punt
v. u. Walter Hens, Ommeganckstraat 47/49, 2018 Antwerpen
stand
ACOD onderwijs
· edito ‘Regine Beer’ · schoolraden & participatie · administratieve omkadering · on-line pensioenaanvraag
provincie Antwerpen
Antwerpen / Kempen / Mechelen driemaandelijks provinciaal tijdschrift 6de jaargang 2014
april • mei • juni
standpunt inhoud
colofon
edito
Redactieraad:
14 06 nummer 22
03 In memoriam Regine Beer
IN DE KIJKER 04 Schoolraden en participatie
Walter Hens -
[email protected] Ben Coeck -
[email protected] Uwe Rochus -
[email protected] Carlo Aerts, Ingrid Hapers, Chico Detrez, Ivo Roggemans, Ronny Verbeek,
NIEUWS UIT HET STEDELIJK ONDERWIJS 06 Herverkaveling stedelijk secundair onderwijs
NIEUWS UIT HET CLB 09 CLB en IJH goede vrienden
nieuws uit HET HOGER ONDERWIJS
Redactiesecretaris: Ben Coeck -
[email protected] 03/213.69.35
Redactiesecretariaat: Nicole Leyzen, Ann Rigo, Ingrid Hapers, Christel Teysen
12 Een hogeschool in tijd van fusie
Jaarabonnement:
nieuws uit HET GO! 15 Administratieve omkadering basisonderwijs
info 17 18 19 20
Pensioen & cumulatie
storting 8 e op rek.nr. 000-0509393-46 van ACOD/Antwerpen Gratis voor leden
Layout en druk www.dewrikker.be
De ‘on line’ pensioenaanvraag Het overlevingspensioen Hallo, wie heb ik aan de lijn
Deadline tijdschrift
inzending tekst + foto’s vóór: januari-februari-maart 10 februari april-mei-juni 21 mei juli-augustus-september 31 augustus oktober-november-december 26 oktober
Overname van artikels is toegestaan mits toelating van de auteur en met bronvermelding. Alle artikels die verschijnen in Standpunt vallen onder de verantwoordelijkheid van de auteur. Gedrukt op 100% chloorvrij en milieuvriendelijk papier
VU: Walter Hens - Provinciaal secretaris
edito
in memoriam Regine Beer
Walter Hens provinciaal secretaris
(05/11/1920 – 23/03/2014)
Op 29 maart 2014 was ik een ‘stille’ getuige tussen de vele aanwezigen bij de afscheidsplechtigheid van de 93 jarige Regine Beer. Zij was een getuige van het concentratie- en vernietigingskamp van Auschwitz en strijdster tegen racisme, discriminatie en fascisme maar ook tegen het opkomend neofascisme. Regine Beer werd tijdens de tweede wereldoorlog gedeporteerd naar AuschwitzBirkenau, ze overleefde het vernietigingskamp van de nazi’s en keerde in 1945 terug naar de stad Antwerpen. Ze werd op 22-jarige leeftijd op 3 september 1943 in Antwerpen opgepakt en gedeporteerd. Twee jaar later keerde ze terug als één van de weinige overlevenden. De nazi’s hadden een tatoeage KZ A 5148 op haar linkerarm geplaatst, heel haar leven werd zij met deze tattoo herinnerd aan deze gruwelijke periode. Als Antwerpse leerkracht gaf zij spreekbeurten aan duizenden jongeren in de scholen. De leerlingen luisterden naar haar adembenemende verhalen over haar ervaringen in het concentratiekamp van Auschwitz. Zij was de belichaming van de strijd tegen het fascisme en racisme. In 1993 ontving ze de Prijs Vrijzinnig Humanisme, in 1995 was ze laureate van de Prijs voor democratie. Ze werd ook genomineerd bij de Vlaamse Lijst voor de Grootste Belg en in 2006 werd ze commandeur in de Kroonorde. In haar uiteenzettingen en daarbuiten bleef zij steeds vertellen dat zij niet haatdragend was en daarom raadde zij ook aan om de kinderen op te voeden en hen te leren om niemand te haten. Uiteraard was dat voor haar niet evident, de eerste jaren kon zij het woord ‘Duitser’ niet horen, maar gaandeweg is dit verbeterd. Regine Beer is ondanks alles wat zij heeft meegemaakt blijven geloven in de mens en eindigde in de scholen steevast met een zin die zij gelezen had in het boek van
Anne Frank: “en toch blijf ik geloven in de innerlijke goedheid van de mens”.
in de oefenschool Hopland en daarna de Oudaen.
Tijdens de begrafenisplechtigheid werd het muisstil, ik kreeg het koud en warm en mijn emoties kon ik niet meer verbergen toen er een beeldfragment werd getoond waarin zij zong: “de gedachten zijn vrij/ wie raadt ze daarbinnen?/ zij dansen voorbij/ als nachtelijke schimmen/ geen mens kan ze raken/ laat wezen wat zij/ de gedachten zijn vrij!”
Een inschrijving in de stedelijke normaalschool in de Lange Gasthuisstraat was evident omdat ze graag les wilde geven. Zij werd leraar lichamelijke opvoeding en gaf ook Frans. We hebben afscheid genomen van deze uitzonderlijke vrouw met diep respect en namens de ACOD/onderwijs (provincie Antwerpen), zijn wij ontzettend fier dat deze moedige ‘dame’ lid was van onze socialistische vakbondsfamilie.
Dit was het lied waar Regine Beer kracht uit putte om zich staande te houden in het concentratiekamp. De familie van Regine mocht postuum de Lifetime Achievement Award ontvangen. Dit was alweer een aangrijpend moment. Remco Devroede, geen onbekende in onze vakorganisatie, zong als afsluiter het pakkende en aan de ribben klevende lied van De Moorsoldaten. Dit lied werd geschreven in het concentratiekamp van Borgermoor. We zullen haar zeker niet vergeten want Regine was één van ‘ons’. Zij was ACOD lid onderwijs tot de dag dat ze overleden is om precies te zijn van 1 november 1954 tot 23 maart 2014, dus bijna 60 jaar lidmaatschap. Zij ging naar de stedelijke lagere school in De Vrièrestraat en bleef daar tot de derde klas vervolgens ging zij naar het stedelijk instituut voor meisjes in de Lamorinièrestraat, en vervolgde haar schoolcarrière
Als eerbetoon aan Regine Beer zal ik deze zomer zeker een bezoek brengen aan Auschwitz, we moeten dit ‘levend’ houden, haar vergeten is geen optie. Ik zou willen eindigen met een citaat van de voormalige Minister van Nationale Opvoeding Willy Calewaert: “want er komt een dag dat alle getuigen zullen verdwenen zijn. Dan zullen de leugens groeien als onkruid.”
3
4
IN DE KIJKER
Roger Riské bestuurslid afdelingsbestuur Antwerpen/Kempen
schoolraden & echte participatie een luis in de pels? Hopelijk niet! Alhoewel… De reacties van het Stedelijk Onderwijs op de werking van de schoolraden doet ons soms anders vermoeden. Eerst kort herinneren: De schoolraden werden in 2004, via het participatiedecreet, gecreëerd door de Vlaamse overheid. Het doel was/is een opbouwend en waardevol gesprek te organiseren tussen inrichtende macht enerzijds en leerkrachten en ouders anderzijds. De schoolraad (SR) is paritair samengesteld uit ouders, leerkrachten en gecoöpteerden. De inrichtende macht, het schoolbestuur, is geen geleding. Zij kunnen wel de vergaderingen bijwonen en deelnemen aan de gesprekken. Gelukkig maar, zonder hun info zou de SR niet kunnen functioneren. De SR heeft een raadgevende en adviserende rol rond pedagogische en school gerelateerde onderwerpen .Tot hier in een notendop de essentie van de schoolraadwerking.
domein van de schoolraad De bedoeling van het participatiedecreet was/is dat er per school een SR moet worden opgericht. Het schoolbestuur van het Stedelijk Onderwijs besliste, met toestemming van het kabinet, om schoolraden per scholengemeenschap op te richten. Deze structuur maakt echter dat de basisidee een andere invulling krijgt. Het maakt ook dat het functioneren van de SR moeizaam verloopt. De uitzondering bevestigt echter de regel: schoolraad West functioneert al 10 jaar. Als een van de weinige SR’n vergaderen zij regelmatig en volgen zij het beleid van het schoolbestuur kritisch op de voet. In de voorbije periode werd veel aan de orde
gesteld en maatregelen besproken die direct een implicatie op het schoolleven hadden.
een haat/liefde verhouding? Toch bleef er een sfeer van wederzijds wantrouwen bestaan. Dit leidde wel eens tot discussie of wrijving, maar die werden in het verleden altijd rond de tafel uitgepraat. In de discussie rond de BASO-fiche blijkt plots dat het schoolbestuur zich zorgen maakt over het standpunt van schoolraad West. Mogelijk wou men niet dat hun inzichten weerklank zou krijgen in de bredere personeelsrangen en dat de koers
die werd uitgestippeld niet zou worden gevolgd door de schoolteams. Wantrouwen is echter zelden een goede raadgever. Daarop werd de voorzitter (een personeelslid) uitgenodigd voor een gesprek met de divisie- en de coördinerend directeur. Deze uitnodiging werd niet zomaar aanvaard en met steun van onze vakbond werd het uiteindelijk een ‘positief’ gesprek. De vakbondsverantwoordelijken hebben onze collega bijgestaan en met succes verdedigd. Zij kloegen deze manier van werken aan en wezen op de discutabele houding van het schoolbestuur tegenover de werking van een schoolraad. De constructieve samenwerking uit het
IN DE KIJKER
MEDEDELING
handiger plannen met de acod-zakkalendertjes ‘14 - ‘15 participatiedecreet werd hier door hen op een wel heel speciale manier ingevuld.
