Programma
Studium Generale
2012-2013
Driestar educatief TA L E N T I N O N T W I K K E L I N G
Studium Generale
Aansprekende en boeiende sprekers
Wilt u ervaren hoe het Hollandse landschap een fascinerende inspiratiebron kan zijn voor eigen beeldend werk? Hoe komt het dat het (wetenschappelijk) debat zich opnieuw richt op de positie van de wil van een mens? Welke rol speelden de Bijbelse verhalen in de kunst van de zeventiende eeuw en welke geschiedenissen waren geliefd? Hoe verhouden hedendaagse christelijke kunstenaars zich tot
2
de reformatorische traditie? In hoeverre zijn uit de gelijkenissen pastorale lessen te trekken? Deze en andere vragen komen aan bod in het Studium Generale programma dat Driestar Educatief in het komende seizoen aanbiedt. De doelstellingen van het programma zijn: - Verdieping van de kennis van de Bijbel en de belijdenisgeschriften;
thema’s - Kennisname en bestudering van de (kerk)geschiedenis; - Bezinning op thema’s en dilemma’s van onze eigen tijd; - Kennismaking met culturele uitingen in heden en verleden. De meeste colleges worden gehouden op vrijdagavond van 19.45-22.00 uur in Gouda. Van een aantal programma’s uit de achterliggende jaren zijn de lezingen verwerkt tot een boekje. Op onze website kunt u zien welke boekjes in de serie Studium Generale inmiddels zijn uitgegeven (www.driestar-educatief.nl/Serie_Studium_Generale). Belangstellenden kunnen zich door middel van de bijgevoegde aanmeldingskaart of via de website (www.driestar-educatief.nl/aanmelden_Studium_Generale) aanmelden voor de programma’s. De kosten voor deelname worden zowel op de kaart als op de website vermeld*. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Liesbeth van Ravens (tel. 0182 – 540 333 of e-mail
[email protected]).
Extra In samenwerking met de Stichting Studie der Nadere Reformatie (SSNR) organiseren we in Gouda in het kader van Studium Generale een zestal bijeenkomsten op zaterdagmorgen. * Hierop zijn de algemene leverings- en betalingsvoorwaarden van Driestar Educatief van toepassing. U kunt hiervan kennisnemen via onze website.
3
programma 1
Het Hollandse landschap – theorie en praktijk
In dit programma bieden we u aan de hand van het Hollandse landschap een stuk theorie én praktijk.
14 september 2012
Lezing
Het Hollandse landschap is een inspiratiebron geweest voor velen. De wolken, de bomen, de eindeloze rijen populieren, de sloten en de vaarten, de knoestige knotwilgen of het bijzondere licht in Zeeland – de eeuwen door hebben kunstenaars de schoonheid daarvan gezien en geworsteld om daar iets van te vangen op verf en doek, om zo ook anderen deelgenoot te maken van wat zij zelf zagen. Tijdens deze lezing zal het hoofdaccent vallen op het werk van de schilders van de Haagse School, de benaming voor een groep schilders die tussen ongeveer 1860 en 1890 in Den Haag werkten. Deze schilders zetten zich af tegen de behoudende opvattingen die golden op de kunstacademie. Terwijl traditionele schilders de natuur idealiseerden, werkte deze groep in de vrije natuur en probeerde de sfeer van het landschap zo goed mogelijk vast te leggen. Men worstelde met de weergave van licht en atmosfeer en gebruikte daarom andere schildertechnieken dan voorheen. Schilders die tot deze kunststroming gerekend worden, zijn onder andere Josef Israëls, Jan Hendrik Weissenbruch, Paul Gabriel en de gebroeders Maris. Vanzelfsprekend zitten er in deze lezing ook verrassende doorkijkjes naar andere schilders, zowel van vroeger als van later eeuwen. Door: mw. W.P. Verbeek MA
4
29 september 2012 (zaterdag!) En nu de praktijk Wilt ook u ervaren hoe het Hollandse landschap een fascinerende inspiratiebron kan zijn voor eigen beeldend werk? We gaan, net als de schilders van de Haagse School, eerst op locatie tekenen. Dat doen we in de prachtige omgeving van Reeuwijk, waar we de ochtend doorbrengen. De lunch gebruiken we in het gebouw van Driestar Educatief te Gouda. ’s Middags werken we, onder leiding van docenten beeldende vorming van Driestar Hogeschool, de schetsen uit in een kleurrijk eindwerkstuk.
