synchroon Synchroon is het blad van Syndion over mensen met een handicap, hun plaats in onze samenleving, hun dagelijks leven en de begeleiding die daarbij gegeven wordt.
NAJAAR
2011 3e jaargang
nummer 2
2 COLOFON Synchroon is een uitgave van Syndion, stichting voor dienstverlening en ondersteuning aan mensen met een handicap. Het wordt verspreid onder externe relaties, cliënten en medewerkers van Syndion. Voor cliënten met een verstandelijke beperking wordt De Krant gemaakt, een uitgave met eenvoudig taalgebruik. Synchroon verschijnt driemaal per jaar. Het blad bevat informatie over de ontwikkeling in de sector dienstverlening en ondersteuning aan mensen met een handicap in het algemeen en binnen Syndion in het bijzonder. Synchroon wil bijdragen aan binding, betrokkenheid en draagvlak. Het blad geeft informatie en draagt bij aan opinievorming rondom de onderwerpen die relevant zijn voor de (professionalisering van de) gehandicaptenzorg of de plaats van gehandicapten in de samenleving. De artikelen bevatten niet altijd de mening van Syndion. De redactie behoudt zich het recht voor artikelen in te korten of te weigeren.
Dienstverlening en ondersteuning aan mensen met een handicap
Syndion Postbus 3012, 4200 EA Gorinchem Tel. (0183) 651150 www.syndion.nl
[email protected] Redactie Aart Bogerd (hoofdredactie) Adrie Beumken Jos Huibers Arianne Lievaart Mirjam Rinzema (eindredactie) Jaccolien Stein Cees Taal Vormgeving/drukwerkverzorging Fitting Image, Giessenburg Oplage 3000 Foto’s De foto’s komen uit het Syndion-fotoarchief, tenzij anders vermeld
AAN DE LEZER Discriminatie Als je ouders goed voor je kunnen zorgen en je woont als kind met een handicap thuis, ben je vanaf 2014 voor begeleiding aangewezen op de WMO. Maar kinderen die in een zorg- of woonvoorziening wonen, omdat hun ouders geen kans zien om de zorg thuis te realiseren, blijven in de AWBZ, met het verzekerd recht dat daarbij hoort. Ik vind dat discriminatie door onze overheid van thuiswonenden! Als je in de AWBZ blijft, heb je ook nog het recht de indicatie om te zetten in een Persoonsgebonden Budget. Anderen verliezen hun PgB. Dat zijn mensen die een PgB willen of hebben voor ondersteuning in de thuissituatie, voor logeren of ondersteuning op bijvoorbeeld een school of dagverblijf. Zij moeten zich wenden tot zorgorganisaties. Ook al zal Syndion dit maximaal proberen, het zal altijd anders voelen dan met een PgB. Het bovenstaande kent veel variaties. Iemand met een lichamelijke handicap die in z’n eigen woning zelf z’n zorg regelt. Een verstandelijk gehandicapt persoon die ondersteuning krijgt om op zichzelf te wonen. Een echtgenote die haar baan opzegt om uit het PgB voor haar man met MS te zorgen, enzovoort. Jos Huibers schrijft in dit blad een uitgebreid artikel over de inperking van de AWBZ en de onderbrenging van extramurale begeleiding in de WMO. Er zitten óók kansen in de WMO voor een betere participatie van mensen met een handicap. We zullen er hard aan moeten werken om dat voor onze cliënten te benutten. In dit nummer van Synchroon staat ook een interview met een ‘oudgediende’ die door pensionering vertrok. Hans Nobel leverde bijna 40 jaar als psycholoog een bijdrage aan de ontwikkeling van mensen met een handicap en aan de zorg voor mensen met een handicap bij Syndion in het bijzonder. De oudste wortels van Syndion zijn van 1967, dus Hans maakte bijna alles mee. Dat de zorg niet stil staat blijkt wel. Lees het artikel over de visietrainingen, die ons, medewerkers van Syndion, moeten helpen om onze visie goed in praktijk te brengen. Van deze praktijk schetsen wij u in dit nummer vaak inspirerende voorbeelden. Oh ja, tussendoor hadden we ook nog tijd om te vieren dat we sinds 1996 de naam Syndion dragen. Beleef! 15 jaar Syndion was een prachtig feest. Dank aan allen die dat mogelijk maakten. Aart Bogerd Bestuurder van Syndion
Inhoud
3
Ontwikkeling: het sleutelwoord van Hans Nobel Psycholoog 40 jaar bij Syndion
4
Zorgnieuws
6
TIP Yo, También, een bijzondere film
8
Dove kinderen zijn ‘stom’ Gehandicaptenzorg over de grenzen
9
Van charitas naar het eigen netwerk Verschuiving van AWBZ naar WMO brengt veranderingen
10
In beeld De Molenborg
12
Column Het HART van Syndion
14
Vrijwel alle gebruikers positief Internet benutten voor informatieoverdracht
16
Cliënt aan het woord Ramona Klein
17
Column Centrale Cliëntenraad Ogen en Oren
18
De visie van Syndion is een richtingaanwijzer 18 “Ik kan hier van alles doen” Dagbesteding voor oudere cliënten is een groot succes
20
“Regen? Niks van gemerkt” Spetterend lustrumfeest
22
Questions? 4 Het interview Ieder nummer van Synchroon bevat een interview met één of meerdere interessante mensen. Deze keer:
Hans Nobel
Ontwikkeling: het sleutelwoord van Hans Nobel
Psycholoog na bijna 40 jaar Syndion over de uitdaging van dagbesteding Door Mirjam Rinzema Na bijna veertig jaar verbonden te zijn geweest aan Syndion, ging psycholoog Hans Nobel in mei ‘met pensioen’. Nou ja, hij beëindigde zijn dienstverband bij Syndion, maar hij blijft actief vanuit zijn eigen ‘praktijk aan huis’ in Giessenburg. Een gesprek over psychologie en gehandicaptenzorg. “Een jaar of vijftien, twintig geleden was ik eens op een feestje van een vriend. Hij is ook psycholoog en werkt aan een universiteit. Er waren verschillende collega’s van hem aanwezig:
allemaal geslaagde mensen, zoals bijvoorbeeld hoogleraren, uit de universitaire wereld. Ik was daar, als psycholoog werkzaam in de gehandicaptenzorg, een vreemde eend in de bijt. Er wordt toch een beetje op neer gekeken.” Hans Nobel vertelt nogal nuchter over hoe er in de wereld van psychologen naar de zorg wordt gekeken. Hij is er ook niet verbaasd over: “De gehandicaptenzorg is een wereld op zich en was vooral in die tijd nogal naar binnen gericht en met zichzelf bezig.” Hij heeft zich van de opinie van collega’s echter weinig aangetrokken en altijd met veel plezier in de
zorg gewerkt. “Nooit full-time trouwens, ik heb er altijd ook andere dingen naast gedaan. Wat dat betreft is het eigenlijk altijd een soort ‘hobby’ geweest.” Ruimte om te pionieren Hans Nobel startte bij wat toen nog DVO (dagverblijf voor ouderen) in Gorinchem wordt genoemd, nu bekend als het DAC (dagactiviteitencentrum) Gorcum. “Hoewel het bij het DVO vooral om opvang ging, en er nauwelijks werd ingezet op ontwikkeling, waren dagcentra toch redelijk nieuw in de zorg voor mensen met een handicap.