De kalendertjes in zakformaat van ACOD/onderwijs voor het schooljaar 2014 – 2015 liggen ter be-
Gelukkig is de vakbond er niet alleen om onze gezamenlijke belangen te verdedigen, maar ook, om ons als individu te beschermen tegen individuele druk en intimidatie.
Noot: Enkele weken later blijkt dat de BASO- fiche afgevoerd wordt want niet zinvol. De SR had het uiteindelijk bij het juiste eind en onderstreepte dit met de juiste argumenten. De leerkrachten in het stedelijk basisonderwijs hebben nu alleszins een stuk planlast minder. Een wijze beslissing!
schikking op de onderwijssecretariaten te Antwerpen, Mechelen en Kempen (ABVV kantoor, Grote Markt in Turnhout) De ACOD-schoolafgevaardigden en leden kunnen deze kalenders steeds afhalen tijdens de normale openingsuren (opgelet ! Hou rekening met de jaarlijkse zomervakantie).
5
6
nieuws uit het stedelijk onderwijs
Chico Detrez groepssecretaris Stedelijk Onderwijs Antwerpen
herverkaveling van het stedelijk secundair onderwijs Antwerpen over de
De 'herverkaveling van het secundair onderwijs' is het zoveelste masterplan voor de hertekening van het secundair onderwijs Antwerpen. Ook tijdens de vorige bestuursperiode(s) werden er meerdere masterplannen uitgetekend. De meeste daarvan waren al achterhaald voor er één letter van uitgevoerd werd. Dit heeft er voor gezorgd dat bij een groot deel van het personeel een houding is ontstaan die zich het beste laat vatten onder het gezegde “de soep wordt nooit zo heet gegeten als ze opgediend wordt”.
nieuws uit het stedelijk onderwijs
Deze keer is de reactie echter een stuk feller dan voorheen. Daar zijn verklaringen voor: de samenstelling van de bestuurscoalitie (met een N-VA burgemeester, een Open-Vld schepen voor onderwijs en de sp.a in de oppositie); de bekendmaking van de plannen in de pers op 21 januari 2014; de impact voor een groot aantal scholen, enz.). De verontwaardiging van een aantal collega's na het aanhoren van de plannen op infovergaderingen door de divisiedirecteur stedelijk secundair onderwijs keerde zich voor deel ook naar 'de vakbond'. “Waar zit de vakbond? Wat gaat de vakbond doen? Keurt de vakbond dit goed?” enz. Intussen is een en ander uitgeklaard. Toch lijkt het me nodig nog een keer op de hele kwestie terug te komen. Misvattingen leiden vaak een hardnekkig bestaan en vakbondsstandpunten worden snel vergeten.
vakbond en overheid: een terugkerende misvatting De 'Wet tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel' van 19 december 1974 bepaalt over welke materies tussen overheid en vakbond onderhandeld wordt en protocollen worden afgesloten. Hieronder vallen: (a) het administratief statuut, met inbegrip van de vakantie- en verlofregeling; (b) de bezoldigingsregeling; (c) de pensioenregeling; (d) de betrekkingen met de vakorganisaties; (e) de organisatie van de sociale diensten; (f) verorderingsbepalingen welke zij uitvaardigen, algemene maatregelen van inwendige orde en algemene richtlijnen, met het oog op de latere vaststelling van de personeelsformatie of inzake arbeidsduur en organisatie van het werk. M.a.w. over missie, visie, het pedagogisch project en herstructureringen worden tussen de overheid en de vakbonden geen protocollen afgesloten. Dat wil echter niet zeggen dat wij als vakbond niet in discussie kunnen treden met diezelfde overheid vanuit onze politiek-syndicaal ingekleurde pedagogische visie. De krijtlijnen daarvan liggen vast in onze congresteksten. De meest actuele dateren van 2008 en 2012. (Voorjaar 2014 organiseerde de ACOD hierover in alle provincies - en regio Brussel - nog een vorming). Over de 'herverkavelingsplannen' is dus NIET onderhandeld tussen overheid en
vakbond, laat staan een protocol (van akkoord) afgesloten. De vakbondsdelegaties van ACOD, COC, COV en VSOA hebben op de bijeenkomst van het ABC (Afzonderlijk Bijzonder Comité, het onderhandelingscomité tussen de onderwijsvakbonden en de (onderwijs)overheid) acte genomen van de plannen en hun bemerkingen gegeven. Uitspraken waarin beweerd wordt dat de herverkaveling onderhandeld en/of goedgekeurd werd zijn ofwel foute uitspraken (bewust of onbewust) of fout verstaan door de toehoorder. Het is aan de vakbond(en) om bij herstructureringen de rechten van het personeel te bewaken en te verdedigen. Waarbij ik meteen wil wijzen op de gedeelde verantwoordelijkheid tussen vakbondsvertegenwoordigers en leden, schoolafgevaardigden. Het zal er op aan komen om in de nabije toekomst alert en snel te reageren wanneer inbreuken worden vastgesteld. Dit kan enkel en alleen lukken wanneer leden en schoolafgevaardigden het vakbondssecretariaat onmiddellijk contacteren wanneer er betwistbare ingrepen t.o.v. het personeel gebeuren.
herverkavelingsoperatie Dat er zich in het stedelijk onderwijs Antwerpen herstructureringen opdringen staat niet ter discussie. Alleen al het tekort aan plaatsen voor kinderen en leerlingen in het basisonderwijs (en in de nabije toekomst in het secundair onderwijs) is dwingend. Daarnaast kan men niet naast de grootstedelijke problematiek op het vlak van diversiteit. Dit staat echter een kritische kijk op de inhoud van de herverkavelingsplannen en de aanpak niet in de weg. Het personeel van het stedelijk secundair onderwijs wordt op informatievergaderingen op de hoogte gebracht van de herverkavelingsplannen. Net voor de paasvakantie kwam divisiedirecteur Ronny Du Jardin op een informele bijeenkomst van het bestuur van de groep stedelijk onderwijs de plannen uitvoerig toelichten. We kregen dankzij de uiteenzetting op de eerste plaats zicht op de onderwijskundige en onderwijs-organisatorische visie van waaruit zijn beleid en de herverkavelingsoperatie onderbouwd werd. Daarnaast geeft deze operatie een duidelijk zicht op hoe de participatie en inspraak een plaats krijgt in de besluitvorming. Tenslotte wil
ik nog iets kwijt over de 'communicatiestijl' van het beleid in het debat.
de beleidsvisie en de onze Het herverkavelingsplan zit ingebed in de visie van het bestuursakkoord van de huidige coalitie. Het zou vreemd zijn moesten de keuzes binnen de hertekening van het stedelijk secundair onderwijs er haaks op staan. Een arbeidsmarktgerichte benadering domineert dan ook de visie waarop de herverkaveling onderbouwd wordt. In de vijf grote ambities (onderwijskwaliteit, onderwijsaanbod, leiderschap, communicatie, infrastructuur) zijn pedagogische uitgangspunten amper terug te vinden. Daar waar we ze wel tegenkomen (onderwijskwaliteit) zijn er drie van de vier 'sub-ambities' geheel of gedeeltelijk arbeidsmarktgericht:
ambities onderwijskwaliteit1 ambitie 1 elk Stedelijk Lyceum een gunstig doorlichtingsverslag (met aandacht voor leerplanrealisatie en professionalisering van vakwerkgroep werking) ambitie 2 competentieontwikkeling, de evaluatiepraktijk hier op afstemmen ambitie 3 leerbegeleiding afstemmen op de doelgroep (‘smart design’ gericht op gekwalificeerd uitstromen) ambitie 4 voorbereiden op vervolgstudies en arbeidsmarkt In de uiteenzetting werd het alsmaar duidelijker: een succesvolle leerling is een leerling die zo de arbeidsmarkt kan instappen. Succesvolle richtingen zijn richtingen waarin de uitstroom een hoge tewerkstellingsgraad haalt. Een niet onbelangrijke parameter, maar beangstigend dominant aanwezig in een onderwijs dat pretendeert zich op de algemene persoonlijkheidsontwikkeling van de leerling te richten. Ook als het over de profilering van het secundair onderwijs gaat sluipt het economisch denken/jargon binnen en verwordt het tot een 'merkenstrategie implementeren'. Ook argumentaties zoals “het stedelijk secundair onderwijs is zoals een bollenwinkel, je verkoopt enkel die bollen die goed in de markt liggen” verraden hoe er bedrijfsmatig naar onderwijs gekeken wordt.
