Technische randvoorwaarden dg DIALOG BGT versie 7.0 Een beschrijving van de technische randvoorwaarden voor de installatie en het gebruik van dg DIALOG BGT versie 7.0
Definitief
Grontmij GIS & ICT
Grontmij Nederland bv Rotterdam, april 2014
Inhoudsopgave
1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.4.1 1.4.2 1.4.3
Inleiding en begrippen ................................................................................................... 3 Inleiding ......................................................................................................................... 3 Naamswijziging in dg DIALOG BGT ............................................................................. 3 Infrastructuur ................................................................................................................. 3 Begrippen ...................................................................................................................... 4 Referentie Omgeving .................................................................................................... 4 Ondersteunde Omgeving .............................................................................................. 4 Niet ondersteunde omgeving ........................................................................................ 4
2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.2 2.3 2.4 2.5 2.5.1 2.5.2
Technische componenten ............................................................................................. 5 Werkstation ................................................................................................................... 5 Hardware....................................................................................................................... 5 Ondersteunde omgevingen ........................................................................................... 5 Niet ondersteunde omgevingen .................................................................................... 5 Rechten op het werkstation .......................................................................................... 6 Licentie controle ............................................................................................................ 6 Oracle Client ................................................................................................................. 7 Netwerk ......................................................................................................................... 7 Citrix en VMWare .......................................................................................................... 7 Citrix .............................................................................................................................. 7 VMWare ........................................................................................................................ 7
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
Eisen Ruimtelijke Databases ........................................................................................ 8 Ondersteunde server omgevingen ............................................................................... 8 Characterset.................................................................................................................. 8 Database rechten bij installatie ..................................................................................... 9 Naamgeving van de database en schema’s ................................................................. 9 Grootte van de database .............................................................................................. 9 Database rechten bij gebruik ........................................................................................ 9 Support door Grontmij ................................................................................................... 9
4
Support of afstand ....................................................................................................... 10
5
Bijlage 1 ...................................................................................................................... 11
Pagina 2 van 11
Inleiding en begrippen
1
Inleiding en begrippen
1.1
Inleiding
Dit document bevat de technische eisen en randvoorwaarden voor een succesvolle installatie en een juiste werking van dg DIALOG BGT. Het correct kunnen functioneren van dg DIALOG BGT heeft een aantal harde eisen, het prettig kunnen gebruiken van de applicatie kent een aantal zachtere eisen. Het doel van dit document is deze eisen te omschrijven en zo nodig te verklaren. Dit document gaat uit van omgevingen die in de praktijk het meest voor komen. Uiteraard kan de omgeving van de opdrachtgever anders zijn dan in dit document wordt beschreven. Voor vragen kan contact worden opgenomen met de helpdesk van Grontmij via telefoonnummer 0800-0224401 of via
[email protected]. Er is een aparte handleiding beschikbaar voor de installatie van dg DIALOG BGT. Deze installatiehandleiding is te downloaden van de gebruikerssite van dg DIALOG BGT: https://software.grontmij.nl/producten/Topografie/Pages/Downloads.aspx.
1.2
Naamswijziging in dg DIALOG BGT
Vanaf versie 7 is ‘dg DIALOG BGT’ de officiële applicatienaam. Dit heeft functioneel geen gevolgen, het betreft alleen een naamswijziging van de applicatie. De oude naam dg DIALOG Topografie wordt functioneel niet meer gebruikt. Deze oude naam dg DIALOG Topografie wordt vooralsnog wel gehanteerd in: Registersleutels (als dg_DIALOG_Topography) Centrale locatie (als dg_DIALOG_Topography) Instellingenmap van de project (als dg_DIALOG_Topography) Oude documentatie
1.3
Infrastructuur
De programma’s worden geïnstalleerd in een door de gebruiker van dg DIALOG BGT opgezette ICT infrastructuur. Onder infrastructuur wordt verstaan: een coherente en consistente samenstelling van mensen, procedures, processen en middelen. Enkele uitgangspunten voor de infrastructuur zijn: Het netwerk is snel en robuust genoeg. De back-up en beveiliging is adequaat. Noodzakelijke patches en updates van hard- en software worden geïnstalleerd zodra een stabiele versie beschikbaar is. De samenhang van werkplek, netwerk, applicatie-, print- en databaseserver(s) is goed en functioneert zodanig dat standaardpakketten en toepassingen op een correcte en snelle manier werken. Er is bij de opdrachtgever voldoende kennis en capaciteit beschikbaar zodat de infrastructuur in goede conditie kan worden gehouden.
