STICHTING VAKRAAD VOOR DE MODE-, INTERIEUR-, TAPIJT- EN TEXTIELINDUSTRIE JAARREKENING 2013
Vestigingsadres: Utrechtseweg 95 3702 AA ZEIST
13 m 7m >r^3^«m|dnrir;f,(;sri,:(frie!s,r,rii3rr
Stichting Vakraad MITT • Iaarrekening 2013
INHOUDSOPGAVE
Blz.
BESTUURSVERSLAG 2013
3
INLEIDING ORGANEN VAN HET FONDS, VERTEGENWOORDIGINGEN EN ONDERSTEUNING
3 3 5
VERRICHTINGEN VAN HET BESTUUR JAARREKENING 2013 BALANS PER 31 DECEMBER 2013 REKENING VAN BATEN EN LASTEN OVER 2013 WAARDERINGSGRONDSLAGEN EN GRONDSLAGEN VOOR DE RESULTAATBEPALING TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2013 TOELICHTING OP DE REKENING VAN BATEN EN LASTEN OVER 2013
14 15 \Q 18 19
CONTROLEVERKLARING
21
OVERIGE GEGEVENS
22
KPMG Audit n(ir:ij;Tin,-it ''//aarnp on.s rapport rl.d.
2 G jim im '.r.iede|.böii8iik.ng iisert.
Stichting Vakraad MITT Jaarrekening 2013
BESTUURSVERSLAG 2013 INLEIDING Overeenkomstig de statuten van de Stichting Vakraad voor de Mode-, Interieur-, Tapijten Textielindustrie (Vakraad MITT) wordt hierbij verslag uitgebracht over het jaar 2013. De Vakraad MITT heeft ten doel: Goede sociale verhoudingen in de Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie te bevorderen, in het bijzonder door het geven van leiding aan de uitvoering en toepassing van de bepalingen van de CAO voor de Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie. De Vakraad MITT is statutair gevestigd te Zeist. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de Vakraad MITT via de CAO voor de Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie (CAO MITT) algemeen verbindend verklaard tot en met 30 juni 2016. Het besluit is gepubliceerd in de Staatscourant van 11 december 2012, nr. 22509 onder UAW-nr. 11379. ORGANEN VAN DE VAKRAAD MITT, VERTEGENWOORDIGINGEN EN ONDERSTEUNING Samenstelling van het bestuur op 31 december 2013 Leden werkqevers. G.A.J. Lamers, voorzitter (1) R. Bosch (1) M. Mulder (1) Vacature (1) Leden werknemers J. Plat, vice-voorzitter / secretaris (2) Mw. N. Engmann-van Eijbergen (3) Mw. E. M. Werger (4)
Plaatsvervangende leden werkoevers H.J.A. Bekke (1) R.M. van der Gaast (1)
Plaatsvervangende leden werknemers
De voorzitters van werkgevers- respectievelijk van werknemerszijde rouleren per kalenderjaar. In het verslagjaar was de heer G.A.J. Lamers fungerend voorzitter. De heer J. Plat trad op als vice-voorzitter / secretaris. (1) namens MODINT, de Ondernemersorganisatie voor mode, interieur, tapijt en textiel (2) namens de FNV Bondgenoten (3) namens de CNV Vakmensen (4) namens De ünie, vakbond voor industrie en dienstverlening
Bestuurswisselingen In het verslagjaar 2013 is mevrouw J.H.M Rensen als bestuurslid namens De Unie teruggetreden. In haar plaats is mevrouw E.M. Werger toegetreden tot het bestuur als bestuurslid. De vacature voor een bestuurslid namens MODINT is nog niet ingevuld. Commissies / werkgroepen: Commissie Aansluitingszaken Werkgeversvertegenwoordiging G.A.J. Lamers (MODINT) Stichting Vakraad MIJT .Jaarrekening 2013
;
Werknemersyerteg^nwaQi-dlglng J. Plat (FNV Bóhd^énofên)
... -yi
Commissie Pensioen(akkoord) Bestaande uit vertegenwoordigers van CAO-partijen, Bpf MITT en externe adviseur. Leden werkgevers. • ir. F. Keun (1), voorzitter G.A.J. Lamers (1) J. Hasselman (1) mw. N.L. Hofman (1) Leden werknemers J. Plat (2) Th. Katerberg (3) Mw. N. Engmann-van Eijbergen (3) J. Spruijt (4) Extern adviseur E. Schokker (Towers Watson) (1) namens MODINT, de Ondernemersorganisatie voor mode, interieur, tapijt en textiel (2) namens de FNV Bondgenoten (3) namens de CNV Vakmensen (4) namens De Unie, vakbond voor industrie en dienstverlening
Stuurgroep Duurzame Inzetbaarheid Mw. J. Schaeffer (AWVN) R. Hoogendorp (De Unie) J. Plat (FNV Bondgenoten) P. van der Eijk (CNV Vakmensen) Mw. N. Engmann-van Eijbergen (CNV Vakmensen) D. Habermehl (Lankhorst Sneek B.V.) Mw. M. Kuper-Van Dijk (MODINT Academy) Mr. B. Schmidt (MODINT) Mw. N.L. Hofman (MODINT) Commissie Technische kwesties CAO MITT G.A.J. Lamers (MODINT) J. Plat (FNV Bondgenoten) Mw. Mr. M. Veenstra (MODINT/Vakraad MITT) Mw. N.L. Hofman (MODINT) Commissie Functieclassificatie 2013 Th. Katerberg (CNV Vakmensen) N.L. Hofman (MODINT) G. Soffner (AWVN-Orba-systeemhouder) Projectgroep Arbocatalogus / Rl&E Textiel-Tapijt K. Langenhuysen (namens vakbonden) E. de Lange (Edel Group) M. Jegerings (Vlisco Netheriands) |————, R. Guiaux (InterfaceFlor) -''fe-^i^;?!?! H. Hiddink (Intercarpet) ' '' '"'^ U^-IQ Audit G. Weggeman (Verosol) ijocumfint wanfop ons lupfjon d.d, G. Scheffer (TenCate Advanced Textiles) A. Winkes (Arbo Unie) l j jÜN! M. Smakman (Modint Arbo / Human Invest) Siichtitjg Vakraad MITT .Iaarrekening
