar 2012-2013 zijn Het Beroepenhuis en de VDAB gestart met het voorbereiden van een initiatief naar de 1ste graad secundair onderwijs. Er wordt gedacht aan het organiseren van één of meerdere pilootprojecten om alvast ervaring op te doen met deze doelgroep. Deze projecten kunnen georganiseerd worden in de verschillende Vlaamse provincies tijdens het schooljaar 2013-2014. 3.3 WAW – Wijs! aan ’t werk – arbeidsmarkteducatie voor de 3de graad SO
93
“Zeer goed aangepast aan het niveau van de leerlingen. Interessant voor de leerlingen en vooral erg bruikbaar. Ik denk dat ze veel hebben bijgeleerd. ” Leerkracht PAV bij 6de verkoop in het Koninklijk Lyceum M et het project ‘Wijs! aan ’t werk’ (WAW) ondersteunen de Stad Gent en Het Beroepenhuis de leerkrachten van het 3e graad secundair onderwijs van de Gentse scholen. Op vraag van de Stad Gent werd er in het voorjaar van 2011 door Het Beroepenhuis een onderzoek gevoerd naar de nood aan arbeidsmarkteducatie bij jongeren in de laatste jaren van het secundair onderwijs. Op basis van de resultaten van dit onderzoek werd er door Het Beroepenhuis een goestingsmethodiek en productenmand ontwikkeld. De goestingsmethodiek is een interactieve, speelse methodiek die als doel heeft jongeren te prikkelen om beter vertrouwd te raken met de arbeidsmarkt en hen goesting te geven om bepaalde onderwerpen verder te exploreren in de klas. De productenmand is een toegankelijk overzicht op de website van WAW (www.wijsaantwerk.be) van het bestaande aanbod aan relevante digitale tools, lesmaterialen en andere initiatieven over arbeidsmarkteducatie. Uit het succes van de goestingsmethodiek in het voorjaar van 2012 werden de volgende doelstellingen voor het najaar van 2012 opgesteld: nog meer WAW sessies laten plaatsvinden in de scholen, een do-it-yourself-editie van de goestingsmethodiek voor leerkrachten ontwerpen en de concrete vraag van het Gentse deeltijds BSO om het WAW aanbod te specificeren en optimaliseren naar deze doelgroep. Eind 2012 werden deze doelen behaald en was de projectperiode van WAW II afgerond. De gesprekken over hoe het WAW project structureel kon ingebed worden waren nog niet afgerond. Dus vanaf maart werd het project door Het Beroepenhuis in samenwerking met Stad Gent en de VDAB terug opgenomen tot eind juni met als doelstellingen de continuïteit van WAW te waarborgen in de scholen en nieuwe aanvragen van scholen te bewerkstelligen, het onderhouden van het product en de website, het organiseren van train the trainers sessies en het streven naar een complementair aanbod en een structurele inbedding van WAW. Tijdens het schooljaar 2012 - 2013 werden er 47 WAW sessies gegeven en 713 leerlingen bereikt, waarvan 382 van het BSO, 186 van het TSO, 53 van het ASO, 68 van het DBSO en 24 van het BuSO. Van het BSO werden er 80 leerlingen bereikt via het bouwevent van het FVB, waar een verkorte versie van WAW werd aangevuld door een sessie van de VDAB, het ACV en FVB Bouwbaan. Hieronder het procentuele bereik van de verschillende onderwijsvormen.
ASO TSO
Aantal sessies 2 12 94
Aantal % leerlingen 53 7 186 26
BSO DBSO BUSO Alle leerlingen
23 8 2
382 68 24
54 9 4
47
713
100
In totaal werden er met WAW 23 scholen bereikt. Hieronder een overzicht van de bereikte scholen per onderwijsinrichting en schooljaar. Schooljaar 2011 - 2012 Vrij onderwijs Visitatie M ariakerke Hoger Technisch Instituut Sint-Antonius CDO De Rotonde Onze-Lieve-Vrouwe-Instituut IVV Sint-Vincentius Don Bosco Instituut GO! KTA M OBI Officieel gesubsidieerd onderwijs Provinciaal Onderwijs Provinciale middenschool Schooljaar 2012- 2013
Onderwijsvorm BSO BSO/TSO DBSO BSO BSO BSO Onderwijsvorm BSO/TSO
Vrij onderwijs Sint Franciscus Evergem Benedictuspoort Maria M iddelares Sint franciscusinstituut Melle Sint Gregorius Gentbrugge Steinerschool Gent Sint Lievenscollege Handelschool GO! Koninklijk Lyceum Gent Tuinbouwschool M elle ‘t Vurstjen Evergem Atheneum Voskenslaan Officieel gesubsidieerd onderwijs Provinciaal Onderwijs Provenciaal Instituut Haartooi en Schoonheidszorgen (PIHS) Stedelijk Onderwijs Hotelschool Gent Vip school
Onderwijsvorm BSO BSO BSO BUSO ASO TSO Onderwijsvorm BSO/TSO/Sense BSO BUSO TSO
95
Onderwijsvorm BSO
Onderwijsvorm BSO/TSO Onderwijsvorm BSO TSO
CLW Atheneum Wispelberg
DBSO ASO
Concreet wordt er ervaren dat de verschillende onderwijsvormen een positieve ervaring hebben met WAW en dat het zeker aangeboden kan worden in alle onderwijsvormen. 75 % van de leerlingen vinden de WAW sessie interessant, 94% van de leerlingen geven aan dat ze iets hebben bijgeleerd tijdens de WAW sessie en bij 95% van de leerlingen voldeed de vorming aan hun verwachtingen. De meeste van hun vragen werden beantwoord en daarbij geven ze wel aan dat ze nog enkele zaken verder wensen uit te spitten via de website. De website is duidelijk een must aangezien gemiddeld 98% van de leerlingen deze interessant vinden. Op de vraag welke van de zes WAW thema’s (oriëntatie - eerste stappen - solliciteren - rechten en plichten - sociale zekerheid - attitudes en vaardigheden) de jongeren het meest interessant vonden kwamen de verschillende thema’s allemaal aan bod. Uit de reacties van de jongeren blijkt dat de aanpak van de les (de quizmethodiek) een goede manier is om deze materie aan te brengen.
Uit de evaluaties van de leerkrachten kunnen we afleiden dat de leerkrachten grotendeels vinden dat de vragen van de leerlingen werden beantwoord (88%) en dat de leerlingen voldoende informatie hebben opgestoken over zaken die ze nog niet wisten (100%). Ze geven ook aan dat ze denken dat de leerlingen deze informatie zullen gebruiken (100%) en dat de website en de flyer heel relevant zijn (100%). De meerderheid overweegt deze thema’s nog verder te behandelen met de leerlingen, zeker als daar vraag naar is (80%).
96
De do-it-yourself editie van de goestingsmethodiek is gerealiseerd. Er werden twee versies ontworpen, namelijk één voor BSO-ASO-TSO-KSO en één voor DBSO, waarbij specifiek rekening gehouden werd met de situatie en de noden van DBSO. In deze handleiding werd een lesvoorbereiding opgenomen waar de timing, de doelstelling, de inhoud, de leeractiviteit, het medium en de werkvorm van de methodiek in is opgenomen. Alsook werden alle thema’s (oriëntatie - eerste stappen - solliciteren - rechten en plichten sociale zekerheid - attitudes en vaardigheden) met de quizvragen en de achtergrondinformatie volledig uitgeschreven. Zodat de leerkracht zonder problemen aan de slag kan gaan.