Pagina 3 van 11
Inleiding en begrippen
1.4
Begrippen
1.4.1 Referentie Omgeving Grontmij GIS & ICT ontwikkelt en test zijn applicaties in een bepaalde omgeving. In dit document wordt dat de referentie omgeving genoemd. Gebruikt de klant dezelfde onderdelen (operating system en database) en dezelfde versies als de referentie omgeving dan wordt dat uiteraard ondersteund. Geconstateerde problemen in deze omgeving zullen binnen het supportcontract worden opgelost. 1.4.2 Ondersteunde Omgeving De ondersteunde omgevingen zijn de combinaties van onderdelen waar de applicatie zou moeten werken. Mogelijk is de specifieke combinatie niet getest. Geconstateerde problemen in de ondersteunde omgevingen zullen binnen het supportcontract worden opgelost.
1.4.3 Niet ondersteunde omgeving Niet ondersteunde omgevingen bevatten onderdelen waarvan bekend is dat dg DIALOG BGT niet correct functioneert, of waarvan de ondersteuning niet gegarandeerd kan worden. Grontmij biedt op deze omgevingen geen support.
Pagina 4 van 11
Technische componenten
2
Technische componenten
2.1
Werkstation
dg DIALOG BGT is een reken- en opslagintensieve applicatie. Een snelle CPU, veel geheugen en een snelle locale disk versnellen de applicatie. De applicatie werkt op de minimale eisen van het OS maar is sneller en prettiger in het gebruik als er meer geheugen in het systeem beschikbaar is en het systeem beschikt over een lokale harde schijf voor tijdelijke bestanden en projecten. Bij gebruik van netwerkschijven is de snelheid van het netwerk erg bepalend voor de performance van de applicatie. Algemene eisen aan het werkstation: Op de werkplek functioneert een geactualiseerd besturingssysteem. Met geactualiseerd wordt bedoeld dat alle patches en updates zijn geïnstalleerd. 2.1.1 Hardware dg DIALOG BGT gebruikt op dit moment maar één CPU voor de applicatie zelf. Toch zijn werkstations met meerdere CPU’s aan te raden. Het OS legt dan andere applicaties op de andere CPU’s. Aanbevolen wordt een werkstation te gebruiken met tenminste de volgende hardwarecomponenten: 4 GB RAM 50 GB Disk ruimte Dual 2 GHz CPU (vanaf Pentium III en Athlon) 2.1.2 Ondersteunde omgevingen De ondersteunde besturingssystemen zijn: Windows XP SP3, 32 bit (referentie omgeving) Windows 7 32 bit Windows 7 64 bit (in 32 bit mode) 2.1.3 Niet ondersteunde omgevingen dg DIALOG BGT werkt niet op Windows XP SP2 en eerdere versies. Windows Vista wordt niet ondersteund. De eerste testen met Windows 8 zijn succesvol verlopen, maar Windows 8 wordt nog niet officieel ondersteund.
Pagina 5 van 11
Technische componenten
2.1.4 Rechten op het werkstation Rechten tijdens installatie: Voor de correcte installatie van de applicatie moet het installatieprogramma rechten hebben op het werkstation. Naast de lees- en schrijfrechten in het bestandssysteem zijn ook lees- en schrijfrechten nodig in de registry. Raadpleeg hiervoor de installatiehandleiding. Rechten tijdens het gebruik van dg DIALOG BGT Bij het gebruik van de dg DIALOG BGT zijn rechten nodig op het werkstation. Naast leesschrijfrechten voor tijdelijke bestanden en projecten, zijn ook lees- schrijfrechten nodig in de registry in de takken: HKEY_LOCAL_MACHINE/Software/Grontmij HKEY_CURRENT_USER/Software/Grontmij Als tijdelijke directory gebruikt dg DIALOG BGT de door het OS aangewezen directory. Voor een goede performance van de applicatie wordt aangeraden een directory op de lokale schijf te gebruiken. dg DIALOG BGT kent een gedeelde “centrale locatie” voor alle installaties van dg DIALOG BGT binnen een organisatie. Deze “centrale locatie” kan door de gebruiker toegekend worden. Gebruikelijk is een directory op het netwerk te kiezen waar alle gebruikers lees- en schrijfrechten nodig hebben.
