Tehatex versus Kua Of, is elke vernieuwing ook een verbetering? Onderzoek naar wat docenten in de praktijk van het V.O. de beste vorm van kunstexamenvak vinden. Eind verleden jaar, vlak voor de zomervakantie, juli 2014, kregen wij via de nieuwsbrief van Vonkc, het bericht dat Staatssecretaris Sander Dekker heeft gereageerd op het advies van de verkenningscommissie uit juni 2012 ‘De kunst van het Nieuwe, vier disciplines, één doel’ aan OCW: ‘Alles blijft bij het oude: de examens ‘oude’ stijl en ‘nieuwe’ stijl blijven. Scholen mogen dus zelf blijven bepalen welke ‘stijl’ zij aanbieden aan hun leerlingen. De staatssecretaris zegt ook nog wat over de kunstvakopleidingen: er zijn knelpunten maar die moeten de opleidingen in samenspraak met betrokkenen zelf oplossen’. November 2014 vernemen wij dat het Strategische Beraad (waarin kunstvakdocentenverenigingen en kunstvakdocentenopleidingen verenigd) teleurgesteld zijn over dit besluit en de vaste Kamercommissie heeft gevraagd om de staatssecretaris ter deze te horen over zijn besluit. Net als Vonkc en het LKCA volgen wij dit proces kritisch en met belangstelling. Immers, wij doen er momenteel onderzoek naar. Wij zijn Karin Kolenberg en Karin Borgman docenten Beeldende Vorming en CKV op het Veenlanden College te Mijdrecht, en hebben de voor en nadelen van TEHATEX ten opzichte van Kunst Algemeen (KUA) onderzocht. Korte schets. Het Veenlanden College in Mijdrecht biedt al jaren een teken TEHATEX examen aan op alle niveaus, VMBO, HAVO en VWO. Dit tot grote tevredenheid van iedereen. De betreffende docenten tekenen hebben hier jarenlange ervaring in, waarderen het en er worden elk jaar goede resultaten behaald. Behalve dat de docenten handvaardigheid graag zouden zien dat er voor leerlingen ook een grotere mogelijkheid tot het doen van een examen in 3D zou zijn. Er is indertijd het verzoek bij directie neergelegd hier ook mogelijkheid voor te scheppen. Op de vraag hoeveel leerlingen er na de 2e/3e klas net zoals bij tekenen handvaardigheid zouden moeten kiezen werd aangegeven dat dit er per leerlaag minimaal zo’n 15 zouden moeten zijn. Na een aantal jaren navraag bij de leerlingen 2e klas mavo en 3e klas havo en vwo bleek dit aantal jaarlijks moeilijk te bereiken. Elk jaar zijn er wel een aantal leerlingen die voor het 3D werken gaan en hier passie voor hebben maar het aantal 15 per leerlaag is moeilijk haalbaar zodat het eindexamen in het 3D werken, het eindexamen handvaardigheid ´oude stijl´, steeds niet van de grond komt. Frustrerend, voor de leerlingen die het vak graag in de bovenbouw zouden willen blijven doen maar ook voor de docenten die het vak 3D met passie geven en elk jaar met lede ogen toezien dat het juist voor de gemotiveerde leerlingen stopt. Echter, bij navraag onder leerlingen lijkt het dat de leerlingen niet onwelwillend zijn t.a.v. het kiezen van het 2D of 3D werken per opdracht en daarmee het aangeboden krijgen van opdrachten waarbij het mogelijk is per opdracht te kiezen voor het uitvoeren in de 2e of 3e dimensie.