97
Daarnaast werden er ook powerpoints ontwikkeld die gelijk lopen met de handleiding. Deze werden zo opgebouwd dat we per vraag eerst een prikkelende fase hebben, vervolgens een kort informatief antwoord en tenslotte praktische tips via de toegankelijke websites. Hierbij werd ook het onderscheid gemaakt tussen BSO-ASO-TSO-KSO en DBSO, alsook werd er een ‘lichtere’ versie van de methodiek en een meer ‘theoretische’ versie ontworpen, waarin nog meer praktische kennis over de 6 thema’s wordt aangereikt. Zo kan de methodiek flexibel gebruikt worden en aangepast worden aan de noden en de vraag van de leerlingen. De permanente verfijning en versterking van de methodiek en de enthousiaste reacties van vele leerkrachten die een sessie hadden bijgewoond bevestigden het idee dat de WAWaanpak mits voldoende praktische ondersteuning ook toegankelijk is voor leerkrachten. Om de alternatieve module voor leerkrachten ook bekend te maken bij Gentse onderwijsmakers en het brede publiek werd er op 5 december 2012 in Het Beroepenhuis een evenement georganiseerd: de ‘Lancering DIY-editie’. Dit werd een grondigere nascholing rond de ruime inhoud van het thema, de veelzijdige methodiek en het gebruik van de productenmand in de praktijk. De 23 aanwezigen vonden de namiddag erg geslaagd en zo spraken er verschillende leerkrachten en CLB-medewerkers de concrete wens uit om in de nabije toekomst nauwer samen te werken. Dit werd in het voorjaar van 2013 concreet aangezien in kaart werd gebracht welke scholen gebruik maakten van de DIY en hen een ondersteuning werd aangeboden. Ook met de CLB’s wordt er nauwer samengewerkt. Zo is er met het VCLB een concrete afspraak om een introductiesessie van WAW te presenteren op hun directievergadering. Voor het CLB GO! Gent en het ICLB werd het voorgesteld op hun dagelijks bestuur. Dit zorgt er ook voor dat WAW structureel ingebed raakt. Er werd in het schooljaar van 2012-2013 een ‘train-the-trainer’-traject ontwikkeld, om vormingswerkers van de geïnteresseerde partnerorganisaties op te leiden in het gebruik van de goestingsmethodiek. Hierbij is de handleiding voor leerkrachten ook voor de vormingswerkers een handig instrument. Het traject verliep volgens 3 stappen: - De vormingswerker volgt een WAW train the trainer sessie zonder leerlingen waarin uitgebreid kennisgemaakt wordt met de inhoud en methodiek, en met de manier waarop die kan toegepast worden voor diverse doelgroepen. - Daarna is er een observatie in een klas van de goestingsmethodiek die gegeven wordt door de WAW-projectmedewerker. - Ten slotte is er een sessie die de kandidaat-vormingswerkers zelf zal geven aan een klasgroep, onder observatie en ondersteuning van de WAWprojectmedewerker. M et daarna een evaluatie en bespreking van de sessie. In het schooljaar 2012-2013 hebben er 27 personen een WAW train the trainer sessie gevolgd. Dit van de volgende partnerorganisaties: vzw Jes, VDAB, Stad Gent (Dienst Werk), Universiteit Gent, FVB Bouwbaan, ABVV, De Werkwijzer. Daarvan hebben er 11 personen ook al stap 2 ondernomen en een WAW sessie in een klas geobserveerd. Ten slotte hebben er twee personen ook een WAW sessie gegeven in een klas en een evaluerend gesprek gehad met de WAW-projectmedewerker. Als besluit kunnen we stellen dat er nu 5 personen in staat zijn om een kwalitatieve WAW sessie te geven, waarvan 3 van Het Beroepenhuis, 1 vormingswerker van Stad Gent en 1 stagiair van de Universiteit Gent. 98
De productenmand van WAW bevat 75 producten van partnerorganisaties met geactualiseerd en relevant lesmateriaal, websites, online tools, … ivm arbeidsmarkteducatie. Deze producten zijn beschikbaar voor iedereen en worden op regelmatige basis geactualiseerd. Voor het streven naar een complementair aanbod is er een engagementsverklaring vooropgesteld die door alle partnerorganisaties zal ondertekend worden, waardoor er een duidelijk zicht zal zijn op welke scholen welk aanbod aanwezig is en op welke scholen nog geen aanbod is wat betreft arbeidsmarkteducatie. Daarnaast is er ook al een concrete samenwerking met het school@work product van ABVV. Waarbij we op termijn naar een gemeenschappelijke productenmand zouden gaan. De contacten met de CLB’s, de directies en het netwerken zullen ervoor zorgen dat WAW structureel ingebed kan worden. De projectperiode van WAW III eindigt op 30 juni 2013. Daarna zal de coördinatie (website, communicatie, planning, …) worden opgenomen door een medewerker van Dienst werk, en zullen de WAW sessies gegeven worden door vormingswerkers die gekozen worden uit een poule van opgeleide vormingswerkers van de partnerorganisaties. In deze poule zullen de opgeleide vormingswerkers van Het Beroepenhuis een prominente rol spelen om de expertise en de ervaring maximaal te behouden en in te zetten. De verderzetting van het WAW project door Het Beroepenhuis was een succes als we kijken naar het bereikte aantal leerlingen en de evaluaties van zowel leerkrachten als leerlingen. Het Beroepenhuis is er in geslaagd een kwalitatief sterk aanbod te ontwikkelen, te promoten, te continueren in de Gentse scholen en de eerste stappen te zetten naar een structurele inbedding. 3.4 Technologica “Mijn leerlingen en ikzelf willen jou en je hele team uitvoerig danken voor de organisatie van Technologica! We hebben er een fantastische namiddag beleefd. We hebben gekeken, gemaakt, geprogrammeerd, geluisterd, ... in volle enthousiasme en bewondering!” Leerkracht 6e leerjaar Basisschool Crombeen Gent. “De leerlingen vonden het een interessante beurs: mooie presentatie van interessante werken, leuk dat leerlingen actief konden zijn, goede begeleiding vanuit Beroepenhuis, ... De uitgewerkte lessen op voorhand waren ook heel interessant” e Leerkracht 6 leerjaar GBS M oortsele-Landskouter.
99
Dit schooljaar 2012-2013 werd Technologica opnieuw georganiseerd door het Regionaal Technologisch Centrum (RTC) Oost-Vlaanderen, samen met een ruim partnerschap vanuit het bedrijfsleven en het onderwijs, in de Eskimogebouwen te Gent. Technologica is een wedstrijd waarbij laatstejaars BSO en TSO hun GiP (Geïntegreerde proef) voorstellen op een beurs. Dit schooljaar namen leerlingen deel uit de studierichtingen elektriciteit-elektronica, automotive, elektromechanica, mechanische vormgevingstechnieken, elektrotechnieken, industriële onderhoudstechnieken, lassenconstructie, industriële elektriciteit, (computergestuurde) werktuigmachines, elektrische installaties, elektrische installatietechnieken, autotechnieken, industriële wetenschappen en industriële ICT. Het evenement vond plaats op 23 mei 2013 en voor de vijfde maal werd aan Het Beroepenhuis gevraagd om een programma te voorzien om jongeren warm te maken voor techniek en technische studierichtingen. Voorgaande edities werden uitgewerkt voor de eerste graad secundair onderwijs. Sinds vorig schooljaar werd geopteerd voor de doelgroep van het zesde leerjaar. Het Beroepenhuis zorgde ook dit jaar voor de educatieve omkadering in de vorm van een lesvoorbereiding voor zowel de leerlingen van het basisonderwijs als de laatstejaars van het BSO en TSO, de organisatie van de dag zelf voor de bezoekende leerlingen en een lesvoorbereiding met evaluatieformulier na het bezoek.