2013
4
irpëdïHKirekking hnorr, .--.(aBS-yuvV lueriiiiiriid^Kionieinden: ;
Mw. N.L. Hofman (MODINT) Werkgroep PR-lmago-WMJE Mw. E. Werger (De Unie) J. Plat (FNV Bondgenoten) J. van de Laar (Vlisco Netheriands BV) Z. Adda (Vlisco Netheriands BV) Mw. 1. Wiegman (MODINT) Mw. J. Prince (Prince Perfect) Mw. N.L. Hofman (Vakraad MITT) Brugcommissie MITT-Textielgroothandel H. van Dalfsen en mevrouw N.L. Hofman (MODINT) J.E. Kelderen H. Savenije (SCTX) Ondersteuning bestuur en commissies Bureau Vakraad Mw. Mr. N.L. Hofman, directeur Mw. Mr. M. Veenstra Mw. C. Eijsink Accountant KPMG Accountants N.V. te De Meern
VERRICHTINGEN VAN HET BESTUUR 1. Algemeen Het bestuur van SO MITT vergaderde in het verslagjaar viermaal, te weten op 28 maart, 20 juni, 19 september en 10 december 2013. 2. Aansluitings- en werkingssfeerzaken De Vakraad MITT is primair verantwoordelijk voor het vaststeUen of bedrijfsactiviteiten van een bepaalde ondememing vallen onder de werkingssfeer van de CAO MITT, en daarmee ook onder de werkingssfeer van de fondsen in de bedrijfstak MITT, zoals Bedrijfstakpensioenfonds MITT, Sociaal Fonds MITT en SAVAMITT. De Vakraad MITT voert een actief aansluitingsbeleid. Met AZL, de administrateur van de sociale fondsen, zijn afspraken gemaakt over het uitvoeren van het aansluitingsbeleid. Ook zijn afspraken gemaakt over de inzet van de buitendienstmedewerker die speciaal voor dit doel op verzoek van CAO-partijen is aangetrokken door AZL. Doel van een en ander is om vroegtijdige en correcte aansluiting te realiseren. Dit mede tegen de achtergrond van een aantal problemen rond de afbakening van de werkingssfeer van CAO'S. In het verslagjaar heeft geen overieg in de zgn. Brugcommissie^plaatsgevonden over concrete aansluitingskwesties. Gevolg hiervan is dat diverse aansluiti.ngskwesties waarin niet zonder meer duidelijk is of deze bedrijven vallen ondëp'dë' werkingssfeer van de MITT, of onder die van de Textielgroothandel, zijn blijven liggen. Dit is met'fiaiTfle^ijIt oogpunt van risicobeperking voor de beide bedrijfstakpensioenfondsen {geét{''\!)féri\\'ë[°P '^'"^ f^p.oort d.d. wel recht) te betreuren. •) ^ In maart 2013 hebben de vakbonden uit de Textielgroothandel en MITT een gezamenlijk {iijed^bslrekking heeft. .Stichttng Vakraad MIJT .Iaarrekening 2013
5
'•
•MP'^^)^ '\
'
AaconnsZi'-tl^^^^^^^ . ' ' " ' • •
«' voorstel gedaan om uit de impasse te geraken. Vakbonden streven op termijn een fusie van beide pensioenfondsen na, en op korte termijn een uitbreiding van de Brugcommissie met vakbonden. Verder stellen zij voor dat CAO-partijen uit beide sectoren op korte termijn onder leiding van een externe procesbegeleider bijeen komen om tot een structurele oplossing te komen. De werkgeversdelegaties van CAO-partijen en Bedrijfstakpensioenfonds MITT hebben laten weten zich in deze voostellen te kunnen vinden. CAO-partijen in beide sectoren hebben in oktober 2013 overeenstemming bereikt om met elkaar in overieg te treden onder een externe procesbegeleider. In de eerste helft van 2014 is tevens overeenstemming bereikt over de in te zetten procesbegelelder, die inmiddels voorstellen voor een overieg heeft gedaan. 3. CAO MITT-zaken 3.1. Enquête naar vorm en omvang van flexwerk in de MITT-sector Bij de onderhandelingen over de CAO MITT 2012-2014 is de afspraak gemaakt om een enquête te houden over de omvang en aard van de flexwerkers in onze sector. In het voorjaar van 2013 is een digitale enquête gehouden die uit 4 keuzevragen per categorie flexwerker bestond, nl. of er gebruik van werd gemaakt, hoe vaak, in welke situaties en voor welke soort functies. De onderzochte categorieën flexwerker waren: uitzendkrachten, zzp-ers (zelfstandigen zonder personeel) / freelancers, gedetacheerde "werknemers" (bijv. uit SW-bedrijf), payroll-'werknemers", arbeidsmigranten uit zgn. MOE-landen (Midden- en Oost-Europese landen, bijv. Polen, Roemenen, Slowaken en Bulgaren), oproepkrachten, uitbesteed thuiswerk, werknemers met een jaarurenovereenkomst, werknemers met een zgn. min-max contract, en werknemers met een tijdelijk contract. De enquête is ingevuld door 231 bedrijven uit de volgende sectoren en met de volgende bedrijfsgrootte: Sector Mode / bedrijfskleding/ corporate image kleding 85 36,8 % Interieur / gordijnconfectie 33 14,3% Tapijtindustrie 26 11,3% Textiel- / breigoed-industrie 47 20,3 % Anders, nml.: 40 17,3% Geen keuze O 0,0 % Totaal 231 100,0% Grootte bedriif in aantallen medewerkers O tot 10 werknemers 10 tot 25 werknemers 25 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 150 werknemers 150 tot 250 werknemers Meer dan 250 werknemers Geen keuze Totaal