2.2
Licentie controle
Een licentie is leverbaar in twee uitvoeringen, een "stand-alone" of een "floating" licentie. Stand alone lock Stand alone licenties worden geleverd met een USB hardware lock (afmeting 4,5 x 1,5 cm) voor elke individuele licentie, welke wordt geplaatst op de betreffende PC. Hardware locks eisen een vrije USB poort. Netwerklock Floating versies, voor gebruik in een netwerk, worden geleverd met één hardware lock (afmeting 4,5 x 1,5 cm) voor alle beschikbare licenties. Een floating versie biedt een vrije keuze van werkplek, dat wil zeggen, niet gekoppeld aan de plaats van het hardware lock. Bij gebruik van floating versies is het aantal gelijktijdige gebruikers beperkt tot het aantal verkregen licenties. Netwerk locks gebruiken een licentieserver waarop het lock via USB wordt aangesloten. De werkstations hebben toegang nodig tot het netwerk en de licentieserver. De licentieserver (bij voorkeur een server) moet een USB poort hebben voor het lock. Mocht de server niet voldoen aan de systeemvereisten, dan is het mogelijk om het lock op een lokale PC te plaatsen. De lokale PC dient dan als lockserver en dient te allen tijde benaderbaar te zijn. LET OP: Het lock werkt niet op een Novell, Unix of NT server vanwege de beperkte ondersteuning van de USB. Als de lockserver een VMware Virtual Machine is kan enkel gebruik worden gemaakt van het lock als deze op een USB hub is aangesloten. Een werkende voorbeeld toepassing is hierbij een lock op een USB Anywhere Hub. Op de PC die gaat dienen als lockserver dient SuperProNet Security Server te worden geïnstalleerd. Zowel de floating als de vaste licentie gebruiken de Safenet Sentinel Protection Installer, versie 7.6.1 of hoger. Meer informatie over de server installatie daarvan verwijzen we naar de installatie handleiding van dg DIALOG BGT.
Pagina 6 van 11
Technische componenten
2.3
Oracle Client
Bij gebruik van Oracle Locator of Spatial moet het werkstation voorzien zijn van een Oracle provider voor OLE-DB versie 9i of 10g. Geadviseerd wordt de versies van de database en de client gelijk te houden. Bij een database server versie 10.2.0.x wordt dus geadviseerd een client op het werkstation te installeren met versie 10.2.0.x. Voor Oracle 10 is 10.2.0.4 de minimale versie voor 32 bits systemen, en 10.2.0.5 de minimale versie voor 64 bits systemen.
2.4
Netwerk
Het netwerk draagt zorg voor de verbinding tussen de hiervoor benoemde technische componenten. De snelheid tussen de benoemde componenten is 100 MBit per seconde of hoger. De netto of daadwerkelijke doorvoersnelheid op het netwerk mag niet exorbitant vertraagd worden door bijvoorbeeld routering, switching of remote connecties.
2.5
Citrix en VMWare
Steeds meer organisaties gebruiken uitbreidingen op het OS zoals Citrix en VMWare. Grontmij kan deze omgevingen slechts beperkt ondersteunen omdat deze software bij Grontmij niet gebruikt wordt. Bij storingen of andere problemen zal geprobeerd worden het gemelde probleem te reproduceren buiten deze omgevingen. Alleen als het probleem buiten Citrix en VMWare gereproduceerd kan worden wordt de melding afgehandeld als reguliere support. Installatie onder citrix of VMWare kan plaatsvinden onder de volgende condities: Er is voldoende kennis beschikbaar bij de klant. De belasting van de server wordt afdoende bewaakt en gestuurd, zodat gebruikers van dg DIALOG BGT een goede respons verkrijgen. Er worden voldoende rechten gegeven aan eindgebruikers, denk bijvoorbeeld aan toegang tot registersleutels. 2.5.1 Citrix Bij Citrix wordt een server gedeeld over (vele) verschillende gebruikers en zijn de bestanden veelal opgeslagen op een netwerk opslagsysteem. De applicatie beschikt dan veelal over veel minder systeemtijd en ook de snelheid naar het bestandssysteem is minder dan op een dedicated Workstation. Netto kunnen de beschikbare resources van het werkstation dan onder de systeemeisen uitkomen. Interactief gebruik en performance Dg DIALOG BGT is een relatief zware, interactieve, grafische applicatie. Het gebruik van thin clients levert een vertraging op in de bediening van de applicatie. Dit kan storend zijn voor interactief werken bij een grafisch intensieve applicatie zoals dg DIALOG BGT. Rechten De referentie omgeving waarvoor dg DIALOG BGT ontwikkeld wordt is een werkstation met een enkele gebruiker. Het kan zijn dat de applicatie niet verwacht dat bestanden of database verbindingen op het zelfde systeem gebruikt worden door een andere gebruiker. 2.5.2 VMWare Bij VMWare wordt een server of werkstation gedeeld over (vele) verschillende virtuele susystemen. De applicatie beschikt dan veelal over veel minder systeemtijd en ook de snelheid naar het bestands systeem is minder dan op een dedicated werkstation. Netto kunnen de beschikbare resources van het werkstation dan onder de systeemeisen uitkomen.
Pagina 7 van 11
3
Eisen Ruimtelijke Databases
Met de uitbreidingsmodule ‘Spatial’ van dg DIALOG BGT is het mogelijk een centrale database te gebruiken voor het opslaan en beheren van geografische data. De volgende ruimtelijke databases worden ondersteund: Oracle Spatial / Oracle Locator. De opdrachtgever dient voor de installatiecomponenten van Oracle Spatial/Locator te zorgen. Na installatie dient nog wel een ruimtelijke database geconfigureerd te worden. Hiervoor kan o.a. gebruik gemaakt worden van de applicatie SpatialTool (zie paragraaf 3.2).