Answers! Buiten de muren van de instelling aan mensen met een handicap dagactiviteiten bieden, dat gebeurde nog lang niet overal. Aan de manier waarop mensen werden ‘bezig gehouden’, was wel het nodige te verbeteren”, aldus Hans. “Dat is voor mij ook altijd wel een drijfveer geweest: er was nog zoveel te verzinnen. En pionieren is altijd een beetje mijn stiel geweest. Ik heb dat ook inspirerend gevonden bij Syndion: niet alleen de begeleiders voelen zich betrokken bij de cliënten, ook bij andere medewerkers zie je dat. Met z’n allen ben je gefascineerd door dat werk en je kunt eigen dingen inbrengen. Die ruimte is er en ik heb daar zeker gebruik van gemaakt.” Dagboerderij Eén van die pioniersactiviteiten was eind zeventiger jaren van de vorige eeuw de oprichting van een dagboerderij, in het huis van de Nobels in Giessenburg. In feite was dit de voorloper van de huidige Dagboerderij De Hoeff van Syndion, ook in Giessenburg. “Toen was het iets totaal nieuws. Er waren misschien een paar van dit soort projecten in Nederland, maar dat stond allemaal nog in de kinderschoenen. De visie op zorg en de manier waarop zorg voor zwakzinnigen (zoals dat toen nog heette) geboden moest worden, was in die tijd nogal aan het veranderen. De zorg trad veel meer naar buiten toe. Mensen met een handicap werden zichtbaar, gingen deel uitmaken van de maatschappij.” “Mijn visie op hoe je met cliënten moet omgaan, komt natuurlijk mede voort uit mijn achtergrond als psycholoog. Ik vind dat mensen zich moeten kunnen ontwikkelen en dat zij perspectief moeten hebben. Dat heb ik steeds voor ogen gehad bij de Dagboerderij.” Het werd een leerzame tijd, voor de cliënten en ook voor Syndion. “Veel meer dan in een dagactiviteitencentrum heb je in een boerderijproject echt ‘werk’ voor handen. Je hoeft het niet te verzinnen, het werk is er gewoon. Activiteiten die een bepaald verloop hebben, die mensen kunnen aanleren en waarbij ze soms
ook min of meer automatisch aan de slag gaan met probleemoplossing. Dat was echt bijzonder voor die tijd hoor; we leerden cliënten zelf te denken in plaats van voor hen te denken.” Ontwikkeling Ontwikkeling is wel het kernwoord in het werk van Hans Nobel. Hij heeft aan de wieg gestaan van de loopbaanbenadering van Syndion. “Soms zit de kans van slagen van activiteiten in kleine dingen, daar ben ik van overtuigd. Bijvoorbeeld in de keus van woorden. Een eenvoudig voorbeeld: toen er binnen DAC Gorcum werd nagedacht over het starten van een koffie/eettentje, hebben we ervoor gekozen om dit initiatief de naam ‘Restaurant’ te geven. Volgens mij heeft die naam er aan bijgedragen dat RSD Catering van Syndion zich heeft ontwikkeld. Iets dergelijks geldt ook voor het Centrum voor Loopbaanontwikkeling: dankzij die naam wordt het project serieus genomen, krijgt het bestaansrecht. Ik heb me altijd hard gemaakt voor ontwikkeling, leren, vormen.” Uit de kast haalt Hans een grote map tevoorschijn. Beheersingslijsten, staat er op de voorkant. Met als ondertitel: Dit kan ik, dat wil ik nog leren. Hij is één van de auteurs van deze methode en noemt het ‘een groot ding’. “In mijn ogen gaat het bij leren en ontwikkeling
om de trits vaardigheden, kennis en houding. Een grote valkuil binnen de gehandicaptenzorg is dat het meestal gaat over houding, attitude. Dit is didactisch gezien het moeilijkst te veranderen. Daarom zou ik er altijd voor kiezen om vooral in te zetten op vaardigheden en kennis, dan komt die attitude misschien vanzelf. Het gaat om de balans, de balans tussen willen en kunnen .” (zie ook het kadertje, red.) De toekomst Als ik vraag naar Hans’ gevoel over de toekomst, geeft hij toe dat hij daar niet optimistisch over is. “Er is meer kennis, maar er is minder aandacht. De bezuinigingen en de verschuiving van de zorg naar gemeenten helpen niet mee. Daar is te weinig kennis aanwezig. En als je niet in essentie weet waar het om gaat, dan gaan er dingen fout. Ik kom toch terug op het loopbaanmodel: mensen moeten perspectief hebben, zich kunnen ontwikkelen. Dan stimuleer je mensen, geef je ze gevoel van bestaan. Dat maakt hen aantrekkelijker voor hun omgeving. Van die omgeving zijn mensen met een handicap voor een deel ook afhankelijk. Dus ik blijf erbij: Ontwikkeling is de sleutel.” Hans Nobel heeft een eigen psychologiepraktijk. Kijk voor meer informatie op www.praktijkvoorpsychologie.nl
Hans Nobel heeft vele publicaties op zijn naam staan, onder andere schreef hij mee aan de methode ‘Beheersingslijsten’, gericht op de persoonlijke ontwikkeling van mensen met een verstandelijke handicap. Achterop deze methode staat: De balans tussen willen en kunnen vindt zijn evenwicht, wanneer dat, wat we willen kan en we dat, wat we zouden kunnen, willen leren. Zo kunnen we altijd blijven leren in het proces dat persoonlijke ontwikkeling heet. Hiernaast een poëtische impressie van een tekstpaneel dat in 1978 gemaakt is als onderdeel van ‘het doolhof’(bestaande uit zo’n zestig panelen van 2 x 1 meter), dat tot in de jaren tachtig door Nederland reisde. Doel: gesprek stimuleren over plaats en rol van onze cliënten in de samenleving. Bij dit project hoorde het door Hans geschreven “Doolboek voor de zwakzinnigenzorg.”
5
nieuwtjes Syndion en zorg Afscheid Aart Bogerd als bestuurder van Syndion In februari 2012 gaat de bestuurder van Syndion, Aart Bogerd met pensioen. Hij heeft dan 23 jaar leiding gegeven aan Syndion en de voorloper hiervan, RSD in Gorinchem. Inmiddels is de procedure rondom het zoeken naar een goede opvolger in volle gang. Naar verwachting vindt benoeming van de nieuwe bestuurder in september plaats en zal er vanaf het eind van 2011 een periode van inwerken en overdracht plaatsvinden. Hopelijk kunnen wij in een volgend nummer van Synchroon de nieuwe bestuurder aan u voorstellen! Landelijke protestactie in Den Haag Op maandag 19 september voerden Platform VG, CG Raad, de vakbonden en vele maatschappelijke organisaties actie in Den Haag. Zij protesteerden tegen de kabinetsmaatregelen die chronisch zieken en mensen met een (verstandelijke) beperking regelrecht treffen in hun mogelijkheden om mee te doen en in hun portemonnee. Een van de kabinetsmaatregelen houdt in dat het PgB grotendeels verdwijnt. Noodzakelijke zorg en voorzieningen worden duurder of worden helemaal niet meer vergoed. In het onderwijs verdwijnen de rugzakjes. In de arbeidsplekken bij de sociale werkvoorziening wordt fors gesneden. Veel Wajongers verdwijnen in de bijstand zonder kans op werk.
En gemeenten krijgen minder geld waardoor ook zij op vervoer, begeleiding en voorzieningen van chronisch zieken en mensen met een (verstandelijke) beperking gaan bezuinigen. Dit leidt ertoe dat de kansen in de maatschappij – op werk, op een fatsoenlijke opleiding en een fijn sociaal leven - voor veel chronisch zieken en mensen met een (verstandelijke) beperking slechter worden.
Website eenvoudige taal In mei lanceerde Syndion een nieuwe website voor cliënten die gebaat zijn bij eenvoudige en duidelijke taal om teksten te kunnen begrijpen. Deze website in eenvoudige taal is gekoppeld aan de website van Syndion. Nieuws dat voor onze cliënten interessant is, wordt in aangepaste vorm op deze website opgenomen. Ook is er gedacht aan ‘plaatjes’ bij de ‘praatjes’: alle berichten zijn voorzien van één of meerdere foto’s en er zijn diverse filmpjes te zien op de website. Onlangs is nog een agenda toegevoegd aan de website, met diverse activiteiten die voor cliënten aantrekkelijk zijn om te ondernemen. Ook voor mensen die geen beperking hebben is de website leuk om te bekijken! Neem gerust een kijkje. U vindt de site onder de rode knop ‘website in eenvoudige taal’ aan de rechterkant van de homepage op www.syndion.nl.
De regiokantoren van Syndion In het begin van dit jaar veranderde de organisatiestructuur van Syndion. In plaats van in sectoren is er vanaf dat moment in regio’s gewerkt. Drie regiomanagers werden benoemd, die samen als ‘college van regiomanagers’ de directeursrol voor Syndion vervullen. De functie van Aart Bogerd veranderde op dat moment van directeur-bestuurder naar bestuurder. Om het werk goed te kunnen coördineren, heeft iedere regio een eigen regiokantoor. Hier kunnen clusterhoofden en medewerkers uit de regio elkaar ontmoeten, overleggen en afstemmen. Twee van de drie regiokantoren waren al voor handen: hetServicepunt in Dordrecht (Burg. de Raadtsingel) is het regiokantoor voor de Drechtsteden en het Tolhuis in Gorinchem (Molenstraat) functioneert als regiokantoor voor de Alblasserwaard. In de regio Rivierengebied was er nog geen geschikt pand, maar dit is inmiddels ook gevonden. Het nieuwe regio-kantoor is gevestigd aan de Parkweg in Beesd. Het Centraal Bureau van Syndion blijft gehuisvest aan de Schelluinsevliet in Gorinchem. Folder cliëntservicebureau Syndion Met het ingaan van de regiostructuur van Syndion in 2011 en het verdwijnen van de vier sectoren, werd het ook tijd om de huisstijl van Syndion aan te passen. De eerste folder die in de vernieuwde huisstijl is uitgekomen, is de folder over het Cliëntservicebureau. In de folder wordt beschreven hoe bestaande en nieuwe cliënten bij dit nieuwe bureau van Syndion terecht kunnen. De folder is te bekijken op de website van Syndion. Kijk in het linker menu onder ‘Informatie’. Lees ook de column van Yet Langerak, manager van het Cliëntservicebureau, op pagina 14 van dit blad.
