Talenquest Duits 2thv: Opdrachten
Eindopdrachten In overleg met jouw docent(e) maak je een keuze uit een van de twee onderstaande eindopdrachten. – Voor opdracht A is een goede samenwerking en originaliteit vereist. – Voor opdracht B wordt een beroep gedaan op jouw creativiteit en schrijftalent.
Eindopdracht A In Käfer-Tour heb je aan het eind van elke episode een deelopdracht gemaakt. De acht deelopdrachten vormen samen de vragen van het ganzenbordspel dat je in deze eindopdracht samen met klasgenoten gaat ontwerpen en spelen. Tijd Ieder groepje krijgt in principe vier lessen de tijd om in de les aan de eindopdracht te werken. Maar ook na de les zullen jullie er misschien aan willen werken. In de laatste les presenteert ieder groepje het ganzenbordspel. Wat heb je nodig? – pen en papier – twee vellen A3-papier – tijdschriften, reisgidsen of het internet (om afbeeldingen te zoeken) – materiaal om het ganzenbord te versieren – de door jullie ingevulde taakbladen – scharen – lijm, plakband – kleurpotloden en/of viltstiften – pionnen – dobbelstenen Hoe pak je het aan? – Stel een groepje samen van zes personen. – Verzamel alle taakbladen die je in episode 1 tot en met 8 hebt gemaakt. – Knip de vragen op jouw taakbladen netjes uit en doe dat ook met de antwoorden. Je hebt dan acht kaarten met vragen en ook acht antwoordbladen. – Zet een cijfer op zowel het opdracht- als het antwoorddeel van de taakbladen zodat jullie, als jullie het spel spelen, ook weten welk antwoord bij welke opdracht hoort. – Verzamel alle kaarten van het groepje. Stop ze in een bewaarmap of envelop. – Samen hebben jullie nu 48 opdracht- en antwoordkaarten voor het ganzenbord. – Jullie ganzenbordspel bestaat in totaal uit 64 vakjes. Voor 16 vakjes gaan jullie zelf in het Duits opdrachten bedenken (bijvoorbeeld: ‘sla een beurt over’ of ‘gooi nog een keer’). Schrijf ze op een kaart. Wees creatief en origineel. Jullie mogen een woordenboek gebruiken. – Plak de twee A3-vellen aan elkaar en ontwerp jullie ganzenbord met 64 vakjes. Maak tekeningen, kies afbeeldingen en plak ze op, kleur vakjes in enzovoort. Laat de 16 vakjes met de opdrachten er op een leuke manier uitspringen. Let een beetje op de tijd, je moet hier niet te lang mee bezig zijn. – Stel samen de spelregels op. Doe dat in het Nederlands. Houd de regels kort, maar wel duidelijk. Zet ze op papier. Dan begrijpen andere leerlingen, die straks met jullie spel gaan spelen, de regels ook. Enkele voorbeelden: nummeren jullie de kaarten en vakjes? Of pakt een speler gewoon een kaart van een stapeltje als hij op een vakje komt? Wat gebeurt er als een speler het antwoord niet/wel weet? Enzovoort. – De pionnen en dobbelstenen kunnen jullie van huis meenemen. Maar misschien weten jullie er een leuk alternatief voor. – Zijn jullie klaar? Speel dan jullie eigen ganzenbordspel om te controleren of alles klopt. – Als alles in orde is, ruilen jullie het ganzenbord met een ander groepje en spelen jullie elkaars spel.
