STAPPENPLAN OPMAKEN ICT-BELEIDSPLAN. Wat is een beleidsplan? In de eerste plaats een visie. Een visie die toekomstgericht is. Geen kortetermijnvisie. Om tot een visie te komen, zijn er denkers nodig die hun ideeën moeten toetsen aan specialisten op allerlei gebieden. Door deze brainstorming en synthese kunnen we toch streven naar een welbepaald doel. Dat doel is uitgetekend en zou moeten bereikt worden na een vastgestelde periode. Uiteraard moet een visie steeds aan de realiteit getoetst en aangepast worden. Iedereen die met het beleid van de school te maken heeft, zou moeten meewerken aan die visie. Hoe moeten we dit praktisch organiseren? Een beleidsplan moet zeker op papier uitgewerkt worden en jaarlijks geëvalueerd worden en ook desnoods bijgestuurd worden. Er moet ook aandacht geschonken worden aan de nieuwe evoluties die de wetteloosheid in de hand werken. We denken dan vooral aan wat we noemen:”de nieuwe ethiek”. Een massa vragen doemen op en een beleidsplan kan daar na overleg een duidelijke mening over uiten: 1. Gebruiken leerkrachten gekopieerde softwarepaketten in de klas? Leerlingen zijn in die materie zeker niet dom en herkennen snel gekopieerde cd's. 2. Mag een zoekrobot zoals Google in de klas gebruikt worden? Wat gaat de school beslissen? Kan de eigen schoolsite met uitgezochte links een oplossing bieden? Door een goede voorbereiding kan je veel problemen anticiperen. 3. Netiquette. De chattaal is een niet te stoppen evolutie. Wat doen we eraan om een escalatie van het taalgebruik tegen te gaan? En wat met het doorsijpelen van al die Engelstalige termen? 4. Financiëel beleid. Licenties, hard- en software vereisen jaarlijks een groot budget. Kunnen we dat in evenwicht houden. 5. ICT-kennis van de leerkrachten. Een nooit eerder ontstane situatie dat leerlingen in de basisschool meer kennis (van de tools) hebben dan de leerkrachten. Moeten die leerkrachten niet dringend meer bijgeschoold worden? Waar en wanneer en door wie kan dit gebeueren. 6. Is er een netwerk en zijn er voldoende communicatiekanalen en worden die wel efficiënt gebruikt? 7. Is de ICT-coördinator zo technisch bekwaam dat hij/zij te veel afstand creëert met de andere leerkrachten? 8. Heeft de school een complex en moeilijk te onderhouden netwerksysteem of te ingewikkelde tools gebouwd zodat bij het wegvallen van de ICT-coördinator niemand die taak kan overnemen? Voornaamste rubrieken nodig in het beleidsplan: Een hulp om dit beleidsplan 'op papier' te krijgen vind je hier. Het is een MS Word-document dat bedoeld is als sjabloon. De voornaamste rubrieken die nodig zijn in het beleidsplan zijn reeds voorzien. Datgene wat is ingevuld, is louter bedoeld als voorbeeld en kan in MS Word worden aangevuld. De directeur en de ICT-coördinator hoeven dit document maar aan te vullen naar de eigen situatie.
Bij dit beleidsplan hoort ook nog een 'steekkaart' om de hardware van de school te inventariseren. Die steekkaart vind je hier. 1. Historiek: beschrijving op een tijdspad hoe het begon; aankopen, aantal pc's, software. 2. Huidige situatie: hard- en software, netwerk, kennisniveau leerkrachten (groepen maken) 3. School - scholengemeenschap: hoe worden de punten verdeeld? 1 ICT-coördinator voor meerdere scholen met een halftime of fulltime functie of neemt elke school enkele uren voor de eigen school? 4. Hard- en software: netwerk maken is een prioriteit. Welk soort netwerk? Welke software installeren we? Is er een financieel plan? Zijn de licenties betaald? Is er een netwerk? Zijn er voldoende communicatiekanalen met leerkrachten en ouders? Worden ze efficiënt genoeg gebruikt. 5. Opdracht van de directie: beleidsplan effectief opmaken; opvolging verzekeren, motiveren, aanmoedigen, helpen, bijsturen. Belangrijkste facet bij de implementatie is het verbeteren van de ICT-kennis van leerkrachten. Zijn er voldoende opleidingen voorzien? 6. Opdracht van de ICT-coördinator: de spil en drijvende kracht van het gebeuren. Na realiseren van een netwerk en oplossen van de kleine brandjes moet de coördinator zich vooral bezig houden met het helpen van leerkrachten. Dus geen lesgeven in de plaats van de leerkracht maar een aangepast programma maken voor elke leerkracht. Cursussen/opleidingen organiseren liefst in de school tijdens middagpauzes of onmiddellijk na de lesuren kunnen veel leerkrachten over de drempel helpen. Rapport-agenda-leerlingvolgsysteem maken zal gemakkelijker ingang vinden bij de leerkracht omdat ze onmiddellijk het nut ervan begrijpen. 7. Opdracht van de leerkracht: hier ligt wellicht de grootste opdracht. Er zijn nog teveel leerkrachten met te weinig ICT-kennis. Dat schept een onveiligheidsgevoel omdat deze leerkrachten ervaren dat de kinderen meer kennis hebben dan zij. De noodzakelijke bijscholing is prioritair om dit euvel zo snel mogelijk op te lossen. 8. Schoolwebsite: het imperium van de coördinator of nemen de leerkrachten/kinderen ook deel aan dit initiatief? Staan er alleen foto's op? Kan de website geen rubriek bevatten speciaal voor de kinderen met uitgezochte url's? Kan de schoolwebsite uitgroeien tot een mini-leerplatform? 9. Opleidingen: jaarlijks een planning maken aan de hand van de noden en de niveaugroepen. 10. Werkgroepen: planning en vergaderingen vastleggen. Een werkgroep moet steeds "gewone" leerkrachten bevatten. o in de school: met leerkrachten uit elk leerjaar (of per graad) met directie en ICT-coördinator o meerdere scholen: maken van "ankerfiguren": dit zijn leerkrachten die wat
o
meer ICT-kennis hebben; zij kunnen de brug vormen tussen de ICTcoördinator en de andere leerkrachten. Met de ankerfiguren en enkele leerkrachten kan ook een werkgroep opgestart worden bovenschools: regionale ICT-werkgroepen oprichten of bij aansluiten
11. Organisatorisch en praktisch: wie doet wat? Wanneer is de coördinator beschikbaar? Kunnen wij steeds opvolgen waar de coördinator zich bevindt of met wat hij/zij bezig is? Belangrijk is ook te streven naar voldoende computers in de klas. 4 pc's is niet overdreven: dan pas zal hoeken- of contractwerk echt renderen. Geen plaats in de klas: misschien biedt een mobiele klas met laptops een oplossing of een verplaatsbare tafel met pc's of kunnen er voldoende pc's in de gang geplaatst worden. 12. Ethiek: chattaal, privacy, auteursrechten zijn hot items en zorgen voor veel verwarring. Hoe pakken we dit aan en wat is onze strategie? 13. Computertijd thuis: geef de ouders advies om de computertijd thuis te beperken, er zijn ook nog sportieve of muzische opdrachten mogelijk! Er is niet alleen een drugsverslaving maar ook computerverslaving. Ook daar moet opgetreden worden om niet te escaleren.
14. Voornaamste doelen van het jaar. 15. Tijdspad: doelen voor volgende jaren . 16. Evaluatie: jaarlijks en zo nodig ook op andere momenten zal een bijsturing nodig zijn. Een beleidsplan is een visie over meerdere jaren!
Huidige situatie Voor er een beleidsplan kan worden opgesteld, moet de ICT-coördinator de huidige situatie in de school in kaart brengen. Wat moet er zoal in kaart worden gebracht? Hardware •
Welke hardware is er in de school al aanwezig? Hiervoor kan er gebruik worden gemaakt van steekkaarten die bij elke toestel horen. Die steekkaart vind je hier. De ICT-coördinator moet een idee krijgen van het aantal en soort pc's. Met deze gegevens moet zeker rekening worden gehouden bij het opstellen van een financieel plan. Als blijkt dat het pcpark sterk is verouderd en niet meer voldoet aan de huidige normen, zal dat zeker moeten worden opgenomen in het financieel plan. Hoever staat het met de uitbouw van het netwerk? Ligt er al een performant netwerk? Is dit volledig? Welke klassen moeten nog worden geconnecteerd op het netwerk? Hoe is dat netwerk uitgebouwd? .... . De coördinator moet ook zicht krijgen op het feit of die pc's ook worden gebruikt voor pedagogische doeleinden.
Software •
Eveneens moet de software in kaart worden gebracht. Er dient een onderscheid te worden gemaakt in o besturingssoftware o educatieve software: welke software wordt in welke klas gebruikt? Welke educatieve websites worden gebruikt? Denk vooral aan de horizontale en verticale lijnen in de school. Het kan niet zijn dat de meeste educatieve software in verschillende leerjaren wordt gebruikt. Ook moet hetzelfde materiaal worden gebruikt in parallelklassen. Hoe zit het met de licenties van deze software?
Kennisniveau leerkrachten •
Hoe zit het met het kennisniveau van de leerkrachten? Welk zijn de minimale ICTvaardigheden zijn die leerkrachten moeten hebben? o technisch: het minimum de computer correct kunnen aan- en uitzetten o besturingssysteem en Office-applicatie: Windows: basiskennis Verkenner,mappenbeheer en beheer van bestanden Word: basiskennis Excel: beperkte kennis o Overig: internet: behoorlijke kennis e-mail: behoorlijke kennis grondige kennis van de aanwezige op klascomputer educatieve softwarepakketten
De ICT-coördinator krijgt zicht op de ICT-vaardigheden van de leerkrachten. In functie hiervan stelt de coördinator een lijst op met aangepaste opleidingen. Zo kan de coördinator inspelen op de noden van de leerkrachten. Financiën •
Eveneens dient in kaart te worden gebracht hoe groot het budget is voor ICTdoeleinden. Is dit voldoende om het pcpark up-to-date te houden/krijgen? Is er ruimte om voldoende opleidingen te voorzien?, ....
