Terugblik oprichting IVO De Opperd In dit document blikken we terug op het proces van de oprichting van De Opperd in verband met de sluiting van Ibn Ghaldoun.
De leerlingen van Ibn Ghaldoun De staatssecretaris van Onderwijs maakte in een brief aan de Tweede Kamer op 10 september 2013 bekend, dat hij de bekostiging voor de school voor Islamitisch voortgezet onderwijs Ibn Ghaldoun te Rotterdam per 1 november 2013 zou beëindigen. De aanleiding hiervoor was het Inspectierapport en de daarop volgende conclusie van het bestuur van de school dat de schoolleiding niet in staat zou zijn om de kwaliteit in zeer korte tijd te verbeteren. Door het besluit van de staatssecretaris dreigde de onderwijsloopbaan van de leerlingen van de school in de knel te raken. Op korte termijn moest een oplossing worden gevonden voor de ruim 600 leerlingen van Ibn Ghaldoun. De inzet daarbij was: recht doen aan het belang van de kwaliteit en de continuïteit van het onderwijs voor de leerlingen van Ibn Ghaldoun en recht doen aan de wens van ouders om te kiezen voor onderwijs met een islamitische signatuur. In grote lijnen kwam het erop neer dat de schoolbesturen van Rotterdam, verenigd in FOKOR en in goed overleg met de gemeente Rotterdam de keus hadden om: 1. de leerlingen van Ibn Ghaldoun te verdelen over de scholen voor VO in Rotterdam en omgeving; 2. een nieuwe school te starten voor de leerlingen van Ibn Ghaldoun in de gebouwen van de school.
Unieke samenwerking De genoemde partijen maakten de keuze om per 1 november 2013 een nieuwe school te starten, met een schone lei te beginnen en door kwalitatief goed onderwijs de leerlingen perspectief te bieden op een diploma met passende kwalificaties voor vervolgopleidingen en de arbeidsmarkt. Omdat de tijd tot 1 november normaal gesproken te kort was om een nieuwe school op te richten, de Ibn Ghaldoun-leerlingen opnieuw in te schrijven, personeel aan te nemen, een managementteam samen te stellen en alle randvoorwaarden in orde te maken, is in spoedoverleg besloten met alle onderwijspartijen in Rotterdam, samen met het ministerie van OCW en de Onderwijsinspectie, de handen ineen te slaan en de schouders eronder te zetten. Omdat deze samenwerking voldoende waarborgen voor de onderwijsloopbaan van de leerlingen inhield, besloot het bestuur van Ibn Ghaldoun het faillissement aan te vragen om de weg vrij te maken voor de nieuwe school. Wat ontstond was een unieke samenwerking. Nooit eerder in de geschiedenis van het Rotterdamse was het voorgekomen dat alle schoolbesturen en de gemeente Rotterdam zo gezamenlijk optraden. De grote besturen en de gemeente maakten medewerkers vrij om te kunnen deelnemen aan dit omvangrijke project.
1
De Opperd Doel van het project was om op 4 november de deuren te kunnen openen van IVO De Opperd, wat windstille ligplaats betekent. De samenwerkende schoolbesturen beschouwen de periode van 1 november 2013 tot 1 augustus 2014 als een overbruggingsperiode. Het doel is namelijk vanaf 1 augustus 2014 een nieuwe zelfstandige school voor islamitisch voortgezet onderwijs te realiseren.
