Tel: +31 (0)30 284 98 00 Fax: +31 (0)30 284 98 01
[email protected] www.bdo.nl
BDO Accountants & Belastingadviseurs B.V. Postbus 4053, 3502 HB Utrecht Winthontlaan 2, 3526 KV Utrecht Nederland
Memo Aan Van Datum Betreft
InEen mr. M. (Marit) Heesen, mr. drs. N.T. (Nika) Stegeman-Kruijt en mr. M.P. (Matthijs) van Ooij 26 februari 2015 Btw in de ketenzorg
1. Achtergrond en doel van dit memo Zorggroepen en gezondheidscentra leveren ketenzorg aan patiënten met chronische aandoeningen en ontvangen hiervoor een integraal tarief, een koptarief of een GEZ-tarief. Sinds begin 2012 zijn volgens intern beleid van de Belastingdienst de zorggroepen en gezondheidscentra in beginsel btw verschuldigd over het deel van deze tarieven dat is bedoeld voor niet-medische verrichtingen: het overheaddeel van het integrale tarief of het (nagenoeg) gehele koptarief/ GEZ-tarief. Naar aanleiding van dit beleid van de Belastingdienst zijn Kamervragen gesteld. De ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Financiën hebben deze vragen in september 2012 beantwoord. Daarbij is aangegeven dat beide ministeries gezamenlijk naar een oplossing zullen zoeken, met als doel de btw-heffing te voorkomen. Het overleg tussen de ministeries is destijds opgeschoven in afwachting van de rechtbankprocedure die een zorggroep had aangespannen over de belastbaarheid van het overheaddeel in een keten-DBC. Momenteel zijn de ministeries wederom in overleg over de btw (ondanks de uitspraak van de rechtbank) om tot een oplossing te komen. De laatste stand van zaken is dat het de bedoeling is dat het overheaddeel van het integrale tarief, het gehele koptarief en GEZ-tarief zal worden vrijgesteld van btw. Concreter dan dit is het nog niet en ook staat niet vast wanneer deze regeling bekend wordt. We verwachten dat een vrijstelling niet met terugwerkende kracht zal worden ingevoerd en dus zeer waarschijnlijk louter zal gelden voor de toekomst. In 2014 is door een zorggroep een procedure gevoerd voor Rechtbank Noord-Holland met betrekking tot het integrale tarief dat deze zorggroep ontving in de keten-DBC (DMII). De rechtbank oordeelde op 10 maart 2014 dat het overheaddeel van het integrale tarief (dat bij de desbetreffende zorggroep achterbleef) belast is tegen het algemene btw-tarief. Tegen de hiervoor genoemde uitspraak van de rechtbank is hoger beroep aangetekend bij Hof Amsterdam. Daarnaast is een andere zorggroep in beroep gegaan en heeft haar situatie (keten-DBC DMII en COPD) voorgelegd bij Rechtbank Zeeland/West-Brabant. Het is nu nog niet bekend wat Hof Amsterdam in de eerste casus en Rechtbank Zeeland/WestBrabant in de andere casus zullen gaan beslissen. Daarnaast is de uitkomst van het overleg tussen de ministeries nog ongewis. In de tussentijd vragen veel zorggroepen en gezondheidscentra zich af wat te doen. Hierover worden verschillende berichten naar buiten gebracht en nemen zorggroepen/ gezondheidscentra en de Belastingdienst wisselende standpunten in. Naar aanleiding daarvan heeft InEen aan BDO gevraagd om met een duidelijke visie te komen over een plan van aanpak die zij kan delen met haar leden. Wij komen in dit memo aan die vraag tegemoet. Statutair gevestigd te Eindhoven en ingeschreven in het handelsregister onder nummer 17171188. BDO Accountants & Belastingadviseurs B.V. handelt tevens onder de namen BDO Accountants, BDO Belastingadviseurs, BDO Direct, BDO Global Outsourcing, BDO International Tax Services, BDO IT Audit & Security, BDO Tax Consultants. BDO Accountants & Belastingadviseurs B.V. is lid van BDO International Ltd, een rechtspersoon naar Engels recht met beperkte aansprakelijkheid, en maakt deel uit van het wereldwijde netwerk van juridisch zelfstandige organisaties die onder de naam “BDO” optreden. BDO is de merknaam die wordt gebruikt ter aanduiding van het BDO netwerk en van elk van de BDO Member Firms.
