Stappen
deelcijfer
weging
1 Onderzoeksvragen
10,0
6%
0,6
2 Hypothese
10,0
4%
0,4
3 Materiaal en methode
10,0
10%
1,0
4 Uitvoeren van het onderzoek en inleiding
10,0
30%
3,0
5 Verslaglegging
10,0
20%
2,0
6 Conclusie en discussie
10,0
10%
1,0
7 Zelfstandigheid en reflectie
10,0
5%
0,5
8 Presentatie
10,0
15%
1,5
100%
10,0
totaalcijfer Beoordelingsmomenten: BM1- stap 1 en 2 BM2- Stap 3 BM3- Stap 4 BM4- Stap 5, 6, 7 BM 5- Stap 8
Weging 10% 10% 30% 35% 15%
BM-cijfer In Som invoeren uiterlijk 10,0 17-apr 10,0 19-mei 10,0 4-jul 10,0 11-sep Eindcijfer in SOM 10,0
16-nov
10,0
Spelregels: 1. Na het verstrijken van de inleverdatum voor het beoordelingsmoment is er een herkansing mogelijk 2. Een score 0 op de deelonderwerpen geldt als onvoldoende. De leerling zal dit onderdeel van het werk moeten verbeteren. 3. In de herkansing is score 1 op de deelonderwerpn het maximum dat behaald kan worden.
score
1. Onderzoeksvragen Criterium A. Functionaliteit v/d onderzoeksvragen
score 0 De hoofdonderzoeksvraag is een gesloten vraag. De deelvragen worden niet genoemd. Als ze wel worden genoemd, leiden ze niet tot beantwoording van de hoofdonderzoeksvraag. Er ontbreken belangrijke deelvragen.
score 1 De hoofdonderzoeksvraag is een open vraag. De deelvragen tonen enige samenhang met de hoofdonderzoeksvraag. Er ontbreken 1 of 2 deelvragen.
score 2 De deelvragen leiden tot beantwoording van de hoofdonderzoeksvraag.
weging
2
cijfer
1
10,0 2
score
2. Hypothese Criterium Hypothese
NB: De leerling kan pas een score 2 op dit onderdeel krijgen indien stap 1 voldoende (score 1) is.
score 0 De hypothese staat los van de onderzoeksvragen en/ of is in praktische zin niet toetsbaar.
score 1 N.v.t.
score 2* De hypothese vloeit logisch voort uit de onderzoeksvragen en is in de praktijk toestsbaar.
weging
2
cijfer
1
10,0 2
score
3. Materiaal en methode Criterium
cijfer
2
0,33
10,0 1
Het onderzoeksmateriaal vormen een passend middel om de deelvragen te beantwoorden. De verschillende soorten onderzoeksmateriaal pakken de deelvragen van verschillende kanten aan.
2
0,33
1
Het onderzoeksmateriaal ligt klaar en leidt tot een betrouwbaar antwoord op de deelvragen.
2
0,34
1
score 0 Het onderzoeksplan leidt niet tot een toetsing van de hypothese; Het onderzoeksplan is onvolledig en legt niet of verkeerd uit hoe het onderzoek wordt aangepakt.
score 1 Het onderzoeksplan beschrijft wat nodig is om de hypothese te toetsen en er wordt uitgelegd hoe het onderzoek wordt aangepakt.
score 2 Het uitvoeren van het onderzoeksplan leidt tot en doelgerichte en betrouwbare toetsing van de hypothese. Het onderwerp wordt met verschillende methoden verkend. De methodekeuze wordt helder beargumenteerd.
B. Keuze voor onderzoeksmateriaal
De keuze voor het onderzoeksmateriaal lijkt willekeurig. De onderzoeksaanpak is niet of nauwelijks gekoppeld aan de deelvragen
Het onderzoeksmateriaal past redelijk bij de deelvragen, maar de onderzoeksopzet is niet volledig (1 op 1) gekoppeld aan de deelvragen
C. Kwaliteit van het onderzoeksmateriaal
Het onderzoeksmateriaal is niet uitgewerkt. Geselecteerde bronnen zijn niet betrouwbaar.
Het onderzoekmateriaal is beperkt en rommelig uitgewerkt. Geselecteerde bronnen zijn betrouwbaar
A. Doelgerichtheid v/h onderzoeksplan
weging
Totaal:
2,0
4 Uitvoeren van het onderzoek en inleiding Criterium A. Inleiding
score 0 score 1 Onderdelen ontbreken en/ of De inleiding beschrijft hoe de de beargumentatie is onjuist. leerling tot de onderwerpskeuze is gekomen. De onderzoeksvragen en de hypothese worden genoemd en beargumenteerd.