Mw. W.P. (Winnie) Verbeek MA is docent beeldende vorming aan Driestar Hogeschool.
5
programma 2
Een ‘eigen’ wil?
‘Ze heeft al een eigen willetje.’ Dat is duidelijk gezegd door een volwassene over een kind. En die volwassene dan, heeft die geen ‘eigen willetje’? Hedendaagse hersenonderzoekers lijken dat soms te zeggen – en worden vervolgens fel tegengesproken. Het debat over de wil is al heel lang gaande. Af en toe vlamt het op. In de vroege kerk bij Augustinus contra Pelagius. In de reformatie bij Luther contra Erasmus. In de 21e eeuw naar aanleiding van het boek ‘Wij zijn ons brein’. Wat is dat met die wil? Hoe vrij of onvrij is hij, en wat betekenen die woorden eigenlijk? En hoe komt het dat de discussie op bepaalde momenten oplaait? Wat zegt ons dat? Daarmee houden we ons in drie avonden bezig.
2 november 2012
Augustinus – Pelagius
In de vroege kerk speelt zich de controverse af over de wilsvrijheid tussen Augustinus en Pelagius. Wat houdt die controverse in en wat zijn de posities van Augustinus en Pelagius? Wat valt er te zeggen over de verhouding theologie en filosofie in dit debat? Hoe komt het dat dit juist toen en in die maatschappelijke context een issue werd? Door: dr. K. van der Zwaag
16 november 2012
Luther – Erasmus
Vanuit de Reformatie kennen we de polemiek tussen Luther en Erasmus. Een Erasmus die schrijft over een vrije wil, en een Luther die daartegenin gaat en schrijft over een slaafse wil. Hoe komen die twee nu aan zulke extreme posities? Wat bedoelden zij en wat waren de consequenties? Wat zegt dat over het heersende denken in die tijd en wat moeten en kunnen wij daar vandaag mee? Door: prof. dr. H.J. Selderhuis
6
Dit programma wordt aangeboden in samenwerking met Refo500
30 november 2012 Ik – mijn brein In de huidige tijd komt opnieuw de discussie over de wil op gang. Modern hersenonderzoek, gepopulariseerd door diverse wetenschappers, lijkt te zeggen dat we geregeerd worden door ons brein. Uiteindelijk door een samenstel en samenspel van atomen, van materie. Is daarmee de vrije wil vanuit de hoek van de fysiologie definitief afgeserveerd? Wat zegt hersenonderzoek eigenlijk wel en wat zegt het ook niet. En hoe komt het dat het debat zich opnieuw richt op de positie van de wil van een mens? Is het debat nu anders dan in eerdere perioden in de geschiedenis? Door: dr. H. Kerkhoff
Dr. Klaas van der Zwaag studeerde filosofie en theologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en publiceerde onder meer Afwachten of verwachten? De toe-eigening des heils in historisch en theologisch perspectief (2003) en Augustinus. De kerkvader van het Westen (2008). Hij is in het dagelijks leven redacteur kerk en godsdienst bij het Reformatorisch Dagblad.
Prof. dr. H.J. Selderhuis is directeur van Refo500 en hoogleraar kerkgeschiedenis en kerkrecht aan de Theologische Universiteit Apeldoorn.
Dr. H. Kerkhoff is neuroloog in het Albert Schweitzer ziekenhuis te Dordrecht.
7
programma 3
Reformatie en kunst
De traditie van christelijke beeldende kunst gaat terug tot de vroege kerk, maar is nooit onomstreden geweest. Ook de Reformatie heeft tegen (religieuze) beeldende kunst een ambivalente houding aangenomen. Die houding heeft bij velen tot op heden tot een zekere terughoudendheid geleid die samenhangt met de beeldvorming van de Reformatie en de doorwerking van de Nadere Reformatie. Maar is die reserve historisch gezien wel juist? Was de houding niet eerder open dan gesloten als men naar de kunst ten onzent in de zeventiende eeuw kijkt? Sloot de Reformatie aan op de vroege kerk of ging zij een eigen weg? Wat betekent deze plaatsbepaling voor de ruimte voor christelijke (religieuze) kunst vandaag? In vier bijeenkomsten wordt de invulling van de traditie op dit punt tegen het licht gehouden om zo tot een verrijking van het beeld te komen.
