STICHTING PENSIOENFONDS FORBO PENSIOENSPAARREGLEMENT FORBO FLOORING B.V. laatste aanpassing augustus 2014
Pensioenspaarreglement Forbo Flooring Inhoudsopgave Artikel 1
Begripsomschrijvingen
3
Artikel 2
Doel van de regeling
4
Artikel 3
Deelnemerschap
5
Artikel 4
Beleggingsrekeningen
6
Artikel 5
Stortingen
7
Artikel 6
Beleggingsmogelijkheden en kosten
8
Artikel 7
Aanwending van pensioenspaarkapitaal
10
Artikel 8
Tussentijdse beëindiging van het deelnemerschap
11
Artikel 9
Overlijden van de (gewezen) deelnemer
12
Artikel 10
Beëindiging, huwelijk of gemeenschappelijke huishouding
13
Artikel 11
Flexibele pensioendatum
14
Artikel 12
Informatieverplichtingen
15
Artikel 13
Herziening of beëindiging van de pensioenspaarregeling
16
Artikel 14
Fiscale bepalingen
17
Artikel 15
Afkoopverbod
18
Artikel 16
Onvoorziene gevallen
19
Artikel 17
Overgangsbepalingen
20
Artikel 18
Inwerkingtreding
22
Bijlage 1 Factoren bij pensionering
23
Bijlage 2 Factoren bij overlijden
25
2
Pen nsioens spaarre eglemen nt Forrbo Floo oring Artiikel 1
Begrips somschr rijvingen
1. In dit pensio oenspaarreg glement wo orden dezelffde begrippen gehante eerd als de b begrippen in n de statute en en het ba asisregleme ent van het pensioenfo onds, tenzij a anders word dt aangegev ven. 2. In dit pensio oenspaarreg glement wo ordt verstaa an onder: a a.
‘belang ghebbende’ degene e die aan ditt pensioens spaarreglem ment aansprraak op pen nsioen kan ontlene en;
b b.
‘deelne emer’ de deelnemer, die e conform artikel 3 dee elneemt aan n dit pensioe enspaarreglement;
c c.
‘gewezen deelnem mer’ de werknemer die e deelnemerr is geweestt, doch wiens deelnem merschap vo oor de pensioendatum m is beëindig gd anders dan d door ov verlijden en van wie de e beleggiingsrekenin ng premievrrij wordt voo ortgezet;
d d.
‘pensio oenfonds’ Stichtin ng Pensioen nfonds Forbo;
e e.
‘Basisre eglement’ het Bas sisreglemen nt van het pensioenfon p nds;
ff.
‘Prepen nsioenreglem ment’ het Pre epensioenre eglement Fo orbo Flooring B.V.;
g g.
‘pensio oenspaarkap pitaal’ pensioe enspaarkap pita(a)l(en);;
h h.
‘vermogensbeheerrder’ MRO Bank N.V. N (afdelin ng Pension Services); ABN AM
ii.
‘werkge ever’ Forbo Flooring F B.V V.;
jj.
‘werkne emer’ degene e die krachttens arbeids sovereenkomst naar burgerlijk recht arbeid verricht voor de werkgever. w
3
Pensioenspaarreglement Forbo Flooring Artikel 2
Doel van de regeling
De onderhavige regeling heeft ten doel de deelnemer in staat te stellen om te sparen voor tijdelijk vervroegd pensioen en/of extra levenslang ouderdoms- en nabestaandenpensioen.
4
Pen nsioens spaarre eglemen nt Forrbo Floo oring Artiikel 3 1.
Deelne emerscha ap
D Deelnemer aan dit pen nsioenspaarrreglement is: a a.
de deelnemer in d de zin van artikel a 2 van n het basisrreglement en/of e de mer in de zin van artik kel 2 van he et prepensio oenregleme ent; en deelnem
b b.
die is geboren g op of na 1 januari 1946, maar vóór 1 januari 19 950 (zie lid 3 en overgangsbepaling g); en
c c.
die op 31 december 2000 in dienst is va an de werkg gever.
2. H Het deelnem merschap eindigt: a a.
bij overlijden van de deelnem mer;
b b.
bij het bereiken va an de eerste van de maand m waariin de deelne emer uit ho oofde van hett basisregle ement een levenslang ouderdoms spensioen za al ontvange en;
c c.
bij onts slag van de deelnemerr uit dienst van v de werrkgever vóó ór de datum m als bedoeld d onder sub b b, anders dan door in ngang van het h prepens sioen.
3. V Vanaf 1 janu uari 2006 is s het deelne emerschap dit pensioenspaarregle ement geëindigd v voor alle bes staande dee elnemers geboren na 31 3 decembe er 1949. Nieuwe stortiingen a als bedoeld in artikel 5 zijn voor deze groep vanaf v voorn noemde dattum niet me eer m mogelijk. Nieuwe toetre eding tot diit pensioens spaarreglem ment is even neens niet m mogelijk.