Dit zou ook mooi, consequent en logischerwijs aansluiten bij het theoretische gedeelte van het eindexamen TEHATEX ‘oude stijl´, de kunst- en cultuurgeschiedenis en beschouwing van de Beeldende Kunsten. Daarbij vindt de schoolleiding onderwijsvernieuwing, en dit vinden wij terecht, belangrijk. Hier kwam voor ons de vraag uit voort om het volgende te onderzoeken: Wat bevalt nu eigenlijk beter, in de praktijk van alle dag, TEHATEX oude stijl of het nieuwere KUA? Moeten we niet eens vernieuwen? Of verliezen we dan wat? We maakten een enquête en Vonkc was zo bereidwillig om ruimte te bieden op diverse docentenbijeenkomsten, waar we deze konden uitdelen. (Enquêtes bijgevoegd in de bijlagen)
Op de Kick-off VWO TEHATEX was de respons groot en de reacties hartelijk en gepassioneerd. Tehatex docenten willen over het algemeen Tehatex docenten blijven. Als voordeel wordt vooral de diepgang genoemd die je kan bereiken als er maar 1 discipline wordt gedoceerd. Men mist deze diepgang bij de KUA. Ook het Centraal Praktijk Examen en de nadruk op het praktijkwerk worden veel geroemd. Op de VMBO Kick-off bijeenkomst was de reactie vooral verbazing. KUA bestaat namelijk niet op VMBO niveau. De respons was dan ook heel klein. Wij constateren dat een doorlopende leerlijn voor leerlingen die van VMBO naar HAVO gaan, als je KUA geeft in de Havo, er dan niet meer is. Docenten van het VMBO geven niet aan dit een probleem te vinden, maar we hebben hen daar niet expliciet naar gevraagd. Zelf denken we wel dat het heel jammer is om deze aansluiting verloren te laten gaan. Op de KUA studiedag zijn de meeste docenten zeer enthousiast over hun vak. Het is voor een docent een heerlijk, en vooral een rijk vak om te geven! Dat wat bij de VWO Tehatex docenten als nadeel wordt gezien, het gemis aan diepte door de breedte van het vak, vinden deze docenten juist het grote voordeel! Vier disciplines, veel afwisseling, een brede ontwikkeling. Wij citeren: ‘door de vele disciplines lekker breed’ ‘l.l. hebben baat bij de breedte v/h vak’ ‘verbreding kunstdisciplines theorie: samenhang’ en ‘koppelen theorie + praktijk’ ‘inspirerende elementen’ en ‘het brede perspectief/kader voor ll’n: samenhang, maar ook invloeden van kunststromingen op elkaar zien’ ‘voor ll’n wordt meer aangeboden (ll’n zijn niet alleen geïnteresseerd in tekenen)’ ‘Grote voordelen: leerlingen krijgen een breed inzicht in een groot deel van de kunstgeschiedenis van 4 disciplines, en leren overeenkomsten tussen periodes en disciplines te zien. Oude stijl biedt “slechts” een kijk in een klein stukje , 1 thema; en is erg gericht op beschouwing, bij KUA is beschouwing een begin’ (een lerarenopleider) ‘wegens de breedte: de belangrijkste ontwikkelingen over een grotere periode , i.p.v. veel informatie over een klein stukje. Ook de reflectie/interpretatie heeft een meerwaarde boven de nadruk op het beschouwende van Tehatex’ ‘Het is een boeiend vak voor de docent omdat je een breder cultuurhistorisch kader onderzoekt en onderwijst’