8
Dit programma wordt aangeboden in samenwerking met Refo500
11 januari 2013
Augustinus als beeldenstormer. De weerzin van een kerkvader tegen het afbeelden van God
Wat joden, christenen en moslims bindt is het besef dat God onkenbaar en onbegrijpelijk is. Tegelijk baseren zij hun geloof in God ook op een Heilig Boek, waarin iets van Gods werkzaamheid wordt geopenbaard. Augustinus was er zeer op gebrand dat de beelden, waarmee God in de Schrift wordt aangeduid, niet letterlijk genomen mochten worden. Een te letterlijke interpretatie van de Schrift zou onrecht doen aan wie God werkelijk was en daarom ongeloof in de hand werken. Welke consequenties had deze positie volgens Augustinus voor het afbeelden van religieuze onderwerpen? Door: prof. dr. Paul van Geest
25 januari 2013
De bloei van Bijbelse kunst in de zeventiende eeuw
De kerken waren na de Reformatie nauwelijks meer opdrachtgever, de burgers des te meer. Hoe komt het dat de Bijbelschilderkunst in dit land in die tijd zo bloeide? Lazen kunstenaars de Bijbel? En voor wie maakten ze hun schilderijen eigenlijk? De zeventiende-eeuwers hadden een levendige religieuze belangstelling; ongeveer de helft van de boekproductie bijvoorbeeld bestond uit religieuze werken. In veel huishoudens waren Bijbelse geschiedenissen te vinden, op schilderijen, prenten en huisraad. Welke rol speelden die Bijbelse verhalen? En welke geschiedenissen waren geliefd? Door: Tanja Kootte
» 9
1 februari 2013
Het beeldenverbod en de protestantse identiteit
Volgens het gangbare beeld brak de Reformatie radicaal met alle beeldendienst, zuiverde het geloof van allerlei ingeslopen wantoestanden. In deze optiek werd de middeleeuwse vroomheid beschouwd als een “visuele” aangelegenheid, terwijl het protestantisme in zijn geheel getypeerd werd als een “auditieve ”en “verbale” cultuur. Op deze visie valt wel wat af te dingen, zoals blijkt uit het debat over beelden dat tussen Luther, Zwingli en Calvijn en daarna (met name in het gereformeerd piëtisme) gevoerd werd. De onderlinge verschillen tussen de reformatoren en hun nazaten over de “Bilderfrage” hielden verband met de verschillen in historische omstandigheden. Ook speelden exegetisch-theologische discussies over de telling van de decaloog, discussies over de godsleer en de christologie, inclusief de sacramentsleer een rol. Door: prof. dr. W.J. van Asselt
1 maart 2013
In de spiegel van de traditie
In deze vierde en afsluitende bijeenkomst zullen drie hedendaagse christelijke kunstenaars, aan de hand van de presentatie van en toelichting op hun eigen werk, aangeven wat voor hen de relatie tussen geloof en kunst is en hoe zij zich verhouden tot de traditie zoals die in de eerdere lezingen is geschetst. Daarna zullen zij onderling en met de aanwezigen in gesprek gaan. Door: Martijn Duifhuizen, Henk Pietersma en Willem Zijlstra
10
Prof. dr. Paul van Geest is hoogleraar Augustijnse studies aan de faculteit Godgeleerdheid van de Vrije Universiteit te Amsterdam en van de Faculteit Katholieke Theologie van de Universiteit van Tilburg. In 1996 promoveerde Van Geest op Thomas a Kempis (1379/1380 - 1471).
