Special
Deze special is een uitgave van de NVvPO en verschenen in de POH-2 jaargang 4
Ouderen
dede POH POH Maart Juni 2011 | 21
Proactieve samenhangende zorg voor ouderen
Focus op functioneren
Tabel 1: Verpleegkundige ondersteuning
Taken die praktijkverpleegkundigen en praktijkondersteuners vervullen in het model van proactieve samenhangende zorg voor ouderen:
– Het vaststellen welke ouderen complexe problematiek hebben en kwetsbaar zijn
De zorg voor ouderen in de eerste lijn is in beweging. De dubbele vergrijzing (er komen meer ouderen en deze worden ouder) en de wens om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen, vergen steeds meer van huisartsen en hun medewerkers. Ook is er een toename van complexe zorg: ouderen met meerdere aandoeningen. Het is daarom van belang de zorg proactief en samenhangend te organiseren. Praktijkondersteuners en verpleegkundigen spelen hierin een belangrijke rol.
– Het uitvoeren van de functionele diagnostiek
– Het verzamelen van de goede informatie van betrokken hulpverleners – Het opstellen van een zorgbehandelplan
– Het maken van afspraken met betrokken hulpverleners – Het organiseren van MDO’s
– Het afstemmen met de patiënt en diens familie/naasten – Het begeleiden van de patiënt en diens familie/naasten
– Het tijdig signaleren van achteruitgang en nieuwe problemen – Etc.
Tekst | Annet Wind, Rob Leinders en Branny Molenkamp
Veel ouderen vinden dat achteruitgang
zijn diverse hulpverleners die allemaal
De heer A, 88 jaar, weduwnaar,
probleemlijst en het medicatiegebruik.
Als een van de huisartsen signaleert
Uitdagend
daarom bij problemen vaak te laat aan de
precies weten wat er gedaan wordt.
POH aangemeld. A. heeft sinds
huisartsen goed geïnformeerd
een oudere zijn, wordt gevraagd of
diabetes een interessante uitbreiding
bij het ouder worden hoort. Ze trekken
bel. Dit terwijl interventies in een eerder stadium meer effect hebben en zelfs
preventief hadden kunnen werken. Tijdige inventarisatie van problemen en een
vooruitziende blik noemen we proactieve zorg.
De gevolgen van veroudering en ziekte met betrekking tot het functioneren
zijn van grote invloed op het leven van
ouderen. Als ziektes niet meer te genezen zijn, hoe zorgen we er dan voor dat
ouderen zichzelf zo goed mogelijk kunnen blijven redden? Het in kaart brengen van het niveau van functioneren op
verschillende terreinen heet functionele
diagnostiek. Een veel gehanteerd schema
hun best doen, maar van elkaar niet Het ontbreekt aan afstemming en
coördinatie, terwijl de ouderen zelf het geheel ook niet meer overzien.
Helaas zijn ook de behandeldoelen
vaak niet goed op elkaar afgestemd en wordt bestaande informatie niet goed gedeeld. Voor samenhangende zorg
moeten we ons daarom gaan richten op een goede samenwerking in een
kleinschalig geriatrisch team. Hierdoor kunnen we beschikbare informatie
delen en behandeldoelen, interventies en evaluatiemomenten met elkaar
doorspreken. Natuurlijk alleen wanneer
het zorgbehandelplan goed is afgekaart
met de oudere zelf en met diens familie.
Vaak weten hulpverleners van elkaar niet precies wat er gedaan wordt hierbij is het SFMPC-model, waarbij de
Regie
somatisch, functioneren, maatschappelijk,
generalisten de regie voeren. Dit wil
letters achtereenvolgens staan voor
psychisch en communicatief. Ook de
bekende aandachtsgebieden van Gordon kunnen worden gebruikt. Geriatrisch team
De zorg voor ouderen met complexe problematiek is vaak versnipperd. Er 2 | de POH Special Ouderen Juni 2011
Het is logisch dat huisartsen als
zeggen dat zij in samenspraak (met de patiënt, de familie en betrokken hulpverleners) behandeldoelen
vaststellen, beleidslijnen uitzetten
en zorgen dat andere hulpverleners op een goede manier hun steentje
bijdragen (tijdig aanvragen/verwijzen,
wordt door de huisarts bij de
kort oedeem aan beide benen en wordt daarvoor driemaal
per week gezwachteld door de thuiszorg. Volgens de huisarts
is er mogelijk meer zorg nodig. Hij is bekend met diabetes
mellitus (insulineafhankelijk),
boezemfibrilleren, status na HNP L4-L5 li, mediale collumfractuur
links (waarvoor een dynamische
Het is verder heel belangrijk dat
worden, niet alleen door de betrokken specialisten, maar ook door andere
hulpverleners zoals de fysiotherapeut, diëtist, wijkverpleegkundigen en thuiszorgmedewerkers.