13 48,9 % 50 21,6 % 35 15,2 % 14 6,1% 5 2,2 % 6 2,6 % 8 3,5 % O 0,0 % 231 100%
r-j-w-]r~i r-> té ff'y* I Door die bedrijven wordt vnl. gebruik gemaakt van uitzendkfachteh''ePT,tijddijk§dit contracten; de andere vormen van "flexwerk" komen stechts in zeer beperkte mateiVOOFapport d.d. De Vakraad heeft op basis hiervan vastgesteld dat zich in de sector geen uitwassen voordoen en dat er op gepaste wijze van flexwerkers gebruik wordt g^aakïill 291'^
.Stichting Vakraad MITF Jaarrekening 2013
6
^Ï^^W^^S^Tjïïiïïiï^^
3.2. Duurzame Inzetbaarheid Bij de onderhandelingen over de CAO MITT 2012-2014 is afgesproken, dat door sociale partners in de MITT nadere uitwerking zal worden gegeven aan een samenhangende visie en aanpak ter bevordering van de duurzame inzetbaarheid van werknemers in de sector. Op basis hiervan is onder regie van sociale partners een projectvoorstel uitgewerkt onder het motto: "Haal het beste uit uw mensen. Vandaag én morgen!". In december 2012 is ingestemd met dit projectplan voor duurzame inzetbaarheid en is SO MITT verzocht de ESF-aanvrage hiervoor op te stellen en in te dienen, alsmede het projectplan onder haar verantwoordelijkheid uit te voeren. Op 6 maart 2013 is door SO MITT de ESF-subsidieaanvrage ingediend; het projectplan is door het Agentschap SZW gehonoreerd. Het project wordt uitgevoerd in de periode vanaf 15 maart 2013 tot en met 5 juni 2014. 3.3. Functieclassificatie Op basis van afspraken in het kader van de CAO MITT 2012-2014 heeft de Vakraad in 2012 ingestemd met de door de begeleidingscommissie in samenspraak met de Orbasyteemhouder opgestelde projectaanpak van het onderzoek naar de behoefte aan een update van de functieclassificatie, met name gericht op de mode-sector. Het project is daadwerkelijk uitgevoerd in 2013 en loopt nog door in 2014. De bedoeling is het project af te ronden voor de CAO-onderhandelingen in 2014. De huidige functieclassificatie is gebaseerd op onderzoek dat ruim 9 jaar geleden plaatsvond. Inmiddels is er veel in de bedrijfstak veranderd, met alle gevolgen van dien voor de functies in de sector. Sommige functies bestaan niet meer in Nederiand, andere zijn soms meer of minder ingrijpend gewijzigd, ook zijn er natuuriijk weer diverse nieuwe functies ontstaan, bijv. door de verdere digitalisering. De projectaanpak is gestart met een schriftelijke inventarisatie onder een representatieve groep bedrijven uit de sector. De mode- en interieursector, respectievelijk de textiel- en tapijtsector zijn afzonderiijk bevraagd met een specifiek op elke sector toegesneden vragenlijst. De bedoeling was om na te gaan of de referentiefuncties in het functieraster en het handboek functiewaardering nog voldoende aansluiten op de hiervoor bedoelde ontwikkelingen. M.a.w. wat is de representativiteit van de huidige referentiefuncties en welke knelpunten / blinde vlekken zijn er, waardoor functies in de sector niet adequaat kunnen worden ingedeeld in een van de functie- / salarisgroepen volgens de CAO. De resultaten van het onderzoek in de mode- en interieursector, en de hieruit voortvloeiende voorstellen voor aanpassing van het functieraster en de functies, zijn in het najaar besproken in 2 sessies met een klankbordgroep van bedrijven uit de modeen interieursector; ook zijn bevindingen per mail uitgewisseld. Op basis hien/an wordt een nieuwe raster opgesteld, worden functie-inhouden en -benamingen van bestaande functiebeschrijvingen aangepast en worden nieuwe functies beschreven door de systeemhouder. Naar aanleiding hiervan vond een 2^ gespreksronde met de klankbordgroep begin 2014 plaats. Begin 2014 vond ook een sessie met een klankbordgroep vah textiel- en tapijtbedrijven plaats. De veranderingen in textiel- en tapijtindustrie zijn minder omvangrijk dat in de mode-sector. De bedoeling is het projecr!;afiitei,,ronden voor de CAO-onderhandelingen In 2014. XD/I / 3.4. Pensioenitems voor MITT ^^^^^^ "tlodorf De gezamenlijke werkgroep Pensioenen, van zowel CAO-partijen als ' ''''''''^"^'^ ""^ vertegenwoordigers van Bpf MITT, is in het verslagjaar 2 maal bijeengekortfegl omimetf.^, elkaar verder van gedachten te wisselen over een toekomstbestendige structuur van'""''''^ Slichting
Vakraad
Jaarrekening
"Off.