2. Ervaringen in de praktijk Diverse partijen hebben in het verleden actief de Belastingdienst benaderd om afstemming van de btw-positie van hun zorggroep of gezondheidscentrum. De houding en reactie van de Belastingdienst hierop is verschillend geweest, namelijk:
Een goedkeuring dat geen btw is verschuldigd. Een reactie dat wel btw is verschuldigd (over een deel), met de verplichting tot het indienen van btw-aangiften en afdragen van btw. Een reactie dat wel btw is verschuldigd (over een deel), maar met de goedkeuring dat vooralsnog geen btw-aangifte hoeft te worden ingediend en dat (pas of alsnog) btw afgedragen dient te worden als het ministeriële overleg/ de procedures tot de conclusie leiden dat de activiteiten btw-belast zijn.
De btw is kostprijsverhogend voor zowel zorgverleners als zorgverzekeraars. In principe is bij de afspraken met de zorgverzekeraars in het verleden geen rekening gehouden met eventuele btw. De zorgverzekeraars gaan inmiddels in hun contracten verschillend om met de mogelijke btw-heffing. Het lijkt erop dat de meeste zorgverzekeraars bereid zijn om (uiteindelijk en onder voorwaarden) de btw voor hun rekening te nemen, mits komt vast te staan dat de zorggroepen en gezondheidscentra btw verschuldigd zijn.
3. Advies voor de praktijk Het advies voor de praktijk is afhankelijk van de verschillende uitgangssituaties. Hierna beschrijven wij achtereenvolgens de acties in het geval dat: 1. u nog geen contact heeft gehad met de Belastingdienst; 2. u al contact heeft gehad met de Belastingdienst; 3. u al btw betaalt of moet gaan betalen. 3.1 U heeft nog geen contact gehad met de Belastingdienst Als u nog geen afstemming heeft gezocht met de Belastingdienst, heeft u naar onze mening maar één keuze, namelijk de btw-positie van uw zorggroep/ gezondheidscentrum voorleggen aan de Belastingdienst. Het is naar onze mening geen optie meer om nog een afwachtende houding aan te nemen en het btw-risico voor lief te nemen. Een afwachtende houding aannemen is namelijk alleen mogelijk als u zich op een pleitbaar standpunt kunt stellen dat geen btw-belaste prestaties worden verricht. Van een pleitbaar standpunt is sprake als aannemelijk is dat u op basis van verdedigbare standpunten (gebaseerd op rechtspraak en/of literatuur) meent juist te handelen door geen btw te voldoen. In feite kan slechts de rechter oordelen of inderdaad sprake is van een pleitbaar standpunt. Omdat literatuur (van schrijvers met autoriteit) over dit onderwerp ontbreekt, de Belastingdienst haar visie kenbaar heeft gemaakt en Rechtbank Noord-Holland een deel van de activiteiten van een zorggroep belast heeft geacht, is op dit moment een pleitbaar standpunt moeilijk te rechtvaardigen. Naar onze mening schrijft de huidige wet- en regelgeving daarom voor dat u actief richting Belastingdienst kenbaar zal moeten maken dat mogelijk btw is verschuldigd. Een actieve opstelling kan bovendien naheffingsaanslagen en hoge boetes voorkomen. Echter, ondanks ons advies om afstemming te zoeken, achten wij zeker argumenten aanwezig om te stellen dat u geen btw verschuldigd bent. Hierbij geldt dat de feiten en omstandigheden van de betreffende zorggroep/ het gezondheidscentrum doorslaggevend zijn. In dit kader adviseren wij u daarom niet zomaar aan de Belastingdienst te vragen om btwaangiften, maar juist de dialoog aan te gaan met de Belastingdienst (niet zozeer over de inhoud, maar over de procedurele kant van de discussie). Wij raden derhalve aan een brief te 2
