STICHTING VAKRAAD VOOR DE MODE-, INTERIEUR-, TAPIJT- EN TEXTIELINDUSTRIE JAARREKENING 2014
Vestigingsadres: Utrechtseweg 95 3702 AA ZEIST KPMG Audit ^^ocument waarop ons rappor d.,
^ 7 mi m5 ^"^PgMekking heeft.
Stichting Vakraad MITT Jaarrekening 2014
INHOUDSOPGAVE
Blz.
BESTUURSVERSLAG 2014
3
INLEIDING ORGANEN VAN HET FONDS, VERTEGENWOORDIGINGEN EN ONDERSTEUNING VERRICHTINGEN VAN HET BESTUUR
3 3 5
JAARREKENING 2014
14
BALANS PER 31 DECEMBER 2014 STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2014 WAARDERINGSGRONDSLAGEN EN GRONDSLAGEN VOOR DE RESULTAATBEPALING TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2014 TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2014
15 16 17 18 19
OVERIGE GEGEVENS
21
BESTEMMING RESULTAAT GEBEUERTENISSEN NA BALANSDATUM CONTROLEVERKLARING
21 21 21
KPMG Audit Document waarop ons rapport d.d.
('"!^?|-ti^ekl(ing heeft
C^AT'"''"='^'«^°e'«'"den; y^countants N.V.
Stichting Vakraad MITT Jaarrekening 2014
BESTUURSVERSLAG 2014 INLEIDING Overeenkomstig de statuten van de Stichting Vakraad voor de Mode-, Interieur-, Tapijten Textielindustrie (Vakraad MITT) wordt hierbij verslag uitgebracht over het jaar 2014. De Vakraad MITT heeft ten doel: Goede sociale verhoudingen in de Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie te bevorderen, in het bijzonder door het geven van leiding aan de uitvoering en toepassing van de bepalingen van de CAO voor de Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie. De Vakraad MITT is statutair gevestigd te Zeist. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de Vakraad MITT via de CAO voor de Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie (CAO MITT) algemeen verbindend verklaard tot en met 30 juni 2016. Het besluit is gepubliceerd in de Staatscourant van 11 december 2012, nr. 22509 onder UAW-nr. 11379. ORGANEN VAN DE VAKRAAD MITT, VERTEGENWOORDIGINGEN EN ONDERSTEUNING Samenstelling van het bestuur op 31 december 2014 Leden werkgevers. G.A.J. Lamers, vice-voorzitter / secretaris (1) R. Bosch (1) M. Mulder (1) Vacature (1)
Plaatsvervangende leden werkgevers H.J.A. Bekke (1) R.M. van derGaast (1)
Leden werknemers J. Plat, voorzitter (2) Mw. N. Engmann-van Eijbergen (3) Mw. E.M. Werger(4)
Plaatsvervangende leden werknemers
De voorzitters van werkgevers- respectievelijk van werknemerszijde rouleren per kalenderjaar. In het verslagjaar was de heer J. Plat fungerend voorzitter. De heer G.A.J. Lamers trad op als vice-voorzitter / secretaris. (1) namens MODINT, de Ondernemersorganisatie voor mode, interieur, tapijt en textiel (2) namens de FNV Bondgenoten (vanaf 1-1-2015 FNV) (3) namens de CNV Vakmensen (4) namens De Unie
Bestuurswisselingen In het verslagjaar 2014 waren er geen bestuursmuta| juli 2014 terug als voorzitter van de Commissie vens\ bestuurslid namens MODINT is nog niet ingevuld.
Stichting Vakraad MITT Jaarrekening 2014
Document waarop ons rapport d.d.
^ 7 m\ ?m
Commissies / werkgroepen: Commissie Aansluitingszaken Werkgeversvertegenwoordiging
r ir. F. Keun trad per 1
IA,
1
(mederbBtrekking hl
Werknemeri^gW^o
TficatieüoelSmden: X ^ n ^ ^ ° ^ " t a n t s N.V.
G.A.J. Lamers (MODINT)
J. Plat (FNV Bondgenoten)
Commissie Pensioen(akkoord) Bestaande uit vertegenwoordigers van CAO-partijen, Bpf MITT en externe adviseur. Leden werkgevers. G.A.J. Lamers (1), voorzitter vanaf 1-7-2014 J. Hasselman (1) mw. N.L. Hofman (1) Leden werknemers J. Plat (2) Th. Katerberg (3) Mw. N. Engmann-van Eijbergen (3) J. Spruijt (4) Extern adviseur E. Schokker (Towers Watson) (1) namens MODINT, de Ondernemersorganisatie voor mode, interieur, tapijt en textiel (2) namens de FNV Bondgenoten (vanaf 1-1-2015 FNV) (3) namens de CNV Vakmensen (4) namens De Unie
Stuurgroep Duurzame inzetbaarheid Mw. J. Schaeffer (AWVN) R. Hoogendorp (De Unie) J. Plat (FNV Bondgenoten) P. van der Eijk (CNV Vakmensen) Mw. N. Engmann-van Eijbergen (CNV Vakmensen) D. Habermehl (Lankhorst Sneek B.V.) Mw. M. Kuper-Van Dijk (MODINT Academy) Mr. B. Schmidt (MODINT) Mw. Mr. N.L. Hofman (MODINT) G.A.J. Lamers (MODINT) Commissie Technische kwesties CAO MITT G.A.J. Lamers (MODINT) J. Plat (FNV Bondgenoten) Mw. Mr. M. Veenstra (MODINT/Vakraad MITT) Mw. N.L. Hofman (MODINT) Commissie Functieclassificatie 2014 Th. Katerberg (CNV Vakmensen) Mw. Mr. N.L. Hofman (MODINT) G. Soffner (AWVN-Orba-systeemhouder) Projectgroep Arbocatalogus / Rl&E Textiel-Tapijt K. Langenhuysen (namens vakbonden) E. de Lange (Edel Group) Mw. A. Giesen (Vlisco Netherlands) R. Guiaux (InterfaceFlor) H. Hiddink (Intercarpet) Mw. G. Weggeman (Verosol) G. Scheffer (TenCate Advanced Textiles) A. Winkes (Arbo Unie) Stichting Vakraad MITT Jaarrekening 2014
4
n ^^'^^""^ ^^PP°^ 4 j IUMI ««je '"'^ , ^ ,. (qerfekbetrekking heeft.