Tip Verdeel de taken in het groepje slim en eerlijk. Als iedereen tegelijk afbeeldingen zoekt voor het ganzenbordspel, zijn jullie niet slim bezig. En als jullie na drie lessen nog geen spelregels hebben, klopt de planning niet. Stel dus een goede planning op, zodat het ganzenbordspel binnen de gestelde tijd klaar is. Maak van te voren duidelijke afspraken. Noteer in de volgende tabel wie welke taak op zich neemt en wanneer die af moet zijn om op tijd klaar te zijn met de eindopdracht. Veel succes! Taak
Wie
Wanneer klaar
Eindopdracht B In Käfer-Tour heb je een virtuele rondreis door Duitsland gemaakt. Je hebt veel gezien en gehoord over de Duitse steden, cultuur en gewoontes. Met deze informatie maak je nu in het Duits een persoonlijk reisverslag in de vorm van een dagboekje waarin je over jouw reis door Duitsland vertelt. Tijd Je krijgt in principe vier lessen de tijd om in de les aan de eindopdracht te werken. Maar ook na de les zul je er misschien aan willen werken. In de laatste les lever je jouw reisverslag in. Wat heb je nodig? – zes vellen A4-papier (eventueel gekleurd) – tijdschriften, reisgidsen of het internet (om afbeeldingen te zoeken) – de door jou uitgewerkte verdiepingsopdrachten – nietmachine (of naald en draad) – schaar – lijm – pen – kleurpotloden en/of viltstiften Hoe pak je het aan? – Pak zes vellen (gekleurd) A4-papier. Vouw de vellen allemaal tegelijk in het midden zodat je een ‘boekje’ in A5-formaat krijgt. Niet de vellen papier in de rug vast of bevestig ze met naald en draad aan elkaar. Het dagboekje voor jouw reisverslag is nu klaar. – Beschrijf vanuit je eigen perspectief jouw virtuele reis door Duitsland. Leg jouw ervaringen vast in het dagboekje. Doe dat in het Duits (tenzij je docent iets anders aangeeft). – Je mag zelf weten of je naast het schrijven ook voor andere uitwerkingsvormen kiest. Bijvoorbeeld: tekeningen maken, een stripverhaaltje tekenen, plaatjes inplakken, een origineel Duits krantenartikel uitknippen en in jouw reisverslag opnemen. Zelf kun je misschien nog meer leuke dingen bedenken om jouw verhaal aantrekkelijk te presenteren. – Gebruik voor de inhoud de door jou uitgewerkte verdiepingsopdrachten. Je hoeft niet de volgorde van de episodes aan te houden. – Zorg er wel voor dat jouw hele dagboekje ‘vol’ is (dat er geen lege pagina’s in zitten). De achterkant mag wel ‘leeg’ zijn. – Als je klaar bent, maak je een mooi voorblad. Bedenk hoe je daarmee laat zien dat het dagboekje een persoonlijk reisverslag is. Je zou bijvoorbeeld een foto van jezelf op het voorblad kunnen opnemen.
Bronnen Aan het eind van iedere episode staat bij de verdiepingsopdracht een aantal sites. Deze sites kun je raadplegen bij het samenstellen van jouw persoonlijke reisverslag. Je vindt ze ook in de introductie onder de knop ‘Bronnen’.
Deelopdracht 1 Je hebt in deze episode veel informatie gekregen over de grote variatie aan landschappen, steden en dialecten in Duitstalige gebieden. Gebruik deze informatie voor de volgende opdrachten. Lees de opdrachten A, B en C eerst door. Kies er vervolgens één uit die je wilt gebruiken voor je ganzenbord. Opdracht A - Kies drie steden of streken uit deze episode. - Beschrijf elke stad of streek in ongeveer drie zinnen. - Noteer de naam van de drie steden of streken samen met jouw beschrijving op het taakblad. Dat krijg je van je docent(e). - Vul als je de opdracht af hebt jouw katern (logboek) in bij deelopdracht 1. Opdracht B - Maak drie meerkeuzevragen over Duitstalige gebieden. Bedenk drie vragen over een stad, Bundesland (deelstaat), rivier of gebergte. - Bedenk bij elke vraag drie antwoordmogelijkheden. - Schrijf de meerkeuzevragen, de antwoordmogelijkheden en de juiste antwoorden op het taakblad. Dat krijg je van je docent(e). - Vul als je de opdracht af hebt jouw katern (logboek) in bij deelopdracht 1. Opdracht C - Zoek drie afbeeldingen die iets laten zien wat typisch is voor een bepaald gebied uit deze episode. - Bedenk een quizvraag bij elke afbeelding. - Plak de drie afbeeldingen op het taakblad. Dat krijg je van je docent(e). Schrijf de quizvragen erbij. Noteer ook de antwoorden. - Vul als je de opdracht af hebt jouw katern (logboek) in bij deelopdracht 1.