MITT
2013 '.,
^
'•'•^-;.!r)l'..|.'rr... ;\i
ri
een nieuwe pensioenregeling en welke stappen daarvoor gezet moeten worden, mede op basis van de afspraken in het kader van de CAO MITT 2012-2014. In het verslagjaar heeft het ministerie laten weten te kiezen voor de zgn. tussenvariant. De uitwerking in wetgeving laat nog steeds op zich wachten. In het kader van het nieuwe pensioencontract en voor het beleggingsbeleid is het van belang om meer te weten over de risicobereidheid van de deelnemers. Daarom is besloten tot een onderzoek hiernaar door Bpf MITT, in samenwerking met Towers Watson. Het betreft een online onderzoek, gevolgd door plenaire sessies met stemkastjes om dieper op bepaalde thema's in te gaan. Verder heeft de werkgroep zich gebogen over de gevolgen van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen en heeft men uiteindelijk voor het zgn. paritaire bestuursmodel gekozen. De Vakraad MITT werd van deze overieggen op de hoogte gehouden. Deze activiteiten worden in 2014 voortgezet. 3.5.0verige CAO-zaken In (het protocol bij) de CAO MITT 2012-2014 zijn nog een aantal afspraken gemaakt die de Vakraad MITT aangaan. Dit betreft de volgende zaken: Technische knelpunten CAO MITT Er opereerde een werkgroep die een aantal technische knelpunten nader heeft geïnventariseerd en besproken in een overieg op 15 mei 2013. In dit overieg zijn vervolgacties afgesproken, die nog niet allemaal zijn afgerond. Onderdeel hiervan maakte ook uit het onderzoek naar marktconformiteit van ploegendiensttoeslagen. De CAO MITT zal op dit punt worden vergeleken met andere CAO's. Aanpak Waiong-plaatsingen In 2013 is nog geen aanvang gemaakt met de uitvoering van deze CAO-afspraak, gericht op een concrete sectoraanpak. 4. MODINT Rl&E en MODINT Arbocatalogus De sector is in 2012 door het Steunpunt Rl&E benaderd om met de textiel- en tapijtsector te participeren in een pilot om het zgn. Nieuwe Generatie RI&E-instrument te introduceren. Daarbij zouden de prioritaire risico's van de Arbocatalogus Textiel-Tapijt uitgangspunt zijn. Voor de textiel- en tapijtbedrijven beschikt de sector nl. nog niet over een branche-RI&E; wel voor de mode- en interieurbedrijven. Begin 2013 is duidelijk geworden dat deze pilot doorgaat. In samenwerking met een groep bedrijven en TNO is in het verslagjaar hard gewerkt aan dit Ri&E-instrument. In september stemmen werknemersorganisaties, betrokken bij de CAO MITT en een gecertificeerde arbo-kerndeskundige, in met het resultaat en is de MODINT branche Rl&E voor Textiel-Tapijt, die voldoet aan decriteria voor erkenning, een feit. Na melding wordt het RI&E-instrument dan ook erkend en vermeld op www.rie.nl, voorzien van het groene erkenningsicoontje. Hierdoor komen bedrijven met maximaal .25 werknemers bij gebruik van dit RI&E-instrument in aanmerking voor een zgn. toetsingsvrijstelling. Daarmee is voor de branche het wettelijk instrumentarium compleet. De erkenning van de Arbocatalogus MITT (mode-interieur en textiel-tapijt) is veriengd tot 1 januari 2016. Het Rl&E- instrumenten voor textiel-tapijt he^freenrg^tdigheidsduur van 3 jaar tot 1 november 2016. Het RI&E-instrument voor mpdêyibtël^ëur heeft op 26 september 2011 het zgn. groene erkenningsicoontje ontvangen enMheeftdi.een geldigheidsduur tot 26 september 2014. Docuiriunt '.-/aarop on.srapportd. Afgesproken wordt dat jaariijks een "onderhoudscommissie" bijeen zaP kont/errOc/rn ontwikkelingen van belang voor de MITT Rl&E en de Arbocatalogus te bespreken en de eventueel hieruit voortvloeiende aanpassingen in de Instrumenten. {medeLReire-kkina he«rt. • iiarkbii^^ Slichling Vakraad MITT .laarrekening 2013
8
\!^PMd^Acr:ni.inwr>t.s N.V. \ •
|
5. PR- en Imagocampagne WMJE In het kader van de CAO MITT 2012-2014 is afgesproken dat CAO-partijen zullen voortgaan met de promotie van het werken en leren in de MITT-branche, door vooriichting en samenwerking met ondenrt/ijs en andere partijen. Centraal in de PR / Imagocampagne stond de website www.watmaakiiiervan.nl (WMJE). Op deze website was alles te vinden over leren en werken in de sector mode-, interieur-, tapijt- en textielindustrie voor diverse verschillende doelgroepen en geïnteresseerden. In het verslagjaar is besloten tot een (nieuwe) jongerencampagne en daarvoor een nieuwe, alleen op jongeren gerichte, website te ontwikkelen onderde huidige naam www.watmaakiiiervan.nl. Daarnaast is besloten tot een afzonderiijke informatieve website gericht op werkgevers en werknemers in de sector met voor hen relevante informatie, zoals over de CAO, scholing, arbeidsongeschiktheid, arbeidsomstandigheden en inzetbaarheid, en tot slot informatie over de bedrijfstakorganisaties. Een heldere menustructuur met aansprekende hoofdthema's, moeten werkgevers en werknemers optimaal wegwijs maken binnen de site. Deze website zal te vinden zijn onder www.vakraadmitt.nl. Een werkgroep van de Vakraad MITT begeleidt beide projecten. De jongerencampagne wordt in het verslagjaar samen met bureau Keesie uitgewerkt. De bedoeling is jongeren enthousiast te maken voor een carrière in de branche met behulp van de nieuwe "Wat maak jij ervan"-campagne, waarbij innovatieve producten centraal staan. De bedoeling is verschillende producten te verbinden met opleidingen en beroepen die hier bij passen. De nieuwe campagne bestaat uit: - Een nieuwe website. Waarop verschillende innovatieve producten worden uitgelicht en informatie is te vinden over de branche, opleidingen, beroepen etc* - Een stand die ingezet kan worden op beurzen, maar die ook gebruikt kan worden door bedrijven, bijvoorbeeld op open dagen. De stand vormt een catwalk waarop producten te zien zijn en meer informatie over de branche gegeven wordt. - Productlabels voor in de stand, waar innovatieve producten op staan. - Roll-up-banners die ingezet kunnen worden op open dagen. - Social media: Twitter, Facebook en YouTube Lancering zal begin 2014 plaatsvinden; voor het eerst op bescheiden schaal op Skills Masters in januari 2014 met de roll-up-banners.
