Strategisch beleidsplan Stichting Poolster
2010 – 2013
“Poolster ontwikkelt”
Versie:100909 voorlopig besluit BC op 8 september
1
Ambitie 1. We streven naar 12 sterke openbare scholen naar de maatstaven van de inspectie met passend onderwijs voor de op scholen aanwezige kinderen. Dat betekent dat : We onze identiteit als openbare school verder verwerken in onze lessen, in ons gedrag en externe communicatie. De scholen gezamenlijk specialisatie afspraken maken om tezamen passend onderwijs aan de aanwezige kinderen te kunnen bieden en hierbij ook aannamebeleid ontwikkelen. Iedere school in het jaarplan een ambitie opneemt op welke kenmerken van sterke scholen deze maximaal wil scoren (met de hoogste prioriteit voor de kernvakken), hoe zij haar specialisme uitwerkt en die kennis deelt met andere scholen.. POOLSTER gezamenlijk en per school de ambitie en de profilering goed communiceren met (potentiële) ouders.
De daarbij behorende doelen: We eind 2011 per school het gekozen schoolprofiel, de zorgcapaciteit van de school en het aannamebeleid voor leerlingen hebben gerealiseerd en (extern) gecommuniceerd en wij hierbij hebben aangesloten bij de ontwikkelingen en activiteiten op dit gebied van samenwerkingsverbanden voor passend onderwijs. Daarbij besteden wij bijzondere aandacht aan de ”plus-kinderen” We in de volgende inspectierapporten een aantal maximale scores halen op de geprioriteerde gebieden.
De activiteiten die we gaan uitvoeren zijn: Iedere schooldirecteur maakt voor juli 2011 een profileringplan en stemt dit af met MR, in het DO en met de algemene directie. De Algemene directie en de schooldirecteuren tezamen zorgen ervoor dat die profielen (inclusief het onderwijs en de zorg voor ”plus-kinderen”)vanaf 2012 voor de scholen operationeel zijn. Actie directeur: opstellen profileringplan voor juli 2011 Iedere schooldirecteur vertaalt in het jaarplan 2011-2012 zijn ambitieprofiel en de ambitie voor de score voor de volgende inspectierapportage op de kernvakken. Actie directeur: Opnemen ambitieprofiel en gewenste “inspectiescore” in Schooljaarplan 2011-2012.
.
2
De werkgroep PR maakt een projectplan om de profilering van POOLSTER als geheel en schoolspecifiek extern te communiceren voor 2011.
Ambitie 2. Wij streven naar een zo breed mogelijk aanbod van onderwijs, opvang en zorg op werkdagen van ”8.00 tot 18.00 uur” Dat betekent dat : POOLSTER scholen (gezamenlijk) convenanten maken over samenwerking op schoolniveau met strategische partners voor gecoördineerde zorg voor de kinderen in een brede school. POOLSTER de nieuwe Propschool als “brede school” gaat realiseren. Iedere school in zijn schoolplan stappen voor het realiseren van een bredere school opneemt.
De daarbij behorende doelen zijn:: Het (bovenschools) management eind 2010 convenanten heeft afgesloten met strategisch partners op het gebied van zorg en opvang. We in 2013 de Propschool openen. Alle scholen in 2011 de ambities voor “verbreding” hebben vastgelegd in hun schoolplan.
De activiteiten die we gaan uitvoeren zijn: Het (bovenschools) management stelt een plan op om met strategische partners tot convenanten en samenwerking te komen op het gebied van zorg, opvang en cultuur. Convenanten zijn afgesloten voor 2011. Actie BM: afsluiten van convenanten met strategische partners in 2010. Het bovenschools management en schooldirecteur stellen voor 2011 een plan op om tot de realisatie van een nieuwe Propschool te komen in 2013. Actie BM:opstellen plan voor nieuwe Propschool voor 2011 Iedere schooldirecteur formuleert in het schoolplan 2011-2014 stappen op die kunnen leiden tot het verbreden van de school.. Actie directeur: stappen verbreding school opnemen in schooljaarplan 2011-2012, inclusief de externe communicatie daarover.