7 Gezinshuizen en logeergezinnen Syndion scoren goed In de eerste helft van 2011 heeft Perspectief een evaluatie gedaan onder de gezinshuizen, logeergezinnen, en desbetreffende medewerkers van Syndion. Perspectief is een onafhankelijke netwerkorganisatie die samen met mensen met een beperking werkt aan een inclusieve samenleving waar iedereen welkom is en iedereen zijn bijdrage levert. Deze evaluatie kwam tot stand door middel van gesprekken met alle betrokkenen en het bezoeken van locaties. Syndion heeft 17 gezinshuizen waar kinderen met een handicap op kunnen groeien, omdat dit in hun thuissituatie niet altijd mogelijk is. Gezinnen die bereid zijn om één of meer kinderen met een handicap in hun gezin te laten opgroeien noemen wij binnen Syndion een gezinshuis. In evaluaties gaat Perspectief na in hoeverre de ondersteuning aansluit op de behoeften en wensen van mensen, en hoe dienstverlenende organisaties hieraan inhoud geven. De basis van de evaluaties zijn vier standaarden, beschreven vanuit kwaliteit van leven. Deze standaarden zijn: zeggenschap, inclusie, respect & veiligheid en persoonlijke ondersteuning. De standaarden komen overeen met de uit-
gangspunten die ook terug te vinden zijn in de visie en het beleid van Syndion. Syndion scoorde zeer positief, iets waar wij als organisatie trots op zijn. Een citaat uit het evaluatierapport: ” Op alle plekken die wij tijdens de evaluatie hebben bezocht, voelden wij ons welkom en werden we gastvrij ontvangen. Wij zijn daarbij onder de indruk geraakt van de wijze waarop de gezinshuisouders de kinderen een thuis
bieden. Tegelijkertijd werden we ook geraakt door de emoties van de eigen ouders die we hebben ontmoet en die zij met ons deelden. Wij zijn er echter van overtuigd dat de kinderen die wij hebben ontmoet de kans krijgen een goede basis te leggen voor hun toekomst. Gezien ieders inzet daarbij denken wij dan ook dat deze vorm van dienstverlening het verdient te worden gekoesterd”
HannaH: nieuwe dagbestedingslocatie in Tiel Op 1 september opende HannaH zijn deuren: een nieuw dagbestedingproject in Tiel, gericht op mensen met Niet-aangeboren Hersenletsel (NaH). Syndion is in dit project een samenwerking aangegaan met Pluryn, een collega-organisatie die net als Syndion diensten verleent ten behoeve van mensen met een handicap. Het Oude Burgerweeshuis in Tiel, waar Syndion vanaf 1996 al dagactiviteiten aanbood voor mensen met NaH, bleek niet de geschikte ruimte te zijn voor dit nieuwe gezamenlijke project. Daarop is een nieuwe locatie gezocht en gevonden, in het centrum van Tiel (Hoogeinde 12)
Vraag eventueel een intramurale indicatie aan Of cliënten na 2014 nog onder de AWBZverzekering vallen, hangt niet samen met de mate van handicap, maar met de woonsituatie. Mensen met recht op een ‘intramurale indiactie’ (dus recht op verblijf in een woon- of verblijfszorgvoorziening), blijven in de AWBZ. Zij blijven ook recht houden op omzetting in een PgB. Cliënten of ouders die denken dat zij zonder extramurale begeleiding (zoals thuisondersteuning, logeerhulp, dagecentrum, dagverblijf) aangewezen zullen zijn op een woon- of verblijfsvoorziening, kunnen overwegen om een intramurale indicatie aan te vragen. Dit betekent
niet dat deze gebruikt moet worden voor plaatsing in een instelling! De indicatie kan benut worden voor extramurale zorg of kan worden omgezet in een PgB
TiP
Yo, También (2009) 8
“Ik ook”, een bijzondere film
Door Cees Taal
In deze rubriek informatie over een nieuw boek, een leuke activiteit, een informatieve website, een interessante lezing of een spannende ontwikkeling. Dit keer....
“Heb je wel eens een vriendinnetje gehad?” vraagt de geblondeerde Laura (Lola Dueñas) haar collega Daniel (Pablo Pineda), een jongeman met het Syndroom van Down, tijdens een kantooruitje. “En was ze ook zoals jij?”
“Hoe bedoel je”, is zijn droge antwoord, “afgestudeerd?”
De film Yo Tambien is een ontroerende en tevens confronterende film over de relatie tussen Daniel en Laura. Daniel is een man met het Syndroom van Down die als eerste in Europa universitair is afgestudeerd. Het behalen van zijn graad heeft hij, zoals hij zelf vertelt in de film, vooral te danken aan zijn zeer doortastende moeder die hem alles heeft geleerd op het gebied van kunst, cultuur, literatuur, politiek en economie. Pablo Pineda is in het echte leven acteur en net als in de film de eerste man met het Syndroom van Down in het bezit van een universitaire graad. Daniel krijgt een baan aan het ministerie in Sevilla waar zaken behandeld worden voor mensen met een beperking. Al gauw krijgt hij contact met Laura. Laura is een spontane ongedwongen vrijgezelle vrouw zonder beperking, die midden in het leven staat. Er ontstaat een innige vriendschap tussen de twee.
Halverwege de film vraagt Laura aan Daniel waarom hij de vriendschap met haar zo belangrijk vindt. “Door jou voel ik mij normaal”, is zijn antwoord. Pablo speelt Daniel op zeer overtuigende wijze. Met veel
humor, oprechtheid en gevat zet hij zijn personage neer. De vriendschap wordt door veel mensen uit de omgeving van Daniel en Laura zeer kritisch gevolgd. Vooral de moeder van Daniel wantrouwt de oprechtheid van Laura. ”Wie kan er nu in Daniel een volwaardige partner zien”, zegt zij als Laura Daniel ophaalt voor een dagje naar het strand. Realiteit versus fictie Ondanks het gevoelige onderwerp hebben de filmmakers op een uitstekende manier het thema uitgewerkt en neergezet. Dat neemt niet weg dat gedurende de film ik erg moest denken aan het interview tussen Pablo Pineda en Ivo Niehe tijdens de tv-show in 2010. Pablo doet in dit interview zijn openhartige verhaal over zijn leven, over zijn universitaire graad en over zijn werk als acteur. Op de laatste vraag van Ivo Niehe of hij nog iets in zijn leven gerealiseerd zou willen zien, antwoordt hij: “Het hebben van een leuke vriendin”. Met een diepe zucht wordt het interview afgesloten. Wat mij betreft het verschil tussen realiteit en fictie. Deze film gaat in mijn ogen over datgene wat wij allemaal willen en dat is het krijgen van oprechte liefde en genegenheid en het gerespecteerd worden om wie je werkelijk bent. Yo Tambien, een bijzondere film waar je nog lang over na blijft denken. Regie: Álvaro Pastor en Antonio Naharro Cast: Pablo Pineda (Daniel), Lola Dueñas (Laura), Joaquín Perles (Pepe), Consuelo Trujillo (Consuelo), Teresa Arbolí (Rocío), Ramiro Alonso (Quique), Lourdes Naharro (Luisa) e.a. Speelduur: 103 minuten Jaar: 2009
Dove kinderen zijn ‘stom’ Project in Kameroen helpt kinderen en hun families Door Truus Treep - Ligthert
In 2003 was ik voor het eerst in Kameroen, als vrijwilliger van Stichting Dordrecht Bamenda. Ik bezocht het land om een beeld te krijgen van Kameroen. Al gauw werd ik geconfronteerd met de vraag: ‘Kun je iets
doen voor onze dove kinderen?’ De Baptistenkerk heeft in Mbingo, een plaatsje vlak bij Bamenda, in 2000 een school opgezet voor dove kinderen. Doofheid en slechthorendheid komen veel voor in Kameroen. Door oorontstekingen, kinderziektes en meningitis, waar kinderen vaak niet tegen ingeënt worden. Veel ouders leven ver van de grote stad en hebben geen geld en gelegenheid om hun kinderen in te laten enten. Alle hulp welkom De regering voelt zich voor deze kinderen niet verantwoordelijk. Dove kinderen worden vaak niet begrepen: ze praten niet, ze luisteren niet en dus zijn ze lastig en worden ze in een hoekje gezet. De regering denkt dat dove kinderen ‘stom’ zijn en dat onderwijs voor deze kinderen niet zinvol is. De school in Mbinga krijgt dus geen geld van de overheid. Vandaar ook de vraag van de projectmanager van de Baptistengemeenschap: alle hulp is welkom. In 2004 ben ik terug gegaan naar Kameroen om de school te bezoeken en te kijken wat er gedaan zou kunnen worden. Sindsdien ga ik een of twee keer per jaar naar Bamenda. Ik probeer mee te denken met de leerkrachten over het onderwijs en de mogelijkheden van dove kinderen in de maatschappij. De meeste kinderen moeten van ver komen en wonen in het internaat dat bij de school staat. Goed onderwijs is belangrijk, maar het welzijn van de kinderen na-
tuurlijk ook. Vorig jaar ben ik, samen met mijn jongste dochter en haar vriendin, weer in Bamenda geweest. Onze koffers zaten vol spelletjes en speelgoed. Wat waren de kinderen blij! We hebben ze leren spelen, alles was nieuw voor ze! Een uitdaging In het begin waren er alleen kinderen in de basisschoolleeftijd, maar die zijn natuurlijk ouder geworden. ‘Wat nu?’, was de vraag. Er is nu ook contact met het voortgezet onderwijs. De leerkrachten moeten gebarentaal leren en begrijpen hoe ze om moeten gaan met dove leerlingen. Dit is een uitdaging. We willen een buddy-project opzetten: horende leerlingen leren de gebarentaal, zodat ze de dove leerlingen tijdens de les kunnen helpen. Op deze manier hopen we dat dove mensen meer geïntegreerd raken in de horende maatschappij. Misschien kunnen we op deze manier de regering bewust maken van de mogelijkheden van dove leerlingen, zodat zij zullen besluiten speciale scholen voor dove kinderen te gaan ondersteunen. Zichtbare verbeteringen Voor verbetering van het onderwijs is veel materiaal nodig, en dus ook veel geld. Ongeveer de helft van de ouders kan geen schoolgeld betalen. Sinds 2004 probeer ik geld in te zamelen om boeken, schriften, pennen, potloden en allerlei schoolmateriaal te kopen. Veel geld is al besteed aan verbetering van
het internaat. Het bouwvallige meisjesgebouw, waar zestig meisjes sliepen in nog geen dertig bedden (twee of drie kinderen per bed) en waar de ‘douche’ niet meer was dan een kraantje achter een golfplaat, is nu vervangen door een mooi gebouw, waar iedereen zijn eigen bed heeft (drie zalen met elk tien stapelbedden) en buiten twee douches en een toilet zijn gebouwd. Ook is er een keuken gebouwd, waar iedere dag twee warme maaltijden worden gemaakt. Een jaar later is er een eetzaal gerealiseerd. Hierdoor kunnen de kinderen binnen eten, spelen en huiswerk maken, ook tijdens de regentijd. Het volgende project is het opknappen van het gebouw waar de jongens slapen. Ook hier moeten meer bedden komen. Ook het onderwijs zelf is verbeterd. Als ik het onderwijs van 2004 vergelijk met het onderwijs dat nu gegeven wordt, zie ik een duidelijk verschil. De leerkrachten zijn leergierig en doen iets met vragen die je ze stelt. Meer informatie over het project is te vinden op de website van de stichting Dordrecht-Bamenda: www.dordrecht-bamenda.nl/ projecten/mbingo. Uw gift is van harte welkom op rek.nr.9191991 o.v.v. Mbingo. Giften worden verdubbeld door het NCDO. Mevrouw Treep (logopedist) was lid van de Raad van Toezicht van Syndion.
