Leven in extremen Eind maart vertoonde ‘Koppen’ een reportage over bipolaire stoornis. Daarin zaten beelden van ‘Me Will Always Be Me’, een pakkende documentaire die Sjoerd Tanghe, toen hij nog student aan de KASK was, over zijn vader Dirk had gedraaid. Mijn generatiegenoot Dirk Tanghe blies in de jaren tachtig en negentig het Vlaamse theater nieuw leven in. Gedurende twaalf jaar was hij daarna artistiek leider van De Paardenkathedraal in Utrecht. Deze dartele geest bleek hevig heen en weer geslingerd te worden tussen duizelingwekkende ups en benauwende downs. Dat is zijn kunst misschien wel ten goede gekomen, maar zulke aardverschuivingen van de ziel wens je voor het overige niemand toe. Er wordt vaak ook iets te veel bij gedronken.
theatermaker Dirk tanghe, zijn bipolaire stoornis en zijn zoon sjoerD
O
p een mooie avond in de binnenstad van Gent ontmoette ik Sjoerd (23) in het huis van zijn moeder, de actrice Karin Tanghe, die het ruime publiek, onze geliefde afzetmarkt, misschien wel kent als koningin Angina uit ‘Kulderzipken’. Sjoerd werkt momenteel in dienst van het productiehuis deMENSEN aan een jongerenproject, en ook aan ‘Dieren in nesten’. ‘Ervaring opdoen,’ noemt hij het. Maar het liefst zou hij documentaires maken. Zijn tijd komt nog wel, wie weet morgen al. HUMO Waarom wilde je een documentaire over je vader maken? Sjoerd Tanghe «Hij was in een ontwenningskliniek opgenomen. Dat was niet de eerste keer. Ik had het eerste semester van het derde jaar aan de KASK achter de rug, en wegens zijn toestand kon ik me niet goed op mijn schoolwerk concentreren. Hij was van iets groots – ‘De wonderboy van het Vlaamse theater!’ – naar een vreselijk dieptepunt afgezakt. Depressie, alcoholmisbruik. Ik vroeg me vaak af of zulke problemen mij later ook zouden overkomen, wegens het genetisch materiaal dat we gemeen 136 I H U M O
Source: Humo Publication date: 22-5-2012 Nr
374 2 I 2 1
22 MEI 2012
twaalf jaar in Utrecht gewoond, waar hij directeur van De Paardenkathedraal was. Eens om de drie maanden kwam hij voor een weekend naar huis. Van een echte vader-zoonrelatie is dus lang geen sprake geweest. Hij was niet het type dat ’s zondags met z’n zoontje ging voetballen. Ik heb ándere dingen met hem meegemaakt: als kleine jongen nam hij me mee naar repetities, en dat was voor mij een toverachtige wereld. Ik zie me nog met mijn broers rondrennen in De Paardenkathedraal, de muziek stond superhard omdat mijn vader dat nu eenmaal graag heeft, en dat was allemaal gewoon voor ons. Ik heb nooit gedacht: ‘Ik heb geen gewone vader.’
heb het er naïef uitgeflapt: ‘Ik wil iets over jou maken.’ Ik weet dat ik een brok in de keel had. Hij was meteen razend enthousiast: ‘We gaan dit doen, en dát, en daarna ook nog dát!’ En hij zei me dat hij veel beeldmateriaal had, televisieinterviews en zo. Hij had duidelijk iets heel anders voor ogen dan ik: een soort portret, met de nadruk op zijn werk in het theater. »Ik heb hem toen voorzichtigjes gezegd: ‘Ik wil liever iets maken over hoe je er nu aan toe bent.’ Hij maakte daar geen bezwaar tegen, wellicht omdat hij aan de beterende hand was en nieuwe kansen wilde grijpen. En hij zal ook wel gedacht hebben: ‘Dit is misschien het moment om me ten aanzien van mijn
‘Sjoerds f ilm over mij is een huizenhoog teken van liefde’ »Als hij dan even thuis was, zagen we ook wel dat hij er beroerd uitzag, dat er iets ernstigs met hem aan de hand was. En dan waren er natuurlijk ook de kletterende ruzies tussen onze ouders, die van elkaar aan het vervreemden waren. Dat kon ook niet anders: hij was er haast nooit. Hij zal altijd wel mijn papa blijven, maar ondertussen beschouw ik hem meer als een vriend, en dat vind ik niet erg.»
Hevig in leven HUMO Hoe heb je hem je documen-
taire aangepraat? Sjoerd «Ik ging hem bezoeken in
zijn kamertje in de ontwenningskliniek in Pittem, de plek waar ‘Me Will Always Be Me’ begint, en ik
zoons te bewijzen.’ »Die draaiperiode is goed verlopen. Ik mocht filmen wat ik maar wilde, en achteraf heeft mijn vader geen enkele poging gedaan om me te censureren. Ik vond het sterk van hem dat hij snel begreep waar ik heen wilde, en dat hij me mijn gang liet gaan. Ik heb veel laten gebeuren in ‘Me Will Always Be Me’, ik heb niet krampachtig gezocht naar bruikbaar materiaal, ik heb ook geen scènes uitgelokt. Het is zoals het is. »Op een bepaald moment zie je mijn vader in een volle kerk zitten waar het koor van zijn vriend optrad tijdens de mis: de mensen om hem heen zitten als versteend te luisteren, en alleen mijn vader beweegt.
