voorbeelden ingevuld op basis van trajectplan/ uit te voeren taken
Instructie begrijpen van begeleider, collega, baas
Collega legt stap voor stap uit hoe een broodje van het huis wordt gemaakt. De jongere begrijpt de instructies en kan het broodje op de beschreven wijze klaarmaken.
Vraag of antwoord begrijpen van begeleider, collega, baas
Collega vraagt om een aantal benodigdheden op een specifieke plaats te gaan halen. De jongere begrijpt de vraag en kan de juiste benodigdheden op de juiste plek gaan halen.
Een gesproken tekst begrijpen (mondelinge uitleg, telefonische boodschap, …)
Collega/ werkgever legt uit wat de regels zijn op de werkvloer m.b.t. hygiëne in de keuken. De jongere begrijpt aan welke regels hij zich moet houden.
Mondelinge informatie op overzichtelijke wijze ordenen of samenvatten
Collega/ werkgever overloopt met de jongere de verschillende taken die moeten gebeuren op een bepaalde werkdag. De jongere kan hieruit de taken halen die hij die dag moet uitvoeren.
Informatie uit één of meerdere mondelinge teksten beoordelen of vergelijken met elkaar
Twee collega’s overleggen, maar zijn het niet eens. De jongere kan de informatie van beide voor zichzelf vergelijken.
1 2 3 4
zwak1
veeleer zwak dan sterk2
veeleer sterk dan zwak3
sterk4
Zwak = kan niet of nauwelijks Veeleer zwak dan sterk = kan, mits veel talige en/ of visuele ondersteuning Veeleer sterk dan zwak = kan zelfstandig, maar heeft af en toe talige en/ of visuele ondersteuning nodig Sterk = kan zelfstandig zonder ondersteuning
www.cteno.be/sterke_schakels
₪ ₪ ₪ ₪ ₪ ₪
STERKE SCHAKELS
1
SPREKEN
voorbeelden ingevuld op basis van trajectplan/ uit te voeren taken
Een vraag of mededeling begrijpelijk formuleren
De jongere kan vragen hoe hij iets moet doen. De jongere kan zeggen dat een bepaald product niet meer in voorraad is.
Een begrijpelijk(e) antwoord of reactie geven
De jongere kan uitleggen waarom hij te laat is op het werk. De jongere kan zeggen hoe hij te werk is gegaan bij de bereiding van een saus.
Eigen mening en gevoelens verwoorden
De jongere kan verwoorden aan een collega/ werkgever dat hij zich niet goed voelt. De jongere kan verwoorden wat hij leuk en minder leuk vindt aan zijn job.
1 2 3 4
zwak1
veeleer zwak dan sterk2
veeleer sterk dan zwak3
sterk4
Zwak = kan niet of nauwelijks Veeleer zwak dan sterk = kan, mits veel talige en/ of visuele ondersteuning Veeleer sterk dan zwak = kan zelfstandig, maar heeft af en toe talige en/ of visuele ondersteuning nodig Sterk = kan zelfstandig zonder ondersteuning ₪ ₪ ₪ ₪ ₪ ₪
STERKE SCHAKELS
2
Schriftelijke interactie LEZEN
voorbeelden ingevuld op basis van trajectplan/ uit te voeren taken
Een instructie begrijpen bij een opdracht of handeling
De jongere kan de instructies bij een eenvoudig recept uitvoeren. De jongere kan een eenvoudig lijstje met taken die hij moet afhandelen, begrijpen en uitvoeren.
Een (voor de jongere bestemd) formulier of vragenlijst begrijpen
De jongere kan op basis van een eenvoudige bestelnota een bestelling klaarzetten. De jongere kan op een lijst aanduiden welke producten er wel of niet in voorraad zijn.
Een geschreven tekst globaal begrijpen (contract, brief, informatieve tekst, …)
De jongere kan op basis van eenvoudige tekst met schriftelijke regels, de voorschriften i.v.m. hygiëne in de keuken opvolgen.
Informatie uit een geschreven tekst op overzichtelijke wijze ordenen of samenvatten
De jongere kan uit een brochure met informatie over het bedrijf de belangrijkste informatie halen.
Informatie uit één of meerdere geschreven teksten beoordelen of vergelijken met elkaar
De jongere kan op basis van een bestelnota controleren of alle gegevens in een factuur kloppen.
1 2 3 4
zwak1
veeleer zwak dan sterk2
veeleer sterk dan zwak3
sterk4
Zwak = kan niet of nauwelijks Veeleer zwak dan sterk = kan, mits veel talige en/ of visuele ondersteuning Veeleer sterk dan zwak = kan zelfstandig, maar heeft af en toe talige en/ of visuele ondersteuning nodig Sterk = kan zelfstandig zonder ondersteuning
₪ ₪ ₪ ₪ ₪ ₪
STERKE SCHAKELS
3
SCHRIJVEN
voorbeelden ingevuld op basis van trajectplan/ uit te voeren taken
Eenvoudige notities maken uit mondelinge of schriftelijke informatie
De jongere kan een eenvoudig boodschappenlijstje opstellen voor zichzelf of voor een collega. De jongere kan een eenvoudige bestelling van een klant noteren.
Een (voorgestructureerd) formulier of vragenlijst begrijpelijk invullen
De jongere kan een bestelformulier invullen op basis van een gesprek met klant, telefoongesprek of eenvoudig briefje. De jongere kan een eenvoudige factuur maken voor een klant.
Een vraag of mededeling begrijpelijk formuleren
De jongere kan een eenvoudig bericht schrijven voor een collega om te melden dat een klant iets komt afhalen. De jongere kan een kort bericht voor de klanten op papier zetten op basis van mondelinge informatie van collega (bv. dat de winkel paar dagen gesloten is).
1 2 3 4
zwak1
veeleer zwak dan sterk2
veeleer sterk dan zwak3
sterk4
Zwak = kan niet of nauwelijks Veeleer zwak dan sterk = kan, mits veel talige en/ of visuele ondersteuning Veeleer sterk dan zwak = kan zelfstandig, maar heeft af en toe talige en/ of visuele ondersteuning nodig Sterk = kan zelfstandig zonder ondersteuning