9
Van charitas naar het eigen netwerk Verschuiving van AWBZ naar WMO zal veel 10 veranderingen brengen Door Jos Huibers
Eerst was er charitas. Toen was er de AWBZ, de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. En toen kwam de WMO, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Straks wordt de AWBZ ingeperkt en de WMO
uitgebreid.
Wat betekent dat voor mensen met een handicap? De AWBZ is in 1968 opgericht als een verplichte, collectieve volksverzekering voor niet individueel verzekerbare ziektekostenrisico’s. Uit deze AWBZ werden de kosten betaald voor de noodzakelijke langdurige zorg voor mensen met een somatische, een psychogeriatrische, een psychiatrische, een verstandelijke, een lichamelijke of een zintuiglijke aandoening of beperking. Er waren destijds 55.000 mensen die deze langdurige zorg nodig hadden. Deze zorg kostte alles bijeen en omgerekend 1 miljard euro. Het geld in de AWBZ werd opgebracht door alle werkenden in Nederland, die een klein stukje van hun bruto inkomen afstonden. In 1968 was dat 0,41 procent van het brutoloon. Langdurige zorg was zorg voor onbepaalde tijd en tenminste langer dan 366 dagen noodzakelijk. De aandoening of beperking was dus niet voorbijgaand of behandelbaar, maar chronisch en (vaak) ernstig. De zorg werd geboden in revalidatiecentrum, verpleeghuis of verzorgingshuis, in psychiatrische instelling of beschutte woonvorm, in inrichting, gezinsvervangend tehuis of woonvorm, in dagverblijf of door de thuiszorg. Enorme groei Tussen 1968 en 2011 groeide de aanspraak op de AWBZzorg enorm. In 2003 werd voor 20,3 miljard langdurige zorg geboden aan 600.000 mensen en in 2010 was dat 23,5 miljard. De bijdrage van de werkenden in Nederland was gegroeid tot 12,15% van het brutoloon, een gemiddeld bedrag van 320 euro per persoon. Berekend werd, dat bij toename van het aantal ouderen in de komende decennia het beroep op langdurige zorg zo zou toenemen, dat in 2025 de AWBZ 40 miljard zou kosten, een bedrag dat in de daarop volgende jaren verder zou oplopen. Bij ongewijzigd beleid. In deze ontwikkeling heeft de overheid reden gezien beleid te ontwikkelen waarin de kosten van de onverzekerbare zorg beter afgestemd werden op enerzijds de vergrijzing en anderzijds de ‘ontgroening’. Er komen in de komende dertig jaar meer ouderen, en het aantal werkenden neemt af.
De kosten van de zorg en de onverzekerbare zorg in het bijzonder, moesten worden beheerst. En beperkt. In de afgelopen jaren namen de diverse kabinetten maatregelen om de oplopende kosten van de AWBZ te beheersen. Op de eerste plaats is dat de invoering van marktwerking, oftewel concurrentie tussen zorgaanbieders. Wie het meeste biedt voor de laagste prijs, mag de zorg uitvoeren. Het CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg) bepaalt de indicatie, het Zorgkantoor regelt de zorg en de zorgaanbieder levert de zorg. Het zorgkantoor onderhandelt met de zorgaanbieders en bepaalt welke zorgaanbieder wat mag uitvoeren en voor welke prijs. Op de tweede plaats wordt de positie van de zorgvrager versterkt. De zorgvrager mag zelf bepalen wie, of welke instelling de zorg mag bieden. Deze positie wordt nog versterkt door de invoering van het Persoonsgebonden Budget (PgB). De zorgvrager wordt opdrachtgever en huurt zelf mensen in, al dan niet verbonden aan een zorginstelling, om de benodigde zorg te bieden. De verwachting is, dat door deze marktwerking de kosten per zorgproduct zullen dalen en hierdoor de kosten van de gehele AWBZ zullen afnemen, of tenminste niet verder zullen toenemen. Een volgende verandering is, dat aanspraken niet meer benoemd worden in voorzieningen maar in functies. Waar voorheen een indicatie gegeven werd voor een verzorgingshuis, een verpleeghuis, een gezinsvervangend tehuis of een dagverblijf, werd nu een functie geïndiceerd. De respectievelijke functies waren huishoudelijke verzorging, persoonlijke verzorging, verpleging, ondersteunende begeleiding, activerende begeleiding, behandeling, verblijf en vervoer. Tenslotte werden de zorgzwaartepakketten (ZZP’s) ingevoerd (en ging de huishoudelijke verzorging naar de WMO). De ernst van de aandoening of beperking werd hierbij maatgevend voor de hoogte van het zorgzwaartepakket. Hoe ernstiger de beperking, hoe hoger het pakket en hoe hoger het beschikbare bedrag.
11 Al deze maatregelen hadden maar ten dele effect. De kosten van de AWBZ bleven oplopen. Enerzijds omdat het aantal aanspraken op de AWBZ sneller toenam dan verwacht. Relatief nieuwe groepen zorgvragers deden een beroep op de AWBZ, zoals bijvoorbeeld ouders van kinderen met opvoedingsproblemen of mensen met een niet- aangeboren hersenletsel. Anderzijds omdat sommige maatregelen niet tot besparing, maar juist tot toename van kosten leidden. Dit geldt bijvoorbeeld het Persoonsgebonden Budget, dat snel in omvang groeide en fraudegevoelig bleek. Bovendien bleef kostenreductie uit, omdat velen niet zelf als opdrachtgever gingen fungeren, maar er voor kozen met hun PgB zorg in te kopen bij een relatief dure instelling. Of andersom: instellingen vroegen hun cliënten een PgB aan te vragen als de grens van hun productieafspraak met het zorgkantoor bereikt was. De toekomst van de AWBZ De laatste vijf jaar is er door overheid en adviesorganen voortdurend gedebatteerd over de toekomst van de AWBZ. Steeds vaker gingen stemmen op de AWBZ weer te gaan beperken tot de groep mensen, ‘voor wie deze wet oorspronkelijk bedoeld was’: mensen met aangeboren ernstige aandoeningen of beperkingen, die langdurige zorg noodzakelijk maken. Ook was er het pleidooi het aantal functies in de AWBZ te beperken. De huishoudelijke verzorging verdween uit de AWBZ en de functies activerende en ondersteunende begeleiding werden samengevoegd en beperkt. Ook verloren mensen hun aanspraak op de AWBZ, de zogenaamde ‘pakketmaatregel’. Zowel de huishoudelijke verzorging als een deel van de functie begeleiding gaan naar de WMO. Deze WMO is een relatief nieuwe wet, die de Welzijnswet en de WVG (Wet Voorzieningen Gehandicapten) vervangt. De WMO wordt uitgevoerd door de gemeentelijke overheid. Tot 2009 werden in de wet zaken geregeld als woningaanpassing, vervoersvoorzieningen, rolstoelen, welzijnswerk (club- en buurthuizen), tegengaan van huiselijk geweld, vrouwenopvang en de opvang van dak- en thuislozen. De WMO is gebaseerd op het gedachtegoed van de Civil Society, een samenleving waarin de burger en het burgerinitiatief belangrijker pijlers zijn. Met de overgang van functies van de AWBZ naar de WMO worden twee effecten beoogd. Op de eerste plaats wordt aangenomen dat kosten kunnen worden bespaard door functies dichter bij de burger te organiseren. Gemeentelijke bestuurders kennen de gemeentelijke omstandigheden beter en kunnen daar gebruik van maken door de zorgvrager te wijzen op ondersteuning door vrijwilligers of mantelzorgers. Op de tweede plaats markeert de overheveling van AWBZ naar WMO de overgang van de verzorgingsstaat, waarin de overheid verantwoordelijk is voor de zorg en ondersteuning van de burgers, naar de participatiemaatschappij, waarin de burger zelf verantwoordelijkheid neemt voor de ondersteuning van medeburgers.
Op zijn Hollands gezegd: de toenemende vraag naar zorg is, zeker met het oog op toenemende vergrijzing en de daarmee gepaard gaande toenemende zorgvraag niet meer op te brengen uit de collectieve middelen en dus moet de zorgvrager weer wat meer een beroep doen op verwanten, buren en vrijwilligers. De gemeenten zullen hun ondersteuning voor een belangrijk deel richten op deze verwanten, vrijwilligers en buren.
Hoe moet het wel? Dat er wat moest gebeuren, daarover is iedereen het wel eens. Een kind kan bedenken als meer zorg geleverd moet worden aan meer mensen, die betaald wordt uit premies door minder werkenden, dat per zorgvrager minder geld beschikbaar komt. De vraag is en was: hoe moet het dan wel? In het regeerakkoord en de verdere plannen van de huidige regering zijn de ingrepen en maatregelen aangekondigd. Lees verder op pagina 14
Op de middenpagina’s van Synchroon brengen we steeds een deel van Syndion in beeld. Dit keer: Logeerhuis De Molenborg
12
IN BEELD
Logeerhuis De Molenborg
Logeren is leuk! Syndion heeft vijf logeerhuizen, waar bijna ieder weekend en ook verschillende schoolvakanties kinderen met een handicap logeren. Eén van die logeerhuizen is De Molenborg in Culemborg. Als het huis in het weekend volstroomt, is het altijd een beetje feest. De kinderen vinden het vaak heerlijk om een weekendje te logeren. Lekker samen met andere kinderen spelen, een uitstapje maken, samen koken en eten en ’s avonds mag je vaak langer opblijven dan thuis… Kortom: logeren is leuk! Logeren wordt in de AWBZ ‘kort verblijf’ genoemd. Sinds januari 2011 zijn de criteria voor nieuwe indicaties strenger geworden. Meer informatie over logeren in De Molenborg of in één van Syndions andere logeerhuizen? Neem contact op met het Cliëntservicebureau van Syndion: tel. 0183-651150 of
[email protected].