6. Activiteiten KC Handel / MODINT Academy Met ingang van 2009 is Kenniscentrum Handel -KCH- verantwoordelijk voor de zgn wettelijke taken in het kader van het MBO-ondenA/ijs voor onze sector. MODINT Academy opereert in de branche met support van sociale partners. Hoofdaccent ligt op de uitvoering van collectieve brancheprojecten van sociale partners. De Vakraad voorziet in een garantiefinanciering vanaf 2013. In het verslagjaar is in verschillende bestuursvergaderingen kennisgenomen van de ontwikkelingen en voortgang binnen beide gremia, o.a. op basis periodiek overieg tussen Vakraad MITT, MODINT (Academy) en KCH. Op 18 oktober vond dit overieq plaats. ~" Geregeld werd gerapporteerd over het grootschalige leermiddelenproject^vo'df:te'i
9
'
''^"';"'^1^''<^irJ'.'::::.] r. .^ii ' ••••a3r>JO^ifj(;nrific.sf:-.rion|p,ivion-
het project ook de beschikbaarheid van de bedrijven een rol. Zoals de planning er nu uit ziet, zal het project in 2014 afgerond kunnen zijn voor de belangrijkste processen / machines.
|
7. Vervolg op onderzoek arbeidsmarkt en scholingsbehoefte MITT. In vervolg op het grootschalige arbeidsmarkt- en scholings- en loopbaanonderzoek in MITT-branche uit 2011, en de paneldiscussies in 2012, is aan KCH HCM gevraagd voorstellen te doen voor een vervolgaanpak op een 2-tal terreinen, te weten het ontsluiten van het scholings- en opleidingsaanbod voor de branche, en het borgen van vaktechnische kennis voor modebedrijven. Cursuswinkel MITT De Vakraad heeft besloten om de beperkte informatievoorziening over het aanbod van (vakspecifieke) trainingen / cursussen / beroepsopleidingen te gaan oplossen door middel van een zgn. cursuswinkel MITT. Aan SO MITT is gevraagd dit in samenwerking met KCH HCM verder uit te werken. Het project maak onderdeel uit van het CAO MITT project: "Haal het beste uit uw mensen. Vandaag en morgen." De bedoeling is dat er een webapplicatie op de branchewebsite-MITT komt, waarmee een totaal aanbod van gerenommeerde instituten en hun cursussen, trainingen en opleidingen voor de branche ontsloten wordt. De zoekfunctie met een aantal voorkeuze-mogelijkheden en zoekcriteria moet het gemakkelijk maken om met gebruik van eigen zoekwoorden cursussen en trainingen te vinden. Het instrument beoogt de competentieontwikkeling te ondersteunen. Inventarisatie vaktechniek bii modebedriiven In navolging van de panelbijeenkomst met modebedrijven - die eind 2012 heeft plaatsgevonden - is in het verslagjaar een vervolgactie ingezet om te achterhalen welke knelpunten modebedrijven ervaren onder de noemer 'vaktechniek', omdat modebedrijven tijdens de panelbijeenkomst hebben aangegeven dat dit knelpunt voor hen de hoogste prioriteit heeft. Door KCH HCM is in samenwerking met MODINT Academy een "Inventarisatie vaktechnische knelpunten bij modebedrijven" gehouden. Via interviews met een aantal bedrijven is in kaart gebracht welke personeelsknelpunten modebedrijven ervaren binnen hun bedrijfsprocessen. Daarbij is gefocust op vaktechniek. De inventarisatie heeft de volgende belangrijkste knelpunten opgeleverd: 1 Onvoldoende kennis en vaardigheden met betrekking tot eigenschappen van garens, doek, fournituren, in relatie tot gewenste kwaliteit, prijs en klanttevredenheid; 2 Onvoldoende capaciteit en kwaliteit bij technische voorbereiding; 3 Vaardigheidsniveau confectietechnisch tekenen te laag; 4 Verwacht tekort aan patronenmakers door vergrijzing, maar ook dalende behoefte door uitbesteding buitenland; 5 Problemen bij coördineren van het productieproces in het buitenland ; 6 Onvoldoende beheersing van het Engels vakjargon en / of andere buitenlandse talen; 7 Nog onvoldoende samenwerking tussen ondenwijs en bedrijfsleven. Op basis hiervan heeft de Vakraad prioriteiten gesteld - knelpunten 1 t/m 5 - en heeft in de december-vergadering besloten hiervoor vervolgacties in, gang^te,zetten. De Vakraad heeft aan KCH HCM gevraagd voorstellen voor de borging vari-yakté'ehnische kennis en vaardigheden bij modebedrijven uit te werken. ' -' ''--^ KPMG Audit Oocoiiient '.vaaroD uns r-;n:)oort d d
Via een aantal op elkaar afgestemde wegen zai de vakkennis en vakvaardigheden voor de mode-sector beter worden geborgd. Deze borging vereist een nauwe-b^trc3kl<^rihei|d van verschillende partijen, o.a. de mode-industrie, het mode-onderwijs en de Stichting Vakraad MITT .laarrekening 2013
10
'.f!iedi»)-tiecfekicinc) i:;:Rrt, %Q3n*üu.)iOf!n{ii :iF^a1oe!eiiiden: .•'-'ivf'^ \(:cc)\ inrnnr
i
brancheorganisatie(s). Op dBze wijze kan tegelijkertijd een basis worden gelegd voor oplossing van knelpunt 7. Ten aanzien van de borging van kennis en vakvaardigheden gaat het om verschillende soorten kennis en vaardigheden. Te weten: - het behoud van kennis en vaardigheden, die dreigen te verdwijnen door verplaatsing van de industrie naar andere landen; - kennis en vaardigheden die nodig zijn om de productie in het buitenland goed aan te sturen; - kennis en vaardigheden die gekoppeld zijn aan innovaties van materialen en processen; - kennis en vaardigheden die specifiek gelden voor een of meer bedrijven (maatwerk). Met deze knelpunten wordt aan de slag gegaan op basis van de reeds aanwezige scholingsinfrastructuur, alsmede door inzet van aanvullende activiteiten in een concrete en geïntegreerde aanpak van de knelpunten. Daarbij zal ook aandacht worden geschonken aan het benutten en omzetten van beschikbaar lesmateriaal en de vorm waarin de specifieke kennis en vaardigheden aangeboden moeten worden (beroepsopleiding of maatwerk). De Vakraad MITT heeft met deze aanpak in de december-vergadering ingestemd en heeft aan SO MITT gevraagd om deze ven/olgacties mee te nemen in het Sectorplan MITT en onder haar verantwoordelijkheid uit te voeren. Regionale samenwerking ROC's / textiel- en tapütbedriiven Verder is een vervolg gegeven aan samenwerking tussen textiel- en tapijtbedrijven in Oost Nederiand op het gebied van scholing en arbeidsmarkt. In maart is een 2^' bijeenkomst belegd en is afgesproken dat ROC van Twente een nadere inventarisatie zou houden onder de bedrijven naar de concrete scholingsbehoefte, zowel wat betreft inhoud als aard van de scholing (BBL-trajecten of maatwerk). Sindsdien is er geen bijeenkomst meer gehouden; gewacht wordt nog steeds op de resultaten van de inventarisatie. De regionale samenwerking tussen ondenrt/ijs en bedrijven in de regio Helmond verioopt voorspoedig. 8. Sectorplan MITT in kader Sociaal Akkoord In het Sociaal Akkoord van 11 april 2013 hebben Kabinet en sociale partners in de Stichting van de Arbeid afspraken gemaakt over een structurele aanpak voor onze economie en onze arbeidsmarkt, met als doel om zoveel mogelijk mensen een eeriijke kans te geven op werk en economische zelfstandigheid. Sociale partners hebben aangegeven hun verantwoordelijkheid op de arbeidsmarkt verder op te willen pakken Het bieden van werkzekerheid en het voorkomen van werkloosheid staat centraal. De overheid wil deze (inter)sectorale inspanningen stimuleren en Minister Asseher heeft ter ondersteuning van het Sociaal Akkoord een budget van € 600 miljoen beschikbaar gesteld. Met deze middelen kunnen door middel van co-financiering maatregelen in de sectorplannen gefinancierd worden. Door het kabinet en sociale partners zijn een zevental thema's geïdentificeerd die bijdragen aan een betere structurele werking van de arbeidsmarkt en ook op korte termijn een positief effect (kunnen) hebben op de uitdagingen waar ook onze sector mee te maken heeft, leder Sectorplan en de daarin ven/attë.aanvraag dient ten minste twee van de thema's te adresseren. i-ï r/V/C?-* 1. Arbeidsinstroom en begeleiding jongeren KPMG Audit 2. Behoud oudere vakkrachten oocumfm waarop ons lappnrt d.d. 3. Arbeidsinstroom van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt'» r> .•••.,,. 4. Mobiliteit en duurzame inzetbaarheid • ^-Oï'! Stichting Vakraad MITT •Jaairekening 2013
~ '
TT"
~
- . ' . ^ i i-..-f..i<^...-, "•^"•'^9'^^;i,fi^'i'f'";KiO-;o-;!H!n(j:o^ .-'V;.
5. Scholing 6. Van-werk-naar-werk van met ontslag bedreigden (sectoraal en intersectoraal) 7. Goed werkgeverschap en goed werknemerschap De Vakraad MITT heeft deze handschoen opgepakt en heeft onder bedrijven in de sector een korte enquête uitgezet om interesse en draagvlak voor initiatieven te peilen. Omdat er voldoende belangstelling bleek te zijn, heeft de Vakraad MITT de voorbereiding van een Sectorplan MITT ten behoeve van een aanvraag tot cofinanciering te hand genomen. Vanaf 1 oktober 2014 kon co-financiering worden aangevraagd. Door Oude Avenhuis & Van Dijk (OAVD) zijn nadere inventansaties gehouden om met de bedrijven in de sector de te adresseren thema's vast te kunnen stellen. Op 12 november 2013 is in verband hiermee een bijeenkomst belegd met de geïnteresseerde bedrijven. Verder is aan KCH HCM gevraagd om de sectoranalyse ten behoeve van de aanvrage aan te leveren, op basis van eerder verricht onderzoek. De uitkomst van de inventarisatie en de bijeenkomst is dat de MITT-branche wil inzetten op de thema's: arbeidsinstroom en begeleiding van jongeren, scholing, mobiliteit & duurzaamheid, goed werkgeverschap en goed werknemerschap. Binnen deze thema's vinden verschillende activiteiten plaats op branchebreed niveau, maar ook bij individuele bedrijven. Een onderdeel binnen het Sectorplan is de verdere uitrol van de jongerencampagne "Watmaakjijen/an.nl". Ook worden er extra inspanningen geleverd om jongeren in dienst te nemen. Daarnaast is er aandacht voor het borgen van specifieke vakkennis en intensivering van scholingsactiviteiten en voor duurzame inzetbaarheid. De Vakraad MITT heeft SO MITT gevraagd het Sectorplan op basis van deze voorbereidingen uit te werken, in te dienen en verder onder haar verantwoordelijkheid uit te voeren, in samenwerking met de bedrijven en betrokken instanties. Eind december heeft SO MITT het Sectorplan MITT ingediend bij het Agentschap SZW.
9. Diversen ROS-subsidieregeling mode-interieur Deze opleidingssubsidieregeling geldt alleen voor bedrijven die vallen onder de sector mode-interieur. In de vergaderingen van het bestuur werden de door de bedrijven uitgevoerde scholings- / opleidingsprogramma's, waarvoor een beroep op de ROS werd gedaan, besproken. In totaal werden in 2013 voor 23 (2012; 28) opleidingen / cursussen ROS-aanvragen door 11 (2012: 9) verschillende bedrijven ingediend. Erwerd uiteindelijk ROS-subsidie voor 22 (2012: 24) opleidingen / cursussen toegekend; 2 (2012: 0) aanvragen werden afgewezen, 1 aanvraag is ingetrokken. Erzijn geen aanvragen meer in behandeling. In totaal werd voor opleiding en scholing aan 50 (2012: 50) werknemers ROS-subsidie toegekend. RUN onderzoek "The Construction of Dutch identity of a brand bv designers and consumer" & "The Dutch Fashion Industry in a globalised!m"'arket"^.r] Dit onderzoek is nog niet afgerond. Door tussentijdse preséhtaties van studenten van hun bevindingen worden reeds elementen van het onderzoek naar bditè'ri^gebrdbht. ^
.üoourneni'waarop ons rappon d.d.