7
8
nieuws uit het stedelijk onderwijs
De visie vertrekt ook van een automatische verbinding tussen herverkavelen en kwaliteitsverbetering. Een uitgangspunt dat berust op geloof en overtuiging, maar niet op feitelijkheden. In tegendeel, onderzoek wijst vaak dat structuuringrepen weinig of geen invloed hebben op de kwaliteitsverbetering zoals die in de visie naar voor geschoven wordt. Tenslotte over de impact op het personeel. Er van uitgaan dat de verhuisoperaties geen impact hebben op het personeel getuigt van blindheid (het negeren van ervaringen) of overdreven optimisme. Er wordt ook bijzonder snel over de gevolgen van de herstructurering voor het personeel heen gegaan wanneer het over iets langere termijn gaat. Pendelen tussen vestigingsplaatsen, herschikkingen van het personeelsformaties na het eerste herverkavelingsjaar, de onvoorspelbaarheid van leerlingenbewegingen en de invloed op de omkadering, enz.
besluitvorming en participatie Bij start van de verzelfstandiging werd in beleidsdocumenten de kaart getrokken van transparantie en participatie: “… systematisch en transparant overleg met alle participanten belangrijk om tot een breed gedragen beleid te komen.” “Ook op het beleidsniveau wil het Stedelijk Onderwijs Antwerpen via een systematisch en transparant overleg met alle participanten de arbeidsverhouding tussen werkgever en werknemer zo democratisch mogelijk laten verlopen.” Het overleg heeft zich beperkt tot het niveau van de directeurs. In welke mate personeel in de verschillende scholen 'betrokken' is geworden (geïnformeerd ?, besproken met?, advies gevraagd van?,…) is onduidelijk. Aan de reacties vanuit een aantal scholen valt die betrokkenheid te betwijfelen. De opmerkingen hierover op het infomoment voor de paasvakantie afdoen als “er is een gebrek aan belangstelling voor de bestaande participatiemogelijkheden via de schoolraden” is meer dan flauw. De schoolraden zijn in het secundair onderwijs nooit ernstig genomen. Laat staan gestimuleerd. Beleidsvoerders die de hoger genoemde ambities i.v.m. transparantie en partici-
patie ter harte nemen ondernemen zelf initiatieven om personeelsleden te betrekken.
communicatiestijl Het is een terugkerend fenomeen in discussies met mensen die zich op een beleidsniveau bevinden. Zij geven personeelsleden die in discussie gaan het gevoel van 'dom' te zijn, 'niet in staat de goede intenties en het waardevolle van veranderingen te begrijpen'. Uitspraken zoals: 'leerkrachten die niet of traag vernieuwen, leerkrachten die de noodzaak en de zin niet inzien van de vernieuwingen zijn … conservatief'. 'Mensen met gezond verstand verstaan de noodzaak van de herverkaveling'. 'Het is noodzakelijk om anders (lees: mee met het beleid) te leren denken'. Denigrerende uitspraken en ook valse uitspraken want ze beroepen zich niet op pedagogische of onderwijskundige argumenten, maar schakelen over op morele argumenten. Waarmee je iedereen die kritisch is, monddood kan maken. Ook de bewust gebruikte verwarring tussen feiten, interpretaties en conclusies. Feiten vanuit de analyse worden geponeerd alsof de interpretatie en conclusie er onlosmakelijk mee verbonden is. Meteen lijkt het dat wanneer je de conclusie verwerpt je ook de feiten ontkent. En dat zou getuigen van een onmiskenbare domheid in een tijdsperiode waarin 'meten als weten' wordt opgevat.
1
Ambities secundair onderwijs, https://intranetso. antwerpen.be ² We gooien de trossen los... Uitgebreide beleidsnota Stedelijk Onderwijs Antwerpen. Oktober 2008. p. 20 ³ Algemene visie op het personeelsbeleid van het Stedelijk Onderwijs Antwerpen. 2008. p 4.
personeelsle den kunnen m eer info over de herverkavelin g vinden: http://www.s tedelijkonderw ijs.be/ sites/default/ files/scholen/ %5Bsite%3Acu rrentgroup%3Agid% 5D/pagina_bi jlage/ Brochure_Sted elijk_Lyceum.p df
CLB en
nieuws uit het CLB
Ivo Roggemans, lid provinciaal bestuur Antwerpen
IJH, goeie vrienden?… Voor de geïnteresseerde en aandachtige lezer die niet écht vertrouwd is met (hulpverlenings)jargon buiten onderwijs, eerst even verduidelijken dat ‘IJH’ staat voor Integrale Jeugdhulp. Dit decreet werd in het Vlaamse Parlement goedgekeurd op 3 juli 2013 en ging van start in de ‘voorstartregio’ Oost-Vlaanderen op … 15 september 2013. Voordien ook proefgedraaid in pilootproject en reeds in de jaren 1990 een begrip dat groeide op tekentafels, in vakliteratuur en politieke debatten, maar nooit echt gestructureerd ingang vond binnen hulpverlening en ver weg leek. Sedert 1 maart 2014 is het er helemaal en kan Vlaanderen, dus ook de CLB’s, kennismaken met een totaal gewijzigd jeugdhulplandschap.
Binnen deze nieuwe structuur vormen de CLB een belangrijke medespeler op het terrein. Samen met Kind & Gezin en de Centra Algemeen Welzijnswerk verzorgen ze de ‘brede instap’ binnen de ‘Rechtstreeks Toegankelijke Hulp’. Met andere woorden, ze zullen op heel wat meer vragen antwoorden dienen te geven dan enkel onderwijsgelinkte, wordt gevreesd. Daarenboven schrijven procedures voor dat beduidend meer voorbereidend én opvolgwerk zal dienen geleverd om hulpvragen ook effectief aan én voorbij de hulpverlenings’toegangspoort’ te krijgen en dus jongeren díe hulp te bieden die ze echt nodig hebben. Daarenboven dreigt een (nog grotere) toename van wachtlijsten binnen residentiële, semi-residentiële, maar ook ambulante hulpverleningsvormen zoals de CLB… Het decreet CLB (1998), met alle vernieuwingen die binnen én buiten onderwijs doorgevoerd worden vandaag én met een maatschappij die steeds meer vraagt van jongeren en ouders, is dringend aan een update toe. Denken we bijvoorbeeld aan ‘doorlooptijden, ‘draaischijffunctie’, personeelsomkadering/middelen, … Dit alles, overbevraging, onderbestaffing, onduidelijkheid, ziekte-uitval, dreigende burn-out, onderwaardering en meer, zorgt voor heel wat commotie in de sector en bij gemotiveerde CLB-ers die het gros uit maken van diegenen die dagelijks het beste van zichzelf geven op het terrein, zo zal blijken…
commissie leerlingbegeleiding en ‘werkgroep CLB’ Algemeen-secretaris, Raf De Weerdt, gaf de werkgroepleden enige kijk op de ACOD-inspraakstructuur en lichtte de werkzaamheden van de zes ACOD-commissies kort toe. Ondertussen had ook uw verslaggever summier het verschil in thema’s en sa-
9
10
nieuws uit het CLB
menstelling tussen de Commissie Leerlingbegeleiding en de ‘werkgroep CLB’ geschetst, alsook aantal onderwerpen waarmee de CLB in de nabije toekomst, buiten IJH, zullen geconfronteerd worden en waarin ze door de regelgever een belangrijke rol toebedeeld krijgen (Mdecreet, hervorming SO, …). De grondige hertekening van het jeugdhulplandschap en de confrontatie van de CLB hiermee, vergde echter een specifiek overlegforum dat werd geboden door ACOD via de ‘werkgroep CLB’. Een orgaan dat niet recent meer was samengeroepen en dus nieuw leven werd ingeblazen. Een soort van ‘kroonraad’ die samenkomt als de nood hoog is… Op woensdag 28 mei werden de ACODafgevaardigden die werkzaam zijn op een CLB, door toedoen van het Onderwijssecretariaat en de Provinciale (en regio-) secretarissen in ‘Fontainas’ samengeroepen. Het grote auditorium was de locatie en spoedig bleek dat dit geen maat voor niets was. Bovendien was het een netoverschrijdende CLB-aangelegenheid. Het programma was kort, krachtig én duidelijk. Verwelkoming en duiding door uw verslaggever en vervolgens toelichting bij het decreet IJH én de impact ervan op de CLB-werking (door Dries Vandermeersch, voorzitter RADI). Vervolgens concrete en pakkende getuigenissen uit de gewezen ‘voorstartregio’ Oost-Vlaanderen aangaande de implementatie van IJH. Zélfs van collega’s die er wegens ziekte niet bij konden zijn, doch hun ‘brief’ lieten voorlezen door een collega of de Adjunctprovinciaal secretaris Oost-Vlaanderen, Tania Van den Broeck. Tussendoor en tijdens vragenronde en debat heel wat vragen, opmerkingen, tussenkomsten, gefronste wenkbrauwen, emoties, frustraties vanuit de andere provincies na drie maanden toepassing IJH op het terrein. Over IJH zal ik jullie niet ‘entertainen’ want daar zijn andere publicaties voor zoals de talloze informatiebrochures en instructief beeldmateriaal dat door departement Welzijn verspreid werd (www. jongerenwelzijn.be/integrale-jeugdhulp). Laat er ook geen misverstand over bestaan, dit decreet wordt zowel door de minister van Welzijn als Onderwijs gesteund en gestuurd.