B. Onderzoek van literatuur
Er is geen literatuur bestudeerd. Of er is enkele literatuur bestudeerd maar deze is niet diepgaand en matig verwerkt. De instrumenten zijn niet of deels goed toegepast, de uitkomsten zijn daardoor niet betrouwbaar De gegevens ontbreken, of een deel van de gegevens is opgenomen, maar slordig.
C. Toepassing van instrumenten
D. Ordening van de empirische gegevens
score 2 De inleiding beschrijft op pakkende wijze hoe de leerling tot de onderwerpskeuze is gekomen. De onderzoeksvragen en hypotheses worden genoemd en helder en uitgebreid beargumenteerd.
score
weging
cijfer
2
0,25
10,0 1
Er is een redelijk deel van de De relevante literatuur is bestudeerd, en samengevat en met elkaar relevante literatuur vergeleken. bestudeerd, en goed samengevat.
2
0,25
1
De instrumenten zijn goed toegepast, de uitkomsten zijn daardoor betrouwbaar
De instrumenten zijn goed toegepast, de uitkomsten zijn daardoor betrouwbaar. De betrouwbaarheid wordt (impliciet of expliciet) besproken
2
0,25
1
Het grootste deel van de gegevens zijn opgenomen, en enigzins geordend.
Alle gegevens zijn opgenomen en overzichtelijk geordend. De gegevens zijn zeer toegankelijk voor anderen.
2
0,25
1
Totaal
2
score
5. Verslaglegging Criterium A. Presentatie van de resultaten
score 0 Kwantitatieve data wordt niet of op gebrekkige wijze gepresenteerd in figuren. Kwalitatieve data is niet verwerkt.
score 1 Kwantitatieve data wordt op juiste wijze gepresenteerd in figuren. Kwalitatieve data is gepresenteerd in transcripts of in quotes.
score 2 Kwantitatieve data wordt op juiste wijze gepresenteerd in figuren. Figuren zijn zeer goed leesbaar. Kwalitatieve data is gepresenteerd in transcripts of in treffende quotes.
B. Bespreking van de resultaten
De resultaten worden niet of gebrekkig besproken, of ze volgen niet uit de gegevens. Geen of slechte uitleg van de figuren in de tekst
De gegevens worden op een correcte wijze geanalyseerd en geinterpreteerd. Goede bespreking van de figuren in de tekst
De gegevens worden op een correcte wijze geanalyseerd en geinterpreteerd. Verschillende gegevens worden aan elkaar gerelateerd, en/of worden gerelateerd aan de literatuur. De onderzoeksvragen worden geheel beantwoord. De resultatenbespreking is juist, helder en niet onnodig uitgebreid.
C. Beantwoording van de De onderzoeksvragen worden niet of beperkt vragen beantwoord. De resultatenbespreking is grotendeels onduidelijk en onjuist. De literatuurlijst ontbreekt of D. Refereren is niet volgens APA regels opgesteld. De verwijzingen in de tekst ontbreken en/ of zijn niet volgens APA.
De onderzoeksvragen worden grotendeels beantwoord. De resultatenbespreking is grotendeels helder en juist. N.v.t.
De literatuurlijst is compleet, en geheel volgens APA regels opgesteld. Verwijzingen in de tekst zijn geheel volgens APA regels.
E. Indeling & Opmaak
Onderdelen ontbreken. Er is een grove structuur met kopjes, maar die is niet altijd logisch. Fonts en regelafstand wisselen af en toe. Paginanummering en inhoudsopgave ontbreekt. Figuren hebben onduidelijke headers.
Het verslag is comleet. Er is een redelijke structuur met kopjes. De kopjes zijn meestal duidelijk en logisch. Fonts en regelafstand zijn consequent. Er is een paginanummering. Headers van figuren zijn redelijk duidelijk.
Het verslag is overzichtelijk ingedeeld. Alle kopjes zijn duidelijk en logisch. Fonts en regelafstand zijn consequent. Er is een paginanummering, en figuren hebben duidelijke headers. Er wordt goed gebruik gemaakt van extra opmaakelementen.
Taalgebruik & Schrijfstijl
Taalgebruik is zeer zwak, en er zijn veel taalfouten. De redeneerlijn is onduidelijk en/of beperkt; het leest niet fijn.