Aan het evenement namen 624 leerlingen en 46 leerkrachten van het zesde leerjaar deel. In de voormiddag waren er 346 deelnemers (324 leerlingen en 21 leerkrachten) en in de namiddag waren er 325 deelnemers (300 leerlingen en 25 leerkrachten). Net zoals vorig schooljaar bestond het evenement uit twee delen. Enerzijds was er een zoektocht op de beursgrond met GiP’s, anderzijds was er een workshopruimte met activiteiten rond techniek. Nieuw dit schooljaar was dat de leerlingen per halve dag in 3 groepen werden verdeeld, van telkens ongeveer 100 deelnemers. De voor- of namiddag startte met een korte gezamenlijke inleiding per groep, waarna de leerlingen startten in de GiP-beurs of in de workshopruimte. Na een bepaalde tijd schoven de groepen door, zodat elke groep 1 moment op de beursgrond en 2 momenten in de workshopruimte was. 100
Voor het bezoek op de beursgrond werden de leerlingen opgedeeld in 60 groepjes van ongeveer 10 leerlingen. Doorheen de beurs werden de groepjes begeleid door leerlingen van het 6e jaar STW (Sociaal-Technische Wetenschappen) van het Erasmusatheneum Deinze. Deze leerlingen werden vooraf in de klas voorbereid door een medewerker van Het Beroepenhuis.
Ook de workshopruimte werd dit schooljaar volgens een nieuw concept georganiseerd. Vanuit het RTC Oost-Vlaanderen werden 21 workshops voorzien, zowel kijk- als doeworkshops. Leerlingen konden individueel kiezen aan welke activiteiten zij wilden deelnemen. Door middel van een ponskaart die zij rond hun nek droegen hadden zij een overzicht van de workshops en konden ze de activiteiten waaraan ze deelnamen laten afstempelen. Het Beroepenhuis verzorgde zelf ook één van de workshops. De modules van het beroepenatelier metaal en technologie werden meegebracht. Aan onze workshop konden we 499 (van de 624) jongeren laten deelnemen. De dag werd afgerond met een korte gezamenlijke afsluiter per groep. Dit schooljaar werd een klassikale wedstrijd verwerkt in het evaluatieformulier dat aan de scholen werd toegestuurd na het bezoek aan Technologica.
101
Van de 19 deelnemende scholen ontvingen we 7 evaluaties: 6 evaluatieformulieren en 1 mail met aparte feedback. Leerkrachten gaven aan dat dit een erg drukke periode in het schooljaar is, waardoor niet alle scholen een evaluatieformulier konden invullen en terugbezorgen. Uit de evaluatieformulieren van de leerkrachten blijkt dat het nieuwe concept van de workshops in de smaak valt: 100% van de leerkrachten geeft aan dat de aanpak met vrije keuze van workshops goed was. Eveneens vonden alle leerkrachten het omkaderend lesmateriaal inhoudelijk in orde.
Enkel over het gedeelte in de beursgrond was niet iedereen over het algemeen positief: 83.5% vond het bezoek door middel van een zoektocht goed. 33.5% vond de begeleiding in de beurs goed, 50% stond er neutraal tegenover en 16.5% was het oneens met de begeleiding. De opmerkingen die leerkrachten hierbij gaven waren dat de begeleiders van het zesde jaar secundair onderwijs zelf niet altijd even enthousiast waren en dat ze niet altijd op het niveau van het zesde leerjaar uitleg gaven.
102
Bij het bevragen van de effecten van een bezoek aan Technologica kwamen we tot de volgende positieve resultaten: 100% van de leerkrachten vindt dat de interesse voor techniek is aangewakkerd, 100% vindt dat Technologica bijdraagt tot de mentaliteitswijziging tegenover TSO en BSO, 50% vindt dat de kennis over studierichtingen is verruimd bij de leerlingen en 16.5% vindt dat een bezoek aan het evenement de beroeps- of studiekeuze beïnvloedt. De reden voor dit laatste cijfer zou kunnen zijn dat Technologica op het einde van het schooljaar valt, wanneer vele leerlingen reeds een keuze maakten. Dit cijfer zou hoger kunnen liggen als Technologica vroeger in het jaar had plaatsgevonden. Alle scholen gaven dit schooljaar aan dat zij volgend jaar opnieuw willen deelnemen aan Technologica. De leerlingen kregen een evaluatieformulier in de vorm van een klasgesprek. We kregen resultaten terug van 117 leerlingen uit 7 klassen. Dit is een responsgraad van ongeveer 19%. Jammer genoeg vonden weinig leerkrachten de tijd om het evaluatieformulier met de leerlingen in te vullen. Uit de evaluatieformulieren blijkt dat 96% van de leerlingen een bezoek aan Technologica leuk vond. 4% heeft hier geen mening over. Op de vraag of ze het bezoek aan de GiP-beurs leuk vonden, antwoordde 70% positief. 10% had geen mening en 20% vond het niet leuk. Ook de leerlingen hebben – net als de leerkrachten - een verdeelde mening over de begeleiders op de beursgrond: 42% vond de begeleiders van het zesde jaar secundair onderwijs goed, 44% vond hen niet zo goed. De workshopruimte vonden 97% van de leerlingen leuk en interessant, 3% heeft hier geen mening over. De leerlingen vonden ‘M aak je eigen USB’ (workshop van Het Beroepenhuis) en ‘M aak zelf je agendaklem’ (workshop van Edugo campus Glorieux) de leukste workshops. Ook bij de leerlingen werd gepolst naar het effect van Technologica. Dat techniek tof is, daarmee gaat 77% akkoord. 6% heeft hier geen mening over en 17% vindt techniek niet tof. Op de vraag of ze meer weten over TSO en BSO antwoordt 55% positief. 12% heeft hier geen mening over en 33% antwoordt negatief. Ongeveer 60% van de leerlingen heeft erbij stilgestaan dat techniek overal aanwezig is. 15% heeft hier geen mening over en ongeveer 25% gaat niet akkoord met de stelling.
103
De winnaars van de wedstrijd achteraf, die gekoppeld was aan het evaluatieformulier, ontvingen een bon van Opitec, waarmee ze techniek- en knutselmateriaal kunnen aanschaffen. Enkele reacties van de leerkrachten: “Interessante beurs: mooie presentatie van interessante e Leerkracht 6 leerjaar GBS M oortsele-Landskouter, over de GiP-beurs.
werken.”