zenden aan de Belastingdienst. Van belang is om daarin aan te geven dat u van mening bent dat geen btw verschuldigd is, maar gezien de berichtgeving graag in gesprek wilt gaan met de Belastingdienst. De inspecteur is formeel gebonden aan het landelijke standpunt van de kennisgroep van de Belastingdienst en zal waarschijnlijk als antwoord geven dat zij btw dient te heffen. Ervan uitgaande dat de Belastingdienst stelt dat btw verschuldigd is, is het advies om hierbij goede afspraken te maken met de Belastingdienst over het indienen van btw-aangiften. Hierbij kan als insteek worden gekozen om te proberen af te spreken dat uitsluitend btw hoeft te worden afgedragen voor toekomstige jaren (of bijvoorbeeld met ingang van 1 januari 2015). Daarnaast zou het verzoek aan de Belastingdienst kunnen zijn de btw-aangiften (voor verleden en toekomst) pas ingediend hoeven te worden op het moment dat de lopende procedures en/of het ministeriële beleid duidelijkheid bieden en daarbij de uitkomst is dat de activiteiten (deels) btw-belast zijn. In bijlage 1 bij dit memo hebben wij een voorbeeld tekst opgenomen voor een dergelijke brief aan de Belastingdienst. De Belastingdienst neemt over het algemeen een coulantere houding aan wanneer door een belastingplichtige zelf actief het gesprek wordt aangegaan. Bovendien hebben beide ministeries aangegeven tot een ‘btw-vrije’ oplossing te willen komen (voor de volledigheid: zoals aangegeven, heeft de uitkomst van het ministeriële overleg mogelijk slechts werking naar de toekomst toe). Naar onze mening is het daarom het meest praktisch om het doen van aangifte vooralsnog uit te stellen (in plaats van eerst de volledige aangifteplicht op te tuigen om deze vervolgens wellicht ongedaan te moeten maken). Indien de Belastingdienst niet mee wil werken aan het uitstel van indienen van btw-aangiften en besluit om toch btw-aangiften uit te reiken en/of naheffingsaanslagen op te leggen, dan is van belang om bezwaar aan te tekenen. Hiervoor verwijzen we naar paragraaf 3.3. Let op! Houdt uw zorgverzekeraar op de hoogte van de ontwikkelingen op het gebied van de btw bij uw zorggroep/ gezondheidscentrum. Zoals aangegeven in paragraaf 2 lijkt het erop dat de meeste zorgverzekeraars bereid zijn om (uiteindelijk en onder voorwaarden) de btw voor hun rekening te nemen. U doet er verstandig aan om voordat u de dialoog start met de Belastingdienst bij uw zorgverzekeraar(s) na te vragen welke voorwaarden zij hanteren (bijvoorbeeld verplicht in bezwaar en beroep). 3.2 U heeft al contact gehad met de Belastingdienst (geen btw) Als u de btw-positie van uw zorggroep/ gezondheidscentrum al expliciet heeft voorgelegd aan de Belastingdienst en daarbij een schriftelijke goedkeuring van de Belastingdienst is ontvangen dat over de tarieven geen btw hoeft te worden afgedragen, dan kunt u hieraan vertrouwen ontlenen en kan de Belastingdienst geen naheffingsaanslagen btw opleggen. Zolang deze goedkeuring ten minste niet is ingetrokken. De zorggroepen en gezondheidscentra kunnen deze goedkeuring daarom vooralsnog blijven toepassen en de heffing van btw achterwege laten. Daarbij moet men zich ervan bewust zijn dat de Belastingdienst de goedkeuring uit eigen beweging kan intrekken. Dit kan zij niet met terugwerkende kracht, maar enkel voor de toekomst. Daarbij zal de inspecteur een redelijke overgangstermijn in acht moeten nemen. Let op! Vaak is bij oprichting van een zorggroep/ gezondheidscentrum en inschrijving bij de KvK een brief ontvangen van de Belastingdienst met de melding ‘vrijgesteld’ en is aangegeven dat er geen verplichtingen zijn tot het indienen van btw-aangiften. Er zijn dan geen btw-aangiften uitgereikt. Dit betreft een standaardbrief van de Belastingdienst met in de aanhef “vaststelling belastingplicht”. De Belastingdienst geeft in de brief aan dat u in de administratie bent opgenomen en voor welke belastingmiddelen u aangifte moet doen. Voor de btw is daarbij in dit geval aangegeven dat een vrijstelling van toepassing is. Aan deze 3