Verdiepingsopdracht 1 In deze episode ben je samen met de Käfer door Duitsland gereisd. Je gaat nu zelf door Duitsland reizen, want je hebt een prijs gewonnen bij de Duitse Spoorwegen. Daarmee mag je vanaf het station in (de buurt van) jouw woonplaats 2000 kilometer gratis door Duitsland reizen. - Kies een aantal steden uit waar je naartoe wilt. - Houd bij hoeveel kilometer jouw reisdoelen uit elkaar liggen, zodat je niet boven de 2000 kilometer komt. - Noteer bij elk doel dat je kiest waarom je ervoor kiest en wat je er kunt bezichtigen. - Je mag de volgende bronnen gebruiken: - Reiseplanung - Falk Routenplaner - Google (Duitse versie)
Deelopdracht 2 Je hebt in deze episode informatie gekregen over de Oostzee. Gebruik deze informatie voor de volgende opdrachten. Lees de opdrachten A, B en C eerst door. Kies er vervolgens één uit die je wilt gebruiken voor je ganzenbord. Opdracht A - Zoek drie afbeeldingen van de Oostzee. - Bedenk een quizvraag bij elke afbeelding. - Plak de drie afbeeldingen op het taakblad. Dat krijg je van je docent(e). Schrijf de quizvragen erbij. Noteer ook de antwoorden. - Vul als je de opdracht af hebt jouw katern (logboek) in bij deelopdracht 2. Opdracht B - Kies drie watersporten. Bijvoorbeeld: kanoën, surfen, zeilen, duiken, vissen enzovoort. - Schrijf de naam van de watersporten op. Weet je niet hoe ze in het Duits heten? Kijk dan in het woordenboek. - Maak een korte beschrijving van de drie watersporten en noem minimaal drie dingen die je voor elke watersport nodig hebt. - Noteer de Duitse naam van de drie watersporten samen met jouw beschrijving op het taakblad. Dat krijg je van je docent(e). - Vul als je de opdracht af hebt jouw katern (logboek) in bij deelopdracht 2. Opdracht C - Maak drie meerkeuzevragen over de Oostzee. - Bedenk bij elke vraag drie antwoordmogelijkheden. - Schrijf de meerkeuzevragen, de antwoordmogelijkheden en de juiste antwoorden op het taakblad. Dat krijg je van je docent(e). - Vul als je de opdracht af hebt jouw katern (logboek) in bij deelopdracht 2.
Verdiepingsopdracht 2 - In deze episode heb je veel over de Oostzee gelezen. Je bent benieuwd naar de Duitse Oostzeekust en besluit er een weekend naartoe te gaan. - Kies een gebied, stad of eiland langs de kusten van de Oostzee uit. - Noteer in het Duits wat er te beleven is. Ga ervan uit dat het mooi weer is, maar beschrijf ook een activiteit die je bij slecht weer kunt doen. - Om je goed te oriënteren kun je een kaart van de Oostzee printen. - Kijk ook op de volgende websites om ideeën op te doen voor jouw weekend aan de Oostzee: - Museumsbesuch - Wassersport - Surfen - Reiten - Tauchen - Angeln
Deelopdracht 3 Je hebt in deze episode veel informatie gekregen over eten in de Duitstalige landen. Gebruik deze informatie voor de volgende opdrachten. Lees de opdrachten A, B en C eerst door. Kies er vervolgens één uit die je wilt gebruiken voor je ganzenbord. Opdracht A - Kies drie gerechten uit deze episode. - Beschrijf elk gerecht in ongeveer drie zinnen. - Noteer de naam van de drie gerechten samen met jouw beschrijving op het taakblad. Dat krijg je van je docent(e). - Vul als je de opdracht af hebt jouw katern (logboek) in bij deelopdracht 3. Opdracht B - Maak drie meerkeuzevragen waarin je naar de ingrediënten van gerechten uit deze episode vraagt. - Bedenk bij elke vraag drie antwoordmogelijkheden. - Schrijf de meerkeuzevragen, de antwoordmogelijkheden en de juiste antwoorden op het taakblad. Dat krijg je van je docent(e). - Vul als je de opdracht af hebt jouw katern (logboek) in bij deelopdracht 3. Opdracht C - Zoek drie afbeeldingen van een gerecht uit deze episode. - Bedenk een quizvraag over Duits eten bij elke afbeelding. - Plak de drie afbeeldingen op het taakblad. Dat krijg je van je docent(e). Schrijf de quizvragen erbij. Noteer ook de antwoorden. - Vul als je de opdracht af hebt jouw katern (logboek) in bij deelopdracht 3.