/-(Ea^^vöor Identificatiedoeieinden: \ K ^ W j ^ c c o u n t a n t s N.V. \ J \J'
M. Smakman (Modint Arbo / Human Invest) Mw. Mr. N.L. Hofman (MODINT) Werkgroep PR-lmago-WMJE / Website Vakraad MITT Mw. E. Werger (De Unie) J. Plat (FNV Bondgenoten) J. van de Laar (Vlisco Netherlands BV) Z. Adda (Vlisco Netherlands BV) Mw. J.Prince (Prince Perfect; voor website Vakraad MITT) Mw. I. Wiegman (MODINT) Mw. M. Couwenberg (MODINT) Mw. Mr. N.L. Hofman (SO MITT/Vakraad MITT) G.A.J. Lamers (MODINT) Overlegcommissie MITT-Textielgroothandel G.A.J. Lamers en J. Plat (MITT) F. Lanz en J. Borm (TEX) Ondersteuning bestuur en commissies Bureau Vakraad Mw. Mr. N.L. Hofman, directeur Mw. Mr. M. Veenstra Mw. C. Eijsink Accountant KPMG Accountants N.V. te De Meern VERRICHTINGEN VAN HET BESTUUR 1. Algemeen Het bestuur van Vakraad MITT vergaderde in het verslagjaar viermaal, te weten op 20 maart, 26 juni, 27 oktober en 9 december 2014. In de bestuursvergadering d.d. 20 maart werd een technische wijziging van de statuten goedgekeurd. Dit betrof artikel 3, lid 2, onder j en k, en lid 4, alsmede artikel 5, lid 2, onder a. 2. Aansluitings- en werkingssfeerzaken De Vakraad MITT is primair verantwoordelijk voor het vaststellen of bedrijfsactiviteiten van een bepaalde onderneming vallen onder de werkingssfeer van de CAO MITT, en daarmee ook onder de werkingssfeer van de fondsen in de bedrijfstak MITT, zoals Bedrijfstakpensioenfonds MITT, Sociaal Fonds MITT en SAVAMITT. De Vakraad MITT voert een actief aansluitingsbeleid. Met AZL, de administrateur van de sociale fondsen, zijn afspraken gemaakt over het uitvoeren van het aansluitingsbeleid. Ook zijn afspraken gemaakt over de inzet van de buitendierratniedewerker die speciaal voor dit doel op verzoek van CAO-partijen is a a n g e t r o k k e | ^ ^ ( M O j Doel van een en ander is om vroegtijdige en correcte aansluiting te realiseren^iitKps)e)(^Ategen de achtergrond van een aantal problemen rond de afbakening van de '^S\SMii^^§^aXi^^raD[) CAO'S. '^•^^
t ? m\ m5
(rn^el^betrekking heeft. Stichting Vakraad MITT Jaarrekening2014
^
5
l.^'ïfC '<^entific3tiedoeleinden: \KR^$^Accountants N.V.
In het verslagjaar is in plaats van de zgn. Brugcommissie een Overlegcommissie van TEX en MITT in het leven geroepen die knopen moet doorhakken over concrete aansluitingskwesties. Gevolg hiervan is dat diverse aansluitingskwesties in het verslagjaar tot besluitvorming, definitieve indeling en aansluiting hebben geleid. Verder zijn in verband hiermee werkafspraken gemaakt en worden praktische criteria voor indeling gehanteerd en zijn procedures en voonwaarden voor aansluiting met terugwerkende kracht zo veel mogelijk geharmoniseerd. Op basis van een gezamenlijk voorstel van vakbonden uit de Textielgroothandel en MITT van 7 maart 2013 hadden CAO-partijen in beide sectoren in oktober 2013 overeenstemming bereikt om met elkaar in overleg te treden onder leiding van een externe procesbegeleider. In de eerste helft van 2014 is overeenstemming bereikt over de in te zetten procesbegeleider van AWVN. Op 31 oktober 2014 heeft een eerste gezamenlijke bijeenkomst plaatsgevonden met delegaties van beide CAO-partijen. Deze eerste bijeenkomst kende een informeel en verkennend karakter, waarin inzicht in elkaar belangen, drijfveren en opvattingen zijn gewisseld. Beoogd werd de relaties te versterken. Voor sociale partners MITT was de gezamenlijke brief van vakbonden uit de Textielgroothandel en MITT aan de werkgeversdelegaties bij beide cao's, te weten SCTX en MODINT, van 7 maart 2013 uitgangspunt voor het gesprek. Sociale partners MITT gingen er daarbij van uit dat deze bijeenkomst zou leiden tot duidelijke afspraken over concrete ven/olgstappen en de doorlooptijd hien/an, alsmede een begroting van de hieraan verbonden kosten. Zo ver is het niet gekomen. Van de zijde van de Textielgroothandel bleek niet iedereen duidelijk de intentie te hebben om tot een oplossing te komen. Wat de pensioenintegratie betreft bleek Bpf MITT inmiddels onderaan de shortlist te prijken, wat niet duidt op een positieve houding tot samenwerking. Dit overleg heeft louter geresulteerd in de afspraak tot (vervolg)overleg tussen de (delegaties van) besturen SCTX en MODINT, samen met de procesbegeleider van AWVN. In december 2014 werd van de zijde van SCTX gemeld dat het overleg geen doorgang zou vinden en de mediation voorlopig gestopt werd. Tot op het moment van het schrijven van het verslag is hierin geen verandering gekomen. 3. CAO MITT-zaken 3.1. Duurzame Inzetbaarheid Bij de onderhandelingen over de CAO MITT 2012-2014 is afgesproken, dat door sociale partners in de MITT nadere uitwerking zal worden gegeven aan een samenhangende visie en aanpak ter bevordering van de duurzame inzetbaarheid van werknemers in de sector. Op basis hiervan is onder regie van sociale partners een project uitgewerkt onder het motto: "Haal het beste uit uw mensen. Vandaag én morgen!", dat is uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van SO MITT in de periode vanaf 15 maart 2013 tot en met 5 juni 2014. Op 5 juni 2014 is dit project met een slotbijeenkomst afgesloten. In de junivergadering is de Vakraad MITT geïnformeerd over de bereikte resultaten. Beoogd wordt het project voor te zetten om andere bedrijven te laten aanhaken en medewerkers en werkgevers in beweging te brengen. Het ondenA/erp staaOpJêlgfenda van CAOpartijen voor onderhandelingen over de CAO MITT 2 o l f M w l i ^ r n a komt het ,
.>-., ,«w,„
.