brief kunt u niet het recht ontlenen dat de Belastingdienst de btw-positie heeft beoordeeld en van oordeel is dat uw zorggroep/ gezondheidscentrum geen btw hoeft af te dragen. U staat hiermee dus in dezelfde positie als in paragraaf 3.1 vermeld. Let op! Als u een mondelinge afspraak met de Belastingdienst heeft gemaakt, kunt u hier ook vertrouwen aan ontlenen. Aan een mondelinge afspraak wordt echter vaak minder waarde toegekend (aan een mondeling overleg met de Belastingtelefoon kunt u geen/ nauwelijks vertrouwen ontlenen). Bovendien brengt een mondelinge afspraak bewijsproblemen met zich mee. Wij adviseren u daarom om te proberen de mondeling gemaakte afspraken toch op schrift te krijgen van de inspecteur of de inspecteur zelf de gemaakte afspraken ter bevestiging schriftelijk toe te sturen. 3.3 U betaalt al btw of moet btw gaan betalen (bezwaar) Indien u al btw betaalt of moet gaan betalen is het van belang om in bezwaar te gaan tegen de af te dragen btw. Als uw zorggroep/ gezondheidscentrum geen of te laat bezwaar indient, dan heeft u later geen rechten, mocht een rechterlijke procedure tot een positieve uitkomst leiden. U kunt dus slechts btw terugkrijgen over de tijdvakken waarvoor tijdig bezwaar is gemaakt. Bij het ontvangen van naheffingsaanslagen over het verleden dient tijdig (d.w.z. binnen zes weken na dagtekening) bezwaar aangetekend te worden tegen de naheffingsaanslag. Met het indienen van het bezwaar u ook verzoeken om uitstel van betaling van de naheffingsaanslag. Indien periodiek btw-aangiften worden ingediend en btw wordt afgedragen is het (net als bij het ontvangen van een naheffingsaanslag) van belang om de rechten veilig te stellen en daarom tijdig – binnen zes weken na betaling – bezwaar aan te tekenen tegen de betaling van de btw op de ingediende btw-aangifte. Formeel dient voor elk aangiftetijdvak opnieuw bezwaar ingediend te worden. Wij adviseren om de Belastingdienst te verzoeken het ingediende bezwaar tevens aan te merken als bezwaar voor alle volgende nog in te dienen btw-aangiften. Let op! U hoeft alleen geen bezwaarschriften in te dienen over toekomstige tijdvakken als de Belastingdienst deze werkwijze schriftelijk aan u heeft bevestigd. Heeft u (nog) geen bevestiging, zorg er dan voor dat u voor elk tijdvak tijdig bezwaar blijft maken. Let wel, in deze situatie is uitstel van betaling niet mogelijk, dus u dient de btw in dit geval wel elk tijdvak te betalen aan de Belastingdienst. Dit is een verschil ten opzichte van een bezwaar tegen een naheffingsaanslag (waar wel betalingsuitstel mogelijk is, zie hiervoor). Dat komt omdat de btw een aangiftebelasting is. U maakt bezwaar tegen de betaling van de btw op aangifte. U moet dus eerst betalen en daarna kunt u bezwaar maken. Bij het indienen van het bezwaar adviseren wij u te verzoeken om het bezwaar aan te houden totdat duidelijkheid komt in de lopende procedures en/of het ministerie van Financiën met beleid komt. In bijlage 2 treft u een voorbeeld tekst aan om in uw bezwaarschrift aan de Belastingdienst op te nemen. Als u niet wenst te wachten en expliciet om een uitspraak op bezwaar verzoekt, dan zal – gelet op het standpunt van de Belastingdienst - het bezwaar waarschijnlijk worden afgewezen. Na het ontvangen van een afwijzende uitspraak op bezwaar dient u (binnen zes weken) hiertegen in beroep te komen bij de rechtbank en zodoende zelf een procedure te starten. Neem voor de start van deze beroepsprocedure contact op met InEen, zodat beroepszaken gestructureerd en gecoördineerd kunnen worden gevoerd. Let op! Als u de afgelopen jaren al btw heeft betaald, kunt u uiteraard bezwaar maken tegen de betaling op de laatste btw-aangifte (als dit korter dan zes weken geleden is betaald) en/of de toekomstige aangifteperioden. Tegen de aangiften die langer dan zes weken geleden zijn betaald, kunt u geen bezwaar meer maken.