Er is een gering aantal taalfouten. De redeneerlijn is aanwezig, en het leest makkelijk
Het verslag is in goed Nederlands geschreven. De redeneerlijn is duidelijk aanwezig en goed te volgen. Het stuk leest gemakkelijk.
weging
cijfer
2
0,16
10,0 0
2
0,17
0
2
0,17
0
2
0,17
0
0,17
0
0,16
0
2
2 Totaal:
2
score
6. Conclusie en discussie Criterium
A. Beantwoorden van de hoofdvraag
B. Bespreking van de hypothese C. Aanbevelingen voor vervolgonderzoek
D. Discussie
score 0 De hoofdvraag wordt niet of nauwelijks beantwoord en/ of het antwoord is onjuist. De hypothese wordt niet of nauwelijks besproken en/ of er wordt een foute aanname gedaan.
score 1 De hoofdvraag wordt onvolledig beantwoord en/ of bevat enkele onjuistheden. De hypothese wordt besproken, maar er is geen een- op- een verband met het onderzoek.
score 2 De hoofdvraag wordt beantwoord aan de hand van de antwoorden op de deelvragen. De hypothese wordt op correcte wijze verworpen of aangenomen op basis van de resultaten van het onderzoek.
Er worden geen vragen en hypotheses Er worden enkele vragen en hypotheses voor vervolgonderzoek genoemd. voor vervolgonderzoek genoemd. Deze vragen zijn niet relevant en of volgen niet uit het onderzoek.
Er worden enkele concrete en relevante vragen en hypotheses voor vervolgonderzoek genoemd, die logischerwijs uit het uitgevoerde onderzoek volgen.
Er worden geen of foute aanbevelingen Er worden enkele en/ of deels niet gedaan voor verbetering van de correcte suggesties gedaan voor onderzoeksmethodes. verbetering van onderzoeksmethodes.
Er worden aanbevelingen gedaan voor verbetering van de onderzoeksmethodes. Deze aanbevelingen zullen naar alle waarschijnlijkheid ook daadwerkelijk een verbetering opleveren.
weging
cijfer
10,0
2
0,25
0,5
2
0,25
0,5
2
0,25
0,5
2
0,25 Totaal:
0,5 2
score
7. Reflectie en zelfstandigheid Criterium
score 0
score 1
score 2
A. Evaluatie van het onderzoek
Er wordt in het logboek niet beschreven wat er goed ging en wat er niet goed ging tijdens het onderzoek. Het oorspronkelijke onderzoeksplan wordt niet geevalueerd.
Er worden enkele punten in het logboek genoemd die goed gingen, en enkele punten genoemd die niet goed gingen tijdens het onderzoek. De onderzoeksvragen en methoden uit de oorspronkelijke onderzoeksplannen worden geevalueerd.
Er worden in het logboek enkele duidelijke en relevante punten genoemd die goed gingen, en enkele duidelijke en relevante punten genoemd die niet goed gingen tijdens het onderzoek. Er worden concrete en relevante punten voor verbetering aangedragen. Er worden alternatieve (betere) onderzoeksvragen en methoden aangedragen.
B. Reflectie op onderzoekende houding en gedrag.
De leerling reflecteert in het logboek niet op het eigen gedrag en houding bij het doen van onderzoek.
De leerling geeft in het logboek aan wat de eigen beperkingen waren bij het doen van het onderzoek met betrekking tot hun gedrag en houding. (Heeft de leerling genoeg gedaan, is er sprake van vooringenomenheid?). De leerling kan goede voorbeelden noemen en beschrijven.
C. Zelfstandigheid
Het onderzoeksproces wordt doorlopen aan de hand van de begeleider. De begeleider levert ideeen voor de onderzoeksvraag en methoden. Met feedback wordt weinig gedaan.
De leerling geeft in het logboek onvolledig aan wat de eigen beperkingen waren bij het doen van het onderzoek met betrekking tot hun gedrag en houding. (Heeft de leerling genoeg gedaan, is er sprake van vooringenomenheid?). De leerling noemt te weinig of niet concrete voorbeelden. Er wordt een meer dan gemiddeld beroep gedaan op de begeleiding. De leerling levert ideeen voor de onderzoeksvraag en methoden, maar de begeleider moet dit concreet maken. Feedback wordt ten dele verwerkt.
weging
cijfer
10,0
2
0,33
0,66
2
0,33
0,66
2
0,34 Totaal
0,68 2
Het onderzoeksproces wordt zelfstandig doorlopen. De begeleider wordt op de hoogte gehouden en er wordt op belangrijke momenten hulp gevraagd aan de begeleider. Feedback wordt opgepakt als stimulans voor kwaliteitsverbetering.
score
8. Presentatie Criterium
score 0
score 1
score 2
A. Presentatievaardigheden: Interactie met publiek
De interactie met het publiek is zeer beperkt: De leerlingen stellen zich niet voor en/ of geven geen ruimte voor vragen
De leerlingen hebben een moeizame interactie met het publiek; Zij stellen zich wel voor en geven uimte voor het stellen van vragen, maar doen dit niet op een uitnodigende manier.