Meesteroplelding Coupeur i ^ ij-nr Er is nog geen verantwoording afgelegd voor de bestede financiële bijdragért voor aanloopkosten en lesmateriaal. (rRC'.i?L08ifekitii!(j n^en. " ' ^ j . :''''"':'::::!:i.:J:,.;:Hindeir Stichling Vakraad M l ' H ' Jaarrekening 2013
'2
:<-f?|>^A»:coiinrfiiiiii W.V \
Het ontwikkeltraject is nog in volle gang en wordt naar venA/achting in 2014 afgerond met de eerste examens. De initiële bijdrage voor ontwikkeling van leermiddelen, almede de aanvullende bijdrage voor een periode van 3 jaar, startend in 2012, voor de verdere ontwikkeling van de Meesteroplelding Coupeur zullen dan ten volle zijn benuL Alsdan zal verantwoording worden afgelegd over de bestede financiële bijdragen voor het lesmateriaal. Dit verslagjaar wordt wel verantwoording afgelegd voor de bestede financiële bijdragen voor de aanloopkosten van Meesteroplelding Coupeur. 10. Begroting Ingevolge Richtlijn 640, lid 204, inzake de verslaglegging van organisaties zonder winststreven, dient de Vakraad MITT de begrotingscijfers in de staat van baten en lasten op te nemen. Van deze verplichting wordt een stichting ontslagen indien de begroting slechts in beperkte mate als sturingsmiddel wordt gehanteerd. Dit laatste is voor de Vakraad MITT het geval. 11. Financiële verantwoording In de juni-vergadering zijn het jaarverslag en het financiële verslag van de Vakraad MITT over 2012, voorzien van een controleverklaring, goedgekeurd en vastgesteld. In de december-vergadering zijn de venwachte realisatie 2013, en de begroting voor 2014, van de Vakraad MITT besproken en werd de begroting 2014 vastgesteld. In dit verband wordt verder venwezen naar het in de toelichting op de rekening van baten en lasten opgenomen overzicht bestedingsdoelen / activiteiten Vakraad MITT. 12. Gebeurtenissen na balansdatum Na balansdatum hebben zich geen gebeurtenissen voorgedaan met belangrijke financiële gevolgen voor de Stichting. 13. Slotwoord Het bestuur dankt iedereen die zich op een of andere wijze voor de Vakraad voor de Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie heeft ingespannen. Zeist, 26 juni 2014
G.A.J. Lamers Werkgeversvoorzitter
J. Plat Werknemersvoorzitter
' ':;;'?,-^ ,'i'.j^~' j iCPMG A u d i t Dooiirnenr '«aarop ons rapport d.il.
2 5 nm ?m jTiodfil bt'tre.<.Kir,r] nsert. Stichting Vakraad MITT Jaarrekeniitg 2013
:
.„.,(:,,,,, ..in,,:pOH1 (iI(1 (;'11 n :
(rfl'vt^g .'Vcü-illi-IUts , v . v
JAARREKENING 2013
XPi^/lG A u d i t yocuroftiir '.vMariip ons rapport d.tl.
;',rJr";;'i r:o rr:-r'f'^ I
Stichting Vakraad MITT Jaarrekening 2013
•
14
.^?£25S;>>iii^nt!f!!r4ti»i!f'oNn'l'' >: ;-^;-Uj\\,vJni ;, ir;5,.;r... w "
stichting Vakraad Mode Interieur Tapijt & Textielindustrie Balans per 31 december 2013 (na bestemming saldo) (bedragen in €)
2013
2012
296.434
321.130
10.969
2.047
307.403
323.177
Kortlopende schulden
307.403
323.177
Totaal
307.403
323.177
Activa Overige vorderingen Liquide middelen Totaal
Passiva
.''.PiVlG A u d i t :;o(:i,'(n:-^rH 'rvaaioü ons raoport d,d
'! O mw mh Slichting Vakraad MITT .Jaarrekening 2013
":ïïn3r.v>iür\;en;iacni;.;do;;ifii,;iion:
Rekening van Baten en Lasten over 2013 (bedragen in €)
2013
2012
519.108
317.391
519.108
317.391
159.891 336.162 23.055
154.866 126.518 36.007
519.108
317.391
Baten Bijdrage Sociaal Fonds MITT
Lasten Secretariaatsvoering Projecten en subsidies Andere Lasten
KPMG Audit i.^'OCiifof^nt 'waarot} ons lapport d,d.
I 0 iONi /OH !P8cieU!ejrok!ting hsett Stichting Vakraad MITT Jaarrekening 2013
r-i > r , - r , - n N , l r . r - - ^ '
VPiVtv^
.T-,,,
jtioir-iinaen:
Waarderingsgrondslagen en grondslagen voor de resultaatbepaling Algemene toelichting Doel Het doel van de Stichting bestaat overeenkomstig de bepalingen van de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor de Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie, de statuten en het reglement uit het financieren en subsidiëren van activiteiten die gericht zijn op het in sociaal opzicht optimaal functioneren van de Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie. Grondslagen van waardering, resultaatbepaling en resultaatbestemming Algemene grondslagen Dejaarrekening is opgesteld in overeenstemming met Richtlijn voor de jaarverslaggeving 640 Organisaties zonder winststreven'. aa a Continuïteit Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en .verplichtingen, en van baten en lasten De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderiiggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waan/oor de herziening gevolgen heeft. Vergelijking met voorgaand jaar De grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn, voor zover niet anders vermeld ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. Waarderingsgrondslagen Voor zover niet anders is vermeld zijn de activa en passiva gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde in dit geval de nominale waarde. Vorderingen en schulden Deze posten omvatten: handels- en overige vorderingen, leningen en overige financienngsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. Vorderingen en schulden worden bij de eerste opname venwerkt tegen reële waarde. Grondslagen van resultaatbepaling ? ' ' ? ' ' ^ ^ " toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Algemeen geldt dat bij het opmaken van de jaarrekening nog niet alle gegevens definitief zijn vastgesteld. De effecten hiervan worden dan in het volgende jaar verantwoord.
ivPMG Audit "..•ooii:-;ii--;nt '.-'/aar'jo ons ranoort d.d.
Stichting Vakraad MITT .laarrekening 2013
p7~
iu;(ic! üüiiekXiiii.; netiri. :'•;'" •••: v^'''v'
Toelichting op de Balans per 31 december 2013
2013
Activa
2012
Overige vorderingen Rekening Courant Sociaal Fonds MITT Doorberekening SAVAMITT*
247.353 49.081
273.229 47.901
296.434
321.130
10.969
2.047
307.403
323.177
249.614
310.642
57.789
12.535
307.403
323.177
* Betreft facilitering betaling kosten voor rekening van SAVAMITT. Met ingang van 2013 is dit niet meer in de exploitatie opgenomen. De vergelijkende cijfers zijn hierop aangepast. Alle vorderingen hebben een looptijd korter dan één jaar. Liguide middelen ABN AMRO bank N.V. Onder de liquide middelen worden opgenomen tegoeden op bankrekeningen, die direct opeisbaar zijn.
Passiva Kortlopende schulden Projecten en subsidies Overige schulden
Alle schulden hebben een looptijd korterdan één jaar Niet in de balans opgenomen verplichtingen Per jaareinde zijn er geen verplichtingen die niet in de balans^'zijnlÖpgenomen. KPMG Audit Oocument '/-/aarop ons rapport d.d.
i m m Stichting Vakraad MITT Jaarrekening 2013
•;[iia(iei.betrekking heert. 'ar.:i3isMoAideii!!fi,:;atiH^^
Toelichting op de rekening van Baten en Lasten over 2013
2013
2012
519.108
317.391
519.108
317.391
159.891
154.866
336.162
126.518
Baten Bijdragen Sociaal Fonds MITT
Lasten Secretariaatsyoering Vakraad MITT Projecten en subsidies Uitgaven overeenkomstig statutaire bestedingsdoelen (zie hierna)
Bestedingsdoelen/activiteiten Vakraac omschrijving lasten MITT 2013 verslagjaar Artikel 3, lid 2, statuten Vakraad MITT
begroting verslagjaar
•
lasten verslaaiaar
(in €)
f\n. ó, iia z, onder b, statuten als - Arbocatalogus & Rl&E 5,25C) 17,616 uitvoerend orgaan op te treden op het terrein van de arbeidsverhoudingen, de arbeidsomstandigheden en vakopleidingen in de bedrijfstak, alsmede de taken te verrichten die bij de voor de bedrijfstak geldende CAO aan de Vakraad zijn opgedragen en die activiteiten te verrichten die nodig zijn om (in €) een juiste naleving van de CAO in de bedrijfstak te bewerkstelligenA r+ O 11 <J O _l t t . ~ Mrr. ó, IIO z, onder g, statuten tiet aanvragen van of bemiddeling verlenen bij de verkrijging van subsidies ofandere financiële middelen en het verstrekken van financiële bijdragen in verband met publicitaire doeleinden voor de bedrijfstak, in relatie tot de arbeidsvoonwaarden en omstandigheden, om het positieve imago van de bedrijfstak te handhaven of te verbeteren; An. ö m 2, onder k, statuten het - Meesteroplelding P,M, P,M, bevorderen, opzetten en doen coupeurs** | jf organiseren van opleidingen eniof - RUN Dutch Identity***;';;'!;:,t4figj P.M, P.M, cursussen met inbegrip van projecten • Leermiddelenontwikkeling KPMG A j dit betrekking hebbende op de t extielindustrie*** OncuiR.M.-,aarop ons faOgOgf^^^-. vakopleidingen, andere scholing eniof PR Scholing 100.000 employability gericht op de KCH Vaktechniek mode •'/ i,'!t-^P", 9,265 arbeidsverhoudingen in de mode-, BCP'S '•^'•''^ 7,925 interieur-, tapijt- en textielindustrie' ten Fuwa-onderzoek 30,000 unedr;) .-i^irp. Sttchttng Vakraad MITT 19 ".ITrsKvTiSc^i fr;ni)!|f:,2i;ofj oeiainpan,-. Jaarrekening 2013 niii-)r;.!
nr
I •'./
behoeve van werknemers alsmede werkgevers in de bedrijfstak;
- Fashion Council - MODINT Academy
- ROS subsidies Art, 3 lid 2, onder 1, statuten het verstrekken van bijdragen ter bestrijding - Loopbaanadvies, EVC, van, of tegemoetkoming, in de gemaakte POP kosten voor opleiding, ondenwijs, vorming en her-, om- en bijscholing; Totaal uitgaven overeenkomstig statutaire bestedingsdoelen
105,000 30.000
105.000 30.000
227,000
35.324 4.421
467.250
336.162
** Betreft subsidietoezegging ten laste van verslagjaar 2009 met een aanvullende toezegging ten laste van het verslagjaar 2012; subsidieverantwoording vindt plaats na afloop van het project, het project is nog niet afgerond; in het verslagjaar is derhalve nog geen verantwoording ontvangen. *** Betreft subsidietoezegging ten laste van verslagjaar 2010; subsidieverantwoording vindt plaats na afloop van het project, het project is nog niet afgerond; in het verslagjaar is derhalve nog geen verantwoording ontvangen.
2012
2013 Andere Lasten Vooriichting/informatie Bestuurskosten Accountantskosten Overige kosten
7.124 19.273 2.783 6.827
13.208 2.844 7.003
36.007
23.055 Onder de bestuurskosten is een bedrag van € 10.395 aan vacatiegelden verantwoord (2012: € 14.630).
Zeist, 26 juni 2014
.KPMG A u d i t ^Jficofnoru. '--/.narop ons rapport d,d.
t u mil 2011 Slichting Vakraad MITT Jaarrekening 2013
20
.;i:::iiai i!;iUi;.ir.i'rr.; ••(r-Wj
X0i:Ol.!l!V...i,-!r;ï
^i
\l