Source: Humo Publication date: 22-5-2012
Hij lijkt mee te leven met alles wat hij daar hoort en ziet, en laat ook schaamteloos de gevoelens merken die hij op dat moment ervaart.» HUMO Ja, dat is een mooie scène: hij lijkt de enige mens die daar in leven is, hevig in leven dan nog wel. Heeft hij je ooit iets gezegd over de Dirk Tanghe die hij in je documentaire te zien kreeg? Sjoerd «Het was erg stil toen ik hem ‘Me Will Always Be Me’ voor het eerst had laten zien. Op mijn kamer. Hij zat een tijdje na te denken en zei toen: ‘Ja, dat is wie en wat ik ben.’ Ik denk wel dat hij het confronterend vond – ik zag hem, terwijl hij aan het kijken was, ook af en toe een gezicht trekken van: ‘Heb ik dat werkelijk gezegd?’ (lachje)» HUMO Heeft hij met jou al over zijn bipolaire stoornis gepraat? Sjoerd «Niet expliciet. Hij moest wel laten merken dat het slecht of goed met hem ging – hij kon niet anders – maar die extreme schommelingen heeft hij nooit ‘een ziekte’ genoemd. Ik was zijn gedrag zo gewend dat ‘bipolaire stoornis’ ook niet in mij opkwam. Eerlijk gezegd heb ik me er pas ter gelegenheid van ‘Koppen’ in verdiept. »Ik denk nog altijd niet graag aan een bipolaire stoornis als ik aan mijn vader denk. Ik hoop vooral dat zijn toestand gedurende een lange periode stabiel zal blijven. Hij waarschuwt ons ook weleens als hij het gevoel heeft dat hij weer zichzelf aan het verliezen is. Nu is hij in ieder geval erg enthousiast omdat hij ‘De meeuw’ van Tsjechov gaat regisseren in HETPALEIS in Antwerpen. Ik zie dat hij zijn kracht teruggevonden heeft, en daar ben ik blij om, maar iedereen in zijn naaste omgeving houdt ondertussen z’n hart vast, zo van: ‘Als dít zou mislukken…’ »Wat er ook gebeurt: hij is buitengewoon jong van geest. Tegenwoordig droomt hij ervan om theater te maken met de generatie van zijn kinderen, en hij is ook supertrots op ons: met mij wil hij nog een film maken; met mijn broer Joppe, die muzikant is, wil hij muziek maken; en hij wil Wietse, die acteert, regisseren in een toneelstuk.» HUMO Aan het eind van ‘Me Will Always Be Me’ loopt je vader door een vervallen fabriek, waar hij hardop begint te dromen van een ontmoetingsplaats voor vrije geesten die aan The Factory van Warhol moet doen denken. Het hartstochtelijk H U M O i 137
▲
hebben, maar ik durfde daar met niemand over te praten. Veel van mijn vrienden zagen mijn vader vooral als een geestig, inspirerend en ruimdenkend man, ze wisten niets van zijn donkere periodes af. Ik zweeg erover. »Ik was vooral bang in die tijd, hoewel ik wist dat ik veel realistischer ben dan mijn vader, en dat ik om te beginnen al voorzichtiger omspring met geld. Hij koopt als hij zich lekker voelt graag spulletjes, prullaria of speeltjes waaraan hij grote betekenis hecht en ook nog eens hele verhalen ophangt – dat is wel mooi, maar hij koopt te veel. Telkens als ik bij hem kom, zie ik dat hij weer iets nieuws heeft: een wit stenen konijn, bijvoorbeeld. Hij laat nooit na er de prijs bij te vermelden: ‘Máár zeven euro.’ Maar als je voortdurend kleine bedragen uitgeeft, geef je alles samen ook veel uit.» HUMO Je vond het moeilijk om over je vader te praten, maar was een documentaire over hem draaien dan zoveel makkelijker? Sjoerd «Neen. Op een dag aan het begin van het tweede semester moesten we ons bachelorproject voorstellen. Ik had geen idee, ook al omdat de toestand van mijn vader het enige was waaraan ik in die tijd kon denken. Toen ik aan de beurt was, heb ik met tranen in de ogen gezegd: ‘Ik denk dat ik iets over mijn vader ga maken.’ Zowel mijn klasgenoten als mijn docenten zagen dat ik het moeilijk kreeg – ik was erg emotioneel omdat ik constant zat te piekeren over de zware afkick die hij op dat eigenste moment onderging. »Enfin, ik zag meteen dat mijn docenten nee schudden, zo van: ‘Pas daar maar mee op, je riskeert een therapeutische documentaire te maken, en dat is gevaarlijk terrein, wegens te privé, te intiem, te gênant.’ Nu ja, ik snap wel dat ze zich zorgen over mij maakten.» HUMO Heeft je documentaire therapeutisch voor jou gewerkt? Sjoerd «Mijn relatie met m’n vader is minder sterk dan die van mijn twee jongere broers met hem – als het slecht gaat met hem, is mijn eerste reactie altijd: ‘Ik mag me daar niet door laten meeslepen.’ Maar door ‘Me Will Always Be Me’ zijn we ongetwijfeld naar elkaar toegegroeid. »Wij woonden vroeger bij onze moeder in Gent, en hij heeft zo’n
D I R K & S J O E R D TA N G H E ▲
138 I H U M O
ik hem niet te vragen wat er scheelde.» HUMO Wat heb je geestelijk met je vader gemeen, denk je? Sjoerd «We houden allebei erg veel van menselijke gevoelens, ook van onze eigen opgekropte gevoelens, en van extreme gevoelens, en wat je daar zoal mee kunt doen – hij als theatermaker en ik als filmer.» HUMO Wat zou je absoluut níét van je vader willen hebben? Sjoerd «Zijn vatbaarheid voor alcoholverslaving. Echt dronken ben ik nog niet geweest. Ik let daar ook op, wat allicht met het probleem van mijn vader te maken heeft.»