reacties vanuit CLB-werkveld Drie uur vergaderen samenvatten is niet niks. Het is daarenboven niet de bedoeling om woordelijk alle thema’s even uitgebreid aan bod te laten komen. Toch wil ik meer dan een poging wagen en ga ik er van uit dat collega’s die deze bijeenkomst meemaakten, maar ook anderen die dit lezen, zich kunnen terugvinden en aannemen wat ik in alle eerlijkheid aan papier, zonder overdrijvingen, verdraaiingen, ‘selectieve vergetelheden’ en dus aan Standpunt toevertrouwde… Het is de weergave van hetgeen uit de groep kwam, de ‘rode draad’ over netten en provincies heen, jonge en meer ervaren collega’s, rechtstreeks uit de zaal of via een getuigenbrief of Adjunct-provinciaal secretaris op het spreekgestoelte, tijdens de pauze en op weg naar huis,… Verzuchtingen die niemand zomaar naast zich zou mogen leggen en waar op een ernstige, respectvolle, begripvolle en doordachte manier dient mee omgesprongen. Op álle echelons! Een overzicht dat ik bondig, in tien punten, tracht weer te geven. Duidelijkheid en leesbaarheid voor iedereen, dus ook naar díe lezers die niet echt vertrouwd zijn met CLB-materie. De invoering van IJH zorgt er bij de CLB voor dat ze sterk vragende partij zijn om vanuit beleid Welzijn/Onderwijs, dringende maatregelen te nemen om volgende redenen: • Exponentieel toenemende werkdruk (o.m. wegens vele overuren door opzoekwerk/verwerking gegevens om A-/M-documenten correct op te maken, zonder enige zekerheid dat ze de ‘toegangspoort’ passeren; tijdrovende aanmeldingsprocedures + administratie; versnipperde gegevens, zoals diagnostiek andere diensten inzamelen, is zeer arbeids- en tijdsintensief; uitgebreide diagnoseverslagen; partijen aan de gesprekstafel krijgen en flexibel afstemmen agenda’s m.b.t. intakes; tijdrovende procedures; vele voorbereidende en opvolgwerk voor 1 dossier; gezien de nadruk op administratieve, grote vrees dat kwaliteit van en tijd voor echte hulpverlening er sterk zal op achteruitgaan; niet zozeer het correct invullen van A- en M-documenten
is tijdrovend, wél het hele proces om daartoe te komen!; mee naar huis nemen van het ‘gewone’ werk zodat daar kan bijgewerkt wat op CLB bleef liggen gezien ‘prioriteiten’ IJH; …) • Problematiek wachtlijsten binnen álle werkvormen (ambulant, semiresidentieel en residentieel), groeit nog aan. Principe ook hanteren binnen CLB? Trajectbegeleiders raken overbelast wegens wachtlijsten, hulptrajecten duren te lang, … • Actualiseren CLB-decreet (doorlooptijden; aantal kortdurende begeleidingen raakt snel uitgeput; ‘draaischijffunctie’, …) • Schoolnabij werken en decretaal verplichte opdrachten komen ernstig in gedrang • Buiten proporties toename administratieve procedures • Actualiseren ‘Jeugdhulpwijzer’ • Vorming over IJH bleef te lang uit en was té beperkt + vaak achterhaald door realiteit van veldwerk. Ruim vormingsaanbod is essentieel naar toekomst toe • Beduidend meer middelen en personeel aan CLB toewijzen! (momenteel dreigende én reële personeelsuitval wegens ziekte/burn-out; demotivatie?; werkstress; planlast; personeelsverloop, …). Meer personeel en dus omkaderingsgewichten (!) die dit toelaten. Niet enkel in functie van IJH, maar ook M-decreet en onderwijshervorming SO (en andere?) die er aan komt. Open financiering en dus geen ‘gesloten enveloppesysteem’ meer. CLB vormen de traditionele hulpverleningspijler binnen onderwijs waarbij men er steeds van uit gaat dat het vanzelfsprekend is om het takenpakket van gekwalificeerd personeel steeds te vergroten zonder daar evenredige middelen tegenover te plaatsen. Deze evolutie is duidelijk merkbaar sedert overgang PMS naar CLB. Departement Welzijn dient ruimere, realistische financiële steun te geven aan CLB-sector dan 250 000 €, gezien de uitwerking/gevolgen van IJH op CLB-werking • Realistische/correcte meting werkzaamheden CLB. Worden cijfermatige gegevens LARS en inspectie + kwalitatieve analyses doorlichtingen CLB door beleid gebruikt en kwalitatief juist gelezen? Registratiesysteem laat niet toe álle werkzaamheden te registreren en dus onderschatting door beleid van hetgeen reëel gepresteerd wordt door
nieuws uit het CLB
CLB. Meer prioriteiten stellen in dagelijkse werking en takenpakket verkleinen als er geen bijkomende middelen komen. Meer specialiseren. • CLB blijven bij Onderwijs! Dit in functie van schoolnabij werken en de rechtstreekse toegang tot de school, kennis van het terrein, personeelsstatuut, pensioenregelingen, schoolvakanties. Tevens ook grote onzekerheid over voortbestaan/reorganisatie CLB en plannen nieuwe onderwijsminister Uit de getuigenissen/reacties bleek ook nog dat de theoretische uitwerking van IJH en de politieke wil om te implementeren, ver staan van praktische bekommernissen uit het veld. Na meer dan 10 jaar “sudderen” werd uiteindelijk geopteerd om IJH toch (té) snel uit te voeren wat zorgt voor vele onduidelijkheden en frustraties (zoals u al kon lezen en begreep) bij zowel hulpvragers als hulpverleners. Werden CLB- en IJH-decreet naast elkaar gelegd bij de opstelling van dat laatste? Was er voldoende overleg tussen Welzijn en Onderwijs én de werkvloer van beide? CLB-ers zijn niet tegen vernieuwing/verandering, maar betreuren het dat de vele ervaringen die opgedaan werden tijdens de piloot- en voorstartregioperiode op het terrein, niet objectief en voldoende kritisch werden geëvalueerd én bijgestuurd. Werd het werkveld en dus de betrokken veldwerkers geraadpleegd? Werden jongeren en ouders tijdens de voorstartperiode kwaliteitsvol opgevangen en begeleid? Werd er niet “geëperimenteerd op hun kap?” Wat werd daaruit geleerd? Worden er geen onrealistische verwachtingen gecreëerd naar de CLB met al die
vernieuwingen en gezien de onderbezetting van deze dienst? Cliënten verdienen goede hulp. “Kunnen wij hen die nog bieden als we overal tegelijk en ook nergens lang genoeg kunnen zijn en vooral met papier en registreren bezig zijn?”. Maximaal alle personeelsleden het werkveld in want alle zeilen dienen bijgezet (zie Inleiding en punt 8 van tienpuntenlijst)!
besluit
Onze trouwste, decretale en partners waarmee we het langst samenwerken, de scholen, begrijpen meestal niet veel van IJH en gaan er van uit dat we er enkel en alleen voor hen zijn. Ze vragen dat we hen maximaal blijven ondersteunen om hen vanuit een veranderend maatschappijbeeld de nodige tools en context te bieden voor de jongeren en ouders met wie zij dagdagelijks werken. Deelnemers maakten ook de opmerking dat ze de indruk krijgen dat “cliënten, documenten (A en M) worden”. Dat cliënten geen duidelijkheid meer hebben over hulp die ze waar en wanneer zullen krijgen en dat meer dan de indruk bestaat dat diensten dossiers naar elkaar doorspelen zonder dat de hulpvrager geholpen wordt.
Die vandaag zeggen dat het “water hen aan de lippen staat” of “dreigen te verdrinken” als er geen substantiële toename aan maatregelen, middelen en personeel worden genomen door Welzijn én Onderwijs in het kader van het aanpakken van de gevolgen van IJH, M-decreet en alle andere vernieuwingen die op korte termijn op hen afkomen vanuit het terrein.
Het woord “radeloos” viel en de “onvriendelijkheid van het nieuwe jeugdhulpsysteem”. Dossiers die startten in september 2013 en vandaag nog niet in orde zijn… Tania Van den Broeck verwoordde niet enkel een aantal schriftelijke verzuchtingen, maar kaartte ook de frustraties en het ongenoegen van CLB-directies uit haar provincie aan, die zeggen dat “het water hen (CLB) aan de lippen staat”. Boodschap die ook voor alle andere CLB opgaat natuurlijk.
Unaniem werd besloten de ‘werkgroep CLB’ nieuw leven in te blazen en volgend schooljaar opnieuw samen te komen om deze vergadering, bij wijze van spreken, te evalueren op haar daadkracht.
Een in vele opzichten bewogen, maar eerlijke vergadering van CLB-hulpverleners, die voor zichzelf en hun doelpubliek, al jaren grenzen verleggen en tanden bijsteken (en soms stukbijten op…), maar daarover niet openlijk aan de klaagmuur staan.