De afspraken Vanzelf ging dit niet. Er moest een flink aantal randvoorwaarden ingevuld worden om te kunnen starten en tegelijkertijd moesten de financiële risico’s zoveel mogelijk beperkt blijven. Voor alle betrokken schoolbesturen en hun medezeggenschapsraden was dit laatste een absolute voorwaarde. Ook de gemeente Rotterdam, het ministerie van OCW en de Onderwijsinspectie stelden voorwaarden. Er is een samenwerkingsovereenkomst opgesteld tussen de Rotterdamse schoolbesturen (CVO, LMC en BOOR), het ministerie van OCW en de gemeente Rotterdam die op 2 oktober 2013 werd ondertekend. In deze overeenkomst, waarover in zeer korte tijd veel en uitvoerig onderhandeld is, zijn garanties opgenomen en afspraken over de nodige en passende inzet van de betrokken partijen. De hoofdlijnen van deze overeenkomst zijn: er wordt geprobeerd om zoveel mogelijk de leerlingen van Ibn Ghaldoun bij elkaar te houden, zo mogelijk in een tijdelijke nevenvestiging. De leerlingen krijgen de benodigde (extra) begeleiding. CVO-scholengroep Melanchthon leent de licentie uit om de bekostiging vanuit het ministerie en de gemeente mogelijk te maken. Schoolbesturen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het welslagen en dragen ook de eventuele financiële risico’s gezamenlijk. Dit laatste wordt nog uitgewerkt in een nadere overeenkomst tussen de schoolbesturen.
Financiële en andere toezeggingen De tijdelijke nevenvestiging maakt gebruik van de gebouwen van voormalig Ibn Ghaldoun, die de gemeente beschikbaar stelt. Personeel wordt onder verantwoordelijkheid van Fokor ingezet. De gemeente Rotterdam stelt behalve de gebouwen ook een bedrag per leerling beschikbaar voor de kosten van extra leertijd, gericht op hogere onderwijsresultaten. Vanuit het ministerie van OCW ontvangt de school vanwege de uitzonderlijke situatie per leerling eenmalig ook aanvullende bekostiging. Deze is bedoeld voor extra ondersteuning en lesuren om onderwijsachterstanden weg te werken. Dit bedrag komt bovenop de reguliere bekostiging. Het ministerie gaat akkoord met afsplitsing van Melanchthon per 1 augustus 2014. En niet onbelangrijk: zowel de Onderwijsinspectie als de gemeente heeft toegezegd dat de resultaten van de leerlingen niet meewegen in de verantwoording c.q. beoordeling. Afgesproken is dat voor 1 mei 2014 een evaluatie plaatsvindt met het oog op het nieuwe schooljaar en de zelfstandige toekomst van de school. Voor 1 november is een herziening van het RPO bij het ministerie ingediend, waarbij de aanvraag voor de nieuwe school per 1 augustus 2014 is ingediend. Alle Rotterdamse VO schoolbesturen hebben hier hun handtekening onder gezet. Omdat, zeker in het begin, het niet zeker is dat de gekozen weg van oprichting van een nieuwe school slaagt, is door Fokor een inventarisatie gedaan naar beschikbare plaatsen bij de Rotterdamse scholen voor het geval de leerlingen toch uitgeplaatst zouden moeten worden. 2
Regelmatig is in de Fokor-vergaderingen verslag gedaan over de ontwikkelingen. Herhaaldelijk is om steun gevraagd van andere schoolbesturen (en deze is ook toegezegd), bijvoorbeeld voor tijdelijke inzet van hun personeel. Uiteindelijk is hiervan geen gebruik gemaakt.
Personeel gezocht Het aanstellen van bevoegd, bekwaam en geschikt personeel is een enorme klus geweest. Eerst moest de vraag beantwoord worden op welke manier het personeel te werk gesteld kon worden op De Opperd. Overwogen is om het personeel via een uitzendbureau in te huren. Het belangrijkste nadeel hiervan waren de enorme kosten die dit met zich mee zou brengen. Maar personeel in dienst nemen bij de schoolbesturen zou een bedreiging voor het zittende personeel van deze besturen kunnen vormen. Het juridisch construct waaronder dit zou kunnen zonder financiële risico’s voor de Rotterdamse schoolbesturen bleef lang onduidelijk. Uiteindelijk is op 11 oktober 2013 door de stuurgroep gekozen voor het oprichten van een nieuwe stichting. Deze stichting vervult de werkgeversrol. Over de keuze van de constructie is veel juridisch advies ingewonnen en er is overleg gevoerd met de vakbonden, die met de gekozen oplossing hebben ingestemd door het afsluiten van een ondernemings-cao. Vanwege de risico’s voor de Rotterdamse schoolbesturen (in verband met mogelijk opvolgend werkgeverschap) werd besloten dat Randstad Onderwijs leidend zou zijn bij de selectie van de docenten. Na deze besluiten kon de werving pas echt goed starten. Alle oud personeelsleden van Ibn Ghaldoun zijn in de gelegenheid gesteld om te solliciteren en de meesten hebben dit ook gedaan. Vanwege de herkenbaarheid en continuïteit van het islamitisch georiënteerd onderwijs was het van belang dat een deel van het personeel van voormalig Ibn Ghaldoun aangesteld zou worden (mits bevoegd, bekwaam en geschikt). Een aantal heeft een aanstellingsassessment gedaan als er enige twijfel was. Daarnaast is via Meesterbaan geworven en konden sollicitanten reageren via Fokor. Dit heeft vele honderden reacties opgeleverd. De verwerking hiervan is een grote opgave geweest, evenals de puzzel van het maken van lessentabellen en roosters.