Tanja Kootte is sinds 2011 conservator voor het Nederlands Protestantisme in het Museum Catharijneconvent te Utrecht. Recent organiseerde zij Vrouwen voor het voetlicht, een tentoonstelling over vrouwen in de geschiedenis van het christendom in Nederland. l
Prof. dr. W.J. van Asselt is emeritus-predikant binnen de PKN en ouddocent Kerk- en theologiegeschiedenis, in het bijzonder van de geschiedenis van het Gereformeerd Protestantisme, aan de Universiteit Utrecht en sinds 2008 deeltijdhoogleraar Postreformatorische studies aan de Evangelische Theologische Faculteit (ETF) in Leuven.
Martijn Duifhuizen behaalde in 2004 zijn ‘Bachelor of Fine Art’ aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam. Sindsdien is hij actief als beeldend kunstenaar en exposeert regelmatig zijn werk. Hij is lid lid van Illuzien, een kunstenaarscollectief in de gemeente Bergambacht en lid van de KrimpenerKunstWaard.
Henk Pietersma is beeldend kunstenaar. Zijn werk kenmerkt zich door een groot gevoel voor schoonheid van vorm en kleur. Grafische, tekenachtige en schilderkunstige elementen gaan in zijn werk samen. De inhoud ervan wordt vaak ontleend aan kernbegrippen uit de Bijbel, die voor hem een onuitputtelijke inspiratiebron vormt.
Willem Zijlstra geeft schilderles aan de Gooise Academie Laren. Tot 2008 was hij docent tijdens de zomeracademie van het CABK en werkte hij als gastdocent aan de Christelijke Hogeschool in Ede. Oorspronkelijk is hij tekenaar/ schilder, maar het accent verschuift steeds meer naar ruimtelijk werk: brons, hout. Kunst en religie zijn voor hem familie van elkaar. Ze zijn beide een taal waarmee hij denkend en sprekend de werkelijkheid en haar betekenis probeert te begrijpen.
11
programma 4
450 jaar Heidelbergse Catechismus
“Wat is uw enige troost, beide in het leven en sterven?” Wie kent deze vraag en het antwoord niet? Op 19 januari 2013 is het exact 450 jaar geleden dat keurvorst Frederik het woord vooraf ondertekende van deze bekend en geliefd geworden Heidelbergse catechismus. Een levend monument in de geschiedenis en het heden van onze kerken!
Ter gelegenheid hiervan organiseren de Theologische Universiteiten van Kampen en Apeldoorn, samen met de Gereformeerde Bond, het Hersteld Hervormd Seminarium en Driestar Hogeschool een symposium. In een boeiend en aantrekkelijk programma worden allerlei aspecten van de Heidelbergse Catechismus (HC) aan de orde gesteld. Het congres wordt gehouden op deze bijzondere verjaardag van de catechismus.
12
Programma In de ochtend zijn er vier lezingen: - Geboorte van de HC in de context van de Pfalz, door prof. dr. E.A de Boer - De komst van de HC naar Nederland, door prof. dr. F. van der Pol - De theologie van de HC, door dr. A. Huijgen - De spiritualiteit va de HC, door dr. W. van Vlastuin In de middag zijn er twee lezingen/workshops van een half uur: - De HC in de leercontext van de gemeente van morgen, door dr. T.T.J. Pleizier - De HC in catechese en onderwijs, door de heer J.H. Mauritz De dag wordt afgesloten met een forum waarin zitting nemen: J.H. Mauritz, J. Meerveld, dr. T.T.J. Pleizier en ds. W. Visscher. Datum: Tijd: Plaats: Prijs: Sluitingsdatum inschrijving:
Zaterdag 19 januari 2013 10.00-15.15 uur Hogeschool Driestar Educatief in Gouda €19,50 (inclusief thee, koffie en lunch) 31 december 2012
Driestar hogeschool TA L E N T I N O N T W I K K E L I N G
13
programma 5
Gelijkenissen van de goede Herder - pastorale lessen
8 maart 2013
Pastorale prediking: de gelijkenis van de zaaier (Mattheus 13:1-23)
We beginnen deze bijdrage met een beknopt antwoord op vragen als: Wat is een gelijkenis? Waarop moeten we bij de uitleg van een gelijkenis letten? Waarom sprak de Heere Jezus in gelijkenissen (Matth. 13:10-17)? En: In hoeverre zijn uit de gelijkenissen pastorale lessen te trekken? De gelijkenis van de zaaier is de meest fundamentele gelijkenis van het koninkrijk. Hierin wordt de prediking aangeduid met het beeld van het zaad dat op een akker gezaaid wordt. Wat zegt dat over de prediker en de prediking van het evangelie? De prediking van het Woord blijkt verschillende reacties op te roepen. Daarin houdt de Heere Jezus ons een indringende pastorale spiegel voor: hoe horen wij? Wat zijn de werkelijke blokkades in het horen van het Woord? Hoe wordt het echte luisteren bevorderd? Het gaat tenslotte om het horen van het Woord, het verstaan en het vrucht dragen. Wat is dat?