Verdiepingsopdracht 3 Let op! Maak de verdiepingsopdrachten in het Duits. Bewaar ze allemaal voor jouw persoonlijke reisverslag dat je in de eindopdracht ermee maakt. - Welk Duits eten vind jij eigenlijk lekker? Stel een driegangenmenu samen dat uit Duitse gerechten bestaat die jou heel lekker lijken. - Leg uit waarom je die bepaalde gerechten kiest. - Je mag de volgende bronnen gebruiken om een heerlijk menu samen te stellen: - Deutsche Rezepte - Rezepte aus aller Welt - Bayerische Spezialitäten - Kochstudio - Schwäbische Spezialitäten - Omas Kochbuch
Deelopdracht 4 Je hebt in deze episode veel informatie gekregen over Berlijn. Gebruik deze informatie voor de volgende opdrachten. Lees de opdrachten A, B en C eerst door. Kies er vervolgens één uit die je wilt gebruiken voor je ganzenbord. Opdracht A - Zoek drie afbeeldingen van een bezienswaardigheid in Berlijn. - Bedenk een quizvraag over Berlijn bij elke afbeelding. - Plak de drie afbeeldingen op het taakblad. Dat krijg je van je docent(e). Schrijf de quizvragen erbij. Noteer ook de antwoorden. - Vul als je de opdracht af hebt jouw katern (logboek) in bij deelopdracht 4. Opdracht B - Kies drie plekken of bezienswaardigheden in Berlijn. - Beschrijf elke plek of bezienswaardigheid in ongeveer drie zinnen. - Noteer de naam van de drie plekken of bezienswaardigheden samen met jouw beschrijving op het taakblad. Dat krijg je van je docent(e). - Vul als je de opdracht af hebt jouw katern (logboek) in bij deelopdracht 4. Opdracht C - Maak drie meerkeuzevragen over Berlijn. - Bedenk bij elke vraag drie antwoordmogelijkheden. - Schrijf de meerkeuzevragen, de antwoordmogelijkheden en de juiste antwoorden op het taakblad. Dat krijg je van je docent(e). - Vul als je de opdracht af hebt jouw katern (logboek) in bij deelopdracht 4.