3.1
Ondersteunde server omgevingen
Oracle Locator is standaard aanwezig in Oracle, dg DIALOG BGT gebruikt alleen Locator functies. Oracle Spatial is dus niet vereist voor het gebruik van de ruimtelijke database met dg DIALOG BGT. De ondersteunde omgevingen zijn:
Oracle 9 XE met Locator Oracle 9 met Locator Oracle 9 met Spatial Oracle 10 XE met Locator Oracle 10 met Locator Oracle 10 met Spatial (referentie omgeving) Oracle 11 met Locator, alleen voor 2D schema’s! Oracle 11 met Spatial, alleen voor 2D schema’s!
Oracle 11 wordt alleen ondersteund voor 2D schema’s. Bij de release van versie 7.0.0 is bekend dat Oracle 11 in combinatie met 3D schema’s niet goed werkt. Deze configuratie wordt dan ook niet ondersteund.
3.2
Characterset
Grontmij gaat uit van de standaard characterset WE8MSWIN1252. Hiermee worden alle gangbare tekens in de voor de BGT benodigde teksten (vooral openbare ruimtes) goed ondervangen.
Pagina 8 van 11
Eisen Ruimtelijke Databases
3.3
Database rechten bij installatie
Voor het inrichten van de database van dg DIALOG BGT zijn eenmalig rechten nodig voor het maken van tabellen, indexes, sequences en stored procedures. Deze rechten zijn nodig bij het uitvoeren van SpatialTool. Het zijn de rechten “resource” en “connect” en de volgende privileges: “create table” “create any procedure” “create any index” “create any indextype” “create sequence” “create any trigger” “create session” “create view” “unlimited tablespace” In Bijlage 1 zijn de benodigde rechten als deel van een script opgenomen.
3.4
Naamgeving van de database en schema’s
dg DIALOG BGT heeft niet verplicht een dedicated database nodig, een bestaande database mag ook gebruikt worden. Ook de naamgeving van de benodigde schema’s is vrij te kiezen (vaak zal dat een naam zijn zoals GBKN, KAD, BGT, IMGeo, TOP10, etc.). Dit geldt dus zowel voor een test- als productieomgeving. Ook is het aan de databasebeheerder om per schema (of combinatie van schema’s) een tablespace op te voeren.
3.5
Grootte van de database
Het is moeilijk aan te geven hoeveel ruimte vereist is voor de opslag van gegevens in de ruimtelijke database. Dit is sterk afhankelijk van de aard van de data, het aantal objecten en het aantal unieke punten in de dataset. Als richtlijn kan uitgegaan worden van de volgende referentiegegevens: Voor een grootschalige topografie database van kleinere gemeentes (60 km² en 45.000 inwoners) moet ongeveer 1.5 GB worden gereserveerd. Voor de database van een grote gemeente (350 km² en 650.000 inwoners) moet ongeveer 20 GB worden. De tijdelijke tablespace moet minimaal 2 GB zijn.
3.6
Database rechten bij gebruik
dg DIALOG BGT heeft bij het gebruik rechten nodig voor het maken, verwijderen en verwerken van tabellen en indexes daarop.
3.7
Support door Grontmij
De verbinding naar de database moet getest kunnen worden met SQLPlus of een vergelijkbare applicatie op het locale werkstation.
Pagina 9 van 11
4
Support of afstand
Specifieke problemen met dg DIALOG BGT kunnen vaak alleen in de omgeving van de klant gereproduceerd worden. Om goede support te kunnen bieden voor dit soort problemen, is het van belang dat Grontmij mee kan kijken in de omgeving van de klant. Hiervoor maakt Grontmij gebruik van NetViewer van Citrix (zie: http://www.netviewer.com/en/ ). Eventueel kan een soortgelijke applicatie van de klant ook volstaan. Voor goede ondersteuning door Grontmij moet de klant het meekijken met netviewer of een alternatief kunnen ondersteunen en toestaan.
Pagina 10 van 11
5
Bijlage 1
Database grants voor dg DIALOG BGT $schema_naam is hier de Oracle user voor dg DIALOG BGT grant grant grant grant grant grant grant grant grant grant grant grant grant
"CONNECT" to $schema_naam; "RESOURCE" to $schema_naam; create table to $schema_naam; create any procedure to $schema_naam; create any type to $schema_naam; create any index to $schema_naam; create any indextype to $schema_naam; create sequence to $schema_naam; create any trigger to $schema_naam; create session to $schema_naam; create view to $schema_naam; create table to $schema_naam; unlimited tablespace to $schema_naam;
Pagina 11 van 11