PAS OP!
Sjoerd: ‘Hij zal altijd wel mijn papa blijven, maar ondertussen beschouw ik hem meer als een vriend, en dat vind ik niet erg.’
een filmpje over hem gemaakt. Het mooie en ontroerende was dat alleen zijn passie voor voetbal hem nog overeind leek te houden. »De film over mijn vader bleek ik later ook aan te kunnen, en ik zit nu te denken aan een film over een relatiebreuk, iets zonder veel woorden, en dus met sprekende beelden.» HUMO Zou je vader ooit medelijden met jullie gehad hebben? Sjoerd «Hij heeft spijt gehad. En hij liet ook briefjes achter met spijtbetuigingen. Ik heb ze bewaard. Ook wel omdat ik álles bewaar, ook oude liefdesbrieven. Mijn relatie is nog niet zo lang geleden stukgelopen, na drie jaar. Het ontgoochelt me enorm hoe we ‘vreemden’ voor elkaar geworden zijn, maar niets van wat mij aan haar herinnert zal ik weggooien. Ik denk altijd: ‘Hier ga ik ooit nog iets mee dóén.’ »De documentaire over mijn vader is eigenlijk ook ontstaan uit iets dat ik niet wilde weggooien: mijn
herinneringen aan de ontwenningsklinieken waarin hij ooit heeft gezeten.» HUMO Is hij nog altijd een voorbeeld voor jou? Sjoerd «O ja. Ik vind hem slim. En ik bewonder het dat hij zich ergens helemaal kan instorten, wat voor gevaren dat ook meebrengt. Die obsessie voor één ding heb ik zelf niet: op dit ogenblik is het vooral film, maar voor hetzelfde geld is het morgen al muziek – ik speel piano.» HUMO Denken jij en je broers hetzelfde over je vader? Sjoerd «Nu wel, en misschien komt dat door ‘Me Will Always Be Me’. Mijn broers en vooral mijn moeder waren erg aangegrepen omdat ik de voice-over zelf had ingesproken – persoonlijker kan niet. »Mijn broers gaan wel veel openlijker de confrontatie met mijn vader aan dan ik: ‘Hij drinkt verdomme weer. Hoe gaan we dat oplossen?’ Als ik vroeger zag dat het niet goed met hem ging, durfde
Twee dagen later ben ik op een mooie avond ten huize van Dirk Tanghe (56), alweer in de binnenstad van Gent. Zijn woonkamer biedt uitzicht op de Leie en de bijbehorende rondvaartbootjes. Het interieur maakt een feestelijke, luchthartige indruk: de verbeelding lijkt er aan de macht. Op de tafel waaraan we plaatsnemen, prijkt het onderwaterkonijn. Het is wit en van steen: roerloos zit het in een viskom voor zich uit te dromen, bezijden de werkelijkheid. Nattigheid deert het niet. Die aanblik geeft me de volgende vraag in: HUMO Dirk, hoe bevalt de realiteit je tegenwoordig? Dirk Tanghe «Vandaag ziet mijn toekomst er fantastisch uit – de engelen zijn weer neergedaald. Maar de tijd daarvoor was geen pretje: ik ben twee en een half jaar werkeloos geweest. Ik was Hansje zonder Grietje in een nachtelijk bos waarin geen lichtje in de verte brandde. Dat is nu anders, want maandag begin ik in HETPALEIS ‘De meeuw’ van Tsjechov te regisseren! »Toen ze me bij De Paardenkathedraal hadden afgedankt, kreeg ik overal te horen: ‘Jij, met jouw staat van dienst, vindt onmiddellijk weer werk.’ Wel, in Vlaanderen heb ik niet één aanbieding gekregen, en in Nederland ook niet. Núl!» HUMO Hoe zou dat komen? Dirk «Door mijn alcoholisme. Mensen gingen me steeds meer wantrouwen: ik had een reputatie, misschien ook wel omdat ik openlijk over mijn drankprobleem sprak. »Toen ik nog artistiek leider was verdiende ik netto 3.500 euro per maand, en daar leefde ik ook naar. Daarna kreeg ik een uitkering van 850 euro.»