3
Ambitie 3. Wij streven naar gemotiveerde medewerkers die zich individueel en gezamenlijk ontwikkelen tot flexibel inzetbare leerkrachten Dat betekent dat: We streven naar een instroom/ uitstroom van leerkrachten die het totale bestand evenwichtiger maakt. We streven naar een flexibele inzet van personeel naar tijdstip, baanomvang, competenties en opleidingsniveau. We streven naar een zodanige ontwikkeling van de leerkrachten dat wij in de toekomst de behoefte aan onderwijsspecialismen en management zoveel als mogelijk zelf kunnen invullen. We in de (functionerings)gesprekken afspraken maken over doorgemaakte ontwikkeling, voorgenomen ontwikkelingen en flexibilisering van de inzet.
De daarbij behorende doelen zijn: We voor 2012 kennis hebben van de aanwezige en gevraagde onderwijsspecialismen op organisatie- en onderwijsgebied. We koersen op een instroom van mannelijke leerkrachten, fulltimers en personeel tussen 35-45 jaar in de komende 4 jaar. We studenten, nieuwe leerkrachten en onze huidige leerkrachten planmatig begeleiden en monitoren bij ieders persoonlijke ontwikkeling op basis van een persoonlijk plan. De schooldirecteuren vanaf 2010 per medewerker de doorgemaakte ontwikkeling, en de beoogde flexibilisering vastleggen in het personeelsdossier. We in 2012 een toegankelijk systeem voor personeelsdossiers hebben dat we door de hele organisatie heen gebruiken.
De activiteiten die we gaan uitvoeren zijn: Het bovenschools management brengt voor juli 2011 de gewenste specialismen op organisatie en onderwijsgebied voor de komende 4 jaar in kaart. Actie BM: maakt een overzicht van gewenste specialismen en neemt deze op in het bestuursformatieplan 2011- 2012 Actie BM: neemt in het bestuursformatieplan de verwachte in- en uitstroom voor de komende vier jaar op met voorstellen om tot de gewenste doelen te komen.
4
Het bovenschools management en werkgroep begeleiding studenten en nieuw personeel stellen in overleg met DO en GMR vertegenwoordiger(s) een procedure voor om voor studenten, nieuwe medewerkers en huidige medewerkers ieders ontwikkeling en begeleiding planmatig te organiseren, te monitoren en vast te leggen vanaf augustus 2011. Actie BM en werkgroep: opzetten van procedure voor planmatig ontwikkelen en begeleiden studenten en (nieuwe) medewerkers voor 2012. Actie BM: maakt in 2011 een plan voor het realiseren van een systeem voor alle personeelsdossiers.
Ambitie 4. Wij streven naar een bedrijfsvoering met een doelmatige besteding van middelen en een transparante verantwoording van de rechtmatigheid van de bestede middelen Dat betekent dat: We faciliteiten ontwikkelen ten behoeve van het volgen van de kwaliteit van het onderwijs, financiën, personeelsbeleid en leerlingen. Wij onze gebouwen duurzaam willen exploiteren binnen de vergoeding die wij daarvoor ontvangen van het Rijk. We gaan werken aan de transparante en systematische inrichting van onze systemen op het gebied van juridische zaken, administratieve zaken, personeelszaken, bedrijfsvoering/kwaliteitsbeheer en gebouwenbeheer. We de strategische beleidscyclus gaan professionaliseren in betere procedures en documenten en met hogere competenties van betrokkenen (bestuur, algemene directie, GMR, schooldirecteuren en MR‟en) voor het opstellen van de documenten en de besluitvorming daarover.
De daarbij behorende doelen zijn: dat: Het (bovenschools) management voor juli 2011 samen vaststellen welke diensten en hulpmiddelen zij gezamenlijk gaan ontwikkelen om de scholen te faciliteren,daarmee de werkdruk te ontlasten en 25% overheadkosten te besparen. De bestuurscommissie voor 2011 met de gemeente en de schooldirecteuren een set van maatregelen overeen komt voor investeringen in de scholen en gedragsmaatregelen op de scholen, zodat POOLSTER als totaal met de rijksvergoeding de energiekosten kan betalen.
