ThemaGezinnen 8 1 Waar komt al mijn geld vandaan?
Wat zul je leren?
• De voornaamste bronnen van inkomsten van een gezin kunnen opsommen. • De verschillende stelsels van vergoedingen verklaren en beoordelen. • Het verschil tussen arbeid in dienstverband en als zelfstandige kunnen uitleggen en voorbeelden kunnen geven. • De inkomensvorming uit arbeid omschrijven m.b.t. stelsels van vergoedingen van arbeid in dienstverband versus zelfstandige. • De voornaamste inhoudingen op het loon kunnen opsommen en bondig kunnen verklaren. • De werkwijze voor een loonberekening kennen. • Een eenvoudige loonberekening kunnen maken: RSZ, belastbaar loon, nettoloon, patronale bijdrage en totale loonkost. • Het onderscheid tussen geldkapitaal en goederenkapitaal kennen en kunnen verduidelijken met voorbeelden. • De verschillende inkomsten uit kapitaal omschrijven en toelichten.
Info & analyse In het begin van het schooljaar leerden we de economische kringloop. Wie komt deze eenvoudige kringloop nog even op het bord tekenen? In deze kringloop zie je dat de gezinnen in ruil voor de geleverde __________________ een __________________ ontvangen. Met dat loon kunnen ze dan ____________________ en __________________ kopen. Geldoverschotten kunnen __________________ worden. Sparen levert __________________ op en zo kun je dan je inkomen nog vergroten. Hoe de gezinnen een inkomen verwerven en hoe het kan worden besteed, leer je in dit hoofdstuk. Hoe kom je aan een inkomen? De klas wordt in groepjes van 3 à 4 leerlingen verdeeld. In elke groep worden volgende taken verdeeld: groepsleider, verslaggever, woordvoerder De groepsleider laat iedereen aan het woord komen, zorgt ervoor dat iedereen zijn taak uitvoert … De verslaggever noteert de antwoorden. De woordvoerder leest de opgave voor, zal ook achteraf het groepsresultaat voorlezen. Thema 8: Gezinnen | 1 Waar komt al mijn geld vandaan?
129
Heb jijzelf een inkomen? Hoeveel is dat per maand? (De verschillende leden van je groep zullen waarschijnlijk een verschillend inkomen hebben. Iemand die bijvoorbeeld veel zakgeld krijgt, moet misschien ook wel zijn kleren kopen!) Spreek een bedrag af waarrond je verder gaat werken (maak bijvoorbeeld een gemiddelde): __________________ EUR Hoe kom jij aan dit geld? Heb je er iets voor moeten doen? Vul de tabel aan: Hoe kom je aan het geld?
Hoeveel €
In sommige maanden is je inkomen misschien groter. Waarom? Zoek voorbeelden en vul de lijst verder aan. Je zou graag een computer, brommer … kopen. Hoe zou je aan extra geld kunnen komen?
Welke inkomens zijn er in het gezin waar jij deel van uitmaakt?
Inkomensvorming uit arbeid. Waarom werken mensen? Het belangrijkste motief is zeker ______________________________________________________
Soms zijn er nog anderen redenen. Geef er een ________________________________________
130
Thema 8: Gezinnen | 1 Waar komt al mijn geld vandaan?
In onderstaande afbeeldingen herken je zeker een aantal beroepen. Welke? _ _____________________________________________________________________________
Ze kunnen ook in 2 groepen verdeeld worden. Vul de beroepen in de juiste kolom aan. Werken in dienstverband
De mensen uit deze groep werken in dienst van een werkgever. Tussen de werknemer en de werkgever bestaat een contract dat voor beide partijen rechten en plichten meebrengt.
Werken als zelfstandige
Deze mensen werken in eigen naam en voor eigen rekening. Het zijn zelfstandigen.
• Als een persoon voor een werkgever (een baas) werkt en ervoor een loon ontvangt, dan werkt hij __________________________________________________________
• Een arbeider verricht vooral __________________________________ arbeid en een bediende levert overwegend __________________________________ arbeid.
Thema 8: Gezinnen | 1 Waar komt al mijn geld vandaan?
131
• We onderscheiden volgende zelfstandigen: § De handelaars : ___________________________ en ____________________________ § De land- en tuinbouwers § De vrije beroepen : ________________________ en ___________________________ Tot welke groep je ook behoort, zelfstandige of werknemer, steeds zijn er voor- en nadelen. Voor deze oefening werken de leerlingen per 2. Leerling 1 zoekt 3 voordelen van werken in dienstverband. Leerling 2 zoekt 3 nadelen van werken in dienstverband. Daarna verwisselen ze de lijstjes en proberen nog enkele voor- of nadelen toe te voegen. Op het bord komt achteraf de samenvatting, daarna worden de nota’s aangevuld. Zelfde werkwijze voor zelfstandige arbeid. Werken in dienstverband Voordelen
Nadelen
Werken als zelfstandige Voordelen
Nadelen
Vergoeding van arbeid
Inkomen van Belg steeg met 4,5 procent in 2004 De gemiddelde Belg had in 2004 een netto belastbaar inkomen van 13.222 euro, of 4,5 procent meer dan in 2003. Dat betekent dat de Belg, bovenop de inflatie, 2,4 procent rijker werd. Dat leidt de federale overheidsdienst Economie af uit de fiscale statistieken van het aanslagjaar 2005. De stijging van het gemiddelde inkomen per inwoner was het sterkst in het Waalse Gewest (+5,5 pct), voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (+4,3 pct) en Vlaanderen (+4 pct). Het gemiddelde inkomen blijft wel het grootst in Vlaanderen (14 026 EUR).
132
De rijkste provincie was net als in 2002 en 2003 VlaamsBrabant, met een gemiddeld inkomen per inwoner van 15 732 EUR. Waals-Brabant staat op twee, Antwerpen op drie. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is met 11 309 EUR het armst. Per gemeente staat het Oost-Vlaamse Sint-Martens-Latem opnieuw bovenaan met een gemiddeld fiscaal inkomen van 19.223 euro per inwoner, voor Keerbergen (18.984 euro) en Lasne (18.730 euro). Thema 8: Gezinnen | 1 Waar komt al mijn geld vandaan?
Het gemiddelde inkomen is het grootste in Vlaanderen / Wallonie. (markeer het juiste antwoord) De rijkste provincies zijn (nummer van 1 tot _______ Antwerpen _______ Vlaams Brabant _______ Waals Brabant De armste is ______________________________________ . Het zal je wel opgevallen zijn dat de inkomens van gezin tot gezin kunnen verschillen. Hoe is dat te verklaren? Niet alle prestaties worden op dezelfde manier beloond. Zo zal een geschoolde werkman ____________________ verdienen dan een ongeschoolde. Een directeur in een bedrijf zal een ____________________ inkomen ontvangen dan de bediende die voor hem werkt. Eerlijk? Houd er wel rekening mee dat de directeur de leiding op zich neemt en veel verantwoordelijkheid draagt. Loon is de vergoeding voor arbeid. (algemene betekenis) Andere termen worden ook gebruikt. Maak een keuze uit salaris, loon, ereloon, wedde. Vul telkens de juiste term in (je mag een woordenboek gebruiken): Een arbeider, die vooral lichamelijke arbeid levert, ontvangt een ___________________ Een bediende, die vooral geestelijke arbeid levert, krijgt een ____________________ of ____________________ . Dokters, notarissen,… ontvangen voor hun prestaties een ____________________ of honorarium. Nominaal en reëel loon - koopkracht In volgende tekst staan zeker enkele woorden waarvan de betekenis niet zo duidelijk is. Maak een lijstje van deze woorden en zoek de betekenis ervan op in een woordenboek. (thuis of in de klas)
Brutoloon stijgt met 3,8 procent Veelbelovende conclusies van SD Worx en Hudson/De Witte & Morel Dit jaar gaan de brutolonen in de Belgische bedrijven met gemiddeld 3,8 procent omhoog, cao-verhogingen en indexaanpassingen inbegrepen. Zonder indexering blijft nog altijd een stijging over van 2 procent. Dat beweren toch de bedrijven SD Worx en Hudson/De Witte&Morel, op basis van eigen studie- en enquêtemateriaal … De gemiddelde loonstijging van 3,8 procent gaat vooral naar het vaste loon. Toch neemt de waaier van variabele en extra legale verloningsvormen toe, en kunnen steeds meer werknemers daarvan profiteren. Terwijl een variabel loon, winstdeelnemingen of bonussen vroeger alleen toegekend werden aan (hogere) kaderleden, krijgt nu ook al ongeveer een derde van de bedienden een of andere vorm van variabel loon in cash. Thema 8: Gezinnen | 1 Waar komt al mijn geld vandaan?
Klassiekers bij de extralegale voordelen zijn de toekenning van een gsm (94 procent van de bedrijven), een bedrijfswagen (87 procent), hospitalisatie- en pensioenverzekeringen (85 procent). Het verloningsbeleid heeft ook steeds meer aandacht voor technologische vernieuwing. Zo betaalt 61 procent van de ondernemingen de internetaansluiting van (sommige) werknemers. Andere ondernemingen stoppen in het verloningspakket technologische ,,hebbedingetjes'' zoals een pda/organizer (28 procent) of een blackberry (21 procent). Stijgers met stip zijn voordelen waarmee de werkgever zijn steentje bijdraagt tot een beter evenwicht tussen werk en gezin: was- en strijkdiensten, cultuurcheques … (JIR/KDR)
133
Uit deze tekst blijkt dat een werknemer bovenop zijn loon soms nog een aantal extralegale voordelen krijgt. Noem er min. 5: ______________________________________________________________________
Welke vind jij het interessantste? _____________________________________________________ Het geldbedrag dat het loon vertegenwoordigt noem je het nominaal loon. Wat je met je nominaal loon werkelijk kunt kopen , noem je het reëel loon. Voorbeeld: Stel dat je een loon hebt van 5 000,00 EUR per maand. (nominaal loon). Dat is veel, zou je zeggen, maar een brood zou 10,00 EUR kosten, een liter benzine 5,00 EUR …. Voel je je nu nog zo rijk? ______________________________________________________________
De koopkracht van de gezinnen, wat ze werkelijk kunnen kopen, is dus belangrijker voor hen dan het nominaal loon. Om de koopkracht op peil te houden, worden de lonen geregeld aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. Het indexcijfer is een weerspiegeling van de kosten van levensonderhoud. (Over het indexcijfer leer je volgend jaar meer).
Oefening Twee jaar geleden beschikte het gezin Waumans over een gezamenlijk maandelijks inkomen van 2675,00 EUR. Hiervan werd 2065,00 EUR aan het huishouden besteed. Vandaag beschikt datzelfde gezin over een maandelijks gezinsinkomen van 2845,00 EUR. Voor dezelfde huishoudelijke kosten als vóór twee jaar, betalen ze nu 2285,00 EUR. Hoe evolueerde het nominaal loon? Gestegen of gedaald? _________________________ Hoe evolueerde het reëel loon? Gestegen of gedaald? ______________________________ De koopkracht van het gezin is ____________________ t.o.v. twee jaar geleden. Het reëel loon van de gezinnen kan op peil gehouden worden door het ____________________ loon te ____________________ (aan te passen aan de levensduurte).
Arbeidsovereenkomst De meeste mensen werken in dienstverband. Bij indiensttreding sluiten werkgever en werknemer een arbeidsovereenkomst af. In dit contract verbindt de werknemer zich om onder het gezag van de werkgever arbeid te verrichten in ruil voor een vergoeding (loon). De inhoud van deze overeenkomst mag niet in strijd zijn met de wettelijke bepalingen. Welke gegevens moeten er volgens jou in zo’n arbeidsovereenkomst vermeld worden? • ___________________________________________________________________________________ . • ____________________________________________________________________________________ 134
Thema 8: Gezinnen | 1 Waar komt al mijn geld vandaan?
• ____________________________________________________________________________________ • ____________________________________________________________________________________ • ____________________________________________________________________________________ • ____________________________________________________________________________________ Wil je meer over dit onderwerp weten typ dan in een zoekmachine ‘voorbeeld arbeidsovereenkomst’. Je vindt hier interessante sites om op je vragen een antwoord te krijgen en ook heel wat voorbeelden van arbeidsovereenkomsten. Loonsystemen Bij de indiensttreding zullen werkgever en werknemer afspreken hoe de berekening van het loon zal gebeuren. Is het loon afhankelijk van de arbeidsduur, dan spreek je van een tijdloon (uurloon). Hangt je loon af van het rendement, bijvoorbeeld afgewerkte stukken, dan spreek je van een stukloon. Werkgevers kunnen ook premies toekennen voor: ____________________
Loonberekening Werknemer en werkgever spreken bij aanvang van een arbeidscontract een loon af. Dit is het brutoloon. De werkgever is echter verplicht bij de uitkering van het brutoloon een reeks afhoudingen te doen. Het bedrag dat de werknemer uiteindelijk op zijn rekening krijgt is het nettoloon. Samengevat: Brutoloon – afhoudingen = nettoloon De voornaamste afhoudingen zijn de werknemersbijdrage voor de RSZ en de bedrijfsvoorheffing. Boetes en loonbeslag komen gelukkig minder voor. Voornaamste inhoudingen op het loon: RSZ: R_________________________ voor S_________________________ Z_________________________ De werknemer levert een deel van zijn loon af aan de RSZ. (13,07%) Waarom is dat nodig? Surf naar http://www.rsz.fgov.be om hierop een antwoord te vinden:
De RSZ heeft tot doel aan werknemers en hun familieleden bepaalde tegemoetkomingen te waarborgen wanneer zij zich in een toestand bevinden waarbij zij • geheel of gedeeltelijk hun arbeidsinkomen verliezen door …? Zoek 3 voorbeelden • lasten moeten dragen waarvan wenselijk is dat ze deze niet zelf moeten dragen. (2)
Thema 8: Gezinnen | 1 Waar komt al mijn geld vandaan?
135
De RSZ komt dus tussen in volgende gevallen: (6) _ ____________________________________
Met de werknemersbijdragen alleen kan de RSZ niet alle uitgaven dekken. Daarom wordt ook de werkgever verplicht bovenop het brutoloon een bijdrage te leveren aan de RSZ: de patronale bijdrage of werkgeversbijdragen. De bijdragen voor de RSZ worden steeds berekend op het brutoloon. Ook de overheid zal d.m.v. subsidies bijdragen. Verder kan de RSZ rekenen op intresten verkregen uit beleggingen van gelden, die niet onmiddellijk moeten worden uitgegeven. Vul nu het schema verder aan:
% van brutoloon
% van brutoloon
Subsidies
intresten
RSZ
Bedrijfsvoorheffing De overheid doet allerlei uitgaven zoals: het betalen van overheidspersoneel (bv. ____________________________), het aanleggen en onderhouden van ___________________, ______________________________ en _________________________________ Om deze uitgaven te kunnen doen heeft de staat heel wat __________________________ nodig. Daartoe heft de overheid ______________________________ . Geef enkele voorbeelden van belastingen: _____________________________________________
De bedrijfsvoorheffing is niets anders dan een voorschot op de jaarlijks te betalen belasting op het inkomen. Voor de berekening hiervan zijn oa de gezinssituatie en het aantal personen ten laste belangrijk. M. Torfs heeft een jaarinkomen van 21.256 EUR. Hieirop moet hij 4823,5 EUR belastingen aan de staat betalen. Het voorbije jaar werd er maandelijks 365,12 EUR bedrijfsvoorheffing van zijn loon afgehouden. Bereken de belastingen:
136
Thema 8: Gezinnen | 1 Waar komt al mijn geld vandaan?
Voorbeeld van een loonberekening We nemen als voorbeeld de loonfiche nr. 354 van Mevr. Van Boven, gehuwd, geen kinderen. Brutoloon 1710,99 EUR, werknemersbijdrage: 13,07%, bedrijfsvoorheffing, 270,38 EUR, werkgeversbijdrage: 34,70% van het brutoloon. Brutoloon 1710,99 EUR - afhouding RSZ (13,07%) - 223,63 EUR Belastbaar inkomen 1487,36 EUR - afhouding bedrijfsvoorheffing - 270,38 EUR Netto-inkomen 1216,98 EUR
Werkgeversbijdrage: 34,70% van het brutoloon = 34,70% van 1710,99 EUR = 593,71 EUR
Totale loonkost: Brutoloon + werkgeversbijdrage = 1710,99 EUR + 593,71 EUR = 2304,70 EUR
Inkomen door het verstrekken van kapitaal
Je kunt ook een (extra) inkomen verkrijgen door het verstrekken van kapitaal. Bekijk hiervoor bovenstaande afbeeldingen. Wat stellen ze voor?