Source: Humo Publication date: 22-5-2012 Nr
374 2 I 2 1
▲
kloppende hart ervan zou zijn theater zijn. Sjoerd «Bij het zien van zijn enthousiasme dacht ik wel: ‘Het begint weer.’ Mijn papa heeft héél veel dromen, en hij heeft ook veel te veel mensen nodig om ze te kunnen realiseren. Maar door zijn depressies en zijn uitzinnige buien zijn veel mensen bij hem weggegaan; ze konden niet met hem leven, en op den duur was hij alles kwijt. In De Paardenkathedraal moest alles bijvoorbeeld om budgettaire redenen veranderen, en mijn vader kan daar niet mee omgaan: hij wil ongehinderd zijn soort theater maken. Geld mag daarbij vooral geen probleem zijn – geld is iets dat hij nauwelijks begrijpt. Ooit verdiende hij heel veel, maar toen het hem goed ging gaf hij het nog sneller uit, bijvoorbeeld aan dure etentjes met zijn acteurs. »Het gaat hem altijd om de schoonheid van de dingen: daar brengt hij offers aan, ook al komt hij zelf nauwelijks rond.» HUMO Heb je weleens medelijden met hem gehad? Sjoerd «Vaak. Toen ik vier jaar geleden op het punt stond mijn toelatingsproef voor de academie te doen, zat hij hier totaal futloos in een fauteuil. ‘Ik stop met theater,’ zei hij, ‘ik ben het zat.’ Dat was het laatste wat ik op dat moment wilde horen, want ik had net aanmoediging nodig: ik wilde filmregie gaan studeren, een zeer onzeker beroep. Ik weet nog dat me toen een geweldig medelijden met hem overviel: de man die dat zei had altijd gelééfd voor het theater, en wat zag ik nu? Iemand die kapot was. Dat beeld maakte mij zo onzeker dat ik dat toelatingsexamen niet meer heb gedaan. »Ik ben dan naar NARAFI gegaan, de campus van de Hogeschool voor Wetenschap & Kunst in Brussel, waar je vooral de technische kant van film leert. Ik was geslaagd in het eerste jaar, maar die opleiding was niet wat ik wou. Het zou de KASK worden. Daar heb ik over mijn gevoelens leren praten, terwijl ik dat thuis nooit echt had gedaan. En ik durfde ineens gevoelens te benutten: op de begrafenis van mijn grootmoeder aan moederskant kreeg ik de behoefte om iets te maken over mijn grootvader. Ik zag een totaal machteloze man die niet meer wilde leven na de dood van zijn vrouw, en toen heb ik
D I R K & S J O E R D TA N G H E ▲
HUMO En wat deed dat met jou? Dirk «Het dwong me om te over-
140 I H U M O
ker gezegd dat theater levensnoodzakelijk voor je was. Dat klinkt altijd gepassioneerd, maar bedoel je letterlijk dat je niet kunt leven zonder theater? Dirk «Ik heb me al vaak afgevraagd of ik me nog met theater moest bezighouden. Gespreid over dertig jaar heb ik zo’n honderdtwintig voorstellingen gemaakt: dat is veel, en het gaat niet in je kouwe kleren zitten. Ik heb uitwegen gezocht, ik ben bijvoorbeeld gaan schilderen en boetseren, maar dat bleek voor mij niet voldoende om me, zoals Ibsen het noemt, te verwerkelijken. »Ik ben in de eerste plaats een verhalenverteller, en ik vertel het liefst voor een ruim publiek. Dat rui-
Dirk «Tien jaar nadat ik bij haar
was afgestudeerd, heeft Dora Van der Groen me gezegd: ‘Je maakt prachtig theater, maar wees niet zo moeilijk voor jezelf, en adem eens rustig in en uit. Ze zag een te grote passie in me, maar ik kan die niet zomaar wegdenken. Door ouder te worden kan ik ze wel beter bundelen. Vier jaar geleden heb ik in De Munt ‘La forza del destino’ van Verdi geregisseerd, en daar heb ik me aan de structuren gehouden, aan werkuren: van dan tot dan repeteren, dan eten, en daarna nog eens repeteren van dan tot dan. Vroeger kende ik geen begin en geen einde – ik ging eindeloos door, blééf maar wagons aan mijn locomotief hangen. Die totale overgave aan het toneel is beschamend.
Dirk: ‘Ik ben zo gelukkig en zo blij dat ik kinderen heb die mijn beste vrienden zijn. Ik heb ze jarenlang haast niet gezien... Maar wat brengt spijt je op? Niets.’
me publiek is nog altijd bang voor een toneelschrijver als Beckett, maar ik zou heel graag een double bill van hem brengen: ‘Wachten op Godot’ en ‘Happy Days’, voor de prijs van één ticket. Beckett is niet moeilijk! En al te veel ontzag voor die zogenaamd heilige teksten is mij vreemd – ik heb niets met zwaarte, en ook niets met acteurs die vinden dat alles zwaar moet zijn: álles is licht!» HUMO Acteurs die met je gewerkt hebben, weten dat je een laaiend regisseur bent, wat betekent: iemand die tijdens het regisseren altijd emotioneel in lichterlaaie staat.
