Textuur presentatie aan groep G&B (dia 01 voorblad ppt) INLEIDING Ik volg al een tijdje het foto blog van Anne McKinnell, een Amerikaanse die haar leven radicaal om gegooid heeft en beroepsfotografe is geworden (dia 02 Anne). Ze trekt rond in de VS en haar foto’s spreken me aan. De onderwerpen zijn landschap en natuur, maar altijd met iets extra’s. In maart 2013 kwam zij met haar eerste Ebook (dia 03 kaft vh e-book) waarin de basisvaardigheden om tot betere foto’s te komen kort en krachtig werden uitgelegd, opgedeeld in 8 duidelijke en niet te lange hoofdstukken. Ieder hoofdstuk behandelt een heel specifiek onderwerp en wordt afgesloten met een paar foto-opdrachten. Door zo bezig te zijn met dat e-book kreeg ik het idee dat het ook voor de fotogroep leuk en nuttig kan zijn en heb ik het voorgelegd bij de foto commissie. Intro boek: In het boek wordt de vergelijking gemaakt tussen fotograferen en muziek maken. Fotograferen lijkt soms wat op het bespelen van een muziekinstrument. Wanneer je begint met het leren bespelen van bijvoorbeeld de piano (dia 04 piano), dan ben je eerst druk bezig met het leren kennen van alle toetsen, de pedalen en het leren lezen van het muziekstuk. Je aandacht gaat dus helemaal uit naar het aanleren van de techniek van het instrument en de bladmuziek. Je pianospel zal houterig klinken in het begin en er zal nog niet veel gevoel zitten in de melodie. Pas als je het instrument goed kent en je moeiteloos de muzieknoten leest, dan krijgt je spel een persoonlijk stempel en wordt het mooi om naar te luisteren. Dat zal pas lukken als de pianist niet meer hoeft na te denken bij de techniek van het spelen en dan de ruimte heeft om zijn gevoel in de muziek zelf te leggen waardoor het iets persoonlijks krijgt. Hetzelfde geldt ook voor de fotografie. Een fotograaf moet de techniek van zijn toestel beheersen en technische zaken in een foto begrijpen. Een beginnend fotograaf is nog druk bezig met alle knoppen en instellingen van het fototoestel: waar zit de witbalans, hoe kan ik inzoomen en waar is de iso-knop? Ook moet je een aantal fundamentele lessen kennen over compositie, begrijpen hoe licht invloed heeft en hoe kleur in een foto kan werken. Heel veel vragen die een rol spelen bij het maken van een boeiende foto. Pas wanneer je deze technische zaken min of meer onder de knie krijgt, kan je een verhaal in je foto leggen, een gevoel proberen over te brengen of een mooie sfeer in een foto vangen. Maar om nu eerst de hele handleiding van je fototoestel uit je hoofd te leren om zo alle knoppen te kunnen gebruiken, is beslist niet leuk. Het is ook niet leuk om eindeloos met alleen compositie bezig te zijn, zonder ook wat leuke technieken over andere onderwerpen te gebruiken. Het is leuker om een beetje van alles te leren en te oefenen om zo op ieder gebied steeds wat meer vooruitgang te boeken en dat is wat we op onze fotoavonden doen: een beetje van verschillende onderwerpen. Behalve technische zaken van het fototoestel en van de foto zelf, kennen we ook de thema’s waarbinnen we vaak fotograferen: landschapsfotografie of portret of stadsfotografie. Dat gaat over het hoofdonderwerp van je foto. Met je thema-foto wil je de kijker iets vertellen en zijn aandacht trekken en dit kan je op verschillende manieren doen: door opvallende kleuren, door een duidelijk lijnenspel of door mooie frames (omlijstingen) te gebruiken in je foto. In onze bijeenkomsten hebben we het al gehad over lijnen, we hebben gewerkt met (avond) licht en gezien wat zwart-wit fotografie kan doen. 1
Maar een minder opvallende manier om de aandacht van de kijker te trekken is het gebruik van textuur, het onderwerp van vanavond. Beginnende fotografen hebben de neiging om textuur over het hoofd te zien. Vaak proberen fotografen een hele omgeving in één beeld te vangen en zien ze daardoor de details over het hoofd. Maar hoe meer je je ogen traint om ook de details op te merken, des te interessanter zullen je foto’s worden. Wat is textuur precies? Op de site van het Nederlands fotomuseum kan je lezen dat textuur gaat over de buitenkant van materialen: de vacht van een hond, het glanzende metaal van een pan, de schil van een sinaasappel of het ruwe hout van een boom (dia 05 boombast). Het zegt dus iets over de eigenschap en het uiterlijk van dingen. Maar textuur doet meer, het kan ook een gevoel bij de kijker te weeg brengen. De vacht van een hond op een foto brengt een ander gevoel op de kijker over dan de textuur van een ruwe bakstenen muur (dia 06 vacht en muur). Hoe kan je textuur in een foto gebruiken? Er zijn verschillende manieren waarop je textuur kunt gebruiken. Textuur als onderdeel van een foto: Als je textuur bewust en goed inzet bij je fotografie, dan kan dit de aandacht van de kijker pakken, net