ACOD wil een klankbord voor hen én de sector blijven zijn, ook al zijn we een kleine speler op het grote onderwijsveld. ACOD is realistisch en maakt geen grootse beloftes, maar zal nauwgezet het regeerakkoord volgen met betrekking tot onder meer de CLB.
Het was met momenten stil bij de aanwezige beleidsmensen van ACOD onderwijs. Niet omdat het materie betrof die niet dagelijks de media haalt , maar omdat het hen trof. Als een pijl uit het CLB-werkveld…
11
12
nieuws uit het hoger onderwijs
Alex Wuyts lector & coördinator onderwijs- & studentenbeleid
hogeschool in een tijd van fusie over een
en wat personeelsvertegenwoordigers kunnen betekenen
nieuws uit het hoger onderwijs
De hogescholen in de associatie KU Leuven zijn momenteel bezig aan een fusieproces met als doel de vorming van vijf grote regionale hogescholen. Thomas More was de eerste hogeschool die op die manier ontstond in juli 2012 uit KHKempen, Lessius Antwerpen en Lessius Mechelen. Net als alle collega's vroegen we ons met de groep personeelsvertegenwoordigers van de KHKempen af of dat nu echt nodig was. Er zijn veel argumenten die men kan gebruiken om zo'n fusie te verantwoorden en ze kwamen allemaal op tafel. De bottom line is: nodig is zo'n fusie nooit, maar eraan ontsnappen is onmogelijk. We hebben er vrij snel voor gekozen om het project op een positieve manier te benaderen om als partners in het fusieproces te kunnen meespreken. De eerste stap daarin was om helder te formuleren wat wij zelf van het project verwachtten en welke elementen zeker in de overeenkomst dienden opgenomen te worden, wetende dat men gedragenheid nodig zou hebben en dus geneigd zou zijn om onze verwachtingen expliciet mee te nemen. Een tweede stap was om onze collega-personeelsvertegenwoordigers van de partnerhogescholen op te zoeken en te bekijken hoe we gezamenlijk zouden kunnen wegen op de fusieoperatie. Sindsdien proberen we kritisch-constructief mee te bouwen aan Thomas More. Misschien is het goed om hier wat strategische handreikingen aan te dragen die ook in andere (hoge)scholen nuttig kunnen zijn.
laat je niet doen door dooddoeners In Thomas More wordt vanuit het hogeschoolbestuur nog al eens geschermd met de dooddoener dat een fusie altijd een moeilijke zaak is en dat je die moeilijkheden maar moet accepteren. Wij stellen daar tegenover dat de leden van het hogeschoolbestuur de plicht hebben om de nieuwe hogeschool te leiden met respect voor de gevoeligheden en de sterke punten van de partnerinstellingen. Daarnaast zijn er de persoonlijke strubbelingen tussen leidinggevenden die moeten gaan samenwerken. Ook hier geldt voor ons: doe je job en werk samen. Directieleden worden goed betaald en hebben ervoor te zorgen dat persoonlijke zaken niet meespelen in hun functioneren. De dooddoener dat de mayonnaise niet altijd "pakt" is dus geen reden om niet vooruit te geraken.
bouw een hechte groep personeelsvertegenwoordigers Alles staat of valt met de groep die de belangen van het personeel verdedigt. In Thomas More merkten we dat de drie groepen personeelsvertegenwoordigers erg verschillend van instelling waren. Dat had te maken met de geschiedenis die elk van de groepen doorgemaakt had. Sommigen waren het gewoon om voortdurend in een hoek gedrumd of genegeerd te worden, anderen werkten al een hele tijd proactief mee in de beleidsvoorbereiding, sommigen waren gewoon om steeds te formuleren "we willen vragen om", anderen om te spreken in termen van "we stellen voor om". Vier zaken hebben ervoor gezorgd dat we vrij snel een coherente groep geworden zijn: • alle voorstellen en ideen worden steeds in consensus geformuleerd na uitgebreide bespreking • alle voorstellen en ideeën worden door één persoon gecommuniceerd nadat iedere vertegenwoordiger de formulering kritisch nagelezen heeft • we nemen veel initiatief in plaats van initiatieven van het hogeschoolbestuur af te wachten en dat zorgt voor een sterke onderlinge band • we kennen elkaar ook als persoon en geven elkaar de ruimte om vanuit de eigen persoonlijkheid inbreng te hebben. Die verscheidenheid verrijkt ook
13
14
nieuws uit het hoger onderwijs
de interactie met het hogeschoolbestuur, bv. wanneer vertegenwoordigers meer vanuit hun gevoel durven spreken dan enkel met puur rationele argumenten te werken.
1 schrijver Om te wegen op het beleid is het erg belangrijk om helder en precies te communiceren met het hogeschoolbestuur en de collega's. Soms moet de taal stevig zijn, soms erg diplomatisch, soms moet de verwoording scherp zijn en soms voorzichtig. Het is dan nodig om iemand te hebben die mails en nieuwsbrieven strategisch (wat willen we precies bereiken met deze informatie?) en gestructureerd kan vormgeven. Een niet doordachte mail kan veel stuk maken en kan makkelijk gebruikt worden om ideeën en standpunten onderuit te halen. Dat er daarvoor telkens minstens drie versies nodig zijn van elke tekst voor die verstuurd wordt, nemen we er graag bij.
stuur proactief mee in de besluitvorming In de KHKempen hadden we de traditie dat we mee konden denken in de beleidsvoorbereiding en dat protocols of beleidsdocumenten steeds in sneuvelversies voorgelegd werden. Dit model hebben we proberen door te trekken naar Thomas More. Daarvoor is op vele vlakken heel wat eigen initiatief nodig aangezien het niet altijd duidelijk is welke beslissingen er in de pijplijn zitten. Het komt er dan op aan tijdig standpunten intern in de personeelsvertegenwoordiging helder te krijgen en dan duidelijk te communiceren naar het hogeschoolbestuur wat de verwachtingen en voorstellen zijn. Dat zorgt ervoor dat zaken van het begin meegenomen worden of dat achteraf duidelijk is waar er geen rekening mee gehouden is. en dat kan dan weer gecommuniceerd worden naar de basis.
maak kennis met de voorzitter van de raad van bestuur In een fusiehogeschool is het soms nodig een onafhankelijke instantie te kunnen vragen om tussen te komen wanneer het hogeschoolbestuur er niet in slaagt om zaken aan te pakken die voor het personeel essentieel zijn. De voorzitter van de raad van bestuur kan op dat vlak een belangrijke rol spelen en het helpt als men die voorzitter eens uitnodigt voor een gesprek. Je kent hem/haar dan en weet dat welke communicatiekanalen open zijn. Daarnaast is het goed om ook andere leden van die raad van bestuur te benaderen en hen rechtstreeks aan te spreken wanneer het risico bestaat dat cruciale verzuchtingen niet gehoord zullen worden.
spreek met leidinggevenden Leidinggevenden uit het middenkader (die zijn er in een grote hogeschool echt wel) zitten vaak met dezelfde bezorgdheden als hun personeel maar kunnen daar even vaak niet goed mee weg, vooral indien het ‘hogere management’ (die zijn er dus ook) geen voeling meer heeft met de werkvloer (en dat is te dikwijls het geval). Het middenkader zoals opleidingshoofden dreigt dan geplet te geraken tussen top en basis: zij moeten zaken uitvoeren waarvan ze weten dat personeelsleden ze als fout beschouwen. Een resultaat is een grote uitval in dat middenkader. Wij
zijn als personeelsvertegenwoordigers gesprekspartner voor deze mensen en het is een lonende strategie om op twee fronten hetzelfde te kunnen bepleiten op basis van de voeling die zij en wij hebben met de basis.
zorg voor een communicatiekanaal naar het personeel De communicatie die je als personeelsvertegenwoordiging voert, bepaalt je relatie met zowel het hogeschoolbestuur als met de basis. Een personeelsvertegenwoordiging die niks van zich laat horen, bestaat niet, niet voor de basis en niet voor het bestuur. In Thomas More doen we drie zaken: we gebruiken een nieuwsbrief waarin collega's kunnen peilen wat er zich aan de achterkant/binnenkant van de hogeschool afspeelt, we doen gerichte bevragingen en we vragen regelmatig feedback via een webformulier. Dat zorgt voor zichtbaarheid naar de basis. Het zorgt er tegelijk ook voor dat het hogeschoolbestuur weet dat we ons in onze standpunten niet baseren op eigen meningen maar wel kunnen spreken vanuit de achterban en dat beslissingen verklaard zullen worden vanuit het perspectief van de personeelsvertegenwoordigers. En dat maakt de neiging om ons te proactief te betrekken bij het beleid sterker.
beschouw de hogeschool als een gemeenschap en niet als een bedrijf Het voorgaande is gebaseerd op de visie dat een hogeschool geen bedrijf is maar een gemeenschap van vele competente mensen die wel mee willen denken en sturen. De logica van een hiërarchisch georganiseerd bedrijf ligt helemaal anders: het bestuur beslist en de basis voert uit. Voor een personeelsvertegenwoordiging die zichzelf respecteert is dat echter geen optie... Dit lijkt een hele opdracht die veel tijd en aandacht vraagt. De ervaring leert echter dat een samenhangend team dit aankan (in Thomas More hebben alle personeelsvertegenwoordigers slechts opdrachten van 5 tot maximaal 15% in de medezeggenschap) en dat het de moeite loont...
nieuws uit het GO!