»Kijk, het leven is een driepoot: je werk, je gezins- en familieleven, en de tijd waarin je jezelf rust gunt. Ik heb twee poten veronachtzaamd. Ik weet niet hoe Karin en ik het vroeger hebben gered met die drie kleine kinderen: dat gedoe met buggy’s, dat onophoudelijke gesleur van hot naar haar. Ik heb nog tegen haar gezegd: ‘We hebben een Mary Poppins nodig!’ Ze begon me op een bepaald moment emotioneel te chanteren, had ik de indruk: ‘Jij zit mooi in Nederland, en mij laat je hier met drie kinderen achter.’ ’t Wordt ontzettend moeilijk als zulke verwijten vallen.
»Ik wil niet meer uitgeput raken, maar mijn fantasie treedt onmiddellijk in werking als ik een stuk lees dat me bevalt – ik zie meteen van alles voor me, en de drang om dat in de werkelijkheid van het toneel om te zetten is onweerstaanbaar. Mijn verbeelding is uitermate associatief, en daardoor zie ik ook dingen die de meeste mensen niet zien: iets moois in een winkel van Zeeman bijvoorbeeld (lacht), iets van een paar euro dat veel duurder lijkt als je het in een bepaalde context laat zien. »Ik heb eigenlijk nooit een voorstelling gemaakt waar ik niet tevreden over was.» HUMO En die keer dat je het podium opliep om je tijdens de pauze publiekelijk te excuseren voor ‘De misantroop’? Grenst zo’n interventie nu aan het heroïsche of aan het krankzinnige? Dirk «Die voorstelling was niet klaar, maar ik heb ze later wel afgewerkt. Ik dacht toen ook: ‘Wat kan het theater-als-heiligdom mij schelen?!’ En dus: ‘Dames en heren, ‘De misantroop’ is niet af: de mayonaise is nog niet romig genoeg. Het spijt me.’ Ik wilde niet in première gaan, maar de folders en de affiches waren al gedrukt.» HUMO Als het slecht met je ging, had dat dan ook met je werk te maken? Dirk «Neen. Ik kan eigenlijk alles tot mijn bipolaire stoornis herleiden. Ik ben ermee geboren.» HUMO Wanneer is die stoornis voor het eerst bij je vastgesteld? Dirk «Toen ik eenentwintig was, na mijn eerste zelfmoordpoging. Ik heb er vier achter de rug. In een bos heb ik ooit honderd pillen genomen, ik viel neer, en ik werd weer wakker… Wilde ik wel dood? Waarschijnlijk niet, maar het leven dat ik toen moest leiden kon ik niet aan: drie kinderen, pampers, de emotionele chantage, en – weet je nog? – ik was toen ook ‘de wonderboy van het Vlaamse theater’, een verwachtingspatroon dat op den duur als een straf voor me was. Ook toen was ik niet met succes bezig. Mooie voorstellingen maken: dáár was het me om te doen, en nog altijd. »Met mijn theater wil ik natuurlijk ook iets over mezelf vertellen, en over mijn verleden. Ik wil op de hoogte zijn van het maatschappelijke reilen en zeilen – daarom lees ik drie kranten per dag. Ik wil de jeugd kennen, en weten wat er in
Source: Humo Publication date: 22-5-2012 Nr
374 2 I 2 1
▲
leven, en dat heeft me veel moeite gekost. Maar een aantal mensen heeft mij uit het slop gehaald: ik noem Johan Versele, die ook in ‘Me Will Always Be Me’ voorkomt. Ik woonde heel mooi in de Koninginnegalerij in Brussel, maar dat appartement kon ik me niet langer permitteren. Op Facebook schreef ik toen dat ik hulp nodig had om te verhuizen, en Johan bood zijn diensten aan – ik kende hem in het geheel niet. Ik dacht dat ik met een dweper te maken had, maar hij is vanaf onze allereerste ontmoeting onbaatzuchtig geweest, wat betekent dat hij mij graag zag. Hij heeft me ook financieel gesteund en emotioneel geholpen, want hij is zelf een ex-alcoholist. Toen het heel, heel slecht met me ging heeft hij me naar de ontwenningskliniek in Pittem gestuurd. »Ik heb in die tijd ook tal van theaters in Nederland en Vlaanderen aangeschreven, en níémand reageerde. Maar op een mooie dag kwam ik op de VRT toevallig Barbara Wyckmans van HETPALEIS tegen en van het ene kwam het andere: ik mocht ‘De meeuw’ regisseren! »Ik heb me gedurende die twee en een half jaar vooral genegeerd gevoeld. En een slachtoffer van roddel: ‘Pas op voor Dirk Tanghe! De drank!’» HUMO Je hebt flink ingenomen. Dirk «’t Is een ziekte. Ik schaam me niet voor mijn drankzucht, maar wel voor de schade die ik er anderen mee heb berokkend. Ik heb mijn kinderen erdoor in de steek gelaten. En mijn acteurs. »Nu ja, uiteindelijk stónden die producties er wel. Maar na vier uur repetitie moest ik alcohol hebben, en niet zo’n klein beetje. Drank was op dat moment levensnoodzakelijk! Nu sta ik al zeven maanden droog.» HUMO Is dat hoopgevend? Dirk «Ja. Ik voel me een heel ander mens. Maar ik weet niet wat er met mij gebeurd zou zijn als Barbara Wyckmans mijn pad niet had gekruist. Ik sta nog altijd niet voor mezelf in als ik geen lichtje in het duister zie. Oké, ik zou voor een appel en een ei in amateurtoneel kunnen regisseren, wat ik ook heb gedaan, omdat het soms op een appel en een ei aankwam. Maar ik wil toch vooral niet vergeten dat ik een professional ben.