“Dit jaar waren er wel heel wat GiP’s die aantrekkelijker waren voor de kinderen.” Leerkracht 6e leerjaar GBS Evergem, over de GiP-beurs “Leuke voormiddag, ik denk dat het opzet om techniek aan te sporen hierbij goed gelukt is. Proficiat!” Leerkracht 6e leerjaar Katholieke Centrumschool Denderleeuw, over de algemene organisatie van Technologica “Veel ouders en daardoor leerlingen hebben een negatieve kijk op TSO en zeker BSO. Hun kijk veranderde bij het zien en doen van de workshops, bij het zien en horen op de beurs. Een uitnodiging voor bepaalde ouders zou een goede zaak zijn.” e Leerkracht 6 leerjaar Basisschool Crombeen Gent, over het effect van een bezoek aan Technologica “Heel fijne beurs waarop leerlingen zelf alles kunnen uitproberen! Jullie hebben ook materiaal ter beschikking wat wij in de klas ontbreken. Mooi initiatief om techniek aan te prijzen!” Leerkracht 6e leerjaar Katholieke Centrumschool Denderleeuw, over waarom zij volgend jaar opnieuw willen deelnemen “Prima initiatief! Doe zo verder!” Leerkracht Vrije Gemeentelijke Basisschool Sint-Salvator Gent Enkele reacties van de leerlingen: “Het is leuk om dingen zelf te maken en fijn om ze ook mee naar huis te mogen nemen.” Leerling 6e leerjaar Katholieke Centrumschool Denderleeuw, over de workshops “Toffe machines, originele ideeën, iets doen, duidelijke uitleg, beleefde leerlingen.” Leerlingen 6e leerjaar Basisschool Crombeen Gent, over de GiP-beurs “De robot uit kurk maken was het leukste!” Leerling 6e leerjaar Basisschool Westerhem Sint-Denijs-Westrem, over de workshops “Ik weet nu veel meer verschillende dingen en vakken en wat je ermee kan doen.” Leerling 6e leerjaar Basisschool Crombeen Gent, als antwoord op de stelling ‘Ik weet meer over TSO en BSO’ 104
3.5 Beroepenrally metaal en technologie “De leerlingen krijgen een unieke kijk achter de schermen van een groot bedrijf. Ze leren al doende dat iedereen zijn eigen kwaliteiten heeft en dat die kwaliteiten kunnen gebruikt worden op de werkvloer.” Leerkracht Middenschool 2 Gent Op 9 oktober 2012 bezochten 120 leerlingen en 16 leerkrachten uit 4 Gentse scholen zowel 6de leerjaar basisonderwijs als 1ste en 2de jaar secundair onderwijs - 4 of 5 bedrijven tijdens de beroepenrally voor metaal en technologie. De leerlingen werden daarbij begeleid door 21 studenten uit de lerarenopleiding uit het vak techniek.
In totaal deden 9 bedrijven mee aan dit initiatief: Volvo Cars Engine Center Gent, Plastal, Benteler, OCAS, Tower International, Ti Automotive, Clusta, Brose en M C Synchro. Ze zijn allemaal aanwezig in en rond het Skaldenpark en zijn actief in de constructie van auto’s. Het initiatief van de beroepenrally is er gekomen op vraag van het sectorenoverleg van de Stad Gent voor de M etaal en Elektrotechnische sector en kreeg naast de genoemde bedrijven ook medewerking van de VDAB, Havenbedrijf Gent en TOFAM Oost-Vlaanderen. Het Beroepenhuis werkte het concept verder uit, organiseerde de beroepenrally en zorgde voor educatieve omkadering vooraf en nadien in de klas.
105
De leerlingen ontdekten tijdens de rally spelenderwijs de beroepen productieoperator, onderzoeker, kwaliteitsverantwoordelijke, surface operator, technisch tekenaar en machineoperator. Zo konden ze onderdelen op een motorblok monteren, kleine fouten aan een bumper polieren en kwaliteitscontroles uitvoeren.
“Super dat we de kans krijgen om in de bedrijven te gaan.” Leerkracht 6de leerjaar M ethodeschool De Buurt Gent Er was na afloop veel enthousiasme zowel bij de leerlingen en de leerkrachten als bij de bedrijven. M ogelijks volgt er dus een tweede editie volgend schooljaar. 3.6 Projecten – bedrijfsbezoeken “Je voelt dat de mensen echt achter het project en achter het bedrijf staan!!!” Directie VBS ’t Biekorfje, over hun bezoek aan Wienerberger NV “De kinderen maken kennis met de werkvloer. Het is interessant dat de kinderen ook actief bezig zijn. De reacties van de kinderen zelf waren superpositief.” Leerkracht 6e leerjaar GBS Rekkem, over hun bezoek aan Wienerberger NV Het Beroepenhuis vzw organiseerde de eerste bedrijfsbezoeken met jongeren in het schooljaar 2006-2007. Deze kaderden in het ESF-project ‘BEROEPEN(t)HUIS in de klas’ en vonden plaats in de provincie Oost-Vlaanderen. De schooljaren nadien werden de bedrijfsbezoeken opnieuw georganiseerd en naar andere provincies uitgebreid. Ondertussen zijn deze bedrijfsbezoeken een jaarlijkse gewoonte geworden en kunnen de ervaren bedrijven deze – met behulp van een draaiboek, opgesteld samen met Het Beroepenhuis - zelfstandig voortzetten. De beroepen en het productieproces staan nog steeds centraal bij deze bedrijfsbezoeken. Jongeren leren beroepen kennen via actieve doe-opdrachten en rechtstreeks contact met de beroepsbeoefenaars. Dit zijn twee belangrijke pijlers die als rode draad gelden voor de bedrijfsbezoeken. 106
Dit schooljaar 2012-2013 was de eerste editie waarbij Het Beroepenhuis de praktische organisatie volledig aan de bedrijven zelf overliet. Twee bedrijven zetten het initiatief verder en organiseerden bedrijfsbezoeken voor jongeren dit jaar: HTM S en Wienerberger. Hieronder een overzicht van de deelnemende bedrijven, aantal leerlingen, aantal begeleiders en aantal bedrijfsbezoeken. Bedrijf Wienerberger NV/SA HTM S NV TOTAAL
Leerlingen 93 50 143
Begeleiders 7 9 16
Bedrijfsbezoeken 5 3 8
Het bedrijf Wienerberger ontving 5 scholen in maart en april 2013 en leerde hen 4 à 5 beroepen kennen door middel van doe-activiteiten van telkens een uur. Het bedrijf HTM S ontving 3 scholen in maart en april 2013 en gebruikt het draaiboek nog steeds met hier en daar aanvullingen. Beide bedrijven gaven reeds aan dat zij volgend schooljaar zeker opnieuw bedrijfsbezoeken zullen organiseren. Het Beroepenhuis gaat zelf minder op zoek naar nieuwe bedrijven voor bedrijfsbezoeken, omdat uit de bedrijfsbezoeken intussen de beroepenrally’s zijn gegroeid en vooral daarop wordt ingezet. Bij deze rally’s verenigen meerdere bedrijven of organisaties zich en kunnen leerlingen door middel van een doorschuifsysteem van verschillende beroepen en contexten proeven. Zo is het ook mogelijk meer leerlingen te laten deelnemen aan het evenement en dus de capaciteit van het bereik te verhogen (zie 3.5 Beroepenrally metaal en technologie). Er staan in het komende schooljaar 2013-2014 al 5 beroepenrally’s gepland. 3.7 IKANDA Kindercongres
“IKANDA was superleuk! Ik zou het graag nog een keer willen doen!” Leerling 6de leerjaar In het schooljaar 2012-2013 werd IKANDA voor de vierde maal georganiseerd door Flanders DC. De voorbije drie edities waren telkens een overweldigend succes en ook dit schooljaar konden er zo’n 1400 leerlingen van het 6de leerjaar deelnemen. Op het enige kindercongres in België, dat dit jaar plaatsvond op 28 maart 2013, kunnen twaalfjarigen meer over hun talent ontdekken. Ook op deze editie werd de focus gelegd op de thema’s talent, wetenschap, creativiteit en ondernemerschap. 107