Verdiepingsopdracht 4 Jij gaat een weekend naar Berlijn. In de hoofdstad van Duitsland is van alles te zien: historische bezienswaardigheden, grote en moderne uitgangscentra, winkels, cafés, restaurantjes en nog veel meer. - Wat zou jij graag in Berlijn willen zien? Maak een programma voor een leuk weekend. - Leg uit waarom je die plaatsen of bezienswaardigheden (minimaal drie) graag wilt zien. - Voor het samenstellen van een afwisselend programma kun je de volgende websites gebruiken: - Yahoo (Duitse versie) - De Stadsgids: - Berlin, meine Stadt - Berlin, Citysam - Berlin, Stadtrundfahrten - Bioscoop: - CinemaxX - Imax - Mode: - Berlin, Modehauptstadt - Oranienburger Straße
Deelopdracht 5 Je hebt in deze episode veel informatie gekregen over sport in Duitsland. Gebruik deze informatie voor de volgende opdrachten. Lees de opdrachten A, B en C eerst door. Kies er vervolgens één uit die je wilt gebruiken voor je ganzenbord. Opdracht A - Kies drie verschillende sporten. - Beschrijf elke sport in ongeveer drie zinnen. - Noteer de naam van de drie sporten samen met jouw beschrijving op het taakblad. Dat krijg je van je docent(e). - Vul als je de opdracht af hebt jouw katern (logboek) in bij deelopdracht 5. Opdracht B - Maak drie meerkeuzevragen waarin je naar een sport vraagt. - Bedenk bij elke vraag drie antwoordmogelijkheden. - Schrijf de meerkeuzevragen, de antwoordmogelijkheden en de juiste antwoorden op het taakblad. Dat krijg je van je docent(e). - Vul als je de opdracht af hebt jouw katern (logboek) in bij deelopdracht 5. Opdracht C - Zoek drie afbeeldingen van verschillende sporten. - Bedenk een quizvraag over sport bij elke afbeelding. - Plak de drie afbeeldingen op het taakblad. Dat krijg je van je docent(e). Schrijf de quizvragen erbij. Noteer ook de antwoorden. - Vul als je de opdracht af hebt jouw katern (logboek) in bij deelopdracht 5.
Verdiepingsopdracht 5 - Het actuele sportnieuws vind je op het internet. Weet jij over welke sporten in Duitsland het meest wordt geschreven? Geef een topdrie. - Kijk voor informatie op de volgende sites: - Sportal - Autosport - Handball Bundesliga - Kicker - DESG - Kies drie artikelen op deze websites. Noteer kort waarover elk artikel gaat.
Deelopdracht 6 Je hebt in deze episode veel informatie gekregen over mode en beroemde Duitsers. Gebruik deze informatie voor de volgende opdrachten. Lees de opdrachten A, B en C eerst door. Kies er vervolgens één uit die je wilt gebruiken voor je ganzenbord. Opdracht A - Voor het ganzenbord maak je een opdracht waarin de speler de kleren die hij draagt moet beschrijven. - Maak als hulpmiddel 10 zinnen die gebruikt kunnen worden bij het beschrijven. - Zet die 10 zinnen op het taakblad dat je van je docent krijgt. - Vul als je de opdracht af hebt je katern (logboek) in bij deelopdracht 6. Opdracht B - Maak drie meerkeuzevragen waarin je naar een beroemde Duitser vraagt. - Geef bij elke vraag drie antwoordmogelijkheden. - Schrijf zowel de meerkeuzevraag als de antwoorden op het taakblad, dat je van je docent krijgt. - Vul als je de opdracht af hebt je katern (logboek) in bij deelopdracht 6. Opdracht C - Maak met behulp van drie plaatjes drie quizvragen waarin je naar een beroemde Duitser vraagt. - Zet je quizvragen met bijbehorende antwoorden op het taakblad dat je van je docent krijgt, plak er ook passende plaatjes bij. - Vul als je de opdracht af hebt je katern (logboek) in bij deelopdracht 6.