Mary PoPPIns HUMO Je hebt in interviews al va-
D I R K & S J O E R D TA N G H E ▲
hun boekentas zit. En natuurlijk hou ik ook mijn eigen kinderen in de gaten: ik zou graag mijn zoon Wietse regisseren in ‘Torquato Tasso’. »Mijn zonen doen mij uiteraard ook aan mijn eigen jeugd terugdenken. In mijn studietijd bij Dora Van der Groen schreef ik op de plinten van mijn kamer in Antwerpen: ‘Ik kan het niet, ik kan het niet, ik kan het niet…’ Karin zei toen: ‘Je kunt het wel, je kunt het wél!’ Ik heb veel angsten doorstaan toen.» HUMO Je bent tot acteur opgeleid, maar je bent bijna altijd regisseur geweest. Is de zin om te spelen je ondertussen helemaal vergaan? Dirk «Ik heb het altijd spannender gevonden om andere spelers met een rol aan de haal te zien gaan – ik zag ze graag optimaal hun talent benutten, en daardoor bleef ik me ook een soort speler voelen, ook al zat ik dan aan de kant toe te kijken. »Maar zelf spelen? Ik weet niet of ik nog zou durven.»
Love yourseLf HUMO Toen je nog dronk, vond je
dan ook dat je te veel dronk? Dirk «O ja. Ook al omdat ik besefte dat ik loog en bedroog, en overal flessen verstopte. Op den duur kende ik het verschil tussen dag en nacht niet meer, je raakt geïsoleerd. Tijdens de repetities van ‘Camille Claudel’ zei ik tegen mijn spelers: ‘Zoals jullie gisteren die scène hebben gespeeld, zo wil ik ze vandaag opnieuw zien.’ ‘Maar Dirk, die hebben we nog niet gerepeteerd,’ klonk het. Kortom: de hoogste tijd voor een verblijf in een ontwenningskliniek. »Maar eerst ben ik in Nederland naar Solutions gegaan, een organisatie die zich met verslavingszorg bezighoudt. Ze wilden mij een tijdlang naar Engeland sturen, wat me wel aantrok, wegens al die mooie landschappen die ik mij van Engelse tv-series herinnerde. En zo kwam ik in 2006 in het fantastische Farm Place in Dorking terecht, waar Eric Clapton nog heeft gezeten. Ik verbleef in een prachtig landhuis met nog tien andere patiënten. Alle medewerkers, tot de dokters toe, waren er ex-verslaafden. De eerste dag had ik al geen zin meer in drank, en ik heb er ook geen last gehad van ontwenningsverschijnselen. Ik heb er veel gesport, en na een week voelde ik me al als herboren. »Normaal mag je daar maar vier weken blijven, maar ik heb nog 142 I H U M O
twee weken extra gevraagd. Dat was de mooiste tijd van mijn leven, want gaandeweg werd ik er weer het oorspronkelijke Dirkje.» HUMO En toch ben je hervallen. Dirk «Door mijn ontslag bij De Paardenkathedraal. Wegens besparingen moest dat opgaan in een ander theater, en dat kon ik niet verkroppen: ik wilde mijn identiteit, mijn persoonlijk behangselpapier, mijn eigen parfum, mijn hele zijn niet kwijt! Ze wilden mij zelfs intendant van DUS maken – De Utrechtse Spelen, dat grote overkoepelende theater – maar ik intendant? Dat klopt niet. Ik ben een theatermakertje. »En maandag begin ik er weer aan, in een goed draaiend theater als HETPALEIS. Er zal een prachtige brunch zijn voor alle medewerkers. Erna ga ik me met mijn acteurs en mijn regieassistente terugtrekken, en dan ga ik vertellen. Voor ik begin, moet iedereen een sticker op z’n mond kleven, want niemand mag iets zeggen. Op de tweede dag mogen ze dat wel, en dan kleef ik een sticker op mijn mond.» HUMO Echt waar? Dirk «En of.» HUMO Je spreekt meer over alcoholisme dan over je bipolaire stoornis. Ik heb gelezen dat zwaar drinken een symptoom van een bipolaire stoornis kan zijn: je drinkt om de depressie te verlichten, of anders om de manische high te prolongeren.