zoals gewaagde kleuren of belangrijke lijnen dit kunnen doen. Je kan dit dus inzetten als een gereedschap om bewust te gebruiken in je foto. Je kunt proberen zo een bepaald effect in je foto te leggen. Textuur als enige foto-onderwerp: houd je van abstracte fotografie, dan kan je textuur als het enige onderwerp in je foto gebruiken; de textuur is beeldvullend en zal vaak een macro foto zijn om het grootste effect te bereiken. Textuur als een manier om je eigen foto samen te stellen: foto’s die bestaan uit alleen textuur maar minder interessant zijn als abstracte foto kunnen ook worden gebruikt als onderdeel van een andere foto, ze worden samengevoegd met een andere foto en gebruikt als extra laag gecombineerd met het hoofdbeeld. Zo kan je een foto creëren die meer jouw persoonlijke smaak weergeeft of een foto maken die anders niet mogelijk zou zijn geweest. Dit samenvoegen doe je o.a. in Photoshop door met lagen en maskers te werken. Op het internet zijn textuurfoto’s gratis te downloaden of te koop, voor mensen die hier veel mee werken. Er is hier een markt voor. Textuur fotografie als onderdeel van een foto is dus een middel om een interessante foto te maken. Het kan ingezet worden: 1. om details te benadrukken 2. voor extra drama in je foto 3. voor meer informatie over je foto 1. Zet je het in als middel om een detail te benadrukken dan speelt het oppervlak van het materiaal een hoofdrol in je foto, dan gaat het dus om het detail. Vaak zie je dan maar een klein stuk van je object en niet het geheel. (dia 07 deel paddenstoel) Wanneer deze techniek wordt gebruikt, dan gaat het vaak om een macro-foto zodat je heel dicht bij de textuur kunt komen en dit goed kan laten zien. Een goed onderwerp kiezen is hier dus van het grootste belang. Ook contrast in dit soort foto’s speelt een extra belangrijke rol, want hierdoor wordt het detail 2
van de textuur benadrukt. Zonder contrast wordt het detail minder goed zichtbaar en gaat het effect verloren. Licht dat van opzij komt is hierbij vaak het beste. De schaduwen die je dan ziet zullen de nadruk leggen op de details in de textuur. Ruwe oppervlaktes komen dan sterker over: wat je ziet lijk je bijna te kunnen voelen. 2. Textuur als middel voor extra drama dit zorgt ervoor dat er in je foto meer effect zit. Textuur is hier niet het meest belangrijke onderwerp, maar ’n onderdeel van het geheel om de foto extra krachtig te maken. (dia 08 kustlandschap) Het contrast van de textuur met de rest van het beeld zorgt ervoor dat de aandacht van de kijker getrokken wordt. Zorg er wel voor dat de textuur in harmonie is met de rest van de foto. Ruwe oude gordijnen in een setting van fijn kristallen glazen spreekt niet van harmonie, tenzij je bewust op zoek bent naar tegenstellingen in je foto. 3.Textuur als informatiemiddel: Hier wordt textuur gebruikt om informatie over het onderwerp van de foto over te brengen op wat de kijker ziet. Het is een meer verborgen element van de foto. Het speelt geen hoofdrol zoals bij textuur als detail en lijkt minder in het oog te springen zoals bij textuur als dramamiddel, maar het speelt ongemerkt wel een informatieve rol. (dia 09 raamkozijn). Hier zien we de textuur van het oude raamkozijn. Het laat je als kijker voelen dat dit een verwaarloosd raam is, de textuur vertelt ons, bijna ongemerkt, iets over deze foto. Het oog trainen om textuur te zien: Zoals ik in het begin vertelde zijn texturen minder opvallende elementen in een foto dan lijnen of kleuren. Je kan dit onderdeel dus makkelijk vergeten en je moet jezelf er dus bewust van maken dat ook dit een rol speelt in je foto’s. Je oog moet dus getraind worden om texturen op te merken en bewust te gebruiken (dia 10 oog en ondergrond). Om dit te bereiken kan je als oefening jezelf dwingen om alleen naar texturen te zoeken en de rest tijdelijk te negeren. Doe eens alsof er niets anders bestaat in je fotografie dan texturen. Wanneer je dan op zoek gaat naar textuur om dit te fotograferen, dan moet je dicht op je onderwerp gaan zitten. Dit doe je door vlakbij je onderwerp te staan of door het gebruik van een telelens. Let hierbij op de invalshoek, de hoek van de lens ten opzichte van je onderwerp. Probeer zo te staan dat je lens loodrecht op je onderwerp staat. Op die manier is het patroon van je textuur overal scherp. Een andere mogelijkheid is om je lens zo te houden ten opzichte van je onderwerp dat de voorgrond van het onderwerp dichter bij het einde van je lens is dan de achtergrond. Dit zal in de foto een gevoel van diepte geven (dia 11 bloesem). Je foto hoeft niet per se een uniform patroon te laten zien in de foto. Vaak zijn textuur foto’s boeiender om naar te kijken, wanneer er iets te zien is dat het patroon van de textuur doorbreekt (dia 12 bladeren).