14
22 maart 2013
Pastorale ontferming: de gelijkenis van de verloren zoon (Lukas 15: 11-32)
Deze gelijkenis is veel gebruikt met het oog op het pastoraat (Henri Nouwen, Veltkamp, De Graaff). Zij lijkt te gaan over een jonge kerkverlater die het overvolle testament van zijn vader in korte tijd verbrast. Dat plaatst ons voor de vraag hoe vol ons testament is met het oog op onze kinderen. In dat licht zal ook de verootmoediging van de zoon aan de orde moeten komen (Luk. 15:17vv.). De kern van de gelijkenis is echter de ontferming van de Vader (Luk. 15:20). Ontferming wordt – als kernwoord voor het pastoraat (Heitink) – breder uitgelegd en geconcretiseerd. Tenslotte wordt ook aandacht geschonken aan de onpastorale houding van de oudste zoon. Is hij de ‘voorgoed verloren zoon’ (Willem de Mérode)?
5 april 2013
Pastorale zorg: de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan (Lukas 10:25-37)
We gaan allereerst in op de betekenis van deze gelijkenis. Zij is namelijk in de loop van de geschiedenis als geen andere vergeestelijkt (De barmhartige Samaritaan in de rovershanden van de allegorie). We kiezen voor een letterlijke uitleg zonder de geestelijke toespitsing te verwaarlozen. Een belangrijke les is dat de naaste op onze weg wordt geplaatst. Dat heeft, nieuwtestamentisch gezien, verregaande gevolgen (vgl. Matth. 25:34vv.). De gelijkenis stelt ons dan ook voor de vraag hoe wij met onze naaste in nood omgaan. Hierbij speelt het begrip (pastorale) zorg een belangrijke rol. We gaan na hoe die in deze ingewikkelde, postmoderne tijd gestalte dient te krijgen (Luk. 10:34v.). Tenslotte gaan we in op de (schijnbare) leemte in deze gelijkenis: Waarom gaat het alleen over het liefhebben van onze naaste en niet vooral over het liefhebben van God boven alles? Door: dr. A. Baars De lezingen in deze serie zullen gepubliceerd worden in een boekje in de Studium Generale reeks. Dr. A. Baars is hoogleraar ambtelijke vakken en dogmageschiedenis aan de Theologische Universiteit Apeldoorn.
15
programma 6
Zuid-Afrikaanse letterkunde
De dichteres Elisabeth Eybers noemde tijdens een voordracht de dichtkunst een schijnbare “ompad”, dus een slechts schijnbare omweg in de communicatie tussen mensen. Voor “dichtkunst” kunnen we ook het woord “literatuur” gebruiken. De werkelijkheid van ZuidAfrika is bont en complex. Aan de oppervlakte is het wezen van deze samenleving niet af te lezen, zodat we de letterkunde nodig hebben om er iets van te doorgronden. De omweg is in feite een “kortpad” (binnenweg) zonder onnodige belemmeringen. Hoe zouden we het leven in een afgeleefde huurkazerne in de gevaarlijke Johannesburgse wijk Hillbrow moeten kennen zonder de romans die in Hillbrow spelen? Hou zouden we aan de weet komen wat zich in de Zuid-Afrikaanse gevangenissen afspeelt, wanneer een ingewijde niet de pen zou hanteren? Voor de gevoelens van liefde, hoop en angst van individuele mensen geldt hetzelfde. Elisabeth Eybers stelt dat mensen gedichten schrijven omdat sommige dingen te intiem, te aangrijpend of te onbegrijpelijk zijn om in het openbaar mee te delen: “Hulle moet gesing of gesuggereer of oorgesein word”.