13
14
Vervolg van pagina 11
De AWBZ blijft bestaan, zoveel is duidelijk. De AWBZ zal weer een wet worden voor de mensen waarvoor deze oorspronkelijk bedoeld was. Er wordt zelfs een verbetering van de AWBZ aangekondigd: een bedrag van 636 miljoen voor extra personeel en opleidingen) en een jaarlijkse groei van 2,5%. Het wordt echter moeilijker om een indicatie voor de AWBZ te krijgen. Zo is er het voornemen de IQ-grens te verlagen. Waar nu mensen met een IQ lager dan 85 recht hebben op een functie in het kader van de AWBZ, zou deze grens komen te liggen bij een IQ van 70. Mensen met een intramurale indicatie behouden hun rechten. Bij een herindicatie in de toekomst kunnen deze rechten echter alsnog vervallen. Een aantal extramurale functies zal naar de WMO worden overgeheveld. Dit geldt alle extramurale begeleiding, inclusief de dagbesteding, het kortdurende verblijf, oftewel het logeren, de volledige jeugdzorg en jeugdpsychiatrie (JLVG en JGGZ) en het vervoer. Bij deze overheveling wordt een besparing gerealiseerd van 5%. De aanspraken op een PgB zullen drastisch worden ingeperkt tot mensen met een (intramurale) verblijfsindicatie. Dit betekent dat 90% van de huidige PgB-houders zijn budget kwijt zal raken. Voorts zal in toenemende mate een scheiding van wonen en zorg plaats vinden. Dit betekent dat iedereen die in een zorginstelling woont, zijn eigen kamer of woning huurt. En tot slot zullen de zorgkantoren worden opgeheven en zullen de verschillende zorgverzekeraars verantwoordelijk worden. De Kanteling De overgang van deze functies is voorzien voor de jaren 2013 en 2014 en zal zeker niet ongemerkt verlopen. De WMO heeft immers een geheel andere basis dan de AWBZ. De AWBZ gaf en geeft mensen het recht op een aanspraak op een vorm van zorg. Ieder die een indicatie kreeg had onvervreemdbaar recht op een omschreven functie. In de WMO geeft een gemeentelijke indicatie het recht op compensatie van de handicap of beperking. De WMO verplicht gemeenten aan mensen met een handicap een compensatie te bieden, maar laat gemeenten vrij in de wijze waarop zij dat doen. Dit alles betekent dat alle huidige cliënten met extramurale begeleiding, zonder ZZP in 2013 (voor nieuwe cliënten) en in 2014 (voor bestaande cliënten) al hun aanspraken zullen verliezen. Dat geldt ook voor iedereen met een PgB. Deze mensen moeten zich straks aanmelden bij het WMO-loket in zijn of haar gemeente. Vervolgens kan en zal het sterk van de gemeente afhangen hoe aan dit loket gehandeld wordt. Onder de noemer ‘de Kanteling’ bereiden gemeenten zich voor op deze veranderingen. In de modelverordening van de VNG (vereniging Nederlandse Gemeenten) worden richtlijnen gegeven en in het bestuursakkoord tussen Regering en VNG zijn nadere afspraken gemaakt. Duidelijk is dat gemeenten zich aan de loketten anders willen gedragen. Zij willen niet langer
denken in termen van voorzieningen (de rolstoel, de traplift of een vervoerspas), maar zij willen met mensen in gesprek. Dit om de vraag achter de vraag te ontdekken en te bezien in hoeverre deze vraag of vragen in het eigen netwerk kunnen worden beantwoord. Bij deze gesprekken wordt een duidelijke volgorde gehanteerd: wat kan de burger nog zelf, waar kan de familie nog bijspringen, waar het netwerk of de mantel, waar moet de mantel ondersteund worden, zijn vrijwilligers in te zetten, kan gebruikt gemaakt worden van collectieve welzijnsvoorzieningen in de wijk en uiteindelijk: zijn speciale voorzieningen nodig? De gemeenten hebben nog enige tijd zich hierop goed voor te bereiden, maar veel tijd is er niet. De ervaring leert dat de ene gemeente al serieus bezig is, terwijl de andere gemeente nog moet beginnen. De ervaring leert ook, dat gemeenten zich vooral richten op de grote en snel groter wordende groep ouderen en veel minder op mensen met een verstandelijke, lichamelijke of psychiatrische beperking. Veel gemeenten worstelen met verschillende vragen: Hoe kunnen wij de zorg voor een groter wordende groep mensen met afnemende middelen op een voldoende manier uitvoeren? Is de burger bereid tot meer participatie? En heeft de burger tijd en zin om als vrijwilliger beschikbaar te zijn? Ik wil mij niet overgeven aan speculaties over de wijze waarop gemeenten hun nieuwe taken zullen gaan oppakken. Gemakkelijk is het niet, zoveel lijkt duidelijk. En per gemeente zullen andere afwegingen worden gemaakt. De omstandigheden per gemeente verschillen natuurlijk ook. Een plattelandsgemeente heeft andere zorgen dan de grote stad. In de ene gemeente wonen veel mensen met een beperking, in andere gemeenten (waar van oudsher weinig of geen voorzieningen waren en mensen met een beperking zijn weggetrokken) wonen bijna geen mensen met een handicap. Ook zullen gemeenten naar verwachting minder differentiëren: niet langer voor iedere doelgroep eigen dagbesteding, maar één voorziening voor iedereen. En mensen die kunnen werken, moeten werken, betaald of onbetaald. Het liefst op een plek en op een manier waar de samenleving van profiteert: in de plantsoenendienst, op de stadsboerderij of in het restaurant van het verzorgingshuis. En bij deze voorbereiding op hun nieuwe taak zullen gemeenten te rade gaan bij zorginstellingen die er verstand van hebben, omdat zij al lange tijd met dit bijltje hakken. Een aantal van de bestaande voorzieningen kunnen ook in de nieuwe situatie bruikbaar zijn. Syndion zal en moet beschikbaar zijn als partner van de gemeenten. Het zijn er dertig in het werkgebied. Dat is wel heel andere koek dan de twee zorgkantoren waar we als Syndion nu mee te maken hebben. Jos Huibers is stafmedewerker bij Syndion. Voorheen was hij sectormanager Dagbesteding.
Column Het HART van Syndion
Of ik een column wilde schrijven voor dit blad. Want het leek
Als alle procedures in orde zijn, kunnen we ons volledig
de redactie een goed idee om de start van het Cliëntservice-
richten op de wensen en vragen van cliënten.
bureau ook via Synchroon onder de aandacht te brengen. En wie zou die kon die column dan beter kunnen schrijven
En, vragen collega’s aan mij: Hoe is dat nu…
dan ik… vonden ze.
het Cliëntservicebureau?
Leuk bedacht, maar veel ervaring met columns schrijven heb
Het is spannend, leuk, nieuw, uitdagend. Het is de plek binnen
ik niet. Maar de redactie dacht natuurlijk: waar het HART vol
Syndion waar alle doelgroepen bijeenkomen, het is het enige
van is, loopt de mond van over… Dus heb ik met mijn hand
deel van Syndion waar kindzorg ook vanaf het begin is mee-
over het HART gestreken… vooruit dan maar.
gegaan. Het is een onderdeel van Syndion dat regiooverstijgend is en dat met alle afdelingen en clusters te
Laat ik maar gewoon beginnen om mezelf voor te stellen:
maken heeft. Wij zijn onafhankelijk en werken direct vanuit de
Yet Langerak, 25 jaar werkzaam in de gehandicaptenzorg,
visie en alleen voor de cliënt. We zijn bezig met het ontwik-
waarvan tien jaar bij Syndion. En ja, sinds kort dus manager
kelen van zaken als de trajectvolging en wenseninventarisatie.
van het Cliëntservicebureau van Syndion. Een nieuwe baan,
Dit zijn speerpunten van het cliëntservicebureau van Syndion.
voor mij en voor heel Syndion. Waar er voorheen in drie
Daarmee onderscheiden we ons van andere organisaties.
verschillende ‘Ingangen’ werd gewerkt, is er nu één bureau waar alles rondom onze huidige en toekomstige cliënten
Het is het HART van Syndion!
samenkomt. We zijn er ook voor collega’s, we kunnen inventarisatie van In maart gingen we ‘van start’, met ongeveer 27 medewerkers.
bepaalde cliënt groepen maken, inventariseren waar onver-
Wanneer een cliënt zich aanmeldt, komt hij of zij bij één van
vulde wensen op het gebied van wonen, werken enz. liggen,
de 13 cliëntconsulenten terecht. Zij bespreken met de cliënten
we kunnen presentaties verzorgen voor cliënt of oudergroepen
welke vragen er zijn, welke ondersteuning gezocht wordt en zij
over de mogelijkheden voor wonen, werken, logeren, enz.
kijken binnen Syndion naar mogelijke antwoorden op die vra-
binnen Syndion. Kortom: het cliëntservicebureau is een plek
gen. Als het lukt om de passende antwoorden te vinden, komt
waar je van alles kunt vragen. Wij zullen proberen om het
een cliënt in zorg bij Syndion. De rol van het cliëntservicebu-
antwoord te vinden.
reau is dan nog niet uitgespeeld: eventueel wordt geholpen
Sinds een paar weken zijn we allemaal geïnstalleerd op het
met het aanvragen van een indicatie, er wordt een voorlopig
Centraal Bureau van Syndion in Gorinchem. U kunt niet meer
ondersteuningsplan gemaakt en een contract opgesteld. Dat
om ons heen!
klinkt allemaal erg formeel en zakelijk, maar als cliëntservicebureau zijn we er in de allereerste plaats voor cliënten en
Yet Langerak is manager van het Clientservicebureau
dingen moeten nu eenmaal goed geregeld zijn.
van Syndion
15
“Vrijwel alle gebruikers zijn positief!”