Ul.. ^r^Kj IVM I I ^uj-iTirczrwïïTafcfcinici ^urrlI nei
ondenA/erp weer terug op de agenda van de Vakraad MITT. De o n d e r h ^ Q M f i ^ Ö v e r de CAO MITT 2014 e.v. waren aan het eind van het verslagjaar nog gaarfö^."'"®"' waarop ons rapport d.d.
{mede),tetrekking heeft. Stichting Vakraad MITT Jaarrekening2014
6
C ' ^ A H '
XK^^CCOuntantS N.V.
3.2. Functieclassificatie Op basis van afspraken in het kader van de CAO MITT 2012-2014 heeft de Vakraad in 2012 ingestemd met de door de begeleidingscommissie in samenspraak met de Orbasyteemhouder opgestelde projectaanpak van het onderzoek naar de behoefte aan een update van de functieclassificatie, met name gericht op de mode-sector Het project is uitgevoerd in 2013 en 2014. Begin 2014 vond een 2^ gespreksronde met de klankbordgroep plaats en vonden ook sessies met een klankbordgroep van textiel- en tapijtbedrijven, respectievelijk een klankbordgroep van modebedrijven plaats. De begeleidingscommissie is in april 2014 voor de laatste keer bijeen gekomen om deze fase af te ronden. Daarnaast is per mail contact geweest naar aanleiding van de bevindingen van de vakbondsdeskundigen. In mei 2014 zijn de resultaten met deze deskundigen besproken. Zij hebben ingestemd met de beide functierasters (een raster voor mode-interieur en een raster voor textiel-tapijt), de functiebeschrijvingen, de functiewaardering en de indeling van de functies in de rasters. Op 23 juni 2014 is het resultaat van deze actualisatieslag aangeboden aan de Vakraad MITT en CAO-partijen. Dit betreft de actualisatie van het functiehandboek met 23 nieuwe of aangepaste functies. Daarnaast is de Vakraad MITT in de vergadering in maart 2014 akkoord gegaan met een fase 2, waarbij de overige functies en het bestaande functiehandboek worden omgezet naar de nieuwe Orba PM (Performance Management)-systematiek. Op de functieomschrijvingen uit de actualisatieslag is al Orba PM toegepast. Dit traject is in juli 2014 gestart en afgerond in het najaar van 2014. Het integrale eindresultaat van fase 1 (actualisatieslag) en fase 2 (omzetting naar Orba PM) is op 28 november 2014 aangeboden aan de Vakraad MITT en CAO-partijen. Het eindresultaat is een compleet nieuw functiehandboek met daarin: - Een handleiding en ondersteunende formulieren ten behoeve van het indelen; - Een overzicht van de omschreven functies; - Een functierangschikkingslijst; - Functierasters met toelichting; - Functiereeksen textiel- en tapijtindustrie; - Functieomschrijvingen. Bij de opzet van het nieuwe handboek is rekening gehouden met: - Herkenbaarheid voor zowel mode- en interieurbedrijven als textiel-en tapijtbedrijven; - Gebruikersvriendelijkheid; - Passend bij de huidige tijd; - Toekomstbestendigheid. Bij de onderhandelingen over de CAO MITT 2014 e.v. zullen CAO-partijen nadere afspraken maken over de implementatie. De onderhandelingen over de CAO MITT 2014 e.v. waren aan het eind van het verslagjaar nog gaande. 3.3. Pensioenitems voor MITT 3.3.1. Algemeen De activiteiten van gezamenlijke werkgroep Pensioenen,-A/an-2evvef|CAO-partijen als vertegenwoordigers van Bpf MITT zijn in 2014 voortgez^4sfoWslagjaar is de werkgroep 3 maal bijeengekomen om met elkaar verderWlg?a^telP^ftgv^4lSl^en over d.d. fiscale wijzigingen op pensioengebied en het nieuwe pensioencontra6t(öp«6SiMrf'f?ef''''°^ nieuwe Financiële Toetsingskader (nFTK). De fiscale wijzigingen betroffen de versobering van de fiscale maxima voor pensioenregelingen vanaf 1 januari 2015. Daarbij wordt het fiscale mpatteL#r*tekkang heeft. — poraaf-^f!OTridenhficatiedoeleinden:
Stichting Vakraad MITT Jaarrekening 2014
T
m ^ S S f c ^ - V K.h^lViu^^y>^
opbouwpercentage bij een pensioenrichtleeftijd van 67 jaar voor een zgn. middelloonregeling op 1,875 gesteld. Daarnaast wordt het fiscaal gefaciliteerde pensioensalaris gemaximeerd op €100.000. Op grond van het nieuwe FTK gelden andere uitgangspunten en regels voor o.a. indexatie en kortingen, aan te houden financiële buffers en de rekenrente, die gevolgen hebben voor Bpf MITT. Daarnaast heeft de werkgroep zich gebogen ovër de zgn. Overgangsregeling extra pensioeninkoop, die bepaalde deelnemers tijdelijk (tot en met 2020) aanvullend voonwaardelijke pensioenaanspraken biedt. Deze regeling kan in de huidige vorm en onder de huidige condities niet ongewijzigd in stand blijven. Dit heeft uiteindelijk geleid tot een advies aan CAO-partijen, dat heeft geresulteerd in het deelakkoord Pensioenregeling BPF MITT en CAO Regeling Aanvulling Periodieke uitkeringen mode-, interieur-, tapijt en textielindustrie (CAO RAP MITT) De Vakraad MITT werd van deze overleggen op de hoogte gehouden. 