De praktijkondersteuners en
praktijkverpleegkundigen kunnen
huisartsen hierin ondersteuning bieden, zie tabel 1.
heupschroef in 2001), coxartrose
Een praktijkvoorbeeld uit Den Haag
een alcoholprobleem. Hij heeft met
ouderen met complexe problematiek in
mn links en jicht. Tevens heeft A.
alle vier zijn kinderen (drie zoons en één dochter) redelijk contact.
Zijn dochter is mantelzorger en zij dreigt overbelast te raken. Hij lijkt
zijn medicatie trouw in te nemen en spuit zelf. Hij woont zelfstandig in een huis met twee etages.
adequaat informeren, vinger aan de pols houden met betrekking
tot interventies, tijdig evalueren). Zo mogelijk gebeurt dit in een
multidisciplinair overleg (MDO), maar het kan ook in een bilateraal overleg en/of via e-mail en telefoontjes. De
huisarts heeft hier ook de mogelijkheid
Inzet van praktijkondersteuning voor
de thuissituatie komt nog niet veel voor in huisartsenland. Er is nog een grote
discrepantie tussen wat de huisartsen willen op het gebied van ouderenzorg en wat er inmiddels is gerealiseerd.
Een goed praktijkvoorbeeld is ‘Akelei Huisartsenzorg’, een Haagse HOED
(huisartsen onder een dak) van vier
praktijken. De POH wordt hier ingezet voor thuiswonende ouderen met
de POH op huisbezoek gaat. Voor
ze dit doet, bestudeert ze eerst het elektronisch medisch dossier. Als
meetinstrument gebruikt ze de TRAZAG, waarmee op verschillende gebieden
beoordeeld kan worden of er mogelijk
problemen zijn. Daarnaast brengt ze de mantelzorg in kaart en bekijkt ze welke andere zorgaanbieders (thuiszorg,
fysiotherapie) er zijn. Zonodig overlegt de POH met deze zorgaanbieders.
Volgens het bovengenoemde SFMPC-
model krijgt de oudere en zijn situatie een duidelijk profiel. Uiteindelijk stelt de POH, samen met de huisarts, een
zorgbehandelplan op. Belangrijk is dat
Voor de POH is de ouderenzorg naast de van haar taak. Het is afwisselend en divers werk. De huisbezoeken
zijn een boeiende aanvulling en het
mede vormgeven van het geriatrisch netwerk is een uitdaging. De
probleeminventarisatie volgens het
SFMPC-model is (ook aan de hand van
de TRAZAG) een hele klus. In het begin was dit lastig en tijdrovend omdat
de POH zich moest bekwamen in een
andere manier van denken en werken. Gaandeweg ging het makkelijker en
sneller. Ook het leggen van contacten met andere zorgverleners verliep
aanvankelijk moeizaam door de enorme
versnippering (vele thuiszorginstellingen,
Het schrijven van een goed zorgbehandelplan is maatwerk
complexe problematiek. Het gaat om een
de afspraken in dit zorgbehandelplan
meerdere fysiotherapeuten) in de
patiënten waarvan tweeduizend
en na de afgesproken tijd worden
en wordt er nu nauwer samengewerkt
totale praktijkpopulatie van tienduizend 65-plussers (20 procent). Van deze tweeduizend mensen zijn er naar
schatting drie- tot vierhonderd kwetsbaar.
voor, vanuit de band met de patiënt
Case finding
de voorgeschiedenis, de medische
gebeurt door middel van ‘case finding’.
en diens familie, de bekendheid met
dat er mogelijke problemen met
De selectie van kwetsbare ouderen
daadwerkelijk worden uitgevoerd
geëvalueerd. Dit gebeurt in principe elke drie maanden. Het bewaken
hiervan is meestal de taak van de POH,
grote stad. Toch is het de POH gelukt met apotheek, fysiotherapie, diëtist, thuiszorg en wijkverpleging.
maar kan bijvoorbeeld ook door een
Maatwerk
kader staat een voorbeeld aan de hand
ouderen kan niet volgens protocollen
mantelzorger worden gedaan. In het van een casus.