Eigen school /schoolgemeenschap Directie, ICT-coördinator, schoolbestuur en leerkachten stellen een beleidsplan ICT samen met een visie die over meerdere jaren gaat. Hamvragen: hoe organiseren ze dit op financiëel, technisch, praktisch en vooral pedagogisch gebied? Algemeen •
ICT is geen vak dat losstaat van de andere vakken. Het is een middel dat kadert in de algemene politiek van onderwijsvernieuwing. Nog veel te veel is ICT een doel op
•
•
• •
•
zich: coördinatoren maken zich onmisbaar en belemmeren de implementatie in de klaspraktijk door met de leerlingen en zonder de klastitularis naar een computerklas te trekken en zich daar vooral bezig te houden met applicatiesoftware of educatieve softwareprogramma’s die weinig of geen meerwaarde bieden. Deze begrijpelijke beginsituatie zou dringend moeten omgebogen worden door meer betrokkenheid van het lerarenkorps en door het maken van een beleidsplan dat een doel voor ogen houdt: implementatie in de klaspraktijk. Niemand twijfelt nog aan de waarde van deze krachtige leeromgeving, maar we zijn veel te snel gegaan met te werken zonder echte schoolvisie op dat domein. Integratie begint bij de leerkrachten. Het is duidelijk dat leren in de toekomst er volledig anders zal uitzien. De leerkracht zal meer begeleider worden van een leerproces dan een klassiek kennisoverdrager. Jaren geleden maakte de videorecorder zijn intrede in het onderwijs. Al snel werd vastgesteld dat het gebruik van die multimediatools zeer beperkt was. Blijkbaar zijn leerkrachten graag in hun klas en een verplaatsing naar het videolokaal met de ook toen al technische drempels (kabels,aansluitingen…) gebeurde wel in een eerste fase maar na een tijdje werd het bezoek aan die “speciale klas” uitgesteld. Door toekenning van punten op schoolgemeenschapniveau is nu de dringende noodzaak ontstaan om meer samen te werken en ook het bewustzijn gegroeid om leerkrachten te betrekken bij dit nieuwe onderwijsproces. De ICT-coördinator verantwoordelijk voor meerdere scholen is verplicht om meerdere jaren vooruit te denken. Dat moet in samenspraak met directie(s) gebeuren. Door die samenwerking kan een krachtig en duidelijk beleid uitgestippeld worden.
Hoe beginnen we met zulk beleidsplan? In algemene lijnen kan best gestart worden met: • • • • • • • • •
•
Puntenenveloppe: hoeveel uren ter beschikking voor de ICT coördinator? Inventarisatie van hardware Inventarisatie van software (en waar ze zich bevindt) Peilen naar het ICT-kennisniveau van de leerkrachten Organiseren van opleidingen voor leerkrachten tijdens studiedagen, personeelsvergaderingen of onmiddellijk na de lesuren Opstarten van een werkgroep met vertegenwoordiging uit alle leerjaren Aandacht schenken aan de nieuwe ethiek (auteursrecht, privacy…) Ouders betrekken in verband met internetgevaren Uiteraard is er een groot verschil tussen de scholen: kleine scholen met weinig middelen, grote scholen met meer middelen en scholen die samenwerken met een secundaire school. Elke situatie zal anders zijn. Er is geen uniforme oplossing. Praktisch: ICT-coördinator, leerkrachten, schoolbestuur en directie en eventueel oudercomité moeten hierin zo snel mogelijk actie ondernemen.
Verdeling van de middelen en puntenenveloppe. •
Sinds 1998 ontvangen de scholen middelen in het kader van ICT, bestemd voor harden software. De coördinatie rond het gebruik van deze ICT-middelen moest in het verleden gebeuren op basis van de gewone organieke personeelsomkadering.
Om meer ruimte te creëren wordt aan (samenwerkende) scholen sinds het schooljaar 2002-2003 personeelsomkadering toegekend, die alleen voor ICT-coördinatie kan worden aangewend. Deze personeelsomkadering wordt uitgedrukt in een puntenenveloppe. Daarnaast ontvangen de scholen extra werkingsmiddelen voor de logistieke en materiële ondersteuning van deze ICT-coördinatie. Bron: www.ond.vlaanderen.be/edulex In het basisonderwijs werd een nieuwe categorie van beleids- en ondersteunend personeel ingevoerd. Voortaan wordt de functie van ICT-coördinator uitgeoefend door een administratieve medewerker of beleidsmedewerker. Onder bepaalde voorwaarden komen deze betrekkingen in aanmerking voor vacantverklaring en vaste benoeming. Schoolgemeenschap: uren ICT •
Hoe organiseren wij ICT? Door samen te werken met andere scholen is er mogelijkheid om meer uren te genereren dan alleen maar te focussen op de eigen school. De ICT-coördinator die een fulltime job uitoefent zal zeker over meer kennis beschikken dan iemand die slechts een paar uurtjes is vrijgemaakt voor ICT. Het spreekt vanzelf dat directies die willen samenwerken de uren ICT best niet versnipperen tot enkele uurtjes per week en per school. Veronderstel dat een ICTcoördinator is aangesteld voor 8 scholen en men besluit deze evenredig te verdelen per week dan krijg je een onwerkbare situatie: de coördinator heeft veel verplaatsingen en is slechts korte tijd op een bepaalde school. De efficiëntie van het werk zal daar zeker onder lijden. Beter is om “met gezond verstand” de totale situatie met de directies en ICT-coördinator te bespreken en een stappenplan per trimester of op jaarbasis uit te werken. Waar de noden het hoogst zijn kan op dat moment het meeste aandacht aan geschonken worden. Dat wil dan zeggen in de praktijk: de coördinator werkt een volledige week op één bepaalde school om bijvoorbeeld het netwerk in orde te maken. Het is duidelijk dat de directies hier onderling een goede verstandhouding moeten hebben om tot een evenwichtige taakverdeling te komen. Belangrijk is ook dat deze organisatie en steeds wisselende situatie zeker aan alle leerkrachten moet duidelijk gemaakt worden. Als leerkrachten geen ICT-coördinator opmerken dan krijgen ze zo een negatief beeld van ICT…
Schoolorganisatie: prioriteiten opstellen en stappenplan • •
Inventarisatie hard- en software. Welke programma’s zijn er al en waar zijn ze te vinden. Opstarten van een ICT-werkgroep: deze werkgroep bestaat best uit leerkrachten uit alle klassen en directie en de ICT-coördinator en vergadert wekelijks/tweewekelijks. Zij bespreken softwarepakketten, internetwebsites, ICT-projecten. Door middel van taakverdeling kan het werk van de ICT-coördinator sterk verlicht worden. De betrokkenheid van de leerkrachten wordt uiteraard sterk verhoogd. Belangrijk is dat de werkgroep de informatie ook doorspeelt aan de andere leerkrachten. Door het maken van e-maillijsten kan dit proces vergemakkelijken. Het is mogelijk dat de ICTcoördinator deze taken/opdrachten nog beter kan spreiden door de andere scholen erbij te betrekken. Bijvoorbeeld school A en school B screenen een rapportprogramma en sturen de evaluatie door naar mekaar. School C en D screenen wat websites in verband met taal. De expertise die op die manier verkregen wordt, is niet te onderschatten. De ICT-coördinator is de spilfiguur die erover waakt om het materiaal door te spelen en
synthese te maken. De directeur begeleidt alles en stimuleert de groep en neemt de uiteindelijke beslissing. Doel is het team meer te professionaliseren. Hij maakt ook in samenspraak met de ICT-coördinator een financieel plan op om de kosten te kunnen beheren. Een visie op langere termijn is daarbij noodzakelijk. Schoolcommunicatie •
•
•
•
Verschillende kanalen zijn mogelijk: er wordt een e-maillijst gemaakt van de leerkrachten zodat die steeds op een eenvoudige en snelle manier kunnen gebrieft worden. Het is mogelijk om met de e-mail steeds een “leesbevestiging” te vragen. Leerkrachten die niet over een e-mailadres beschikken zouden die post toch ook kunnen bekijken op de eigen school op een computer die in het leraarslokaal staat. Het voordeel van een computer in dat lokaal is dat er steeds informatie kan gegeven worden via dat toestel. Ook invullen van punten kan op die pc. Een schoolwebsite kan aan de ouders steeds de nodige nuttige of pedagogische info verschaffen. Er zijn tools ter beschikking die toelaten dat elke leerkracht zonder enige html-kennis een website/webpagina kan aanmaken. Door die tool te gebruiken is een schoolwebsite niet meer het domein van de ICT-coördinator alleen. In vele scholen wordt de website beheerd door een ouder. Dat kan een tijdelijke oplossing zijn maar het is toch best dat de website beheerd wordt door iemand van het leerkrachtenteam. De directie (schoolbestuur) is verantwoordelijk voor de inhoud van de site: controle is steeds belangrijk! Ook de communicatie met het Verbond (VVKBaO) is belangrijk. De wekelijkse Nieuwsbrief (Barometer) kan pas ontvangen worden als de e-mailaccount van VVKBaO is ingesteld. Dit account kan via
[email protected] verkregen worden en met de hulp van de ICTcoördinator geïnstalleerd worden. Ook de ICT-coördinator beschikt over een emailadres van het VVKBaO. De schoolgegevens moeten ingevuld worden via de portaalsite www.vvkbao.be en dan rubriek “juridisch-administratief” en “cibao”.