3.3.2. Deelakkoord Pensioenregeling BPF MITT en CAO Regeling Aanvulling Periodieke uitkeringen mode-, interieur-, tapijt en textielindustrie (CAO RAP MITT) CAO-partijen hebben op 20 november overeenstemming bereikt over afspraken, op basis van aanbevelingen van de gezamenlijke werkgroep van vertegenwoordigers van Bpf MITT en CAO-partijen, over een toekomstbestendige pensioenregeling in verband met een aantal van belang zijnde pensioenkwesties die het Bpf MITT raken. Dit betreft het zgn. fiscale Witteveen-kader en het nieuwe FTK (nieuwe pensioencontract per 1-12015). Samenhangend met de afspraken over de nieuwe pensioenregeling van Bpf MITT hebben CAO-partijen ook afspraken gemaakt over de overgangsregeling extra pensioeninkoop, neergelegd in de Overeenkomst tot uitvoering van de RAM-regeling en de VPL-regeling op basis van de CAO RAP MITT en in bijlage A van het pensioenreglement van Bpf MITT. Pensioenregeling Bpf MITT Partijen hebben de onderstaande uitgangspunten voor de nieuwe pensioenregeling van Bpf MITT vastgesteld, die per 1-1-2015 gaat gelden. Deze zijn de volgende:. De pensioenrichtleeftijd gaat per 1-1-2015 van 65 jaar naar 67 jaar; het blijft mogelijk om eerder met pensioen te gaan, bijv. op de AOW-gerechtigde leeftijd, waarbij dan de pensioenaanspraken actuarieel neutraal worden omgezet. De op 31-12-2014 opgebouwde pensioenaanspraken van actieven en slapers worden actuarieel neutraal geconverteerd naar pensioenaanspraken bij een pensioenrichtleeftijd van 67 jaar. Het pensioengevend salaris wordt per 1-1-2015 gemaximeerd op €100.000 en ven/olgens conform de wettelijke regeling geïndexeerd. In verband met deze maximering van de pensioenopbouw wordt de individuele werkgever verplicht zijn werknemers met een salaris boven €100.000 een verzekering voor het nabestaandenpensioen tot ten hoogste het huidiee-niveauivan het maximum pensioengevend salaris (2014: €158.574) aan te b i e d e M m f f e J -
De pensioenpremie voor Bpf MITT wordt per 1 -1 -2015 vastgesteld W f & m È l Z A ^ i k van de pensioengrondslag. De premieverdeling is 2/3 werkgever - W e r & l r *
17 juwi ?ntfi Stichting Vakraad MITT Jaarrekening 2014
8
(iiiödeUi^tikkidy heeft. ,EMam^|Vj)orNdentificatjedoeleinden: V.ïfRMGV'Secountants N.V.
Het pensioen is een zgn. middelloonpensioen (uitkeringsovereenkomst); het ambitieniveau van de pensioenregeling wordt nader vastgesteld door CAO-partijen. Eveneens worden de hoogte van de franchise, de hoogte van het opbouwpercentage en het toeslagbeleid per 1-1-2015 nader door CAO-partijen vastgesteld. Overgangsregelingen VPL pensioeninkoop CAO RAP MITT/ RAM-reaelino De op basis van de CAO RAP MITT getroffen zgn. VPL-regeling, die voorziet in een voonwaardelijke overgangsregeling extra pensioeninkoop voor werknemers die op en na 1-1-2006 onafgebroken deelnemer zijn geweest aan de verplichtgestelde pensioenregeling van Bpf MITT, komt per 1-1-2015 te vervallen. In verband hiermee wordt de op 31-12-2014 voonwaardelijke VPL-toezegging op dat tijdstip voor de deelnemers die daartoe gerechtigd zijn omgezet in onvoonwaardelijke pensioenaanspraken (d.w.z. de voonwaardelijkheid zoals genoemd van bijlage A van het pensioenreglement is niet meer van toepassing). Daarbij wordt een leeftijdsstaffel beoogd op basis waarvan bij een pensioenrichtleeftijd van 67 jaar de onvoonwaardelijke aanspraak varieert van 95% (voor geboortejaar 1950) en rechtevenredig afneemt tot 47% (voor geboortejaren 1956-1982) van de voorwaardelijke VPL-toezegging. De bij Bpf MITT aanwezige bestemmingsresen/e RAM wordt gebruikt voor de financiering van deze omzetting. Hiermee komt ook de tijdelijke (t/m 2020) RAM-premie te ven/allen: 2,1% (textiel-tapijt + mode-interieur vanaf 2006), resp. 0,9% (mode-interieur voor 2006) van het salaris (1/3 werknemer - 2/3 werkgever). Tevens komt de zgn. bestemmingsresen/e SUC te vervallen, waaruit de korting op de premie voor de groep mode-interieur voor 2006 wordt gefinancierd. Over de aanwending van de per 1-1-2015 vrijvallende tijdelijke RAM-premie en de bestemmingsresen/e SUC dienen CAO-partijen nog nadere afspraken te maken. Dit zal worden betrokken bij de onderhandelingen over de arbeidsvoonwaarden CAO MITT 2014 e.v., die nog niet tot resultaten hebben geleid. De openstaande punten en definitieve staffel in het kader van de overgangsregeling VPL-inkoop zijn bij de onderhandelingen over de CAO MITT 2014 e.v. verder besproken. Deze onderhandelingen waren aan het eind van het verslagjaar nog gaande. In het CAO-akkoord van 24 maart 2015 zijn hierover definitieve afspraken gemaakt. 3.4. Overige CAO-zaken 3.4.1. Technische knelpunten CAO MITT De bereikte resultaten van een werkgroep die een aantal technische knelpunten nader heeft geïnventariseerd en besproken zijn aangeboden aan CAO-partijen om deze te betrekken bij de onderhandelingen over de CAO MITT 2014 e.v. De werkgroep heeft niet alle knelpunten tot een oplossing kunnen brengen. 3.4.2. Aanpak Wajong-plaatsingen In 2014 is geen aanvang gemaakt met de uitvoering van deze CAO-afspraak, gericht op een concrete sectoraanpak. Dit ondenwerp maak deel uit van de onderhandelingen over de CAO MITT 2014 e.v. 4. MODINT Rl&E en MODINT Arbocatalogus Sinds eind 2013 is voor de branche het wettelijk instrumentarium GOmpfetrtWaaaete, uit een Rl&E en een Arbocatalogus voor mode- en interieurbedrij^^én erT e e ^ een Arbocatalogus voor textiel-en tapijtbedrijven. ^ ^ jy^j «^|^ Stichting Vakraad MITT Jaarrekening 2014
9
^
(med|;betr^king heeft. P^ra^froör identificatiedoeleinden: KRMh ftéefountants N.V.
De erkenning van de Arbocatalogus MITT (mode-interieur en textiel-tapijt) is verlengd tot 1 januari 2016. Het RI&E-instrumenten voor textiel-tapijt heeft een geldigheidsduur van 3 jaar tot 1 november 2016. Het RI&E-instrument voor mode-interieur is van kracht vanaf 2011 en heeft opnieuw het zgn. groene erkenningsicoontje ontvangen op 29 juli 2014 vooreen periode van 3 jaar en heeft derhalve een geldigheidsduur tot 29 juli 2017. Jaarlijks komt een "onderhoudscommissie" bijeen om ontwikkelingen van belang voor de MITT Rl&E en de Arbocatalogus te bespreken en de eventueel hieruit voortvloeiende aanpassingen in de instrumenten. Dit jaarlijks overleg heeft plaatsgevonden op 17 november 2014. In dit overleg heeft de vertegenwoordiger namens vakbonden opgemerkt dat er geen officiële hertoetsing heeft plaatsgevonden van de Arbocatalogus textiel-tapijt. De basisteksten van een aantal risico's zijn van 2009, met dien verstande dat er tussentijds wel wijzigingen / aanvullingen zijn aangebracht en er nadien extra risico's zijn toegevoegd. Verder is men van oordeel dat de Arbocatalogus erg veel tekst bevat en daarmee weinig uitnodigend is om er mee aan de slag te gaan. Men pleit voor meer visualisaties. De onderhoudscommissie beveelt dan ook de Vakraad MITT aan om de Arbocatalogus Textiel-Tapijt, respectievelijk Mode-Interieur, eens kritisch door te laten lopen door deskundigen en voorstellen te laten doen voor het uitnodigender maken van de Arbocatalogus. De Vakraad MITT heeft hiermee in de december-vergadering ingestemd. 5. PR- en Imagocampagne WMJE en voorlichting en informatie Vakraad MITT In het kader van de CAO MITT 2012-2014 is afgesproken dat CAO-partijen zullen voortgaan met de promotie van het werken en leren in de MITT-branche, door vooriichting en samenwerking met ondenwijs en andere partijen. In 2013 is besloten tot een (nieuwe) jongerencampagne en daan/oor een nieuwe, alleen op jongeren gerichte, website te ontwikkelen. Begin 2014 is deze nieuwe website'WMJE (www.watmaakjijervan.nl) gelanceerd. Medio maart 2014 zijn de bedrijven over de nieuwe jongerencampagne met inspiratielabels geinformeerd en ook over de nieuwe website. Tevens is er een nieuwe stand, in de vorm van een catwalk, ontwikkeld die ingezet kan worden op beurzen of door bedrijven op bijvoorbeeld "open bedrijfsdagen. Bedrijven zijn gevraagd actief te participeren in de campagne door innovatieve producten en weetjes aan te dragen voor de te ontwikkelen productlabels en de website. Ook zijn de MBO- en HBO-opleidingsinstituten voor Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textiel geïnformeerd over de nieuwe "Wat maak jij en/an"-campagne en dat zij de Catwalk-stand bij "open dagen" kunnen inzetten. Ook aan hen is gevraagd om innovatieve producten of leuke weetjes voor jongeren op te geven. Het ven/olg van de jongerencampagne, waartoe in december 2013 de Vakraad MITT voor een periode van 2 jaar het groene licht gegeven heeft, is ingebracht in het Sectorplan MITT dat uitgevoerd wordt onder verantwoordelijkheid van SO MITT. De jongerencampagne zal door de PR- en communicatiecommissie ten behoeve van SO MITT verder worden uitgewerkt in samenwerking met bureau Keesie. De bedoeling is jongeren enthousiast te maken voor een camère in de branche met behulp van de nieuwe "Wat maak jij en/an"-campagne e n G I ^ B S , waarbij innovatieve producten centraal staan. De bedoeling is v e ^ O T ^ ^ D f o d u e t e n te verbinden met opleidingen en beroepen die hier bij passen. De V a k r ^ c W T T periodiek geïnformeerd over de voortgang. Troffument waarop ons rapport d.d.
^ 7 JUN! ?0f5 Stichting Vakraad MITT Jaarrekening 2014
TÖ
(mcdojjbctrckkiiiy lmnft.— ^tW^j^^^f'^'t^atiedoeleinden: (KPf«!Q.^ountants N.V.