4
4. Conclusie Als de btw-positie van uw zorggroep/ gezondheidscentrum nog niet is afgestemd met de Belastingdienst, dient u dit naar onze mening zo spoedig mogelijk alsnog te doen. Daarbij dient te worden aangegeven dat naar uw mening geen sprake is van btw-heffing en dat u graag in overleg treedt met de Belastingdienst. Wij adviseren daarbij om bij dit overleg een uitgebreide inhoudelijke discussie over de btw-heffing met de Belastingdienst vooralsnog uit te stellen, gezien de lopende procedures en het overleg tussen de ministeries. Advies is om nu eerst te proberen om de inhoudelijke discussie, de btw-plicht en de aangifteplicht uit te stellen totdat op dit punt duidelijk bestaat. Het overleg met de Belastingdienst zou zich op dit moment derhalve moeten richten op de procedurele kant van de zaak, namelijk:
stellen dat geen btw verschuldigd is; en indien de Belastingdienst stelt dat wel btw is verschuldigd: verzoeken om af te wachten tot duidelijkheid komt door procedures en beleid en daarmee verzoek indienen om aangifteplicht uit te stellen (als nog geen aangiften worden gedaan).
Als u reeds btw moet gaan betalen, al btw betaalt of een naheffingsaanslag heeft ontvangen, dan dient u niet te vergeten om binnen zes weken bezwaar aan te tekenen ter behoud van recht op teruggaaf van btw bij een gunstige rechterlijke uitspraak en/of beleid. Tevens is dan van belang om afspraken te maken met de Belastingdienst hoe praktisch om te gaan met het maken van bezwaar over toekomstige tijdvakken (als wel aangiften (moeten) worden gedaan). In de bijlagen treft u twee voorbeeld teksten aan die u kunt opnemen in uw brief (bijlage 1) en/of bezwaarschrift (bijlage 2) aan de Belastingdienst.
5
BIJLAGE 1
Voorbeeldtekst brief eerste afstemming
Hieronder treft u een voorbeeldtekst aan die u kunt opnemen in een brief aan de Belastingdienst als u nog niet eerder contact met de Belastingdienst heeft gehad en de dialoog omtrent de btw-positie van uw zorggroep/ gezondheidscentrum wenst te starten. Zoals wij in paragraaf 3.1 van het memo aangeven adviseren wij u niet zomaar te vragen om btw-aangiften en ook niet in te gaan op de inhoudelijke discussie. In uw brief dient u de feiten en omstandigheden van uw zorggroep/ gezondheidscentrum te omschrijven. Vervolgens kunt u het volgende tekstvoorstel opnemen: *** Btw-positie en nadere afstemming Zoals u weet vindt momenteel overleg plaats tussen het ministerie van Financiën en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de eventuele btw-heffing over (een deel van) de bekostiging in de ketenzorg, zowel over het integrale tarief, het koptarief als het GEZ-tarief. Beide ministeries hebben aangegeven te willen komen tot een situatie waarin geen btw wordt geheven over de bekostiging in de ketenzorg (antwoorden op Kamervragen in september 2012). Het ministeriële overleg heeft een periode stil gelegen, in afwachting van een lopende procedure. Deze procedure heeft geleid tot de uitspraak van Rechtbank NoordHolland op 10 maart 2014, nr. ECLI:NL:RBNHO:2014:1801. Tegen deze uitspraak is hoger beroep ingesteld bij Hof Amsterdam. Daarnaast is een beroepsprocedure gestart bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant (procedurenummer BRE 14 / 3201 OB). De ministeries hebben inmiddels laten weten de procedures niet langer af te wachten en hebben het overleg weer opgepakt, wat inmiddels in een vergevorderd stadium is. Wij hebben vernomen dat de ministeries een regeling gaan treffen waardoor geen btw is verschuldigd. Wij zijn van mening dat de bekostiging in de ketenzorg niet leidt tot enige btw-heffing. Wij hebben daarom tot op heden geen btw berekend, in aftrek gebracht en/of voldaan. Wij hebben vernomen dat de Belastingdienst een ander standpunt heeft, dat overeenkomt met voornoemde uitspraak van Rechtbank Noord-Holland. Wij wensen daarom graag met u in overleg te treden. Vooralsnog