16
Internet benutten voor informatieoverdracht Door Mirjam Rinzema
Iedere ouder kent het wel: je kind slaapt op een
nacht slecht en is ’s ochtends wat hangerig, maar niet echt ziek. Toch maar naar het kinderdagverblijf? Maar hoe gaat het daar Moet je halverwege de dag gaan bellen?
Een eenvoudig voorbeeldje, waar de meeste ouders zonder al teveel hoofdbrekens uit zullen komen. In het schriftje dat meegaat naar het dagverblijf zetten ze iets over de situatie en aan het eind van de dag horen ze dan wel hoe het is gegaan. Maar wat nou als je kind (ernstig) gehandicapt is? Dan ben je als ouders extra bezorgd. Eigenlijk zou je dagelijks willen horen hoe de dagen verlopen zijn, welke vragen er leven bij de leiding op het verblijf, welke ontwikkeling je kind doormaakt. Digitale Interactieve Communicatie Ook bij Syndion is jarenlang met een ‘gewoon’ overdrachtsschriftje gewerkt. Eenzijdige communicatie, die soms al verouderd is op het moment dat het gelezen wordt. Een ander
die dag?
nadeel van een fysiek schrift is dat het vergeten kan worden, kan zoekraken of toevallig op de verkeerde plek ligt en er daardoor geen informatie uitgewisseld kan worden. Goede communicatie tussen alle mensen die met het kind te maken hebben, is heel belangrijk. Dit was de reden om te kijken naar de mogelijkheden die internet biedt. Betere zorg Goede communicatie leidt tot betere zorg. Die overtuiging heeft ertoe geleid dat Syndion samen met oudervereniging Philadelphia Support en de leverancier van ParnasSys (een webbased systeem dat is ontwikkeld voor het volgen van leerlingen op de basisschool) heeft gekeken naar de mogelijkheid om een interactief communicatiesysteem via internet te ontwikkelen voor ouders en zorgaanbieders. Dit heeft geleid tot PrimoPro, een digitaal ‘schriftje’. Iedereen die hiervoor de rechten toegekend heeft gekregen, heeft inzage in de berichten en kan berichten toevoegen. Het digitale schriftje is binnen de Kindzorg van Syndion inmiddels al een paar jaar in gebruik. In de loop der jaren is het aantal gebruikers gestaag gegroeid, en vrijwel alle gebruikers zijn er positief over. Voordelen van dit systeem zijn alle informatie altijd is in te zien (als er maar een internetaansluiting is) en dat er heel snel gecommuniceerd kan worden. In het geval van het voorbeeldje uit de intro van dit stukje, kan de ouder halverwege de dag even inloggen om te kijken wat de begeleiding over de hangerigheid van het kind heeft geschreven. Een ander groot voordeel is dat de informatie niet alleen heen en weer gaat tussen ouders en dagverblijf, maar dat ook anderen de informatie kunnen inzien als zij hiervoor de rechten hebben. Bijvoorbeeld het logeerhuis of het logeergezin waar het kind logeert. De overdracht ligt overzichtelijk vast en dingen als medische gegevens zijn altijd bij de hand.
C
liënt aan het woord... ..........
“ Ik vind het leuk om met paarden te werken”
Ramona Klein is weer terug bij de dieren
Door Ellen van der Kemp
17
Ramona Klein is 21 jaar. Ze werkt op de Kooise zorgboerderij en camping in Aquoy.
Al mennend vertelt ze
over haar werk, hobby’s en woonsituatie.
Een interview te paard en wagen.
Waar en hoe woon je? “Ik woon begeleid zelfstandig in Het Schavet in Leerdam, een woonlocatie van Syndion. Er is daar 24-uurszorg. Dat betekent dat er altijd een begeleider aanwezig of bereikbaar is. Ik woon daar omdat ik een verstandelijke beperking heb. Drieëneenhalf jaar geleden ben ik met crisis binnengekomen. Sinds twee jaar woon ik in een eigen appartement.” Hoe ben je bij de Kooise zorgboerderij terecht gekomen? “Via stichting MEE.” Hoe lang werk je al op de Kooise zorgboerderij en camping? “Ik werk hier nu alweer zes weken. Ik heb een tijdje wat anders gedaan. Eerst heb creatieve dagbesteding bij Pand 35 in Leerdam gedaan en daarna ben ik naar school gegaan, maar dat beviel niet goed. Daarom ben ik nu weer terug bij de dieren.” Hoeveel uur werk je? “Ik werk op maandag, woensdag en vrijdag. Om ongeveer 8.00 uur word ik met de taxi thuis opgehaald. De taxi doet er ruim een kwartier over, dus ik begin om half negen met werken. En om half vier ’s middags ben ik weer thuis.” Wat doe je precies op de Kooise zorgboerderij en camping? “Ik begin altijd met het buitenzetten van de geitjes en de paarden. Op maandag ga ik daarna de stal uitmesten en tussen 13.00 en 13.30 uur ga ik paardrijden. Op woensdag ga ik meestal mennen en op vrijdag help ik bij de paardrijlessen die hier gegeven worden.” Wat doe je op je vrije dagen? “Op dinsdag heb ik autorijles en help ik met koken. ’s Avonds is er een creatief uurtje in het steunpunt. Op donderdag heb
ik vaak gesprekken met een gedragsdeskundige en donderdagavond ga ik vaak spelletjes doen op het steunpunt. Op zaterdag moet ik dan vaak een wedstrijd spelen. Ik krijg die dag vaak ook nog een uurtje begeleiding. Op zondag ga ik naar mijn ouders of naar mijn opa en oma en heb ik weer een uur begeleiding.” Wat vind je het leukst op je werk? “Het werk met de paarden. Maar ik vind de andere dieren ook leuk, hoor!” Is het zwaar werk? “Nee, dat valt wel mee. Het zwaarst is het uitmesten van de stal, maar dat doe ik maar een keer per week vanwege mijn schouder.” Heb je ook contact met de campinggasten? “Eigenlijk niet zo veel. Toevallig heb ik vandaag koffie ingeschonken, maar ik ben niet iemand die gauw op anderen afstapt. Ik kijk meestal eerst de kat uit de boom. Andere cliënten hebben meer contact met de campinggasten. Het is niet verplicht om ook iets op de camping te doen. Ik doe het liever niet en dat is geen probleem. Er is hier sowieso niets verplicht.” Vakkundig leidt Ramona paard en wagen weer terug naar de camping. Kon je al mennen voordat je hier, op de Kooise camping, kwam werken? “Nee, dat heb ik hier geleerd. Ik heb hier ook leren paardrijden.” Hoe heet het paard voor de wagen? “Starlight. Hij krijgt nu als beloning wat brood.” Bedankt voor de rit en voor het interview. “Graag gedaan!”
18 Ogen&Oren
De visie van Syndion is een richtingaanwijzer Door Marie-José van Leeuwen
column van de Centrale Clientenraad 2011 is al weer voor een groot deel voorbij, de nieuwe organisatie van Syndion krijgt langzaam gestalte. Per 1 januari 2011 is de nieuwe regiostructuur van kracht. De heer Huibers besloot in de nieuwe organisatie niet als regiomanager te gaan functioneren. De Centrale Cliëntenraad en een afvaardiging van de Raad Zonder Naam waren betrokken in de sollicitatieprocedure. Naast alle veranderingen binnen Syndion draait de organisatie gewoon door. De bestuurder de heer Aart Bogerd, heeft aangegeven dat in verband met zijn vertrek in februari 2012, de Raad van Toezicht zoekt naar een nieuwe bestuurder. Ook aan de leden van de Centrale Cliëntenraad is gevraagd een profiel op te stellen waaraan de nieuwe directeur/bestuurder moet voldoen. Wij
Een visie is de start van het denken, en niet de uitkomst. Een visie geeft geen antwoord op alle vragen. Een visie spreekt mensen persoonlijk aan. Een visie krijgt betekenis in de dagelijkse praktijk, in kleine verhalen en gebeurtenissen van iedere dag.