Uwe Rochus adjunct provinciaal secretaris
administratieve omkadering basisonderwijs OMLAAG = werkdruk directies basisonderwijs OMHOOG een reflexie vanuit SGR1 grote verantwoordelijkheidszin de caIn navolging van mijn artikel “…34p binnen het Antgaan naar BS.GO! 18p gaan In navolging vanStimuli, mijn artikel “…34ppaciteitsproblematiek gaan naar BS.GO! Stimuli, werpse boven haar huidige ‘marktaannaar BS.GO! RAGO, 21p gaan naar deel’ aangepakt en anderzijds heeft zij BS.GO! SES naar … “ trok ik naar 2 basis18p gaan BS.GO! RAGO, 21p gaan naar BS.GO! SES …“ trok de beschikbare dalende RAGO-puntescholen om de huidige toestand met nenveloppe over meer schoconcrete te vergelijken. ik naar 2cijfers basisscholen om de huidige toestandverdeeld met concrete len. Concreet komt zo de minimale administratieve dienstverlening onder De doortemij geschetste toestand is cijfers vergelijken. druk te staan, zowel in de grotere als het afgelopen schooljaar binnen schoscholen. schooljaar lengroep 1 alleen maar verergerd. De door mij geschetste toestand is kleinere het afgelopen Enerzijds heeft de scholengroep met
Tijdens een dubbelgesprek met de directies van BS.GO! De Schakel Hoboken (Lars Van Santvoort) en BS.GO! Freinetschool De kRing Berchem (Ben De Herdt) en achteraf bevestigd tijdens een directievergadering met hoofdzakelijk ACOD-leden blijkt dat het solidariteitsprincipe door nevenstaande feiten onder druk komt te staan.
binnen scholengroep 1 alleen maar verergerd. Enerzijds heeft
Een vergelijking:
de scholengroep met grote verantwoordelijkheidszin de capaciteitsproblematiek binnen het Antwerpse boven haar huidige ‘marktaandeel’ aangepakt en anderzijds heeft zij de beschikbare dalende RAGO-puntenenveloppe verdeeld over meer scholen. Concreet komt zo de minimale administratieve dienstverlening onder druk te staan, zowel in de grotere als kleinere scholen.
15
16
nieuws uit het GO!
BS.GO! Freinetschool De kRing BS.GO! De Schakel Hoboken Berchem SES-indicatoren
39%
95%
Aantal lln.
230
530
Aantal klassen
4 klassen kleuters 6 klassen lagere school
11 klassen kleuters 16 klassen lagere school
Aantal organieke punten administratieve omkadering
39p
72p
Bovenstaande punten genereren volgende uren administratieve omkadering door een HSO-diploma (63p)
22/36ste
36/36ste (1 voltijdse) en 5/36ste
Zoals merkbaar heeft BS.GO! Freinetschool De kRing Berchem geen recht op een voltijdse administratief medewerker, waardoor Ben De Herdt verplicht zal zijn de schoolpoort op bepaalde momenten dicht te houden, zelf telefoons aan te nemen, leerlingen in te schrijven, leveringen te ontvangen,… Allemaal evident hoor ik sommigen denken. Maar naast ‘op den bureau zitten’ behoren ook klasbezoeken, kind- en oudergesprekken voeren, zorg- en pedagogische vergaderingen beleggen, veiligheid en preventie onderhouden,… tot het niet-limitatieve takenpakket van een directie. BS.GO! De Schakel Hoboken heeft wel meer dan een voltijdse medewerker. Lars Van Santvoort stelt terecht dat dit voor zijn administratie ontoereikend is om het grote lerarenteam (66 personeelsleden: leerkrachten + SES + MVD + beleidsteam ...), de boekhouding, de vele in- en uitschrijvingen, de vele pleistertjes, de telefoontjes optimaal te verwerken. Gevolg is dat ook hij zijn takenpakket ongewild ziet uitbreiden.
De oplossing volgens de overheid ligt hem in centralisatie. Wat denken de directies hier echter over? Centralisatie van bepaalde diensten op niveau van de Scholengroep wordt door de directie als extra planlast ervaren in plaats van een verlichting naar de schoolwerking toe. De diensten die op niveau van de groep worden geïnstalleerd , met de beste bedoelingen, creëren vaak extra werk. Centralisatie van bepaalde diensten op niveau van de campus is ook niet evident omdat de huidige werking van de secundaire scholen daardoor extra belast zal worden. De directies zijn absoluut geen vragende partij naar een verschuiving van de administratieve omkadering van het secundair onderwijs naar het basisonderwijs maar willen extra middelen om tot een gelijkwaardige omkadering te komen. Deze onhoudbare situatie voor de basisscholen van het GO! wordt in het Antwerpse alleen maar versterkt door de zeer specifieke context.
Bij navraag in andere scholengroepen blijkt dat door het ‘creatief’ inzetten van middelen men nog even het hoofd boven water kan houden, maar een voorzichtige prognose stelt dat binnen 3 schooljaren ook andere basisscholen van het GO! in de problemen zullen geraken inzake administratieve omkadering. Vele directies van basisscholen uit SGR1 zijn vastberaden om de klokken te doen luiden en de bellen te doen rinkelen opdat gehoor wordt gegeven aan deze precaire situatie. Op korte en lange termijn zal ook de draagkracht van deze directies overschreden worden waardoor valabele krachten uit het onderwijs zullen verdwijnen. ACOD Onderwijs provincie Antwerpen zal alle beschikbare kanalen inschakelen om de directies van het basisonderwijs in hun ‘strijd’ naar meer administratieve omkaderingsgelijkheid te ondersteunen.
INFO info
pensioen en cumulatie met een beroepsactiviteit In ons standpunt van juli-augustus-september 2013 publiceerden wij de cumulatiegrenzen die met 2% werden verhoogd. Intussen zijn deze jaargrenzen opnieuw gestegen. Belangrijk:
Het vakantiegeld (dubbel vakantiegeld) wordt niet meer in aanmerking genomen.
cumulatie rustpensioen – beroepsactiviteit cumulatie rustpensioen – beroepsactiviteit de titularis is de jonger dan jaar titularis is jonger dan65 65 jaar
Walter Hens provinciaal secretaris
pensioen en cumulatie met een beroepsactiviteit
aard van de uitgeoefende activiteit
werknemer, mandaat, ambt of post
zelfstandige
zonder kinderlast met kinderlast zonder kinderlast met kinderlast
WEERSLAG OP HET RUSTPENSIOEN
jaargrens van de beroepsinkomsten tot
van
tot
vanaf
€ 7718,00 € 11577,00
€ 7718,01 € 11577,01
€ 9647,50 € 14471,25
€ 9647,51 € 14471,26
€ 6175,00 € 9262,00
€ 6175,01 € 9262,01
€ 7718,75 € 11577,50
€ 7718,76 € 11577,51
het pensioen wordt met 1 tot 25 % verminderd
het pensioen wordt volledig geschorst
de activiteit is toegelaten
cumulatie rustpensioen of overlevingspensioen - beroepsactiviteit cumulatie rustpensioen of overlevingspensioen - beroepsactiviteit de titularis is de ouder dan 65 jaar titularis is ouder dan 65 jaar
cumulatie rustpensioen of overlevingspensioen - beroepsactiviteit jaargrens van de beroepsinkomsten aard van de uitgeoefende de titularis is ouder dan 65 jaar activiteit tot van tot vanaf zonder
aard van de uitgeoefende werknemer, kinderlast activiteit mandaat, ambt of post
werknemer, mandaat, ambt zelfstandige of post
met kinderlast zonder zonder kinderlast kinderlast met met kinderlast kinderlast zonder
jaargrens van de beroepsinkomsten
€ 22293,00 tot € 27117,00
€ 22293,01 van € 27117,01
€ 27866,25 tot € 33375,75
€ 27866,26 vanaf € 33375,76
€ 22293,00 € 17835,00 € 27117,00 € 21694,00
€ 22293,01 € 17835,01 € 27117,01 € 21694,01
€ 27866,25 € 22293,75 € 33375,75 € 27117,50
€ 27866,26 € 22293,76 € 33375,76 € 27117,51
€ 17835,01 € 22293,75 het pensioen wordt met 1 tot € 21694,01 € 27117,50 25 % verminderd
het € 22293,76 pensioen wordt € 27117,51 volledig geschorst het
kinderlast € 17835,00 de activiteit is WEERSLAG OP HET RUSTPENSIOEN met € 21694,00 toegelaten kinderlast zelfstandige
opmerking: indien men een loopbaan heeft van 42 jaar mag men onbeperkt bijverdienen pensioen
WEERSLAG OP HET RUSTPENSIOEN
de activiteit is toegelaten
het pensioen wordt met 1 tot 25 % verminderd
wordt volledig
cumulatie UITSLUITEND overlevingspensioen – beroepsactiviteit geschorst
cumulatie UITSLUITEND overlevingspensioen opmerking: indien men een heeftisvan 42 jaar mag onbeperkt bijverdienen Deloopbaan de titularis jonger dan 65men jaar – beroepsactiviteit cumulatie UITSLUITEND overlevingspensioen – beroepsactiviteit jaargrens van de beroepsinkomsten aard van de uitgeoefende de titularis isDejonger dan 65 jaar de titularis is jonger dan 65 jaar
activiteit
zonder
aard van de uitgeoefende werknemer, kinderlast activiteit mandaat, ambt of post
met kinderlast zonder zonder werknemer, kinderlast kinderlast mandaat, ambt zelfstandige of post met met kinderlast kinderlast zonder kinderlast zelfstandige WEERSLAG OP HET RUSTPENSIOEN met kinderlast
WEERSLAG OP HET RUSTPENSIOEN
tot
van
tot
vanaf
jaargrens van de beroepsinkomsten
€ 17971,00 tot € 22464,00
€ 17971,01 van € 22464,01
€ 22463,75 tot € 28080,00
€ 22463,76 vanaf € 28080,01
€ 17971,00 € 14377,00 € 22464,00 € 17971,00
€ 17971,01 € 14377,01 € 22464,01 € 17971,01
€ 22463,75 € 17971,23 € 28080,00 € 22,463,75
€ 22463,76 € 17971,24 € 28080,01 € 22463,76
€ 14377,00 de activiteit is € 17971,00 toegelaten
€ 14377,01 € 17971,23 het pensioen wordt met 1 tot € 17971,01 € 22,463,75 25 % verminderd
de activiteit is toegelaten
het pensioen wordt met 1 tot 25 % verminderd
het € 17971,24 pensioen wordt € 22463,76 volledig geschorst het pensioen wordt volledig geschorst
In ons standpunt van juli-augustusseptember 2013 publiceerden wij de cumulatiegrenzen die met 2% werden verhoogd. Intussen zijn deze jaargrenzen opnieuw gestegen. Belangrijk: Het vakantiegeld (dubbel vakantiegeld) wordt niet meer in aanmerking genomen.