niet over de inhoudelijke vraag of daadwerkelijk btw verschuldigd is. Deze discussie loopt namelijk op een hoger niveau, te weten bij de ministeries en genoemde rechterlijke instanties. Met uw goedvinden schorten wij de inhoudelijke vraag graag op totdat het ministerie van Financiën en/of de rechter hierin (onherroepelijk) duidelijkheid biedt. Wel spreken we graag met u over de thans te volgen handelwijze. Wij verzoeken u goed te keuren dat wij vooralsnog geen btw-aangiften hoeven in te dienen, maar de btw-aangiften (voor verleden en toekomst) pas indienen zodra de lopende procedures en/of het ministeriële beleid duidelijkheid bieden en daarbij de uitkomst is dat de door ons verrichte activiteiten (deels) btw-belast zijn. Beide ministeries hebben zoals gezegd aangegeven tot een ‘btw-vrije’ oplossing te willen komen. Naar onze mening is het daarom het meest praktisch om het doen van aangifte vooralsnog uit te stellen, in plaats van eerst de volledige aangifteplicht in gang te zetten om deze vervolgens wellicht ongedaan te moeten maken. ***
6
BIJLAGE 2
Voorbeeldtekst bezwaarschrift
Hieronder treft u een voorbeeldtekst aan die u kunt opnemen in een bezwaarschrift tegen de betaling op eigen aangifte of tegen een naheffingsaanslag. Zoals wij in het memo aangeven adviseren wij u niet om reeds inhoudelijk de discussie te voeren. In uw bezwaarschrift dient u de feiten en omstandigheden van uw zorggroep/ gezondheidscentrum te omschrijven. U geeft vervolgens aan dat u het niet eens bent met de betaling van btw op de door u ingediende aangifte of de naheffingsaanslag en hiertegen bezwaar maakt. In het bezwaar dient u ook aan te geven tegen welk bedrag van de aangifte/ naheffingsaanslag u bezwaar maakt. Vervolgens kunt u het volgende tekstvoorstel opnemen: *** Motivering bezwaar en verzoek tot aanhouden Zoals u weet vindt momenteel overleg plaats tussen het ministerie van Financiën en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de eventuele btw-heffing over (een deel van) de bekostiging in de ketenzorg, zowel over het integrale tarief, het koptarief als het GEZ-tarief. Beide ministeries hebben aangegeven te willen komen tot een situatie waarin geen btw wordt geheven over de bekostiging in de ketenzorg (antwoorden op Kamervragen in september 2012). Het ministeriële overleg heeft een periode stil gelegen, in afwachting van een lopende procedure. Deze procedure heeft geleid tot de uitspraak van Rechtbank NoordHolland op 10 maart 2014, nr. ECLI:NL:RBNHO:2014:1801. Tegen deze uitspraak is hoger beroep ingesteld bij Hof Amsterdam. Daarnaast is een beroepsprocedure gestart bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant (procedurenummer BRE 14 / 3201 OB). De ministeries hebben inmiddels laten weten de procedures niet langer af te wachten en hebben het overleg weer opgepakt, wat inmiddels in een vergevorderd stadium is. Wij hebben vernomen dat de ministeries een regeling gaan treffen waardoor geen btw is verschuldigd. Wij zijn van mening dat de bekostiging in de ketenzorg niet leidt tot enige btw-heffing. Wij maken derhalve bezwaar tegen [OF] de betaling van btw op aangifte [OF] de naheffingsaanslag. Omdat de vraag over eventuele btw-heffing momenteel bij de ministeries van Financiën en VWS en genoemde rechterlijke instanties onder handen is, verzoeken wij u dit bezwaar aan te houden totdat het ministerie van Financiën en/of de rechter hierin (onherroepelijk) duidelijkheid biedt. Als u hiermee akkoord bent, verzoeken wij u dit schriftelijk aan ons te bevestigen. [IN HET GEVAL U REEDS PERIODIEKE AANGIFTEN INDIENT:] Tevens verzoeken wij u dit bezwaarschrift aan te merken als bezwaar tegen de aangiften die wij in de toekomst zullen indienen, zodat wij niet ieder aangiftetijdvak een bezwaarschrift hoeven in te dienen. Als u hiermee akkoord bent, verzoeken wij u ook dit schriftelijk aan ons te bevestigen. ***
7