‘alles wordt meer in een algemeen context geplaatst’ ‘breed, je kunt zelf de inhoud accentueren (i.t.t. thematische). Onze ll’n kiezen uit Kunst Beeldend, Dans, Drama, Muziek, dus dit past goed bij KUA’ Wel is er bij de KUA docenten grote zorg over de werkdruk (voor de leerlingen maar ook voor docenten), omdat de stof zo uitgebreid is. Deze zorg is er overigens ook bij Tehatex docenten; over de hele linie maken docenten zich druk over de grote hoeveelheid theorie die veel tijd opeist waardoor de praktijklessen in de verdrukking komen. Opvallend is ook het verschil tussen de uren theorie en praktijk. Alle docenten geven aan dat een verdeling 1:2 eigenlijk ideaal is maar veel docenten KUA komen uit op een 50/50 verdeling, dit komt doordat de stof zo uitgebreid is: ‘praktijk komt duidelijk in de knel/ tijd/ “waarde”oordeel)’ ‘Tja… weinig tijd voor praktijk (beeldend, theatraal, muzikaal)’ ‘Er is geen duidelijke stofafbakening.’ en ‘niet alle docenten zijn even goed ingewerkt in alle beeldende musische disciplines’ en deze school heeft voorkeur KUA ‘vanwege ons leerplan (vrije school)’ (net zoals Montessori, haar vorige school) ‘KUA is alleen maar theoretisch (maar je kan het veel praktijk gerichter aanpakken natuurlijk)’ (een lerarenopleider) Op de vraag wat de nadelen zijn van KUA t.o.v. ‘oude stijl’ antwoorden degene die het vak geven of gegeven hebben: ‘de breedte, doordat l.l. alle begrippenapparaten moeten beheersen. Het is té theoretisch’ ’te zwaar theoretische component SE + CE’ en ‘praktijk alleen SE’ ‘teveel verschillende disciplines’ en ‘teveel inhoud van specialisaties die je dan in huis moet hebben’ ‘moet misschien meer moeite doen aan de praktijk te linken’ ‘Het eigen maken/thuis raken in 4 disciplines is erg lastig voor leerlingen maar vaak ook voor docenten’ en ‘Het vak is vrij ingewikkeld geconstrueerd (bepaalde periodes zijn uitgesloten, bepaalde gebieden, ook soms invalshoeken, accenten enz. kunnen verwarrend werken’ maar ‘kwestie van gewenning denk ik’ en ‘voordeel en nadeel tegelijk: het vak vergt een flinke dosis kunsthistorische kennis van de docent’ (een lerarenopleider) ‘Veel te breed van stof en te veel invalshoeken, te veel kunstdisciplines met specifiek vakjargon’ ‘te breed, gefragmenteerd, onvoorspelbare examens, zeer veel bijscholing en blijvende onzekerheid over andere disciplines, leerlingen willen liever de diepte in i.p.v. de breedte’ ‘vastlopen op de breedheid, moeilijk voor te bereiden op het examen. Lastige examenvragen/taligheid’ ‘Voor de niet cultuurscholen waar alleen beeldend (of alleen muziek) wordt aangeboden sluit het niet goed aan bij het curriculum. Leerlingen missen de basis. Het is breed en niet diep’ en ‘ik weet vanuit havo, vwo en vanuit Cito (examen maken), dat verdieping daar m.n. in het VWO wel goed mogelijk is’ (overwegen terug te gaan, ook met de reden dat het bij KUA een enorme hindernis is om er combinaties van verschillende kunstvakken te maken; ‘3D is al lastig doordat alleen tekenlokaal beschikbaar is’) ‘ … niet aansluiten bij de belevingswereld v/d leerling’ ‘verbreding leidt waarschijnlijk tot vervlakking’