17
18
info
de ‘on-line’ pensioenaanvraag De pensioendienst van de overheidssector (PDOS) sluit zich aan bij de website www.pensioenaanvraag.be die begin 2011 door de rijksdienst voor pensioenen (RVP) en de rijksdienst voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen (RSVZ) werd gelanceerd. Vast benoemde personeelsleden kunnen in het vervolg hun pensioenaanvraag digitaal indienen. Door dit initiatief wil de PDOS de dienstverlening aan zijn klanten verbeteren door de pensioenaanvraag snel en gemakkelijk te laten verlopen. Personeelsleden die een gemengde loopbaan hebben, kunnen nu terecht op één enkele website. Tot op heden moest de pensioenaanvraag worden ingediend bij de laatste werkgever in de overheidssector of bij de PDOS via een aanvraagformulier. Voortaan kan deze online ingevuld worden via bovenvermelde website. De overlevingspensioenen kunnen ook langs deze weg aangevraagd worden. Om de veiligheid van uw dossier te verzekeren, moet u zich eerst aanmelden met uw elektronische indentiteitskaart of met uw token dat kan aangevraagd worden bij www.belgium.be. Nadat de identificatie is afgerond worden volgende stappen doorlopen: controle van de gegevens uit het rijksregister input contactgegevens voor verdere opvolging van de aanvraag aanvraag pensioen toelichting van de aard van de beroepsloopbaan ingangsdatum
Uw aanvraag wordt rechtstreeks doorgestuurd naar de bevoegde pensioeninstelling die voor de verdere opvolging zorgt. Nadat uw aanvraag online is voltooid, ontvangt u een ontvangstbewijs. Druk dat ontvangstbewijs af en bewaar het zorgvuldig.
aanvraag van het pensioen: Zowel ambtenaar, werknemer of zelfstandige kunnen ten vroegste één jaar voor de ingangsdatum het pensioen aanvragen.
ambtenaar: Het rustpensioen wordt niet automatisch toegekend. U moet altijd een aanvraag doen. Uitzondering: bij lichamelijke ongeschiktheid verklaard door Medex.
werknemer en zelfstandige: Als u op de wettelijke pensioenleeftijd van 65 jaar met pensioen wilt gaan, dan hoeft u geen aanvraag in te dienen. In voorkomend geval onderzoeken de diensten automatisch uw pensioenrecht. De pensioendienst laat u schriftelijk weten welk gewestelijk kantoor uw dossier behandelt.
info
het overlevingspensioen Er zijn enkele nieuwigheden in verband met de berekening en de toekenning van een overlevingspensioen.
de berekening: In het verleden werd het overlevingspensioen steeds berekend op de gemiddelde wedde van de laatste 5 jaar van de loopbaan van de overleden echtgenoot x T/N. De nieuwe algemene regel is: 60% van de gemiddelde wedde van de laatste 10 jaar x T/N T = totaal aantal maanden aanneembare diensten en perioden. In principe zijn deze aanneembare diensten en perioden dezelfde als voor het rustpensioen dat op dezelfde datum zou ingaan. N = aantal maanden tussen de 20ste verjaardag en het overlijden met een maximum van 480 maanden. Indien de echtgenoot vóór zijn 60ste verjaardag wegens lichamelijke ongeschiktheid of ambtshalve om een andere reden wordt gepensioneerd, is N het aantal maanden tussen de 20ste verjaardag en zijn op ruststelling. De breuk T/N mag niet groter zijn dan 1.
het recht: de langstlevende echtgenoot: Een overlevingspensioen kan toegekend worden aan een langstlevende echtgenoot die minder dan een jaar gehuwd is indien aan volgende voorwaarden wordt voldaan: • vóór het huwelijk moet er een wettelijk samenlevingscontract geweest zijn met dezelfde rechthebbende, • er mag geen onderbreking zijn geweest tussen het samenlevingscontract en het huwelijk en de totale duur van het samenlevingscontract en het huwelijk moeten samen minstens één jaar bedragen. meerdere rechthebbenden: Indien er meerdere rechthebbenden zijn en één van de rechthebbenden heeft de leeftijd van 50 jaar bereikt op 1 januari 2012 dan wordt het overlevings-pensioen berekend op basis van de gemiddelde wedde van de laatste 5 jaar van de loopbaan.
Bijvoorbeeld: Het overlevingspensioen moet worden gedeeld tussen een langstlevende en een uit de echtgescheiden echtgenoot. Het volstaat dat één van de rechthebbenden de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt om de berekening te maken op basis van de gemiddelde wedde van de laatste 5 dienstjaren.
pensioenaanvraag van de echtgescheiden echtgenoot: Wanneer er zowel een langstlevende als een uit de echt gescheiden echtgenoot is, verliest de uit de echt gescheiden echtgenoot het recht op een overlevingspensioen indien hij/zij de pensioenaanvraag niet ingediend heeft binnen het jaar volgend op het overlijden van de ex-echtgenoot.
19
20
info
hallo, wie heb ik aan de lijn ? Tijdens de loop van mijn aanstellingsperiode behaalde ik het diploma van master. oorspronkelijk was ik in het bezit van een diploma bachelor en was ik aangesteld in de eerste graad. wat gebeurt er nu met mijn aanstelling?
Ik ben afwezig wegens ziekte voor een langdurige periode. Worden de zomermaanden juli en augustus mee verrekend als ziekteverlof? Als een personeelslid gedurende minimum 10 kalenderdagen afwezig is wegens ziekte in een periode van 15 kalenderdagen vóór de zomervakantie en eveneens gedurende minimum 10 kalenderdagen afwezig is wegens ziekte in een periode van 15 kalenderdagen na dezelfde zomervakantie, dan wordt de zomervakantie eveneens als afwezigheid wegens ziekte . Op dit algemeen principe geldt evenwel een afwijking: Het kan uiteraard dat de tweede ziekteperiode geen verband houdt met de eerste ziekteperiode. Een medisch attest/getuigschrift moet als bewijs worden geleverd en aan het controleorgaan worden voorgelegd. Het personeelslid moet hiervoor zelf het initiatief nemen. Het controleorgaan kan oordelen op grond van de attesten die reeds in hun bezit zijn maar het is ook mogelijk dat het controleorgaan aanvullende bewijsmiddelen vraagt. Het is de bevoegdheid van het controleorgaan om aan het Departement Onderwijs mee te delen of de zomervakantie al dan niet mag worden aangerekend.
1. Tijdens het lopende schooljaar kan het personeelslid aangesteld blijven als tijdelijk personeelslid voor bepaalde duur (30.06). 2. Indien het personeelslid aangesteld is als tijdelijke met een aanstelling voor bepaalde duur (30.06), kan hij opnieuw worden aangesteld op 1 september in de eerste graad. 3. Als het personeelslid gerechtigd is met een tijdelijke aanstelling doorlopende duur (TADD) kan hij aangesteld blijven na het behalen van het masterdiploma. 4. Bij een aanstelling in de derde graad (met bekwaamheidsbewijs ‘andere’ en barema 301) en vervolgens zijn masterdiploma behaalt, dan verwerft hij het bekwaamheidsbewijs ‘vereist’ of ‘voldoende geacht’ en heeft recht op barema 501.
Vóór september 2012 heb ik 2 maanden en 2 weken opgenomen van mij ouderschapsverlof. Het resterende saldo van de rechthebbende drie maanden was ik kwijt. Heb ik nu nog recht op de uitbreiding van het ouderschapsverlof in het kader van de loopbaanonderbreking gezien de gewijzigde reglementering? Iedereen heeft recht op de uitbreiding van het ouderschapsverlof. Het deel dat men reeds heeft opgenomen vóór 1 september 2012 moet men als een afgesloten hoofdstuk bekijken. Het resterende deel van de 3 maanden is men nog steeds kwijt maar iedereen kan dus gebruik maken van de uitbreiding: - 1 maand voltijds of - 2 maanden met een vermindering van 1/2de of - 5 maanden met een vermindering van 1/5de
info
Ik ben afwezig wegens ziekte t/m 30.06 en zal ook afwezig zijn de eerste week van september. Vanaf de tweede week van september start mijn verlof verminderde prestaties (VVP) wegens ziekte. Wat gebeurt er met mijn zomervakantie? Een periode van VVP wegens ziekte vóór of na de zomervakantie leidt niet tot een omzetting van de zomervakantie in ziekteverlof omdat men tijdens deze periode van VVP wegens ziekte nog steeds in dienstactiviteit is.
Hoe wordt mijn uitgestelde bezoldiging tijdens de zomermaanden berekend? Een tijdelijk personeelslid zal tijdens de maanden juli en augustus een uitgestelde bezoldiging ontvangen van het Departement Onderwijs. Iemand die een volledig schooljaar voltijds heeft gewerkt, heeft dus normaliter recht op een volledige uitgestelde bezoldiging. Iemand die geen volledig schooljaar fulltime heeft gewerkt, krijgt ook geen volledige uitgestelde bezoldiging en heeft voor het resterend aantal dagen recht op stempelgeld.
Wijze van berekening: • Tijdens het schooljaar wordt het salaris als volgt bepaald: 1/12 van het jaarsalaris per gewerkte maand (openstaande betrekkingen) of 1/360 per gewerkte dag (voor vervangingsopdrachten). • Tijdens de zomervakantie wordt het salaris herberekend: 1/10 per gewerkte maand (openstaande betrekkingen) of 1/300 per gewerkte dag (vervangingsopdrachten) • Vervolgens maakt men het verschil tussen het reeds betaalde salaris en de herberekening. • Het verschil wordt einde juli betaald voor de maanden september tot december en einde augustus voor de maanden januari tot juni.
aan onze leden beste collega’s, enkel in uw eigen belang vragen wij u om elke wijziging in adres, bankrekening, telefoon, pensionering, enz. zo snel mogelijk aan het onderwijssecretariaat door te geven dat is voor ons de enige wijze waarop ons ledenbeheer uw gegevens correct kan bijhouden dank je
21
22
info
hallo, wie heb ik aan de lijn ?
Kan ik het volume aanpassen van mijn onbeperkte gedeeltelijke loopbaanonderbreking 55+? Personeelsleden die een onbeperkte gedeeltelijke loopbaanonderbreking 55+ hebben aangevangen, kunnen steeds op 1 september kiezen om het volume van de loopbaanonderbreking aan te passen. Er is bij deze overstap steeds een nieuwe aanvraag vereist, zodat het bedrag van onderbrekingsuitkeringen kan worden aangepast. De toestemming van de inrichtende macht is nodig wanneer een personeelslid met een onbeperkte halftijdse (1/2de) loopbaanonderbreking 55+ op 1 september wil overstappen naar een onbeperkte loopbaanonderbreking met één vijfde. De toestemming van de inrichtende macht is niet nodig als een personeelslid met een onbeperkte loopbaanonderbreking 55+ zijn volume wil veranderen van 1/5de naar 1/2de onderbreking van de loopbaan.
Kan ik mijn gewone loopbaanonderbreking laten opschorten door een loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof, medische bijstand of palliatieve zorgen? Dit kan inderdaad, op voorwaarde dat het personeelslid nadien zijn gewone volledige of gedeeltelijke loopbaanonderbreking verder zet.
in de praktijk Er dient dan wel bij de RVA drie keer een aanvraag voor loopbaanonderbreking ingediend te worden: 1. aanvraag voor een gewone volledige of gedeeltelijke loopbaanonderbreking: formulier C61 2. aanvang van de loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof, medische bijstand of palliatieve zorgen: formulier C61-SV De gebruikelijke wijze wordt de stopzetting van de periode volledige of gedeeltelijke loopbaanonderbreking aan de RVA meegedeeld en dit op hetzelfde ogenblik 3. Na het einde van de loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof, medische bijstand of palliatieve zorgen: dient het personeelslid zijn volledige of gedeeltelijke loopbaanonderbreking terug verder te zetten: nieuwe aanvraag met formulier C61.
Ik heb mijn aanvraag ingediend voor mijn tijdelijke aanstelling doorlopende duur (TADD) voor het schooljaar 20142015. Wanneer word ik nu TADD-gerechtigd? De aanvraag TADD moet gebeuren vóór 15 juni 2014. Op 01.09 2014 wordt het personeelslid TADD-gerechtigd.
Kan ik een zelfstandige activiteit uitoefenen tijdens mijn deeltijdse loopbaanonderbreking? Het uitoefenen van een zelfstandige activiteit kan alleen gecombineerd worden met een volledige loopbaanonderbreking mits de tijdsduur van 12 maanden.
Sector Onderwijs / Provincie Antwerpen Provinciaal bestuur: Carlo Aerts, Gilbert Carnuwal, Ben Coeck, Chico Detrez, Walter Hens, Uwe Rochus, Ivo Roggemans, Wendy Thomas, Stefan Vandevorst, Lars Van Santvoort, Ronny Verbeek Vervangend: Rudy Aelaerts, Carlo Janssens, Hocine Trari, Walter Willemen
Groep GO! Wim Benda, Alida Bouwens, Ben De Herdt, Nikei De Pooter, Wendy Dillen, Hugo Dirks, Roel Gheyle, Carlo Janssens, Nadine Marechal, Michel Meyers, Evi Peeters, Oscar Pétré, Veerle Schelfhout, Vicki Tops, Mireille Vaes, Nik Van Extergem, Bie Van Gelder, Lars Van Santvoort, Stefan Vandevorst, Joeri Vermeulen
Afdeling Antwerpen/Kempen • Ommeganckstraat 47/49, 2018 Antwerpen tel: 03/213 69 35 - fax: 03/232 59 66 • Grote Markt 48, 2300 Turnhout tel: 014/40 03 15 - fax: 014/43 38 64 • Stationsstraat 156, 2440 Geel tel: 014/758811 - fax: 014/758811
Groep hoger onderwijs en universiteiten Tim Cools, Peter Cootjans, Ingrid Hapers, Gert Hurkmans, Inge Van Osselaer, Hugo Van Cant, Lieve Walravens
Afdeling Mechelen Stationsstraat 50 2800 Mechelen tel: 015/41.34.25 fax: 015/41.37.24
Secretariaat Provinciaal secretaris: Walter Hens -
[email protected] Adjunct-provinciaal secretarissen: Ben Coeck - ben.coeck@ ACOD.be en Uwe Rochus -
[email protected] Stafmedewerker Hoger Onderwijs: Ingrid Hapers Stafmedewerker: Christel Teysen
Secretariaat Provinciaal secretaris: Walter Hens -
[email protected] Stafmedewerker: Ann Rigo Medewerker: Nicole Leyzen
Afdelingsbestuur GO! Ben De Herdt, Nikei De Pooter, Wendy Dillen, Carlo Janssens, Stefan Vandevorst, Lars Van Santvoort, Joeri Vermeulen Stedelijk Onderwijs Antwerpen Andrew Coremans; Tino Delabie, Chico Detrez, Karine Pauwels, Roger Riské, Micha Teller, Wendy Thomas, Hocine Trari, Hoger Onderwijs en universiteiten Gert Hurkmans Andere onderwijsverstrekkers (vrij, gemeentelijk,...) Ingrid Breeur, Chantal Henderieckx
Afdelingsbestuur Rudy Aelaerts, Carlo Aerts, Gilbert Carnuwal, Ineke Coorens, Jeannine Dewit, Monique Hermans, Carine Horemans, Brenda Michielsen, Ann Rigo, Ivo Roggemans, Jerry Van den Bergh, Ingrid Van den Eynden, Viviane Van der Wee, Nancy Van Sande, Ronny Verbeek, Walter Willemen, Ariane Willocx
Groep stedelijk onderwijs Bob Beuckels, Andrew Coremans, Diane De Clercq, Tino Delabie, Chico Detrez, Gisèle Greday, Christiaan Ledegen, Jyrki Mestdagh, Karine Pauwels, Leen Riské, Roger Riské, Micha Teller, Wendy Thomas, Hocine Trari, Kim Vanmarsenille, Xavier Verduyckt
www.ACODonderwijs.be
Algemene Centrale der Openbare Diensten