maar de drank zei meteen: ‘Ik ben je eten.’ Had ik zin in seks, dan zei de drank: ‘Ik ben die seks.’ En wilde ik gelukkig zijn, dan zei de drank: ‘Ik ben je geluk.’ Al mijn elementaire behoeften werden door alcohol vervangen. Dat drinken vind ik erger dan mijn bipolaire stoornis. En ik ben blij dat ik hervallen ben, want daardoor heb ik ingezien dat ik in een recordtijd een absoluut dieptepunt bereik als ik drink.» HUMO Hou je een beetje van jezelf? Dirk «Te weinig. Al hebben ze dat in Engeland wel proberen te leren: ‘Love yourself.’» HUMO In 2006 zei je in een interview: ‘Men zegt dat ik manischdepressief ben, maar dat geloof ik niet.’ Dirk «Dat was nadat ik afgekickt was in Engeland. (Proeft de woorden) Manisch-depressief… Eigenlijk waren die zogenaamd manische periodes gelukzalig, vroeger: ’t was hevig leven, eindeloos associëren, bruisen, en als ik klaar was met de repetitie begon ik al naar de volgende te verlangen. Theater is seks, drugs en rock-’n-roll – laat die drugs maar weg.» HUMO De Engelse essayist Charles Lamb schreef over zijn manische periodes in een brief aan de dichter Samuel Coleridge, die naar alle waarschijnlijkheid ook bipolair was, het volgende: ‘Zolang als het duurde, beleefde ik weken van het opperste geluk. Laat niemand zeg-
Dirk: ‘De Drank was mijn eten, mijn seks en mijn geluk’ Dirk «’t Zou kunnen, maar nu los ik die schommelingen op met één Cymbalta per dag. En ik ga één keer per maand naar mijn zeer goede psychiater. »Ik voel dat ik beetje bij beetje mijn trots terugkrijg. Toen ik nog dronk dacht ik: ‘Ik heb honger’,
gen dat hij de macht van de Fantasie kent, zolang hij niet gek is geweest.’ Fantasie schreef hij met een hoofdletter. Dirk «Zo is het, ja. En daar heb ik ook al het meest barre tegenovergestelde van meegemaakt: in deze kamer heb ik ooit een hand-
vol slaappillen geslikt, van machteloze woede. De aanleiding was een telefoontje van één van de verraders die mij uit De Paardenkathedraal had gezet: ‘Hé Dirkie, hoe gaat-ie? Ik ben in Gent. Gaan we lekker eten, saampjes?’ In een opwelling heb ik die pillen ingenomen en vervolgens mijn hele Paardenkathedraal-archief uit het raam gegooid, de Leie in. En ondertussen speelde ik loeihard Wagner: ja, ik had de regie helemaal in handen (lachje). De werking van die pillen voelde ik niet meteen, en toen ben ik ook al mijn kleren in de Leie beginnen te gooien – ingemaakte kast nummer twee was leeg. Toen ingemaakte kast nummer drie aan de beurt was – mijn cd’s – ben ik ineengezakt, en uren later toch nog wakker geworden. »Nu, ik heb nooit één seconde spijt gehad van die actie.»
PomPeuze Patser HUMO Wat dacht je, Dirk, toen je
zoon Sjoerd je zei dat hij een documentaire wilde maken over de toestand waarin je je toen bevond? Dirk «Ik vond het meteen goed. Een eerlijk voorstel ook. En hij heeft van mij volstrekt zijn zin mogen doen. »Ik vond het ook ontroerend dat hij die film wilde maken. Wat was het anders dan een huizenhoog teken van liefde?» HUMO Vond je het draaglijk om naar jezelf te kijken? Dirk «Ja. Ik kon toen niet anders denken dan: ‘Zo ben ik.’ Hij spreekt de waarheid in de voice-over: dat hij niet goed weet hoe het verder met me moet, en dat ik niet met geld kan omgaan. Nu ja, vroeger kon ik niet omgaan met geld, maar als je van een uitkering moet rondkomen, leer je dat vanzelf. Om een beetje bij te verdienen heb ik nog cuberdons verkocht op straat.» HUMO Dat zit ook in ‘Me Will Always Be Me’. Dirk «Ik ben zo gelukkig en zo blij dat ik kinderen heb die mijn beste vrienden zijn. Ik heb ze jarenlang haast niet gezien… Maar wat brengt spijt je op? Niets. Wat kon ik anders doen dan zeggen: ‘Jongens, ik heb een ziekte’? En dat kon ik uiteraard pas toen ze niet langer kinderen waren. We hebben ondertussen al vaak over mijn probleem gepraat, en dus ook over hun probleem met mij. »Mijn zoons zorgen voor mij,
Source: Humo Publication date: 22-5-2012 Nr
374 2 I 2 1
Sjoerd: ‘We houden allebei erg veel van menselijke gevoelens, ook van onze eigen opgekropte gevoelens, en van extreme gevoelens, en wat je daar zoal mee kunt doen – hij als theatermaker en ik als filmer.’