‘KUA is beperkter qua stof’ ‘de andere disciplines zijn minder eigen’ (docent KUA: praktijk beeldend havo 4-5) ‘teveel diepgang voor het VO’ ‘KUA=teveel’ ‘Oppervlakkig, alleen theorie – leren – knallen - stampen’ en ‘te klein gebied heel diep’ t.o.v. ’tehatex veel breder’ ‘het is heel veel werk voor de docent en voor de ll.’ (docent met 10 jaar ervaring “nieuwe stijl”)’ Expliciet als nadelen van TEHATEX t.o.v. KUA geven de KUA docenten: T.a.v. tehatex: ‘mis soms het bredere plaatje’ en ‘Jeetje, ik was wel voor een combi voor ll’n, maar ook voor docenten. Switchen van school is nu veel lastiger’ ‘minder samenhang met andere vakken’ De voordelen lijken de nadelen en omgekeerd. In de respons zochten en zoeken we vooral docenten die met alle twee ervaring hebben, die de vergelijking vanuit de praktijk kunnen maken. Er zijn behoorlijk veel docenten met ervaring in allebei. Docenten die ervaring hebben met beide vormen van kunstonderwijs geven bijna allemaal aan de TEHATEX, de ‘oude stijl’ dus, het beste te vinden. Wij citeren eerst de KUA docenten met ervaring in beide en hun voorkeur uitspreken voor eindexamen TEHATEX: ‘TEHATEX is overzichtelijker en meer gelijkwaardige normering theorie + praktijk’ t.o.v. ‘KUA meer interdisciplinair: maakt het om te geven omvangrijk en tijdrovend’ ‘Stof beter in tijd te behandelen en sluit meer aan bij vakgebied praktijk’ Vervolgens de citaten van de bijeenkomst kickoff VWO TEHATEX met voorkeur voor eindexamen TEHATEX: praktijk en theorie apart’ ‘CPE’ ‘diepgang, gedegen kwaliteit, breed’ ‘diepgang en vakinhoudelijk’ ‘meer diepgang, gerichter’ ‘interessante onderwerpen waarin ik geschoold ben’ ‘bij tehatex: meer diepgang mogelijk’ ‘tehatex gaat diep op KG in’ en ‘Het bevalt me prima’ en ‘Omdat het over beeldende kunst gaat en dat spreekt mij aan’ en ‘als er andere disciplines bijkomen komen er meer verbanden maar het blijft het ook oppervlakkig’ ‘meer kunsthistorische en kunstbeschouwelijke verdieping’ en ‘bovendien heb je niet met alle kunstvakken evenveel affiniteit’ ‘diepgang en toepassen van eclectisch visualiseren en hybride denken biedt genoeg uitdaging om specialist te worden in beeld en tijd’ ‘praktijk en theorie gescheiden fijn’ ‘specialiseren in vak-praktijk’
‘voorkeur tehatex, omdat dit naar mijn idee er voor zorgt dat leerlingen gerichter kunnen kiezen en daarnaast meer diepgang’ ‘overzichtelijke lesstof’ ‘meer tijd, niet te breed’ ‘Het CPE’ en ‘je praktisch werk maakt een substantieel deel uit van je examen (aldus een leerling)’ ‘Het CPE geeft ll’n de gelegenheid om echt te laten zien wat ze kunnen; door het gecommitteerde systeem is het goed beoordeelbaar (intersubjectiviteit) – de KG is zeer interessant en echt VWO’ ‘Tehatex, dit biedt een CPE; en verhoudingsgewijs meer gelegenheid om te verdiepen. Kunst Beeldend/Algemeen is zó breed dat het niet meer de diepte in kan gaan’ ‘Tehatex. Verdiepend. KUA wordt voor deel door CKV bediend’ Ook zijn er een aantal scholen die overwegen weer terug te gaan naar de ‘oude stijl’ TEHATEX examens. Dit komt omdat de examenresultaten erg achter bleven, werd ons op de bijeenkomst verteld. Wij citeren: ‘de leerlingen kunnen de hoeveelheid stof,die bij KUA gegeven wordt eenvoudig weg niet verwerken ‘ T.a.v. voordeel Tehatex: ‘verdieping beeldend: geen “last” van andere disciplines waar de leerling in principe niet voor wil kiezen’ en ‘Muziek als examenvak redeneert ook zo’ en ‘Wij hebben het “nieuwe” examen weer verruild voor wederom ’t “oude” tehatex’ en t.a.v. een mogelijk nadeel Tehatex: ‘ het algeheel cultureel verband (maar dat is niet realiseerbaar in de gegeven uren)’ Tenslotte; t.a.v. het 2D- en 3D werken in het eindexamenprogramma. Op de vraag: Hoe combineer jij 2D en 3D in het praktijkgedeelte van het examen? Heb je daar ideeën over? kwamen de volgende interessante citaten: Citaten van de KUA-docenten: ‘blijven gescheiden, thematisch zijn links denkbaar’ ‘praktijk staat los v/h theoretische deel en behandelt veelal maatschappelijke thema’s’ ‘Aanbod: één opdracht 2D, daarna 3D, themakeuze 2D of 3D, leerling bepaalt’ ‘Wisselend. Bijvoorbeeld: eerst 2 periodes groot modeproject van afvalmaterialen. Daarna schilderopdracht. Heel divers proberen aan te bieden binnen de mogelijkheden van de faciliteiten’ ‘geven in 4e opdracht met 3D, 5e lln laten kiezen’ ‘open opdrachten, ll’n laten werken vanuit concept en niet vanuit discipline’ ‘Niet. Die combinatie hoeft echter niet: veel KUA-docenten geven louter theorie, veel praktijkdocenten willen of durven geen KUA te geven’ (lerarenopleider) ‘We werken met modules 1. Ecco Homo 2. Helden en Heiligen 3. Verbeelding v/d Ruimte 4. Industriële vormgeving/of Mode 5. Kleur 6. fotografie 7. Mens en Machine. Ll doen per periode een module en maken hierbij een 2D en 3D werkstuk’ ‘vrije keuze opdrachten of 1 semester 2D, 1 semester 3D’ ‘per leerjaar één module 3D en ook wel per semester één opdracht 3d mogelijk vanwege techniek lokaal’ ‘1/2= 2D 1/2=3D’ (docent KUA: eindexamen praktijk beeldend havo 4-5)
Citaten van de TEHATEX VWO docenten : ‘mag ook 3D’ ‘raadpleeg SLO’ ‘Je moet weten wat het CPE toestaat, onduidelijk nu’ ‘CPE is vrij, mag dan alle 3 dus 2D/3D splitsing is er niet meer’ en ‘Je mag combineren in CPE en in de lessen; gewoon de ruimte geven’ ‘Als jullie directie niet naar een situatie wil van 2D en 3D zou een deel van het 2D programma ook 3D uitgevoerd kunnen worden. Het eindexamen tekenen (CPE) sluit het maken van 3D werk niet uit’ ‘BK=te+hv geperiodiseerd in de 4e, 5e/6e kiezen: te of ha. Zo leren ze in éxamenperiode’2/3 dim werken!’ ‘ll’n laten beslissen begin V 6 of zij Te / Ha eindexamen gaan doen’ ‘Voor praktijk leerlingen laten kiezen, zou handig zijn wanneer 1 docent beide kan begeleiden in 1 groot vaklokaal’ ‘Volgens mij kan je het integreren, minder vanuit het vak benaderen, meer vanuit de probleemstelling. De leerling kiest de vorm’ ‘Ik laat wel 3D toe in het Schoolexamen, bij uitzondering ook in CPE’ en ‘is natuurlijk discutabel, hopen dat de 2e corrector inziet dat we niet meer geheel vast kunnen houden aan 2D alleen binnen de huidige ontwikkelingen in de kunst’
Conclusie enquête resultaten De enquête laat volgens ons een lichte voorkeur zien voor de oude examens. Maar de HAVO TEHATEX docenten zijn niet geënquêteerd; bovenstaand geeft dus niet een volledig beeld. Vonkc heeft aangegeven hier geen stelling in te nemen. Elke school moet volgens hen zelf een afweging maken en beslissen welke vorm zij kiest. Mocht u alsnog uw visie willen geven; Vonkc is zo behulpzaam hierbij alsnog de vragenlijsten aan te bieden. Tenslotte, dit is een verkorte versie van ons onderzoek. Mocht u het gehele onderzoek willen lezen; u kunt dit bij ons opvragen via onze mailadressen, hieronder vermeld. Karin Kolenberg en Karin Borgman mei 2015 enquêtes graag naar
[email protected] en
[email protected]