Het programma bestond opnieuw uit twee plenaire gedeeltes, één in de voormiddag en één in de namiddag, waarin bekende Vlamingen kwamen vertellen over hun talenten. Kobe Van Herwegen en Kristien M aes namen dit jaar de presentatie voor hun rekening. De verschillende sprekers waren Sven Nys, Stefaan De Croock, Sven Ornelis, M arc De Bel, Jill Peeters, Wim Ballieu, Lieve Blancquaert, Lieven Scheire en Fatty K
Er was daarnaast ook ruimte voor de leerlingen om deel te nemen aan verschillende workshops over de middag. Twee uur lang konden de kinderen allerlei activiteiten uitvoeren rond de bovenstaande centrale thema’s. Voor de muzikale actie zorgde Jeugd en M uziek, bij Technopolis konden leerlingen terecht voor activiteiten rond wetenschap en ook Het Beroepenhuis organiseerde heel wat workshops rond beroepen en talenten. Voor tien verschillende beroepssectoren, ook vertegenwoordigd in Het Beroepenhuis zelf, was er minstens één mini-atelier voorzien. Zo konden de leerlingen onder andere een transpallet besturen als heftruckchauffeur, een badge maken als productieoperator, een lampje in elkaar steken als onderhoudstechnicus en een schip in goede banen leiden als kapitein. In totaal werden 14 verschillende activiteiten door Het Beroepenhuis voorzien. Zo’n 700 leerlingen namen deel aan één of meerdere van deze 14 workshops. Voor de activiteit als laborant (waar de kinderen haargel maakten) kon Het Beroepenhuis rekenen op twee begeleiders vanuit de sector chemie & kunststoffen zelf. Daarnaast was ook de Startuck van SFTL aanwezig om de jongeren het beroep vrachtwagenchauffeur te laten ontdekken. Het werd voor de jongeren opnieuw een onvergetelijke dag zoals uit onderstaande reactie blijkt: “Ik ben ook naar Ikanda 2013 geweest en het was echt keileuk!!” Leerling 6de leerjaar 3.8 Grafoc docentenmap
In het najaar van 2011 werd Het Beroepenhuis door Grafoc gevraagd om mee te helpen bij de herwerking van hun docentenmap. 108
De docentenmap is een instrument dat leerkrachten helpt invulling te geven aan het vak techniek, dit zowel voor de 3de graad basisonderwijs als de 1ste graad secundair onderwijs, toegepast op de grafische industrie. De bestaande opdrachten in de map werden door Het Beroepenhuis gescreend op eindtermen, kerncomponenten en dimensies van techniek. Er werd nagegaan welke van deze elementen onvoldoende aan bod kwamen. Vervolgens werd bekeken waar het mogelijk was de bestaande opdracht zo aan te passen of uit te breiden zodat meer eindtermen behaald worden. Voor eindtermen, kerncomponenten en dimensies van techniek die onvoldoende aan bod kwamen werden nieuwe opdrachten bedacht en uitgewerkt. Een overzicht van de eindtermen, kerncomponenten en dimensies van techniek werd eveneens toegevoegd aan de docentenmap, dit zowel voor basis als voor secundair onderwijs. Het bestaande lespakket werd bovendien verrijkt met extra aandacht voor beroepen en talenten en het luik over bedrijfsbezoeken werd uitgebreid met de ervaringen van Het Beroepenhuis zelf. Er werden tenslotte ook een aantal opdrachten rond duurzaam bosbeheer uitgewerkt en toegevoegd aan de docentenmap, op vraag van PEFC Belgium. De herwerkte map zou drempelverlagend moeten werken voor leerkrachten door de verwijzing naar de verschillende eindtermen en dimensies van techniek die behaald worden bij elke opdracht. Het laat leerkrachten toe gemakkelijk een keuze te maken tussen de opdrachten naargelang de eindtermen die ze willen bereiken en de middelen die beschikbaar zijn. Er kan dus geplukt worden uit de opdrachten zonder dat er een vaste volgorde moet gevolgd worden of zonder de nood om alle opdrachten uit de map uit te voeren. Begin december 2012 stond de herwerkte versie van de map volledig op punt. Voor de aanpak van de lay-out staat Grafoc zelf in. De publicatie van dit volledig afgewerkte pakket staat in het najaar 2013 op het programma en kan vanaf dan ook gedownload worden op www.grafoc.be.
109
3.9 Boetiek Techniek
Op zaterdag 18 mei 2013 vond de tweede editie van Boetiek Techniek plaats, een doebeurs in de Gentse binnenstad speciaal voor 10- tot 14-jarigen en hun ouders ter promotie van de metaal- en technologiesector. Dit evenement werd georganiseerd door TOFAM Oost-Vlaanderen vzw en Dienst Werk van de Stad Gent. Het eventbureau Eventidee coördineerde en ontwierp Boetiek Techniek tot een aantrekkelijk geheel voor jongeren. Oost-Vlaamse bedrijven en organisaties zakten af naar het Sint-Baafsplein en Emile Braunplein om er hun technisch kunnen te tonen. Door speciale demonstraties, doeactiviteiten en infostands gaven ze jongens en meisjes de kans om kennis te maken met techniek en technische beroepen en opleidingen.
In totaal stonden er 21 stands op de twee pleinen. 8 bedrijven uit de sector metaal en technologie bevolkten een stand op de beurs maar er waren ook een aantal onderwijsinstellingen zoals Hogescholen en de Universiteit Gent. Daarnaast hadden ook TOFAM Oost-Vlaanderen, RTC Oost-Vlaanderen, de VDAB en Het Beroepenhuis verschillende standen. Het geheel werd aangevuld met stands van Timelab, Rec radiocentrum en Winadoe. Er werden posters en flyers verspreid onder meer naar alle Oost-Vlaamse scholen en de beurs was de hele dag vrijblijvend te bezoeken door mensen die op de hoogte waren of door toevallige voorbijgangers. Omdat er zonder inschrijving werd gewerkt is het moeilijk om het correcte aantal bereikte mensen te kennen.
110
Aan beide standen van Het Beroepenhuis (één stand per plein) werd getracht het aantal bezoekers bij te houden. Zo kwamen we in totaal op een bereik van 915 mensen, waarvan 500 jongeren en 415 ouders. Ter vergelijking: op de editie van vorig jaar werden in totaal 735 mensen bereikt, 245 jongeren en 490 ouders. Er was een heel divers aanbod aan activiteiten voor de 10- tot 14-jarigen. Zo konden ze onder meer bij Volvo Trucks een miniatuurvrachtwagen in elkaar knutselen. Bij GE Energy ontdekten ze elektriciteit op een bijzondere manier. De jongeren leerden de werking van een 3D-printer kennen bij Timelab en Van Hoecke Automation hielp hen een eigen robot te maken. Voor de activiteit van Het Beroepenhuis werd beroep gedaan op de mobiele module - vorig jaar ontwikkeld door Impressantplus op vraag van TOFAM Oost-Vlaanderen – die ook op de eerste editie van Boetiek Techniek te zien was. De module schetst in grote lijnen het productieproces voor het maken van een USB-stick. De jongeren doorlopen het proces aan de hand van vier beroepen, waarbij ze per beroep telkens één opdracht uitvoeren en één talent uittesten.