De leerlingen hebben een goede interactie met het publiek; Zij stellen zich duidelijk voor en geven ruimte voor het stellen van vragen.
A. Presentatievaardigheden: Binnenkomer
De leerlingen hebben geen of geen goede 'binnenkomer'.
De leeerlingen hebben een matige binnenkomer, of de binnenkomer staat teveel los van het uiteindelijke onderwerp.
De leerlingen hebben een binnenkomer die de interesse van het publiek direct trekt
A. Presentatievaardigheden: Timing
De timing van de leerlingen is slecht; De presentatie duurt te lang of de verdeling van de tijd aan de verschillende onderwerpen binnen de presentatie is niet goed.
De timing is matig: Leerlingen komen in De timing van de leerlingen is goed: De tijdnood en of besteden te veel of te weinig presentatie is op tijd afgelopen. Binnen de tijd aan de verschillende onderwerpen. presentatie zijn de onderwerpen evenwichtig verdeeld.
A. Presentatievaardigheden: Beeld en geluidsmateriaal
Het gebruikte beeld- en geluidsmateriaal is onduidelijk en/ of niet functioneel binnen de presentatie.
Het gebruikte geluids- en beeldmateriaal is deels duidelijk en verduidelijkt de besproken onderwerpen matig.
Het gebruikte geluids- en beeldmateriaal (figuren, grafieken, filmpjes, geluidfragmenten) zijn duidelijk en zijn zeer geschikt om de onderwerpen binnen de presentatie te verduidelijken.
A. Presentatievaardigheden: Spreekvaardigheid
De spreekvaardigheid van de leerlingen is onvoldoende; De leerling komt niet los van het papier. Er wordt onduidelijk gesproken of de zinsbouw en redeneertrant klopt niet.
De spreekvaardigheid is voldoende. De leerlingen zoeken nog steun bij aantekeningen en de powerpoint. Er wordt grotendeels duidelijk gesproken. De zinnen lopen deels goed, maar worden soms niet afgemaakt of zijn rommelig.
De spreekvaardigheid van de leerlingen is goed. De leerling is in staat om los van de aantekeningen een verhaal te houden. Er wordt duidelijk en in goede zinnen gesproken.
B. Onderzoeksmethode: Toelichting hypothese
De onderzoeksvragen en de hypothese worden niet genoemd en/ of niet voldoende toegelicht.
De onderzoeksvragen en de hypothese worden genoemd, maar het is niet geheel duidelijk hoe deze tot stand zijn gekomen.
De onderzoeksvragen en de hypothese worden genoemd en toegelicht.
B. Onderzoeksmethode: Toelichting onderzoeksopzet
De onderzoeksopzet wordt niet of De onderzoeksopzet wordt besproken maar De onderzoeksopzet wordt besproken en er onvoldoende toegelicht. het is niet geheel duidelijk waarom voor wordt duidelijk verteld hoe en waarom voor deze deze opzet is gekozen en/ of een aantal opzet is gekozen. punten blijft onderbelicht.
C. Inhoud: Bespreking bevindingen
De inhoudelijke bevindingen worden niet of onvolledig besproken. Als zij worden genoemd is het niet duidelijk wat ze te maken hebben met het onderzoek als geheel. Er wordt geen antwoord gegeven op de onderzoeksvraag en de hypothese en/ of dit antwoord heeft geen of een onduidelijke relatie met het gepresenteerde onderzoek.
C. Inhoud: Beantwoording onderzoeksvragen en hypothese
De inhoudelijke bevindingen van het onderzoek worden besproken, maar het is niet altijd even duidelijk wat het verband is met het onderzoek als geheel.
De inhoudelijke bevindingen van het onderzoek worden goed besproken. Het is duidelijk wat de uitkomsten van het onderzoek betekenen voor het onderzoek als geheel.
er wordt antwoord gegeven op de onderzoeksvraag en de hypothese. Het is echter niet op alle punten duidelijk hoe de conclusies verband houden met het onderzoek. Er worden geen of onvolledige suggesties gedaan voor nieuwe hypotheses en vervolgonderzoek.
Er wordt een duidelijk antwoord gegeven op de onderzoeksvraag en de hypothese. Het is helder hoe deze conclusies verband houden met het eerder gepresenteerde onderzoek. Ook doet de leerling suggesties voor nieuwe hypotheses en vervolgonderzoek.
weging
cijfer
10,0
2
0,11
0,22
2
0,11
0,22
2
0,11
0,22
2
0,11
0,22
2
0,11
0,22
2
0,11
0,22
2
0,11
0,22
2
0,11
0,22
2
0,12 Totaal:
0,24 2