De zorgverlening aan kwetsbare
worden uitgevoerd, zoals bij diabetes en
de POH Special Ouderen Juni 2011 | 3
bij astma-COPD. Het schrijven van een goed zorgbehandelplan is maatwerk
Probleemlijst
het zelfstandig beoordelen van een
Somatisch probleem
en vereist deskundigheid. Met name
situatie, bijvoorbeeld tijdens een visite, met het vaststellen van knelpunten en een inschatting maken van risico’s op
zeer diverse terreinen, is ingewikkeld. Daarom wordt er gepleit voor
ondersteuning door verpleegkundigen (zie NHG-standpunt ‘ondersteunende team in de huisartsenvoorziening’ op
website NHG). Dat er ook POH’s zijn die
Somatisch probleem
Vocht vasthouden benen en voeten
Somatisch probleem
Incontinentie voor urine
Somatisch probleem
Functioneel probleem
Functioneel probleem
Value through Innovation
Pijn linkerheup en been
Eet weinig, drinkt veel alcohol
Slechte mobiliteit, afhankelijk van mantelzorg Evenwichtsstoornissen, valt regelmatig
Maatschappelijk probleem Mantelzorg overbelast
Psychisch probleem Overmatig alcoholgebruik, wisselende stemming, overzichtsverlies, minder relativeringsvermogen
Psychisch probleem Onwelwillend ten opzichte van hulp en zorg van derden
het kunnen, blijkt uit de ervaring met de POH in de Akelei. Na ruim een jaar zijn
er zeventig ouderen (door drie parttime
in de ouderenzorg in de eerste lijn te
Hoe kunnen ouderen zichzelf zo goed mogelijk blijven redden?
Mw. Dr. A.W. Wind is kaderhuisarts
Zorgbehandelplan
douchen en fysiotherapie in verband met
coördinator NHG-kaderopleiding
er op meerdere terreinen problemen zijn
zij incontinentiemateriaal aan en wordt
POH-ers) in kaart gebracht en blijkt de POH in de Akelei een belangrijke rol spelen.
ouderengeneeskunde en
ouderengeneeskunde LUMC.
Drs. R.P.M. Leinders is kaderhuisarts ouderengeneeskunde en mw.
B. Molenkamp is POH. Laego (landelijke adviesgroep eerstelijnsgeneeskunde voor ouderen) is het netwerk van
kaderhuisartsen ouderengeneeskunde, zie www.laego.nl.
Uit de probleeminventarisatie blijkt dat
en dat de huidige zorg niet toereikend is. Het invullen van het zorgbehandelplan geven prioritering in de problemen en
duidelijkheid over de doelstelling van de
behandeling. Ook biedt het een overzicht van de betrokken en nog in te schakelen hulpverleners. De POH vraagt hierop
thuiszorg aan in de vorm van hulp bij
het verhoogde valrisico. Tevens vraagt bloedonderzoek aan huis geregeld.
Standaard gaat ook een aanvraag voor medicatiecheck bij de apotheker de
deur uit. In een later stadium worden
de mogelijkheden van een diëtiste en
de POH-GGZ met de patiënt besproken. Na één maand gaat de POH kijken of
de aangevraagde zorg toereikend is of mogelijk uitgebreid moet worden.
Zelfs na meer dan een eeuw ervaring blijven wij intens nieuwsgierig. In het belang van toekomstige generaties. Boehringer Ingelheim is altijd trouw gebleven aan haar karakter als een
Probleem
Oedeem benen bdz
Doel
Slanke benen
Actie huisartsenzorg (wat, wie)
Actie ketenpartners (wat, wie)
Evaluatiedatum
Analyse hartfalen
Zwachtelen benen, waarna steunkous Thuiszorg 1x per 3 dgn (aanwezig)
1 mnd
Lichamelijke verzorging Thuiszorg 1x p/w hulp bij douchen
1 mnd
stuurt ons vooruit. Hierdoor zijn wij in staat om constant met nieuwe
Huidproblemen en overlast voorkomen
Evenwichtsstoornissen
Vallen voorkomen
Analyse
Fysiotherapie, alarm aanvragen
1 mnd
Verminderde mobiliteit
Zelfstandig traplopen en naar buiten
Analyse, pijn?