Schooladministratie • • • •
•
•
De ICT-coördinator kan bij het werken met specifieke schoolsoftware voor de administratie, boekhouding en agendabeheer en rapportering ook hulp bieden. Ook het werken met CIBaO voor het registreren van schoolgegevens kan de coördinator hulp bieden. Veiligheidsbeleid: Sinds korte tijd is er een tool ontwikkeld om ook op dit gebied via de computer ondersteuning te bieden. (Info www.vvkbao.be rubriek Juridisch-Admin ) Back-up: documenten, databases, e-mailberichten, e-mailadressen. Maak regelmatig back-ups van uw gegevens want een virus, computercrash of crash van de harde schijf en alles is verdwenen. Noteer ook je account en andere gegevens op een veilige plaats. Bewaar back-ups ook liefst niet op school alleen. Een kleine brand kan alles in korte tijd vernietigen. Een tweede harde schijf op je pc is ook veilig om snel wat gegevens te kopiëren. Je adresboek van e-mails kan je gemakkelijk opslaan. Dit bestand staat normaal in de map “Windows” dan “Application data” dan “Microsoft” adresboek. Je kan dit bestand ook terugvinden via “zoeken” en invullen *.wab. Ook je e-mails kan je berwaren (exporteren) en dan later op een andere pc “importeren”. Ga in Outlook express naar “bestand” en dan “exporteren” of “importeren”. Raadpleeg de ICT- coördinator om deze belangrijke info veilig en
regelmatig te back-uppen. Meer info over back-ups nemen is te vinden bij Technisch Back-up van je gegevens of hier. Klasorganisatie: computerklas of computers in de klas? •
•
•
•
•
•
•
Heel dikwijls wordt de vraag gesteld wat nu de beste ontwikkeling is voor een basisschool. Een computerklas is functioneel om een bepaalde leerinhoud aan een groep leerlingen als geheel aan te bieden. Eigenlijk is het dan een variante op het frontaal klassikaal onderricht. Een computerklas kan ook als gevolg hebben dat er in de school zich één leerkracht 'specialiseert' in ICT en alle andere collega's zich minder betrokken achten. Waardoor er nog weinig sprake is van de integratie van ICT in verschillende leergebieden. De leerlingen gaan naar de computerklas om zich een uurtje in te dompelen in multimedia en daarna keren ze terug naar de klas om verder te leren… Een uurtje computeren per week is een leuk spelletje. Een tweede uitgangspunt is ICT als basisvaardigheid binnen diverse leeractiviteiten. Het integratiemodel is hier fundamenteel. ICT wordt de kern van de vernieuwing: veel soepelere didactische benadering, leerlingen kunnen het verloop van hun eigen leerproces bepalen, de kennisopbouw komt tot stand door een wisselwerking tussen de leerlingen, het programma en de (begeleidende) leerkracht, vakoverschrijdend werken, coöperatief leren enz.. Plaats enkele computers in elke klas en de individuele benadering, de gedifferentieerde aanpak,… verhoogt in waarde en mogelijkheden. Kortom, ICT heeft hier een enorme toegevoegde waarde. Uit een recente enquête blijkt dat het aantal computerklassen in de scholen stijgt. Als er voldoende computers in de klassen staan is dat zeker een goede zaak. Maar indien er om reden van oprichten van een computerklas daarom minder of geen computers in de klassen staan, is dat een foutief beleid. Op die manier wordt ICT weeral alleen het werkdomein van de coördinator die in die klas verdwijnt en de klasleerkracht klasvrij maakt. Dat is een nefaste evolutie! Zo kan de implementatie ICT nooit gerealiseerd worden. Ideaal is beide natuurlijk maar de prioriteit moet steeds gegeven worden aan computerhoek in de klas! Ook de manier van lesgeven met ICT is belangrijk. Er zijn nog leerkrachten die alleen frontaal en klassiek kunnen lesgeven en geen weet hebben van hoekenwerk of contractwerk. Het is zeker niet de bedoeling om met de moderne computertechnologie frontaal les te geven maar wel interactief via multimediale omgevingen. Die leerkrachten zullen ook ICT moeilijk kunnen integreren in hun lessen. De directie zal eerst moeten deze leerkrachten trachten te overtuigen andere werkvormen te gebruiken alvorens ICT in te schakelen! Het spreekt vanzelf dat je de inbreng van ICT in de beginfase zeker niet moet overdrijven. Vele scholen spenderen één of 2 namiddagen per week aan hoekenwerk/contractwerk en schakelen op dat moment ICT in. Computerklas of computers in de klas?
Hard- en software In dit hoofdstuk willen we dieper ingaan op de omschrijving van hard- en software in het beleidsplan. 1. Hardware
Inventarisatie Het is belangrijk dat er een inventarisatie van de aanwezige hardware opgemaakt wordt. Een goed hulpmiddel is het invullen van een steekkaart per toestel (computer - scherm - printer scanner - switch - enz.) waarbij een aantal kernmerken van het toestel genoteerd worden. Vb. • • • • • • • •
Systeemconfiguratie Datum en plaats aankoop Besturingssysteem Aanwezige software Registratiesleutels Wijzigingen/aanpassingen Geschiedenis van het toestel ...
Om de hardware van een computer te bepalen is het niet nodig het toestel open te vijzen, met het freewareprogramma Belarc (www.belarc.com) kan je zeer snel van elk toestel de nodige gegevens verkrijgen. Buiten de details van hardware krijg je ook een overzicht van alle geïnstalleerde software mèt de nodige serienummers!!! Klik hier om een voorbeeld te bekijken. Elk toestel krijgt een volgnummer (vb. PC's krijgen PC001, schermen SC001, printers PR001, enz.) Hierdoor kan de ICT-coördinator steeds nagaan waar het toestel zich bevindt. Immers, toestellen worden dikwijls verplaatst en wordt het na een tijdje onoverzichtelijk wat er op school aanwezig is. Aankoopstrategie Nadat een volledige inventarisatie gedaan is, kan men eventueel besluiten tot aanschaf of vernieuwing van bepaalde toestellen. Wanneer het budget het niet toelaat om nieuwe toestellen aan te kopen kan men overgaan tot aankoop van "gefurbishte" toestellen. Dit zijn toestellen, meestal uit de bedrijfswereld, die door gespecialiseerde firma's overgenomen worden en na een grondige kuisbeurt en installatie van een nieuw besturingssysteem kunnen deze toestellen aan democratische prijzen aan scholen geleverd worden. Een groot voordeel van deze werkwijze is dat deze toestellen merkcomputers zijn, waarvoor via Digikids een gratis MS-Windows98 licentie kan verkregen worden. Bepaalde firma's geven er reeds een Windows2000 pro licentie gratis bij. Meer info. Netwerk
Voor de technische kant van netwerken verwijzen we je graag naar deze pagina's in het vademecum: Rubriek "Technisch" --> "Netwerk". Een schema van het schoolnetwerk mag hier zeker niet ontbreken. Zoals je ook daar kan lezen raden we je aan om te kiezen voor professionele apparatuur. Het is de bedoeling dat we op school beschikken over een betrouwbaar netwerk om in de toekomst ten volle de mogelijkheden van een degelijk netwerk te benutten. In dit beleidsplan stellen we een planning op om de school van zo een degelijk netwerk te voorzien. Planning naar uitbouw netwerk, aankoop van benodigde hardware hiervoor e.d. Welke uitbreiding worden in de toekomst aangegaan? Welke klassen, welke computers worden opgenomen in het netwerk. Welke aankoop/vervanging van de switches/router gaan we voorzien? (Professionele apparatuur kost heel wat meer dan gewone huisapparatuur..) Ook de manier waarop ons netwerk in de school wordt aangelegd hoort hierin thuis. Omdat vele scholen met een klein netwerkje begonnen zijn en nadien steeds maar uitbreiden, is het misschien nuttig om de hele opzet van het schoolnetwerk te herzien. In de toekomst zal het netwerk aan bepaalde normen moeten voldoen en mogelijk ook een keuringsattest krijgen. Een centrale plaats waar alle netwerkkabels samenkomen en waar de server dan (zal staan) staat, kan dan voorzien worden. Wanneer een school een netwerk gaat aanleggen/uitbreiden, moet er wel worden nagedacht of bekabeld of draadloos voordelen kan bieden. Elk heeft immers zijn voor- en nadelen... Zie ook: Technisch - Netwerk Meestal wordt er gekozen voor de combinatie van beide soorten.
2. Software
Het beleidsplan is dé plaats waarin vermeld wordt hoe de software op school "behandeld" wordt. Welke pakketten worden er gebruikt, werken we met kleine sofwareprogramma's of beslissen we met een groter, klasoverstijgend pakket te werken. Inventarisatie Gelijk bij het hoofdstuk "Hardware" is het ook nuttig om een inventarisatie van de aanwezige software op school te maken. Er is nogal wat software op diskettes of cd-roms aanwezig op school en meestal ook erg verspreid over de verschillende klassen. Ook hier kan een steekkaart een oplossing zijn: Elk softwarepakket krijgt een steekkaart met daarop: • • • • •
Naam softwarepakket Doelgroep Besturingssysteem / systeemvereisten Korte beschrijving / soort software Toepasbaar in welke leergebieden / leerstofonderdeel
• • •
Plaats waar het zich bevindt Verantwoordelijke ...
Ideaal is natuurlijk wanneer deze steekkaart door alle leerkrachten elektronisch raadpleegbaar is. Zo kunnen zij regelmatig kijken welke software beschikbaar is. Aankoopstrategie Het is natuurlijk niet alleen de ICT-coördinator die beslist welke sofware op school aangekocht wordt. Elke leerkracht die een interessant pakket kent of wil gaan gebruiken kan dit aan de ICT-coördinator melden. In de databank van de Programmamatrix kan trouwens iedereen de beschrijving van meer dan 1000 pakketten vinden. Gelukkig vinden we meer en meer interessante én goede software op het internet terug. Vb. Rekenweb biedt een groot aantal rekenoefeningen aan, gratis! Dit soort software heeft meestal nooit een installatie nodig (soms java) en is dan voor iedereen die over een internetaansluiting beschikt ook te gebruiken. Hier verwijzen we nog eens naar de mogelijkheid om KIS-licenties aan te kopen. Als bijkomend voordeel is het thuisgebruik van deze software voor leerkrachten gratis. Meer informatie vind je hier. Licenties Het is ook belangrijk dat in een beleidsplan aandacht besteed wordt aan welke software allemaal geïnstalleerd wordt op een computer op school. Hier komt het gebruik van softwarelicenties zeker ter sprake. Sommige scholen hebben een strikt beleid hierop en verbieden de leerkrachten illegale software op de computers op school te installeren. Anderen laten dit oogluikend toe. Daarom is het misschien wenselijk hierover een gesprek met de directie/schoolbestuur aan te gaan en te kijken in hoeverre dit in het beleidsplan opgenomen wordt.