hopen op een bestuurder die betrokken is bij de zorg, die de visie van Syndion zal blijven uitdragen. Iemand is die goed kan aansturen, maar die ook betrokken is bij de cliënten zelf. Veel zaken zijn besproken door de Centrale Cliëntenraad, waaronder de begroting en het Strategische Beleid voor de komende jaren. Ook waren we weer betrokken bij het jaarlijkse overleg met het zorgkantoor Waardenland en Midden Holland. Wetten, regels en uitkeringen in de zorg veranderen de laatste tijd in een dramatisch tempo. In bijna alle gevallen in het nadeel van de cliënt. Het kabinet wil flink in het PgB (Persoonsgebonden Budget) snijden. Het gaat om indicaties voor begeleiding individueel, persoonlijke verzorging, verpleging, logeren en dagbesteding. Gemeenten zullen bezuinigen op variabele uitgaven en niet op ambtenaren. Dit is een zorgelijke situatie; de CCR zal hier de vinger aan de pols houden. Verheugd zijn wij met een uitbreiding van de CCR. Vanaf deze plaats wil ik mevr. Y. Lammertink en mevr. van den Heuvel die de CCR zijn komen versterken van harte welkom heten. De Centrale Cliëntenraad krijgt nu meer ‘body’ en is goed op weg om naar de toekomst toe zich in te kunnen zetten voor de belangen van alle cliënten binnen Syndion. Gerrit Dubbeldam, voorzitter CCR
In 2008 is Syndion gestart met een organisatieontwikkelingstraject. Met hulp van een organisatieadviseur, Annemarie van Dalen, is in de organisatie nagedacht en gepraat over wat er in de organisatie aangepast of veranderd zou moeten worden, ook in het licht van ontwikkelingen in de maatschappij en te verwachten veranderingen daarin. De visie van Syndion Een van de veelbesproken onderwerpen is de visie van Syndion geweest: met welke intentie doen wij ons werk, wat dragen wij uit in ons werk, wat staat in dat werk centraal? Dit proces leidde in 2009/2010 tot een vernieuwde tekst van de visie en ondersteuning: ‘Mensen met een handicap hebben het recht om zelf te kiezen hoe zij willen leven en op welke manier zij zich welbevinden. Alles wat we doen is erop gericht om mensen met een handicap te helpen zoeken naar wat voor hen belangrijk is in het leven.’ Dat is de kern van die vernieuwde visie. Visie-trainingen Een visie op papier hebben is mooi, maar daar gaat het niet om. De visie moet gestalte krijgen in de praktijk, in het werk van de medewerkers van Syndion die de cliënten van Syndion begeleiden en ondersteunen. Om dit te verankeren, werd besloten om ‘een grote klus’ ten uitvoer te gaan brengen. Ongeveer 1500 medewerkers krijgen een training om de nieuwe
19 visie in hun werkzaamheden gestalte te geven. Er werd gestart met een zogenaamde KICK-off bijeenkomst (waarbij de letters van het woord KICK staat voor Keuzes, Invloed, Creativiteit en Kansen). Na deze ‘vliegende start’ werd een start gemaakt met visietrainingen aan de medewerkers op de werkvloer. De mensen die deze trainingen geven – van wie ik er één ben – zijn allemaal werkzaam binnen Syndion. Behalve veel praktijkervaring, hebben we ook ervaring met onderwijs of didactiek. De eerste fase van de trainingen is nu bijna afgerond. Ook andere medewerkers binnen Syndion krijgen een dergelijke training. Afhankelijk van hun functie (bijvoorbeeld gedragskundigen, medewerkers van ondersteunende diensten zoals ICT en personeelszaken, clusterhoofden) wordt het trainingsprogramma aangepast. Als alles volgens planning verloopt, heeft iedereen dit jaar een grote en een kleine bijeenkomst gehad. Doel en nut Met deze bijeenkomsten wil Syndion bereiken dat alle medewerkers (weer) weten waar Syndion voor staat, dat zij zich bewust zijn van de inhoud van de visie en de visie ook kunnen vertalen in het verantwoord handelen in de dagelijkse praktijk. Dit gebeurt aan de hand van verschillende werkvormen, waar vragen aan de orde komen als: als je werkt met de visie als uitgangspunt, over welke vaardigheden moet je dan beschikken? Wat betekent de visie voor jezelf? Hoe bewust ben je je van jouw eigen manier van denken en werken? Wie ben je zelf als professional? Waar liggen dilemma’s ten aanzien van de visie op jezelf en de visie in relatie tot de mate van handicap? Waar wordt gekozen, wie kiest er en waar moet je het overnemen? Wie is waar verantwoordelijk voor? Wie zijn er allemaal betrokken en hoe ga je daarmee om? Wie heb je daarbij nodig? Met elkaar over deze vragen nadenken en er samen over praten blijkt heel zinnig en leerzaam. Natuurlijk komt niet iedereen even enthousiast binnen of gaat even enthousiast weer weg, maar het uitwisselen van ervaringen met collega’s die met een andere cliëntengroep werken, wordt als erg prettig ervaren. Regelmatig hoor ik de opmerking: ‘waarom doen we dit niet vaker?’ Deelnemers herkennen elkaars problematiek, terwijl men van tevoren vaak denkt dat de problemen in zijn of haar werk uniek zijn. Tijdens de gesprekken blijkt dan dat het grondprobleem hetzelfde is, maar dat het net even ‘een ander jasje’ aan heeft. Het delen van ervaringen levert mooie, soms ontroerende, diepgaande gesprekken op. Een veel gehoorde opmerking is dat de visie door de bijeenkomst meer gaat leven, meer body krijgt. De visie in de praktijk Als trainer ervaar ik het ontmoeten van heel veel hard werkende, inspirerende collega’s – bij wie de cliënt heel erg centraal staat – als waardevol en verrijkend. In bijna iedere
training komt wel een keer naar voren dat de verwoorde visie in de praktijk lastige situaties/dilemma’s met zich meebrengt. Situaties die vragen om creativiteit in het denken en doen van de medewerkers. Ik ben van mening dat medewerkers zich moeten blijven realiseren dat de visie de start is van het denken, het is een richtingaanwijzer. Het is een illusie om te denken dat de visie overal en altijd klip-en-klaar past. Jacqueline Jochems is begeleider 1. Zij ondersteunt in Dordrecht en omgeving voornamelijk cliënten met niet-aangeboren hersenletsel die zelfstandig wonen in hun thuissituatie. “Jammer genoeg was ik niet bij de KICK-off aanwezig, maar wat ik ervan heb gehoord lijkt het me dat de visietraining een logisch vervolg was op die aftrap.” De collega’s die de visietraining gaven kende Jacqueline al. Daardoor ging ze vol verwachting naar de training toe. “Ik had de cliënten die ik die ochtend had allemaal wat in elkaar geschoven en mijn route aangepast, dus ik kon daarna gelijk doorrijden, onderweg mijn ‘bammetjes’ etend.” Bij aankomst bleek de groep zeer divers. Jacqueline: “In eerste instantie dacht ik: ‘vind ik dat wel leuk?’, maar uiteindelijk bleek het juist iets extra’s toe te voegen.” Over de training is Jacqueline positief. Ze vertelt dat het niet gemakkelijk was om vanuit verschillende invalshoeken naar de ingebrachte casus te kijken. “Je bent geneigd om meteen door te schieten naar het zoeken van een oplossing, maar het ging er juist om dat je op verschillende manieren naar het probleem keek, om zo de onderliggende vraag van de cliënt in de casus te ontdekken. Ik vond het leuk dat in het vragenvuur iedereen fanatiek meedeed; oud of jong, kort of lang in de organisatie.” Wat Jacqueline is bijgebleven uit de training is dat alle collega’s die er waren, met allemaal heel verschillende functies, tegen dezelfde problemen aanlopen. “Allemaal proberen we het beste voor de cliënt er uit te halen, waarbij we het lastig vinden dat het beste voor de cliënt niet altijd dat is wat de cliënt wil. We willen de cliënt eigenlijk tegen zichzelf of zijn soms niet zo goede keuzes beschermen. We weten heel goed dat de cliënt zijn eigen keuzes maakt, maar willen hem behoeden voor problemen. Terwijl we weten dat ook een cliënt recht heeft op het maken van zijn eigen minder goede keuzes. Dit is voor mij, maar in deze groep voor bijna iedereen een spanningsveld dat regelmatig terug komt.” Op de vraag of Jacqueline verwacht dat ze in haar dagelijks werk profijt heeft van de training zegt ze: “Ik denk dat ik het meeste heb aan de herkenning, het gevoel dat ik niet de enige ben die tegen bepaalde zaken aanloopt. En ik ga nu toch iets gemakkelijker een lastig gesprek in. Wat lastig blijft is het herkennen en erkennen van eigen grenzen. Als een cliënt jouw hulp of jouw manier van helpen niet kan of wil accepteren, kan dat een heleboel energie kosten.”
“ I k kan hier van alles doen. Daarom vind ik het zo leuk” Dagbesteding voor
20 oudere cliënten is een groot succes
Door Mirjam Rinzema
“Is er al koffie?” Corrie, één van de cliënten die wekelijks de ouderensoos aan de Van Strijsingel bezoekt, kijkt om zich heen. “Het komt er
aan hoor”, roept begeleidster Sandra. “Ga maar lekker zitten, dan kom ik het je zo brengen.” Donderdagochtend, een uur of tien. De soosruimte is al goed gevuld. De bezoekers zoeken een plekje aan tafel, er wordt koffie geschonken en de gesprekken zijn al gauw in volle gang. “Ik moet straks naar de dokter”, vertelt Henk. En als ik dan terug ben, ga ik weer naar Maria.” Maria is de vriendin van Henk. Ze wonen allebei aan de Van Strijsingel; Henk beneden en Maria op de eerste verdieping. Ze zoeken elkaar vaak op, om gezellig samen te zijn. Ze komen ook bijna altijd samen naar de ‘dagbesteding voor oudere cliënten’, zoals de soos officieel heet. Maria borduurt dan graag en Henk leest de krant of kruipt achter de computer. Voor ze aan de slag gaan, willen ze best even met me praten. “Het is toch leuk om wat te doen te hebben”, antwoordt Henk op mijn vraag waarom hij naar de soos komt. “Ik doe trouwens nog meer hoor, ik werk ook nog op de dagbesteding. Daar doe ik verschillende dingen, bijvoorbeeld papier versnipperen.” Vriendin Maria, die met haar koffie gezellig naast Henk is komen zitten, vertelt dat ze er van houdt om met mensen te praten. “Dat kan ik hier doen, maar ik vind het ook heel leuk om uit te gaan. Ik ga graag op visite, naar familie.” Verder vertelt ze dat ze dol is op honden. “Ik heb namaakhonden, waar ik vaak mee speel. Maar ik speel ook vaak met de hond van Marije (één van de begeleiders). Die is zo lief, die ligt hier rustig onder de tafel. Ik ben echt gek op honden.” “We zijn vaak bij elkaar”, vertelt Henk, “maar we zijn niet samen op vakantie geweest hoor. Ik heb een week gevaren. Dat was erg gezellig; er was van alles te doen. Bingo, muziekavonden..” “En ik ben met een groep naar Limburg geweest.