SIVOR opgericht De Stichting Islamitisch Voortgezet Onderwijs Rotterdam (SIVOR) werd opgericht op 18 oktober 2013 als bevoegd gezag van de tijdelijke school tot 31 juli 2014 en de nieuwe school met ingang van 1 augustus 2014. Het bestuur van SIVOR bestaat uit bestuurders van enkele Rotterdamse schoolbesturen, aangevuld met leden met een islamitische identiteit. Het personeel van de school wordt aangesteld bij deze stichting. Er is een samenwerkingsovereenkomst opgesteld tussen Melanchthon en SIVOR over de verantwoordelijkheden en inspanningen van beide partijen. In verband met de zorgvuldigheid, is ook hier stevig juridisch advies over ingewonnen.
3
De begroting Een groot punt van zorg was de financiële situatie. Ibn Ghaldoun was onder andere in financiële problemen geraakt door het onderwijsaanbod. De breedte hiervan in relatie tot het aantal leerlingen was in de ogen van deskundigen niet haalbaar. Daar komt nog bij dat er twee gebouwen in stand gehouden moesten worden. De financiële extra’s die De Opperd krijgt van de gemeente en het ministerie zijn speciaal bestemd voor leerlingbegeleiding en aanvullend onderwijs voor het wegwerken van achterstanden. De basis moet gefinancierd kunnen worden uit de reguliere bekostiging. Er zijn acht versies gemaakt van de begroting voor deze sluitend was en de school zo zuinig mogelijk zou kunnen draaien met voldoende personeel, ondersteuning en leermiddelen.
Faillissement Ibn Ghaldoun Op 8 oktober 2013 is Ibn Ghaldoun failliet verklaard. Daarop heeft de curator eerst geregeld dat de lessen tot aan de herfstvakantie konden doorgaan. Vervolgens zijn er na tussenkomst van de rechter afspraken gemaakt over het gebruik van de schoolgebouwen, de inventaris, de schoolboeken en de administratieve systemen die door Ibn Ghaldoun werden gebruikt. Het faillissement heeft voor stagnatie gezorgd in het proces van oprichting van De Opperd, omdat de curator de schooladministratie en de inschrijfformulieren van de opnieuw ingeschreven leerlingen in beslag had genomen.
Communicatiestrategie Een belangrijk punt van aandacht was een gezamenlijke communicatiestrategie. Belangrijke boodschap is dat er geen sprake is van een doorstart van de oude school. Er is een nieuwe situatie, een nieuwe school, grotendeels nieuw personeel, een nieuwe manier van werken. Ouders en leerlingen moesten tijdig en voldoende geïnformeerd worden, maar ook de Rotterdamse gemeenteraad en de Tweede Kamer. Door alles wat er gebeurd is op Ibn Ghaldoun ligt De Opperd onder het vergrootglas, zeker ook van de media. Twee keer was de school onderwerp van gesprek in de talkshow van Pauw en Witteman, waarbij in de tweede uitzending enkele ouders van Ibn Ghaldoun leerlingen zich zeer negatief uitlieten over de ‘reddingsoperatie’. De ouders en de leerlingen van Ibn Ghaldoun hebben een uitnodiging gekregen om zich op 7 of 8 oktober aan te melden voor de overbruggingsschool. Van de 631 leerlingen die aan het begin van het schooljaar bij Ibn Ghaldoun stonden ingeschreven, staan er 617 bij De Opperd ingeschreven. Afgesproken is dat er (op enkele uitzonderingen na) geen leerlingen worden ingeschreven bij andere schoolbesturen in Rotterdam en dat er tussentijds evenmin nieuwe leerlingen worden ingeschreven bij De Opperd.