Opdracht van de directie Taak
De taak van de directie is een effectief beleidsplan op papier te zetten.
Evalueren en bijsturen
Deze visie moet ook voortdurend aan de praktijk getoetst worden en eventueel bijgestuurd worden.
Geen uniform systeem
Het spreekt voor zich dat er geen uniform systeem bestaat dat op elke ICT-coördinator kan geënt worden. Elke situatie is immers anders. Er zijn ICT-coördinatoren die fulltime werken voor 5 of 10 scholen. Sommigen werken halftime of hebben slechts 3, 4, 5 uren in een school. Ook dat is realiteit.
Prioriteiten
Een beleid zal met die totaal verschillende uitgangsposities moeten rekening houden. Als een ICT-coördinator 10 scholen moet helpen is zijn/haar visibiliteit per school zeer beperkt. Het schoolbestuur kan dan misschien prioriteiten vastleggen om die scholen eerst te helpen die wat achterstand of minder financiële mogelijkheden hebben.
Overleg
Overleg met andere directies in verband met de taakinvulling kan misverstanden voorkomen.
Opvolging van de Opvolging van de werkzaamheden van de coördinator is nodig. De collega’s voldoende briefen wat de taak van de coördinator tijdens een actoren bepaalde periode is, behoort ook tot de taak van de directie. Opvolging van de leerkrachten in de klas i.v.m. de implementatie ICT. Evaluatie en eventuele bijsturing kan nodig zijn. Ook dit moet de directie bewaken. Rekening houden met de "have not's": er zijn nog leerlingen die thuis geen internetaansluiting en/of geen computer hebben, voor hen kan een extra inspanning soms wenselijk zijn.
Opdracht ICT-coördinator 1. Beleidsmatig • • • • • •
Met directie het ICT-beleid voorbereiden, suggesties geven en uitwerken Opvolgen implementatie van het ICT-gebeuren in de klas Organiseren van opleidingen Deelname aan vergaderingen en werkgroepen opstarten en coachen Opstarten en begeleiden van projecten ICT De coördinator moet opletten om geen losse schakel te zijn die een taal spreekt die veraf staat van het ICT-kennisniveau van de andere leerkrachten. Meestal zal deze persoon zeer creatief moeten handelen omdat de situatie in de klassen en het kennisniveau van de collega's sterk verschilt. Vooral het feit dat nog een aantal leerkrachten blijven vasthouden aan frontaal lesgeven en dit natuurlijk zo onmogelijk is om ICT te integreren. Dus moet eerst getracht worden om die leerkrachten te overhalen om sporadisch te starten met bijvoorbeeld hoekenwerk. Om die stap te durven zetten is "communicatief ingrijpen" de juiste manier om te helpen.
2. Administratief
•
Ondersteuning van directie en administratieve medewerkers om de ICTtoepassingen te leren gebruiken: CIBaO, Portaalsite, Welzijn, IDP, Personeel, Tellingen, schooladministratie enz..
3. Pedagogisch • • • • •
ICT is een hulpmiddel en geen tool op zichzelf. De bedoeling is pedagogische ondersteuning en dus niet de klasleerkracht vervangen. Belangrijk is dat de ICT-basiskennis van de leerkracht moet verbeterd worden. Zonder wat basiskennis kan ICT nooit in de lespraktijk integreren. Stimuleren van leerkrachten om ICT in de lessen in te zetten De ICT-coördinator moet de kans krijgen om zich in te werken en bij te scholen, zowel technisch als en vooral pedagogisch-didactisch. Dat houdt in dat hij/zij de kans moet krijgen om de aanwezige software en/of interessante websites te bekijken en te evalueren.
Opdracht leerkracht Dit is de belangrijkste persoon om ICT daadwerkelijk in de les te implementeren. Dit proces loopt nog niet zo vlot. De leerkrachten moeten beseffen dat ze op de ICT-coördinator beroep kunnen doen. Deze laatste heeft een ondersteunende functie. 1. Voornaamste obstakel om te overwinnen: het ICT-kennisniveau van de leerkracht Leerkrachten twijfelen aan hun eigen vaardigheden op ICT-gebied en vrezen de reeds zelfstandig opgebouwde kennis van sommige snelle leerlingen. Uit een recente enquête blijkt dat ongeveer 16% van de leerkrachten helemaal geen kennis hebben van ICT. Dat aantal is niet verminderd ten opzichte van 2 jaar geleden. Een zeer groot aantal van de leerkrachten heeft alleen zeer beperkte kennis: opstarten, emailen, surfen en MS Word. Veel leerlingen van de basisschool kennen minstens evenveel. Dat zet ook een rem op de verdere integratie in het leerproces. Wat kan er ondernomen worden om dit te verbeteren? Ook voor een leerkracht is de slogan "levenslang leren" van toepassing. Specifieke basisvaardigheden ICT die elke leraar zou moeten bezitten. • •
•
technisch: het minimum o de computer correct kunnen aan- en uitzetten besturingssysteem en Office-applicatie: o Windows: kennis Verkenner, mappenbeheer en bestandenbeheer o Word: basiskennis o Excel: beperkte kennis Overig: o internet: didactisch gebruik van internet o e-mail: behoorlijke kennis (verzenden (nieuw/beantwoorden/doorsturen), ontvangen, bijlagen, adresboek, …) o grondige kennis van de aanwezige op klascomputer educatieve softwarepakketten
Wat indien de specifieke vaardigheden ontbreken? • • •
Van die leerkrachten kan best gevraagd worden om zich bij te scholen De ICT-coördinator kan hierbij goed helpen. Hij/zij biedt aan zijn teamleden opleidingen aan. Wanneer? Dit kan perfect tijdens middagen, onmiddellijk na de schooluren, of tijdens personeelsvergaderingen of een pedagogische studiedag over ICT.
2. Noodzaak om opleidingen te organiseren Ook kan de school voor het zelfstandig organiseren van opleidingen voor het personeel terecht op de portaalsite www.vvkbao.be rubriek ICT. Ook via de “Barometer” worden specifieke opleidingen aangeboden. Verschillende regionale ICT-werkgroepen organiseren ook lokaal opleidingen die bedoeld zijn voor de “gewone” leerkracht. Ook via de REN’s http://www.renvlaanderen.be/home.php kan ingeschreven worden voor cursussen. 3. Opleidingen koppelen aan een zinvolle toepassing in de klas ICT vervangt de leerkracht niet maar geeft die een extra tool om op een boeiende en eigentijdse manier kinderen op te voeden. Internet is daar een goed voorbeeld om in lessen informatie te verzamelen. Dat is de kans om de ICT-coördinator in te schakelen. Ideeën om ICT te integreren vindt u bij Stappenplan - organisatievormen of hier. Welke activiteiten kan de leerkracht samen met de coördinator nog doen in de klas? • •
•
•
•
•
Enkel werken met educatieve software. Een freewarepakket als 'Woordkasteel' is daar uitermate geschikt voor. Zie "Stappenplan - organisatievormen - Niveau 1"of hier. Educatieve software en opzoekwerk op het internet. Een site als 'www.dierentuin.net of www.dinosaurus.net' is daar geschikt voor. Zie "Stappenplan - organisatievormen Niveau 2" of hier. Educatieve software en opzoekwerk op internet en verwerking met tekstverwerker. www.anywize.net of www.webkwestie.nl kunnen daarvoor gebruikt worden. Zie "Stappenplan - organisatievormen - Niveau 3" of hier. On line educatieve software. Er zijn een heleboel websites waar kant-en-klare oefeningen klaarstaan. Meer info hierover vind je bij "Meerwaarde ICTschoolwebsites - Leerplatform" of hier. Een eenvoudige webtool gebruiken voor leerlingen en leerkrachten. Zie rubriek "Meerwaarde- Schoolwebsites" of hier. Het is een eenvoudige webtool voor voor leerlingen en leerkrachten. Zonder kennis van html kan men zeer gemakkelijk webpagina´s aanmaken en publiceren. De leerkracht heeft de controle van publiceren. Je hoeft dus geen technische kennis meer te hebben om een webpagina/website te maken. Een e-mailproject opzetten met leeftijdsgenoten van een andere school. Zie "Stappenplan - organisatievormen - Niveau 4 " of hier.
4. Noodzaak om een pedagogische studiedag ICT te organiseren voor het team Aanbod: verschillende werkwinkels:
• • •
• •
opleidingen voor collega's op maat gemaakt ICT-beleid en ICT-visie ideeën om ICT te implementeren o http://www.gent.be/gent/onderwijs/pbd/basis/hoekenwerk/mediahoek.htm o http://www.sip.be/bao/hoekenwerk/de_computerhoek.htm onderdelen van dit vademecum ...
5. Samenwerking tussen ICT-coördinator en leerkracht een "absolute must" De leerkracht en coördinator spreken goed af waar ze mekaar kunnen aanvullen tijdens een les. Waarom eens geen hoekenwerk organiseren met verschillende hoeken die de klasleerkracht voor zijn/haar rekening neemt? De ICT-coördinator neemt dan IN de klas de ICT-hoek voor zijn/haar rekening. De leerkracht wordt hierdoor wat zekerder en krijgt bovendien wat nieuwe ideeën om ICT te implemeteren. Het vraagt van de leerkracht een kleine inspanning om minder frontaal les te geven. Ook kan de leerkracht binnen één les de leerlingen opzoekingswerk te laten verrichten over een bepaald onderwerp. Ook hierbij kan de ICT-coördinator helpen. Deze kan op voorhand al een aantal goede website klaarzetten bij de map 'Favorieten' zodat de leerlingen ook veilig kunnen surfen. 6. Enkele bedenkingen: •
•
• •
De leerkracht zorgt er ook best voor dat ALLE leerlingen kunnen werken aan de pc, niet enkel de snelsten. De computer mag niet enkle ingeschakeld worden om aan tempo- en niveaudifferentiatie te doen. Het is zeer belangrijk dat ALLE leerlingen voldoende ICT-vaardigheden hebben: het is de verantwoordelijkheid van de leerkracht om hiervoor te zorgen! In bepaalde regio's zijn er nog veel "have not's", een groep die zeker niet mag vergeten worden. Het overaanbod aan educatieve software werkt absoluut niet stimulerend voor de verdere uitbouw. De drempel verlagen zodat steeds meer leerkrachten hun angst of afkeer van dit nieuwe medium kunnen overwinnen, is een noodzaak. Toch is het ook nodig dat er betere softwareprogramma’s ontwikkeld worden en die ook nog moeten kunnen evalueren. Het is dus niet voldoende om alleen maar te kunnen oefenen, er is voldoende feedback nodig. De software is nog te veel gebaseerd op "edutainment". Ook dit is de taak van de ICT-coördinator. Hij/zij moet de software vooraf screenen op een aantal criteria. Deze criteria vind je bij Meerwaarde ICT - Educatieve software - Criteria of hier. Breng als directie regelmatig een klasbezoek want dit is een essentieel onderdeel uit van het coachen van leerkrachten. Ga na hoe ze ICT integreren in hun les. Wanneer leerlingen met 2 of 3 aan een pc zitten, leren ze ook van elkaar. Het vraagt een inspanning van de leerkracht om minder frontaal te werken. Het is echter NIET de bedoeling om tijdens elke les ICT te implementeren. ICT wordt best gebruikt in die lessen waar het een meerwaarde is.