26 april 2013
De gedichten van Elisabeth Eijbers
Elisabeth Eybers werd geboren in 1915, vestigde zich in 1961 in Nederland en stierf in 2007 in Amsterdam. Haar hele leven lang bleef Elisabeth Eybers trouw aan het Afrikaans. De verwondering over de liefde tussen man en vrouw, over geboorte en het jonge kind en over de kracht van het dichterlijk woord is cruciaal in haar eerste dichtbundels. Nederland is niet zelden een steen des aanstoots voor haar. Als domineesdochter (“’n Pastoriedogter’”) is Elisabeth Eybers intensief met het geloof bezig. De verwijdering tussen haar en haar ouders maakt in de loop van haar leven plaats voor verzoening en begrip. Deze poëzie betekende het afscheid van de nationale poëzie in het Afrikaans als reactie op de Boerenoorlog van 1899 tot 1902.
17 mei 2013
Geweld in Zuid-Afrika
Aan de hand van een fragment uit de verfilming van de roman “Tranen over Johannesburg” (“Cry, the beloved country”, 1948) van Alan Paton gaan we in op de tegenstelling stad / platteland die kenmerkend is voor het Zuid-Afrikaanse levensgevoel. De literatuur van Zuid-Afrika maakt de culturele ontworteling en zedelijke ontsporing van Zuid-Afrikanen uit allerlei bevolkingsgroepen zichtbaar die van het veilige bestaan in hun dorpen moeten verhuizen naar grote steden als Kaapstad, Durban en Johannesburg. In de steden ontbreekt de sociale samenhang. Er zijn in onze tijd tekenen van moreel herstel. De jongeren van uiteenlopende herkomst vinden elkaar in idealen van harmonie en gerechtigheid en dragen sterk aan de
16
cohesie bij. In “Tranen over Johannesburg” zijn dominee Kumalo en de blanke boer Jarvis de vertegenwoordigers van vergeving en verzoening.
31 mei 2013
Irma Joubert
Drie van de romans van Irma Joubert zijn in Nederlandse vertaling verschenen en hebben haar een trouwe schare lezers bezorgd. Het eerste punt van bespreking is de plek van de “plaas”, de boerderij, in Irma Joubert’s werk. Traditioneel gezien is de “plaas” het oord van goede menselijke verhouding, van godsvrucht en van een leven volgens de ordening der seizoenen. Maar de “plaas” is tevens de plek van strakke hiërarchische verhoudingen. De grote stad komt bij Joubert ook in beeld, onder meer in “Het spoor van de liefde”. In de drie vertaalde romans is het verleden van Zuid-Afrika in de vorm van grenzen tussen standen en rassen prominent aanwezig. Bovendien gaat het om liefdesgeschiedenissen die de sociale barrières overstijgen. Aan de deelnemers de vraag hoe overtuigend de oplossingen zijn. Door: dr. Hans Ester
Dr. Hans Ester is redacteur van “Zuid-Afrika”, “Sophie” en “Deutsche Chronik”. Hij schrijft onder meer voor: Reformatorisch Dagblad, Nederlands Dagblad en Friesch Dagblad. Tot 1 augustus 2012 werkte hij als docent aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
17
programma 7
Aan de grenzen van de Nadere Reformatie
16e SSNR-herhalingscursus – 2012/2013 De Nadere Reformatie streefde naar heiliging van het persoonlijke en openbare leven. Haar pleitbezorgers wilden daarbij vasthouden aan de gereformeerde belijdenis en bleven binnen de Gereformeerde Kerk. Er waren echter ook ‘reformateurs’ met gereformeerde wortels die uiteindelijk buiten die kerk kwamen te staan.
Thema Deze wintercursus richt de aandacht op zes van deze theologen. Wie waren zij? En waardoor kwamen ze in conflict met de publieke kerk? Ofwel: waar lagen de grenzen van de Nadere Reformatie en het gereformeerd piëtisme?
Opzet Gedurende zes zaterdagmorgens verzorgt een deskundige inleider een cursuseenheid. Elke cursusmorgen bevat twee onderdelen: * een biografisch/historisch referaat, waarin een persoon en de tijd waarin hij leefde centraal staat, en * een thematisch gedeelte, waarin een onderwerp aan de orde komt dat gerelateerd is aan de besproken persoon. De cursusochtenden worden afgesloten met een gezamenlijke lunch. Er wordt gezorgd voor een samenvatting van de betogen c.q. kopieën van de gebruikte teksten. Tijdens de cursusmorgens worden deze uitgereikt. Na zes morgens beschikken de deelnemers in de vorm van een ringband met inhoud over een syllabus Aan de grenzen van de Nadere Reformatie.
18
Cursusprogramma 10 november 2012
Wilhelmus à Brakel Jean de Labadie & het Labadisme
dr. R. Bisschop
24 november 2012
Franciscus Ridderus Adrianus de Herder & Kerk en afscheiding
dr. G. Schaap
8 december 2012
Allardt de Raadt & het chiliasme
dr. M. van Campen
12 januari 2013
Jacobus Koelman Balthasar Bekker & de nieuwe filosofie
drs. C.J. Meeuse
26 januari 2013
Jacobus Fruytier Jacobus Verschoor, Grietje van Dijk & de Hebreën
drs. D. Trouwborst
9 februari 2013
David Bruinings & de hernhutters
dr. J. Exalto
Kosten De totale kosten bedragen € 115,- per persoon. Dit bedrag is inclusief cursusmap, syllabus, koffie/thee en lunch. Doelgroep Allen die geïnteresseerd zijn in kerkgeschiedenis en in het bijzonder in de Nadere Reformatie. Het is geschikt als nascholingscursus; desgewenst wordt een deelnemersverklaring verstrekt. Plaats Driestar Educatief, Burgemeester Jamessingel 2 te Gouda. Cursusduur Zes zaterdagmorgens van 10.00-12.30 uur Sluitingsdatum inschrijving 30 oktober 2012
postzegel
Driestar Educatief Postbus 368 2800 AJ Gouda
Meer informatie Voor meer informatie over het Studium Generale programma kunt u terecht op onze website: www.driestar-educatief.nl/studium_generale Ook kunt u (op dinsdag en donderdag) contact opnemen met Liesbeth van Ravens, tel. (0182) 54 03 33, of
[email protected]
Driestar educatief TA L E N T I N O N T W I K K E L I N G
Burg. Jamessingel 2 Postbus 368 2800 AJ Gouda t (0182) 54 03 33 f (0182) 53 84 49
[email protected] www.driestar-educatief.nl
Bij voorkeur aanmelden via onze website: www.driestar-educatief.nl/aanmelden_studium_generale
Aanmeldingskaart
* Verplicht in te vullen door studenten
De heer / mevrouw __________________________________________________________ Voorletter(s) ______ Adres _______________________________________________________________________________________ Postcode _____________________________ Woonplaats ____________________________________________ Telefoonnummer _______________________E-mailadres ____________________________________________ Ik verleen Driestar Educatief toestemming dit mailadres te gebruiken voor informatie over het Studium Generale programma en zaken die daarmee in verband staan. Rekeningnr
Ik studeer _________________________________
aan universiteit/hogeschool ____________________ geeft zich op voor deelname aan Studium Generale programma:
Programma 1 - € 40 (€ 35 studententarief ) Programma 1 - alleen lezing € 10 Programma 2 - € 30 (€ 25 studententarief ) Programma 3 - € 40 (€ 35 studententarief ) Programma 4 - € 19,50 Hierbij machtig ik Driestar Educatief om het bovenstaande bedrag (per programma) van mijn bankrekening af te schrijven.
Mijn collegekaartnummer is* ___________________ Programma 5 - incl. boekje € 35 (€ 30 studententarief ) Programma 5 - € 30 (€ 25 studententarief ) Programma 6 - € 30 (€ 25 studententarief ) Programma 7 - € 115
Datum ________________________________ Handtekening: