STICHTING PENSIOENFONDS FORBO PENSIOENSPAARREGLEMENT FORBO FLOORING B.V. laatste aanpassing 31-12-2009
Pensioenspaarreglement Forbo Flooring Inhoudsopgave Artikel 1
Begripsomschrijvingen
3
Artikel 2
Doel van de regeling
4
Artikel 3
Deelnemerschap
5
Artikel 4
Beleggingsrekeningen
6
Artikel 5
Stortingen
7
Artikel 6
Beleggingsmogelijkheden en kosten
8
Artikel 7
Aanwending van pensioenspaarkapitaal op de ingangsdatum van de pensioensoorten 10
Artikel 8
Tussentijdse beëindiging van het deelnemerschap
11
Artikel 9
Overlijden van de (gewezen) deelnemer
12
Artikel 10
Beëindiging, huwelijk of gemeenschappelijke huishouding
13
Artikel 11
Flexibele pensioendatum
14
Artikel 12
Informatieverplichtingen
15
Artikel 13
Herziening of beëindiging van de pensioenspaarregeling
16
Artikel 14
Fiscale bepalingen
17
Artikel 15
Afkoopverbod
18
Artikel 16
Onvoorziene gevallen
19
Artikel 17
Overgangsbepalingen
20
Artikel 18
Inwerkingtreding
21
STICHTING PENSIOENFONDS FORBO VOERT DE PENSIOENREGELINGEN UIT VOOR DE (OUD)WERKNEMERS EN GEPENSIONEERDEN VAN FORBO FLOORING B.V., FORBO-NOVILON B.V. EN FORBO EUROCOL B.V.
2
Pensioenspaarreglement Forbo Flooring Artikel 1
Begripsomschrijvingen
1. In dit pensioenspaarreglement worden dezelfde begrippen gehanteerd als de begrippen in de statuten en het basisreglement van het pensioenfonds, tenzij anders wordt aangegeven. 2. In dit pensioenspaarreglement wordt verstaan onder: a.
‘belanghebbende’ degene die aan dit pensioenspaarreglement aanspraak op pensioen kan ontlenen;
b.
‘deelnemer’ de deelnemer, die conform artikel 3 deelneemt aan dit pensioenspaarreglement;
c.
‘gewezen deelnemer’ de werknemer die deelnemer is geweest, doch wiens deelnemerschap voor de pensioendatum is beëindigd anders dan door overlijden en van wie de beleggingsrekening premievrij wordt voortgezet;
d.
‘pensioenfonds’ Stichting Pensioenfonds Forbo;
e.
‘pensioenreglement’ het pensioenreglement van het pensioenfonds;
f.
‘pensioenspaarkapitaal’ pensioenspaarkapita(a)l(en);
g.
‘vermogensbeheerder’ ABN Amro Bank N.V. (afdeling Pension Services);
h.
‘werkgever’ Forbo Flooring B.V.;
i.
‘werknemer’ degene die krachtens arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht arbeid verricht voor de werkgever.
STICHTING PENSIOENFONDS FORBO VOERT DE PENSIOENREGELINGEN UIT VOOR DE (OUD)WERKNEMERS EN GEPENSIONEERDEN VAN FORBO FLOORING B.V., FORBO-NOVILON B.V. EN FORBO EUROCOL B.V.
3
Pensioenspaarreglement Forbo Flooring Artikel 2
Doel van de regeling
De onderhavige regeling heeft ten doel de deelnemer in staat te stellen om te sparen voor extra en/of eerder ingaand levenslang ouderdoms- en nabestaandenpensioen.
STICHTING PENSIOENFONDS FORBO VOERT DE PENSIOENREGELINGEN UIT VOOR DE (OUD)WERKNEMERS EN GEPENSIONEERDEN VAN FORBO FLOORING B.V., FORBO-NOVILON B.V. EN FORBO EUROCOL B.V.
4
Pensioenspaarreglement Forbo Flooring Artikel 3
Deelnemerschap
1. Deelnemer aan dit pensioenspaarreglement is: de deelnemer in de zin van artikel 2 van het basisreglement; en die is geboren op of na 1 januari 1946, en die op 31 december 2000 in dienst is van de werkgever. 2. Het deelnemerschap eindigt: a.
bij overlijden van de deelnemer;
b.
bij het bereiken van de eerste van de maand waarin de deelnemer uit hoofde van het pensioenreglement een levenslang ouderdomspensioen zal ontvangen;
c.
bij ontslag van de deelnemer uit dienst van de werkgever vóór de datum als bedoeld onder sub b.
3. Vanaf 1 januari 2006 is het deelnemerschap dit pensioenspaarreglement geëindigd voor alle bestaande deelnemers geboren na 31 december 1949. Nieuwe stortingen als bedoeld in artikel 5 zijn vanaf voornoemde datum niet meer mogelijk. Nieuwe toetreding tot dit pensioenspaarreglement is eveneens niet mogelijk.
STICHTING PENSIOENFONDS FORBO VOERT DE PENSIOENREGELINGEN UIT VOOR DE (OUD)WERKNEMERS EN GEPENSIONEERDEN VAN FORBO FLOORING B.V., FORBO-NOVILON B.V. EN FORBO EUROCOL B.V.
5
Pensioenspaarreglement Forbo Flooring
Artikel 4
Beleggingsrekeningen
1. Het pensioenfonds opent voor de deelnemer een of meer individuele beleggingsrekening(en) op naam van de deelnemer bij de vermogensbeheerder. 2. De enige verplichtingen van het pensioenfonds jegens de deelnemers bestaat uit de verplichtingen zoals omschreven in dit pensioenspaarreglement en het openen en in stand houden van de beleggingsrekeningen volgens het in dit pensioenspaarreglement bepaalde. Indien het pensioenfonds aan al haar verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst met de vermogensbeheerder en de verplichtingen zoals omschreven in dit pensioenspaarreglement heeft voldaan, is het pensioenfonds terzake dit pensioenspaarreglement van alle verplichtingen ontheven jegens de belanghebbenden. 3. Ten aanzien van de beleggingsrekening en de beleggingsfondsen zijn de geldende beleggingsvoorwaarden van toepassing. Deze wordt door het pensioenfonds desgevraagd ter inzage verstrekt. Alle mededelingen, die het pensioenfonds in verband met de beleggingsrekeningen aan de vermogensbeheerder doet, mogen door de vermogensbeheerder als juist worden aanvaard.
STICHTING PENSIOENFONDS FORBO VOERT DE PENSIOENREGELINGEN UIT VOOR DE (OUD)WERKNEMERS EN GEPENSIONEERDEN VAN FORBO FLOORING B.V., FORBO-NOVILON B.V. EN FORBO EUROCOL B.V.
6
Pensioenspaarreglement Forbo Flooring Artikel 5
Stortingen
1. Voor de deelnemer wordt jaarlijks door de werkgever op de in artikel 4 lid 1 bedoelde beleggingsrekening(en) een storting gedaan ter grootte van 2,5% van het jaarsalaris. Het jaarsalaris is gelijk aan 14 maal het overeengekomen vaste bruto maandsalaris, exclusief de toeslag van 2,5% voor de in dit pensioenspaarreglement opgenomen regeling. 2. De (gewezen) deelnemer belegt de stortingen in beleggingsfondsen van de vermogensbeheerder overeenkomstig het bepaalde in artikel 6. 3. Met de storting wordt een pensioenspaarkapitaal opgebouwd voor een extra ouderdomspensioen vanaf de pensioendatum in combinatie met direct ingaand bijbehorend nabestaandenpensioen. 4. De storting als bedoeld in lid 1 wordt aan de hand van de onderstaande tabel verdeeld over de beleggingsrekening(en) waarmee pensioenspaarkapitaal wordt opgebouwd. De verdeling van de storting wordt uitgedrukt in een percentage van het jaarsalaris. De verdeling van de storting en de leeftijd van de deelnemer worden per 1 januari van het betreffende jaar vastgesteld, naar beneden afgerond op hele jaren. Beginleeftijd
Eindleeftijd
% voor prepensioen
% voor ouderdomsen nabestaandenpensioen
Totaal %
22
26
1,3%
1,2%
2,5%
27
31
1,6%
0,9%
2,5%
32
36
2,0%
0,5%
2,5%
37
41
2,5%
0,0%
2,5%
42
46
2,5%
0,0%
2,5%
47
51
2,5%
0,0%
2,5%
52
56
2,5%
0,0%
2,5%
57
59
2,5%
0,0%
2,5%
5. De storting wordt door de werkgever in evenveel gelijke termijnen als waarin het loon aan de werknemer wordt uitbetaald, afgedragen aan de vermogensbeheerder. Het pensioenfonds is niet aansprakelijk indien de werkgever een onjuiste storting op het salaris van de deelnemer heeft ingehouden dan wel een onjuiste storting aan de vermogensbeheerder heeft afgedragen. 6. Het rendement op de beleggingen komt geheel ten goede van de rekening van de (gewezen) deelnemer.
STICHTING PENSIOENFONDS FORBO VOERT DE PENSIOENREGELINGEN UIT VOOR DE (OUD)WERKNEMERS EN GEPENSIONEERDEN VAN FORBO FLOORING B.V., FORBO-NOVILON B.V. EN FORBO EUROCOL B.V.
7
Pensioenspaarreglement Forbo Flooring Artikel 6
Beleggingsmogelijkheden en kosten
1. De voor de beleggingsrekeningen beschikbaar gestelde stortingen zullen worden belegd in (een combinatie van) door de vermogensbeheerder gevoerde beleggingsfondsen te weten: Abn Amro Spaarplus Fonds en andere door de vermogensbeheerder aangeboden beleggingsfondsen. 2. Het pensioenfonds is verantwoordelijk voor de beleggingen. De (gewezen) deelnemer kan de verantwoordelijkheid voor de beleggingen overnemen door zelf een keuze te maken met betrekking tot de beleggingsfonds(en) waarin de (gewezen) deelnemer belegt of gaat beleggen en aan het pensioenfonds schriftelijk verklaart de verantwoordelijkheid voor de beleggingen op zich te nemen. Het pensioenfonds adviseert de (gewezen) deelnemer over de spreiding van de beleggingen in relatie tot de duur van de periode tot pensioendatum, waarbij het beleggingsrisico kleiner wordt naarmate de pensioendatum nadert. Het pensioenfonds onderzoekt ten minste een keer per jaar of de beleggingen van de (gewezen) deelnemer binnen de in dit lid gestelde grenzen bevindt en informeert de (gewezen) deelnemer hierover. 3. Indien de deelnemer op grond van het voorgaande lid schriftelijk heeft verklaard de verantwoordelijkheid van de beleggingen op zich te nemen, is het fonds is niet verantwoordelijk voor enige door de (gewezen) deelnemer gedane (wijziging van) beleggingskeuze, noch voor de gevolgen hiervan voor de hoogte van het pensioenkapitaal. Ingeval van toepassing van het bepaalde in dit lid, is de deelnemer is geheel vrij om de storting te beleggen in een naar eigen inzicht samengestelde combinatie van de in lid 1 bedoelde fondsen. De deelnemer deelt zijn keuze voor de aan de beleggingsrekening verbonden beleggingsfondsen schriftelijk aan de vermogensbeheerder mee. Een wijziging van de keuze kan telefonisch of door middel van een hiervoor bij de administrateur te verkrijgen formulier aan de vermogensbeheerder worden doorgegeven. Indien de deelnemer geen keuze maakt, vindt de belegging plaats in het ABN Amro Spaarplus Fonds. Aan de hand van de leeftijd van de deelnemer is een adviespakket beschikbaar ten behoeve van de te maken keuze in de beleggingsfondsen. 4. Ingeval van toepassing van het bepaalde in het tweede lid, heeft de (gewezen) deelnemer de mogelijkheid om ten aanzien van het reeds in één of meer fondsen belegde pensioenspaarkapitaal een wijziging aan te brengen in de eerder gemaakte keuze ten aanzien van de fondsencombinaties (switchen). Een switch geschiedt slechts na een daartoe ontvangen opdracht van de (gewezen) deelnemer, middels een door de vermogensbeheerder ter beschikking gesteld formulier. De kosten verbonden aan het switchen bedragen per keer 0,5% van de waarde van de participaties bij verkoop. Er worden geen aankoopkosten in rekening gebracht. Hiernaast heeft de deelnemer de mogelijkheid om zijn toekomstige premies in één of meer andere fondsen te beleggen (profielwijziging). Aan een profielwijziging zijn geen kosten verbonden. Een profielwijziging geschiedt slechts na een daartoe ontvangen opdracht van de (gewezen) deelnemer, middels een door de vermogensbeheerder ter beschikking gesteld formulier. Overgang naar een ander adviespakket op grond van de overschrijding van een STICHTING PENSIOENFONDS FORBO VOERT DE PENSIOENREGELINGEN UIT VOOR DE (OUD)WERKNEMERS EN GEPENSIONEERDEN VAN FORBO FLOORING B.V., FORBO-NOVILON B.V. EN FORBO EUROCOL B.V.
8
Pensioenspaarreglement Forbo Flooring leeftijdsgrens als bedoeld in de laatste alinea van lid 2 geschiedt eveneens slechts na een daartoe ontvangen opdracht van de deelnemer, middels een door de vermogensbeheerder ter beschikking gesteld formulier. Indien de keuze naar een ander adviespakket binnen een bepaalde periode wordt gemaakt, worden de opgebouwde pensioenspaarkapitalen éénmalig zonder switchkosten overgeheveld naar het andere door de deelnemer gekozen adviespakket. 5. De bedragen van de beleggingsrekeningen worden uitgedrukt in de eurowaarde van de participaties in de beleggingsfondsen. 6. De aan het storten verbonden aankoopkosten ad 0,5% worden verrekend met de waarde van de storting. 7. De kosten verbonden aan: de administratie van de verzekeringen; het switchen; de aan- en verkoop van de participaties; worden verrekend door middel van verkoop van participaties in de fondsen. 8. De in lid 6 bedoelde kosten worden vastgesteld conform de terzake tussen het pensioenfonds en de vermogensbeheerder overeengekomen tarieven.
STICHTING PENSIOENFONDS FORBO VOERT DE PENSIOENREGELINGEN UIT VOOR DE (OUD)WERKNEMERS EN GEPENSIONEERDEN VAN FORBO FLOORING B.V., FORBO-NOVILON B.V. EN FORBO EUROCOL B.V.
9
Pensioenspaarreglement Forbo Flooring Artikel 7
Aanwending van pensioenspaarkapitaal op de ingangsdatum van de pensioensoorten
1. Het opgebouwde pensioenspaarkapitaal als bedoeld in artikel 5 lid 3 onder a wordt voor de (gewezen) deelnemer bij het bereiken van de (vervroegde of uitgestelde) pensioendatum bij het pensioenfonds aangewend voor de aankoop van een ouderdomspensioen in combinatie met een nabestaandenpensioen. Het bepaalde in het pensioenreglement van het pensioenfonds is hierbij van toepassing. 2. De aanwending van het pensioenspaarkapitaal als bedoeld in lid 1 geschiedt bij het pensioenfonds op basis van de actuariële grondslagen en methoden zoals neergelegd in de actuariële en bedrijfstechnische nota van het pensioenfonds. De hoogte van de aan te kopen pensioensoorten is uitsluitend afhankelijk van de hoogte van het voor de aankoop van pensioenen aan te wenden pensioenkapitaal en de door het pensioenfonds te hanteren actuariële grondslagen en methoden zoals neergelegd in de actuariële en bedrijfstechnische nota. 3. Op de ingekochte pensioenen is het bepaalde in artikel 16 van het basisreglement van overeenkomstige toepassing.
STICHTING PENSIOENFONDS FORBO VOERT DE PENSIOENREGELINGEN UIT VOOR DE (OUD)WERKNEMERS EN GEPENSIONEERDEN VAN FORBO FLOORING B.V., FORBO-NOVILON B.V. EN FORBO EUROCOL B.V.
10
Pensioenspaarreglement Forbo Flooring Artikel 8
Tussentijdse beëindiging van het deelnemerschap
1. Indien het deelnemerschap anders dan door overlijden vóór de 60-jarige leeftijd eindigt, behoudt de gewezen deelnemer recht op de volgens de beleggingsrekening(en) voor het kapitaal bij leven aangekochte participaties in de beleggingsfondsen. Bij toepassing van het vorenstaande is uitgangspunt hetgeen voor de beleggingsrekening tot de beëindigingdatum is gefinancierd. 2. Voor het deel van het pensioenspaarkapitaal waarop de gewezen deelnemer recht behoudt, ontvangt hij een bewijs van aanspraken. 3. Bij tussentijdse beëindiging van het deelnemerschap heeft de gewezen deelnemer met inachtneming van de wettelijke of op de wet rustende bepalingen ter zake de keuze uit de volgende mogelijkheden: a.
Indien de gewezen deelnemer wordt opgenomen in de pensioenregeling van een andere werkgever, heeft hij het recht de waarde van het bij de werkgever verworven pensioenspaarkapitaal te laten overdragen aan een door de Pensioenwet toegelaten pensioenuitvoerder van die nieuwe werkgever. Hierbij worden de regels als bedoeld in artikelen 70 tot en met 92 van de Pensioenwet in acht genomen. Door de overdracht vervalt het uit hoofde van dit pensioenspaarreglement opgebouwde pensioenspaarkapitaal.
b.
Indien het hiervoor vermelde sub a. niet van toepassing is, wordt de beleggingsrekening premievrij voortgezet, waarbij rekening wordt gehouden met de kostenvergoedingen die nadien door de vermogensbeheerder in de waarde van de beleggingsrekening verwerkt wordt.
STICHTING PENSIOENFONDS FORBO VOERT DE PENSIOENREGELINGEN UIT VOOR DE (OUD)WERKNEMERS EN GEPENSIONEERDEN VAN FORBO FLOORING B.V., FORBO-NOVILON B.V. EN FORBO EUROCOL B.V.
11
Pensioenspaarreglement Forbo Flooring Artikel 9
Overlijden van de (gewezen) deelnemer
1. Indien de (gewezen) deelnemer overlijdt, wordt het pensioenspaarkapitaal als bedoeld in artikel 5 lid 3 a en b bij het pensioenfonds aangewend voor de aankoop van een direct ingaand nabestaanden- en wezenpensioen. Het bepaalde in artikel 7 lid 3 van dit pensioenspaarreglement en het bepaalde in het basispensioenreglement van het pensioenfonds ten aanzien van het nabestaandenen wezenpensioen is hierbij van overeenkomstige toepassing. De verhouding tussen het nabestaanden- en wezenpensioen is gelijk aan de verhouding tussen het nabestaanden- en wezenpensioen overeenkomstig het op de (gewezen) deelnemer van toepassing zijnde basispensioenreglement. Met betrekking tot het bovenstaande geldt dat de bedoelde pensioenen tezamen met de pensioenen van dezelfde soort uit hoofde van het basispensioenreglement nimmer meer zullen bedragen dan het in artikel 14 van dit pensioenspaarreglement aangegeven fiscale maximum. 2. Het gedeelte van het pensioenspaarkapitaal dat niet overeenkomstig lid 1 kan worden aangewend, vervalt aan het pensioenfonds. 3. Indien op het tijdstip van overlijden van de (gewezen) deelnemer geen nabestaande of wezen aanwezig zijn, vervalt het pensioenspaarkapitaal aan het pensioenfonds.
STICHTING PENSIOENFONDS FORBO VOERT DE PENSIOENREGELINGEN UIT VOOR DE (OUD)WERKNEMERS EN GEPENSIONEERDEN VAN FORBO FLOORING B.V., FORBO-NOVILON B.V. EN FORBO EUROCOL B.V.
12
Pensioenspaarreglement Forbo Flooring Artikel 10
Beëindiging, huwelijk of gemeenschappelijke huishouding
1. Indien het huwelijk van een deelnemer eindigt door echtscheiding of door ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed c.q. indien het geregistreerd partnerschap ofwel de gemeenschappelijke huishouding van een deelnemer eindigt, heeft de gewezen partner recht op een zodanige afsplitsing van het kapitaal ten behoeve van een bijzonder nabestaandenpensioen, als de deelnemer ten behoeve van die gewezen partner zou hebben verkregen, indien de deelnemer op het tijdstip van echtscheiding, door ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed ofwel na beëindiging of ontbinding van het geregistreerd partnerschap of de gemeenschappelijke huishouding zijn deelnemerschap zou hebben beëindigd. 2. Naast het in het voorgaande lid bepaalde zijn voor de gewezen echtgenote/echtgenoot c.q. de gewezen geregistreerde partner de bepalingen van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding van toepassing, tenzij de toepasselijkheid van deze wet rechtsgeldig is uitgesloten. 3. Aan de gewezen echtgenoot of (geregistreerde) partner wordt schriftelijk mededeling gedaan van het verleende recht op uitbetaling van pensioen. De andere echtgenoot of (geregistreerde) partner ontvangt daarvan een afschrift.
STICHTING PENSIOENFONDS FORBO VOERT DE PENSIOENREGELINGEN UIT VOOR DE (OUD)WERKNEMERS EN GEPENSIONEERDEN VAN FORBO FLOORING B.V., FORBO-NOVILON B.V. EN FORBO EUROCOL B.V.
13
Pensioenspaarreglement Forbo Flooring
Artikel 11
Flexibele pensioendatum
1. Indien op grond van artikel 18 lid 1 respectievelijk lid 2 van het basisreglement de pensioendatum wordt vervroegd respectievelijk uitgesteld, wordt de ingangsdatum van het extra ouderdoms- en nabestaandenpensioen vervroegd respectievelijk uitgesteld. 2. Bij uitstel van de pensioendatum kan verdere pensioenopbouw voor het levenslange ouderdoms- en nabestaandenpensioen plaatsvinden. Vanaf de pensioendatum wordt doorlopend getoetst of 100% van het pensioengevende salaris als bedoeld in artikel 14 wordt bereikt. Bij het bereiken van deze grens dient het ouderdomspensioen direct in te gaan. Het ouderdomspensioen dient uiterlijk op de 70-jarige leeftijd in te gaan. 3. De partner dient schriftelijk in te stemmen met de vervroeging respectievelijk uitstel van de pensioendatum respectievelijk prepensioendatum.
STICHTING PENSIOENFONDS FORBO VOERT DE PENSIOENREGELINGEN UIT VOOR DE (OUD)WERKNEMERS EN GEPENSIONEERDEN VAN FORBO FLOORING B.V., FORBO-NOVILON B.V. EN FORBO EUROCOL B.V.
14
Pensioenspaarreglement Forbo Flooring Artikel 12
Informatieverplichtingen
1. De (gewezen) deelnemer is verplicht het pensioenfonds onverwijld kennis te geven van: a.
huwelijk en echtscheiding of ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed;
b.
het aangaan van een geregistreerd partnerschap en beëindiging van het geregistreerd partnerschap met wederzijds goedvinden of ontbinding van het geregistreerd partnerschap;
c.
de totstandkoming van een gemeenschappelijke huishouding en de beëindiging daarvan;
d.
de aanwezigheid van een pensioengerechtigd kind;
e.
overlijden van de partner.
De ongehuwde deelnemer die één of meer pensioengerechtigde kinderen heeft, en geen geregistreerd partnerschap is aangegaan en evenmin een gemeenschappelijke huishouding heeft, is bovendien verplicht de het pensioenfonds er onverwijld van in kennis te stellen dat hij één of meer pensioengerechtigde kinderen heeft. 2. Het pensioenfonds is niet aansprakelijk indien een pensioen niet of niet juist is verzekerd doordat de (gewezen) deelnemer niet, niet goed, of niet tijdig aan de voor hem, uit dit reglement voortvloeiende verplichtingen heeft voldaan. 3. De deelnemer ontvangt jaarlijks een schriftelijke opgave van de hoogte van het krachtens dit pensioenspaarreglement opgebouwde pensioenspaarkapitaal, van het mogelijk te bereiken pensioenkapitaal, een indicatie van de hoogte van de in te kopen periodieke uitkeringen bij aanwending en een opgave van de waardeaangroei in het voorafgaande kalenderjaar. 4. Het bestuur verstrekt, op verzoek, aan de deelnemer en de gewezen deelnemer binnen drie maanden een opgave van de hoogte van de opgebouwde aanspraken. Het pensioenfonds kan een vergoeding vragen van de aan de opgave verbonden kosten.
STICHTING PENSIOENFONDS FORBO VOERT DE PENSIOENREGELINGEN UIT VOOR DE (OUD)WERKNEMERS EN GEPENSIONEERDEN VAN FORBO FLOORING B.V., FORBO-NOVILON B.V. EN FORBO EUROCOL B.V.
15
Pensioenspaarreglement Forbo Flooring Artikel 13
Herziening of beëindiging van de pensioenspaarregeling
Het pensioenfonds behoudt zich het recht voor de pensioenspaarregeling te beperken of te beëindigen, indien: a.
de ouderdoms- en/of nabestaandenuitkeringen van overheidswege zodanig ingrijpend worden gewijzigd, dat een herziening of beëindiging van de pensioenregeling, gezien de opzet daarvan, noodzakelijk is;
b.
de werkgever na een afwijzende beschikking op een daartoe ingediend dispensatieverzoek verplicht wordt zich voor het onder deze regeling vallende personeel of een gedeelte daarvan aan te sluiten bij een bedrijfstakpensioenfonds;
c.
indien van overheidswege voortzetting van de regeling niet wordt geaccepteerd;
d.
indien zich een andere ingrijpende wijziging van omstandigheden voordoet dan verwoord onder de punten a t/m c van dit artikel.
e.
artikel 27 van het basispensioenreglement is overeenkomstig van toepassing.
STICHTING PENSIOENFONDS FORBO VOERT DE PENSIOENREGELINGEN UIT VOOR DE (OUD)WERKNEMERS EN GEPENSIONEERDEN VAN FORBO FLOORING B.V., FORBO-NOVILON B.V. EN FORBO EUROCOL B.V.
16
Pensioenspaarreglement Forbo Flooring Artikel 14
Fiscale bepalingen
1. De aan te kopen pensioenen zullen tezamen met de pensioenen van dezelfde soort uit hoofde van het basisreglement en het prepensioenreglement nimmer uitstijgen boven de hieronder aangegeven maximum percentages: a.
‘Ouderdomspensioen’ maximaal 100% van het jaarsalaris dan wel het laatste hogere feitelijke salaris van de deelnemer voor zover dat krachtens de Wet op de Loonbelasting 1964 als pensioengevend mag worden aangemerkt, verminderd met een bedrag ter grootte van de AOW-uitkering voor één AOWgehuwde met een partner van 65 jaar of ouder, vermeerderd met de vakantietoeslag;
b.
‘Nabestaanden– en wezenpensioen’ maximaal 70% respectievelijk 14% van het bereikbare jaarsalaris als bedoeld in onderdeel a, met dien verstande dat rekening wordt gehouden met artikel 18a lid 8 van de Wet op de loonbelasting 1964;
2. Bij de bepaling van de in lid 1 genoemde maxima en bij de toepassing van artikel 11 zullen de in artikel 18d van de Wet op de Loonbelasting omschreven situaties buiten beschouwing blijven. Bij overschrijding van de in lid 1 sub c omschreven fiscale grens kan de waarde van het deel dat de overschrijding veroorzaakt wordt aangewend voor uitruil in een of meerdere van de in het basispensioenreglement genoemde pensioensoorten, indien en voor zover de fiscale maxima als bedoeld in artikel 28 van het basispensioenreglement niet overschreden worden.
STICHTING PENSIOENFONDS FORBO VOERT DE PENSIOENREGELINGEN UIT VOOR DE (OUD)WERKNEMERS EN GEPENSIONEERDEN VAN FORBO FLOORING B.V., FORBO-NOVILON B.V. EN FORBO EUROCOL B.V.
17
Pensioenspaarreglement Forbo Flooring Artikel 15
Afkoopverbod
1. De pensioenaanspraken uit hoofde van dit pensioenspaarreglement kunnen niet worden afgekocht, vervreemd of prijsgegeven, dan wel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid worden. 2. Lid 1 is niet van toepassing in geval van het verlenen van zekerheid voor het verkrijgen van uitstel van betaling als bedoeld in artikel 25, lid 5 van de Invorderingswet 1990 of als vervreemding plaatsvindt op grond van artikel 6 lid 3, sub i van het basisreglement. 3. Volmacht tot invordering van het pensioen, onder welke vorm of welke benaming ook verleend, is steeds herroepelijk. 4. Elk beding, strijdig met het bepaalde in de voorgaande leden, is ten opzichte van het pensioenfonds nietig.
STICHTING PENSIOENFONDS FORBO VOERT DE PENSIOENREGELINGEN UIT VOOR DE (OUD)WERKNEMERS EN GEPENSIONEERDEN VAN FORBO FLOORING B.V., FORBO-NOVILON B.V. EN FORBO EUROCOL B.V.
18
Pensioenspaarreglement Forbo Flooring Artikel 16
Onvoorziene gevallen
In alle gevallen waarin dit pensioenspaarreglement niet voorziet, beslist het pensioenfonds na overleg met de vermogensbeheerder.
STICHTING PENSIOENFONDS FORBO VOERT DE PENSIOENREGELINGEN UIT VOOR DE (OUD)WERKNEMERS EN GEPENSIONEERDEN VAN FORBO FLOORING B.V., FORBO-NOVILON B.V. EN FORBO EUROCOL B.V.
19
Pensioenspaarreglement Forbo Flooring
Artikel 17
Overgangsbepalingen
Vanaf 1 januari 2006 is het voor werknemers die geboren zijn na 31 december 1949 niet mogelijk om nieuwe stortingen uit hoofde van dit reglement te doen. Het tot 1 januari 2006 opgebouwde pensioenkapitaal zal op de pensioendatum worden aangewend voor aankoop van de aanspraken waarvoor uit hoofde van dit reglement is gespaard.
STICHTING PENSIOENFONDS FORBO VOERT DE PENSIOENREGELINGEN UIT VOOR DE (OUD)WERKNEMERS EN GEPENSIONEERDEN VAN FORBO FLOORING B.V., FORBO-NOVILON B.V. EN FORBO EUROCOL B.V.
20
Pensioenspaarreglement Forbo Flooring
Artikel 18
Inwerkingtreding
Dit pensioenspaarreglement is in werking getreden op 1 januari 2001 en is laatstelijk gewijzigd per 31 december 2009.
STICHTING PENSIOENFONDS FORBO VOERT DE PENSIOENREGELINGEN UIT VOOR DE (OUD)WERKNEMERS EN GEPENSIONEERDEN VAN FORBO FLOORING B.V., FORBO-NOVILON B.V. EN FORBO EUROCOL B.V.
21