5
Pen nsioens spaarre eglemen nt Forrbo Floo oring Artiikel 4
Beleggingsreke eningen
1. H Het pensioenfonds opent voor de deelnemer een of mee er individuele b beleggingsre ekening(en) op naam van v de deelnemer bij de d vermoge ensbeheerder. 2. D De enige verplichtingen n van het pe ensioenfond ds jegens de d deelneme ers bestaat uit d de verplichtiingen zoals omschreve en in dit pen nsioenspaarreglement en het ope enen e en in stand houden van n de beleggingsrekenin ngen volgen ns het in ditt p pensioenspa aarreglemen nt bepaalde e. Indien he et pensioenffonds aan al a haar beheerder e v verplichtinge en uit hoofd de van de overeenkom o mst met de vermogens v en de v verplichtinge en zoals om mschreven in dit pensio oenspaarreg glement heeft voldaan, is h het pensioen nfonds terzake dit pensioenspaarreglement van v alle verrplichtingen n o ontheven jegens de belanghebben nden. 3. T Ten aanzien van de belleggingsrek kening en de e belegging gsfondsen zijn de gelde ende b beleggingsvoorwaarden n van toepa assing. Deze e wordt doo or het pensioenfonds d desgevraagd d ter inzage e verstrekt. Alle meded delingen, diie het pensiioenfonds in n v verband me et de belegg gingsrekenin ngen aan de e vermogen nsbeheerde er doet, mog gen d door de verm mogensbeh heerder als juist j worden aanvaard d.
6
Pen nsioens spaarre eglemen nt Forrbo Floo oring Artiikel 5
Stortingen
1. V Voor de dee elnemer worrdt jaarlijks s tot aan de (vervroegd de) pensioe endatum door de w werkgever op o de in artikel 4 lid 1 bedoelde be eleggingsre ekening(en)) een stortin ng g gedaan ter grootte g van n 2,5% van het jaarsala aris. Het jaarsalaris is gelijk aan 14 1 m maal het overeengekom men vaste bruto b maan ndsalaris, ex xclusief de toeslag t van n 2 2,5% voor de d in dit pen nsioenspaarrreglement opgenomen regeling. 2. D De (gewezen) deelnem mer belegt de stortingen in beleggingsfondsen n van de v vermogensb beheerder overeenkom o mstig het be epaalde in artikel 6. 3. M Met de stortting wordt een e pensioe enspaarkapiitaal opgebo ouwd voor een extra p prepensioen n en/of oude erdomspens sioen in com mbinatie me et een direc ct ingaand n nabestaande enpensioen. 4. D De storting als a bedoeld d in lid 1 wo ordt aan de hand van de d onderstaande tabel v verdeeld ove er de beleggingsrekening(en) waa armee pens sioenspaark kapitaal worrdt o opgebouwd.. De verdeling van de storting s wordt uitgedru ukt in een percentage p van h het jaarsalaris. De verd deling van de d storting en e de leeftijjd van de deelnemer d w worden per 1 januari van het betrreffende jaa ar vastgeste eld, naar be eneden afge erond o op hele jaren. Beg ginleeftijd
Eindlee eftijd
% voor pre epensioen
% voorr ouderd domsen nabestaandenpen nsioen
Totaal T %
22
26
1,3 3%
1,2%
2,5%
27
31
1,6 6%
0,9%
2,5%
32
36
2,0 0%
0,5%
2,5%
37
61
2,5 5%
0,0%
2,5%
62
64
0,0 0%
2,5%
2,5%
5. D De storting wordt w door de werkgev ver in evenveel gelijke e termijnen als waarin het lo oon aan de werknemer wordt uitb betaald, afg gedragen aa an de v vermogensb beheerder. Het pensioe enfonds is niet n aanspra akelijk indie en de werkg gever e een onjuiste e storting aa an de vermogensbehee erder heeft afgedragen n. 6. H Het rendement op de beleggingen b n komt, mett inachtnem ming van de kosten als b bedoeld in artikel a 6, ge eheel ten go oede van de e rekening van v de (gew wezen) d deelnemer.
7
Pen nsioens spaarre eglemen nt Forrbo Floo oring Artiikel 6
Beleggingsmog gelijkhed den en ko osten
1. D De voor de beleggingsr b rekeningen beschikbaa ar gestelde stortingen zullen z word den b belegd in (een combina atie van) do oor de verm mogensbehe eerder gevo oerde b beleggingsfo ondsen te weten: w ABN AMRO Spaarplus Fond ds en anderre door de v vermogensb beheerder aangeboden a n beleggings sfondsen. 2. H Het pensioenfonds is ve erantwoord delijk voor de d belegging gen. De (ge ewezen) d deelnemer kan k de vera antwoordelijjkheid voor de beleggingen overn nemen doorr zelf e een keuze te e maken met betrekking tot de be eleggingsfo onds(en) wa aarin de (gewezen) deelnemer d b belegt of ga aat beleggen en aan he et pensioen nfonds s schriftelijk verklaart v de e verantwoo ordelijkheid voor de be eleggingen op o zich te n nemen. D De vermoge ensbeheerde er adviseertt namens het h pensioen nfonds de (gewezen) d deelnemer over o de spre eiding van de d beleggin ngen in relattie tot de duur van de p periode tot pensioenda p tum, waarb bij het beleg ggingsrisico o kleiner wo ordt naarma ate d de pensioendatum nadert. De verm mogensbeh heerder ond derzoekt ten n minste ee en k keer per jaa ar of de bele eggingen va an de (gewe ezen) deeln nemer binne en de in dit lid g gestelde gre enzen bevin ndt en inform meert de (g gewezen) deelnemer hierover. h 3. Indien de de eelnemer op p grond van n het voorgaande lid schriftelijk heeft verklaa ard d de verantwo oordelijkheid van de be eleggingen op zich te nemen, n is het h fonds is niet v verantwoord delijk voor enige e door de (geweze en) deelnem mer gedane (wijziging van) v b beleggingskeuze, noch voor de ge evolgen hierrvan voor de hoogte va an het p pensioenkap pitaal. In geval van n toepassing g van het bepaalde b in dit lid, is de e deelneme er geheel vrrij om d de storting te t beleggen n in een naa ar eigen inzicht samengestelde co ombinatie va an de in n lid 1 bedo oelde fondse en. De deelnemer deelt zijn keuze e voor de aan de b beleggingsre ekening verrbonden beleggingsfon ndsen schrifftelijk aan de d v vermogensb beheerder mee. m Een wijziging van n de keuze kan k telefoniisch of doorr m middel van een e hiervoo or bij de adm ministrateu ur te verkrijg gen formuliier aan de v vermogensb beheerder worden w doorgegeven. Indien de de eelnemer ge een keuze maakt, m vind dt de belegg ging plaats in het A ABN AMRO Spaarplus S F Fonds. A Aan de hand d van de lee eftijd van de deelneme er is een adviespakket beschikbaa ar ten b behoeve van n de te mak ken keuze in de belegg gingsfondse en. 4. In geval van n toepassing g van het bepaalde b in het tweede e lid, heeft de d (gewezen) d deelnemer de d mogelijk kheid om ten n aanzien v van het reed ds in één off meer fond dsen b belegde pen nsioenspaarrkapitaal een wijziging aan te bren ngen in de eerder e g gemaakte keuze ten aa anzien van de d fondsenc combinaties s (switchen n). Een switc ch g geschiedt sle echts na ee en daartoe ontvangen o opdracht va an de (gewe ezen) d deelnemer, middels een door de vermogensb v beheerder ter beschikk king gesteld d fo ormulier. D De kosten verbonden aan a het swittchen bedra agen per ke eer 0,5% va an de waard de v van de participaties bij verkoop. Er E worden geen aankoo opkosten in rekening g gebracht. H Hiernaast he eeft de deelnemer de mogelijkhei m d om zijn toekomstige e premies in n één o of meer and dere fondsen n te beleggen (profielw wijziging). Aan A een pro ofielwijziging g zijn g geen kosten n verbonden n. Een profielwijziging geschiedt slechts s na een e daartoe o ontvangen opdracht o va an de (gewe ezen) deelnemer, midd dels een doo or de v vermogensb beheerder te er beschikk king gesteld d formulier. 8
Pen nsioens spaarre eglemen nt Forrbo Floo oring O Overgang na aar een and der adviespakket op grrond van de e overschrijjding van ee en le eeftijdsgren ns als bedoe eld in de laa atste alinea van lid 2 geschiedt g ev veneens sle echts n na een daarrtoe ontvang gen opdracht van de deelnemer, d middels een door de v vermogensb beheerder te er beschikk king gesteld d formulier. Indien de keuze k naar een a ander advies spakket bin nnen een be epaalde perriode wordt gemaakt, worden w de o opgebouwde e pensioens spaarkapitalen éénmalig zonder switchkosten n overgehev veld n naar het and dere door de d deelneme er gekozen adviespakk ket. 5. D De bedragen n van de be eleggingsrek keningen worden w uitge edrukt in de e eurowaard de v van de participaties in de d beleggin ngsfondsen.. 6. D De aan het storten s verb bonden aan nkoopkosten n ad 0,5% worden verrrekend met de w waarde van de storting g. 7. D De kosten verbonden aan: a e van de ve de administrati a erzekeringe en; het switchen; a en verk koop van de e participatties; de aanw worden verrrekend doorr middel van verkoop van v particip paties in de fondsen. 8. D De in lid 6 bedoelde b ko osten worde en vastgeste eld conform m de terzake e tussen het p pensioenfon nds en de ve ermogensbe eheerder ov vereengeko omen tariev ven.
9
Pensioenspaarreglement Forbo Flooring Artikel 7 1.
Aanwending van pensioenspaarkapitaal
Het doel van de pensioenspaarregeling is tweeledig: a. Inkoop van een tijdelijk vervroegd pensioen vanuit het pensioenkapitaal dat is gespaard voor dit doel. Het bepaalde in het prepensioenreglement is verder hierop van toepassing. b. Inkoop van ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen vanuit het pensioenkapitaal dat is gespaard voor dit doel. Het Basisreglement/ reglement 2013 is verder hierop van toepassing. Zowel de deelnemer als de gewezen deelnemers hebben het recht op bovenstaande aanwending.
2.
Het opgebouwde pensioenspaarkapitaal als bedoeld in artikel 5 lid 3 ten behoeve van tijdelijk vervroegd pensioen (prepensioen) wordt voor de (gewezen) deelnemer bij het bereiken van de tijdelijk vervroegde pensioendatum bij het pensioenfonds aangewend voor de aankoop van een tijdelijk vervroegd pensioen. Het bepaalde in het prepensioenreglement is hierbij van toepassing.
3.
Het opgebouwde pensioenspaarkapitaal als bedoeld in artikel 5 lid 3 ten behoeve van ouderdomspensioen in combinatie met een nabestaandenpensioen wordt voor de (gewezen) deelnemer bij het bereiken van de (vervroegde of uitgestelde) pensioendatum bij het pensioenfonds aangewend voor de aankoop van een levenslang ouderdomspensioen in combinatie met een nabestaandenpensioen. Het bepaalde in het basisreglement van het pensioenfonds is hierbij van toepassing.
4.
In afwijking van lid 1 kan het opgebouwde pensioenspaarkapitaal van de gewezen deelnemer ook eerder dan de (vervroegde of uitgestelde) pensioendatum worden aangewend voor de aankoop van een tijdelijk vervroegd pensioen (prepensioen) en/of een ouderdomspensioen in combinatie met een nabestaandenpensioen. Indien een gewezen deelnemer de aanwending eerder wenst plaats te laten vinden, dient deze keuze uiterlijk 3 maanden voor de gewenste aankoopdatum schriftelijk aan het pensioenfonds kenbaar te worden gemaakt. De eenmaal gemaakte keuze is onherroepelijk. De bepalingen van het prepensioenreglement en/of het basisreglement zijn van overeenkomstige toepassing op de aangekochte pensioenaanspraken.
5.
De aanwending van het pensioenspaarkapitaal als bedoeld in lid 1 geschiedt bij het pensioenfonds op basis van de actuariële grondslagen en methoden zoals neergelegd in de actuariële en bedrijfstechnische nota van het pensioenfonds. De hoogte van de aan te kopen pensioensoorten is uitsluitend afhankelijk van de hoogte van het voor de aankoop van pensioenen aan te wenden pensioenkapitaal en de door het pensioenfonds te hanteren actuariële grondslagen en methoden zoals neergelegd in de actuariële en bedrijfstechnische nota.
6.
Op de ingekochte pensioenen is het bepaalde in artikel 15 van het basisreglement van overeenkomstige toepassing.
10
Pen nsioens spaarre eglemen nt Forrbo Floo oring Artiikel 8
Tussen ntijdse be eëindigin ng van he et deelne emersch hap
1. Indien het deelnemersc d chap anders s dan door overlijden vóór v de (pre)pensioe endatum eindigt, beho oudt de gew wezen deeln nemer rechtt op de volg gens d de belegging gsrekening((en) voor het kapitaal bij leven aa angekochte participatie es in d de belegging gsfondsen inclusief hett rendemen nt dat hierop p gemaakt is en mogelijk n nog zal word den gemaakt. Bij toepa assing van het vorensttaande is uitgangspunt h hetgeen voo or de belegg gingsrekening tot de beëindigingd datum is ge efinancierd. 2. V Voor het dee el van het pensioenspa p aarkapitaal waarop de gewezen deelnemer d r recht b behoudt, on ntvangt hij een e bewijs van v het op dat momen nt aanwezig ge kapitaal. 3. B Bij tussentijdse beëindiiging van he et deelnemerschap heeft de gewe ezen deelne emer m met inachtneming van de wettelijk ke of op de wet rusten nde bepaling gen ter zake e de k keuze uit de e volgende mogelijkhed m den: a a.
Indien de gewezen n deelneme er wordt opg genomen in n de pensioenregeling van een andere werkgever, heeftt hij het recht de waard de van het bij de werkge ever verworrven pensioenspaarkap pitaal te late en overdrag gen aan een n door de e Pensioenw wet toegelatten pensioe enuitvoerde er van die nieuwe werkge ever. Hierbijj worden de e regels als bedoeld in artikelen 70 7 tot en me et 92 van de Pensioenw wet in acht genomen. g D Door de ove erdracht verrvalt het uitt hoofde van dit pen nsioenspaarrreglement opgebouwd de pensioen nspaarkapittaal.
b b.
Indien het hiervoo or vermelde e sub a. niett van toepa assing is, wo ordt de ng premievrrij voortgeze et, waarbij rekening wordt w gehouden beleggiingsrekenin met de e kostenverg goedingen die d nadien door d de verrmogensbeh heerder in de d waarde e van de beleggingsrek kening verw werkt wordt. Het pensio oenfonds biiedt bij tuss sentijdse be eëindigingen n de in artik kel 7 lid 4 genoemde g m mogelijkheid d tot eerdere e inkoop va an (pre)pensioenaansp praken aan.
11
Pen nsioens spaarre eglemen nt Forrbo Floo oring Artiikel 9
Overlijd den van de (gew wezen) de eelnemer
1. Indien de (g gewezen) de eelnemer overlijdt, wo ordt het pen nsioenspaarrkapitaal ten n b behoeve van n ouderdom mspensioen in combina atie met een n nabestaan ndenpensioen a als bedoeld in artikel 5 lid 3 bij het pensioenffonds aange ewend voorr de aankoo op v van een dire ect ingaand nabestaanden- en/of wezenpens sioen. Het bepaalde b in a artikel 7 lid 5 en 6 van dit pensioe enspaarregle ement en het h bepaalde e in het b basisreglement van hett pensioenfo onds ten aa anzien van het nabesta aanden- en w wezenpensio oen is hierb bij van overreenkomstig ge toepassin ng. D De verhoudiing tussen het h nabesta aanden- en wezenpens sioen is gelijk aan de v verhouding tussen het nabestaand den- en wez zenpensioen overeenk komstig het op d de (gewezen n) deelnemer van toep passing zijnde basisreg glement. M Met betrekk king tot het bovenstaan nde geldt da at de bedoe elde pensioe enen tezam men m met de pens sioenen van n dezelfde soort s uit hoo ofde van he et basisregle ement nimm mer m meer zullen bedragen dan d het in artikel a 14 va an dit pensioenspaarre eglement a aangegeven n fiscale maximum. 2. H Het gedeelte e van het pensioenspaarkapitaal dat d niet ove ereenkomsttig lid 1 kan n w worden aang gewend, ve ervalt aan het h pensioen nfonds. gewezen) deelnemer 3. Indien op he et tijdstip va an overlijde en van de (g d geen g n nabestaande e of wezen aanwezig zijn, z vervalt het gehele e pensioenspaarkapitaa al a aan het pensioenfonds..
12
Pen nsioens spaarre eglemen nt Forrbo Floo oring Artiikel 10
Beëindiging, hu uwelijk of o gemee enschapp pelijke hu uishouding
1. Indien het huwelijk h van n een deelnemer eindig gt door echtscheiding of o door o ontbinding van v het huw welijk na sch heiding van n tafel en be ed c.q. indie en het g geregistreerrd partnersc chap ofwel de gemeenschappelijk ke huishouding van een n d deelnemer eindigt, e hee eft de gewez zen partnerr recht op een e afgesplittst deel van n het k kapitaal ten behoeve va an een bijzo onder nabe estaandenpe ensioen ter grootte van n het k kapitaal waa armee de deelnemer te en behoeve e van de partner een n nabestaande enpensioen zou hebbe en ingekocht, indien de e deelnemerr op het tijd dstip v van echtscheiding, doo or ontbinding van het huwelijk h na scheiding van v tafel en bed o ofwel na beë ëindiging off ontbinding g van het ge eregistreerd d partnerschap of de g gemeenscha appelijke hu uishouding zijn deelnem merschap zou z hebben beëindigd. 2. N Naast het in n het voorga aande lid be epaalde zijn n voor de ge ewezen e echtgenote//echtgenoott c.q. de gewezen gere egistreerde partner de bepalingen n van d de Wet vere evening pen nsioenrechte en bij scheiding van to oepassing, tenzij t de to oepasselijkheid van de eze wet rechtsgeldig is s uitgesloten n. 3. A Aan de gewe ezen echtge enoot of (ge eregistreerd de) partnerr wordt schrriftelijk m mededeling gedaan van n het verlee ende recht op uitbetaling van pen nsioen. De a andere echtgenoot of (geregistree erde) partne er ontvangtt daarvan ee en afschrift.
13
Pen nsioens spaarre eglemen nt Forrbo Floo oring Artiikel 11 1.
a a.
b b.
Flexibe ele pensioendatum
Indien op grond van artikel 17 1 lid 1 resp pectievelijk lid 2van he et basisre eglement de e pensioend datum wordt vervroegd d respectiev velijk uitges steld, wordt de d aankoop pdatum waa arop extra ouderdomso - en nabesta aandenpens sioen in het basisreglem b ment wordt ingekocht tevens vervroegd respe ectievelijk uitgesteld. Indien op grond van artikel 8 van het prrepensioenrreglement de d pensioe endatum wo ordt vervroegd , wordtt de aankoo opdatum wa aarop het prepensioen in hett prepensio oenreglemen nt wordt ing gekocht tev vens vervroegd .
2. W Wanneer he et pensioens spaarkapita aal niet word dt in gezet voor aanko oop van v vervroegd tiijdelijk pens sioen vindt verdere pensioenopbo ouw van hett p pensioenkap pitaal voor h het levensla ange ouderd doms- en nabestaande n enpensioen p plaats. Er wordt doorlopend getoe etst of 100% % van het pensioengev p vende salaris als b bedoeld in artikel a 14 wordt bereiktt. Indien hie ervan sprak ke is, is artiikel 14 lid 2 van to oepassing. 3. B Bij uitstel va an de pensio oendatum wordt w doorlopend geto oetst of 100 0% van het p pensioengev vende salarris als bedoe eld in artike el 14 wordt bereikt. Bijj het bereik ken v van deze gre ens dient het ouderdomspensioen n direct in te gaan. Hett o ouderdomsp pensioen die ent uiterlijk k op de 70-jjarige leeftijjd in te gaa an. 4. D De partner dient d schrifttelijk in te stemmen s m de vervrroeging resp met pectievelijk k u uitstel van de d pensioen ndatum.
14
Pen nsioens spaarre eglemen nt Forrbo Floo oring Artiikel 12
Inform matieverp plichtinge en
1. D De (gewezen) deelnem mer is verplic cht het pen nsioenfonds onverwijld kennis te g geven van: a a.
huwelijjk en echtsc cheiding of ontbinding van het huwelijk na sc cheiding van tafel en n bed;
b b.
het aan ngaan van een e geregis streerd parttnerschap en beëindiging van het geregis streerd parttnerschap met m wederziijds goedvin nden of ontbinding van n het geregis streerd parttnerschap;
c c.
de totstandkoming g van een gemeenscha g appelijke hu uishouding en de beëindiiging daarvan;
d d.
de aanw wezigheid van v een pen nsioengerec chtigd kind;;
e e.
overlijd den van de partner.
De ongehuwde deelnemer die één of meer pensioengerechttigde kinderren heeft, en e geen n geregistreerd partnerrschap is aa angegaan en evenmin een gemee enschappelijjke huish houding hee eft, is boven ndien verplicht de het pensioenfo onds er onve erwijld van in kenn nis te stellen n dat hij één of meer pensioenger p rechtigde kiinderen hee eft. 2. H Het pensioenfonds is niet aansprakelijk indien n een pensiioen niet off niet juist is s v verzekerd doordat de (gewezen) deelnemer d n niet, niet go oed, of niet tijdig aan de d v voor hem, uit u dit reglem ment voortv vloeiende verplichtinge en heeft volldaan. 3. D De deelnemer ontvangtt jaarlijks een e schriftellijke opgave e van de ho oogte van het k krachtens diit pensioens spaarreglem ment opgeb bouwde pen nsioenspaarkapitaal, va an h het mogelijk k te bereike en pensioenkapitaal, ee en indicatie van de hoo ogte van de e in te e kopen periodieke uittkeringen biij aanwendiing en een opgave o van n de w waardeaang groei in het voorafgaan nde kalende erjaar. 4. H Het bestuur verstrekt, op verzoek, aan de de eelnemer en n de geweze en deelnem mer b binnen drie maanden een e opgave van de hoo ogte van de e opgebouw wde aanspra aken. H Het pensioenfonds kan een vergoe eding vrage en van de aan de opga ave verbond den k kosten.
15
Pensioenspaarreglement Forbo Flooring Artikel 13
Herziening of beëindiging van de pensioenspaarregeling
Het pensioenfonds behoudt zich het recht voor de pensioenspaarregeling te beperken of te beëindigen, indien: a.
de pre- en/of ouderdoms- en/of nabestaandenuitkeringen van overheidswege zodanig ingrijpend worden gewijzigd, dat een herziening of beëindiging van de pensioenregeling, gezien de opzet daarvan, noodzakelijk is;
b.
de werkgever na een afwijzende beschikking op een daartoe ingediend dispensatieverzoek verplicht wordt zich voor het onder deze regeling vallende personeel of een gedeelte daarvan aan te sluiten bij een bedrijfstakpensioenfonds;
c.
indien van overheidswege voortzetting van de regeling niet wordt geaccepteerd;
d.
indien zich een andere ingrijpende wijziging van omstandigheden voordoet dan verwoord onder de punten a t/m c van dit artikel.
e.
artikel 25 van het basisreglement is overeenkomstig van toepassing.
16
Pen nsioens spaarre eglemen nt Forrbo Floo oring Artiikel 14
Fiscale bepaling gen
1. D De aan te ko open pensio oenen zullen tezamen met de pen nsioenen va an dezelfde soort u uit hoofde van het basisreglementt en het pre epensioenre eglement nimmer uitstijgen b boven de hie eronder aan ngegeven maximum m percentages: a a.
‘Ouderd domspensio oen’ maximaal 100% van v het jaarrsalaris dan wel het laa atste hogere feitelijke salaris van de dee elnemer voo or zover datt krachtens de Wet op de Loonbe elasting 196 64 als pensioengevend mag worde en aangemerkt, verminderd met een e bedrag ter t grootte van de AOW W-uitkering g voor één AOWA gehuwd de met een partner va an 65 jaar of o ouder, ve ermeerderd met de vakantietoeslag;
b b.
‘Nabesttaanden– en wezenpen nsioen’ maximaal 70% respectievelijk 14% van het bereikb bare jaarsalaris als bed doeld in onde erdeel a, me et dien vers stande dat rekening wo ordt gehoud den met arttikel 18a lid 8 van de Wet W op de lo oonbelasting g 1964;
c c.
‘Prepen nsioen’ maximaal 100% van v het jaarrsalaris dan wel het laa atste hogere feitelijke salaris van de dee elnemer voo or zover datt krachtens de Wet op de loonbellasting 1964 4 als pensio oengevend mag worde en aangeme erkt.
2. A Als op het tijdstip onmiiddellijk voo orafgaand aan a het tijds stip van ing gang van he et (pre)pensioe en blijkt datt de fiscale grenzen va an de pensio oenen word den o overschrede en, dan zal het meerde ere uit hoofd de van deze e pensioens spaarregelin ng w worden uitgekeerd als een uitkerin ng ineens, o onder inhou uding van gebruikelijke g e b belastingen en heffinge en. W Wordt alleen n de fiscale grens voorr het uitgesttelde prepe ensioen overschreden dan d k kan de waarrde van hett prepensioe en dat de fiscale grens s overschrijd dt ook word den a aangewend voor verhoging van ex xtra ouderd domspensioe en en/of n nabestaande enpensioen uit hoofde van het ba asisreglement. Bij deze e aanwendin ng d dienen de fis scale grenz zen als bedo oeld onder sub s a en b in acht genomen te w worden. 3. B Bij de bepaling van de in lid 1 gen noemde max xima en bij de toepass sing van arttikel 1 11 zullen de e in artikel 18d 1 van de Wet op de Loonbelasting omschrreven situatties b buiten besch houwing blijjven.
17
Pen nsioens spaarre eglemen nt Forrbo Floo oring Artiikel 15
Afkoop pverbod
1. D De pensioen naanspraken n uit hoofde e van dit pe ensioenspaa arreglementt kunnen niiet w worden afge ekocht, verv vreemd of prijsgegeve p n, dan wel formeel of feitelijk v voorwerp va an zekerheid worden, behoudens b het bepaald de bij en krrachtens de P Pensioenwett. 2. L Lid 1 is niet van toepas ssing in gev val van het verlenen v va an zekerheid voor het v verkrijgen van v uitstel van v betaling g als bedoeld in artikel 25, lid 5 va an de Invorderings swet 1990 of o als vervrreemding pllaatsvindt op o grond van artikel 6 lid 4, s sub h van he et basisreglement, me et inachtnem ming van he et bepaalde e bij en k krachtens de e wet. 3. V Volmacht to ot invorderin ng van het pensioen, onder o welke e vorm of welke w benam ming o ook verleend d, is steeds s herroepelijjk. 4. E Elk beding, strijdig s mett het bepaalde in de vo oorgaande leden, l is ten n opzichte van v h het pensioen nfonds nietig.
18
Pensioenspaarreglement Forbo Flooring Artikel 16
Onvoorziene gevallen
In alle gevallen waarin dit pensioenspaarreglement niet voorziet, beslist het pensioenfonds na overleg met de vermogensbeheerder.
19
Pensioenspaarreglement Forbo Flooring Artikel 17
Overgangsbepalingen
1.
Vanaf 1 januari 2006 is het voor werknemers die geboren zijn na 31 december 1949 niet mogelijk om nieuwe stortingen uit hoofde van dit reglement te doen.
2.
Met ingang van 1 januari 2006 zijn de in lid 1 bedoelde werknemers gewezen deelnemer geworden in dit pensioenspaarreglement. Artikel 8 van dit pensioenspaarreglement is van overeenkomstige toepassing.
3.
Het tot 1 januari 2006 opgebouwde pensioenkapitaal zal op de (vervroegde of uitgestelde) pensioendatum worden aangewend voor aankoop van de aanspraken waarvoor uit hoofde van dit reglement is gespaard. Voor (gewezen) deelnemers geboren na 31 december 1949 geldt dat de kapitalen uit de pensioenspaarregeling ten behoeve van tijdelijk vervroegd pensioen nog, conform het fiscale kader dat vóór 2006 voor prepensioen gold, mogen worden aangewend voor de inkoop van een tijdelijk vervroegd pensioen. Dit is gebaseerd op artikel 38d lid 2 van de Wet op de loonbelasting 1964. De tekst van dit artikel is als volgt: ‘In dit artikel is beschreven dat de fiscale kaders zoals deze tot 2006 golden voor prepensioen (artikel 38a Wet Lb) van toepassing blijven als de pensioenregeling op 31 december 2004 reeds bestond en uitsluitend uitkeringen kunnen worden gedaan ingevolge aanspraken die voor 1 januari 2006 zijn opgebouwd.’ De pensioenspaarregeling voor zover betrekking hebbend op het doel tijdelijk vervroegd pensioen, kwalificeert zich als een prepensioenregeling, zoals hiervoor bedoeld en bestond reeds op 31 december 2004. Daarmee kan voor de deelnemers geboren na 31 december 1949 het premievrije pensioenspaarkapitaal dat is gereserveerd voor tijdelijk vervroegd pensioen hiervoor worden aangewend. Artikel 7 lid 4 van dit pensioenspaarreglement is van overeenkomstige toepassing.
4.
De in lid 3 bedoelde aankoop van aanspraken op ouderdoms- en nabestaandenpensioen, vindt, in afwijking van artikel 7 lid 3 van dit pensioenspaarreglement, plaats in de pensioenregeling uit hoofde van de Pensioenreglement 2013. Na de aankoop gelden, in afwijking van het bepaalde in dit pensioenspaarreglement, de bepalingen als opgenomen in het Pensioenreglement 2013.
5.
Voor de in deze overgangsbepaling bedoelde gewezen deelnemers geldt dat in: a. artikel 1 lid 1, lid 2 onder e; b. artikel 7 lid 3 en lid 4; c. artikel 9 lid 1; d. artikel 14 lid 1 en lid 2; en e. artikel 15 lid 2; waar gesproken wordt over ‘basisreglement’ gelezen dient te worden: ‘Pensioenreglement 2013’.
6.
Voor de in deze overgangsbepaling bedoelde gewezen deelnemers geldt dat in: a. artikel 7 lid 6 in plaats van artikel 15 van het basisreglement, bedoeld wordt artikel 14 van het Pensioenreglement 2013; b. artikel 11 lid 1 onder a in plaats van artikel 17 lid 1 respectievelijk lid 2 van 20
Pensioenspaarreglement Forbo Flooring
c.
het basisreglement, bedoeld wordt artikel 16 lid 1 respectievelijk lid 2 van het Pensioenreglement 2013; en artikel 13 sub e in plaats van artikel 25 van het basisreglement, bedoeld wordt artikel 23 van het Pensioenreglement 2013.
21
Pensioenspaarreglement Forbo Flooring Artikel 18
Inwerkingtreding
Dit pensioenspaarreglement is in werking getreden op 1 januari 2001 en is laatstelijk gewijzigd per 19 augustus 2014.
22
Pensioenspaarreglement Forbo Flooring Bijlage 1 Factoren bij pensionering levenslang ouderdomspensioen
latent partnerpensioen
leeftijd 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69
tarief 24,518 23,998 23,467 22,926 22,375 21,815 21,244 20,659 20,066 19,459 18,841 18,221 17,591 16,950 16,299
leeftijd 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69
tarief 3,590 3,667 3,742 3,813 3,881 3,945 4,006 4,066 4,121 4,173 4,222 4,286 4,347 4,406 4,463
70
15,642
70
4,515
Een spaarsaldo van € 1000 wordt ten tijde van pensionering op leeftijd 65 omgezet in: een jaarlijks levenslang ouderdomspensioen, en een bijbehorend jaarlijks latent partnerpensioen van 70% (van de hoogte ouderdomspensioen) Spaarsaldo delen door
Aanspraken na omzetting
€ 1.000,00 18,841 + 70% * 4,222 = 21,796 OP € 1.000 / 21,796 = € 45,88
PP 70% van € 45,88 = € 23,86
23
Pensioenspaarreglement Forbo Flooring
tijdelijk ouderdomspensioen tot leeftijd 65 leeftijd tarief 55 10,407 56 9,498 57 8,560 58 7,593 59 6,595 60 5,566 61 4,505 62 3,415 63 2,299 64 1,161 65 Een spaarsaldo van € 1000 wordt ten tijde van vervroegd pensionering op leeftijd 60 omgezet in: een jaarlijks tijdelijk ouderdomspensioen tot leeftijd 65 Spaarsaldo delen door Aanspraak na omzetting
€ 1.000,00 5,566 TOP € 179,66
24
Pensioenspaarreglement Forbo Flooring Bijlage 2 Factoren bij overlijden direct ingaand partnerpensioen leeftijd 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38
tarief 35,753 35,536 35,311 35,079 34,839 34,591 34,335 34,074 33,804 33,528 33,243 32,949 32,644 32,331 32,007 31,674 31,331 30,979
39 40 41 42
30,617 30,244 29,860 29,465
direct ingaand wezenpensioen leeftijd 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65
tarief 25,903 25,417 24,923 24,418 23,904 23,381 22,848 22,305 21,756 21,200 20,639 20,069 19,488 18,903 18,309 17,705
leeftijd 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
tarief 16,963 16,249 15,514 14,758 13,976 13,168 12,332 11,467 10,571 9,644 8,688 7,700 6,681 5,631 4,551 3,443 2,313 1,165
18 18 19 20
9,644 8,688 7,700
43
29,057
21
6,681
44
28,637
22
5,631
45 46
28,205 27,762
23 24
4,551 3,443
47
27,310
25
2,313
48 26,849 26 1,165 49 26,380 27 De tarieven in de rechter kolom vanaf 18 gelden alleen indien het een studerend kind betreft. Een spaarsaldo van € 10.000 wordt ten tijde van overlijden van hoofdverzekerde omgezet in een jaarlijks direct ingaand partnerpensioen, waarbij de partner 35 jaar oud is en een jaarlijks wezenpensioen voor één kind met de leeftijd 10 Spaarsaldo € 10.000,00 32,007 + 20% * delen door 8,688 = 33,745 PP WZP Aanspraken na omzetting € 296,34 € 59,27 Op basis van pensioenreglement 2013 en het basisreglement, waar het partnerpensioen 70% van het ouderdomspensioen bedraagt en het wezenpensioen 14% van het ouderdomspensioen bedraagt. Ten opzichte van het partnerpensioen bedraagt het wezenpensioen dus 14% gedeeld door 70% is 20%
25