5
De bestuurscommissie voor 2011 met de gemeente een voorziening overeenkomt waardoor POOLSTER als totaal met rijksvergoeding en een gemeentelijke voorziening het schoolbestuurlijk onderhoud de komende 10 jaar op niveau 3 kan worden uitgevoerd. Het (bovenschools) management in 2011 de bestaande systemen hebben geïnventariseerd naar: juridische zaken, administratieve organisatie, P&O, bedrijfsvoering/kwaliteitsbeheer en gebouwenbeheer en in 2011 en 2012 extra inzet wordt gepleegd om de systemen aan te passen en in te richten.
De activiteiten die we gaan uitvoeren zijn: Het bovenschools management (werkgroep) maakt een overzicht van de bovenschoolse en schoolse management inzet en kosten en formuleert een plan van aanpak voor de te ontwikkelen diensten en hulpmiddelen om de scholen te faciliteren en op de managementkosten te besparen. Actie BM: (werkgroep) maakt in 2010 een overzicht van te ontwikkelen hulpdiensten en hulpmiddelen en besparing op managementkosten. Actie BM: ontwikkelt een plan van aanpak om in 2010 energiebesparende maatregelen ( gedrag en investeringen) op de scholen in te voeren om zo spoedig mogelijk budgettair neutaal te werken. Actie BM: inventariseert met de directeuren de systemen op het gebied van juridische zaken, administratieve organisatie, P&O, bedrijfsvoering/kwaliteitsbeheer en gebouwenbeheer voor augustus 2011 en maakt een plan voor eventuele aanpassing van die systemen. Actie BM en ondersteuning: huidige beleidnotities waar nodig aanpassen of uitwerken voor de nieuwe stichting voor 2013. Actie (Bovenschools) management: invoeren van het programma ParnasSys met een koppeling naar Cito in om de resultaten van taal, rekenen en lezen te monitoren. Dit programma is operationeel in augustus 2011.
Ambitie 5. Wij streven naar een duurzame POOLSTER organisatie in juridisch, financieel, sociaal en maatschappelijk opzicht Dat betekent dat: We een juridisch verantwoorde structuur inrichten. We een gezonde financiële positie blijven nastreven. Wij de maatschappelijke ontwikkelingen op het gebied van besturen en toezicht volgen en toepassen. We een sociaal, een veilige en transparante organisatie willen zijn. 6
De daarbij behorende doelen zijn: Het bestuur met de algemene directie voor eind 2010 de juridische verplichtingen heeft geïnventariseerd en de benodigde documenten heeft vastgesteld. Dat we ons richten naar aanbevelingen van de commissie Don. We de PWC-norm hanteren voor ons weerstandvermogen met de kapitalisatiefactor als vergelijking. De bestuurscommissie, (bovenschools management), GMR en MR‟en in 2011 werken volgens richtlijnen zoals beschreven in de notitie „‟Besturen van het openbaar primair onderwijs Lochem” . De bestuurscommissie de huidige wijze van besturen aan de hand van de maatschappelijk ontwikkeling op het gebied van toezicht en besturen en haar eigen ervaring heeft geëvalueerd en waar wenselijk de (toezicht)structuren in 2012 heeft aangepast. We personeel en leerlingen een veilige werk/ leeromgeving bieden. Procedures en systemen in 2013 hebben geüpdatet.
De activiteiten die we gaan uitvoeren zijn: Wat gaan we doen: Actie BM: legt de juridische documenten benodigd voor de nieuwe stichting, voor aan het bestuur en de GMR en zorgt voor vaststelling. voor 2011 Actie BM: richtlijnen voor de financiële organisatie van de commissie Don worden in 2011 meegenomen bij het opstellen van de begroting 2011. De vastgestelde PWCnorm wordt als basis gehanteerd. Actie BM: ontwikkelt in 2011 stappen om “Besturen Primair onderwijs Lochem “ operationeel te maken. Actie BM: hanteert de meerjarenbegroting 2010-2013 met kaderstellende cijfers voor Balans en W&V-rekening
7
Bijlage: Financieel kader voor waarbinnen het strategisch beleidsplan moet worden uitgevoerd. Kader: -Uitvoering van het strategisch beleidsplan moet plaatsvinden binnen de financiële kaders. -Beleid en geld moeten met elkaar in evenwicht zijn. -De financiële kaders zijn leidend voor de op te stellen (meerjaren)begrotingen.