Verdiepingsopdracht 6 - In deze episode gaat het naast beroemde Duitsers ook over mode en kleren. Voor je verjaardag heb je cadeaubonnen van in totaal 300 euro gekregen die je bij verschillende Duitse modecatalogi kunt besteden. - Ga winkelen en schrijf op wat je allemaal gaat kopen. Je moet minstens vijf dingen kopen. - Zet ook het bedrag ernaast zodat je niet boven de 300 euro uitkomt. - De bronnen die je mag gebruiken, zijn: - Otto - Heine - Neckermann - Quelle - Wenz - Schwab - Baur
Deelopdracht 7 Je hebt in deze episode veel informatie gekregen over koning Ludwig II en zijn kastelen. Gebruik deze informatie voor de volgende opdrachten. Lees de opdrachten A en B eerst door. Kies er vervolgens één uit die je wilt gebruiken voor je ganzenbord. Opdracht A - Maak drie meerkeuzevragen waarin je naar koning Ludwig II en/of zijn kastelen vraagt. - Bedenk bij elke vraag drie antwoordmogelijkheden. - Schrijf de meerkeuzevragen, de antwoordmogelijkheden en de juiste antwoorden op het taakblad. Dat krijg je van je docent(e). - Vul als je de opdracht af hebt jouw katern (logboek) in bij deelopdracht 7. Opdracht B - Zoek drie afbeeldingen die met koning Ludwig II en/of zijn kastelen te maken hebben. - Bedenk een quizvraag bij elke afbeelding. - Plak de drie afbeeldingen op het taakblad. Dat krijg je van je docent(e). Schrijf de quizvragen erbij. Noteer ook de antwoorden. - Vul als je de opdracht af hebt jouw katern (logboek) in bij deelopdracht 7.
Verdiepingsopdracht 7 In deze episode heb je informatie gekregen over de drie kastelen van koning Ludwig II: Schloss Neuschwanstein, Schloss Linderhof en Schloss Herrenchiemsee. In Beieren staan nog meer mooie kastelen. - Maak een persoonlijke topdrie van kastelen. Natuurlijk mag je de kastelen van koning Ludwig ook kiezen. - Leg uit waarom jij die drie kastelen het mooist vindt. Geef bij ieder kasteel ten minste drie redenen. - Je kunt de kastelen bekijken op de volgende sites: - Schlösser in Bayern - Neuschwanstein - Linderhof - Herrenchiemsee - Hohenschwangau - Schloss Elmau
Deelopdracht 8 Je hebt in deze episode veel informatie gekregen over feesten in Duitsland. Gebruik deze informatie voor de volgende opdrachten. Lees de opdrachten A, B en C eerst door. Kies er vervolgens één uit die je wilt gebruiken voor je ganzenbord. Opdracht A - Kies drie feesten uit deze episode. - Beschrijf in ongeveer drie zinnen hoe elk feest in Duitsland wordt gevierd. - Noteer de naam van de drie feesten samen met jouw beschrijving op het taakblad. Dat krijg je van je docent(e). - Vul als je de opdracht af hebt jouw katern (logboek) in bij deelopdracht 8. Opdracht B - Maak drie meerkeuzevragen waarin je naar Duitse feesten vraagt. - Bedenk bij elke vraag drie antwoordmogelijkheden. - Schrijf de meerkeuzevragen, de antwoordmogelijkheden en de juiste antwoorden op het taakblad. Dat krijg je van je docent(e). - Vul als je de opdracht af hebt jouw katern (logboek) in bij deelopdracht 8. Opdracht C - Zoek drie afbeeldingen die met feesten uit deze episode te maken hebben. - Bedenk een quizvraag bij elke afbeelding. - Plak de drie afbeeldingen op het taakblad. Dat krijg je van je docent(e). Schrijf de quizvragen erbij. Noteer ook de antwoorden. - Vul als je de opdracht af hebt jouw katern (logboek) in bij deelopdracht 8.
Verdiepingsopdracht 8 In deze episode staan feesten centraal. Sommige feesten, bijvoorbeeld carnaval, Pasen en Kerstmis, vieren wij ook. Andere Duitse feesten kennen wij niet. - Ga zelf op zoek naar Duitse feesten. Kies een feest dat je aanspreekt. Leg uit hoe dat feest in Duitsland wordt gevierd. En hoe vieren wij het? Maak een vergelijking. - Je mag de volgende sites gebruiken: - Pfingsten (Pinksteren) - Himmelfahrt (Hemelvaart) - Fronleichnam (Sacramentsdag) - Der 1. Mai (1 mei) - Der Erntedank (het Dankfeest) - Tag der deutschen Einheit (Dag van de Duitse Eenheid)