Daarnaast was in 2013 besloten tot een afzonderiijke informatieve website gericht op werkgevers en werknemers in de sector met voor hen relevante informatie, zoals over de CAO, scholing, arbeidsongeschiktheid, arbeidsomstandigheden en inzetbaarheid, en tot slot informatie over de bedrijfstakorganisaties. In de verslagperiode is hard gewerkt aan.deze nieuwe website. Deze is op 5 juni 2014 bekend gemaakt aan de bedrijven en is te vinden onder www.vakraadmitt.nl. Tegelijkertijd werd ook de digitale Scholingswinkel MITT op de website geïntroduceerd. Deze is nieuw en speciaal voor de sector samengesteld en ontsluit een groot aantal instituten met hun cursussen, opleidingen en trainingen voor werkgevers en werknemers. Bedrijven en werknemers kunnen op deze wijze gemakkelijk de juiste scholing of opleiding vinden. De ontwikkeling van deze scholingswinkel was een speciaal project binnen het SO MITT-project op het gebeid van duurzame inzetbaarheid. 6. Scholing en opleiding 6.1. Borging vaktechniek bij modebedrijven Dit project komt voort uit het grootschalige arbeidsmarkt- en scholings- en loopbaanonderzoek in de MITT-branche uit 2011 en de daarop volgende paneldiscussies in 2012 en de door KCH HCM is in samenwerking met MODINT Academy in 2013 uitgevoerde "Inventarisatie vaktechnische knelpunten bij modebedrijven". Daarbij is gefocust op vaktechniek. De Vakraad MITT heeft op basis hiervan aan KCH HCM gevraagd voorstellen voor de borging van vaktechnische kennis en vaardigheden bij modebedrijven uit te werken. In december 2013 is de Vakraad MITT akkoord gegaan met het plan van aanpak hiervoor. Het project is ingebracht in het Sectorplan MITT dat uitgevoerd wordt onder verantwoordelijkheid van SO MITT. De Vakraad MITT is periodiek op de hoogte gehouden van de voortgang van het project. 6.2. Leermiddelenontwikkeling Textiel en Tapijt Periodiek is in de Vakraad MITT gerapporteerd over de voortgang van het project en de samenwerking met COBOT in België. Daarbij vindt uitwisseling van lesmateriaal plaats voor het e-learningsysteem. 6.3. Fashion Council NL In de december-vergadering wordt het eerste jaarverslag - oktober 2013 / oktober 2014 - toegelicht. Aan het werkplan voor 2015 wordt de laatste hand gelegd. 6.4. Meesteropleiding Coupeur In dit verslagjaar wordt verantwoording afgelegd voor de bestede financiële bijdragen voor aanloopkosten van Meesteropleiding Coupeur. Het ontwikkeltraject van het lesmateriaal is nog gaande en is helaas in 2014 nog niet volledig afgerond. De initiële bijdrage voor ontwikkeling van leermiddelen, almede de aanvullende bijdrage voor een periode van 3 jaar, startend in 2012, voor de verdere ontwikkeling van de Meesteropleiding Coupeur zijn ten volle benut. In het jaarverslag over 2015 zal verantwoording worden afgelegd over de bestede financiële bijdragen voor het lesmateriaal. Periodiek wordt gerapporteerd over de opleidingsactiviteiten en de ontwikkeling van de leeriingenaantallen en financiële situatie. In de december-vergadering is op basis van het meerjarenbeleidsplanl2l0lMï2iOij(Siieen aanvullende financiële bijdrage toegezegd voor 2015 en 2016. Men w\Pkm)@ndt&iai;ems rapport d.d. vooral inzetten op verbetering van de kwaliteit van het ondenwijs, mede door het upgraden van het curriculum en het verder professionaliseren van de i J e l n ö M t ^ J S ^^^^^^^^
Stichting Vakraad MITT Jaarrekening2014
ïl
(med&j-l^etrekking heeft.
'^'"'"^'t^atiedoeleinden: ^^^^ccounXants N.V.
6.5. SBB Sectorkamer Handel - marktsegment MITT Per 1 augustus 2015 worden de taken van de huidige kenniscentra, dus ook van Kenniscentrum Handel (KCH), overgeheveld naar SBB (stichting Samenwerking Beroepsondenwijs Bedrijfsleven), waarin het middelbaar beroepsondenwijs (mbo) en het georganiseerd bedrijfsleven samenwerken aan een doelmatig opleidingsaanbod. In acht sectorkamers maken vertegenwoordigers uit het beroepsondenwijs en bedrijfsleven op landelijk en sectoraal niveau afspraken over de uitvoering van de wettelijke taken van SBB. Die taken zijn: ontwikkelen en onderhouden van de kwalificatiestructuur, zorgen voor voldoende en kwalitatief goede leerbedrijven en het ontwikkelen van arbeidsmarkt-, bpv- en doelmatigheidsinformatie. Met als gezamenlijk doel: het opleiden van voldoende deskundige vakmensen in het mbo. Een van die sectorkamers is de Sectorkamer Handel. Op 27 november 2014 heeft de oprichtingsvergadering plaatsgevonden van deze sectorkamer. Binnen de Sectorkamer Handel maken ondenwijs en bedrijfsleven voor de sector handel (Retail, Groothandel / Internationale handel en MITT) afspraken over de thema's kwalificeren en examineren, beroepspraktijkvorming en doelmatigheid. Marksegmenten vormen de onderstructuur ' van de sectorkamer. Sectorkamers bepalen zelf welke marktsegmenten er komen. Sectorkamer Handel heeft gekozen voor o.a. een eigen marktsegment voor MITT. Marktsegmenten voeden de sectorkamers met relevante informatie en ontwikkelingen die belangrijk zijn voor dat specifieke marktsegment. Dit is dus vergelijkbaar met de kwalificatiecommissies zoals KCH die kent / kende. In het marktsegment participeren vakbonden en werkgevers. 7. Sectorplan MITT in kader Sociaal Akkoord De Vakraad MITT heeft in december 2013 SO MITT gevraagd het Sectorplan MITT op basis van de door de Vakraad MITT in samenwerking met bedrijven uit de branche getroffen voorbereidingen uit te werken, voor cofinanciering in te dienen en verder onder haar verantwoordelijkheid dit sectorplan uit te voeren, in samenwerking met de bedrijven en betrokken instanties. Eind december 2013 heeft SO MITT het Sectorplan MITT ingediend en cofinanciering aangevraagd bij het Agentschap SZW. In het verslagjaar is de Vakraad MITT op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen en is nauw betrokken geweest bij beantwoording van vragen door het Agentschap, het indienen van het bezwaarschrift tegen de afwijzing van cofinanciering voor een zeer belangrijk deel van het sectorplan. 8. Diversen 8.1. ROS-subsidieregeling mode-interieur Deze opleidingssubsidieregeling geldt alleen voor bedrijven die vallen onder de sector mode-interieur. In de vergaderingen van het bestuur werden de door de bedrijven uitgevoerde scholings- / opleidingsprogramma's, waan/oor een beroep op de ROS werd gedaan, besproken. In totaal werden in 2014 voor 16 (2013: 23) opleidingen / cursussen ROSaanvragen door 4 (2013: 11) verschillende bedrijven en 1 particulier ingediend. Er werd uiteindelijk ROS-subsidie voor 11 (2013: 22) opleidingen / cursussen toegekend; 3 (2013: 2) aanvragen werden afgewezen en 1 aanvraag is ingetrokken. Er is nog 1 aanvraag in behandeling. In totaal werd voor opleiding en scholing aan 16 (2013: 50) werknemers ROS-subsidie toegekend. ~ 8.2. RUN onderzoek "The Construction of Dutch identity of a branÖFfófüêsiöhers and consumer" & "The Dutch Fashion Industry in a globalised marS'êf"r'ent waarop ons rapport d.d. Dit onderzoek is nog niet afgerond. Door tussentijdse presentaties vart studenten van hun bevindingen worden reeds elementen van het onderzoek naar buiterf^öfUlhKÖïS (n^edelbetrekking heeft.