Werkgroepen Een ICT- coördinator probeert best toe te treden tot regionale werkgroepen ICT en start best ook in de eigen school een ICT-werkgroep op. Deelname aan deze twee werkgroepen is van kapitaal belang om de integratie te verbeteren en om bovenschools ideeën uit te wisselen. In
zo'n werkgroepen kunnen concrete voorstellen worden gedaan over hoe ICT kan worden geïmplementeerd in de klas, de screening van didactische software, het inrichten van ICTopleidingen, bespreken van dit ICT-vademecum enz. Werkgroep ICT met de leerkrachten van de school. Deze bestaat uit een vertegenwoordiging van klasleerkrachten (liefst uit elk leerjaar of leeftijdsgroep één), zorgcoördinator, directie en de spilfiguur de ICT-coördinator. Tijdens deze werkvergadering kan besproken worden welke de meest dringende technische problemen zijn maar ook en vooral op welke manier ICT in de klas kan geïmplementeerd worden. Er kunnen ook voorstellen worden gedaan i.v.m de aanschaf van didactische software. Het doel is de interne communicatie omtrent ict te verbeteren , met collega’s gegevens uit te wisselen en van collega’s te leren. Niet elke leerkracht is even bekwaam op ICT-gebied maar elke leerkracht heeft wel voldoende vakkennis en kan dus vragen stellen over bepaalde leergebieden om ICT te gebruiken en met die ICT een meerwaarde te creëren. Door goede communicatie en informatievoorziening kan de ICT-coördinator een draagvlak voor ICT binnen de school creëren. Ook kan via zo’n werkgroep het schoolteam worden warm gemaakt voor nascholingen. De coördinator kan ook via zo’n werkgroep vraaggestuurd werken: aan welke nascholingen hebben collega’s behoefte? De coördinator kan deze dan zelf inrichten of er externen voor contacteren. Werkgroep van ICT-coördinatoren Deze werkgroep bestaat vooral uit ICT-coördinatoren uit eenzelfde regio (of van eenzelfde scholengemeenschap) zodat de verplaatsingen en tijdverlies tot een minimum beperkt worden. Deze werkgroepen dienen om te komen tot een platform voor uitwisseling van ervaringen en het doorgeven van adviezen: zowel technisch, pedagogisch en financieel. Zij kunnen ook instaan voor opleidingen. Die werkgroepen kunnen ook tijdens de lesuren opleidingen organiseren speciaal en aangepast voor de leerkrachten. De verantwoordelijken van de verschillende werkgroepen vind je hier.
Werkgroepen Een ICT- coördinator probeert best om zo snel mogelijk toe te treden tot werkgroepen (of tracht ze zelf op te starten). Het is ook nuttig om tijdens personeelsvergaderingen de werking en visie van deze werkgroepen toe te lichten. Deelname aan twee werkgroepen is van kapitaal belang om de integratie te verbeteren en om bovenschools ideeën uit te wisselen. Door deze samenwerking kan ICT echt een meerwaarde creëren. 1. Werkgroep ICT met de leerkrachten van de school Deze groep bestaat uit een vertegenwoordiging van klasleerkrachten (liefst uit elk leerjaar of leeftijdsgroep), zorgcoördinator, directie en de de ICT-coördinator als spilfiguur. Tijdens deze werkvergadering kan besproken worden welke de meest dringende technische problemen zijn
maar ook en vooral op welke manier ICT in de klas kan geïmplementeerd worden. Er kunnen ook voorstellen worden gedaan i.v.m de aanschaf van didactische software. Het doel is de interne communicatie omtrent ICT te verbeteren, met collega’s gegevens uit te wisselen en van collega’s te leren. Niet elke leerkracht is even bekwaam op ICT-gebied maar elke leerkracht heeft wel voldoende vakkennis en kan dus vragen stellen over bepaalde leergebieden om ICT te gebruiken en met die ICT een meerwaarde te creëren. Door goede communicatie en informatievoorziening kan de ICT-coördinator een draagvlak voor ICT binnen de school creëren. Voorbeeld: een leerkracht heeft wat krachtige hulpmiddelen nodig om een maansverduistering uit te leggen want in de boeken is dat niet zo duidelijk. In samenspraak met de ICT- coördinator kan deze dan gaan zoeken naar software of websites die daarbij kunnen helpen. De ICT- coördinator kan deze mailen naar andere collega’s zodat deze dit ook kunnen gebruiken. Het is zeer belangrijk dat de info ook aan ALLE collega’s wordt doorgegeven (via het netwerk in de school). Ook kan via zo’n werkgroep het schoolteam worden warm gemaakt voor nascholingen. De coördinator kan ook via zo’n werkgroep vraaggestuurd werken: aan welke nascholingen hebben collega’s behoefte? De coördinator kan deze dan zelf inrichten of er externen contacteren. Taakomschrijving ICT-werkgroep-school: • • • •
voorstellen doen i.v.m. de invoering van ICT binnen de dagelijkse onderwijspraktijk voorstellen doen i.v.m. aanschaf van (didactische) software inrichten ICT-nascholingen voor personeel collega’s inlichten tijdens personeelsvergaderingen
2. Werkgroep van "ankerfiguren"
Eén coördinator voor vele scholen (scholengemeenschap) kan best op elke school "ankerfiguren" aanstellen. Deze leerkrachten zouden moeten kunnen beschikken over wat meer dan modale ICT-kennis. Ze zijn op hun school een tussenpersoon of een eerste aanspreekpunt voor ICT-problemen. Zij kunnen ook als "eerste hulp" aangesproken worden en indien de problemen niet dadelijk opgelost worden, kunnen ze de ICT-coördinator zo snel mogelijk inschakelen.
Deze persoon staat ook dicht bij de leerkrachten en kan dus ook zeer goed waken over de pedagogische invulling van ICT en ook snel inschatten welke de kansen zijn van bepaalde voorstellen van de ICT-coördinator. Het is mogelijk dat het schoolbestuur aan deze "ankerfiguren" enkele lestijden geeft zodat de ICT-coördinator op vastgestelde tijdstippen (wekelijks) met deze personen op de school overleg kan plegen.