We hadden niet altijd mooi weer, maar het was wel leuk. Op een avond heb ik een prijs gewonnen: een kooitje met twee vogels. Als je op een knopje drukt, gaan ze fluiten. Leuk hè?” glundert Maria. Een succes De soos is in juli 2010 van start gegaan en is tot nu toe een groot succes. Oudere cliënten hebben vaak overdag weinig om handen. Voor dagbesteding buiten de deur is er vaak niet genoeg kracht en energie. Toch hebben ook deze cliënten behoefte aan ontmoeting, gezelligheid, steun, praten, bezig zijn. Na rijp beraad besloot Syndion dit dagbestedingsproject voor ouderen op te zetten. Trudy Kooter, clustermanager van Syndion in Dordrecht, heeft het project onder haar hoede. Zij vertelt: “We hebben er vanuit de verschillende invalshoeken van dagbesteding en wonen naar gekeken. Syndion vindt het belangrijk dat wonen en dagbesteding voor onze cliënten los van elkaar staan. ‘Zo gewoon mogelijk’ betekent ook voor mensen met een handicap dat ze overdag in een andere omgeving zijn dan hun woonomgeving. Dat verrijkt het leven. In je werk ontmoet je andere mensen, doe je andere dingen, leer je nieuwe dingen, heb je andere sociale contacten. Maar voor oudere mensen - met of zonder handicap - is dat anders, zij hebben andere behoeften en wensen. Voor hen is het juist vaak fijn om iets te kunnen doen dicht bij huis. Vertrouwde gezelligheid, die niet te veel vergt van hun energie. Op die vraag hebben we met dit project een antwoord proberen te geven. Door de cliënten wordt dit enorm gewaardeerd.
21
We bieden een breed programma van recreatieve activiteiten aan, activiteiten die door de deelnemers zelf worden aangedragen. We zien dat dit een goede en waardevolle aanvulling is binnen het regioaanbod van Syndion.” Aan de slag Aan het aantal deelnemers aan de activiteiten kun je het succes inderdaad aflezen. Er zijn deze morgen ongeveer 15 mensen gekomen. Bijna allemaal wonen ze in de Van Strijsingel, maar ook buiten deze locatie is de soos geliefd. Er komen cliënten die begeleid zelfstandig wonen en cliënten uit andere woonlocaties naar Dordrecht voor de soos. “Omdat het zo’n succes is, zijn we nu aan het proberen om nog een extra soosdag te creëren, maar dan voor oudere Syndioncliënten van buiten”, vertelt Marije, één van de drie begeleidsters. “We zijn nu open op dinsdag en donderdag, en er zijn voldoende aanmeldingen voor nog een dag. Maar dat is nog niet rond.” Intussen is het half 11 geworden. De koffie is op en de muziek gaat aan. Iedereen gaat aan de slag. Er ligt veel
kleurig borduurwerk op de tafels. Maar er wordt ook gepuzzeld, gebreid, gecomputerd en gehaakt. En Hans en Jopie gaan aan de slag met een appeltaart. Jopie schilt de appels en Hans snijdt ze in kleine stukjes. “Straks gaan we hem lekker opeten”, verheugen ze zich al. Sjaan, de oudste bewoner van de Van Strijsingel, en zelfs van heel Syndion, is een kleedje aan het borduren. “Eigenlijk vind ik kaarten maken nog leuker”, vertelt ze. Ze heeft een grote doos met zelfgemaakte kaarten bij zich. “Dat is mijn hobby”, zegt ze plechtig. En voegt er meteen aan toe: “Maar soms heb ik zo’n pijn in mijn arm, dan kan ik niks doen.” Sjaan wordt in december 92. Ze woont al 40 jaar bij Syndion. “Ik heb wel vier verbouwingen meegemaakt”, vertelt ze met een lach. Verderop aan de tafel zitten Anja, Marie-Louise en Corrie. Zij wonen niet in de Van Strijsingel, maar zijn intussen wel helemaal ingeburgerd op de soos. Corrie is behendig in de weer met wol en breipennen, Anja en Marie-Louise zijn aan het borduren. Ze hebben het alle drie naar hun zin op de soos. “Het
is leuk dat je zelf kunt kiezen wat je wilt doen. Als ik met deze placemat klaar ben, ga ik misschien iets heel anders doen. Daarom vind ik het hier zo leuk”, vertelt Marie-Louise. En Corrie vult aan: “Ik kom hier echt voor mijn ontspanning. Ik heb het wel naar mijn zin.”
22
“Regen? Niks van gemerkt!” Soms letterlijk ‘spetterend’ lustrumfeest
Door Mirjam Rinzema
Foto’s: sjoerdfotografie.nl
Alweer vijftien jaar bestaat de naam Syndion: in 1996 werd een fusieovereenkomst gesloten tussen twee stichtingen: RSD (Regionale Stichting Dienstverlening) in Gorinchem en VGD (Voorzieningen Gehandicapten Dordrecht) in Dordrecht. Er kwam een nieuwe naam: Syndion. Die naam staat voor:
SYNergie in DIenstverlening en ONdersteuning.
De voorlopers van Syndion werden opgericht en lange tijd bestuurd door Philadelphia en VOGG. Ouderverenigingen, die zelf zochten naar goede begeleiding en ondersteuning voor hun kinderen met een handicap. Die cultuur, luisteren naar cliënten en het netwerk om hen heen, is gebleven. Syndion is in die 15 jaar behoorlijk gegroeid, maar de organisatie is dat uitgangspunt niet kwijtgeraakt. Sterker nog: onlangs is dit uitgangspunt opnieuw vastgelegd in de vernieuwde tekst van onze visie. Veel te vieren? Toen Syndion 5 en 10 jaar bestond, werd dat gevierd met cliënten en medewerkers. Nu we bij de 15 jaar waren gekomen, leek het logisch om ook bij dit jubileum stil te staan. De afgelopen vijf jaar was hiervoor ook steeds een bedrag gereserveerd. Het budget was er dus wel, maar was de sfeer er ook naar? Syndion, medewerkers én cliënten maken zich zorgen over de bezuinigingsmaatregelen van de overheid op de zorg voor mensen met een handicap. Vier je feest als je weet dat veel mensen hun Persoonsgebonden Budget kwijt zullen raken? Als je weet dat veel van onze cliënten over een paar jaar niet meer zeker zijn van hun recht op zorg omdat ze niet meer onder de AWBZ vallen? Is er dan wel zo veel
te vieren? Hier is goed over nagedacht en uiteindelijk is besloten om het 15-jarig bestaan toch te vieren. Omdat er in de afgelopen vijf jaar weer enorm veel inzet is geweest vanuit de medewerkers. Omdat veel cliënten van Syndion in verschillende tevredenheidsonderzoeken hebben aangegeven dat ze blij zijn met de organisatie. Omdat we het ook belangrijk vinden dat medewerkers en cliënten elkaar ontmoeten op zo’n feest! Beleef! Op zaterdag 27 augustus was het zo ver: cliënten en personeel stroomden massaal naar Fort Altena in Werkendam. Onder de titel ‘Beleef!’ was er een gevarieerd feestprogramma op poten gezet. De dag begon met een programma voor de kinderen en voor cliënten die behoefte hebben aan een rustig programma. Kinderen en ouders waren enthousiast over de elfjes op witte eenhoorns, de voorstelling van de Sprookjesboom, het optreden van Circus Magica, de rustige hoek waar met vilt geknutseld kon worden, de speciale muziekinstrumenten-workshops. De kinderen keken vol ontzag naar de levensgrote giraffen en gingen op de foto met Roodkapje, de wolf of de draak. Voor iedereen was er wel iets te doen, te zien en te beleven.
Dat het af en toe spetterde, deerde vrijwel niemand. “Genoeg plekken om droog te zitten”, vond een moeder. Waarop haar bellenblazende dochter zei: “Heeft het dan geregend? Daar heb ik helemaal niks van gemerkt.” Swingend feest In de loop van de middag werd het een stuk drukker. Lange rijen stonden (inderdaad soms in de regen!) te wachten voor de aanmeld-balie. Veel mensen kwamen vooral voor de grote publiekstrekker Nick en Simon, maar genoten minstens zo veel van diverse andere acts en artiesten. Bij het grote podium was het een drukte van belang. De swingende muziek bracht het enthousiaste publiek in beweging. Wel was er enige teleurstelling over de Volendamse artiesten Nick en Simon. Eén van de cliënten, Serge, vertelt: “Ze maakten goeie muziek, maar ik vond het wel jammer dat ze niet even tijd hadden voor foto’s en handtekeningen.” Na het vertrek van Nick en Simon ging het feest gewoon verder. Xander de Buisonjé sloot het feest spetterend af, figuurlijk dit keer. Een mooie mijlpaal, om met plezier op terug te kijken. Op de linkerpagina een collage van foto’s die een indruk geven van het feest.
23
De leukste cadeauwinkel van Sliedrecht U kunt bij ons terecht voor kraamcadeautjes, (houten) speelgoed, handgemaakte woonaccessoires en nog veel meer! dat wij ook uw strijkwerk willen doen? Uiterst professioneel, snel en goedkoop!
Uit de Kunst Kerkbuurt 148 Sliedrecht Tel. 0184 - 425833 Geopend maandag tot en met vrijdag van 9.00 - 16.00 uur.
Wist u dat... ...er op het Atelier Tolhuis prachtige dingen worden gemaakt? Schilderijen, vazen, spiegels, kunstvoorwerpen. Op aanvraag kunt u bij ons komen kijken. Het werk is vaak te koop!
Welkom in het Atelier! Graag bellen voor een afspraak.
Atelier Tolhuis, Molenstraat 109, Gorinchem, Telefoon: 0183 - 633067