Stichting Vakraad MITT Jaarrekening 2014
Ï2
~
f K ^ ^ T '^cntificaliydoeleinden: yKPM@/!\ccouritants N.V.
9. Begroting Ingevolge Richtlijn 640, lid 204, inzake de verslaglegging van organisaties zonder winststreven, dient de Vakraad MITT de begrotingscijfers in de staat van baten en lasten op te nemen. Van deze verplichting wordt een stichting ontslagen indien de begroting slechts in beperkte mate als sturingsmiddel wordt gehanteerd. Dit laatste is voor de Vakraad MITT het geval. 10. Financiële verantwoording In de juni-vergadering zijn het jaarverslag en het financiële verslag van de Vakraad MITT over 2013, voorzien van een controleverklaring, goedgekeurd en vastgesteld. In de december-vergadering zijn de venwachte realisatie 2014, en de begroting voor 2015, van de Vakraad MITT besproken en werd de begroting 2015 vastgesteld. In dit verband wordt verder venwezen naar het in de toelichting op de rekening van baten en lasten opgenomen overzicht bestedingsdoelen / activiteiten Vakraad MITT. 11. Gebeurtenissen na balansdatum Na balansdatum hebben zich geen gebeurtenissen voorgedaan met belangrijke financiële gevolgen voor de Stichting. 12. Slotwoord Het bestuur dankt iedereen die zich op een of andere wijze voor de Vakraad voor de Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie heeft ingespannen. Zeist 11 juni 2015 G.A.J. Lamers Werkgeversvoorzitter
J. Plat Werknemersvoorzitter
KPMG Audit Document waarop ons rapport d.d.
^ 7 iüNI ?015 Stichting Vakraad MITT JaarreLing2014
Ï3
(medêTb^rekking heeft. '^'^'"''''^^"^^^f ^^"den: KM^^ocouniar^Xs N.V.
JAARREKENING 2014
KPMG A u d i t Document waarop ons rapport d.d.
^ 7 m\ ms Stichting Vakraad MITT Jaarrekening 2014
14
(mede) betrekking heeft. li^ox^r identificatiedoeleinden: töi^ccountants N.V.
stichting Vakraad Mode Interieur Tapijt & Textielindustrie Balans per 31 december 2014 (na bestemming saldo) (bedragen in €)
2014
2013
231.448
296.434
2.388
10.969
233.836
307.403
O
O
Kortlopende schulden
233.836
307.403
Totaal
233.836
307.403
Activa Overige vorderingen Liguide middelen Totaal
Passiva Eigen vermogen
KPMG Audit Document waarop ons rapport d.d.
7 IUNI Stichting Vakraad MITT Jaarrekening 2014
15
(med6)..betrekking heett. -f^Bst.v^or identificatiedoeleinden: vKl^dfAccountants N.V.
Sfaaf van Baten en Lasten over 2014 (bedragen
in€)
2014
2013
397.999
519.108
397.999
519.108
203.887 176.730 17.382
159.891 336.162 23.055
397.999
519.108
Baten Bijdrage Sociaal Fonds MITT
Lasten Secretariaatsvoering Projecten en subsidies Andere Lasten
Resultaat
KPMG Audit Document waarop ons rapport d.d.
17 m\ ms Stichting Vakraad MITT Jaarrekening 2014
16
(mede) betrekking heeft. Paraaf'vSar idemificatiedoeleinden: countants N.V.
Waarderingsgrondslagen en grondslagen voor de resultaatbepaling Algemene toelichting Doel Het doel van de Stichting bestaat overeenkomstig de bepalingen van de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor de Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie, de statuten en het reglement uit het financieren en subsidiëren van activiteiten die gericht zijn op het in sociaal opzicht optimaal functioneren van de Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie. Grondslagen van waardering, resultaatbepaling en resultaatbestemming Algemene grondslagen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met Richtlijn voor de jaan/erslaggeving 640 'Organisaties zonder winststreven'. Continuïteit Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderiiggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Vergelijking met voorgaand jaar De grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn, voor zover niet anders vermeld, ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. Waarderingsgrondslagen Voor zover niet anders is vermeld zijn de activa en passiva gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde in dit gevai de nominale waarde. Vorderingen en schulden Deze posten omvatten: handels- en overige vorderingen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. Vorderingen en schulden worden bij de eerste opname venwerkt tegen reële waarde. Grondslagen van resultaatbepaling De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Algemeen geldt dat bij het opmaken van de jaarrekening nog niet alle gegevens definitief zijn vastgesteld. De effecten hiervan worden dan in het volgende jaar verantwoord.
KPMG Audit Document waarop ons rapport d.d.
1 7 JUH! 7015 Stichting Vakraad MITT Jaarrekening2014
17
(medel betrekking heeft. .pa^fsvïiflr identificatiedoeleinden: WM^y^ccountants N.V.