3. Werkgroep van ICT-coördinatoren Deze werkgroep bestaat vooral uit ICT-coördinatoren uit eenzelfde regio (of van eenzelfde scholengemeenschap) zodat de verplaatsingen en tijdverlies tot een minimum beperkt worden. Deze werkgroepen dienen om te komen tot een platform voor uitwisseling van ervaringen en het doorgeven van adviezen: zowel technisch, pedagogisch en financieel. Die werkgroepen kunnen ook tijdens de lesuren opleidingen organiseren speciaal en aangepast voor de leerkrachten. Het opzetten van een elektronische leeromgeving creëert extra mogelijkheden. Info over ELO's vind je hier. Regionale groepen: contactpersonen •
Antwerpen: Jef Stappaerts
[email protected]
•
Limburg: Dominiek Vanendert
[email protected]
•
Oost-Vlaanderen: Werner Bosman
[email protected] Carlos Haerens
[email protected] Geert Vandenhende (mediaco's)
[email protected]
•
West-Vlaanderen: Edgard Titeca
[email protected] Jos Viaene
[email protected]
•
Vlaams-Brabant: Guy Lories
[email protected] Frans Mattheus
[email protected]
Organisatie praktisch 1. Computerklas of computers in de klas
Beide configuraties hebben zo hun eigen voor- en nadelen. Toch moet het schoolbeleid streven naar minimum 4 computers per klas. Op die manier beschikt een leerkracht over voldoende pc's om efficiënt te werken in de klas. Enkele bedenkingen: Computers in de klas: • • • • •
geen verplaatsingen naar een ander lokaal want de kinderen blijven in de eigen klas de eigen pc's zijn ook het gemakkelijkst om mee te werken "echte" implementatie is gemakkelijker want de pc's behoren tot de klas geen reservaties nodig geen vergissingen omdat 2 klassen op hetzelfde moment de computerklas willen gebruiken
• • • • • •
bijna altijd lessen gegeven door de klastitularis geen extra lokaal nodig noodzaak van hoeken- of contractwerk toe te passen mogelijk ongelijke ICT-integratie in de verschillende klassen meer software nodig om in alle klassen te gebruiken iedere leerkracht kan gemakkelijker deelnemen aan het vernieuwingsproces: inspelen op begaafde en zwakke kinderen is mogelijk
Computerklas: • • • • •
meer mogelijkheden door meer pc's voor de kinderen meestal zelfde soort pc's wat uniformiteit bevordert gevaar: domein van de ICT-leerkracht die ook de lessen geeft al dan niet in samenwerking met de klastitularis verplaatsingen zijn nodig en zorgen voor tijdverlies systeem nodig van reservatie
2. Verdeling van de tijd en gebruik van programma's en websites
•
•
• •
Basisvereiste 1: de leerkrachten: een minimale ICT-kennis om de pc's op te starten, te surfen, te e-mailen en programma's op te starten. Indien die basisvereiste niet aanwezig is, zal de ICT-coördinator in samenspraak met directie daar op inspelen en cursussen op school inrichten om aan die noodzaak te voldoen. Basisvereiste 2: hoekenwerk (circuitmodel) Op volgende websites kan je informatie vinden i.v.m. het werken met computerhoeken. o http://www.gent.be/gent/onderwijs/pbd/basis/hoekenwerk/mediahoek.htm o http://www.sip.be/bao/hoekenwerk/de_computerhoek.htm Basisvereiste 3: streven naar 4 computers in de klas Basisvereiste 4: computertijd. Voldoende effectief werken aan de computer. Een modale klas met 20 leerlingen: tijd per leerling per maand
2 pc's - 1 leerling per pc - 25 minuten (tijdens 1,5 lestijd per week) effectieve tijd per maand per kind aan de pc: ongeveer 25 minuten 2 pc's - 2 leerlingen per pc - 25 minuten (tijdens 1,5 lestijd per week) effectieve tijd per maand per kind aan de pc: ongeveer 50 minuten 2 pc's - 2 leerlingen per pc - 2x25 minuten (tijdens 2 sessies van 1,5 lestijd per week) effectieve tijd per maand per kind aan de pc: ongeveer 2x50 minuten 4 pc's - 2 leerlingen per pc - 2x25 minuten (tijdens 2 sessies van 1,5 lestijd per week) effectieve tijd per maand per kind aan de pc: ongeveer 4x50 minuten 5 pc's - 2 leerlingen per pc - 2x75 minuten (tijdens 2 sessies van 1,5 lestijd per week) effectieve tijd per maand per kind aan de pc: ongeveer 4x75 minuten • •
•
•
•
•
•
De computers worden gebruikt op vaste momenten in de week: dat vergemakkelijkt het systeem. Een planning is noodzaak. In samenspraak met directie en ICT-coördinator worden softwarepakketten en websites gebruikt ter ondersteuning van de leergebieden of als mogelijkheid om meer te differentiëren. Eenvoudige webtool voor leerlingen en leerkrachten. Zonder kennis van html kan men op een eenvoudige manier webpagina´s aanmaken en publiceren. De leerkracht heeft de controle van publiceren. Hiermee kan ook een volledige schoolwebsite gemaakt worden. Je hoeft dus geen technische kennis meer te hebben om een webpagina/website te maken. Rekening houden met leerlingen die thuis geen computer of internet hebben. Bij het werken met 2 aan één pc controle houden wie het initiatief neemt. Niet steeds dezelfde. Via werkgroepen ICT kan er gekozen worden voor een leerplatform waar gelijkaardige software, tools of websites aangeboden wordt. Op die manier kunnen de leerkrachten mekaar ook beter ondersteunen. Dus we streven naar wat uniformiteit en vereenvoudiging. Snelheid en vooral gebruiksgemak zijn de belangrijkste sleutelwoorden om de implementatie te vergemakkelijken. Een overaanbod werkt zeker niet stimulerend maar eerder afstotend. Tekstverwerking om informatie op te slaan, tekenprogramma om creatief uit te leven, en een presentatietool om de informatie te tonen, en een e-mailproject zijn tools/mogelijkheden die niet mogen ontbreken tijdens het gebruik in de les. Gebruik van zoekrobotten moet met de nodige omzichtigheid toegepast worden. Door op de schoolwebsite voldoende hyperlinks te plaatsen of door te anticiperen (vooraf de zoekrobot testen op de gevraagde sleutelwoorden) of door gebruik te maken van "webquests" kunnnen surfproblemen vermeden worden op school.
3. Twee leerlingen samen aan één computer laten werken kan het computertekort deels opvangen
•
De interactie tussen 2 leerlingen die aan één computer werken is enorm. Ze stimuleren en helpen elkaar. Wel moet uiteraard controle uitgeoefend worden dat niet steeds de beste de touwtjes in handen neemt.
•
Soms is het aangeraden dat het steeds dezelfde koppels zijn, omdat veel educatieve software automatisch de beurten onthoudt en ook de resultaten van het werk registreert.
•
Een aantal "whizzkids" in de klas als "assistent-leerkracht" aanwijzen. Een leerling die hulp nodig heeft bij het computeren kan hulp vragen aan een "assistent".
•
Het hoekenwerk vereist zelfstandigheid en een goede organisatie. Er kan gewerkt worden met "moet-af-taken" en "keuzetaken" of "mag-taken". Het is nodig om bij de taken een tijdsindicatie te geven. Om de leerlingen hierbij een beetje te helpen kan bij iedere "moet-af-taak" een indicatie worden gegeven van de benodigde tijd.
4. Wanneer een computer gebruiken?
1. De computers worden gebruikt tijdens alle lessen. Dit zal waarschijnlijk wel de evolutie zijn maar nu nog utopisch. 2. De computers worden gebruikt op vaste momenten in de week Het computergebruik wordt gepland op vaste momenten in de week, bijvoorbeeld tijdens lessen waarbij veel verwerkingsopdrachten voorkomen (hoeken-en contractwerk - wereldoriëntatie - lessen met veel herhaling of oefening – tekenlessen...) Voordelen:
De computers zijn op die momenten continu en intensief in gebruik. De leerlingen krijgen allemaal een "computerbeurt". Tijdens "instructiemomenten" wordt niet gecomputerd. Dan moeten alle leerlingen bij de instructie aanwezig zijn. Aangezien er van wordt uitgegaan, dat er veel verwerkingsopdrachten gemaakt moeten worden, zal het aantal instructiemomenten zeer beperkt zijn. Hulp vragen aan de leerkracht gaat iets makkelijker, omdat er tijdens deze lessen door de leerkracht toch al veel individuele hulp gegeven wordt.
De computerende leerlingen kunnen hier in "meedraaien". Eventueel kan ook hier een beroep gedaan worden op "assistenten" (de “whizzkids" in de klas). Nadelen:
De leerkracht moet ook bij deze vorm van werken accepteren dat leerlingen die computeren minder werk af hebben dan hun niet-computerende klasgenoten op dat moment.
3. De computers worden sporadisch gebruikt: met meer scholen aan één project samenwerken Ofwel door regionale samenwerking ofwel door contacten met andere scholen kan afgesproken worden om op vooraf vastgelegde data aan een project mee te werken: project met meerdere scholen rond bepaald thema uit leergebieden of rond bepaalde gebeurtenis of rond feestdagen; alle aspecten (muzisch, wereldoriëntatie...) kunnen aangesproken worden. Door gelijktijdig aan eenzelfde project te werken of aan eenzelfde onderwerp wordt betrokkenheid gecreëerd. Alle verzamelde inhoud van kinderen en leerkrachten kan op één site verzameld worden zodat elke deelnemer ook de resultaten van de andere kan raadplegen e-mailproject met verschillende scholen ......
4. De computers worden sporadisch gebruikt: volgens vastgelegde jaarlijkse projecten op de eigen school In de jaarplanning worden de momenten vastgelegd waarop bepaalde projecten met ICT-ondersteuning worden gerealiseerd: ICT-wedstrijden, internationalisering, e-mailprojecten ….
5. Ergonomie - goede houding Er moet rekening gehouden worden met de opstelling van het scherm en toetsenbord. Kinderen zijn geen volwassenen en dikwijls staan de apparaten te hoog opgesteld. Kinderen kunnen bij veelvuldig gebruik van de computer (thuis...) en door slecht geplaatste apparatuur of door een slechte lichaamshouding een onaangenaam gevoel in uw handen, armen, schouders, nek of in andere delen van uw lichaam RSI (Repetitive Strain Injuries) (= overbelastingsverschijnselen van nek, schouders tot vingers) Zorg dus voor een comfortabele en natuurlijke houding.
Ethiek In dit hoofdstuk willen we de invulling van 'Ethiek' in het stappenplan aanzetten... Zoals je in het hoofdstuk "Stappenplan - Nieuwe ethiek - Netiquette en afspraken" kan lezen is het nuttig om hierover enkele aandachtspunten in het stappenplan te noteren.
1. Goede voorbeeld
In deze alinea kunnen we omschrijven hoe we op school willen omgaan met het begrip "eigendom". Hoe gaan we om met de software die op school aanwezig is, werken we met originele software of bedienen we ons ook met gekopieerde cd's? Soms willen ouders ook wel eens een oefencd voor de kinderen thuis en vragen voor een kopie van vb. Eventail Junior. Daarom kan het nuttig zijn een leidraad op te stellen in hoeverre men hieraan meegaat. Informeren we ouders via een ouderavond of ... in verband met het gebruik van illegale software op school. In ieder geval, wanneer een school kiest voor een "volledige" officiële aankoop van software kan alleen maar toegejuicht worden. Ook kunnen we hier omschrijven hoe we deze attitude in onze lessen integreren. Ook het gebruik van illegale software op de computers in de klas, computerklas, leraarslokaal... In sommige scholen ondertekenen de leerkrachten een document waarin zij verklaren geen illegale software op een computer van de school te installeren. Gaat dit te ver? Misschien. Hoe kunnen en willen we dit controleren? Een motivatie hoort hier zeker thuis. Hier kan evenwel omschreven worden hoe men de open-source software wil/kan implementeren in het schoolgebeuren. Zoals eerder beschreven is er voor elk commercieel pakket een evenwaardig open-source pakket te verkrijgen. Dat de inplemantatie van dit soort software niet zo vanzelfsprekend is, kan in een meerjarenplan opgenomen worden. Een goede verantwoording is daarom zeker op zijn plaats.
2. Auteursrecht
In het hoofdstuk "Auteursrecht" (Stappenplan - Nieuwe ethiek - Auteursrecht) staan duidelijke voorbeelden wat mag en wat niet mag. Daarom kan het nuttig zijn om hierover een alinea in het beleidsplan aan te vullen. • • • •
In verband met de eventuele schoolwebsite: gebruik van auteursrechtelijk materiaal duidelijke bronvermelding. Gebruik van links op de schoolwebsite: geen "deeplinks" maar via de hoofdpagina. Leerlingen werken aan aan spreekbeurt: wijzen op het ongeoorloofd wildkopiëren van foto's, kopiëren van ganse teksten, enz. ...