Uitwerking: In opdracht van het ministerie heeft de commissie Don in 2009 onderzoek gedaan naar financiële structuren en financiële risico‟s van onderwijsinstellingen. In het rapport zijn signaleringsgrenzen voor kengetallen opgenomen. De commissie benadrukt dat maatwerk per onderwijsinstelling van groot belang is, evenals een goede meerjarenbegroting en een risicoanalyse. Het ministerie OCW. en de onderwijsinspectie hanteren dit rapport als beoordelingskader. Voor het opstellen van het financiële kader van POOLSTER zijn vier kengetallen geselecteerd waaraan eigen streefwaarden zijn gekoppeld. Aan deze vier indicatoren kan worden afgemeten of de organisatie financieel de juiste koers vaart. 1.(Bruto)winstmarge De operationele winstmarge geeft aan of er sprake is van een positief dan wel negatief exploitatieresultaat in relatie tot een percentage van de totale jaarlijkse baten. Definitie: het exploitatieresultaat gedeeld door de totale jaarlijkse baten (inclusief rentebaten). 31-12-2009:
- 1,8%
31-12-2008:
+3,0%
POOLSTER stelt een tolerantie van 2% te hanteren ten opzichte van de 0-lijn. Signaleringsgrens volgens commissie Don: ondergrens 0%, bovengrens 5%. 2. PwC norm (solvabiliteitsnorm) In 2008 verscheen in opdracht van OCW het Price Waterhouse Coopers (PwC) rapport waarbij onderzoek is uitgevoerd naar de vermogenspositie in het PO; hoeveel eigen vermogen is benodigd om de continuïteit van de organisatie zo maximaal mogelijk te kunnen waarborgen? Er worden twee functies onderscheiden om te bepalen of een organisatie voldoende eigen vermogen heeft. 1) Financieringsfunctie; hoeveel eigen vermogen zou men normatief verwachten voor toekomstige investeringen in activa. Het normatief eigen vermogen is gesteld op € 2.485.504,- ultimo 2009 8
2) Bufferfunctie; hoeveel eigen vermogen heeft POOLSTER nodig voor het opvangen van tegenvallers. Voor het bepalen van dezer bufferfunctie is in 2009 een organisatiespecifieke risicoanalyse uitgevoerd door bovenschools- en schoolmanagement onder begeleiding van Vos/abb. Uit de analyse kwam naar voren dat een buffer van 7% - 11% (van de rijksbaten) benodigd is. De buffer wordt door POOLSTER op 10% vastgesteld. € 956.204,- ultimo 2009. 3. Kapitalisatiefactor De kapitalisatiefactor geeft een indicatie hoe rijk een schoolbestuur is, dit om te signaleren of onderwijsinstellingen misschien een deel van hun kapitaal niet of inefficiënt benutten voor de vervulling van hun taken. Het kengetal kapitalisatiefactor is opgenomen naar aanleiding van het onderzoek door de commissie Don (2009). Definitie: totaal kapitaal (exclusief gebouwen en terreinen) gedeeld door de totale baten. 31-12-2009: 45,0% 31-12-2008:
46,4%
POOLSTER stelt vooralsnog geen eigen streefwaarde. Signaleringsgrens volgens commissie Don: grote instellingen < 35% en kleine instellingen < 60%. 4. Overhead (Nog te bepalen in projectgroep en vast te stellen door het bestuur in 2011) Definitie POOLSTER: (Nog te bepalen door projectgroep. ) 31-12-2009: 31-12-2008:
POOLSTER stelt als streefwaarde ..%. Samenvatting Kengetal
Streefwaard e
2009
(Bruto)winstmarge
>-2% en <2%
-1,8%
PwC norm (solvabiliteitsratio)
>10%
10,6 %
Kapitalisatiefactor
<35%
45,0 %
Overhead
<… %
9
2010
2011
2012
2013