Kapitaal: elke vorm van bezit die inkomsten oplevert. Wordt je kapitaal in goederen geïnvesteerd, dan spreek je van goederenkapitaal. Goederenkapitaal
Opbrengst
Land- en tuinbouwgronden Huizen, garages, flats Winkels, magazijnen, kantoren
Thema 8: Gezinnen | 1 Waar komt al mijn geld vandaan?
137
Bestaat je kapitaal uit geld, dan spreek je van geldkapitaal. Je geld laten renderen kan op verschillende manieren. Zoek 2 voorbeelden van geldkapitaal: _ ______________________________________________________________________________
Hoe heet de opbrengst? _ _____________________________________________________________ Over sparen en beleggen zal je in dit hoofdstuk nog veel meer leren.
Inkomen uit sociale vergoedingen
Schoolpremie 2007-2008 (22-06-07)
Het wettelijk pensioen
Hoeveel bedraagt de schoolpremie?
U bent werknemer, zelfstandige of ambtenaar. Of misschien zult u aan het einde van uw loopbaan deze statuten gecombineerd hebben. Uw statuut is bepalend voor de berekening van uw pensioen. De eerste pensioenpijler is het welverdiende wettelijke pensioen waar u recht op hebt na jaren werken. En óf u er recht op hebt! U betaalt zelf al uw hele loopbaan voor de pensioenen van uw medeburgers. Het pensioenstelsel is immers gebaseerd op het repartitieprincipe: de actieve bevolking van vandaag betaalt de pensioengerechtigden van vandaag. Een principe dat in maatschappelijke debatten trouwens hoe langer hoe meer in vraag gesteld wordt.
Om de ouders financieel te ondersteunen bij de start van het nieuwe schooljaar, komt er in augustus opnieuw een schoolpremie. De schoolpremie geldt voor alle kinderen die in de loop van het kalenderjaar minstens 6 en hoogstens 17 jaar oud zijn. Voor het schooljaar 2007-2008 komen met andere woorden de kinderen die geboren zijn van 1 januari 1990 tot 31 december 2001 in aanmerking. • Voor kinderen van zes tot twaalf jaar (geboren van 1 januari 1996 tot 31 december 2001) bedraagt de premie 51,00 EUR. • Voor kinderen van twaalf tot zeventien jaar (geboren van 1 januari 1990 tot 31 december 1995) bedraagt de premie 71,40 EUR.
Bij de loonberekening zag je dat het brutoloon werd verminderd met de RSZ-bijdrage. Weet je nog waarvoor de overheid deze bijdrage gebruikte?
Binnen de sociale vergoedingen kun je een onderscheid maken: • tussen inkomens die het oorspronkelijke inkomen vervangen zoals
je noemt ze dan ook vervangingsinkomens • tussen inkomens die het oorspronkelijke inkomen aanvullen zoals
Surf naar www.kids.partena.be en bereken a) hoeveel kinderbijslag je ouders moeten ontvangen? _________________________________ b) hoeveel een alleenstaande mama met 2 peuters(2en 4 j.) ontvangt?
138
Thema 8: Gezinnen | 1 Waar komt al mijn geld vandaan?
Toevallige inkomsten
Speciale jackpot 100 miljoen bij Euro Millions Mysterieuze weldoener slaat opnieuw toe Nadat een tweetal weken geleden enkele bejaarden een gloednieuw briefje van 50 euro in de bus vonden, heeft de mysterieuze weldoener blijkbaar zijn of haar tactiek veranderd en nu ook een geldbankje in de bus gedropt hebben van jongere mensen. Eén constante vinden we terug in het verhaal, namelijk het feit dat het hier om oude, versleten postbussen gaat. In Beernem vermoedt men dat er al veel meer mensen een bankbriefje in hun postbus hebben gevonden
Waarom spreken we hier van toevallige inkomens?
Kun je nog andere bedenken?
Thema 8: Gezinnen | 1 Waar komt al mijn geld vandaan?
139
Kernleerstof
• • • • • • • • •
De meeste mensen verwerven een inkomen door het leveren van arbeid. Ze werken in dienstverband of als zelfstandige. Voor de gepresteerde diensten ontvang je een loon, wedde (salaris) of ereloon. Het geldbedrag dat je loon vertegenwoordigt, noem je het nominaal loon. Wat je in realiteit met je loon kunt kopen, is het reëel loon. Er bestaan verschillend loonsystemen. Brutoloon – RSZ = belastbaar loon. Belastbaar loon – bedrijfsvoorheffing = Nettoloon. De RSZ zorgt voor een vervangingsinkomen als het loon wegvalt door ziekte, invaliditeit, werkloosheid, opruststelling, …of een aanvullend inkomen zoals kinderbijslag … • Ook kapitaal kan een opbrengst opleveren. • Kapitaal: elke vorm van bezit die inkomsten oplevert. • Wordt je kapitaal in goederen geïnvesteerd, dan spreek je van goederenkapitaal, zoals o.a. huizen, gronden, winkelpanden (opbrengst = huur, pachtgeld en handelshuur). • Bestaat je kapitaal uit geld, dan spreek je van geldkapitaal, zoals geld op je spaarrekening (brengt intrest op). • Naast inkomens uit arbeid en kapitaal kan je ook nog toevallige inkomsten of inkomsten uit sociale vergoedingen ontvangen.
Sleutelbegrippen Werken in dienstverband , zelfstandige arbeid, arbeider, bediende, loon, wedde (salaris), ereloon, nominaal loon, reëel loon, koopkracht, arbeidsovereenkomst, brutoloon, RSZ, belastbaar loon, bedrijfsvoorheffing, nettoloon, goederenkapitaal, geldkapitaal, vervangingsinkomen, aanvullend inkomen, toevallige inkomsten
140
Thema 8: Gezinnen | 1 Waar komt al mijn geld vandaan?
Oefeningen
1 Lees aandachtig volgend artikel.
Nog nooit zoveel studenten aan de slag Vorig jaar hadden drie op vier studerende jongeren tussen 15 en 25 jaar een vakantiejob tijdens de zomermaanden. Dat cijfer lag nog nooit zo hoog. Ook tijdens het schooljaar werken meer studenten dan ooit tevoren. Keerzijde van de medaille is dan weer dat het zwartwerk onder studenten stijgt, zegt uitzendbureau Randstad, dat een onderzoek uitvoerde bij 1.000 studerende jongeren. “Studenten die niet werken, zijn uitzonderingen”, zegt Randstad. “Maar liefst 90 procent van de studenten werkt”. Het gaat om jobs in bedrijven tijdens de schoolvakanties of tijdens het schooljaar, klusjes en vrijwilligerswerk. In de zomervakantie
werken drie studenten op vier, buiten de vakanties gaat het om vier op tien. De populairste studentenjobs in bedrijven zijn winkelbediende, productiearbeider, barman, keukenhulp of administratief bediende. Voor velen is het geld de belangrijkste reden om een studentenjob te zoeken. Gemiddeld verdient een student 1.500 euro voor 30 werkdagen. Dat geld gaat vooral naar ontspanning (uitgaan, vakantie...) en persoonlijke spullen (gsm, kleding...). Toch wordt ook 20 procent van het loon gespaard, vooral dan bij de -18-jarigen. Een kleine groep jobstudenten werkt om studies te kunnen betalen. Dertig procent van de studenten werkt ook als vrijwilliger,
bijvoorbeeld in een sportclub, ngo of jeugdbeweging. Hoewel heel wat studenten kiezen voor een studentenjob, weet nog altijd minder dan de helft van de studenten (48 procent) precies hoe de studentenregeling in elkaar zit. Sinds oktober 2005 is het mogelijk om twee keer 23 dagen aan sterk verminderd RSZ-tarief te werken. “Informatiecampagnes blijven dus noodzakelijk om te vermijden dat studenten de opgelegde termijnen niet overschrijden”, zegt Randstad. Een op vijf studenten werkt bovendien zonder contract. In bepaalde sectoren ligt dat aandeel nog hoger. Bij -18jarigen loopt dit aandeel op tot 42 procent.
Bron: Belga, 21-06-2007
Uit dit artikel blijkt dat heel wat jongeren een vakantiejob hebben of zelf tijdens het jaar werken. Welke zijn de populairste jobs? Markeer het antwoord in de tekst. Wat is de voornaamste reden om een studentenjob te zoeken?
Hoeveel verdient een student gemiddeld voor 30 werkdagen (markeren in de tekst). Wat gebeurt er met dat geld? ______________________________________________________
Wil je dat alles goed geregeld wordt, sluit dan met je werkgever een __________ af.
Na het lezen van het artikel kan een gesprek gevoerd worden met de hele klas. Wie deed al eens vakantiewerk? Wat waren je ervaringen? Wie gaat er dit jaar vakantiewerk doen? Welk werk zal je doen? Waarom wil je dat doen? ...
Thema 8: Gezinnen | 1 Waar komt al mijn geld vandaan?
141
2 Bij elk van volgende afbeeldingen zoek je: het beroep, of het om zelfstandige arbeid of om arbeid in dienstverband gaat, de vergoeding voor de geleverde prestatie: Beroep: ___________________________________________________________________________ Arbeid: ___________________________________________________________________________ Vergoeding: _______________________________________________________________________
Beroep: ____________________________________________________
Arbeid: _________________________________________________
Vergoeding: _____________________________________________
Beroep: ________________________________________________________________________ Arbeid: ___________________________________________________________________ Vergoeding: ______________________________________________________________
3 Welke vergoeding krijgen volgende personen voor de geleverde arbeid? een notaris een secretaresse een fabrieksarbeider een directeur van een onderneming een dokter een bakkersgast het diensthoofd van de boekhouding
142
4 Groepswerk: in groepjes van 2 tot 4 leerlingen wordt volgende tekst gelezen en een gemeenschappelijk antwoord geformuleerd. Heel wat werkgevers bieden jobs ‘in het zwart’ aan. Elk jaar opnieuw zijn er ook duizenden jobstudenten die bewust of uit onwetendheid zo’n ‘zwarte job’ aanvaarden. Zwartwerk ziet er op het eerste gezicht winstgevend uit. Maar als je het wat van naderbij gaat bekijken, dan zie je dat de eventuele voordelen niet opwegen tegen de vele gevaren die aan zwartwerken verbonden zijn. We geven je de belangrijkste argumenten om niet aan zwartwerk te beginnen.
Als zwartwerker heb je bij conflicten met je werkgever geen enkel been om op te staan. Je bent niet ingeschreven in het personeelsregister, je hebt geen contract, er is geen enkel juridisch bewijs dat je bij die werkgever arbeid hebt gepresteerd. Voor zwartwerkers wordt meestal geen arbeidsongevallenverzekering afgesloten. Als je een arbeidsongeval krijgt, dan sta je er helemaal alleen voor. Zwartwerken betekent dat er op je loon geen RSZ en belastingen wor-
den betaald. Als jobstudent ben je echter grotendeels (op 2,5 % na) vrijgesteld van het betalen van sociale zekerheid en helemaal van het betalen van belastingen. Het is dus niet zinvol om je hiervoor op glad ijs te wagen. Ten slotte is zwartwerk ook nog illegale tewerkstelling. Je loopt een reëel risico om betrapt te worden. De financiële en juridische gevolgen zijn niet van de poes.
Thema 8: Gezinnen | 1 Waar komt al mijn geld vandaan?
Geef een voorbeeld van zwartwerk. (te bespreken in je groep)
Som 4 nadelen op bij het werken ‘in het zwart’ en bespreek ze ook even met de leden van je groep.
Ondanks deze nadelen is er toch zwartwerk. Zou je toch een reden kunnen bedenken, waarbij zwartwerk voordelen heeft?
5 Wat is een mogelijk nadeel van het uurloon systeem?
Wat is een mogelijk nadeel van het uurloon systeem?
Hoe kan de werkgever deze problemen oplossen?
6 Som 5 uitgaven van de RSZ op:
7 Waar de RSZ het nodige geld om haar uitgaven te dekken?
Thema 8: Gezinnen | 1 Waar komt al mijn geld vandaan?
143
8 Bereken het netto-inkomen van bediende Hyghens. Zijn echtgenote werkt niet en ze hebben geen kinderen. Het brutoloon bedraagt 2851,65 EUR. De bedrijfsvoorheffing is 902,61 EUR.
9 Bereken aan de hand van de volgende gegevens het belastbaar inkomen, het netto-inkomen en de totale loonkost voor de werkgever: • Brutoloon 2566,48 EUR • RSZ werknemer 13,07 % • RSZ werkgever 34,70 % • Bedrijfsvoorheffing 780,52 EUR
Loonfiche Bruto RSZ Belastbaar Bedrijfsvoorheffing Nettoloon Bedrijfslasten Patronale bijdrage Totale loonkost
10 Bereken het netto-inkomen van mevr. De Mont. Haar echtgenoot werkt in hetzelfde bedrijf en ze hebben 2 kinderen. Haar brutoloon bedraagt 1719,98 EUR. Bedrijfsvoorheffing 426,70 EUR. Loonfiche Bruto RSZ Belastbaar Bedrijfsvoorheffing Nettoloon
144
Hoeveel kost mevr. De Mont aan de werkgever als je weet dat de patronale bijdrage 32,99 % bedraagt?
Thema 8: Gezinnen | 1 Waar komt al mijn geld vandaan?
11 Dhr. De hondt voert bij mevr. Van Eetvelt graafwerken uit. Hij vertelt dat hij 14,00 EUR per uur verdient. Zijn werkgever rekent mevr. Van Eetvelt 29,00 EUR/uur aan. Verdient de werkgever dan niet meer dan dhr. De hondt en dit zonder inspanning? Verklaar je antwoord.
12 Uit onderstaande tekst blijkt dat je niet overal evenveel verdient. Probeer de tekst samen te vatten.
Belg met minimumloon verdient 13 keer meer dan Bulgaar BRUSSEL - Een Bulgaar met een wettelijk minimumloon verdient dertienmaal minder dan een Belg in dezelfde situatie. Omgerekend in effectieve koopkracht blijft de Belg vijf keer meer verdienen. Dat blijkt uit statistieken die Eurostat, het statistisch bureau van de Europese Unie, maandag heeft gepubliceerd. Eurostat vergeleek de minimumlonen in de verandert weinig wanneer abstractie wordt getwintig lidstaten van de Europese Unie waar maakt van de prijsverschillen tussen de lidstadeze wettelijk geregeld worden. De verschillen ten en de effectieve koopkracht in kaart wordt zijn zoals verwacht aanzienlijk, van 92 euro per gebracht. Wel slinken de verschillen tussen arm maand in Bulgarije over 1.259 euro in België tot en rijk omdat de koopkracht van de werknemers met een minimumloon in de arme lidstaten sterk 1.570 euro in Luxemburg. toeneemt. Een Bulgaar met een minimumloon Een Luxemburger verdient zo zeventien maal verdient dan slechts zeven keer minder dan een meer dan een Bulgaar. Aan de rangschikking Luxemburger in dezelfde situatie.
13 Vervolledig onderstaand schema Inkomen uit arbeid
Inkomen uit kapitaal
• _________________________
• _________________________
• _________________________
• _________________________
• _________________________
INKOMEN
Inkomen uit sociale vergoedingen
Toevallige inkomsten
• _________________________
• _________________________
• _________________________
• _________________________
Thema 8: Gezinnen | 1 Waar komt al mijn geld vandaan?
145
Wat-en-hoe-overzicht
146
Wat?
Hoe?