3
Textuur is overal: Een voordeel van het fotograferen van texturen is dat je niet ver weg hoeft te gaan om ze te vinden, want textuur is overal om ons heen. Je onderwerp kan van alles zijn: stenen, afbladderende verf, roest of gras. Je kunt deze onderwerpen vlak bij huis vinden. Ga op zoek naar onderwerpen met veel details en patronen en kijk alleen daar naar. Isoleer de textuur uit haar omgeving, uit de elementen die je ook ziet, maar die afleiden. Nu gaat het alleen om het oppervlakte van de dingen en de eigenschappen die daarbij horen. Ideeën om goede texturen te vinden: Een oud fabrieksterrein waar veel rommel ligt is een ideale omgeving; verroest metaal, afbladderende verf en rommel is in het algemeen heel geschikt voor prachtige textuur foto’s (dia 13 roest). Bomen hebben ook vaak interessante patronen van bast. Kijk dan ook op de grond rondom een boom om te zien wat naar beneden gevallen is en geschikt kan zijn als onderwerp. Strand en zandduinen hebben interessante texturen. Probeer een deel te vinden waar geen planten of voetsporen te zien zijn. Je kunt je camera in een bepaalde lage hoek houden zodat de lijnen van hoek naar hoek lopen voor een meer levendige compositie ( dia 14 zand). Golven en bewegend water geven prachtige patronen en rimpelingen te zien, zeker in combinatie met schaduwen en reflecties is water een prachtig onderwerp (dia 15 water). (dia 16 samenvatting) De vraag is dus: hoe kan jij texturen gebruiken om jouw foto interessant te maken en wat voegen ze toe aan de sfeer van jouw foto. Foto opdrachten (1 kiezen vrij december; rest in Dropbox): Laat het onderwerp dat behandeld is een paar dagen door je hoofd spelen, bekijk de voorbeeldfoto’s en kijk een paar dagen om je heen met je ogen speciaal gericht op alleen textuur. Bedenk een aantal plekken waar je dit onderwerp kunt fotograferen en ga dan aan de slag. Maak een keuze uit onderstaande opdrachten (of doe ze allemaal!). (dia 17 opdrachten) 1. Maak een fotowandeling in de buurt waar je woont en ga op zoek naar texturen. Is het slecht weer, dan kan je ook binnen texturen gaan zoeken. Als je er eenmaal bewust naar op zoek bent, zie je ze overal. Fotografeer een textuur in een hoek van 90 graden (loodrecht op je onderwerp) en vul het hele frame (het hele fotobeeld) er mee, zodat het patroon in de foto vlak en uniform is en overal even scherp (denk aan je diafragma!). Voor wat voor soort textuur kies je? Wat zou je hiermee kunnen doen? 2. Zoek een textuur die op de grond ligt zoals rotsen of kasseien of zand. Ga zelf zo laag mogelijk op de grond zitten of liggen en fotografeer recht voor je uit, zodat een deel van je textuur vlakbij het eind van je lens is en een deel van je textuur verder weg. Probeer diepte te krijgen in je beeld. 4
3. Ga op zoek naar een textuur die je gebruikt als belangrijk onderdeel van een foto (zoals het voorbeeld van de paddenstoel). Het laat een deel van het object zien (macro) en het contrast speelt een rol. 4. Ga op zoek naar een textuur die drama geeft aan je foto, een onderdeel is van het hele beeld, geen hoofdrol. 5. Ga op zoek naar een textuur die informatie toevoegt aan je foto en vaak iets extra’s doet voor de sfeer van je foto (de moeilijkste opdracht?). En nu zelf op zoek: Met deze voorbeelden in ons achterhoofd, gaan we nu zelf aan de slag, maar wel zonder fototoestel. Ik heb texturen gefotografeerd in de Wegwijzer (dia 19) en het is nu aan jullie om in groepjes heel goed te gaan kijken om deze texturen te ontdekken. Ze zijn te vinden in de vrij toegankelijke delen van het gebouw, vooral binnen, maar ook een enkele foto buiten. Schrijf op het formulier wat het is en waar je het gevonden hebt. Straks komen we hier terug en kunnen we de antwoorden vergelijken. (dia 20 slot). Bronnen en extra informatie: McKinnell, Anne: The Compelling Photograph (Engelstalig e-book). http://annemckinnell.com/2013/07/25/best-of-the-week-textures2/#comments Nederlands Fotomuseum (link is verwijderd) http://www.nederlandsfotomuseum.nl/content/view/418/200/lang,nl/ Afbeeldingen: dia 01 boombast E dia 02 Anne McKinnell dia 03 kaft e-book Anne McKinnell dia 04 rechten vrij dia 05 eucalyptus boom E dia 06 rechten vrij 2x dia 07 rechten vrij dia 08 Marjan McKeough dia 09 rechten vrij dia 10 rechten vrij en E dia 11 E dia 12 vrij dia 13 Marjan McKeough dia 14 rechten vrij dia 15 rechten vrij dia 19 Wegwijzer E dia 20 vrij
5