Als productontwikkelaar gebruiken de kinderen hun creativiteit om een eigen USB-stick te ontwerpen. Daarna proberen ze als technisch tekenaar zo snel mogelijk een puzzel te maken waarbij hun ruimtelijk inzicht wordt getest. De matrijzenbouwer moet vervolgens heel nauwkeurig kunnen werken. Bij deze opdracht verrichten ze millimeterwerk door een vierde koperstrookje op de juiste plaats te bevestigen en dit te testen met een controletoestel. Tenslotte is de procesoperator aan de beurt. De jongeren stellen via een computerspel alle machines goed op elkaar in en lossen de opduikende problemen zo snel mogelijk op. Wanneer dit lukt, worden de USB-sticks geproduceerd en is het spel geslaagd! Jongeren die de vier deelopdrachten uitgevoerd hadden en zo het volledige proces hadden doorlopen kregen een polsbandje mee waarin een USB-stick verwerkt zat. Op deze stick konden ze het bovenstaande computerspel van de procesoperator terugvinden en meer informatie over TOFAM .
111
3.10 Beurzen en nascholing Tijdens het schooljaar 2012-2013 was Het Beroepenhuis vzw vertegenwoordigd op 2 beurzen. Voor het 8ste jaar op rij namen we deel aan de TOP-dagen in Technopolis, M echelen, op 22 en 24 oktober 2012. Deze beurs en studiedag wordt al 8 jaar ingericht voor leerkrachten uit het secundair onderwijs en sinds 2010 is er ook een dag voor basisonderwijs. Op de beurs worden alle uitgeverijen en ontwikkelaars van didactische materialen die werken rond het thema techniek gebundeld en worden er allerhande workshops ingericht. Het Beroepenhuis stalde behalve de informatie over de eigen werking ook de lesmaterialen uit die door sectoren en andere organisaties werden ontwikkeld. Op 24 oktober, de dag voor het secundair onderwijs, vulde Het Beroepenhuis één van de workshops uit het aanbod. Onder de titel “Er zit techniek in mijn beroep” werd het nieuwe hoekenwerk, waarbij 11 sectoren kort worden aangeraakt met een activiteit, op een actieve manier geïllustreerd. Deze workshop kon twee keer doorgaan en in totaal door 26 leerkrachten gevolgd worden. Bovendien werd de workshop bijzonder positief geëvalueerd door de leerkrachten. 3.11 Bereik van ouders Naast onze open zondagen waren er opnieuw enkele andere evenementen waarop we ouders konden bereiken om hen kennis te laten maken met ons aanbod. Organisator 27 november 2012 VCLB Gent Interstedelijk CLB 17 januari 2013 Stad Gent 25 april 2013 VCLB Gent 2 juli 2013 VCLB Gent Totaal: %
# # Totaal ouders jongeren 110 5 115 15
1
16
35 21 181 80
15 15 36 20
50 36 217
Zoals in het verleden maakten zowel het VCLB Gent als het Interstedelijke CLB Stad Gent gebruik van ons gebouw voor in totaal 4 infoavonden. Zo wordt het thema van studiekeuze gebracht in een daarvoor passende locatie. Bij die eerste twee gelegenheden nodigden zij telkens ouders uit van wie de kinderen in de laatste graad van het basisonderwijs en in de eerste graad van het secundair zaten, ons doelpubliek dus. Telkens stelde één van onze medewerkers Het Beroepenhuis kort voor, waarbij natuurlijk duidelijk geschetst werd wat wij voor hen kunnen betekenen. Ook kregen de bezoekers bij de eerste twee van die avonden een korte rondleiding door het hele gebouw, en dat wakkerde de interesse steevast aan. Op de laatste twee avonden organiseerde het VCLB opnieuw telkens een infomoment voor gezinnen met kinderen van 14 of 15 jaar die geheroriënteerd zouden worden richting TSO of KSO, en was er tijdens een presentatie voor de ouders door het VCLB ook een activiteit op maat voor de jongeren in onze tentoonstelling. Die hielp hen om een beter beeld te krijgen van het grote aantal interessante opties binnen de beroepen uit de technische 112
sfeer. Daarbij wordt expliciet aandacht besteed aan de positieve aspecten van een nieuwe start dankzij een studiekeuze in functie van hun talenten, in contrast tot de negatieve ervaring die hier voor deze jongeren vaak van gemaakt word. 3.12 Promotie van Het Beroepenhuis. Het Beroepenhuis in de pers. Voor de promotie van Het Beroepenhuis en de aankondiging van de projecten en evenementen werden ook dit schooljaar uiteenlopende kanalen benut. In de eerste plaats verstuurt Het Beroepenhuis zelf mailings. Dit belangrijke medium werd dit jaar een stuk efficiënter dankzij de nieuwe nieuwsbriefmodule die voor ons werd ontwikkeld. Deze laat toe om in de huisstijl opgemaakte berichten met één klik te versturen naar duizenden contacten.
Afhankelijk van het onderwerp van de nieuwsbrief worden specifieke doelgroepen aangeschreven. Bij de bijzondere evenementen van Het Beroepenhuis wordt daarnaast telkens een mailing gedaan naar onze contacten bij de pers. Titel nieuwsbrief of mailing Bezoek Het Beroepenhuis met uw studenten Gratis studiedag in Het Beroepenhuis op 17 oktober 2012 Gratis studiedag in Het Beroepenhuis op 17 oktober 2012 Bezoek het Beroepenhuis met uw studenten
doelgroep
Bezoek Het Beroepenhuis
Internaten regio Gent
18 oktober 2012
Bezoek Het Beroepenhuis tijdens de vakantie Workshops Techniek - Technologica - Open Zondagen Samen met onze partner RTC OostVlaanderen nodigen wij u graag uit op Technologica. Open Zondagen opnieuw een succes, nog drie data voor dit schooljaar!
Jeugdwerk OostVlaanderen Alle Vlaamse scholen (met 11 tot 14-jarigen)
7 november 2012
Hogescholen Promotienetwerk zondagen Centra voor Leerlingenbegeleiding Hogescholen - docenten techniek
Basisscholen OostVlaanderen Alle Vlaamse scholen (met 11 tot 14-jarigen)
113
datum 25 augustus 2012 6 september 2012 6 september 2012 oktober 2012
februari 2013 15 maart 2013 17 april 2013
Nog enkele data vrij voor een bezoek. Tip van Het Beroepenhuis: Boetiek Techniek Technologica - persuitnodiging
Secundair onderwijs 25 april 2013 Oost-Vlaanderen Alle Vlaamse scholen mei 2013 (met 11 tot 14-jarigen) Perslijst Oost-Vlaanderen mei 2013
Voor activiteiten gericht naar leerkrachten werkt Het Beroepenhuis daarnaast samen met Klasse. Via het tijdschrift ‘Klasse voor ouders’ en de nieuwsbrieven van klasse worden lerarendagen aangekondigd, zoals onze jaarlijkse studiedag met materialenbeurs. Alle acties en events van partners krijgen sinds dit schooljaar ook een plekje op onze eigen Facebookpagina. Sinds 4 oktober 2012 is Het Beroepenhuis ook op dit medium actief.
Het Beroepenhuis beschikt ook over het nodige drukwerk om haar aanbod te promoten op beurzen, fora, scholen, bij bedrijfsbezoeken, enz.: - ‘Later word ik …?’: een overzichtelijke folder met alle nodige info over onze werking voor scholen en ouders, inclusief de databank met lesmaterialen - ‘Bezoek Het Beroepenhuis met je zoon of dochter!’: een flyer voor ouders specifiek over de open zondagen van het huidige schooljaar - ‘Bezoek Het Beroepenhuis met je zoon of dochter!’: een poster over de open zondagen van het huidige schooljaar - ‘Wijs! aan ’t Werk’: een folder voor leerkrachten over het WAW-project Als Gentse organisatie doen we ook graag een bijzondere inspanning om leerlingen van Gentse scholen te bereiken. Concreet kregen in september 2012 alle vestigingen met kinderen van 11 tot 14 in het basisonderwijs en secundair onderwijs, inclusief buitengewoon onderwijs, een brief met daarin een uitnodiging voor de jaarlijkse studiedag met materialenbeurs, een folder ‘Later word ik …?’ en een poster voor de open zondagen. Tijdens het schooljaar 2011-2012 kregen de initiatieven van Het Beroepenhuis opnieuw heel wat persaandacht. In de tabel hieronder een overzicht van onze aanwezigheid in de media.
114
Titel Het Beroepenhuis voor jongeren en ouders - zondagen Het Beroepenhuis voor scholen Bezoek Het Beroepenhuis met je zoon of dochter! Studiedag met materialenbeurs woensdag 17 oktober 2012 Ontdek je talent Studiedag met materialenbeurs in Beroepenhuis Leerlingen maken kennis met industrie DoeDag voor leerlingen - Handen uit de mouwen Nieuw in Het Beroepenhuis Vernieuwde ontdekhoek chemie en kunststoffen in Het Beroepenhuis Open Zondagen in Het Beroepenhuis Open Zondagen in Het Beroepenhuis 11- tot 14-jarigen maken kennis met metaal- en technologiesector Open Zondag voor kinderen en ouders Bezoek Het Beroepenhuis! Open Zondagen van Het Beroepenhuis Bezoek Het Beroepenhuis met je zoon of dochter Bezoek Het Beroepenhuis
bron
datum
Competentogids
september 2012
Competentogids
september 2012
visitgent.be
september 2012
Nieuwsbrief RTC OostVlaanderen Klasse
3 september 2012 oktober 2012
Nieuwsbrief De Stap Gent
4 oktober 2012
nieuwsblad.be
9 oktober 2012
De Streekkrant
31 oktober 2012
Nieuwsbrief flankerend onderwijsbeleid Provincie Oost-Vlaanderen
6 november 2012
Nieuwsflash RTC OostVlaanderen
19 november 2012
Ouderlink (e-zine VCOV)
december 2012
Nieuwsbrief De Stap Gent
december 2012
M etallerie (vakblad voor de metaalverwerkende industrie)
december 2012
coiffure.org
19 december 2012 januari 2013
Visie
11 januari 2013
De Nieuwe Werker
18 januari 2013
De Bond Nieuwsbrief flankerend onderwijsbeleid Provincie Oost-Vlaanderen
18 januari 2013
Nieuwsbrief Techniek is Sjiek
1 februari 2013
onderwijskiezer.be
3 februari 2013
Nieuwsbrief TaGO
15 april 2013
Open Zondagen
Nieuwsbrief Provinciaal Onderwijs Vlaanderen
30 april 2013
Gezocht: jongen/meisje met talent
Stadsmagazine Stad Gent
mei 2013
Op bezoek in Het Beroepenhuis
Connect (personeelsblad NMBSmei 2013 groep)
Open zondagen in Het Beroepenhuis Open Zondagen in Het Beroepenhuis Bezoek Het Beroepenhuis met je zoon of dochter Bezoek Het Beroepenhuis met je zoon of dochter!
wattedoen.be
115
februari 2013
Beroepenhuis Zorgberoepenrally's OostVlaanderen Doe iets aan de jeugdwerkloosheid
Grabbelpas-zomerbrochure Nieuwsbrief RTC OostVlaanderen deredactie.be (opinieblog Caroline Copers)
116
17 juni 2013 27 juni 2013 1 juli 2013
4. Bereik van Het Beroepenhuis Het totale bereik van Het Beroepenhuis in het schooljaar 2012-2013 bedraagt 15.233 personen waarvan 9.738 bij activiteiten in Het Beroepenhuis zelf en 5.495 buitenshuis. In totaal bereikten we 12.507 leerlingen en 2.726 anderen. Er waren 7.845 leerlingen aanwezig op de activiteiten in huis en 3.949 op de activiteiten buitenshuis (waarvan 713 leerlingen uit de 3e graad secundair onderwijs via het project ‘Wijs aan t’Werk’). Tegenover het bereik van het schooljaar 2011-2012 (14.608) is er een stijging met 4% wat betreft het totaalbereik. Wat betreft leerlingenaantal, is er opnieuw een stijging met 5%. Bereik van Het Beroepenhuis schooljaar 2012 – 2013 in huis buitenshuis Bezoekers tijdens de schooluren 8128 Vrije bezoekers tijdens de 407 schooluren Bereik ouderwerking 989 Studiedag met materialenbeurs 159 Bedrijfsbezoeken 159 Doedagen 1989 Bereik Wijs aan 't werk (3e graad 55 713 SO!) Beroepenrally M etaal en 157 Technologie Ikanda Kindercongres 700 Technologica 670 Boetiek Techniek 915 Beurzen en nascholingen 192 9.738 5.495 TOTAAL 15.233 Leerlingen Bezoekers tijdens de schooluren Vrije bezoekers tijdens de schooluren Bereik ouderwerking Studiedag met materialenbeurs Bedrijfsbezoeken Doedagen Bereik Wijs aan 't werk (3e graad SO!) Beroepenrally M etaal en Technologie Ikanda Kindercongres Technologica Boetiek Techniek 117
7413
Niet leerlingen 715 407
432 143 1862
557 159 16 127
713
55
120
37
700 624 500
46 415
Beurzen en nascholingen 12.507 15.233
TOTAAL
aantal leerlingen in huis aantal leerlingen buitenshuis excl. WAW aantal leerlingen WAW =
118
7845 3949 713 12507
192 2.726
5.Personeel, Partners en Financiering 5.1 Personeel Het personeel in dienst van Het Beroepenhuis vzw bestond tijdens het schooljaar 20122013 uit de coördinator, de verantwoordelijke educatieve projecten, drie educatieve medewerkers en de logistiek medewerker. Voor het project ‘Wijs aan ‘t Werk’ werd een projectmedewerker voor bepaalde duur aangeworven. Voor het schooljaar komt dit gemiddeld neer op een totaal van 5,58 voltijdse equivalenten. Voor de begeleiding in de tentoonstelling en het meewerken aan de educatieve omkadering werd tevens beroep gedaan op zes stagiairs van de Hogeschool Gent, de Artveldehogeschool en de Pedagogische wetenschappen van de Universiteit Gent. Daarnaast was er een pool van zeven tijdelijke krachten (waaronder werkstudenten) die instonden voor de begeleiding van de leerlingen. Het onderhoud van het gebouw werd door een pwa–werknemer gedaan. 5.2 Partners Tijdens het schooljaar 2012–2013 zetelden volgende organisaties in de raad van bestuur en/of algemene vergadering van Het Beroepenhuis vzw: ABVV, ACV Gent–Eeklo, Bouwunie Oost-Vlaanderen, Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid Oost-Vlaanderen, Tofam Oost-Vlaanderen, Vormetal Oost– en West–Vlaanderen, UBK-UCB, Transport en Logistiek Vlaanderen, VIVO Social profit, Sociaal Fonds Transport en Logistiek, COBOT, Vlaams centrum voor vorming en vervolmaking in de Horecasector, Chemische nijverheid Gewest Gent, IPV, Grafoc, de Gentse havengemeenschap, Resoc Serr GRG, VAO Syntra Vlaanderen, Syntra M idden-Vlaanderen gewest Gent, UNIZO Oost–Vlaanderen+, de CLB’s van het gemeenschapsonderwijs, stedelijk net en vrije net, Jeugd en Stad, VDAB, de provincie Oost–Vlaanderen (onderwijs) en de Stad Gent (economie en onderwijs).
5.3 Financiering Een bezoek aan Het Beroepenhuis kost 5 euro per leerling. Begeleiders bij de schoolbezoeken komen gratis mee. De inkomgelden zijn echter niet voldoende om de personeels– en werkingskosten te financieren. Daarom wordt beroep gedaan op allerhande instanties om de werking te garanderen. Door de Vlaamse Overheid (het Departement 119
Onderwijs en Vorming), Stad Gent, Provincie Oost–Vlaanderen, verschillende sectorfondsen alsook door sponsoring werd de werking tijdens het schooljaar 2012-2013 ondersteund. De onderhoudskosten werden solidair gedragen door alle deelnemende sectoren. Tenslotte werkte Het Beroepenhuis vzw tegen betaling meerdere projecten uit in opdracht van andere organisaties.
De volledige financiële verslaggeving gebeurt in de resultatenrekeningen van 2012 en 2013.
120
121
6. Besluit Als het bereik van onze bezoekers opnieuw stijgt en 90% daarvan aangeeft dat ze volgend schooljaar graag terugkomen, kunnen we daar alleen maar trots op zijn. Het Beroepenhuis is tijdens zijn 8e werkingsjaar dan ook blijven inzetten op zijn vaste stokpaardjes: een duidelijk gestructureerde en gevarieerde begeleiding in de tentoonstelling, op maat van de verschillende doelgroepen, in ruime dialoog met de bezoekers en met aandacht voor ieders talent. Het beproefde concept van een bezoek aan de interactieve tentoonstelling gecombineerd met deelname aan de beroepenateliers, en omkaderd door het nodige lesmateriaal, kan immers nog steeds rekenen op erg enthousiaste reacties van de leerlingen en leerkrachten. Tijdens het schooljaar 2012-2013 werkten onze begeleiders dan ook in grote lijnen verder volgens dezelfde kwalitatieve begeleidingsmethode. Er werd wel ingezet op een uitgediepte en gewijzigde aanpak van de verschillende reflectiemomenten tijdens het bezoek. M et 11 sectorhoeken staat de interactieve tentoonstelling momenteel volgebouwd en er werden dus geen nieuwe sectoren betrokken. Wél kreeg de ontdekhoek van de chemie en kunststoffen, als eerste sector, een grondige facelift. De reacties blijven niet uit, de ontdekhoek blijkt een echte meerwaarde en zet veel meer dan vroeger in op het herkennen van talenten. Daarnaast werd een gloednieuw en erg gesmaakt atelier metaal en technologie geïntroduceerd met 3 productielijnen om een usb-stick te vervaardigen. Voor de kappers en schoonheidsspecialisten, de laatste sector die Het Beroepenhuis mocht vervoegen, werd tenslotte een gloednieuw beroepenatelier ontwikkeld met erg aantrekkelijke materialen. We danken de betrokken sectoren voor de investeringen. De overgrote meerderheid, steeds rond 80%, blijft erg tevreden over het bezoek aan Het Beroepenhuis en dit voor alle aspecten van het aanbod, en door zowel de leerkrachten als de leerlingen. Ook over de effecten van een bezoek zien we ongeveer gelijklopende resultaten in vergelijking met vorig schooljaar, meerbepaald rond 80% voor horizonverruiming en 70% voor zelfconceptverheldering. De helft van de leerkrachten vindt dat een bezoek een mentaliteitswijziging bewerkstelligt en 30% vindt dat een bezoek rechtstreeks de studiekeuze beïnvloedt. Het Beroepenhuis is er natuurlijk niet enkel voor de schoolbezoeken. Er werd met vernieuwde kracht gefocust op het bereiken van de studenten uit de lerarenopleiding, via de jaarlijks terugkerende materialenbeurs maar ook via een vernieuwde rondleiding op maat van de studenten. De vele stagiairs houden ons scherp en zorgen voor een constante link met de opleiding. Daarnaast blijven we inzetten op het bereiken van ouders op de open zondagen. Het promonetwerk werd verder uitgebreid en we kenden een quasi verdubbeling van het aantal vrije bezoekers tegenover vorig schooljaar. De projecten buitenshuis bleven ook dit schooljaar volop op koers. De doedag in de VDAB competentiecentra is niet alleen een vaste waarde maar het grote effect en enthousiasme gaf ook aanleiding om, in samenwerking met de VDAB, te starten met het voorbereiden van een initiatief naar de 1ste graad secundair onderwijs. De Wijs aan ’t Werk – sessies (het vormingspakket rond arbeidsmarkteducatie) werden, in afwachting van een structurele inbedding bij de Stad Gent, opnieuw opgenomen voor de 3e graad secundair onderwijs. Technologica, op initiatief van het RTC Oost – Vlaanderen, werd in een nieuw jasje 122
gestoken en op luid applaus onthaald door de deelnemers. Ook hier was Het Beroepenhuis betrokken voor wat betreft het educatieve luik voor de 3e graad basisonderwijs. Verder was Het Beroepenhuis terug partner in de reeds lopende projecten zoals de bedrijfsbezoeken, het IKANDA kindercongres in samenwerking met Flanders DC en Boetiek Techniek in samenwerking met Tofam Oost - Vlaanderen. Nieuw dit jaar was de beroepenrally voor de M etaal en Elektrotechnische sector op vraag van het sectorenoverleg van de Stad Gent. Het Beroepenhuis werkte het concept verder uit, organiseerde de beroepenrally en zorgde voor educatieve omkadering vooraf en nadien in de klas. Het Beroepenhuis wordt sinds zijn bestaan in 2005 onafgebroken gesteund door de verschillende overheden (Stad Gent, Provincie Oost – Vlaanderen en het departement Onderwijs van de Vlaamse Overheid) en de verschillende sectoren. Daarnaast wordt doorlopend ingezet op bijkomende samenwerkingsverbanden met sponsors en projectfinanciers. Deze niet aflatende steun maakt onze doelstellingen mogelijk en we zijn er erg dankbaar voor. Het Beroepenhuis en zijn initiatieven passen in het STEM -actieplan van de Vlaamse regering. Daarbij staat STEM voor Sciences, Technology, Engeneering en M athematics en dit actieplan heeft als doel om meer jongeren naar STEM -studierichtingen of STEM beroepen te leiden. Het actieplan is een gezamenlijk project van de beleidsdomeinen Onderwijs en Vorming, Werk en Sociale Economie en Economie, Wetenschap en Innovatie en geeft naast een analyse van de tekorten aan afgestudeerden exacte wetenschappen en technici ook een kader voor een integrale aanpak van die tekorten voor de komende jaren. M et de verkiezingen in het vooruitzicht hopen we van harte dat het STEM -actieplan ook door de nieuwe Vlaamse regeringsploeg gedragen zal zijn en met concrete maatregelen de werking op het terrein zal worden ondersteund.
Nadia Hoedemaekers Coördinator
123
124