3. Privacy
Een zeer belangrijk onderdeel van het beleidsplan is het hoofdstuk ivm privacy. Hoe gaat een school hier mee om, hoe beschermt de school de gegevens van haar leerlingen, leerkrachten, personeel? Het is belangrijk dat dit neergescheven wordt, zodat elkeen die dit wil, weet hoe er met zijn of haar persoonsgegevens omgesprongen wordt. Het kan dus niet zijn dat een directie de adresgegegevens van haar leerkrachten aan een firma voor reclamedoeleinden meedeelt zonder hun (schriftelijke) toestemming. Een tweede onderdeel hier is het publiceren van persoonlijke gegevens van leerlingen en leerkrachten in bvb. een schoolkrantje, welkomboekje of op de website. Telkens is de (schriftelijke) toestemming van de (ouder van de) leerling, van de leerkracht vereist. In het beleidsplan kan omschreven worden waar en hoe deze gegevens van bvb. de leerkrachten mogen gebruikt worden. Ook heel belangrijk is het gebruik van foto's van leerlingen op de schoolwebsite. Worden de ouders op de hoogte gebracht dat zij eventueel kunnen weigeren dat hun kind(eren) op de schoolwebsite herkenbaar staan? Hoe gebeurt dit dan? Via welkomboekje? Op de website zelf? Wat gebeurt er dan wanneer een ouder dit weigert? Wordt de ganse foto verwijderd of alleen het kind onherkenbaar gemaakt? Een voorbeeld van zo'n waarschuwingstekst kan u vinden bij: "Stappenplan - Nieuwe ethiek Privacy" Ook kan in deze alinea omschreven worden wanneer de werkgever (directie - schoolbestuur) het recht heeft om het mailverkeer van haar werknemers (leerkrachten - leerlingen) te controleren. Dit kan alleen maar wanneer de school over een eigen mailserver beschikt. Daar het in de praktijk meestal ondoenbaar en vooral nutteloos is om zo'n controle uit te voeren volstaat meestal een waarschuwing waarbij de leerkrachten / leerlingen er attent op gemaakt worden dat het internet- en e-mailverkeer op een schoolserver gelogd (bijgehouden) wordt. Een aantal vragen waar best eens bij stilgestaan wordt via het beleidsplan!
4. Softwarelicenties
Zoals hierboven reeds beschreven staat bij het "Goede voorbeeld" geven, is het zeker nodig dat een school zich in orde stelt ivm de sofwarelicenties. Het is nodig dat dit in een beleidsplan omschreven wordt. Hierbij een aantal vragen die kunnen op weg helpen: • • • •
Hoe motiveren we de aankoop van de licenties? (cfr. "Goede voordbeeldfunctie gebruik open-source software) Welke computers hebben een licentie nodig? Kiezen we voor een Kis-licentie of gaan we de software aankopen? Is het in verloop van tijd niet beter om uit het Kis-contract te stappen en de software aan te kopen?
• • • •
In welke tijdspanne willen we onze school volledig in regel stellen met de licenties? Waar bewaren we alle licenties - cd-rom's - diskettes - ... Wie is hiervoor verantwoordelijk? ...
5. Plaatsing computers
In dit beleidsplan kan ook een aanbeveling komen hoe de leerkrachten best hun computers plaatsen. Ofwel kiezen voor een computerhoek of de computers plaatsen zodat ze zichtbaar zijn voor de leerkracht. Beide hebben hun voor- en nadelen. Immers, wanneer de computers in de computerhoek staan, storen de leerlingen de andere klasgenootjes minder, maar heb je als leerkracht minder controle. Staan de computers met de schermen zichtbaar voor de leerkarcht opgesteld, dan heeft deze welk een beter overzicht, maar kunnen de klasgenootjes afgeleid worden door de activiteiten aan de computer. Veel zal natuurlijk afhangen van de klasindeling.
6. Afspraken voor internet: school & thuis
Hier kunnen de afspraken i.v.m. internet neergeschreven worden: Hoe en wanneer mogen de leerlingen op internet? Worden zij begeleidt bij het surfen of mogen ze 'ongecontroleerd' surfen? Worden kindvriendelijke zoekmachines gebruikt? Kinderen van deze tijd zijn dikwijls meer vertrouwd met het medium MSN of chatten. Maar de draagwijdte hiervan is hen niet altijd bekend. In dit beleidsplan kan neergeschreven worden of MSN of chatten op school toegestaan wordt en eventueel onder welke omstandigheden. Misschien beslist de school om dit verkeer volledig te mijden en kan een duidelijke motivatie opheldering brengen. De leerlingen kunnen in de lessen er op gewezen worden welke gevaren internet / chatten met zich mee kan brengen. Daarom is deze attitude niet alleen belangrijk op school maar ook thuis. Ouders weten meestal niet waar hun kinderen mee bezig zijn op de computer, welke websites ze bezoeken en hebben totaal geen contole over de inhoud van hun mails of chatsessies. Daarom is het belangrijk dat ook de ouders - tijdens een ouderavond - geïnformeerd worden over het gebruik van internet op school en thuis. Hier kunnen zij dan enkele tips meekrijgen om hun kinderen te 'controleren': Enkele tips zijn: •
Plaats de computer altijd in een ruimte waar een volwassene in de buurt is. Zo is er sociale controle.
• • •
•
Installeer een 'NetNanny'. Dit is een programma waarbij kinderen afgeschermd worden van de voor hun niet zo geschikte websites. (http://www.netnanny.com) Dit bestaat ook voor chatters. Deze programma's zijn in staat conversaties bij te houden en chats te filteren en te loggen. (o.a. NetNanny Chat Monitor) Ook bestaan er programma's waarbij een tijdsbeperking opgelegd wordt. Via een login kan elk kind een (instelbaar) aantal minuten/uren de computer gebruiken. Zelfs de tijd dat er op internet gegaan wordt is instelbaar. Zo kan vermeden worden dat kinderen uren aan de computer gekluisterd zijn. Belangrijk is zeker dat de ouders een goede motivatie meerkrijgen waarom hun kinderen op school met internet bezig zijn op een verantwoorde wijze.
Evaluatie Regelmatig moet er dus ruimte zijn om het beleidsplan te evalueren en eventueel bij te sturen. Minstens 1 x per schooljaar vindt er een evaluatie plaats tussen directie en de ICTcoördinator. Ook een tussentijdse evaluatie (einde semester 1) is aan te bevelen. Men maakt een evaluatie van het gevoerde beleid. Volgende vragen moeten beantwoord worden: • • • • • • • • •
Is het integratieproces verlopen zoals gepland? Zijn de ambities bereikt? Is het ICT-kennisniveau van het team verbeterd? Moeten we nog andere opleidingen aanbieden? Betekent de werkgroep ICT een meerwaarde? Is de ICT-coördinator voldoende pedagogische bezig? Staan er voldoende pc’s in de klas en hoe worden ze gebruikt door de leerkrachten en leerlingen? Voldoen de pc’s nog aan de minimale technische voorwaarden? …
Dit zijn vragen die zeker moeten worden gesteld. Na de evaluatie worden er weer nieuwe doelen, acties geformuleerd en ingeschreven in het beleidsplan dat het schooljaar nadien weer zal worden geëvalueerd.
Praktijkvoorbeelden Een hulp om dit beleidsplan 'op papier' te krijgen vind je hier. Het is een Word-document dat bedoeld is als sjabloon. De voornaamste rubrieken die nodig zijn in het beleidsplan zijn reeds voorzien. Datgene wat is ingevuld, is louter bedoeld als voorbeeld en kan in Word worden aangevuld. De directeur en de ICT-coördinator hoeft dit document maar aan te vullen naar de eigen situatie. Bij dit beleidsplan hoort ook nog een 'steekkaart' om de hardware van de school te inventariseren. Die steekkaart vind je hier. Een weekplanning en uurroostervoorbeeld (klik) van ICT-coördinator Paul Monstrey. Voorbeeld: beleidsplan van een vrije basisschool
Bij ICT-implementatie houden we rekening met vier parallelle processen die we gelijktijdig invoeren o o o o
infrastructuur kennis en vaardigheden van leerkrachten en leerlingen ICT-beleid ICT-integratie
1. Infrastructuur ICT-geschiedenis van onze school o o
1997 : aankoop 2de-hands pc’s in minstens 1 klas van elke leeftijdsgroep 1998 : uitbreiding computerpark en aanleg netwerk
pc’s pc 01 lokaal directie pc 02 lokaal ICT-coördinator pc 03 lokaal secretariaat pc 04 lokaal zorgcoördinator pc 05 lokaal 1A LA 1 pc 06 lokaal 1B LA 3 pc 07 lokaal 2A LA 1 pc 08 lokaal 2B LA 3 pc 09 lokaal 3A LA 3 pc 10 lokaal 3B LA 1 pc 11 lokaal 4A LA 1 pc 12 lokaal 4B LA 3 pc 13 lokaal 5A LA 1 pc 14 lokaal 5B LA 3 pc 15 lokaal 6A LA 1 pc 16 lokaal 6B LA 3 pc 16 lokaal 1K A LA 1 pc 17 lokaal 1K B LA 3 pc 18 lokaal 2K A LA 1 pc 19 lokaal 3K A LA 1 pc 20 lokaal 3K B LA 3
Aantal pc’s aantal pc's PI aantal pc’s PII aantal pc’s PIII aantal pc’s PIV
10 6 2 2
bouwjaar 2001 2000 2001 1999 2001 2000 2000 1999 2000 2001 2000 2003 2001 1998 2000 2000 2000 2000 2000 1999 2000
nieuw x
tweedehands x
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
voor administratie
voor pedagogische doeleinden
0 0 2 2
10 6 0 0
andere pc’s
0
Totaal
20
4
16
Alle pc's staan in een Windows NT4-netwerk. In het netwerk staan 2 netwerkprinters. Zie schema:
Gebruik van de pc’s % gebruik door leerkrachten % gebruik door voor persoonlijk gebruik leerkrachten voor administratie (digitaal rapport, interne communicatie…) 2003 25 % 35%
% gebruik door leerlingen (educatief computergebruik)
40%
2004
5%
40%
55%
2005
…
…
…
Welk besturingssyteem? aantal Win XP
0
aantal Win 2000
0
aantal Win ME
3
aantal Win 98
9
aantal Win 95
5
aantal ander besturingssysteem
3
Welke applicatiesoftware? aantal Windows Office
2
aantal Open Office
18
aantal andere
Budget in EURO per kalenderjaar % voor nieuwe % voor nieuwe % voor algemeen hardware software onderhoud pcpark
% voor opleidingen personeel
2003
1500 EURO
60
20
10
10
2004
1600 EURO
30
20
15
35
2005
1700 EURO
20
20
20
40
De infrastructuur, het onderhoud en de uitbreiding ervan, nam groot deel van de taak van de ICT-coördinator. Scholengemeenschap: sinds 1/09/02 scholengemeenschap met 1800 leerlingen o o
o
10 uren: eigen school 8 uren voor SG (coördinatie van overige 3 ICT-coördinatoren) met 4 samen bijna één fulltime ambt! oprichting cel van ICT-coördinatoren binnen scholengemeenschap taak : onderhoud pc-park / opleidingen voor coördinatoren en personeel / uitstippelen ICT-beleid totaal 6 scholen met 250 pc’s en 8 netwerken
De randvoorwaarde om ICT te implementeren, is een stabiele infrastructuur. Hier is dan ook hard aan gewerkt de voorbije tijd. Bij de leerkrachten zorgen we ervoor dat er degelijk en zo operationeel mogelijk materiaal aanwezig is. Dit vroeg een zeer grote investering naar tijd maar het resultaat is nu ok: in de school staan stabiele pc’s en is er een performant netwerk. Het technisch beheer gebeurt deels door de ICT-coördinator en een bereidwillige ‘computervader’. In de toekomst zal de nadruk nog meer liggen op het pedagogisch werken daar we de ploeg 'computervaders' nog gaan uitbreiden. Van elke pc wordt een fiche bijgehouden met o.a. o o o o o o o
de volledige systeemconfiguratie datum aankoop mankementen soort foutmeldingen besturingssysteem alle aanwezige software registratiesleutels software
2. Leerkrachten/leerlingen De leerkrachten Een tweede randvoorwaarde is een voldoende ICT-competentie bij de leerkrachten. Wat verwachten wij aan leerkrachten-competenties? technisch: het minimum o de computer correct kunnen aan- en uitzetten • besturingssysteem en Office-applicatie: o Windows: kennis Verkenner, mappenbeheer en bestandenbeheer •
Word: basiskennis Excel: beperkte kennis • Overig: o internet: behoorlijke kennis o e-mail: behoorlijke kennis (verzenden (nieuw/beantwoorden/doorsturen), ontvangen, bijlagen, adresboek, …) o grondige kennis van de aanwezige op klascomputer educatieve softwarepakketten o o
Om dit te realiseren werd geïnvesteerd in opleidingen voor de collega’s. Vandaar werd ook dit schooljaar (derde schooljaar op rij) een "eigen" bijscholingsaanbod opgesteld. Het aantal inschrijvingen voor deze cursussen was heel behoorlijk. Bedenking: een aantal mensen waarvan we denken dat ze ‘het nodig hebben’ kunnen we helaas moeilijk/niet bereiken. Opleidingen: Wat bieden we aan: • • • • • • •
Powerpoint (3 avonden) Hot Potatoes( 1 avond) Word voor beginners (3 avonden) Word voor gevorderden (3 avonden) Excel voor beginners (3 avonden) Excel voor gevorderden (3 avonden) Internet en e-mail basis (2 avonden)
Deze nascholingen worden aangeboden op maandag- en/of dinsdagavonden tijdens de maanden november-december-januari en februari van elk schooljaar door de ICT-coördinator. Werkgroepen: In de school is er ook een werkgroep ICT opgestart door de ICT-coördinator. Doel? hoe kan ik alle collega’s overtuigen van de meerwaarde van ICT? Door veel over deze materie te communiceren • in deze werkgroep: van elk leerjaar één leerkracht, ook van de leeftijdsgroepen in de kleuterklas • voornaamste taak o anderen overtuigen o uitstippelen van horizontale en verticale leerlijnen o screening en aankoop educatieve software o zoeken naar organisatievormen om ICT zinvol in te schakelen: geïntegreerde aanpak o van mekaar leren •
Voordelen werkgroep:
elke leerkracht raakt betrokken taak leden werkgroep: parallelleerkracht advies geven bij implementeren van ICT • groep van believers • veel weten meer dan één • ICT-coördinator staat niet alleen • •
De leerlingen o o
enkele basiscursussen (Word en Internet vanaf het 4 de lj door ICTcoördinator) enkel gebruik van snelkoppelingen
Uiteraard gebruiken we de ICT-leerlijn uitgestippeld door VVKBaO. De ouders Aan de ouders vragen we duidelijk om de computertijd thuis te beperken. Het veelvuldig voor een pc zitten thuis is zeker af te raden. Het in NIET de bedoeling ouders aan te zetten om over te gaan tot de aankoop van een pc voor hun kind(eren). Het is de taak van de school om ook voor de have not's te zorgen. We beseffen dat niet alle mensen een computer bezitten en/of over een internetaansluiting beschikken. Deze groep mag in het schoolbeleid niet ontbreken. Extra aandacht moet zeker geschonken worden om ook die kinderen de nodige ICTvaardigheden bij te brengen. De noodzakelijke computerbasisvaardigheden moeten op de school aangeleerd worden.
3. ICT-beleid ICT-coördinatie: 4 taken/opdrachten voor de ICT-coördinator o o o o
zorg besteden aan het proces van implementatie van ICT aandacht voor de professionalisering van alle participanten zorg besteden aan de materiële context visie op vernieuwingen en ook ICT hoe ga je om met vernieuwingen? implementeren op schoolniveau (oa. ll-volgsysteem) implementeren op klasniveau (oa. klasboek, rapport) implementeren op leerlingniveau (in de klas) ICT vervangt, komt in de plaats van, is niet MEER ICT is niet leren over, maar leren met behulp van leerkracht is de spilfiguur vernieuwen is een traag proces ICT-coördinator is een begeleider van het team, iemand die voorstellen doet, iemand die het beleid mee ondersteunt.
4.ICT-itegratie
klasleerkracht = spilfiguur • • • •
nadruk ligt op hoeken- en contractwerken vanaf 1ste kleuterklas tot 6de leerjaar mogelijkheid om remediërings- en uitbreidingsleerstof flexibel aan te bieden ook tijdens ‘gewone’ lessen wordt ICT gebruikt. Wie? de klasleerkracht.
Hoe? Minder frontaal lesgeven. Veel meer in niveaugroepen, ook aan de pc. De leerkracht past dus zijn manier van lesgeven aan. Acties van de ICT-werkgroep: Voorstellen gedaan tijdens de personeelsvergadering in elke school: • • • • •
gebruik educatieve software en freeware gebruik van ‘Woordkasteel’ gebruik van webquest gebruik van ELO, elektronische leeromgeving: on line software (voor alle leerjaren en kleutergroepen) hulp in de klas tijden hoeken-en contractwerk
Veel collega's zijn reeds zinvol aan de slag, elk op hun manier en met hun mogelijkheden. Sommigen bereiken we moeilijk. We bieden niet teveel aan. We vragen van de directies: • • • •
de leerkrachten te motiveren om regelmatig (wekelijks, tweewekelijks) een hoeken-of contractwerk in te richten met een ICT-hoek het team nog meer warm te maken om de ICT-coördinator ter hulp te vragen in de klas bij de ondersteuning van ICT-activiteiten. om nog meer gebruik te maken van het mailsysteem dat aanwezig is. Zo ‘verplicht’ men alle leerkrachten hun pc van ’s morgens tot ’s avonds aan te zetten. om jaarlijks toch een spaarpotje aan te leggen om ‘nieuw’ materiaal aan te kopen. Nieuwere toestellen vertonen vanzelfsprekend minder mankementen. Die tijd komt dan vrij om pedagogisch te werken. Tip: kunnen we niet afspreken om bij dezelfde leverancier dezelfde systemen aan te kopen? Probleem nu: er staan in de hele school geen twee dezelfde pc’s. Dat maakt het gebruik van GHOST (wat een flinke besparing van tijd met zich meebrengt) onmogelijk.
Toekomst: waar willen we naar toe? •
Echte implementatie gebeurt ook in de ‘gewone” lessen. De tijd dat een leerkracht een volledig lesuur vooraan in de klas frontaal lesgeeft zou moeten voorbij zijn. De leerkracht zet de kinderen na een korte klassikale instructie in groepen aan het werk. In de verschillende groepen wordt de leerstof verwerkt. De pc met aangepaste educatieve software over de leerstof, kan één van de hoeken zijn. Om dit te realiseren is uiteraard medewerking nodig van de leerkracht. Hij zou de ICT-coördinator moeten vragen te komen helpen. Dit ligt bij collega’s toch nog moeilijk.
•
Omdat het moeilijk is een ‘ganse’ school warm te krijgen voor nieuwe ICT-projecten, zullen we in de toekomst werken met maar één klas per school. Deze klas kan nadien collega’s van de eigen school ‘infecteren’. Zit in de pijplijn: Site@school en het gebruik van Anywize.
•
Om de technische vaardigheden bij de kinderen te stroomlijnen in de klassen en in elke school: zelf ontwikkelen van een zeer beperkt aantal “lesjes ICT” waarin technische vaardigheden aan bod komen. Deze worden dan door de klasleerkracht geïmplementeerd.
Algemene conclusie: We hebben wel degelijk gewerkt aan de 4 componenten: 1. 2. 3. 4.
infrastructuur kennis en vaardigheden van leerkrachten en leerlingen ICT-beleid ICT-integratie
Daar in het verleden de nadruk terecht lag bij ‘infrastructuur’, werd dit schooljaar al behoorlijk wat tijd geïnvesteerd aan component 4. Ook werd er al heel wat tijd geïnvesteerd in opleidingen voor leerkrachten en leerlingen. Component 3 zit voortdurend in ons achterhoofd wanneer we bezig zijn met ICT. We zorgen ervoor dat de invoering vrijwel gelijktijdig verloopt.