Bijna alle leerlingen naar school Besloten was dat leerlingen niet toegelaten zouden worden op de school als er sprake was van betrokkenheid bij de examenfraude, het ontbreken van een vertrouwensbasis bij de ouders (zij die bewust oppositie hebben gevoerd tegen de nieuwe school) of extreem gedrag van de leerling (bijvoorbeeld bedreiging). Met de gemeente (Leerplicht) was afgesproken dat deze leerlingen zouden worden opgenomen door scholen in Rotterdam, zodat geen leerling het recht op onderwijs zou 4
worden ontnomen. Zij hebben een aanbod gekregen voor plaatsing bij een andere school. Met enkele ouders zijn schriftelijke afspraken gemaakt over hun loyaliteit aan de nieuwe school. Voor enkele ouders was dit onaanvaardbaar en er werden twee kortgedingprocedures aangespannen die op 5 november 2013 voor de rechter dienden. Aan de uitspraak is (uiteraard) gevolg gegeven en enkele leerlingen zijn alsnog toegelaten. Op 1 november zijn de leerlingen weer voor het eerst op school gegaan en hebben ze hun roosters gekregen. Velen waren blij er weer te zijn en elkaar te zien! Natuurlijk loopt nog niet alles perfect gelet op het korte voorbereidingsproces, maar De Opperd staat, en de leerlingen krijgen weer les. De komende maanden zullen de levensvatbaarheid van de nieuwe school – en die van het Islamitisch voorgezet onderwijs in Rotterdam – duidelijk maken.
Projectinrichting en organisatie Om alle werkzaamheden te verrichten om de overbruggingsschool De Opperd te realiseren en de continuïteit van onderwijs voor de leerlingen te garanderen werden een stuurgroep, een projectgroep en werkgroepen samengesteld bestaande uit leden vanuit de schoolbesturen CVO, LMC en BOOR en de gemeente Rotterdam. De projectgroep is op 19 september voor het eerst bijeengekomen. De eerste weken is veel tijd en energie gestoken in de eerdergenoemde samenwerkingsovereenkomst. Tegelijkertijd moesten allerlei praktische zaken ingericht worden en personeel aangetrokken. Daarom was het nodig dat iemand daar de dagelijkse leiding in zou nemen. Han Hordijk is op 30 september 2013 begonnen als kwartiermaker voor de periode tot 1 november 2013.
De stuurgroep In de stuurgroep namen onder voorzitterschap van Wim Littooij verder nog zitting de bestuurders Huub van Blijswijk (BOOR) en Marcel van der Knaap (LMC), en Ton Quadt, directeur van Jeugd en Onderwijs van de gemeente Rotterdam. De stuurgroep is in de periode eind september tot en met oktober 2013 wekelijks bijeengekomen.
De projectgroep en de werkgroepen De projectgroep bestond uit vertegenwoordigers van schoolbesturen en de gemeente Rotterdam. In de projectgroep, onder voorzitterschap van Han Hordijk, hadden zitting: - Arjen Toet en José Hofman (namens CVO) - Rolf van den Berg en Marian van Bergem (namens LMC) - Christa Thoolen, Gina de Visser en Ger Simjouw (namens BOOR) - Trudi Hofstede, Mary van Wieringen en Marian ’t Jong (namens gemeente Rotterdam). De projectgroep is in de periode 17 september – 4 november aanvankelijk wekelijks en vanaf oktober twee keer per week bijeengekomen. We zijn alle bovengenoemde collega’s erg dankbaar voor het vele werk dat in korte periode verzet is. Han Hordijk en Trudi Hofstede 5