1 De voornaamste bronnen van inkomsten van een gezin kunnen opsommen;
1 Studeer de kernleerstof. Waarom heb je geld nodig, hoe kan je het bekomen?
2 De verschillende stelsels van vergoedingen verklaren en beoordelen;
2 Studeer de kernleerstof.
3 Het verschil tussen arbeid in dienstverband en als zelfstandige kunnen uitleggen en voorbeelden kunnen geven.
3 Herhaal de leerstof. Som enkele beroepen op en leg uit of ze zelfstandige arbeid of arbeid in dienstverband verrichten. Je kan ook gebruik maken van de werkaanbiedingen in de krant.
4 De inkomensvorming uit arbeid omschrijven m.b.t. stelsels van vergoedingen van arbeid in dienstverband versus zelfstandige;
4 Studeer de kernleerstof. Som enkele vooren nadelen van beide systemen om. Welk soort arbeid zou jij verkiezen en waarom?
5 De voornaamste inhoudingen op het loon kunnen opsommen en bondig kunnen verklaren;
5 Studeer de kernleerstof. Herhaal de oefeningen.
6 De werkwijze voor een loonberekening kennen;
6 Idem
7 Een eenvoudige loonberekening kunnen maken: RSZ, belastbaar loon, nettoloon, patronale bijdrage en totale loonkost;
7 Herhaal de oefeningen. Maak er nog enkele nieuwe (zie optimumsite).
8 Het onderscheid tussen geldkapitaal en goederenkapitaal kennen en kunnen verduidelijken met voorbeelden;
8 Zoek enkele voorbeelden van geldkapitaal. Wat bedoelt men hiermee? Welke vergoeding krijg je ervoor?
9 De verschillende inkomsten uit kapitaal omschrijven en toelichten.
9 Idem voor goederenkapitaal.
10 Sociale vergoedingen kunnen toelichten.
10 Bedenk enkele voorbeelden en licht ze toe.
11 Toevallige inkomsten kunnen verklaren en toelichten.
11 Bedenk enkele voorbeelden en licht ze toe.
Thema 8: Gezinnen | 1 Waar komt al mijn geld vandaan?
Extra oefening
Wat als loon niet werkt?
De mening van 5000 professionals
Wat maakt, naast je loon, van jou een geëngageerde werknemer? Dat was de essentie van een grootschalig onderzoek van jobat, Hay Group, UAMS en de Fcto Image Building. Meer dan 5000 professionals gaven hun mening over de kwaliteiten van hun chef, hun werkomstandig-heden, hun balans tussen werk en privé… Ontdek wat ons motiveert en vooral, wat we missen op de werkvloer. Je loon is belangrijk maar niet alleenzaligmakend. Naast de nullen op je bankrekening bestaan er nog factoren die je motiveren om elke dag geëngageerd aan de slag te gaan. Geëngageerde medewerkers steken immers meer energie in hun job, zijn productiever en creëren dus meer toegevoegde waarde voor de organisatie. … De kwaliteit van het werk blijkt de allerbelangrijkste factor om geëngageerd te zijn om te blijven. (interessante, uitdagende job, het gevoel een waardevolle job te doen, een job die mij iets bijbrengt,…) Ook niet te onderschatten is het effect van een bekwaam management op het engagement van de werknemers (bekwame leiding in de organisatie, een erkenning van de geleverde prestaties,, de kwaliteit van de producten/dienstverlening...)
Een job die combineerbaar is met de privé situatie van de werknemer vindt men zeer belangrijk. Voor meer dan de helft van de ondervraagden is werkzekerheid een reden om zich te engageren. Als er over beloning wordt gesproken, primeert de interne billijkheid (een gelijkwaardige behandeling van vergelijkbare functies/medewerkers). Werknemers vinden van zichzelf meestal dat ze goed bezig zijn en een waardevolle bijdrage leveren. Zo is 76% ervan overtuigd, dat zijn job bijdraagt tot het behalen van de bedrijfsdoelstellingen. Driekwart vindt ook dat hij genoeg vrijheid en beslissingsbevoegdheid krijgt om zijn job efficiënt uit te voeren. Slechts 40% vindt dat zijn organisatie aandacht heeft voor de privé situatie van de werknemer en 70% zegt dat het manage-
ment niet luistert naar zijn klachten. De verloning blijft natuurlijk nog een belangrijke drijfveer voor de meeste werknemers. Helemaal snor zit het op dat gebied niet. Slechts de helft van de personen vindt dat hij redelijk vergoed wordt voor wat men aan de organisatie geeft. Nog minder werknemers zijn tevreden over de extralegale voordelen die ze ontvangen. Velen hebben het gevoel minder te verdienen dan zijn tegenhanger in andere organisaties. 70% denkt ook dat loonsverhogingen niet eerlijk verlopen. Niet veel werknemers geven spontaan toe tevreden te zijn over hun loon. Van alle ondervraagden zegt 55% bereid te zijn meer te geven dan verwacht wordt; de overigen doen niet meer dan gevraagd. (ingekort artikel)
Waarom is het belangrijk dat werknemers gemotiveerd zijn?
Zoek in de tekst 5 punten die een werknemer belangrijk vindt.
Toch is niet iedereen tevreden. Geef 3 punten waar de werknemer meer aandacht zou voor moeten hebben.
Thema 8: Gezinnen | 1 Waar komt al mijn geld vandaan?
147
148
Bereken het nettoloon van Ferre, vrijgezel, als zijn brutoloon 2 566,49 EUR bedraagt. De werkgeversbijdrage loopt op tot 33,15 % en de ingehouden voorheffing bedraagt 619,01 EUR. Wat kost Ferre aan zijn werkgever? De loonberekening:
Thema 8: Gezinnen | 1 Waar komt al mijn geld vandaan?
2 Waar gaat al mijn geld naartoe? Wat zul je leren?
• De elementen van de inkomensbesteding (consumptie, sparen en belastingen) omschrijven. • De elementen van de inkomensbesteding (consumptie, sparen en belastingen) onderling vergelijken. • De noodzaak van belastingen met voorbeelden aantonen. • Het onderscheid tussen directe en indirecte belastingen aantonen en verduidelijken met voorbeelden.
Info & analyse Wat doe je met je geld? Je leerkracht is benieuwd wat jij met je zakgeld doet… Zet even een streepje op bord in welke categorie jij je bevindt. Je kunt geen combinatie maken van de onderstaande mogelijkheden; je moet er eentje uitkiezen! Bereken vervolgens hoeveel percent van jouw klasgenoten hun geld onmiddellijk uitgeven … Aantal
Procent
Geven hun geld onmiddellijk uit Steken het thuis in het spaarvarken Zetten het geld op een zicht- of spaarrekening. Had je dit verwacht? Eens even vergelijken met de gemiddelde leeftijdsgenoot in België. Het OIVO heeft bestudeerd hoe jongeren van 15 tot 17 jaar hun zakgeld spenderen. 46%
Ik bewaar het thuis voor een grotere aankoop later
31%
Ik stort het op een bankrekening
23%
Ik geef het onmiddellijk uit
Hoeveel procent van deze jongeren spaart zijn centjes? ________________________________ En hoeveel procent spendeert zijn geld aan allerlei aankopen? _________________________ Bij welke categorie zit jij? _____________________________________________________________ Uit deze studie blijkt ook waaraan deze jongeren hun geld uitgeven: vooral aan snoep, snacks, kleding, gsm, oplaadkaarten gsm, cd en dvd. Slechts een zeer klein deel van het zakgeld gaat naar de aankoop van schoolmateriaal … Thema 8: Gezinnen | 2 Waar gaat al mijn geld naartoe?
149
Wat betaal je eigenlijk als je bijvoorbeeld een potje yoghurt koopt? Uit de advertentie hiernaast kun je afleiden dat de aankoopprijs bestaat uit twee onderdelen, nl.
Yoghurt 250 gr. 0,92 EUR incl. btw
Zonder dat je er bij stilstaat betaal je dus bij elke aankoop belastingen. Nu kun je ook de titel van dit hoofdstuk beantwoorden, nl. ‘Wat doe je met je geld?’: 1. ____________________________________________________________________________________ 2. ____________________________________________________________________________________ 3. ____________________________________________________________________________________ Wat doet een gezin met zijn geld? Hierboven heb je behandeld wat een jongere, zoals jij, met zijn of haar geld doet. Doet een gezin, met bijvoorbeeld twee kinderen, nog iets anders met zijn geld?
Dus ook hier geld dat het inkomen van het gezin besteed wordt aan: Consumeren + sparen + belastingen Deze drie onderdelen gaan we iets meer in detail behandelen. Consumeren Hiernaast lees je hoeveel euro een Belgisch gezin in 2004 uitgaf aan diverse categorieën. Bereken het percentage van elke bestedingscategorie t.o.v. de totale uitgaven. Vul dit in de voorlaatste kolom in.
150
Thema 8: Gezinnen | 2 Waar gaat al mijn geld naartoe?
Waaraan geeft het gemiddelde Belgische gezin het meeste geld uit? Geef eveneens een voorbeeld van dergelijke uitgave. 1. ____________________________________ vb. ____________________________________ 2. ____________________________________ vb. ____________________________________ 3. ____________________________________ vb. ____________________________________ Gemiddeld telt een gezin 2,48 personen. Bereken dan voor elke categorie de uitgaven in 2004 per persoon en vul die in in de laatste kolom. Geeft dit perfect weer wat elke persoon in het gezin uitgeeft?
Maak een grafiek waaruit blijkt waaraan de mensen in 2004 hun geld spendeerden. Welk grafiektype kies je? Waarom?
Sparen In de bovenstaande tabel zie je ook gegevens over het ‘beschikbaar inkomen’. Wat is het verschil met ‘inkomen’?
Wat kun je besluiten als je het gezinsinkomen met de uitgaven vergelijkt?
Hoeveel procent van het beschikbare inkomen werd in 2004 geconsumeerd? Hoe bereken je dit?
Dit percentage noemt men de spaarquote.
Thema 8: Gezinnen | 2 Waar gaat al mijn geld naartoe?
151
Belg niet langer spaarkampioen Brussel – De Belg is niet meer de spaarkampioen van weleer. Dat blijkt ook nu weer uit de jongste statistieken van de Nationale Bank en de Europese Commissie. Van 20,1 % in 1995 is de spaarquote in ons land gezakt tot 13,2 % vorig jaar. Daarmee zit de Belg in de Europese middenmoot. Volgens hoofdeconoom Frank Lierman van Dexia Bank liggen een reeks van redenen aan de basis van de dalende spaarquote: de lage rentevoeten (sparen brengt niet op, lenen wordt goedkoper), dalende belastingen, dalende werkloosheid en de media die aanzetten tot consumptie. “Maar we hoeven nog niet te panikeren”, zegt Lierman.” Als de Belg spaart, dan gaat ongeveer een derde naar de spaarrekening (31 %), een derde naar effecten (aandelen, obligaties, 30 %) en een derde naar beleggingsfondsen (39 %).
Bron: Gazet van Antwerpen, 4-11-2007
In het bovenstaande artikel lees je dat de spaarquote daalt. Wat betekent een spaarquote van 13,2 %?
Waarom wordt er steeds minder gespaard door de Belgen?
Vind je dit een goede evolutie of niet? Waarom?
Wat doen de mensen volgens het artikel met hun spaargeld?
152
Thema 8: Gezinnen | 2 Waar gaat al mijn geld naartoe?
Belastingen Dagelijks geven alle overheden in België miljoenen euro uit om ervoor te zorgen dat onze welvaart een hoog niveau bereikt. Hiernaast vind je de uitgaven van de Vlaamse overheid (Vlaamse gemeenschap). Waaraan geven ze het meeste geld uit?
In 2006 waren er ongeveer 1,1 miljoen schoolgaande jongeren in Vlaanderen. Hoeveel wordt er dan uitgegeven voor elke scholier (kleuter tot 18 jaar)?
Vind je dat verantwoord? Waarom?
In welke post zitten de subsidies aan jeugdverenigingen?
Hoeveel bedragen deze uitgaven? _____________________________________________________ Hoeveel wordt er door de Vlaamse Gemeenschap dagelijks uitgegeven?
Bovendien worden er ook tal van uitgaven gedaan door de gemeente waarin je woont, je provincie, enz. Geef drie uitgaven die door de gemeente worden gedaan:
stedelijke sporthal Antwerpen Linkeroever
Thema 8: Gezinnen | 2 Waar gaat al mijn geld naartoe?
153
De overheid doet dus heel wat voor jou! Zoek per twee in de krant naar 5 titels waaruit blijkt dat de regering, de gemeente, de provincie, … iets voor de mensen heeft gedaan.
Provinciale handelsschool krijgt nieuwe gebouwen Aanleg Noord-Zuid in Houthalen binnenkort?
Bouw gemeen telijk sporthal start maandag
Lonen ambtenaren stijgen met 2 %
Brugpensioen vanaf 58 jaar Titel
Overheid
1. 2. 3. 4. 5. Vermeld hierbij welke overheid (gemeente, provincie, gewest of gemeenschap, federale overheid) hiervoor zorgt. De artikels knip je uit en steek je in je map. De overheid moet ergens geld zoeken en halen om al die wegen aan te leggen, scholen te bouwen, leerkrachten te betalen, werklozen een uitkering te geven, een studietoelage te geven, enz. Waar haalt, in één woord, de Vlaamse overheid haar inkomsten?
Heeft de Vlaamse overheid geld tekort of teveel om al haar uitgaven te kunnen doen? Hoeveel?
De meeste inkomsten komen dus via belastingen, die de overheid krijgt van de gezinnen en de bedrijven. En …omdat we veel van de overheid krijgen, moeten we ook veel belastingen betalen. Wat betekent een belastingdruk van 47,7 %?
154
Thema 8: Gezinnen | 2 Waar gaat al mijn geld naartoe?
Belg betaalde nooit hogere belasting De regering Verhofstadt is er niet in geslaagd om de belastingdruk in België te verlagen. De fiscale druk is het afgelopen decennium gestegen en alleen in Zweden en Denemarken betalen de burgers nog meer belastingen. Ondanks de beloften van de paarse regering is de belastingdruk in ons land het afgelopen decennium niet gedaald. Integendeel, met 47,7 procent van het bruto binnenlands product ligt de fiscale druk hoger dan in 1999, toen de eerste regering-Verhofstadt aan de macht kwam. Dat
blijkt uit de meest recente cijfers van Eurostat, het statistisch bureau van de Europese Commissie. In 1999 bedroeg de belastingdruk 47,6 procent, of 0,1 procentpunt minder dan in 2005. Nog volgens Eurostat steeg de belastingdruk in ons land in 2005 met 0,3 procent-
punt tegenover het jaar voordien. Met die 47,7 procent zit België in het Europese koppeloton. Alleen in Zweden en Denemarken ligt de fiscale druk nog hoger. Het Europese gemiddelde bedraagt 40,8 procent.
Bron: Het Volk, 21-03-2007
Hoeveel is dat gemiddeld in Europa?
Waarom zou dat in België, Zweden en Denemarken zoveel zijn?
Vervolledig het schema op basis van alle artikels en gegevens die je hebt gelezen:
47,7%
inkomen consumptie beschikbaar inkomen 13,2%
Soorten belastingen De federale overheid, België dus, geeft in 2007 ongeveer 50 000 miljoen euro uit. Een duizelingwekkend bedrag. Dat is 137 miljoen euro per dag of maar liefst 95 000 euro per minuut. Op de tijd dat je dit stukje hebt gelezen, is er dus 95 000,00 euro uitgegeven! We betalen daarom ook voortdurend allerlei belastingen aan de overheid, soms denk je er zelfs niet bij na. Even overlopen wat je ouders op een doordeweekse dag betalen aan de overheid:
Thema 8: Gezinnen | 2 Waar gaat al mijn geld naartoe?
155
Opstaan om 7.00 uur en dan eten. We eten allemaal cornflakes (grote doos gekocht voor 2,49 euro inclusief 21 % btw). Vader gaat de brievenbus leegmaken, en daarin zit de een overschrijving om de verkeersbelasting voor de auto te betalen (312,50 EUR). Voordat moeke mij naar school doet, zet ze nog vlug de vuilniszak buiten. Ze had gisteren nog 25 zakken gekocht op het gemeentehuis (1,50 EUR per zak). Op weg naar school moet ze eerst tanken, want de benzine is weer op … (1,397 EUR, waarvan 0,59 EUR accijnzen en 0,42 EUR btw). Ondertussen zit vake reeds op het werk. Hij heeft zijn loonbrief van de afgelopen maand gekregen. 1 383,56 EUR netto verdiend: mooi! Als hij zijn loonbrief beter bekijkt, ziet hij eigenlijk 2045,00 EUR bruto verdiende, maar dat er 267,28 EUR RSZ-bijdrage af is en 394,16 EUR bedrijfsvoorheffing … Hij troost zich met het feit dat het bedrijf waar hij werkt, Delhaize, vorig jaar 224 miljoen euro vennootschapsbelastingen heeft betaald. Wanneer vake me in school komt halen, gaat hij nog even naar de bank om de rekeninguittreksels af te drukken. Daarop staat dat hij de rente op enkele staatsbons heeft gekregen. Spijtig genoeg betaalt hij op de brutorente van 100,00 EUR nog 15,00 EUR roerende voorheffing. Na de werk- en schooldag zitten we ’s avonds ons huiswerk te maken. Ik hoor vake zeggen dat het tijd wordt om een huis te kopen, want ons huurhuis is vrij klein. Moeke wil een groot huis, maar vake zegt dat ze dan ook meer belastingen moeten betalen: zoveel te groter het huis, zoveel te meer onroerende voorheffing moet je betalen. Voor het huis dat moeke zou willen zouden we per jaar 926,86 EUR onroerende voorheffing moeten betalen, waarvan 51,78 EUR voor het Vlaamse gewest, 150,16 EUR voor de provincie en 724,92 EUR voor de gemeente.
Welke belastingen vind je allemaal in dit verhaal? Onderlijn ze in de tekst. Weet je ook wat ze betekenen? Verbind de onderstaande belastingen met de juiste uitleg. Verbind de juiste term met de juiste belasting.
156
Thema 8: Gezinnen | 2 Waar gaat al mijn geld naartoe?
Registratierechten
Als je een onroerend goed (grond, woning, gebouwen …) koopt, wordt de notariële akte geregistreerd en dient er een “registratierecht” betaald te worden.
Accijnzen
Afdrachten op het loon om werklozen, zieke werknemers, gepensioneerden, enz. een uitkering te geven. Ook wel parafiscale bijdragen genoemd.
Belasting op het bedrijfsinkomen
Belasting die wordt geheven op de winsten van ondernemingen.
Onroerende voorheffing
Deze belasting wordt geheven op het bezit van onroerende goederen zoals, huizen, gronden, appartementen, enz.
Roerende voorheffing
Belasting die je moet betalen om de kosten van de afvalophaling en de kosten met betrekking tot afvalwater en riolering te dekken.
Belasting over de toegevoegde waarde (btw)
Een verbruiksbelasting die wordt geheven bij elke aankoop van goederen en diensten. De tarieven bedragen 6 %, 12 % en 21 %.
Vennootschaps-belasting
Belasting die je betaalt op roerende inkomsten, zoals intresten en dividenden. Meestal bedraagt die belasting 15 % of 25 %.
Personenbelasting
Op je inkomen uit arbeid is belasting verschuldigd. De maandelijkse bedrijfsvoorheffing die automatisch op je loon wordt ingehouden, is hiervan het voorschot.
Verkeersbelasting
Belasting die moet betaald worden door de bezitters van een auto, moto ….
Milieubelasting
Een belasting die wordt geheven op de verkoop van bepaalde schadelijke goederen, zoals alcoholhoudende dranken, tabak en brandstoffen.
Sociale zekerheidsbijdragen
Belasting op het gezamenlijke inkomen van een persoon. Dit inkomen bestaat uit het bedrijfsinkomen, de roerende en onroerende inkomens en toevallige inkomens.
Thema 8: Gezinnen | 2 Waar gaat al mijn geld naartoe?
157
Meestal deel men de belastingen in in directe en indirecte belastingen: • Directe belastingen: worden rechtstreeks geheven op het jaarlijkse inkomen van de mensen en ondernemingen. Men noemt ze ook inkomensbelastingen. Sommige belastingen worden ermee gelijkgesteld, zoals de verkeersbelasting en de milieubelasting. • Indirecte belastingen: worden geheven op het verbruik van goederen en diensten en houden geen rechtstreeks verband met het inkomen van een persoon. Zet een kruisje in de juiste kolom. Direct
Indirect
Bedrijfsvoorheffing Vennootschapsbelasting Accijnzen Registratierechten Personenbelasting Roerende voorheffing Verkeersbelasting op autovoertuigen Milieubelasting BTW Onroerende voorheffing Successie- en schenkingsrechten
2007 ©
Hiernaast zie je de inkomsten van de federale overheid, België dus.
Lopende
92 917,7
Fiscale
90 786,8
Geef een synoniem voor belastingontvangsten:
- directe belastingen
50 886,1
- douane en accijnzen
9 535,2
Ontvangsten (in miljoen EUR) Totale ontvangsten
- BTW en registratierechten
30 364,5
Niet-fiscale ontvangsten
2 131,9
Kapitaalontvangsten
2 903,1
Fiscale
1 669,7
Niet-fiscale
1 233,4
Totaal
Hoeveel procent bedragen de fiscale inkomsten ten opzichte van alle inkomsten in 2007?
Welke belastinginkomsten zijn de belangrijkste?
95 820,8
Geef een voorbeeld van niet-fiscale ontvangsten:
Bereken hoeveel de fiscale inkomsten per Belg bedragen (afgerond zijn er 10 miljoen Belgen):
158
Thema 8: Gezinnen | 2 Waar gaat al mijn geld naartoe?
Kernleerstof consumeren personenbelasting
inkomen
sparen
directe belastingen
vennootschaps belasting verkeersbelasting
belastingen btw
indirecte belastingen
accijnzen successierechten en registratierechten
België heeft een zeer goed uitgewerkt sociaal zekerheidssysteem. Bovendien moet de overheid instaan voor tal van andere zaken, zoals defensie, politie, onderwijs, sport, enz. Dat kost geld, veel geld. Daarom heeft de overheid inkomsten nodig. Dit zijn vooral belastingen: • Directe belastingen worden geheven op het inkomen. • Indirecte belastingen worden geheven op het verbruik van goederen en diensten. De belastingdruk in België bedraagt ongeveer 48 %. Van het inkomen dat je dan overhoudt, spaar je ongeveer 13 %. De rest consumeer je.
Sleutelbegrippen Belastingen – sparen – consumeren – spaarquote – belastingdruk – directe belastingen – indirecte belastingen – personenbelasting – vennootschapsbelasting – fiscaal – roerende voorheffing – onroerende voorheffing – bedrijfsvoorheffing – successierechten – registratierechten – schenkingsrechten – accijnzen – verkeersbelasting – milieubelasting – btw
Thema 8: Gezinnen | 2 Waar gaat al mijn geld naartoe?
159
bedrijfsvoorheffing onroerende voorheffing
personenbelasting
roerende voorheffing
directe belastingen verkeersbelasting milieubelasting
6%, 12%, 21%
btw
successierechten
indirecte belastingen
registratierechten
belastingen
accijnzen spaarquote 47,7%
belastingdruk
sparen
sporthal
13,2%
spaarboekje aandelen, obligaties
inkomen
lonen ambtenaren
sparen t.o.v. inkomen
beleggingsfondsen uitgaven overheid
sociale zekerheid noodzaak
enz.
belastingen
inkomsten overheid
inkomen zonder belastingen
160
consumeren
beschikbaar inkomen
Thema 8: Gezinnen | 2 Waar gaat al mijn geld naartoe?
Oefeningen 1 Stel nu even dat de eerste Minster aan jou, de Minister van Financiën, vraagt hoe we aan inkomsten kunnen geraken. Je hebt immers bij de verkiezingen heel wat aan de burgers beloofd … Wat zou je dan antwoorden? Laat je ideeën maar de vrije loop, maar zorg er wel voor dat het realistisch is … Gebruik de onderstaande MindMap om je voorstellen te noteren.
inkomsten
Aan deze MindMap kun je met 4 leerlingen werken. Iemand uit je groep stelt 3 ‘maatregelen’ voor aan de klas, waarbij deze vragen kunnen stellen. Ten slotte kiest de klas de Minister van Financiën! Bereid je maatregel goed voor want men kan je hierover interpelleren (= vragen stellen).