en Karin ook. Ze heeft een nieuwe vriend. Ik kon haar niet meer gelukkig maken. Maar nu gaat het zó goed tussen ons. »Ik heb Karin veel verdriet gedaan, misschien ook wel omdat ik een grote platonische liefde voor jongens voel.» HUMO Ik zie in deze kamer twee portretfoto’s van efeben. Dirk «De ene is mijn muze en de andere is mijn nieuwe Romeo. Toen ik negentien was heb ik dat al tegen Karin gezegd. Ze zei: ‘Dat leer ik je wel af.’ Uiteraard kun je je homoseksuele kant niet ongedaan maken. »Ik heb geen seksuele relatie met die jongens: het genoegen dat ik aan ze beleef is louter esthetisch. Mijn muze zie ik maar één keer per jaar, maar ik weet dat hij er voor me is, en dat is voldoende.» HUMO Je leeft alleen, maar ben je ook eenzaam? Dirk «Ja. Ik word elke dag alleen wakker. Ik heb zin in intimiteit, maar 22 MEI 2012
dan in een zeer vrij verband. Ik wil niet meer dat iemand me probeert te bezitten. En voor de rest ben ik geen jager, in tegenstelling tot mijn vader, die een vrouwengek was.» HUMO Wat was hij nog meer? Dirk «Ik heb nooit een ernstig gesprek met hem gevoerd, en hij heeft me nooit aangemoedigd. Het enige wat ik uit zijn mond te horen kreeg, was: ‘Je zult nog veel moeten leren, ventje.’ »Mijn ouders hadden een barslechte relatie. En vijf kinderen. Op mijn twaalfde speelde ik al voor dienstmeid: ik dweilde, ik schrobde en ik streek. En ik dekte elke ochtend de ontbijttafel. Mijn zussen hadden twee linkerhanden. Ik was al zeventien toen er thuis voor het eerst een badkamer met douche werd geïnstalleerd.» HUMO Je ouders waren toch niet arm? Dirk «Mijn vader was hoofdbediende bij Vanhaerents, een grote bouwonderneming. Hij was een figuur
van Molière, een pompeuze patser. En hij was bovenal een hamsteraar van kunst: thuis struikelden we over de schilderijen. Hij kocht ook stapels kunstboeken die hij nooit las: hij rook eraan. Ze zaten achter slot en grendel, want wij mochten ze niet inkijken. Met een schaar heb ik die kast ooit opengebroken, en er ging een wereld voor me open: Hiëronymus Bosch, de impressionisten, barok, Mondriaan… »Mijn vader was een plezierig man in een gezelschap, maar thuis zei hij geen woord. Op een middag – we zaten allemaal aan tafel – hield er een auto met aanhangwagen halt voor de deur: een enorme lading boeken. Mijn vader had de volledige bibliotheek van een onderwijzer uit Aartrijke opVan ‘Me Will Always Be Me’ is een dvd-release in aantocht. Alle info: facebook.com/ mewillalwaysbeme.
Source: Humo Publication date: 22-5-2012
gekocht. Hij heeft verdomme ooit een schouw gekocht uit het klooster van Cluny! Bijna zijn hele salaris ging op aan zijn passie: hebben. »Mijn moeder moest het ondertussen met weinig huishoudgeld rooien: we deden boodschappen en wat we hadden uitgegeven moesten we bij onze thuiskomst nauwkeurig in het huishoudboekje schrijven. Aan het einde van de dag moest de rekening kloppen met het bedrag dat mijn moeder voor één dag had uitgetrokken. Als de rekening niet klopte, werd ze hysterisch: ze heeft me nog uit m’n bed gehaald om drie uur ’s nachts, omdat er twintig frank ontbrak! ‘Waar is die twintig frank?!’ Achteraf bleek ze die centen zelf uitgegeven te hebben aan een blaadje van de vrouwengilde waarmee iemand aan de deur was geweest.» HUMO Hou je me nu voor dat je jeugd niet al te gelukkig was? Dirk «Ik verstopte me op zolder of in de kelder, en daar beleefde ik mijn eigen wereld. Van mijn moeder mocht ik heel veel: telkens als ik daar zin in had mijn kamer helemaal herinrichten, bijvoorbeeld. Ze hield heel veel van mij, maar ze is verbitterd geraakt. En ze heeft haar kinderen enorm emotioneel gechanteerd, zo van: ‘Als ik jullie niet had gekregen, dan had ik geschiedenis gestudeerd.’ Vre-se-lijk. »Alle stukken die ik tot nog toe heb gespeeld draaien om familie en om het gezin. Spanningen in zulke samenlevingsvormen ken ik heel goed. Ik zal ook nooit mijn roots vergeten, want ik gebruik ze voortdurend in mijn werk. »Ik heb een speciaal koffertje waarin ik onder andere een beetje as van mijn moeder bewaar, in zo’n doosje waar ooit een fotorolletje in zat. (Hij gaat het halen) Kijk, dit is haar as. Mijn moeder hield van water. Ze ligt in de Loire: ik heb een snuifje van haar in die rivier achtergelaten. Eerst pluk, koop of steel ik zeven bloemen – één bloem per gezinslid. Ik gooi die bloemen in het water, gevolgd door een beetje as, en dan denk ik één minuut aan haar. Ze ligt ook al in de Tiber en in de Seine. Dat ga ik net zo lang doen tot haar as op is. ’t Is een ritueel, waarop ik altijd ook enkele vrienden uitnodig. Toen ik nog dronk, dronk ik na de asverstrooiing champagne.» Rudy Vandendaele Foto’s Jelle Vermeersch H U M O I 143