Toelichting op de Balans per 31 december 2014
2013
2014 Activa Overige vorderingen Rekening Courant Sociaal Fonds MITT Doorberekening SAVAMITT* Overige vorderingen
247.353 49.081 21.533
171.010 38.906 21.532 231.448
296.434
2.388
10.969
233.836
328.936
0
0
158.303 75.533
249.614 79.322
233.836
328.936
Liguide middelen ABN AMRO bank N.V.
Passiva Eigen vermogen Kortlopende schulden Projecten en subsidies Overige schulden
* Betreft facilitering betaling kosten voor rekening van SAVAMITT. Met ingang van 2013 is dit niet meer in de exploitatie opgenomen. Onder de liquide middelen worden opgenomen tegoeden op bank-rekeningen, die direct opeisbaar zijn. Alle vorderingen hebben een looptijd korter dan één jaar. Alle schulden hebben een looptijd korter dan één jaar. Het eigen vermogen van de Stichting Vakraad voor de jr-, Tapijt- en Textielindustrie is €0,00. De stichting ontvangt jaariijks een^^g^v^[p?|/tóS^iQlarttng Sociaal Fonds voor de Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie, \i\tdii(i&i§e\ij\fiisr(S(Bm\s rapport d.d. de gemaakte kosten.
1 7 JUNI 7015 Stichting Vakraad MITT Jaarrekening 2014
18
(mede) belibkking heeft. RafqaAioor identificatiedoeleinden: 'ld™k^Accountants N.V.
Toelichting op de staat van Baten en Lasten over 2014
2014
2013
397.999
519.108
397.999
519.108
203.887
159.891
176.730
336.162
Baten Bijdragen Sociaal Fonds MITT
Lasten Secretariaatsvoering Vakraad MITT Projecten en subsidies Uitgaven overeenkomstig statutaire bestedingsdoelen (zie volgende pagina) Andere Lasten Vooriichting/informatie Bestuurskosten Accountantskosten Overige kosten
8.404 3.364 5.614
13.208 2.844 7.003 17.382
23.055
397.999
519.108
Onder de bestuurskosten is een bedrag van € 6.160 aan vacatie-gelden verantwoord (2013: € 10.395).
KPMG Audit Document waarop ons rapport d.d.
1 7 JUNi 7015 Stichting Vakraad MITT Jaarrekening 2014
19
(mede) betrekking heeft. RaFaaTv&pr identificatiedoeleinden: ^^WGmccountants N.V.
Toelichting uitgaven overeenkomstig bestedingsdoelen Bestedingsdoelen/activiteiten omschrijving lasten Vakraad MITT 2014 verslagjaar
begroting lasten I verslagjaar verslagjaar
Artikel 3, lid 2, statuten Vakraad MITT Art. 3, lid 2, onder b, statuten als • Arbocatalogus & Rl&E uitvoerend orgaan op te treden op het terrein van de arbeidsverhoudingen, de arbeidsomstandigheden en vakopleidingen in de bedrijfstak, alsmede de taken te verrichten die bij de voor de bedrijfstak geldende CAO aan de Vakraad zijn opgedragen en die activiteiten te verrichten die nodig zijn om een juiste naleving van de CAO in de bedrijfstak te bewerkstelligen; Art. 3, lid 2, onder g, statuten het aanvragen van of bemiddeling verlenen bij de verkrijging van subsidies of andere financiële middelen en het verstrekken van financiële bijdragen in verband met publicitaire doeleinden voor de bedrijfstak, in relatie tot de arbeidsvoonwaarden en omstandigheden, om het positieve imago van de bedrijfstak te handhaven I ofte verbeteren: Art, 3 lid 2, onder k, statuten het • Meesteropleiding bevorderen, opzetten en doen I coupeurs organiseren van opleidingen eniof RUN Dutch Identity** cursussen met inbegrip van projecten • Leermiddelenontwikkebetrekking hebbende op de vakopleidingen, andere scholing en/of [ ling textielindustrie** • Sectorplan MITT employability gericht op de arbeidsverhoudingen in de mode-, I - PR Scholing interieur-, tapijt- en textielindustrie ten behoeve van werknemers alsmede KCH Vaktechniek mode werkgevers in de bedrijfstak; I - BCP's Fuwa-onderzoek
110.000
3:054
28.547 3.2471 71.5041
90.7441
30.000
30.000
Fashion Council MODINT Academy Art 3 lid 2, onder I, statuten het ROS subsidies verstrekken van bijdragen ter bestrijding Loopbaanadvies, EVC, van, of tegemoetkoming, in de POP gemaakte kosten voor opleiding, ondenwijs, vorming en her-, om- en bijscholing: Totaal uitgaven overeenkomstig statutaire bestedingsdoelen
227.000
538.504
KPMG Betreft subsidietoezegging ten laste van verslagjaar 2010; subsidieveranW96Wnf I nlfn I f o " ! nog geen verantwoording ontvangen.
Stichting Vakraad MITT Jaarrekening 2014
"'^t afgerond; in het
20
21.1381
176.7301 udit ij^gf ons rarfport d.d.
^[j|(d^||'ve
(mede) betfëkkihg heeft. ;_PMJ;i^ï[vDi^ idemificatiedoeleinden: "ccountants N.V.
OVERIGE GEGEVENS BESTEMMING RESULTAAT Het resultaat van de Stichting Vakraad voor de Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie is €0,00. Dit resultaat heeft verder geen gevolgen voor het eigen vermogen (in 2014 €0,00). GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM Na balansdatum hebben zich geen gebeurtenissen voorgedaan met belangrijke financiële gevolgen voor de Stichting. CONTROLEVERKLARING
Zeist, 11 juni 2015
KPMG Audit Document waarop ons rapport d.d.
1 7 JUNI 7015 Stichting Vakraad MITT Jaarrekening 2014
21
~
(mede)4}etrekking heeft. 1, KËJf^C^^-^efcountants N. V. ooKidentificatiedoeleinden: