..
<
'
.
d
b
..
A
~ 1 3 1
-,
BIJDRAGEN 'TO'llDE
STATISTIEK VAN NEDERLAND. NIEUWE VOLGREEKS Uitgegeveli Poor liet Cjeiitiual .Bilretra v o o ~(Ie Stntistiek.
j;:
No, X X X I I .
li,
*,d
INLEIDING 'llOTD15
Uitkomsten der achtste algemeens tienjaarlijksche Volks$lling VAN
' E E N E N D E R T I G D E C E M B E R 1899 EN Di\ARAAN VIS13J3ONI)EN
Beroepstelling en Woningstatistiek, in vergelijking zooveel mogelijk met de uitkomsten van vroegere tellingen.
AFLEVERING 11.
Uitkomsten der beroepstelling en der woningstatistiek.
'S.UBAVENHAGP,
GEBRS. R E L I N F A N T E 1904.
. *
INHOUD.
..
J3lnclz.
HOOFDSTUK IV. Uitkomsten der beiu>epstelling van 31 December 1890 op zich zelve eli in verband met die van 31 December 1889 boschouwd, , , , 167 EERSTE GEDEELTE,
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . .
De beroepstelling van 31 Decemher 1899 # 1, Algemeen overzicht $ 2. Verspreiding cler beroepen over de verschillende provinciGn e11 groepen van gemeenten in het Riik, $ 3, Vrouwenarbeid Sj 4. Verdeeling cler bevolkiiig in de nij~erheidsbed~i~ven, den landbouw, de visscher~ en de jacht en in de handelsbedrijven naai. de positien iti de beroepen bekleed ) 5. Incleeling deia bevolking naai* geslacht, burge~*lijlrenstnat, beroep . , , en positie daarin bekleed i11 onderling verband . .
167 16'7 177 185 195 202
TWEEDE GEDEELTE,
Vergelijlring van de uitkomsten der beroepetellingeii vnii 31 Deceiliber 1899 met die van 31 December 1889 ) 1. Algemeen overzicht # 2. Vroiiwenarbeid # 3. Verdeeling der peirionen in d e n~verl~eidsbedrijven,den landbouw. de visscheiij en de jacht eii in de handelsl~ediijvennaai* de positien in de beroepen bekleed. , , . , , $ 4. Veltdeeling der in de vesschillencle klassen wei*lrzame1;evollring naar geslacht, bt~i*gegerlijlrenstaat en de 'positie in het bei*oep. , á Vedeeling der bevolking naar geslacht en leeft$ in verbancl met de positie in het beroep
. . . . . .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. ..
. . . . .
. . . . . . . . . . . .
.
. . .
. . . . . . . . . . . . .
DERDE GEDEELTE,
Ovesziclit van de in ons land op 31 December I899 werkelijlre woon~ l a a t s hebbende vreemdelingen, gesplitst naar geslachj, leeftijd, burgeslijkon stnat en beroep, met vermelding van de positie daarin 303 bekleed HOOFDSTUI
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
AANHANGSEL, Oppervlal~tevan iedere gemeente volgens de opgaven van het Departeiiient van Financien, en de voor iedere gemeente berekende dichtheid der bevolking.
*
H O O F D S T U K IV. Uitkomsten der beroepstelling van 31 December 1 8 9 9 o p zich zelve en in verband met die van 31 December 1 8 8 9 beschouwd. EERSTE GEDEELTE
De beroepstelling van 31 December 1899,
Alvorens over te gaan 'tot Gene vergelijking van de nitkoinsten der beide laatst gehouclen beroepstellingen, koiiit het wenschelijk vooi' eenige besclioiiwingeii te geven over de uitIromstem der telling van 1899, zooals cleze zin gepubliceercl iii de elf provinciale cleelen en cle twee afleveringen van liet rijlrscleel, Uitteraard moeten cleze beschouwingen zich, bij den grooten onivaiig vali liet materiaal, in deze inleicliiig tot de hoofdzaken beperken, Voor de classificatie en cle wijze van bewerking ,wordt verwezen naar het eerste lioofclstiilr, terwijl omtrent de indeeliiig der enkele beroepen de aan het slot opgenomen drie bijlagen licht verspreiclen. De eerste geeft een alplit~betisclie lijst vaii alle in cle telkaarten genoemde beroepen met verinelcling der klasseii ei1 hare oi~derafcleelingen,\vansin za zijn gebracht ; de tweede bevat voor elke klasse ei1 hare onclerafdeelingeu eeiie opsoniming in alphabetische volgorde der beroepen clie daarin zijn ondergebracht, terwijl de dercle bilage een overzicht geeft van de combinatie van beroepen iii. n, T.V. eene verlrlaring geeft van de nonienclatuur in de uitkomsten der beroepstelling aangenomen, Bij de volgende beschoulvingen over de iiitkomsten cler telling van 1899 .hoiide inen in het oog, dat niet het aantal peirionen, in eenige tal< van niverheid werkzaam, steeds bedoeld wordt alle personeii die claarin hun bestaan vinclen, onverschillig of zij al dan niet de genoemcle industrie zelve beoefenen. In twee groot0 groepen laat zich aaiistoncls de bevolking splitsen: personen die een beroep uitoefenen, d. i. daardoor geheel of gedeeltelijlr in eigen of anderer oiiderhoiid voorzien, of althans eenig geldelijk voordeel daaruit trelrlren, en personen die zin bestempelcl met deli naam van beroepsloozen, waartoe beliooreii ioowel de personen die door de eerstgenoemden worden onderhouclen (kinderen, eclitgenooten, invaliden ouden van dagen) als cle personen, die uit eigen vermogen of pensioenen zelfstandig in hun onderhoud en in dat vaii hunne afhankelijken voorzien zonder eenig beroep uit te oefenen. Eene splitsing te dien opzichte van de beroepslooxen is echter niet te maken. Wel is er eene afzonderlijke lrlasse voor de gepensionneerden, doch de volledigheid van de opgaven daaromtrent is aan gegronden twijfel onderhevig, Blijkbaar heeft een groot aantal gepensionneerden zich als beroepsloozen opgegeven, terwijl, zoo zii nog eenige werkzaamheden verrichten, het betreffend beroep op de tellraart moest worden ingevuld.
'
'
Persolien in eeii beroep werkzaan~, Beroepsloozeii. . , , ,
.
.
. ,
. . . . . . , , ,
Totaal of in verlio~~clingsc~jfers : Pcrsoileii iii een beroep werlrzaam Beroepsloozeii. , . . . . , ,
.
.
,
.
,
,
Totaal
,
,
. . .
,
kleilnen.
Vro~iwen.
Totaal.
,
1 b90 235 1080 367
438 399 1 923 634 2 l50 136 . 3 180 503
,
2 520 602
2 588 535
. ,
.
59.1 O/, 40.9 "1,
168 83.2 100.-
-v-
100.-
O/,
O/,
", O/,
In totaal zijn Lr dus 3 personen i11 een beroep werlrznam tegen 6 I~eroepsloozen. Terwijl bij de mannelijlre bevollriiig bijna eeii beroep uitoefent, is dit bij de vrouwen slechts inet het geval. Dit vindt nat~liii*lijkvoor een groot deel zijn oorzank in het groot aantal gehuwde vrouwen, die tot de beroepsloozen behooren, doch ook in den drang bij een groot deel der bevolking om, waar liet mogelglr is, de ongehuwde docliters in den liuiselijlren, kring te doen blijven. Iiiimers van de 838,247 bij de vollrstelling getelde gehuwde vrouwen danronder niet, zoonls in de beroepstelling bedoeld wordt, begrepen de weduwen en gescheidenen, oefenden slechts 43,336 vrouweii een beroep uit of even 5 O/,, eii van de ongehuwde vrouwen, daaronder evenmin begrepen de weduwen en gescheidenen, hadden slechts 49.8 een beroep, waarvaii 3 9 7 belioordon tot de gewone arbeidsters in nijverlieid, handel en verkeer of tot de dienstboden, zoodat slechts een kleine 10 01,. der ongehuwde vrouwelijke personen niet tot n~beide~sgezinneiibehoorende, Iran gerekend worden een beroep uit te oefenen Wat in het algemeen betreft de verhouding v m de beroepsloozen tot de geheele bevolliing, is deze in ons land in vergelijking niet op éBn na (Zweden) alle andere landen waarvan de cijfers bekend zijn, in totaal vrij groot te noemen en is zij zelfs voor de vrouwen liet hoogst voor alle Europeesche rijken, voor welke cijfers beschilrbaar zijn. Dat hier te lande niet, elders wel, ook naar de nevenberoepen werd gevraagd, lrnn dit verschijnsel niet verklaren. Immers de Nederlandsche vragen der volkstelling werden z66 gesteld, dat onder de beroepsloozeii dleeii personen zijn gerangschikt die i n geen enkel beroep werkzaam waren. Een andere factor, die van invloed is op de verschillen in het betreklielijlr aantal beroep~loozeii, is het verëichil in den opbouw der bevolking. Landen met eeu gering aantal geboorten als in Frankrijk zullen relatief weinig beroepsloozen tellen. Het volgende overziclit, ontleend aan liet statistisclie Jamboek des Duitschen Rijks, vermeldt het aantnl beroeploozeii op 100 der totale bevolking vnn ieder geslacht in de voornaamste Europeesclie Rijken en in de Vereenigde Stnten van Noord-Amerika. Maiiiien, Vrouwen* Totaal,
. . . . . . . . . . . .
~ederlan'd(1899). . Duitschlnnd (1895) Oosteilrtk (1890). Hongarie (1890). , Italië (1881) , Zwitserland (1888) Franhgk (1896) , België (1890) ,
40.9 38.9 86.8 37.2 33.7 38.6 36.3 40.2
83.2 75.0 52.7 75.1 59.8 71.0 67.0 73.8
62.3 57.3 44.9 56.3 46.8 55.2 51.7 57.0
. . . . ... . . . . .
Denernarkeil (1890) . Zwecleii (1890) . Noorwegen (1891) Engeland (1891) Schotland (1S91). Ierland (1891). . Ver. Staten (1900) .
.
1Tanaen. Vrouwen. Totaal,
42.5 45,5 44,2 36.8 37,2 35,l 38.7
vnlleli in de ver. Op 100 beroepsloozen schillende leeft~cleklassen,
5 104 137 37,7 "1, 62.3 O/,, 100.- O/,
79.0 80.3 76.4 73.2 73,5 73.4 85.7
61.2 63.4 61.0 55.5 55.9 54.5 61.6
--
Omtrent de verdeeling der bei~oepsloozenin ons land over de verschillencle leeftijdsklasseii zijn de volgende cijfers berekend:
Voor de liiervoren bedoelde verdeeling lirijgen we dan de volgende cijfers:
Mannen. Geh, Oiigeh,
li
I I 1
beneden 1'2 of 14 , 16 18 tlt 23 36 , 51 , 61 , (i6 ,, 71 jaar
. .
12 jaas . 13 , 15 , , , l ? , , . 22 , , 35 , , 50 , , 60 65 , , , 70 + en ouder.
:
. . .1 .
.
-
8.76 4.90 2.49 2,91 1.80 0.86 0.50 0.26 0.24 0.41
0.24 5.41 11.26 14.24 11.36 15.29 42.20 --------100.100.-
Op 100 leveiiden vaii ieder geslacht en burgelal, &nat iii de verschilloiide leeft,id& Iclnssen komen beroepdoozen, Vrouwcii. Geh. Ongeh
I
-
0.03 2.21 . 30,32.40 16.02 6,66 5.06 7.62
( 100.-
1
58,98 7-93 6.30 385 8.48 7.64 3.80 1.24 0,56 0,46 0.76
100.-
-
11
99.84 77.26 44.77 - I 21.98 12.53 2,34 1 .G7 7.80 2.65 13.36 22.76 6.59 1235 31.08 23,81 1 38.97 49,26 57.56
-
8.23
-
-100.91.98 94.30 94.19 90.81 86.42 85.52 86,08 90.11
59.96 Î1 ---90.43 -
1
99.93 91.10 75,08 60,53 49.26 46,9ï 52,11 59,17 M56 75,04 86.77 78.50
De cijfers in de eerste 4 koloniineii wijzen bij de gehiiwde mannen op eene, z$ het dan niet regelmatige, toeiieining vnn het anntal beroepsloozen naarinate de leeftijd hooger worclt en bij de ongehuwde rnnnnen zoowel als bij de vrouwen, juist op eene tegenovergestelde beweging. Een en ander schijnt niet moeilijk te verklaren. Van de gehuwde mannen tiisschen 18-35 jaar is slechts een klein gedeelte beroepsloos. De in eenig beroep werlrzan~engaan echter bij het lrlimiiien der jaren geleidelijk in cle groep der bei*oepsloozeii over, hetzij dat zij tot verderen arbeid onbelrwnain werden, volcloende lrapitanl koiiden overleggen of in het genot van pensioen kwamen. Bij de ongelii~wden van beicle geslachten spruit de vermindering in de verschillendq leeftijclsperken voort uil; verscliillende oorzaken n.l. liet alsnog op lateren leeftijd kiezen van een beroep, het van den ongehuwden staat in den gehuwden overgann en overliden, Bij de gehuwde vroiiweii is de vermindering in hoofdznnk atn sterfte toe te sclii*ijven, terwijl de vermeerdering in cle laatste leeftijdsklasse wel het gevolg zal zin vnn dezelfde oorzaak die het aantal beroepsloozen gehuwde mannen reeds in vroegere leeftijdslclasse deed vermeercleren, Uit de cijfers der lnatste 4 kolommen blakt dnt onder de ongehuwde vrouweneenrelatief veel grooter aantal beroepsloos blijft dan bij de ongehuwde mannen, In de eerste leeftijdslrlnsse, de beneclen 12-jarigen,. zijn bij beide geslachten zoo goed als allen beroepsloos, doch bij de volgende klassen wordt, dit verschil bij beide geslachten reeds duidelijIr merkbaar. Terwijl van de 12-13-jarige jongens reeds 22"., l'/o een beroep uitoefent, is dit b i de meisjes van dien leeftijd slechts met 9 01, liet gevnl. Van de 14 en 15-jarige jongens oefent reeds de grootste helft een beroep uit, bij de meisjes slechts i / , en toch mag wel worden aangenomen, dat de op dien leeftijd aitbeidende jongens in hoofdzaak behooreii tot dezelfde gezinnen,. die later de gewone arbeidsters en dienstboden zullen leveren. f
1) Indien, zooals hier, geen reserve is gemaakt, wordt onder gehuwd verstaan gehuwd ol' gehuwd geweest, due ook de personen in weduwensteat, gescheiden van echt of vaii tafel en bed.
'
Voor de ~e~scliilleiideprovincbn en groepen van gemeenten zij11 de verhoudingsciJfers de volgende:
I-
BEROEPSICLASSEN,
01)100 der bevclkiiig vaii ieder geslacht komen beroepslooz,,u~i : PROVINCI~~N.
II-
Mannaii, Geh. Oiigeh.
I
I
Noordbrabant Gelderland Zuidliollaild Noordholland Zeelancl , Utrecht , . Friesland. Overijssel , Groningen , Drenthe , Limburg. +
. . .
.
. .
'
~
.
.
~
'
I
. .
.
.
i
.
;
i
I
..
.
.
.
, . . , , , , , .
, .
i
.
a
r
i
.
l
Oeh.
Vroumen, Ongeh.
I
l
q
I
I
. .
. , . . . , . . .
q
,
.
1
I
*
.
r
,
. .
, .
, .
, .
, 4
,
.
.
.
.
.
) . . + . . , . . . . . . . . . , .. . . * . . " . , . . . .
0
.
,
.
~
.
I
.
e
.
, ,
I
<
,
,
.
I
.
. .
.
,
Geineenteli met 500 en niinder inw. , n , 501-1000 , n ,, 1001-2000 n 2001-5000 , , n 5001-10000 , ?, ,, 10001-20000 g n ,, 20001-50000 , u 50001-1.00000 , , 9) ,, meer dan 1.00000 inw.
,
.
.
. .
,
. . . .
. I,
g
.
.
.
.
.
,
o
6
e
.
. e 1
.
B
.
,
.
Het aantal beroepslooie mannen, zoowel \vat betileft de geliiirde als de ongehuwde, neemt toe naarmate de gemeenten grooter worden. Bij de geliuwde vrouwen is dit oolr h e t ' geval tot aan op twee iia de grootste groep: Dan treedt eene vermindering in clie oolr voor de groep der allergrootste gemeenten aanhoiidt,. Bij de ongehuwde vrou.iven i s het aantal beroepsloozeii het lileilist in d e gemeenten met 50000-100000 iiiwoners, cle groep die, zooals later blijIren zal, relatief het grootst aantal dienstboden telt, De vsrscliillen i11 dc cijfers der proviiiciih laten zich iii hoofclznnlr verlrlareii uit de vei*. deeling harer geilieenten over de verscliillende groepen eii de verlioudingsciJfers dezer laatste. Tot zoovor de beroepsloozeii, Gaan wij tliails na lioe d e een beroep uitoefende personen (59,l bij' de maiiiien, 16.8 bij de vrouwen, in totaal 37.7 der bevolking) zen verspreid over de verschillende beroepsklassen en enkele vooriiame beroepen in liet Rijlr, Voor de volledige benaming der beroepslrlnssen en hare onderverdeeling vergelijke iilen blz. 9 vlgg,
I
I
Absolute cifere.
I. Fabrilrage van aardewerk, glas lcalk en steen, 11. Diamant en andere edelsteenen, , , , 111. Boek- en ~teencl~uk liout-. koper- en staalgravure IV. Bouwbedr, (incl, reiniging aanl, en ondei*h.van gebouwen, wegen, straten ook gem. dienst) , V. Chemische nuverheid, lraarsen, olie, vernis enz, VI, Hout-, turlr- en stroobew. snij- en clraadwerlr VII. Kleedin$ en reiniging. , , . , , VIII. Kunstiii]verheid, . . . . , , IX. Leder en wasdoek, criloutchouc , .. . . X. Oer, steenkolen, turf , , , , , XI. Bewerlriiig van metalen , ' , , XII, Verv. v. stoom- en anclere werkt., instr. oorlogsin. XIII. Scheepsbouw verv. van iIjtiiigen ei1 wagens , XIT?, Papier en papierbe\verlcing . . . . XV. Textiele nijverheid. . . ., , , XVI. Gus enelectricitoit, . . , , , , . XVII. Voeclings- en genotmicldeleii . . , , . Totaal n~vei*heidsbedrij'veii , , XVIII, La~iclbouwbedr~veii. . , , , 490694 XIX. Jacht en YisscherO . , , , , 21 942 XX.,Wareiihandel. , . . , , , , . XXI. Verlreerswezen . , ,, , , , , .XXII. Crediet- en bankwezen . XAXI1l. Verzelreringswezen. , . . , , . Totaal hanclelsbecli*~veii , , XXIV. Vrie beroepen , . . , , , , . XXV. Onderwis (excl. Openbaar , . , , , . XXVI, Vei~plegingen verzorging , . , . , . XXVII. Huiselilre diensten. . , , , , . , . XXVIII. Losse werkliecleii . . . . . . . . . XXIX. In dienst van cl011 staat . , (excl,denUvel,XXX. , q eene proviilcie XXYI. ,, 8 , , gemeente heidsbedrijven.) XXXII. waterschan. , , , ,
.
.
. . .
.
.
.. . . . . . . .
. . .
. .
. . . .
.
. . . . . .. . .
. . . . . . . . . . . .. .. .
.
OP 100 een beroep uitoefende peraoiiëii koinen in cle verschilleiide lrlaseen,
.
1 1
?
I
Totaal geiieraal (*).
,
. . 11490 2351 433-399 (l923 634~100,- 1100,-- 1100,-
Allereerst laat zich de arbeidende bevollring in vijf verhoudingscijfers : NiJverlieidsbedrUveii , , , , , Landbouw, jaclit en vissolierij' , , , Handel en verkeer , , , , . Huiselgke diensten , , , , , , , , , , , Overige beroepen
.
)
32,93 15,36 29,65 1.47 0,13 1.17
.
.
. .
I 1 /
79584 570278 554 22 496
. . .
. . . . . . . .
.
t*) Inolusief 50 mannen met onbekend beroep,
. . . . .
. . . .
groote groepen splitsenmet de volgende $1.
V.
T.
37.81 34,40 18.97 0.53 6,05
20.11 18.49 11.41 48.77 6.24
33.82 30.82 1.7,27 10.27 6.07
s
Hierbij zijn de losse arbeiders (klasse XXVIII) met in totaal 1.74 O/, der werkzame bevolking weggelaten, omdat deze gedeeltelijk bij elk der drie eerste groepen zouden moeten worden gevoegd. Hoeveel daarvan tot elke groep moet worden gerekend is niet te schatten, omdat de personen, tot die groep behoorende, nu eens in de nijverheid dan in den landbouw en op andere tiden iii liandel en veikeer zullen werkzaam zijn. Dezen dus buiten beschouwing latende, valt te constateeren dat de relatieve grootte der groepen afneemt in de volgorde waarin zij zijn geiioemd. Deze verhoudingen zijn van verschillende oorzaken het gevolg, als de ligging van het land, de gesteldheid van den bodem, het klimaat, cle aard der bevolking enz. Dit maalrt dan ook dat de genoemde verhoudingen in verschillende landen zoo zeer uiteenloopen, zooals onderstaand overzicht, eveneens ontleend aan het Stntistische Jaarboek des Diiitschen Riks, diiiclelijk aantoont.
I
I I . . . . . . .
Vtui 100 in een beroep nrl~eicle~cle penoiien behooren tot ieder der ondorstnsnde beroepsgroepen,
r ~Visscherii. a n d b o u ~/ . Niverheid. I Handel verkeer,en I ei1
Huisel~ke diensten.
1
1
. . . . .. . . . . . . .
..
. .
. .. .
,
1 _
1
Met inbegrip cler losse werklieclen. l) Wnsronder verveeiicler" 2) Inclusief hottbl. en koffiehuisweseil, 6) Oi~ootentleelsdnglonera die geen nadere opgaven deden. W m o n d e r de zelfstandige &enbra.nderii. 1 ) Met inbegrip van hotel- en lcofíiehuis0) Elke persoon is sooveel inna1 geteld als hij beroel~eiiuitoefende. personeel en dnt vsii anschiiirichtiiigei~, 4)
Aantal persoiieii clnnriii ~verkzai~rn~ O/11g TotnsL arbeid. pers,
VOORNAAMSTE BEROEPEN*
. . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . .
I
Andere beroei)en.
Nederland , , , , , , 30,s 33.8 17.3 10.3 7.5 ') Duitschlnnd , , , . , , , , 37.5 37.4 10.6 6.1 8.4 Oostenrijlr , . , , . , , . 64.3 l ) 21.9 6.4 3,5 3.9 Hongarije , . , , , , , , . 58.6 12.6 z) 3.3 4,9 20.6 Italië. , . . . . . 56.7 27.6 3.9 3,9 7.9 Zmitsei*lancl , , , . . , , . 37.4 40.7 10.7 6.2 5,O Fraiilrrijlr , , , , , , , , , . 44.3 1 38.6 9.4 4,6 S,1 22.9 38.2 11.6 België "\ , . . , , . Deneií~arken , , . , , , , , , 27.1 23.9 8.2 25.8 Zweden , . , , . , , 54.0 15.0 5.8 13.6 11,G Noorwegen. . , . , . , , 49.6 22.9 11 .7 10,5 5.3 Engelai~d , . , 10.4 56.9 =) 10 8 14.7 7.2 Schotltmcl , , . . , , , , . , 14.0 58.1 $1 10.2 11,4 6.3 Ierlancl , , , . . . . 44.0 30.7 2, d5 9.7 Ver. Staten , , , , , , , , . i 35.9 14.1 i 16.3 19.0 4.7 In de groep Handel en Verlreer neemt Nederland blijkens cleze cijfers de eerste plaats i n ; in de groep Nijveilheid de zesde (na Schotland, Engeland, Zwitserland, Belgik! en Duits~hlancl) en iii de groep Landbouw en Visschorij de elfde. Tot de cijfers voor ons land teruglreeronde, dient elke hoofdgroep verder in hare klassen en deze meer in onderdeelen of enkele beroepen te worden ontleed, om een cluidelijlr beeld te krngen van de verscliillende arbeidsprestaties van ons volk, In de groep der nijverlieidsbedrijven nemen cle lrlassen der beroepen waarvan de beoefeverzorging cler eerste levensbehoeften (klasse IV, naren zich bezighouden met de on~~ziddeZ1ijke XVII en VII) woning, voeding en kleeding, de eerste plaatsen in, met resp. 7.63 O/,, 8.94 O/, en 4.76 OIO waardoor er voor cle overige lrlassen 15,59 overblijven, Daarvan zijn weder de vooi*naamste die klassen, welke de hulpmiddelen voor de uitoefening der twee laatste der zooeven genoemde klassen verschaffen (met uitzondering van de landbouw, veeteelt en visscherijbedrijven, die in hoofdzaak de grondstoffen voor de voedingsnijverheid leveren). Dat zijn voor woning, klasse I, fabr. van steen, aardewerk, glas enz,, met 1.31 OIO en klasse VI, houtbewerking, met 2.02 U/, en de metad-industrie (geen machines of instrumenten) met 2.09 OIO en voor kleeding, klasse IX, lederbewerking met 2,07 01, en de textiele nijverheid met 267 Voor de overige klassen blijven dan betrekkelijk kleine verhoudingscijfers over,
.
De grootte der verhoudingsci,jfers van iedere klasse wordt weder bepaald door de meer of min omvaiigrijlre bedrijven die za omvatten, waarvan hier een overzicht volgt met aauwijzing zoowel van de absolute cdfors der person'en in die bedrijven werkzaam als van de relatieve d, i, per 10 000 der totale bevolking die in eenig beroep werkzaam is,
S
.
a
.
. . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . .. . .. . . . .. . . . . . . . . . . . O
25 145 254 586 16 174 13379 1 942 496 4 357 3 774 9 951 7 352 429 1770 13896 11 L77 1645 1 O74 144900 92 680 2 185 1 073 455 27 365 2387 5M12 3 868 2 272 239 33 779 4 612
23 593 5 574 13 489 558 293 8 698 1137 2 336 4952 533 519 3 866 10 212 3 626 2 458
Aantal personen clnnriii werkzaam,
oloop ---
VOORNAABISTE BEROEPEN,
Totaal, ai.beicl, pers.
b. Fabricage van kaarsen, olie. verilis,vet, zeep
. .. .. .. .. ... ... . . .. . . . .. .. . . . .. . . . . .. . .. .. ... .. . . . . . . . . . . .. Hoepeln~ake~c, , . . . . Houtzngei.ij . . . , , . * b. Kurk-, stroo-, borstei- en vlechtwerk . Bezeiu- en boendermaker$ . , . Bor~telmake~U, . . Fabr. van manden. . . . , . . ,, matten , . , . , Sfoelenn~atters , , . , . , . . c. Ander snU- en rlraaiwerk . . , . &,ASSE. VII, Kleediny en reiniging . . . a,Kleeding. , . , , . . . . . Kleormnlrers en costumiers . , , . Naaisters, . , . . , . , . Fabr, vali corsetten . , . . . ,, hemden, boorden enz. . . ,, lioeden en petten . . ,, mutsen . . , . . . . ~Odisten. . , . , , . , . Fabr. van parapluien, , . . , . h. Fabr. van bedden, dekens en matrassen c, Reiniging . . , . Barbiers . . , ,, .. , .. .. Chemische wasscherd , , . , . . Waschinrichtingen en waschlieden . Mangellieden , . . . . . . . Strijkinrichtingen . . KLASSE VIII, Kunstniverheid . . . . . Beeldhouwers . . , , . . . ,
Fnbr. van knersen. , olie. n , zeep. . . . n c. Fabr. van ontplofb, stoffen, lucifers enz. Fabr vaii lucifers , , . . . d. Fabr, van verfstoffen, lijm, lriiiistmest . . Fabr. van verfstoffen . , ,, kunstmest . KLASSE VI. Hout-, stroo- kurkbew,, s@-, Brani- en vlechtwerk , . . a,Houtbewerlring , , , , Beeldhoiiweru . . Flout~l~artieriJ.. , , LUstenfabricngtt . . . , Meubelfabrionge, ' Stoeleiift~bricage. . . . , I
e
,
n
b
d
n
,
,
.
.
a
.
,
0iide14de hierboven opgenoemde beroepen wordt een clrietal gemist, die eeiie afzonderlijke vermelding verdienen, Bedoeld worden de machinisten en stolsers, benevens het kantoor- en b u r e a ~ ~ . peisoneel, die telkens als zoodanig bij de verschillende bedryveii af~onderlijlrzijn opgenomen, doch voor ellcen talr. vali bedrijf in de hiervoor genoemdo cijfers begrepen zijn.. De beide eersten lziinnen voor iedere klasse ,oenig' inziclit geven iii de mate waarin fabrieleinatige arbeid plaats vindt, terwijl liet ineer of minder voorlcomen van het lcantoorpersoiieel in iiidustrie, handel en verkeer, eenigzins een beeld geeft van de mate waarin uitgebreidheid der bedilijven afzonderlijk personeel voor administratie claarvan noodig maakt. Het volgende overzicht vermeldt hun absoluut aantal ei1 het percentage dat zij in het aantal der tot elke lslnsse belioorende personen inneiiieii. I~a~~too~persouecl. IIEROEPE~ICTJASSEN.
I. . IT. 111. IV. V. VI, VII. VIII. IX, X. XI. XII, XIII. YIV. XV. XVI. XVII. XVIII, XIY. XX, YXI. XXII. XXIII. ' XXIV. XXV. XXVI. XXVII. XXVIII. XXIX. XXX. XXXI. XXXII, XXXIII.
.
Anrcle~verlr,lsallr, steeil, glns , . Diamniitn~verlieid. , , , . , Drulrlsersbedi.iJveii . . , Boiimbedriven . . , . . Chemische i~gverlieicl . , , . Hotitbewerkiiig . . , . Kleediugniverheid . . , Kuiisti~ij'verheid. . . , . . Lecleriii dtistrio . . Oer, turf, steelikolen . + . . Metalen bewerlsing . , Macliiiies, ii~struineiiteii,eiiz. . Schee~~sboum, rutuigen , . Pt~piei*industrie. . . . . . Textiele uiverlieid . , , . . Fabr. van gas en electriciteit . Fabr. van voediiigsiiiidcleleii, , Lniidboum , . . Vissche$ en jacht , . . . Hanclel . . . , , , Verkeer . . . , . . Bankmezeii . . , . . Verzekeringswezeii. . . . . Vrie beroepeii . Bizonder onderwijs Verpleging , . . . . . Buisel~lrediensten + Losse werklieclen . In dieiist van deii staat , . . , , een provincie ,, , , , gemeente , , , , water~cliap. . , , , , kerkgenootschap
. .. . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. .. . . .. . . .. .. .. . . . . . . . o
s
.
Totaal
.
,
Mnchiiiistcii
- ..
ei1
--
Stokers.
-
.
. .. . . , . . . . .. . .
., .
., ,
., . .
,
. . . . , . 1,35 5 804 1 6 279 1 2 083
1 . 1 l I 26 G41
410
I
I I
0,133
Achterstaande cijfers geven 10, in absoliite cifers een overzicht van het aantal personen behoorende tot de verschillende beroepslrlassen in iedere provincie en in ieder der 9 groepen vaii gemeenten waarin het Rijk is verdeeld; 2O, in verhoiidingscijfers hoe de personen van elke beroepsklasse procentsgewgs zijn verdeeld over de verscliillende provinciën, resp, groepen van gemeenten; 3O. in verhouclingsc~fershoe in elke provincie resp, groep van gemeenten procentsgewis de personen over de verschillenclo beroepsklassen zin verdeeld. Deze twee reelcsen van verhoudiiigscijfers hebben ieder hare eigene beteekenis, Deeersto wijzen aan in welke mate ellïe provincie iii ieclere beroepsklasse deelneemt, zonder rekening te houden met den ineerderen of mincleren omvang in het Rijk der taklten vanindustibie, handel of verkeer enz., teswijl door de tweede de meerdere of mindere omvang van eene beroepsklasse voor elke provincie of groep van gemeenten wordt aangewezen, Evenals elk land zijne eigenaardige verdeeling der bevolking over verschillende beroepen bezit, die afhankelijk is van aan ieder land eigenaardige eigenschappqn, ligging, grondgesteldheid, lrlimnat enz., vertoo;it ook ellre provincie en groep van gemeenten hare eigenaardige verdeeling, die in vele gevallen gemakkelijk Iran worden verlclaarcl, Bij vergelijlzing van cle verhouclingsc~feisder groote rubrieken: nijverheid, landbouw enz., niet de cijfers der vercleeling van de totale werkzame bevolking, blijkt dat in de provincien Noordbrabant, Zuidholland, Noordholland, Utrecht en Overijssel, de n~jvei;lioidspei*centages boven die van het algemeen geinidclelcle voor die pitovinci&nkomen, en dat Zeeland naar verhouding de minste industrie heeft, waarna Friesland volgt. De landboiiw is selatief weinig ontwilskeld in de beide IIollnnden en i11 Utrecht, terwijl in de beide eerstgenoeincle provinciën de ht~ndelsbodrijveii vooral op clen voorgrond treden, De vrije beroepen vinclen in de' provincign waarin de grootste gemeenten liggen, liaar evenrediglieid de meeste beoefenaren. Het particulier onderwis heeft hooge percentages in Noordbrabant en Utrecht, maar vooral in Limburg, waar alleen l'i1lp U/, der in die lclause werlïzame personen gevonden worden, terwijl cle totale bevolking der provincie niet meer clnn 5,B O,', van die der Rijksbevolking uitinaakt, In de .provincie Zeeland wordt weinig aan particulier onderwijs gedaan en nog ininder in Drenthe, Verpleging houdt betrekkelijk veel personen bezig in de provincign Noordbrabant, Gelder. land, Zuid- en Noordholland, maai1 vooral iii Utrecht, waar de totale merlrzame bevolking sleclits 4,4 01, van die in het R i k inneemt, terwijl niet minder dan 7,3 O/, der personen tot de klasse verpleging behoorende, binnen hare grenzen hiiisvesten; Zeeland en Drenthe vertoonen ook hier geringe percentages. Dienstboden worden uit' den aard cler zaals het veelvuldigst nangetroffeii in de provinciën met de grootste gemeenten en de losse werklieden in de beide Hollanden (met Rotterdam en Amsterdam) en Friesland (vermoedel$k in de veenderijen). De personen in dienst van deii Staat zin in de meeste provinci&n vrijwel in gelijke verhouding met de bevollring. Zuidholland heeft door's Gravenhage met zijn Ministerieele Departementen en zijn vrij groot garnizoen, een hoog cijfer evenals Utrecht door de Rijksuniversiteit en het betrekkelijk groot aantal militairen te Utrecht en te Amersfoort, Dat sommige provincign in vergelijking met andere zulke hooge percentages vertoonen
VERDEELING DER BEVOLKING IN IEDERE BEROEPSKLASSE
P
VER DE VERSCHILLENDE PROVINCIEN. (Absolute cijfers).
I
GEMEENTEN MET
ae
B E R O B P S K L A S S E N .
' I. Aardewerk, kalk, steeii, glas 11. Diamantni~e~heicl , III. Drulrko~*sbeclr~veii , . IV. Bou~vbedriven , . . V. Cheiiiische iiiverlieid VI. Houtbewerking . VII. Kleedingniverheid . VIII. Kuiistn~jve~heicl. IY. Lederindustrie , , . X, Oer, tui$) ~teeilkolen , . . XI. Met~lenbewerlcing . XII. Machines, instrumenten eiiz. XIII. Scheepsbouw, lituigen . XIV. Papieri~idust~ie . XV, Testiele nuverheid . . XVI. Febr. van gas en electriciteit XVII, Fabr. van voedingsmidclelen
.. . . . .. .. .. .
. . , . .. , * .. . . . . . *
.
.
Totaal ii~verlieidsbedr~jveii.
. . . . . . XX-XXIII, Totaal heiidelsbedi~~veii . XXIV. Vi'iJe beroepen , . XXV. Bizouder oiiderwUs. .. .. XXVI, Verpleging. . . . . . . XXVII. HuiselUke diensten . . . XXVIII. Losse meiMiedeu . . . , XX. XXI. XXII. XSIII.
.
. . .
Handel, . Veikeer . . Banlcwezeli , Verzekeringswezen
+
I
. s 1
.
.
. .. . . . . .. . . .
I-XVII.
.
*
.
,
.
e
*
e
.
e
e .
t
.
e .
.
.
e
,
.
.
o
I
12 903 10 970 27 9 224
. .I . .. .. . . . .
24 376
13 609 11520 390
1
I
52 536 37 837 1457 1241
288 26 Ob7
I
93 071
50 978 38 U69 2,786
6 533 G 101 93 , 52
1574
I
83 944
I
12 779
8 930 'i 565 246 359
117100~
. . .. . . . . . .
. . . . . .. .. ..
I-XXXIII,
inw.
Fr
i3
'r:
8
looooo
l
tot
l 0 0 O00
50 O00
inw.
iiiw.
39 782
.
. . .. .
XXIX. In dienst van den staat , . XXX. , , , een provincie. XXXI. ,, , , , geinectnte , XXXII. , , , , waterschap XXXIII. In dienst van een kerkgenootscliap
U
20 001
tot
1601 1018 400 3 599 449 6 363
.
. ' ,
0
P
50 O01
B 490
.
.
meer dan
24
l1
. e
2
231 7 2 007 9 550 6 84 1940 7 560 80 1792
.
e
9
c# ri( V1 a
..
I
I
l
I
Totaal generaal incl, v, onbek. beroep 230 797 214 494 413 933 343 827
I
85 Y36
1928711
10001
5 001
3001
1001
tot
tot
tot
tot
20 000
10 000
5 000
2 000
l000
inw.
inw.
inw,
inw.
inw.
tot
501
dan 500 . inm.
I
I
I
I
g
BEROEPSKLASSEN*
Irneerdan 'O0
(
linwoners,/
., ., ... ... ... .. .. .. .. .. . , . . , . . . . , ... , , . . . Oer, turf, steenkolen . , . Metalenbewerking . . . . .. .. Machines, iilstrumenten enz. . , . Scheepsbouw, rUt~~igen. , , . . Papierindustrie . . , . . . .
I. Aardewerk, lrallr, steeii, glas
. 111. Drukkersbedriven . , IV. BouwbedrUveii , . . V. Chemische nuverheid . VI. Houtbewei*king . . , VIL KIeedingnUverheid . , VIII. ICunstnUverlieid . , , IX. Lederindustrie . . . 11. Dianiantilijverheid ,
,
,
X. XI. , XII. XIII. XIV. XV. Textiele nuverheid, , , , , XVI, Fsbr. van gas en electriciteit , XVII. Fabr. van voedingsmiddelen I-XVII.
Totaal iiuverheidsbedrUven I
XVIII. Landbouw
,
. .
,
. .
. .. . .
,
,
.
.
,
.
, ,
. XX, Handel , , , , , , , , , . XXI. Verkeer , , , , , . , XXII. Banlrwezeii . , . . , , . XXIII. Verzel~e~ings~vezen, . , . . . XX -XXIII. Totaal litmdelsbedi*ijven . . . XXIV. Vrije besoepen . . , . . . . XXV. Bizonder onderwis , , , , . . XXVI. Verpleging . , . . . . . . . XXQII. Huiselglce diensten. . . . , . XXVIII. Losse. weiklieden . , , . . , . XXIX, In dienst van den staat . . . . . XXX, , , een provincie . , . XXXI, ,, , ,, gemeente . . XXXII. , waterschap , . . XXXIII. , , , 1rerlrgenootsch~p . I-XXXIII Totaal , . , . . , . , . . .Totaal der gehele bevolking . . YIX. Visscherij en jacht
,
,
o
,
,
,,
e
r
9
.
''Y,
9
a
'
I
GEMEENTEN
50 O01
20001
10 O01
100 000
50 000
20 000
tot
tot
inw.
tot
iny.
1 (
521 10 000
inw.
I
MET
2 001
tot
5 000
inw.
1
1
I
1001
tot
2 000
i
1 I
501
tot
1000
inw.
500
en minder inw.
9
VERDEELING DER IN EENIG BEROEP WERKZAMEN IN DE ONDERSCHEIDENE PROVINCIfJ VER DE VERSCHILLENDE KLASSEN IN PROCENT VAN HET TOTAAL.
1
I
1
H E T RIJK,
u
ai
e
I. 11. 111. IV. V. VI. VII. VIII. IX. X. XI. XII. UII. XIV, XV. XVI. XVII.
Aardewei*k, k d c , steeil, glas Dianiantiiijverheid , . , Drulckersbedi~ven Bouwbedr~veii Chemische ngvei~heid , , Houtbewerking , , Kleedingn$verheid . ICunstniJverlieid . Lederiiidustrie Oer, turfl steeiikolen Metalenbewerking . , Machines, iilstrumenten ei~z. Scheepsbouw, rUtr.ige~l . , Papieriiidustrie . . , . Textiele ilUverlieid, , Fabr. van gas en eleotriciteit Fabs. vali voodingsmiddeleii
.. . ... .
.
.. .. .. .. . .. . .,, ,
. .. XVIII. Landbou~v . . . . . . XIX. Vissolierg eii jechb . . , . . YX.Hande1 , , . .. .. . . . XXI. Vorlreer . , . XXII. Bankwezen , . . . . , . . XXIII. Vei~zelrei~ii~gs~vezei~ . . . . .
I-XVII.
Totaal ii~verl~eidsbeclrUven
XY-XXIII. XXIV. XYV. YXVI. XXVII. XYVIII. XXIX. XXX. XXXI. XXXII. XXXIII. I-XXXIII,
Totaal 1itmdelsbedi.Uveii
-
. . .
. . . .. . .. . .. . . . . .. .. . .. .. . .. . . .. . . . . ...
,
,
0,49
.. .. .. ..
-
. .. . .
0,35 6,10 0,35 2.32 3,53 0,10 5,98 0,39 2,14 0,87 0,35 U,10 5,02 O,11 7,43
,
40,05
.
40,46
. , .
1
0,38
1
0,54
i
2,12
1
1,73
5,60 475 0,12 0,10
. .. ,
. . . . . . . . . .. . .. . .. .. . . ,. . . . ,, . Totaal generaal . . ....
Visie beroepen . Bizonder oiiderwUs . . . Verpleging Huisel~lrediensten. Losse werkliedeii , In clieilst van den staat , . , , , , een provincie , ,, gemeente , , waterschap , ,, , , Irerkgeiiootscliap
d
o
a
fl
fl
1
100,-
(100,-
(100,-
100,-
bi,
5 P 0
3
ei
1
GEMEENTEN MET
1
1
.50Q01 20001 10001 5 0 0 1 tot tot tot tot looooO l00000 50 000 20 000 10 000 i n i inw. inw.
lYeerdan
1
I 1
2001
1001
5
inw.
voor personen in dienst der provincilin is hoofdzalcel$k hot gevolg van de verscliillen in de aantallen provinciale Waterstaats-ambtenaren. Terwil er bijv. in Noorclbrabant 136, in Groningen 62 geteld werclen, kwamen er in Drentlie sleclits en in Limburg 40 provinciale Waterstnatsambtena~*~n S, in Gelderland 9 en in Noordliolland 14 voor. De geineelite-administratien eischen betrelskelijlc weinig persoaeel in Noordbrabant, Gelderland en Limbiirg en zijn betrekkelijk hoog in de beide i-lollanden met hunne groote gemeenten, Het persoiieel in dienst der waterscliaypen is uitteraard in die provincieli het grootst waar veel polders gevonden worden, Daarom zijn voor de oostelijke provinci8n de percentages het laagst. BiJ de klasse ,in dienst van eeiie kerlcelijlce gezindte" geven de beide lcntholielre provincilin liooge percoiitages en staat Drenthe het laagst. Tvat de ~e~scliillende nijverheidsgroepen betreft, is klasse I naar evenredigheid het sterkst vertegenwoordigd in Gelderland (steenfabrikage), Limburg (fabr. van aardewerlc) en Zuidholland (steen en aardewerkfabr.) De diamantnijverheid zetelt zoo goed als gelieel in Amsterdam. De drulclcersbedriJven zijn sterker vertegenwoorcligd iinnr liinte in de provincilin meer of minder groote gemeenten liggen, hetgeen ook met de bouwbedrijven liet geval is. Ook de cheinisclie nijverheid schijnt eenigermate aan groote gemeenten eigen te zin. Houtbewei*kingenz. doinineert in de provincien Noordbrabant, Gelderlancl, Zuidholland en Oveilij'suel. De lcleedingsn~verheid h h t zich weder naar de groote bevolkingscentra, De lriinstii~verheid,die op zich zelf niet van groot belang is, wordt in hoofdzaak in Noordholland, Zeelnnd, Utrecht, Noordbrabant en vooral gedeelte van de lederiiiclustrie behoort in Limburg (kerkelijke lrunst) beoefend. Meer dan tot Noordbrabant, hoofdzalrel~lsschoeiimakerijen. Het meer of minder voorkoinen van de personen werkzaam in klnsse X (oergravingen, veenderijen, steenkolenini,jneii) is geheel af halikelijle van den geaardheid cles boclenis. Omdat deze nijverheid zich tot dusver bijna uitsluitend tot de veendergen bepaalt, worden de hoogste percentages aangetroffen in Friesland, Overijssel, Groningen en Drenthe. Limburg heeft zijn liooge percentages liet meest aan mijnbouw te danken (steenlcoleniiij,jne in het zuiden) terwgl in het noorden ook in veenderijen wordt gearbeicl. De bewerking van inetalen, niet uitzondering van de fabricage van mnchineridn, is, behoudens enkele uitzonderingen, v@j gelijkinatig over het land verspreid, Anders is het met de machinefabricage (stoorii- en andere werktuigen) die weder in hoofdzaak tot de groote gemeenten beperkt blijft, Overijssel met zijne groote macliineBabrielsen te Deventer, EnschedA. maar voord te Hengelo, mankt hierop eenigermate eene uitzondering. De scheepsbouw en de fabricage van rijtuigen en wagens, leveren voor Zuidholland, Noordholland, Zeeland en Groningen hoogs percentages. Iu Noorclholland en Groningen is liet in hoofdzaak de scheepmakerij die cle hoogte der percentages bepaalt, maar in Zuidholland en Zeeland, werkt daastoe ook de wagenmakei$ aterk mede, Deze toch is vooral ontwikkeld op de eilanden, .cvaar nog zoo goed als geen verlreerswegen van spoor of trani en voor de ineer naar binnen gelegen gemeenten ook niet te water worden aangetroffen. De papiernijverheid is in Gsoningen relatief het talrijkst vertegenwoordigd, dan volgen Limburg, Gelderland en Noordholland. De provincie Drenthe heeft zoo goed als geen papierfabricage. Bijna de helft der tot de textiele nijverheid behoorende personen woont in Overijssel (hoofdzakelijk Twenthe) en van de overblijvenden weder circa de helft in Noordbrabant, zoodat slechts een klein derde deel over de overige negen provincih zijn verspreid, De fabricage van gas en electriciteit komt weder het meest voor in de provincign met
de grootste gemeenten. De voedingsnijvei*heid eindeldk is vrij gelijlrmatig d. w, z. in verhouding tot de bevolking over het land verdeeld, Na het bovenstaande behoeft thans eene uitvoerige bespreking der verschillende industridn voor de groepen van gemeenten niet meer te geschieden. Alleen zij vermeld dat de nijverheid in totaal het meest personen trekt iii de gemeenten tusschen 20000 en b0 000 inwoners, 11~1. f 'la der arbeid verricliteude bevolking, en dat aan beide zijden dier groep de nijverheid geringer wordt, naarmate de groepen clnaivvniiverder verwijderd zijn. In de groep der grootste gemeenten is zii ruim 42 O/,, in de allerkleinste gemeenten slechts bijna 14 O/,, De landbouw telt een grooter aantal personen naarmate de gemeenten kleiner worden ; van i O/, in d e groep der grootste gemeenten, stijgt liet cijfer tot circa 67 O/, of '(, cler arbeidencle bevolking in de kleinste geineenten. Met cle handelsbeclrijven is juist het tegenovergestelde het geval en wel met alle klassen waaruit deze groep bestaat. Oolr voor de vrije beroepen vertoonen de cijfers een dergelijken loop. Wat de clienstboclen ttangnnt, cleze zijn relatief het tnlrelsst in de tweede groep van gemeenten, overigens wordt hun nalital minder nnarmnte de gemeenten kleiner worclen.
l
1
Bij cle beschouwingen' in deze paragraaf houcle men in liet oog dat vermoeclelijlr een grooter aantal vrouwen, clan hebben opgegeven een beroep uit te oefenen, door loonarbeid geheel of gedeeltelijk in eigen onderlioucl voorzien. Een zeker aantal van dezen laatsten hebben zich als beroepsloozen opgegeven omdat zij meenden dien ardeicl niet beroopmutig te verrichten, ,of ook omdat cle arbeicl niet geregeld wordt verricht, zooals b4 boerendochters ei1 vrouwen die slechts in den hooitijd of bij het inzamelen van clen oogst behulpznani zijn, of bij huismoeders die behalve de wasch van hun eigen gezin, dienstbodenwnschjes gereecl niaken. Ten slotte kan tegenzin 0111 er voor uit te komen, dat beroepmatigen asbeid moest worden verricht, een aantal vilouwen er toe hebben gebracht zich als beroepsloozen te laten beschi*ijveii. Hoe groot echter het aantal is dat op deze grond ten onrechte als beroepsloozen in de statistiek voorkomt, kan niet worden geraamd. Nog op iets anders dient t e worden gewezen. E r zijn beroepen waasvan men bij ondervinding weet clat z! aan vrouwen arbeid verschaffen, terwijl cle beroepstelling daarvan toch geene acmwijzing doet. Dit knii bijv. het geval zijn met beroepen wier uitoefening geheel van clen tijd van het jaar nfhanlcelijlr is, Het tijdstip wanrop de beroepstelling plaats heeft Iran dan oorzaak zijn dat de personen zich om redenen bovengenoemd als beroepsloos liebben opgegeven, of dat zij op dat tijdstip tijdelijk een ander beroep iiitoefenden en daaronder in de beroepstelling zijn geteld, omdat clit beroep als hoofdberoep was opgegeven. Weliswaar Iran zich dit evenzeer bij mannen als vrouwen voorcloen; doch het aantal mannen op dezen grond in de uitkomsten der beroepstelling oncler de beroepsloozen gerangschikt, is toch ontwijfelbaar veel kleiner dan dat der vrouwen, Uit de cijfers op blz. 168' is dan, behoudens de zooeven gemaakte reserves, gebleken dat, tei*wiJl ruim 69 O/, der mannelijke bevolking een beroep uitoefent, dit dechts met bijna 17 01, der vrouwen het geval is. Op 100 in de beroepen werkzame vrouweii komen voor rekening , 20,11 01, van de nijverheid van handel en verkeer , 11,41 O/, , ,, landbouw . , 19,36 , huiselijke diensten , 43,77 , ,, visscherij en jacht 0,13 , , de overige 6,22 , Van het; aantal ongehuwde vrouwen boven 12 jaar oefenen 40 O/, een beroep uit, van de gehuwde va!ouwen 6 OIO en van de in weduwstaat verkeerende en de gescheidene vrouwen circa 30 oio.
. .
. .
.
,
. t
.
186 De onderstaande cijfers vermelden voor de verscl~illendelrlassen het aantnl ongehuwde en gehuwde vrouwen en het aantal weduwen, onder welke lantsten oolr de geaclieideiien zin begrepen. Aaiital vrouweli i n eeiiig beroep \ve~lrsea~in,
l
BEROEPSKLASSEN,
-
1
Oi~gehord. Gehuwd, WecI..tnrd,
XXX. ,, XXXI. , XXYII. XYXIII. ,, q
,, een proviiicie
.
,
, , geineente , . , , , waterschap , . ,, , lcerkgenootschal~.
v
, ,, ,,
I
Totnal.
1
O ~ l ~ ~ ~ ~ ! ) '
5 308
+
I-XXSIII.
Totaal
,
. .
2 083
335 626
43 366
54407
433 399
'7::;
Worden cleze cijfers voor groote groepen samengevat, dan zijn zij de volgende: Oiigeliuwcl. Gehuwcl,
BEROEPSGROEPEN,
. . . , . . . . .. ,. .. .. .. ., ., . . , .
Niverheid . . Landbouw Visscher; en jacht Handel en verkeer . HuiseliJkediensteii. Overige beroepen
. . .
. , . . . . .. ,, ..
.
.
,'
,
, ,
, ,
. . . .. , , . . . ,
70 065 51 333 339 17 457 175252 23180
1
17793 11818 136 15 355 6 152 2112
De gmep der huiselijke diensten trekt de meeste vrouwen, danrop volgt de landbouw, dan de Irleedingnijverheid, daarna handel, vervolgens de textiele ngverheid eii dan het verkeer, terwiijl de andere klassen meer of minder kleine percentages aanwijzen. Uit de cijfers der laatste kolom blijlct, dat in de aerschillende beroepsklassen vroiiwenasbeid in verhotiding tot dien van mannelijke personen in zeer verscliillende mate woidt gebezigd. Bi,j de volgende beschouwingen zijn, nanst de absolute totaalcijfers cler werkznme vrouwen, tusschen haakjes steeds medegedeeld de aantallen vrouwen, die nls hoofden van zaken in de cijfers voor de verschiller~deberoepen gegeven, begrepen zijn. Gering is de vrouwennrbeid in verhoiidiiig tot dien van den mnn in de volgende beroepsklassen : 111. Boek- en steendrukkerij 147 (28). VI. Bouwvaklren enz. 633 (360); van de 163 ondergeschikten zijn dleen in de behangerij 105 werkznaiii. VI. De lio~itbewei*lringons, S51 (188), waarvan 603 (98) in de fabricage van lrurk-, stroo., borstel- en vlechtwerlr. IX. Lederindustrie 1373 (201), in hoofdzaalr in het schoerimakersbed~f 1327 (NO), XI-XII, IJzer. en mctanl-industrien 1128 (262), maronder 188 (188) smeden, 70 (4) fabricage van gouden en zilveren wesken, 176 fabricage van capsulen en 58 (1) blilrslagerij, De fnbsicnge van electrische toestellen en gloeilampeii houdt 262 vrouwen in ondergeschikte positie bezig, XIII. Scheepsbou~v en rijtuigfabricage 96 (86), scheepsboiiw 35 (33) en fabricage van rijtiiigen en wngens 57 (Li7)8 XVI, Fnbricnge vnii gas en electriciteit 11 (l). Ook in de fnbricage vnn voedings- e11 genotmidclelene is het vrouwelijk element ten opzichte vnti het meiiiieli,jlce niet sterlr vertegenwoordigd, oolr al wordt de arbeid van een groot aantal vrouwen nnugewend. De 6084 (1188) vrouwen zijn over de volgende bedrijven verdeeld: molennnrs 111 (104), broocl- en besch~iitbnl~kers598 (425), fabricage van cncno en chocolade 663 (l), kofiepellerij en verlezerij 365 (2), fabricage vun verduurznailide levensmiddelen 220 (3), 11oelie:rs en vleeschhoiiwer~ 306 (267). fabricage van boter, kans on zuivelproducten 451 (196), tabak- en signrenbewei~lring1640 (19). Relntiief in meerclere mate wordt van vroiiwenarbeid gebriiilr: geinnakt in de volgende klassen : I. Bnbricnge van nardewei*lr, glns, kalk en steenen 2317 (34), waarvan i11 de steenfabricage 656 (211, in de fnbricage vnn fijn narclewerk enz. 1343 (4), fabinicnge van glns 267 (4). 11. Diamantnijverheid 1091 (76). V, Chemische nijverheid 161'1 (72), wnarvnn'in apotheken 696 t50), in de fabricage van Iraarsen 497 (4),in de fnbricnge van zeep 124 (1)en in de lucifersfabricnge 171. VIII. Kunstuijverheid 389 (SG), waarvan 367 (81) in nanldwerk en de .vervaardiging van lrunstbloenien, X. Oergrnverij, steenkolen en veenderij 1617 (28), Deze vrouwen nrbeiden bijna uitsluitend in de veenclerij 11.1. 1515 !27). XIV. Papier- en cnrto~ivervsnrdiging940 (24), \vaarvan i11 papierfabrieken 465 (1) en in de papier- en cartonbewerlring 475 (23). In klasse XV, textiele nijverheicl, bestaat het personeel uit bij'na 30 O/, of 14608 (609) vrouwen, die over bijna alle onderdeelen zin verdeeld. In de vlasindustrie vonden 195 (1) vrouwen arbeid, waaronder 166 in de vlasbrakerij, fabricage van sajet 640 '(ik), idem van katoenen gnreiis 2729 (26), van wollen garens 426 (66) en van jute garens 164, fabricage van wol en wollen delrens 931 (14), in cle breierij (tricot) 2228 (391), fabricage van zeildoek en
l
Wed,staet.
I
Totnal,
16 433
79 584
16 643 10 177 1759
49 455 189 581 27051
O/,
cler
15,5 16,2 2,5 17,s 2390,7 30,O
S
linnen 844 (13), van katoen en bont 4676 (ll), van jute 233 (3) en van tapijten 100 (3). Het appreteeren, sterken, drukken en verven verschafte aan 453 (10) vrouwen arbeid, De fabricage van lint, band, lroord enz., trok 363 (19) vrouwen en de fabricage van vischnetten 273, Van de nijverheidsbedrijve is klasse VII, vervatcrdiging van kleeding, bedden enz,, de eenige waarin het aantal vrouwen dat der mannen overtreft en hier wel in vrij hooge mate Ifi. 3 vrouwen tegen 2 mannen, of 60 pct. vrouwen, tegen 40 pct, mannen. Onder de 55486 vrouwen zijn er hier niet minder dan 32 127 die hun beroep zelfstandig uitoefenen (in hoofdzaak costunlibres, naaisters en modistes). De cijfers voor de dzonderlgke beroepen zin : kleedermaaksters en costuinibres 21 317 (13 977), naaisters 14 320 (8993), corsettenfabricage 256 (20), fabricage van hemden en boorden 1453 (661), fabricage van hoeden en potten 406 (65), fabricage van mutsen 432 (342), modistes 4944 (2813), fabricage vnn pwal~liiieii 140 (B), vervaardiging van bedden en inatrassen 188 (16), personeel in chemische wasscherijen 425 (451, personeel in wascli- en strijkinrichtingen l1 015 (4666) en niangellieden 476 (442). Uit de hoofdcijfers gegeven op blz, 186 blijkt dat 16,6 vrouwen tegen 100 mnnnen in de nij~e~heidsbedriven in totaal werkzaam waren. Niet veel meer naar verlloiiding neemt de landbouw voor zijne rekening. Hier toch bedraagt het percentage 16,2,.,terwijl in totaal 79 S84 (20 948) vrouwen in die klasse arbeiden tegen 87 174 (38394) in de ngverheidsbedrijven. Er dient hier nog eens op gewezen dat gezinsleden alleen dan geacht werden een beroep uit t e oefenen als zij daarin geregeld arbeidclen. De verdere onderverdeeling van de landbouwbedr$ven is als volgt : eigenlijlre landbouw 72 288 (18 432), veeteelt 6460 (2828), tuinboiiw 811 (472) en bouchbouw en houtteelt 25 (16). Van de 554 vrouwen die in de jacht en visScherij werkzaam zijn, houden zich 452 met het boeten van netten bezig, Van de overige 102 is het meerendeel werkzaam in de oester- en uit. mosselcultuur. Slechts een 18-tal, waaronder 17 bedrijfshoofden, oefenen zoet~vatervissclie~~ij I n het jagersbedlijf lrornt slechts 6Bne vrouw als eendenkooihoudster voor. 111klasse XX, warenhandel, zijn de vrouwen in hoofdzaak bedrijfshoofden (winkeliersters) of winkelbeclienden. Over de verschillende socirten van handel zin z\j als volgt verdeeld: Boek-, papierhandel, uitg, 532 (221) 401 (267) Handel in grondstoffen. , . ,, ,, kleedingstoffen , 9 838 (4 976) Handel in luse artikelen, . 1844 (1165) , , vee en gevogelte , 56 (51) ,, , voedingsmiddelen . 23 271 (20 164) ,, ,, andere waren , 1 142 (929) ,, ,, woningartikelen . 2 048 (1 7313)
.
..
In de verkeersklasse z$n, met slechts 8,1 vronwen tegen 100 mannen, 10 153 vrouwen werkzaam, in hoofdzaak in de volgende beroepen: bij liet spoorwegwezen 100 als stations- en 997 als wegpersoneel, 43 als tolgscai*sters, 60 (58) in de stalhouderij, 382 (349) in de schipperiJ, 634 bij de posterijen en telegrafie, 167 (116) in de verschillende beroepen bij het expeditievak, 7413 (6010) vromven wtbren werl~zaam in het hotel., restaurant- en koffiehuiswezen, waarvan 4606 (3923) voor rekening van het laatste en 1432 (1423) pensionhoudsters, kamerverhuursters, slaapsteehoudsters en commensalenhoudsters. Het bank- en credietwezen trok slechts 47 vrouwen, waarvan 30 in ondei.g.eschikteil dienst, terwijl het verzekeringswezen aan 74 vrouwen arbeid verschafte. In de vrge beroepen met in totaal 1499 vrouwen, nemen de genees-, heel- en verlos. kundigen (met inbegrip der vroedvrouwen) meer dan de helft in 779, daarna volgen tooneel en publieke vermakelijkheden met 316 vrouwen, Bij het bizonder onderwijs is het aantal vrouwen overwegend, zij verhouden zich tot de mannen als 120 : 100, met een totaal van 8368, Hieronder zijn 42 kostschoolhouderessen,
l
996 bewaarschoolhouderessen, 41 breischoolhouderessen, 4626 onderwijzeressen en 829 huisonderwazeressen, gouvernantes en muziekonderwijzeressen, B$ do verpleging zijn de vrouwen nog sterker vertegenwoordigd. Met een aantal van 8806 staan zij tegenover slechts 3191 mannen of in verhouding als 276: 100; 6647 harer hebben opgegeven t e zijn verpleegsters, zieken- of kran kzinnigen-oppasseressen,terwijl 1224 bakers zijn geteld, Er behoeft naiiwelijks op gewezen dat bij de huiselijke diensten in hoofdzaak vrouwen. arbeid gebezigd wordt, tegenover 1 man staan 24 vrouwen, Vaii de overige klassen zijn alleen nog van belang uit het oogpunt van vro~iwena~beid klasse XXXI, gemeentelijke dienst, waarin van de 6878 vrouwen 6827 tot het openbaar onder. wijs behooren en klasse XXXIII, lrerlrelijke diensten, met 31 godsdienstonderw~zeressen en 2409 in andere ambten voor het grootste deel kloostedingen. Als losse werklieden waren 77 vrouwen werkzaam. I n dienst van den staat arbeidden 257, in dienst van een provincie 1 en in dienst van een waterschap 26 vrouwelijke personen. In hoevei~ede vrouw in lateren tijd op het arbeidsveld in meerdere mate met den man in concurrentie treedt, dan dat dit vroeger het geval was, e n in welke beroepen ditin hoofdzaalr geschipdt zal eene vergelijking met de uitkomsten der beroepstelling van 1889 voor het laatste tienjarig tijdvak leeren. In totaal is die vermeerdering van den vrouwenarbeid echter niet groot, daar in 1889 15,4 pct. der vrouwen een beroep uitoefenden en dit in 1899 met 16.8 pct, het geval was, Stonden in 1889 tegenover 100 arbeidende mannen 27,2 vrouwen in 1899 was dit getal tot niet ineer dan 29,l gestegen. Volgens de op blz. 186 medegedeelde absolute cijfers is de overgroote meerderheid der arbeidende vrouwen ongehinwd nal. ruim 77 pct,;. gehuwd is slechts 10 pCt. en in weduwenstaat of gescheiden 13 pct. Deze verhoudingscijfers loopen voor de verschilleiide klassen zeer uiteen ;zb zijn de volgende :
Ig
BEROEPSKLASSEN.
. .. ..
I. Aa~clewerk,lrnlk, steen, glas 11. Diarnantng~e~heid, 111. Di+~il~lcersbedi~~ven. . . Ivo
.
75 95 81
V*
. . .
.. . .
.. . .
a
a
*
.. .. .. . . . .. . .. Machines, instrumenten enz. . rituigen Pnpierindusti*ie . . . . . . Textiele niverheid . . , . . q
Ho~itbewe~lring Klee~lingn~ve~heid Kunstncvarheid LederinAuahie Oer, turf, stoenlcolen .
o
Fabi-, van gas en electriciteit Fabr. van voedingsmiddelen. Totad nuverheidsbedriven . Landbouw , , , .
. .
. . . .
G f)
16 69
w
VI, VII. VIII. IX. X. XI* XII, X1llXIV. XV, XVI. XVII, I-XVII, XVIII,
68 80 82 80 55 61 93 l3 '87 89' 82 66 80 64
i:![lol~und. \lfod~~\~o.
(OcIl l\d.j\Y l Jn.%
19 3 3 11 9 11 6 31
8
7
13 9 15
n
XIX, Visscheri enjaclit. , XX. Handel. .
XXI,
XXII. XXIII,
,
.
, ,
,
,
,
.
... .... verkeer , Bankwezen . . . . ~el~ze~ceringswezen . . . ,
,
,
,
,
,
,
21 11 XX--XXIT.I. Totaal handelsbeclriven, 7 vnjo bel,oepen , , , ,, , , 14 XXIV, XXV, onde+s , , , , 14 XXVI, ~i~~~~~~~ Vel,pleging , , , , , , , XaVII, BuiselUke clieIIsfen, , , , , XSVIII. werklieden 85 XXIX, Losse In dienst van den atsst , , , 5 XXX, , 3' XXXI, ,, , , een provincie. , , gemeente. l8 XXXII. 21 X X X I ~ ~ ,, , ,, ,, kerkgenootsch waterschap 11 I-XXXIII. Totaal . 31
.
..
. $I
61 37 32 49 65
35 49 97
25 31
14 32 37 17 34 7 26 31 34 40 11
13 36 5' 33 47 17 22 100 90 8 2 4 7 88 91 3 6 861 8 B
I 91 . . . . . 3061
. - -
.
.
.
In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven voor elke beroepsklasse van de in weduwenstaat verkeerendo vrouwen en de gescheidenen nnnil leeftijd en positie in het door haar bekleed beroep en daaruit blgkt, dat in die nijverheidsklasson, wanrin het aandeel der weduwen betrekkelijk zeer hoog ia, de klassen IV en XI, (lrlasse XL11 wordt buiten besoliouwing gelaten oindat de absolute c\jfers der vrouwen, waaruit cle percentages berekend zijn (96) zeer gering is,) dit hoofdzakelijk veroorzaakt wordt door het groot aantal hoofden van bedrijven, Dit is ook in den landbouw en eveneens in den warenhandel het geval (winlzeliersters en depothoudsters),
l SIa
LEEFTIJDEN en GEBOORTEJAREN.
B INDEELING DER WEDUWEN EN GESCHEIDEN VROUWEN NAAR BEROEPSKLASSEN, LEEFTiJD EN DE POSITIE IN H E T BEROEP. - -
l PI
sni- en B VI. Hout-, kurk-,~troobewe~king, draaiwerk van verschillende stoffen, C D Totaal
I
.
.
LEEFTIJDEN en GEBOORTEJAREN,
VII. Kleeding en reiniging.
-
A --
I, Fabi*icage van aardewerlc, glas, kalk B en steenen. Totaal
D
. . .
Totaal
D
. ..
J
-
-
-
1
-
'
-1-1 I
111, Roek- en steeiidrulcker~, drukkeil A B vrtil hout-, koper-, staalgravure, C pliotographie enz. D Totaal
.II-[-i A
IV. BouwbedrUven (incl. reiniging van gebouwen en aanleggen, onderliouden en reinigen van wegen en straten, ook gemeentelijke dienst). Totaal .
.
-
B C D
Totaal
.
-
1
-
-
I
-
6 9 71 101
-- I
I
I
I
1 11 -I-
I
l
4i l
12
-
w
6
29 -
I
-
1 1
-
1
1 7
1
l
7 79
(
11
4 1 2 126 50
1
2
w
11.-1
11
.
.
0
IX. Leder, wasdoek, caoutoliouc~ Totrtal
.
tl
e
,
,
20
X. Oer, steenkolen, t u i t Totaal I
2 1I
I
40
54 340
1 41
2 U 8 1 59 363
- - 1
1
1
'
4 1 261 161 101
61
.
2124
- - 13 15 -9 6 8 51' - - -1 -l --- -- 145 C -D 1 3- 1 58
. l I -- I
Totrtal
VIII. Kunstniverheid,
-1 -1 -- -18
48
-
. ..
7 119
-.
7j2/
7i
- -
A -V. Chemische niverheid., fabricage ven B ,
l
..-
22
-
- - -- - - -21 2 -
.I I - I
kaarsen, olie, vernis, vet, zeep, ontplofbare stoffen, verfstoffen.
4
3
- - - - -
- -
--
1
9
..-
A -
11. Bewerking van clianlant ei1 aiidere B edelsteenen en fijne gesteenten. (
- 1 6
-4
Totaal
8 1 70
XI. Metalen (bemerking van), Totad
.. -
XII, Vervaardiging van stoom- en andere
B ( -- . . I DI - I - I
werktuigen, instrumenten, oorlogs- C materieel. Totaal
-
/
-
9 u
9 1 4 ' 1
- - -4
-
I / 111 101
3 2 6 1 1
4 )
11
41 31
p~
l tiz I
I 0aa1
LEEFTIJDEN ei1 GE DOORTEJAREN. UEROEPSICLBSSEN.
BEROEPSKLASSEN.
l
I
I
I
l
l
l
I
I
. ..
Totnal
IA
B
C
Totaal
. . .
I
I)
I
I
I
I
. .
.
. .
. . .
XV, Textiele nijverheid.
l
XX. Warenhandel (incl. ttissclienhniidel, cominissiehandel, makelaarcli en verdere hiilpbedriven van den handel , Totnal
XIV. Papier, Totaal
l
XIX, Vissclieri (incl, vischlrmeekerij' en jaclit,
XIII. Sclieepsbouw, vervaardiging van rituigen. Totaal
LEEFTIJDEN en GEBOORTEJAREN,
Li
D
- - .10- - 30 45 - l - - - 5 59 99 60 - 1I 5 /I 70 1I 129 1l 1.05 1I
26 51
/
1
I
20 63
XXI. Verkeerswezeii.
(
l
23 96
1 292 I 519 l
Totaal l2
.rniI.. Clrediet- en banioveze~i(incl, gelden eflectenhandel).
XVI, Fabricage van gns eii electriciteit Totaal
. . .
Totaal
. .
,
Totaal
,
,
,
XVII. Bereiding van voedings en genotiniddelen. Totaal
I-XVII.
,
.. XX-XXJII.
l i
- 1 -- 1
21
I
l
XXIV. Vrij'e Beroepen.
l
31
2 1 - 1 11 5 ) 41. 31
2 1 - 1 - 1
71 I
51
I
21 I
11 4 1 1 16
1 1 - ( 3 4 1 11 21 I I
-
Totaal hanclelsbedrij'ven.
XXV. Bizonder onderwis (excl. openbaar en godsdienstonderw~s), XXVI. Verpl, of verzorg. v. armen, ouden, kraamvr., zieken, gebrek., inval., krankz,
XVIII, Landbouwbedriven.
*) Waaronder 1 vtcn onbekenden leeftid,
ID - 1 - 1 - 1 l
Totaal Niverlieidsbedrivei~,
Totaal
- 1 - 1 - 1 - 1 - 1 - 1 - 1
19i & l 14i 16i 29j165 2i118 I I - i - i 7 i 61j 31i 11-i-j
48)
1 1 - i - i i i j i i jl 13
*) Waaronder 1 met onbekenden leeftid.
31
190
370
208
198
116
1 91
1180 (1097), tuinderij en bloemkweekeri 392 (876). I n klaese XX zijn van de 12726 weduwen 12 461 hoofden van zaken of depbthoudsters, 6 knntoorbedienden en 35 tusschenpersonen van den handel. Klasse XXI: stalhouderij 68 (64), wagenverhuursters 12 (121, voerlieden 12 (12), schipperij 321 (3141, veerlieden 13 (Il), expeditievak 70 (62), kruierij 1 6 (16), hotelpersoneel 368 (3421, restauratiehoudsters 30 (24), bier-, .koffiehuis- en' caf6houdsters 1939 (1928), commensalenhoudsters. lïnmerverhuursters, pension- en slaapsteehoudsters 718 (7181, dienstbodenvsrhuursters 16 (16) en porsters 28 (28). [n Idasse XXIV : vroedvrouwen 98, I n klasse XXV: kost-, brei- en bewaarschoolhoudstere 32, onderwizeressen 60, huisonderwijzeressen enz. 28. I n klasse XXVI: verpleegsters 131 en bakers 862. In klasse XXVII: bij het onderwijs 93 dienstboden 10 136. I n klasse XXX :bij het gevangeniswezen 19. In klasse X=: en in klasse XXXLII: 109 in de niet genoemde beroepen in dienst van eene kerkelijke gezindte.
LEEFTIJDEN en GEROORTEJARBN.
BEROEPSKLASSEN,
I
I
I
I
I
<
I
I
I
I
I
XXVII, HuiselUke diensten (huis- eii stalbedienden e, d,), XXVIII. Losse werlclieden en andere niet in een bepaald beroep arbeidenden. XXIX.In dienst v.d.staat (incl;post., teleg., telephonie, landsdr. e, a. nij~erheidsbed~.) XXX. In dienst van eene provincie.
Onderstaande cijfers geven voor de nijverheids- en handelsbedrijven een overzicht van de verdeeling der daarin werkzame bevolking, naar de positign in de beroepen bekleed. De positien worden uitgedrukt door de letters A, B, C en D.
XXXI. In dienst v, eengem. (excl. gasfabr., dienst der openb.werkene, a. nUverh,hedr,) XXXII, In dienst van een waterschap,
BEROEPSICLASSEN.
XXIX-XXXII. Totaal XXXlII. Iii dienst van een lcerlcgenootschap of kerkelijke gezindte. XXIV-XXXIII.
Totaal l
I-XXXIII.
Totaal
XXXIV. Gepemiorineerden (uit openbnre, kerlrelike of particuliere kassen),
3
XXXV. Zonder beroep. I-XXXV.
Totaal generaal
1 1 1 /
- ó
97
l
_
_
l
_
_
l
_
_
I
7 1 191 381 1 5 1 121 981124 Y 808/14111(23483/18309~20809~49235~12~~~
( 175 / 6645/27778/39168/26422!27297156391I
Daar bovenstaand overziclit slecl~tkde gr00te beroepsklnssen verineldi, schijnt het niet van belang ontbloot, nog eens afzonderlijk mede te deelen de voornamste beroepen waarin weduwen werkzaam zijn. Evennls bij de opnoeming van het totaal anntnl vrouwen, wordt ook hier weder telkens tusschen haakjes melding gemaakt van het aantd hoofden van bedrijven. In klasse IV: huissohildei*~118 (118), timmerlieden 117 (117), metselaars 40 (40). In klasse VII: costumenmaalrsters 1446 (1260), naaisters 1712 (1168), fabricage van hemden en boorden 202 (168), modistes 176 (167), wa~chv~ouwen en strijksters 2131 (1616), mangellinden 341 (241). In klasse IX: schoenn~akers 149 (132). In klasse X: verveners 209 (187). In klasse XI: smeden 176 (176). In klasse XIII: scheepmakers 30 (30), fabricage van wagens 38 (38). I n klasse XV zijn van de 619 weduwen 226 hoofden van bedsiven, waarvan 100 in de breierij. I n klasse XVII: molenaarsters 100 (IOO), broodfabricage 380 (364), vleeschhouwer~ 208 (203), sigarenfabricage 78 (9). In klasse XVIU : landbouwsters 14 894 (12 689), veehouderij Waamnder 8 met onbek, leeftw 9 Waaronder 6 met onbek. leeftijd. l), Wamoiider 8 met onbek. leeft&i, 6 ) Waaroiider 7 met onbek, leeftid. 4) Waaronder 2 met onbek, leeftud, t
B.
a
C.
1
D.
/
Totaal.
90,6 100,0,5 591 I. Aardewerk, kalk, steen, glas , 1 9 1 LI.DiainrtntnUvei*heid , 713 0,2 91,4 100,82,6 1.00,9,2 0,li 716 UI. Dr~kke~sbeclriveii. , . , , , 0,2 4,5 74,4 100,IV, Bouwbeclr~veii , . , 22,9 67,3 100,117 19,a V. Cheniische niferheicl , , , . , 11,8 67,8 100,013 2,2 VI. Hotitbewerking , . . , 29,7 46,O 100,014 194 VII, Kleedingniverheid , , 52,2 012 3,l 67,5 100,VIII. IZuiistnUverheid , . , 293 IX,Leclerinclustrie , , . 43,5 094 193 54,s 100,91,l 100,X. Oer, turf, steenlrolen , 696 014 210 o,& 2,5 73,9 100,XI, Metalenbewerking 23,2 016 98 75,8 100,XII, Machilies, instrumenteii enz., . . 14,O ,si,a 100,013 398 XIII, Scheepsbouw, r$uigaii , . , 14,s 8590 100,915 014 571 XIV, PapieYiiidustrie . , . 3,6 XV. Testiele nijverheid , , , , 516 093 90,5 100,*52,7 100,016 2 12 14,5 XVI. Fabr. van gas en electriciteit , ljs,9 100,110 5,7 XVII, Fabr. van voeclingsmiddelen , 24,4 7098 100,015 317 I-XVII. Totaal iiiJverheidsbedr~veii. . 25,O 67,6 100,0,s 45 X,J?T.II. Lniidbouw. . , , . , 8114 019 532 61,7 100,XIX. Visoherij ei1 jacht , , ' , , , 1 32,2 100,21,7 XX,Haiiclel. , . , , 58,l 2,l 18,l 100,2,5 18,9 XXI. Verkeer , 28,7 XXII. Bankwezen , , . , , , 17,9 16,9 1 100,596 XXIII. Verzekeringswezeii , . , , XX-XXIII. T~taalhandelsbed~~ven. , 447 1 2,4 1 17,s 1 35,l / 100,Onder A zijn gebrachl personen, die zijn hoofd eener zaak of inrichting, van een bedrijf of' onderneming voor eigen rekening; onder B personen, die zijn hoofd eener zaak of inrichting ,
'
. . . . . . . . . . . .. . . . .. . . . . .. .. . . . . . . . .. . .. .. .. . . . .. . . .. .. . . .. . . . . .. . . . . . . . . .. . . . .1
A.
,
1
197 van een bedrijf of onderneming nls bestuurclers voor rekening van een ander; onder C persoiien in dienstbetreklriiig, belast met eenige directde, opzdo7tt of controle, of behoorende tot directie-, bureau- of I~nntoorpersoneel(op~ichter,controleur, chef, boekhouder, kniitoorbediende, meesterknecht, ploegbnns enz,; onder D personen in dieiistbetrekking, beliooilende tot cle gewowe werk2.iede~t(handwerlcslieden, veldarbeiders. fabrieksarbeiders, scheepsgezellen, inatrozeli, loopbedienden, boden, bestellers enz.) Het vnlt niet moeilijk uit de cijfers der klassen I-XVII die kan te wijzen wanriii het grootste deel der daarin voorlromende bedrijven tot de fabrielrmntige n$verheid kunnen worden gerekend, Bovenaan stant daarin de fabricnge van gas en electriciteit, die uit den nnrcl der zaalr zoo goed als geheel in het groot zullen worden gedreven, Daariia volgt de aardewerk., steen- en glnslnbricage met 4,3 put. bedrijfshoofden, De testiele nijverheid telt bijnn 6 pct. personen in de positie A en B, wanrna volgt de mijn- en veen-esploitatie met 7 pct. De percentages voor de verscliillende bedr~jfslrlassengenoemd, geven geen dndelijk beeld van de grootte vnn de bedrijven zelve; daarvoor dient het nbsoluiit aaiitnl personen tot de verschillende lrlnssen behoorende, mede in rekening te worden gebracht. De grootte vnn het gemiddelde bedsijf in iedere lrlnsse is echter uit de gegevens der beroepstelling niet te berekenen, omdnt meerdere persolion aan het hoofd vali één bedrijf kunnen stnan, en dus de deeler, in casu het nnntal bbedrijveii, niet bekend is. Intiisschen komt dit in nlle lrlasseii voor, en zouden dus de verhoudingscijfers van liet nnntal bedrijfslioofden tot hei totnnl der wbeiders eenig inzicht kunnen verschnffen in de verhouding van cle grootte der bedsijven voor de verschillende beroepsklassen, ware liet niet dat de cijfers van de onderscheidene boroepslïlassen den invloed ondergaan vnii de meerdere of mindere mate, waarin in de klnsse-totalen beroepen zijn begrepen die bf zelfstnndig door het bedrijfshoofd zonder hulp van anderen lrunnen worden uitgeoefend of althans weinig ondergeschikt personeel vorderen. Deze omstniidiglieid mnalït ook, dat, niettegenstnnnde het vast staat, dnt in eene lrlasse vele groote en dilrwi,jlszeer groote bedrijven behoeft eeiie voorkomen, het betrekkelijk nnntal bedrijfshoofden toch zeer groot kan zijn. Omgel~ee~d klasse met relatief weinig bedri,jfshoofden nog niet altad dleen uit groot-bedrijven te bestaan, maar kunnen enkele zeer groote beclrijven op de verdeeling naar de positiën in het beroep vnu eene gelieele lrlasse van grooten invloed zijn. Zoo lïomeii bijv, in lrlasse IX in de lederindustrie en de schoeninnlrer~jeen nantnl bedrijven voor waarin betrekkelijlr veel werklieden arbeiden, die toch door cle cijfers niet worden aangewezen, wegens het overgroot nnntnl nlleen werkende sclioenmnkers en lnppers, die zich even goed als de hoofden der straks bedoelde bedrjven, als een persoon in de positie A lieblen nangegeven. En deze omstandigheid lromt in vele andere klnssen voor. Zoo zen in klnsse IV het groot nnntal met weinig of geen personeel weiekende, metselaars (26) ('), timmerlieden (26), loodgieters 23, dakdekkers (64), stukadoors (21), huisschilders (29) en behnngers (27) die het percentsgewgze aandeel der bedrijfshoofden zoo hoog doet zijn (23.1). Klnsse V, in welke het nnntal bedrijfshoofden relatief niet zoo bijzonder hoog is, telt betrekkelijk veel fabriekmntige ngverheid. De vele bedrijfslioofden onder de apothekers (25) de drogisten (40) brengen het percentage op 135, I n klasse 6 is het nantal bedrijfshoofden bijzonder groot in de volgende beroepen die van eenig belang zin : beeldhouwers (29), houtdraaiers (30) meubelmakers (23), fabr. van stoelen (31) ; klompenmakers (51) kuipers (34), bezem en boendermakers (61), borstelmakers (26), mandenmakers (*) De cdfers tusschen hfifikjes ~vizentelkene aan hoeveel hoofden zin.
OIO
der in de beroepen werkzfime persoilèn bedrdfs-
.
(36), mntteninalrers (31), welke bedraven in totaal 70 pct. van het aantal in die lrlnsse werkzame personen arbeid geven. In lrlasse VII, de kleeding~nijve~heid. spreekt uit cle cijfers nergens het bestaan van eenigszius groote indiistriën omdat in bijna alle voorname, beroepen het aantal bedrijfshoofden relntief zeer , groot is: lrleei*malrers(65) naaisters (63), fabrikage van hemden en boorden (46), fabr. van hoeden en petten (30), fabr, van mntsen (80), modistes (57), fabr. van parapluieli (37), fabr. van bedden (19), barbiers (67), Chemische wnssclierDen (20) wascliinrichtingen (42), mangellieden (93) sti$lrinrichtingen (46); d deze beroepen te zamen vertegenwoordigen 98 O/, van het totaal der in die lrlasse nrbeidenden, In de kunstnijverheid, clie in haar gelieel niet zeer belangrijk is (zij verschaft slechts aan 9 van de 10,000 werlrznme personen arbeid), koinon uit den nnrd der zaak weinig bedilijven van eenigen omvang voor. In lrlasse IX bepalen de schoen- en zadelmakers, die samen 92 pct. van de totale in die Irlasse arbeidende bevolking tellen, de percentages ; schoenmnlrers (46) en zndelinnkers (40), Ook in de lederfabricnge schenen nog vele kleine bedrgven te bestaan, althnns het betrekkelijk aantal bedrifsl~oofdenbedraagt daarin nog bgnn 26 pct. IClasse X is in hoofdznak grootindustrie ; bgna alle onderdeelen mijnwezen (0,3), briquettenfabricnge (G), veenderij (a), fabricage van tiirfstrooisel (3), tellen een betrekkelijk gering nnntnl bedrijfshoofden. Ofsclioon klasse X1 in haai* geheel een betieekkelijk groot anntal bedrijfshoofden telt, komen er toch belangrijke bedraven in voor. Het groot nantnl met weinig of geel1 personeel werkende goud. en zilversmeden, blilcslngers, mans vooral dat der fabricage van metanlwaren en grofsmeden, * hebben liet percentage opgevoerd. Goud. ei1 zilversmeden (26), grofsmedeli (27), blikslngers (21), fubricnge vnn metaalwaren (30). Danrentegen hebben enkele andere belangiijke iiidustri8n lage percentages voor de bedrpfshoofden: capsulen-fabricage (0,7), ijzergieterd (1,7). Iii klnsse X11 telt de fabricage van stoom. en andere werktuigen, met slechts 2,s pCt. bedrijfshoofden, uit den aard der zaalr groote bedrijven. Dat niettegenstaande dit klasse X11 in haar geheel toch nog 14 pct. beclr~jfshoofdentelt, wordt verooi*zankt door dat van de overige tot die klnsse behoorende beroepeii (met uitzondering van de vervaardiging van oorlogsmaterieel met ruim 2 pct, bedri;jfshoofden), die samen f 38 pat. der werklieden innemen, de meeste behooren tot zeer kleine bedrijven, De voornaamste daarvan zijn: fabricnge van electrische toestellen enz. (6), fnbricage van rijwielen, waaronder ook de herstellers begrepeu zijn (111, fabricage van allerlei instrumenten (4G), w. o. lrlokken- en horlogemalrers (62) «n fabricage van muziekinstrumenten (22). Klasse X111 met wim 15 pct. bedri;jfshoofden, verkeert in dezelfde toestand als klnsse XII. In de scheepmalcesij met ruim 6 gCt. bedrijfshoofden, voor zooveel betreft den eigenliken scheeps. bouw, komen hoofdznlrelijlc bedrijven van eenigen omvnng voor, terwijl daarentegen de fabricage van rijtuigen niet bijna 19 pct. en vooral de fabricage van wagens met f 43 pct. bedrijfslioofden zoo goed als geheel voos rekening van de kleine industrie komt. Ook klasse XIV is cluidelijk in twee categoriën te verdeelen; de fabricage van papier en carton behoort tot de groot-industrie niet 2,6 pCt. bedrijfslioofdeii, terwijl de papiei*bewel*king zoo goed als uitsluitend in handen der kleinere industrie is: boekbinders (IS), cartonbewerkers (IS), zakkenplakkerij (li), Bij de eigenlijke textiele nijverheid, d, i, het spinnen, weven, bleeken, drukken en verven van stukgoederen, worden de belangrikste beroepen in groot-bedrijven uitgeoefend, De vlasI
:
.
bewerking heeft nog geen 6 pct. bedrijfshoofden; de fabricage van sajet (2,6), fabricage van garens van katoen (0,8), fabricage van wollen garens ruim (6), fabricage van wol en wollen (lij),hierin is begrepen de breierij, veelal huisindustrie, dekens bijna (6), fabilctge van tricot fabricage van zeildoek en linnen (16), *ook hier schijnt veel huisindustrie te bestam, vooral in Noordbrabant en Limburg waar deze industrie veel wordt beoefent en waar 28 p c t , bedriJfshoofden werden geteld, fabricage van katoen en boni nog geen (4), fabricage van jute iets minder dan (3), fabricage van tapijten (4v4), katoendriikkers (0,7), bleeken van stukgoederen (2), katoen en .roodverver$ (g), wolververij (li), appreteeren en sterken (0,4). B i dezei cifers dient. in 'het oog t e worden gehouden dat het drukken, bleeken en appreteeren van stulrgoederen veelal gecombineerd is met de weverij' en dat het sterken met het spinnen verbonden is. Bij de overige minder belangrijke bedrijuen der textiele industrie, als de fabricage van band, koord, franje, passementerieii, watten enz,, wordt meer klein bedrijf uitgeoefend met in totaal 9 pct. bedrijfshoofden. Ook in de fabricage van' touw met bijna l7 pct, bedrijfshoofden moet veel klein bedrijf voorkomen. Zooals reeds is medegedeeld is de gas- en electriciteit-fabricage met resp. 211s en 6 pct. bedrijfshoofden, schier geheel tot den fabriekmatigen arbeid te rekenen. De meest gemengde klasse is wel die der fabricage van voedings- en genotmiddelen. Het hooge percentage der bedrijfshoofden, bijna 25 pct., wijst op het in hooge mate voorkomen van 'kleine bedraven, terwijl aan den anderen kant door de ondervinding wordt geleerd dat er tal van omvangrijke bedrijven bestaan, als broodfabrieken, suikerfabrieken en -raffinaderijen, aardappelmeel- en stijfselfabrieken, cacao- en chocoladefabrieken, zuivelfabrieken, margarineboterfabrieken, branderijen, gist. en spiritusfabrieken, bierbro~~werijenen sigasenfabrieken, Slechts in enkele gevallen, waarbi de productie op kleine schaal niet mogelijk is, spreekt het bestaan dezer grootbedrijven uit de cijfers der beroepstelling, moals uit onderstaande mededeelingen in verband met liet bovenstaande blikt. Pellerijen (li), fabricage van meel (incl. molenaars) (33), grutterijen (27), broodbakkerijen (37), koekbalrka~s(27), fabricage van suikerwerken (16), beetwortelsuikerfabricago (~R/J,),suilcerraffinaderijen (11/1), aardappelmeelfabricage (23/,,), stijfselfabricage cacaofabricage (2'12), chocoladefabricage (dl/,), lroffiebewerking enz. fabricage van verduurzaamde levensmiddelen (111/,), vleeschhouwers (441, poeliers (GO), vischbewerking (19), zuivelbereiding (IS), melkinrichtingen (3), margarineboter-. fabricage (a), fabricage van vruchtensappen en mineraalwater (37), fabricage van alcohol (incl. brandeiijen @j/,), distilleerderijen (17), fabricage van gist en spiritus (l$), fabricage van likeuren (G), f a b i k g e van bier (12). drinkwaterleidingexploitatie (S), tabalcsbewerking (g), sigarenfabricage (g1/:), zoutziederijen (11) Hetgeen hiervoor is gezegd omtrent de onmogelijkheid van de berekening van het gemiddeld bedrijf, tengevolge van de onbekendheid van het aantal bedrijven met meel* dan een bedrijfahoofd, geldt vooral omtrent klasse XVIII, die der landbouwbedcijven, en klasse XX, handel. Hier toch heeft zich eenigermate doen gelden den invloed, dien de op blz. 21 genoemde circulaire moest uitoefenen op het aantal bedrijfshoofden, n.l. de zinsnede, waarin wordt opgemerkt., dtlt vrouwelijke echtgenooten, welke hare mans geregeld in hun beroep behulpzaam zijn, moesten geacht worden eenig beroep t e hebben met een gelijke positie als die van den man. Dat eene geregelde hulp als hier bedoeld wordt, in alle beroepsklassen Iran voorkomen, maar in de landbouwbedrijven en in den handel (winkeliers) vooral voorkomt, is aan geen twijfel onderhevig. In de laatstgenoemde klasse zin het echter ook in hoofdzaak de zelfstandig eene winkelzaak drijvende vrouwen, zoo gehuwde als ongehuwde, die het percentage der bedrijfshoofden hebben opgedreven.
De invloed, welken deze omstandigheid in de verschillende klassen heeft uitgeoefend, bliJkt uit onderstaande cijfers, die aangeven het aantal gehuwde vrouwen, d. w. z, tot echtparen behoorende vrouwen, die in de positie van bedrijfshoofd zijn geteld, waarvan wel (met uitzondering vnn klasse VII, waarin de gehuwde vrouw zelfstandig het bedrijf van costuumnaaister, naaister of modiste kan hebben uitgeoefend) het meerendeel deel uit zal maken van het bedrijf des mans,
'BEROEPSKLASSEN,
. . . . .. .. ... ... ... .
. .. .. . .. . . . . . . . . . . .. .
.. . .
l
-
I. Aardewerk, kalk, steen en glas , , 11, Diamantn~verheid , . . , 3 111, Druklrergbedriven , , , , , , , 1 IV. Bouwbedriven , , , . , , , , 10 V, Chemische niverheid , , , , , , . , , 4 VI. Houtbewerking , . , , , , 22 VII. Kleedinpiverheid , , , , S 935 VIII. Kunstniverheid . , , , , , 10 IX. Lederinclustrie , , , 12 X. Oer, turf, steenkolen , , , , , , , , , XI, Metalenbewerkiiig . , . , , 5 XII, Machines, instrumenten enz,. , , , . XIII, Scheepsbouw, rytuigen , . , , 1 XIV. Papierindustrie , , , , 3 XV. Textiele nijverheid , , , , , , , , 74 XVI. Fnbr. van gas en electriciteit , , , , , , , . XVII. Fabr. vnn voedingsiniddelen , , , , , , , 242 , , , , , , XVIII. Landbouw. 5 093 . , , XIX. Visscheri en jaclit 1 XY. Handel, , , , . , , , , , , , , , , 1 2 913 XXI. Verkeer . . , , , , 1953 , , , , . XXII. Bankwezen , 3 XXIII. Verzekeringswezen , , , , , , Voor de nijverheidsklassen beteekenen deze cijfers (met uitzondering van klasse VII) niet veel, In de textiele nijverheid zullen het meerendeels zijn huisspinsters of -weefsters, terwijl in de fabricage van voedinga- en genotmiddelen de gehuwde vrouw in hoofdzaak voorkomt in die bedrijven, waaraan tevens meestal een winkelzaak is verbonden en hier dus de vrouw als gewoon winkelierster optreedt: vun de 242 gehuwde vrouwen in die klasse waren I1 wafelbaksters enz., 34 broodbaksters, 21 fabrikanten van vleeschwaren en 166 fabrikanten van boter en kaas. Dat deze- vrouwen niet tot den handel gerelcend zin, spruit voort uit het fe$, dat elke producent tevens handelaar is, en, waar hier nu de vrouw eenvoudig den man, producent, als handelaar vervangt, moest zij ook tot de nijverheid blijven gerekend. Voor den eigenlijken landbouw wordt het percentage der bedrijfshoofden 31 waarvan bijna I pct. gehuwde vroiiwen; bij de veeteelt daarentegen circa 40 pct. met 21I4 pct. gehuwde vitouwen. Het verschil van 9 pct. tusschen de beide percentages wordt dus voor circa 8pCt, veroorzaakt door het verschil in grootte der bedrijven en voor 11Ikpct. doordat de gehuwde vrouw in de veeteelt, als vaak belast met het maken van boter en kaas, in meerdere mate dan in den'landbouw het geval is. haren man in zijli bedrif geregeld behulpzaam is,
. . . .. . . . . . . . . . .. . .. . . . . . . .. . .. . .. . .. .. .
. . .. . .. . .. .. .. . q
. .
. . . ..
. . . . . . . . .. .. . . .. . .. . .. . . . . .. .. .. . . .. . .. .
-
-
Ten slotte volgt hier nog in de eerste plaats een overzicht van de verhouding der beide geslachten in de verschillende beroepspositi6n en in de tweede plaats een overzicht vali de verhoiicling der verschillende beroepspositien naar de geslachten onderscheideno
Bij den tuinbouw is het percentage der bedrijfshoofden 40 pct. waaraan de gehuwde vrouw sleclits voor 115 pct. deelneemt, In de boomkweekerij met 26 pct, bedrijfshoofden, lromen slechts 2 gehuwde vrouwen als zoodanig voor. In de zeevisscherij in totaal zijn 22 pct. bedrijfshoofden, I n de zeevisscher~j,zonder nadere aanduiding komen voor 25 pct. waaronder natinurliik allerlei soort van klein-bedrijven (kustvisschorij) begrepen zijn. Voor de haringvisscherij afzonderlijk is het peilcentage slechts even 3 pct. welk percentage echter zeker te klein is, wijl nog afzonderlijk 49 reeders zijn genoemd, wier ondergeschikten hebben opgegeven tot de haringvisscherg te beliooren. Worden deze niede in rekeniiig gebracht dan zou liet percentage stggen tot 11 pct. De oestercultuur telt ruim 13 pct, bedrijfslioofden. De zoetwatervisscheri,i is zoo goed als geheel kleinbedrijf met ruim G 1 pct. bedrijfshoofden. Zoonls reeds is medegedeeld Iieefl; de handel oen groot aantal bedriJfshoofden n.l. SOpCt. daarvan x$n l7 149 of 9'1, pct. geliuwde vrouwen die of zelfstandig of in de zaak der ochtge. nooten werkzaam zin en 12 362 weduwen of ruim G1/- pct, Vooia de verschillende onderdeelen van den handel zin de percentages der bedrijfshoofden de volgende: , . , . f 40 pct, Handel in grondstoffen, , , , ,, Irleedingstoffen , . , . ,, 62 , , ,, voedingstoffen . , , , . . , . ,, 66 ,, ,, , woningartikelen , , , , , ,, 39 ,, ,, papier, boek enz.. , , , , n 33 ,, , ,, luse artikelen . , . , . ,1 66 1, , ,, levend vee , , . , . . ,t 32 ,, ,, andere waren . , . . n 69 I,
. . . . . ..
. .
(het aantal mannen in elke positie op 100 gesteld). p
. . .
A
.
.
.
. .. . .
,j
In de klasse van het verkeer met 31.2 pct. bedrijfshoofdsn is het percentsgewijze aandeel dezer laatste11 zeer gering bij de afcleeling spoorwezen 0.1 pct. Bij hot stoomtramwezen bedraagt het 3 pct, ; bij de oinnibus, paardentram en den diligencedienst 2.2 pct.; bij de stalhouderij incl, de hiiurkoetsiers f l 7 pct.; bij de voerlieden 39 pct. Ook iii liet vervoer te water, d i . de zeevaart en de binnenvaart loopen de verhoudingscijfers der bedrijfshoofden nog d uit een, De zeevaart telt slechts, 3 pct, bedrijfslioofdeii terwijl de binnenvaart tengevolge van het groot aantal voor eigen rekening varende schippers niet minder dan 42 pct. bedi-ijfsl~oofdentelt; in de schipperij als zoodanig ,bedraagt het percentage 47. Bij de posterijen en de telegrafie, die in handen ,van den Staat zijn, is eigenlijk dus slechts 66n bedrijfshoofd, de Staat. Toch stann 1027 personen bij de poster$m en 34 bij de telegrafie genoemd in de positie B. Dit zijn de directeuren van post- of telegraafkantoren en de brievenparde;s in kleine gemeenten, waar zich geen postkantoor bevindt. Eigenlijke onderneiners komen daarin alleen voor als aannemers van postdienst, meestal slochts wagenverhuurders. De telephonie is nog veel in l~ai*ticulierehanden en telt 4'1, pct, bedrijfshoofden, De verschillende doelen van het expeditievak tellen relatief bina alle een groot aanhl bedrijfshoofden, in totaal 29 pct, Bij het logement- en lroffiel~uiswezenis het aantal personen in de positie A en B 'overwegend 75 pct. Het crediet- en bankwezen in zijn geheel telt 25 pct. bedrijfshoofden en het verzekeringswezen 13,2 pct. Voor de ve~~schillendetakken ven verzekering zijn de cijfers de volgende: pct,, zieken- en begrafenisfondsen 61/s, brandassuraiitie 191/* pct, levensverzekering
. . . . . . . . . . . . .
I, Aardeweslc, kalk, steen, glis 11. DiaiiiantnUverlieid . , 111. Driikkersbod~~ven . , . IV, Bouwbeclrijveil . . , . . V. Chemische iiiverheid. , , . VI. 'Houtbeweskiiig . . , . . VII, Kleedingniverheid . . . , VIII. Kunstïiaverheid. . , . IX. Leclerbewerlring . , , X. Oer, turf, steenkolen. , . , U.Metale~~be~ve~kiiig . . , XII. Machines, instrumenten eiia, SIII. Scheepsbouw, s$tuigeii , XIV. Pnpierindustrie , . . . , XV. Textiele nij'verheid. , . SVI. Fabr. van gas en electriciteit , XVII. Fabr. van voedingsiniddeleii
.
. .
.
POBITtI.. IX 11XY BBBOI.:P.
BEROEPSICLASSEN.
. .
d
.
VERHOUDING DER BEIDE GESLACHTEN IN DE VERSCHILLENDE KLASSEN NAAR DE POSITIEN.
. .
,
q
. . , . . . , . ,
.
,
,
,
,
.
,
,
,
.
,
.
. , . . .. . . . . , . . . . , , . .
. ,
,
,
. .
. , XVlII, Landbouv . . . . . . . . . XIS, Vissclieri en jacht . . . . , . XX,Hnndel, , , . . . . . , . XXI. Verkeer . . , . . . , . XYII, Bankwezen , , . . . , , . XXIII. ~erzekerin~skezeii. . . . . . .
I-XVII,
Totaal n~vei;lieidsbedr~veii ,
XX-SXIII.
Totaal handelsbedriven,
,
.
,
,
I
B
8,68 11,26 2,07 1,09 5,97 l,66 200,50 21,211 1,17 2,69 2,55 1,O1 3,56 3,57 27,20 3,85 4,45
0,74 7,14 2,39 0,29 2,31 0,81 147,13
27,57
0,7 1
-
-
0,64 4,90 3,32 0,22 47,16 1,06 35,98 l,92 0,Sl
-
0,79
!1,08 12,40 0,75 0,14 15,29 2,54 120,64 36,17 5,65 11J8 1,49
i1
10,l 12,3 131 094 18,7 2,5 153,6 30,o 3,t6 10,3 l,?
2,09
2,29 2,24 0,15 2,17
2,3 014 15,s 41,9 O,H 496
9,39
5,39
12,39
16,2
2,35
4,45
27,91
2,5
-
0,68
3,74
26,7
-
34,66 6,19 0,24 1,22
28,91 6,06 0,59 2,41
5,55 3,16 1,20 0,72
811 0,s 1,s 12,s
30,94
l7,59
17,26
3,95
120,5
O,64 83,77 20,26 l,54
-
-
3,70 10,88
-
l
0,47
D
2,79 I 0,06 18,04 45,31 0,24 4,96
18,12
0,93
'
1-6-1
Totaal.
PROCENT'SGEWIJZE VERHOUDING DER VERSCHILLENDE POSITIEN IN HET BEROEP IN IEDERE KLASSE BiJ DE BEIDE GESLACHTEN. I
I
BEROEPSICLASSEN.
Is1
. . . .
I. Anrdeiverk, kalk, steen, glas 11, Diainantn$verlieid. , , III. Drulrkersbedriven , IV. Bouwbedsiven , . V. Cheniische nUverheicl VI. Houtbewerking, . , , VII. Kleedingnijverheid , , VIII. Kunstngvorheid. , IX. ~edei~bewerlcin~~' . X. Oer, turf, steenkolen. , , XI. Metalelibewerking .. . . XII. Machines, instrumenten enz. XIII, Sclieepsbouw, rituigen . XIV. Papierindustrie, . XV. Textiele ngverheicl. , . , SVI. Fabr. van gas en ele~t~iciteit . . XVII. Fabr. vnii voedingsmiddelen
.. . . . . . . .. . . . . . . . . . .. . . .
ô,99 7,41 9,13 22,72 13,24 , 29,85 44,09 31,27 44,52 , 7,05 , 23,03 14,22 14,48 10,64 , 6,25 , 0,58 24,46
.. . . . . . . . . . . . . . . . . .. .
.
. . . . . .. .. . . . . .. . . . .
I-XVII.
Totad niverheidsbedriven
XVlII, Landbouw
. .
. , XXI, Verkeer . . XYII, Bankwezen .
,
,
, , ,
,
.
,
,
, , , ,
. . Totaal handelsbedriven .
XXIII. Verzekeringswezen XX-XXIII,
. . . . . , .
, ,
XIX. VisscherU en jacht
XY. Handel
.
,
. . . . . . . . .
t
..
o
. . . 22,6O . , . 32,29 . . . 32,76 , , . 54,23 . . . 25,79 . . . 17,74 . . . 5,70 .
,
. 40,11
VERHOUDING VAN HET AANTAL GEHUWDEN EN ONGEHUWDEN IN IEDERE KLASSE BiJ DE . BEIDE GESLACHTEN, NAAR DE POSITIEN. (het aantal gehuwden op 100 gesteld).
B
C I D
I- A
I
VROUWEN.
I B I C
.0,59 5,53 89,89 1,42 O,l6 1,15 91,27 6,78 0,61 7,43 82,83 17,69 0,24 2,16 74,58 68,64 2,01 15,53 69,221 4,22 0,32 2,24 67,59 22,09 0,43 2,56 52,90 57,48 0,23 4,02 64,48 92,ll 0,37 1 29 53,82 14,56 0,43 2,19 90,34 1,84 0,41 2,54 74,02 34,32 0,55 9,85 75,38 6,24 0,39 3,80 81,43 87,SQ 0,44 5,77 83,14 2,45 0,42 4,98 88,34 4.06 2,17 14,51 82,74: 9,09 1,10 5,79 68,66 23,37
0,04 O,l8 1,36 0,19
0,34 O,46 23,13 1,53 o,% 39,OS 0,12 1,06 0,42 0,59 0,26 0,07 0,30
-
- -
-
1,lS 0,22 2,-S
BEROEPSKLASSEN,
D
-
O , 1 1 0,85 O , 1 1 0,227 9,09 0,49 2,70
-
90,19 92,58 57,82 29,62 56,45 76,73 41,51 77,63 85,08 98,15 64,51 91,64 12,50 96,60 95,56 8l,82 73,44
0,54 4,04 72,82 40,27 0,33 1,41 57,99
I-XVII.
0,93 5,34 60,97 8,30
-
1,98 17,78 26,Ol 72,74 2,58 14,19 5744 64,79 7,10 63,77 11,39 34,04 7,77 69,43 17,10
2,57 19,26 5,41 1,98 10,67 22,55 2,13 46,81 17,02 1,35 91,89 6,76
--
1,44 90,25
2,43 17,87 39,58 70,97 2,45 17,64
8,94
g 6. INDEELING DER BEVOLKING NAAR
GESLACHT, BURGERLIJKE STAAT, BEROEP EN POSITIE DAARIN BEKLEED I N ONDERLING VERBAND.
Nevenstaand wordt in verhoudingscijfers een overzicht gegeven van de bovengenoemde verdeeling der arbeidende bevolking over de verschillende beroepsklassen.
.
.. . ..
.. .. .
.
. . . . .
. . .. .. .. ..
Handel. . , Verkeer . Bankwezen , Verzekeringswezen a
. . . . . . . . , ... ... ..,
Totaal 1iandelsbedrUveii.
-
i
.
. .. .. . .. . . . . . .. .. . . . . .. .
Vrlje beroepen , Bijzonder onderwis Veiqpleging HuiselUke diensten. . Losse werklieclen . In dienst van den staat ,, , eene provincie ,, , ,, , gemeente , , , , weter~chap. a
.
XXIV-Xxxm.
-
$
.
(excl. xxVIII)
~ o t a a generaal l
.
6
. ..
1-1-1-.1.-1
. -
I
-,
1
-- I -- --
I I-I I ,
Wear een * is ingevuld komen geen gehuwden voor. ('1 n n t n n noch gehuwden noch ongehuwden voor,
(l)
1 B
1
O
D
Totaal ~Uverheidsbedriven ,
XXXIII. In dienst van eeii kerkgenootsch.
1-XXXIII.
I*
POSITIE IN HET BEROEP.
..
XY-XXIII, XXIV. XXV. YXVI. XXVII. XYVIII. XXIX. XXX, XXXI. XXXII.
1
. . .. .. . . . . .. ... .. .. . .. . . . . . .. . . . . . .
XIX, Visscheri en jacht. XX, XXI. XXII. XXIII.
B
Totaal.
VROUWEN.
Aardewerk, kalk, steen, glas Diamantngverheid , , , Drukkersbedrijven , , Bouivbedriven Chemische ngverheid , , , Houtbewerlzing . . . Kleedingniverheid KunstnUverheid , Lederindustrie Oer, turf, steenkolen . . Metalenbewerking Machines, instrumenten enz, Scheepsbouw, rijtuigen . Papierindustrie , . Textiele nijverheid . . Fabr. van gas en electriciteit Fabr. van voedingsmiddeleii .
XVIII. Landbouw
,
0,55 0,56 66,59 26,24 0,08 0,15 73,52
POSITIE IN HET BEROEP.
*I I. 11. 111. IV. V. VI. VII. VIII, IX, X. XI. XII. XIII. YIV. XV. XVI. XVII,
I
MANNEN.
t
33,33 206,14
20~46' 64,60 2825,97 376,63 19,59 60,80 913,09 84,98 14,44 * 1000,195,65 66,67
't"
Totaal.
ROEP EN DE POSIT~I?IDAARIN BEKLEED IN ONDERLING VERBAND.
pOSITIEN EN BIJ DE BEIDE G~SLACHTENIN DE ONDERSCHEIDENE BEROEPSKLASSEN.
BEROEPSICLASSEN.'
I. Fabricage van aardewerk, glas, kalk on steenen.
TI, Bewerking van diamaiit en andere edelsteenen en fijne gesteenten,
111. Boek- en steeiidrukkerU, drukken van hout-, koper-, staalgravure, photographie eiiz,
IV. BoumbedrUven (incl. reiniging van gebouwen en aanleggen, onderhouden en reinigen van wegen en straten, oolr gemeentelijke dienst),
V. Chemische niJverheid, fabricage vali kaal*seii, olie, vernis, vet, zeep, ontplofbare stoffen, verfstoffen.
Vr. Hout-, kurk-, stroobewerking, snU- ei1 draaiwerk van verscliilleiide stoffen,
VI1. Kleeding 'en reiniging,
VIII. Kunstnijverheid.
IX. Leder, wasdoek, caoutchouc.
X. Oer, steenkolen, turf,
l885
1883
1881
1876
1563
1848
1838
1833
BEROBPS.KLASSEN,
XXI, Verlreerswexeii,
XXIII. Verxelceriiigsmexeii,
XX-XXIII.
Totnal hnnclelsbedrijven.
'XXIV. VrUe bemepoii. XXV, Oiiderwijs (excl. openbaar ei1 godsdieiiitoriclerw~s). XXVI, Verplegiiig of ver~o~giiig v. oudeli,kraamvrouwen, gel~relrlcigen,invaliden, Irranlcx.
bepaald Beroep ni*beideiideii, XXIX. Iii clieilst v., d. Stt~at(oxcl, posterij, telegr,, , hel~ph0lli13, lnildsdr. e. n. n~vei.heidsbedr.
XXXI, .In dieiist vnii eeiie geineente (excl. gasfal~r., clieiist d. opeilb. werlreii e. a,nij'verh.bedr. YXXII, In dieiist van eeii waterschap.
.
XXIX-XXSII.
Totaal.
XXXIII, In dieiist vati een Irerkgeiiootsclinp of kerlreliJke gezindte. XSIV-XXXIII.
Totnal,
t --XXXIII.
Of~chooi1de verhoudingscijfers der beide laatste paragrafen hare eigene waarde hebben, wordt, onl het in herhalingen treden te vermijden, het maken van beschotiwingexi omtrent de biirgerlijke stants- en
I
leeftadsverhoudingeii. i11 verband iiiet het geslacht en de positie in het beroep, uitgesteld tot het tweede gedeelte, dat eene vergelijking der uitkomsten van de beide jongste beroepstellingen behelst.
I
T WEEDE GEDEELTE. \ '
Vergelijking van de uitkomstin der beroepstellingen van 31 December 1899 met die ,van 3 1 December 1889, (*)
Zooals reeds in het begin van dit hoofdstuk is medegedeeld, is dadelijke vergelijlring der uitkomsteii van de beide jongste beroepstellingen niet mogelijlz. Deze oiivcrgel~jkbaarheidis vnn drieërlei oorzaken het gevolg. In de eerste plants vnn de ongelijke indeeling der beroepsklassen in de beide beroepstellingen waarvan in het eerste gedeelte dezer inleiding (zie blz. 12-13) is melding geinanlrt, ten tweede van eene andere indeeling der leeftijdsklassen in 1899 dan in de uitkomsten vnn 1889 was gevolgd, ei1 ten derde van het i11 1899 wel en in 1889 niet iii rekeniiig brengen vnn het bedrijfselement. Ten einde op het eerstgenoemde punt ~ergelijliban~lioid te verkrijgen, werden de uitkomsten der beroepstelling van 1889 gegoten in den vorm die voor 1899 was aangenomen, Dientengevolge werden i11de eerste de volgende wijzigiiigen naiigebrncht. Klasse I werd in tweelin gesplitst door de diainantniverlieid, als sene afzonderl~lceklasse 11, van de fabnkage vali glas, kalk, steenen enz. (klnsse' I) af te zonderen. Tevens werden bij die iii klasse IX oergraverij klasse I geteld de arbeiders in zandgroeven en de l~iezelg~nvers, die naai*de bouwwnren opgenomen, en afgetrokken de steenhouwers en de m~lensteenscherpe~s, vnkken verhuisden, Uit klasse I1 (oud, nieuw klnsse 111), de dr~lrkersbed~ijven, werden de boelcbindnrs, linieerders en perforeerders gelicht, en overgebracnt nnar de klasse dsr papierindustrie, klasse (oud, XIV nieuw), terwijl de letteigieters naar de klnsse bewerking van nietalen overgingen, klasse X (oud, X1 nieuw). Klasse111 (oud, nieuw klasse IV), bouwvnkkeii en nanverwnnte bedi*ijveu,werd verminderd met de kraansluiters, en de waterleiding-exploitatie die bij de fabricage van voediiigs- en genotmiddelen werden gevoegd, lilasso XVI (oud, XVII nieuw), en de decoratieschilders die naar de lrlasse der kunstnijverheid verhiiisden en verminderd met de gasfitters, die onder de fabrionge van gas voorkwamen (klasse XV oud, XVI nieuw), Nnnr lclnsse IV (oud, nieuw lclasse V) chemische nijverheid, werd gebracht de fnbrikage van Iraai*sen en olie, vernis, vet en zeep, die met de fabricage van gas samen klasse XV (oud, nieuw klasse XVI) vormden, tevens werd de fnbsikage van nsphnlt er nan toegevoegd (zie klasse IX). Klasse V (oud, nieuw VI) werd verminderd met de houthakkers die naai de landbouw. bedraven overgingen en met d e fabrikanten van stroohoeden die nam1de kleedingindustrie werden overgebracht. Uit klasse V1 (oud, nieuw VII) kleedingindustrie werd gelicht de fabricage van hand. schoenen, die naar de lederindustrie, klasse V111 (oud, nieuw IX), overgingen, en werd de fabricage van militaire ornamenten, voor zoover niet behoorende tot de textiele nijvesheid, ovei*gebracht naar kunstnjverheid klasse V11 (oud, nieuw VIII). (*) Vaii vergelikiiip; met de uitkomsteii van voeqere beroepsteiliiigeii is afgezien op groiid der ervariiigeii vroeger opgedafiii (zie de Inleidiiig bevettonde eeii overzicht ven de uitkoiiieteii der beroepstelliiig vaii 1889 zooveel niogelik in vergeliking met die van vroegere beroepstellingeii, bewerkt door de Oeiitrtle Cominissie voor de Statistiek).
.
Klasse V11 (oud, nieuw VIII), kunstnijverheid, werd vermeerderd met de fabrikage van militaire ornamenten. Klasse VIII (oud, nieuw IS), lederindustrie, werd aangevuld met de fabrikage van handschoenen (zie boven) en van perkament die vroeger bij de papierindustrie was ondergebracht. Uit lclasse I X (oud, nieuw X) werden gelicht de arbeiders in zandgroeven en de kiezelgravers, die nnar klasse I verhuisden, de fnbricage van asphalt, die aan de chemische naverheid werd toege. voogd, en de z~utbewe~lzing die een plaats kreeg onder de fnbricage vnn voedings- en genotmiddelen. Iclasse X (oud, nieuw XI), bewerking van metalen, werd vermeerderd met de lettergieters uit de dr~lrlce~sbedrijven en de fabricage vnn timmermansgereedschnppen uit klasse X111 (oud, nieuw XII) ,fabricage van stoom- en andere werktuigen, instrumenten enz. ei1 verminderd inet de fabricage van messcn, de lretelmalcers en mbikkers en de klinlrers, die werden overgebracht nnnr & fabiicnge van machines enz. Bi klasse =(I (oud, nieuw XIV), papierindustrie, werden geteld de boekbinders, linieerders en perforeerders clie, zooals boven reeds is medegedeeld, de drukkersbedrijven hadden verlaten en werd tcfgetrolilren de fabricage van perkament, die bij de leder-industrie werd gevoegd. Van klasse X11 (oud, nieuw XIII), scheepsbouw en rijtuigfnbricnge, werd afgetrokken de fabricage van rijwielen, die naar machinefabricage overging, terwijl er werd bggevoegd de zeilmakerij, die tot de textiele nijverheid gerekend was. Klasse X111 (oud, nieuw XII) werd verminderd met de fabricage van timmermansgereedschappen, die naar bewerking van metalen overging, doch vermeerderd met de fabricage van messen, die vroeger tot de bewerking van metalen gerekend was en rijwielfabricage uit de klnsse betreffende scheepsbouw eii rijtuighhricage, Klasse XIV (oud, nieuw XV), textiel-iiidiistrie, onderging verandering door aftrekking van de zeilmalierij, die tot de scheepsbouw werd gebracht. Klasse XV (oud, nieuw XIV), verlichting enz., werd verminderd met de fnbricage van olie, vet, zeep, vernis en lcnarsen, die naar de chemische nijverheid overgingen, zoodat alleen Van de gasfabricage werden nog weder bleef behouden de fabricage van gas eii ele~t~iciteit. de gasfitters afgenomen om naas de bouwbedriven te worden overgebracht. Klasse XVI (oud, nieuw XVII), werd vermeerderd met de zoutbewerking uit de klasse X (oud). Oergraverij enz. en verminderd met de boterboeren, die naai* de landbouwbedrijven werden overgebrncht, B3 klnsse XVII (oud, nieuw XVIII) werden de boterboeren gevoegd (zie boven) en de houthalilrers uit de houtbenwrkiiig. Klasse XVIII (oud, nieuw XXVIII en XIX), landbouw, visscherij en jacht, onderging geene wiziging, I
'
--
--u
1
5,
18-22
4
3 jaai*, 13 15 17 187S11877 1875 1873 d .ei1
BEJEOEPSKLASSEN.
q-
,g later 1187611874 A3
1873 ----1
23-35
1871
186G -. 1854
--
1867
--
-.-- - -."-. ; ! j ( )
1853
-
1839
L E E F T U D E N E
-
ll 51-60 I / 1838 -.
/
1829
P -
.-l.
6
B O O R T E N J A R E N . -bone- 12 I 14
-.
' _-
1 S24
------ -
p
.
,
11. Bewei.lriiig vaii cli siiiant ei1 andere edelsteeneii en fijne gesteeuten.
111, Roek- en steendrulrkor~, drulrken vsii hout-, koper-, stanlgravure, photograpliie enz, Totaal ,
. .
Totaal
.
,
,
V, Chemisclie ntverheid, fabricage vRn lranrsen, olie, vernis, vet, zeep, ontplofbare stoffen, verfstoffen, Totaal
.
.
VI, Hout-, kurlr-, stroobewei~lcing,enfl- en drasiweik van verschillende stoffen. Totaal
. .
e
VIT. Kleeding en reiniging.
l)
Totnal
.
,
Wnir.>rbn 9 gehuwd. ') Wani.vttt~ 1 van oiibebiidm IseftUcl.
l)\\.narvan
1 gehu~v(.
i)
Wnt~yonller8 vnii enbekolldell leeftijd.
---e
--
1867
23-35
36-50
1866
-
1853
1854
1839
l1 1
51-60
61-65
1838
-
1828
66-70 1823
1829
1824
1819
A
V R,O TT W E N.
I. Fabricage vali aardemerlc, glas, lrsllz en stettnen. ,
I
1828
MANNEN,
Totaal
16
b)
i
\Woarv~i4 8 ~ ~ ' ~ ' ~ '
-
-
71
,, clae~On T 0 T A h L.
e11 vroeger,
-
L E E F T I J D E N
b
E
beiie-
12
14
''
.m .%
en
-1-
3
VIII. ICunstnjverheid,
. .
,
Totnal
.
,
Totaal
,
,
,
. .
I
Totnnl
i 1
1
IX, Leder, wasdoelr, caoutchouc.
l
l
Y, Oer, steenkoleil, turf.
.
i
I, I
SI. Metalen (bemerking van),
l
l
Totad
r 6
I1
SII, Vervaardiging van stoom- en nildere werlrtuigen, instrumenten, oorlogsmaterieel.
:l
Totaal , ,
,
1 l,
I
iI
i
1i
SLII. Sclieepsbouw, vervaardiging van rutuigen. ,
,
Totaal
.
, ,
,
SIV. Papier,
Ir
1
Totaal
1)
Wnarvan 1 gehuwd. 9 Wnarvaii 1 v m
18-22 1871 1867
28-35
36-50
1866 1854
1853 1839
-
1
51-60
-
1838 1829
iater. 1876 1874 1872
rn
.
16
2 den of of of l2 13 15 17 3 1878 iaar* 1877 1875 1873 d -
BBROEPSRLASSEN,
l
l
B -
oi~lelrencle~~ leeftdd.
MANNnN.
6
E
B O O R T E N J A R E x bene- 12 j 14 16 'len of of of 18-22 " 13 15 17 T O T A A L. 18,877 18751873 1871 -- 1867 -- l:i;r, 1976 1874 1872
{y*
23-35 1866
36-50 1853
51-60 1835
61-65 1828
1854
1839
18Q9
1824
-
-
-
-
-
VltOlJW E N ,
66-70 1823 1819
-
71
,,
c l a ~ ~ f T~OnT b A L . en vroeger. p -
-
I"
z
V1
MANNEW,
V 1%O IJ W E N,
XV, Textiele iiiJvei.lieid. Totunl
S
. .
,
XVI, Fnl~ricagevan gas ei1 eleotriciteit Totaal
. . .
Totnnl
Totaal
a
.
. . . 17
XIX. Visscherg (incl. visclikweelrer~en
. .
1093
- - - - - - - - 1, 1 - - -
juclit.
Totaal
4853
.
- 1 -
-
v
-
-
-
-
-
- ,
A
22
26
XX. Wareiiliaiidel (incl, tussclieiihni~ilel, cominissiehaiidel, malrelaarc1U en verdere htilpbedriven van den liuidel Totnnl ,
.
\
..
1) ~ n a r r n i i8
10) Wnnrrali
i~
. 18 geliuwd. 7) Wo'arvnii 4 inet oiibekeiiclen leeftucl, 9 Wnarvttii 6 met oiibekencleii leeftUd. u) Wsnrvaii 2 met oilbekencleii leefticl, W n f i r ~ l 6i gehu~vd. 17) Wnnrvhli 10 g&na
--
-
1 .l ee bene-
p
;t d
3 den J l2 13 1s 17 3 j,,ll, 1877 1875 1873 1878 - - -'en
,iater. 187U 1874 1872
BEROEPSKLASSEN.
Q
18-22 1871
-
1867
23-35 1P66 1854
36-60 1853
-
1839
-----
1
51-60 1838
-
1829
P -
MANNIIN.
61-66 1828
I
68-70 1.823
i
43
EBOORTEJAREN. beiie- 12 deli of
1 71 ,, a'$'~~il
en
1
TOTAAL.
14 16 of .of 18-22 l2 IS 15 17 1871 1878 1877 1875 1873 1867 I ~ ,1876 . 1874 1872
-
23-35 1866
36-50 1853
51-60 1838
61-65 1828
66-70 1823
1854
1889
1839
1824
1819
-
-
-
-
VROUWEN.
-
71
f
d a ~ ' ~ en vroeger,
T O T A A L. ~ l l
-
4
XYI. Verkeerswezeii. . .
XXII. Crediet- eii bniikwezeii (incl. geld-
a
en effectenliaiidel),
..
Totaal
,
8
YXII'I. Verzelceringswezeit.
.
Totaal
XS-SSIII.
.
,
.
Totaal lio,iidelsbeclriven. .
.
Totaal
..
. .
XXIV. Vrie Beroepen,
.
.
.
iii een bepaald beroep ~rbeideiiden. XXIX. Iii clieilst v.cl.Staat ( i n ~ l , ~ o steleg., t., teleplioiiie, landsclr. e. a. ~iive~heidsbecl~.)
YXX. '111 clieilst vaii eeiie provincie. XXYI. In clieiist v. een gein, (excl. gasfal~r,,
--
dienst der opeiib.ael.ken e, n, iiivel*li,beclr,)
SSSII. 111 clieiist vau eeii waterschap,
!
I
1) ~ r u r i ~ v S s igehuwcl. 2) Waarvan O geliund. 8) Wnnrvnn 8 gehu~vcl 4) Wnai.vnn 2 met onbel~eiiclenleeftijcl. 9 I\Tnnrvn,n 4 i11et ollbelrellu~n O) Wfifltrvall 1 gehuwcl. 1 ) Wnnrrnii 2 gehuwcl. 9 Wanrvui 12 gehowcl. 0) Wnnrvnn 7 met onlekeiiclen leeftid. l a ) Waarvrwi 8 met onbekeiideii leeftjcl. 11) \Ynn,rvoii 1 loet onbekeiiclen leeftUcl. 121 lI~nni+niiib inet onbeienclen IeeftUcl. 18) Wnaiavaii 3 niet oubekeilclefl lceftub " Wnnrvnil ii Efehu~vd+ In) IVnnrvnii 3 gehurcl. 10) \Ynorvnn 4 geh~i~vcl. 1,) Wnarvnn 13 gehuwcl. 19 Waarvan 8 gehuwd. 19) Wnhrvan 17 liiet oiibokeiicleii leeftijd. 20) Wnnrvnii 22 iiiet oiibekeiicleii leeftUc1,
- .. -- -
,
-T
- .
.
-.- -
-- -- - --
-- ---
Oi den a
14
of of of 13 15 1 7 g ,j&k~l,. Ijig,1S77 1875 .- 1573 C o, lfiter 1876 1874 1872 '2
18-23 1871
-
1867
'ril
XXXIII. Ir1 dienst van eeii Irerlrgeiiootschnp of leerlrel~jlsegeziildte. SXXIV. Gepensionneerden (uit openbnre, kerkelijlra of particuliere kassen).
)1
/ o . l o ,/ o.
- 1 14 1, 24 (
76
-
p
16
-u
141ö,
-
---
11l
P -
L E E F T I J D E N EN GEBOORTEJAROEN.
!o+belle- 13
BEROEPSKLASSEN.
.-
-.--
18-35 1866
-.
1854
o. I G, I o,
1 1 392 3
36-50 1853 1839
-
/
71
51-60 1838
61--65 1828
-.
1829
66-70 en dmrbown 1818 1823
-
1824
1819
en vroeger.
p -
MANNEN.
I a, I o, I
1
-- ---- ---G. 1 0 . l C f /. o . I
I
I
XXXV. Zoncler beroep.
1854
1839
--
11 1
51-60 1835
61-65 1828
1829
1824
-
66-70 1828
l
71
dariirT O T A AL. 1819 ei1 vroeger.
B
I * a
/
I
-
36-50 1853
a.
1593 89 1609 1124 l
23-35 1886
VROUTVEN,
516 P526 11007 11425 706 l730 235 1345 /lp7 237
-1
'l! O T A b L.
18-22 of 13 15 17 IsTl jnfldr.1g77 1875 1813 1878 -1567 1t1?Lr,l18761874 1872 --
I
1031i 37 i --
i n i 13139
/
-4113 583703
I -XVII, N~verlieidsbedrijveii. XVIII. Landbouw. XIX. VisscherU en jaclit, XX-SXIII.
Handel en verkeer,
XX1V.-XXXlII
(excl. XXVIII) Atlilere
XXVIII. Losse werlrliecleii, Algerneem totaal I-XXYIII,
*)
l) Wfimuan 12 gehilsc1, qw ~ 11 l n ;o ~ollbel<enclel~ ~ ~leeftijcl.~ 8) TVnxrvan ~ 44 ~ iirot onbaitenileii ~ Ie~fbijd. ~vfifil'vnll210 Whuwcl* '1 Wonx..vnn (I m& on~ekeill~ellleeftill, 10) mnayvaii 9 gehuivcl. U) Wanrviii 8 ineh oiibckanc~enl ~ e f t i ~ d" 1 WmwvfUl 5 lilet WfWl'vllJi 22 ]net 23 lnet o ~ ~ ~ ~ leefticl. ~ ~ l l cia) ~Wnarvtln e l ~ 9 gehuwd, 10, ]vfl,arvthli 13 gchu
el<~lldell leeffid vei.rchilleli clezer totnlcil lllct die t e l)e~*el<eile~l uit (La gegevens der ,,Iiileicling" vin 1880, op blz. 88/87, vergeliilre men *) voor O)
l
L,,
Ofschoon uil in deze tabel de beroepsclassificntie gelieel gelijk i9 nnii die in 1899 gevolgcl (behoudens wellicht enkele iiitzoiideriiigeii, anarop later zal wordcn gewezen), zijn deze hlassetotalen nog geeiiszins vei*gelijkbaar met die cler uitkomsten van de bei*oepstellingvan 1899 en dat, w81 bij de telling van 1899 wel en bij die vnn 1889 geen rekening is gehouden inet Iiet beds~fselemeiit (de hiervoor genoemde derde oorzaak van onvergelijlïbaai~heicl),Wesden in 1889 d e gelijknamige beroepen, onverschillig in welke bedrijven zij weiaden uitgeoefend, bijeen genomen, in 1899 werd elk beroep, echter onder zijn eigene benaming, afzonderlijk verantwoord bij het bedrijf waai.vit.11het deel uitmankte. Deze omstnndigheid maakt, dat, om een voorbeeld te noemen, in 1899 in het algemeen totaal van klasse XVII (elke andere klasse van naverheid, handel of verkeer vei*keertin eane sooiltgelijke positie), niet alleen zijn begrepen de fnbrilzmten van voedings- en genotmiddelen e r het personeel dat die industrie als roodaoig beoefent, gelijk in de telling vnn 1889 het geval s a s , maar dat daarin ook zijn medegeteld timmerlieden, metselaars, smeden, schilders, blikslawrs, kuipers, kistenmakers, dcbozenplalrlrers, boekdrulckers, ktintoor. en inagaz$nbediendeii en beoefenaren vnn nog vele andere beroepen, die in de fabricage van voedings- en genotmiddelen werlzznam zijn. Dat in rekening brengen van het bedr~fselernent,mankt niet nlleen dat de klasse-totalen in 1899 met die hierboven verkregen nog niet te vei.gelijken zijn, manr dat ook de cijfers voor vele beroepen, in 1889 en 1899 afzondei*l!k genuenid, niet vergelijkbaar zijn, met name dic beroepen niet, die in de telling van 11109 meer dan eenmnal zijn genoemd onder ver
nicl olibelrcnilcn leeftid. O) W i ~ l ' v i n40 niet ol~bclceiic~ei leefticl. 7) Waflarrali7 inel onl.~eken~le~~ leefticl. 8) W ~ l ~ v a l2l met o l i ~ e ] ~ e l lleen$, ~~li p e l i ~ ~ d .l<) Wfl~lhl'v~n4 niet oiil>ekei~clcnlceftijcl. 16) Wnarvtt,ii 10 gehtiivd. 10) Wnarvaii 1'7 ineh o ~ b e k ~ l ~ cIeeqc,. ~ell 1,) wiirvan za) W ~ ~ t l44 l lge~l~l\~Cl. 25) FVi'nl~vna26 met onbek. leefed. u) Wiinr~nii311 met oliljrlr. leefbid, 26, ~ r f i ~ l l >15 a ~gehuwcl, l Z O ) Wnnrvnn41 geho,vd, gegevana behoort.
schillencle beclrijven. En dat de verschillen clienanngaancle in vele gcvallen niet gering zijn, inoge uit een paar voorbeelden blijkeil. Bij de bou~v\ralrlieiiworden in 1899 bij clc mannen geteld 62 455 tiiilnlerlieden en 23 461 h~iisschilders, ternlijl rnet cle tiiiiii~erlieden en schilders in andere bedsijven verantwoorcl, iii het gelieel 63 783 timmerlieden en 24 468 huisschilders werden geteld. ??:last 42'71 ltuipess in de hodtbewerlring stnnil nog 954 I;uipei*s in andere bedrijven. Nog stei*lter is het verschil b4 de smeden, die in de bewerking van iixtalen voorlioinen tot een aniital vnn 23 429, terwil er zich in het geheel 25 633 als sinecleii opgnven. Het kantoor. persoiieel verschaft Iiet lileest sprekende bewijs, Iu da vrije beroepen staan slechts vermeld 2707 boelrliouders, scl~rivers en lrlorlzcil, wielh getal lilet die uit de ancleibebedraven tot niet mincle~*clan 20641 stijgt, Teneinde nu in de eerste plnats een2 vcrgelgkirig van de cijfers der enkele beroepen van de telling van 1889 met die clei* telling val1 1899 niogelijli te mnlzen, worclen, dans het in overeenstemmiiig brengen dei' cijfers van 1880 met die van 1899&voor iedere bedrijfsgroep, wegens gebrek aan gngevens niet mogelijk was, de cijfers van alle~eroepaiiin l899 van gelijken naam geteld, bij elliander gevoegd en gebracht in cle lrlnsse ~vnariiihet beroep,oncler zijne eigeile bennming zelfstandig voorlroilit, Vnn 134 beroepen biij de inaiinen en van 40 beroepen bij de gevolge dc cifess veilanderen, z9 vin den hieracllter eene plaats.
! l
I
LEEFTIJDEN
EN
GEIBOORTEJAREN.
I
I 8L'1
LEEFTIJDEN
Bernepeii die a beiie- I'>, 4 16 (len mizigingeil onder- 3 12 of of of 18-22 c . l3 l7 gingeil, .B 1887 1885 1883 1881 I G
-GEBOORTEJAREN.
EN
--
J
23-36 - 1876
1% E:
-
51-60 1848
36-50 1863
-
Loodgieters,
Xetselnars.
- -l - - - - - - -
w . - - - - - -
--
Opperliedeli.
l
-
l
-
l - -
80 796 1577,750 1998215 S63
I I
I
I
Steenliou~~~ers.
Timmerlieden.
Be1iangei.s.
Pleisteraars (stucadoors).
Sc11ildei.s- en glazcliinkers.
Aai.d\verkerg..
Ytmntmal<ers.
I
'j \vaarvan 1 gehunJ,
P) Waarvan 2
gahuwd.
3)
Wiiarvan 1 iitet onbekenden leeftid,
61-65 188s
66-70 1833
-
71 e,.,
1828
TOTAAL,
& 121
L E E F T I J D E N nx G E B O O R T E J A R E N ,
I
LEEFTIJDEN
121 PI i
Beroepen die ~vGzigingeiiondergirigen,
gz 'beiie. 12 14 16 cleii
of
of
-
A. Mannen*
R
Bitipers
Witwerlrers
/
18-22 i l2 l5 l7 I881 d jaer, 1887 1886 1888 1888 I ,o! ei1 1877 +jleter, 1886 1884 1882 8 O. O, o. I O. G 1 O a
of
1 l l - -
D
3 l61 253 255
A B
-
C -
D
--
h--
-
-
-
/
-
--
-
1
- - --
1
1
1
28-35 1876
EN
GXBOORTEJAREN,
36-50 1863
81-60 1848
-
61-65 1838 -
1849
1839
1836
-
-
1864
G, 1 O 1 G. 1
. 1
1
G
1
O
-
l'3g G. 1 0 .
I
4 2 5 1 1
-- -
1
4
13
3
--
-
1
-
3 1 8
3
3
2
5
. - - - -I 1 - .
-
-
-l1
-
4
l - < - - -
15 1
-
67 -
7 23 v
-
1
1
-
- m
Borstelmnlrers
1
5
1 1 7
23
-
-
- -a 4 -5 - - -1 -
A B -
l)
-
13
1 -
6
2
I -
12 -
2 e
2
9 -
2
-
63 1 1 41
17 1 1 60
133 '1 4 156
-29
281 2
68 1 4 547
--231
4
5 -
276
18 1 19 2 290 -- - -- -
68
20 361
14 706
l
-
1
'L
-
-
81 1377 14 230 20 68 4 68 4 76 6 3 4 l - l - - - - 3 1 8 3111 1 4 l - ~ - 1 1 c D 5 110 l218 ,255 14 475 296 394 337* 76 104 14 42 , 10 22 3 38 -
-
-
-
28 253 3
-
1
B - -- - - - C .e .- - - -- D - 19 13 12 13
-
h - - - - - - - - 1 B - -
C D A -
3
-
-
7
-m
1
-
1 7 13
7
-
8
--
v
-
1 4
- - - -26. -73
4
2
4
1
3
1 1
d
-
-
-
-
-
- - . - - 1
--
159
1 80
1077 7 34 853
1941 7 9 1560
19
4 1
l
68
-1'
1
l - - . - - - - -1 - . 3 1,
- -- - - - - --
Waarven 1 met onbekenden deftid.
-
-2 25
la li
3082033 11392916500 l697 176 892 87 583 49 607 40 8631 3 , 5 3 9 1 4 7 3 2 - 1 1 24 O - 2 6 4 27 102 103 126 l6 291 3 10 l j , 1 P 4 276 L) 16 460 1062 1325 64 3199 1602 2358,1503'344 566, 88 332 30 136 13 120 14 4213
B
p
'CVaervnii 1 gehuwd.
-
1264 l72 4 5 50 15 1844 1871
---..-
A
l)
M
l
-
2
I{leei.iiiakers
3
47
1Clirlzeilsii~ders
KLASSE VII.
-
l - . - -
8 IS3 142 140 137
lloutbereiders
9
-1 -3 -1
- - - - - - - - -
n
1 ~~!hiiivil.(o~~gh~~wil
-1 - --
3
l~ietmattenmakers
G. j O.
8
-
~nnclenmakers
e11 vroegen
I 52
1 5 1 3
TOTAAL,
1828
394 38 32l 37 l45 l8 i14 8 li4 2 1 2 - - l - - - - - l 1 1 3 1 1 2 0 1 1 1 S S - - 23 603 763 436 G26 113 287 34 72 7 46 3 29 9 175
Beeldliouwers
Houtdraaiers
clfierboven
-
o. I
G.
7en1
66-70 1833
-
a
/
2830 51 159 S908
LEEFTIJDEN
EN
GEBOORTEJAREN.
1 $1
LEEFTIJDEN
EN
GEBOORTEJAREN.
I
I tl
I,
Waarvan 1 liiet onbekeiiclen leeftid,
1)
Waarvnii 2 gehuwd.
LEEFTIJDEN
EN
GEBOORTEJARZN.
1 k\
LEEFTIJDEN
EN
GEBOORTXJAREN,
A. Mannen.
Nettentnanders
KLASSE XVII. BIoleiiaars
Slagers
KLASSE XVIII, l
,
Tabaksplanters
Veehouders
Schaapherders
-
-.I /I
I
l)
Wnnrvaii 11 gehuwcl.
9)
Waaroiider 1 vnii onbekende11 leefticl.
9 Wttaronder 4 vnii
oiibekendeii leefC~c1,
-LEEFTIJDEN
a
EN
GNBOORTEJAREN.
'1 waayonder 1 van onbelcenden burgei*lUkenstaat.
2)
Wnnrvan 1 vn~ionbekeiiclan leeftdd. e
:l)
Waa~*oncle~ 2 van onbekenden leeftid.
1 6:
Ee
Beroepeii die wijzigiilgeii ondergingeii.
a
Q)
2O
A, Mannen*
h
D
&l
L E E F T I J D E N n~ @ E B O O R T N J A R E N .
14 1 16 of of of 18-22 l2 l3 l5 l 7 1881 jnnr. 1887 185% 1883 1888 e11 187'7 lfitel,, 1886 1884 1882 -cleii
- 1
/
/
I
1
23-33 33-50 1876 1 1863
51--60 61-65 1848 1838
i i o . ~ o . I o . I o . ~ o . ~ o . ~ a o. .~l ao. .l o~. ~ . .a-
184.9
1801
1839
,,, clnnl'boven en vroeger,
-
G./o./G.Io.
-- I -
8
-
1
--
-
l
1 3 -
-
C
-
-
- . -
D -A -
9 -
1
-1
- l 9 - - - - Pnlcliiiiskneclits
'
--. - --
- 2 -
I / -
Omroeper5
-
-
-
C .-
.
--
D - - - - - 4
B -
Wegers
"j)
--
--
-1-
1
A
3
6
3
-
-
3
1 2
1
-
1
-
8
2
1
ia -
7
-.
5 . -
-
S - -
-
1 32
1
_
3 -
- --
3 l - -
71-
1 l - - - - -
-- - - _- -. 7
Tesnteurs
D
- -- -
b B Telefoonbe~~mbteii C -
d
D KLASSE XXIV. Toonkuiistelianrs en organisten Scheikundigen Tolken Kaiitooïpersoneel Admiuistreteurs KLASSE XXVI. Suppoosten in gestichtbil KLASSE XXVII. Dieiistbocloii KLASSE XXVIII* Losse merlrliecleii 1)
-
~ L n r v n i i1 gehuwd.
e
l
5
--
--
.-
--
-1-
- - - -- . -- 3 1
-
3 9 l6 12 12 10401840
-
b
w
-
r/3
G 4
B
3
-
s - - - - -
-
I
- 1 47 5
3 1 8 -
76 100
II
d
71
-
Steeildrulclrers
KLASSE IV, Loodgieters
1 4
5
-
1 l1
4
d
3
762 593 - S6 60 7 9 7 98242 15811 4 349 307
KLASSE Vl.
KLASSE VII.
O/
31 253 70 123 41
6 1372 454 688 1764 239 496
34
l3
89 217
17
G
32 137
l 67 292 749 425 3360,68213364,98111261 4396 389 1584 108 898
2)
-
24 2 -.2o 42
e
I
I
l 25 1
KLASSE 111.
4
I
-
---
-
14 42 13 194 283 253 332 65 99 13 38 2 18 Y 10 4 3 2 2 0 1 7 2 1 2 3 8 8 3 2 3 - 1 1 1 2 1 2 3 3 1 2 l - - 6 233 1344 ziss< 50 5774 3658 5076'3919916 1467 BOS 443 40 233 19 159 - - - a 16 106 140 49 59 7 16 4 16 2 13 4 1
110 5 -. 4
--
Glasblazers
w
6 1 1 (i
B
-
KLASSE I.
5 ) - -- - -1 - - 13 2 - - - 44 as 1 86 42
-l-
M
--
-
I
23 4 142 115
9
2 -
-
159 9 108 81
-
M
B
12 14 16 1 of of of 18-28 12 l3 l5 l7 ,janr. 1881 1888 I887 1885 1883 dan
a.\o.Iad~a.lii~~gt~~~~\~iid.
1 6 3
-
TOTAAL,
1828
1'29
1834
Beroepen die nazigingen onderj gingen, .g B. Vrouwen,
71
66-70 1893 -
LEEFTIJDEN
e beiie2
...-p
i
Wsnrvnn 1 met onbekeiiden leeftid.
9
8
19 109
4
i69
53s
Naaisters
13 2183 1175Y
46 648 23 23594' gehuwd,
m
IYanrvaii 1 gehiiwci.
23-35 1876 -
EN
86-50 1863 1
-
GIGBOORTEJAREN.
51-60 1848
-
61--65 1838
--
66-70 1833
-
7en1 clnnrboven
1828
TOTAAL.
I &l
J
1)
Waarvnn 1 gehuwd.
LEEFTIJDIZN
EN
GEBOORTEJAREN.
&i
LEEFTIJDEN
Z betie- 12 14 16 Beroepen die 2 den O E 18-22 wijzigingen onder- t 12 d 13 15 17 1881 gingen. .s 1887 1885 18831 -
EN
GEBOORTEJAREN,
ril
23-35 1876
-
36-50 1863
51-60 1848
-
61--65 1838
--
66-70 1833 p
71 en daarboven
1828
TOTAAL,
1863
A
i
Kooksters
B (-J
D
i
1
A
.Koffieverleesters
B
-
.
2
1848
1 10 l 2 -. - -- -- - - - - - - - - l 1 B - - - - - - - - - - - - -- 2 - 2 1 2 4 2 2 2 1 - 1 2 -1 -- - - - - - -. . , - - - .- 1 -
-
.
-
1
3
w
4
-
-
3
d
-
l
-
1
l
10
-
KLASSE XVIII. 35 (j
- - -- - --
D-- 3 . 3 1 8
A D 4
-
- -
-
1 1 9
l
-
- 1 -
1 1 1 1 6
-
I3
2
7
1
3
9
15
7
16
59
1-
814
18
1 2 2
-
102
24
1
-
13
-
- -
d--'10
2
1 1 6
3 1 7 2 7 -
KLASSE XX.
KLASSE XXI. .
Telefoonbeambteiz.
nc
-
A
-
B C D -
-
-
-
-,
-
-
1 -
-
- -
- -
-
2 d
1 -
6 -
2 -
- -
2 I
- -
-
--
l - - - - - - - l - - -
KLASSE XXIV. l - -
2
2
22
-
614 11 2512 30 976, 36 395
8 104 12 74
6
11
61
KLASSE XXVII. 253'4012 13271,ll4lP 187 0024s2790 68888 b721 18748 3989 4289 1598 1.201 1068 645 786 455
103 4 ~ ~ '
verstrelrte iiiededeeling, in 1889 stellig dnartoe zijn gerekencl; Uit. cle iiieiiw gecoiistr~iaercle cijfers der beroepen welke in meerdere bediviven werden uitgeoefend met clie welke slechts eenmnnl in de uitlromsten der telliug zijn genoeind, zin thans voor 1899 lrlnsse-totrilen berelrend clie, belioudens misscliieii enkele verscllillen, vergelijlzbnnr zijn niet die voor 1880 berekend, en hiervoren vermeld, (blz, 212 vlg), Die verschillen ilioeten oiltstnaii z811door verschil iu zi6nswiijzebij de clnssificatie cler beroepen i n 1889 en 1899. Al stond toch ter beoordeeliiig voor de bewerlri~igder telling van 1899 eene lijst vnn vooriinnie beroepea, niet nnilwijaiug der lrlnsse wntirin zij voor de telling van 1889 waren geclassoerd, volledige lijsten vali alle beroepw, zoonls hiericliter als bijlagen zijn afgedrukt, ontbrrtlcen, zooclirt voor vele be.soepen niet lion wordeii iingegmn of die incleeling bb de beide tellingen uniform is gescl~iecl.Intusschen kunnen clie verscliillen in hoofclznnk slechts beroepen betseffeii met weiiiig
1 &I- 1 belle- 12
14 of of l2 , LIL^. 13 15 1885 1888 1887 1884 in?:,-. 1886 -
I
:
---
öl
en stesiien.
..
Totaal
Totnal , ,
.
111. Roelr- en steeii~lrulrlre~~, clrukkeii veil hout-, koper-, staalgravure, pliotographie enz.
. .
Totaal
e
Totaal ,
..
Totaal ,
..
. .
Totnal
,
VII. Kleeding en reiniging, Totnal l) Waarvan
1 gehuwcl,
fl)
LEEFTIJDEN EN#GEBOORTENJAREN.
-
. . . Waarvnii 4 gehuwd,
1
16 of 18-22 17 1883 1882 - 1 1877
'
-
, i
28-35 1876 1864
1
'/
i
36-50 1863
-
1849 VI
i H YI
51-60 1848
-
1839 LY
~!l
1-4,
GBL
71
1838
-
1E33
1828
1834
1829
61-65 1
1
----
-
belle- 12 c'en of
en
en 1vroeger.
m
T OT A
A L.
14 16 of of 18-22 17 .I2 15 13 janr. 1881 1853 1885 1887 1888 - 1877 I586 is84 l 8S2 & :i .
23-35 1876
-
1864
I
36-50 1863
51-60 1868
61-65 1838
66-70 1838
1849
1839
1834
1829
-
-
VROTJWEN.
-
-
7l
,,
cln!$~~" T O T A A L . ei1 vroeger,
--
I &I'
':f:
f '~ - - & -
BEROEPSKLASSEN.
J
~bil
.L,
22
J
~jirnX.
-
lgy.
VIII, KunstnUverheid, Totaal
.. .
1X, Leder, wasdoek, cnoutoliouc. Totaal
,
..
X. Oer, steenkolen, tiirf. Totaal
.. .
XI. Metalen (bewerlrilig van),
UI, Varvaarcligiiig vali stoom- en andere .rverl;tuigen, iiistrumeilten, oorlogsnia terieel, Totaal
--v
...
XIII. Sclieepsbouw, vervaaidigi~~gvan rUtuigeii.
XIV. Papier, Totaal ,
. .
w
-
LEEFTIJDEN
-.--
l,
1888 1887 i ss:, i883 $ -- 1SSG 1884 1852 1 PI ,S
I
----
18-22 1881 1877
1/ /
--
w
E N L E B O O I ~ T E N-J A R E B . .---.-e
_--P--
'23-3L 1876
-
1864
1
1
1
36-50 1863 1840
51-60 61-Gb 184.8 / 1835
1I
1690
MAN NEN.
18'34
beiie- 12 clel1 of
90--50
I
1849
1
p -
14 16 of of 18--22 18 15 17 1885 1883 1881 1888 1887 -. 1877 ?;:.i 1886 188411882
23-35 1876 1864
I
w
51-60
61-65 1838
-
1839
1834
68-70 1838 .
-
1829
7l
,,
d"&y TOTAAL; e l1
vroeger.
I &8 bene-
12
14
16
2 den of of * l2 13 I5
of
17 cr] 1888 junr. 1883 1887 1885 --
BEROEPSKLASSEN.
14
en
- -
o inter. 1886 1884 'd
1882
18--22
23-35
36-50
51-60
IsSI
1876
-
1863
-
18.18
61-65 1838
1877
1864
1849
1839
1834
-
-
66-70 1833
-
1839
h e - 12 14 16 den la of of of 13 15 17 janr. 1887 1885 1883
1888 I$,,
- - -
1886 1884 1882
71 18-22 1881
23-35 1876
36-50 1863
61-60 1848
61-65 1838
66-70 1833
1877
1864
1849
1839
1834
1829
-
-
-
-
-
,,
day8"2"gn T O T A A L. en vroeger.
VROUWEN,
XV. Textiele niveiqlieid, Totaal
. .
Totaal
. . .
XVII, Bereiding vnii voedings en geiiotmiddelen, Totaal ,
I-XVII.
. .
Totaal NiJvei*lieidsbedrUven. Totaal ,
. .
XYIII. Lanclbou~vbecliliJveii, Totaal
. .
,
Totaal
..
,
Wnarvan 2 gehuwd. B) Waarvali 1 gehuwd. onbek, leeftud en b~~gerlukeii stnat, 1)
3 )
3
Waarvan 7 gehuwcl.
4)
Wnarvaii 8 gehuwd.
6)
1 met
onlekendeii leeftid. 7) Waarvan 5 inet onbekenden leeftid.
9 Wan~van11 gehuwd.
3 Waarrali
10 gehu~vd.
10)
Waarvan 1 met
m
l
p
---
i'
36-50 1863
BEROEPSICLASSEN. 1864
I
18-1.9
L E E F T I J D E N
1
----51--60 IS18 1839
l:
1, !j
.
,
,
.
$
!i
L i :,
Li: ai
:
XXII. Crediet- e11 baiilrwezeii (iml. gel.en eífecteiiliaiidel). Totaal
.
m
,
XXII'L. Verzekerings~vezeii. Totnnl
XX-XXIII.
.
, ,
Totaal l~nndelsbedrijven. Totoal
.
,
.
XXIV, Vree Beroepen,
YXVII, Ruiselgke cliensten (Iiiiis- en stalbedienden e. cl.), XXVIII. Losse weidclieden ei; andere niet in een bepaald beroep ai*beideiiden. LXIX. In dienst v,d.Staat (incl,post., teleg,, telephonie, landsdr. e. a, naverhoidsbeclr,) XXX. In dienst van eene provincie. XXXI. In dienst v. een gein. (excl, gasfabr., dienst der openb.werlreii e. a. niJver11,bedr.) YXXII, In dienst van een waterschap,
- --..--i)Wanrvaii
1 geliuwcl.
1)
Wibarvnn 2 gehbwcl.
a) Wnnrvnii 1 ii~etonbekeiicleii 1eeft.Ucl.
h)
b e n ~ - 12 'len of en
XXI. Verlreersmezeii. Totaal
E B O O R T E N J A R E N ,
6
NANNEN.
ii
EB
Wnniavaii 2 met onbekeiicleii leeftgcl.
T O T A A L.
14
16 of of 18--22 joni.. 13 15 17 1883 1881 188s 1887 1885 1877 i t t r . 1886 1884 1862 w-
-
23-35
36-50
51-60
61-65
66-70
1876
1863
-
1848
1838
1833
1864
1849
1839
183.1
1829
-
VROTJWEN,
-
71
,,,
clu!$'~~n en vroeger.
T O T A P L.
p -
Op 100 beroepsloozen vallen in de verschillende leeftijdsklassen : 1 I
I
I
IIANNEN.
I
LEEFTIJDEN.
Gehuxcl.
I
,
Ongehuwd.
I
I
VROUWEN. Gehuwd.
7
Ongehuwcl.
Op 100 levenden van ieder geslacht en burgerlijken staat in de verscliillende leeftijdsklassen komen beroepsloozen:
II
L E , E F T IJ D E N,
I
. .
. .
beneden 12 jaar. . , . , 12oflS 9 . . . 14,,15 16,,17 . 18tot22 , , , . . 2 3 , , 3 5 , , , , , . . . . 5 6 , , 5 0 n . 5 1 , 6 0 , . . . . 6 1 , 6 5 , . , . . . . 6 5 , 7 0 , 71 jaar en ouder, ,
.. . ,.. .. . . . . . . . .
*
+
a
. .
..
.. ..
a
.
.
a
, *
,
,
. . . . . . .
I/ I1
I
MANNEN, Gehuwd.
I
1-
Ongehuwd.
VROUWEN. Gehuwd. T o n g e h u w d .
De afneming van het aantal beroepsloozen komt, zooals uit vorenstaande cijfers blijkt, bij beide geslachten geheel voor rekening van de ongehuwden. Zij zou in totaal nog grooter geweest zijn, als Ijij de gehuwden (bij de vrouwen in geringe mate) geen vermeerdering plaats had gehad. De relatieve vermeerdering van het aantal gehuwde beroepsloozen bij de mannei? wordt in hoofdzaak bij de boven vijftigjarigen aangetroffen, het meest bij de 66-70-jarigen. Zij Iran van verschillende oorzaken het gevolg zijn, n.l. van het vroeger ongeschikt worden voor den arbeid, het door meerdere personen verwerven van kapitaal of pensioen, waardoor meer dan vroeger personen tot de beroepsloozen gaan behooren, of ook het verlengen van den levensduur eventueel in verband met een der hiervoor genoemde oorzalcen. Bij de ongehuwde mannen, waar, zooals boven werd gezegd, in totaal eene vermindering der beroepsloozen valt te constateeren, is de afneming van de beroepsloozen zeer sterk in de leeftijdslrlassen beneden 36 jaar en wel het sterkst bij de 12-17-jarigen. In de leeftijdsklassen boven 36 jaar heeft met i~itzondei*ingvan de hoogste leeftijdsklasse, eene vermeerdering van het aantal beroepsloozen plaats, die aan dezelfde oorzaken zal zijn toe te schrijven, als bij de gehuwden. De toeneming van het relatief aantal beroepslooze gehuwde vrouwen is zeer gering, ook wat betreft de meeste Ieeftijdsklas-~en,De beneden 17-jarigen gehuwden, wegens hun kluin absoluut aantal buiten rekening latende, kan er op gewezen worden clat voor de lrlasse 18-22-jarigen de toeneming nog van eeriige beteekenis is. Bij de ongehuwde vrouwen is in alle leeftijdsklassen eene vermindering der beroepsloozen aan te wijzen, die evenals bij de ongehuwde mannen, in de jeugdige leeftijdsklassen het sterkst is. Het vervolg zal leeren in wellre beroepslclassen, resp, beroepeii, de vermeerdering van het jeugdige element het ineest heeft plaats gehad, Ter verge1i;jki.g der totaal-cefers van de in de verschillende beroepen werkzame personen bij de beide beroepstellingen volgt hier een algemeen overzicht van het totaal aantal personen naar de geslachten gesplitst, die in elk der 33 beroepsklassen werkzaam waren met vermelding dierzelfde gegevens voor de voornaamste afzonderlijke beroepen die tot elk der klassen behooren. Tevens is daarbij vermeld voor elk der tellingen hoeveel per 10 000 der arbeidende bevollring voor rekening van elke klasse resp, voornaam beroep komen, terwijl ten slotte de toe- of afneming van die berekende relatieve cijfers van 1889 op 1899 wordt medegedeeld. Bij de beoordeeling dezer cijfers zal men echter rekening hebben te houden met het op blz. 239 medegedeelde, hetgeen in den bij het overzicht behoorenden text zooveel doenlijk wordt toegelicht. Voor de combinatien van beroepen die noodig was voor het vergelijltbaar maken van de cijfers der afzo~iderlijlceberoepen vergelijke men de hierachter afgedrukte bijlage 111.
--
--
$88 9% 11
AANTAL IN DE BEROEPEN WERKZAMEN.
BEROEPSKLASSEN
EN
BXliOEPEN,
..
RLASSEI. Anrdewerk, k&, steen, glos. Fnbr. van nnrclewerk si1 porcalern. tabalrspijpeii , , n g l a s . . , , . . , . spiegels Glusblnzers Fabr. van kalk , , , , , l~anneu w n F steen
. .. . . .
. . . . . .. .. .. .. . . . . . . . . . . XLASSE11. Disinantiieverheid . Diamantklovers . , , , . , slipei*s . , , , , ,
. .. .. . . , .
..
. . , . silUdors. , , , , . , Kwssn 111. 'Drulrlïersbedr~vea. . . . . Boekdrtikkers. . . . . . . . Letterzetters . , . , . , , , . Steendrukkers, , , , , Photografen en retoucheurs
,
,
, ,
.... . . . . IG,ASSEIV. Bou~vbecl~~ven Aanleg van gas- en waterleiding Delikers . . . . . . . . Loodgieters . . , . . Metzelaars. . . . . . . . Moleiiiiinkers . . . , . ,
. . . .. .. ..
425 98 42 285
10 405 1134 7 646 1626
9 058 2789 4 362 1204 681
60 20
9 118 2 S09 4362 1228 697
16
(
,
,
,
., . , , . .
. . . , . . ,
.. . , .. .
-
8 R32 1089 429 7 508 43 730 1040
55,2 13111 17,O 3 768 26,4 6678 7,4 1546 4,2 1033
112 47 5 19 39
I
23 558 l22,5 3 740 19,4 213 1,l 2 030 10,6 432 2,2 1 057 5,s 293 1,5 1904 9,9 13 142 68,s 9 921 429
6 226 1 048 1329 326 261 2 550 435 2413 12 331 33 78
-
7 274 1655 263 985 2 425 355 78
44,o 10,9 1,6 6,O 14,7 2,2 0,5
7 605 1665 1744 701 459 8 677 465 2237 6 504 117 2 103
BESXOEPSICLA SSEN
REROEPEN
EN
fi'iinon.
136 100 61 318 129 50 96 160 135
7 551 1770
51,6 2,2 39,2 9,2
82 32 85 94
13223 8 845 B 683 1562 1072
68,7 20,O 34,7 8,l 5,6
124 11s 132 109 183
.
Fabi*. vnii Iiicifers verfstoffcii n ,, Iïi111st~iiest n
. .
,
, , , , ,
218 4
K~.\ssrcVI. Hout1~owei.lriiig. 36446 Fnbs. vnii Iristaii. 208 , 11.0~~t~areii, , 35s s , boel~els . l 2 023 n jnlouziën. 110 n ,, listen 277 inoubelen 7 $05 sigu~*eiikisf;jes. . , , . i G06 stoelell , , , , 559 n Uoutzngors 3218 L~lonipenmnI~oi9 6 744 Kiiipe~s. , 5GS4 Moclel~iinlïers. . . . . . . . . j 75 1Vitwoi.kess .I 106 Fnbr. vnii bezoms en boen~1ei.s , , G19 boi:.steh 1263 n w Iï~irlr 360 n iiiniicleii , . , . 3101 n iiintteii 400 n Stocloniiintt,ors 767 Wrnniers 1266
521
. . .
. . . . . . .
. . . . . .
.
. . . . . . .
. . . . .
, ,
. . . . . . . . . . .
.
. . . .
,
.
.
.
.. . . . . . . . . . .
4015k8 1 019 552 2 087 145 498 8 120 187' 942 3 402 G 415 5 265 373 155 596 1508 256 3 791 834 650 1809
211,4 $8 1,s 10,s 0,8 2,7 42,2 0,9 4 17,7 33,4 27,4 1,9 0,9 3,l 7,s . 1,5 19,7 4,3 3,4 6,s
9O (1.08
32 555 43 012 75 567 457,S 35 811 55 524 91 335 474,s S3 390 28 134 51 524 31 1,s 24 768 35 621 60 389 313,9 278 32 310 1 ,$J 359 396 2,l 37 377 200 477 2,9 43 132 165 Q,8 S52 830 1212 7,3 75G 405 1161 6,O 28 l 69 860 2,l 241 140 381 2,O l 6 4 S62 4 578 29,6 4 4 941 4 945 25,7 1 452 453 2,7 429 429 2,2 3856 49 3 905 S3,6 5 307 82 5 389 28,O 2 604 5 'i39 8 843 50,5 3 217 5 847 9 064 47,l G is 59 677 4,1 58s 363 901 4,7 1 2 324 2325 14,l 36 5 171 5 207 27,l 53 584 Li87 3,9 41 476 517 2,7
104 101 111 28 '82 95 87 81 119 93 115 192 69
.
. . . . . . . . . . . . . . . . .
.
. .
KLASSE VIII. Kuii~tii~vei~lieid , Beeldhouwers. G~~veufs Decoratieschilders . , . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
I(~,~ssn M. Lederbe~vei*king. Scli~eiiniokers~ Zadeliilnlrers , , Fabr, ufiii lecler
. . .
. . .. . .
. . . .
1
67 103 178
':'
,
3,g 3,3 0,9
?d
per ,I:0II Mniinen. ~rouureii TOTAAI,.loooo U ,verkx, 8 5 l pcrs. 5 g q g~ .---?as. o 0 @ p C3 81 Decenlber 1899.
?,d 3,4 1,6
:i
,
G03 547 146
..-
168 650 513
. . . . . . . . . . . . . .
e
108 127 163 l00 79 145 100
pers.
388 54.3 l4G
. . . .
,
47,7 12,7 2,6 6,O 11,6 3,2 0,5
I l".Per Vrouwe~i, y o y ~ ~ ~weliI., . ?Oo
31 Decet~ibar 1889,
. . . . . . . . . . . . . . . . . . ICLA~SE VII, Jileedil~g~~jjvelicl. , . Rleeriiinl;ei.s, coiipcurs, iiat~istei~s. . Fal~r.vnii bedc1eii . . . . . . . leko ons . . . . . . . n Iioecleii en petteil . , , n n pni*npl~iies . . . . . . Moclistes . . . . . . . . . . Mutseiiilinkors . . . , , . Bni+biors . . . . Wnucliii~riclitiiigeii . . . . . . Cliemisclie wnssclior~j . . . . . . . Str~kuters. . . . . . . . . . Mangelliedeli . . . . r . . . . 9 170 2 445 497 1142 2 233 621 105
----
-.---
b'd
146 565 1055 2 261 3 417 20 473 237 7 168 2 373 53 783 5 473 24 466 4 594 8 220 4 ,o 473 1 aio 5,9 1,9 1 129 311 942 1,2 506 10,4 3 480 314 516
,
.. . . . . . . . . . . . .
63,O 6,9 46,3 9,s
0
2boaE S
AANTAL IN DE UEllOEPEN WERITZAITEN
-.-----
&,*o
744,2 4,5 13,8 14,6 107,7 214 16,9 13,O 282,4 26,4 118 20,a 71,s
. , . . . . . . . . .. ,. . .. .. .. .. .. .. . , , . . .. ,. ,. .. .. .. , . . . . . . . . . . . . . . . , . . . , . .
K ~ a s s iY. Chemische uOver11eicl Apothekers , , , , , Fnbr. van chemicaliën, n lraarseii , , olie , , , n zeep. . w buskrtiit
.
9 980 1036 7 604 1341
,
Opperliedeli , Steenhouwers, Timinerlieden. Behangers. Huisschilders Stucadoors, Aardwerkers , , D$lïwerkers Strnntnlnkers , Wegwerlcers , Baggerlieden Glazenwassers. Openbnre reiniging. Schoorsteenvegers
.
14 191 1917 971 2 241 177 127 473 85 280 3 1639 186 268 2 993 26 7 858 517
-24
I
l
16 108 97,5 B1 656 1 902 854 3 212 19,4 2 886 110 103 304 1,s 558 3,4 1796 234 283 1,7 416 16 1825 11,O 1045 12 291 2 270 1,6 1019 6,2 1878 26 8 375- 50,7 12 486 656
,
,
.. .
I
l
-
31 December 1899.
31 December 1889. I
Peis *g &.,G 10000 o,=gs wer~cu, bj ,a g pers. u0.ag 2b
Per 10000 Manneii. Vrooren TOTAAI.,. pers.
Maiinenl Vrouwen TOTAAL,
--
1 S89 856 27 1 478 86 818 31 570 2964 2 447
-
2
8 2 4 5 18 6 5
7 20 33
-
-
l4 16 2
22 118 32 2
223 2 2 1
287 630 313
3G9G7 228,7 39888 210 1,s 1013 366 2,2 330 2 O25 12,2 2 082 114, 0,7 141 282 1,7 491 7 523 45,5 8 101 612 3,7 180 564 8,J 929 3 225 10,5 3 397 6 764 41,D G 388 5717 34,G 5340 75 O,5 375 106 0,7 185 G33 8,s 578 1279 7,7 147G 362 2,2 284 3 123 18,9 3 764 527 3,2 G17 799 4,s t 98 1268 7,'i l306
/
2 l12 858 278 479
12,8 5,2 1,7 2,9
3141
l 591
180 365
171 20
-
777 6 22 5 4 7 19 7 14 5 32 25
-
1S 38 2 35 217 52 3
681 1 4 3
614 3 7 432 226,5 38 553 l 373 571 32 141 194,5 33 228 1 326 18 2 282 13,s 3 153 20 19 23 2 470 15,O 2 529
2,272 11,s 315 1,6 184 0,9 368 1,9
92 31 58 66
39 926 207,6 34 549 179,6 2 203 11,4 2 548 1 13,3
o3 93 83 81
.
.
1
S2 89 114 l59 93 24 144. 81 8t 79 380 129 52 101 68 104 134 71 85
.--
BEROEPSKLASSEN
EX
Per
Per
l
aoy,inh. pers,
31 December 1889. 31 I l 1748 Macliiiiisteii ei1 stolrers. . , 1 137' 1137 6,9 Matrozen , , 5 13s 5 138 31,i 3 879 Bootwei;lrers , , , , , , G41 641 3,9 3 106 Overig personeel. . , 1428 36 1464 S,9 1706 Riiineiivnnrt , , , , , , , 33 654 401 34 055 206,O 37 S26 Gezngvoerclers eii stuui*liedeu, , 1 022 6,2 -9 1,031 .- 11 7337 23 Mncliiiiisteii en stokers , , , , 'i36 Matrozeli , 736 4,5 731 Scliippers , , , , , , , , 30 090 368 30458 184,3 29 647 Schuitenjngers, , , , , 900 908 5,5 651 Veerliecleii , , , , . , , , 357 4 568 261 2,3 13rug- en sluisperso~ieel. , . , 125 7 132 0,s 1 334 Overig persolieel , , , 5 429 2,6 1845 Postei8$en eii telegrnfie . , 196 6 320 3S,3 8 529 Espeditie , , + , , 824 34 938 211,4 1 4 747 Hestelhuixeri . , , , , 33 11 1325 1047 S,O 64 Expetliteurs. . 6,3 5 332 ICruiers, , , , SO S88 5,4 1252 Looplrneclitseiipnlrkeiicli~ngers , 7677 710 8387 50,7 4666 Sjoii~verlieden. , , , 23111 37 23 148 140,2 2 503 Logeirieiit- en Iroffiehuis~vezen , 14 953 4 722 19 6'75 119,l 17 120 . Hotelwezen , , , , , 1727 408 2 135 12,9 2 Y46 Bier-, koffieli.., caf61iouders eiitnppers 10 173 3 496 13 669 S2,7 10 796 Restaiirntie- en Gnnrkeukenhouders l71 80 251 1,5 346 Pemioii- en Coiiimeiisnlenliouders , 2s 179 207 1,2 221 2 769 251 3 080 18,6 2 829 Keliieys
.
-
. . . . . . . . . . ..
. . . .
I
. . . . . . . . . .. . . .
.
. .. .
. .
.
. . .
.
.
.
.
. . . . . .
KLASSEXSII. Bnnlrwezeii ,
.
.
.
. .
.. .. .
. . . . ... . . . . KLASSE XXIV. Vrio beroepe~i~, . . Gerteeslruiicligeii . , . . . . Vroedvrouweil , , . . , . . Veeartsen, , . , , . . .. . Advocateii eii procureiirs . . . Kunsten en wetenschappen , . Adii~inist~nteurs en rentmeesters Boeklioitclers enz. , . . . . Publieke vermake&jlcheclen , , ,
KLASSE YXIII. Verzekeringswezen Levensverzekering Zielreii- eii begrnfenisfondseii Aiiclere ~e~zelreriiigeii ,
.
. . . . , .. .. ,
. ., ,
:l.. .
. Overigen , , , , , , , , . KLASSE XYV, Bizonder onderwUs . . . oiide~wiJzersbiz. Ingere scholen , . overige peisrniel , , , , , , . ,
+
2""" :s11
p -
~ n n n o n . 1~reuwen aoTnul.
BEIZIOEPEN.
J j j
AANTAL 1N DE BEROEPEN 'CVERIEZA3IEN,
1
382 3 14 39 37 638 210 6 100 22 59 5 7 406 1119 4 118 143 1432 498
-
84 85 62 186 888 377 125 37 5 448 122 49 9 107 160 94 167 717 91
6,6 1,9 0,3 4,4
2 652 1395 343 914
39 21 7 11
2 691
14,O 7,4
1,s 4,s
212 390 700 109
28 Z48 172,7 1 9 0 1 11,5 707 4,3 330 2,O 679 4,l 1 8 3 8 11,l 723 4,4 16 864 103,O 2 023 12,2 3 478 21,O
30 507 2 285
1 834
32 141 167,l 2320 12,l 744 3,9 345 l,8 725 3,8 2 923 15,2 666 3,5 26 O08 135,2 1 367 7,1 1290 6,7
97 105 91 9O 93 137 80 133 58 32
14 200 9 227 4 973
126 143 105
26 247 1894
2 296 7 707
4 948 4 707 2 937 2 635 2 O11 2 072
--
132 65 100 413 97 111
91
1098 325 42 731
69 385 999
14 475
1748 9,l 3 879 20,2 3 106 16,l l 'i20 8,9 38 801 199,l 1327 6,9 1723 9,O 781 3,s 30 029 156,l 654 3,4 582 3,O 1373 7,l l SS2 9,s 9 167 47,7 14 957 77,8 70 0,4 5 432 28,s 1274 6,6 4 725 24,6 2 508 13,O 24 526 127,s 3 965 2O,6 14 914 77,5 ?,5 SS9 i 653 S,6 3 267 17,o 9,3
13 6 3 4
tI -
-
l792
1085 319 39 727
127
P &$o,
25
1705
-
oa
g P;
December 1899.
1767
23
330 679 1711 721 16795 1 638 2 479
-
z
10,2
1 682
--
l0000 liij G $ 4 ,,,erh. r4 per#, 2 g f
9 655 5 572 1083
'
58,4 33,7 '24.7
'
-
345 725 2 649 656 25 641 1162 1 096
85
744
.-
274 ' 10 367 205 194
6 279 7 921 4 701 4 526 1 578 3 395
1416 350 925
1
73,8 4S10 25.9
-
Worden de vorenstaande cijfers tot de groote groepen vereenigd, dan wordt het
AANTAL IN DE BEROEPEN TYERICZAMEN I 13 i s volgende staatje verlrregeii : -. ----
'
p p
BEROEPSKLASSEN EN BEROEPEN*
Ilsiiiio11~
-..-..
.-
.. ,. . ., ,. . . . , . , , IILASSE XXVII. HuiseliJlre clieiisteii , . Dienstboden . . . . . , .. Huisbewaarders . . , . , Stnlbedieiideii eii overigen , , . KLASSE YXVIII. Losse werklieden . .
KLASSEXSVI. Verpleging Verplegers. , . 13alzers . , . . . Overigel~ersorieii ,
.
5 254 1 31,s 2 678 16,2 1 472 8,9 1104 6,7
3 864 1 S29 1472 563
.
,
p -
P #g$ ,,,&, E g- g pcrs.
eTeg 9s
A -
1390 S49
,
,
,$$'l1
10 Per 000
541
11 374 6 749 1924 3 401
2 600 8 774 1 102 b 647 - 1224 1498 1 9 0 3
59,1 35,l 6,3 17,7
. . . ,
.l
24 629
1
595
1
1 1
35 164 158,3
33 258
1
77
1
33 335 )173,8
1
114
KLASSE SSIY. Iii clieiist vaii deli stnnt Algemeeii bestiiur . Rechts- ei1 politiewezen . . Onderwis , . . . . Saiiitaire politie . . . , , IfiiJgswezeii . . . . , Finaiitiemezeii. , . . Wnterutant , . . Loodswezen . . . Andere niiibten . , . . . .
. .
.
.
.
.
o
B
.
e
.. . '.
a
. . B
..
KLASSE XYX. 111clieiist Tran Gene provincie .Griffi'èii. . , . , . . Waterstaat. , , . . Andere ambten , . .
. . .
. .
S
.
a
I(r.~ssaU X I . Iii dieiid van een gemeente 21 198 4 106 6 Secretariëri. , , , . , , , , , 2 662 Politie ei1 bralidweer . + . . . 4 913 -. 14 898 Fianiitiëii , , , , , . Oiiderwga . . , . . 10 045 4 012 2 67G Andere nmbteii . , , , , , , 74
..
&ASSE
. . . .. . ..
.
YSXII. In dienst van een waterschnp
ICLISSE XXSISl. Iii dienst v. e. kerkel, gez. . , , . Prot. geestelikeil R. IC. n , . . . , . . Isr. n Aiidere , , . . . . , .
. I
.
.
.
.
.
.
,
.
. . . . . . . , , . .
~odsdieiistoiiclerwiJzers
Aiidere ninbteil ,
,
1
a
+
/
2 586
25 299 163,l 2 668 16,l
/
1 / 18
4912 912 14057 2750 2 604
(
29,7 5,6 S5,l 16,6 15,s
1
23085 5 878 17 3 608 60g3 828 1.1681 5 830 31 945 3 390
/ / 26
28 963 150,C 3 (i25 18,9 6 023 31,5 825 4,3 17 511 91.0 5,l 976
1
3 416
l
/
17,8
(
1
98 117 105 78 107 31 113
b~&?
p
Per
Per
ED
180 217 71 264
3 r28
AANTAL IN DE BEROEPEN WEICICXAMEN
GBOEPENVAN
M ~ l l i i ~ l l . V~o~iwell
BEROIPEN.
10 O00
YOY,~AL,
pen.
. . . .. .. .. ., . .. -.
465 449 452 334 16 586 232 224 24 639 108 563
65 572 72 945 64 37 113 535 170 817
l
,0000 werlca. pers.
3213,O 3177,tì 100,'i 1629,7 152,3 1726,7
l
559 544 493 367 21 579 369 511 33 258 114 326
I
I
,c: 11I
!Fn%d
Q I.B
W
9 9c %)0
OC
gb "3 8a~
31 December 1899,
531 021 525 182 16 650 269 337 25 164 285 380
l
TOTAAL.
--
31 December 1889,
NiJvei.lieidsbedr$ven Lniidboii~v Visucheri en jaclit Handel eii verkeer Losse werklieden , Overige beroepeii
Vrouweii
Mn111me".
mei;lrs,
-p-.
.
.
~?er l0 Vrouwe11 TOTAAII. ,vel,lcz,Mnunw~. Vrouwen T O Y A ~ I . pers. ..-- -----...---.-.-
87 201 79 575 102 49 577 r11
f l 6 867 l
1
646 745 571 942 21 481 318 888 . 33 335 331 193
3362,2 2973,3 111,7 1657,7 173,3 1721,8
105 94 111 102 114 100
Totaal werkz. 1 1 2 9 9 685 353 049 1652 734 10000,O 1 490 185 14.38 i399 l 923 584 /10000,0( 100
I
Uit deze cijfers blijkt dat liet relatief aantal personen, clat in den lanclboiiw werlrznain is, inet circa G OIO en dat van de personeii, die tot de overige beroepen behoorden, met een kleiiie fractie is afgenomen. Bij de andere groepen valt overal veriileercleriiig waar te iismeii, die, de losse werkliedeii buiten rekening gelaten, liet steilkst is bij de visschorij, het minst sterlr b$ de handelsbeclrijven. Bij de volgencle beschoiiwingcn houde men in het oog, dat bij ellre vev.ii~incZeri~zg van het ~elatief nniital in een beroep werksan~envan minder clen 1 4 O/,, eene í'eitelake verm eercleriiig van het absoluiit aantal werlrsnmen plnats had, Die vermeerdering had dn11ecliter niet in dezelfde vei~houdingplaats als cle totale arbeidende bevolking toenam. De toeiieniiiig inet P O i o van de iiijvei*hcidsbedrijvenin totaal is de resultante van toe- eii afneming in verscliilleude mate b i de oiirlerscheideue dnaitoe belioorende klassen. Relatief afgenomen is de cliammtindiistrie inet circa 18 O/,, de lioiitbe~verlringinet circa 10 O/,, de hlist. liijverheid, cle lederbewerking en de oergravei*ij ei1 veencler! ieder inet circa 8 O I O ei1 de textiele iiijverheicl liiet circn 4 ' 0 / ~ aRelatief het sterlrst is toegenomen de fabricage van inachines, iiistrumeiiten en oorlogsmaterieel, die in IS99 iileer dnii het dubbele relatief aantal arbeids. lrrnchten zoii gebezigd liebben van liet aantnl in 1889 daarin werlrznain. Tot deze klasse zal evenwel verinoedelijlr in IS99 veel gellelrencl zijn, wat in IS89 tot de gewone bewerking vali metalen is gebracht ei1 danroin zal het noodig zin, dat de klassen X1 en X11 bij de vergeljjking als béiie klasse worden beschoiiwcl, Wordt dit gedaan, dan staat wat cle toeneming betreft klasse XVI, labricnge vmi gas en Electriciteit, iiiet cii*ca 70 O/, bovenaan, Deze toeneming ksii geen verwondering welrlreri, waar het belrencl is clat het gebruilz van gas, vooral in de groote gemeenten, meer algeineeii wordt, terwijl de fabricage v ~ i ielectriciteit in 1889 zoo goed als nog niet bestond; de gnsfnbricage nam toe met 14 O/, de electriciteitfabricage iiiet 900 OIO, Het kleine c~bsolu~itaantal personen in de beide indiistriCn werkzaain, maalrt echter dat haar invloed in de totale toeiieining der iiijvei*lieidsbedrijvenzeer gering is. De toeneming in lclasse I van het relatief aantal merlrliedeii met 26 01, is t e zoekeii bij de fnbricage van glas en spiegels alsmede bij de fabi?cage vm pannen en sieen. De groote toeneming inet 212 01, van de glasfabrilrage zal wel liet gevolg daarvan zijn, clat in 1850 een grooter aantal in die industi-ie arbeidende personen zich als glasblazers hebben aangegeven dan dit in
,
C
261 18W het geval is gebveest. Een afneming niet M) O/,, van de gliwblnzers inimers valt niet of moeielik te rijmen met eenen zoo grooten voor~~itgang der glasindustiie. Worden bij de fall'iknge van glas en van spiegels de glnsblazers geteld, dan zou het relatief aantnl personen h4 de gelieele glasindustrie zijn toegenonien van 100 op 114. De fabilkage van pannen is toegenomen met 60 01, en die van steen, clie dleen mees dan de helft der tot klasse I behoosende personen bezig houdt, met 35 "/,. Geheel gelijk gebleven is de fabrilrage van aardewerk en porcdein. De gegevens cler beroepstelling vnn 1889 stelden niet in staat na te gaan of dat gelijkbllven zoo bij de falrrilragc van grof aa~*de~vei.k als van fijn anrclewel*k voorlcw~~ni;alleen Iron worden geconstateerd dat de relntieve sterlïte in de tabak#pijpenfabricage, waarvan cle c~ifersin clie der fabricage van ansdewerlr niet zijli begrepeil, van 100 op G1 achteriiitging.
t
t
I
1
,
woden, wanruit clan een toelieming dei* relatieve sterlrte inet 18 O/, werd berekend. De onistnndiglieicl, die deze sanienvoeging noodig mankt, is oolr oorzank dat vele oiidei'doelen dier beide lrlas~en moeielijk te vergelfiken zijn en dit alleeti kan geschieden met die beroepen of beroepsgi*oepeu, wier olnssificatie bij cle beide tellingen wel uniiosln zal zijli De fabricage van goiiden en zilvei~enwerken nam in relatieve sterkte af met 7 '/,. Iii lint door cle Ce~it~rale Coniniissie voor cle StatistieIr ingestelde onclerzoek naai*het verbruils van sommige voeclings- en genotiiiiddelen wordt ei*reeds op gewezen dat de cgfers van den waarborg op de gouden en zilveren werken, tengevolge vnii het meer en meer i11 onbruik raken van gouclen en zilveren hoofcltooisels eu in het algemeeli van mvwe gouclen en zilveren voorwerpeu, een achteruitgang aanwgzen. Daarenboven zal wellicht oolï de in deze inclustrie zich uit- . breidende Babyielrinatigc iiijverheicl op cle vermindering van cle n~ensclielijlrearbeidskracht hnren iiivloecl hebben doen gelden. De capsulenfabrilïage vermeerclercle relatief met 25 "/" en liet relatieve aantal blilcslagers met 22 O/,. De abnoriiianl sterlre toeneming vaii de relatieve sterlrte der fabrilrage van $zer en ijze~*draaclmet 1160 O/,, de groote &!neming bij de fabricnge vnn ijzer en staalwaren met 91 "/, en de steilhe toeneming van cle machinefnbricage met 188 O/, z$, altlians voos een groot deel, het gevolg zijli van liet verscliil in zienswijze b4 cle clnssiíicatie. I-iet relatief aantal sineden ging terng. wnt niisscliien het gevolg is van het feit dat in 1899 na de oinwe~lringvolgens de op b15 221 genoemde iiiethocle, alle bank- en vi~urwe~lrers zijn gebracht b i de fnbricage van machines, teiwgl velen claarvnn misschien in 1889 tot de smeden ziJii gerekeiid, Bij de koper en metaal iiicliistrie~iiis het relatief aanttil fabrilraliten vnn iiietnnlwaren niet gestegen, clat der koper- en metaalgieters met 3 'J/, afgenomen, dat der koper- en metaal3 draaiers ineelt dnn uerdubbeld en dat cler koper- en nietaalsl~perstot op 2/3 veriniiiderd. De relatieve sterkte der lettergieterij ging tot o11 ruiin 'l3 terug. Dat cle relatieve sterlïto der in cle~electrotechnielrwerkzame persoiieii van 100 op 473. klom, kan geen verwondering baren bij de vermeerdering van het gebruik van electriciteit bij nijveill~eicl,telefoon, verlichting en b i cle vervoerinidclelen. Zij is geheel in overeensteiiiniing met de hiervoor genoemde vernieerdering van de fabricnge van electriciteit. De fabiicage van rijwielen, waaronder ook iij\vielherstellers gerekend zin, clie in 1889 nog slechts 13 personë~ibezig hield, telde in 1899 reeds 828 beoefeiiareii. Met de vlucht die het gebruik van dit vervoermicldel heeft
genomen en nog neemt, Iran deze vermeerdering niet verwonderen, Vermeelldei*dede ilelatieve sterlrte b$ de fabricage va11 inuziekinstrimeiiteii met 56 Oio die vaii de fi~bricngevnii klokken, horloges, chi~onoiiietei'snnni af iiiet 17 o/u en die van de fabricage rnn nndere instruinenten met 13 .o,', De ft~bricnge van wapens en ooi+logs~iiaterieel,die voor hare oncleindeelen bij de beide tellitigen niet verklaarbare verschillen opleveren, nam in totaal toe met 50 O/,. Bij den sclieepsboiiw en de rgtuigirnbricage, clie thans volgen in de reelss der beroepsklasseii iii nfdalencle orde gerangschilct nnnr cle toeneming der relatieve sterkte, is de 12 toenemiilg de resultaiite vali toeneming van den sclieepsbouw en cle rijtuigfabricage en van eene afneming van de wngenniakerg en de zeilmnlrer~.De scheepsbouw zag zgn relatieve sterlrte met 19 010, de blok- en ninsteninnlcer$ iiiet $'J/,, toeneinon. De nbnorniale toeiieming van I00 op G00 vaii liet aantal scheepscliilders, wiel* absoluut aantal o-verigens niet heel groot is, zal wel verrnoededijlr weder aan verschil in ulnssificatie. t o wijten zijn. Of de groote toeneming van de rijtuigfabricage mot 81 0/0 naast eeue afneming van de wageninalrer~ioolï te wijten is aan verschil xii classificatie, kali niet worden nagegaan, Vereenigt Inen de beide bedrijveii dïn is, wijl de wngenmalrer$ absol~~ut veel stei*lrer is clan cle rijtuighbricage, eene zeer geringe toe~ieiningwaar te nemen van 100 op 101. Dnt de zeilmalrerij vermindert, zal wel liet gevolg zijli van het ineer en meer vervangen van zeil- cloor stoomschepeii. De Nederlandsche vloot die op S1 Dec. 1889 uit 600 zeilschepen en 110 stoomschepon bestond, telde op 31 Deceniber 1899 432 zeilschepen en 192 stoomschepen. De een betrclïlreli,jlr groot aantal personen omvattende klasse XVII, fnbricage van voedingsen genotmidcleleii zag hnnr relatief anntal in de verschilleiide beroepen werkzame11 tooiiemen met circa l 1 o/,. Deze toeiieming vaii cle geheele klasse, die wel is wany de vollrsvoeding verzorgt, kan niet als iiiaatstaf genomen worcleii voor de verineerdering van de vollrswelvnart, omdat onder cle artilrelen die door hare beoefenaren worden gefabriceerd vele zijn, die mede en clilïwijls voor een groot deel bestemd zijn om naar liet buitenland te worden uitgevoerd (suilier, ani~dappelnieel,boter oii lrans, ninrgailineboter, alcohol, tnbalï en sigaren en vleesch). De relatieve ster*lite van de ineelfabrilrage, cuaarin begrepen zali molenaars, is teri~ggegaaii van 100 op 86. Ook de grutterijen hebben in die achteruitgang gedeeld, tenzij misschieli liet meetellen der zoogennamclo grutternen d. bv, x . de wiiilreliers in grlitteilswaren iii 1889 onder de hierbedoelde grutters, terwgl de classificatie in 1899 dezo laatsten onder den handel in voorwerpen van voeding en genot bracht, oorzaak is vaii de vermindering met 17 O/o. De fabricage van brood en beschuit die ruim 38 o/, cler in de geheele klasse mbeidende personen bezig houdt, steeg met 4Ol0, eene geringe vermeei*clering wel is waar, maar die toch op eene vosbetering der volk svoeding wijst. De relatieve sterkte iii de fabricage ven lroelr en banket clanlde met 4 % terwijl die van de fabricage van suilrei~werkenmet 14 01, steeg, De groote verinindering van het aantal lroks liau alleen Iiare verklnriiig hierin vinden, dat de scheepslrolrs in 1899 niet afzonderlgk zijli. vermeld, terwijl dezen in 1889 misschien oolr onder cle lïolrs in de fabricage vtin voedingsmiddeleii begrepen zijn, Is cle ~*elatievesterkte in de beetwortelsuikerfabril~agemet 200/o toegenoinen in de suikei. rnffinaderien nnm die sterlrte met 26 O/, af, De toeiieming van den iiitvoer van nardappelnieel (van 1885 -1889 bedroeg de uitvoer uit het vrije verkeer gemiddeld jaarlijks 26 280 000 KG., i11 1895-1899 geniiddeld jaai*lijks 48 662 000 K.G.) verlrlaart de relatieve stijging van het in die industrie arbeidende personeel met 11 %. 134 de stijfselfabi*icageis de vei.ilieei*deriag van den invoer hoogst w a a r s c h ~ n l ~oorzank k van den achteruitgnng van hot relatief aantal tot halli. behoorende personen met circa 26 O/,.
14
1
i
.i 4
!
,
De cacaofabricage, die bij de beroepstelling van 1889 slechts 321 personen arbeid versclinfte, hield in 1899 970 personen bezig, wat eene relatieve vei*nieerdering geeft van niet mincler clan 163 Oolr in de cliocolndefabric~gesteeg cle relatieve sterltte belangrgk en wel met 72 "ln ; de omvang van deze beide industrien houden met elkander nauw verband. Van de grondstof voor de fabricage van het eerste artikel, cacaoboonen, steeg de invoer, van liet, tlveecle, dat in hoofdzaalr niet suilier be\verlrte cacao is, cle uitvoer in vrij steslze mate, De fabricage vnii chicorei nam in relatieve sterkte af niet 12 O/,. De vleeschwarenfahricnge hield in 1899 relatief tweemaal zooveel personen bezig nls in 1889, 001s in het betrelrlrel~k aantal vleesclihouwei*s, die in 1899 Linn 18 o/o uitinaalzte van cle personen tot klasse XVII behoorende, kwam sedert 1889 verineerdering met niet minder dan 16 o/,, wat in hoofdzaalr wel liet gevolg &al zin vali clen snel verineerderenden uitvoer (in 1859 bedroeg de uitvoer van vleesch van tblle soo1"ieii 1: 2 millioeii I<,G.., in 1899 f 17 iiiillioen I<,G. ei1 vaii schapo- en vnrlrensvleesch, versch, in die beicle jaren resp. 10 millioeii en 46 millioen ILG,), inaar ook hlijlrens de toeneining vnii de opbreiigst van den accijns, van een grooter binnenlnridscli verbriiilr. veriiieerderde, moet eveneens nali eene Het relatief aantal paardenslacliters, clat met 28 vermeerdering vali het vleescliverbriiilr zijn tue te sclirijveii. Naast eeiie vermeerdering van liet ook absoliiut van liet aantal poeliers. anntal vleeschhouwers staat eene ver~iiiiide~ing Het nantal t~rbeiclers in c10 fnbriekiiiatige boter- en lransfa1:~ricngenam sedert 1885) in sterke niate toe, van 1081 pe1:soneii in 1889 tot 4111 personen in 1899, of relatief niet 229 O / u . Deze vermeerdering is in hoofdzaalr het gevolg van de voortdurende oprichting van zuivelfnbrieken, zoo ~oiipe~atieveals andere. De uitvoer vaii boter, mam voorn1 van kaas, is in de tussckieiiliggende jnren dnn ook vooi*tclurend en viaij sterk stijgende geweest. De relatieve vermeerderiiig van het personeel in cle margarinoboterfnbricng.e liiet 15 an.1, voor ioover daai*iiiede gepanrcl gaat vermeerderiiig cler pi~oductie,in hoofdzaak het gevolg zin van vermeei*dering dein biiiiieiilandsche consumptie, nniigezieii de uitvoer van dit artilrel inet schommelingeii in cle tien jaren, vilij statioiiiiair is gebleven. De fabricage vali alcoliol, gist en spiritiis, clie 0111 ineergeinelde reden niet in hare onclerdeeleii gesplitst Iron \vorcleii vergelelreli, wijst eene ~e~rninderiiig vnn 14 oio a& van cle relatieve is cle relatieve sterkte vnil het sterkte van liet pei*soueel, Minder inaai* tocli 001s te~~uggegaan personeel in cle bierfabricage met 2 010 cii in cle fabricage vaii azijii met 10 010. De fabricage van ts,bak. sigaisen eii snuif, die i u 1899 meer dan 21 O I O der bevollriag der gehede lrlnsse telde, is in yelatieve sterlrte met 17 "1, verineerclercl. In lioofdzanlr is deze inclustsie sigereiifttbi.ic:i,ge, althans in 1899, toe11 van cle totale sterkte dier inclustrie van 23 211 personen, 21 19G persoileii in de signreilfabricnge werlrzeam wasen. De toeiieniiog aal ook hier vooi*~iniiiel~lr ani1 toenemiiig vau cleii uitvoer moeten wordoil toegeschreven. Omstreelrs de negentiger jaren becli*oeg cle ~vaarcle\.au den uitvoer 2'1, iiiillioeii giildeii, oiilstreelrs 1900 riiiin 6 iiiillioeii gulden peil jaar, De sterkte van het personeel der waterleicling-esploitatie is, zooals te verwachten was, vnJ sterk vermeerderd, tengevolge van het meer ei1 meer oprichten va11 insichtingen tot het De zoutbewerking die de rij der leveren van clriiikwater. De relatlieve toeiieining was 70 indiistri6n tot* deze klasse behooreiide sluit, zag hare relitieve sterlrte met 6 Oj, vcrininclesen. Op deze klasse volgt wat sterlrte van toeneming betreft, de pitpierind~istriemet circa 10 O/,. Deze toeneming cler geheele Iclasse wordt in hoofdzaak bepaalcl door cle toeneming der terwijl de znlrlreilplnlrlrers liiet 63 O/, fabricage van papier en caieton, die niet 24 01, ~ermee~clercle, toeiieniing, wegens hun gering aantal, meinim9 tot die toeiierniiig bUdi*oegeii, De ~apierbewei*lcingve~miiiclerclerelatief in alle onclercleelen : de boelrbinders niet 2 O/,, cle
v,,
'
fabricage van cartoniiages met 3 O/,, terwijl de papierwarenfabricage in 1899 relatief slechts van het aantal personen van 1889 bezig hield, In de chemische nijverheid is het relatief aantal apothekers met 27 O/, vermeerderd. De fabricage van chemicalien zag hare sterlrte met 63 O/, klimmen en de fabricage van zeep met 46 O/,. Deze laatste toeneming zal wel voor een groot deel het gevolg zijn van het toegenomen gebruik van zeep, tengevolge van de afschaffing van den accijns in 1893, Bij de kaarsenfabricage kwnin in de relatieve sterkte geen wijziging, evenmin als in die van buskruit. In de De fabricage van verfstoffenbereiding steeg zij inet 3 "10 en in de kunstmestfabricage met 78 olie en lucifers zagen beide haar personeel relatief verminderen reap, met 21 en 33 o/, De relatieve sterkte cler Irleedingindustrie was in 1899 4 "1, grooter dan in 1880. De eigenlgke lrleedermalrers, costumiers en naaisters hebben daaraan slechts niet l O/, bijgedragen. Relatief achteruit gegaan is de fabricage van gestikte dekens, wier relatieve sterkte tot op l/,, is gedaald. In hoeverre hier van invloecl is geweest, dat cle fabricage van wollen dekens tot de textiele nijverheid is gebracht, kan niet worden nagegaan, wijl die laatste delrenfnbiicage in 1889 niet afzonderlgk is vermeld. Worden van 1899 de beide soorten van dekenfabricage bij elkander geteld, dan is er nog een teruggang tot op circa %. Mede is afgenomen de relatieve sterkte der fabricage van hoeden en petten met 18 o/, de modisterij inet 13 O/,, cle fabricage van riltitsen met 19 O/,, de waschinrichtiugen met 7 01,. en de fabrics,ge van parapltiien met R OIO. Relatief toegenomen daarentegen is de fabricage van bedden en matrassen met 11 O/,, het aantal barbiers en kappers met 19 o/, de chemische wasscherij en stoffenververij met IS OIO, terwijl het relatief aantal strijksters bilia is verdubbeld. Het betrekkelijk aantal inangellieden is met 31 O/, verminderd, De klasse der bouwbedrijven is onder de klassen waar toeneming van de relatieve sterkte kon worden geconstateercl, het minst toegenomen, slechts met 3 U/,. Deze geringe toeneming doordat de eigenlike bouwers, de timmerlieden en metselaars, die t e zamen wordt veroo~zaakt~ ineer dan cle helft van de sterkte der geheele klasse uitmaken, za het ook gering, relatief achteruit zijn gegaan. Ook de dakdekkers en steenhouwers, mede tot de eigenlijke bouwers behoorende, zijn verminderd in relatieve sterkte, Wat de oorzaak is van de zeer belangrijke toeneming van het betreklrelijls aantal opperlieden, kun niet worden nagegaan. De aanleg van gas- en waterleiding en de looclgieters, beroepen die gewoonlijk gecombineerd worden uit geoefend, zin per 10 000 der arbeidende bevolking met 23 vermeerderd, wat verband houdt met de hiervoor vermelde toeneming van het personeel bij de waterleidingexploitatie en de gasfabricage werkzaam. De voornaamste beroepen bij de afwerking van huizen zgn alle in meerdere of mindere mate in relntieve sterkte toegenonien, de behangers niet 10 O/,, de huisschilders niet 8 O/,, de stucadoors met 21 O/,, Bij de openba~*ewerken is de groep der aard- en polderwerkers in relatieve sterkte zeer verminderd, Deze vermindering kan van toevallige omstandigheden afhankelik zijn, n.l. of op het oogenblik eener telling aap groote openbare werken gewerkt wordt. Is dit niet het geval, dan zullen vele polderlieden in den landbouw of elders als losse werklieden arbeiden en zich dan ook als zoodanig hebben opgegeven. Ook bij de dijkwerkers is een groote vermindering waar te nemen, terwijl de straat, makers met 7 O/, vei*meeilderden en de wegwerkers met 168 O/,. Behalve de schoorsteenvegers, die in relatieve sterkte met 21 O/, verminderden, zijli de overige voorname beroepen bij den met reinigingsdienst relatief sterk toegenomen, de baggerlieden met 68 O/,, de glazen~assche~s 12S0/, (dit beroep is eigenlijk in de laatste vijf-en-twintig jaren pas ontstaan en ook thans nog in oplsomst) en de openbare reiniging met 72 O/,.
vO.
.
Van de klassen die in relatieve sterkte het ii,eest teruggingen treedt het ineest op den voorgrond de diamantindustrie, die vergeleken bg 1889 met 18 O/, verminderde, De achter~iitgang i11 de relatieve sterlrte in de hout-, kurk- en st~*oobewerkinglromt jii de meeste voorname beroepen dier industrie voor. De hoepelfabricage ging in relatieve sterkte terug van 100 tot 89 oio, de meiibelfabricage tot 93 O/,, de houtzagerij tot 91 "io,cle klompenmnkerii tot 81O/,, de kiiiperi tot 79 ,, de draaierij (in hoofdzaak houtdraaierij) tot 88 O/(,. V66i1uit ging de sterkte cler Iristenmakers. In de beroepstelling va11 1889 lromen nlleeii voor fabrikanten van cloodlzisten en van sigarenlristen. Vermoedeliijlr zijn de kisteiimalrers (andere dan doodkistelimakers) oncler de.laatsteii begrepen, daar toch bestaat; een sterke vermindering sedert 1889, en dienen diis de totalen hies vergelelreli te worden. Dit doende wordt de toeneming der relatieve steivkkte 24 "/,, Voorts is toegenomen de selatieve sterkte der jalo~izienmakersmet 14 O/,, der lijstenmakers met 69 O/,, der fabyikantcn vnii stoelen met 44 "/,, der witwerkers met 1OIO, der kuslisnijders met 4 'y1, en der mandenmakers met 34 OIO. De abiiormale toeneming b i de modelmakers vindt geen verlilaring, Bij de kunstniiverheid, wier relatieve sterkte in totaal met 8 "1, tesug ging, is de v e r mindering in de voornaamste vakken liet sterkat. Dat het oefer der beeldhouwers zoo sterk dalende is, zal wel het gevolg zin van liet verinoedel~lrin 1889 daastoe mederelrenen der houtbeeldhouwers, clie in 1899 tot cle meubolfabricage gerekend zijn. Ook in de lederbewerlsing is de verminclering in totaal van S "1, in alle voorname ondetedeelen meer of iiiinder sterk waar t e nemen. De relatieve sterlzte der sclioeninalrers is eveneens met 8 o/,, teruggegaan; b3 de zadelniake~sis de vermindering 17 U/, en bij de fabricnge van leder 19 "I,,. De verinindering in totnal met 8 O/, bij do oergraverij, steenkolen en turf, wordt alleen . veroorzaakt door de afneming vnn de relatieve sterlzte cler verveners met 14 U/, daar bij de beide andere voornnme beroepen een sterke vermeerdering t e constateeren valt: b! den mijnbouw van 31. "I0 en bij de fabricage van turfstrooisel van S9 "1,. Ten slotte rest van de n~verheiclshedrj,jvennog de textiele nijverheid ter bespreking. Het is te betreuren dat, verinoedel$k tengevolge van verschil in clnssificatie, de verschillende onderdeelen van de spinnerij en de wevesij niet kunnen worden vergelelren. Zoo komen in de uit* komsten der telling van 1889 onder de spinnerij voor 140 personen in de gnsenspinnerij, terwijl in 1899 werden geteld 1081 fabrilianten van sajet, 4548 fabrikanten van lrntoeilen gwens, !i!88 fabrikanteli van gnrem zondei* nadere anncluiding, 1289 fahsiknnten van wollen gasens, 222 fabrikanten van jute gwens en '71 fabrilianten vaii linnen garens, in totnal dus 7466. VermoedelijIr zijn dus de meeste spinners in 1889 begrepen in de fabricage van katoen, waarvan er 19 114 geteld werden. Maar hieronder zijn ook waarschijnlijk de katoenweveis begrepen en denkelijk ook vele bontwevers, omdnt de eersten in het gelieel niet onder de weverij worden genoemd, en de laatsten dechts tot een aantal van 14'7 voorlroineii, terwil in 1899 werden geteld 15202 katoenwevers en 2408 bontwevers. Dit mnakte het raadzaam om alle beroepen, die tot rrpinnerij en weverij behooren, bij elltanr te tellen, om althans eenige vergelijlung te kunnen maken. Bij de fabricage van vlas wordt eene vermindering van het relatieve aantal personeu waaingenomen van 72 O/, In de eerste plaats zal de oorzaak van deze vermindering gelegen zijn in den achteruitgang van den vlasbouw. Van i- 16000 H. A. omstreeks 1889 met vlas bebouwd, daalde deze oppervlakte in 1899 tot f 7 0 000 H A. Daarbij lroint, dat bij eene vei*minderende opbrengst een toeneming staat van de hoeveelheid onbewerkt vlas, die wordt uit. gevoerd, en dus werk aan de brnkers, roters en helcelaars onttselrt. Alg derde oorzaak kan misschien nog gelden. dat verinoedel~kin 1889 de vlasboeren tot die industrie zijn gerekend;
zij komen althans b i den lnndboiiw niet afzonderlijk voor, Naast de veriiiinclering der vlasindustric! staat ook eene betreklrelijlr sterke vermindering van het relatief aantal personen bij de toiiw, fabricage werkzaam, n.l. van 36 %. De vlasindustrie en de touwfabricage zgn het die in hoofdzaal; den teruggnng van 4 O/, hij de textiele nijvei*heidbepnlen. Immers b$ de spinner0 en de weverij in totnal is de vermindering slechts 1O/, en bij de kleinere industrien van band, kant, koord enz. is eene vermeerdering van 4 O/, te constnteeren, De appreteerdern, ververij en drulrlrerij eischte in 1899 bijna relntief di*iemanlzooveel personen al# in 1889 en de fabricage van netten tweeliinal zooveel, Reeds op blz, 259 is er op gewezen, dnt de relntieve sterkte van den landbouw met 6 O/, is dgenomen, Eene relatieve verinindering komt ook in andere lnnden voor en is liiet nioeilijlr te verklaisen. Het terrein toch waarop de landbouwer werkt is beperkt en kan zich slechts uit. breiden door het in c~iltu~ir brengen van woeste gronden, maai* dit vordert gewoonlgk niet zooveel arbeiclers. Het is dan ook de eigenlijke landbouw, die t17 "1, der tot de ltlnsse XVI1I behoorende personen vertegenwoordigt, en die verminderde met 8 O/,, die de totale vermindering heeft veroorzaakt. Mede gingen relatief terug de veehoiiders en folskers met G Oio, de tabaksplanters met 90 "1, (de oppervlakte met tabak beplant verminderde van 1889 op 1899 met ongeveer de helft) en de tuinlieden met 3 O/,. De veehoiiders ei1 folrlrers zgn in totaal genomen, omdnt blijkbaai* in 1889 een groot aantal veehouders zich als veefokkers heeft opgegeven en volgens betrouwbai*e mededeeling de eigenlijlre veefokkeiij hier slechts in enkele gevallen vooi*lzon~t,De groote toeneming van het aantal boterboeren, eigeiilgl< ook voehoiiders, wordt nlleen bij de vroiiwen gevonden, die naar nnnleicliiig van de op blz, 21 genoemde circ~ilaireiii 1899 hebben opgegeven dat zij ineer specianl in de ziiivelbereiding werlrzaam waren. De bloemisteri en de bloembollenteelt zagen hun relatie! aantal bijna verdi*ievoudigen. Die vern~oerdei*ingstrookt geheel de cijfers die sedert 1897 omtrent den hanclel in bloembollen en bloemlrnolgewassen ter beschikking staan; werden in 1897 6,7 niillioen ILG, uitgevoerd, in 1903 bedroeg de hoeveelheid 10,s millioen ILG. Oolr de boomlrmeekerij, maar vooral cle boschbouw zijn in selatief aantal zeer gestegen, tie eerste niet '73 %, de laatste met 211 %, I n hoeverre dit laatste liet gevolg is van de aanplanting van dennenbosschen bij heideontginiling, hetgeen in de laatste jareii sterk bev~rcle~d wordt, bliJlst niet. De vermeerdering met 11 % vnn de relatieve sterkte der' vaii de visschei$j en de jacht leveiide peilsoilen, is bijna uitsluitend het gevolg van de vermeerdering met 13 01, van de sterkte dei: zee- en liaringvisschers, die meer dan 60 O/, van de arbeiclers in de geheele Irlasse uitmaken, Volgens het verslag van den staat der Nederlanclsche Zeevisschergeii, zou de geheele bemanning der totale zeevisscher~jvloot in 1.889 gebezigd, hebben bedragen 13653 koppen en in 1899 19232 koppen, of resp. 81,G en 100,O per 10000 nrbeidende personen, waaruit dus eene toeneming van ruim 22 volgt. Dat bij beide tellingen het getelde aaiitnl personen in de visscherij werkznam, zulke groote verschillen aanwijst met de opgaven van het Zeevisschortverslag, zal wel het gevolg zijn van de omstandigheid dat de tellingen werden gehouden op 31 December, op welk moment sommige personen die in andere tijden van het jaar de visch. vangst beoefenen en dus begrepen zin in de opgaven van het Zeevisscherijverslag, een ander beroep iiitoefenden, dat zij voor de beroepstelling hebben opgegeven. De relatieve sterkte der personen i11 de oestercultuur heeft geene verandering ondergaan, terwijl de zoetwatervisscherij relatief is verminderd met 8 O/,, Ook de zdmvisscherii eischte betselrkelijk in 1899 een kleiner deel der nrbeidende bevolking dan in 1889 ii1, 1'7 O/,, hetgeen
wordt bevestigd door de cijfers van den aanvoer van zaliii aan het Kralinpche veer (1887 -1891 gemiddeld 68 O00 stuks van 1897-1901 gemiddeld f 31 000 stuks). Worden de personen, die zich jacht-opzieners hebben genoemd, met hen, die zich als jageis hebben opgegeven vereenigd, dan w i de relatieve sterkte van het jagersbedrijf bena verdubbeld. In de klnsse betreffende den handel werd eeiie toeiiemirig der relatieve sterlrte berekeiicl van 17 ' O I O . De toeneming komt in alle takken van handel voor behalve in dien vnn "andere varen," die met 32 O/,, terugging. Dit laatste zal wel. liet gevolg zin van het streven in 1809, om dezen post, die slechts als sluitpost moest fungeeren, zoo klein uiogelijk te doen zijn, door de voorwerpen van den handel na gezette overweging zoo veel doenlijk te brengen in de zeven andere groepen waarin de handel is verdeeld. Do cgfers voor 1899 zullen daarom voor sominige dier groepen in vei*gelijlring met 1889 iets te hoog zijn, doch oolc daarmede rekening houdeiide, blijft toch voor alle onderdeelen in meerdere of mindere mate eenc toeiieining te constateereo. Uit de aan het slot der klasse op blz. 266 medegedeelde totaalcijfers blijlrt, dat de toenemingvm het relatief aantal kooplieden en winkeliers 20 O / , heeft bedragen en dat de tusschenhandel d z. agenten, commissionnairs, makelaars en reizigers rdatief sleclits met bijna 6 q,,is gestegen Deze 5 0/, toeneming is ontstaan uit eene toeneniiiig b i de agenten met 14 en bij de reizigers met 45 en uit eene afneming van het relatief aniital makelaars met 65 % en vali het relatief aantal commissionnairs me t 62 Wat den achteruitgang vnn het relatief aantal makelaars betreft, bestnat het vermoeden dat de malrelnars in eflecten in 1889, evennls dit met de coiiimission~iairsin effecten zeker is geschied, tot den handel in andere waren zijn gerekencl. Is dit xoo, dan zou de vermindering van het relatief aantal malrelna~*ssleclits een schijnbare wezen. De teruggang bij de commissionnairs zal wel het gevolg zijn van verschil van opvatting bij de rubriceering in 1889. Dienstlieden aan spoorwegstations, knechts in hotels, die voor de reizigers diensten vei*l*ichten,noenien zicli vaak ook commis~ionuai~s cloch behooren niet tot den handel maar b i liet ~erlcee~s~vezen thuis, Kramers en venters die in 1889 44,s per 10 000 der wbeidende bevollriiig telden, zijli teruggegaan tot 27,G per 10 000 in 1899 of met 38 De vermeerdering van gemalckdijker en goedkooper verkeersmiddelen zal \vel oorzaak zijn, dat de, bewoners van afgelegen plaatsen, die vroeger liunne waren van l a m e r s en venters betrolclen, lioe lniig zoo meer hunne waren uit magazijnen en winkels in de naastbijgelegen dorpen of steden betrekken, waal*doorhet kramersbedrijf hoe lang zoo minder loonend wordt, Van de verschillende talclren van handel is clie in voorwerpen van woning liet liieest in relatieve sterkte toegenomen zij is meer dan verdrievoudigd. Vermoedelijk zal deze tak van hniidel wel het meest in 1899 personen onttrolrlren hebben aan hen die in 1889 tot handel in andere waren zijn gerekend. De boek-, kunst- en papierhandel volgt daarna in toeneming met G8 De handel in luxe artikelen wijst een ~ermeerde~ings-pellcentage van 26 1/, m en de haudel in voeclings en genotrniddeleu een van 18 O / , . Ten slotte zg vermeld dat het magazijnpersoneel relatief is geklommen met 41 O / , . Onder liet magazijnpersoneel zgn, althans voor 1899 na de omwerking, niet d e e n gebracht de magazijnbedienden in den handel, maar ook die, welke in de verscliillende industrien liunne werkzaaniheden verrichten. Geacht werd dat deze personen niet in dienst zijn van de fabrikant als industrieel, maai* van den fabrikant als handelaar.
x.
In de vei*keersklnsse doen zich bij de vei*gelijlring van de beide tellingen allerlei verscliillenvoor, die soms eene vei*klailingkunnen vinden, doch soms niet tot lrlaarheid te brengen zijn, en die gezamenlglr leidden tot eeiien teruggang cler relatieve sterkte met 15 Q/,. Ook hier moest veelal tot groote groepen van beroepen de toevluclit worden genomen. Net spoor- en trainwezen nioest als een geheel worden beschouwd, omdat in de meeste onderdeelen te veel verschil in de classificatie bleek te bestmn bij de beide tellingen. Om een paar voorbeelden te noemen, werden in 1889 vermeld bij het spoor- en tramwezen werkzaani te z$ 64 machinisten teiewil van stokers niet wordt gerept. In 18% daai*entegen werden geteld bij het spoorwezen 1122 machinisten en 858 sto1rei1s bij het stoointramwezen nog eens 217 macliiiiisten en 102 stokers. (waaronder ook die bij paardetrams begrepen Tegenover 257 spoos- en tramwegco~icl~icteu~~s zijn) in 1880 staan volgens de uitl~oiiistenvan 1899 2544 personen behoorende tot het treinpersoneel waaronder minstens 1132 conducteurs. Vermoedelijk zijn een groot deel deier personen in l889 onder de rubrielc beambten gerekend. In totaal is de vermeerdering van de relatieve sterkte van spoor en trainwegpersoneel 15 '-',',,. Wat de overige vervoermicldelen te land betreft, in 1889 in hoofdzaak huurlroetsiers en voerlieden genoemd, is ook verschil in classificatie ooriaalr van de groote verschillen in de cijfers. Voor de vergelijlring van de hiiurkoetsiers van 1889 met die van 1899 zijn uit de lnatste telling bij elkander geteld het personeel bij de rijtuigmaatschappijen, de huurkoetsiers (stationneerende rijtuigen, snoiders enz.) en het peisoneel van stallioudei*~en.Dientengevolge zou het genoemde personeel in ~elatieve sterlcte met 64 % zin toegeiiornen. De ondervinding leert echter dat, in de tengevolge vali den tramaanleg en het gebruik van rijwielen en automobielen, de stall~o~iclei~~j laatste jaren eer achter- dan vooruit is gegaan, wat bevestigcl wordt door de verminderingvan het aantal pnnrden van rUtuigverhuurders die van 1897-1902 verminderd zijli van 12 384 op 11396. Vermoedelijk zijn een aantal in de stalhoiiderij werkzame personen, in 1899 in de positie D bij de stallioudesij vermeld, in 1889 tot cle voerliedeii gerelrend, waardoor dan tevens zou verklaard zijn de abnormaal groote afneming der voerlieden, wat met de toeneming van nijverheid, handel en verkeer niet te rijmen valt. Worden de huurkoetsiers en de voerlieden bij elkander geteld, dan zou de relatieve sterlcte dier beide beroepen met ruim 18 O / , zijn afgenomen. Oolr bij de zeevewt, die in totaal in relatieve sterlrte met 8 'J;,is toegenomen, doen zicli bij de onderdeelen onverlclanrbare va~schillenvoor, Terwijl het betrekkelijk aantal gezagvoerders en stuurlieden met 13 O / , vermeerderde en liet relatief aantal machinisten en stokers met 32 O/, steeg, wat in overeenstemming is met de vermeerdering van de vloot en de toeneming van het aandeel der stoomschepen daarin, zou het betrelrlrelijk aantal matrozen met niet minder dan 36 O/,, zijn teruggegaan. Volgens de cijfers in cle statistielr der scheepvaart is het aantal matrozen zoo in 1889 als in 1899 bij de zeevna~*tgetelcl, grooter dan de statistiek der zeescheepvaart als hun aantal op Nederlandsche hoopvaardijschepeii aangeeft, waaruit zotide volgen dat, evenals op onze schepen vreemdelingen onder de bemanning zijn, een aantal in ons land wonende matrozen op vreemde schepen vaart. Dit aantal zou clan echter in 1889 zeer groot moeten zin geweest. Bij het aantal bootwerkers doet zich bij de beide tellingen eveneens een niet t e verklaren verschil voor, hun aantal zoti toch in die tien jaar meer dan 4 maal zoo groot geworden zijn. Het groot aantnl sjouwerlieden, dat in 1889 in vergelijking met 1899 werd geteld, doet vermoeden dat onder deze laatsten in 1889 veel bootwerlrers geteld zullen zijn, Ook b i de binnenvanrt is de vergelijking in sommige gevallen niet mogeliJlr. Zoo werden in 1889 in dezen verkeerstak geen machinisten en stokers afzonderlijk vermeld, terwijl de cijfers der overige beroepen, behalve de schippers, t e klein zijn dan dat zij dnarin zouden begrepen kunnen
l
il
.
zijn. Voorts werd voor '1889 132 man brug- en sluispe~*soneel geteld, tertv$ dit in 1899 niet minder dan 1873, dus meer dan liet tienvoud bedroeg. Vermoedelijk is in 1889 een groot aantal bingen sluiswachters geteld bij personen in dienst van den rijks. of provincialeii waterstaat, of van eene gemeente. In totaal is de binnenscheepvaart relatief in sterkte met 3 O/, verminderd, waartoe veel heeft bijgedragen de vern~indeiingvan het relatief aantal schippei*s. dat zelfs absoluut is achter~~itgegaan. Het nanleggen van goederen vervoerende stoonitl*amwegen, het in meerdere mate toepassen van stoom- en inotorkracht, ook b i de binnenvaart, waai*cloor liet ti*ansport~ veimogen veel woidt vergroot, eulleii er toe hebben bijgedragen om liet pessoneel der binnenscheepvaart te verminderen. Het beroep va11 scliuitenjager scl~ijntook belni~gi.$kin relatieve sterlrte achteruit t e gaan, en van kleine sleephet gevolg waai.schijnlijk vnn het toenemend gebruik van motorvaal*t~~igen booten voor de bilinenvaart. De relatieve sterkte van het personeel der posterijen, telegrafie en telephonie lrloni van 38,2 per 10 000 tot 47,7 per 410 000, iiiet eene absolute vernieerdei*ing dus van 46 OIO en eene relatieve van 25 O/,. De toeneming van 46 % stemt geheel niet cle toeneming van het brieven.vervoer, dat van 66 inillioen in 1889 op 100 iiiillioen in 1899 steeg. Het lelegrnnfverkeer steeg wel niet in die mate (van 4 , l inillioen in 1889 tot 6,2 millioen in 1899) doch het in latere jaren ontstane intercommunale en internationale tlelephoonverlseer en de uitbi*eiclingvan de plaatselijl~e telephoondiensten, heeft ook nieu~velrrachten gevorderd. ' Bij de meeste vakken tot het expeditiewezen behoorende, is de vergelijking al niet mindei* moeilijk dan bij de eesstgenoerncle drie onderdeelen van het verkeerswezen. Teneinde de eigenleke expeditievakken te kunnsn vergelijken, zullen houders van bestelhuizen, expediteurs loopknechts en pakkendragers bij elkmder moeten worden geteld, hun relatief aantal wordt dan voor 1889 66,O en voor 1899 53,2, eene afneming dus van ruim 18 O\,. Men vergets echter hierbij niet, dat zij die zich in eenige indiistrie als looplsneclit of loopjongen hebben opgegeven, tot het personeel in algenieenen dienst zijn gerekend, welk personeel, zooals op blz. 239 is gezegd, in zijli geheel telkens bíj dat der industrie zelve is geteld. Reeds boven is melding gemankt van de groote vermindering van het aantal sjouwerlieden. Voor deze vermindering is geen afdoende vei*klaring te vinden, al Iran veel morden bijgebracht om liaar gedeeltelijk op te lossen : n.l. cle boven aangewezen groote venneerdering van het getal bootwerkers, het in 1899 afzonderlijk vermelden van het personeel voor lading en lossing bij de zeevaart, waarvan in cle telling van 1889 geen melding is gemaakt, cle betreklselilre v e r meerdei*ing vaii het overig personeel bij de binnenvaa~t,waarin 001s personeel voor lading en lossing begrepen is, doch vuoral de sterke vermeerde1*ing van de in klasse XXVIII verantwoorde ,losse wedclieden", Thans rest nop eene vergelijlring van het aantal personen tot het logement- en koffiehuiswezen behoorend, dat als zoodanig bi de beide tellingen
Het bankwezen is in sterkte achteruit gegaan met 9 O/,. In hoeverse daallaan schuld heeB dat de liandel in effecten waarschijnlqk gedeeltelijk is begi*apen gebleven in klasse XX, kan niet wordeii nagegaan, Het vei*zekei*ingswezen,dat zich in alle vormen nog steeds uitbreidt, is meer dan verdubbeld, Toch geven de cijfers vermoedelijk slechts een klein beeld van de uitbreiding van den omvalig van het verzekeringswezen. Immess inisschieii bij geen enkel beroep is het aantal personen zoo groot dat dit als nevenberoep uitoefent, en dit Iron bij de beroepstelling niet aan het licht komeii. Het levensverzekeringswezen, waarin cle ongelulrlreiiverzekering begrepen is, hield relatief in 1899 binu 4 inaal zooveel personen in hoofdberoep bezig als in 1889. De zieken en begiafenisfondsen, die in 1889 slechts 43 personen in lioofdbe~oepwerk zou hebben gegeven verschafte in 1899 aan 350 personen arbeid, met eene toeneming dus van het relatieve aantal van ruim 600 01,.u De overige verzelreringen waaronder de brniidassurantie, wijst slechts eene verineerderingspercentage van 9 O/,, aan. Of hier de geringe toeneming ook schijnbaar is omdat in nevenberoepen veel geassureerd vordt, blijkt weder niet. -
-
T
Van de vili,je boroepeii iii totaal is de relatieve sterkte met 3 O/, verminderd. Het aantal ganeeslrtindigen is relatief met 6 01, vermeerderd en dat der vroedvrouwen inet 9 01, terug gegaan. Het naiital veeartsen, waai*onder ook bepepen zijn de toegelaten empiristen, .voor zoover dezen van de veeartsenijkuiide hun hoofdberoep mnnlsten, is niet 10 O/, verminderd. Oolr het aantal advocaten en procureurs is niet in gelijke mate als de bevolking toegenomen, zoodat in IS99 relatief 7 OIO ininder aanwezig waren dan in 1889, De beoefennreii van kunsten en wetenschappen vermeerderden met 57 O/,, In hoeverre of daarmede verband houdt cle verinindesing van de beroepen tot de publielze vermakelijkheden of tot overige beroepen behoorende, die resp. met 42 en 68 O/, afnamen, kan niet worden nagegaan, Alleen zij vernield dat het personeel behoorende tot bepafenisondei*nemingen, bidders enz, vernioedelijk in 1889 ondei* de laatste beroepen zijn medegerelrond, terwijl dehe in de telling van 1599 eene afzonderlijkc rubriek van het verlreerswezeii uitmaken De ad min is tra te ui*^ en rentmeesters, die in absolu~itaantal verinindeiden, gingen reiatief met 20 O / , achteruit. EIet administratieve personeel daarentegen, dat zijn, boekhouders, klei*lren, schrijvers, copilsten enz, vermeerdercle relatief met; De toeneming van het personeel tot het bijzonder onderwijs behoorend, wordt geheel bevestigd door de cijfers die omtrent het onderwijzend personeel aan de bijzondere scholen in het onclerwijsvr?rslag T V O ~ * ~medegedeeld. PI~ De abnoririaal stei*lre toeneming van de personen, die in den verplegingsdienst werkzaam zijn is waarschijnlijk niet alleen het gevolg van de ~~itbreiding van dien dienst, maar ook van het in 1899 mede rekenen vaii een groot aantal geestelijlre zusters die eerst na herhaald vragen van iiilichtingeïi erkenden als verpleegsters werlrzaam te zijn, Ook bij het onderwis deden zich eenige inaleii soortgelijlre gevallen voor. Dit kan misschien teveiis verklareli waarom het personeel in dienst eener kerkelijlre gezindte zoo sterk verminderde, Ofschoon volgens de cijfers op blz, 5617 gegeven en toegeliclit op blz. 61 het aantal inwonende dienstbodcm vrij sterk verminderd is, is er toch eene toeneming van het relatief aantal huiselijke diensten verrichtende personen t e coiistateeren, althans voor zooveel het de eigenlijke huiselike diensten betreft. Deze toch namen relatief met 2 O/,, toe. Het in dienst nemenvan huisbewaarders tijdens het op reis zijn of gedurende den tijd dat de woning in de stad tijdelijlz. met een buitenverblijf wordt verwisseld, schijnt meer en meer te worden nagelaten, nu er allerwegen goede
gelegenheden. bestaan om voorwerpen van wanrde gedurende de afwezigheid in veiliglieid te brengen en daarenboven schnde door brand en inbraak gemnkkelijlr door verzelrering wordt vergoed, Dnt het stalpe~soneeliii anntal vermindert, is het gevolg van de dneining van het anntal paarden van weelde. Werden van deze paarden omstreeks 1889 nog ruim (5300 gehouden door f4200 gezinnen, in 1899 was het getal panrden tot ruim 4400 gedaald en dat des gezinnen tot 2680. Op de vermoedelijke oorznak vnn de sterke toeiiemii~g van het relatief aantal losse werklieden, is reeds 'gewezen bij de bouivvalrlren (aard- en polderwerkers) en bij het verkeer (sjouwerlieden). Het aantal personen in dienst vati clen Staat, volgens de uitlronisten der bel*oepstelling, is absoliiut ongeveer gelijk gebleven sedert 1889; 34 436 in 1889 eii 34 246 in 1899, Relatief is het met ruim 14 01, verminderd. De algemeene adiniiiistratie vnn de stnatshuishouding eisclite iii 1899 relatief 23 01, meer daii in 1889, In de absolute sterlrte van het personeel der rechterlijke inaclit ei1 liet politiewezen is hoegenaanid geene verandering gekomen. Het onderwijzend personeel in dienst van den Stant is zeer toegenomeu, relatief niet Eene zoodnnige toeneming is moeilsk t e rijmen met de geringe toeneming van liet 41 aantal rijksinrichtingen van onderw\js, doch kan het gevolg zijn vnn liet in 1899 tot het onderwijs rekenen van pei'sonen die zijdelings b i het onderwijs zijn betsokken, als het personeel aan laboratoria, ann bibliotheken van onderwijsinrichtingen enz., hetgeen misschien in 1889 niet andere ambten het gevnl is geweest. Dit zou dan tevens eenigzilis vei*klaren waarom de in dienst van den Staat in 1889, zoowel absoluut als relatief zooveel hooger was dan in 1899. De veilmindering vnn de relatieve sterkte der staatsdienaren is in hoofclzanlc het gevolg van de afneming der relntieve sterlrte der personen belioorencle tot het lrrijgsweeen, die met 19 OIO terugging. Het aantal belastingnmbtenaren bleef relatief gelijk, terwijl die bij het loodswezen eenigzins in relatieve sterkte vermeerderde. Het personeel bij den Waterstaat vernieerderde absoluut wel, maar niet in sterlre mate, te constateeren valt. zoodat relatief eene verniiiidering met 9 Voor de groote vermindering der andere ambten, waarop boven reecls gewezen is, kan geen andere oorznak bestaan dan het streven in 1899 om in deze rubriek weder alleen te brengen die personen welke onmogelijlc in een der nndere rubrieken konden worden ondergebracht. Ook is niet onmogelijk dat personen in dienst van het Rijk, provincian en geineenten, (want bij de beide laatstgenoemde is biJ de -overige ambten eveneens een niet t e verklaren afneming), doch die behooren tot nijverheidsbndrijven, onclerwJs of verpleging, in 1889 nbusivelijk niet tot de laatsten zijn gebracht. Niettegenstaande het personeel ter provinciale griffian vrij belangrijk in relatieve sterkte is toegenomen en het provincinle wnterstaatspersoneel slechts in geringe mate is afgenomen is de totale relntieve sterkte der personen in dienst van eene provincie, vrij sterk gedaald en wel met 26 01,. Deze daling komt uitsluitend voor rekening vnn de andere nmbten, wier sterkte van 273 in 1889 verminderde tot op 36. Voor de mogelijlre oorzaak daarvan kan hetzelfde gelden, wat biJ de beschouwing over de cifeïs voor liet Rijk is gezegd. Een dergelijk verschijnsel doet zich voor b i de personen in dienst eener gemeente. Ook hier eene vr6 groote stijging van de relatieve sterkte van het personeel b i de secretasien van 17 OIO, eeii sthging van 7 OIO b i het onderwijs, eene van 6 bij de politie en brandweer, doch
x.
een niet te vcrklaren teruggang van 22 bij de belastingambtenaren en een van niet minder dan 69 O/, bi de overige ambten en bedieningen (zie boven). Deze beide laatsten brengen bij het totaal der klasse eene daling vnn de relatieve sterkte van nog 2 mede. Het corps matorsch~psainbtennren zng zijne relatieve sterlrte in die tien jaren met 13 vermeerdereii, Eindelijk wijst de relatieve sterkte van het nnntal personen iii dienst van eene kerkelijke gezindte, eonen teruggang aan van 69 %. Er is reeds op gewezen wat de vermoedelijlre oorznnlr is van dezen teruggang, n,l. dat de broeders en zusters vnii geesteliJke orden, in 1889 allen gerekend zijn tot dehe Irlasse, terwijl in 1899 velen Iiunncr zijn gebracht tot het onderwijs of tot de verpleging, Alleen wanneer bleek dat deze personen niet in gestichten woonden waar onderwijs of verpleging bestond, of indien zij, al moondeii zij in dergelijlre gestichteu, hadden verklaard geen deel, hoegenaamd ook, aan het onderwgs OE de verpleging t e nemen, mnnr slechts als kloosterbroeders of zusters te leven, zijn zg ook in 1899 onder klasse XXLYTII gerangwhikt Het anntal protestantsclie geesteljjkeii is aelatief met 11% gestegen. De veriiiindering der R. C, geestelijken berust geheel op een verschil bij de clnssificatie, claai* lrlnarbl~lcelijkin 1889 alle geestelijke broeders en zusters als geestelijken zijn medegerelrend, terwijl in IS99 nlleen personen die de priestetllijke mijding liadden ontvangen, als zoodnnig zijn getelcl. De broeders en zusters van geestelijlte orden zijn, niet inachtneming van hetgeen boven is gezegcl, gebraclit tot de overige personen in dienst eener kerkelijke gezindte. Dit verklnart tevens de groot0 toeneming van de reltdieve sterkte dezer personeii met ruim 200 percent, welke toeneming nog grooter zou zijn geweest, indien niet nog een aantnl dezer laatste persouen bij onderwijs en verpleging waren ingedeeld. Ook bij de Israglieten schijnen in 1889 personen tot de geestelijken te zin gerekend, die in IS99 tot de overige personen zijn gebracht, de vermindering bij deze geestelijlren inet 33 % is anders niet te verklaren. Nog sterker is de verinindering b$ de overige lrerkelijke ,gezindten. Hiertoe kan mede hebben bijgedragen dat deze rubriek in IS89 kerkelijke gezindten bevat, die in 1899 tot de protestantsche zijn gerekend. Het totaal nnntal godsdien#tonderwijzers en daarmede gelijk gestelde personen, ver. minderde relatief met 10 O/,. De grooto vermeerdering bij de overige aiilbten en bedieningen behoeft thnns geen nadere toelicliting,
Zoonls reeds op blz. 189 is medegedeeld is de totale vermeerdering van het naiitnl vrouwen, dat arbeid verricht, of althans dat zich als zoodanig heeft opgegeven, gering te noemen dnar het in IS89 16,4 O/, van liet totaal nantal vrouwen bedroeg en in 1899 16,8,Gene verineerdering dus van het relatieve aantal vali ruim 9 O I O . De volgende cijfers toonen aan ~vellreverandering er heeft plaats geliad in de veshouding die de arbeidende vrouwelgke bevolking in de hoofdgroepen iniieinen : Op 100 in de beroepen werkzame vPoiimen koinen voor rekening van:
. .
1889
de i~iverheid , , deli Inildbouw , . de visscherij en jacht
.
, : , , ,
. .
18,6 20,7 0,03
1899
. . . . liuisel~lïediensten . . . , . de overige beroepen . . . halidel en verkeer.
1889
1899
10,5 4 5 5,7
11,4 43.8 613
veshouding vin de personen in den landbouw en Uit deze cijfers volgt, dat de in hiiiselijke diensten werlcmnm, zijn afgenomen en dat liet aantnl van de nUverheid, handel 'en verkeer en der vrije en overige beroopen is toegenomen, Onderstaniide tabel wijst voor de verschillende klassen de cijfers van af- of toeneming van het relatief' aniitt~lvrouwen aan, e11 tovens wordt daarin voor elke klasse medegedeeld de verhouding van het aantal daarin arbeidende inanneii tot dat der vitouwen. --~
1
,BElEOEYSHLASSEN.
Aantal arbeidende vrouwen in iedere klasse -- -
op 10 000 der totale arb. vroumel. bevollring;
1l
op 100 daarin arbeidende mannen.
. . .. .. . . .. . . ..
I, Aardwerk, lsallr, steen, glas . 11. Diainantnfiverlieid. . 111, Drulrkersbedr~ven. . . . , IV. Botiwbedr~ven , . V. Chemisclie niverheid. . VI, Houtbewerlcing. , . . . VI1. KleedingnU~e~heid. VIII. Kulist n i verheid . lx. Lederbewerlsing . X. Oer, turf, steenkoleii. , . XI. Me talenberverking . . . XII. Machines, instrumeiiten enz. . XIII. Scheepsbouw . . . XIV. Papieriiidustrie. . . XV, Textiele niverlieid , .. . XVI. Fabr. van gas en electriciteit. YVII, Fabr. van voedingsmiddeleli . XVIII. Landbouw . . , , . . XIX. Vissclierg en jacht . . , SX. Handel , . . . XXI, Verkeer , . . . . . YXII. Banlcwezeii , . . XXIII. TTerzelseriiigswezen . . , XXIV. Vrie beroepen. . . 'XXV. Bizonder onderwts . . , , XXVI. Verpleging . . . XXVIl. EIuiseliJlre diensten . . XXVIII, Losse \vei;ltliedeii . , . XXIX, Iii dieiist van den Stnat . XXX. , eeiie provincie , . XXXI, , " geineente. , XXXII. , waterscliap , XXXIII. , ,, lrerlr, gezindte
. . .. .. .
. . . . . .. . . .. . . .. . . . . . .. . .. . . . .. .. . . . . . . . . .. . .. . . . . . . .
fl
!,
>t
. Bi beschouwing dezer cijfers, waarbij weder in het oog dient t e worden gehouden, dat tengevolge van de toeneming van het totaal aantal arbeid verrichtende vrouwen, een a f n c ming van liet relatief aantal vrouwen met 22 P of minder altijd nog eene absolute toeneming beduidt, blijkt, dat
van de relatieve sterkte valt wnnie te nemen en wel b$ de fabsicage van aardewerk, glas, kalk, steen enz. ei1 in de oergraverij, het mijnwezen en de veenderij. In de eerstgenoemde klasse dragen op 6én na (fabrict~gevan steen, waasbij het aantnl steeg van 14,7 op l 5 , l dus met nog geen 3 01,) alle oliderdeelen tot de vei*minderixigvan 64.30 op 43.89 per 10 000 in meerdere of mindere innte bij. De fabricage vnii nnrdewerk dnnlde relatief van 27,5 op 19,7, die van tabakspijpon vnn 3,6 op 2,9 die vaii glas en spiegels van 7,8 op 8,0, Bij de in de tweede plaats genoemde klasse, waarvan de daling liet relatieve cijfer van 59,1 op 35,O bracht, is het bij de verveiiors dat do vermindering plaats vond; de overige onderdeelen dier Irlnsse telden in 1889 en 1899 zoo goed als geene vrouwelijke arbeiders. Iu al de ovei*igt?klassen dus eene relntieve vermeerdering. Bij de diamantindustrie verminderden relatief de klovers en de slijpers doch vermeerderden in sterlzu mate de snijders. I n de driilrkersbedrijven heeft overal, met uitzondering bij d e steendrukkerij, vermeerdering van het relatieve aantal vrouwen plants en wel iii grootor mate dan dit bij de mannen het geval was. Ook in de boiiwbcdrijven valt in de voorname beroepen wnwin vrouwen arbeiclen in meerdere of mindere mate verineerdering op te merken, vooral in liet behnngersvalr. In de ctieinische ~igverheidnam eveneens de relatieve sterkte der vrouwen in de meeste vooigname beroepen toe. Het aantal apothekers, i~~eestal bedienden, steeg relatief van 9,2 op 16,2 Bij de zeepfabricage wns cle toeneming zeer sterk, al is het absolute anntnl betrelrlselijk gering. Alleen bij cle lucifersfabricage valt eene belangrijke veililiindering der vrouweii zoo in absoluut als in relatief aantal te constateeren, van 6,2 per 10 000 arbeidende vrouwen dnnlde dit ciJfer op 4, dus met bijna 36 Behalve het aantal vrouwelijke lruipers, dat van 35 in 1889 tot 25 in 1899 daalde zijn alle overige beroepen tot klasse VI behoorende, waarvan de n~attenfabricageeigenlijk uit het oogpunt van vrouwenarbeid van eenig belang is, in relatieve sterlrte toegenomen. Bij de innttenfabricage Tvas de toenei~iiilgvan 3.4 op 6,O per 10000. B i klnsse VII, lrleeding en reiniging, die Ineer dan 12 O/, der arbeidende vrouwen omvat, is de toeneming betrekkelijk gering, van 1218 op 1281 per 10000, Van de in cleze industrie voorlromende voorname beroepen is afgenomen de fabricage vnn delrens, waarvan de vermoedelijke oorzaak reeds op blz. 268 is genoemd, de mutsenmaalrsters en ook het aantal mangellieden, in lioofclzaak nlleen vrouwen. Absoluut toe, doch relatief afgenomen, zijn de modistes en het personeel van wnschinrichtingen, Tegenover de vermindering dezer laatsten staat echter eene groote veimeerdei*ing der strijksters, zoodat wel is aan te nemen, dat de eerste liet gevolg ia van verschil in opganf bij de beide tellingen, Bij elkancler gevoegd is het vrouwel~lre personeel vnn wnsch- en strijlrinrichtingen relatief toegenomen van 229 op 256 per 10 000 arbeidende vrouwen. De sterlre toeneming bij de IrunstnDverheid is geheel te zoeken bij die beroepen, welke in hoofdzaalc vrouwelijlre arbeidskracht bezigen. De porcelein- en aardewerkschilders en -vergulders, waaronder in 1899 slechts ééiie vrouw voorkwam, telde in 1899 282 vrouwen, Voorts is i11sterke mate toegenomen het aantal borcluurwerksters van 132 op 329. In de lederbewerkiiig, die in haar gelieel nfnam, is het vrouwel~keelement absoluut meer dan verdubbeld. Deze toeneming komt uitsluitend voor rekening van de schoenmakerij. In klasse X worden bina uitsluitend vrouwen aangetroffen in de veenderij. Haar absoluut aantal ging terug van 2081 in 1889 op 1609 in 1899, haar relatief aantal van 59,12 per 10000 op 34,81. In de bewerking van metalen, maarin in 1889 456 en ,in 1899 666 vrouwen werkzaam
vl,,
.
.
,
waren, is de relatieve toeneming van 7 "1, veroorzaakt door toeneming in bijna alle onderdeelen waarin vrouwen arbeiden, Het meest i11 de metaalmnrenfabricage, in de fabricage van nagels en spijlzers en die van cnpsulen, alsmede in de blikslagerij. In de fnbricage van machines is liet aantal vrouwen gestegen van 57 i11 1889 op 432 in 1899, Deze vermeerdering vond in hoofdzaak plaats in de electrotechriiek en de vervaardiging van electrische gloeilanipen, in wellze liet absoluut aantal der werkzame vroiiwen steeg vati 13 op 348. De overige 84 vrouwen zijn over de andere beroepen verdeeld met in 1898 36 i11 de fabricage van lampen, waarin er in 1889 l3 werizzn~ainwaren, In de scheepsbo~twis het relatief aantnl vrouwen ongeveer gelijk gebleven en iii nbsoliiut aantal klein. Is in de eigenlijke pnpier- en cartonfabricuge het aantal vrouwen absoluut vr! sterk verminderd, van 430 op 323, in (Ie verschillende onderdeelen van de papierbewerking is het overal toegenomen, Bij de boekbinders vermeerderde Iiet relatief van 0,8 op 1,9, biij de fabricage van ~a~toiinages van 2,s op 6,8, bij die van papierwaren van O,7 op 0,8, en bij de zalzkenplnkkerij vaii 1,l op 3,1, alles per 10 000 arbeidende vroiiwen. I n de textiele nijverheid is bij eene relatieve vermindering van het totaal aantal arbeiders, eene vri,j belnngrijke relatieve vermeerdering van liet aantal vrouwen, dat in deze industrie bgni~ U/,, van het geheele aantal arbeidende vrouwen bedraagt, te constateeren, van ruim 306per 10 000 steeg liet tot bijna $46, tot welke vermeerdering, met uitzondering van de vlnsindustrie en de touwfabrjcege, alle onderdeelen in meer of mindere mate bijdragen. Bij de vlasindustrie was de vormindering van liet relatief aantal vrouwen, van 11,s op 4,3 per 10 000, niet zoo sterlt als van het totaal aantal werklieden, omdat de relntieve veriaindering der mannen nog grooter wns. De spinnerij en weverij zagen hnnr relatief aantal vrouwelijlre arbeiders toenemen van bgna '27,s op bijna 30,G. Bij de fabricage van band, kant, koord enz. steeg de relirtieve sterkte der vruuwen van 6,7 op 8,4. In de fnbricuge vtm touw, waarvnn de totale relatieve sterkte daalde met 30 O/,, bleef het relatief aantnl vrouwen zoo goed als gelijk. Zeer sterk droeg de vermeerdering van liet aantal vrouwen bij tot de totale vermeerdering van Iiet relatief atrntnl werklieden in de appreteerderij, ververij en druklteri. Hier steeg liaar relatief aantal van 0,s tot niet minder dan 10,3 per 10 000. Ook in de fabricage van netten was die stijging vrij sterk, van 8,2 op 14,4. I n de gnsiabricage vindt slechts een gering nalital vrouwen werk, in 1689 3 e11 in 1899 10, De fabricage van voecliiigs- en genotiiiiddelen bezigde in 1889 92,G per 10 000 arbeidende vrouwen, in 18G9 bijna 115, zoodat, waar de totale vermeerdering der werklieden slechts 11U/U bedroeg, het relatief anutnl vrouwen met 26 U/, toenani. 12elatieve veriiiindei*ing liacl plaats bij de meelfabricage, b i de grutters, b!j de kolts, bij de suilterraffinadel*ijen, bU de stijfselfabi*icnge en bij de poeliers, in welke beroepen ook de relatieve sterkte der mannelijke nrbeidei1s terugging. Bijna zonder uihonderiug was echter de teruggnng bij de vrouwen stSerlier dan b i de mannen. Nog veiliiiiiiderde het vrouwelijke element in do volgende indiistsi8n anarin het relatief! aantal niannen grooter werd: de attrdappelineelfnbricage, de ltoffieb~ander~en de panrdenslnchterY. Toenemiiig van het selntief auntul vrouwen, bij aliieming van dat der mannen, voncl plaats in de hoekfabiicage, in de chiclioreiSab~~cage, in de fabricage vnn alcohol, die van bier en bij de zo~ttbenerkiiig, bij welke taliken van nijverheid het nbsoluut nantnl vrouwen echter gering is, Sterke vernieerderiug oiiderging het vso~i~velijkelenient in de cacao. en cliocolade-
fabricage, Het aantal d n d n werkzame vrouwen steeg van 293 in 1889 tot 631 in 1899, of Het anntal mannen steeg echter relatief van 8,3 op 146, eene stijging dus van bino. 76 bedsoeg, nog sterker, waardoor de totale toeneming l07 Het aantnl vrouwelijke vleeschhouwers klom van 216 op 280 en het vro~iwelijkpersoneel in de margarineboterfabricage van 26 op 50, Nog vond eene vrij belangrijke vermeerdering plaats b$ de fabricage van verduurzaamde levensmiddelen, 'elatief van 2,3 op B per 10 000, en in de fabriekmatige zuivelbereiding van 3,5 op 9,5 per 10 000, Waal* ten slotte de relatieve sterkte van het totaal nantal werklieden in de tabak- en sigarenfabricage met 17 OIO steeg, klom die der vrouwen in die industrie met bijna 19 Bij de Inndbouwbedrijven in totnal is de relatieve achteruitgang bij inznnen en vieourven in de twee voosnaamste beroepen: den eigenlijken landbouw en de veehouderij, ongeveer gelijk. Bij de11 tuinbouw is do verinindering dei* vrouwen neer goot, relatief bijna 60 O/, en heeft zij veroorznakt eene afneming van het totnttl relatief aantal werkaamen. Bij de mannen bestaat toch eeno geringe relatieve toeneming, n.l. van d l l 0 O / , , Aan de relatief groote toeneming der bloemisten hebben de vieou\vennog sterker deelgenomen dan de mannen; bij de vrouwen was het relatieve aantal in 1899 ruim 8 maal zoo groot als in 1889. Op de vermoedel~ke oorzank van de groote vermeerdering der boterboeren (bijna allen vroiiweii) is vroeger reeds gewezen. Het anntal tabaksplanters, dat in totnal verminderde met 20 O/,, telde in 1899 G vrouwen meer dan in 1889 en het aantil vrouwelijke boomkweekers steeg van 8 tot 24, In den boschbouw wordt geen asbeid door vrouwen verricht en de 12 vrouwelijke griendmeskers van 1W9 verminderden tot op 1 in 1899. I n de vissclierij, maasin het relatief nantal vrouwen van 1,Sl tot 2,36 steeg, dus met circa 30 V,, toenam, bedroeg het aantal vrouwen in 1899 102. In de zeevisacherij nam het relatief nnntal vrouwen niet bijna 7 u/,, af. De hnndelsbedrijven zagen het'klatief aantal vrouwen dat daarin bezigheid vond, slechts met 'i O/, toenemen, teitw$ de geheele klasse niet l 7 "1, vesmeerderde, wat op een veel belangriilzer toeneming bij de mannen wist. De liaiiclel in grondstofl'en werd i11 1899 relatief door 31 "1, minder vrouwen gedreven dan iu 1880. Bij den lianclel in kleeding steeg het relatief anntal met ruim 9 O/,, b i dien in artikelen vali voeding e11 genot liiet 11U/,, bij dien in artiltelen van woning met '77 O/, (vermoedelijk oiii gelijlre rede11 die het totnal aantal asbeiders met 227 u/fl deed stigen, n.l. in verband met de claling b i den liandel iii andere wareli). De boek-, papier- en kunsthandel eischte relatief 69 O/, vrouwen rneer dan in 1889, iets' meer dnn bij de mmnen en de handel i11 luse-artikelen 33 % meer, evenveel meer als bij de mannen. De handel in levend vee en gevogelte, die i11 1889 door 99 vrouwen werd gedreven, hield in IS99 56 vrouwen bezig, Bij den handel in andese waren was de tei~uggangvan het relatief aantal vrouwen meer dan 50 O/, 13etgeen hierboven is gezegd, geldt in hoofdanak cle kooplieden en wiiilteliers (waaronder ook de kramers) en hun personeel, naligezien het aantal vi*ouwelijkeagenten, commissionnairs, inakelaars en reizigers nog uiterst gering is. Het vi*ouwel\jk magazijriperuoneel steeg van 19 in 1889 op 202 in 1899. Op de vermoadelijlre oorzaak dezer vermeerdering, die, hoewelin mindere mate, ook bij liet mnnnelgk pessoiieel plaats had, werd reeds vroeger gewezen. Aan de afneming die bij het relatief aantal kramers te constateeren viel, namen ook de vrouwen in dezelfde mate als de mnniien deel,
.
Bi de lrlnsse liet verlreerswezen betreffende, wanwan de relatieve sterkte in totaal inei
16 '1, veien~~nderde, in hoofdzaak door de abnormale nfneming van het aniitnl s,jou~vei*liedcin, steeg de relatieve sterkte der vrouwelijke arbeidelul inet ruim 1 6 "I,. Tot die verineei*clering heeft in de eerste plaats veel bijgedrageli de groote vermeerdering van het anntal vrouwelijke pensionhoude~s, kainerverhuurders en commeiisaleiihouders, dat van 179 op 1438 is gestegen, wat op eene vermee~*deringdei* ilelatieva sterkte west van meer dan 650 U/O. Unlr het eigenlijk hotelwezen bezigde in 1899 relatief veel meer vrouwen dan in 1889, de selatieve steskte steeg met bnna 185 O/,, veel sterker clan bij de mnnuen. Het bier., koffiehuis en caféwezen, rani*onder de hesbegiess en tappels, g ze11 vrouwelijk personeel relatief verminderen inet b i n a 5 O/,,, iets niinder dan bij de mannen. Daarentegen iinm het anntd kelnei*innen vrij steslr toe, van 261 in 1889 tot 498 in 1899, of relntief met 62 O,',,, terwijl bij de mannen eene verinindering was wnni* te nemen, Bij de zeevaart verminderden de vrou~venvan 36 op 14 en ba de binnenvaart nam haar relatieve sterkte evenveel d als b i de mannen. Aan dei1 relatieven achteiuitgnng der schippers hebben de vrouweii niinder deel dan do mannen, terwijl het vyouweljk brug- ei1 sluiepersoneel van 7 in 1889 op 39 i11 1899 steeg. De verrhoedelijke oorzaak dnnrvnn is vroeger reeds genoemd. Bij de posterijen, de telegrafie en de telephonie, steeg liet aantal vrou\veljjke peirionen relatief veel sterker dn11 dnt der mannen. Er waren in 1899 relntief bina dieiemaal aooveel vrouwen waltanom als in 1889, taswijl de relntieve vermeerdering b$ de mannen slechts ruim 91 ,O! bedroeg. 011 do oorzaak van de vermindel*ing bij de espeditievakken, wansnan ook door de vrouwen in ruime mate is deelgeilomen, is vroeger reecls gewezen. Iii het bnnlrwezeii klom het aantnl vrouwen van 23 op slechts 25 en ging dus relatief eeiiigzins terug, ofschoori oolï i11 het ~e~zelreringswezen nog betrekke'lijh weinig vi*oiiwen werlrmarn zijli (men houde in het oog, dat niet bedoeld.worden de vro~~welijke schrijvers, klanken enz., inani* assuradeurs, agenten enz.) is haar aantal sedert 18S9 toe11 driemaal zoo groot gewoldeo. De grootste vermeercleriiig had plaats in de levensvei*zekering, wms het aantal vrouwen van 6 op 21 steeg. Niettegenstaande i11 de vrie beroepen een aantal met name genoemde beroepen soms op een sterke relatieve verineerdering wijzen bij cle vïouwel~ikebeoefenaren (het unntnl geneeskundigen steeg van 7 tot 35, in de kunsten e n wetenschappen is het d a t i e f aantnl bijna vesdubbeld, teiawijl het vrouivelijk kantoorpersoneel van 69 op 367 steeg) verminderde de relatieve sterkte der vrouwen iii lclasse XXIV met circa 30 o/,. Deze vermindering komt in hoofdzanlr voor onder de ovesige beroepen, wier relntieve sterkte in 1899, oni onverklaarbare reden, slechts 16 "la van die in 1889 uitmaakte, alsniede van de vermindering der relatieve sterlrte der vrouwen bij de publieke vermakelijkheden en bij de vroedvrouwen, Bij het bijzonder onderwas is d e toeneming vnn het relatief aantal vrouwelijke personen sterker dan bij de mannen, bij de eersten 37 ?/,, b i de laatsten slechts met 10 OIO. B4 de eigenlijke onder\vijzem zijn de ciJei-s van toeneming der beide geslachten ongeveer even groot, bij de mannen eene sterkeafneming terwijl bij de overige personen in dienst van het ondei~s~js. en dani*entegen bij de vrouwen eene sterke toeneming is waar te nemen. Deze laatste toeneming zal wel in verband staan met liet in 1899 mederekenen van een aantal kloosteszusters, die, zonder als onderwijzeressen te fungeeren, toch voor het onderwijs werkzaam zj$i. In dienst der verpleging waren in 1899 relntief bijna 88 O/, meer vrouwen werkzaam dan in 1889, terwijl bij de mannen dat aantal slechts met 13 O/, steeg. Ook deze toeneming bij de
vrouwen, waarop vroeger seeds gewezen werd, komt op rekeniug van kloo~terxustei*~, Het aantal balcers nam af met 32 O/,, een gevolg vermoedelijle van het feit, dnt bakerdiensten hoe lang zoo meer door verpleegsters worden verricht. Het aantal dezer laatsten nnm in totaal relatief toe met 126 n/o tegenover eene toeneming bij de mannelijlre verplegers van slechts 13 Rij de overige personen in den verplegingsclienst werlrzaam is het ivelatief aantal zoo bij mannen als vrouwen sterk toegenomen, Ofschoon, zooals reeds werd medegedeeld het aantal hiiiselijke diensten verrichtende per. sonen vnii beiderlei lrunne in verhouding tot de geheele bevolking eenigszins vermeerderd is, zijn zoowel Iiet relntief aantal inannclyko als dat der vroiiwelijke in huisdienst werkzame personen atgenoinen. De sterlrte cler vroirwelijke huisbewaarders verminderde relatief tot op 'l3. Werd op eene zeer sterke toeneming van Iiet totaal aantal losse werklieden gewezeii, bi;j de vrouwen onder hen had eeiie groote vermiiideriiig plaats: het relatieve nantal dnalde tot op 118. I n dienst vnn den stnat wnren in 1899 relntief 20 iiieer vrouwen we~kzanmdan in 1889. Bij het Algeineen Bestiiur, de snnitaire politie en het krijgswezen werden in1889 geen vroiiwen aangetroffen in 1899 respoctievelik 41, 4 en 26. Iii dienst eeiier provincie waren in 1589 9 vrouwen, in 1899 1 vrouw werkzaam. De vrouwen in. dienst der gemeenten zijn bijna uitsluitend b i het onderwijs werkzaam; liaar relatief aaiital nam toe met ruim 18 u/0 dus veel sterlrer dan bij de ninnnen, die relatief slechts inet I'/: O/, vernieerderdeii. Slechts 17 vrouwen werkten in 1899 op secretarign terwijl 31. in andere niiibteii werkzaam wareii. Op de oorzaak die liet laatste aantal deed verminderen is vroeger recds gewezeii. Ook tvercl vroeger reeds ge\veï,eIi, en de vermoedelijke oorzaak er van genoemd, op de ver. mindering der personen iii dienst van eerie Iterkelijlre gezindte. Bij de vrouwen vooral was die veri~liilderingzeer groot, vnn bina 127 in 1889 dnalde haas aantal op 66 iii 1899 per 10000. Na liet vorenstannde behoeven de cijfers cler laatste twee kolominen van het tabelletje op blz. 272 geen verdere toelichting. Resiimeerende blgkt dat de vermecrdeliag in Iiet algemeen van de relatieve sterkte der arbeidelide vrouwen zich het sterkst heeft geopenbaard in die beroepen, waarin vroeger reeds een betrelckelijk groot anntal vrouwen werkzaani wareii of wier ~verlczaaiiihedcnzoon1 niet beter, dan tocli evengoed cloor vrouwelijlte werkkrachten kunnen geschieden, en tevens dat in sommige beroepen, waarin de vrouw wegens zwuren of langdurigen arbeid miiicler op hnre plaats schijnt, dilrwijls verniincleriiig is \l-aar te nenleli, Als voosbeelclen voor het eerste noemen we bijv. de diainnnt-slijperij (roos~ossiiijdsters),de inattenfabricage, cle aardewerkschilders, de borduurwerksters, de sclioeiin~akerij(stilrsters), de textielngverheid, de boekbinderij, cle vervaardiging van papierwaren, de telegrnfie en telephonie, liet onderwijs en voorr~lde verpleging. Voor het tweede getuigt de vermiiidering bij de aarde. merlrfabricage, cle lucifersfnbricage, den veenarbeid, de pnpier- en cartonfabricnge en de losse werlclieden. .$j
3, VERDEELING DER
PERSONEN IN DE NIJVERI~IEIDYBEDRJJVEN,DEN LANDBOUW, DE VfSSCIiERIJ EN DE
JACIIT EN I N DE EIANDELSBEDRIJVEN, NAAR DE
POS~TI#N I N DE
BEROEPER BEKIiEED.
Achterstaande tabel geeft een vergelijkend overzicht voor 1889 ei1 1899 yoor ieder der beide geslacliten en voor de totale bevollriiig in de n$verlieids- en Iinndelsbeclri,jven weilkzaam van de verhoudingen, die de lmntnllen personen in de verscliillende positih innemen in het tottinl van elke klasse,
-
--
P -
Op 100 personen van ieder geslacht komen in de verschillende positi&n in iedere klnsse
j)
BIANNEX,
I
I
TOTAAL,
VI. Houtbewerking.
(
;M:
1
2,29 "'9421 75.07 69.84 w"'. 11%
"2" 0.20
1 I 1 ::P 1 1
1.39 72,19 2,28 74,92
1,70 10,23 26,12 0,97 28,99 2?1,66
1 1 :$O1 1 1 1 1 1 l 1 1 1
1889 31,07 1899 28.45
0,85 67.81 35,70 1.85 69.40 24,20
1 1 1 1 /
VIII. ICunstniverheid.
1889 29.38 1899 26.71
~l
0.53 70.09 75.11 3.40 69.58 12.63
IX, Lederbewerking.
l889 45,2G 1899 44,41
0.28 0.36
0,30 54,17 24,92 1 , l O 54,13 14,57
XIV, Pnpieriilclustrie.
1889 18,76 1999 10,60
l)
1
I
-
1 1 1 1 1 1 0,40 O
1.55 84,29 4.20 8 7
Voor de beteekeiiis dei, letters vergel, pag, 193/0,
0.14
i
0.07
0.38 63.92 31,14 0,52 75.14 28.37
0,27 0.30
0.84 67,75 1.82 69.51
i-1 1 1-1 1 1 l 24,89 34.28 0159 86,78 22.56
0.22
0,dS 65.24 2.55 74.67
/
1.30 '73.78 44.92 O,e8 0,32 54.48 0,32 85,14 43,40 I 0.36 1 1,07 55,18
1
0.17 1 0,33 96,68 12,54 0.10 0,82 96,731 9.46
1 1 1 0,38 0,39
1.41 85,67 3.73 86,43
*
I
H
(
o
/
D
0.G7 0,50
i
0,SO 66,66 29,29 1,Sl 73,83 25,70
0,94 1,12
1,68 68,09 3,82 69,36
1889 29,19 JSgg 23,78
0,96 1.15
1,71 68.14 31.87 3,9l 69,16 23,86
1SS9 26,25 1-Xv1~oT0tna111~ve101igbadr.18gg 22,7(j
O,5l 0,54
l,57 71.67 41,44 0,32 5,02 73,68 4 0 , ~ 0!33 ~
0,66 57.58 28,18 1,26 58.15 25,12
0,49 0,51
1.46 69,92 2,79 71,58
XVIII. L~iidboum.
1889 1899 31,89 52,18
0.66 $50
0.11 67,44 20,Ol 0.55 66.72 26,25
0,13 0.08
0 , 0 0 ~ 9 , 530,05 ~ 0.16 72,51 51,36
0.50 0,419
0,10 69,15 0!50 67,65
1889 1899 35,25 33,58
1,17
2,18 61,40 25,OO 5,01 60,45 43114
-
--
1,16 0,95
2,17 60,SG 4,99 60,43
XX, EItw<el.
1889 63,35 1899 55,30
5,96 14,15 18,54 76.70 2.02 13,76 18,92 72.61
3,27 14.36 2,57 18.85
5.67 66,32 5.97 59,Ol
5,36 14,19 14,13 2,14 14,85 34,OO
XSI. Verkeer.
25,OO 1889 1899 26,88
1.97 6.16 66,78 64.70 2,65 13,63 56,Sl 64,lO
1,35 7.18 26.77 27,25 1,97 10,GO 23,33 39.79
1,93 6 3 2 64,GO 2.36 13,39 54,56
XvllqFa'~r*
1889 25,89 1899 23,40
TOTAAL.
--A
BEROEPSKLASSEN.
IV. 13ouwbedr~ven.
VROUIVEN,
13IZROE PSi
XI9. Visscherij en jaclit.
SXII. Bniil-\wezen,
1889 4.93 81,99 10,64 1899 58,69 23,49 14,54
l
2,44 4,35 47,S3 13,04 34,78 4.93 81.52 10.67 3,2S 64,OO 4,OO 13,OO 20,OO 58,76 23.21 14,51
1889 13,55 83,41 3,04 -XXIII. Trerze1cdngsivazei~. 1899 lIlg257,34 22,09 1889 42,12 ?<X-XX111*Tot'1in11c10~sbed11~1S99 42.11
75,OO 35,81 56,86 33.63
-
4.72 9.78 43,38 2,55 14,14 41,20 74,30 70,80
2,88 3,52
100,OO - 1R,39 83,61 3.00 2,57 S7,18 10,25 8,62 11,78 57,67 21,93 2,96 8.44 12,96 17.19
9,78 9.57 46,55 47,82
4,48 3.54 10.22 14,61 38.75 35,03
Alvoi~ens over cleze ciifei*sin besclioiiwingen te ti*eclen,client ei1 op te wordeii gewezen, clat zij thniis ter wille vnii de vergeli,jkbani*heicl met cle cdfers voor 1889, voor ieder soort positi811, voor vnn beclrijven cle verhoiidingsgetnllen geven vnn de persoiien in do ~~erschillei~cle zooveel betreft cle personen clie cle iiiclustrie of den hanclel, dooi- het bedilaf genoemd, beoefeiien.. Iinniers is bij nlle bodri,jveii het lrnntooi*-'en ii~ngaz~npersoiieel afg'ezondercl en konieli biv. in cle ltlnsse dela Iioutbewerkiiig niet nlleeii de kilipers iii cle liiiiperijeii, dc kistenninltei*~iii Iristennialterijeii voor, maar nlle kuipers ei1 kisteniiinliers, oiivei~scliillig in wellie beclrijveii z$ werliznaiii zgn, zoodat vele werklieden in de positie C ei1 D niet liiet htinile pntrooris in eenzelfde klasse voorkomen, Vnii een groot aantal smeden die allen in de klasse X1 verniitmoorcl zijn, bleven de verkgevers in klasse XI[ bd de mnchiuetabricngc, in klassr? X111 bij clen scheepsbouw, o! in ltlnsse LXXIb i het verkeerswezeii ingeclcelcl. 0111 deze reden stelleii de hier gegeven ciijfers nog minder in staat oni eeiiigermate de gemiddelde grootte cler bedieijveil te berekenen, dan dit iiiet cle nog niet onigc.werkte cijfers v n i 1899, in het eerste gecleelto vnu clit hoofdstuk, het gevnl was, Intusschen verlieereii de cijfers der beide tellingen in gelijk gevnl, en ltunnen cltis eenig licht werpen op de ssmentreltking of versnippering \,n11 beclrijven, Hierbij dient in het oog te worden gehoiiclen, dat in soinmigc lclnssen bij de beicle tellingen weder verschil in inzicht Iieeft plaats gehad ointrent
de positie in het beroep, ivnni*door de vei.gel!kiiig soms wordt bemoeilijkt. Dit bezwnnr geldt echter bijna uitsluitend de groelieering in de rnbrieken C e11 D, In de nijverhcidslrlnssen in totad is het relatief nniital bedrijfshoofden, clie voor eigen relrening liet bedrijf uitoefenen, de peiesonen in de positie A, afgenomen van rtiim 28 O/, tot ruini 25 OIO, wat linn wijzen op een sninentrslrlriag vnn bedrijven. De bedt4jlshoofden die niet voor eigen rekening het bedrijf uitoefenen, cle personen in de positie B, zijli danrentegen, relatief eenigszins toegenomen, wat eveneens het gevolg kan zijn van het snment~*eklren van bedrijven, als bijv. de vermeerclering liet gevolg is vaii het brengen van twee of meer bedrijveil bij elltnnder, die nls naanilooze vonnootscliap worden bestuiird. De vrij sterk? afneining der personen in de positie A heeft medegebrnclit eene bestant relatieve vermeerclering der personen in de liositie C en D. Bij de nijve~heidslrlasse~i liet verinoeden niet, dnt ten opzichte vnn de personen onder A en B gerai~gschikt (behoiideiis 60ne enlrele uitzondering bij de cliaiiinntind~isti'ie,waarop later wordt teruggelronieii) bij de telling vaii 1899 anders is gehnndeld dan in 1880, wel echtei* vernioedolijk met betrelrking tot de persolion oncler C e11 D perangscliikt. Terwijl toch Iiet nantnl personen iii de positie D O/,,, zou het relntief aantal persone11 (gewone arbeiders) reldief gestegen is met slechts circa onder T: gerangschikt, niet minder dan niet 90 U / i l rgn toegenomen. Vcmoedelijlr is dus e w e of meerdere categoriGii v m personen in 1899 in cle positie C gebrnclit, die in 1889 als gewone aiobeiclers zijn gerekend. Niet ouwani*scliiJnlijkis liet dnt dit bijv. met de mnchinisten is geschied. Immers in klnsse XX, waniin man? een klein aantal machinisten vooi+lromen,is de toeneming van het aantnl personen in de positie C geriiig, terwal in klnsse XXI, dit? een groot aantal niachinisteii telt, ook bij personen in de positie C ecne groote vermecrde~*ingis t e constdeeren. De omstandigheid van verschil in classeiiring ninnlrt het weder iiooclig de verlioudingsc~jlessvan dt! personen ouder C c. D genoemd, bij elkanclei*te tellen. De verandering in de verhoudingen der verschillende positien in liet beroep is voor de verschillende klassen der nijverheid uiteenloopencl, doch overal met slechts BBne uitzonderiiig, eene afneiiiing van cle peinonen onder A. Die uitzondering wordt anugetroffen in lrlnsse 11, de diaiiinntnijuei*lieicl, wansin voor die personen eene vermee~*deringvnn het relatieve anntnl werd berekend van 0,26 op 7,36. Deze stijging moet ecliter op een verschil in de clnssificatie bentsten ei1 is te verklaren, oiiidat een anntnl dinninotsl$pess in diaiiiantslijper~envoor eigen rekening slijpen en sleclits in de fabriek gobruit maken vnii niolena, die hun dnnr worden verhuurd. Vermoedel\jk zijn een groot aantal dezer in 1889 onder D gerekend, terwijl zij in 1899 als persoiien in de positie A zdn gebracht, De nfneiiiing van het relntieve nantal ondei*neniers onder A, is het grootst in de fabricage van inachines, instrunieliten en oorlogsmnterieel. Deze groote relatieve vermindering is geheel te ivijteii aan de sterlre vermeerdering van het anntnl gewone weiklieden en dit lantste wordt verklnard door de reecls op blz. 260 genoenide oorzank, dat vermoedelijk een groot aantal bank- en viiurwerlrers in 1889 bij de bewerking van metalen zijn geteld, terwijl dezen iii 1899, nn de oiii~verl~ing,b$ de machinefnbsicage zijn vernntwoord. Dit 11inalrt het ook hier weder raadznnni de lrlasseu X1 en X11 te ooiiibineereii, wnardoor de cijfers dan worden:
nog wel eene bet.i.ekkelijk groote veriiiincleping, n.inar toch eene, die iiieer in overeeiistemnling is met de iiieeste der audere klassen, Eveneens zeer steik nfgenouien is het relatief anntnl bedr~jEshbofdenin A bij de Ps.en electriciteitfnbricage. Indien deze nfnemiiig gepaard ging met eene zeer sterke toene,ming der pei.soneii in cle positie B, clan zou zb verltlaai*cl zijn; clocli oolr 'hier wordt een v r i sterlre afneining aangewezen, Nog is eene vrij groote veriiiinclering van het aantal beclrijfshoofdeii te vei~rnelclenvoos . lrlnsse VIII, wnnrbij liet relntief aantal c.inder A gebrnclite personen, van ituim 34 "1, op 2211, "/,, clnnlde. Deze groote verniindering is in hoofdznnlr Iiet gevolg vnn cle vei*ininclering der beeldIio~iwe~s, wnnrtoe, zoonls vroeger reecls is iiiedegedeeld, vermoecleliilr in 1859 veel lioutbeeldhoixwers zitllen zijn gerekend: die in 1899 naar de meubelmnlter~zijn overgehracht en rnanrba in IS89 liet percentnge vali het aantnl oiicler A geboelrte personen 4411. "/,, beclroeg, tellw$ clit percentngo grooten invloecl moest ogfenen op cle verlioudinyscijfecs der geheele klasse, omdat in IS89 de beelclhoiiwers niet niincler dnil rtiim 40 "1, iiitn~ankteiider pessoiieii in c l 6 kunstngverheicl werkznnm. Eene lieer geringe vermindering vnn liet mntnl personeii ondei* komt voor in de Itlassen V11 en TX, cle lrleeclingnjverheid en cle lederindtistrie. Deze geilinge verinindering houdt vei*bniicl met het groot nnntal voor eigen reliening een bedil$f iiitoefeuencl aantal persoiien in clie Irlassen en cle getinge vermeerclering van liet totanl nnntal gei*sonen in die klasse werliznnm, welke voor lrlnsse VIS, volgens de cijfers op blz, 258 een geringe llelntieve vesineerclering en voor lrlnsse IX zelfs eene relatieve vermiiiclering tengevolge hncl. In cle overige 1;lnssen der nijverheid was cle relatieve veriiiinrloring van het aantal personen die voor eigen relrening een bed$ uitoefenclen, ongeveer gelijk nnn de gemiddelde , relatieve vei*iniiidering b$ Iiet totnnl der ~iijvei*hheiclslrla~sen~ Bij den lniidboum bestant eene geringe verii~eercle~ing vnn liet relntieve nnntnl vooi' eigen rekening ni'beiclenden. Tot die verineerclering heeft eenigszins bijgedragon cle omstnncliglieicl, dat in IS99 cle vroiiw vnii den boer, zoo zij hnar ii-i.an b$ voortdiii~iiigin zin bedr$f behulpznnni was, als een persoon in cle positie A .is gerelreud, De relntieve stijging is dnn ook bij .de vrouwen grooter dan bij cle mnnnen. B i cle laatsten is zij zoo gering, dat zij van toevallige omstandiglieden liet gevolg kan zijn, Bij de visscl~e~ijen cle jacht lronit de vermiricleriig der voor eigen relrening tverkende bedrijfshoofden inet die voor cle ni,jverheiclsbeclrijven waargenonion, ovei6een. Ook in de hnndelsbedrijveii valt eene s~o~tgelijke verminderj.iig wanin te neinen, die zich niet ttlleen bij de personen onder A, innar oolz e11 veel sterker b i cle personen onder 13 voordoet. De vesinindering dezer laatsten lieeft echter eene bepaalde oorznnlr. In 1889 zijn nameli,jlt nlle agenten, coniiiiissionilairs en mnlielnlirs in den Iinnclel als personen in de positie B geboekt, terwijl in 1899 de meeste inalrelnnrs en commissionnnirs, nls voor eigen rekening h ~ i nberoep iiitoefeiiende, oncler A z$ii gebracht, en de agenten, die voor het grootste gedeelte lindden opgegeven i n dienstbetreklring te zijn, meest onder C zijn gerangschikt. Wnrein 1889geclaseeerd analoog aan 1899, clan zou de vei*minclering der bedi.j,jfshoofden in de positie A grooter zijti geweest dnu thans cloor cle cijfers wordt aangewezei:. Bij de verkeersldnsse is het relatie! nnntal bedrefshoofden, zoowel onder A als onder B genoemd, toegenon&. Deze toeneming is in hoofdznnlr het gevolg van de sterlre, ook absolute afneming van cle personen onder D, tengevolge vnn het verminderen vnii het annt,nlloopknechts, clie in ,1899 onder het personeel in nlgeineenen dienst, voor een groot deel in de ndverheids-
A
'
bedrijven zijn opgenomen en de groote, slechts ten deele te vei*lrla~*en vermindering van het aantal sjo~~werlieden,~nai'op vroeger niecle reeds is gewezen. Tot cle veriiieerdering van liet aantal personen onder B zal mede hebben bjjgedsagen het brengen in 1899 van alle post- en teleg~*aafdirecte~~ren onder B, wnt vermoecleli,jlr in 1889 niet is geschied. Toen toch \veiden als soodanig geteld 390 en in 1899 1061 peilsonen. De ver~iioedelijke oomaak der groote verliieerdeitiiig der personen onder C in deze ltlasse is vroegei. reeds genoemcl. Dc groote vu1*sc1iillen in de verhoudingsc~fersb$ de peilsouen in het l>aolrwezen,spruiten uit verschillende oorzalren voort. In de eerste plaats iiit het vormoedelijk ontbreken dnariri in 1889 van den effecteiihandel, wnarin het anntal bedr\jfshooMen, zoonls boven is medegedeeld, zeer groot is, en in de tweede plaats vei-dcliil in zienswire bij de beide tellingen ten opzichte van de kassiers, die in IS99 ineereiideels als personeii in do positie A zijn gernngschikt on de agenten en commissionnairs, die evenals bij de lianrielsbeclrjjven, in 1889 allen als personen in de positie B ziju geboeld, Oolt in Irlasse XXIII, betreffende het verzokerings\~ezon,z i n de groote verschillen in de verliouclingsc~fers voor een deel het gevolg van het verschil in zienswijze omtrent de positien der coiniiiissioni~airs, makelaars eii agenten in assuranti&ii, alsinecle van de onistandigheid dat in 1889 de boden van verzelsc.ringmaatschql)+u, begrai'ciiis- en zielrenfondsen, niet tot die lrlasse, maar vernioedclijk bij lict veslceei. zijn gebracht, wamdoor in dnt janr in Iiet ve~zelreriiigswezen geen enkel persoon in de positie D voorkomt. Uit het bovenstnaiide volgt, dat de c$feies voor het, totanl der Irlasseii XS-XXU.1 geheel en n1 oiivergeli,jkbnar zin, Het geringe percentsgewise aandeel dat de pessonen in de positie B in de klassen I-XXI iuneineii, is ooiiaalr ge~vecstdnt de afneming van het peicentsgewijze mndeel cler pei*sonenonder A in alle klassen, met uitxoiiclering van Blasscn 11, XVIII en XSI, eeiie vesmeerdering van de percentsgeivjjze v e ~ ~ h o ~ ~iler d i o personen g in de positie C en D te eamen genomen, heeft plaats geliacl. Op de vermoedel~jte oorzaak die het relatief nantal personen onder O in vele klassen vrG sterk deed verrnueidei~en, is reeds gewezen en stiint vesdere b e s c h o ~ ~ r i ndaarover g in den weg, Bij de beicle geslachten bestaat niet altijd overeensteinming in de veranderingen die de verlioudingscijbrs heliben ondergiutu. In soiiimige lrlasseii is bij cle vrouwen het anntal hoofden v1111 bedrijven te gering in absoluiit aantal om nm de verandering van hare verhoudingscijfers veel wanrde te lrtin~ieii hoclitoen (lrlasse I , X, XIV cn Xv) en bij andere lrlassen is het totaal aaiit,al vrouwen dnt er in werkt z66 klein, dat door eene geringe absolute verandering in hans anntnl, de verho~idinpc~jfers zeer gi*ooteiiinvloed daalvan kunnen ondervinden (klasse 111,SVI, XIX, XXII en SXIII) en die dus eveneens buiten beschou~vingkunnen blijven. In Irl~sse I1 doet zich bij de di~maiitnijverheidb$ de vrouwen hetzelfde verschijnsel als bij de iiiannen voor, 11.1, eene vermeerdering van de personen in A, B en C en eene daarvan het gevolg zijnde vermindering cler personen in de positie D. I n Itlnsse IV is de verminclering van liet aniital bedrijfshoofden relatief liieer bij de vrouiveii ~teriniiiderddan bij de ninnnen. Deze gmotcre verniinclering is niet het gevolg van de afneming vali liet aantal bedrijl'shoofden, want dit is absolunt van 300-860, dus met 20 o/o gestegen, doch van de relatief groote toeneming der wei*lrlieden in de positie C en D,waardoor liet totaal aantal van 343 tot 004, dus niet bina 47 O/, steeg. In ltlasse V is het aantal bedrijfulioofden, zoo bij mannen als vrouwen, relatief afgenonieli, 111 hoofdznnlr door sterke toeneming der liersonen iii de positie C, die absoluut van 288 tot 692 toennineii, wanrvnn resp. 283 en 612 apothekersbedieliden. Oolr in klasse V1 is liet aantal vrouwelijlre bedrijfshoofden relatief ineer vekrninderd dan
dat der mnnueu. Deze vermindering is zooivel het gevolg van vermindeiving der personen iu A en B als van de verineerclering der personen in I), In de kleedingnijverheid komt de daling van de verhoudingscijfers der bedr~fslioofden tiitsluitend voor iee1cening der mnnnen, aangezien bij de vrouwelijke personen in de positie A en B geteld, eene zeer geringe toeneming aanwijst. Is bij de inanueu in de lederindustrie bveiiiig vei~schilin de vei*lioudingsc\jfersvan het aantal bedrijfshoofden bij de beide tellingen, bij ilo vrouwen is het peicentage der personen in A en B, geteld van 1889 op 1899, zeei* sterlr gedaald, wat liet gevolg is van de giloote toeneming der vrouwen in de schoenmalrerij in de positie D, waarin in 1889 slechts 454 personen werkzaam waren en in 1898 1162, In de klassen X1 en 1311, waarin overigens niet veel vrouwen arbeiden, is liet relatief nantal bedrijkhoofden vrij sterlr teruggeganu, veel sterker dan bij de inannon. Voor de vrouwen maren de verlioudiiigscijfers in :
A B
.
.
.
.
.
1889
1809
4&,97 23,'iY . 0,39 0,09 C 0,79 0,24 D . 5 2 , 6 8 76,89 Ook in deze beide klassen is de afneming van het betrekkelijk aantal bedr~Jfslioofdenliet gevolg vnii de vermoei*deiing der vrouiven in cle positie D (cal>sulenfabrionge, inetaalwosenfabricage, electrotechnielr en electrisclie gloeilanipjes). In klnsse XVII, bereiding vali voedings en genotmidclelei~, wordt sveneens bij de vrouwen een grootere teruggang van liet relatief nantnl bedrijfshoofden anngeti60ffen dan bij de mannen. Absoluut is het saiitnl vmuwelijke pcrsoneii in A en B vei*lneerdeid niet 14 u/, en dat in C en D met bijna 28 O/,,. Nu zijn de eersten niet zoo stel* toegenomen als het totaal nantal arbeidende vroun7en, 23 U,'u, doch de laatsten sterlter, zooclat de relatieve acliteriiitgang van liet aniital beilrjjklioofrleii bij cle vivoiiwen aan beiclc oorzaken te wijten is, De vermeerdering van Iict relatie! mntal vrouael~jlrebedrijfslioofdeii in den landbouw ral \vel hot gevolg zijn van het in 1899 in de positie A brenger] vnii vroutvel$ce echtgenooten, clie liaar iiiniis bij voortcluring in liet bedril' lielpen. In klasse XIX, visaclier~j en jacht, is liet nniititl vsouwen tc gering om aan de gmote verschillen der percentages veel beteekenis t e liechteli. In clen bnnclel is Iiet nantal mannelijhe bedi*ijfsIioofden relatief stesker achteruitgegaaii dan bij de vrouwen, vaarv van circa H/,, beclrijfshoofclen a\jii. Voor ltlasse S X I , verlieei*s~vezen,komt de toeneming vali liet totaal aautal bcdrijhhoofden gelieel voor rekening der inaiincn, miigedeii liet relatief atuital vlloouil\ven i11 de positie A en B zoo goed als gelijlr bleef, is het aantal \Ti*oureuvsij In de Irlnssen XXII eiia XILIII, hniik- en vei~zekeriug\i~ezeii, gering en bovendien zijn de pementages oin de op blz. genoemde reden tc vcrschilleiicl om er verder bij stil te stauil. ) 4. VERDEELINO DER
6
,
IN DE VERSCEIILLEDE KLASSEN WEBKZAhlE ì3EIrOLKIND NAAR GESLACHT,
BURGERLIJKEN STAAT EN DE POSITIE I N HET BEROEP*
Nevenstaand woidt een vergelijlrelid overzicht gegeven rali de in liet lioofcl clezer parngraaf genoeinde verdeeling cler werkzaiiie bevollitiig.
O P 100 PERSONEN VAN ELK GESLACHT IN IEDERE KLASSE EN IN IEDERE POSITIE WAREN GEHUWD 1)
OP 100 PERSONEN VAN ELK GESLACHT IN IEDERE KLASSE EN IN IEDERE POSITIE WAREN GEHUWD l)
-
--
VROUWEN.
MANNEN. C I_ . -
C.
K L A S S E N .
I, Aardewerlr, lrtllk, steen, glas . IS, Diainnntilijverheid , . . . 111, Drulrkersbedr~veii, , . . . , . I v. Boiiwbeclr~veii. v, Clieiiiische ii~verlieid . , . . . VI, Hoiitbe~verliiiig . . VII. Kleediiign~jverlieid VIII. HuiistnUverheid . . . . . , IS. Lederiiid~istrie . . S. Oer! turf', steeiilroleii . . . . X1 Metaleiibe~ve~lciiig,. XII, Mecliiiies, i~ist~umeiiteii enz. , XIII< Sclieepsbou~v,rituigen . . . . . XIV, Pepieriiiclustrie+ . . , S V , Textiele iiiverheid , . XVI. Fabr. vali gns en electriciteit . XVII, Fnbr, van voedingsmiddelen
. I-XvII. Totanl njj~eiheidsbed~iven. XVIII. Landbouw , . . . . . . XIX. Jacht en vissalieri , . . XX. Handel . , . . . . XXI. VerIreer. . . . , . . . XXII:, Buiilrmeze~~,. . . . . . ,
,
XXIII. Veizelreriugswezcn
XX-XXIII. XXIV. XSV. ,XXVI. XXVII. XSVIII. XXIS. XXX. XXSI. XSSII. XXXIII.
,
,
.
,
Totnnl liandelsbedr~ven
. . . 1 s3,Go 1 s4,sT /
.
. . . . . .. ' ,, .. . . , , ,
. .
/
/
/
1
i
/
(
(
/
/
(
(
(
81,68 83,34 90,21 66.34 81,72 89,46 80,38 4538 S3,25 90,44 89,16 70,75
/ 84,40 91,47
70,78 S1,08 76,86 76,51 74,57 75,58
68,87 81,15 79,52 79,48
XX--XXIII.
,
.
,
,
.
,
,
,
.
.
VrGe I~eroepen, . , ,. , Bizoncler oiiderwgs , . , . , . Verpleging. . , . . . . . Huiselijlce diensteil , . . . . . Losse~verlrliedeii. . . . , . 111 dieiist vnii dei1 Stnnt . . XSS. , ,, eeii provincie . SXXI. w . gemeente . XXXII. ,, waterschap . SYXIII. , , , kerkelUke goziiidte
. .. . . . . . .
. . . . . .
. Totnnl liandelsbeclr~veii . . . .
YXIII. Verzolïeriiigswezeii
XXIV, XXV. XXVI. XYVII. XXVIII. XXIS.
a
.
.I
Totaal generaal
I /
'
v
a
.
1
40,Ol 61,SO 46,03 60,12 57,87 55,90 58,76 70,78 58,63 72,13 * 81,40
. j 8 4 , s 1~ 86,013 1 74,20 1 75,77.( 40~46( 50,11/ 68,55 / 52,48
,
..
.
28,06 63,69 59,7Ï 78,79
. . / 40,66I 31,92 l 31,88 / 20,28 l 9,47 l 6,44 1 20,79 / XVIII. Lniidbourv , , . . . . . . . 1 91,70 1 91,83 ( 57,61 1 60,94 1 -- 1 6,44 / 18,25 1 XIX. Visucheïij eu jnrlit . . . . . . . 100,-- 100,- 1 * 1 * ( 8 / 8 ( 4 5 1 8 3 1 XX. Handel . , . . , . . . , . . XXI, Verkeer . . . . , . . , . , . XYII. Banliwezeli . . . , . . , , , .
.
I--XVII. Totnnl ii~vei~lieidsbedr~jveii
53,55 53,lS 67,37 66,65 15!72 45,02
. 1 87,75 1 88,47 1 45,37 1 41,45 1 76,82 1 47,R9 1I 41,70 1 38,25
,
Vrije beroepen. . . . . . . Bizoiirler onderwis . . . . . . . Verpleging . , , , . , . . Huiselilce clieiisten . . . . . . Losse \verkliedeii , . . Iii dienst vali clen staat . , . . . !, , ,, een provincie , :l ,, , geineente . . . ,, ,, r ~vaterscliap . . w , kerkelike gezindte .
I-XSXIII. 1 g{
'
. . . . . . . . . . .
a
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
I, Anrdewerlc, kalk, steen, glas 11. Dininantnijveiheid , 111, I)ruklrersbedr~jveii , , . , IV, Bouwbedr~jveil. . . V, Chemische iigverlieid , , VI, Houtbe\~oi;lriiig, , , VII, HleedingiiUveillieid . . VIII, Kuiistn~jvei~lieid . IX, Lederindustrie . . . . , X. Oer, turf; steenlrolen. . . , XI. Metnlonbewe~lriiig. . . , XII, Mnchiiies, instruiileiiten enx, . XIII, Sclieepsboum, rituigeli , XIV, Papierindiistrio. , . . . , XV. Textiele 11iJverheid , . , S V I , E1nbr. van gns en electriciteit, XVII, Fnbr. vnii voedingsniiddelen ,
1
Zie de noot op blz. 278. ,VT een * is ingevolcl komen in de aangeduide positie geen personen voor.
q
'
.
I--XXXIII, Totnnl generaal
. .. . . . . . . . . .. .. . . , . , ,I
P -
1) 2)
.
Zie cle iioot op bla, 278. %ie de noot op cle vorige blx.
a
: Deze ciiteks wijzen in de eerdte plants op eene nchteruitgnug i n n he't tahtnl geliuwden onder de nrbeidende hevolking vnn elk der beide geslncliteii in totnnl, tei*wi,jlvali 1880 op 1890 . . eer eene stijging dnn eene clnling vnn het relatief nantnl hawel~ltenlioeft plnnts@ehncl,wnn?dooi* het verhoudingsc~fer der gehiiwden cctereus 1)nribiis zou nioeten gestegen zijn. De nfnemii~g anl echter b i de 'mnniien ver~iioedel~lr geheel, bij de vrouwen ten deele het gevolg zijn vnn de reeds op blz. 201 geconstnteerde relntieve verincerclering vnn de jeugdige personen onder de in clo. beroepen ~verlrzninen, welke het perceitnge der ongeliiiwden opdrijven, \vnnilvnli een ieelntieve verniindering dei* gehuwden liet gevolg nioet zijn, . Bij de vroiiweii is liet verschil tussclien .de percentages clor beicle tellingen ecliter te . ,. . groot o111 alleen het gevolg te zijn van de vermeerdering van liet nnntnl werlrznme origeliriwde vrouwen; er moet ook liier, e11 clnnrvnii spreken de cnfers, eene nfneining vnn het relntidnnntnl geliiiwde vrouwen onder de arbeiders plnnts hebben gehnd. I11 de tweede plnnts geven de cijfers nnn clat bij cle ngverl~eid, den handel eii liet verkeer (de lrlnsseii beti*efYeiid het bniilr- en verzelre~ingswoaeu moeteii om de 013 hla. 258 ge~ioemcle reden hier buiten bescliouwiilg blijven) bij cle mnnnen het grootst relatief nniitnl gehuwden wordt nangetrofYeii bij de beclrijfslioofden voor eigen relrening. De verlrlnriog daai*vnn is niet ver te zoeken. Om voor eigen relreniug een bedrijf iiit t e oefenen behoort iil cleii regel een zekere n~nte van onclervinding en routine, clie meli vnnlc eerst heeft opgeclann als de leeftijd oolc het huwelijk toelnnt; terwijl tevens vnnlr het erlnngeii ven eene aelfstniiclige positie cle gelegenheicl geeft tot een huwelijk over te gnaii. Vaak wacht het eeii op het nnder. De percentages zouden nog grooter zan, als oncler die bedsiifshoofden nog niet begrepeil \varen vela ongehuwde zoons, die nls iiieclepntroon het beclrijf helpen drijven. Ook b i do vroLi\ven is liet pii*ceutnoe onder A 9 dor gehuwden b i de becl~~~ifslio~fden het grootst. Dit zullen, nlthnus in de nijvei*heidsbedr$ven, voor een gyool gedeelte weduiven zijn, clie de raken, vroeger door den man geclreveli; hebben vooi*tgezet, In c10 Iiniidelsbedrjjveii zijli liet nnnst de \vecluweu oolï gehiiwde vi1oLiwen, voor eigen rekening eene ~viiilrelznalrdrijvende, die het pencentnge opvoeren en iii het verlreer zijn het voornninelijk de herbergiersten en vrouwelijke scliippers, clie het perceiitnge der geliuwden op de hoogta hebben gebracht. Dezelfde redeneu, die liet percentage cler gehuwden b i de heclrijfshoofden oncler A ZOO hoog doen zin, is ook oosznnk dat bij de persouen*in nibiliek C genoemd in de nijverhei& bedi~ijveii het percentage dela gohuadel1 cloorgnans visij lioog is. Immei~scl~.nef,n~eeste~lrnecht, opzichter wordt men eerst op itijperen leeftijd cven nls ii~nchinist,techiiiciis enz. In den handel is h e t gehu~vcle element vrij gering oncler de personen in C genoemd even 40 O/,. Hiei*nlede zijn nu ecliter in hoofclznnk ~vinlrelbeclienden eu rnngnzj'nmee~te~s bedoeld, wnni9vande eerste verreweg voor het grootste cleel tot de ongehuwcleii behooreii. BB de personen onder B. (bedrijfshoofd voor relrening vnii anderen) is in de niverheid het perceiitnge der geliuwden nieestnl lager clan bïJ de personen onder C. Dit vijst op het in handen geven van zaken sou betrekkelijk jeligdige peilsonen, wat bij~oo~beelcl veel voorkomt d s oiiclen van dngsn of wed ti wei^ het bedrnf onder 11~111neiinanni laten voeiBeudoor ongohiiwcle zoons. I n den linndel is het rel$tief nnntal geh~iwdepersoneii in de positie B. vrij &oogB Ba de persoueii in de positie D. is het gehuwde eleiiient bijnn overal het lnngst en . doorgnnns meer of niinder geringer dnn het ongehil\vcle. Dani*oncle~zin dan ook in den regel . al de jongeren begrepen. Opmerkelijk is, clnt het percentnge der gehuwden in de positie D in de v'esscliillende klnsseii zoo verschillend is: het vnl*ieert toch bij de m m e n van ruim 28 OIO in de lederindustrie tot ruim 80 Oio bij de fabriktige van gas en eleotriciteit en er dient dadelOlr, b i .
,
'
a
gezegd dnt een hoog of laag percentage der gehuwden b i de personen in de postien D veelnl gepnard gaat met een evenredig porcentnge bij de overige positien, en dat die toestand bij de beide tellingeu, met nndere cijfers wel is waar, ongeveer hetzelfde was. Die constante verschillen kunnen dus in de meeste gevallen niet bloot toevallig zijn, Bij cle mannen werd nls laagst percentage b i de personen i11 D genoemd de lederindustrie. Zoonls bekend is behoort het meerendeel dezer personen tot de schoenmakers, waardoor het nantnl bedrijfshoofden (alleen of met weinig personeel werkende bnzen) in die klasse zeer hoog is. De personen in D, zijn in hoofdzaak jeugdige personen, die hun valz leeren, oin dan zoospoedig mogolijIr zich nls bedrijfshoofd te vestigen. Dit Iran tevens oolr het gevolg zijn dat nog ongehuwde personen zoodoende beclrijfslioofd worden en medehelpen, om het percentnge der gehuwde bij de persolien in cle positie A. laag te houden. Ditzelfde geldt bijv. ook voor de kleedingindustrie (kleedermnkers). Wnnr in eene klasse veel beroepen voorlcoinen, wnnrin zware, gevnarlqke of lnngdurige nilbeid nioet worden veilricht, die door jeugdige personen moeil.$c te doen is, zal het pei8cent.age der gehiiwcleii veelnl hoog zijn: de gnsfnbrilrage, de chemische nijverheid, het niijnwezen en de verveningen, de scheepsbouw, de bouwvalclcen, Ook bij de vi*oiiwen zijn groote verschillen in de percentages der verschilleiide Izlnssen waar te nenien. Zij vnrieeren in de positie D,tusscheii 80ol, bij het verkeer en 1.7G OIO bij de innchinefabrilzage. Het hooge percentngc der gehuwden bij de vrouwen in de positie D in IrlasseXXI wordt bgnn uitsluitend veroorznnkt door het vrouweliike personeel biij het spoorwezen (bannwachteressen). Mede is te dier opzichte hoog cle klasse X, (44 O/,) waar de gehuwde vrouwen in d e veenderijen werlrznam zijn, In de frnbrilrnge van glns, nnrdwerlc en steen lroineii bijna 26 O/, en in de bouwbeclrijven 25'12 O/, gehuwde viloiiwen in de positie D voor, Behalve het lage percentage 1.76 in klnsse XII, tvnarin ecliter in liet nlgemeen niet veel ~~ouwennrbeid voor komt, worden nog betrekkelijk lnge percentnges der gehii~vdevrouwen in de positie D aangetroffen in de dinniantnijverlieid 4.35 O/" iii de chemische nijverheid 5.28 OIO in de dpuklzersbedrijven 7.25 01, in de lederindustrie 8.38 01, en in de metnnlindustrie 9.56 O/,. B! vergelijlring vnn cle cijfers voor 1889 en 1899 berelreiid, blijkt dat de afneming van werd, in hoofdzanlr bij het relatief annttcl gehuwden, die b i beide geslnchten in totnnl gec~nst~ateerd de personen in de positie D moet morden gezocht, wnt oolz geheel overeenstenit inet de omstnndigheicl clie bij de inaniieli geheel en bij de vrouwen ten deele die vermindering heeft veroorzaakt, 11.1. de relntieve toeiieming der jeugdigen, clie hoofznlcelgk nls personen in de positieD arbeiden. Bij de vrouwt!n is clie nfneining bijna in nlle lrlnssen te merken inaar vooral in die lclnssen wnasiii een groot nantnl vroiiwen aitbeiden, en geluklrig ook in die klnsseil, waarin vnnlc door vrouwen zwni*e, gevnnrlijlre en langdurige arbeid wordt verricht.
9 6,
VERDEELING DER
BEVOLIZING NAAR GESLACHT EN LEEFTIJD IN VERBAND MET DE POSITIE . IN
HET BEROEP,
Achterstaande overzichten bevatten eene vergelijking van den opbouw der in eenig beroep nrbeidende bevolking. naar de geslachten gesplitst in iedere klasse en in de verschillende positign,
i
"
PROCENTSGEWUZE VERHOUDING VAN DE VERSCHILLENDE LEEFTUDSKLASSEN NAAR DE FQSIT1&N El BU BEIDE GESLACHTEN IN DE ONDERSCHEIDENE BEROEPSKLASSEN BJJ DE TELLINGEN VAN 1889 EN 1899.
BEROEPSKLASSEN.
e
.-a
e
3
f
b
4 p
1 2
A
4
--
a
c
-
i;;;1889
-
-
0,21 0,04
-
1889 *l899 B 1889 1899 111. Boels- eii steei~d~ulrkerg, clrulrkeii vali hout-, 1889 lcoper- en ~tnalgravure,pliotograpliie eiix. '1899 D 1SR9 1899
-
0,lO
-
H
0 , 1 0 1 7,08 0,10 6,47
/
1 -
/
( A : ;;; 1859 1599 D 1889 1899
1,18 5,14 0,07
-
-
IV. Bouwbedrijven (iiicl. reiniging vnn gebou~veli B 1899 eii nnnleggeii, oiiclerhouden ei1 reinigeii
olie, verilis, vet, zsel~,oiltplofbnre stofleii, verfstoffen.
1
--
A::;;
1SSO
2,78 2,79
11 - ( -
1889 '11899
V. Cheinische nivesl~eid,fah~icagevaiilsanrsei~, B 1899
-
0,lO 0,14
B 1899 11. Rewei;lriilg van diamant ei1 nndere edelsteeiien en fijn9 gesteeiiteii.
-.--
m
1
;g; 1889
1S89 1899 1889 1898
-
--
i;;; 1889
A
1'
jarw
n
----
r
23-35 j
36 - 50 51-60 jaare jair.
61-6s jaai:
66-70 jw,
71 jaar
1 1 1
beiiedei1 12of13 14ofl5 16of17 18-22
JinteaUiek*
12jnar.
p
/mr.
j
aar
j r .
1 1 23-35. jaar.
MANNEN.
D 1809
vaii wegail ei1 strateii (ook geiiieenteliJke clieilst).
jaar.
g
I. Fnbi*icage van aardewe~lr,glas, kalk eii B 1899 steeiien,
1 I 1 1 1 1 1 1 1 1
teiiecleii 12of13 14of15 16of17 18-22
L E E F T I J n E N .
-
0,04 0,04
-
-
--
--
0,07 0,Og
0,Ol
-
-
0,43 0.21 2,21 8,96
l 5,64
7,41 35,67 25,42,SG 42,86 48,34 %g5 17,74
11,11 U164
7,14 9,41 23,02 15,79
48.15 60,30 75,49,86 50,15,29 3388 56,62
2,85 2,9S 7,69 2,41 9,52 11,61 20.54 11,75
32,25 36,31 38.46 40,96 32,14 39,59 26,6O 28,14
39,47 37,60 41,02 36,14 3?,14 29,89 13970 13944
0,18 0,lY 1,64 0,29 0,53 1,31 5.64 7.57
2,ll 1,83 12,33 10,03 7,78 12,75 15,83 17.64
27.32 23,93 48,22 44,12 37,73 36,27 34,lO 29,25
0,36
2,26 0,88 2;Ol 1.73 17,29 10,40 14,99 11,79
28,15 30,4'i 32,PB 54,91 31,34 35,82 31,38 32,49
-
7,41 0,15
l 0,46
7,14
--
l
-
-. 11,09 1,41
i1,71 b,97
-
0,08
1,19 0,48 12,84 12,54
2,38 1,75 11,95 11,04
0,03 0,02 0,12 0.24 4,20 l
M
--
20,a 18.45 11~72 16,03 16,51 14126 9914 7,571
1,16 6,27 6,94
-
-
36,77 41.84 36,~s 29,Ol 37,56 36,47 24,24 21137
0,39 5,07 5,911
-
0,08 1,55 2,03
94,SO 21,26 3s125 43,bl 26,32 32,78 31,41 33,21
-
-
-
2,15 1,16 4.13 ),O9
-
-
0167 0,58 3,74 1,79 8,58 5,15
-
-
•
1
(
51-60 jaar.
1 1 1 dsb, 1 61-65 jaar,
66-70 jaar.
TOTAAL
71 jaar
incl. onbels, IeettOd,
V R O U W E N .
0,83 1.84 3,13 5,34 5,74 5,73 15,87 -18,18
0,14
36-50 jaar.
1
8,82 8.10 4970 'ys3
7,65 4775 2174 9118
4,05
/
4,59
jlO(j
,
-.
y,go 3,05 4,30 2,81 1,57 1,04
1,5g 1,53 1,gl 1,65 078 0,~s
0,61
0,30
----
-
-
7,14
20,-. 3.64 1175
2,33 0179 0.33-
lF,48 14,17 lO,26 Ib,G6 14,29 l?,t6 4936 4,10
4.88 6-23
86,on 38,69 24,93 Y3,24 31.69 81,58 22.96 23.12
17,78 19,49 7,40 7,74 12,SS 11,91 R130 8,83
619!1 [ j 1 4 9 7.11 1 4,44 3101 olm 2.87 1,73 1.171 2,42 %O1 1,So 3129 2104 li48 2%
29,11 31108 86,84 84,86 27,15 28,RS 2J,43 25,82
25,41 18,96 20113 12,14 8,83 l3,66 11,25 9,77
696 q33 5,18 - (,g2 61" 6,04 5,37 1,73 0,58 3,05 0,68 4,41 1,68 ?,21 21b9 ll54 0,78 1 0,73
'
--
-
1,41 b,9& 1143 l *
2,35 o,55 422
i
18-
54a2
5
~,24 1,77 2,56
-
2138 1,75 0,75 0,82
100,-104100,100,100,10,~~100,100,100,100,100,100,100,100,-loo,100,-
v
1,lS
o,oc
1,73 100,1 , s ~ 100,100,2,41 100,100,0,g5 100,0,34 100,0 , 5 ~ 100,-
-
'
--
4,~l 4,30 i,64
-
2,13 1,40 1,06 1,09
--
100,100,1.00,100,100,100,100,-100,100,100,100,lOo,lo0,100,100,100,-
-
--
-
-
0,64 0,05
5,15 ï,51
--
-
-
.-
--
-
0,lO
-
-
l
-
-
-
-
13,74 13,57
14,27 16,30
-
-
1,35
5,41
-
-
-
-
11,06 2,S7
18,89 12,97
16,94 13,76
-
--
-
--1
6,06 15,95
I
--
-
-..
-
-
-.
4
-
-
0,35 -
0,ll
8,07 10,22
13,26 15,50
1
8,33 5,87
-3,13 0,64 18,44 17,68
3,03
--
100,-
100,33,33 33,33 27964 21,32 28,69 20,27
-
35,14
4
52,70
-
100,-
--
100,28,47 23.35 26,14 40,59
-
Y0,30 24,24
-
4123,OS
-
l 5.41 I 1,65 3,17
-
12,12 7,25
4,86 2,51
21,70 21,17
-
-
20,5,56 26,17
20,8,33 Y1,54
2,04
14,28 13,24 41,18 100,52,09 59,16 19,74 30,21
-
35,29 38,20 30,06 85,Ol 31,34
-
1
-
1,70 ],l8
1,64 0,54
0,32 0,70
-
-.
0,47 0,20
0,24 0,lO
36,26,92
12,7,69 100,-
-
6,67 16,lf1 2,go
16,67 20,25,16,78
40,22,22 7,38
32,65 25,4,51 9,65 3,31 4,36
I
-
-
-
-
-
9,09 12,12
-
-
-
-
1
15,lb 9,lO
-
-
28,16 35338 100,-
-
--
-
---
26,67 24,24 17,39
100,--
33,83 4,29 2,52
9,!9 8,69
823,08
15,15 21,21
-
-
100,-
0,321 -
27,27 33,33
100,-
-
100,46,67 - 30,30 13,OJ. 30,43
-
-
-
-
-. -
6,67
-
2,78 2,68
-
1
13,04
11,ll 1,34
0,35
M
-
-
w
-
-
-
-
-
-
-
-
-
6,67
-
-
-
-
9,09 -
-
1
100,100,-100,100,100,100,100,100,-
--
-
100,-
--
100,-
0,lO
-
100,100,100,-
12,11,54
28,7,69
-
-
-
-
---
-
6,67 3,03
-
16,83 13,65
16,18 12,213
11,97 15,04
16,67
50,-
16,67
-
--
100,100,100, 100,100,100,100,-100,--
-
5,56 2,68
2,78 1,34
8,33 4,70
100,100,100,100,100,-100, .. 100,100,-
16933 26,47
14,%
*2,04 7,35
18,37 11,76
100,100,-
5,88 1,04 0,32 1,29 0,23 -
5,88 0,35
5,88 -
5,88
-
-
-
16,18
-
0,43 0,ll
-
-
0,16 0,29 0,23
-
-
-
0,14
-
100,100,100,100, 100,-
,
-
Y j
4
b
293 292
BEBOEPSKLASSEN.
XI. Bewerking vnn inetdeu.
YII. Vervaarc1igi;iiig van. stoom- en endere werktuigen, ii~strun~eiiten, oorlogsmaterieel,
l
I
j
L
g .-$e 1 !$
3
BEROEPSKLASSEN,
B
9.
L
i ,I
3
.g
2
u
g
1
L E E F T I J D E N . i2jani*, janr
1889
1
l ti
XX. Warenhalidel (iiicl. tussclienlinndel, coi11- B 1889 1899 missiehaiiclel, mnkelansdt eu verdere hulpbedrijveii vali dei1 liriliidel). l889 C 1899 1889 D 1899
1 l
B
z
l
1
i
I
XXI. Verkeerswezeil.
4
-
1889
-
B 1889 1899 1889 C 1899 1889 D 1899 A 1889 1899
1
,
it
Totaal handelsbedrijven.
i
I
i1 l
I
1 i
'1 l
. --
- l -
- 1 0,OO2
B 1889 1899 1869 1899 1889 1899
0,05 0,Ol 0,06 0,08
D
A
0156 0,89 2,44
-.
I
--
36 - 60 51-60 jaw. jaar.
1
0,31 6,3,23 2,9; 6,98
3,65 3,lO 5,42 8,32 26,55 21,53 13,84 19,C(j
27,15 26,93 31,93 38,63 34,58 37,57 30,113 31,44
%,g6 35,66 35,58 83,30 14,31 19,79 26,43 19,09
0,04 0,Ol 0,04 0,12 0,57 1,49 3,21 3,51
0,16 0,OO 0,37 0,28 1,94 2,92 4,iO ($7
1,46 1,27 3,18 2,75 10,76 14,53 14,87 16.02
25,09 26,63 30102 32,20 43,29 88,57 34,96 3S140
39,73 19,55 58,56 ( 19,16 42,94 15,66 39,83 16,69 30,91 9,19 %,38 9,lO 25,71 9,SO 25,01 7,96
-
17,99 18,36 15.52 11,68 4,87 6,6l 11,90 7,22
h
2,23 0,78 7,33 8,62
3,YK 4,67 7,33 5,17
1,21 8,38 14,01 2,44 13,79
27,71 31,82 33346 1 0 20,69 --
40;48 25,14 28940 24,39 29,31
20,48 13,97 11967 21,95 13,79
27,?1 28,85 23,44 28,80 33,33 30.30
31,98 41,81 37,37 34,81 42,42 30,43
21,77 l7,24 17,09 20,25 15,15 16,14
-
0,40
-
15,15
0,17
0,68
O,34
&a7
29,18
34,64
15,87
0.04 0,04 0,04 0,06 1,0,51 1,48 l,79
0,16 0,15 0,17 0,213 4,12 2,34 3,17 4,18
0,50 0,36 0,70 0,64 7,21 4,98 4,86 5,97
2,95 2,54 4,56 4,91 21,Ol 17,85 14,33 17,47
26,47 26,80 30,87 34,49 37,51 37,69 34,13 8S6,78
37,16 36,56 57,42 36,88 20,07 24,40 25,82 22,84
18,48 18,62 15,67 14,95 6,42 8,lO 10,14 7,73
-
-
,
-
.-
-
0,02
0,04 0,02 5,15
-
-
9 0.42 100,
O,11
-
0.29 0,17 0,40 0,50 7,67 8,62 4,26 11,33
2,06
--
-- 1
0,68 0,51 0,89 6,07
0,lO 0,04 0,20 0,40 2,94 2,42 1,89 11,57
23-35 jaar.
36-50 jaar.
9,55 0,42
/
4,06 2,67 7,94 3,?6
1 /
-
-1 -
2,89 1,69 1,56 4,88 3,4G
100,100,100,100,-100,--
8,81'4,08 9191 3,Ol 7,84 4,OS 7191 3,17 3103 473
5,4J 4,31 6,49 4,43 3,03 4,87
100,100,100,100,-100,100,--
---1
%v8
2,73
100,-
Z
4156
3,20 3,85 2,18 1.56 0,31 O,Sl 0,90 0174
100,100,100,100,100,100,100,100,-
-
0,02
0,08 0,Ol 0,25 0,13
0,62 0,45 5,48 3,20
3,Gl 7,82 3i11 l2,lj 1
3,61 5,OS 1,95
-e
-
440
--
-
-
4136
3938 2,30
ll88
---
-
-
l
-
- 1 - 1
-
- [
.--
-- ----
- I
I
e
-
-
-
,
-
i
/ - 1 -
(
t
1
1
-
I -i 1 -,
.-
-
-.
-
-
O,O8 0,03 0,36 0,83 2.74 2,19 6,67 6953
33,33 12.50
I
1
. d
--
-
- I
I
-
-,
-
-
d
M
-11,76 I I
0,25 0,14 0,82 0958 7927 7,83 6,2O 7,23
1
l
13,80 14,39 32,99 29,85 51,06 50,-24,29 34,66
33,3S 33,56 28,S7 43,98 14,70 13,97 23,87 28,64
--
-
100,31,25 36,36 100,33,33 33,33 33,33 26,25,- 80,-
-
-
-
24,61 26,98 17,53 15,42 5,61 2,20 9,24 9,60
31.25 27,27
9,09 66,67
1 - -1 l 38,46
-
-
17,65
1O 0,-
-
-
29,41
1,61 1,34 3,09 6,27 30,91 35,29 8,30 21,16
16,lO 16,49 21,09 33,45,08 41,80 1n173 28,54
35,50 33,89 36,82 36,31 10,23 9,32 35,33 20,66
68-70 jaar.
TOTAA~ incl.onbek. leeftid.
\
1
0,77 0,65 5,15 1,49 22,S2 29,14 9,S9 ) 17,79
1 1 71 jaar
61-65 jaai*.
I
1
11-
1,16 0,74 10,90 1,84
51-60 jaar,
1,78 16,56 95,69 22,63 B O U33,97 W E N23,59 ' i,50 i V16,99 2,97 20,35 37,73 21,47 7,23 33,60 35,18 16,25 31,89 44,40 9,66 1,93 36,32 40,69 8,53 2,11 7,03 14,60 27,Ol 21,57 24,70 22,40 / 12,48 6,24
-A-
--
-
0,05 0,Ol 0.06 0,26
-
--
-
1 1 I I 1 1 1
3 14of15 16ofl7 18-22 janr. jaai*. j a a r
6
MANNEN.
0,68 0,86 2,85 0,6Y 3,03 6,39
,
--
I
. 'I t
XX-XXIII,
-.
-. ;;;1"g -
A( 1889 1899 XXIII, Verzekeriilgswezen,
-
'
jaar
23-35 jaar.
0,66 0,47 0.95 1,20 10,Ol 6,96 5,35 8,211
!
0,05 0,32 1,56 0,79
1889 XXTI, Crediet- en bmkwezen (incl. geld- en B 1899 effecteillinndel), 1889 C 1899 1889 D 1899 1
1;
0,07 0,0? 0,05 O,11
0,01 0,Ol 0,06 0,06
A
janr.
0,22
0,05 0,14 1,50 0,72 1,11 5,46
1889 1889 1889 1899
:[
I!
-
-
J'
ij
0,05
--
D
B:
1
- 1 0,05
B 1899
l,
i/
O,OOa
1889
A 1899 I.
j
4
A 1899
I
1 1 1 I I 1 1 1
J ) e ~ ~ e d e12of13 l~ 140f15 16of17 18-22
----
--
(
/
6,76 6,77 5,21 2,58 0,36 0,20 7 4 1,33
6,31 7,31 4,81 l,68 0,12 0,11 5,14 ?,6O
100,100,100,100,100,100,100,100.-
8,53 6,67 2,06 1,49 0,39 0,37 1,45 0,79
7,76 7,31
100,100,100,100,100,100,100,100,-
-
-
-
25.18,18
12,50
9,86 J 9,66 6,86 2,58 0,42 0,47 9,93 2,31 11,09 lO,j2 6,18 7,46 0,39 0,83 2,34 2,38
-
--
23,08
23,53
5,88
15,38
50,-
w
-
--
-
25,22,97 24,23 21,19 16,17 2,24 2,21 15,8,Ol
10,06 9,83 7,09 3,38 0,42 0,62 5,90 2,36
1,G,19 0,09 O,62 0,03
I
-
20,-
-
1 15,38 -
7,69
8,82
2,94
25,-
7,06 6174 5,2,39 0,27 0,26 4,30 1,lO
100,100,100,100,-100,100,100,100,-
--
-
--
1
-9,09 -
25,-
12,50 -
-
-.
1 1 1
-
6,55 7131 4,45 1,57 0,12 0,12 2,73 1,07
I
100,100,-
-
100,100,100,100 ,100,100,-100,100,-100,100,-
'
i
*
bà
.B
A -0 a2
BEROBPSKLASSEN.
8 A!
XXIV. Vrije beroepen,
XXY, In dienst vaii eene provincie.
SXXII,
Iii
clieiist van een waterschap.
1 1 1 1 1 1 1 1
beliecleii 12of13 14ofl5 18of17 18-22
12 jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
23-35 jaar,
36-50 jaar
51-60 jaar
62-63 ja.;
l
66-70 jaar.
L E E F T I J D E N .
71 jaar eli daal,b
--
1l'c+
T"'a" leefhi,,
I
1
1 1 -i 1 1
beneden 120fl.3 14of15 16of17 18-22
12 jaa.
jan
jaar
jaar
jaar
23-35 aar.
36-50 jaar.
51-60
jam
61-95 jaar.
66-70 jaar.
1 1
1
71 jaar TOT d", incl. onbek,
Worden in de eerste plnats cle cijfers der groote groepen : ngverlieid, lnndbouw, visscherji en jacht, en handel en verlree~in cle verschillencle positiun vergeleken, clan blikt, dat, wat vroeger is geconstateercl b i de beschouwing der verdeeling del* werlrzaiiie bevolking nam den bui.gerli,jlren staat, de jongere leeftiJdslrlnssen, bijv, b e n d e n 36 jnar, bij de beclrijfshoofden voor rekening vnn nncIeren bij de beide geslachteli bijna doorgnande beduideiid relntief sterlrer zijn bezet dan bij de bedrijf~hoofdenvoor eigen rekening e11 dat in cle nijverheidsbedrijven en in den Inndbouw de leeftijdsbezettiiig in cle lrlassen beneden 30 janr bij de mannelijlre personeii onder B genoemd grooter is dan bij clie onder C. Het gevolg vnii de beide genoeinde versch~jnselenis dat cle hoogere leeftijdsklassen bij de twee lantst genoemde cntegol*i6nvan iiinnnelijlrepersonen in cle hoogere leeftijds. klnsseii b i de personen in A het sterlrst zijn bezet, dan volgeil cle personen in C en dnarnn clie in B, Bij de hnndelsbedrijveii is het, tengevolge vnn het clnarin voorlromen vnii een groot nniitnl jeugdige ~vii~kelbedienden, juist tegenovergesteld wnt de pei3sonen in de positie B en C betreft. Zijn bij de nijverheidsbedr~jven, clen landbou~ven de visscller$ e11 de jncht do jeugdige leeftijdsklassen in de positie D relatief veel sterIrei* bezet dnn dit b$ de overige positiGn het gevnl is, bij de handelsbedrgven zijn het de personen in cle positie C die in de jeugdigeleeftgds. Irlnssen relntief de sterkste bezetting hebben. Bij de personen in D bij beide geslachten zijn de jeugdige leeftijdsklassen zoo b i ii~nnnen nls bij vroi~wen, relntief het sterkst beaet bij de nijverheid, dansna bij den lnndboiiw en het Met de hooge leeft~dslrlnssenis liet juist olngelreerd. minst bij de l~nnclelsbecli~~jven. Wnt, cleii arbeid vali jeiigclige personen nnngant, blikt uit onderstaa~~cl tnbelletje dnt deze bij de mannen relatief het meest wordt naugewend bij de nijverheid. Danrila volgt de vissclier~, dan cle lnildbouw en dnnrnn cle hnudelsbedrijven. Wet minst lromt 1ia voor in de vrije beroepen. Bij de v1;ouwen staat oolr de nijverheid bovennnil, doch cleze wordt hier eerst gevolgcl door cle hniiclelsbedrijven, clan door den landbouw, terwijl hij met uitzonderiiig van de visschei*ij,wnnrin relatief weinig vrouwen in de positie D werkzanm zgu, ook hier b9 de vrije en overige beroepen het geringst is. Wijl in de positien A, B en C in cle meeste der lrlnssen I-XXIII slechts een gering aantal personen werkzaam zin beneden 16 janr, zijn voor de berekening van onderstannde cijfers in clie klassen alleen de personen in de positie D in relreiiing gebracht. Percentsgewijze verhoiiding vnu het nantnl personeii beneden 16 jaar, \verlzznam in: MANNEN. 1889 1899
de nijverheicl , , , , , , 10,68 5,87 den landbouw , , , 4,71 httndelen vei*lreer , de visscheru en jacht , , , 9,92 de vrge en overige beyoepeii, 1,80
.
. .
.
11,24 7433 6,05 '10,47 1,81
VROUWEN, 1886 1899
15,25 10,39 12,40 4,i.G 7,37
19,94 11,70 9,86 5,27 8,14
De groote verschillen clie er bestann tusschen de c{jfers bij mannen en vrouwen in de hoogte cler percentnges, vindt hoofdzakelik zijn grond in de omstandigheid dat het absoluut aantal werlranme vrotiwen in de hoogere leeftijdsklassen zoo gering is, omdat een groot deel der nrbeidende vrouwen bij haar huwelijk in den beroepsloozen staat overgaat. De cijfers van bovenstaand tabelletje duiden tevens aan, dat de vei*nieerdering van het relatief anntal jeugdige personen, waarop vroeger reeds is gewezen, bij de mannen in alle groepen en bij de vroiiwen in 4 van de vijf groepen heeft plaats gehad, De velamindering van de jeugdige vrouwen bij de hnndel~bed~gven zal wel het gevolg zijn van de verniindering der loopmeisjes, die in 1889 allen tot klasse XXI zijn gerekend, terwijl deze in 1899 zijn gebleven,
als personen in dgemeeiieii dionst, in de sterkte der verschillende bedriJven. Dit verklaart dan tevens eenigszins de sterke toeneming van de jeugdige vroiiweii bij de nijverheid, Betrekkelijk groot is het nantnl jeugdige mannen i11 lclasse 111, de drukkersbedrijven, met bij de tellingen van 1889 en 1899 inesp. 20,02 01, en 19,ll 01, personen beneden 16 jaar. Daarop volgt klasse XIV, de papierindustrie, met resp. 18,66 en 17,14 en daarop klasse IX, lederindustrie (in hoofclzaak schoenmakerij), met resp. 16,99 en 14,66 OIO. Het verdient veiemelding dnt bij cleze drie Irlassen de procentsgewijze verhouding der jeugdige mannen van 1889 op 1899 is teruggegrtnn. Ditzelfde verschijnsel wordt waargenomen voor nog enlrele lrlnssen in de ni,jverheicl met een betreklcelijlr hoog percentage der jeugdigen, biijv. in klnsse VCI, lcleedingnijverheid, wnnrvoor de cijfers rasp, bedroegen 16,90 en 12,99 O/, en voor klnsse X11 met resp. 10,88 en 9,82 OIO. De vermeerdering clie voor de totale n4verlieid werd geconstateerd, moet dus vooral voor rekening worden gebracht van die klnsseii, waarin het percentage der jeugdige personen niet zoo heel hoog is, Boven de gemiddelden voor het totnd der nijverheiclsbedr$ven van 10,GS en 11,24 O/, en wnnrbij van 1889 op 1899 eene vermeerdering bleek te zijn, liggen nog lrlasse VI, houtbewerking, inet resp. 11,29 en 13,61 "/,, eene vrg belangrijke toeneming dus, ldnsse V111 met resp. 19,46 en 13,23 O/,, Irlnsse X1 met resp. 13,Ol en 14,68 O/,, lrlnsse XV met resp, 12,85 en 14,45 l)/, en lrlasse XVII met respa 11,99 en 13,22 "1,. Het geringst is de arbeid vnn jeugdige innnnen in de i~$verligeidsbeclrijvenin cle fnbricnge van gas en electpiciteit, de percentages bedroegen danr slechts resp. O,% en 1,22 O/,, danrnn volgt de oergrnverij en de veenderij met resp, 3,42 en 4,36 clnn de bouwbeclrijveii met resp. 6,79 on 8,19 Vo,.In cle steeii- en anrdewerlrfabricnge waren resp. 7,96 en 8,84 "1, jeugclige mniiiieii werlrznam, in de chemische iigiijverheid resp. 6,41 ei1 9,14 O/, en in clan scheepsbouw resp, 8,91 en 9,38 "I,, In al deze klnsseii dus eene relatieve toeiieming van het jeugdig element. De zeer gsoote vermindering van de jeugclige personen in de dinmantuJverheid houdt vwbniid inet hetgeen vroeger omtrent deze industrie reeds is opgemerkt (xie blz. 264). I n cle la~idbouwbedr~iven,wanrvnn het aandeel der jeugdigen in vergeliking van de nijverheid liiet zoo heel groot is, is eene vermeerdering te coiistnteeren vnn 5,87 op 7,63 en in de vissche~!j eene van 9,92 op 10.47. Een opmerlrelijlr sterke vermeerdering heeft plnnts gehad in de haiidelsbedrijven, waarvan het percentnga steeg van 4,11 O/, in 1889 op 10,65 O/, in 1899. Men houde echter hier weder iii het oog dat de loopkneclits in den handel, vooral bij minlreliers, waaronder zich vele jeugdige personen bevinden, in 1889 nllen ziiu gebracht tot klnsse XXI, verkeer, terwil zij in 1899 als personeel in nlgerneeneii dienst bij den handel zijn gebleven. Dansdoor wordt ook verlrlnni*d de daling van het percentage in lrlnsse XXI, van 4,83 O/, op 3,36 O/,. 081s in lrlnsse XXII is liet aancleel der jeugdige iiiannen eenigsdns verminclerd, van 9,76 op S,62 O/,. Bij cle vrie beroepen, rvnnrvan liet ineerendeel der jeugdigen behoort tot het personeel van schrijvers en klerken, nam het aantal beneden 16-jarigen iets toe, van &,O8 op 4,39 O I O , De groote vermindering vnn 3,53 op 0,12 O/, biJ het onderwijs, moet het gevolg daarvan zijn, dat in. 1899 alle kweekelingen als beroepsloozen zijn beschoiiwd, terwijl zij in 1889 nllen nog zij11 gerekend tot de een beroep uitoefenende personen, Van de overige beroepen hebben nog slechts de huiselijke diensten, de losse werlrliedeii en de beroepen in dienst vali den Staat (in hoofdzaak tot het lrrijgswezen behoorend) voor den arbeid van jeugdige personen eenige beteelrenis; de percentages zijn echter nlle van 1889 op 1899 gedaald, Bij de vrouwen, waarin de ai*beid van jeugdigen relntief bijna overal veel grooter is dan bij de inannen, niet wijl in het algemeen een grooter aantnl meisjes dan jongens nrbeid verricht,
maar onidat cle hoogere leeftijclsklassen bij de vrouwen relatief veel minder sterk bezet zijn dan dit bij de mannen het geval is, zijn de percentages der jeugdigen in de meeste beroepsklnsseii toegenomen: Deze toeneming zal, althans voor sommige klassen, bGv, de fabricage van aarclewerk, de oei*grnvei*ijen de chernische ngvei*heid, het gevolg zijn van den vroeger reeds geconstateerden afneming van clen aiabeid van geh~iwclevrouwen, Immers deze afneming deed op de hoogere leeftijdslrlassen liani4 invloed gelden en nioest zoodoende eene relatieve vermeerdering der lngere leeftijclsklausen tengevolge hebben. Slechts in enlrele lrlnssen is cle arbeid vnii jeugdige vrouweii relatief verminclerdl 11.1. in de diamantn\jverheicl, vern~oedelijlrcloor dezelfde oorzaak die daar bij cle mannen tot eeiie vermindering van het jeugdig element leiclde, bij cle bonwbeclrijven, wnnrin echter weinig vrouwen $S gewone werlrlieclen werkznaiii zijn, in cle houtbewerking en iii de bewerking van inetalen. b i deu sclieepsbouw en de i*ijtiiig;De groote verininclering van 68'1, op circa 8'1, fabricage, verliest geheel hare beteekenis, oniclat de percentages berelzend werden in 1889 op 2 en in 1899 op l vrouw beneden 16 jaar in die klnsse werlrznam, Ook hier dient er weder op gewezen te worclen dat degroote toeiiemingiii cleii handel, door het verschilleiid klasseeren der loogbodiencleii, gepnnrd gnat met eeiie eveneens groote verinindering van het relatief anntnl jeligdigen in klasse XXI. Veel van de toeneming in de n~jverlieidslrlnssenzal oolr van deze verschilleucle classificatie het gevolg zijli. De afneming der percentages bij liet onderwijs en iii klasse XXXI, in wellre lantste klasse . de vieoumen ook in hoofdzaalr b i het openbans onclerwgs werlrzaain zgn, is weder het gevolg van het in 1899, anders clan in 1889, tot cle beroepsloozeii brengen van de kweekeliiigen, I s de relatieve sterkte der mannen in cle jeugdige leeftijclslrlasse~i,bij de personen in de positie D, in de meeste beroepsklasseii toegenoiiien, clie cler hoogste leeft~jclslrlasseiiis in cle meeste klnsseii verminclerd. Dat dit laatste ten deele liet gevolg van het eerste lrai xijii, of omgelreercl, is cl~iidelijk,cloch cle cifers in cle tabel ondernaii blz. 250 tooneii diiidelijk ann, clat ook in verhoiiding tot het nniitnl levenden, cle beicle veraiicleringen hebben plaats gevonden, Het volgende tabelletje toont voor de vgf groepeil aan hoe cle sterkte ei1 de verniido. ringen daarin is geweest; voor cle vroiiweii is liet totaal iii de positie D werkznine boven GS-jarige vrouwen te gering om daarover afzonclerlijlr in beschouwii~gente treden, van liet totaal aantal Aantal niannen in de positie D vali GS jaar ei1 ouder in werlrzamen in 1889 1899 de iiiverheicl , , . , , , 2,3S 1,92 deli lanclbouw, , , , , , , . 4,16 4,13 devissclieriJ en jnclit , , . , 1,75 1,50 linnilel en verlceer . . , 2,7S 2,92 de vrge en overige beroepen . . 4,94 4,21 Met iiitzondering vnii cle handelsbedi*ijven cliis overal eeiie afueniing, die bij de nijverheicl relatief het grootst en b$ den landbouw relatief! het kleinst is. Aan de verminclering b3 de nijverheicl hebben op BBn na alle klassen deelgeiioineii, alleen klasse XVII, de bereiding van voeclings- en genotniiddelon, is met een kleine fractie toegenomen. Deze klasse behoort ecliter tot die waarin relatief eeii gering aantal ouden vaii dagen werkzaam zijn. De verineerdering van het relatief aantal hoogbejaarden in de handelsbeil@jven komt niet voor rekening van klasse XX, hnnclel, of XXI, verkeel;, maar voor die vaii klasse XXII, bank- ei1 credietwezen en XXIII, ~e~zekeri~igswezen. Zooals reeds is medegedeeld lrwnmen in 1889 in de laatste klassen geen personen in de positie D voor.
. .
.
. . . . . . .
.
DERDE GEDEELTE.
Overzicht van de in ons land op 31 December 1899 werkelijke woonplaats hebbende vreemdelingen, gesplitst naar geslacht, leeftijd, burgerlijken staat en beroep, met vermelding van de positie daarin bekleed,
Reecls bij bewerking cler uitlromsten van de telling van 1889 bestoiiclen er tiisschen de Regeeriiig van ons land eenerzijds en die van Diiitschlniid, Belgie, Oosteiir~lr.Hongnri,jeen Italië nnderzgds, overeenkomsten om v m cle in ons land wonende Duitschers, Belgen, Oostenrijkers, Hongaren en Italinneii, iioininatieve staten te inalzen, veriiieldende de namen, voornameii, woonplaatsen, geboorteplaatseii, leeftijden, beroepen eiiz,, en die nan cle beti*olrken reg*eei*Wgente doen toelroiiien, terwijl de genoeiiide regeeringen zich clnnrbij hadclen verbondeii om vnn de Neclerlaiiclers, iii clen vreemde getelcl, gel~lrsoortigeopgaven te doen. Ook bij de bewerlciiig van liet inaterinal cler telling van 1899 werden clergelijlre opgaven verzameld en nan cle betrolrlren regeeringen toegezonclen en werdeii oolr door onze Regeering cle becloelcle medecleelingoii iiit cleii vreeiiicle oiitvai~gen. Met betrelslcing tot de in Neclerlniid woiiencle vreemclelingen worclen hieronder enkele samenvnttencle overzichten gegeven, Tabel I vermeldt afzonclerlijlr voor Duitschers, Belgeii en voor cle overige vreemdelingen in totnnl de vercleeling nnnr geslacht, biirgerlijlreii staat, leeftijd en beroep (beroepslrlnsse) met de positie dnarin bekleed. Tabel I1 geeft eveneens voor Diiitscliei~s,Belgen en niiclere vreeincleliiigen een pi*oviiicies gewijs overziclit claarvan, inet ~.veglatiilgvnu de vercleeling naai* den leehijd ei1 den burgerlijken stnnt, gesplitst naar geslacht, beroep (beroepslzlnsse) en cle positie clnariii helrleecl. Onder cle oveilige vreenicleliiigen zijn begrepen personen n.iet onbelcencle nationnliteit en personen zoncler iintioiialiteit. Bij cle beoorcleeling cler cijfers houcle iiieii in liet oog, clat cle bewerking dezer overzichten geschieclcle geheel nnaia clezell!de beginselen wellie ani1 cle be\vei*lring cler bei*oepstelling va11 . 31 Deceiliber 1599 zijli ten gl*oiiclslag gelegd. Het ware oagetwijfelcl wenschelijk geweest nali cleze tabellen overeeiilrornstige overzichten te kiinnen toevoegen nopens cle iu clen vreemdo woiieilcle Necledaiiclers, De, daarointrent verlsregeii opgnveii zonde11 echter eerst na een onivangrijlren arbeicl, lvanrvoor thnns cle gelegenheicl oiitbi~alr, iii een ~ ~ o r inoeten ni gebracht zijli wnarin zij eenig inzicht Ironden geven in cle beroepen cloor cle in ile geuoeincle landeii woneiide Nederlanders uitgeoefend, ei1 cle positiën clnarin door heil bekleed. !
SCHERS.
/ &l
I. Fabyicage vaii aardewerk, glns, lialb eii steeiien, Totaal
. . .
11. Bewerlriiig vaii diaiiiaiit ei1 aiidere edelsteeiieii en fijne gesteeiiteii. Totnal
.
.
,
111. Boek-' eii steeiidriililier~, driilikeii vaii hout-, koper-, stnnlgravure, pliotograpliie eiiz. Totanl
. .
.IV, Boiiwbeclr~ven (iiicl. reinigiiig van .gebow~veii ei1 nailleggeii, oiiclerlioudeii eii .reiiligeii vnii megeii ei1 strsteii, oolr geliieeiitel$re dienst). Totaal
. ..
V. (X~eiiiisclie i~iJvei*heicl,fal>ricnge v ~ i i Iraarsen, olie, vernis, vet, zeep, oiitl~lofbarestoffeii, verfstoffeii,
VI. Hout-, kurk-, strool~ewei;lring,sili- en draaiwerk vali ~e~scliilleiide stoffeii. Totaal
. ..
VII. Kleediiig ei1 reiniging. Totnal
.
,
.
n
L E E F T I J D E N EX E B O O R T E N J A R E N
3e13e.e-l
t;, 1
p
BEROEPSKLASSEN.
1
.o -i2,.18Sci 1854 1882 .-l y
v1
XSXVI. Zonder beroep.
I -XVIL N$verlieidsbedrjven. XVIII. Landbouw. XIX. Visscherij en jnclit, XX-XXIII.
Haliclel. en verkeer.
XXIV-XXXlII.
Andere
Totaal I-XXXIII, Algenleem totaal I-XXXVI,
1
!
2 deli 18-22 l 2 13 15 3 1888 jrtnr, 1881 1587 1885 1883 d -1877
--
23-35
1176 1864 p
MANNEN.
314
315
I, AANTAL IN NEDERLAND OP 31 DECEMBER 1899 WERKELIJKE WOONPLAATS HEBBEND
T 9 g bene-1 S
12 of
BEROEPSKLASSEN,
1
l2 13 16 3 jnnr. 1887 1885 1883 1888 -' a en Inter. 1886 1884 1852 'C u
- -
trl
V1
-0
L ~ E P T I J D E NE N ~ G . E B O O R T E J A R E N .
-
ar"$ 1
? 7
18--22
23-35
-
-
1881 1877
1876 1864 -.
9
2 j
3
I
I l
LEEFTIJDEN
E&EBOORTEJAREN.
BEROEPSKLASSEN. MANNEN,
VIII. K ~ i i s t n ~ v e ~ l ~ e i d ,
IX. Leder, wascloeli, caoiitchouc. Totnal
.
,
Oer, steenlioleil turf. Totnal ,
. .
Met aleli (bewerlciiig van). Totnnl
,
.
,
XII. Vervanrcligiiig vnii stoom- en andere werlrtiiigeii, instrumeiiteil, oorlogslilaterieel, Totnal
,
.
,
Scheepsbou~v, vervnardiging van i.Utuigeii. Totaal
,
. .
1
I
VROUWEN.
l
i
I 1
&l E] bene- 12 3 clei1 of Y
lofd l2 13 15
'-
e11
a later
*w
Y
.C
V>
-0
XV, Textiele niJvei+heid.
XVI. Fabricage va11 gas en electriciteit, Totanl
. . .
XVII. Bereidiilg van voediiigs en geiiotmiddelen. Totnnl
I-XVII.
.
.
Totaal nijverheidsbedrijven.
Totanl
16 of 17
$ jenis. 188811887 s! - 1885 - 1883 -
BEROEPSKLASSEN,
.
8
.
XVIII. Landbouwbedriven.
. .
Totaal
XIX, ,Vissclierij (incl, vischk~veekerijeii jaolit, r
Totaal ,
.
.
XX. Warenhandel (incl, tusscheiihaiidel, ,commissiehandel, mak el aard^ en verdere hulpbedriven vali deli haiidel Totaal
. . .
I1
L E E F T I J D E N E31 G E B O O R T E J A R b E N . p -
1886 1884 1882
18-28 1881
23-35 1876
36-50 1863
51-60 1848
1877
1864
1849
1839
-
-.
-
-
-
61--65 1838
'@l1
T O T A A Ii. - - l
MANNEN.
32 14 16 of of of 18-22 l2 13 15 17 jonr ISBI 1887 1-5,1883 1858 1877 1 ~ ~ ~ 11886 .. 1884 1882
belle-
66-70
23-35
36-501
1576
1863
1564
1819
-
51-60
1
/
61-65
1848
1838
66-70 1833
1839
1834
1829
-
VROUWEN.
71
d%ir
T O T AAL.
en vroeger.
-
7
:
&
',
;
I
cl]
i. I
b< l
321
320
i
l
LEBFTIJDEN E N
G E B O O R T E J A R E N .
-cp
cleii
l2 13 l6 1883 1888 1887 1885 -e11 , later, 1886 1884 1582 'aa U
-
.d
XXI. Verkeerswezen, Totaal
.
.
XXII. Crediet- oii bank~vezeii(incl. geldei1 eflecteiiliandel), Totaal ,
X?(-XXTII.
. .
Totaal handelsbedrijven.
Totaal
. . .
XXI'V, Vrge Beroepen. S X V , BiJzoiider onclermgs (excl. openbaar en godsdieilstonclerwiJs), XXVI. Verpl. of verzorg. v, armen, ouden, kraanlvr., zieken, gebrelr, iiival,, Irraiikz. XXVII, Huiselike diensten (liuis- en stalbedienden e. cl.). XXVIII. Losse werlrlieclen en ailclere iiiet in een bepaald befoep aYbeideiiclen. XXIX. In dienst v,d.Staat (iiicl,post., teleg., teleplionie, landsdr. e. a, niJverheidsbecli..)
,
YXX. Iii dienst van eeiie provincie.
XXXI. In dienst v, eer1gem, (excl. gasfabr., dieilst der openb.werken e, a, niJvei.li.bedr.) YXXII. In dienst van een waterschap.
15-22 1881
-
1877
23-35 1876 1864
36-50 1S63
-
1849
1
I
m
belle-
71 51-60 184s
-
1859
-
MANNEN.
61-65 1838
-
1834
66-F! 1533
-
l829
-
el1
clnerboveii
1828
en vroeger.
del11
T O T A A L,
'j"""
1858
12
14
16
of
of
of
13 15 17 1887 1885 1583 -
-
w
irg~,. 1886 1884 1882
71 18-28
IsSI
28-55 1876
36-501 1863
51-60 1848
61-65 1838
66-70 1838
1877
1864
1849
1839
1834
1829
-
-
VROUWEN.
-
C
ell
d~~~~ e11
vroeger,
T O T A AL.
,
Ll3EFTIJDEN Pi
18--22 1881
BEROEPSKLASSEN, .N
rn
O
XXSIII,
dieilst vnu een kerkgenootsoliap of kerlcel~jliregeziiiclte.
111
XXXIV, Gepeii~ioniiee~cleil(uit openbare, kerlrelgke of particulie~elcnsseli).
I -XVII;
NUverlieidsbedrgven.
XVIII. Landbouw. XIX. VissclieriJ en jaclit. YX-XSIII.
Haiiclel en verlreer.
Totaal I-XSXIII. Algerneem totanl I-XXXVI.
23-36 1876
36-50 1863
1864
1849
-
-
1
--51-60 lSiS 1839
MANNEN.
NN
61-66 1838
-
1833
1834
l S29
E B O O R T E N J A R E N , -
belle- l 2 den of
71 ei] ilnsrbovell
1828 ei1
vroeger.
T O T A A L,
.l2
1% l:tG.l'
14
16
of
of
13 15 17 1887 1885 1883 - 1586 1884 1862
-
18-22 Isal
23-35 1876
36-50 1863
81-60 1845
61-65 1838
66-70 1833
1877
1864
1849
1839
1834
1829
-
-
VROTJWEN,
-
71
,, daï$rn
TOTAAL.
en vroeger,
I. AANTAL IN NEDERLAND OP 31 DECEMBER 1899 WERKELUKE WOONPLAATS HEBBENDE VREEMDELINGEN NAAR GESLACHT, LEEPTIJD, BEROEP EN DE POSITIE DAARIN BEKLEED.
co O V E R I G E V R E E M B E L I N G E N ,
l I
LEEFTIJDEN INI$BOORTENJAREX, 'le"
1%
BEROEPSKLASSEN. MANNEN.
I
of of of 18--22 13 15 17 ls81 1887 1885 1883
23-35 l876
-
36-50 1863
-
51-60 1848
61-65 1838
-
66-70 1833
ni;d";
TOTAAL.
EL
w
&
12 14 of of .l2 13 15 3 1,]aniq. ooo 1887 1885
BEROEPSKLASSEN,
belle-
16 of 17 1883
18-22
23-35 1876
36-50 1863
1848
MANNEN,
Leder, wnscloek, cnoiitclioiic.
Totnnl
. . .
Oer, steei~lroleiit1ii.f. Totnnl
.
,
.
XI. Met alen (bemerliii~gvan).
YII. Vervaardi@;iiig vnn stoom- ei) artclere werlrfuigen, instrument ei^, ooi*logsiiiaterieel. Totnnl
. . .
Totanl
.'
,
.
XIV. Pupier, Totnnl
B
. .
1838
1% I
13 15 17 1887 1885 1883
18-22 1881
23-35 1876
36-50 1863
b
b1 1848
I
VROUWEN.
"' "' "" 1838
"^
I
I TO TAAL.
L E-EFTIJD
&
EBOORTENJAREN.
? . l
BEROIGPSKLASSEN.
p den * l2 13 16 3 1888 jnnr, 1887 1885 1883 -
-
H
en ,o, inter, 1886 1884 1882 #% V1 O
18-22 1881
23-35 1876
36-50 1863
51-60 1848
61-65 1838
1877
1864
1849
1839
1834
-
MANNEN.
-
66-70
12 14 16 of of of 18-22 23-35 13 15 17 1876 T O T A A L. j&rno1887 1885 1883 1881 1888 . -. 1864 1877 iitOr, 1886 1884 1882 bene-
-
-
36-50 1863
51-60 1845
1849
1839
-
61-65 1838
-
-
VROUWEN.
1834
66-70 1833 1829
71
,,
dn,t:i8"" TOTAAL. eii vroeger.
4
'
1,: I
g ben.2 don l2 13 15 3 1888 jsn~,. 1887 1885 .d en - o latei.. 1886 1884 'z!
71 J ;I
17 1883
-
1882
18-22 1881
23-35
1877
- 1864
-
of
18-22
23-35 1876
56-50 1863
51-60 1848
61-65 1838
66-70 1888
1864
1849
1839
i 834
1829
-
1876
-
MANNEN.
1
I
-
-
VROUWEN.
T O T A A L. - dayiiy en vroeger.
1 .l BEROEPSKLASSEN.
XXXIII. In dienst van een Irerkgenootsohap of kerke%ke gezindte. XXXIV. Gepensionneerden (uit openb~re, IrerkelDke of particuliere kassen). XXXVI, Zonder beroep, I-XVII.
NiverheidsbedrUveri.
XVIII. Landbouw. XIX, Visschei*$ en jaclit, XX-XXIII,
Hmdel en verkeer,
XXIV-XXY 111. Andere Totaal I-XXXIII. Algerneem totaal I-XXXVI.
2
-
L E E F T I J D E N E N G E B O O R T E J A R E N .
FRIESLAND,
GRONINGEN,
DRENTHE,
LIMBURG.
H E T RIJK.
/i &
3
FRIESLAND.
OVERIJSSEL,
GROflINaEN.
DRENTHE.
LIMBURG,
d
l)
Hiei*oi~derenkele yeraoneii, die hoewel nU hddeil opgegeven in Nederlai~dwerkelijke woon~lnbtate hebben, niet tot
4
Provincie konden nordeo gebracht, omdat hunne roonplaata niet wai gevonden.
H E T RIJK1)
v rii
0)
'8
NOORDBRABANT.
GELDERLAND.
ZUIDHOLLAND,
N O O R D H O L L A ND,
l
ZEELAND.
UTRECHT.
(1
I i,
51
I
I 1
I I!
l)
Zie de noot op de vorige bli,
zonderingen, alle andere leeftijdsklassen sterker vertegenwoordigd zijn. De grootste versohillen worden vooral bij de inaunen waargenomen in de leeftiidsklasseli van '18-60 jaar. De leeftijdsverhoudingen bij de Belgen koinen die der totale bevollring het meest nabij. terwijl clie der ovsrige vreemdelingen grootere afwijkingen vertoonen.
Teneinde te kunnen beoordeelen in wellre opzichten de beroepsiucleeling der in ons lniid wonende vreemdelingen verschilt van die der gelieele bevolking, dienen achtei~eenvolgens voor elk der drie genoemde groepen van vreemdelingen uit de hiervoor gegeven c ~ f e r sgelikte worden berekend als in het e e ~ ~ s tgedeelte e van dit hoofclstiik soortige verho~idingsc~fers voor cle totale bovolking i s geschiecl,
Hoe cle verdeeling der oenig beroep uitoefenende vreemdelingen over de hoofdgroepen van bedrgven is geweest ei1 lioe deze cijfers vnn die der totale bevollringnfwijlzen, wordt door het volgende staatje toegelicht (ook thans worden de losse werklieclen buiten rekening gelaten, zie blz. 172).
VERHOUDING DER BEROEPSLOOZEN T O T HET TOTAAL BIJ DE GEHEELE BEVOLKING EN BiJ - DE VREEMDELINGEN. '
Totale becvollrii~g,
Overige vreenidelinpoii.
Duitschers,
I v,
I v.
1 v.
p -
M.
l
l
,
I
l
l
I
l
P
IE,
I
I
OP 100
LY UB IIEIIOIPPIIN IVIEBICSAIIBN, VONDEN IIE&IBIlEID IN
v,
I
cle ii~verheicl
Deze cijfers wijzen er op, clat zich onder de in ons land wonende vreemdelingen bij de beide geslachten relatief minder beroepsloozen bevinden dan bij de grheele bevolking en dat dit aantal bij de mannelijke Belgen en bij de vrouwelulre Di~itschel*~ relatief het geringste is. Over het verschil in opbouw naar den leeftijd bij de be~oepsloozen, verspreidt liet volgende tabelletje licht en doet zien dat het betreklcelijk gering aantal beroepsloozen w-ordt veroorzaakt door de geringe sterkte der meest jonge leeft\jdslrlasse,
,
. . . . . . .. . . .. . . . .. . . ... . . .
. . .. . .. . . . . . . . . . .
. . . .. . , . ,
,
. , .
, ,
.
. . . . . . . . ,
. . .. .. . , . .
71,l S1l 4,5 2,3
33,B 4,s 3,6 2,s
2,7 5,s 2,l 17,2 1,6 15,5 7,6 1,6 111 3,2 2,5 1,4 3,0 3,7
-
35,0 10,6 9,4 7,5 9,O 7,O 5,2 4,O 2,2 D14 7,9
15,6 4 5,4 4,7 6,l 21,O 20,s 9,5 3,5
53,9 10,l 6,s 3,7 Y,l
3,s 4,3 4,s 1,7 8,7 2,s 5,3 -- 6,9 --
19,4 29,3 4,5 5,3 7,O 3,7 2,4 6,2 7,9 5,O 19,4 12,3 1g15 10,3 7,7 9,s 4,2 6,3 4,4 2,l 7,s 5,7
18,6 3,2 3,2 3,8 6,5 24,s 2017 S,2 3,7 3,l 4,7
Uit deze cijfers blikt, dat er in de verhoudingen der leeftijdsveideeling bij de verschillende groepen van vreemdelingen onderling groote verschillen bestaan, terwijl dia verhoudingen voor iedere groep op zich zelf weder belangrijke aMjkingen vertoonen van de verhoudingscgfers der totale bevolking. Het relatief aantal personen beneden 12 jaar is bij beide geslachten in de drie groepen van vreemdelingen veel geringei* dan bij de totale bevolking, terwijl slechts met enkele uit-
., , , . . . . . .. . . ,
,
. . ..
Duitechers.
M.
M4
V.
37,s 34,4 19,O 0,s 6,l
37,5 12,4 35,l 0,7 13,2
18,5 l
43,s 6,2
l
Belgeli.
----
I 3 1,5 l
V.
112 3,4 13,6 26,4 45,3
l
Overige vreeliicleliiigeii.
BI.
V,
42,3 16,O 0,7 S,8
14,3 29,4 13,8 28,4 12,2
43,9 7,6 31,5 1,8 14,4
l
7,2 0,9 9,O 37,3 45,6
Ook hier openbaren zich zoowel tiissclien de cijfers der groepen van vreemdelingen onderling als tusscheii die van elke groep op zich zelf ei1 de cijfers der geheele bevolking belniigrglre verscliillen. Bij de maiineli,jke Diiitschers en clc ninnnelijlce overige vreemdelingen trekt de nijverheid relatief hot grootst aantal personen, daarop volgen bij clie beide groepen van vreenidelingen handel en verkeer, dan de vrije eii overige beroepen! vervolgens de landbouw en ten laatste de huiselijke clienstcn. Bij de inannelijlre Belgen is de rangorde de volgende: lniiclbouw, nijverheid, handel, vrije en overige beroepen en huiselake cliensteii. Ook bij de vrouwen is de loop der verhoudingen bij de Diiitscliers parallel met die der overige vreemdelingen. Hier zijn het echter de vrije en overige beroepen clie relatief liet sterkst zijn bezet; dan volgen hriiselijke diensten, clanrna handel en verkeer, dan de nijverlieid, terwijl de laiidbouw, vooral bij cle overige vreenidelingen, zeer weinig vrouwen bezig lioudt. De vroii\n~elijkeBelgen zijn daarentegen bij den landbouw het sterkst vertegenwoordigd, iets iiiinder bij huiselijke diensten en het geringst in de vrije en overige beroepen. De arbeid van vrouwen in totaal is bij alle dMe de groepen van vreemdelinges relatief grooter dan bij de totale bevolking, zoonls uit onderstaand overzicht blijkt.
OP 100 bei.oep~loo.teiiltoiiien i11 c10 vorschilleiicle leeft~clslrl~seeil
beneden 12 jam . , 12 of 13 jaar . 14 , 15 , . 16 , l 7 w 18.-22 , . , 23-35 , , , , 36-50 , 51-60 , 61-65 , . , 66-70 , , , 71jaarenouder.
. .
clen laiiclbouw, de vissclierU eii de jeclit Iiandel en verlreer, , , , Iiuisel$.ce cliensteii . . , cle vrie en overige beroepeii
Totale bevolltiiig.
I l
OL>100
I l 4 N DEIIOEP UITOEI'ENI3NDI.1 MANNON ICOSLBN AIIIIEIU VEIiIlICIITINUC VILOUWJ4N IN
. .. .. .. ., .. ., .. . . . ,
(Ie liijverheid den landbouw. cle visscliei$ en jacht linndel eii verlreer , 1iiiiseliJke diensten overige beroepen.
. . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . Totaal . .
1
bevolking, rpOtale
1
Duiisbers.
1
e
e
1
vreeiucleliiigeii, ''esp
15,3 24,8 '44 29,2 1405,3 48,s
(i,3
4,3
-
,
10,6 7(56,7 103,7
P -
33,8
37,2
Bij de D~it~schers en de overige vreemdelingen komen relatief weinig arbeidsters voor in de nijverheid, den landbouw, de vissclierg en de jacht, den handel en het verkeer en bij
de huiselijke diensten, doch is vrouwenarbeid zeer veelvuldig in de vrije en overige beroepen (in hoofdzaak b i het onderwis en, w 3 de Duitschers betreft ook i11 den verplegingsdienst). B i de Belgische vrouwen is de nijverheid even stei*k bezet als dit bij de totnle bevolking liet geval is, maar zijn het vooral landbouw, handel en verlreer en ook de vrije en overige beroepen, die, vergeleken met de totale bevolking, eene relatief zeer sterke bezetting hebben.
OP 100 iii cle verschilleiicle beroe sgroe ieii mbeidenden Isometi in cl0 verschillende PeettiLiaien.
De volgende tabel geeft voor de NUvei*heids- en de Handelsbedrijven aan hoe de procentilgewijze verhoudingen cler verschillende positiBn zijn, die door de verschillende groepen van vreemdelingen in de beroepen worden bekleed in vergeleking met die der geheele bevolking. d á "
P~nsorai~ w~ititznrriIN
UI
s&
'l'otke bevolkiiip;.
&3
1
N.
Belgen,
Overige v~eemclelingeii.
M,
V. l
I
1
V,
I
I
Totale bevollriiig,
41 1\
Totale bevo~lri~g Duitscl~ers Belgen. Ovelligevreemdel.
p,
Totnle bevol1;ing.
*
.... ... . . -
0,3
0,7 0,9 0,3
1,7 2,9 1,s
6,7 S9,7 38,O 13,s 9,O 29,2 30!8 14]1 6,5 35,6 85,4 14,O
... Belgeli., . . . . 0,2 Overigevreemdel, - -
11,l 11,2 6,O 4,s
a Di~itsche~s ,
2 8 O
1
4,l 5,6 4,O
2 , 2,6 3,O 1,5
2,O 2,2 4,O 1,5
100,-100,100,100,-
T li
35,1 41,4 449 36,2
29,6 1291 26,4 8,6 32,O 11,9 36,7 13,s
,
4,1 4,3 2,l 4,l
2,4 1,9 1,6 1,s
2,2 2,4 1,2 1,3
100,100,100,100,-
l
OP 100 in cle verechilleiicle b~~oepegroepeii nrbeicleiiden koiiien iii cle verschilleiicle Tc~s~c~neeeiii B. V R O U W E N . -aenoaon 12-18 14-15 18-17 18-22 28-85 86-50 51- 60 61-65 66-70' 71 en 12 j. j a y j r j,, jmr, jaar. janr. jnnr. jaar, ouclei,, TornAZ,
l l I
Totnlebevolkiug. O,t duit schei*^. 3,7 Belgen. , Ovssipvreen~del.. -
4,O 7,s 10,l 24,s 26,5 13,6
Totslebevollsing.
2,2
... .... -
Bina zonder uitzondering is in alle groepen va11 bedt.ijven niet alleen het aantal bedrijfshoofden relatief belangrijk veel grooter b i de clrie rubrieken van vreemdelingen dan bij de totale bsvollring, maar zijn ook de percentages des personen in de positie C b$ de eersten bijna overal relatief hooger dan bij de laatste. Dit zal wel voor een deel het gevolg zijn daasvaii, dat de jeugdige leeftgdslclmsen, die meestal personen in de positie D tellen, bij de vi*eenidelingeti relatief minder talrik zijn bezet clan bij de totale bevolking, zooals uit understnnnde cijfers blijkt.
I
I
/
I
... . ..
. . 0,2 % j ( ~ ~ l ~. e. n. .. . 0,2 Ovei*igevreemclel. -
0,l 0,02 0,l 0,l
2,6 0,5
1,s
1.2
5,6 1,7 2,3 5,O
I
I
6,5 15,3 30!3 23,3 9,5 1,9 7,O 30,O 35,l l2,5 4,4 11,8 30,l 30,4 1 1 , O 5,7 8.9 34,s 30.1 10.1
I
l
3,3 4,9 3,6 2.9
1,9 2,9 2,7 1.0
1,G 3,5 2,s 1,O
100,100,-100,100,-
-
6,l 8,li 6,2 14,3
Totn1ebevoll;ing. 0,02 Duitschers.. , 0,4 Belgen. Overigevreen~clel. -
0,4 0,2
1,O 0,5 1,5
Totnlebevolkiag. 0,l Duitschers 0,Oa Belgen. 0,l Overigevreemdel, -
1,9 0,s 1,3
B
0P
.... .....
t
--
-
-
1,7 100,0,7 100,100,-
S,8 22,1 25,3 12,6 9,6 4,9 3,s 7,9 15,9 13,7 7,2 21,6 9,3 5,7 7,s 19,l 27,9 15,2 8,9 4,4 4,5 14,3 42,9 -- - 14,3 14,3
4,2 100,S,6 100,4,7 100,- 100,-
2 , l 9,3 22,5 1,6 11,6 27,9 0,s 6,9 81,5 -. 11,l 40,3
-
-
2,6 1,7 3,O $4
I
I
7,4 5,9 4,6 1,4
4,9 2,3 3,l 4,l
5,3 100,$,,b 100,5,s 100,4 , l 100,-
11,9 5 , O 11,7 43,4 26,3 10,2 6,O 20,7 35,6 18,4 7,s 1,2 15,6 51,l 23,9 6,l
1,7 2,7 2,s 1,2
1,l
0,s 1,l 1,6 0,2
1,s
2S,5 29,7 28,l 22,2
-
18,7 14,4 17,7 16,7
6,2 10,O 28,s I31,5
0,9 4,4 0,s
6,s 8,2 8,2 8,G
1,7 100,-
1,9 l,5 2,Ci 1,7
3,2 5,O l7,l 34,l 22,7 4,s 4,l 21,8 30,6 23,1 l,? 1O.cl: 17.3 24,l 32,8
1,5 1,G
. . . .. .
I
1
1,l 1,5
4 6 Duitscliers.
Op 100 in cle vei~ichilleiicleberoepspoepen arbeidencleli komen iii cle verschillende leeft~idsklnsseii. A. MANNEN. 12-18 l?-15 16-17 18-22'28-85'86-50 51-60 61-65'66-70 71 en T ~ , , , ~ ~ ~ , j jaar. ouder. jany. ( jnar. jnar. ( jaar. jnai: janr. j ---
Totnlebevolkiiig. l)uitschers. Belgen. , , Ovei*igevreenidel.
I
1
Groepeeren we de leeftijdslclassen tot 3 klassen, beneden 18, 18-60 dan krijgen we de volgende cijfers die meer overzichtelijk zijn,
1,s 1,6
-
100,100,100,100,-
en boven 60 jaar,
'
-
l1
A, M A N N E N .
I
(
beneden 18-60 1 8jnnr j o n i
.
Totalebevo1lrii1g. 14,8 Duitschers . . 4,l 8,l Belgen OveRgi~vreemde~in~en11,s
. .. .
I
l
.. .. .. ...
I
29,O 13,O 10.4 12,l
/
/
60 j. e n beneden 18-60 6Oj. ei1 benecleii 18-60 cl*rb l 8 innr. ]mr. dm*. l 8 j&ns, , l a w .
13,2 243 19,O 30,s
6,7 2,6
4,l 1,6
Goj. en df~~li.
l
87,9( 87,6 94,l 91,5/
3,4 3,7 1,O 1.3
8,4 9,O 12,7 7,O
84,9 88,3 83,2 91,5
1
897 816 4,9 7,2
I
Lnnclbouw.
--
EInndel en verkeer.
Overige beroepen.
I
GO j. en beneclen 18- GO 60 j. en dnnrb. 18,janr.\ ,Innr. clanrb.
17,4 18,O 15.3 14,3
6,2 4,9 6,s 5,l
69,7 58,4 71.1 5Î12
l
l
I
l
I
l
70,7 82,l 83.2 82,s
1
l
Overige beroepe1ll p
B, V R O U W E N .
Niverheid.
1
76,7 71,8 72,l 68,9
10,l 4,O 8,9 0,6
6,s 11,8 9,2 47
IWanclel en verkeer. 1 -
tn,nclbautv. -.--- -- - - - . .
j. en beneden 18-80 ( 60dnnrb 18 1 jaui
78,4 84,6 82,7 83,9
beneden 18-00 18janr. j n a r
Totale berollrinp Duitschers , Belgeil . Overige vreemdelingeli
I
I ---
....
N;;oai*liairl. -.V.".*."
12,9 33.6 13.6 28,6
3,6 2,7
-2,9
79,O 83,6 84.2 90,3
17,s 13,7 13.5 9,6
18.2
(
78,2 91,G 8 2 , S 2,O 9697
316 5,4 5.7 1,4
Uit deze cjjfers blijkt duidelijk dat bij beide geslachten, bijna zonder uitzondeiting, de lagere leeft~dslrlassen bij de vreemdelingen zwnlrlrer zijn bezet dan,,clit bij de totale bevolking WW de lioogste leeftijclslclassen b i de vreemdehet geval is, en dat behalve b i clen lanclbo~~w, lingen relatief veel liooger percentages vertoonen dan bij de totale bevolking, bij de andere groepen de midclelste leeftijdsklassen relatief de stei*lrste bezetting hebben. nog een oveszicht gegeven van de verdeeling der vreemcleTen slotte wordt hieroi~de~ lingen naar den hiirgerlijken staat, eveneens vergeleken met die verdeeling bij de totale bovolkiiig. 011 100 in h e t beroep weskzninen lroiiieii gehuwcleii~ Overige Totnle hevolhing. Duitucheis. Belgeil. vreelllc~elinne,i
. .
.. ,, ., . . . . . , ,
d e nijveiheicl , denlnndbou~v. , , lianclel en verlceer de overige beroepen.
11,6 54,4 65,5 61,s
( 1
19.6 35,5 G4,7 9,8
I
1
'1
70.3 74,s 66,2 23,6
1 /
28.7 49,7 51,4 4,6
65,9 61,5 74,s 68,l
S4,7
I
l
57,3 8,O
59.3 77,G 63,3 52,O
27.6 25,6 52,8 5,O
Bij de mannen, mnar vooral b3 de vrouwen, is het aantal gehuwden in de n%verheiclsbedrijven bij alle vreenldelingen belni~pr~k grootei* dan bij de totale bevolking. Ooh in den l a ~ ~ c l b ois ~ ~dit w liet geval, met uitzondering van de vrouwelijke overige vreemdelingen. In den hanclel is l-iet relatief aantal gehuwde mannen onder de vreemdelingen beduidencl grooter dan bij de totale bevolking, doch b i de vrouwen is juist het tegenovergestelde het geval. BG de vrije en overige beroepen vertoont het cijfer der gehuwde iiiannelijl-i e Duitschers in. vergd~lring niet clie der andere vreemdelingen en cler totale bevolking, een zeer laag percentage, gevolg van het leti*ehkel~kgroot aantal ordebroeders en geestelijlten onder hen, die in hoofdzaak biJ het onderwijs werkzaani zin,
Woningstatistiek. Tot goed verstand van de absolute cijfers en de daaruit berelcende verho~dingscjjfe~u die in clit hoofdstuk voorlcomen, alsmede van de daaraan vastgeknoopte beschouwingen, wordt hier nog eens in hoofdzaak herhaald wat reeds in de Inleiding tot de uitkoinsten der woningstatistiek is inedegedeeld. De cafers der woningstatistiek zin ontleend nali de opgaven door hoofden van gezinnen en afzonderlijlr levende personen verstrekt op de kaarten cler vollrstelling. Aan dezen tocli werden cle volgende drie vragen gesteld, waarvan de eerste uit den aard der zaak door afzonclei*lijk levende persoiiea niet behoefde te worden benntwoord. (;b. Hoeveel personen wonen in zijn (haar) gezin te zamen? Rij (x!) zeli'(ve) medegerekend. b. Hoeveel vertreklreii bewoont hij (zij) met zin (haar) gezin? (lreulrens, glasdichte serres en alcoven inecle te relrenen; beclsteclen niet, I<elders, zolders en stallen alleen dan mede te relrenen, als zij bewoond worden of aldaas geregeld nachtverblijf gehouden wordt. Winkelruimten niet mede te rekenen. Zij, die een schip of wagon bewonen, moeten clit hier bovenrlien vermelden). o, Hoeveel dezer vertreklteii staan door een raam of cleiir in oniiiiddellgke gemeenscliap mot de buiteiiluclit? Waar bij de beweslriiig bleek dat cle beantwoording dier vragen door de betroklr13ii personen niet of onvolledig was geschied, of wanneer bleek, dat het aantal kaarten, in den gezinsoinslng aanwezig, niet in overeenstemming was met de beantwoording van vraag a ddor llet hoofd des gezins, of indien het aantal vertreklren bij o genoemd grooter was dan dat bij b vermeld, zooclat varinoedelijlr cle aantallen ranien en cleiiren in plaats van dat der vertrekken was opgegeven, dan \vercl de lranrt ter snnv~illingof verbetering teruggezonclen. Deze punten waren de oenige, clie tijdens cle bemerking door het Centraal-Bureau voor cle Statistiek aan conti161e konclen morden onderworpen. Op andere punten (of het aantal vertrolclren juist was vei*melcl, en bijv. glasdichte serres, keukens en alcoven wel steeds, zolders, kelders en stallen, voor zoover zij werden bewoond of geregeld werden beslapen, als vertrekken waren ineclegei~elceilcl,en of omgekeerd niet ook zolclers enz,, die niet werden geregeld bewoond of beslapen, als vertreklren yareii medegeteld; eii of het aaiitnl vertrelrlteii b i o vernield, liiet te groot of te klein was opgegeven) was contrble, nlthans geditrende de bewei*lring, te eeneii male onmogelijlr, In hoeverre cle tellers in staat zi,jn geweest op de bemtwoorcling der vragen b en o eeiiige rechtstreeksche contrGle uit te oefenen, blijkt niet. Ofsclioon het asnvanlrelijk in de bedoeling lag alle hoofden van gezinnen en afzondeslijIr levende personen in deze statistiek te betrekken, bleek b$ de bewerliing, dat enkele categoriel?n dezer personen noodzalreliJlc buiten deze statistiek moesten bl$veil, terwijl liet voor andere beter wercl geacht liaar daarin niet op te riemen. Tot de eerste categorign behoorden de gexinshoofden of afzonderlijk levende personen,
die wel opgegeven hadden in eene gemeente werkelijke woonplaats te hebben, doch wier woonplaats aldnnr niet was gevonden, en de gezinshoofden en afzonderlijk levende personen die, #zonder zich uit het bevolkingsregiste~ t e hebben laten afschrijven (de eersten met hunne gezinnen), tgdelijk in liet buitenland vertoefden en in de gemeenteli hunner werlceljlre woonplaatsen op liet oogenblik der vollcstelling peene woningen hadden. Tot de andere categorieen behooren in de eerste plaats de, niet tot de eigenlijlce gestichtsbevolking behoorende, doch desondanks in gestichten levende gezinnen of afzonderlijlr levende peilsonen, omdat zij in vele gevallen, men denke aan bewoners van kloosters, kazerncii, liranltzinnigengestichten, kostscholen en clergelijlce, wat hunnen woniiigtoestand betreft, in biJzonclei~e onistaudiglieden verkeereo en het vaak inoeilijlr is uit t e maken hoeveel vei*trelcken in cle instellingen door hen worden bewoond. Het scheen daarom gewenscht de bevolking der gestichten geheel buiten deze statistiek te laten. Voorts zijn niet opgenomen cle schippers, voor zooveel ZU in schepen woonden, alsmede zij die in bewoonde wagens leefden, omdat door enlcele gemeentebesturen op de oiibetrouwbansheid cler gegevens betreffeude de woongelegenheid dier personen was gewezen, terwjjl ineestal, wegens afwezigheid der schepen of wagens, contr6le iiiet mogelijlr was, en om dezelfde reden verbetering of aanvulling van foutief of niet beantwoorde vrngeii achterwege moest blijven. De statistiek geeft voor ellr der gemeenten met meer clan l 0 000 zielen, niet onderscheiding nnar de wiken, afdeelingeo, buurten, doi*pen enz. (voor zooveel eene dergelijlre verdeeling bestoncl) vooi* de groepen der gemeenten in iedere psovincie en in het Rijk e11 voor iedere provincie en het ROlr zelf, in tnbel I een overziclit vnn het totml nantnl bewoonde woningeii, gesplitst nam het nantal bewoonde vertl*elilren, met verlneldiiig vali het aantal dier lantste, die niet door een deur of raam in onmidclell~ke gemeenscliap met cle buiteiil~~c~ht stonden, en van het aantal personen, die in cle verschillencl~isoorten van woningen woonden. In tabel I1 is voor dezelfde tcrritoriih nls in tnbel I het nantal woningen vercleeld naas liet nantnl bewooncle vertreklren, in verband met het geniicldeld aantal personen per' vertllelc. In tabel 111 zijn de hoofclen vnn gezinnen oncle~*scheiclen nnar de hoofdklassen, voor cle beroepstelling vali 31. Decemlier 1899 aaugenomen, eii dani*b$ nfzonderl!jlr vermeld, hoeveel. vnn die hoofden in elke beroepslrltisse met hunne gezinnen woonden in woningen met gemiddelcl riieer dan 2 personen per vertrek, Eeue volledige voningstatistielr kan de inhoud dezer clria tabellen zeker niet worden genoeiiid. Daarvoor toch zouden meei*dei*epiinten dan de bovengeno'emcle (als: grootte der vertrekken, slaapgelegeolieclen, drinlcwatesvoorzieni~ig, voclitigheicl, toestnncl der riolen en privaten, bouwvalligheid en dergelijke) in liet veld van oiidei~ioelrmoeten zijn betrolrken. Het is intusschen niet mogelijk deze gegevens ter gelegenheid eener vollcstelling te verernelen; zij zullen alleen door speciale plantselijlre enquêtes, gelijk reeds meeimden in verschillende geineenten werclen ingesteld, te verkrggeil zijn. Uit den inhoud dezer drie tabellen zijn de hiernavolgende samenvattende overzichten en ~e~lioi~dingsgetallen berekencl. In de eerste plaats geeft nevenstaande tabel zoovel in absolute cijfers als inverlioudingscijfers voor elke provincie, voor de 9 groepen van gemeenten, voor het Rijk en voor de 8 gemeenten met meer clan 60 000 inwoneils, een ovedcht van het aantal woningen, verdeeld naar liet aantal vertrelrken. Tevens wordt durbij vermeld hoeveel ten 100 van de vertrekken iiiet met do buitenlucht in oiimiddelliJke gemeenschap staan,
TOTAAL AANTAL WONINGEN VERDEELD NAAR HET AANTAL VERTREKKEN MET VERMELDING HOEVEEL VERTREKKEN- IN VERHOUDING TOT HET TOTAAL NIET IN ONMIDDELLUKE GEMEENSCHAP MET DE BUITENLUCHT STAAN.
1 4
A A N T A L WONINGEN MET
-
PROVINCIGN, GROEPEN VAN
-
GEMEENTEN EN GEMEENTEN.
EENvxitltnE:ic.
e ; S 4 !qa rI;gB e3 0a TOTAAL,g: .s
;.a
-
.:S
19 945 . ... . ... ... 26 969 61 114 . . . . 46 340 . . . . , 16 240 . . . . . 10 522 . . . . , 48 237 . . . . . , 20 547 . . . . . 34 857 . . . . . . . 18 863 . . . . . . 4 313 Het Rik . . . . . . 307 937
.. .. .. .. .. .. .. .. .. ... ... ... .. .. .. .. .. .. .... .
Auistei*dnm &otteigdnm. l~-&nvenlinge. Utrecht Arnlieni Leiden.. Haarlem. &oningen.
I
VIERSN V ~ J VBRTRBICKEN. F
8
~
8
-
w
pa$
r + i; fj TOTAAL.g g $5 cl'a
TOTAAL,
'
' a4
.=as E
>C!
e a 8s TOTAAL. .z $4. g l j ; ~
SN IIBEER VE:RTBIEICICBN, Y
i dlis
TOTAAL,~
ZEE
."- eaf:
, g 5 B 8.551 r #de i$
l
Noordbrcibaiit (;l.eldel*land. , Zuidliollancl. , Noordhollnnd Zeeland , , Utrecldi ,.' Friesland , Oves~ssel Groningen. Drenthe Limburg.
Gemeenten niet 500 en minder inw. 501-*l O00 1001-2 O00 2 001-5 O00 5 001-10 000 10 001-20 O00 ,, 20 001-50 000 50 001-100 O00 , boven 100 000 n
1
t 943; !$jd" mail
-
o a* '"'$pg
E 1 &+L
ar(
DI~IE VIEIII'BBICICEN.
TWEE: VIEIìTREICICIGN,
17,7 23,G 24,5 21,2 34,6 19,s 62,7 30,4 54,O 65,s 7,9
0,OS 0,21 O,12 0,23 0.00" 0,OS 0,79 0,46 1,17 1,44 0,07
Y8 249 37 593 84 175 67 752 15 723 18 800 15 977 22 735 15 650 5 846 .l1855
34,O 32,9 33,7 31,O 33,5 34,s 20,s 33,7 34,2 20,4 21,7
2,31 4,47 6,18 4,95 3,34 4,21 4,88 4,73 5,03 3,58 2,31
25 404 20 525 43 578 47 333 6 783 9 838 G 698 11049 G 279 1981 11921
22,6 3,77 18,O 8,25 l ï , 4 12,03 21,6 13,05 14,5 6,87 18,2 7,27 8,7 5'61 16,4 9,43 9,7 6,36 6,9 5,33 21,9 3,20
20 868 16 936 38 065 39 842 5 670 '3 250 3 974 8 409 4 916 1228 17 702
18,5 4.41 8 117 7,2 5,45 14,8 10,Ol 12 231 10,7 5,65 15,2 l5,30 23 070 9,2 9,36 18,2 17,06 17 531 8,O 7,70 12,l 7,27 2 502 h,3 6,54 17,l 9,06 5 596 10,4 5,90 5,2 6,52 2 000 2,6 5 3 5 12,4 10,59 4 817 7,l 6,76 7,6 7,04 2 876 4,5 6,85 4,8 544 748 2,6 3,28 32,5 2,97 8 720 16,O 2,48
28,3 0,4R 334 355 30,7 J,40 191 383 17,6 9,18 166 856 16,3 11,15 88 206
-
850 5 997 17 263 Y8 422 28 589 18 674 20 293 10 896 50 399
20,9 20,O 17,7 1694 15,9 14,3 19,9 20,7 19,6
2,40 2,96 3.35 4,14 4,89 7,95 10,13 9,19 18,36
879 5 O41 15 556 31 150 32 427 14 768 15 324 8 560 53 151
21,6 3,24 16,8 2,79 15,9 3,71 13,s 4,68 12,s 5,42 11,3 9,78 15,O 12,08 16,3 11,66 20,7 21,17
8,l 6,97
819 7 687 29 388 77 869 64 253 48 767 20 360 9 446 49 148
20,1 26.2 30,l 33,2 35,8 37,2 20,O 1890 19,l
0,08 0,13 0167 0179 0,30 0,56 0,06 0,17
1266 9 583 30 028 73 458 53 748 38 720 34 699 16 678 76 261
31,l 31,6 30,7 31,3 29,9 29,6 34,l 31,7 29,6
5,4h 3,03 2,60 2,57 3,18 4,25 5,57 5905 7,47
255 G,3 3,70 1635 5,4 2,68 5 437 5,6 3,58 13 687 5,8 4,49 10 688 599 4955 10 008 7,6 6,29 11203 11,O 7134 6 977 1U13 6,64 28 327 1 1 , O 9,94
22 359 13 710 9 346 3 733 1213 l861 1469 4 903
19,1 20,l 19,O 16,2 10,O 15,1 10,5 34,8
0,19 30 085 0,25 28 044 - 11349 0,18 6 788 0,25 3 949 0!05 4286 0,07 3 984 0,02 4 459
25,7 41,l 23,l 29,s 82,4 34,8 28,5 31,6
8,43 26 133 22,4 19,95 27 564 23,6 21,23 l 0 762 9,2 9,34 7,?3 11 434 16.8 23,08 9 763 14,3 28,74 5 251 7,7 16,67 5,73 8 284 16,8 11,16 10 988 22,3 14,03 9 232 18,s 8,39 7,51 4 548 19,8 10,47 4 831 21,l 12.76 3 082 13,4 7,75 8,12 2 342 l9,2 18,02 2 417 19,9 16,27 2 257 18,6 6,22 3,35 2902 23,6 6,03 1 9 2 1 15,6 8,76 1350 10,9 6,93 S,54 3 964 28,4 5,68 2 650 19,O 10,02 1910 13,6 6,23 6,30 1 688 l2,O 10,60 1 572 1 1 2 l , 1 460 O 7,6E
vermindert nsnrmnte hot getnl vertrekken grooter wordt~ Do totalen vergel~kend zijn het weclei* de noordeli,jlre 4 provinci&!n en Zeeland, die gemiddeld het grootst nnntd bewoners per vertrelí hebben, en zijn bij de groepeii van gemeenten die met 20 000 en minder inwoners in ongunstiger omstnndigheden dnn de groepen der grootere gemeenten. De 8 gemeenten met meer ,dan 60 000 inwoners blijven iii anntnl llersonen vertrek nlle beneden het gemiddelde, al komen Groningen en Rot-terdnm dit gemiddelde zeer nabij. 's-Grnvenhnge heeft hier vooral een gunstig cijfer, nog geen q/,?van dat van het Rijk. Uit de cijfers, in den stant op blz. 367 voorkomende, in do líolommen aangevende het naiitnl vertrekken, die niet met de buitenluclit door een deur of ranm in oniniddellijlre gemeenschap stnan, blijkt, dat dit nantnl overnl, met slechts 2 iiitzondaringen (Limburg en de groep dei* geineenten van 601-1000 inwoners) relatief het grootst is in de woningen met 4 en 6 vertrelílren en dat dit relntief anntnl vermindert naarmate het nantal vertrekken afiieemt, terwijl oolr in de riiimere woningen dnt aantal geringer is. Onderstaand wordt nog een overzicht gegeven vnn het totaal anntal woningen in ieder territoii*, met het totaal aantal daarin annwezige bewoonde vertrekken, met vermelding van het nnntnl vertrekken dat niet in onmiddellijke gemeenschnp met cle buitenlucht staat in vei*houding tot het totnal.
Ofschoon deze cijfers wnt hun loop betreft, dien van 'de cbfers der vorige tabel volgen, vei*zachten zij toch een weinig de schrilheid, die sommige hunner vooral voor de éénvertrekswoningen, vertoonden. In nlle provincien, groepen van gemeenten en de genoemde nfzondei.lijke gemeenten toch is het percentage der bwolking, die in woningen met éBn vertrek woont, beduidend kleiner dan dat van het anntnl BBn.vertl*el~sntod~igw.Dit komt uitsluitend dooidnt een betrekkelijk p o o t nantnl der oen-vertl*elíswoninga ivorden bewoond door afzonderlijk lovende personen, en niet omdat het geiniddelde gezin, zoonls uit het volgende tnl~elletje reeds eenigszins, doch later nog cliiiclel~lrerzal blijken, in de esii-kamer\voniiigon kleiner is dan in de woningen vnn eenigen grooteren omvnng,
GEMIDDELD AANTAL BEWONERS PER VERTREK. - -
P~~OT?I.NCIEN, GliOEPJ3N
-
--
IN \\rONTNGEN M E T
VAN CERIISENTEN 15N C~.EMEI5NTISN,
. . . . . .. . .. ... .. . .. . . .. . . .
l
l
l
I
I
I
Noordbrnbaiit . , Gelderlnilcl . .. Zuidhollniid. , . , . Moordholland. , . . , Zeeland , , , . , Utroclit . . . . . , . Frieslnild . . . . . Over~ssel.. . . , . . Groiiingen . . . . . , Drenthe. . ... Liiilburg . .,..
" e
+
g 4
3 8"
I ~ R o v ~ N C I ~ N .1 1 + o
%"
... 1 Amsterdanl . . . . . . Rotteriluni . . . . . . . 's-Grnvenliage . . . Utreoht . . . . . . . . Arnliem. . . . . . . Leiden . . . . . . . . Haarlem . . . . . . Groningen . . . . . . .
n
s*
H
s3
Q>
4 3b
E-c o
Q,
P
a
Gemeenten niet 500 on ininder inw. 501-1 000 , 1 001-2 O00 , 3 001-5 000 , 5 001-10 O00 ,, 10 001-0-0 000 , 20 001--50 O00 ,. 50 001--100 O00 n hoven 100 000 , Het Rijt . . . .
o
..
3,45 3,7O 3,84 4,-
4,02 4,05 S,51 $44 3,18 3,SO
Noordbrabant l12 581 Gelderland. . 114 254 Zuidholland l250 002 Noordholland 918 798 Zeelend . , . l 46 918 Utreol~t . , . . 54 000 Prieslnnd. , . ' 7tiS86 Overjjssel . . j 67 557 Groniilgen , . i 64 578 Drenthe , , 28 651 Limburg. i 54 511
.
1
2,24'
1,01
1
l,lS
1
0,83
1
0,5G
1
1,ö5
I
. ..
. ' . . ..:
I
337 957 339 503 721 722 640 165 111711 165 191 133 165 174 003 128 306 47 618 208 G00
'''[T li53 6 !s z& fa%
$14.
à
3
$Els
03s
p
+
%?
VAN GE&II%ENTEN IN IXiTi! RIJIC.
3,l
a'
Q,
e8
ktia
GROOTSTE CEMEENTSEN.
..ëg
888 @,5
3,7 6,s 9,P 10,3 4,9 6,2 3,7 6,s 4,7
a
$1
'S g $
8
B
Gemeenten met S00 en iriinclor iii~v. 501-1 000 , 1001 -2 000 2 001-5 000 5 001-10 000 , 10 001-20 000 , 20001-50 000 , 50 001--100 000 , boven 100 000 ,
2,s Het R i k
.
.....
.i
l
4 069 30 063 97 673 234 586 179 697 130 937 101 S79 52 557 257 286
11 725 78 884 24 9 485 581 155 439 647 327 849 310 112 171 S91 826 520
g
s
2,5 2,4 2,9 3,4 3,9 5,9 8,O 7,8 13,3
1 088 736 2 997 341 7 , l I
.f
Anisterdani . 116 903 Rotterdam. 68 202 Den Hnag 49 199 Utrecht 22 982 Arnhem . , . 12 178 Leiden, 12 320 Haarleiii. , 13977 Groniilgen , . 14 082
. .. ... ... .
368 862 189 950 189 766 77 942 46 662 38 699 49 090 37 440
I
Het relatief aan& vertrekken dat met de buitenlucht geen gemeenschap heeft, blijkt over liet algemeen toe te nemen naarmate de gemeenten grooter zijn, zoodat de cijfers dei* provincign in den regel grooter of Itleiner zin naarmate zij meer of minder groote gemeenten bevntten. Van de enkele geineenten staat Rotterdnrn hier zeer hoog en hooges dan Amsterdam.
B
Deze cifers toonen non dat het gemiddeld anntnl bewoners per vei*trelt overnl, zelfs in de meest gunstige provinci8n enz., het grootst is in de een-vertrekswoningen ei1 dat dit aantal
Achterstaande tnbel geeft een ovei*ziclit van liet aniital woningen, verdeeld naar het aantal verti~ekken,in verband met het gemiddelcl nantnl bewoners per vertrek,
16,2 9,5 9,1 10,4 6,O 6,3 7,O
. 362
AANTAL BEWOONDE WONINGEN GESPLITST NAAR HET AANTAL BEWOONDE VERTREKKEN
363
VERBAND MET HET GEMfDDELD AANTAL BEWONERS PER VERTREK. Absolute cijfers, G E M E E N T E N NIET
AANTAL WONINGEN MET i IIIET ONDIZRSTAANU
O
f ë
Ml'P i1L'T OND12IIBYAANII AANTAL
AAN'I'AL
., ..
s
l'121180N10N PXlI VGIITIIIIC.
v8n~~iriiire~.
1 vertrek
d
I
....
, 3 077 111krdn11 1tot en met 2 pers. S 095 , , 2 , , , 3 , 6201 ,. , 3personeii. , 6616
( l persoon of minder
I 34 519 /12 135 /10 896 303 12 753 10 076
...
85561714.213306 10591 19084 12062
2 vertrekken , , meer clnii 1tot en met 2 pers. '12 866 11 S81 26 018 22 294 ,, , 2 , , , 3 , 14616 1 6 1 8 5 3 0 6 4 1 2 2 6 9 7 , , Bpersoneii, 2 163 2 602 5 874 5 832 vertrelrkeii
I
6 en meer ver-
j
5-5
.....
..
2 vertrekken
P
3-5
meer dn11 t tot en liiet 2 l~ers,%O 982 16 t86 31 807 34 557 8 479 6 936 13 09s 11 491 , , 3 personen. 72 Sb l63 124 I 1persoop of minder 6 809 ineer clwi1.1 tot ei1 niet S pers. , ,2 , , ,3 8 , , Q l~e1'S011e11 .
. . . *I . ... . /
... . l persooii of rniilder .. . . . . 35 225 34 648 90 552 85 931 lileer dan 1tot en inet 2 pers. 39 1 6 s 34 610 73 359 69 306
TOTAAL.
1 vertrek ,
.... 1persoon of minder . . . . . 16 735 13 854 !36 575 41 003
, ,, , ,,
2 , , ,3 3persouen.
31 721 GO 970 47 543 . . ,. . 298 337 S51 13 278 25 121 16 018
....
.l 15,4 20;s meer dan 1 tot ei1 inet 2 pers, , n n 2 . 8 i W 13111
..
vertrekken
I l nersoon of ininder
1
I
...
1persooii of inincler , lileer clan 1 tot ei1 iiiet 2 pers. r r 2 n n n 3 , , 3 pe~sonen. n
.... l aei*sooiiof miiider . , , . ,l \ mGer dn11 1tot en met 2 pers.
1
, , 3 11wsonea. . . . . . " , n " .
... ..
1persooii of niincler 6 en meer ver- meer dan 1 tot eii iiiet 2 pers. trekken, , r r 2 n n 8 w , 3 persolien, ,
..
..,.
TOTAAL, .
. ..
. .
22,5 33,6 35,2 5,7
36,2 45;3 '"3 0,2 83,7 15,9 0.,4
1persooii of miiider , , , 31,3 meer dan 1tot e11inet 2 pers. 34,s , P c , L, 26,O , 3 personeii, , , '7,9
.
..
-- I B8
y3 .9
-
f" .3' 18
.
g .B 4'
.
gm ,S
'
I
betrekkeljlz giinstige uitzondering daar het betrelclrel~jlzaantal een-vertrekswoningen hier slechts even grooter dan de helft is,
per vertrek, naarmate de gemeenten ineer iliwoners tellen, en eene afneming van de meer bevolkte woningeii. Oolz voor deze groep vnii woningen vertoont 's-Gravenhage de giiiistigste ciJfers, inaai* zijn Leideii en Haarlem ongunstiger dan de overige gemeenten, In de groep der woningen inet 2 vertreltlren vertoonen voor het Rijk in zijn geheel clie woningen het hoogste percentage, waarin gemiddeld meer dan S t o t S personen peil vertrelr huisvesten en clit is overal, inet ititzondoring van de geineeliie 's-Gravenhage, het geval. Terwijl dit cijfer in het Rijk bijna 88 O/, bedsaagt, is het vooral in Ovei+i,jsselen Drenthe zeer hoog, resp. 46,4% en 61,1 O/,, In de groepen van gemeenten nemen die relatieve aantallen van de kleinste tot de giloep der gemeenteii met 10 000 OS ininder inwoners toe, om dn11 weder nanr de grootere gemeenten in sterlzer inate af te dalen, zoodat de groep der grootste gemeenten de kleinste percentages lieeft, Van de minder bevolkte woningen is overal, bchalve in Ainsterdam, 's.Gravenliage, Utrecht en Leiden, het relatief aantal woningen met 1 persoon of niiiider per vei*trelz, lrleiner dan dat der woningen met meer dan 1 tot en met 2 personen per vertrek ori begint het percentage der woningen met meer dan 3 personen per vestreIr hier reeds van becliiidende beteekenis te worden, gemiddeld 6,4 O/,. Vrij hoog is dit auiital hier reeds, in Drenthe 8,9 "1, en in Zeeland 8,l O/,, aantal In de een-kamerwoningen is gemiddeld voor het Rijk het grootste woningen dat niet meer dan S personen per vertrek, het bedraagt 33,9 O/,. Boven dat gemiddelde liggen van de proviiicibn in ddnlende orde Drenthe met 49,2 ,/,, Overijssel met 39,7 O/,, Gelderland met 39,S "1, en Groningeii inet 37,3 O/,. De overige provinci~nz i n meer of ininder beneden dat peiiiicldeldè, in Limburg is het het laagst en bedraagt het slechts 19.1 O!, Niet alle provinciib verkeeren in denzelfden toestand al8 het Rijk. In sommige toch is het aantal woningen met meer dan 2 tot en inet 8 personen per vertrek Iiet grootst in relatief aantal en wel in Noordholland, Zeeland, Fsiesland en Liinburg. In de twee groepen van Irleinste gemeenten en in de groep der allergrootste gemeenten is ookaliet aantal woningen met ineer dan 2 tot en met 3 personen per vertrek liet grootst in relatief aantal en vnn de nhonderl~kgenoemde gemeenten, hebben Amsterdam, 's-Gravenhnge, Utrecht, Leiden en Hnaslem relatief het grootst aantal een-kamerwoningen met 1 persoon of ininder per vertrek, terwijl Arnheni en Groningen juist het grootst aantal meest bevolkte woningen hebben. Het tweede stel verhoudiiigsc~ferswijsf telkens aan hoeveel woningen inet een qeiiiiddeld aantal personen per vertrek per 100 komen voor rekening van woningen met 1 vertrek, 2 ver~s ten nauwste verband met de hiervoor besprolzene trekken eiiz,. Deze v e r h o ~ d i n g s c ~ f ehouden en vinden in de daarovei* geleverde beschouwingen mede hunne toelichting. Voor de meest bevolkte woningen komeri de ongunstige verlioudingen ecliter beter aan het licht. I n woningen met 1 persoon of ininder per vertrelr, dat zijn dus de ininst bevolkte woningen, worden met slechts eene uitzondering (Frieslnnd) in het grootst aantal gevallen 3-5 vertrekken aangetroffen en vindt men daaronder in de meeste gevallen een relatief gering aantal woiiingen met 1 vertrek, Deze laatste 'worden bewooiid door sfzondei*l$klevende personen. In woningen met meer dan OBn tot en met twee personen per vertrek is eveneens met uitzondering van de 3 noordelijke provincibn het aantal woningen met 3-6 vertrekken het grootst, terwijl weder inet uitzondwing van de 3 noordelpke provincien waal* de een-vertrelrswoningen relatief het grootst zin, in de meeste gevden slechts 2 vertrekken worden aangetroffen in woningen met meer dan 2 tot en met 8 personen per vertrek. In de meest bevolkte woningen, dat zijn die met meer dan 3 personen per vertrek, treft men van 10 woningen gemiddeld 8 met 6th vertrek aan, De provincie Limburg maakt hier met Haarlem eene
Ten slotte wordt hierachter een overzicht gegeven voor elke beroepslzlasse, volgens de beroeps. telling van 1899, van het nnntal hoofden van gexiiinen, iii de verschillende positien arbeidende, woiiencle in woningen niet meer dan twee personen per vertrek in van het totaal aantal hoofden van gezinnen in elke klnsse en in elke positie. Daar Iiet nnntal personen in de positie B doorgaans vrij gering is, zin zij met de personen in de positie A, als bedrgfshoofden, te znmen genomen. E r dient op gewezen dat de indeeling cler beroepen in de lrlassen geheel in overeenstemiiiing is met de uitlcomsteii der beroepstelling van 1899, xoodnt alle persoueii, oiiverschillig in welke functign zij in de heclrgven werkznnm waren, tot de bedi*ijjvei~zijn gerekend. Voorts clat de categori6n van personen, die in de beide andere tabellen der woningstatistiek buitan boscliouwing zijn gebleven, zie blz. 366/6, oolr hier niet zbn medegeteld. Ter beoordeeling, of cle percentages berekend zijli uit rneer of minder glloote getallen, nloet voor de provincibn, de groepen van 6enieentei~ en de afzondei*lijlrgenoemde gemeenten, worden verwezen naar de Uitkomsten der Woiiirigstntistiek zelve. Voor'het Rijk in zgii geheel volgen de absolute cgfers hieronder, A 4 B
I, 886 11. 510 III. i 078 IV, 28 973 V. 1168 Vl. 9 590 VII. 18 311 VIII. IS. 14 318 035
i
X. XI. SII. SIII.
.
/
1
993 8 638 2 243 3 O60 563 2 027
C
1491 899 103 72 125 565 9 934 2 103 b2 731 4 168 556 5 428 542 B 860 64 217 27 538 3 OS2 584 1135 134 462
222 534 940 486 248 1 137
I
-
D
C
A f B
D
P -
369 10 175 6 757 13 4 645 1205 110 3 942 i 170 531 53 7'71 26 240 193 8 758 2021 230 10 O50 6 031 S2 5 577) 98 7 666 135 9 563 158 6 963 123 9 178 95 S 232 908 14654,
1
SVI. XVII.
112 25 792
4 S 590
I-SVII.
375 3383
118 285 40 512 18 046 1'056 \Y111 162 013 69 L93
I
64 SIS. 6 852 3 883 944 2 758 SI. 81 903 17 471 9 503 5 972 4 181 XXI. 30297 11 116 10418 2 495 SXII. 1256 466 4 759 XSIII. 1347 7 Y26 XY-XKIII. ,113922 38 605 23 112
i 1
1 1
60 2 849 1422 938 26 798 12 S99 3 540 l79 064 87 S52 413 111 149 T8 073
553
1496 16 953 7 988 2 310 40 295 18 202 75 535 114 151 566 12'
'
I
-
1)
7'11 179 388 4 105
Inclusief beroep onbelreiicl,
XXVIII. 22 005 13 541 XX.KII. YXIX. 15 374 2 054 XXXIII. XXX. 637 145 XXSI. 17 457 , 2 803 I-SXSIII.
1
/ 8;; 1
1 414 972
i
P 035 h8 Y49 26 427
KLASSEN, WAARIN DE PERSONEN NIET ZIJN ONDERSCHEIDEN NAAR DE
SXIV. 6 957 XXV. 2915 XYVI. 1500 XXVII. 11 488
3 974
5 804
POSITIEN.
XSIV. SXSVI.
572 I--XXXVI.') 1 007 6301 409 156
EER DAN 2 PERSONEN PER VERTREK, GESPLITST NAAR DE BEROEPSKLASSEN EN DE POSITIE IN HET
PROCENTSGEWIJZE VERHOUDING VAN HET AANTAL GEZINSHOOFDEN, WONENDE IN WONINGEN ME l
+ 8, C
BEROEP (A
l
i
i
t
2
RLAES13NB
1
U -
4
2
i
L
-
Z
tI
EN D) TOT HET TOTAAL AANTAL GEZINSHOOFDE
g+
.
31
4
rS
Q .
C d
s O
E c::
Z
0)
-.-g-
c:
CT:
8
8
8
i. o)
e
0
.j
i!
. .
I, Aal~dewei~1<,lrallr,steeii,glns.
C D
55,9 52,O
49,s 75.5
3S,6 60?4
AB
--
* *
-
:l
t/
:Ij
11, Diamniitii~verl~eid .
. . . . .
C
*
**l)
D
20,3 100,O 16,9 9,l j 26.0
tij
pj/' i!!
i ,!
111. DrulrlrersbedriJveii
IV. Bou\vbeclriJveii.
.
. .
. . .
. . . .
V. Cl.ieiiiiscl~eii~verheid,,
.
1bul a;;
Si1
C D AU,
. .
C
,
i
UI !
.
VI,Ho~itbe~vei*kii~g ,
.
Kleeclii~gii~verl~eid
VIiI. K u ~ ~ s t n ~ j v d e i d ,
IX. Lederii~dustrie.
X1,Metalenhewerking
1)
Wnar eeii
*
.
. .
. . . . .
. . . . . .
X. Oer, turf, steeenkoleu
li
. . . . .
. .
,
.
.. . .. .
83.6
11,O 15.9 25!3
/
50,O 40,O 39,3
30,s 41,3 744
*
*
"
-
*
/
l5,B 13.2 10,l 14.3 23,s i 30.9
t
?k
1
1
*
1
I
1
9.5 7.7 2G,B
9,s 50.0 50,O
*
-
60,O 7S,7 ?I?
*
15,6 23,l 5 0 . 0 62.5 47,3 i 58,s 56,fji 72,9 41.61 31,8 70,2
2,s 40,O 49,O
--
ij9 57,9 79,s
9,5 64,7 76,G
l,7 5,G 3S,7
60.8 57,s 67,5
55,s 34.3 56,s
56.2 72,s 5 6 , 7 , 70,O 62,l 69,Ci
24,s 2S,8 3S,2
44.5 41,4 50.1
4G,1 11,s 51,7
30,7 21.8 4S,2
r7,o 7,l 4 ,
57,0 14,9 50,O 14,3 3 9 , l 29,s
89.6 1537 81,T
57,7
2í.i,7
C
25,0
%,l 11,6 26,s
?9,0
.--
20,s 3?,0
39,s
28,s
28,G
31,4
33,9
88,9 35,3 49,2
41.4 31,s 97,s
40,O l G , Z 32,1 100,O 36,8 45,3
36,5 15,4 39,s
62,7 66,7 7'2,s
44,s 14,3 59,7
63,2 G , 74,2
66,5
--
26,s
33,3 35,7
---
60,4
45,7 55,G 61,G
* * -
42,O 66,7 71,7
5S,6 44,4 88.1
S9,7 64,7 88,9
57,5 75,O 90,6
67,l 73,9 Y0,4
29,l 1S,4 42,O
34,s 21.2 43,3
34,s 16,9 36,s
39,3 20,O 57,2
31,9 33,s 40,2
55,O 54,s 67,O
37,5 j 1 , 7 68,1 20,6 55,G 100,O 50,G 69,s 70,o
C D
AB 25,2
C D
35,s 45,9
*
stnot koneti in cle aangeduiclc positie of klnsse geen persollei1 voor.
74
16,7 100.0
l
16,7
-
25,O
1
/ D 1S,2
"
1S,9
26,4
* -
25,O 40,O 44,3
21,4
13,9
33,s
26,7 95,O 22,4
A13
45 26,3 53,s
45,s 63,S
2S,1 22,O 38,Í'
52,3
i
S,4 47,l S2,9
26.1
41,3
34.3 8394 43,4; 4.8,s
9,l 13,O 4S,7
Y,4 -
Al3
C D
W , ? i. 22,9
4,Ci 17,9 41,6
37,8 48,71 44,l 37,s 80,O 95!0 4 0 , 2 / 50,O 46,3
C
*
5,O 22,s 5115 YS,1 37,l 50,9
-
20,2 18,l 25.9
3,O l 48,7 4S,O 32,7 55,G
AB
*rle
a
4,4 2 , 38.5
25,S 49,l 39,9 22'5 33'9 i ?3,4 47,oi 71.1: 54,g
24,l
/
* I *
2 7 , t i 35,9 25,O 56,3
D 82,6
*
:I
30,s 35.6 ?7,3 3d39 . 82,6 ( 2 6 , O 53,s 34,O 4i,0
1
I
20,O 20,5 3S,7 64,9 64.41 S8,l
rl
'
41,9 43,5 5O,6
I
12,5 47,s 81,7
9
C D
*l31
l AB
,
S ,
37,s
1.9,2 S3,l 44,G
P
.
l
:i
'I
--
BE.IIli:Ti:NTEN & I E T
:3
&
i5
-
POSITIEN
f
u
C
c:
2
l
Ii
i
$
j
j\
'T
DIE BEROEPSKLASSE IN ELK DER GENOEMDE
*
*
50,O
*
100,O
:i:
* * * * *
/ ,
-
8,5 34,'i
44.l 7890
13,5
1
11,l
3G,7
4317
30,l 1S,3 26,l
33,3
19,s S,3 26,3 32,7 %7,3 34,G
S,b 29,3 32,3
5,l 26,2 3S,2
18,s 16,7 31,s
13,4 l2,d 26,3
36.9 49,s 56,s
r10,2 42,7 56,s
39,2 30,s 56,7
25,s 26,S 2 0 , ? I ?2,2 50,6 J9,O
21,6 15,G J1,l
1,6 28,6 52,7
2,O 16,7 9
3,s 15,9 444
32,O 44,S 52.2
36,G 40.0 43,3
35,7 21.1 40,5
36,s 32,5 29,s 19,d 46,91 42,4
25,l 26,l 12,E 10,9 3 3 , ~ 30,4
29,6 12,3 27,2 22,7 15.4 25,s
39.7 35,s 55,1
7510
56,s
5 , 49,1 61.8
17,1 *
35,s 86,4
3?,6 25,O 52.4
Y8,O 23,3 37,9
*
12,5 *
-
33,3 11: 24,O
17,G 33,3
17,l 18,2
13,O -
34,G 49,9
41,,4 51,l 45,s
4 5 ~ 0 4 6 7 0 38,s 48,5 37,5 29,s 5 9 , 9 , 5 3 , 5 43,4
3990 25,O 44,O
34,s 40,O 64,s
57,3 4S,5 8196
58,2 333 67.5
52,9 20,O 65,3 * 8995 loot0
-*
596 3393
36t6 S8,7 49,s
3793 21,G 41,5
4 30,ö 48,l
39,6 23,s 1S,7
2699
3895
* *
39:o *
4995
* * * . * -
45,? 63.7 5914
41.7
43,J
Q
-
43,O
20,s
62,s
?i(
.-
33,3
ro,G *
100,O
-
Y6,2
25,O
*
33,8
9,71 6 , 6 ' 3,s 31,U 39,4 27,5 JS,F 64,1 62,G
-
-
** *
48
-.
4,s lö,7 36941 47,1
*
20,l 11!1 2097
a-
* *
40,2 31,4 50,O 58.G 55.21 5U.7 * 33,3
5,3 11,l 10,2
*
* 8 *
*
-
-
100,O
37,s 16,7 20*0 60,3
* *
2S,G
20,6
3290
/ -- 1
'OO,(J
52to
--
44,9
,
46,s 50,5 55.6
1I
48,s 41.0 14.3
13,9 11,l 9,s
2594 23,s 46,3
1
-,
-
41,l 17,2 38,O
VOORKOMENDE.
'
6,
0)
ICLASBEN.
E S
2
A
d
-L 8
,E
.9
3
G
2
XII. Macliiiies, in~t~unienteii enz.
e
l
r
a 9 2 Z
M
a cc
c-.
O s
g
"s G
30,9 7 44,4
31,3 32,9 57,s
35,0 I 6,9 42,9 37,s 66,2 67,2
al
Ial
J 1
-.
I
cl,
'g
.n
i a
GEMEENTEN NET
E
d
i
C?
e
al
g
i
PI
,I
C:
I
C
'
LI
Z :g
E
N"
5;
27,9 13,3 32,4
36,6 S,2 52,O
29,l 50,0 4g11
54,9 61,8 7
42,O 40,0 58,3
50,5 56,3 777
66,7 50,O 77,3
25,5 37,5 344
S4,l 2S19 36,6
11,l 2590
-
33,3 44.1
44,4 57,9 84,l
Iglo
30,3 58,5 53,l
66,7 33,3
16,s 27,5 53,l
31,7 25,7 57,5
20,3 25,s 51,4
35,9
25,O 36,O 74,6
38,9 25,O 71.,6
19,l 27,O 51,5
--
6,7 l4,5 51,s
-
.-
9,9 39,6
12,s 57,4
10,O 13,s 48,O
45,5 76,6
50,O 62,2
55,6 .71,6
&0,0 62,s
38,O 37,5 51,3
S6,O 19,4 45,5
56,O 61,8 5
32,2 33,o b5,9
51,7 44,G 76,4
55,3 65,O 78,9
O
. . I
. . . .
XIII.Sclieepsl~ouwlr~tuigen
XIB. Papierindustrie
. .. .
XV, Textiele niverheid
. .
XVI. Fabr, van gas en eleotriciteit
. . .
A
,
.
,
XIX. Jncht envisxclierU.
1'
C D C D
. .
.
IAB C
D
30,3 l , 35,7
37,7 23,2 52,9
28,s 20,8 48,O
52,s I 37,9 51,0 128,O 73,8 55,6
52,7 5 74,2
64,s 61,s 86,1
32,8 37,2 DI 61,2
44,s 36,4 65,s
40,O 35,7 67,3
41,6 3b15 60,l
40,s 48,7 70,O
36,7 19,5 57,9
57,6 51,5 79,7
55,0 48,l 71,9
54,5 73,O 80,8
78,4 52,2 86,7
66,O '61,G 49,l 6112 71,4 68,9
61,2 60,l 67,l
65,s 54,3 65,7
63,9 66,7 73,O
66,7 44,4 78,7
72,2 75,O S7,2
77,8 50,O 77,2
8
38,4 18.4 65,9
27,5 12,4 49,3
33,9 15,4 44,l
31,O 11,l 40,O
344 27,3 46,s
33,1 20,2 42,O
35,O 69,3
32,7 17,2 59,7
30,2 23,4 49,3
36,8 22,5 46,O
31.3 14,O 35,O
38,s 28,s 56,8
34,5 13,4 43,6
58,l 47,s 69,2
85,7 28,2 53,9
1,3 1,3 27,s
1,O 5,5 19,7
0,9 3,9 18,9
3,2 5,8 16,7
--
Ai3
C
AB
C D
. .
AB
, ,
. .
,
. .
,
.
AB
XXI.Vei.lreer
C D
29,3 27,s 44,6
.
. .
.
AB
-
,
C D
C
jD l I
-
30,4 2b,3 46,9
C D
I
I
32,s 32,7 56,3
. . . . .
,
--
35,4 30,2 48,O
. .
.
-
45,l
XX. Halldel.
XXII.Buiiktvezen
1
83,9 17,6 36,s
D
+
55,3
--
26,9 30,4 53,2
. . . . ,
7,7 l$,? 14,3 49,7 53,4
-
-
8598
27,3 4S,7
C
. .
. . .
l 24,O 39,9
Al3 28,4
AB
nljvsrheidsbadrljven.
XVIII. Landbouw
C
Au
XVII, Fabr. vanvoodingsmiddelen.
I-XVII.Totaal
26,7 50,O 5) 61,o
AB
3,9 31,s
31,9 26,2
5,2 27,8
I 50,l
v
8,6 57,O
5,7 31,6
1S,O
-
28,o
26,3 28,6 26,O
23,5 Solo 37,s
'
214 7,7 26,O
37,1 66,7 65,O
1 5 44,4
42,9 71,6
17,O
-
3 7
7,l
2016 bO,O 47,s
-
.1:
1,5
%,g 63,6 43,o
-
9,l 1
11,l 54,7
I
XX-XXIII.
.
Totaalhandetsbedrijven.
AB
C D
2S,G 2?,3 47,6
2S,21 33,s 1S,0 17,3 4S,9 44.9
Y0,2 11,O 36,1
35,5 9 3 , 0 / 52,1 27,t: 14,2 39,'i 5 5 , 0 , 48,2 ö9,O
39,O 22,7 55,3
/
46,O 34,l 68,2
53,G 3Q9
7;:;
12,9 10,l 38,41
85,9
17,s 45,Q
. . . . . . . . .
XXIV. Vrije beroepen , . , , XXV. Bjjzonder onderwis, , , , XYVI. Verpleging . . , XXVII. Huiselijke diensten , . , XSVIII. Losse \verlrliedeii , . XXIX. Iii clieiist vnn den Staat , , , XYX. , n ,, eeu provincie. , , XXXI. , , !t , gemeente , , XXsII. ,, , n, wnterschap , YXXIII. n kerkel. geziiiclte XXIV-XYXI?~. ~:tnal (- SXVIII) . . I-XXYIII. Totaal . . . XXXIV. aepensionneerdeii . . , XSXV. Beroep oiibelreiid, . . XXSWI. Zoiicler beroep . . . I-XSXVI. Algemeeli totaal. . . m
'
.
. . .
. . . . . ... . a
Ons bij de besclio~iwing van boveiistnailde cijfeis tot de Iioofdznlreil bepp.rlïeiic1, volge hier in de eerste plaats eeiie vei*golgking tusschen de cifers der groote groepen van de bevolking in llet in zijn geheel.
I 1 i I i 1 1 1 1 l
---l--
N$verheicl. L~~iclboiiw, VisscherU Haiiclel e11 'lie Losse ( ~ e ~ e i ~ s i o Zoi~cle~ ~i-! ei1 jttcht. rei.keer, bel,oepeli, werklieclen neerclen. beroep.
A+B,
. .
34,2 27,l D . . , . . . , 49,l ,
C . . , . , . .
a
'
42,7 1 66,4 39,l 69.6 ____ 5s16 GB,5 __.__
33,9 17,5 45,s -
18,s
G1,5
18,3
21,l
l
Het lage cijfer der gepensionneerdeli zal wel voor een groot deel het gevolg zijn van het feit, dat deze personen in de ineeste gc?vallen in de hoogere leeftijdsklassen vnllen, en daardoor ineestal, door vertrek uit de gezinnen ei] overlijclen der lriiideren, kleine gezinnen hebben. Deze omstandigheid zal, althans ten deele, ook het percentage der beroepsloozeil vrij laag hebben geniaalït, al zal hier wel de hoofdzaak zdn, dat personen, die van eigen verinogen gaan leven, dit niet zullen doen, voor zij zicli. eene eenigszins ruime woongelegenheid hebben kunnen verzelïere~~.
Bij de een beroep iiitoefenenile bevollïing is bij de vrije beroepen hot percentage het langst, gevolg 1iierva:i clat het grootste cleel clei- liiertoe behoorencle liooiden vaii gezillnen berocpeil uitoeEenen, wier bezoldiging heii iii staat stelt of wier positie heii noopt voldoende riiiiii te Ivolien, Vau cle beroepsgroepen, waarbi de personen zijli ingedeeld naar de verschilleiide positign in de beroepeii bekleed, heeft cle vissclieriJ liet lioogste percentage, en niet alleen in. totaal maar ook in cle positi4n A 4 B ei1 C. Voos de persoiieii in positie D staat de landbouw liet lioogst niet 69,GO/,, terwUl de visscliera 08,5 O/,, hoofcleii vali gezinnen telt die in woiiiiigen met iiieer t1a11 2 l)ersoileii, per vertrek woneil. Deze beide percentages zijli hooger dan die van bedraagt, De de losse wei~lïliedei~,eveiieeiis personeii in de positie D, bij wellse liet G1,5 guiistigste percentages in de 3 positiGii ~vordeiiiii de liaiidelsbodr~jveiiwaailgenomon, waarop de nijvei*lieicl volgt, Opinerkiiig verdieiit dat in de vier groepen, waai*in iiaais de positi6ii oiidersclieiden is, de persouen in de positie C overal de kleinste percentages vertooneii, Vooral iii den handel is dat perceiitage veel leger dan b i de personen in de positie A en B. Hier behooren de personeii in cle positie C irieercildeels tot het kantoorpersoneel, reizigers, corrirnissionnairs en makelaars, ei1 deze scl.iijiieii vaak in beter ecoiioiilische positie te verkeeren dan de kleine winlïeliers ei1 cle depôthouders, die iii hoofdzaalc het percentage der persoiion in de positie A en B hoog iiialïeii.
Ald
L8-
8%:~
VOOROEKOIEN BEROEPEN.
DIENST WAARTOE DE BEROEPEN DEIIOOREN.
gdjj g 3 oi 3 80
.E i:a aw
BEDHIJVEN OF TAKKEN VAN DIELST \\'AARTOE DE BEROEPEN BEH0011EN.
V0080EIiObIEN BEROEPEN.
n
n
Adj ,-o11derofficieren, Adj -aker. Adjutor, Atliiiinistrateur, Advertentieplaatser, Adviseur, n
Advocaten. Aetlier. Afrolster. Af braak. B f l~reelrster. Afdam per. Afclelrker, Afdraaier. n
Afdrager, w R
Affineerfabricage. Afgever. Af linkIrer. Afhanger. Af hoiiwer. Af lrnpper. Af klopster. Afknipster. A flrnipper. Aflader. Aflosser. Afniaakster. ~fmeetster, Afineter. Afneemster, 99
Afschraper. BfschriJver. A fsnleltster. Afsmelter. Afsnijder. n
Afstel.;er6
2.19 AfstrLJlrer. 24lc Afslager. 13a n 31a, )J 299 Aftapper. 29k Aftelster. 89.1' Aftrelclrer. 2916 31c W 2411 Afveegster. 20s Afwasclister. 4c Af\vasscher, Afweger. 22 24d n 5n O 7c w 20n n 5b Afwerlrer, 5a n 3n Afwerlcster. 126 J) l cl lcl ~ f w i \e d l-aar, n le Afmin dsiier. (Glusfnbr.) l c Afzaiicler. (Steenfabr.) (Goud- en zilversmelt.) l l a Afzetter. 20a Agenten. (Houthanclel) 12a (Appeiidagesfabr. 'I n (Publ. veskoopingen) 2 1 h Agroiioom. 190 Akkerknecht, (Zeevissclieieij) Albums. Ic (Vloertegelfabr.) l d Alcoliol. (Aardewe1;lrfabr.) 15d (Bleelreri) n Ie hlikriiilreiivisscher. (Steeafahr.) lc Alinnnalrlreii. n 1c Aluminiuniwaren. (&r&spiiiner~) . 15b Allumimumivaren. Ob Aiilanueiisis, (Schoenfabr.) lbcl (Kntoendrukkeri) n 20~ n (Slijter$ llb (Cnpsulenfabr.) n (~Vasch*in~ichtingeii) 7c Ai~~btenattr 6rt (Klompenfabr,) (Vrije beroepen) n 24g 126 (Gloeilainpenfabi*.) n 12cZ (Larnpeilfal~r.'l n 20n (Lompen11andel) n 14tc (Pnpierfnl~r.) n IC n (Steenfabr,)
(Vrie beroepen) (Publ, vermalsol$.cli.) (Scheepsb,) (Bevolkingsbiireau) (Arbeid) (Dir. belastingen) (HrUgswezen) (Stutitsdienst) (Onderwis) (Vrie beroepen) (Uitgevers enz.) (Gemceiite bouwzaken) (Ned, banlr) (Vrije beroepen) (Fal~illraiit en) (Wasch- en strikinr.) (Hanclel) (Kaarsenfabr.) (Salpeterfabr,) (Boelr drtikker ij) (Gloeilumpenfabr.) (A a~~dewei*lrfabr,)
VOOHGEKO~IEN BEROEPEN *
~ $ 4
R
Accountant. Acrobnnt. Adjiiiict-commies, Adjuiict-controletir. Adjunct-inspecteur.
gi
L ó c!
a y : F~
3 Y :s
a % J, I3EDRIJ VEN OP TAKKEN VAN 0 B d a
I)
a
.
I
I
lc 3 1g lc 211~ 20c 14n 15, ,179 36 ld ld R llb (l Jzergietei*ij) 1% (Sajetfabr,) 171c (Boterfal~r) (Giet- en spiritusfabr.) 1712 5d (Verfstoffenfabr.) 110 (IJzergieterij) Ga (Ii'lompenf~l~r.) 6 a(Msubelfabr.) 15c (Brei iiiriclitiiig) 9B (Schoeiifahr.) lbc (Ti*icotfal~r.) 14a (Papierfabr.) (Visclinettenfabr.) 15f 18a (Heideoiitgi~ining) 15b (KatoeiispinnerU) 3O (Handel) 3l.b (Politie) 24s (Vrie beroepen) l@n (Lniidbou\v) 140 (Fabrilcniiten) 171t 20c del) 19t (Visscheri) 20e (Haiid el) Y . 20f (Falwicage) . 111 248 (Vrie beroepen) (Geneesk, Staatstoez.) 29h 5b (Olieslager) (Rijkslnndbouwproef290 station) iToezicht spoor~segen) 2 1n 31a (Gemeente) 1Sd (Krooiidoinein) (K. N. Met, Iiistituut) 290 (Tol~ographischeinr.) 29i (Openl~na~ Ministerie) 29c (Knbiiietdei*lConingin) 29a
(Steeiifabr.) (GeineunteliJlre clienst) (Steenfabr.) (Publ. veilingen) (Winhandel) (Papierfabr.) (Baiidfabr.) (Tabalsfabr,) (Zincograpliie) (Aarde~e~lrfabr,)
au
l
,
! ia
BEIIIttJVEN OL' TIKKEN VAN ~ I E N S TWAAIEYOE 1)P IIEltOEPES BEFi0011EN.
z
p"
3 g ".
,
,
e a8 W
uei)trlivea ,
l
Asplialtpeklrer. / (Secretnde tlicsn~i~ie Aspirant nii~iitgezel, j eiia, der ICoiiingin) 27 (Dep. Alg. Bestuur) 20ri Assen drnnier. (Hn~idel) 2011 Assoiismeerder. (F~hrilrnateii) 5 r& Assistent. (Gist- eii Spiritusfabr.) 171, Y (ZeevissclierU) 1 9 ~ n (Sclieepvnart) 31c 8 (lfeubelfnbr.) Cj r6 l~iiiteiiclienst ( Schilderlciinst) Sh Bssusndetir. (Ruiistlinndel) iOf (Boclïliaaclel) ZOe (h[niiclel) 2 Of I!
Ailil~tennai*, 9
Anierilï. ai'tilseleii. Ammonink. Annliseiir, Anlrervissclier. Bnlremetter. Ant ielcsiigder. Aiitielrrepnrate~i~, hiiticluair. n
Antiquiteiten, Aiitistone, n (C:lienl. iiiverheicl) A~ol;lielrcr. Apo tlielïersbeiioocligcl(EItin del) lieden. (Siroopfnbr.) Appelclra~er. (Fnbrilsniiteii) Apl~elgelei. (Apreteerclerij) rll~preteerder, ( Bleeliei*~) n
Z O (1, .jcl,
8
I
201~ A iiditoiir-militair, l i d hugurlreii. 178 Augui~llrenzouter. 15cl Butoiilnteii, hziii. n (Gist(Papier-eiicn~toiil~ew.) en spiritusfabr.) ljCL 171% 14b %I A ~ ~ ~ ~ ~ ~ u u (~~ ~l ~ Ie k~ e or ~I ) ~ ~ ~ l:id ~ , ( Bout~veverij) 15c n t Boscliboum) 18d Banlmnlrer. Arbeider, leoekeiik~~iier,, (ICnnrseiifal~r,) 5 6 Bnanwachter. rngeerlïniner, 5 6 Bannwerlrer. n telegrafiat. (~~ooi:ve~eii) 31a Bnaii~verlrer. (Fnbi*. bat. goecl) 15, Baaiitler. tromiiiel, Arc.11ivaris. (Vrije l~e~nepeil) 2 41 'Unnizspi~iiie~. (i3ouwrnlc) 4n Bnbl~elnns. Arcllitect, Bncteoroloog. c Goclsliiiizen) 96 n (Ai*iiiwe7engem. clielist) 3 1,q Enden, Arnibezoelrer ((ierneenteclielist) 319 Aririnieester. Bndhoucler, 26 (\'e~l~Iegiiig) Xriiivncler. (Burg, Armbestuur) S Iu/ Rnclknecht. Ari~iverzorgei*, I Gemeentedienst) Armvoogcl. . 3 19 Badtiieester. 20h Badtoestellen. (Handel) Asbestnrtikeleii, 20a Bndvrou~ven. Asch. 9 (Glasbrnnderi) Ie Ragagemeester. Asclibrnncler. Ir! Baggernisn. (Glnsfnbr.) Ascliclrager. 4cZ (Openbare reiniging) Asclikarlieden. lo (U lnsfnbr.) Asclixifter. 5a Asplinlt. (Fi~b sicage) 20n (fi~ndel)• n 41t Asplialteur, (l3ouwvnk) 140 Asplitiltlinnen. (Fnbricage) 146 Asplialtpapier. n
1
.
018 TAKKEN VAN g w,o>e IIIENS'C IVAliltTOB , U ,o a DE I~II1OEPEN UEIlOOREN.
VOOliCiElCO~~ENBEliOEPEX,
I
g$
I
4 tb (l3o~iwvnlï) 291c (LC~lrsnitint) 12n (Mnchiilefabr.) (Kntoeiifahr,) . 16c (Bevollriiigsbt~~etlu) 3 1cb (Afnss. en lieilgymii ) 249 (Museiiin 1runstn~vei.li.) 341 21s (Post en telegrnfie) (R~lsslnnclb, proefstat.) 290 31a (Spoorwegen) (Levens- en ongeltilr. 29 ct lïeiiverxelïering) (Zieken- en begr~feiiis2311 fondsen) 23c (Brai~clnssiirantie) (Anclere verzekeringen) 23d 29c (Rechtsivezen) 2 Oc (Bniiclel) (Pnbr. van vercliiurz. levelismiddelen) 179 20h (Heiiclel) (Fnbricnge) 170 (Hnn clel) (I
15c 21a 100 21n l 5f' 15f
176 241r1, 33c 7c 7~ 7c 20~2 7c
,( i;.,
(aai&l) (Rein;ging) (Traiii wegeii) (Veeriderij) (Reiniging) ( Steenfabr.) lc (Groeiiteteelt) 18. (Reiniging i 4d (Gist- eii spirit~isf~br.)1712 (Loodswezen) 29n8 26 (Vc,rpleging)
,
L8 $%:S V0011UEI~OBIBN 11EIIOEPEN.
BEDBIJ VEN OP TAKKEN VAN DIEëS'i! WAAlt'i'OE DB IEltOEPEN llEHOOfiEN,
a l N Ba
ag
p
d
J
M
0
G n*
Bakjongen. Baklrenafdrnaier. Balrlceniiinlrer, n
Bakkenruiiner. Baklcenschipper. Bskl~eiischroppei.. Bakkensopper. Bakkeiispoelster. Bnklcenvoriner. Balrkeiivuller. Bakker. Rakmnlcer. Btlltrider. Bakschipper, Bakster. Btlkkersplaten. Balskerswaren. Balt~nsenrnnlrer. Balnnsenscherper. Balen. Baleinen. Baléineiimaalrster. BaleiiisnUder. Ballreiitreder. Ballast. Ballastschiklter. Ballenkolcer. Balletjesinalrer. Ballonnen ivnschster. Balsem. Bainboesbewerke~*. Band. n
Baiidenmaker, Baiidcxisclirapper. Bandenvouwer Bandsnijder, n
Bnndtvever, Bandzager. Bankpersoneel. Bnnlretbalrker. Baiilretbalckei~sbenoodigdlieden. Bankier. Bnnkjongeii.
(Pal~ier.en cnrtoiibenei.lriiig) (Aardemei~lcfnbr.) (Panneiifnbr.) (Anrdw erlrfnbr,) (Suilrerfnbr,) (Ballast Mv.) (Stneiifabr,) n n
(Aarclett~erlrfal~r.)
,$ E
VOOI~~JEKOIIENBEUOEPIN,
+
REDlIIJVEh' OB TAJIKEI VAN' DIEKST IVAAliTOE DE UEltOEPEN BEilOOl1EN,
VOOBUEKOMEN BEBOEPENi
OD
146 ld lc ld
i :i%
lc lc
Bnnlren van leeaing personeel. Buiilcmerlrer, n 9
v 9
n
(Banlrwezen) (Vloertegelfal~r,) (Borstelfabr .) (Hoeden- en militaire oqiiipenieiitstfnbr,) (Machinefabr ,) (ICoreiimoleii of Meelfabrielceii) (Br~odbnlrlce~~jen) (Reiniging) (Fabricage) (Rnf'fiilnderUen) (Wolleiistoffeiifabr.) (Julefabricage) (Fiqnsie liandw,) (I-Iniidel iii nnd, waren) (Haliclel) (Boclcleiifubr.) (Handel in voorwerpen van woning) (Fabricage) (Hniidel)
Barbier, fl l d Bnsculeii, (Cacaofnbr.) 170 Bassiiidrnger. (Ceinentfabr.) . 1.3 Bnster. (Steeilfnbr.) IC Bntsei., (Opeiih. ~verlren) 4c Bnttilrster. (Bisciiitfabr ) 17b Bazarliouder. (Fabricnge) l l b Bed(leii.* (Handel ) 20c Becldeniiialrer. (,Fabr. van balansen) 12d Bedcleiiverl~uurde~. n 12d (~aiidel) O Bedveeren. 202, n (C?o&tteufabricage) 7a Beelden. )I (Baleinsiiyderg) Gc Beeldengieter. (IJzergieterij) (I<erlrelilre dienst) 33c P (KunstiiUverlieicl) (Handel) 20a Beeldhouwer. (Meubelmnlrer~) (Zeevaart) Blc D (Kuiistniverheid) (Fnbi*.van babbelnars) l7b n (Artisteii) (S~ilre~balckerij) 17b n (Kei.lseliJlre kunst) (Electrisclie gloeilam9 (Poly clii*on~ eui*) (Fabr. van beenzwart) penfabr,) 12b Beenbrauder. (Handel) 20lb Beenstaniper. 9 9 (Vogelkooift~br,) 6a Beenliakker. (Vleeschlioiimer~) (Fabricage) 158 Beenolie. (Fabricage) (Handel) 20b Beeiizwnrt, i! (Ii~mielfabr.) 12c Beeiizwartbrander. (Siroopbbr.) ( Hoepelnialrerij) Ga n (Raffinaderien) (Capsulelifabr,) 116 Beestensngder. (KerlrelUlre dienst) (Hoepelinalrerij) 6n Beetwortel. (Hanclel) (Laiidboiim) 18d Beetwortelsuilrer. (Fabricage) (Bandfabr,) 16e Bewaarder. (Begrafeniswezen) (Borstelfal~r.) 6b Bedienaar, (Begrafeiiissen) (Bankwezen) 23 Begrafeiiisfondsen per(Koekhakkeri) 17b persolieel. (Veiezekering) Behanger, (Boiiwvak) (Handel) 20c (Meubelfabricage) (Banlrwezeii) 23 ~oha~~ersartilcelen. (Rnndel) (Cnp~uleiifabn) 112, Behaiigersliniien, (Fnhricnge) lcl
22 lc 6b 7n lab 17a lîh 7c 12d 17c 1% 15c 8d
201t ?Od 7b 20d 7b 20d 20f
l l6 8e Ga 8a
241' Sa Sb 5d 5d l 711, 5L 5d 17d 17c 33c 20a 17c 21; 2 li 23b 4b Ga 20d l5c
UEDI1IJYPN OF T*IU~EN VAN DIENST WAAILTOE DE DNROEPEN BEBOOREN.
I
I t
"$g,$
f 5 @d 86
"f
%$VOORUEKOllEN BEROEPENi
.i;$
14b Bier. 142, Bierbottelanr. 9 20d Bierbrouwer, Beignetsbaklrer. 172, Biervleier. Beitelsliper. 6a Bierhuishouder. Bekleeder. 116 Biel*i.$er. 172 Bietenweger, V Beleenkantoorhouder, 22 Biezen. Berenleider. Bijouteriewerker, L4k Biljardjongen. Bergingmuntschappij Biljurclnialter. personeel. (Zeevaart) 21c Biljetteernieester. Beschiiitbalrker. (Fabr. van voedingsni.) 17b Binder. Beschuit. 17b Bindrotting, (Fabrilcanten) Be~chuitverpalrke~. ( BroodbalrkerU) 17b Bindster. Bescliuit. (Handel) 20c Binster. Reslaglrolcer. (Gist- en Spirititsfabr,) 171% Binnenmeiclen. Hestelliuishouder. (Expeditie) 2 3 f Biniienmoeder. Bestelhuislioiidei.,~ (Spoorwegen) 21n Restellrantoorliouder, .(Expeditie) 211' n Bosteller. (Spoorwegen) 2 l a Binnenvader, 8 (Wnsch- ei1 str~lcinr.) 7c D (Binnenscheepsvsart) 21d W n (Expeditie) 21f Binnenwerker. n (Graanhandel) 20c Biscuitdraagster. 8 (Boelrliandel) 20e Biscuitschilder. Betaalmeester. (Stantsclienst) 2916 Eisschoppen, Betonwei-leer. 4c Bitter. (Openb. werken) Betrekker. (IClompeniiialrer~) 6c1 Blaasbalgen. Beugvisscher. (Zeevisscher~) 19a Blaasbalgtreder. Beulrenbastbewerlrer. (Toutvbaancleri of Blaclenopbrenger. slqgerij) 15f Bladslager, Beuker. (Garenspinner$ 156 13ladstrUker. Beurtschipper. (Biiiiienvaast) 21 d Bladzoeker. Beurtveren personeel. w 2 1cZ Blauwsel. Meurslrnecht, (Gemeentcl. dienst) 319 n Bevollringsagent. n 9 31a Blauwselzever. Bewaarder. (Goederen) 2 1b Blauwmaker. Bewaardsman. (Veeliouderg) 1Sb Beivaarschoolhoudei~es, (Onderwis) 25 Blauwverver. Bezembinder, (Bezemfabr.) Gb Bezemmaker, G6 ~ l e e c e r , n Bezemrgs. (Handel) 20n Bezems, n 20d n Bbdrifvoerder. (Steeiikolenm$n) 106 n Bezetster. (Tricotfabr.) 15c Bleekersartikelen. Bibliotliecaris. (Vrije beroepen) 241 Blik. Bieler, (Bleekerg v, stulrg.) 15tE BlilrIcenmeid. 9 (Meelfabrielten) 17a
Re11nngseldrulrlrer. Beliangselpapier,
IEDRIJVEN 0 1 TAKKEN 'VAN DIENST WAAnEOI DE UEBOEPEN BEBOOREN.
(Fabr, v. behangselp.) (Fabrilrauten) (Handel) (B1abr.van voedingsm.) (Houtschaveri) (Metaal Ind,) (Margarinefhrielr) (Bankwezen) (Publieke vermakel~lrlieden)
20c 20~ 170 170 219 170 18n 20n lln 2 1g Ga 31g Gb 2On Gb 16e 26
(Handel) n
(Bierfahl*,) n
(Verkeer) (Bierfabr,) (Landbouw) (Handel) (GoudslnedeilU) (Verlroer) (Biljardfabr.) . (Gemeentel, clielist) (Borstelfabr.) (Handel) (Stroohulzenfabr.) (Febr. v. band) (Oude mannen- en (Verpleging)
I
26 26
vrouwenhuizen) (Iverlrinrichtingen) (Oude mannen- en vi*ouwenhuizen) (Werlcinrichtingen) (Bleelreri v. stulrg.) (Aardewerlrfabr.)
26 2G 15d ld
1d
n
'
1
(Kerlrel, gezindte) (Hanclel) (Fabricage) (Kerkel. clienst) (Steenfabr,) (Palinenfabr.) (Pannenfabr.) (Capsulenfabr.) (Fabrilranten) (Handel) (Blauwselfabr,) (Draadnagels en spUlterfabr.) (Snjetfabr,) (Ververij) (Fabr. v, linnen en koenengoederen) (Kntoenspinneri) (Waskaarsenfabr.) (Handel)
ko ob r.
33n 20c
9b 33c IC
IC IC
I
llb 5d BOa 5d llb 15b 15d
15d 15b 56 30a 2 Ou.
van verduur- . znaiiide levensmidd.) 17g
Y1
IIIUIEIJVEN OF 'I'AIiREN VAN DIENST WhAIL'l'OE D I UEILOEPEX UE110011EX.
VOORC4EJi0AIEN BEROEPEN,
VOOltOEIiOPEN BEltOEPEN.
aI"
f f, 8b g$ 8
e UEDEIJVEN OF TnKKEh' VAN f! DIENST IVAARTOE c e ijI DEROEPEN BEiiOOREN. I'! S CI(Y,
41" 1
V0080EKOIEN BEROEPEN.
g3 &
%su
dl'
ia$$
I
I
(Boekliaiidel) (Mnrlctweeen) (IVnscli- oii s trijkiiir,) (Stoeleilfnbr.) (Lniidl~ouw)
(Metna1wni:enind.) Ulililrleurder. Militairelioedeli en Blikslager. equil~eiiieiitst .fabr.) (Blilrinclustrie) (Metnalwnl*enfnbr.) (Fd~ricage) ( Irlniidel) (Zuivelfabr,) (Onderwis) (Fabricage) (Handel) (Anrclappelineelft~bricage) (IIandel) Bloenibolleii. (Ttiinbouw) Bloenibollenk~eelc (Lin ole~iiufab~,) Bloem endr~ilrlïer.. (Hnnclel) Bloenien. (Bl~erniste~~) Bloenieiibiiidstor~ (I
n
Bl~issclier. Bobinster. Bode. Bodegnliouder. Bodemmalcer. Bodeinzager, Boeierknecht. Boelibindei*. Boekdrukker, Boekdrukkermaterialen Boeken.
(Spoorweien) . (Stoelenfabr,) (Zeemleerincl,) (Looierg) (Gnsfnbr.) (Sajetfiibr .) (Gemeeiitel. clienst) (Verkeer) (Mnndenfnbr.) . (Kuiperij) (Sclieepvnart) (BoeIrbindeilij) (Boelrdr~ilcllrger~j) (Hanclel)
(Veeteelt)
(Zalm vissclier~) (Golid- ei1 zilverfabr.) (Fabricage) (Steciidriiklcer$) (GarenspinnerU) n
n
Booiiisnoeier. Uooiiienscliiller. Booiiiversteller. Booiiivruchtei~. Booneiisorteerster. Booiienzoel~ster, I Boordeii. 1 Boorcler.
(Sajetfabr,) (I-I:~iiclel iu voncliiigsni.) (IJzer@terj,j) (C+lt~sslyperj) (Fnbricnge) (Rleecliiig) (Textiele n~veslieid) (Expetlitic) (Wn~eiifnbi+J (Trniiiwegeii) (Vrije beroepen) (Boi~tweve~g) (Fnbr. van linnen en katoeneii goederen) (Houthaiiclel) (l(1ompenfabr.) (Bont weveri) (Fnbr. vnii liiineu en Ieatoenen goecleren) (Handel) . (ICiiipel*ij) (Boomlrweelïer~) (Sclieepvaart) (Sp oorwegeii) (BoouikiveelceriJ) (Boschcul tuiir) (Boiitweverii) (Ilnticlel) (Ciacnofi~b~.)
1
UEDltIJVEN OF TARKEN VAN 0 P C & DIENRY WAAREOB 8c , $3 8a DE BEROEPIN BEHOOREN.
20e 21h 70 6th
1Scc. 18b IC16 lla 15c 36 156 156 l56 20c
116 lc
1Sc 'icl
ltc
31 1' 12c 210 2 4 ~ 1 Sc
1% 30c6 , GCL 15c 15c 2011 6 CL 1Srl 21rl 21 n
1Sd
1811 15c 20c 17e 170 n (Fabricage) 7 I(, (Borstelinal~enJ) 6b (ICloinpei~mnlreriJ) 6a (Fnbr, v, brniiclliasten) l l b (IJzergieterO) llb 4c (Brugbouw) (RiJtuigfabr.) 13ó
Boorder. Boormeester. Boorsters, Boortechniker, Boorwerkman. Bootenverhuurder. Bootslieden. n
Bootwei4cer. n
Bordeelhoiider. Bordendraagster, Bordenmeker, Bordenuitzoekster, Borden- en kommenstempelaarster, Bordenvernisser. Bordpapier. Borduurster. Borduurster. 8
Borduurwerken. Borduurwerker. Borstelaar. Borstelhout, Borstelhoutboorclei*. Borstelhoutmalrer, Borstelmaker. W
Borstols, W
Borstelsorteerder. Borstelwerk. Rosarbeider. B~scharbeide~. Boschwachter. Boscliopzicliter, Bosjesninker,
(Machinefal~r,) n
(Schoenfabr,) (Petroleuniniaatscli,) (Steenlrolenmiii) (Binnensclieepvaart) (Zeevaart) (Binnenvaart) . (Zeevaart) (Scheepstiiilinerwerf) (Vrije beroepen) . (Aardewerlïfnbr,) W b
12c 12a Db 10a 1 Ob 2 1cl 21c 21cZ 21c 13n 24s 1 cl ld ld ld ld
W W
(Fabricage) (Stoffenverver~j) (Il'unstngverheid) (KerIlcelUlre Irunst) (Haii del) (1iunstnijvei;lieid) (Appreteerdt!rg) (Fabrikanten) (Borstelhoutfabr,) t)
(Borstelfabr,) (Suikerfabi:) (Fabrilconten) (Hnnclel) (Glas- en spiegelfabr.) (Handel) (Steelifabr.) (Houtteelt)
l
7c 8d 8d 201 8d 15d 6a Ga Ga (56 166 621
206 le 20b.
IC
18cl 1) 18cl n 18d (Tabak- en sigarelifab.) 17g n (TapgtweveriJ) lbc Bosseerder. (Ilerlïel. dienst) 33c Botanisten, (VrUu beroepen) 2491% Boter, (Haiiclel) 20c Boterboeren. (Veeteelt) 18b Boter- en kaaskleursel, (Fabricage) 17k Boi;ei*bereider, (Boterfabr.) l7lc Boterbewerker. (Margarinefabr,) 171 Boterfusten, (Hanclel) 30h B~te~lïarner. (Boterfal~r,) , 171c Boterkeurmeester. (Mnrgarinefal~r.) 7
.
Boterlrleurder B~te~kneder, Botermaker.
(Boterfabr,) n n
(Margarinefabr.) (Boterfabr.) (Margarinefnbr.)
n
Botermeester. Boteropmalrer, Botertrapper. Boterschipper. Botersorteerder, Boterverver, Boterwasscher, Boterweger, Boterweidces. Bottelaar. Bottelier, Bottensorteerder,
n
(Boterfabr.) n
(Margarinefabr.) n 9)
(Boterfabr.) (Bierfabr.) (HuiselUle dienst) (Cliem. nUverheid) n
n
Botvissclier, n
Bouteiilieetmaker. Boutenmakersgezel. Boutenmalrer. Houtensngder, , Boutschieter. Bouwkundigen.
bo acht)
W W
Bouwmaterialen. Bouwmeester. Bouwzichtstelenmaker. Bovenmulder. Bovensnijder. Braiidass~tmntie. Braker, Brander# n W
n W
n
,
Bramer.
braad hout make^. Branlrlrasten, n
Brandspuiten, Brandspuitslangen. Brandstoffen, .
s
n
(Rivier visscherU) (Zeovisscherij) (IJzerfabr.) (Aarclewerlrfabr.) (IJzerfabr.) ' (Steenfabr,) (Aardeweikfabr,) (Bouwvak) (H nndel) (Leiidbouw) (Houtbewei*king) (Papierfabr,) W
[Personeel b i maatschappien) (Vlasbouw) (Cacaofabr.) (Gist- en spiritusfabr,) (Cichoreifabr,) (Olieslagerij) (Loodwitfabr.) (Vertind en geëmaill. Yzerfabr,) (Machinefabr.j , ' (Houtbewerking) (Fabricnge) (Hanclel) (Fabricage) (Kandil)
,
171c 17k 1716 171 17b 171 171 171c 171c 171 171 171 171c l70 27 ja
5d 190 19a llb ld 11b 1Ib 19c
IC Id
4a 20a 1Sa Ga 14a 14a 23d 15n 17s 17n 17f 5b 5J 1.1b 12a Ga llb 20d 12a 15c 20d
LE:
V0011GElTOlIBS HEIEOEPIS.
IJLI)I{IJ VEN OP TAXRBN TAXRI VAN DIENST WAARTOE TVAARTI 119 119 IILltOEPEN IILI~OEPENIIEnOOREN. iiEni
Coiilleilse. (Ptii*apluiefnbr,) (Boelrdrulrlrerij) Courniiteiidrulrlrer. Couraiiteii. (I3 niicl el) (Boelrlinndel) Cournntenventer. C~u~nnteiiverliuurder. n (Boelrclruklter~) Courantenvouwer, (Expeditie) Courier. (Anrdewerlrfnbr.) Coiii~poetser. (Zoutfabr,) Courweger. (Anrdemerltfnbr.) 1) (Vloertegelfnbr,) Courwerlrer. (Zoutnfal~r.) (Drancliingel eii spijlrerfnbr.) (Wollen~lekensfab~.) n (Anrdewerlrfabr.) n Creosoteerder, (Houtbewerking) (Niet, iii openb. dienst) Custoden. (LTiiiv.l)ibliotli.) Custos. Cyl.inderl~elrleecler, (Mncliiiiefabr.) (Fnl~r.vnii lrntoeii) Cylinderiiinlrer, (Macliiiiefnl~~.) n Cyliiidervuller. (Buizen fabr.)
(Scheepsbou~v) (Bouwvak) (Pnnneiifabr.) (Fl~brionge) (Hniiclel) n Daiiibordeiimalcer. (Hou twni.onfnl>r.) Dniiiesliniidmerlreii. (Handel) Dniiieslrleerninnlrstor. (I
Dsg~vnker. Dnlrclelrlrer .Dakpnrinonbnlrker. Dninnst,
.
UEI)l{UVBN OP TAJiIIEh' VAS I)IEh'ST WAARTOE DE BEltOEPES BB1100RES,
/$z:> -4". 5 C 33
iemg 3 , 3~60
3S
Dolreiipliiister, I~elcentrelcstor, Dolrenscheister. Delrenschoonniaalrster. Delsensri~jder, Delcenstilslrer. Delsenstr~jlrer.
(Wollendekoiisfnbr.) (ICntoenfnbr,) (FVolleiidelceiisfnbr.) (Delr eiisfnbr,) n n
(Fn11~.van lratoen) (MTolleiidelreiisfnbr. ) n
(Dekensfnbr,) (Roiiiigiiig) (FVolleiidelsoi~sfnbr.) (Delrenfnl~r.) (Dnkdelslserij) (Asplinltfal~r.) (Frihricnge) (Hniiclel)
n
n
lieklriieclit. Dclropleggci*, Delrselbevestigster. Deksngdster. Delrsortesrder. Dolszoiliiialeer. Delver (Uzererts). Depothouder. Desinfecteiir. Dessinnteur, Detncteur. Detective. Deurn~nnrclcr. n n
Diti.iiitint. Dinmniit A fvnl, Dinmnntklover, Diniiiniitslijper, Dinniniitsl~pei.siiiolens (verliuurders vau) DianiaiitsniJder. Dinninntversteller. Diniii aiitwerlcer , Dinmniitwerlcersfourilituren. Diniiinntzetter.
15c 1st 15c 76 7li 7b 15c I5c 15c 76
Dichtnialcer. , Diensbode. Dieiistbodenverhuurder. Dieiistiiinii. ,
Directeiir. Distillnteiir,
'
I7
J
7c
I5c 7 1) 4n Za
3.5~ 206
'ill l& n (Uiii~ieiisclieepvnnrt) Llcl (,Signreiifabr.) 17g llb (Blilrincl~~striej (Tnbnlrsfnl~r,) 1711 (Sigarei~fnb~ ) 179 (Horeniiioleii of iiieeb 17rt fnbr.) 10n (Mijiilvexen) 20n-11 (HnndelsbedrUveri) 4d (Gem. reilijging) 15c (WolleiistoiTeiifnbil.) 7c (Chemische lvnssclierg 24s (Vrije beroepeii) 2% (lt~lssdieiist) 31d (Geiii. belnsting) 29h (I ì ~jksbelnstiiigeii) 2ocr (Hnn (lel)
201/ 2 (r
2C6 2n 2cr. 2tl 2n 2 011, -CL
lln 24f l7c
ji
.
Distilleerder. Doelrnfiiietei:. Doelreiiwnssclier. Dolrkueclit. Dolsnieester. Dolrmerlrer. Donlreyiuaii. Dooclgrnver. Doocllsistenmnlrer. Doorliiinlser. D~opgoede~eiiverhuurcler. Dooi*brniider. D~orclrnagste~b i de verriislcuip. Doorclrnger van gebi~klceii pyoclucteii. Doorcluwer. Doorgover vnil cnssctteii. , Doorlinler. Dooi.iinnier. Doozeii. Doozeiiiiinlter. Doozeii pliilrker. lloozeiivulster. Doppeniiianlrster, Doppeiisteinpelanrstsr. Doppel; Dopder. Dorscher, Dorschiiinohines, Do tteiininalrster, . Drnnd- en houtbewerlcer Druncl~esnfsii~jclster. L)imncljeslelopster, I)rnncljesiiietei..
1/
(%iiivelfnbrielr) (Hiiiselglre disiist) 2 16: t Uesteedksnt oren) (Algem. dienstveri*ichtiiig) 21f (Versch. (ICnnrsenfabr.),, iiirichtiiigeii) 5b (Ftbhr. vnn lsoolteerpi*oducteii) 5ct, (Jenever- eii lilceur- i stukerij) 171% (Febr. vleescli~vnreii) lila (Boiitweverjj) i5c (RntFiiinderijeii) 17c (Scheepsboi~~x~) 1316 (Geiii. doklreii) 31cl (Scheepsbouw) 19a (Zeevnnrt) 21c (Begrnfeniswezeii) 2 li (gis tciimnlrei.ij) 6a (Pobr. vleescliwnren) 1718
I '
1
(Hniidel in lrleeding) (Go,sft~br.)
20b 16a 1c1
(Anrde\verlrfabr.)
n ld (IV~lloiigu~enfabr,) 150
(Ani*dewerkfnl~r.) (W~scli- en strijkinrichting) (Sclioeiifabr.) (H nn del) (Pnpiei*bewerlriiig)
,
(~tijfselfbr.) (CnPsiileiifabi~,) n
l (1 7e 91) 20e 1411 14b 17il l l6 116
(Lt~cife~sfabr,) 5c (IVolleiistoffenftlb~~) 15c l Sn (Lniiclboii~vers) (Fabricage) 12n (TouwslageriJ) ltf' (Vogellrooifnbr.) 6 c.! (Blect,gloeilnni~~.fab~,) 126 Y n 116 n n 136
(Elect.gloeilanip.fabr,) 12b (Telephoonnniil.) 12b ('ICntoenspiiiiier$ 151, (Stijetf'ubr,) 158 (Turfstrooiselfnbr,) 1CIC (Wolleiignreiifabr.) 156 (F~cbricnge) ?; (Knnrsenft~br,) (Goucl- of zilverw,fabr.) l l n ('l'eleplioonnnnl,) 12b (Drnndnagelfnbr,) 1J.b (Metaalwnreiifnbr.) ll b (Gouclsinederjj) l ln (Pnniieiifnbi*,) IC (Potteiibalslterg) IC (Fabr. fijn nnrdewerlr) ld (PW~enfnb~ ) ld (Glnsfabr.) le (Boelrclrulrlrer~) . Sn (Verfstoffeiifabr.) bd (Neiibelfnbi*,) 6n (Routwnreiifnbr,) Ga (Borstelfabr.) 6b (Rietnieiibelfabr,) 60 (Cliem. wnsscherU) 7c (Goud- en zilverfabr.) l l a (Cnpsiilenfabi*.) 110 (VUleiifnbr.) 11b (Springveerelifabr,) l lb (Sloten fabr,) llb (Hlildnclustrie) llb (1Jsersnieclei.iJ) 1121 ( R i wieleiifnbr.) 12c (Gnreiispiiiiiei*g) 15b (Fnbr. vnii Irntoen) I5c (Tou~vslngei$) l 5f (B0terfnbr .) 17k (Ziiivelfnbr,) 171c (Steeiift~br,) IC (Visclilinii clel) 20c (Fabr. v. suilrerweiken) 176 (13-tbricnge) IC (Zcildoelrfabr.) 15c (Geineen tei*eiiiigiiig) 4tl (Snjelifabi..) 15b (Stei.kerU) 15d (T~~ollcnstoffeiifnbi*.) 16c (Piibr. rnii Irntoeii) 15c 20c (Mniiilel)
1
YOOI~QBRODIEW BEROEPEN.
DIEXST WAAltTOE
EDNIJVBN OF TAKKEN VAN DIENST WAAItTO6 DE UEPOEPEN BEiIOOREN,
e i$
BEDRiJVEN OP. TAKKEN VAN 8 DIENST WAABTOE 8 si 8 E a ''!P DE BBItOEPEN UE1100REN. k8
VOOltUEKOhtEN UEROBPENe
1"
nrgnriiiefabr.) Versch, incl,) (Zii~cog~npliie) (Photocheniigrufie) (Kerkel$re dienst) (Pleisterworlr) (Expeclitie) (Hniidel) (Assurantiën) (Vrge beroepen) (Finnnciewezen) (Hniiclel in vee) ( ,voeclingsm.) 2Oa ( n vee)
Etiquetteerder. Etiqiiettenopplalslrer. Etser.
n 9
n
(Openbare werlreii) n
4c 4C
Evniigelisteii. Excelsiorplateiigiat Expecliteiir. Exporthnndolnnig. Expert. n
Ezddr~ver. Exeliiineiilio~iclor. Ezelverhu~ircle~.
F. Factctir. Fnecnliëii. Fnsseur. Drosler. Drossei., I)rtilrinlrt, Drultmerlr. Drulrlïer-uitgever. Drukleer.
Feestartilnelen. Figurnuteii, Figurist, Figiiurteelreiinnr. Filianlhotidster, Fi1l;reernincliiiies, Finoerzngers. Fittei*.
n n n 7
n n
Fittiiigs, Flessclieii.
n n
1
Flessclieiilalrker. Flessclieapaklrer, Flesuclieilspoeler,
Dr~ilcker. n
Drukwerlcer.
n
~*uideiiierslianclel)
20c
Flesscl~envuller. Flescl~jesvulle~~ Flessclienvtiller. Flessclieii~veger. Flessclier. Flilrlrer , Fluweel. n
Fluweelwever, Forceerder.
'
/ l
(Scheepsbouw) (Elniidel) (1Tnbr. vnii gnsornaiiieiiteil) (1 1nil clel) (Vrije beroepen) (Beeldliouwer$) (Kniii- en pijpenfabr,) (Cheiii wnsscliei~~j) (Fabricage) (Houtbe\\~erl~ing) bontw wever^) (Bnbr. v, verwai*rningstoestellen) (IClectr, gloeilnmpenft~Fitbilelr) (Ft~bricnge)
.
n
(Hniid el) c distilleerder^) (Z wnvelzui~~fnhr.) (Inli tfnbr.) (DistilleerclerU) (OlieslngeriJ) (Illlctfa11r.) (Gist- en spiritusfabr.) n
(Babr. van melkprod,) (Tricotfabr,) (Febrionge) (Halldel (Fluweelfabr.) (Metanlwarenfabr,)
VOOltaEKOitEN
JlEROEPNN.
BEDIIIJVEN OP I'AKKBN VAN DIENST WAARTOE ' D 1 UEltOEPEN nEIIOOREN,
(Handel) n
(Fabricage) (Zijdefabr,) (Passeinentfabi..) (Pianofabr.) (Machinefabr.) (Meubelfabr,) (Fabr. van katoen) (Hnndel) (Fnbr. vnii verduurxnniiidelevensmidd,) (IVariiioederderij) (Hotiwvalr) (Hnudel) (ICoperslnge4) (Rntoeiispiiiner~) (Loinl~eiiliandel) (Hotelwezen) (Fabricage) (Hai-iclel) (Pnsseme~itfnb~.) ettergieterij) ICoperslngerg) (Fnl~r.v. electl.. toekt.) (Jaclit) (Ko~iii~ltl, 13uis)
[~nc~; le8;i1~erU) Bleekerg)
I 21g 20s 80
Sof
1% 3a llb 116 12b 19c 27 9b 3 Ob
l5d ltd Sterkerij) 15cl Kntoe~iue~verU) 20b Snjetliandel) 1 SZ, (Sajetfabr.) (Fnbr. van lratoen) . 15c ltib (Goreiis pinner!) 15c (Fabr, vnn katoen) 166 (%Garenspinner!) lhc (Pl~br,van ltatoen) 1Eic (Iintoenfabr,)
(
i
n
~niiclfnbr.) Matteiibbr,)
lbe 150 15e 6b
XIV
qL 0 i T 8.8
IiEDRIJVEN OF I'AlïKEN VAN I)IINRT WAAHEOI DE IIEltOEL'EN IIEIIOOlLEN,
o.j $i '=g B
8s
VOORGEKOMEN 13EBOEIENi
g ,E 3 8b
IIEDIIIJVEN OF TAICREN VAN DIENST WAARTOE D I UBRODPEN ~BIIOOitRNi
ag
a $4 Garciiwiiicler. Gnres~eninnke~, Gariialeiivissclier, Gttrneerder. Gasiieerster. Garneerder. Garnisseiir. Gnrnitiireii, Gntenboorder. Gnsbuizeii Gns- eii waterleidiiignrtilrelen. Gas- en ~ n t e ~ f i t t e r . Gru fitter.
(Cacaoftll~r,) (hardewerlcfnbr.) (%eevisscliei*~j) (A ardewerkfabr.) (Petteiifnbr.) (Schoeiifnbr,) (Aardewei*lrfabr.) (Handel) (Sclieepsbouw) (Fnl~ricnge)
( tIniicle1) (Bad- en zweminr.) (Aanleg gas- en materleiding) 4 cl# Gnsyloeiliclitkouseii. (Fabricnge) 5tz Gnsgloeilichtartilrelen. (Hniidel) 20d 12d Gnsglocilniii peii, (Fabrionge) C*nsiiieter. 12cz 4 1Gc~ Gnsopneiiicr. (Gnsfttbricnge) Gnsoriiniiiciiteil. (Fiibricaqe) 12d 20cl 4 (Hniidel) Gnsstolrer. (Anrdewerlrfnbr.) ltl 5n 9 (Zwavelzuiirfnbr.) 1Ga 9 (G asfabr.) Gnsveiitilnte~ir, l6tz Gnsvuller. (Spo or~vegeii) 2 1/.c Gnswerkers. (Fnl~r,vali gas) 1Grc (+ebreido goedcreii. (Hnildel) 20b Gednclitenlezer. (Vrije beroepen) 2 4s Gedelegeerde. (Ncd. 8tnatsloterij) 29h: Geclistilleercl. (Hnildcl) 2 0c Gcelgieter. (lilolryieter!j) llh Gezin nilleercle goeclereil. (Hnticlel) 20tl GeEiiiailleercl ijzer. (Fnbi.icngc) 111i Geerder. (Bicrfabr.) 170 Geestel$ieii. (Div. kcrlr. gezindteil) 5j3n Geldeisclie maren. (Hitndel) 20c Geldlristjesmalrer, ([Jzerinclustrie) llb Gcldoplinnlder. (Gnsfnbr,) 1G (1. Gel~lrscliieter. (Tnbnlrsft~br.) Geinengninlrer. (Glnsfiibr,) Gciileiigr~jder. (Gltls- ei1 spiegelfabr,) Gemeiigzetter. (Glnsfnbr,) Genealogen. (VriJe beroepen) Geneeskiincligeil. 91 Geiieesmicldelci~, (Handel) Gereedrnnlrer. (Pti~ierfnbr,) . (.?erstpelleia, (Gruttei+jjeri)
1 -
I
Getouwenbans. Getou~venrepn~eerder. Getouwsteller. Getottwwerlcer. Gevnugei~bewnnrde~. Geweerlademalrer. Gemeerinnkei*, Gewichteiidrnaier. Oewichtmalrer. Gexagvoerclers. !I
Gezichtslriindigeii. Giclseii. Gieters, n
Gietnioid, Gietster. Gigs. Gipsb~jl~renger, Gipsgieter. Gipsvoriner. n 9
.
Gips wnreii Gipsverlter. I)
Gist. n
'
Gistbnas. Gistiiipnlrker. Gistkiiecltt. Gistilinker. Gistschepper. Gistverstrelilrer. GistiverIrer. (;l,istaif.'tei., Glncier, Glaclwerlrer, n
Glnndernleester, Glausgoud. Glanseesder. Glailser.
1.5~ 15c 15c 15o 29c 120 12s llb
(vrije heroeieli) (Expeditie) (Glnsfabr.) (Lepelfnbr.) (Metnalmnrenfnbr.) (Gasnieterfabr.) (Kuarseilfabr.) (Verniicellifnbr.) (Fabricage) (bardewerlrfnbr,) ~eistei*~verlr) ardewerlrfnbr.) Pleistei.werlr) (Oriiniiieiitfi~l~i*,) (Handel) (Anrdewerlrfabr,) I (Or~iniiieiitfnb~.) (Fabricnge) (EIitn [lel) (Brnilcler$) (Gist- en spiilitusfabr,) (Hrniiderij) (Gist- en spiritusfabr )
24a 2 1f le l lb 112, 12d 50 172, lb ld 40 ld 46 Se
20f ld 80 1712 2 Oc 1716 17% 1 7 ~ 171% n n 1712 n n l7n 1711 (~i~tlinadel) 2 Oc (Cacnofì~l~i*.) 17e (Meubelfnb~,) 6CL (Gou dsmederU) lln (Pnpierfnbr.) 14a (Fnbricage) 5d (Steelifabr,) Ic (Tnl~nlrspijpenfnbr,) ld (Bnn~seiifabr) 50 ( \i'nscli- en str~lrinr.) 7c (Bleelrerij vnu ettilrg.) 15d (Pnpierfnbr,) 14rc
1 t"
artoiifal~r,) Garenspinnori) (Fabr. vali katoen) (Fabricage) (H niidel) (Glnsfal,r.) (Gloeilampeiifabr.) (Glnsfabr.)
n
Glns. n
Glasbrandster. Glnsbrnnder, Glasetser. Glnsgrnveur. n
Glasinbinclster. Glns iii looclzetter, Glnsiupnlrker. Glnsiiinlter. Glnsperser. Glnspoeleerder. Glrispresser. Glnsscliilder. Glaswnsscher. Glns~orteerde~. Glnsspoalster. Glnsuitzoelcster. Glt~szoelrer. Glnzeerder. Glnzoorster. Gln~eiipoetse~.
(KuiistnUverheid) (Glns- .en spiegelfabr.) (Glnsfubr,) (ICttnstii~jvorlieid) (Glnsfabr.) (Scliilclerwerk) (Glnsbbr.) (Cxlns- en spiegelfabr.)
l4n 116 15c Ie 20d le 12d
Ie Sb lo le Qc le 4b
1~
(Glnsfnbr.)
le Ja lc
n
10
8
!I
(Electr. gloeilnmpeiifn br.) (ICunstn~verlieid) (Glnsslijperi) (Glnsf'abr .) n
n
(Glnsfabr.) (Bisc~titfabr.) (Pijpciifnl~i*,) (Electr. gloeihmpeiifnbi..) (Scliilclerwei~lr) (Reiniging) (Fitbr. v. fijn nclrdew.) (Iheri1111,) (Fnl~ricnge) (llnbr. v. voecliiigsniidd.) (Ftibricage) (L~nni.seiifnl~r.)
Gluzeiiiiinlrer. Glnzeii\vnsscher, Glnzuurder. Gloeier. Gliicose. Gluten bnkkerg GIycei*ii~e, Glycerinebereider. , (VC~SC~I. geziiiclteii) Goclsclieiistoi~derw~jzer~ Spooi~wegcn) Goederei~lrlerlc. bnbricage) G0ill. (I-Iaiidel)
.
1
11;
8
n
'Fi\l~~i cnge) \G oiii~\~nssclie~ij) (Cnrtonnagefnbr,) (Boeledrukkerij) (Postzegeldruklrer~)
122, Sb le le le lC le l76 lcl 121, 40 4d In! 116 l7cl 172, 5a 5 2, 83b 21n 5 cl 20h 2012 9c bd 1421 3c4 3.4
BEDIIIYVEN OF 114AKtiEN VAN DIENS11 IVAAIZTOE DE BEILOEPEN URBOOREK.
VCIOliGEKOlIEN BEBOEPEN.
Gomwerker. Gooclielaar. Gorbnns. GorclUileii. Goteiischuurder. Goiicl- en zilverwerken.
A
z gP
za
(Caout~lioucfnb~.) 9c (Vrie beroepen) 041c (Beet~vortelsuilre~fab,)170 (Fabricage) 15c (Reiniging) 4d (Fabricage) lln n 2Of Goiidborduueder. [E:::&vei.heid) 8n Gourlschilder, Anrclewerlrfabr,) 1-rl Goudslnger. 4 nbr. van gouden en zilvereii tverlren) ll n Gouclsiliedeii, lla Gowdviss'clieii. (Handel) ' 20f Gouveriiniite, (Onderw$s) 35 Gouverneur. n 25 Graniidrager, (Fabr. viiii meel) , l 'in Grnniifactoren. (Hniidel) 2 Oc Grnnniileter-tveger. (Briiiiiler~) 1791 Grnnnpeller. (Meelïnbr.) 1 17a 1 Grnantveger, 20c Grnniiwerlcer. j * ! : ; : : : ; \ 1716 j) Grnauwerlrer. (Bniiclel in grnnii) 20c Graanzalclren. (Hniidel) 20h Gradeerwerlrer. (Zoid~ziederU) 1711 Grnfiiialrer. 21i (Begrafeiiiswezeii) (Fabricage) SI! Graf lrrniisea, Graiieii. Gri~iinatwerIrer, (Goudsiiiodoily) llít 20c Grnuietvloeren. lc Grnnictvloerlegger. (Rou\\rvat) 4c Graveerplatciin~nlrer (galvniiotype), (Anrclewerlrfa1~r,) 1d Grnveur. (Steeii dl ulrlrerg) 31) (Ruiistnjjverlieicl) Sa n (Goudsniederg) lla n ll b n (Metnnl~v~reiifnbr.! n (Kntoeiidruklrer~) 15d Gruxers, jveeltoudei*$ 1Sb Greppenniaker. Veoiiderg) loc Greiclboer. Veeliouderi) 180 Griendensort ebrcler, (Maitcleniiinlrei~ij) 6b Grielidwerker, (I-Ioutteelt) led 9) (I3out hniidel) 20n Griespoetsei'. (Meelfr~l~r.) 1Tn Griiitgrnver, Griiitgraverij) la Giint, (Hnildel) 2 Ort Grutter, (Q ruttei'jj) 17n Gi*utters~~~nreii, (Hniiclel) 20c Gi*tiis. I> 20n
b
1
XVI .-.
.-
--
I L ~ I ~ Z $
BEDIIIJVEN OF TAKKEN VAN VOOHGEliOMEN BEBOEPEN.
DIENST IVAAIWOE
DIENST WAABEOE
V00110El~OX~Nl~EI1OEl'ES.
Grondboordor. Groiidlrruier.
Grondvuil, Grondwerker,
.
n n
n ll
G~*ootuieesteres. Grootmorlrer.
t4 fi2 g &ï c
'
2 3,
VOOIilYXliOXEN DEltOEl>EN.
iE
% JI &, z g-
29/11. I Soeclenwussolier. (Reiiiigiii y) n :J 10 kIoeikiiieden. Bnvercloppeii. 2011 . Hoenclerfolrlcor, (Veeteelt) I-Ieel- ei1 verloslriindigo I-Ioeiicle~parlrlioi~dei~, instritinenten, (Fabricage) 1212 Hoepbiliger. ( ~ r i i ~make$) el IIeeiiii~uncl, (SVnterschapsdioiisf) : j Hoepels. (Fnbricngo) Heereiiartilreleii, (I-It~uclel) 20b n (klhiidel) EIeindeii ei1 boorcleii. (Fnbricnge) 7 a ~Ioepeliiialrer. (Ftibr. vnii hoepels) HefteiisnUder. (lpnbr. van tiii1iiioi.Hof berttnbteii, , (HiriselUlre dienst) inniisgereedsclinl~11~11)Ga' HoflInliie. ( Vrije beroepen) cjc H o f~iinni*sclinlIr. 9 (Ivooi~clwaie~~jj) Hei baas, (Buu\vvalr) 4u Hofnieester. (~ecvnist) D (Opeiibnro merkeii) 4c n (Riiiiieiivnn~t) Heiboenderilialier. (Heiboenclerfnbr,) G0 n (Htiisel~lrecliensten) Heipnalrijder. (l3ouwvnls) 4c6 ([~it~jgswezeii) Heicleiiii~aier. (Lniiilbouw) l so ~ l o l c j ~ h o l11.r e (Tap$ weverij) IIeicleoiitgiiiner, n 1Sa Holvoriner. (Anïdemei+lcfnbr.) H.elrelnni*. (Vlnsfitbr.) 15th Honclendresseur. (Vrije beroepen) n (P~niiteii~iani*fa11r.) 15c6 Honden. (Hniiclel) n (~nreiispinneriJ) l56 Hondeiioppnsser. (Jnclit) (Tou\vslager$ l tf EIoiideiipikem, ( Veehoucler~j) n EIekeliiiacl~iiiebe~ver1~ei~ (GnronspinnerU) l5cb H onilensclieerder, (Vrije beroepen) Helrelninlrer , (Pnb,v, nietnnltverken) l l b Hoiideii~vassi:lier. n ~Ielrjesjoxigeii. (L'npie~ft~bs,) 14(! Honing, (Hniiclel) . I-Iellebanrdier. (EntrepOtdok) 21lz Hoiiiugzeiner. (Bijenliouder) Helliagnrbeicler. (Sclieepsb.) 1% Hooiiigzoet. (Fnbi4cnge) Helmduilcer. (O peil bnre werlreii) .IC Hooglieenira:id, (IVntersclispsdieiist) 201 Hoogleernar, (Onilerw~s) n ( Wnterstnnt) Heliii plnnter. (Lnuclbouw) 18.1 I-Iooi. (H t~ndel) Helpster in cle lreitlre'ii. (\'erplegiiig) 26 Honiporser. . I (Lniidbouw-) Heogellrnpper. (Bnrclewei.lrfnbr,) l r1 >I (Elooi li nlidel) H ciigsteiilioiicler. (Veeteelt1 180 IIooiweger, n IIeiigstensii~cler, (Reestensn~cle'rs) 1Sb 8 (Geiiieeiite) Hennep. (Piibricn.ge) l ~Ioolcler. (IIloiiip~iifabi~,) n (Kniidel) 20t1 Hooi*ribrancIcr, (Icniii- en pipeiifnbr,) Heiiiieplrlopper, (Zeilcloelifubr.) l iic Hoorndrnnier. Y . 9 (Liiioleiiiiifabr.) 'Jc Hooriipresser )t Heiiiiepiiirileiiaar. i Fnbi*., vnii hennep) l iit~ 11011. Heiiilepbereicler. (Gnrenspiiineri) 150 Horloges. Hernldici. (Vrije beroopeii) . 24s Horlogelrnsteiiiunker, (Goiiclsinedeii) H.erbergier. (ICoffieliiiiswnrei~) 2 l!/ Hoi.logelcettingiiinlrer, n Hittengeleider, (Steeiifubr.) l c Horlogemnliers. (Pnbr, van horloges) Hittaiii*jjcler. n lc Horlogemal~ersfofouriiiHoeden, ~ ~ q ~ en) h ~ n t 7tr ttireii, (Hniidul) D 20b Horlogemnlre~sgereedTrIoedeiimnlre:.ssclinppeii. fouriiitiirei~, 206 Horticulniius. (~tnitsrlienst) I-Ioedeniiialrer, (~o~denfnbr.) 7a Hori~ciimnkei~, (Fnbi*. vnii ~tinniHoetlerivervoi*iiier, n 7a liorrcn)
Hnveiiwacliter.
Groentenzouter. Gi*oenvervor.
1jEI)RIJVEN OP TAKKEN VAS DIEXBT WAARTOE 111 IIEItOEFEN HEIIOUIEES.
(LZ~ltsclieiist) (Genieeiite dienst) ( kIniiclel)
a
Giiilloclieur. Guillotsclieerdeï.
n
n
Hnnrhelrelunr. Nnnrlramnieir Hnnrlramnier. Hn.arlemiiierolie,
.
n
, l
l
7c l lb 18b 180 6n 6n 2011 6n
27 24s 24s ~c
21d 27 L9i
1Sc 1d 24s 209 1Sc 186 24s 24s 20c 1Sb
17d 39 29f '
20c 1811 ZOc 20c 31g
. 6rh
(ie GC 6c
I 10c 20h ll
c!,
1 1 ~ 12d 2 011,
2011, 2 9f'
6r(,
XIS -.
-.
....
p
L?:
vo0ic~~i;onr~x UEIZOII~EK,
IJIESST IPAAILYOE Ijl3 l)EH~CIGIIES HE11001tEK.
I-~osek. Hotelliouder, EIotellriieclit, Noiidster. Bolit. Noutbereider.
(Begrnfenisn?ezeii) (Hotel~vezeii)
I lTBS8'1' \\'AhliEOE
31i 1 2 19 l tc
n
(Tricotfnl~r,) (Hnii cl el) (Creosoteerdors) (Hou tli nii clel) n (Sorstelfnl,r,) Ho~itbooriler. (IIoiitli niidel) Hou tbrelcer. (Vogellrooifnl~r,) Hou t be~verlrer. EIoiitceiiieiitilalccl.elsker. (Boii\~*vnlz) (EI ~ILIttlïnnieriJ) Houtdrnnier. (Arirde~verlsfnbr.) Hoiitdrnger, n ( P n ~orfnl>r i .) Ho~itfnctoreii, (Houtli r~nclel) Houtfiguurzager. (1Joutbozvorlring) Houtgrnveur. (Steenclrulrlïer~) n (Iiiiustu~jverlieicl) n (h'ntocn~lrulclr~) 130~1 tllnklzei*. (1:Toepelmnlrer~j) n (Bosclil~oii~\~) Ho~itlïnpper. I (Bosclibou~\~j Hoiitlroopcr. 1 (l-Inutliaiidel) Houtlegger, (O pen11ni.e ~verlren) Hout losser. (Boutlinndel) I-Ioiitiiialer. (Pn~ierhl~r.) Hoiitiiieter. (Bosclicultiiur) n (I-Iou thniidel) Iloutpt~pier. (Fiil~rikniiteii) Houtplentsii~jder. (Steeiic1i:ulclrer~) :kIoutrooier, (Ho s cl111ou \ir) Houtsclinver. (i-loutzngerij) I) (13nl:iie~fnbr.) Houtsjoii~rer, (Boilstelfnl~r.) Ho~itslrool. (13niid el) HoutsiiUclei.. (1.nbr. vali liout~vweii) Boutstelrl~iieclit. (IIouthnnclel) 1'1outstofanii11re11gei~~ (Cnrtoilfnl~r.) EIoutteer. (linbricage) EIoutiiitzoolrster. (13npierfnbi*) Hotitvlotter. (Biiiiieii v nnr t) Hotit\\rnreii. Fnbricnge) n Hniiclel) Hoiit~\rol. n (Hnii cl el) Houtangei.. (Houtzngerij) Hoii~~rcr. (Steenleoleniii~ii) (Triiiihoui\~) Hovciiier,
,
U ( 6
20tr
GIï
?Ou
6, 4
I.
6th
ld I4 tz 20r1. Ci c6 S6
8c 15d Cici
1Scl 1Sd 20n 4c
I%uideii. I-Iiiidentrelrker. I-Iuidenzoutei*. r-Iiiisbèilieiide. Huisbewnnrcler. 1:Tuisliouclster. H~iisliouclel~lee nrtikeleri. Hiiislrnecli t, Huismeester in C! aesticliteu. Hiiiso~ic1er~~~zer. Buisscliilder. I.liiiswerer. Hiiiaen. HulpYoi*ii~er. I-lulptvncliter. Hiilp~vever, Ilulzei.ininlrer. H~i~irlroetsier. i-i'uu~verzelrcrnnr. Uypotlielreii. ~HUsclier.
- 1.
1Srl
lerscliippei:, ZO(/. In~progiieerster. 14(1, 3b Inl~inclei*. IS,/ Iii breiigster. G ~ F Iiicnsseercler v. gelden, 14c1. Iildipo. Sb
2011. (ir1,
1
Iiidigoiiinler. Iiiclrngers, n
Iiiclubl~elnnr. 1 4 ~ Iilclustrieel, 5 , Iiicluwer. 14a Infur!ormatiebiirenux. 2 lei! Iiigeiiieur-nrcliitect, I Ingei~ieur-techiiilrer, 2 0il Iiigeiiieur. Gch Iugenieiir-verificnteur 20W Iiigeiiieur. Inlialer. 1 Ob Ii~lioiidsiiinteiimnker. 1 S a . Iiilrruier.
20a
/
,,
ZOta
(14 niidel) (Leerlooier$)
(1.
i)f~
n
(H iiiselijlie dienst)
27
8
Y 'i
11
n
27
n
E Od
n
(l:Irindel) [Huiselilse clieiist)
27
(Verpleging) 2(i (Onclerw~s) 25 (Boiiw vnlz) 4 11 (Pnbs. vnii Iïntoeii) 1Sc (Hnudel) 2011 (Piiiinenfabr.) lc (Spoor\\~egeii) 31to 16c (LCn.toeiifti11r.) ~Stsoolitilzeiifnl~r~) li1) (St nllioiicler~) 2 1b (Vei*zelrering) 23d (Mnlielnnr) 30, (Pnliierfnljr.) 1 ld(fz
I
Iiilit. On-I. iiilrt, Iiilrtbereider. Inlegger.
n
I (.LCciuigiiig) 4 ri (Gnsgloeiliclitlroiiseiifnbricnge) 5 (l~~ietdelrl~ersvnk) 4f1, (Bnnls rnn leening) 2% (Bnillciei') 22 (i? nl~ricnge) 5 cl (Hnndel) 2 O// (ICntneiie~~~rerrei*~j) l.kl. (Glnsfnl~r,) la (\~Iocrtegelf'nl~r.) lc (Fnbr. kntoeiieiignrens) 15 O (Bo u ~ ~ ~ ~ n l r ) 446 (Scheepsbouw) 13(6 (Ve~keer) 21k (Gemeente dienst) 4(c (Steeiilroleiim~ii) 1 Ob (111 verschill. iiicl.) (.Rijksilienst) 29k 291 (\Trnterstnat) (Pnui~enfnl~r.) lc t Iiistruiiiei~tR~br.) (Steeiifnbr,)
(Fnbr, vnii inkt.) (Glnsfttbr,) (Stee~iclr~ilrker~j) (Ft~br, van verdiii~rz.1 levei~smiddeleii) (13i.niidei*.~j) (Fnbr. vnii vercluurz. , levensiiiiddeleii) (Iii vei.scli. iiiclustitiëii en liniidelstolrlre~i) (I~ntoeiiclrulrl~ei~~j) (T iirfs trooiselfnbi..) (ICtiarseiifnbi;) (Pniiiieiifi~br,)
,
Inni aker. In~~~lclrei~,
/
,
,
I
(F~~l~ricnge)
Iii11iisuer. Inroeper. Iiirolstcr, Inrijcler, Inschepper, Insch iiiver. Insecteiipoeder.
n
(Steenf't~l~r,) (Fabricnge) ( EiIoii~lel) (K'niineiif~tbs,) (Steeiifnbr.)
n
Iiislnger. Inslaanster. In,stelier.
$(l hl .5fl IC 31)
(Roiidelj
Jncht~i;l.tilieleii. Jnchtop~iene~, Jaclitslnchter, Jngcs.
(J nclit) n 't
17,q l 7re
Jnpniischo Jnloezigii. goeclereii. Jenevesbrniider. 179 ieneve~stolre~, J ollevnnrder. Jongste. 15tl. Jouriialist, l.Oa Jiiffrouw vnii gezelsclinp 5b Jtite. lc -I l (: Jiite\vevei*. I c Juweeleii, 5(r Jriwelier.
(Hniiclel) (Fnbricage)
i
(Rrniiderij) (Riiiueiisclieepvnart) (Zeevisscher~) (Vrije bei*oepen) (Huisel$ce dienst) (Fabricnge) (Bnii clel) (Fnbr, van jute) ( EiIniiclel) (Gouclsiiiedeii)
201t
Ic le lc lia 1.lb
(Biiiiieiivne~t) (Fnbricuge) Iiisteelrster. jRnjetfabi.) Instruineiiten (geneesn Wollengnreiifnbr,) lru ilclige) (Hniiclul) 2011, I
I
,
(Pnl~ierfabr,) (Cnpsulenfahr.)
I
,
r
Rnniwerkei*. I(nrircleii, ICnnrdeiizetter.
21d 12a 15b
15b .jb
2Od 6b 1Sc l Ac 1Sc
24s 20c 1Sc 20cb
l 7b 2 oe 2 oe
17k ?OCL
lik soc
17h 2Od
lc
(
I
XSI
't Zz:$
Ag:
G:gL! "f
i$'"
V001tOEKOBIBM IiEROEPEK,
i i 584L!
U U D ~ ~ I J V EOP N TAKKEK VAK DIENSY \VAABTOE DE UEítOEPEN ílEi3OOltEK.
llb 5c 3 1g 32 1.5(l l b,l 18rrld 10
n
I
300
b
Ralltbereider. Knlltblusscliei~. n
n
ICniiiiiieiiimjjgster, I(niiiiii eiirjster. Rnmm anlrster. I
ICnatooi~l~oelreii, I~niitoorlooper. Rruitrechter. Fnn tsclir~ver, ICniitster. Rn11t\\~erlrer. n
Icnll~lllllilr, :[ïnpelnnii. ICnl~iteiii(stooiiiboot),
4f/ 4n 14.n l7c
n
(Ci~i'toiifnl~~.) (Rnfii nnc1ei.U) 4th (iì'tetselvnli.) 16 (Fnl~r,vnii Irnlli.) 17c (Rnfiiinclerij) 1b (ICnllrfnbr,) 4a t Hoiitceiiieiitclekker) 140 (Cnrtoiifì~br.) 16 (IZnlbfnbr.) 27 (HuiselUlre clieiist) 248 (Vrije 11e~oepeii) 4 c2 (Reiiiigiiig) Ion (Gasfnl~~.) (lJotel\vezon) 218 (Z ~~?nvelzuurfal~r.) 5, 20b (H nii del) (Fnbr. vnil lrniiin~eii) Gc (l\'letnnl\~?nreiif~~l~s,)l lb (Fabi*. vc~iikntoeii) 15c 15c I n n liic n n (Sajetfabr.) 15b (Fnb vnii lrniiiiiieii) uc li6 n n Gb lic
.
l 7c 17c
la
n
I
I
(Fnbricage) (Hniidel) (Houhngailjj) (H~lïsdieiist) (Reclits\i~ezen) (Hnadel)
n
n
(Slsoort~egeii) (l3iiiiieiivnai.t) (Zeevnnrt) I I
n
16.
4c
(Fiibricnge) (Espeditie) ( P~~lrltisteiiSnl~i~,) (Uierfnbr,) (Elikii~dustrie) ( I
I<artoiiilages, IITni*toiiwerlrer. 1Casgeleider. Knsregisters. Kassier.
(Biei'fnbr.) (Pniiiieiifnbr.) (Boterfrhr.) (Hniidel) ~ T I t~ve~erij) L~I~~ Voeriiiiiiisl~ecli'~jf] I\'oíiiebrniiclerii) (VerIr eer) (\Terschilleiicle iiicl. hni~delstnlrken) (k'td~ricnge) (Fnbr. vnii cnrton) (Spoor~vegeii) (Hnnclel) (1Cassierder~) (011 eeii geldlrniit oi (Cni*toiifnbr.) (I
VOOIIOEKOHEX 1{EltOEtJEK.
UEUltIJVEN OF TAKlcEl VAK LllENSY IVAAll'l'OB DE IIEBOEIJEN UEIiOOREh'.
ia24
~ $ 4
Knclielsiiiid. I
cc
i(;f Q
i P)
$+g
I(
I
.
l
c
d g
n3 go
ig o &!
iip
ICnstrandei~irislnni~des~(Pa~~ierwa~enfubr,). 14b 20b l<etelscliooiimnlrer, Ketelslooper, (Hniiclel) I
i
a 3s $ e
.
(Carton fabr,) (Hniiclel) (Z~Vnvelzuurfal~r.) (Pnliierfnl,r.)
14a 20n , 5n 14a
14n
n
(Tricotfabr.) (SterkerU) (Goud- eii eilverfnbr.) (Fabil, van lrntoen) (Kntoenspiniier~) (Fabr. vnii lrntoeii) (I3 nli del) (HuiselUlre clieiist) n
(TVnscli- ei1 strikiiir.) stoffenv verver^) . (I~ni~clbo~iw) (Rjl~sdieiist) (Qeiiioeiite dienst) (U iezelgrnverU) (7TTntersclin]~sdieiist) (Boelrhniiclel) n
(Hnndel) (I-Ziiisel~ke clieust) n
n
!
(Hniidcl) n
(S nikei.fr~11r.) n
(Jen everstokerg) (Signreiifnlir.) (Zuivelfnbr,) (Kisteiimn1rer:ij) (Cnrtoiifnl~r.) (Pnlrl~isteiifnl~r.) (Sigareiifnbr,) (Tnbnksihbr.) (l3ierhnndel) (Signreiifnbr*) (Aardewei*kfabr.) (Stoelei~fnb~.) (Pnlrlristeiifabr.), (Wnscli- en strglrinr,) (B~ekdruklce~ij) (Vrge beroepen) (Hniidel) (TnpijtwererU) I
15c 15d ll a 15c 156 lbc 20c 27 L7 'ia
7c 1 S0 390
319
1~
32 200 2Oe 20a 27 27 Boy . 2Oh 17c 17c 17n 17g l 7k (tci
14n Ga 178 17s 20c
179 1d Ga Gn 'ie 3a. 248
Y On 15c
l 5c
2"I i X
?z i? L,,
j'
,*7!**.,
.',?.F ;; .,,v.,'.*,.
i
,..S'
,,,{
_
<,t,YJ
.
,. At", ,,'.>S9 :?\Y
.;.
.
.*
c. ' ...i,-
.*r
.-.. '.
U X.'.\. (k*
i
At, 4 i1 3 V001iC;E1;01\1IN REROBPEK,
IIBI)l1IJVBN OB Ti\KKIN VAN DIENST WAABTOE Dii, lIBl1OEi'E~ nIiiOOREN.
Agd
" P :g
.aC e $ N
0
d
Q
8~
a 0e a!i
13EDlliJ\1EN OV V O O i i U I i ~ O ~ í E NUEllOE?EN.
!
VAN
;
.
.,..7"
.. 'F;'
.J.,, .v
8* Q
i4 s % a 0rr
1)IENST lVAAl1TOB DE IIKl1OIPEK HE1100RWIi
.;
*,t:
,
,: , , .., ?L j:
Kleeclerlrolrer. Rleecljesiiinlrer. Kleereiilimclelnnr, I~leerinnlrer, I
(Wuscli- en strUlrini:) (Tnpit weve$) (Fl aiiclel in Iileecliiig) (I
n
lc 16
(Pnliierfnbr,) (S teeilfnbi*.) (i3uizeiifnbr.) n
(L't~nileiifnbi*.) (IC uiperi) (Geiileeiitelijke dienst) (Cnpsulenfabr,) (8outbe.w.) (iMnrgni*iiiefnbr.) (Tnpqt\vevei*ij) (ICntoeii clrulrkei~jj) (Fal~~icnge) (Cni*an~elfnbr.) (M~chiiiefnbr.) i (Sdieepsbouw) (Fabi.. v. lsliiilrnngels) n
n
~
2Ob lc l r%
'I
Klei werker, Kleiii weYlser. Klepperiiinn, .Kleurster, Kleurcler,
7c 15c 20b 7(1
(Piibr. vnii bouteii) (Hniiclel) (l~nbsicnge) (Reliiilioedenfnbr.) (LCuiistnijvei.lieid) (Fnbr. vnii klolrkeil) (Hnn clel) (E'nbr. van k!oinpeii) n
n
Ic t (r! lc Ic 140 lc Ic 1c
Klossenopzetter. KlosseiisnUder. Klosserispoeler.
.
n
IClosjesspoeler. IClossenwiiiclster. Rlui tsclirnpper. Klu.wenster. Kluweiiwinclster. ICi~npiii. Rnetler,
1 i:
Gil
3 1 (i
llb Gu
17l 1tc 15cZ 5r1 l76 1211
1 l l6
18th 116
Iiiioopeiibrnuder. IC11oopeiiiiinlrer. l l 6 Kiioopenmnnlrster, 20ic SCnoopeiiopnanistoi~. 1Bd l<noopenzetster, 7(1 Knoopster,
Sb 1 2cl 206 Glr
64
(S~~jetftibr,) (Boiitweveri) (Fnbr. vnn lrntoen) (Bontwever$) (Tnpgt\veverij) (Rnnrseilfnbr.) (Glns- eii spiegelfabr.) ( Pnpierfnbr.) (St~,jetfubr,) (MNPIC t wezen) (Mni*gnriiiefnbi*.) (Sclioeiismeerfnbr.) (Ptipierft~br.) (E orstelfnbr,) (Strooliulzeiifnbr,) (Coiifectievnlr) (Blilriiicl~istrie) (Leestlrlnnr sclioeiimerk) (kIni1telf'nl~i*,) (Pt~rnl~l~iiefnl~i*.) (Vertind en geëiiinil. 3ze.r) (Tnpgtmeverg) (Tsicotfnbr.) (I
4
(Pnssenieutfnbr.) (Fnbr. van lriioopeii) (Scliueilfnbr.) (Stroohulzenfn,br.) (TnpUtweverU) (Zijclei1 netteiifni~r.) (Cnrtoiifnbr,) (Snjetfabr,) ( Veehouclerg) n
(1Cerlrelijke dienst) (Zeevissclierij)
35c
(KerlrcliJke dieiist) (Fnbr. vnn katoen) (Ju tefabr*,) (Fabr. van lrntoeil)
33c. I Sc
1
(Fabricage) (Handel) (I~oekbnlrlrer~) (OlieslageriJ) n
I fic
Y
ltc
'l
Koekinmnker. Iioelïjoiigeil, ZCoelrn~nker. I
LCoelrzager. Xoelelidrnger. Roeiuellrer. lr'oester, ICoetsier, Iioemnchter. Kofferiilnlrer. Kofie. TCoffie (gezette). Kofiiebrniider. ICofiiel~ooiioiizoel~stes. Roffielieliuisliouclsi~. 1Coffieliuisbei~oocligdlieden. Koffiejongeil. n
(Knnilseiifnl~r.) (Olies1nper!) fl
1 8
n
56 5b 56 50 5b
KoleiinftrekIrer Holeiibraiicler. Roleiib~vnni~dcr, Koleii drnger4
56
Holei~lrr~iier.
n
52, L~oleillossei..
n
( Aarcle~vei*lrfnl~r.)
(Glnsfnbr.) (Olieslngei$j) (l'n~ierfnbr.) (\~eelioticlor~) (Papierfnl~r.) (Stnllioucler~j) (Vcelloudcrg) (ICofferm nlreiqij) (Hnnclel) (\Tei*lcoop) (Roffiebrniicler~) (l
ICoffiemoleiis. ICoflieiiioleiisclierper. 1Coffiepeller. Ko£[iesorteerder. n K~fiieve~lees ter (pikster) (l(ofIiebrniic1erij) I~ogelsiiiicl. (IJzeriiicliistrie) (A spli nltfnbr.) Icoker. 8 (Lnlrfnbr.) (lCnni*seafnl~r.) (8clieepsl)oiiw) (I3leelrerij van stukp.) n (Knnrl~fnbr.) (Sirool~fnb~,) n (Appeleiig eleifnbr.) n (Distilleercler~i) !l Kolrerpnpiersii~der, (I
I
(Pnpierfnbr.)
l cl la tO
14a
i
Kolei~prnepnrnt~ice. Koleiir~cler,
.
.
. ...
..
.,-
. , b
I>
.
(Houtzngesij) (Kntoei~spiiiiierij) (Anrclwerl~fnl~r.) . (Cni4toiifa1~ra) (Electrisclie gloeilnmpoiifnbri) (Cni't~iifnb~,) (Gist- en spiritusfnbr.) (Koleiiiil~n) (Zee~nnrt) (Z:iivelfnl~it.) ( ~ i s t eii - sr;iritusfabi*,) (RnfiiinderiJen) (Electi.ische gloeil niiil~enfnl~i+~) (Steeiikoïei~~i~Hii) (Reinigiiig) (EIniiclel) (Ani*d~~~orkfnbr,) (FTniiclel)
.
.
. d,' *:
. ,, .. .\ , ., - . . . .. ... .,. .A,
.
.x...,,
1I 126 14n ,1791,
!
*
#.,,>
. .. ï*
.., , -. .,,-
21c 17k 179, 17c
.., ,.
,
,r:
'i
.
.
'
'Y'
f .
..,
126 106 4a 20c
,
1d
$1
,, ..<
,..
209
.
. I,,w,1. ,t
.? -.*I
b:.
'
"t
(. . . .si .,.
.
.-,
i, l
<
.\
/
,A!'
, .,
G,,.
.:c:. : ;p I
i
'.j
"
<
.,s,? , . .i:
r i i
.,
(FiJx, vnii verdtiiir-
!i1
snniiide 1evensiiiicId.) 17,q (Fnbr, rnii briquetteii) 1Ob (Fnbri cnge) Bcc
.
200 17d 14a
I
.
r
'
bn
'I
/
,,;v*\
I (Fiiir. van bsii~ietten) l o b (Blect.gloeilnnip,fabr.) 126 '
>c;
'. ,. ,
206 (Jncht) 19c (Elect.gloeilaml~.fnbi~.)121) 12b n n 12b 122,
(Bnildel) (Sirool~fnbr,) (Cnrtoiifnbr,) (lqnbr. van uoedingsii~icltlelon) (Fnbr. vali vercluiirzaniiide levensmicld,) (Handel) (Fnl~~icnge) (Pnsseiiientfnl~r.) (Tou\vslngerij)
.
.
, :',: ... ,
L
99
v
',l. :.
. , d .
I
.
.,
. '
.
1
.
!.;
,. .
,;,:
i'
>
? ':
L;>:
176 17g 20a 15e 1Bc l tf 15f
O <
,'J
ij
Jì l <.j
,
i.
AXI V
I
o>
BEDltIJVEN 018 'i'AKWEN VAN DIENST WAAIG'POE rd * ,a DE BEROEPEN nEnfJOIiEX.
g
Q':4 & ja-
I
IZoorzniiger.. Koper. Hoperdrnadwe~lr. ICoperdrnnier. Koperforceur , Kopergieter, Kopergraveur. Koperpletter, Koperslager. Ko~ersiiielter. Iiopers telier. ICopervornier. Hoperwerlinialror.
ICrnaienkeerder, Krnnililrnaier. t I
8
VOOltUEKOBIEN IlEIlOEPEN.
BI1)IITJVEN OP 'I'AI(liiCN VAN I>IENST WAAltTOE nE IiElLOEPEN IIElTOOItES.
/
i
IIEDRIJYEN OP 'PIKKEN VAS DIENS'! W,\ABTOE 1 1)E IIEBOEPEN 11EBOORES.
VOORGEKOMEN BEltOEPEI.
DEDlCTJ VEN OF TAIiKEN VAS J>IBSST \VAARTOEI d o> nu BEROEPEN n ~ n o o i t ~ ~ , X
8
i4 $ 4
1
(Kerkelilee dienst) (Haiidel) n
(IC~peril~nnier~) (Fabr. vnii mnchiiies) (Metnalwtxi*eiifnbr.) , (Anrrle\verkfnbr,) (IC~perplette~g) (Metnnlmureiifnbr.) (Ko~~ergieterij)
33c 2oi1
201~ 116 1211
116 ld l l0 1 1O 111)
l lB
n
(Wxersniecler~) (Fiibr. ,vnii riie tnillwnre11) (Anrd werkfnbr.)
I
L
lyt:8
11b llb 1tZ
ltl m (EIeiwerk) 411 (Zeovissclierij) 191l (Grnniihnndel) 20c (MoelfldJl*.) 17~ (Grnniihniidel) LOC (liorfiilnlïeri) Gb (.I.i.~br,.vali wolleii gnreiis) 10b 33c (1Cerkelijlce clielist) (Onderwijs) 15 (Frtbr, van voedi t i p iiiidileleii) (Fnbricnge) (Uaiiilel) (Pnbr. vnii kousen) (Gasgloeiliclitlco~~seiidil fi~br.) . Kiiilruimer. (hiidbouw) l s o I
n
I (Verpleging) (I
Sc
(Snjetfnbr.) (RntoenspianerU) (Sajetfnbr,) (Dekeustilïker~) (IC'ntoenspinner$) (Siqjetfnbr.) (Ju tefabr,) (Mnchiiiebbi*+) (Broodbalrkeiljj) (Opciibare wei.lreii) (Hniidel) (T iiinboiiw) (Vrie beroepen) (Hniidel) (Stee~ifnb~,) (IColeiin~~jii) (H~~toeiispiiliiei~j) (Kntoeiifnbr.) (Zuivelft~br,) (Spoorwegen) (Expeditie) (Buslrruitfnbr.) (Fabr, v. houtwnreii) n
J
(Eleetr. gloeilnnipeiifnbr iel<) ( Vori~iiccllifnb~.) (Fnbricnge) (FIoiidel) (Fiihr, vnii IïrUt) (Olic- ei1 stopverfiii nleeilij) (Iteiiiigiiig) (Iïiiiperij) . (Paiiiieiifnbr.) (Fi~bricage) n
(Ht~iirlel) (Distilleerclei*ij) (Linoleiinifnbr.) (lpnhr, vuil lrurlr) (Fnbricnge) (Hniidel) (~nbrick~e) (Hnndel)
(Fnbricnge) (Boelrliniidel) (ICiiristiiijverheid) (Fnhricnge) (Ha11del) (Vrije beroepeii)
(Eiectrisohe gloeilnmpeiifnbr,) (Zeevanrt) (Spoorwegen)
9
Lniiipeiipnkster. (I'I1111del) (Fabricage)
Lnnipenpoetster. Lnmpenrozeiimalrer, Lnmpenmatteerster.
.- .
I
Lniidbouwer. Lnndbouwgereedsclinppeii. I~niidboumkundige,
~i~inst~s: n Hwnhnlver (in lïrtiicleii) (Vrije beroepeii) 1C~vartiermeester. (~eev»ni*t)
1
n
Lnailkiieclit. Lnarzeiistilïster. Labelniaalïster Lnder.
.
(Meelfabr.) (Schoeneiifttbr.) (Boelrili*uklrerij) (Binnenvaart) (Zeevaart) (Spoorwegen) (Binnenvnnrt) (Zeevnnrt) (Fnbricage) n
n
Lskenpliiister. Lnkeiisclieerster. L~tlcenve'ver. Lnkeiiwever. Lnlzker. Lakmoes, Lakstoker, n
Lnkvoi*mer, Lakwerk, Lampen,
I .
Lniidl~o~iwvleerner. Lniidboumproducten. Lniidbouwwerlctiiigeii.
17~ .9b
l i?; 21c 2ln 2111 236
Ei 6 1 5c
206 l bil n 15d (Wolver verg) 15d (Fnbi*.v.wolleiistoffeii) 15e (Liiioleiimfabr ,) 9, (Fnbr, v. ijzereniiisubels) 111) (Fabrikanten) 5d (Lnlcfabr,) 5b (Olie- eii stopverfiilnkeri) 56 (Blilïii~dust~ie) llb (Lakfabr.) 66 (Fabricage) Gn n 12d (Ha~idel) 20d (EIniidel) (Appreteerderij)
(Steeiidrulslrerij) (Fnbricnge) (Hniidel) (Electrische gloei1niiipenfnbr.ì n . 126 (Fabr. Y. pnpiei.wnren) 14b (Electrische gloeilaiupeiifnbr.) 12b (Laiidboum) 1Sa
(Hniidel) 2 01t (Aai*clnppelii~eelffib~.) 17d (VrUc beroepen) 2411~ (Stnntsdienst) , 29f (Haiiilel) 20c (Fnbricage) 12a (Verl~uiirde~s) , solt (Rijksdienst) 2916 (Pni.ticuliei*) 24e (Gasfabricnge) (Gemeente dienst) (Houtzngeri) 6a IT~irfst~ooiselhbr.) 10c 1 oc (~outhn~del) 20a ( Vleesclihouwer~) 1716 (Riksuniversiteit) 29 f (Hnndel) 20a
(/ ;a:
n
Lutteiiilrogor. Lntteiilegger. Lattelizager.
ebbe r.
Lector. Leder. Ledercoiiserveeriagsnrtilïelen. Lederivnreii.
(Handel) (Fal;iaicnge)
n
Leednnnzegger. Leep. Leeinbeslager. Leenidelvei*. Leemgrnver. Leemkruior. Leemvormer. Leemzalid. Leemren (privnnt). ,
l
2 0th gb 3 012
u I
>I
(IJzeriiidust?ie) (Handel) (Ondertv\tijs) (Bijzondere school) (StnntsonderwUs) (Gemeente oiiderwijs)
IC llb 20n 25 ,25 29f 3 la
--
Ag:
{$:e UEDIIIJVIN OF TAliKEN VAN VOOHOEI(0MEN BBIGOEPEN*
1)IEIST WAAllTOE
1
(Gusmeterfnbr ) .d Liiiieerder, (Boekbiiider~j) (I~iiiistii~vel~lieid) Sc Liiiiie~i. (Fnllricnge) (Briquettenfibr,) 106 tl (Ht~iidel) B zadel mal re^) Bb Liuiieiimeid. (HuiseliJlre dienst) (Sclioeiimalrer~) 9b Linnenmeisje, (Wascli- en sti-dlrinr,) (Leerlooiei*D). Ou n . (Hotelwezen) (Leerlooierij) ga Linnenperser, (Kntoeiift~b~.) (Sclioennialrer~) OI, LiiiiieiistriJlrster, (Confectievals) (Leerlooieri) 9,s Liniiuiiwassclier, (Bleelr erg van stukg.) (S~lioeiifnb~,) 96 Linneii\vevar, (Fnbr. van linnen) (Leer1ooieri) !la Liiioleuiii. (Fabricage) (Pnpierft~hr,) 14n Linotype-operateur, (Boolsdrulrkerij) (St nu iolfabr.) 11b Liquidateur. ('Vijje beroepeii) (Handel) 20e Liqiiidatielsas, (Persoiieel) (Bou\\fvnk) 4a Liiit. (Fnbricnge) (Handel) 2012 (Hniidel) (Toiiwslager;) 15/' Lintaftrelister. (Ban dfabr.) (Fnbricnge) lI b Liiitendrukster, (Pettelifabr.) (Cloucl- en zilverfabr ) I l n Liiitopiiiankster. , (Bniiclfnbr.) (Fabricage) fin. Lintwerker. !Pnsseii~eiitfnbr.) U R6 U (Li~itfal)~,) (Handel in naaiLintwever. n iiiachines) , 20h W (Bnndfi~br.) (Lettergieterg) llb Liatz~ger. I (Meubelfabr.) (Vrie beroepen) . 24f Litliograaf. (SteendrulelrerU) (B~ekrl~ulrlrer~) 3tr U (Metanlwarei~fal~r.) (Wnscli- ei1 strUkinr.) 7c Litliograpliisclie steen. (Hriiiclel) (Hniidel) ' 20u-/L Locoiiiotie$oetser. (Spoorwegen) 20c Logenieiitlioitder. (Wotelwezen) n I (Fnbricage) 5b Loggieter. (Ifnnrseiifabr,) (Htliidelj 20c Lokalen, (Vei.liureii) (Macliiiiefnbr.) l.2a JJoinpeii. (Hanclel) (Zeevaart) 3 1c Loiiipeuclrnaister. (Papierfabr.) (Pioneiivnart) 2In! Loiii pengactrder. (Loiii~eiiliaiidel) (Loods~vezen) 29/11 Lompeilhapper. (Pn~ierfnbr,) (Hniidel) 20e Lompenlrolrer. U (Vrije beroe11eii) 24k Lompenpoirii~er. (Loinpenliniiclel) (Mncliiiiefabr.) 12n Loiiipeiischeerster. (Pngierfal)r,) (Zeevaart) 21c J~ompensclieurster. I 2 1c Lompeiisngcler. . ) 15c Loinpensorteerder. n (Electr, gloeilampeiin (Fabr. v. poetslratoeii) fabrielr) 12b Loiilpeiiwnsscher, (Papierfabr.) (Vrge beroepen) 24s Lood, (Handel) (Papierfabr,) 14a Loodnniibrengster. (Cnpsulenfabr,) (Fabricage) 171r Loodbrniider, (Zvavelzuurfa'br,) (Haiiclel) . 2Oc Loocldranier. (Scliildervals) (LikeursiokerU) li?b Loodgieter. (Glasfabr,) (Fabricage) l7la n (Botiwvalr)
Leereiinlalrer. . Leergraveur. Leerliouwer, Leerlnlrlrer, Leei~llcle~~cler. Leerlooier. Leersnider. LeeruitsnUder. Leertouwer. Leerverwerlsster. Leerwassclier. Legger. Lepster, Leien. Leidekker. Leiclsels, Leiclselnialter. I~eilinlreu. Lepeliiialrer. Leesten. Leestlrlanr sclioeiiwoi:k, Lesjuffrou\\~,
l
'
'
'
,
,
I
Lettergieter. Letterlruiiclige, Lotterzehtrr, Lettei*\\rerlïster: Leurcler. Lever, Levertrain. n
Liclitclrukker, Liclitmacliter. n n
T~iedjes, Liedjeszanger, Liereiiqialrer. Liergttst. Lierstoker. Liftwerlrer. Lilslrer. Likdoo,riisiiider. Likmalrer. Likeuren. n
Likeurstolrer. Linioiincle,
C
i
,
tifab fa br
2 $2
1.1EDItIJVEN OB Td\KKEN VIS IliENST WI\IICFOE IIE IIEItOEPEN IIEiiOORES.
V001~CiEKO~IEIBEHOEPEN,
I)
14) l 51:
201) 27 7~ 2 19
156 1 (t
p
15d 150 9~ 311
248 22
l Ze 20b 156
'ia
Loodgieter. Loodpletter, Loodpunter. Loodsmelter. LoodsnUder, Loodsen. Loodwitwerker, Loodwit.
TJOO~. w
Loop\vacliter. Losninalrster, Losser. n
Loteuverlrooper. Lotergbriefjes. Luchtballoiis. Liicifors. n
lte 15e 1 Se 15e
Luxe-nrtilseleil, Lim.
2011, 21a
14 n . 2Oa
14u. 14u 2 Oa
14n
!l
Lijlilgieter. Lijnilroker. Lininiaker. LMmsiecler. LijndriJver. LUnlroekeii. -9 Lijiilroelseiibrelrer. Lijnlooper, Linveger, Sranwnchter, :Ljjnwerlrer.
140
)t
14th 1.4ct
15c 140 20a 116 5n.
4b lc
4a
n
(Loodgieterg) (Loodpletterg) (Loodgisterjj) (Birineiivaart) (Fabi*, van loodwit) (Pii.bi*icage) (~ondel) (Spoorwegen) (Pi~pierfnbr,) (I~iniieiivnnrt) (Zecvnnrt) (Particuliere) (H niidel) !l
(Fitbi+icege) (Hriiidel) (Fabricage) (~nnilel) (Lijiilft8bi8.)
Gn
14b l lb
(Loodpletterij)
n
Lijsten. Lijstensnijder.
'
(Papierfabr,) (Stijetfabr,) (dppreteerclerU) (LUnifabr,) ( lJnpierfabr,) (i+Jzerindustrie) (Fnbr, van 18m) (Veenderi) (Fnllr. van olie) (H nudel) (Meelfabi*icage) (Spoorwegen) (Tr nniwegen) (Telegrafie) (Spoorwegen) (Tramwegen) (Telegraaf) (Fnbricnge) (Fabr. vnn lusteli)
IIEIIICIJVIN OF TAKKEN VAS JIIESST \VAAR'i'OE IIE IIElZOEPEN DE1100RES.
i\lnchinebnos. bíncliiiie-bankwerlrer. Mncliiiiebehoefteii. Mnchiiieclijjver. Macliiiiehersteller, Macliinemoclelnialrer. 1\IIIncliiiiooppnsser. Machinist . Mncbiiiepoecler. M~rcliinepoetser. Macliinesiiieerder, Mncliinestikster. Mncliiaevei;liu~irder, Mncliinevoercler. Mncliinewerlrer. Macliinewever. Macliiii eri8n. Mngaz~iilriieclit. Magazijiinieester. Mngiiesietiiieler. Mag~letiseu~. Maïs Iroelsen , Mnlselnnr,
al;*, n '
n
Naltose, . Manager. IJraiideiirnalser, Mandenwerk.
IVIniigelliedeii. Mniigelmnkers. Mnngelster. Mnn~elvrouw. Maniciire, Maiitels.
M. Manlder. n n
n
Mantopnemer,
(Pannenfabr.) (Cnrtonfabr,) (Wolwnsscher~) (Cichoreifabr.) (Zeevnart)
n
Mnrgnilineweger. Marketentster, Mnrlctgaarder,
a
(Pniiiieiifabr.) (Mnchinefabi*.) (Hniid el) (Diiininiitslijpei~U) (l
(Petteiifabr,) (Handel i11 macliines) (Prtpierfnbr,) (Steelifabr.) (Xntoenfnl,~.i ( I lnnclel) (111verscli. bedrijveil) n
n
(Lei1or~abi*.) (vrije ,beroepen) (Hrciiclel) (Ilnii del) (Effecteiivnk) (Verfstoffenfabr.) (tlnrclappeliiieelfabr.) (Chocolac1efabr,) (Fabricage) (Manden fabr,) (Liuoleiinifnbr,) (Fnbricnge) (Hnnrlel ) (Wnsch- en sti*iik" inrichting) (Reiniging) (Fabr. vna hoiitwaren) (Cheiii. wasschorij) ( Tricotfttbr,) ( Vrge beroepen) (Fnbi*icnp.e) (~nlidel)~ (Pilbricage) ( Handel) (Stnntsdiei~st) (Fnbricage) (Hnndel) (Margnriiief nbr.) (Krggswezen) (Mnrktmezen)
20b lbc 2Ob 29i 171 20c 171 2% 21h
--
-
L 8.g VOOliOEiiOME~ UEllOEPEK.
Mnrlct liieester. Mni*iiierpolijster, Murmurscliilder. Mnriiiersliper Mnriiierwnrcn , Mursenialier, Mer~li~niiier.
I l E D l ~ I ~ I V lOP b TARKEPI VAN 1)IlPIST WAAlV1'OE DE UBltOEl'EK DEHOOREN.
%l:, 6 5
z
VOOltOEKOhIEX BIltOEPEE,
'.
i o1 8 laer
(Marktwezen) 2 1h (Steeiiliouwe~ij) 4n (I~itiiststeeiifabr.) lc (Stoenliouwer~j) 4 r/ (Fnbricage) 4a (Aarcle~vei%fubr,) Ir/ !IJniidel iii verscliill, ,' wnreii) 2013 Masseur. (Vrije beroepeii) 14s Mnsteniiialrer , (Blols- en iiiastiiiakei*ij) 13a n (Fnbr. vaii wapeiis) 12e Mnterinalopwilrlielster. (Electr. gloeilampen126 fnbr .) Matheil, (Fabricage) Gb 20d n (Handel) 66 Matten (rieteii). (Fnbricage) (Matteiifnbr.) Gb Mat teiidrogsr. irb Nattenmaker. 9 60 Mntteiivlecliter. n 6 (Stoeleiifa br,) Matter. Mntrasseiininlzer. , (Fnbr. van beclclen eii 'ib ai tbtrassen) M~~trozeii. (Zectvnnrt) 21c n (Biui~eiivnart) 2 1d n (Krijgswezen) 2 91' MatriJzeniiinlzer. (Metnnlwarenfabr.) 112) Mnaelb. (Mncli. breie4) 15c m (Tricotf~br,) 15, W (7Volleiistoffenfa11r ) 15c Meclit~iiicieii. (Werlituigfnbr.) l ?c/ Meelrrnl~. (Fnbricnge) 5d (Hnndel) 20a 't (Me~li~npfabr.) 5cl Meeltrnpdrnger. (FIaaclel) 20c Me el, n (Fnbricnge) 1 7 Meelnc~iislnniiclei.. I Gist- 011 sl~ii+itusfnbr.)1'iq.l Meelclrager, (Anrcln~~l)eliiieelfab~.)17rr' Meeldrooger. n 17cl Meel;0 r nvei'. n 17d Meellii~ecli t. (Oliefnbr,) 5b Meelilioleiinar. (Fabr. vnii iiieel) 17a Meelschipper. (Uiiiiieiivaart) 2 In! Meelscl~iiiver. (Anr~lnppeliiieelfnb1~~)17d Meelspitter, W 17d Meelstoii~\rer. lc Meelti*elslser, (~ijst~~el1ei.U) 17a Meelweger. (Bnrdappelineelfnbr,) 17d Melk. (I1aiiclel) 20c Melk (gepnsteuriseerde) (Fabrileniiteii) . l 7k
.
Lt.
4 z :$
i$
UEDlIIJVEK Oir TAI
g Ce 4
Mellrl~e~eider, Mellrboereii,
(Ziiivelfabr.) (Haiidel in iiiells) n (Vccliouderg) Mellsbussenroiidbrenger (Z~iivelfab~,) Mellicontroleiir. n Mellrdrnag~te~, (Mnrgnriiiefabr.) Melkeniiiieranildrngei*, (Zuivelfabr.) Melkgieter. n Mellslriieolit. Mellsnieiden. (veohkdei~) (Zuivelfabr.) Rlelkiiieter. w
)t
Mellsoutroonier. Mellroiitvai~ge~. Mellrproclucteii. Mellzrijder.
n
(Fnbricuge) (Zuivelfabr.) (Expeclitie) (Hai~clel iii voecliiigsiiiiddelen) (Fnbricaye) (Zuivelfnbr.) (~ee~ioucler~) (Zuivelfabr,j
Mellrstiilteï. Mollitapper. Mellivaai*der. n
Melkve~koeler. Mellr~veger. n n 1
n n
Mergelblolrl~relser. I!ierltster, Messeii. ~ n Messeiiiiinlier. Blesseiiv~ler. Mesting. Meststoifeii, Metnall~ernerkei*. Metanldraaier. Metnaldrulilrer. Metnnlgrnveerder. Metaalgieter. Metnnlscliavei*, Metnalsiiielter. Metnnlslgper, MetnnlsiiUder, Metaalvci.gulder~
a
n
Mellcilijter.
Meligei*..
BEDRIJVEN OF TAKKEN VAN DIENST WAARTOE UEROEPEX BEHOOREN,
VOOItOEKOfiIEN DEROEPEX,
I
l7k 20c 186 179 l 7h lil 17h l7b 17h 1Sb 17L l 7L 17b l7lc 1'ik l7k 2'f
20c 17k l 7k 18b l'ilr 2 17k n 171c (Morgariiiefal~r.) 17l (Zeeppoederfabr.) Sb (Guniiofnbi*.) 5d (Liiiuleuiiifa~.) g(! ( Broodbnliliei*~j) 17b TTei~iiiicellifa1~r.) l7D (Grnverij v, aniid enz.) l@ (Cnl~suleiifnbr.) l16 (Fnbi*ikaiiteii) 18d (Hniidel) 30d (Mosseiifabr.) IIi, (ltnflinaderijen) l'ic (I-Iniidel) 2 06 n 20n (Metaalwarenfabr.) 111) (Mncliiiiefnl~r,) 12cc (Blikiiidustrie). l16 (Glas- ei1 spiegelfabr.) l r! ( Wnpeiifabr.) 12s (Mnchiiiefnbr,) . 12a ('s ltiks iiiiiiit) 291r ( M e t n a l ~ n ~ e i i f ~ ~ l ~ r11 , )b n
112,
9
116
Metnnlwareii, e 4
Metaalwerlrer. Meetster. Meter.
DIENST \VAAllTOE
12b 2Od 2011 (Fnbricage) 112, (Fabr, v. Metanlwareii) l l b \ (Boiit~eve~g) 15c I (ICatoenverve4) lt d (Bnllastiiiantscliapp~) 21c I (Qasiiioterfnbr.) 12d (Ga~fnbn) 160 (U tuiiieterfnbr.) 12d ((tasfabi.) 16n (Gn~iiieterfab~.] 12cZ (Qrnniilinndel) 20c (Houwvnlr) 4 11 (Steenlcoleuni~jii) 106 , (Fnbricnge) lc (Hnii del) 2014 (lpabricage) 6a (Hnndel I 20d (Fabricage) 66 (Hniidel) 20 t i (li'abi., vnii iiieubels) ' 6n
Modcliiinker. Modelschilder. IvIodisten. Moereiiiiialrer. Moertapper, Moezers. Moffenstolzer. Rloleiinni*. Moleiinar vali verfhout. , (schors)
,
(Stoelei~!abr.) (Aardewerlcfabr,) (Kleecliilgiiidustrie) (IJzerfahr.) a
(~icl~~seifabr.) (Anrde~ve~kfabi*,) (Glns- ei1 spiegelfabr.) w i Vei*fstoffenfabr.) I (Houtbewerking) Meterniaker. Meteropiieiiier, w (Lederfabr.) W (Pnpieilfabr.) Meterscliildei., Meter viilleil, n (Meelfabr.) n n I (Gist- eii spiritusfabr.) Meter-weger. n (Cncaofabr.) &Ietselnnr. i (Fnbr, vnii veevoeder) n &lol~iibnas. I (Openb, weslceii) Metselsteen, n ! (Baggerwerk) (T;VolleiistoffeiifRbr,) r Moleiiboeiider, Meubels. Moleiidekker, (D ellrers) 8 Moleiidranier, (Dinniniltslijperij) . Meubelen (rieteii) Moleiijongeii, (%eeppoedei0fabr.) n n -Moleiiniakers. (Boiiwvnlr) Meubeliiialier. Moleiisteeileil. ' (Fnbricage) Meubelrualrersfourmolens teen scherp ei*^. (Stcei~liouwer$j) ' (Haiidel) iiituren. 20cl Moleiistellers, (Moleuii~alrei*i) Meubelstoffeerder. (Meubelu~nlceri) 6c1 Mollenvangers, (Lniidhou~v) 1Od Moiioleïne. (Fabricage) Meubelstofleii, (I-Inndel) Middolliiiecht. (Oliefnbr,) 56 Moiistei%eclieiide. (Tnbalrsliniidel) Mikker. (Rntoeiispinnei(ij) 156 Moiisterznalbedieiiile. W Milriiinlrer. n 15h Moiisterstélrer, (Suilz er11nn del) Militairen. (KriJgsclieiist) 29i Monstertreliker, (Pt~pierliaiidel) ~Iilitiecoiiiiiiissaris. n 29% Moiiteerdci*. (Fnl~r. vnii lrerkornn36 iuen teil) (Verpleging) Miii (voedster). (Fnbricnge) 17111 Miiiernlewnteren. (Cucnoí'abr.) (IIan clel) EOc Moiiteur. (LUiiifthr.) ~ission;ris voor zee- (Vrije verzorging godsY - (Iiíneden- en iiiilitnire liodeii, dieiis tige belioafte) 2 4 ~ equipeiiientst.fi~br.) Mistboer. (Haiicleliii groiiclstoffeii) 200 n (Goticl- en zilvei-fnbr,) Modderjongen. (Oliefnbr.) 51) . n (Byoutc?riewei*lz) Moclderlcruier, (Steelifabr.) . lc n (Metnnlwni.eiifnbr.) Moddermaker. n lc n (Mnehiiiefabr.) Modcler~lotte~. (Openbare \veit1r6n) 4c V (Fabr4 vnn electi*ische (I-Iniiclel) 206. toestelleii) Modet~rtilreleii, Modelleur. i Pali iieiifnbr,) lc W (RUwieleiifabr.) 40 Monteur-blazer. (Metanlmareiifnbr.) (Pleister werlr) . n Modeliiinlier. (Plnteelbnlilreri~ l cl l'loii tuuriiialser. ' (Parapluiefttbr.) I) (A nrc1ewerkfnbr.) l cl Morgeiiwekster. (Verkeer) n (Houtbewerliing) 6n Mosseleii. (Hnndel)
/
!
I
6a ld 7n 116 llb 17f ld
10
5d
Gaa
90
14a 17n l7rh l70 17s 4c 4d 15c 4n
a
a
S((.
n
5b 4a lc 4a 4a lSa, 5cc
S
a
,
20c 20c 20c 20s Se
lie 5(2
7a ll n llo ll b a12n u
121i 12c .ll b
7n 311c 20&
.- .
. -
= - N
YOOItOEKOJIEN BEIEOEPEN*
!5 ii
BEDHIJVEN 0 1 TXKKEN V,\N IIIENST IVAARTOE gg »E BIROEPEN 11EnOORlN, I'!! 2 E'D
E1DI1IJVNN OB TAItKEN VAN V0011UBR03IEN
DEIEOEPEN,
DIENS'!
VOOltUEKOIEN BEROEPEK.
WbAlt'l'01
+
2;;
Mosselvi~sclier. Mosterd,
(Zeevissclieri) (Fabricage) . (Henclel)' IAnrdwerlrfnbr.) '
10~1 Nanis ter. 17g 99 200 q
Id
Nanijuitkouw. N anlrleii.
8
(Stiikndooi*) (Lijstenfabr.) (Openbnre merlreii) t Hniidel) (Gist- en spiritusfabr,) ('Bronclerij) (Rierfi~br.) (Gist- en spiritusfnbr ) (Bierful~r.) (H niidel) (Sclioeiimnlrer~) (Hniidel) (Houtbe~veriïing) (IJzermnreiifabi.,) (Drnnd\~lec1itei9ij) (Gist- en spiritiisfnbr,] (Fabricnge) (Miitsenfnl~~,)
n
Mouleurder. Mouniei8werker, Moiit, Mouter, 4
n
Moiitkriiier. Moiitmoleiinar. lvl-0z'kiil~. MuileiininIrer Muizenvnlleii. Miiizeiivnlleiininlrer.
.
~ u i l l r ov'~iirnnlrei\ r 31iilcler. . . Mutseii, lv1utseiiiiinnlrster, Mtiiseiiplooier. Mutseiiwnschster, Muiirtegelmaker, Muziel~hn~iclelnn~s. Muziekinstrumenten.
(Hleelrer~van stiilrg.) (Sterlrer~) í Viscliiietteiifnbr.) (Onclerwijs) (Fabricage) (Haiidol) (Olie- eii stopveidf'nbr,) (Anrclewerlrfabr.) (Verscli. bedruveii)
n
Na~litblolsiiianlde~. Naclitpotteiimnlrer. Nnchtstoker. Nnclitwnker. Nachtwnchteii (pnrt*). 3 agelgieter, Nagelheeter. Nageljongen. n
Nngellrlinlrer, Nagelpieper. Nageluitzoelsster.
4
(Muchiiiefnbr.) (Drnndnngel- en spUlcerfnbr.)
Nt~gelverti~~ner. Nagels, Nalrijltster. NaIrijlrer.
n
w
Nasclir~ver, Nnslnger. Nnstooiner.
.
N~~tnialrer. Ntlt werker. Nntiiiaker. Naturaliën, Neerslnniider, Nestvischjes. Nestelaanzetster,
NB;:~, ~.
Nnaininchines 4
Nanister (gordgneiivnk n 9
1
i i Fabi*ikuiiteii) I Nettenbreier, (Hniiclel) Netteiidroogers. (Beh niigerij) n'etteiïiiiaker. (Nnni inncliiiiestikstei~) Netteiitnniider, (GnsgloeiliclitlrousenNet~reabe~gerwnreii, fnbr.) (RUt~iigbekleedstei*) (Costiinielifnbr.) (Mniitelfabr.) ; ;evL; ; ; ; : l Noodiger ter begrifenk (DeleenstikIrerij) Nopper, (Tricotfnbr.)
~
(
O.
n
n
24s (Vrije beroepen) (Fabr. v, drnndnngels) 1111 13a (Scheepsbou~v) Ilb (IJ~eriiidust~ie) 12a (Mncliinefnbr.) 130 (Scheepsbouw)
n
(FVnscliinricliting) (Anrclwerkfnl>r,) (Boelr- ei1lruilsthnndel) , (Fnbricnge) (Hniidel) I Muxielrmeester (OiiclerwiJs) Miizilsniiteii, (Vrije beroepeii) Muziekonderw~jze~*s, (Onclerwijs) Miiiwerlrers. (Mijnwezen) ,Mijiiliout, (Fnbricnge) M~11hout. (I-IaiidelJ
Notenninler. Nootmuscnnt.
(Fabricage) (Tricotfabr,) (I
15rc 12n
Observatoren, Oerbrelrer. Oerdelscr.
Officier. n Offi~ierstnfelhoude~. ' (Verkeei*) Officier vnii Justitie, (Roclitsmezeii)
Olieslnger, Oliër vali lrleikoelren,
>t
(Paniienfa1)r.)
4
(Zeevisscl~e~i) (Vischiiettenfnbr,)
Oniwerlrer,
n
n
(Hnii~lel)
I
.
Omzetter.
n
(Bedinfenisw ezeii) (Sojetfabr.)
t9
n
Ontvniigcr vencluliuis.
n'
( ~ ~ r l ~ t « v m e ni i )
EIIltIJVEN 01' 'I'AKKIN VAN DIENST IVAAltTOE
.-
XXXIV
XXXV
!i 8:s
BEDRIJVEN OP TAKKIN VAN DIENSI' WAAlWOE DE BEBOEPEN BEEOOltEN,
VOORGEISOMEN BEROEPEN,
2
BEDltIJVEN OP TAKKEK VAX DIEXST WAAlll'OE DE BEROEFIN BEHOOKES,
VOOltGEKOIIIN BEROEPEN.
IIEDIWJVEN OP TAKKEN V,\N DIENST Wi\ARTOE l B O P BEOOlEE
V001tGIRORIEN BEl1OETEN.
,d a s
2 4 i,& g$ o i,
ek
VOORBEIZOAIEN BIROEPEN,
BEDIEIJVEN OF TAIiREN VAN UIENU'S WAAllTO1 DE BEROEPEN BEE0011EN.
I
Passe~iieiitwerlrer, Pa~teibalelre~. Pnstelleur. Paste~iriseu~, Pastoor, Patroneii (kruit) (moclellen) Patronensii~dster. Patronen (papiereli). Pntroonteelsenaar. Pavilloeilsohipper. Peclellen,
(Passemeiitfabr,) (I~oelrbalrlrer~j (Fabr. v, 'suikerwerk) (Zuivelf~~br,) (I<erlsel, gezinclte) (Fabricage) (Fnbr. v. pal~ierwn~ei~) ( 146 (Anrdewerlrfabr.) ld (Rniidel ) 20b (Fabr. vaii Irstoeii) 15c (Binnenvaart) 21d (Vi*ge besoepeil) 241 (Onderwijs) 291 (Genieent el. dienst) 3 Ie (Sclieepsbouw) 1% (Strooliu~6eiifabr.) 6b a
n
Pelïjongeii. Peklier. Pel leil. Peller. Pelmoloi~anr, Pelterijeii. n
Pen~iea. Peilninglcuiidige, Polls. Penseelen, Penseelsc1ir'~vei~. Pensionliouders. Pepermunt. n
Perforeerder, Perlrameiit. Perronmeisje, Perscloelrreiiiigstor, Persenlosser. Perser.
I
(~al]il&t~e) (Hniidel) (Pwbricage) (Vrije beroepen) (Hundel) (Fabricage) (ICunstn~vei;heid) (Hotel wezen) (Fabricnge) (Handel) (Hoekbjiiderij) (Fttbsicage) (Zweinscliool) (Anrd~verlcfnl~r,) (Rnffiiiadergen) (Glns- ei1 spiegelfnbr,) (Steelifabi*.) (Strooliulsenfabr,) (Olie- ei1 stopverfiilnlzerij) (Eaarseiifnbr,) (Blilriild~st~ie) (Papierfa br.) (Tricotfabr.) (BleelreriJ vaii stukg.) (Wolververi) (Vermicellie fabr.) (StWfselfabr.) (Cacaofabr.) (Gist- eii spiritusfabr,)
'in 206 618 241 20c G6 8b 2 19 17b 208 140 9a 26 ld 17c le lc
Persknecht. Petten. ~uttenmalrer, Pet Itleppeiirnaker. Petroleiim, Petrole~imtoestolleii. Petroleunitonizeii, Plio'tograaf', Photografie-pi*epni*ateil. n
n
Phyl'opatliologisch assistent. Pianisten. Pinno's. Pisiiolrastenmalrer, Pini~osteminer, Piano verliuii rcler. Pilreui* (liarcldraverij). IJilïeur Pilater. Pilclrer. Pilrwerlcer,
5b 51r llb 14n 15c 15d 15d 172,
1
17d 17e 1712
n
Plaatswerker, 91
n
Plrkjongen. Plakker.
n
(1-1aiiclel) (Fal~ricage) (Handel) (Fhotogrnfie) (Fl~bbricuge) (Handel) (Lnl~oratoriuui) (Vrije beroepen) (Hniidel) (Fabr, inttziekiiistr.)
.
6b
(Knarsenfabr,) (Fabricage) (Bfinclel) (Pettelifabr.)
56 7tr. 20b 7a 7a 2Od 12d eolz 3c 5a 20/' 24 nt
2 4 ~ 20f 12d
12d (~;iiclel) n 20f ('Vleije beroepeii) 24k (ollclei~w~s) 25 (Pjjpeiifabr.) ld (Strooliuliiifabr.) G6 (Fabr. v. Isoolteerprod,) 5 a (Turffabr,) 1 oc (Eleotr. gloeilaiiipeiifabr.) 12b (Hnutynrenfabr,) Ga (ICaarseiifabr.) 5b (Kntoendruklrer~) 15d (Steeiiclri~lrlser$) 3b (Zeevisscheri) 19a 16a (Gasfabr.) 13b (Rijtiiigfabr.) 15d (Fabr. vso katoen) (Li~ioleumfnbr.) 9c (Cnpsulenfnbr,) llb 20a (Handel) .l 16 (I.Tzerindusti*ie) 13n (Sclieepsbouw) l Cs& (Gnsfabr.) (Gist- en spiritusfabr,) 1 7 ~ (Fnbr, vali kntoen) 15c le (Glas fabr.) (Bleelcerij van stulrg,) 15d (Belinnger$) 4b 3a (Boelrdi~ukker~) (Pleisterwerk) 4b 5b (Zeepfabr.) (Zeeppoederfabr.) 5b
PlakIrer. n n
n W
n Y l l Y
v
IJlnn1rendraagster. Planlrendrnger, Y
7
Plniilseiiclroger. Plaiilreiiznger. Plan ten. .Plniitoiilrweelcer.
(Knarsenfabr,) (Metnnlwareiifnbr.) (Cartoiibew,) (Sigarelifabr, J (Schoenfabr.) (Miizielrjnstruin.fabr.) (Tricotfnbr,j (Riscuitfnhr.) (Cichoreifabr,) (Tnbalrsfnbr,) (Wnscli- en strikiiii*.) (Anrclewerlrfnbr.) (HOLItznger!) (Signrenkisteiifabr,) (Hoiithnndel) (Houtzager$ 1
(IIiin clel) (Tuinbouw) (Lni~rlboutv) V
Plniiter (in Incli6). Plantsoeiiopzicliter. (Gemeeiiteclienst) Plantsoeiiwnohter, n Plaiitsoeiiwerker, (Bloeinister~j) Plateelscliilder. (Kiiiistii~jverlieicl)' l'latcnkleurcler, (Steendrulslrer~) Plateiisorteercler. (Pijpen fabr.) Platenzetter. (Scl~eopsbo~i\v) Plnti~ee~ster, (Elect,gloeilniiip,fnbr,) Platiiialcer. (Glnsfi~br,) Plntstr~lrster. (Wascli. en strUkiiir,) Plnt~verlcersgoael. (Aarcle~vtwlzfnbr,) Plnv~~iseiimalrer. V Pleegsiiian. (Metselvnlr) Pleger, (Glasfabr.) Pleisteraaio. (Pleisterwerlc) Pleisterbeeldeiiiiial~e~. n Plelïkeusl~per. (Dinmniitincl.) Plet t er. (Boelïdr ulrkerij) (Oliefabr.) n (Goud- en zilverfnbr,) n (Iiaai4senfabr.) n (Lood fabr,) n (Cnpsulenfnbr.) n (íJzei1gietei.U) n Pletjoligen. (Olie- en stopverfmnlrer$ Plisseerder. (Mod evalr) (Papierwarenfabr.) n
5b llb 14b l 'iy
9b 12d 15c l'ib 17f
l'iq 70 l r1 Ga 6ct
2On 6n 6a
2Oci 1Sc 118n Sa
Ploegbass. Ploegclil~ver. Ploegwerker. Ploeger. Plooister. Pluiuibnns. Pluimgeclierte. Pluimgrnreu. Pluinaux. Pl~iizer. I
n
Poelier. Poetser. n
n n n
vn
n 319 3lb n 18c n Sb n $b Poetsgoecl. 6c Poetslratoen. 13n Poetsmeid. 121 Poetsinidclelen. l e Poetsvrouw, 7c n .ld Poffer. Poffertjesbnlrker. 1 4a Polclerbocle. I e lJolderiiieester. 4b Polclerscliutter. 4b Polclerveldmacliter, 2 n lJolderwei.lrer. 8ct Poleerder, 52, Polisseur. l la n 5b Politoerclei., 1lb R llb n. llb n
(Openbare wei.lzeii) 4c (La11clbouw) 1S n r Spoorwegen) 2la (Lniidbouw) 18n. (Vermicelliefabr ) 1 7b (Hoenderpai*k) 186 (Rnndel) 2 Pr/ (Veehoude$ 186 (Hniidel) ZOd (Linoleiiinfabr ) 9c (Kntoenspinnerg) 151, Wolspii~iie~~) lcib Fnbr, vnii katoen) 15c Vleeschbnw.) 17h I301*stqlfabr.) 6b Sclioenfabr.) 96 (Goiiclsmederij) lía (Capsulenlabr,) 110 (Wzerfnbr,) llb jaiiriniustrie) llb Muziekiiistruiii~fnbr,) 12d I ~ n t o e n s p i ~ i ~ i a i ~ ~ )l 5 b (Gnsfnbr.) l Ga (Boteilfnbr,) 171, Gist- en spiritusfabr.) 179% H a11del) Fabricage) (Icatoendrukkerij) 15d Fabricage) 5 0. Aarclemerlrfabr.) ld Fabr. v, nietaalmaren) 1 16 Sclieepsbouw) 13n (13alrlrer~eii) l 7b (Watei*schapsclieiist) 32 32 i 32 n 32 n (Openbare wei.lreii) 4c (Vloertegelfabr.) IC lC n rteenhouwerg) 4a Meubelfabr.) 6a Borstelfabr.) 6b 'Kopergieteri) llb (Capsulenfn br,) llh (Pianof abr ,) 12d (ltij'tiiigfabn) 13b (Metaalwarenfabr,) 11b (EatoenspiiineriJ) ' 15b
1 ::i
i
1
S
5b 'in 14b
n n
Polser. fl
XXXVI
XXXVII
$f" VOORU1KOBIEN BEROEPIN.
DIENST WAAlLTOE Di4 UEROEPEN BEiIOOiLEN,
VOORGEKOMEN BEROEPEN*
s,
BEDILIJVEN OF TAKKEN VAN DIENS'i! WAAR'I'OE DE BEROEPEN BEROOREN.
0
d
g
emf:
;p j
BEDBIJVEN OP 'I'AICRIN VAN . DIENST WAARYOE : DE IIEROSPEN BEllOOREN.
VOORUEKOIIEN BEltOEPEN.
I I
Polycliromeur.
n
Poiiipster, Pont~vacliter. Poolmeis,je. Pootmeester. Poppeiilrastliouder, Poppenii'alrer. n
Porceleindrulslïer. Por~eleiiiscliilde~. Porcde~iirnnlrer, Poi.celeiiislDper, Porcoleiiivoi~nier. Por~eleiiiwe~lc. Portret teekenaar, Posticheur. Postpapier. PostrWder. Postschipper. l'oststewpels. Postzegels. Potjongen, Potkoker. Potster. Potten en pannen. Pottenbakker. n
Pottenjougen. Potteiimnkero Pottenman.
(Steendrukkeri) (Schildervalr) [Aar~lsnerIrfnbr) Glas- en spiegelfabr.) Borstelfabi+.) (Pupeiifnbr,) Goudsiiiederg) oodpletteri) Meta~~lwaroiifnl~r,) (IJzorindustrie) (Blilrindiistl*ie) (Musielriiintruiii fitbr.) (Boumvnlr) (Steeiilrolenm~ju) (Bouwvnlï) (O1iefabr.)
36 46 ld 1e Gb 6 lla 11b llb 11b 116
Pottenmali. Potteiivuller Potteiiwussclior. Potgieter. 1'raktizDii. Prntteiitveefsel.
.
I'reparateur (zoologie). Prneparator (nntuurl$e l ?d historie) 4ch Prenten 106 Preli tendrukkor. 4n P~entensnidste~. 5h Presbnas. 12a Presicleiiteii (rechtscoll.) l'irt Presser. (Gist- ei1 spiritiisfabr.) 17.11 Priester, (EIect.gloeilniiip.fnl~r,) 126 Prilrster. (R~jlrsclienst) 291 Privaat docent, (Tnyijtweverg) 15, l'rivnnthoudster. (tIoutteelt,) 18cl Probeerder. (Vrie berool~eii) 24k Procureur. Stroohulzeiifnbi*.) 66 Procureiii*-Geiierad Tnbnlrsînbi*.) 172 Proef baliker. Anrclewerlrlabr,) l d Professeur cle billerd, T
.
(Glasfabr,) (~
(Plnteelbalrkei*U) (Vrie beroepen) [l?nbricaye) (Vrije beroepen) n n n
n
n n
n
(SteaiifnEr.) (I2echtswezeii) (IJzeriiiclustrie) (Eerkelilre geziiidte) (Tricotfabr,) (Onderwis) (Ver lseer) (Gnsmeterfabr.) (VrCe beroepen) (Rechtswezeila) (Meelfabr,) (Vrie beroepen) (Glas- en spiegelfabr.) (Vrie beroepen) (Apotlieelr) (Krigswezea) (Vri e beroopeii) (Fr~bi*icnge) (Stifselfabr.) (Fnbr icage) (Diailiaiitvak) (Aardewerltfahr.) (Reiuiging) (Fabricage) (Hniidel) (ICntoeuspiim er!) ( Hniiclel) (Bontwever$) (Fabr. van Irntoeii) .. (Pipenfabr.)
le Ie 17c ld 24s 15c
(Sajetfabr.)
(Fabr. van katoeii) n
W
I)
(Pipenfabr.) (Kntoei~d~uklrerU)
2411
2411 24Z 24112
I (Laudboiiw)
Rentmeester. )i
n
Reper. Reporter. Restaurateur, Retitrncleoppasseres. Retouclieur. n
Raadsheereii. IZaamhorren. Raamznger. Raapolie, lXn11ijiienzoelrer. 1Xaddrnaier. Racler~urnalser. Ra~lrnnlïer, Rnggelanr, 1Zniicleiiiiinakster. Rnteljongeii lZangeei*dei0.
241 20e l (Z ld lc 29c llb 33n
.
l ad 24d 29c 17n 24s lc 2 4 ~ 5n 29i 24s 17b 17cl l7d 2n ld 4cz Gc 20c 150 aoc 1tic 15c 1.d Gc n (Glas- en spiegelfabr.) l 0 (Bontweveri) 15c (Tabakspipeiifabr,) ld
,
'
n
15h 15c 15~ 15c ld IbcZ
(Rechtscoll.)
n
Redacteur. Reeder. n 9
Reemalrer. Reepn~ake~, n n
'
Reepschietei*. Reisartikeleii, a
Reisbureaii. Rekeiianr. Relrster. Releveur, Religieuse (zonder ber Religieuse artilcelen. Remmer,
w
15f' 12c 12a 4n llb 2 1n 4d 390 lc ' 1Bd 2 1I,:
ltieinei~i~epareerdei*. Riemensmeerder, Rieineiiversteller, ltiemop~ichter Riet. l~iotbocr. Rietdelclzer. ltietdrgver. ltiethnlrlseï. Rietinnlser.
.
2Oh
(OnclerwLJs)
n
Rerisiesmicl, Ridderorden. Rienienmalzer. n
Wollenstoffenfabr.) (Touwslagerij) (Riwielfabr,) (Mncliiiiefnbr.) (Bouwvnlr) (Blikiiid~istrie) (Spoortvegen)
Recliter, Reclitlegstor. 1Ze~htninker. Reclaiiieinna+sclinp1.~iJ, Reclnmeaalreii. Rector. n n n
290 Rn 20cc
(~erkelijlredienst) (Wetenscli, blncleii) (Zee~issclie~ij) (Zeevanrt) (Biniienvnart) (Stoelenfabr,) (Boepelfabr,) (Scheepsbouw) (Touwslagerg) (Zeevisscl~e~U) (Fabricage) Banclel) [~ei*soneel) (Sterrenwacht) (Wasch- en str$zinr.) (Glasfabr,) Spoorwegen)
n
26 12ietsiiDcler. 25 Riet~e~lcer. 29 Ringnnnzetter. 31 Ringopzetter, 33~6 ltingspinstei*. 2 4 ~ Ringster, 19n 2 1c Ripelnai~. 21d Roeier. 6n Ba 15tt
15f 19a 9b 20/r, 2 11c 24m ?c te 33c 2Of 2l a
,
9 I
p
Roergnnger. Itoggebrood. Roggenioleiianr, Rolelrenstreep, Roldrulïker: Rolleqnialer. Roller. Rolverver. Rompnialrer. Roiiipeiisoldeerder. Roiidventer,
I
(Vrie beroepeii) (Kerlzel. clieiist) (Vlasbewerking) (Vrije beroepen) (Hotelwezeil) (Spoorwegen) ~~iiiistli~htd~~ik1rer~j) (Photogi-afie) (Tramwezen) (Fabricage) Mnrgariiiefnl~r,) Wollenclelreiifabr.) Sclioenfabr,) (AardeiverIrfabr,) (Iiatoenfabr,) (Machinefabr,) (Cn~toiifnb~.) (Hniidel) (Houtteelt) . (Dakclelrlïei.~)
1
(~oiitieelt) (Rietmattenfabr.) ( l h ~ b ~van , katoen) .(Bontmeverij) (1Eietniattenfabr.) n
n
(ICatoeiispiniierU) (Schoeufabr,) (Signreiifabr.) (Vlasindustrie) (Vleeschhouw er$ (Graniiliandel) (Belastingtvezeii) (Biniienscheepv.) n
E'al~iicage) [Meel (Pnbricage) fabr.) (Katoeiidriilrkerij)
(Zuivelfabr.) n
(Handel)
BEROEPEN.
VOORüEIIOi\IEN BEROEPEN.
BEDRIJVEN OF TAKKEN VAN DIBNST 1VAAl1TOB
DE BEltOEPEN BEllOOREN~
Ronselnnr. Roodverver, Roomweger. Roosjessl~per. Roos;jessn~der. Roosjesvei~steller. Roosterschooiiiiinalcstor Ropeiimnlier. Rottingvlechter. ltotisseur. 1Zotswerlïer. Rouwer. 13ouwgoecl verhii~ircler Ruilebuiter. Rtiirner liuii. Ruiicleraf v nl. Ruwer.
.
9
n
Rijger (knm). R$ïiiecht, n 'I
R~schoollioiirler. Rijst, n
R i s tpeller, RiJswerker. n
RiJtuigeii. n
Rijtuigbekleecler. Ritiiigmnntc;clinp1,U, R~tiiigschilcler. R~tiiigschooiimnkei.. R~tuigsmecleii. Rn tuigvei.liuurc1er. R$wielbniicleii. n
Rijwvieleii. n
R$wielrepnrnteur. R$wielensteller,
(Pnpierfnbr.) (Roodvervei*ij) (Margnri~efnb~,) (Dinninntiiiclustrie) n n
(Glas- eii spiegelfnbr.) (Fnbr.vnnmutteil) (Vleclittvei*lr) (Hotelwezen) (Steeiilionwei*ij) (Wolleiiclelrenfnbi~,) (Hniiclel) (Zeevnnrt) (Fnbri cnge) (IInndel) (I"nlir.vnn1rntoen) (Ap~reteerclerg) (I
i
(Anrdnppelnieelfahr.) (Fabricage)
ao 9; $ $ 8P
M
l4n 15d 171 2a 2a 2a
Snjet. Sajethoucler, Snjetspoeler. Snjetwerker. Saletbollen. l Snlmonink-distillnteur. 1s Snlmoiiink, Gb I Snlonwerlrer. Gh Sapweger. 219 Snsbnns. 4c Sasmeester. 1 5c ~ntiiieerc~er.
, I
15d
n
Scarterir. Sclinnllsiieclit. Schnaliiien, Sclianplierder. Sclinarbed ielier, Schnntseil.
15d n 15c Schnntseiiniaker.
1 l
ga"% a
VOORGEKOMEN BEROEPEN.
9 # g$8
BEDRIJVEN OB TARREN VAN B DIENST TVAARTOE a a DE BEROEPEN BEllOOBEN, 9; 9 8g
>>
(~andel) (Gnufnbr.) (Fabiionge) (Pnssementfnbr,) (Rnffi~inderiJeii) (Wnterschnpsdieiist) n
(Pnpierfnbr ,) (Cnrtonfnbr, (Houthniidel) (Spoorwegen) (Brooclbnlrlcei.~j) (Veehoudsi$) (IC0pei*plet telgij) (Fnbricnge)
14rc 1416 20n 21c6 l70 18b 11o
llb 6 c6
n
Sclinbiil, 20$' Schnchterl. 27 Schnftenninlrer, Schnfthiiislioucler, ;;a Schnliiier. 2 oc Schnpeiihouder, 17a Schnpper. 4c Schnren, . Ga Sclini*eiisliper. 136 I sc~intter,
1
e
(Bniidol) (Snjetfnbr.)
(Fnbr. vnii schsatseii) IlL (Steenfnbr.) IC (Fnbricnge) 9LJ (Schoeiifnbr.) ' 9b (Hot el~vezen) 21g (Schoe~ifnljr,) 96 (Veehouded) 180 (Steeiilsolennz~n) lob (I-Inndel) 20d (Fabr. van iiistr.) 12d (Mnrlrt~vezen) 21k (R~lrsbelastingen) 291% (Geineentel~elnstingen) 31ci Pnnnenfiibr.) IC Di*ijfi*ieiiieiifnbr.) 9b Blilrinclustrie) 110 (Macliiilefnbr.) 12n (I-Iouthnndel) 20n (Spoortvegeii) 2 In (Zeevaai*t) 2 1c
2012 130 n 21b Sch nver, 13b 12a l36 21b 9c 2011 ~ch~epsnniinen~er. 12c Sclieepsbevrnchter, 21~ 1 (~ii~ieiischee~vaart)21d 20h 1% (Postdienst) 21s 1 (Expeditie) 12c n 21f Scheepscoiitroleur, (Xeevnai-t) 21c (Binneiischeepvaart) 21d n Sclieeljmalrer. (Scheepsbouw) 13a 17d Sclieepsbehoefteii (Handel) 2 oe l6b beschieter, (Scheepsbouw) 13a l
l
,
.
VOOltC+EKO~CEN DEIltOEPIN.
d $8
i24
2Ob 201t 21c Ga 20n 15c
n
s. ~n~oin~lcer, Sajet,
1
i
s 5 iA
Scheepsbes~liuitbnlrkei~~ (Broodfabr.) Scheepsdiepgungnieter, (R~jlssclienst) (Binnenscheepvaast) Scheepsjnger, Scheepslichter, (Zeevaart) I (Biniieiischeopvawt) Sclieepslosser. (ZnndgrnveilijI Sclieepsnislrelnni~. (Zeevaart) n (Binnensclieepv.) (Rsfinncleiij) Scheepsmeter, Scheepsrnpporteur. (Sleepdienst) Scheepsschilder, (Sclieepsboum) Scheepsslooper, n (~nndel) Scheepstnlsolnnr. (Scheepsbouw) Scheepsvictunliën. (l-Ianclel) Scheerder. (Kntoenspini~e~U) n (Tn11Utwevei.U) n (Fabr, vnn lsntoeii) n (Zeildoebfnbr.) n (Tricotfabr,) (Bandfabr ,) n n (Lintfnbr.) Sclieerdersbnas. (Kntoenfabr.) Scheermnlcer. (Tnpitweverij) Sclieikundige, (Verschill. industrien) Schelpen. (Hniidel) Sclielpeiivisscliei". (Zeevisscheri) Schepper, jGunnofnbr.) n (Briquettenfnbr.) Schepwaren. (Rnndel) Schervenbrnncler. ( Glasfabr.) Schervenzoekster. Scheiirder. (~od~ei~handel) n (S~eldenfnbr .) Schietster. (Pn~ierfnb~,) Schieter. (ZeevisscherU) S~hietjesdrnaie~. (Houtwarelifabr.) Scl-~ietjesboo~der. W Schietkatoen. (Fabricage) Schifter. (Drijfi~iemenfnbr.) n (Sclioeiifnbr.) (Gtuniioft~br .) 8chader. (An~clewe~lcfabr.) (Tegelfabr,) n (Bouwvak) ~chi?ldsrjjen. (Handel) Schilderijje11 (restaurnteui*) (~uiistn~vei~lieid) Schillenophltalder. (Handel) )'
II I)
2 lc
21d l7c 21d 13a 1% 20n 1311 20c 1% 15c 15c 15c 15c 15e 15, 15c ' 15c
j!:;g 4
.O
k
d r
48,
a$*
17b Schillen. 290 Schipper. 2 1d 21c 2 1d I cl
DEDltIJVEN Olp 'I'AIíK1N VAN DIENST \VAAlVL'OE DE DEBOEPEN DBBOOltEh',
n n
Sclioenen, 0
(Handel) (Scheepsbouw) (Oestercultuui*) (Spoormegen) (Zeevaart) (Binneiischeepv.) (Fabricage) (IInudel) (Sclioenfnbr.)
Sch~enlnppe~. Schoeiimnker. n Schocilpoctsei*. (Reiniging) Schoenninlrers-foiii*i~i(~nnilel) turen. (E'ahricage) Schoensmeer. n (EIanclel) (Wnsch- en strilriiir.) Schoinmelnar. Schoolopzieiiei.. (Onderwijs) Schooamaalrl~eiioocligdlieden. (Haliclel) Scliooilmnlser, (Gist- eii spiritusfnbr.) (Uoterfnbr.) n (IIuisel~kedienst) Sclioonmnnlrster, (Vlnsiiiclustrie) Sclioonsl~per. (Glnsulëpei*ij') Sclioonmnsscher. Schoorsteenmniitels. (Fnl~ricnge) 20n n (I-Tniidel) 19n Sclioorsteeiivegei~. ' (Reiiiiging) Cc1 Schoppen. (I?nbioicage)
lob 20k 8ch&s.
2Oc 18rr 19a 21a 21c 21d 9b 20b 9b 96 7c
202, 5a 20b 7c 29g
2Od 1792
17k
27 150 le 4n 20cl 4d tiu
llb 2Ocb 1s Schotellosser. ld ie Scliotelmnlrer, n ld 20a Schout. (Wnterschnpsdieiist) 32 llb Schoiimburginspecteur, (Pul~l.vei'inalcel~kli.) 24i 14a Scliouwmnii, (Riiliienscheepvani*t) 2 1d 19a Sclirnper. (Siiui ffabr,) 17cl (Wollengnreiift~br,) 15b Ga Sclirobbelnar , Ga Scliroevendrnnier. (Dinillniitslijperij') 2a (Schoenfabr.) 9b 5c Schrooier. 9b Schr~nwerlïer, (Atlrcletvei~lïfnbr,) 1d 91, n (Vloertegelfab r.) 1c 40 (Bouwvnlc) 5d n G a. ld n (Meubelmokerg) ld ( Borstelfabr.) 6b n 40 (Steenlcolenmijtl) 106 77 2of (Pnpielhbr ) 14a ~chrijfbehoeften. (Haiidel) 20e 8b Schrnfpennen. k 20e 20c Schriver, (Vrie beroepen) 24.g (11nii;el) (Aardewerlrfabr,)
'
l
SclirUver
VOOHOEKO3IEN BEROEPEN.
DIENST lV*iAltTOE
VOOlZOEKO3IEN DEllOlPEN,
(Brieveil en reqiiasteii) (Raffinnderijeii ) (Biimenscheepvnnrt) (Sclzeel~sbouw) (Biiiiienvnart)
249 Schuimer. 17c Schuitenjager. 2 1d Scliuiteiisclirobster. 13a Sc1iuitsnvei;huurdei.. 21d 21d Schuiteiivoei.der, n Scliiilper. (Boutzageilij) 6n Scliuiircler. (Vloertegelfabr.) lc 9) (Glas- ei1 spiegelft~br.) l e 4a n (Steeiilioumeri) (L~stenfabr. j Ga (ib 'I (Borstelfabr.) 96 n (Sclioeiifabr.) n (Fal~r,vnil ru wielen) 12c 122 9 ( Gasmeterf~bi*.) Schuurgoed. (IIanclel) 20cl Schuurlriieclit, (Papierfubi*,) t4a 19n n (Zeevissch era) Scl~ui~rwei.lrer, (Payierfnl~r,) 14a Scli~veiidranier. (Dinninntsl$perij) 2 (6 Scli~veiiscliuai~cler. 2n n Scutclzermnn. (Kntoeilspiililei.n) lbb Secretnris. i Gemeente clieiist,) :Sla 8 iPnrticuliere) 2 4 n ( Verscl~illencleInstell.) Seingeefster, (Sl~oorwegen) 21a Seiilwncliter, 21n n Belfactiiigsteller. (Wollei~garenfal~r,) 15b Sevei$jnjoiigeii, (Sclieepsbou~v) 13a Sicareur. (Tnbalcsfnbr.) 179 Sireiinlnlcer. (Touwslagerg) 1st Sigaren, (Fabricage) 179 20c n (Baiidel I Signrendranister (Sigareiifnbr.) 172 8jgni*eiiniaker, Y 172 Signreiipinner. n 172 Sigweakisteil. (Fabricage) Ga fiignrenpipeii. (Haiidel) 20c Sigaretteli. (Fabricage) 172 Sigiialei~ieiitscliilcler. Spoorwegeil) 21a Siiigelbaiicl. 15c SintelrUcler, (Cartoiifnbr.) 14a Siroop, (Fabricage) 17d Stroopbereider. (Siroopfabr ,) l7cZ Sjouwei+lieden. $xpeditie) 21f Slnapsteeliouder. Hotel wezen) 2 19 Slagei., I (Vleeschbewei*kiiig) 1712 8lagers11enoodigdliecleii (Hanclol) e 018 Slangeilinekei*, (Byaiiclspuitenfabr,) 12a <1
,
.
abric ca ge)
(IJzeiinclustrie) 1.17, (Expeditie) 2 1f (ICaarsenfabr.) 56 (Bierfabr.) 1 'i0 (Lompeiihaiidel) 20n (Vervoer be lniicl) 210 ~nwezeii) 100 n Slemper. nrclnp~~elmeelfab~.)17d Slikleer. Grnnnlinndel) 20c Slikloocls. (Binnenvnwt) 21cl Slilrwerper. (Pannenfabr.) Ie (Steen fnbr,) IC n Slipper. . (G1a;sfabr.) la Sloeproeier. (R,ijlssdieust) 2 9L (Gen~eeiltedieiist) 81d n Sloep\vnlier. (Zeevissclieri) 1928 Slool~ervnri gebounreil. (Hn11clel) 2 Ou Sloteiliiinker, iSmeclerij) 110 Slöyclnstilceloii. (Hnndel) 2011. Sluislriieclit. (Zeevanrt) 2 1.c (Biiiiienvnnrt) 2 1cz Sluismeester, (Zeevaart) 2 1c (Biiinenvnnrt) 21d n 21d n ~ Sluispachter, Sluisw acht er, (Scheepsbouw) 130. (zeevaart) 21c (Einiieiivnnrt) 21d n (Waterschap) 32 n S1il"er. Aardeworkfal~r,) ld [Glnsfabr.) 10 n (Steuiiclrtikker~) 3b n Borstelfnbr,) 60 Pijpeiifnbr.) Gc (Eloecleii- ei1 iiiilitnirc I n equipeineiltst.fabr.) 7n (Speldeiifnbr.) 110 n (IJzerindnstrie) llb n (Goucl- ei1 zil verfabr.) l l a n (Mncliiiiefnbr.) 12a n (Riwielfnbr,) 12c n (Vlasindustrie) 150 n (ICt~toenspii~iler~) 156 n (Fabr. vaii lcatoeii) l5c n (Mosterdfabr.) n 1 7g Sl~jpersbans. (DianlaiitsliJperU) 2a Sii~eclen, (IJzersmederi) l IA Smeer. (Fabidicage) 5b Snieerertilceleii. 2 012 (Handel) Snieerbans. (Wascli- en striJlrinr.) 7 c
Snieerbaas. Snieerder. Smelter. 8
n n n n
s
Snioiiter. Siiioiitwei;lrer. Sinoiitzetter. Sii~rder. Siielpersdraaier. Snil~pers. Snip~~ersorteerclcr. Snoeier. Snoepgoed. Siiolster. Snuif. 8
Siiuif~nake~. Sngbooiieiii~ioleiis, Sngcler, n
n
>)
I
.:
I
, ,
n
>j
l
IiEDltIJVPN OB TAJtKEN V*\N DIENST UIAARTOE UE BEROEPEN BEFíOOltEN,
VOOItOETiONEN HEl1OEI'EN.
I
.
. 8
.
n n n I)
SniJdster. Sociteitspachter, Soda. II
Solclaten. Solcleerder. . Solliciteurs, Sorteerder. n n n
n n n n n n
e
(Fttbre vnii damast) (Muchiiiefabr.) (G~anofnbr~) (Cnouti:lioiicfnbr.) (Cal~suleiifabr.) ( [JzergieterG) (Fabr. v. geBm, iser) (Stnniolfnbr.) (Machinefabr.) (Wolleiigai*eiifabr.) (Boelcdr~~lclcer~j)
VOOROEKOMEN BEROEPElt
15c 12n
I)
n
t)c l l6 116 116 llb 12n 156 3a
I I
n V
n D
n I)
n
W
,
17a 157, 15b 172 20n 20c llh 1.b 116 126 ld 7c le 24i 20a 22 2Och 7c 166 20c
Sorteerder,
5d
(Hatoci.ilspinizer~) 15b (SteendrulcIceiU) 36 (B'nbricnge) 159 (Pnpierfnhr,) 14(~ (Maildeiiiiialrer~) 66 (Hnnclel) 20c (Pipei~fabr.) ld (Fnbricnge) 172 (Han del) 20c (Siiuiffabr.) 179 (Fal~ricage) 12cZ (Steeiifnbr,) ' lc (G1asfn br .) le (Tegelfabr,) l (2 (Stoelenfabr.) Oa (Pettenfabr.) 1 7a (Schoenfabr.) 9b (DrUfi~iemeiifnbr,) 9b (Capsitleilfabr,) ll b (Mnrguriiief~~bi*.) 171 (Kaarsenfabr.) 57, (IIotelwezeii) 31g (Fabricage) 5a (Hnnclel) 2Ocl , (Krigsdienst) 29 i (Blilciiiclusti~ie) 11 6 (Vilije beroepen) 24s (Vloertegelfabr.) lc (Steenfabr.) IC (G1asfabr.) le (Diainaiitsliperij) 2o (K~~kfrtbr.) G6 (I(nnimen- enpgpenfab,) Gc (Veerenbereiding) 76 (Stnniolfabr. ) 116 (IJzerinclusti*ie) (Papier fabr,) 14a
BEDIZIJVEN OB TARKEN VAN DIENST WAAliTOI DE BEROEPEN BElIOOHEI.
Soiiffleur. n
Spauiiders. Spaarbankbocle. Spnit. Spmiier. Spniiningregelnar. Speceraeii. Specer~molenaar, Speciemalier, Speelgoed. n
Speelgoedinalrer. Speelgoeclreparnteur. Speeljongen. Spelc, Spekslager, Spekroolcer. Speksouter. Speldster, Spiegelglns. n
Spiegels. Spieringvisscher. Spiegelninker. Spiritus, Spiritusbeworlcer. Spinner, n D
n . n
n
n n
Spinp&~enmalce~,
(Wolle~istoffeiifabr,)
(Sajetfa4br,) iTrtbaksfnbr.) (Lompenhanclel) (Bierhandel) i fa br,^. 11oiitsclir.oeven) (l3lilsindiistrie) (Capsi~lenfabr.) (Elect.gloeilnmp~fabr.) (PUperifabr. (Wnsclibleelceri) (Glns- en spiegelfnbr.) (Tooiieel) (Httilclel) (Uniikwezen) (Haiidel) (Clieiii. wnsscheri) (Fahr, van electriciteit) (l3 nnclel) (Fnbr. van verduurz. levensmiddelen) (IJzerinclustrie) (Fabricage) (Handel) 20f (Fabr. vnii speelgoed) Ga ,
8
n
I
6a
19th 20c 17A 171% D 1718 Mantelfabr ,) 7ct, Fabricnge) le Handel) 20d 20d (~eevissclie~i) 19cb (Fabr. van spiegels) lo (Fabricage) 17% Gist- en spiritusfabr.) 1712 Wollengai*enfnbr.) 15b Gsrenspinneri) 15b ICntoenspinnerij) l56 Touwslage4) 15f Tricotfabr,) 15c (Tap! tweverg) 15c Pnssemeiitfabr ) 150 abalcsfabr,) 1 7 ~ Fabr. vali spinpipen) 6c
(Zeav isscheri) (Handel) Vleeschliouwerij) Vleesclibewerkiiig)
t
i
i
VOORGEKOMEN UEROBPEN.
Spitter. n n
Splitter. Spoelhans, Spoelengever. Spoelenmnlrer. n n
Spoeler. n n
n n
n n n n
n n n n
Sp~ele~sbnas. Spoeljongen. Spoelmeester. Spoeling. Spoelingclroger. Sl~oelingscliipper. Spoeliiigtnpper. Sponsen. Spoiiseiinnmister, Spoiiseiilcnipster. Sponseiiwnsclister, Spoor1egger. n
Spoorlicliter. Spooi+i*eiiiiner. Spoorrider. Spoorwachter. Spoorwegnheider. Sportensnider. Spreeuw. Spi;engenwerker. Spsenger, Sprenkelaar. Springveeren. Spriiigveerendraaier, Spritser. Spuier,
BBDRIJVEN OP TARICPN VAN ' DIENST WAAR'l'OE DB BEROEPEN BEII001EBN.
(Steenfabr,) (Wateileidin g) (Boschbouw) (Zeemlcei*indi~strie) Bont weveri) nbr. van katoen) (Fabr. v. houtwnsen) [Mnchinefabr.) Viuchnettenfabr ) Steenfabr,) (Oliefnbr.) (Wnsch- en strUlriiir.) (Wollengnrenfnbr,) (ICatoen~piniie~ij') (Tricotfabr.) (Fnl~i..vnii Iratoen) (Bontwevosij) (Tai~~twever~i) rodverveiij) Ban clfnbr.)
YOORC+EROUEPi BBROEPBI.
Ic 17p l81i 9cl. 15c 15c 6u
12tc 16f' lc 5ó 7c 156 15b i Bc 15c 15c ljc l5d
Spijkerjongen. SpUlrermaker. n
S~Ulrei*ni aii. Spjcjkersorteerster. Sp~lrersvanger, S~~kerzoelïer Staal, Staalbnns, Staaldraad. Staalgraveur, -
.
n
StaalIrliecht, Stadinaalrster. Staalwaren. Stnalwerlrer. Stnlzeiininker. Stalbazen, I
15,
y
158 ~ta1b'~clieiideii. 170 Stalenknipper. 15c I? 15c n 17/c Staleiimnker, 20c Stalenopplnkker, 179% Stalhouder. 150, Stallrnecht. 170% Stamper. 206 I 200 I 206 Stapelster, n 20b Stnpelanr. n 21a St aiigeiisineerder. (Spoorrvegen) 4c Staniol. ~ r ~ l g g e l l b w) ou rainwegen) 21n I Staiiiolwerkster, l d 1 Stanzer. Aardewerkfabr.) IC (Steenfafabr.) 21a Staii oiichef. (Spoorwegen) 21a n n Ga Statioiimacliter, (Stoelenfabr.) 21k Steelzvissclier. 291 Steen, 15c n Bleekerij vkn stukg.] 15cl (lithografisclie) l l b Steenbazeii. (Fabricage) Fabr. v.'sprin voeren] l l b Steeiiborstelaar, l l b Steenbreker. Capsul~nfub~, Waterleiding) 1.721 Steendrager. Passeiiientfal~r,) ibr.) Fabr. vnii Iratoen) (Tapitweveri) (Z ~iivelfabr.) Hnildel) Gist- en spiritusfabr.) Lniiclbouw) (Gist- en spiritiisfabr,) (Handel) (Sponshandel)
BIDltIJVEN OF 'I'AKKRN VAN DIENST WAABTOE DB BEIIDEPBN BRIOOREN,
(Sigitsenfabr,) Drnndnngelsfabr,) jP"ei*pIette$ al~lïistenfab~,) Draadnagelsfabr,) (~outlia~del) (Handel) Reiniging) [Fnbricage) ' (Aaildewerlrfabr,) (Gtoiicl- en zilverfal~r, (lteinigin g) (IZleedingfabr.) F a g e ) Touwslageri) (Fnbr. v. turfstrooisel (Spoorwegen) Traniwegeo) Vervoerwezen) Huiselgke dienst) Katoenfnbr.) (Bontweverg) (Wolleiistoffenfabr.) (Katoenfabr.)
i
i
k
11
(Vervoerwezen) (In verschill. bedrijvei (Wnscli- en str$lïinr (Rlilrind~~st~ie) (LUnkoelcenfabr.) (Steeiif~~br.) (Houtlinndel) (Katoelifabr.) (Fabricage) (Capsiilenfahr,) (LeerlooierU i (Sclioeiifabr.) (Spoorwegen) (Tramwegen) (Spoorwegen) (Riviervissclier$) (Fallricnge) (Handel) ,
fl
(Steenfabr ) (Vloei*tegelffibr.) (Graver$ v. zand enz (Steenfabr.)
i
IIEDRIJVER OF TAKKEN VAN DIENST WAARTOB DE BEROEPBN BEROOREN.
V001tQEROUEN UEltOEPEN*
li 4
172 116 llb Ga llb l16 2 0 ~ 20tr. 4d
110 1d lla 4d
711. llb 15f 1oe 2 In 2la 216 27 15c 16c 15d 15, 15d 216
7c llb
17a lc 20n 15, 116 llb 9~ 96 2la 2 10 31a 19.b Ie 20a 2 01t lc lc la lc
Steendrager. Steendrukker, Steeneiibilrlrer. S teenenhakker. Steenenlreerder. Steenhouwer, Steenkapper. S teenklopper.
I
4a f :t$4 B
Q
fi
gg
t;
(Metselvfik) (Steendrulïlïei~) (Handel)
2016 20n lc 4rh ld
8
(Paniienfnbr.) (Bouwvak) (Anrdewe~lzfnb~ ,) (Fniiiienfnbi*,) IC n (Steengroeve) ln Sn n (Steenhouweri) Steenknecht. (Olie- en stopverfiii tilïer~) 5b Steenkolen. (Handel) . 2On n 20cl ~tee~ïolenaanbren~ei*. (Cnrtonfabr.) 14n 20n (Handel) Steenkolcndrnger. 20n Steenlzole~ift~ctoreii. 8 Steenlegger, Opeilbnre w erlr en) 4c 1 5b Steeninaaldor. [Oliefabr.) Steenn~alrer. (Steenfabr.) I IC Steenmenger. lc Steenmoleiianr. (Kiioopenfnl~r.) 6c Steenovenbnas. (Steenfnbr.) lc Steenrechtster. (Ptmneiifnbr,) lc ( Siieenhouwerij') 4a Steenscherper. Steenschilcler. (Tegelfnbr.) l cl Steenstipper, (Pannenfnbr,) lc Steensliper, (Steenclruklcerij) SB Glas- en spiegelfabr,) le Steeiivoriiier, Steen- en nJs~verlrer, Openbare merkeii) 4c Steenzetter. Steenzager, renhouwerij) Strantiiinlrei.iJ) 4a 4c 4a n Metselvak) n (Waterschnpsclie»st)st) 52 n (Il)iaiiiaiitiriclustrie) 2r6 Metselvak) 4n Steigermalrei*, Steeiikoleiiin~a) l00 ~tekez (Handel) 20c 176 Stek~nbalrlre~. (Brolrlsenfabr.) 7n Stellenxnnker. (Parapluiefabr.) Steller. (Tnpijtwevert) 1Sc le n (Glasftlbr,) Stellingknecht, Bran dert j 1 7 Metselvak) 4a Stellingmaker. Steliingeil~e~huurclei., (Handel) 20h 136 Stelmeker. Wagenmalcer~) ardappelmeelfabr,) 17d n [A la Stempelaar, (Mantelfabr.) 116 (Capsulei~fab~.) n I)
I1
I [
/
VOORQEKOl\lEN BEROEPENe
~teiupelaar+ n n
(vleesch) Stempelgraveur. Stenipelmnker. n
n
n
Stempelmeid. Stenlpelsnijder. V
Stengelaanzetster. Stengelmnker. Stengelsopster. Stenogranf. Stereoscoop-artikelen. Stereotype-, Steriliseerder. Sterke drnnlr. Sterker. n I)
Sterkineester. Sterlrersbans. Stevedore. Stiereaho~ider~ StifteiiniaIrer. Stildier. 8
II
~ti1;ster. n n
~toe'ieil. n
StoeleiidrnnieP, St~elenlalrste~. Stoelenmaker. ~Stoeleninatter. Stoelenst,eker. Stoelenietuter. Stoepmeid. Stoetbakker. Stofaanbrenger, Stofbleeker.
BEDRIJVEN OF TAKKEN VI\N DIENST WAAltTOU DE BBROBPBN ninooaeiv.
35:s ~t a " 0
%
OC E'
%i
/&w
(Fabr. van Icntoen) 15c (Vleesclibewerlcing) 1712 (ICerkel, dienst) 83c (Goud- en zilverfabr,) l l a (Fabr. van sten~pbls) 8c (Steenkolenmijn) 10a (Metanlwareiifnbr .) llb (Fabr. V. ca~t~tchoucwaren) 9c ( Haarsenfabr.) 56 (RUksmiint) 29lc (Goud- en zilverfabr.) l l a iElect.gloeilainp.fabi~.) 1221 n n 12b n n 126 (Vrge beroepen) 249 20s (Handel) (Boekdruklseri) 3a (Zuivelfabr,) 171c 20c (Handel) (Bonttveverij) 15c (Sterkerij) 15d (Zeildoekfabr.) 15c (St erlseri) 15d 15c (BoiitweverU) (Zeevaart) 2 1c (Veeteelt) I Sb (Draagnagelfabr.) llb (Paniienfabr .) Ic (Fabr. van knt oen) 15th (Zndelaialmrij) 9b (Strooliulzeninbr,) 60 (Rijtuigfabr.) 136 (Parapluiefabr,) 7cd (Schoenniakeri) 9b (Rleedingind~st~ie) 7a (Fnbiqicage) 6c-h (Handel) 20d (Fnbi*. van stoelen) Ga (Fnbr. van rieten . meubelen) 6b (Fnbr, vnn stoelen) 6a (Stroobewerking) 66 (Beeldhouwer$) 6a CICerkel, dienst) 336 (Veeteelt) 18b (Br~odbakke~~) 17b (Papierfabr.) 14a n 14a
.
.,
,. SJ ;q ,
I
;:::!<. !'
.;:2:
- .,<.p-
. .,+
%
,
; .': ; L
.. . ... . . ;,. ..,+.
.
L q,.,.
,
'.,L
l'L $ 3 5
,-
X
"
. W*
.,. ;r..: , .../ a ;,, ,,C? .l"
,
..S.
L
8,
.ei!#
4 $J :sd BEDltIJVEN OF TARREN VAN DIENST IVAARTOE DE BEROEPEN BEllOOltEN,
VOORGEROJIEN UEltOEPENi
-
BFiDItIJVEN OF TAKKEN VAK DIENS11 IVAAnTOE
VOOROEK011Eh' BEROEPIN.
8 2
DE 8EltDEPEN BBIIOOREN.
834
BEDRIJVEN OF TAKKEN VAN DIENST WAAltTOE DE BEROEPEN BEHOOREN.
VOORGEICOMEN BEROEPEN,
lf g RI$
B d i
e
Eg
.
fii
BEDltIJVEN OF 'PARREN VAN g p d DIENST WAARTOE g d g z DE nenosrea aapooitEr.
VOOI~GEI~OMIN BEI~OEPEN,
.
rg,
aE5
aia
<
,
l< j -1,.
A.$ .--
- . --
,
,,~. ,T
. .
,
,',S
.
.. ,
<',
I
,
. , j
S toffeerder. Stoffeerster, Stoffendrager, Stoffenmenger. S tofYeriverver. S toiYei*, S tofn~nlre~. . Stofmaler.
n
Strilrster. Stripper. n
n
(Cartoiifabr.) (Papierfabr.) (In verscli. beclrijven) (Visclibewerldng) (Riviervisscheri) (S tjjfselfabr.)
n
Stofmnsscher, S tolcar. Stolrvisclibeulrer. Stolvissclier. S toofwe~lrer. S tooiii- en niidere werlrtuigen. (Fabricage) S tooiiignslroffiel~rniiclei~s n StroomgeleidingbeIeloeder. (S~ilre~fabr.) S tooiii~vei.lrtuigeii, (Elrtiidel) Stoomer. (13ettenfabr,) Stooniboot (personeel), [Zeevaart) Bini~envan~t) n Stoppelnarster. (Borstelfabr ) stopster. n . (WollenstoffeiifRbr.) [r'leedinginclustrie) [Fnbricage) (Olitt- en stopverfmalce~~j) S toppeiisliJper. (Glnsfabr.) Stooter. Leerlooierg) Storter, Rjstpellerg) Storiiigzoeker, Tlielephooiihnuleg) Sto veniii nlrer. Fnbr. v. liout urnreli) Stovenzetster, (Kerk dienst) Straatlegger. (Openbare werken) S t ~ n ninalrer. t n n Strt~atiiiiizilraiiteii, (Publ. veimnlrel$kli.) S traatveger. (Reiniging) Strnetveiiter. (Hnuclell Straatwieder. Strnndjutter. Straiidvoogd. (Gemeeiite dienst) Straiidw~rlre~, [Openbare weilien) Stremster. Pijpenfabr.) Strenglospluizer. Katoenvervet) Streiigenmaal~ste~, (rabr. v. kaarsenpitteil) Streiigenoplrlosseninalrei (Vischiiettenfabr,) Stirilrkenma~kste~, (Schoenfabr.)
i
Stroo. Stroonaiibrenger. Stroobincler, Stroocontroleur, Stsoodeklrer, Stroofijnmnlcer. . Stroolioeden, 11
Stroohulzeii, Stroolrolrer. Stroolcolder, Stroolrrujer, Stsoolosses. n
Stroogerser, Stroopster. Stroopkolrer.. Strooptrnpper, Strooschuiver. Strooun$der, Stroostof~iinlrer, Stroownreii. J
Stroowerker, Stroppeiiiiierlrster, Strtiber. Struilcenrooier. Str$~er.
n
Strilrster. n
Stukadoor, Stukaanlaiiger. Stulraaiiiinnier. Stulropmaker. n
Stulrpaklrer. Stulrsteiiipelaar,
I
(Nntten fabr.) . (Viscliiietteilfnbr,) (Pnrfiim,fabr.) ( Batoenspinneri) (Katoenfabr ) (Tnl~alrsfabr.) (Handel) (Cartonfabr.) (Fourngehniidel) (Cnrtonfabr.) (Dalrdekker$) (Carto~fab~.) (Fnbricnge) (Rnii del) (Fabricage) (Cartoiifabr.) n n
(Aarclwerlrfabr,) (Cnrtoilfabr,) (Lniidboiiw) (Signrenfabr.) (Suilrerftibr.) n
(Cartoiifabr,) n n
(Fabricage) iHnndel) (Cartoiifrhr,) (Snjetfal~r.) (Tnbalrsfabr.)
n
(Blee.lrel$ van stukg.)
(KstoenververU) (ICntoeiifabr,)
n
Stulrlrenlin~ei., Stulrkeiimeter. Stukkeiliiumniernnr, Stuklreiio prollei*. Stulrlrenstopster. Stulrlcenrolcler, Stuklt-envou~vei*. St~ilrkenwerlrstor. St~lrjeskeu~cler, Skl~jeswerlcster, Stitsel. n
St~jfselkookster. Stijfselkolrer. StUfster+ Stijlwefier. Stiver. Stii~irninii. 9
(Lniidbolim) (Steenfabr.) (IIoutxngerU) (W nscloekfabr.) (I
15d 15c n 15c (BleelrerU van stukg.) 15d ( Appretee~clsr~) 15d
Stukverver. St~lctve~lrer. Stnlrzeiiger. StulrlrenefsnUdster, Stulrlrenbereidste~*, St~iklrei~borstelanr. Stukkenbrandster. Sttiklrendichter, Stiilrlrendoordsnnier. Stiikkendrnaier. Stulrlsendrager, St~ilrlrenlreurstei*,
W
n
Stuwer. Suiker. n
Suilrerbalrker. Suilrei*ballenkolrer. Suikerbieten. S~ilre~lrolrer. Suil~e~raEnadeur, Suikerspuiter, n
Suilrei*warsn. Suikerweger. Suikerwerkeii, S~pe~phosphaten.
(Versch, instellingen) (Verpleging) (Spoorwegen) (Dir. Bel Inv. en Ac.) (Fabricage) (Onclerwijs) (Steendrulrkeri) (Gasf abr.)
n
Surprises. W 1516 Siirveillnnt. W 15d W 15cl Sypli~npompe~. n (Fabr, van lrt~toeii) 15c (Wollenstoffenfnbr.) 15c T. (Katoend ruklrer~) 15d (Wolleiistoffeiifabr.) 15c Tabak, appreteerde^) l t cl Tabnlropeiilialer. n 15cl Tabak~e~lsster, (Wolleiistoffeiifal~~,) 1 . 5 ~ Tnbnksplanter. 15c Tabelrspijpeii, ( ~ a b van l koLeii) 15c Tnbnlrsorteerder. (Wollenstoffeiifnbi~.) 15c Tnbnksuitdeelstei.. (Brander!) 17tz Tabalrscloozeii. ( Bleelrerg vnii stulrg.) 15r6 Tabnkslrerver, (Kat oeiidrulclre~* jj) 15cl Tnfelbeclieiicle. (Fnbr. van lrntoeii) l 5 c Tnfelhouder. (Mai*gariiiefnbr.) 171 TafelIrleeden. (Fnbricnge) 17d Tnfellrneclit. Tnfelrnnlrer. [R~%f~b~~.) 2 56 00 Tafelvuillroopor. (Cwtonnagesfabr.) 14b Tapinen. (Wasclibleelrerij) 7 c Teillebnleiiieii, (Meubelfabr.) Ga Ta~iiboe~. (Ft~br.van lratocn) 15c Tnnde~isnijde~. (Zeevnnrt) 2 l c Tnndmeester, (Binnenvaart) 2 l d Tnpbunk~verlrer. (I
/
1
Supponst, Suppoosten. S~i~iiumernir.
i
(Handel) (Sigarelifabr.) (Tabalrfabr,) (Landbouw) (Handel) (Tnbalrsfabr.) ( Sigarenfabr.) (Fabricage) (Tabaksfabr.) (Huiselike dienst) (Hotelwezen) (Handel) (Marlrtmezen) (Houtwarenfabr.) (Diainaiitindustrie) (Handel) (Fabricage) (Draadnagelfabr,) (Kaminenfnbr.) (Vrie heroepen) (Distilleerderij) (Gist- en spiritusfabr.) (Bierfabr.) (Hotelwezen) (Fabricage) (Aaiidel) (Reiniging) 9
(S~tilrerfabr,) (Meelfabr.) (Verlreer) (~ailiinehandel) (Handel) (Veruchill, beclriven)
3 (3 21c6 291, 80 25 Qb 16ct
zoc 172
172 1811 20c 172 172 110 174 27 247 20d 2112 Gn 20n 2016 llb llb 6c 24n 17n 1712 170 2 19 15c 20d 7c 7c 17c 17a %Ik 211c 201i. 201~
n
(~abricap) (Verschill. bedrijven)
lb
:
i
44,s BEDRIJVEN OF Ti\KKEN VAN o C da DIENST WAARTOE DE BEBOEPEN BEHOOREN, B8
g j :z VOOl~ûEROiüEN DER0:PEN.
"8
7:
DEDItIJVEN OF T N R E N VAN DIENST WhAlLTOE DE BEXOEPEN BEHOOREN,
VOORUElCOMEN BEROEPEN.
n
Teerder, Tegelbrauder. Tegelclrager, Tegelperser. Tegelpoetser. Tegelvormer.
VOOROEI
BEDRIJVEN oi TARREN VAX DIENST WAARTOE DE BEROEPEN B % H O O B ~ N .
-
(Vrie beroepen) (Haiidel) ,
n
(H oiitteelt) I
v
n n
(Fabricage) (I-Iaiidel) (Ci.clioreifabi*,)
vloertegelf fa bi^.) n
(Ceiiientsteeiifttbr,) (Glnsfabr.) (Vloertegelfabr,) (Tegelfabr.) n Tegelviiller. (Vloertegelfnhr.) Tegels. (Fabricage) (Handel) n Tegenhouder, ( Scheepsbouw) Tekker, (Ca~n~ofnbr.) Telegranfl$rihersteller. (Telegraafaanleg) Telegraafwachter, (Spoorwegen) Telegrafist. relegrnfie) Brandweer) n Telegrambesteller. Telegrafie) Telegraiiinieiib~ii.eniiI houdei*, n Telel] Iiooiibeainbte. (Telephonie) Telephonist. n Telephooiinanlegger. (Telephoonaanleg) Teller, (Papierfabr.) Telster. (W nsch- en strilrinr,) Terpnarde. (IIniidel) Terpentin. n Terracotta-artilrelen. (Fabricage) Terreinarbeider, (Zwavelzuurfabr.) Terreinmerlrer. (Gasfabr.) 'Thee. t Haiidel) .Theebladen. (Fabricage)
I
,
20n zon 2 0 5n 20n 17f lc IC IC 'le lc ld lc l c-d 20d 13n 170 122, 21n 210 31c 3lr
n
Th'eeiiieleerder, Thesaurier. Ticlielbaas, Tichelaar.
g8
,
, Teekenaar. Teel~enbehoeften. Teen. Teenbossei*, Teen~cbille~. Teensnider. ' Teenwerker, TeenensiiUdei~. Teenenschiller. Teenen te waterbrengei Teeneniiitschieter. Teer.
a
BEDRIJVEN OF TARKBN VAN k DIENST WhAltTOE V nj a DE BEROEPEN BEBOOREN.
.
[
~
~
(Steenfabr,)
ak) ~
~
~
b
Tiei~dschatter, (Ki*oondoniein) Timniei*lieden, (Bouwvak) Tinimerrnniisgereedschappen, (Handel) n 9 (Fabricage) Tin, f Handel) Tindraaier. (Metaalwnreniiid,) Tiligieter. n (Tiiigietei'i) Tiiiinoiiteiii*. (Metnal~vareiiiiid,) (Tinpletteri) ~ 'L1inplotter. Tilisorteerster, (Loodpletteri) Tin~e~lrar. (Metaalwareiifnbr,) Toetster, (Capsulenfabr,) Toger (lijndrijver) (Veendergen) Toger. (Biniieilscheepvaart) Toiletartilreleil. (Hniidel) Tolbazen. (Verkeer) Tolganrder, n Tolk, (VrUe beroepen) Tolkiiecht, (Vervoerwezen) Tonneiilegger, (Loodswezen) Tonneiihan, í lteinigiiig) Toniienspoeler. (Bierfabr.) Toiiueiiwerl<ei*, (Margnrinefnbr,) Tooiieellriieclit, (Tooiieel) Tooneel-niachii~isteii, n Tooneelspeler, n Toonlcunsteiiaar. (Vrije beroepeaj Toonzetter, (Orgelfnbr,) Topper. (Wtbscli- en strUtinr.) Torenuurmei.lsen, (Fnbricage) Torenwachter, (Gemeente dienst) Toriister. (Stoffenververi) Torpeclisteil, , (ICi*~gswezeii) Torpedom aker, (Fabr, va11 wapens) TOUIV. (Fabrionge) II (Handel) Toiiwafslager. (Touw slagera) Totiwbaas.. (Zeildoelrfabr.) n (Bontweverg) Totimer. (Leerlooier$ n (Di$friemenfabr.) touw maker^ (Mattenfabr.) Touwpluizer. (Fabr. v. 11reeiiwwei.lr) 2Touwslager, (Touwslagerij) (Zeevisscheii) n Touwspinner. (Tou wslageri) Touwsplitser. (Cocos~iiatwevei$j) )i
.
'
Touwwerlr, Trariln. n
2011 llb 20n llb 116 llb llb Ilh 116 llb llb l oc 2 1d 200 21b 21.3 240 21b 2 9 ~ 4tb 170 171 24; 2-1i 2412 249 12cz 7c 12cz 316 7c 29i 121 15/' 2012 l 5f 15c 15c 9a 9b 66 151' 15f 19a laf Gb
Trnrilnlcoolrer, Traanstoker. Tigaceur. Tradewerkster, Trainer, ~Traini*ijtuigeii. Trsmkaartjes. Treuslateur. Transporteur. Trappenmnlrer, Trapper, Tras. n
Trein poetser. Trekker, n n
Trelrwerkar. Treinbans. Treinster. Trenimer. Trensr.er, Tre~nittn. Trinngelmanlrster, . Triangelkapster, Trinngeldlrlopster, Tricot n
Triluter. Trommeler. Trosseerder. Trip. Ti.iJpdriiklter, Tuigen. T~iiiiarcliitoct.
D
Tuinspeciën, , Tuinzaden, Tulle. Tui*hineui.. Turbinewerker. .Turf, Tu~faanvoerder.
(Handel) (Fnbricage) (Handel) (Oliefabr .) .(Zee vissclierU) (Macliinefabr,) (Capsulenfal~r.) (Vrije beroepen) (Fabricage) (Handel) (Vrie beroepen) (Expeditie) ( Timmervalr) (Roelcdrulskei~j) (Fabi+icage) (Handel) (Spoorwegen) (Borstelfubr,) (Goudeiilrettingfnbr.) (IJzerind~istrie) (Fnbr, v, Suikerm,) (Margarinefabr.) (TabalrspUpoiifnhr.) (Cartonf+br,) (ICappersvalr) (Vleeschlinndel) (Aardewerlrfnbr,)
BOIb
5b 2012 51J 19n 12n llb 24s 136 2012 240 2 l? 4n 3n l6 20n 31ch Bb lln 116 1713 171 ld a14n 7c 20c ld 1d 1d n (Fabricage) 15c (Handel) 20b (Ti*gpfnbr.) 15, (Oliefabr.) 5b (Sajetfabr.) 15b (Fabilicage) 15c (Fnbr. van trijp) 156 (Hniiclel) 2011 (Tuiiibouw) 18c (Onclerw~s) 25 ( Wnterschapsilienst) . 3 9 (Tuiiibouw) 1 Sc (Huisel~jkedienst) 27 (H andel) 20n Y OIt n 20b n (Itaffinadefi) 17c (Stifselfabr,) 17d : 20d (Handel) (Glasfabr,) l l0
Turfdrager; n
Turfdroogmaler. Tiii*fgrnver. TurfIrruier. n Turflader. Turfmalier, Tui*fmeter. ~urfo~malcer, Turfschipper. ' Tiirfstelrer. Tiirfstrooisel.
w
Tiirftoiiner. T urftreklrer, Turfvezel. Turfvlotter. Tweerner..
(Veenderd) (Turf handel) (Veenderij) n n
(Certonfabr.) (Veenderi) (~urfÎhande1) (Wnterschapsdieiist) (VeenderiJ) (Binnenvaart) (Veenclerg) (Fabricage) (Handel) (Steenfnbr.) (Pnnneiifabr.) (Tiirfstrooiselfabr,) (Turf haiidel) (VeenderiJ) (Fabricage) . (Glnsfabr.) (Tapdtweveri) ((Sajetfabr.) TCatoenspinneri)
n
Tmitter. Twijg. Twiner. Twiucler.
~~~ewriters. (reparateur) Typografen.
(Touwsl ageri) (Snjetfaba). (Handel) (W~llrnga~ensfabr.) (Kntoenspinneri) (Zeilcloelrfabr,) (Mecliinefabr,) (Binnensclieepvnart) (Qandel)
u. Uitdrnger. (8andel) (Steeiifahr,)
Uitgever. n
Uitgloeier,
(Broodbalclr~r~) (Kammen- en pipeil. fabr,) (Bieo.odbakkerijeii) (Handel) (Ulasgloeiliclitkousenfabr,)
l
XLIX
BEDRIJVEN OP TAKKEN VAN DIENST WAARTOE DE UELOPPEI BEHOORBH.
V0011UEK01IEN BEROEPEN.
Uithaler. Uitlrruier, Uitlegger, Uitnemer, Uitplulzster. Uitpoetster. Uitroeper, Uitruiinel: Uitschieter. Uitslootei*, UitsnUcler, n
uitschietster. Uitstootster. 'Uittelster. O ittrekker. Uitveiler. Uitzetter. n n
n
Uur wei.lreii. n
1
2h5 #,f p3
18B e ia $ 4
(Pannenfabi*.) lc lc (Steenfabr.) (Sigarenfabr,) 17!2 (Glas- en spiegelfabr,) l e lbc (Fabr. vnn katoen) 90 (Schoenfabr.) 2112 (Marlrtwezen) 6a (Xloinpeiirnalrer~) (Wasch- eii str~lrini*,) 7c 4d (ltein iging) 9b (Sclioenfabr.) 1718 (Vleescliho~iwer~j) 20c (Kanslianclel) ld (Pijpolifabr.) 15c (B011tmeveri) (Wascli- en strijlrinr,) 7c lc (Steenfabr.) 2112 (Marktwezen) Ic (Vloertegelfabr.) lc (Panneiibbr.) 40 (Ur oild w eiqlc) llb (Capsiileilfabr.) 5d (Goinfabr ) (Kammen enpipenfaljr.) 6c 7a (Vi*ouweiicoilfectie) (Wasch- en strijlrinr.) 7c 116 (Capsulenfabr,) llb (Loocll~letter~) 200 (Boonenliandel) 12d (Fabricage) 2 O12 (klaiidelj
Vaatwerk. Vaatwerlriiitstooiner, Vni*eiisgezel.
(Handel) (Margarinefabi*.) (Zuivelfnl~i*ielr) (Zeevaart) (Binnenscheepvaart) (Handel) (Veehouderij) (Haiidel)
n n
Varkens. Varkensbeereiihouder. Vurkeilsblazen. Varkeilshnar. Varkeiisringer. Varl(ensslager, Vnrkenshaarsclioonmaker) Vaten. Vatenroller,
Ifi,l
2016 171 l71c 31c 21d 209 180 2Oa
20n 180 1718
I
(Borstelfabr.) (Handel) (Bierfabr,)
6b 2012 170
VOOHOEROMEN BEROEPEN*
1
-
-
BEDliLTVEN 0. 'i'ARREN VAN DIENST IVAAll'l'OE -DE BEROEPEN BE1100REN.
VOORGEK03IEN UEltOEPENn
Vatenspoeler,
(Zuivelfabr,) (Biei*fabr4) Vat e~~trailsporteorcler , (Bran derij) Vnteilwnsscher. (Bierfabr.) Vee. (Handel) Veeartsen. (Vrie beroepen) Veedi* ver. (Veehouiler$ I Veefolzlzer. 8 Veelioecler. Veeliouder. (veehouderij) Veelrneclit. (Gist- en spiritusfabr.) Veemhoucler. (Verlreer) Veenarbeider. ( Veenclerij) Veeninan. 8 Veeren. (Handel) Veerenzuiveraar. (~edcleiifabr.) TTeere~ibereider. 9 Veereiistooiner. n Veerpaclitiei*, (Biniienscheepvaai.t) Veerman, n (W aterschapsdienst) W (Zeevissclierij) n Veerpoi~twnariiemer. (Spoorwegen) Veerschipper, (Stoornbootreeder~j) TTeevnecler, (Fabricage) 8 (Handel) Veger. (Jutefabr.) I Veldailbeiclei.. (Tuinbouw) Veldvruchten, (l3nndel) Vellen. n Velleiiblooter. (Wolwn~sche~ij) Vellensorteerder. (Zeemleerindustrie) Velleiispoeler. (I'nl~ierfabr .) Veldwachter. (Bescl]erin. van cliereii) n (Rij1,s) W (Gemeeiite) Ven duknecht. (Marktwezea) Ven duineester. Vensterglas. (~sn(fe1) Ventilatie-inrichtingen, (Fabricage) TTei.bnndnrtilzeleii. Verbandstoffen. (Haiiclel) Verbandmeester. (Heelkuiiile) Verclan~per. (Rnffinnclerij) Verdeeler. ( IZatoei~spiiiue~ij) Verdeelineester. (Gemeeiitefinni~tieii) Verdeelstoeler, (lCatoenspinner$) V?rduurz, levensmidd, (Fabricage) n n (Haiiclel) n
I
1
e
I)
1
17i: 170 1712 170 2051 24c 18b 182, 18b 182, 1712 21b 1Oc loc 30b 70 70 70 2 1c2 21cl 32 190 21n Sld lis 20c 150 1Sc 20c 20n 1%
ga 14~1, 24s 29cl 312, 2 111, 21h
?E 156
2012 24s 17c 152,
31cl
15b 179 20e
+
Verelitho. Verensmid. Verf bereider, Verf houtmaler. Verfmaker. Verfmaakster. Verfmaler.
DIENST WAARTOE
(Fabricage) (Spoor\vegen)
0011UEERONEN BEItOEPEN,
(Verpleging) (Pnpierfabr.) (Bren deli) H~toenververij) (Vrie beroepen) (Gist- en spiritusfabr,) Verstoffenfabr.) (Cupsulenfabr,) (Kleedingind.) (alas- en spiegelft~br.) (Vorfstoffenfabr.) n (Aarde werlrfabr ,) (L$stennialrerp) IFnbr. van geëm, ijzer) Verfmeester. (Cliem. wassclierij) I (Kntoenvervei$j) (li'abr. van turf) (IZnai*senfabr.) I (Oiiderwijs) (Kastenin akerij) (Hnnclel) Verfoliëi~. n 20k 8 (Oliefabr.) Verfstoffen. (~a~rica~e) 6d fl (Fabr. van Dzeren D (Ha11(lel) 2011 nieilbelen) (Fabi*.van geëui, ijzei*) Verf~varea, 10h 8 Verfwrij ver. (~o~&d~ukkeiii) 3o W ( Papierfabr.) Vergiild er, (~lurdemerkfabr,) ld 9 (Bontweverij) n (Glas- ei1 spiegelfabr.) I c n (Katoenverver~j) (Wolververij) 8 (Fabr, van spiegels) 18 9 n (finstnijverheicl) 82, Verfster. i Cnpsuleiifabr,) 9 (Machinefabr.) 12n Vervoerder. (A arclew erkfabi..) n (Boeltbinderg) 14b Verw~riiiingstoestellen. (Fabricngij) (Glns- en spiegelfabr.) Vergiild~verk, (Handel) '201" Verzilveraar. Verlegster. (Papierfabr,) 14cc Vestenmaakster. (KleermalceriJ) (Hlmdel) Verlooder. (Glas iii looclzetterij) 48 Vet. (Fnbr, v. vleeschwaren) Verloslrundige. (Vrie beroepeil) 24a Vetafdoener. Verliuizingen (oilderiz.) (Expeditie) 2 1f Vetnfmalrer, >I n Vei*huurlcaiitooi*houder,(Verkeer) 21ic Vetopmalrer. n n Rn Vetsmelter, (Kaarsenfabr.) Verificateur. (Boelr clrulrlrerij) (Fal~r, v.vleescliwareii) Verkooph~~islioiicler, (Marlrtwezeii) 21k 9 Verlnlrker (Hoeden- e11 n~ilitsire a (Margarinefabr .) equipeiiieiitst ,fa11r ) 7fl Veisteker, 8 (Hanclel) 88 Vetwuren, 8 (Schil~le~werlr) (Blilrindustrie) l 1b Veterwerkster. (Banclfabr.) (Fabricage) ,17b Vezellvuier. (Aardappelmeelfnbr .) ~eri~icelli. (Metaalwarenfabr.) l l 2, Vezelzoeker. Vernikkelaar, Vernis. (Fabrioilge] 58 Vicaris-generaal. (ICei*~elijlredieist) Vernisgeefster, Vloei-tege fabr.) IC Vice-president, (Reclitswezen) Veri~isgeve~. ardewerlcfabr.) l d Vice-voorlezer. (Kerlzelijke dieiist) Verilismaler. 8 lcZ VictiinliBn. (H andel) 5b Viltwaren, (Fabricag~) Vernisstoker. (Fabr, van vernis) Verniswei*lrer, (Aardewerkfabr,) lcl (Handel) Vernisser. ICZ ~ i o l i h ! (V$e beroepen) II (SteeiidrukkeriJ) 3b Visch. (Handel) (Marktwezen) 86 Vischafslager. I Schilderwerk) Vischclroger. lischbewerking) n abr. meubelen) van rieten Metaalbewerking) 63 Vischhakenmaalrster, Marlrtwezen) (Yerschill. iilclustriën) Vischuitlegger. . Verpakker. t
l c Verpleger, 2 l n Verschieter. ld n 15tb Vesslaggever. 5d Versnijder. 114 Verstelnaaister. 5d Ver~teklte~, 1d 7c Vertinner. 16cl Vervener. 31g Verver.
DIENST WAAItTOE
I)
.
I)
26 14a 17% 2491.
1'79% 7a le Gn llb loc 56 Ga 5b
llb l lb 14n 15c 15d
15d llb Id 12a 1s 7a 20u 1712 1716 17Jt 5b 1712 171 171 20h 15s 17d 17d 33a 29c 83b 20c 15s 2 Ob 2451 20c 21h 17i llb 2171
'j-
BEDIEIJYEN OF T A R K ~ NVAN DIENST WAARTOE DU BEROEPEN BUEOOREN.
VOOROEKOMBN BEROEPENo
.
Vischloodgieter Vischiietten. 'Vi~ch~oolrer, Visclischooiirnaalrster, Vischsn~dster. Visclituigmnlrer. Vischzouter. Vissclierg-artilrelen. Visscher (zee). (sivier), Visiteur, Vitrage, Vlaggedoelr. Vluggedoek. Vlaggenmalrer. Vlaggenverhuurder, Vlas. n
Vlasafval. Vlashoeren. Vlaspakker. Vlasschooner Vlaswerlrster, Vlechter. Vlechtmeester. Vleesch. Vleeschafval, Vl~eschhouwer. Vleeschrooker. Vleescliwnren, Vleesohzouter. Vleescher, Vleklrenreiniger, Vletter. Vletterliian.
n
Vornigieter, Vormhoader. Vormlrweelrer Vormlediger. Vormlosser. Vormmaker,
n V
l
(B:R:BB~)~~-.,
.
acaofabr.) (Pantienfabr.) (Anrclweskfabr,) (Pipenfabr,) (Steenfabr,) Glas- en spiegelfabr [Glasfabr.)
n
Vormneerlegger. Vormpoetser, Vormschoonmaker. Vormsteker. Vormwnsscher, Vormwerkei*, Vormzand. Vormersbaas. Vou~baas~ Vouwer, n
Voiiwstor. n n
Vi*achti*ljder. Vrachtschipper.
vracht vaar cl ei^. .
Vroedvrouweii. Vrucliten. Vruchtenmoes. Vruclitensnppeii. n
VrJboereii, Vrijmrin. Viiilvisscher. Viiilnisophaler. Vuilnisvaarcler. Vuller. n n P
n n
'
vulder, Vuurmakers. n
'
Vuursteen. Vuurstoker. n
d
E3
1 I
Viiurtoren~vachtar. Vuusvaste artikelen, 'Vuurwapenen. Vuurwerker. . Vuurwerlrn~ake~, Vilenharder. Vijlenkapper, Vilenmaker,
(Zeevjsscheri) (R nndel)
'
n
(IJzersmederij) (V~iu~werkfabr.) (Vglenmakeri) n
n
l
lc 1~' le Ie n lc (Steenfabr.) (Tabalrsfk\br.) 17q 20n llb IJzergietei*i) 15c jaande1) ~eiltloelrfal~r*) llb ( Capsulenfabr.) 14b (Boelrbinclerij) 7n (Mantelfabr,) 7c (Wnsch- eii strilrinr 15c (Z~ildoelifabr.) a l/' (Hxpeclitie) 21d (Bineenvnnrt) 21f (Expeditie) 246 (Vrie beroepen) 20c (Handel) (Fabricage) 179 17 11; 20c 18a ), 20c (Graanhandel) 4d (Reiniging) 18a (Landbouw) 1 Sn n . 5a (Dropfabr.) 5c (Lucifersfabr;) 5d (Inktfabr,) 6n 14 cc 17d (Siroopfnbr,) (~ineraal~vnterfab~,)1711 15d (A.ppreteerderi) 6c (Fnbricage) 20ri (Hendel) aoh la (~B;dewerlrfnbr.) 140 (Cartonfabr.)
~an!~:
BEDRIJVEN OF TAKKEN VAN DIENST WAAI1TOI DE BEROEPEN BEHOOREN.
VOORGEKOMEN BEROEPEN*
(Cartoniiagefabr,) (Cacaofabr.) (Kaarsenfabr.) (Glasfabr.)
Vormer.
Voedster (minneti). Voeger. Voerder.
I)
fl
Vlotter, Vlouwvisscher. Voddenraper. Voddenzooker. Voederknecht.
l lb 15f 17i 17i
1
.
Vloeibnas, Vloerder. Vloergaiiger. Vloerlegger Vlokkenmaalder,
(Verpleging) 26 (Metselvals) 4a (Electr, gloeilanipen9 fabr,) 121i n 17i Voerman. (Vervoerwezen) 210 (Touwslagei*i) 15f Voerwerker. (Landbouw) 15a (Vischbewerlcing) 17i Vogelkooien. (Handel) 20d (Haii del) 2 01,. Vogelkooirnalcer. (Fabr. v. Uzerwareii) l l b (Zeevisschorij) 19a Vogelkweeker. (Veehouderj) 18b (Riviervisscheri) 19b Vogelvnnger. (Jacht) 19c (Riksdienst) 29k Vogels, (Handel) 2og lt d (IIandel) 20d Volster. (Apprsteerderj) (Fabricage) 15c Volder. (Vlaggedoelrfabr,) 15c (Handel) 20d n (Wolleiidelrensfnbr.) 15c (Vlaggedoelrfabr,) 16c Vollrsgaarlteulrenhouder (Hotelwezeii) 2l g (Handel) 20d Vollrskoffieliuishouder. n 219 (Fabricage) 15a Volkskosthuishouder, 2 1g (Handel) 20a Voorblazer. le n 20ts Voordraaier. 15c (Landbouw) 1Sa Voorhouder. (Scheepsbouw) Vlasinclustrie. 15u Voorlezer. (Kerlrel~kedienst) 33b 1) 15a Voorman. (lCasrsenfahr,) 5b 9 15a Voorperswerlcei*. (Oliefabr.) 5b (Stroohulzeiifabr.) Gb Voorpi*oever. (DistilleerderrJ) 179%' 15e Voorslager. (Sm ederij) llb 20c n (Draadn.spijkerfabr,) 11b 8 2012 9 (Macliiiiefabr.) 12a (Vleesclibewei~lring) 1712 (Scheepsbouw) 13a w 1712 n (Clasfabr.) l6a Fabricage) 1711 11 (Spoorwegen) Sla Vleeuchbewerlring) 17h Voorwerlrer, (Oliefabr.) Sb Leerlooieri) 9n I , (KloinpenmakerU) 6n (Chemische wnscheru) 7c n (IJzergieteri) llb (Steenfabr.) lc M (Sajetfabr.) 1 Sb (Zeevaart) 21c n (Gist- en spii*itusfabr,) 17rt (Binnenscheepvaart) 2 1d n (Boschcultuur) 1Sd (Spoorwegen) 2 1 ~ (Papierfabr.) 14n II (Distilleerderi) 1 7 ~ 1 Voorzichter, (Schoeiifabr.) 9b (Landbouw) 18a Voorza~ger, (Kerkelilre dienst) 33b (Bouwvak) 4~ Voorsten. (Blikindustrie) llb (Pannenfabr.) I c Vormaarde. (Handel) 20a ~(Bouwvalr) 46 Vormdooper. (Pannenfabr.) IC (Handel wollenstoffenVormenschapper. (Steenfabr.) lc afval) 2012 Vormer. 8 Ic (Houtzager!) li n I (Pannenfabr.) IC Ie (Zeevi~sche~iJ) 19a I (Handel) 20k 5b n 2 012 fl (IJzergieterg) llb vo el houder ij) 188 91 (Capsulenfabr,) Ilb (Visohhalrenfabr,) (,Fabricage) (Vischbewerking)
I3EDRIJVIN OF TAKKEN VAN DIENST WAARTOE UB BEROBPEN BEHOOREN.
VOORGEKOMEN BEROEPEN*
DIENST WAAliTOE
19a 20d 2 01t llb Sc llb llb llb
Zllc (Veemho~de~n) (Papierfabr,) l :In (Mai*lrtwezen) 2 112 Waaszegger, (Vrgo beroepen) 24s Wafelbakker. (Fabr, vsii voedingsm.) 1.70 Wageiiat~r, (Landbouw) 18a Wagenknecht. lVageiiladey, (Verscliill. indust'iëo) (Steenlrolenmijil) 100 Wngeiilich tey. (Spoorwegen) alts \Vagenmalrer. (Fabr. van wagens) 13b Wagenschilder. (Gemeentereiniging) 4d (Fnbricnge) Sb Wageiismeer. 20h ( H an clel) ~ Wageiivuller. a ~ e ~ v e r h u u r d e r . Vervoer\vezeii) . 21b Pniiiienfabr.) 10 (Ouiuisbus-Mij,) 21b Wagen~vasscher, (Fabricage) . 18b Wagens, (Ranclel) 2012 (Pnniienfabr.) IC ~a~entjestiekker. Wnlbans. (Zeevisscherij) 19a Waldieper, (Openbare wei.lren) , 4c Walgelclenpacliter. (Rinnenscheepvnert) 21 d Walkapitttin. (Espeditie) 211' Walker, (Wollenstoffenfnbr.) 15c Waller. (Pannenfabr.) lc Walknecht, (Zeevnart) 2ic Walser. (Staniolfabr.) Ilb (Meta~l~vai~eii~ncl.) 116 (Papierfabr.) 14a (Wollendeken~fab~,) 15c (Cacaofabr*) 17s (Margarinefabr.) 171 ~Akhecht. (Capsulenfabr,) llb Wannenmalrer, (Fabr. van houtwaren) 6a Wanneii, , (Handel) 2012 Wanner, (RiJstpellei4j) 17a Wapens. (Fabilcage) 12e
t
,
VOORGEKOMEN DEROEPEN,
BEDRIJVEK OP TAKREK VAK DIENST tVAARTOE DE BEROEPEN BEROOBEN.
DIENST wAA%'SOE
V001EGllSOMEW BEROEPEX.
,
Wnsbleeker. Wns~lia~tilrelen, Wnsclibaas. Wnsdoelr. n
ITTnsscher. n n n
Wnscliliiiisliouder. Wnsclireirster. Wns~liverzeiicler~ Wnsclivroiiw. \Tnte.i4boer. s
ITateriilolennai.. Wnterbeproever. Wstel~schuiiiier,
a
81
Weverslruiiinieii.
Wortelschilster. Wi*iilgeil Wringer. Wroiiger. Wrijfster. Wijlrbocle. Wijknieester. Win, W~nhuishouder, Wijilsteker. Wintapper.
I
(Hou t bewerking) (Fabricage) (Handal)
n
IJstreklrer. IJzer eii ~zerclrnncl,
n
(Rierfnbr,) (Fabricage) g%"gelhbr.ì (Sclieepsbouw)
(Fabricnge) '
IC -
l lB
n
(Handel) 20a (Drnndii.sp~kerfa1~i~,)llB (Handel)
fa br.^. Uzere meubels)
(IJ~erindust~ie) (Reiniging) (IJaeriiiclustrie) (IJzersmelteriJ) (FcG~II~. V. gzerceinent) (Hanclel) (Fnbr. vnn !zei4)
Znacl. Znncldrnger. Znnclteler. Zand.wer$er, Znngjongen. Zangsel, Znnlrmanriienier, n
(Fnbr. van vercliiurz. levonsi~iiddeleii) 17~ (Fnbr, ven lioiittvnren) 6 c ~ (Wasch- en str~lrinr.) 7c (Sajetfnbr.) 15b (ICnnrsenfnbil.) 52, (Gcnieeilte dieiist) 31a
(Stantsclieiist) (Provincie) (Fabricage) (Handel)
I
Ikercement. Uzerdrnncl,
Zaalknecht. Zaalmeester. Zadelninlrer, Znclelmnkers-fouriiit. Zdrcloolreiisii~clster. Zalrjesvouwer, Zalrkei~, . (pnpi~~eil). Zalrlre~iClrage~, Znlrkeiiiilpalrlrer. Znlrlrenlnpster, Zak'lrei~mnlrer, n
n
'
,d j
Ed
Waterwnarneiner. .
Wnxiiielicht. Weefnieester. Weefstoeler. Weenermeid. Weesiiloeder.. Weesvader. .
Ce
d
.
V O O l t W O M E N BHROE-
t
n
BEDBIJVEN OF TARIWN VAN DIENST WAd\RTOE DE BEROEPEN BEHOOREN.
d#
Ga 15c 2Ou $olleristoffeiinfval, 20h Wolwasscher. (wolbereiding) 15a vold doorloop ster, (Snjetfnbr,) 15h Woldrnngster. (W~lleiidelrenfnb~,) 15c ( Wolwnssclier$) 15n wol di oogst el^. . (Fnbricage) 15c TVolleiidelrens. IVollenstoffen. I 15c Wollenstoffenwnssclior (Appreteerderij) 15d (Wolverver$) l k1 Wolhnlrer. (Snjetfnbr+) 152, Wollrniiin~er. ( W ollenstoffenfnbr.) 15c Wollcrnsser. \Voloplegster. (Wolleiiclelrei~sfnbr.) 15c Woli~oklrer. (Sbjetfnbr,) 15ó T;Volscheicler. w 156 (Tapijtfabr.) 15c Tv01siii dor. (Wolbei*eiclii~g) 1513 \Volso~teercler. (TnpiJtfhr,) 15c (WolververU) 15cZ ~volveher. Wol~ve~ker, Tnpijtweveri) 150 Woïpster. Snjetfabr,) 150 (Vleeschbemerlriiig) -171t IVorutinalrer.
Witwerker. Wol.
Wnter ei1 vuiir-
i
BEDRIJVEN OP TARKWN VAN DIENST WAAR'l!OE DE BEROEPEN BEiiOORl3N.
Zaklieiiiinnister. Z wkleeiiplnlcker. 29k Zalclremeiger. 3 Oc ZaIrliensluitei*, 170 Zalilieiistopper. 20c Zalrlrenteller. %Oh Zalrkenvuller. 170 Zalrlceiiweger, llb Zalrlreiiwevei*, 2 o11, Zalrkenverliuurcler. 112, Zakophouder, . 13u Zalenverhuurster.
i
I
(Hniidel) (Grnnnlinnclel) (Tuiiiboiiwv) (Hniidel) (ICiniper$) ( Il nndel) (Iiaiidbou~v) (VriJe. beroepen) (Militiernacl) ( Pnpierfnbr.) (ZaclelinnlreriJ)
fgEanb3tneii) (Hnii del)
20~6 110 l lb 4d 110 llb lc 20d Ilb
20c1 20c 1Sc 201t 6 c6 2018 1Sa 24s 290
140 9h 2012
i5 c 2011 17f 2012
n
Verucliill, ii~clust~iëii) [Jute fabr.) 15c (Meelfabr.) 17 cl. 12d (Gnsineterhbr,) $rniiclei~) 1711. inbr, vnii zel-lïen) 15c Pnpiei.l,em.) 142,
t
n
Giinnofnbr.) Steeiilrolenhanclel) (Jutefnbr.) ( G~iaiiofnb~.) Aordewei*lrfal,r.) . [Oliefabr.) (Hnndel) Zandhnndel) Hotelwezen)
t
14b 5d 20a 15c 6d l cl
52, 2OA 20q 210
i aiB " a e %g N,
BEDRIJVEN OB TAKKEN VAN DIENST WAARTOE DE UEROEPEN BEBOOREN.
VOOKOEKOMEN BEROEPEN*
BEDRIJVEN OP TAKKEN VAN D W N WAAI~TOE ~ DE BEltOEPEN UEIIOORBN.
0
U
TOOitaEKOMEN
BEROEPEN,
zg
'$3 la$
d4
Zalf. Zalf bereider. Zalfpotjesmaker, Zangeres. Zalmdrijver. Zalmvissclier. Zagenscherper. Zagensteller. Zagenvijler, Zager, Zand. . Zandman, Zandblazer, Zaiicldroger, Zandkruier. n
Zanclrijder. Zanclschipper. Zaiidstrooister, Zandtrelrlrer, n
Zanduitzever. Zandvormer.
I
l
Zegenbaas. Zegels, Zeildoek.
(Steenfabr,) (Zanclgraver~) (Steenfabr.) (Pannenfabr.) (Binnenvnart) (Pannenfabr,) (Openbare reiniging) (Handel in riviei~zand) (IJzerindustrie) (Steenfabr.) ( Pniinenfabr,) (Machinefabr.) (Znnclgraverij)
Sc
Zetter,
In
n
r
n
Zandzifter. Zandzuiger, Zalicler, n
.
Zeegras, Zeegrasporser. Zeen~ai~sliuishoudor. Zeemleder, Zeemleoroprnaker. Zeemtonwer. Zeep. n
Zeepm'aker, Zeepscheepper. Zeepsn&Ier, Zeepstoker. Zeepwei.lrer. Zeepzieder, Zeevisschei*. Zeevolkverliuurder. Zeewier,
( í ~ ~ e n b n r~verlten) e (Pottenbnlrkerij) (Steenfnbr,) (Handel) Y
(Zeevilart) (Fabricage) . (Zeemleerfabr.) n.
(Fabricage) (Handel) (Iiilrtfttbr.) (Zeepfabr.) n
n
(Zeeppoederfabr.) (Zeepfabr.) (Zeevisscherij)
I
l
2018 5a 1d 249 19b 19b 6a 6a n cabr, vnn vilen), llb Helml~oedrnfab~.) 7n (Handel) 20n (Handel in zand) 20d (Gas- en spiegelfabr.) le
IC lc 21d lc 4d 20a llb
n
Zeildoekmever. Zeilenroller. Zeilmaker, Zeiltnakersartilrelen, Zeefzuiveraai*. Zenclelingen, n
Zenger. n
n
Zettelbans. Zetteler.
(Zalmvisscheri) 19b 20e (Handel) (Fabricage) 15c (Handtil) 201b (Zeildoekfabi,) 15c oc (Linoleumfulbr.) (Scheepsbouw) 19n (H andel) 201& (Aarclappelmeelfabr.) 17d (Vrije beroepen) 2411 (I(ei*ltel. diensten) 38b (Wascli- en sti*~jkinr.) 7c (Bloelrei-U van stukg.) 15d (Pannen fabr,) lc (G1asfnbr ,) l0 (Katoenspinnei$) 156 (BontweveilJ) 15c
15c 15c Zetter, 20k Zeven. 2012 %avenn~alrer, Gct IC Zever, 6d lc Ziedhuislciiecbt. 15c 12a 1711 n la Ziekenoppasser. 26 la 26 n lc Zifter, 5cl lc 171% 4c Sc IC Zilversr~elter, lln lr: Zilvennie~leii~ lla n 20n Zilversmidsfournituren, ( a a l l d a 20f 20a Zilverst amper. (Goud- en zilverfabr,) 1 la 21c Zilvei~werlren, (Bnbricage) ll~ 9a Zink. llb 9a (~andel) 20n n 9a Ziillcinlegster. (Papierfabr .) 14a 5b Zinketser, (BoekdrukIrerg) 3a 20b Zinkwerlrer. (Aaidewerkfnbr .) ld 5d (Loodgieter$ 4a 5h (Babr. vnn ziiilrwai~eii> 110 n Eib Zinkwit. (Fabricage) 5rl 5b Zoetwerker. (Cacaofabr,) 170 5b Zoldei*knecht (Oliefabr.) , 50 5b (Wnscliinricliting) 7c n 19a Zoldeiwerker, (Graanhandel) 20c 21c zoöloog. (Vrije beroepen) 24nz. 20a Z ooinster, (Katoendrukl~e~i) 15cZ n
(Fnbr. van lzatoeil) (R/jlzsclieilst) (Handel) (Fabr. van houtwrrreii) (Goiiifabr.) (Zeildoekweverij) (Zoutbewerking) (Buiten gest, verpl,) (In gest. verpleging) (Inlrtfnbr.) (Gist- en spiiltusfabr.) (Pabr, lrerlcoriiamenten) (Gloud- en zilverfabr.)
n
o
VOOROEISOMEN BEROEPEN.
BEDRIJVEN OF TAKKEN VAN DIllNSl' WAARTOE D i BEROEPEN BEHOOitilN.
BEDRIJVEN OF TAKKIN VAN DIENST WAARTOE . DE BEROEPEN BEHOOREN.
Zout, Zoutexploitant. Zoutdrager, n
Zouter. Zouter van ansjovis, Zoutsmelter. Zoutstolter, Zoutzieder. Zuidvruchten. Zuivelbereid.artilreleri. Zuivelconsulen t, Zuivelmaer, Zuiveraar. Zuiveraar v. drinltmater Zuivermalrer. Zuur, Zuurgebou~vai*beider, Zuurperser,
(Handel) (Zoutbewerlring) (Zoutfabr.) (Zeevisscherij) (Margarinefabr.) (Zeevisschei-ij) (Zoutfabr.) n
,
Zwaaier, Zwanenhouder. Zwarter. Zwartsel, Zwartverver. n
Zwavelzuur. Zwavelstokken,
(Houthandel) (Veeteelt) (Handel) (Schoenikbr.) (Wollenstoffenfabr.) (Sujetfabr.) (Fabricage) n
(Ha~.aei) (Zadelmakeri) (Handel) 2Olt ~ w e & i n r i c h t i n ~ h o u d ~(.Reiniging) ~~. fl V J $ ~beroepen) (Onderwis) 248 . Zwemmeester. (Kleedingindustitie) (Veet eelt) 18b Zwemvestenmaker, (Schoenfa br.) (Openbare reiniging) 4d Zwiklrer. (Drinkwater-expl.) (Vlasfabr.) 17p Z~ingelaai*~ (Draadnagelfabr,) (Glas- en spiegelfabr.) le Zwoerder, (Handel) (Fabricage) 20c Zijde. . (Fabr. v, schietkatoen) b C W [FiiY!an zocle) (Zwav elzuurfabr.) 5u %Udegaaswever, n
'
I td
da
Systematische indeeling der beroepen bij de bewerking van de 8 s f e algemeene tienjaarlijksche volksteilling gevolgd. l)
,!
4 :4 J
1, Fabr.van aardewerk,
glas, kalk en steen;
Aflossers:
Afstekers. Afstrikers. a, Graven valt zalzd, kiezel, klei evz lncrgcl, Baggeraars, Bnlskenschra~uers. Blolrbrelrers. ~nkkenso~~&*S. Grintgravers. Bakkeiispoelsters, Kiezelgravers. Bakriders. Mergelblokbrekers, Bladenop brei~gers, Steen brekers. Bosarbeiders. Steenkloppers, Bouwkundigeii. Zandkruiers. Draagsters. %nnd.rvasschers. Droogstol~ers. Zanclwerlners. Glanseerdors. Gron dlnders. b. Palr. van cef~zcvzt,gips, Gr0ndrgdei.s. kalk, tf*ase~la. Grondkruiers, Grondschieters. Fabr. van gips. Grondspoorders. kalk, Grondvaarders. f~allr~raiiders. Grondwerkers, I
.
J
-
Macliinepoetsers. Natmakers, Neerslaanders. Omzetters, ' Opleggers, Onsniiders. o~stekers. Optassen. Opzetters. Opzicliters. Ovenkruiers. Ovenstokers. Passdenoppaeisers. Paardengeleiders, Palrzetters. Yersers Presbazeii, Schabuls, Sehil~pers, Slilrwerpers. Snijders. Sorteerders. Spitters, Spoelers. SpoorïUders, Stapelstors, Steenbazen. Steendragers. Steenliiakers, Steenmengers. Steeiiovenbazen. Strqkers, Tichelaars. Turftellers. Ui t drnagsters. Uitlrruiers. Uittrelclrers, Vletters. Vormenschrappers. Vormers Vormneerleggers, Vorniwasscl~ers. W asschers. Zanders,
.
S
I
Zanddragers, . Zandlrruiers, Zmdvormers, Fabi*. van pannen, Baklrenmakers. Bladslagers. ~ladstr~kers, Dakpmmakers, Draaiers. Estrilrwerkers. Hulpvoimers, Kleikneders. Kleimakers. Kuipspitterg, Oliër van Inleikoeken. Opkruiers. Panafsniders. Paiibalrkersbazen. Pannendragors. Pannenbakkers. Pannenmalrers. Y anneiirijders. Panovenbnzen, Panvormers. Pai~zotte~s, Schavers. Uithalers. Vloergnngers. Wallers Waterboeren. Zand~o~mers. Fabr. vun pannen en tegels vereenigd, Aardvoerders. Droogmakerss. Inhalers en nialers, Ini.ijders, Insclieppers. Inslagers. Karladers. Ketelmannen. Kleimoleiiaars. Kleiwerkers, Machinebazen.
l ) Behalve de onder elke iiidustrie geiioemcle beroepen komeii iii de meeste bedriven iiog voor n, technisch personeel, deza ingenieurs, technolo$eii, scheikundigen, opzichters ei1 deryeldkeii. 8, persolieel in algemeeiieii dienst, c. machinisteii ei1 stokers, d, voerlieclen, schippers eii personeel voor de expeditie, o. ma azin ersolieel, f. kantoorperioneel en g. beroepen clie met de eigeiduke industrie geen rerbeicl houclen en die in $e uitiomsten der beroepstelling b i elk bedrif nf:l,oiiderlUkzijn geiioeind.
J
j
4
Maalders. Modeleurs, overslag ei*^. Panwerkers. Reclitlegsters. Slikwerpers. Stnllrnechts. Steenlreerders Steeiikloppers, Steenrechters. Steenstippers. Stekers. Teelreiiaars. Tegelbranders. Tegslvullers, Tichelbazen. Turftellers. Uitzetters. Vloergnngers. Vorinendoopers. Vormers, Vormlossers. Wa,geiitjestrekkers. Wngaivullers, Waterboerea. Zaiiclr~ders, Zniiclstrooisters. %niidwerkers. Zaiidzifsters. Zetters. Fabi. vali vloertegels. Anilgevers, Anrdbeweilkers. Aiirdniengers. Anrdpersers, Afkloppers. Bnnlcwerlrers. Briklsenbaklrers, Clnssetteninzetters. Courwerlrers. Dl.oogiiialrers. Iiidragers. Iiizetters. O pclragers~ Oseiiwerlrers. Poleerders, Polisseurs. S~li~Unwerkers. Scliuurdei-s. Sorteerders. Steenborstelaars. Steenhouwers. Tegel~o~iners. Tegeldragers. Uitzetters. Veenisgeefsters,
I
/I Fnbr. van buizen. Cilinclervullers. I
Klei~aa~ders. Kleiwerlcers. Kleipakkers. I Fabr. van clraineerbuizen. ,, grof aardewerk. Bioempotteiiiiinltei*s, 1 Draaiers. I Fabr. van Fayencelracliels, Haudsn~clers. Invullers. Pottenbakkers, Zanders. l'abr. vali parketvloei*en, fl granietvloercii. ,, ceiileiitsteeii. Ceinentsteeiiwerkers, Tegelper~e~s. Fal~r.van Irunststeen. Mnrnierschilders. Bnbr. vnn ijzercement. / Ceiiieiitgieters, IJzervlecliten. Fnbr. van verelitlie. i
1' /
I
)I
i m
Fabr. van porceleiii enz, Aniigevers. Anrddri~gers. A nrdladers, Anrdkloppers. Anrdkiieders, Anrdinalers. hardinengers. Anrdpersers. Afdragers. Af\vnscl\ters. Afclraaiers. Aflrlopsters, A fveegsters. Baknfdraniers. Balrlreiiinakers, Balrkenvorniers, Balrlrenvullers, Bidilagers. Biscuitdraagsters, Biscuitscliilders. Bordeiistempelaars, Bordei~d~angsters, Bordeiimnlrers, Bordeiivernissei1s. Bordenuitzoeksters Boutenmakers. '
a
Ovenwerlrer uitpakker. Casettenbinders, uitcasseerder, Cassetteiimalcers. zandziftster. Casssttenpoetse,vs. Overvei*gulclstei+s, Collebonspersers, Patronensnijdeïs. Cou~poetse~s. Persdoelrreinigsters, Courmerkers, Planlrendrang~te~s, Courwegers, Platwerlrers. Doordrnagstei*s, Plavuiseiimakers, Drulslrers~ Poetsvrouwe~i. Doorgevers, Poljsters, Draniers. Porcelaindru1;kers. Gare~senmnke~s. Porceleiiisl jf~ers. Oer~ieerders, Por~eleinvo~iiiers. Gariiisseurs, Pottenbnklcers. Gipsbjbrengers, Pottennialrers, Oipsvorniers. Pottenmnniieii. Gtipswerlrers. Prenteiidruldrers, Olazu.urders. Prentensnijders. Graveer])lnteiimakers, Puinstorters~ Clroad~cliilde~s. Riemenreparoerders, ~roiiclwerlcers, Sclieepslossers, Hengelkappers. Schilderso Holvormers, Scliotellossers. Houtdragers, Schotelmalters. in pi ik kei*^. Slijpers. Inzetters (v. cassetten) Spoorremmess. Kaliberrjlers, Staalgraveurs+ Knnnendru kkers. dteenlrapperg, Hltiinenschilders. Stroolossers. Klaarmalrers . Trinngelaf kloppers, koekvorm ei*^. Tri nngellrapsters. LColeiibgvanrders. Tellers (aardewerk). Koleiidragers. I Tricmgelmalrers, IColenlossers. Uitdrsgers. ICommeii~nalrers, Uit clragers, (in droogKopergr~veurs. . lrnmers). Kol~jesdrulclsers. Verf bereiders. Kol~jesni~lrers. Verfninlers. Marsemalrers, Vergulders, Modelinnlsers. Vernisgeefsters, Moclelsohilders, Ver~iisiiiale~s. Mofl'enstolcer. Vernissers, iVlouleildragers, Veriliswerkers. Mouleurs, Vervoerders, M~u~tegelninkers, Vormers Nachtpotteiiinalcers. Vuurstokers, Opdragers. Waschlromrneiimakers. Opplalrste*~. Wegbrengshers, O venmakers. Wegers (aardewerlr). ' Oveiipoetsers. Zalclrenwegers. Ovenstokers. Zalfpottenn~akers~ Ovenvegers. Fabr. van terracottaOvenwerkers, ai*tikeleii. Ovenwerlrer bidragers. incasseerder, ' , Modelmakers. Plateelbakkers, inzetter, I
'
l
Gllasblazers, Potgieters. Glasbraiiclers. Fabr. van tegels, Glasetsers, Amschtiivers. Glasgraveiirs, Opstekers, Glusiilbindsters. Porceleinni~kei.~, Glnsinpalslrers. Schildere. Glasmakers, Siiiclers. Glaspersers. Steenscliilders, Tegel~orrne~s, Glasp~elee~clers. Glaspressei*s. Pabr. van tabalrsp$pen. Glassorteerders. Draaiers. Glas~poelste~s. Glanssters. Glasuitzoeksters. Glnzeersters. Glaswnsschers. Knsters. Glaszoekers. Hleiarbeiders. Guillocl.ieurs. Kleimaalders. Hoiitzngers. Pilrsters. Iiidregers. PUpenmalrers. P~jpenpnlclters, Inleggers, Iiizetters. Pijpeiitremmors, Beiers. Rollers, I~li~itsclirappe~s, Silolsters. Koelsvormers. Sorteei*ders. Stremst~rs. Mandenmakers. Tremsters. Metaalgraveerclerg. Uitscliietsters, Molen aars. Opclregers. Vorinrnakers. lCramiiiers vali ani~clemei~lr, Opdi(Uvers. Oriinmeiitgieters, Paklrers. Persers. Oriiainentiiialrers. Pijpoiikloppers. Plaatswerkers. e, Fcib?*.snqt glns onglnxen Platmakers. uaolliucfpevt, ktlistcd efb Plegers. Polgsters. .~1lìog~ls, Pottenv~illers. Fabr. van glns, flesscheil on Potteninailnen, Prafielmakers. spiegels. Releveurs, Aniiheffers. Roouterscliooiimakers, Aniivangers. A nnzetters. 8cliervenbraiiders. Sclierveiizoelrsters, Afdragers8 Asclibranclers, Sclioonmasscliers. Aschdrngers. Schutirders, Asclizifters. Sjouwers. Slippers, Boncheurs. B~~stelsorteerders. Slijpers. Ruigers. SiiUders. Caileiirs, Souffleurs, Draaiers. Spiegelglasinalrers, Flessclieilniakers. Spiegelmakers. Flesschensorteerders. Spiegelvergulders. Gemengmakers, Steenvormers. Gemengrgders. Stellers, Gomengzetters. Stoppenslypers. Gieters, Tegelpoetsers.
Ti~~faanvoerders. Turfvlotters, Uitnemers. Vergulders. i ers, Verstel-k Verzilvei.nars. Voorblazers, Vormers, V~~iiihouclers, Vorinpoetsers, Vorn~sclioo~irnalters. Vorms tekers. Wasscliers. Waterboeren. Weterclrngers. Zaudblazers, Zetters, Zuiveriiiakers.
11. Bewerking van
diamant en andere edelsteenen en gesteenten.
Di nniantlrlovers. Diamnntslijpei*~, Brillantsl~pers, Brillantsnijders, Brillantverstellers. Diamaiitslgpers. Diamantverstellers. DiamantwerlreYs. Diamantzetters. ICapslijpers, KapsnUdsters. Kapverstellers. Moleiidraaiers. PlelrkeaslUpers. Potjoligeiis, Puin in elkaardraaiers. RoosjesslUpers. Roosjessn~ders. Roosjesverstellers. S~hroevend~aaiers. Schivendraaiers. Slipersbaas, Sorteerders, Steenzetters. Di~mantsnjder U, Sch~jvenschuurders. Verhuurders van dinmantsljpersmoleiis
111. Boek- en steen-
drukkerij,drukken van hout-, koperen staalgravures en photographie. a, Boehc.l.rrrlc1cer~(itzclz6sief cowectoru), ook genzoslztclzjkc en Zalrdsdrz~klcot*ij, Boekdrukkere (ook genieentel~lceen lendsdr,) Afdekkers. Correctors. C~u~antendrulrlrers, Courantenvouwers. Draaiers. Electro-stereotypers. -Galvuniseurs. Clomiiiers. Guillotscheerderu. I
Graveurs. Houtgraveurs. Houtplaatsniders Plaatdrukkers. Bokjongens, BriJiiers, Handpersers. Inleggers. Larnpenkapdr~klre~s,
.
Pliotolitlrografeii.
Plaatdrukkers Pletenlrle~~ders, Polychromeurs, . Slgpers, Snelpersdraaiers, Steenslipers. Teekenaars. Vernissei-s. Steendrukkers. Aftreltkers. Etsers (zincogr.),, Etsers (photochom.). Gommers Bandpersdrukkers, Retouclieurs.
Kalkl~ouwers, Uipspieters, Ballrbl~ssche~s. Gipsvormers. Kalkbereiders, Grottenboiimers. Opperlieden. Modelleurs, Pleegsmannen. Mouleurs. Steendragers, OrnameiitsnUders, Steeiizetters. ' Plelrlrers. Steigermelrers. Pleisternars. Stelliiigiiinkers, RietcliliJvers. Voegers. Stucadoors, Bteenliouwers en fabi*.van Vloerleggen (moza'ilr). ni armerwaren. Witters, Halrkers. Scliilders. Mar~ne~polijsters, Huisschilders. Mariiiersl~jpers. Glazenmakers. Molensteeiischerpers, Glas in loodzetters. Op\vrUv ers. Loodclraaiers. Rotswei.lsers. Pol;pchronieurs, Polisseurs. Verloocleas, Photografen. Scliuiirders. Drulrlre~.~, Behangers. S~hoo~teeiimantelfabr. Nai~isters. Retoucheur s. Steenbilclreis, PluIrjongens. Steenkloppers. Stoffeerders. IV. Bouwbedrijven, Steenscherpers. niet c. Overige Ootlio~cof*lcen openbare werken, Steenzagers. l~icize~zbozi~v betreffende. reiniging. 'Timinerlieden. Loodgieters. Adviseurs. Voormaniieii. Beainbton (pub1,merken). IL, Uot~ivenvan huieeqz en Zinkwerkers, fabr isken (.inclzuief a n w Coiitroleurs. Directeuren. leg van gas- erv water- Aanleggers van gas- en waterleiding, leiding sn centt4ale verD~lropzicliters. roarnzi~zy, uteo~ilzozbtoen Buiilrmerlters. Opzicl~te~s, en nzamzer~bezoerki~zg, gasfitter^, Personeel (waterKrnen~lluiters. arclzitecten, tselcelzaavs kantoor Anisterd.). Poinpeiibooi.ders. en oj12icAters. A Teekenaam. Poinpenniaken. annemers. Dekkers. Huizenboiiw. Aai*dwerlcers. Architecten. Dakdekkers, Betonwerkers, Delrlrers. Bouwkundigea. Graiiiotvloerleggers. Bouwk. teelrenaars, Dalrbiiiders. Gronclwerkers, Ingeiiieur-ni*chitect Iiibinders, Houtleggers. Leidelrlrers. A Opzicliters. Kanaalbowerlrers, Moleiideklrers. aiin eiiiers. Moddervlotters. Riet~lelzlre~s, Heibazen. Moiiiiierwerl<ers. HeipaalriJders. Str~odekke~s, Nortonputinalrers, Keetlcneclits, H~utcenieiitdekke~s, Ploegbazen. Koptouw liouders, Asphalteurs. Polderwerkerso Paardenwerkers, Strandwerkers. Asphaltdeklrers. Kalkpikeurs. Palensleepers. Uitxetters (grondwerk,) Roggelaars, Molenmalrers. Wnldelrl~ers. Vraclitrijders. M~lenstelle~s. Welpijpb~o~ders. Fiindeeringnialrers of Duikers en helniduikers. -merkers. b, Aftvwlceqz van hzcizeqz. D$kwerkers, . Grondboorders, Keien1eggers. Pleisteraars, Metselaars. Kribwerlcers, Invoegers. Escelciorplatengieters. Riswerkers, ,
.
Steenen itijsmerkei*~. Steenleggen. Steenzetters, Baggerlieden, Bakschippers. Molenbaas, Ploegbazen,
zend zuig ei*^. Straatmalrers, Ploegbazeii. Strnatleggei*~. Wegwerkers. Brugboiiw. Brugwei*kers. Boordeis. Spoorleggers. cl. Reim'giny V C C ~boztzcwctlkcn, zaegerl.en strabcn. Glazeiiwasschers, Bcl~oo~steeiivegers, Ziiiveraars vali gebouwen, Openbare reiniging. Asclilrarlieclen, Baggerlieden. Baggermolenaars. Coiiimancleurs, Desiiifecteiirs. Drokmnnnen. Gotonscliuurders, 1erschippei.s. Kamerjugers. I
V. Chemische nijver-
heid.
Apothekers. Provisors4
Fabr, vnii ,drop. Naaisters, Steenmaless, Dropwei.lrers, Uitgloeiers. Steenlznechts. Vul1ers. Fabr. van verbandstoffen. Traankokers, Zalf bereiden, Trommelaars. Chemisten. b, E1ab~*icnqevnn lcanrse~z, Ververs. Drogisteii. olie, vaiwiu, vet, zeep. Vooi*pei*swerkers. Febr, van asplialt, Voorwerkers, Delslcers. Fabr. vnii Iraarsen, Wagenknechts. I
.
. .
t
Fabr, van loog, Olie- en loogmaksrs. Fabr, vcm waxinelicht. Inpalrsters. c. Fabricage i a n erttplofbare stoffe~z, lucifers, vuurnalcors, Fabr, van buskruit. Ki*uitwerlrers, Fabr. van schietlzatoen. I{etoenmengers. Katoenzuiveraars. Fabr. van patronen, lucifers, Doppers. Kadersdraaiers. Vuller s, Fabr, vaii zwavelstokken. ,, ,, vuiirmakers. Viiurwerlrmakers. d. Fabricaye van vevfstoffen, Iczclzstmot en lijm. Fabr. van boenzwart. 'Beenbranders. Beenstampers, Bottensorteerdera, Fabr, van blauwsel, Blauwselzevers, Fnbr, van indigo, . loodwit. Branders. Loodwitmei.lrers, F31r. vaii stopverf, ,, O.-I. inkt. W n n verfstoffeii. Afmegers. B i tslrleurstofmakers. Draaiers. 111palrkers. Malers, Meekrapdragers. Molenaars, Verfni nlrers. Verfniders, Fabr. van olie en stopverf veseenigd, Blokniakers. Hareninakers. Kritmalers. Lakstokers. N~cl~tbloltmalcers.
.
Nnslagers. Fabr. van houtwaren.. Persers. Bouwziclitsteleilnlnlcers, Pletjongons. Ciseleurs. Stopverfmalrers. Dnnibordiiialrers. Fabr. van nioekrnl~. Draaiers. 9 , lnkmoes. Hoiitsii~ders, , zinkwit. Rarlïeniiinlrers, F&r. van kleurstoffen. Eleurders, , ,, drulzinkt, I(i.aanzogers, ,, inkt. Fabr. van houten parFlesscheiispoelers. ketvloeren. Fless~henvulle~s. Fabr, vaii krulrkeii. Inlrtbereiders. Kruklrenxngers, Inpaklrers, Mailgelmakers, Viiller potlooddoosjes, Piiiiieiimalrers. Zeepliiakers. Fabr. vnn saliietjes, Zifters. Scliietjeshoordei*~. Fabr. van goni. Snliietjesdraniers, Gomkrabbers. Schoppenmnlrers. Uitzoeksters. Spoelenni nlrers, Zevers. Stoveiiiiialrers. Fabr. van lim. Wsunenmalrers, Eesters, ' FVnscliborcleiii~~alrers. Limdragers, 7Ve\~erslranimenmakers, Lgmgieters, Wi*ingeiimalrers. LUmzieders. Fnbr. van jaloiixiën, Fabr, van mncliiiiepoeder. 8 leesteii. ,, , kunstmest. ,r ,, 1Usteii. , , superpliosphaten 33eelclhouwers. ,, , gunno. Fretters. Mengers, Ljjstoiininlcers. Schifters, Listen~uUders. Scheppers Mouleun. Smelters. Pussepartoutmnlzers. Stoffenmengers. Schuurders, Stoffendragers. Verstelrlrers. Znlrkensliiiters, Fa11r. van meubels. Zaklrenvullers, Af~r?erkers. Zakken drageies. Antieksniders. Beeldliouwers. Behnngers. VI. Hout-, kurk-, Drnaiers. stroobewerking, Drulrkers. . snij- en draai- Q1acl~verlcers, werk van ver- Knstennialrers. schillende stoffen. Kastenstoppers, Xerfsn~ders. Lintzagers, Meubelmakers. Meubelstoffeerders. Reeldhouwers, Oilinmentsniders, Biljardmakers. Passeinentwei*kers. Fabr. van borstelhout, Politoerders, Borstelhoutboo~dei~s. Schilders. Borstelhoutmakers, SchiiU n~verke~s, Houtdr~aiers. Stijlwerlcers,.
.
s
.
Tafelmakers. Vergulders, Ververs, Vullei~s. Fal~r.vaii raamliorren. inatteiistoelen. ,, stoelen, Blokwerkurs. Boeiistors. Kapl~eiischelpers. Klaarmakers, Mntters, Moclelmalrers. Opmakers. 12eemakers. Siiijilcrs, SportensnUders. Stoelendraaiers. Stoelenstekers. Fnbr. van ruii. Scliorsmolenaars, Fnbr. van sigarenkisten. Plunkendragers. Signreiilristenma1rers. Fnbr. van speelgoed. Hoiiten maiidenbodemmakers. Houtbereiders. Fabr. van klompen. Afschrappers. Af~verlrers. Betrekkers. Hooinenrooiers. Boorders. Hakkers, I-Ioolders. I(lonipenververs. Uitruiniors~ Voonverkers. Brnndlioutiiialrers. Doocllristeiimakers. Kaclielhoutmalrers. I
Duigeiiniakers. ICleinmei*kers, Zangjongens, Fnbr, vnn hoelielu, Bandenschrnppers. Bandsiiiidors.
q
~odliaklrers. Reepmnlrers, Modelmakers. Fabr. vnu houtwol, Houtzngers, Beitelsl~pers. Cirkelzagers, Fineerznger~, Ho~itfiguiirzngers. Boutschavers, Kniitliaklrers. Kolendragers. Latteiiclrogers, Planlreiiclragers. Plnnkendrogers. Plankeilxngers. Scliulpers. Str~lrers. Vlotters, Zageiischerpers, Zngenstellers. Witwerkers, Fnbr vali vogellzooioii. Bnmboesbewerke~s. Drnndbe~verlrers. Muizeiivalniakers. Rijswerlrers, Fabr. van laIrwedc. ,, tiinmormnnsgeroedschappeii. Hofteiisnjderi. Zeveniiiakers.
.
Fnbricage vaii bezems en boendeies, Bezenibiiiders, Bezemmakers. Neiboeiidermalrers. Fabi: van borstels, Bnndzagers. Bank wei;lrers. Binders. Boorclers, Borsteliiialrers. Cirkelzagers,
Draaiers. Haarbereidera; Haarlrammers. Enarinen gers, Ilanrsclioonmakers, )Iaarwasschei+s, Haarwerkers. Hoiitboorders, .Houtsjouwers, Inpakkers. Intrekkers. Knmmers Knippers. Kwai~tenmalrers, Penseelmakers. Poetsers. Politoerders. Pollisters, Scl~uurders. Slijpers. Stoppelaarsters. Trelrlrers, Varkenshnarschooninnlrers. Ververs. Fahr. van kurken. IC~~lreiisn~jders. Sorteerders, Pabr. vaii mnndenmei*lr. Bodemmakers, Griendeiisorteei*ders. h'orfirialrers. Mandeninalress. Snoeiers. Teen~erlre~s, Fabr. vnn nistten. Ga~enwinde~s. Haarspinners. Mat tendrogers. Matteuniakers. Mattenvlecliters, Ropenm nlrers, Strikkers. Touwm alrers, Touwsplitsers. Fabi*. von rieten matten. Rietmakers. Riet snUders. Rietwerkers. Rottingvlechters. Fabr. van rieten ineubelen, Draaiers. Stoeleiilalrsters. Vernissers, Stoelenmatters, Fnbr. van strooweren.
Fabr. vnn stroohulzen. Bindsters, Bulzenm akers, Kappers. Knippers, Knoopstors, Pekkers, Persers. Póppenniulrers. S tikkers, Vlechters, Werlrliedeii i. d, Blindeninrichtingen.
VII. Kleeding en
reiniging. a. Ve~~vaa~*dig.ilzg vartlcloeding (ifzclzbsief haarbezueralcet-y),rawzdelstoklcon en pnrnuolu,
Kappennaaisters. Modisten, Naaimachinestikkers, Naaisters. Stopsters. Verstelnaaisters, Fabr, van militaire hoeden, equipementstulrken enz. Klolrlrenmalrers, Ver1akkers. Zngers, Fabr. van parapluies en pal~asols. Aanrii~ers. Coupauses. ~ Knipster ~ , R. l ~ ~ ~ M~ntuu~malrers, Opsphnsters, O%ei~span~ters, Stellenmalress. , Stiklrers,
Illeeriiiakers, Coiipeurs. Groot werkers. Plisseurs. Staalmaaksters, Vestenmakers. Pabr. van peltei*Uen. ~ ~ ~ t ~ ~ostumial,s, van costumes, Coupeuses. Dame~lrlee~makers. Ihipsters, Plisseerders. b. Tret*vanrcZigitzgvrrn bedStril:sters. den, ~natrnsserz,geslilcte Uitzoelters, dekens enx, Fabr, van mantels. Knippers. Fabr, van bedden en Naaisters, matrassen. Speldsters. Beddenmakers. Stempelaars, Matrnssenmalrers, Touwsters, Veerenstoomers, Fabr. van corsetten, Fabi*. van dekens, Baleiiienmaalrsters. Delrenschoonmakers, Corsetten~nake~s. , Delrensnijders. Oogjesriiakers. Delronstiklsers. %memvostenmalrers. Delreiivoiiwster, Febr. v. hemden enboorden. Welrenzoomsters. Strilrsters. Ki*assers, Fnbr. van hoeden en petten. Naaisters, Garneersters. Oplegstem. Hoedenmakers. Stoffeersters. Hoeden~ervo~mers. Wattenmakers, Lintendrulrsters, Fabr, van bedveeren. Mnchinestilrsters. Sorteerders, Petlrleppenniakers. Veereiibereiders. Pettenmakers. Zuiveraars van veeren. Snjders, Fabr. van kapok. Stoomers. Aanlangsters. Fabr, \rap lzunsthaarwerk, Kapolrtreklrers, Hnarbe~eide~s, c. Rekzigiqlg fir~clzuiofclzeHaarwasscliers, ?nisclte zuansclzer~', Hatkwerkers. baabiers, badlzozdevs, Fabr. van mutsen. bleeke~ayeqa uervery (voov Mutseiimnaksters, xoovsel ?riet tot de teatiele Mutseiiplooiers. ~lyvevlzeid beAoot6encZe), Fabr. van ~t~oohoeden, Breisters. Bad- en zweminrichtingen. "W
c. Snij- e12 cZ~~~1ai~uerlc vaqz andec stoffendmi hozrt ejz 18zetalon. Baleiiisn~ders. Fabr. vaii kammen en
S
Doozenplalrkers. pipen* Fig uurtee~renaars. 'Hooriibranders, Hoorndraaiers. Hooriipressers. Inpaklrers. Kaminenmakers. I
~
,
.-
-
Badhouders. Baclkneclits. Bacllroetsliouders. Badmeesters. .Badvrouweli, Directeuren, Gas- en waterfitters. Bil-biers, Kappers Frenzers. . Posticheurs, Chemische wasschei.1J en
Platstr~ksters, Glasbranders en schilders, Kerkelijke kunst, Relesters. Ulns in looclzetters. Beeldengietess. . . Schoiiimelaars, Plateelscliilders. , Gipsvoriiiers. Smee~bnzen. Porceleinscliilders. Gipsworkers. Sorteersters. Restaurateurs van scliil. Reparuteurs van aiiticliii-, Spoelers. clerGen. teiten. Stampers, Verlnkkers, Aardewerlrlrranimors, Stijfsters. Kunstlaklrers. Fabr, van galaiiterii4ii. Telutors. Vernissers, n luxe-nrtikeleii. Toppers, Vergulclers. 19 g surprises, Uitschieters. Beelclhoiiwer polyc1ii.o!I , grrrfltraiizen, Uitzoolcsters. meui's. Opzetiteles van vogels. verver^. Verpakkers. Opzetters van dieren. B~~cluursters, Vouwsters. c. G~~nvoursen nzetale~~ Detacheurs. 'Wasclibnzen. o~~nun~enticcr*?~ (excl~fis!et IX. Leder, wasdoek Draaiers. Wasclibleekers. gasor*)znrize~tta~J, en caoutchouc,' Filiaalhoudsters. Wasclihuishouders. Haiidsclioen~~~asschers. Waschlieden. Cachetsngders. o, Iilabt*ica,qevan leder (inHoodeiiwasschers: Wrtschrelrsters. Ciseleurs ornainenten, clacsirf pc~~hafiaeqtt)e n Invoc!~ters. Werlcsters. Zil~erdr~ve~s. vsj*ue/b vnfz ledev. ICatoenstrjkuters. Wriiigers. Zilversmedeii. Keursters. Zeligers, Bineilleerders. Vellenblooters, Mangelsters. Zolderknechts. Fabr. van leder, Fabr, van ridclerorden. Naaisters. Zoldermeisjes, Graveurs. Blooters. Spanners. Mangelliecleii. Eelsm~ilders. Glnsgrnveiirs. Stoffenververs. Schoenpoetsers. ~Iouteiitrelrlrers. Graveurs (typograpliie). Sti*~jlcsters. Mutsen wassch~rs. Hotitgrnveurs. Krabbers, Tornsters. Strglcsters, Locrgraveurs. Leerlooiers. Verfnieesters, Tapitlrloppers en taput0i.iiamentmalcers. Leersnjders. Vlelrlcenreinigers, reinigers. Leert;ouweru, Rikspoststempelfabr. Dekenwasschers. Leermnsscliers. Stempeliiinkei*. Wnsch- eii strijkinriclitinMagiiesietmalers. geli ei1 wasclibleeke- "Ir* d. Nanldiuei.lc sn ktifzstbloeMoleiiaars. rien, fncfz (ilzclzisi~fnzilitnive O~itvleescliers, Afueemsters. n. ~ o e l d l z o z ~ ~ ~(é~ckst'ef sre oonznrrzentrofz(voor xoover Palrhiiiukiiechts. . Afrolsters. a ~ J i s t o zen de boeliriltoltziet tot de teztiele~zijuefi Sta~lsville~s. Bestellers zos~*s die tot de ,qvocp Staiieers. Itrid belboore~ide). Boeiiers, VIa bsl~oore~t), Stooters. Doorlialers. Fabr. van kunstbloeineil. Touwers. Droognieideii. Beeldhotiwers. Fabr. van dnmeskunst'Vleeschers. Cilansters. Figurist. handmei*k, Hiiideiizouters. Hnalssters. Beeldhouwers (Ieerlc,lcunst) Borduiirsters, Fabr. vaii zeemleder, Inpaklcers. Fabr, van boiiwlrundigo Borcluurstei*s(lrerk. k,). Blooters. Iieui+stei*s. oruainenten. Borduui~werlrers. Splitters, TClunrlers. Fnbr. van oienamenten. l Battiksten. Volleiisorteerclers. ICleei~lrolcers. Wasscliers. Goudbor~luurste~s. ICleerm alrers, b. Scliilder.loe~k (excluaie~ Haaksters. Werkiiiaiii/d ledermoleii. Letterwerksters,, cal ligra1~lze?z). Kantwerlcsteis. Zeemledermalcers. Linnenmeisjes. Fabi: var1 kuri~thaarwe~lr. Zeemlederopmnlcers. Mnngelaaixiters, Caligraaf, Vernissers, Zeen~touwers. 0 pdoensters. Decoratieschilders, Ophangsters. Decoratieschilders b/h kzi~utfz@ve~*lteid. b. li'nb,*icage valt lederob e, Ooe~~Lge Oprol lei*^. tooneel. uool*ioelyefz(incl, schoePakjesuitzoelsers. Kerksuhilders. Fab, van kerkoriiamenteii. ?tew egt Itarrduclzosrielz). Palrsters, Klokkeiischilders. Moii teerders. Pnppers. Penseelschr~vers, Plaksters, Fabr. vaii Schoenen. ,
Affiiieerders. c. Fabriccqo u ~ ì ziucisdoclc Kolenbrnnclers~ Afiiiaaksters. Boetseerders. Fabr. van briquotton. elz cnot~tcltoitc. Afwerkers, Bruineerders. Bnanwerkers. Boorsters. Caiitellenrs. Beclr~fvoerders, Febr. v m cnoiitchotic. Doornaoiers. Ciseleurs. Boorwerlsmaiiiion, Cioniiverlcers, Doozeiiinnlcers. Dracltrelrlrers, Botiwlrnppers, Smelters. Gariieerclers. Drnndwerleers. IIoiitzsgers. Stempelmalcers. Kappers Draaaiers+ I~olennftrelclcers, Fabr. van r6 wielbnnclen , 1Ciiil)sters. Glaclwerkers. ICoollrappers, , wasdoek, ICiioopenzotsters. Goudslagers. Koolsl~pers. Drtilrlrers. Lanrzei~stilrsters. Goudsineclen. Leei.lioiiwers, Fabr. vlm liiloleii~n, Leestlclnnr schoeiiive~lzGraveurs, Paarclendr~vers. Bloemclriil-l L res8. makers, Granantmerkers. Pom~enkneclits. Drogers. Leclei.lsleurclers, Horlogelsastinolcers. Sclieppers. Dr~tklce~s. Lederuitsiiljders. Horlogelsettingmake~*s. Stoigeriiinlrers, Hennepkloppers, Leclerverwerlesters. Kettiugmakers. W~geiilade~s, I
.
.
I
m,
Eleursters. I!lrtsscheppers. Loodaaubreiigers. Gloeiers. Merksters. Inpakkers. , Oaderbazen, Rappers, Opxetsters, Kernmakers. Plaatsniders, Ketelmakers. Pletsters. Kogelsmeden, Poetsters. Kopervoriners. Politoersters, Leenivorniers, Sinelters. L$ iiiinalrers, Snijders. Moerenmakers. Sorteerders. Moertappers. Spritssrs, Nngeljongens, Staiiioolwerlrers, Opdrngers. Steinpelaars. Optrelrlcers. Tinpletters. Palrlcet.niakers. Toetsen. Plaatwerkers. Tradewerlrstoi*s. Poetsers. Uitzetters. PolUsters. Uitzoelrers, Pressers. Vei*f~iianlrsters, Schilders. Verfsters, Sjouwei*lieden. Vortiisters. Slalrkens~lieppe~s. Vouwers. Slijpers. Walkiiechts. Solcleerders, Fabr. van blik~vhren, Sorteerclers. Baiideiii~inke~s. Spe~iernalre~s. Blilrslagei*~. Teekenaars. Busseiimnlrers, Trekkers, Dek~elbevestige~s. V~rme~sbazen. Draaiers, IJzersmelte~s, Drukkers. IJzei*snijders. Instrun~eiitinalcers. IJzer~verkers. Kantsters. . Zandiiitzevers. Knipsters. Fabr. van lclinknagels. Lakstolsers. Xlinlrnageldruklrers, Metaald~uklre~s. Klinknagelmakers. MetaalsG pers IJzernfsn$ders. Opzichters, Fabr. van clraadnugels en Ovenisten. spijkers. Paksters, Blauwmakers. Pei+sers. Courwerkers, Poetsers, Draadtrekkers, Polgstew. Nagelgieters. Schavers. Nageluitzoekers, Schilders. Nagelvertiniiers. Sorteerders, Pakkers. Stampers. Spgkerinalrers. Verlakkers. Spijkersorteerders. Voorsten. Spijkervangers. Fabr. v. ijzer en izerdraad, Stiftenmakers. Blikslagers, Tamboers, Boutenmakers, Voorslagers, Branders iii email, Wegess, Emailleurs. IJ~e~knippers. Emailscliilders, Zwoerders.
.
a
Fabr, van alliminiuinwaren. , , breiidkasten, Boorders. Schilders, Fobr. vnii kachels, Smeden. Fabr, van metaalwaren, Bank\verkei+s. Bekleeders. Blilrlreurders, Blikslagers. Blilrsn$ers. Blokkenleggers. Bi*anders. Bronseurs. Briiinnialrers, Ciseleurs. Draadvlecliters. Drul-lrers, Emailleerders, Forceerders, Finsinedeil. G~lvaniseurs. Uewichtendrnaiers, Gewiclite~iinnlrers. Gieters. Grnveurs. Kappenstriksters, 'ICetelboeters, Kopergieters. Koperslagers. Loodgieters. MntrUzeiimakers. Met.anlbewerlrers. Metnnlslijpeys, MetaalsnUders, Monteurs, Opdragers. Opinnlrers. Optreklrers. Panneerdeiss, Plakkers. Polsers. Polisters. Smeden. Springveerdraaiers, Steiiipelinakers. Tindraaiers. Tingieters, Tin~nonteu~s, Tin~e~kers. Verlakkers. Vesiiilrkelaai*~, Walsers, Fabr. van metalen kammen , , metalen knoopen,
.
Fabr. van leiholren. n , harlteii. , , bouten, Boutenlceetmakers, Boutensntders. Kliiikbouteninalrers. Fabr. van sclioppeii. n , iiaalden. , , spelden. Sclieurde~s, Slipers. Fabr, van schaatsen. , , izereii ineubeleii. Bankwerkers, Lalrkers Ververs. Vuurwerlrers, IJzerpoetsers. Fabi*. van staalwareii. n staaldraad. ,, ,, taillebaleinen. , N zink, Af wasscliers. Afwegers, Beeldengieters, Bomwerlrers, Boorders. Branders, Bitsers, Ornamentgieters, Oven werlcers. Pletters. Smelters. Voorwerlrers. Voi*mers. Vorniersbazen. Wateremmermakers, Ziiikwerlrers. Hagelgieters. IJzergieters, IJzervoerders, Smeden. Draaiers, Hoefsmeden. Slotenmakers, Voorslagers. Koper- en metaalgieters. Geelgieten. Eopei*gietei*s, Koperstekers, Politoerders. Snieden. Kopeiyletter~. Schaarbedieners. Spijkermakers, ,
Assendrssiers, Fitters. La~npeiigipsters. Leftergiete~s. Gnlvaniseurs. Bankwerkers, Fabr. van appendages. Lampenniatteeivstera, Opruimers. Booimeestei~s, Af lialtkers. Lampenpnksters. Brnmers. Kernmnkers, Lampenpoetsers. : Loodpletters, Cilinderbekleeders. Loodgieters Fabi-. van krachtmachines, LiIrkers. Ciliiiclei*n~alrei~s, , , stoomgaskoffie- MateriaalopwikkeLoodsnielters. Polgsters. Cisoleurs. branders. laarsters, . Compositiegieters. Fabr. vali spoelen, Opleggers, Tinsorteerders, .Consti*ucteurs, Paksters, Uitzoelrsters, Loodgieter& Freezers. Papsters. b. 3lectroteclz~ick e% @erLoodgieters, Kerniiiakers, pinnekniperS. Ketelbekleeders, Loodpletters. una/*diging vaft elecplatineersterS. trìscke toestellcri. Ketelbilclrers. Loodpunters, Pompsters. ICetelmakers. Potsters. Loodsnijders, I
a
.
.
d. Instvzalzevzl@tb ((kzcltcsief Zalrkenmakers, Gatenboorders, piatzo's, verliclt tinga- Iiihoudsmatenmalcers, Hellingarbeiders. ovnavnente/~, cltbargi- Fabr. vrrii lcoffieniolens, Houtzagers. , sche instrtt~~zevztefz, Koffieniolenscherpers, Iiiduwers. Ictcnstgelittevz). Fabr. van sngboonenKalefatem. molens. Keteliiinlrers, Fabr, van lampen. Fabr. van lrunsttanden. Klinlrers, Afsiiielters, Kuiisttandenzetters. Kopergieters, BUtsers, Fnbr. vali instrumenten. ICoperslagers. Fabr. van gasgloeilampen, In~truiuentsl~pe~s. Loodgieters, Glasblazers. Metaalclrsniers, Mnchiiien~odelinake~s, Fabr, vnii muzielriiistruMetaalsclinvers. Masteninakers, meiiten. Metaalslipers. ' Metaaldraaiers. Buizenmakers, IJzei*draaiers. Metaalschavers. Drulrlrers. Pianosteininers. Nageljongens. Freezers. Scharenslipers. Nagellreepei~s. Ale~beliiialce~s. Nagelkliiilrers, N~teiisch~Uvers. Pelrjongens. Pianokastmakers, Plsntwerl~e~s. Plalrkei*~. Plateiixetters. Poetsters. Puffers, Politoerders. Fnbr. van wapens enz. Reepmnlrers. Polisters, Gewee~malse~s, Sclieepmakers. Tooiizetters, Ge~ee~lndenislters. Sclieepsbescliieters. Fabr. vnn balansen en Mateiimalrers: Sclieepsscliilders, basculeii, Metanldraaiers, Sclieepssloopers. Balanseiiiiialrers. Metnslgieters. Scheep~tnkelaa~s. Balanseiischerpei*s, Metanlsclinvers. Schuitensclirobsters. Fabr. vnii gas~~naiiienten, Stokers. SeverUnjongeiis, Fasseurs. Wapenpoetsers. Sluiswscliters. Fgbr. vt~iiklolrlren. IJzerdraaiers, Smeden, , , torenuurwei*lreii. IJzeryieters, Teelreiiaars. , , uurwerken. Zandvoiliiers. Tegeahouders. ,, chronometers. Boogmalrers. Timiiiei*liecleii. Horlogeinelrers, Eriistv~u~werlrmakers. We~ktuigiiiak8~s. Fabi*. van lieel- en vei-losCommandeurs. Werlrtuigpoetsers, lrundige instrumenten. Toi~pedornnlrers, Voorliouders. Fabr. van inessen. Voorslagers, Wei~lrtuigkuiidigeii, XIII. Scheepsbouw en Vuurwerlrers. Breukbandenm~lrers, IJzerboii~vers. rijtuigfabricage. Fabr. vsii bi*illeii, IJxerinakeru. Brillenstijpers, IJzer~e~lrers, Brilleiisiiiders. IJzerzagers. Fabr. vali filtreeriiiachines. Zeilinalrer~i. r , , gasineters, Aaiihoiiwers. Blilcslagers. Banlr~ve~lrers. b. Ve~*uan,lcl igi)zg #vanryGieters. Bewaarders. tzcìgaz, soagelza, syoorHoi*logeiiialrers, Blolrmnkers. en traf~zwage?zs,. Leerenmalcers. Bootwerkers. Meta~ldraniers, Breewers. Fabr. van rij'tuigen. . Metermakers. Commandeurs. Bekleedess, Meterschilders. Conserveerders, Boorders. 'Metervullers, Directeuren van droogChaiiffeurs. Probeerders. dokkeil. 3sser-stelmakers, Reparateurs. DoIrkilechts, Houtzagers. Scliuurclei*~. Dolr~~~~erlrers. Metaaldraaiers,
Naaisters, Plaatsmeden. Politoerders. Schilders. Sinedeii, Stilrsters. Vuurwerkers, Zodelmalrers. Rijt~igbekleede~s. Bekleedsters. Stoffeerders.
Kastenuitbo~~de~s, ICeteljongeiis., Ketelpoetsers. Ketelstoppers, Ketelvullers. Kleinmnlers, Kluwensters. Kiiiepe ristelrers. ICoelendrayers, Koesters. Koldermeesters. Koldeniiulders, Koldertverlrers, Leggers Likmakers. Lonipenclraaisters. Loinpenlrappers, Lompeiilrolcers. Lonipeiischeerders, Loiiipensclieursters. Loiiipeiisn$ders. Loinpensorteerders. Lompeiiwnsschers, Losmaalrsters. LMmers LUiiikokers, Molenaars, Ondersiiijdei*~. Ophnngers. Optassers, . Pakkers. Pspierbleekers. Papie~kleu~ders, Papierlrolzers, Papiermakers, Papierinalers. Pgpierpletters, Papiersclieppers. Papiersiiijclers. Papieruitzoelrers, Papier~e~voerders. Papiervoclitera. Papieiwnlsers. Papiliakers. Paproerders. Papwasscliers, Persers, Ronselaars, Satineerders. Scheilriindigen, Schietsters, Schiturlriiechts, Schuurwerkers. Snippe~sortee~ders. Sorteerders. o
Fabr. van wagens, , Bankwerkers. Draaiers. Metaaldsaaiers. Metaslscliavers, Stelniakers. Voorslagers. Vuiirn-orkers. IJ~e~draaiers, Fabr, van wielen. Wieleimierkers. l
XVI. Fslbricage van papier.
Afs.iiiclers, Aftelsters. ,Afwilrkelaars. Bovenmulders. BoveiisnUders. Calandreurs, Drogers, Urukkers, Eiiveloppeiiinalrers. Gereedmakers. Glanderineesters, Glanzers, Grondstoffeninalers, Baiidlangers. Hekjesjongens, Hou tdragei*s. Hou~inalers. Houtscliavers, Houtuitzoekers, Hgscliers, Inpakkers, Iiistelrers,
Stof bleekers, Papierpakkers. Lanipenrozenmakers, Stofinalers, Papierscheppers. Zaklrenplaklcers. Stofmalrers. PapiersiiUders, Stofwasscliers, Plakkers. XV. Textiele. nijverStokers, Plisseerclers, heid, Tellers, Itienienopzichters. Vellenspoelers, Satineerders. Verle sters, Sintelr&lers, a, GeroecG~,zalce~a vnrt vezelVersc iieters. Steenkoolaniibrengers, stofen voor de spkzq~evZj. Vervel.s. Stofmalors. Vletterlieden. Str~oannb~engers. Clereeclmakeii van stoffen Waagnieesters, Stroooontroleurs. voor de spinneri. Walsers. Stroofi,jiimalrers. Fsbr. van vlas. Wegers, Strookokers Brakers. .T Zaalmeesters. Stroolcolders, Bundelopmakers. Zalrlcenplaltkers. Strookrniers. Hekelaars. Zinkiiilegste~s, Stroolnssers, Elekelmachinebewerkeis Fnbr. vnii houtpapier. Strooscliuivers, Repers. Stroos11~dors, Ripelaars. 8 , hor.clpapier. , , stroostof. Strooworlrers. Sclioonsl$pei~. , , cnrtoii en stroo. Tremmers, SlUpsters. ,cnrtoii Turf lrriiiers, Vlaspakkers. Appr6teerdei*s, V'asschooners. Vullers, Bakjongens. Vuiirstokers. Vlaswerksters. Baiikwerlrei*~. Witplalrlrers. Zwingelaars. Buiteii~e~lrers, Znklreilr~gers, F6br. van lieiinep, Cnrtonpalrkers Zeilnialrers, Hennepmolenaars. Driikkers. Fabi*. vnti katoenafval. Glntizers. , turfvezel, b. Pc111iel--en ca~*tonbeta~"- . , ,, plantenhaar. Gomineerders, hing (ilzcl. boclcb.ilzders), HalrselsnUders, ~ ~ l Houtstofaaiibreiigers, Wolbereiders incl. wolBoekbiiidorij. Kalkhlusscliers, wasscliers. Roekbii~de~s. Kalkwerlcers. Maalders, Linieerders, ICartonmerkers. Vellenblooters. ICsssjoumers. Passepartoutniakers. Wasschers, Perforeerrlers, Keerdess. ~olbereiders. Ketelschooiiinakers, Vergulders, W oldroogsters. Vouwers, Kisteiiplakkers. I(iloteiivnngers. Wols~rtee~ders, Fnbr, vnii lrniitoorboeken. K~ldergaiige~s. , asphaltpapier. , asplialtlinnen. Kolders. , pnpierstuck, Fabr. van sajet, IColenlossers. Kleursters. Kolenliders Aanlappers. Ornameiitgieters. I~oolrbaxe~i. Aaiilassers, K~veersnUders, Fabr, van beliangselpapier Aaiimrtkers, Bel~angseld~ukkers. Maalclers. Afwegers. Fabr, vaii eiiveloppen. Olieclragers, Rlauwverve~s, cnrtoniiages. Palrlrenaanstekers. BobiJnsters. kt~fs~llrokers. Papierafnemers, Bollenwinders, Vofmers. Papierdragers Draaclinakers, Doozeiimclkers, Papiei~kee~den. Drogers, Doozeiiplakkers. 'Papierlrlevers, Drossers, Fal~r,van nlbuiiis. Papierladers. Garenkluwsters. ?, , papierwareli. Papierinakers, Huspslstei+s. Kastraiideniiislnanders. Papieronderstelrers, Inpaksters, ,
Y
,
,,
,
,
,
~
~
, XIV -+
Inwerkers. IZamslagers. Kaardenzetters. Klossenopzette~s, Kluwenmindsters. ICnotteniiiakers. Krasmeesters. Krassens18pers. Krassers, Lijmers. N oppers, Omloopers. Omwerkers. Oplegsters. Opmakers. Opwindsters. Overjagers. Overslaansters. Pipeiipnksters, Sajethoiiders. Sajetspoelers. Sajetwerkers. Sorteerclers. Striibers. Trosseerders, Tweerners. Twgiiers. Voorwei*lcers, Wasschers. Winders, Wolrelrlrers. Woldoorloopsters. Wolscheiders. Wolknmmers.
Haspelsters. Indubbelaars, Inpalrkers. Katoenafvalbewerkers. Katoeiireinigers. Katoeiiuitzoekers. Kettingscheerders. 1Ci.nsineesters. ICrassensl~pers. Krassers. Kiquiers, Mikkers mik mal rei*^. Opstekers. Opveger#. Opzetters, Overl~ope~s. Pakkers, Pluizers, Poetsers, ' Poli2ters, P i penafzetters, Riiig~pinste~s. 12olleiimnlers, Soheerders. , . Scutchermannen. Sjouwe1+s, Slijpers, Smeerders, Siiorders, Spinners, Speelsters, Stilppers, Tweerners. Werpsters. T wijnders Wroiigers. Verdeelers. Z wartververs, Verdeelstoelers, Fabr. van katoenen gareiis. Verpakkers. Aanlappers. Wegers, Aan1asschei.s. Witters. Aanlegste~*s. Zetsters. Aaiiiiianksters. Fabi., van garens zonder Afzetters, iiaclere aandilicling. Bleekers. Afiii anlrsters. Huiteiimerkei*s. Beukers. Bussenclrngers. Bolders. Copsdragers. Bollenmeisjes, Copspnkkers. Drsaiers, Gal-enspiniiers. Draadmakers. Drollero. Gsreiistelsters. Gl~iizers, Drosbazen, , Drossers. Haarhekelaars. Duivelaars. Hekelnars. Honiiep- en vlas bereid ei*^, Etiquetplakkers, Finspinsters, Spinners, arof- of vóórspinners, Fabr, vali wollengarens,
i
Doorduwers,' Volders. Draadmnkers. Fabr. van tilicot. Duivelaars, , Aannnaisters, H~spelste~s, Afweslcsters, Kaai*deiizetters. Breisters. Kortsniders, Doo~enmaakste~s. Pluisters, Flilclrers. Schrobbelaars, Haaksters, Selfactiiigstollers, Htcn dmerksters. Sniouters, Houdsters, Sorteerders. Kettelers. Spiiiners, Knipsters. Spoelors. Maastess, Trosseerders, Mangelvroumen. Twijnders. Naaisters. Fabr, van Jutte garens. NalrUlrsters. , linnen garens, Palrster~. perst ei*^.
c, FVeuevz nt brsie,z (hzcl, fnbv. valt zuollerz deke9zsS, Fabr, vali wollenstoffen. Aniiknooper, Breisters. Dessin~teiirs, Dopsters, Dressers. Droogscheerders, Getoiiwstellers, KettinglUniers. Kranislagers. Lal~enrnevers~ Mnasters. Moleiiboeiiders. Nop pers. BabUnenzoelrers. Sniecleii, Stopsters. Stuklrendrnaiers, Stiiklrenlreurster, StukIrenmeterS. Stiikkennimmeraars, Stiilrlcenstopsters, Walkers, Weefmeesters. Weefstoelstellers. Weilsters, Wevers. Wollrrnssers. Fabr, van laken. bukskin, Bukswever, Febr, vml kuiistwol, , , vlaggedoelt. Baiiiu~aksters. Vlaggenmakers, 'j
Plaksters, Prilcsters, Sclieei~sters. Spinsters, Spoelers. St4jksters. Weefsters. Febr. vnn kousen. Kouseiimeefsters. Breisteies. Afwerksters. Mnxers. Fabr. vnii wollendelcens. Aaiiwasschers, C~u~weslcers, Dekenpakkers, Dekenpluisters. Dekenscheisters. Dekenstrilrers, Dekenvoiiwers, Delceiiwtjvers. Kaartenmegen. Opinalrers. Riemenmalzers, Rouwers, Volders, Walsers, Wolclraagstei*~~ Woloplegsters! Fabr. van zeildoek, Bleekers. Dekkleedenmakers. Dreilers. Hennepkloppers. Scheerders. Sterkers, Touwbazen, Tmgiiders,
Voiiwbaze,ii. Vouwsters, Zeildoekwevers, Ziedliuisknechts, Babr. vsri liniieii. , damast, Handlangers. Ommerkers. Pakmeesteies, Smeerbazen. Smeerders, Stikkers. Fabr. van katoen, Aai~draaie~s. Aandraaiersbazen. Aangevers. Aaiihnlrers. Aanlrnoopers. Aanlappers. Afzetters. Assensmeerders, Banlmnkers, Bintenwerkers, Boonieiidragers, Boomers. Cylindermalcers, Dekeiistr~lrers, Dekeiitreksters, Draaiers. Dre~imelsn~de~s. Droslers. Drukkers. . Fribbelaars. Garenligers, Gasenspoelers, UarentwUnders. Gareniiitdeelsters, Garenuitgevers. Garen~erwerke~s. Getouwbazen, Qetouwrepareurs. Ulanze~s, Handtvevers, Huiswevers. Hulpwevers. Juttewevers. Kaartenslaanders, Kammaaksters. IZammeninrijg~te~s, KamilienrUsters. Katoenopvouwers,
-
katoen we vei*^,
a
Kettingmakers. Kettingscheerders. Klossendragers. KIossenmaaksters.
1
Klosseiiopzetsters, I(lossenspoelers, Kruiers. Linnenpersers, Linnenwevers, Machinehe~stellers. Mnchinemevers, Oogjesniakers. Opstekers. opvouw ei*^. Patrooiimalcers, Plaatswerlrers, Pluisters, Pepinpaksters. Pijprondbren gers. PUpen~orteerde~s. Pijpenstellers. Riemensmeerders. Rietiiialcers, Ruwers. RUgers. Scheerders. Slipers, Smeerders, Spoelengevers, Spoelers. Spoelersbazen. Stalenknippers. Stalenmakers, . Stangensmeerders, Stempelaars, Stiksters, stoffei*s, Strengenmaaksier. Strippeles. Stulcaanilaaiers. Stukjeskeurders. Stukkeiicloordraaiers. 8tulrkenmakers. Stukkenmeters. Stukkenoprollers. Stukkenpakken, Stulcopmakers, Stulrwerkers. Stukzengers. Stgvers. Uitpluksters. Wevers. Wieldra aiers. ZalrdoeksnUdstei4sa Zettelersters. Fabr. van behangerslinnen n , gordunen. , , kaasdoek. , , bonte goederen, Appretuurkokers.
Calfakkers. Bontwevers, Her~tellers. Boomdragers. Hokjesmakers. Booinei~s. Karpetzoomess, Boomverstellers, Kleedenherstellers. doek af met ei*^. Kleedenmaaksters, Fitters, Kleed,jesniakers, Haspelbazen, Kleureiizoelrers, Klossensn~ders, Klosjesspoelers, Klossenspoelers. Knipsters, Meetsters. Knoopsters. Paplrokers. Poolmeisjes, Pijpeiidragers. Scheerders. Pijpenopsteeksters. Scheermakers, Rietmalrers, Spinsters. Spoelers, Smeerders. Spoelers. Spoeljongens. Stellers. Spoelbazen, Stalenkiiipsters. T~ee~ners. Sterlrers, Voordrrtaiers, Sterkersbazeii. Wevers, Touwbazeii, Windsters. Uitstootster?, Wolsniders, Ververs. Wolsoi*teerders, Wevershazeil. Wolwerkers. Zettelbazen, Fabr. van zide. Zettelstellers, Zijdegaasmevers, Fabr, van boezel. ,, rnniiiifacturen. , rolclrenstreep, d. Appvetecretz, bleeksn, , fluweel, drukken, x t z h etGgavenvevvcn, Fluweelmevers, Fabr, van trip. Katoendrukker$. Trilsters. A~hte~werlrers. Trijpdrukl~e~s. Afmeetsters. F ~ b nvan jute. Drukkers. Batsers. Drulcplatenuitgevers. Klossendragers, Graveurs. ICrassers. Inpassers. Liftwerkers. Invulsters; Sprengers, Katoendrukkers, Vegers. IZle~rniake~s. Wegers. ' Knippers, Wevers. Zakkeninpakkers, Openhoudsters, Zalrlcenintelfers. Ophaiigers. Opmakers, Fabr, van pellen. , , prattenweefsel, O~erhaalste~s, Plaatdrukkers. , singelband, PlaatsnUders. Zaklrennaaistei*~. Poetsmeiden, Fabr, van stearinekaarsenpitten. Pipenverver& l-techtmakers, Fabr, van .lampenkatoen, , ,, poetskatoen. Roldrukkers. , , tapijten. Rolververs. Bossesmalters, Strijkers. . Stukkendragers, 1 Breisters.
.
e
l
.
ICoffiesorteerclers. Paardenslachters, MelkbussenrondSiroopfabricage. Eoffiebrnn ders. Koiidslngers. brengers, A ppeldragers, Koffieverleesters. Poeliers. Melkcontroleurs. Beenzivartbraiiders. Vleeschhouwers. ' Melkemmernnndragers. Uereiders, Beenlialrkers. Mellrgieters, . Inpalclrers, Spelsslagers. Mellrvei~lcoelers. Kokers. Stenipelaars, i\~ellclcnechts, Koolcnppnrnteurs. Fsbr, .vali appelgelei. Uitsnijders. Mellrnieters. Stokers. IColrers. Melkontrooiiiers. Vleeschrookers, Vullers* Melkoiitvangers, Fabr, van vrucliteninoes. Spelirookers. Pt-tbr. vnii stifsel. , verduiirzenmcle Mellrrgders. Celwerkers. Mellrtnppers. levensmiddelen. l3oozenviilstei*s. Mellrvanrders. Blilrlcenmeiden, Pal~ier~n&lers. Rloemlroolzouters, Olien~rtiineii. Persers. Haringpnlrlr ers. Ontrui~lers. Bussenmakers. Puddingpakkers. Stokvischbeiikers. Pnsteuriseui*~. Riissenvulsters. Stroowerlrers, Vischdrogers, Rompei~soldeerclers, Fruitdrogers, Turbinewerlrei*~, Vischroolcars Cli+oentendrogers, R~iilpnialre~s. Wegers. Vischsiiijders, Spoelmeesters. Gi4oenteiizouters. Fabr. van puddingpoeder, Vischzouters. Sterilisoerders, Iiileggers. Vischscliooiimakers, Vatenspoelers, Iiinialcers. Weipoinpers. Koks, li. 3'ah1~ialcn~cr t ;ge zuivel- Fubr. van nielkproducten. IZoolrsters. bet*cid.i~z,qen f a61*io~ge Etiqiietplnlrlcers. ICoolscllavel~s, Fabr. van cacao. vava n~ellc~~t*oclzrcts,r. Nastoornors. l~lesscliers. Balrkers. Fabr. vali gepnsteuriseerde Soldeerclers. Boonensorteerclers. Pnbr. van botw. melk. Suikerspuiters. Booneilzoekstei~s. Afwegers. Mellriiieters. TVortelschillers. Branders Boterbereiclers. Fnbr, van geclroogcle Fabr. van iiiellisuilrer, Broyeerders. Melkwegers, Boterknrners. grooiiten. Chocolndemakers, Botei*l;leurders, Wns~liv~o~iweii Fnhr. vnii siiippers. Gnrenwiiiders, Boterkneders. Fabr. vau boter- en Lans. , coinestibles. Cllaciei*s. Boterninkers. kleursel. Augurlïenzouters. Malers. Boteimeesters. Fnbr. van li~l~iniddeleii Fnbr. van ii~ostcrrl. Moleiinars. Boterscliippers. voor de zuivelbereiMonteerders. ding. Botersorteerders, Palrkers. Boterwerkers. Fabr. van strenisel. Persers. Draaiers. Melkinrichtingen (persoTelrkers. Poetsers. neel in). Vormers. Schooainakers. Voi*menledigers. Fabr. van vleesch~v~ren. Boter- ei1 lrnasfabricago, Walsers. Btisseuiiiakers, Doodinakers. Zoetwerkers. Fa11r. van inargariiie eii Hiissenonderzoekers. Duimeiischrnpers. Fab.. van chocolade. kunstboter. Bussenveegsters. Distelleerclers. Bekleeclers der verpakCentrifugisteii, Darme~iconserveerders. f. ICofie (bczuet*1ci?zgvan) kingen Diclitnialrers. Dnrmenlri*abbei+s, ciclzo~*ei, koffiestvoop. Boterl~ewe~kers, Distilleermeesters, Daruieii~vnsscliers, Boterkeurmeesters. Draaiers. Dnriiienzoiitei*~. Fabr. van cicliorei, Botei*makers, Kaasniekers, Lebbers. Brniiders, Botertrnppers. h'aiiszoutei*~. Spekzoiiters. Maalders, Boterwasschers, Kari~meesters. Vettifcloeiiders. Moaxers. Roterv ewers. ICaasschillers. Vetopniulrers, Pakkers. Boterwegers. Haasstolpers, Vetafiiiakers. Plaksters. Drukmerkers, ICisteiikeerders, Tetsmel ters. Teerders. Dtipuettee~de~s, Letterzetters. Vleesckzouters, Zalgjesvouwers, Kleurders. Melkbereiclers, Worstmnkers, Hoffiepellers, ,
ICurkars. Pakkers. Stokers. Tapbanlcwerkers. Vletterinsnnen, Voorproeveii Fabr. van gist. , , elixer, q likeuren. Lilreurstokers, Inpal-lrers. Fthr. vaii Gist en spiritus. Afwegers. Analiseiirs. Appreteerders. Bakboeners. Banlewerlcers. Beslagkolrers. Brniiders. Blesschenvullers, n1, Vvttclztegun.ppesz, mivteFlesscheiiwegcrs. v*nrrlrunter*. Uronrlwerkers. Gistiiipakkers, Fnbr. van vriiclifensappen, Clistscheppers, , , kunstwUu. ,, , ininerale wateren. Gistmakers. Gistwerlrers. Vullers. Giilwerlrers. Fabr, van limonade. ~ëelartnslaanclen. Molenaars, Mouters. BIoutlrruiers. Mulders. Fihr, vtin alcohol. Branders. Oliedragers. Palrkers. Gistbazen. Papkolrers. Gistknecht. Gr~~nniiiete~wegers. PZ$~~illlrers.. Graan~e~kers. Poetsers. Inleggers, Poinpers. Jeiiererbraiiders. Jene~e~stokei~s. Schoonnialrers. S~OUW~TS. Ketelbazen. Spiritusbewerkers. Mouters. Onderknechts. Spoeliiigdragers, Spoelingtappers. Pompers. Tappers. Stelliiigkneclits. Veelïiieclits, Stukkenrollers. Vatentra~ispo~teerders. VersiiWders, V~orwerke~s, Verscliieters. Zalrkeniianiers. Zaklrendragers. Zifters. Zakkenmakers. Fabr, van spiritus. Jeneverstokers. Kistenbranders. Distillateurs. Flesschenspoelers. Flesschenlakkers. Fabr, van bier. I
l
Tnbalrwerksters. Vormwerkers, . Wikkelmakere, Fabr. vnii sigaren, Aftreklsers. Blokpersers. Bosjesmnlre~s. Dekopleggers Deksorteerclers. Kistenvullers. ICisteiikeerclers. Kisteiitellers. Plnklrers, Ringsters, Sigarendrnaiers, Sigarenmakers. Sigarenpinners, Spijkei-jongens. Strippers. Tabrtlr~penhale~s. Tabakuitdeelers. Uitleggers. Fabr. van sigaretten. , , snuif, Carotteiitreltkers. Palrsters. p. Dritzlc~outc~~e~~~loitntie~ Schrt~pers.
Bierbrouwers. Brouw meesters. Bierraders, Biervleiers. Bottelaars. Broumkiieclits, Controleurs, Geerrlers. Mouters. Moutinolenaai*~. Oliemnnnen, Sleepers. Spoelers. Tnppers Toniienspoelers. Vatenrollers. VateiispoeIers, Veteiiwassohers. IJstrelrkers. Fn11r. van nzijn. AziJnniakers. Fabr. van Maltose. , , kustijs.
ICneders. Margariiiewegers, Melkdragers. Melkwegers, Pfikkneclits, ltiemenmakers. Boomwegers, SiiiJders. Stokers. Stukjeswerksters, Tonnenwerlrers. Trembazen, Vaatwerkuitstooniers, Vetsrnelters, Vetstekers. Walsers. %akkeniiaaisters. Zouters.
,
I
,
(
Expl. vuil waterleidingen,
I
Aarcl~verkers. Directeuren, l?ilterbnzen, Kraaiidraaiers. I
FaLr. van tabtilr. Buileiivullers. Deks~iiJdste~s Eesters. Gel~k~chiete~s. ICistjesplalrkers. Pakkers. Poppenn~ake~s: Plaksters. Siccareurs, Sorteerders. Spinners. Stroppennierksters, Tabakl~erve~s. Tabak~ortee~ders,
Fabr, vali zout. Directeureli, Courwegers. Courmerkers. Gradeerwerlïers. Riantlenmakers, Panwerkers. Zoutzieders, Zakkeilnaaisters. Zoutdragers. Zakkendragers. %iedliuisknechts. Zoittsmelters. Zoutstokers. s. Fabr. valt veevoeder.
XVIII. Landbouwbedrijven. a. Lavzd- of nkltcrboz~~u. Landbouwers,
Aardappelboeren. Afzanders. Akkerknechts, Boeren, Bouwmeesters. Bieteliwegers, Dienstlïnecliten, Dorschers, Econonien. F~irbaiikwegers. Handlïiiechts. Heidemaaiers: Heideontginiiers, Helniplanters, H~oipe~sers. Beuterboeren, Kraaienkeerders. Dorschnincliineleiders. Pla11ters. Ploegers. Ploegdrijvera. Rentnieesters. Rjcjknechts, Spoelingschippers. Stalknechts. Stoomdorscliers. StYoopersers. Struilreiirooiers. Voermerlrers. Vuilnisoplialers. V~iilnisvanrde~s. Wageiinnrs. Zankwaariiemers. Iiirecteiir ctiltiiuriliantschappieii. Directeur Mij. lieideontginiiiiig. Plnnters. Indië. Tabnlcsplniiters, . Vlasboeren. Vr$boeren Mij. van Weldacliglieid. Mollenvangers.
Stalknechts, Stiereiilioiiden, Stoepmeideii. Vnrkensberenliouders, Varken~i*ingers, Veehoeders. Voederlcneolits, Weidstei*s.
a
.Nettenbreien. ,
vee fok kei*^,
Booiiilrweekers. Arbeiders. Boomlïweelcers. Boomsnoeiers* Boomschillers. Boschopzicliters. Boschvnchters. Griendwerkers. Houthalikers. Houtmeters. Houtlïappers. Hout- eii boonirooiers. Rietl~oeieii, Rietliaklïers. Rietbouwers. Voriiilrmeelters, Bosclini*beideils. Duinplukkers, Pootmeesters. Gi+ieiid\~*erlcers. BanclsiiUders. Teenbosscliers. Teenscliilleis. Teensiigders. Tieiidschntters. Ambteiiareli en beaiiibten krooncloineiii, Teekenaars, Voor~verlzers. c. Tzilvbozrio, zaa$~noezc~*g, ooft- en bloe~shroeelco~~zj (ilzcl, I,olle~rc~~ltz~us~).
Zetnieiers. Veehoede~ij, ICnelierders. Boewacliters. ICoejoiigeils, Veedrivers. Heiigsteiihouders. Pnnrdenfolzkers. Schapenhouders. Schaapherders, Pluinigraveii I?liiinibazen. Hoenderfokkers, Hoeiiderparlïhoiiders. Vogellïweekers. B~eiihouders. Ymkers. Honiiigseiiiei*~. Boterboereii. Melkboeren. Mellïvanrclers Zuivelmoeren, Bewnardsinaiiiien. Hengstensniders, Hoiidenpikeurs, Zwaneiiliouders.
.
Bloemisten. Bloeineiibiiidstei*~. Hoveniers. ICruidenteelers, b. Tbcteelt (z'lzcl,nllec3z'tre1a, Plant eiikweekers. pnavdefzfokkcl$j, vogelParkmncliters. teelt elzz., cscl. vischTuinarchitect. teelt). Zandtelers. . Bloenibolleiik~eekers. Veehouderij, Cliampignoiilïmeekers Boeren. Pla~itsoenwerke~s, Ihononien, Wariuoexiers, qrazers, Aaggei*Iiecieii. Fruitplulrkers, . Greiclboeren, Melkmeiden. Tuiiiliedeii. ,
Tibiidboeren. Veldarbeiders, Wiedsters.
XIX, Visscherij en
jacht.
Zeevisschers. Afhouwers, Aiikervisscliers, Beugvisscliers. Botvisscheiis.. Garn~lenvisschers, Hai*iiigpakkers, Joiigsteii. Kloovel~s. Korders.
Nettenboetsers, N~tteiitaanders, Oniroepers. Opvoumers. Ondsteii. Plnntsbazeii, lteeders. Reepschieters, Schieters, Schuurkneclits, Sloep~vakers, Speeljoiigeiis. Spieriiigvisschers. Traunstolren. Veeriiianiien, Vischlioelz- eii sirenenliinkers, Vlou~vissche~s. Vuiirtoreiiwacliters. T4Tnlbazen. Zoutdragers. Zotiters, Hnriiigvisschers. Oesterputliouders. Schelpetivisscliers, Wiervisscliers. Netteiidrogers.
Mosselvisscliers, Rlviervisschers, ' Blikruikenvisscliers. Hnnlcjesgooiers. Steelrvisschers. Stolvisscliers, Z nliiivisscliers. Zalnidrivers, Zegenbnzeii.
Boutscliieters. Eendenkooilioudeis, Ganzenvangers, Hondeiioppassers, ICooiniannen, Kooikers. Jnclito~~zieiiers. Jagers. Jnchtslachtei*s, Vogelvniigers. '
b. ITandel voot*ioerpel~ TeensiiUders, SpUlrerzoekers, van kleeding, Teen t e waterbrengers. Stapelaai~s, Handel in teer. Vlotters, a, Haltdel hz gv*ofzdstoff~l:. Werfknechts, Handel in voorwerpen van , ,, terpaarde. lcleeding, , terpentijn, Zwaaiers. Handel in baleinen , , tin, Handel in liuiden, Ht~nclelin nsphalt. , , borstels. , , trss. , , kaaskleursel. , ,! antistone. , borstelwei*k. , , tuinspeciën. , , nardappeleii , , kaas, ,, confectiën, schraapsel. , , albast. 1, n t w k * , ; dekens. , , vnrlceiisblazen. , lrnlk. , ascli, , , dekkleeden, ,, , vaillrenshaar, ~~lkblusscliers, , , afbraak, , , fluweel. , , vellen, , beetwortels. Handel in klateersel. , , fournituren. , , verfoliën. , , koolzuuri , , bezemris. (hoedenmakers). , , vei*fstoffen, , , lroper, , biezen. (kleermakers). , , vet, , , koninenen, bindrotting, , , vischlim. (schoenmalïers), vellen, , blauwsel, , , garens. , , vlas. , , lïuiist~est, , bleelrers, , vodden. , , garen en band. artikelen. , leem, , , gar~ituren. , , leemzand. . Scheurders, , blilï. , , gebreide Handel in voi*maarde, , , leder, , bou~vgoederen. , , vormzand. matrialen. , , lompen. , , haar\vei*lï, , , was, Afsnijders, , broiiwers, , hniidschoenen, , , mol, artikelen. Gtnnrders, , wUnsteeii. , , heerenartikelen , , ~ n o ~ t c l i o i i ~ , Lompenponipers. , , lioedeu. , , !!zeroer. Opkoopers, , ,, cement. , kant. , , Uzer en stanl. , , cliinabn~t~ Sleepers. , , lrapok, , , izerdraad. Sorteerders. , , ~lianlnnt~ , , katoeii. , , zaad. ,, , diamantafval, Handel in lood. , , kleeren, Zakophouders. , iiieelïrnp, , , doode pnarcleii, , , klompen. Handel in zancl, , , nieststoffeii. , , electrische , , knoopen. , , zeegras, iiietnleii. , , metselsteen. , , lzousen. Zeegraspei*sei*s. , , inist. ,, , faecnliën. Hniidel in zeewier, Handel iii m$iihoiit, , , gruis. n !! kunstbloemen, , , zink, , , laken, Opmeters. , , grint. , , zwartsel. , linnen, Hniidel in olie ei1 loog. , n griiis. Agenten. , lint, ,, , oud pnpier. , , guano. Comiiiissioiinairs. , riet. , , manufacturen, , , hennep, Depotliouders. , , rivierzand. , , mniitels. , , hout. Directeur van bnzaltmant, ,. milittlire . Znndtreldïers, Aangevers, schfbl)p!6 ornamenten. Hnndel in snchnrine, Afgevers. Kramers, , , sclielpen. , , modesrtikelen, 13oonirooiers. Magaz~nmeesters, , , passementeriën , , schors, GZrieiidmei*lcers, MagazUnlïilechts. , , papieren, , spnniiclers. Houtbereiders, patronen. ,, , spaitenstroken, Reizigers, Houtbrekers, , , peltei*ij'eii, Scheepsloopers, ,, , steen. Houtstekknechts, Sloopers van ketels. , , steenlroleii. , , petteil. Houtlossers. , gebouwen. , , sajet, Steenlïooldragers. Houtmeters. ~teenelibilrkers, Gta~enkloppers, Zakkenstoppers, I
XX, Warenhandel. l)'
.
a
.
.
. .. . .. .
.
a
.
a
i
De ann het slot vsn elke ot~clerrub~iekvoorkon~ende beroepeii als agenten, commissionnsirs, depBthouders, krs,mers, inagaz~iipersoneel, inakelsnrs, reizigers, witikelbedieiideii en winkelknechts, koilien in de meeste hsndelsbedriven voor. ZU zin clnnroui sleclits é6tinisal bü olke oncle~rutriek vernield. 1)
XXII
Waschsters. . . Handel in eieren. Handel in geweven stoffen, 8 8 erwten. , , stro'ohoeden, Uitzoekers, , , stifsel. Sorteerden. , , t~ileta~tilreleii,Haiidel in fourages. Stroobinders. , , tricot. , , tulle. Handel in friiit. , , veeren. , ' , granen. , , viltwaren. Bestellers, Controleurs. ,, zeep. , , zide. Meters. , ., waschartilrelen, Opliouders, Agenten. Opzichters, Beddenvei*l~uurdei*sI Roeiers, Commissioiinirs. Stiklrers. Costumesvei.liuurders, Schuitenjagers Depothouders, Vrgmanneii, Doopgoedverhuurders, Wegers, IUeermalrers. Werkers. ICramers, Zaaddragers. Magaz~iiineesters, Znlzkennanisters. Malrelaars, Zoldei*~verlrers, Reizigers, Htmdel in gedistilleerd, ~ouw~oeclverhuu1;ders. , , geldersche Winkelbedienden, waren. W inkellrnechts. . ,, gist. Gistzifters, c. Thndcl in voor*ioopcjz Hnndel in groenteli. van voedilzg en genot. , , grutters war ei^, q , lioiiing. Handel in aardappelen. , hooi. , aardappelmeel. ~ " a k e r s , , , alcohol. Persers, , , augurlren, Wegers. , , RZUB. Handel in hop. , , balrkerswaren. , kaas. , , bnkketbaldrei*~. Poetsers. benoodigdheden. Schilders. Handel in bescliuit, Sniders, Verpdrlïers. Zetters. Haiidel in bier. Handel iii koek. Kistjesman. , , koffie, Sorteerders. , , koloniale Hnndel in bitter, waren. , , boonien. , q koren, , , boter, Korendragers. , , boterlroelr. Korenwerkers. n brood. Handel iii kruideaiersBroodslgters. ma~en. BroodsnUders . Erwtenlezers. Handel in cacao. Koffiebranders. , , cichorei, Theemeleerders , , chocolade. Zakkenplaklzers. , , comestibles. Handel in kunstboter, , , drinkwater. , ,, laiidbou~vpro, , eetwaren. ducten.
.
.
S
o
Handel in lever. , ,, levertraan, , , lilteus. r , lijtikoekell. , , ninryarine. , maïskoeken. , , meel. , , iliesting , , minerale wateren. , , mosselen, , , most. , , mosterd. , , nieren. , , nootmusknat. , oesters. , t olie, , , paardenvoer. , , paling (ger.). w n pens. , , ~3epei~iiluiit. r w pjjpen. w 1 pgpelldoppen. , ' w rist. , , sclieepsbehoeften. , , sclieepsvictunliëii. , , scliillen. Schillenophanlsters, Handel in sigaren. , , snoepgoed, , , snuif. , , specerijen, , , spek. , , spoeling, , , sterken draiik. , , suiker. Monsterstekers. Handel in tabak, Monsterbedienden. Handel in tebekspijpeii, , , thee. Pakstel-s, Handel in veevoeder. , , veldvruchten, , , verduui~zaanide levensmiddelen, Handel in victualiën, , , viscli. Drogers, Handel in' vleesch. Trepman, Handel in vrucliten, , , vruchtensappen.
.
.
Handel in mtn. Aftapsters, Kelderknechts, Winstekers, Haiidel in is. q 9 ZOU^. , , zuidvruchten.
, ZUU1'.
Agenteii. Bierbottelnren. Broodventers. Commissioniiairs, Controleurs. Exporthandelaars. ~epotliouders. Directeuren melkinriclitiiigeii. Directeuren tabaks-mu. Ezelinnenliouders. Flesscheiispoelers. I
Handel iii aurdemerls, , , bacltoestelleii. , , beddrii. , , bedveeren. , , beliangselartikeleii. , , behaiigselpapier. , , bezeins. , , blikwareli, , , boelren. , , brandkasten. , , brandstoffen. Kaclielhoutmakers. Handel in briquetten. , , bronolie, , , cokes. , , daninst. , ,. dekens. , , electrisclie schellen. , , gasoriianienteii
Hendel in gnsgloeilich tc~rtilrelen. w n glas. Glasglaveurs. H nndel in geëniailleerde goederen, , , hukhout, , , liardglns, , , lioutwnreii. , , liuishoudelgke nrtilreleii. , , Ic~~ni*sen, , , lrncliels. , , karpetten. , klokkeil, kooktoestellen.
.
. . , .
, , , . ,
.
., ,, ,. .. , .. ,,, muizenvallen. iiilekelwnreii. , , petroleuni. d(
, , ,
, ,
plauten,
, plu~iieniix,
, poetsgoed. ,
l~otteiien pannen, , , rieten metibels, schnren, ,, , scliooiininalrbe. noodigdheden, , , schoorsteeii,mantels, , schuui*goed, , soda. , sliiegels, spiegelglas. , , steenkoleii. . , . , stoelen. , , tafelkleeden, , , tnpjjteii, !! tegels, ,, , theebladen. , , tilrf* , Turfmeters, Turfdragers. Turfscliippers. Handel iii vecsterglas. , , vitrnge, vlnggecloek.
. . .
.
, ,
Handel i n muzielrHandel in teelreninstrumenten, behoeften. , , Neurenburger, ,, zegels, waren. Agenteii. , , nieuwzilver. 'Adverteiitieplnatsers. , , oostersche Boekenverliuurders, Boekhoudei~s. artikelen. , , orgels. Courantenverhuurders+ , ,. parfumerien. Colporteurs, , photografieCommissionnairs. artikelen. Cournntenventers. Directeuren clagbl~clporseleinwerk. 18oskeiimnntscliapp~en, , , piano's. , , religieuse artilrelen, Esporthnndelaars Kramers. , , rijtuigen, Bioslrjtiffrouwe~i , schildei.ljsn. Litliograpliische metaal, , speelgoed. bewerlring. , verguldwerk. Mngttz~npersoiieel, , , zilvarsniitsMnlrelnnrs. fournituren. Uitgevers, Ageiiteii. \Vinkelbedienclen, Comiiiiusioiinnii~s. Winkelkechts, Depotlio~iders.
Hnndel in vogellrooien. , , vuurmakers. , , 'vt~urvaste ar tileeleii, , ,, waschdoek. , , gzerwaren, Verlakkers, Handel in zwnvelstolrkeii, Agenteii, i3onimissioiiiini~s, Depotliouders. Exportht~ndelanrs, Kramers. Magazijnknechts, Makelaars. Reizigers. Verliuurders van vlnggedoelr. lampeiikatoen. lainpen. Venters. lucifers. riiancleii~verlr. Winkelbedienden. TYinkelkeclits. matten. nietnnlwerken. illeiibels, niei~helstoffeil. 1110zaYk. '
.
.
,
Haii del in aliiinnalrlren. , , boekeii. Hniiclel in aardewei.lr fiju. Antiquairs, , , nluniiiiiuinwaren, 13estellers. , , antiqiiiteit~n. Coi.i*ectors, Hnndel in doozen. , , I~eelden. ,, , drukkers, , bloeiiieii. fournitiiren, , , bloeiiibolleii. , , dr~ik~verlr. , , borduurwei;lren Kunstliniiclelanrs. , , brittaiiinHandel in kuiistschildei~sartikeleii. benoocligdheden. , , bronu~vareii. Hnndel iii leien. , , cliristoplie, ,, ,, liedjes, goiid en ziluei*. , , lithografisclie , dnmeshniidsteen. verken. , , niuzielr. , ,, eau de cologne. , , pal)ierwtireii, , , feestnrtilïelen, , galaiiterie, , papier. Monstertrekkers. waren, Handel in pnpierenznkkeii, , , gipswareli. Znlrken plnl-lr ~ers, , , goudvissclien, Handel iii plantwerkeii. , japniisclie , , postpnpier. goederen, , , prenten. , ' , jumeelen, , , sclirif, , lrei*kornanienten. behoeften, , schrijfpennen. , , l~raii~erijen, , , stereoscoop, , kunstdianiant, artikelen. , , luclitballotis.
I
,
q
.
~aKel&A, Piaiiosteniuers. Reizigers. Vei*liuurdei~svan piano's Winkelbedienden, Winlrelkneclits.
g. íia~z(1cZhz levend uei) czrt gavogelte, Handel in bjjeii. , honden, , r lrippen. , lrongnen. , l~aarden, l3~kiiechts. Stalknechts, Handel in pluimgeclierten. , , varlzeiis. 9 w vee. Drivers, Hniidel in vogels, wild. Agenten. Cominissioniiairs. Depotliaiidelaars. I!lzelverliuiirders. Ezoldr~vers, Krniiiei*~. Mngnz$iikneclits,
,:
XXV
XXIV
1
Mitkelaars. Reizigei*~, Winkelbedienden. Winkelkiieclits. .
-
Handel in houtwol. ~ n n d e lin tleaan. Verhuurders van zslrlreii. , , huizen. , , trumlraartjes, , land, . , indigo. , , tuige~i, bot1wwerlrtiiigeii; , , insecteiipoeder, , , tuiiizacleii, Verliuurders vali diamant, , instrumeiiteii , tui*fstrooisel, sl~persmoleiis. h. Hmzdel iit altdcl*eroccrevz, (geneeslrundige). , , t y p e ~ ~ i t t e r s , Wegers. Handel iii allei*lei'waren. Handel in iiistrumenten , , uurwerken, Wiiilïelbediendeii. , , Anierikaaiische (heel- ei1 vei*losk,). , , vaatwerlr. Wiiikellriiechts, artikelen. Handel in instrumenten , , vei*bandstoffen, Handel in apotlielrers(optische). , , verfstoffeii, benoodigliedeii, Handel in jachtartikelen, XXI. verkeerswezen. verf (email). , , asbest istikelen 1 , , jute, I vetmasen ' I , , automaten. , , kisten. , , visscherij , , baleii enzakken , , koffiehuisbeartikelen. , , balsem. , , vleeschafval. noodigdhecleii. , , bloedzuigers. , , Irruideii. , , vuurwapens. Hoofdadiiiinistratie. , , boomgemasseii, , , lriirlcen. Comruissarissen. 9 , v~LIl'~te0n, , , boterfiisteii, , , lederconserveeDireoteiireii, , , \vtLgens. , , brillen. ringsartikelen, , , wsgensiileer, Geneeskupcliginspecteur , , caontchouc, lederwaren. Inspecteurs. , , vaii1ien. artikeleii. , , leidsels. , , water en vuur. S~~nurnernirs. , , clieiiiicdïèn. , , lithographische Aiiibtei~areii. , , mei.lrtuigeii. , , darnien. steen. Stationspersoneel, , , miei*ooIr. , , delrlrleeden. , 1ote~Ubriefjes. , , wolleiistoffeii Aaiiteekenaars. , , ilroge$en. Ageiit (yoedereii). " , 1Dm, afval. , , duigeii. , ; macliiiieAsbeide~s-telegrafist. a n , , electi*ischebebehoeften. .Assistent buitendienst. 5 n ~ze~cli*nad. aoodigdliedbn. , , ii~nchiiieriëii. , , znacl, Bestelliuishouclers. , , toestellen. , , metaalwareii. Zaadwerkers. Bestellers. , , emballage, , , keteliiiontureii. Handel in zaagsel, Drukkers. , , flesschen. , , naaimachines. Gasvullers. q zalf. 8 , fourilituren. , , iiat~~aliëii. , , znkkeii. Goedereiiklerlceii. , , f~u~iiitiiren , , olie (haar, , zeildoek. Haiidelsngeiiteii. (diamantwerkers), lemmei*). , , zeven. Kaartjescoiitroleurs. Handel in fouixituren , oudroest. Kruiers. , r, zuivelbe(hoi*logemakers), TagrUiieil. reicliiigsartilcelen. Ladiilgnieesters. .Handel iii panrleiiioer. Hsiidel in fournituren Ageiiteii. Laiii~eiiisteii, , , pakinntteii. (menbelnlnlrers). Bazarhouders, Naclit~valrers. Handel iii fournituren , , postzegels. Conimissioiinairs, OprUde~s. (zadelinalïers), , , raapolie. Personeel op liaiidelsPortiersters. Handel in fusten. , , reclnmezaken. technische bureaux, Perroiicoiitroleurs. , , geneesmiddelen, " , reisartikelen. Depothouders. Ita~igeercle~s. , , gereedschappen , , rijti~igeii. Exportliail delaars. Retitradeoppasseressen. (liorlogemalïei~s). , , rij\vieleii, Importeurs. Rijtuigsclioonmalrers. Handel in gereedschappen Iteperateurs. Magazinpersoileel, Schari,llriieclits, -. (laiidbouwv). Hanclel in r~wielbaiideii. Malrelaars, Seiiiarbeiders, Handel iii gereedschal~peii 9 ,, sclioensmeer. Machine verhuurders, Seingeefstors. (timmeriilans), , , slagersSigiialenucl~ilders. Roiidveiiters. Handel iii goin. beiioodigaheclen, Reizigers, Stalbazen. , , gomelastieir, Hanclel iii sloyclai~tilreleii. Straatventers, Stalkiiechts, , , graanzakken, , , stroomaioen. Ruilebuiters. Stationchefs, , , gutta perclia, , , stoomwverk- Voddenrapers, Statioiiwnchters. , , haverdoppen. tuigen. Voddeii~oeke~s, Steeiilrooldragers. , , petroleuni, , hoepels, Vlokkeninaalclers, Telegrnafwncliters, , , liorloges. toiineii, Verhuurclers van stelThesauriers. , , lioutskool. 9, , ~OUFV~ lingeii. Treinpoetsers, I)
.
.. .
t
.
.
Stnlliouders. Trnmwezeii Wage~ilicliters, Koetsiers. ' Hoofclndniinistratie. Wegers. Stalbazen, Chefs, Treinpersoneel, Stal1riiecht;s. Commissnrissen, Coiiducteurs. Wngennialrers, Directeuren. Controleiirs+ Voerliecleii, Ingenieurs. Kasgeleiders, Knsseliedeii. Inspecteurs. Machinisten, b Sleepers, Trainbenmbteil. Remmers. Loopjongens. Stationspersoneel. Stokers. . Knrverhtiurders. Bagngeiiieesters. Wegpersoneel, Verhuiirdei8s van haiiclOprgdei*~, Baniiwacliters. wagens, Stalhazen. Bnaii\verlrers. \Vngeiiverhuurclers, Stallciieclits. Boornsluiters. Stationschefs. Blokw ncliters. Steenlrolendragers. Brugwachters, c. %eer[/.lar8t. Treiiipersoneel, Halteclief~~ Conducteurs, Hnlpwnchters. Directo~ircn en IrniitoorCoiitroleiirs. Ra~iteins(stooniboot). personeel. I
'
I
Loods- en seinwezen, Loodseii, Licht wachters.
sluis in eest ei*^.
1
Sliiislrnechts. Sluis wnclite~*s, Zeesluis wnchters. Personeel voor lading en losdiig. Anker~ette~s. Aaiineining klnringsdienst, Boot weskers. Balrkeiiscliippei*~. Eaklrers, Ballastschippers. Beheiigerslriiechts. B~otve~hiiurders, Graanwegers. ICnclraaiei: Riieolit (bergiiigsvak). Laders en lossers. Ladingmeesters. Liergasten. Lierstolrers. Mantopneiners. Meters. Nacht wakers, Naschi~~vers. ltiiimers. Sclieepsaannemei4s. Sclieep~bev~achters. S~lieepscont~oleurs, Scheepslichters, Scheepsmakelaars. Stevedores, Terreiiicliefs, Verbunrders zeevolk. Vletterlieden. Wnkers. TValbazeii. 7Valkilechts. Waterklerkeu.. Windasdrivers.
d. Biqz?zelzscheol~vaart(ifzcl. slzcis- e n brz~gloacltteva). Conlinissarissen beurtveren. Comrnissn~isseii bootmaatsch~pp~eii, stoomDirecteureii n~nntscliappieii. stoombootInspecteurs.
v
-
Onderneiiiers stoombootdienst, Opzicliters, Reeders. Sclieepsvolk Aai*dappelschillers, Boeierlrneclits, Bootslierleii, Beurtscliippers. Coiiducteurs. Delclriieclits. Gezagvoerders. Hout\~lc)ttcrs. Hofmeesters.
Kaainieesters. Laders en -1osser~. Ladingmeesters. Magazijnmeesters. Pachters van ~vnlgeldeii, Scliuiteiiverhu~ii~cIers~ Sclieepsbevracliters. Scheepscoiitroluurs. Scheepsjagers, Sclieepslicliters, Scheepsmnlcelnars. Scheepsrapporteurs. Soliuitenjagers, .TUnianiien.
jol lev aard ei*^.
Kolrs. Meelscliippers, Mutrozeii. Onderhofmeesters. Pncliters van een veer. Pnt~illoeiiscliippers. Roergangers. Roeiers. Sclioiiwmnniiea. Stuurliedeii. Scliuiteiivoerders. Schip~e~s. Scliilders, Togeils. Vrachtscliippers, Vletterlieclen. Veerlieden. Vui*eiisgesellen. Veerschippers, Wnlrers, Znndschippers. , Brug- e11 sluispersoneel, I30oiiisluite~s. Brugclraaiers. Brugganrders, Briigineesters, Brugpacliters, Brugwacliters, Liclit~vacliters. Loodsen, Slilrloocls. Sluiskiieclits. Sluisineesters, Sliiispachters, Slui~~vacliters, Personeel voor lading en lossing. Bootverliuurders, Boot~verlrers. Bestellers. Hnvenn~eesters. '
Posterien, Aannemers. Assisteiiten. Brievenbestellers. Brieveiigaarclers. Coiniiiiezeii. Coiiducteui*~. Directeuren. Postnnibteiiareii. Postbenmbteii, Postl~otleu. Postrjjclers. Postscliippers. Sclieepsbevruchters (postdienst). Telegrapliie. Iiigeiiieurs, . Lijiiwacliters. L~jnwerlcers. Opei~lite~s, Telegrafisten. Telegrniiil~estellers. Telephooii, Telelili ooiibeambteii, Telephoiiisten.
Aaiineiners vnii verliuizingen. Agenten vaii een stoombootoiideriie~iiing. Bestelliuisliouders. Bestelkaiitooi.liouders. Bestellers, Overige beroelieii,
Bodeii. Boodscliappers, Cargadoors, Coniiiiissioniiirs'(gidseii), Coiifooiloopers. Couriei*~, Dieiistliedeii. Directeureli dieiistverrich tiug. Directeuren expeditie. lraiitoreu. ~niballeurs, Expediteurs. Gidseri. Hoofdsgeiiteu. (stooniboot). Kaiitoorloopers, ICruiers, Looplriiechts. Melkrijders. Onderneiriers sleepdielist. Pnkliuislri~schts, Pahhuisiiieesters. Pnklr endragers, Parnpluiebowanrders. Personeel iiiuatschappien tot exliloitatie vaii veestallen, Scheepsbevracliters. Scliilders (goederenvei*voer). Scliuitenvoerders. Sjouwerlietleii. Stadskorendragers, Trnnsporteurs van pinno's. Vrnch trijders. Vraclitvaarders, TVnlkapiteiiis, \Vascliverzeiiders. Wisselfricteurs (bestelgoederen.bureaux).
Paiinenreinigers. Portiers. Rot isseurs. Tolken. ltestauratours, Cnstrolle~irs, Bierhuislioudeis, Cafilhouders, Herbergiers. ~offielitiislio~~iioi.~, Tappers, ICasteleiiis. Buflotcliefs, Buffetjuffrouwen. ICelners, Commensaleiiliouders. ~aarkeukenliouders. I~anierverliuui~ders. Pensionliouders. S~aapstebhouders. Oppnssers. Houdei~svan scliaftli uixen. Directeureii cloorgaiigsliuizen voor vruuweil. Directeuren teliuizeii voor niilitniren. Huisvaders. Directeureii rollrsgiiarkeulrens. Directeuren IroBehuiaen. ,, lrostliuizeii, Overige beroepen. Biljardjoiigoiis, B6Zl0g~liouder~, Caiitiiiehouders iii liet diainaiitvalc. Houders officierstnf'els. Inspecteurs, Kegeljongens. O~passersopeiib. tuiiien. Ordinarishouders. Pncliters (buffettcii). Tafelhouders. Vei~lcoopersvnn gezette g. Logement- ril. lcoffiehz~bkoffie. /t otr dav:[i, tcipperlij ev72, Verl~uurde~s lokalen, zalen voor Hotelhouders* pariijen. Logen~eiitlioude~s. W~jnhuislioiiders, Baiilcetbuklrers. Coii~ucteurs. Cliasseurs. Hotellci~eclits. Linnenmeisjes. Af hangers, Meubelinnkers. Afslngers, Oninibuslcoetsiers~ Bewnnrders.
.
> L
- -- - -. .-
Boekhouders, Coiiimissarisseii vischnfslng. IIouders vnii een verlrooplolcanl. Kiinpiii nnii de vischninrkt. Marlrtgnaigders, hilarlrtmeesters. OncZeriiemei~s openbare verlroop. Ontvniigers, Opbreugsters visclimnrkt, Opdrangsters. Oproepers b i eeii iiot aris, Pncliters iiinrlrtgelcl, Stallrneclits b i eene mnatscIiappi tot stalling vnii vee, Tnfellrnechts publielre verlroopiiig. Uiisoepers b i openbare verkooping. IJitveilers b i een notaris. Veiicliiiiieestei*~. Vent1iilrneclits. V isclinfslngers. V isclinitleggei~s. 7Vnagmeesters, Wegers.
''r
.
Directeuren i~ifo~iiiatiebureniix, Directeureii piiblicntieburenur, Tnxntetirs, Veemliouclers. Overige beroepen. Annplnl-lL ~ers. Afslagers, Be~vanrclers. Directeureneiitrepôtdolc. Directeiireil reclnnieniaatschnlip~eii. Directeuren verliiiurkantoren. Erf liiiisineesters, Hellebnt~rdiers eiitrepdtclolc.
-
Knssiers. Coiit'ole~irs. I<nssiers opgeldlrniitoren ~oi*res~oncleiiten.~ Effectenlinndelnars. Directeureii. Stenograaf, Experts, EIypotlieelcbn~iken. Inspecteurs. Commissarissen. Mnlcelanrs. Directeiireii Mnlcelnars. XXIV, Vrije beroepen. Spaarhanlrliouders, Personeel, n, Genees-, ltecl- e n .uerJosSpanrbniilrhocle. kzwzc1.ignz (ilzcl. t a ~ z d Beleeiibniikiiistellingei~, artscrt erz t a ~ z d n z e c s t e ~ ~ ) . Beleenbniilclioiidei*~~ Crontroleurs. Geziclitlciiiidigeii. Directeuren, Tandiiieesters, Verloslcuiidigeii. Iiibrengsters. , Liquidntielcnspersoileel, b- ~ ~ ' ~ ~ ~ ~ / ' o z ~ c ~ r l * Pnndjeshuisliotiders.
Houders inforrnntiec. Veea~*tsen. bureniixl SXIII. VerzekeringsHuiiders verliuurlrnnd. dclaoccitevz e n pr*ociwlezn*s. wezen. toren dienstboden. IClerlceii v r i eiitrepdt. n, Lcoelu- cn o~tgelzllr:A:egz- e, I~zgerzieilrse n lcuzd~neters (2:0011 zoovel" $ziet 'tot d e Poi*sters. ve)'zekem"zg, . gtloej XXIX heli oor acjzcle) Personeel bureauu octrooien. Assiiracleurs, Agroiiooni. Personeel (reisbureaus). Agenten. Iilgenicurs, 'Privnntliouclers. Coiitroleurs. Lniidii~eters. Sclintters roereiide Directeuren levensver~ec~lno~ogell, goeileren. zeleeringen. Spreeuwen. I~ispecteu~s. f. Besldltouzoers, lczcnstStrnndjiitters. Wislcuncligeii, scltilclevs. portvettczeleWangdnlge rs, Izaars, tactl- e n letteri. 13e~r*of~~zis~oeze~z, Wnlcers (eiitrepdtdok). h. Zieken- ea Eiegvclfe~ziskzllzt~igell, IInndelsinriclitiiigen, fenclsen. Beeldhoiiwers. A anspi*elcers. I
7'. u.,
-
-i1>
L .
! :S
;
.
l,;
(
.-
-4: -t.,:
r
b?i
k i-L.
I
i <
t
!.
i
l
i
,,
,
!'i 7
,.
1
XXXI
Hofmeesters. Stenipelsiiiders (ROlrsHospitanlsolclnteii, munt), Knpiteins, Stiriiuiiiernirs clirecte ICnpitein acljudnnten, belastingen. Knechts (faurnge Adj, inspecte~irsdirecte Teelrenanrs (lïndasters). ningnzgiien). belastiiigen, Visiteurs. I
.
Cominissie vaii keuriiig vnn het depaietement vnii Koloniën. Coiiciei*ge Rijlr~a~cliief, ? Rijlrslsoepolrinenting. Znt~llrnechts (niilitiernclen).
XXX. In dienst van
provincies. Coniniissni*issen der Koningin. Cominiezen (griffie), Concieige I Griffienm bteiiareii, Ledeii Gedepiiteerde Stnteii. Letterlruiidigen der staten vnii Friesland. Wegw~~acliters. IJlrers voor de provincie,
Detectives. Loodseii. Kniitoni~ieru, Opzichters. Weglreiiiiers,
XXXI. In dienst van een gemeente (excl. gasfabrieken, dienst der. openbare werken en andere nijverheidsbedrijven).
Secretarie-nmbtenaren, Wethouders.
Beursconcierge. IJavenmeesters. Godsdienstleeraar (gymnasiuni). . Be~~slriiechts, Heemraden, Biljetteermeesters. Hoogheemraden, GodsdienstonderwUzers Boden schutte$ T(ademeestei*s, (lrath,). Boelthouders, burgerliIr ICilbazen. GodsdienstonderwiJeers Agenten van politie, armbestuur. Molenninlsers. (Israel,). Commissarissen. Buurtii~eestei~s.. Oiitvnngers van drifU~odsdieastonderw~jzers Inspecteurs. Collecteurs gemeentegelden. (and. gezindten); bouwpolitie, gasfabriek en waterOpzichters. Voorlegers (Is~nel.). Havenwacliters; leiding. Polderl~oden. Vicevoorlegers (Isrnel.). Nacht wakers. Commiezen burgerlik P~lderiiieeste~s. voorzang ei*^ (prot,), Pnrkwachters, ai.mbestuur. Polderschutters. Voorzangers (Israel,). Plantsoenwacliters. Concierges gemeentePolderveldwachters. Wetscl~r~vers (Isrnel.). Torenwacliters. nrchief. Stisbazen. Zendeliligen. Ve1d~vai:hters. Coiicierges scliutterU. Sasmeesters. Diretecteuren geineenteSchouten van een watergasfabriek en 1vnterschap. Boden (brendmeei*). leiding. Sltiiswacliters. Brandweercommandants Directeureii (vaccinatie), Steeiizetters, Ri*andweerlieclen. Emigratie-comniissaStolters. Bellreiitreders. B~andweermagnzinrisseii, Tuiiiinguakers. Bewaarclers hibliotlieek. meesters, Genieeiiteopzicliters beTurfmeters, Bla~sbalgtreders, Telegrnfisten brandweer, mtlai*l~l. petroleiim, Veerlieden. Basseerders, Toren~aclite~s. Hooi wegers, Wntergraveii. Directeureii zendelingen d. Fifiancib'qt egt belasKademeesters. Watei*moleiiaars. huizen. bingett. ICeurineesters schutter$, Wegwerlrers. Kerklriiechten. ICloklrenliiiders. 11 , vee. Deurwaarders. XXXIII. In dienst van I~loosterbroeders. )t ,, visch. Dokmeesters. Kloosterzusters. kerkgen~oteen R zeegras, Hnvennieesters. Illeráeii gas- en wnterschap of kerkelijke IZosters. Sloeproeiers, leiding. Ontvangers, gezindte. Geineenteontvnngers. Lantaai*nopstekers. Ordebroeders. Verdeelmeesters. Plaiitsoeiiopzichters. Ordezusters. a. Bedienarcvz van den, Organisten. e. Onclsvto~s (ovzder&o.ìj- Magaz~nlriiechts godsdie~zst. schutterii. Orgeltrappers. ze//d personeel). Aartsbisschoppen. Strnndvoogdeii, Religieuses. Bewaarsclioolliouderossen, Bisschoppen. Suppoorteii inuseums. Reiitinoesters kerkConcierges (school). GeestelUlreii (prot.). Verfmeesters niJvergoederen. Leeaaren. 8 (kath,). lieiclscliool. Secretarissen kerkel$re Nnaijuffrouwven. Geestelilze (Israel,). Wnteiltnpper gomeeiiteadininistratie. Oiiderwijsers openbaar (nnd, gezindten) wnterversclinffing, Stempelanrs van vleesch, onc1erwiJs. Evungelisteii. Ka~nunelren. Water$iers. Stoeleiizetters. Peclelleil. \Verkliecleii nbattoirs. Stoveiizetters. Professoren. ' ICapelaniis. WijIrboden. Suppoosten. Rectoreii gymnasium. Pastoors. WiJltmeesters, Priesters. Rectoi,eii XXXII. In dienst van 'Vicaris-generaal neerden. een water(bisdom). Annplnkl~e~s. . b. Goddienstondel*w~zers XXXV, Beroep onbeA.batoirpersoiiee1, e12 ancler4edcta~vrtecle Afslagers, kend. rang geljjlc te stellen Armbezoekers, betl.elcltiny en. Ai*i~imeeste~s. Aiqvoogcleii. Godsdienstonderw~jzers XXXVI. Zonder beBeanibtei~. (prot.), roep. n
Ambtenaren ter secretarie. Aclj,-controleur bevolIriiigsbureau. Bevolkiiigsngeiiteii. Burgemeesters. Commies-archivaris. Concierges Gemeentehuis. Geineenteboden. Geiiieeiitesecretnrisseii. Hoofdcommiezen ter secretal.ie. Klepperlieclen.
l
F'. $
'I
,
'
.,
. ,
>I
.,..$ ,.,.; ,J.*
;,_:.:s:
.I'
,..!
. .t!,,g. ~
.
.
,
: ~
.r;
F'!$? ., .a
.$
,,y$? i. r:.'
>.Q
, .k.t.:\ .,.:.,
'
'
'5
J,,9".
I.:,
,
,
.
"1
'.,d
.
,
'.':.a*:'
'
'
l
k:,:.
.
,
5
;
'
,
.. .
'..SZ
..c
:. ' Vï ' X
.
4
,. .: ..n
..J ,
,., ,)
t, s,.
Lijst van beroepen en combinatiën van beroepen die in de uitkomsten der beroepstelling veelal onder verkorte benamingen afzonderlijk zijn vermeld. I
i. Fabricage van aardewerk, glas, kalk
en steenen.
'
a. Graven acm xalzcl, Liezel, klei, ~~zergel,
Grint- w, o. lriezelgravers, Zandwnsscliers. Zaiidwerlters, zaiidkriiiers, niergelblokbrekers ei1 mergelgravers. b. Fabricage .unqU ce~~tetzt, gips, IcnlX!, tras, en$, Fabi*ilrantoii van gips. W n Irallc, w. o kallrbraiiders. trits en ceiiieiit, n ksit en teelcenlrr$ (ook kritnialers). n
'
c, E'ctb~~ilcnnte~z ,van stee~tetz,dnlq~nw)z~lz, dvnilreerbuixefz nt ajtcZe,*grof anr*deioe~*lc (ifzcl. steenen ~)~t~*hetvZoe~*e~t,
E",,'.. : L?
I,
[<.;'c'
,,
..
.
I:..,
.
.. .,.
..
k.
.
.,
..) .;i* : 5 ,, <
$. .' , . , 3 r:; w ..',,t !
,
.
2
I';:
.b\.
.$' .'.
r..,: .
2 .'i,,,, :
i"r''
2"
,
'
:
k,.,~ ,
,,,l . , .', ..
;!"?G
F .:,. i,.
5. , . >
.i. ,$.:;r x.
,'
,
.,
> i:, h.. -
,
Fabilicage vali steen (incl. steenbakkers). pniiilen (incl. paiineiibaltkers ei1 tegelw balrlzeri als dit met paniienbalslrei$ is vereenigd). n ,, buizen (ook draineerbuizen). 9 , grof aardewerk (potten- ei1 lrachelbalclters). 9 fl steeiieii parlcetvloereii ei1 granietvloeren. )l cement- en lcunststeen, w iJzeroement (stelsel Mounier).
'
?:!
3;
l\,.>, ,
.,,J..
k. ';,, t .,: ,
' . /
,,Ti,:
,
'
'
<'
,:
s;,?,:.i
.!
.i'
.
,
r,.',,,' .',
,
<',
,R, :
r ;;
.,..,,,,
-2 *~,:*
?;{ :,
.(
'
,
. .
.Y
%?!, ,. Z(:
gT;.
,
a...;
.
a...
g,:.
'
,
8 ."., ,w "
:.:T 1 ' ,. 'i,' >,C
..
.
,
..': . . 8.
Babrikniiteii va11 porcelein en aiider fijn rilardewel.lr. Plateelbakkers en tegelbakkers (niet in pannenbaltkerUen). Glazuurders. Fabrilranten van t teracotta-artilrelen. n tabakspiJpea, Kraiiimers van aarclewei*k en porcelein. Omamentgieters Ornnmentmakers alleen in ~ i i i i b u(anderen r~ in Ib).
I
e. Fabric~gevma glas, lct+t'stal, spiegels.
'C.
,>,'
'1u", :
Fabrikanten van glas (incl. spiegelglas).
,i .. ,' .' 'o :
.
":c;
.n
.
.i
.
,
.,
.
.
I
Fab~kantenvan spiegels. .flesschen, lasb blazers in" flesachonfaljrieken. Pottenmalrers in glasfabrieken.
-
-
11. Bewerking van diamant en andere edel-
steenen en gesteenten. Diamantklovers, Diamantsngders, Dian~ant-, roosjes- ei1 kapslUpers, clismantwei.lters (incl. verstellers ook potjongens ei1 zetters als dezen in diamaiitslUper$en vooslroniei~(zie ook l l a ) . Sch~venschu~rde~s, Verliuurcle~svan dianiantsl~persmoleiis.
111. Boek- en steendrukkerij, drukken van
hout-, koper- en staalgravure en photographie. a. Boekdrzclclcet*.ij, oolc gelneelzte1,gke en la~ac1,scEl*zclcket*.ij. Boeltclriikkers (incl. coiirantendriikkers, draaiers snelpersdrukkers, pletters, Inmpeiikapdruklrers), Cor~ectoreii, Letterzetters, linotypers (machinezetters), smoutzetters. Typografen, Stereotypers. Zinketsers. b. Plaat- en. steoladrulclcerij' en /tot drzclclcelz van. , lzot~t-,lcopt?r- cel stanlg)*c~uure, Technologen, Graveuru, houtgraveurs, houtplaatsn~dei*~. Platenkleuren, Plaatdrukkers.
Steendrukkers, lithografen, pliotolitliografe~ en postzegeldrukkers. Etsers (i~incograpliie,pliotochemigral)hie),
Photogrnfeii (incl, drtilckers van pliotogrnfi'6ii). Iietoucheurs eii schilders,
IV. Bouwbedrijven, openbare werken,
reiniging. Tech. porsoiieel : nrcliitecteri, bouwlruiicligen, teelienaars, ingeiiieurs en opzicliters. Aaiineiiiers. Fundeeringinnlrers en -merkers, gr~ndboo~ders, Heibazen (incl. heipalenriclers en lroptoumliouders): Metselaars en voegers, Opperlieden, lralkbouwers, kallrblusscliers, kallrbereiders, steendragers, steenzetters, steigermalcers eii stellinginakers. Steeiihoui\*ers, -poliJsters, -schuurders, fnbr. van inarmerwaren, inai-merslijpei*sen -pol~sters,moleiisteenfabricage ei1 moleiisteenschei*l~ers(zie voor deze lantsteii ooli 17a), Steeiieiibilrlrers, Timiiierliedeii, trappenmakers, vloerleggers en vloerders. Loodgieters en zinlcwerlrers, niet voorlroniende in loodpletterijeii, loodeii buizeiiinnlrerjen en zinkgietergen. Aanleggers vnii gas- en ivatei*leidiiig, Irrannsliiiters, gasfitters, poinpenniskers. Dekkers (pnniieii, lei, riet, stroo), Hoiitcement-dalrclelrkers. Bfoleiininlrers eii iiiolenstellers.
l'leistei.aars, gipsgieters en -vormers, beeldeiigieters, fabrikniiteii vali gi.ipsivai*eii, o~iiamentgieters en oriiamentinakei~s (zie ook Icl r, stucadoors, rietclrivers, witters, moi~leursen grot in al rei*^. . , Huisschilders, polych~*orneurs,glazeiimnlsers, glas in loodzetters. Behangers en stoffeerclers, plakjongeiis, nanisters in liet gord~iieiivalr,
Tecliii. personeel: ingenieurs, teekeiiaars en opsicliteis.
'
Aaiineniers, Heibazen. Aardiverkers, ,grondwerken, kanaalwerkeia, polderwerkers en strnnd\verlrers, DUkiverkers, ICribwerlrers, rijswerkers, stee.iileggers en Ireienkloppers, Duikers en liel~nduilre~s, Zandkruiers, Baggerlieden en baggernioleiian~s,iiioleiibazen, Bakschippers. Ploegbnzeii (bij verschillende vakkeil). Strantninkers, lreienleggei~., steeiizetters. Wegmerlrers. Briigwer1rers, spoorleggers (brugboum), boorders (brugboum).
malcliepers, wel te . oiiderBaggei*liedeii scheiden van die b i openBaggermolen~aze11 bare ,ver~ell, Glazeiimnsschers. Schoorsteeiivegers, Zuiveraars en outsnietters van gel~ouwen. Openbare reiniging (incl, nsclilrnrlieden, strantvegers en ~t~natwieclers).
V. Chemische nijverheid, enz.
Fabricage van biiskruit, scliietkatoen en katoenmengers, eriistviiurmerkers. n , patronen (lrriiit), , Iiicifers en swafelstokken, n. n vuurmakers, n l~i~nstvuurw~rlr ,
.
Fabricage van beeiizwai*t, l~ottensortee~ders,beenbranders en -sttcmpers, , blauwsel, ,, indigo. looclwit. verfstoffeii (iiicl. stopverf en oostindische inkt). , meekrnp. n. lalrnioes. zinkwit. , kleurstoffeii. driikiiikt , inkt, n gom, n lIj.111. macliinepoecler. , lruiistiiiest (incl. superphospliaten en guano).
.
VI. Apothekers, provisors, fabrikaiiteii van drop en zalf. Chemisten, Drogisten, Fabrilraiiten van chemicaliën (aether, 'auinoninlr, chiiiiiie, glycerine, lioiittoer, salnioiliak, sodn, poetsmiddelen. insectenpoeder, zmavelzi~i~~, essences, koolteerprodi~cten,schoensmeer, snlpetei*,lroolzititr. Fabricage van eau de cologne eii reukwnteren, , haai*water. n n pliotografiepreparateii, . T gasgloeilichtkousjes, b.. Fabl-icage van kncivsen, olie, ve~*fzls, vet, sec11,
van lranrsen (iiicl, bleelrers vali. was). n olie (iiicl. koelreii), ,, trnaii. ,, vernis, n lak. .smeeis en wagensnieer. zeep. n loog,
Houtbereiders (~~eosoteering). Klompenmakers, boo~ders,kappers, hoolders.: Knchellioiitjes- en brtmdhoutmakers, Doodkistenmakers, I(istenma1rers (incl. pakkistenmalrers en groenververs. ICoffermalrers, I
c. Fabricage van otttplofba.t*estoffen, Zzccifetv, eria.
Bezem- en boelidermakers ook biiiders. Borstel-, penseelen- en kivasteiiiiiakers. Fabricage van kurken (kui*ksn~ders). 9 , mandenwerlr, n , niatteii (incl, vlechters), rieten matten. ~ o t t i Ï i ~ v l e c ~ ten e r sbamboeswerlrers, Fabricage van rieten meubelen. Stoelenmatters. Fabricage van stroowaren (incl, stroohulzen), \Verkliedeii in bliiideninyichtingeu, W
H out-, kurk-,. stroobewerking, snij- en
draaiwerk van verschillende stoffen.
Reeldlioiiwers, houtsn~dersei1 houtornainehtmalren. Biìjartmalrers. Borstelhoutuakers en -hoorders. H~utclraaie~s. Fabricage van houtwaren, stoven, spoelen, liarken, schoppen, waschborden, stelen voor harken, schoppeni weverskamnien, schietjes, krukken, houten parlret~loe~eii,peiineii (incl. vleesch- en worstpennen), mangels, spinwielen. Fabricage van jaloezieën, leesten. n n . , lijsten (incl. lUstensniders, ver~teklre~s) meubels, iaanmliorren (incl. houtn '. figuurzagers). n stoelen. ,. rui1 (incl, run- en schorsmalers). n sigarenkisten, n , speelgoed, ook reparatie, n Houten-boomenmakers in manden.
II
c. Sqz~dejt en#. ,vufz atzdeye stoffen dafz lzozct en ~netole~z. Baleiiisngders. Fabrikniiten vaii Irammen, ~vaiidelstoklren, pipen, ook iiieerscliuim. ivo~enartikelen. ~efte~sn~de~s. Draaiers van verschillende stoffen, kunstdraaiers en huiidboogmakers. Fabrikanten van knoopen (metalen knoopen onder l l b ) Fabricage van spinpipen, Zagers van verschillende stoffen.
VII. Kleeding en reiniging. .
a. Vet*uaafodgi,igvon kleeding nu.
Kleedermakers en lieeren-confectie-fabricage coupeurs,.
Met confectie wordt hier niet becloeld het make11 van ondergoeclereii,
l),
Bontwerlcers en fnljricage vnn peltei$jeii, Costuinenninaksters, daiiieskleedermnlrers, fabricage vali clarnesconfectie l), Naaisters, machinestilrsters, stopsters, plisseerclers. Fabricage van mantels. n corsetten, n ,, zwemvesten. n , liomclen en boorden en andere ondergoederen (confectie). n hoeden en petten, lioedenvervormers, mutsen, w ~t~oohoedeii, Modifiten. " Fabricage van kuiistlinarwerls, Iinnrwerkers en -wnsscliers, n helmlioeden en militaire equipemeilteii ei1 ornamenten. . . n psrnpluieii..
va,n bedden, nrntvasse~z,gest2lr:te b. T~eyvanrd(yi~zy - Fabricage vnii bedden en ni~trnsseii. 8 , delrens, delrenstiksters, 8 bedveeren en kapok,
Bad- en zweminriclitingeii, badliouders en badlroetsenliouders. Bai*biers, scheerders en Irappers. Cliemisclie wnsscherijeii (incl. handschoei~eiiwasscliers en stoffenververs) en personeel iii filialen dssrvan. Deken wasschers. Waschinrichtingen, wascliliedeii en maschbleelrers, Mangellieden. Schoenpoetsers. Strijksters, mutsenwa~sche~s,-plooisters en plisseerders, Tap~tlïloppersen -reinigers.
VIII. Kunstnijverheid,
'
Glasbranders en glasschilders. Voor xoover sü liiet iii porceleiiifabrieken iMen~trichteii 's-GrnveiiPateelscliil"era brille) ei, te elf~hrielcen(Delft,Goucln.., Porceleillscliilders Utrecht, ~iii~terc~nm. ~~nkkurn en Hni*liiigeiii werlrao~~in sin, Restnurateuies van scliilderjjen, Verlnlrkers en vei*nissers. Vergulders, ' Beeldhouivers-polycli~omeurs,
b. Sclzilderzoerk. Caligrafen. Decorntieschildew, kerkschilders en Irlokkeiischilders, 1)
Fabricage . van csoutchoiic, n caoutclioucwn~en en goiiielnstiek- . wareil , n C~OU~C~IOUC-stempels, , rijwielbanden, w ,, wascloeIr, n ,, liiioleiini.
.
X. Oer, steenkolen, turf.
I l
I
Cachetsnijders en ciceleurs van metalen ornanieiiten. Emailloerders (gouden eli zilveren merken), fnbrilrnnten van ridderorclen. Grnveui*s in hout en metnnl( i e ook lln),' Glasai*aveui*s. u -----d. Bloemenvavnardiginp en fljn nanldton*lc. Bloenienii~aakstersen fabricage rali kunstbloenien. Borduurwerlrers en vervanrdiging van dnineslriinsthnndworlren, Kaiit\vei.lrsters,
Fnbricage van lrerkornameiiten, Reparateurs van nntiquiteiten. Fabilcage vnii galnnterieën en luxe-artikelen. grafkransen. n Opzetters van vogels en dieren.
IX. Leder, wasdoek, caoutchouc,
a. Oe~g?~aver6j ett clelven van 111etaletz. Dircacteureii Exploratie-mnatschappUen. Delver6 van ijzererts. Tininijn-exploitatie. Opzicliters ijzererts-oiitgiiiniiig. Directeureli petroleum-maatscli~11pijeii (iucl. boort ecliiiici).
K~lenwerlre~s(aan de mijnen, dus niet die, welke tot den handel beliooren). MUnwe&ers (steenlrolen). K~lenb~nnders. Fabricage van briquetteii, c.
1'211*f elz
veender& g14avett en beivevlcetz,
Verveners, greppeiimalrers, Fabrilrniiten vnn turfstrooisel.
XI. Bewerking van metalen,
~ e l l e n b l i oers, t vilders. Huideazouters. Fabricnge van leder en perkainent, ook verven, leerlooiers en toumers. , zeemleder, n
Fabricage van schoenen, pniltoffels en schachten, (incl. reparateurs). n ,, di'ufriernen en blansbalrren. i l e d e r w a ~ n(incl. reisartikelen). n liandschoeiieri, en zweepmakers. I
Met confectie wordt hier niet bedoelcl liet innkeii vnii ondeigoederen:
I
XXII. Vervaardiging van stoom en andere werktuigen, instrumenten.
I .
n. Leder.
b.. Fabricage vaz ledn*en vootlzoerpen. Beeldhouivers. . Fabricage van ornamenten.
Fal~ricnge van metaalwnren, Iroper\vsren, knoogen (metalen i, lcaminen en leihalren, w. o, metnalwerkers, koperslagers, bruiiieerders, branders, emailleerders, vertinners, 9 , harken-, helrel- eii schoppenmakers. 9 bouten en moeren. n ijzureli molenroedeii. , ~lnnlden. n s~elden. n n ,, schnatseii (alleen in Groningen. Zie 6n). n ,, ijzer en stnalwaren (incl. tnillebaleinen) ,, zink en zi+\varen. n IJzergieters, ornnmeiit- en beeldengiekers, zandvol'mel's. Hagelgieters. Sniedeii en slotenmakers, hoefsiiiedeii. Koper- en metnalgieters en -smelters. Letteiyieters, steriotypeurs. Loodgieters eu -smelters (alleen in looclpletter$en). Loodplethers, punters en sniders. Koper- en melaaldraaiers en scliavers. Koper- en metaalslUpers, polasters, vernilrlrelaars, galvaniseerders, vergiilders. Drnndvlechters (incl. muilkorveniilrtlrers). Fabricage van spi'iiigveeren, , buizen ook nortonpipen. n Tingieters, Fnbricage van vischtuig, Vogell~ooimake~s (zie ook Ga), Vilenliiakers, lrnppers, liarders. Fabricage vaii .geëmailleerd Uzer.
c, liabroicage van zonscfoelc en enoutclìotcc,
Fabrikanten van gouden en zilveren werken (incl. goud- en zilversineden en draadtrelrlrers), Goud- en zilvei*graveur,s. Byouterie-werkers. Diamant- en parelzetters, juweliers (geen groothandelaars in diamant). b. Niet edeie metalelz. Fabrikanten vFn capsulen (incl. tinpletteis en fabr. van staniol), Blikslagers en fabrikanten van blikwaren. Fabricage van Uzer en yzerdraad. n ,, klinknagels en draadnagels. alluminiumwaren. n n brandkasten. , kachels. D
I
Fnbricnge van stooiii- en aiidere werlctuigeii, wanronder kaarden, spoelen ei1 pompeii. n brandspuiten en brnndspuitslangen, n , landbouwwerktuigen, n iinnimachines ook reparateurs, 1) ,, verwnrmingstoestellen, n Bankwerlrers. Ketelmakers, biIrkers, nageljongens, nagelpiepers, klinkers, aan- en voorhouders. Smeden, voorslagers, vuurwerkers. IJzer- en metaal-, ook Ir~perd~aaiers, koperforceurs, freezers en scliavers. IJzer- en metaalgieters, brnrnei!~, ke*nmakeis, krasseurs. MetnalslUpers, -pol$sters en -vernikkelaars. O
Monteurs. Machiiieniodelniakers,
Ei.nstvuiirwerkers met fabricage van patronen (voor zoover deze in geweer-, gescliiit- of wapenfabrieken voorkomen), Boogmakers,
Fabricage van electrische toestellen (incl, werlsplaatsen van 's Rikstelegraaf). Telegraaf- eii telephooiiaaiileggsi.s, Gtalvaniseerders, metaalveriiikkelaan en metaalsljpers. IJzer- en nietasldraaiers en -scliavers. Moiiteiin.
Fabricage van liwielen en fittiiigs (iiicl, herstellers), Banlwerkers. Metaaldraaiers en -schavers, . Monteurs. Bandenmakers. (Zie ook ge), Cliaiiffeurs mechanicien,
Fsbricage vaii laiiipeii (incl. gasgloeilichtlanipen), n muzielsinstrumenteii. n balansen on basculen. fl fl gasornumeiiteii, W klokken, toreiiiiurwerlren en uurmerkeii. )I n clironometers eii liorloges, , n lieel- en verloskundige instrumenten, niessen eii scharen ; incl. werktuigkuncligeii, mecaniciens en brilleiiinalrers, n , andere iiistrumeiiteii, filtreermachines, kofliemolens, gasmeters, enz. 8 kunstgebitten. IJzer- ei1 iiietaaldraaiers. Fabricage van iiihoiidsmateii, ,Pianosteiiimers. Schareiislipers. IJzergieters (voor zoover uiet b$ llb), Blikslagers.
XIII. Scheepsbouw, vervaardiging van rijtuigen.
,
Scheepmalrers, ~zerwerlce~s, hellingarbeiders, platenaandraeiers, sever~njongens,. scheepstimmerlieden, breeuwers, gatenboorders. Scheepsschilders. Scheepsbeschieters (ii~eiibelniaken). Blolr- en inastenmakers, Coiiserveerders. Scheepstalzelaars, Sclieepssloopers. Zeilmalzers, Droogclok-personeel. werlctuigmakers, Bankwerkers en iiietaalbe~e~kers, I~etelrilakei~s,klinkers, iiageljongens, tegeiihoiiders, aan- ei1 voorhouclers, iiiduwers. Metaaldraaiers en schavers. Reepmalrers en touwslagers (voor zoover op scheepswerven voorIromende). (Zie ook 15f], Vuur~verkew, Machine niodelmakers (zie ook 12a). Kopersltigel~. Kopergieters.
Fabricage van trnni- en spoo~weg-lituigen, n n fituigen (incl. kiuderwagens). fl n wagens (incl. radmakers), 8 , wielen en raderen, wielenmei.lsel*s, It$tuigsinedeii eii voonlagers. R$iuigschilders, Ritnigbekleeders, zadelmakers ei1 gareelnialcers. Metaaldraaiers en schavers, Bankwerkers en boorders.
XIV, Papier,
e. Fabriccqe vavz oorlogsnzatc.rice1 eg8 wapens, Fabricage van ~vapeiisook wapeiisiiieden, n n geschut, Geweermakers, Torpedomakers. IJzer- en metaaldraaiers en -schsvers0 IJzergieters, zandvormers en nietrtalgieters.
.
Katoeiidruklrerj Bleekeri van stiikgoedereii, Roodverver& I
Boelrbiiiders, linieerders on pei*foreerders,vergulders, vouwers, fabricage van pnssepartoiits en kantoorboelcen. Fnbricage van asplialtpapier. n , papier-stiick. W behangselpapier, beliangseldrulrkers. n n couverten, 9 ~n~toiinages, doozen, siirprises, eiiz. albums, k papiei*mareii,(inol, patronen (modellen), voor zoover. deze niet b i de ldeedingfabricage voorlconien). Zalrkenplalckers en -1;ijgers..
e. Band-, bant-, lcoot+d-,jiasse~jzefit-en zoattenftr kicagc, ,
I)
'
,
d. Apjit*etecreg~,bloelcon, dt4zckken, stulc- ert ga~*enva*ve~z,
XV, Textiele nijverheid.
Fabricage van band en lint, V franje en passeinenteriën, 9 8 lrapok, n 9 watteii. koord, vilt en viltmaren, n lrant. I verbandartilreleii,
I
:
n. Geveed~nctlrnzenvz vezelstoffenvoor de sj~ivwzerb. Fabricage v m vlag, Vlesbrnkers, z~vingelaars,lielrelaars. Fabricage van hennep. Heiiiiepmolenaai*s,lielrelaars. Fabricage van plaiitenhaar. Wolbereiders (iml, zvolwnsscliers)~ b. Helcelen en
821i1212113.
Fabricage van touw en breeuw~verlr, Rekelaars. Fabricage vaii visclinetten en andere netten, ookzijden. Nettentaanderg.
I
XVI. Fabricage van gas en electriciteit.
Fabi*icnge vali sajet (spiniieii). n lratoeiien garens, !I garens (zoncler nadere aancluidiiig), n ~volleiigarens. 8 n jutte gareiis.
a. Fab~dicagevalz gas,
II)
Fabricage van gas. Gasstokers, Fnbriclilge v&n zwavelzure an~inoiiiaen snlmonialr. b, Fatricngc vnn electviciteit,
c, Wevevz en bj*eie~z(incl, ftibricctge van ~oollert dekens). Fabricage n
w n n
n
a. Vet4uaardighzgvalt papiet; lcnrtolz el, papier Italfstof (escl. perka?rzefzt),
n
Fabricage van papier. D karton en papier lialfstof. n enveloppen eii zakken. Lonipensorteerdei*~,kappers, sniders en scheerders.
n
n n
n
n
Electrisclie centrale.
wol en wollen stoffen, lal-\en en bukskin, vlaggedoelr. tricot en lroiisen incl. breier!. ~volleiidekens. zeildoek, linnen ei1 linnen-damast. katoen (incl. gorclfinen, maiiufacturen, lraasdoelr e11 pakking), bont en katoen-damast. fluweel en t r i p (incl. trijpdrukkerj), jute (incl. znlrlrenmakei~j), lenipenka8toen, lampepitten en kanrsepitten, tnpiten,
XVII. Bereiding van voedings- en
genotmiddelen. Pellei.Uen, list, gerst, eiiz, . Moleiiaars (Iroreii-) en fabrieken vaii ineel, molensteensclieppers. Gtrutters, Erwtenlezers, b, Baklcet4je~z. i
Persoiieel iii militaire bakke4jen.
Balletjesiiiakers; Beignets- enz. bakkers, Brood- en beschiiit- oolr scheepsbescliiiit- eii glutenbakkers, fabricage vnn brood, Koelc- en banlretl~alrkers,confi~eii~s. Fabricage van lroek, piiclding en ouwels, n bisciii t n vermicelli, I , suikerwerlcen en pkper~nuiit. ICoks en l~ookste~s.
i*,
Vischrookers, -drogers eii -zouters. Vischschoonii~~lrsters. Haringpakkers. Stokvisclibeiikers. Ir. Fabr~ielc~natige xuiaelbervirliny.
Fabricage van boter. n !l Irtcas, W boter en kaas. n liiilpmiddeleii voor cle z~ivelbe~eicliiig, Mellriiiriclitingeii eu fabricage vaii niellrproclucten (incl, gepasteiiriseerde en gesteriliseerde niellr).
Fabricage van beetwortelsuiker, S~iilreili.nffinadeiirsen fabricage van kandi, cl. .iardapxlv~teel-, str400p- rn st$'fsebfahr*icage.
,
(
Fnbrioage van margarine- eii luiiistboter.
Fnlsricnge va11 vruchtensappeii, lriinstwijn en besseiiwUn. B !l minerale vateren, linioiiailes.
e, Cacao- at clzocoladefab~*icccge, Fabricage van nlcoliol. Moiiters en iiioutmolen aars (iii Scliieclnni, elders oncler bierbroumer~j), f, Be~un11cingvan kofie, cicho/*eiat Iioficatvoop. en fabi.ioaue van nlo~t,viiii, " I Distillateurs. Fabricage van cichorei, carramel, koffiestroop en Fabricage gist, peekoffie. 5 elixer. I
I
V
Fabricage vaii nppelgelei, appelstroop en jams. W !l verdutii~znanideleve~isniiclclelen (incl. gedroogde groenten, snippers, comestibles) en augurlrenzouters, W niostercl. Specereimoleiiaars,
Fabricage vnn vleesch\vni*en, darmeiiconserveerders en -zouteios, lebbers, vetsmeltess. Paardenslachters, Koudslagers, Poeliers. Va~lreiisslagers, spekslagers, vleeschhouwers, Spek- en vleeschrookers en zouters,
Directeuren van zoutexploitatie-mantschappien. Zoutzieders en gradeerwerlcew.
planten.
Fabricage vnn' veevoeder (voor zoover nist voorlromende iii olieslngerijeii)
.
Boonil~\veekers, Ai-beiders i11 de boschcultuur (aemeeiitelilke). ( %;insnoeiers (incl, boomrooie;is, liouthal~lrers,boutXVIII. Landbouwbedrijven. I kappers, houtrooiers). Boschorheiders. e. Land- of' alclccrboz~:t,c. Bosclio~zichte~s, boschwnchters (ptilrticiilieren), .~uin~l;kkers. Boeren, aardappelboeren, dorschurs, economen, hooiPootmeesters (gemeentelUlre), persers, heiclemaoiers, landbouwers, veldarbeiders, Griendwerkers. ploegers, ploegdrijvers, planters, riknechts in Opzichtars (Staatsdomein). den la~idbouw, voerlieden in den landbouw = Tienclschatters (Kroondomei~i)~ landbouwers. Teekeiiaars (cloineinen). Gemeentelilre veldarbeiders. V~orwe~lcers (boschciiltuur). Bouwmeesters. Directeuren cultuur-mnntschapppBen. X'TX. Visscherij (incl. Vischkweekerij) iiiaatsohappij van lieide-ontginning, en Jacht. Planters iii Indiö. Tnbalrsplanters (verbouwers), . n. %tevissclzel.rj'. Vlasboeren. Mollenvangers, Zeevisschers. Haringvisschurs. Oesterputhouders. Schelpeiivisschers 'Veehouders, vetweiders, boeren (veeteelt), ecoiioniei~ Wiervisschers. (veeteelt), grazers, lroemellrers, inellrmeiden, veeNettendrogors. Irneclits = veehouders. Veefolrkers, ICoeherclers, Iroe~achte~s, lroejongei~s,veedrijvers =. veelioeders. Visschers. . Hengstenhouders. Zaliliifrijvers. Pnardonfolclrers. Zalmvisschers. Schapenhouders. Schaapherders. Pluimgraven, Boenclerfoklrers (iiicl. lioc?nc2erparkhoudei.s). Jachtopzieners, Vogelkweelrers. Jagers. B~eiihouilers. Voge1vangei.s. Boterboeren, IBendenlrooihoiiclei~s (iiicl. gaiizenvaiigers, kooiliedeil, Mellrboeren (niet n~ellrslgters). kooilrers). 13ewaurclslieden. Cnstreerders, hengstensnijders, veesnijders = beestenXX. Warenhandel (incl. tusschenhandel, snijders.
I
'
Fabricage van aardappelmeel. n n aardappelstroop, gliicose en lioiiigzoet, n stroop. w stifsel. w n piicldiiigpoeders.
Fabricage van cacao. n chocolade.
Bloemisten, hoveniers, lrruidenteelers, kweekers, zaadteelers = bloemisten. Bloembollenkweekers. Champignonkweekers. Plantsoenwerlrers (gemeentelilre).
;.i0tctbeiue?*I~'I1?~,q,'
Fabricage vali bier, 9 azijn. n iiinltose, w IriinstUs. I)
Personeel b i waterleidingexploitatie-maatscl1appien, fl inrichtingen tot zuivering van driillrwater, I)
cl. Tabnksbetoer~lci~tg. Fabricage van tabalr (iiicl, tabakslrerveri), n aigareii en sigaretten. n siiiiif.
.
ooft- en blo en^c, l'zc.ilzbozczu, wa~wzoc~er~, kwselcev*ii (ivzcl. bollctzcultzcu~). Tuinlieden, marmoeziers, veldarbeiders (tuinbouw) = tuinlieden,
commissiehandel,, makelaardij en verdere hulpbedrijven van den handel). a, Nanclel .ir. yronclstofte~z~ . .
I
DepBthouders. Makelaars. Commissionnairs. Agenten. Reizigers. Kramers en venters, Knntoorpersoneel. MagnzHnpersoneel. Verhuurders vali vei*schillende artilielen (inet naineii te noemen). Overige beroepen (met nimien te noerneii), biiv. sloopers vnii schepel] eii litiizen, turfdragers dn turftonsters. b. ï%an,de2irb ooorractpwz aan Iclccd%i~,,y, Indeeling als l$ 20a. *.
Iiideeliiig nls bW 20 n ( b i overige beroepen bijv, : bierbottel~a~s, hroodventers, directeuren vnii inellriiisichtiiigeii (voor zoover niet tot XVII behoorende), directeuren vnn tabnlrniuntscliapp~jeii, inelkslWters, ezelinnenhoutlers, enz. d, I!andel $z uoo;t*lac,pege uan too-~zkz,q, Iiideeling als b i 20a. e, Paj~ier-,hoclc- clt kzt~stlzmadeï(atcl. dagbladenn). Indeeling als b$ 20 a, (Overige beroepeii bijv, : ndvertentieplaatsers, colporteui~s,uitgevers, ilirecCeuren vnii dagblndeii, clirecteui*en vnn liioskinaatschapp~en). f; Hn.~z,dc'l%nlzrze-cfi~~t%lceI:(irt,. Indeeling als b$ Zoa.
g. linlzdeï ivz Ic.uend .oe@cqz gcuo,&%tc. Iiideeling nls bij 20 n. Indeeling als bij 20a, (Rij de overige beroepen, bijv, : chefs vali Ned.-Ind. handelsfirmn's, directeuren van handelmantschappien of Iiandelsvereenigingen).
XXC. Verkeerswezen. '
a, Spoor en tram, (Spoorccfxortdes*l.ijk).
els
tra?nwcixett
A. B$ d e l i o o f d a d n i i n i s t r a t i e , Chefs' van verschillende diensten, inspecteurs en ingenieurs.
Directeuren en commissarissen, chefs, inspecteurs (geneeskuncligen), ingeiiieiirs, controlei~~s. Burenupersonectl. Beambten, anibtennren surniimerairs.
nnnleg
en
toezicht, .
Bodeii, loopjongens enz.
3. 011 d e l i n e n . Inspecteurs eii iilgenieurs. Pessoneel op do biireniis vnii inspecteurs en ingeiiieuils, Beanil)teir eii ambteiinren naiileg en toeiiclit.
Diligences, omnibussen en paardentrams. Ondernemers omnibusdienst, paardentrams. Comm&sarissen diligences. Conducteurs diligences, koetsiers, Stnlbazen, stalknechts. Wagenmakers. 1Coetsiers en r~tuig~e~liuurders. Directeuren rUfuigmnatscliappUei~, Hiiurltoetsiers, -von ~tatioiinee~eiicle rijtuigen. Rituigvei'liuurders, stalliouders. Stalbazen en stalknechts, Wagenverhuurders en voerliedeli Karren~e~liuurders, wagenverhuurders. Voerlieden, lrarrelieclen, sleepers.
w. o. 'Annteelrenanrs-wegers, nrbeiders-telegrafist,
goedereiilrlerlreïi, lxnltechefs, l~iiiers, ladingineesters, lampoiiisten, portiers, i*nngeei*dei.s, stall~azeil, stnllinechts, stntioiischefs, steenIiolen~lrngo~s.seinarbeiders, stutioiiswscliters, treinpoetsers, wachters, wngenlichtei*s, wegers, Treinpersoneel. Conducteurs, loconiotieveiipoetsurs, naclitstolrers, reiiiíners, wnarnemers veerpon t. Machinisten, Stolrers
.
Wegpersolieel. Bannwachtoi~ ei1 wncliteressen, booinsluitei*~, blolrwnchters, banii~erko~s, Iiulpwncliters, lgnloopers, lijnwe'rlrers, loopwacliters, ploegwerlrers, opzichters, ploegbnzen, spoorwegarbeiders, spoor wnchters, spoorleggers, \vegwerlsers, misselwnchters. Personeel iti de magazbiien. Personeel in de tverlrplnatsen, Bnnlrwerkers. Opzicliters, Rijtuigsmeden, RUtuigschilders. Ri,jtuigbelrlseders, Treinsmeden, Zadelmakers.
b, Andere cervoer~niddeiïan te. laad ('ificl. tolbazen), Tolpersoneel. Tolbnzen, tolgaai*ders, toll~eainbten, tollcneclits, booinsluiters.
Directeuren en Irniitooi~persoi~eel. Reeders. . Oiiclerneiilers stoomhootdiensten Directeuren stooinbootonclernemiiigeii. flomniissnrisseii stoombooteii. Inspecteurs stoombootmaatsclinpp~en. Ro~lrliouders recdergen, terreinchefs, ]nogazijnmeesters, Scheepsvollr Gezagvoerders groote vnnrt. Officieren stooilivenrtmaatsohnpp~jen. Stuudiecleii. Machinisten. Stolrers. Bootsliedea. Kwartieriiieesters zeevaart, Hofmeesters. Mntrozen. Conducteurs, koks, schippers. Opzichters stoombooten. Wnlrers van scliepeii cii booten. . Loods- eii ~einwesen(incl. sluispersoneel). Loodsen (partic.) Idchtwacliters. Sluismeesters, sluiskilechts, sluis~vnchters,
HiilpbedrUven van de zeevaart. A nkei4zetters, Ballnstschiklrers. 13ootwerkers, Directeuren bnllastn~aatschappUen, Seheepscontroleurs. Aanneming klai*iiigsdienst, booteiiverhuurders, zeemaiisliuizen, laders en lossers, ladingmees-
ters, meters (ballastmaatschapp~en), scheepsbevrachters, scheepslichten, scheepsmakelaars, stuwers, walbazen, walknechts, verhuurders van zeevolk = Personeel voor lading en lossing,
Directeureli en lrnntoospersoneel. . Ondernemers stoombootdienst, w sleepdienst. Conimisansissen van stoombootondernemingen. beurtveren. ~ookhoUders, inspecteu~*s stoonibootmaatUen, reeders, terreinchefs stoombooten = overig personeel. Scheepsvolk. Geengvoerders lrleine vaart. Schippers, beurtschippers, vrachtschippers, znndschippers, Stuurlieden. Hofmeesters. Onderhofmeesters, Matrozen. Veerlieden. Houtvlotters. Walrers (schepen ei1 booteii), Brug-' en duispenoiieel, Brugmeesters. Brugdraaiers, brugpachters, brtiggaarders, brugwachters, lichtwrtchtors, sluismeesters, sluiskiiechts, sluispnclztess, sluis\vachters, slilrloods = overig brug- en sluispersoneel, Booiiisluitei*~. Hulpbed~jveii vaii do scheepvaart in de binnenwateren. 13oot(~iive~huurders. Schuiten~erhuu~ders. Sclieepsbevracliters, scheepslicliters, S~heepscont~oleurs. Scheep~mpkelaa~s, Hnveiirneesters, Scheepsjhgers, schuitenjagers. Laders en lossers, ladingmeesters, walbazeii, walknechts = personeel voor lading en lossing.
Postersen. Postambtenaren en beambten,
Aannemers postdienst, Brievenbestelleis. Telegraphie, Telegrnafambtenaren en beambten, Ingenieurs jtelegraphie), Telephoon. Telenhooiibeanibteii.
Bestelhuishoiiders, Couriers en gidsen. Embaleurs. Illxpediteiirs, Kiriiers. Pnlrhtiislrneclits. Palrkendrngers. Parapl~iebewan~dors. Scheepsbevrachters. Sjouwerlieclen. Loopknechts. Ovenge beroepeii, g. Lo,qenzevzt- omz Lof~icl~zcìsl~oudc~~~j~ tcqq~er*Ljenz. Hotelliouders en logen~enthouclers. Restaurateurs. Rierhuishoiiders, caf6houders oii lroffiehuislioiiders, Herbergiers en tappers. Buffetcliefs, BY~etjiiffroii\veii, Kelners. C?ommeii~nlenliouclei~s. Bainerverhuurders. Pensionlio~iders. Slnapste@houclei*s, Ganrlreulrenhouders, Houclers van scliaftliuizeii. Directeuren doorgnngsliiiizeii voor vrouwen. n t e huis voor militaireli. vollrsgaarkeukens, n vollrslro5ehuizei~. I! volkskosthuizen. 9 zeeni~nsliuizen, Kegeljongens. Overige beroepeii, Mai.lrtgaarclers. Ontvangers venduhiiizen. Veilclurnoesters. Venduknechts. Af~lngers, Overige beroepeii.
Dirttcteuron begrafenismaatsch~pp~ei1. Aansprekers en bedienaars van begrafenissen, Opzichters begraafplantsen. Bewaarders begraafplantsen. Doodgravers.
XXIV. Vrije beroepen.
Bewaarschoolhouderessen, Breischoolhouderessen. Leeraren (bijzondore school), onderwgzers (bisschoppel, institiiut), idem zonder betrekking = onderwijzers. Surveillanten b i liet onderwgs. Huisonderw~zers,leeraren (privaat), Gouverneurs (resp, gouvernantes). Gymnastiekonderwijzors. MuziekonderwUzers, Wansonderwi~e~s. Blinden~nde~w~zers. Koolrschoolhouderessen, . Zwemmeesters,
a, Genees-, heel- en verlosIrtindigen (incl. tand-
XXVI. Verpleging of verzorging van armen,
Indeeliiig als b$ 2Sa. (Zieken- en begrafenisvereenigingen elk afzondei*lij'lr, j c. Ura?zdnsszfirantie. Indeeling als b i 23n.
Oniroepers. Bewaarders cabiliets d'aisaiice, Dienstbodenverhuurders, besteedkantciren. Directeuiwn informatieburoaux. n publicatien~aatschappijen, Porders. . Taxateurs, Veemlioiide~*s. Overige beroepen.
XXII. Crediet- en bankwezen (incl. geld-
en effectenhandel). Banlsiers, Secretal-issen (baiikiiistellingei~), ' Coniinissnrissen n Directeiiron banlcvel*eenigiiigeii, , credietvereenigingeii, Rassiels (op geldlraiitoreii en lrnrssierder~). Agenten en vertegenwoordigers van banlrinstelliiigen (incl. Ned. Baiilr). Aye t i ten van creclietvereeiiigiiigen. Haiidelani+s,iii effecteii. Prociirntioliouders ( b i coi~imissionnaiusin eflecten), G elclwisselaars, 1Caiitoorloopers bij banlsiers. Beleenbankhouclers incl. l~ersoneel ei1 schatters (001s geilleeiih~lilgke). Directeuim baiilreil vnii leening, hypotl~eeltbaiilren.
XXIII. Verzekeringswezen.
Assuradeiirs, Directeuren, Inspecteurs. Controleurs, Conimissioanairs, Makelaaias, Agenten.
d. Andere verzclceringe~~ Indeeling als b i 23a.
artsen en trtndmeesters). O, Vroedvrouwen. c, Veeartsen. d. Advocaten en procureurs. c. Ingenieurs en 1niidinetei.s (voor zoover niet tot de groep XXIX bel~oo~eiide). f , Beeldhouwers, lcunstscliilders, portretteelreiiaars, taal- en letterlmndigen. q. Tooiikuiistenaars, compoilisten, muzilrt-~,iiteii,coiicertsniigers, oi*ganisten. k. Tooneelspelers, operazmgers. i. Overige personen aan het tooneel verbonden (incl. balletdnnseressen, bureaulisten), Jc, Andere beroepen tot cle publieke vermak81glclierlen I~ehoore~lcle (incl. Irei~misreizigersen circuspersoneel). t, Archieven, bibliotheken, leesinilichtingeii eii aiidere inrichtiiigeii iii het belai~gvan weteii,rchnp en lrunst. n?, Scliei-, mis-, natuui., dier- en plantkundigen, niet tot een der andere groepen l~elioo~eiicle. n. Journalisteil, reporters. o. Tollreii, translateurs. p. Aclministrateiirs, rentmeesters, correspoiidenteii, secretarissen. g, Stenografen, boekliouders, sahrij'vers, copii'steii. r*. Vrije verzor ing van godsdienstige behoeften (godsdiensten erwuze~s,evangelisten, zendelingen voor zoover niet tot XXV en XXXIII behoorencl). s, Andere beroepen niet onder een der vorige te rangscliiklren.
f
XXV. Onderwijs (excl. openbaar en ,
godsdienstonderwijs).
~ i ~ e c t e u r evan n ambachtsscliolen, >I lzostscholen, n , i~ijscholen. Pikeurs.
ouden, kraamvrouwen, zieken, gebrekkigen, . invaliden, krankzinnigen (incl. rijksen gemeente-inrichtingen.
Directeureii vnii gestichten of inrichtingeli tot verpleging enz. Directeuren toevluchtsoord voor behoeftigen. Rectoren (weesliuizen. en liefdegestichten), Administrnteiirs van godshtiizeii. Arnivaders. Biiinenvndei*~joude mannen-, vrouwen- en weeshuizen). Binnenmoeden, icl, id. Binnenvaders (werlrii~riclitiiigeii). Binneninoeclei*s l! Biiisiiieesteru gostichten tot ve~zorgingof verpleging. Ontvangers ei1 Irlerlcen (hospitalen en godsliuizen), Huppoosten, oppnssers en verplegers in gestichten. Verplegers buiten gesticliten. Rrnnkzinnigen-oppnssars in gesticliten. , biiiteiigesticliten. n Helpsters iii cle lreiilren, iiaaisters, kolrs, merlrsters in de boerderij, portiers. Voedsters (niiiiiien). Bnkers. Ove~igeberoepen.
XXVII. Huiselijke diensten (huis- en
stalbedienden e. d,). Bewaarders van goederen en huisbewanrclers. Dienstboden t Binnenmeideli, liuisbedienden, botteliers, concierges, dienstboden, hofmeesters, liuisho~idste~s, Iiuisknechts. keukenmeideii, kinderjuffrouweii, kindermeiden, juffrouweii van gezelschap, liniienmeiden, oppassers, portiers, schooniiiaaksters, werlcmeideii, werksters, lranieniers. Stalbedienden =- Koetsiers, palfreniers.
XXVLII. Losse werklieden en anderen niet
in een bepaald beroep arbeidenden.
g. Andere ninbten of bedioningen. (excl, marktwezen),
XX'IX. In dienst van den Staat (excl.
XXXIl. In dienst van een waterschap:
posterij, telegraphie, telephonie, landsdrukkerij e, a. nijverheidsbedrijven).
of kerkelijke gezindte. a. Bedievzaren van degz godad.iejtst, Aartsbisschoppen en bissclioppen. Geestel$ren eii evangelisten (Protestant.), 1 (KatholieIr). 9 (Israëliet): 9 (Andere gezindten), (Oiider geestelijken vallen delrenen, lsanuiinilren, pastoors, lznpelanris, priosteru, rectoren vaii hulpkerken en vi~e~isseii).
Godsdienstoiidor~v~jzors(Protestant), 9 (I~ntliolielr). 9 (Israëliet). 9 . (Aiiclere gezindten). Voorlezers en vice-voorlezei~s(Isra8liet). Voorzangers (Protestaiit). Wetschrijvers (Isrn8liet). Zendelingen.
n. Proviiicinle griffi8n (jiicl. Coinmissai*isseii der
Geiiieeiite-secretarieëii (incl, biirgemeesters), O, Politie, c. Brnndweer. ' (l.Finaiicïin ei1 belnstingeil. e, Oiiderw~s(oiidorwizeiid pei*soiieel). f. Toezicht op het onderwis. ,
GBMlilEN'L'JEN,
Noordbrabant,
. ... . .. ...
Aalst , Aasle-Rixtel Alein, c.a. ~4lmlres1r. , Alpheil, c.na Andel, c,&, , . Asten Baardwijk, , Bnarle-Nassuu Balcel, c.n. BoeIr en Doiilc Beers , Bergen-op 7AOOLU Bergeylr. Berghein , Berkel. ', Berlicum , Besoijeii Best,. + , Beugen, a,n, Bladel. c.a. , Boekel. , Bolrhoveii , Borkel, c,a., Boxnieer. Boxtel. , Brede , .. 13udel Capelle Chanm, , Cromvoort, Cuyclr, caa. , Deurno, c.n, Deursen, c.n, ,
. . .. ... .
. .. . . . ... -. . . . . . .. .... .. .. .. . . . . .. .. ... .. .. .. . ...... . .. .. . . . .. . a
l
I
XXXIV. . Gepensionneerden (uit openbare,
kerkelijke of particuliere kassen). XXXV. Beroep onbekend. XXXVI. Zonder beroep,
GEI[EltNTJBN,
Dichtheid 0ppervlnlzt.e der bevolkiiig i11 EI,A. por íJ K.M,
e
l
h
l)
Zie bli~dzüde 50.
. . . .. . . .. .. . . .. .. . . .. .'. ... . .. . .. .. . .... . .. . .. . ... .... .. ... .... . .... . . . .. . . ... .... . . . ..
,
Dichtheid , der bevolki,lg per Ji KQM.
Oppervinicte
(4EMl3EN!L'EN.
,
l
a
w
(Y..
l
Dichtheid Opl~ervlndcte cler bevolltiiip j11 H.A, per KOM.
a
Protestant. Kntholiek. IsraZliet. Andere geeilldtell,
's , ai
m
I
I
a
XXX. In dienst van eene provincie.
gasfabrieken, dienst der o~enbarewerken, en andere nijverheidibedrijven).
Oppervlakte van iedere gemeente volgens de opgave van het Departement van Financiën 1) en de voor iedere gemeente berekende dichtheid der bevolking,
XXXIII. In dienst van een kerkgenootschap
Rechtswezen, 1. RechterQjlce niaclit. 2. Gevangeiiiswezen d, Politiewezeli. e. Notarissen. f. Onderwis ,(onderwijzend personeel), g, Toezicht op het onderwgs. /t, 8anitnire politie, toeeiclit op fnbrieksarbeid en liet ~stooiiiwezen. i, Krijgswezen (incl. militaire geiiees- en veenrtson~jlruiiclige dienst, excl. werkplaatsen vnii leger of' mniine), k. Fiiiitiicie\vezeii(rolrenkuiiler, belastingen, kadnster, inuntwezeii). l. ~ n t e n t n a ~ ~ ( e x ctolbaxen, 1. sluisivncliters enz., tot groep XXIb en d beliooreiide), e,Loods-, haven- en bnlreiizvezeii. 12, Koloninle ambteilareli (niet verlof iii Nedei*laiid). o. Andere ainbten of bedieningeil, 23- Ambteiinreii in dienst vnn eoneii vreemden staat. 6,
XXXI. In' dienst van eene gemeente (excl.
'
Machinisten, Stolrers. Overige horoepen.
n. Algemeeu bestuur (departementen eng.). L, Diplomatie en consulaatweeen.
IConingiii). b. Wnterstnat (excl. tolbazen, sl~iiswacliterseiiz,, tot groep XXIb en d behoorende). c. Andere anlbten of l~edieiiingen,
AANHANGSEL.
.
, ,
l
1
.
I
I
1
.
5
., .
/
,
.)
1
1,
:,
i
'X*
. g.r!.i
-., v $k
i.
,$
J
.
,
. ..
.. . . . .. .. .. . ......
,i i
t
834,57 58,87 Heesbeen, c.a. 62,55 Dieden, c,u.. 1 620,99 Diessen , . . 8 937,63 31,59 Heesch , 2 637,04 82,40 52,20 Heeswik Diliteloord, c.a,. 5 988,ll 1 526,dJ 75,79 e . , 1 862,27 88,72 Heeze , , , 3 882,26 46,70 Domiiieleii . 758,56 45.35 Belinond , , 783.82 145890 Dongen , , , 2 450,8S 889,'iO Helvoirt. 60,GO 8 654,89 65,49 Herpen , Drongelon, c,n. , G81,84 89,78 1770,54 Driiiieii , 101,61 Herpt , 2 851,67 48,30 999,76 ixel1n 1350,23 40,73 's Hertogenboscli 1 775,32 1719,27 Dungen (den). , 1 034,55 128,82 Heiisden, 107,92 1752,78 Dussen, c.n, . 3 660,26 82,13 Hilvnreiibeelr 6 805,26 36,16 r e , . 2 242,C)O 45,03 Hoeven S3,83 3 101,74 Eindhoven , 78,97 6 242,SS Hooge en Lage I 14.60,99 39,9O Mierde Empel, c.a. 26,95 4 705,38 Engelen. , , , 63,46 Hooge en Lage 727,80 Erp , . 64,Sl Zwaluwe , , 3 555,70 86,67 4 897,56 Escli. , , 111,74 Hoogeloon, c.n. 443,17 36,71 4018,41 Eschnren , 2 013.88 50,05 Huibergen. 78,32 1060,60 13tte1i ei1 Leur 6 083,29 110,59 Biiisseling, c,&. 785,19 77,83 74,23 IQundert Fijnaart, c.n. , 4 540,04 82,76 4 592,97 Gassel. , 1 057,02 54,59 Leende , , 4 634,49 27,06 Geertruidenberg, 538,86 375,88 Liempde. 73,65 1919,88 104,42 Lierop. , Geffen. , . 1405,90 , 2 307,61 36,40 Gelclrop , , 297,55 Lieshout. , , , 2 531,23 847,58 51,12' Gemert , 5 654,72 77,58 Linden. , , 48,78 1033,40 459,87 Lith , , Gestel, c,n. , 656,77 119,15 1080,84 Giessen , + 573,67 82,76 Lithoijen , , 59,81, 1055,22 7 153,72 49,82 Loon op Znncl Gilse, c.a 146,98 5 2 f4,97 5 741,06 Ginnelren, c,n. 100,10 Luijlrsgestel , , 2 244,32 38,OS 2 543,73 Gore, , 99,96 Maarheeze 32,76 1654,45 4'04,78 Grave , 602,47 Maashees, c.a. 42,30 3 068,91 's Gravenmoei*. b 13,88 252,53 Mnde, C.R. 54,23 6 892,85 Haaren , 2 588,.77 74,75 Mseuweii . 1287,13 60,76 Halsteren 3 519,49 93,83 Megen, c.a. , , 1634,63 106,73 Haps , 1520,65 166,70 63,71 Micliielsgestel St. 2 227,53 930,33 HediIrhuizen. , 124,19 Mier10 3460,66 75,l O
. ... .... . .. .. .... . ... ... .. . .. .. .. . .. .... . ... .... . .. .... ... . ... . ....
$4;
,
i >
\c
I
'1 f
..