2 Ben jij iemand die graag een beroep doet of de overheid, of regel je liever alles zelf? Even testen. Ga je akkoord met de onderstaande stellingen of niet? Stelling
Akkoord
Niet akkoord
1
Ik ga in het zwart werken, want anders moet ik teveel belastingen betalen.
A
B
2
De overheid moet niet zorgen voor mijn pensioen. Ik spaar er zelf wel voor.
A
B
3
Onderwijs moet voor iedereen gratis zijn. Elke Vlaming moet daarvoor 1500,00 euro belasting voor betalen.
A
B
4
De jeugdvereniging moet geen subsidies krijgen. Als ze lid willen worden, moeten ze er maar voor betalen.
A
B
5
De overheid moet het ereloon van de dokter niet terugbetalen. Zo besparen ze veel geld (en ik ben toch nooit ziek).
A
B
6
Op de benzine betaal je de helft accijnzen en btw. Dat moet naar beneden!
A
B
7
Ze moeten de btw weglaten. De overheid moet dan maar iets minder uitgeven.
A
B
8
De werklozen moeten geen werklozensteun krijgen. Dan moeten we minder belastingen betalen.
A
B
9
Een gemeentelijke sporthal moet gesubsidieerd worden door de gemeente. We moeten sporten goedkoop maken, zodat alle jongeren kunnen sporten.
A
B
10
Om de vijf jaar moet de overheid aan alle gezinnen gratis een computer met internetverbinding geven.
A
B
Thema 8: Gezinnen | 2 Waar gaat al mijn geld naartoe?
161
Tel nu je scores op: 1) a:0 – b:1 2) a:0 – b:1 6) a:0 – b:1 7) a:0 – b:1
Als je minder dan 5 scoort zorg je liever zelf voor alles. Hou er dan wel rekening mee dat je misschien niet naar het ziekenhuis kan, of geen pensioen krijgt als je daarvoor geen potje hebt aangelegd… Vanaf 5 op 10 ben je begaan met je medemens. Je bent bereid om zelf iets bij te dragen zelfs als je daarvan niet direct kan genieten.
3 Stellingenspel. Je leerkracht leest de bovenstaande stellingen voor. Steek een rode kleur op als je hiermee niet akkoord gaat, een groene kleur als je wel akkoord gaat. Je leerkracht noteert het aantal rode en groene kaarten op bord, naast elke stelling. De leerlingen die minstens 5 keer akkoord zijn, worden ingedeeld in groep A; de anderen in groep B. In een debat van 15 minuten probeert groep A de andere groep te overtuigen van hun mening, en omgekeerd. Nadien is er misschien iemand van mening veranderd?
4) a:0 – b:1 9) a:1 – b:0
5) a:0 – b:1 10) a:0 – b:1
4 Ga naar www.optimumsite.be. Ga naar de huishoudbudgetonderzoeken van de periode 1978 tot 2004. a Hoe evolueerde de totale consumptie sinds 1978?
162
3) a:1 – b:0 8) a:0 – b:1
a Maak een top 3 van producten waaraan de mensen in 2004 meer geld uitgeven dan in 1978.
b Welke verklaring kan je hiervoor geven?
c Maak een top 3 van producten waaraan de mensen niet zoveel meer uitgeven in 2004, vergeleken met 1978.
d Welke verklaring kan je hiervoor geven?
Thema 8: Gezinnen | 2 Waar gaat al mijn geld naartoe?
5 Hieronder zie je de website van Eindhoven in Nederland.
Zoals je kun lezen, biedt deze stad heel wat aan aan haar burgers. Zoek op de website van je eigen gemeente wat zij allemaal aanbieden aan jou.
Vind je het goed dat ze zoveel aanbieden, of zou je nog meer wensen?
Hoe zou jouw gemeente dit dan moeten betalen?
6 In de tabel vind je de samenstelling van de brandstofprijzen in EUR/l (17/04/2007) Benzine 95 oct 10 ppm
Diesel 10 ppm
0,4076 0,1437 0,0111 0,5922 0,2425 1,397
0,3912 0,1475 0,0102 0,3311 0,1848 1,065
Prijs ex-raffinaderij Distributiemarge Bijdrage APETRA en BOFAS Accijnzen + energiebijdrage Btw maximumprijs Accijnzen + btw
%
%
Welke belastingen vind je in dit overzicht?
Zijn dit directe of indirecte belastingen? Waarom?
Hoeveel procent belastingen betaal je in verhouding tot de totale prijs van de benzine en de diesel? Vul dit in in de tabel.
Vind je het gerechtvaardigd dat de overheid zoveel belastingen krijgt op brandstoffen? Waarom (niet)?
Thema 8: Gezinnen | 2 Waar gaat al mijn geld naartoe?
163
2 Lees het onderstaande artikel
Armoede terug van weggeweest Armoede wordt opnieuw een politiek thema, de komende regeerperiode. Begin de jaren tachtig behoorde België nog bij de sociale koplopers, met amper zes procent armen. In de jaren negentig was er wel aandacht - denk aan het Algemeen Verslag over de Armoede - maar geen geld voor armoedebestrijding. Het aantal armen begon toen te stijgen. Het is intussen verdubbeld. Het aantal mensen dat een beroep doet op voedselpakketten stijgt.
Trouwens, onder alle niet-werkenden neemt de armoede toe. Wat lang voorspeld werd, wordt stilaan waarheid: we hebben zoveel uitkeringstrekkers dat we niet meer in staat zijn hun uitkeringen op niveau te houden; wie vandaag van die lage sociale uitkeringen moet leven, zakt snel onder de armoedegrens Een nieuwe groep armen zijn de mensen die erg vroeg uit het arbeidsproces gestoten zijn met een nog aannemelijke uitkering. Als zij 65 worden, vallen ze te-
rug op een erg klein pensioentje, en ze hebben de jaren daarvoor niet kunnen sparen om dat te compenseren. Veel van de te jong gepensioneerden zullen zeker in de armoede sukkelen. De socialezekerheidsuitkeringen en het leefloon zouden dus omhoog moeten, willen we een armoede-explosie vermijden. Maar uit het recente verslag van de Hoge Raad van Financiën blijkt dat we dat niet kunnen betalen.
Naar: De Standaard, 29-03-2007
164
In de theorie heb je gezien dat de gemiddelde Belg 13,2 % van zijn beschikbaar inkomen spaart. Is dat voor iedereen zo?
Wat moet er gebeuren opdat deze groep niet in de armoede terechtkomt?
Is het volgens de Hoge Raad voor Financiën mogelijk dat de overheid haar uitgaven verhoogt om deze groep uit de armoede te houden? Waarom (niet)?
Wat zou jij beslissen als je Minister van Financiën was?
Thema 8: Gezinnen | 2 Waar gaat al mijn geld naartoe?
Wat-en-hoe-overzicht Wat?
Hoe?
1 De elementen van de inkomensbesteding (consumptie, sparen en belastingen) omschrijven;
1 Studeer de kernleerstof. Stel je voor dat je een later maandinkomen hebt van 2 000,00 EUR bruto. Waar gaat al dat geld naartoe?
2 De elementen van de inkomensbesteding (consumptie, sparen en belastingen) onderling vergelijken;
2 Studeer de kernleerstof. De belastingdruk is zeer in België. Je betaalt bijna de helft belastingen op je inkomen. Van de rest kan je gemiddeld 87 % sparen. Wat er dan overblijft, kun je sparen.
3 De noodzaak van belastingen met voorbeelden aantonen;
3 Studeer de kernleerstof. Sta ’s morgens op en denk even na wat de overheid voor je doet als je naar school gaat (wegen, onderwijs, sporthal, enz.). Bedenk dan hoe de overheid aan dat geld komt …
4 Het onderscheid tussen directe en indirecte belastingen aantonen en verduidelijken met voorbeelden.
4 Studeer de kernleerstof. Overloop de belastingen die je ouders allemaal betalen op één dag (verhaal). Welke hebben te maken met je inkomen (direct), en welke met het verbruik van goederen en diensten (indirect)?
Thema 8: Gezinnen | 2 Waar gaat al mijn geld naartoe?
165