Fysiotherapie, hulpmiddelen: rollator, wandelstok, handgrepen
1 mnd
Verminderde intake
Voldoende intake
Maaltijdvoorziening 7 dgn aan huis (PM diëtiste)
2 mnd
Alcoholprobleem
Inzicht in oorzaak en gevolgen
Analyse cognitie en stemming POH-GGZ
2 mnd
4 | de POH Special Ouderen Juni 2011
energie en ambitie naar de toekomst te kijken. Vandaag de dag hebben wij 138 vestigingen in 47 landen. Met meer dan 41.000 werknemers wereldwijd
Incontinentie
Analyse, lab (incl. vitamines)
onafhankelijk familiebedrijf. Onze visie van “Value through Innovation”
en een geschiedenis van bijna 125 jaar, zijn wij voortdurend gericht op het verbeteren van het uitzicht op een gezonder leven. www.boehringer-ingelheim.nl
de POH Special Ouderen Juni 2011 | 5
Casemanagement bij dementie sterk in opkomst Casemanagement bij dementie kent verschillende verschijningsvormen. Sommige casemanagers doen dit werk fulltime, anderen zijn daarnaast praktijkondersteuner bij de huisarts. Het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) en het Trimbos-instituut brachten de huidige organisatie en de invulling van casemanagement bij dementie in kaart. In 2010 hadden in ons land naar
De regionale Netwerken Ketenzorg
Vroeg beginnen
Dit aantal groeit snel en zal naar
van het casemanagementschap,
bij de eerste tekenen van dementie’,
schatting 230.000 mensen dementie. verwachting oplopen tot een half
miljoen in 2050. Zorgaanbieders en
patiëntenorganisaties zoeken daar al een
tijdje een antwoord op. Een casemanager zou zorgverleners, mantelzorgers
en familie kunnen ondersteunen en
helpen de zorg goed te organiseren.
De doelstelling van VWS was dat eind 2011 ‘een vorm van casemanagement’ deel uitmaakt van het totale aanbod
Dementie zijn vrij in de invulling
waardoor tussen regio’s variaties kunnen bestaan ten aanzien van
organisatorische inbedding, inhoud en intensiteit. De financiering is nu
nog een mengeling van incidenteel en structureel. Structurele financiering is volgens projectleiders wenselijk voor de continuering en uitbreiding van casemanagement.
aan dementiezorg. Voor patiënten met
Onafhankelijk
regio’s in Nederland casemanagement
van de cliënt voorop, aldus NIVEL-
dementie is inmiddels in bijna alle
beschikbaar. In de meeste regio’s is daar pas in 2009 of in 2010 mee begonnen. Vast aanspreekpunt
Casemanagement begint kort na de
diagnose en is beschikbaar tot opname in een verpleeghuis of overlijden. De
Bij casemanagement staat het belang
hebben de meeste Netwerken Ketenzorg
niveau, meestal gecombineerd met een
aanvullende opleiding tot casemanager.
6 | de POH Special Ouderen Juni 2011
aan informatie groot is. Niet alleen over de ziekte, maar ook over hoe je omgaat met iemand met dementie door het veranderde gedrag. Casemanagers kunnen dan direct al tips geven.’ Bron: Nivel
Voor het in kaart brengen van
om zorg regelen. Is een casemanager
werden alle 74 regionale
de bestaande netwerkorganisaties
de andere kant heeft het als voordeel
Ze hebben een opleiding op HBO-
het NIVEL weten we dat de behoefte
casemanager. Die kan dus ook buiten
van dementie en de problematiek
vaak een verpleegkundige achtergrond.
de hand loopt. Uit ander onderzoek van
NIVEL en Trimbos-instituut
de onafhankelijke positie van de
ook praktijkondersteuner, dan zou dit
onafhankelijk. Casemanagers hebben
meteen ondersteunen voordat het uit
Dementie afspraken gemaakt over
casemanager is het vaste aanspreekpunt
van mantelzorgers en is bovenal
vervolgt Peeters. ‘Dan kun je mensen
onderzoeker José Peeters. ‘Daarom
Een casemanager ondersteunt zorgverleners, mantelzorgers en familie voor betrokkenen, heeft kennis
‘Vaak wordt casemanagement al gestart
in theorie kunnen gaan wringen. Aan
dat patiënten al bekend zijn, waardoor casemanagement laagdrempelig is. De praktijkondersteuner hoeft dan bijvoorbeeld niet al bij het eerste
gesprek te zeggen dat hij komt vanwege de dementie.’
casemanagement bij dementie projectleiders van het Programma Ketenzorg Dementie in december 2010 benaderd met een on-
linevragenlijst over organisatie en invulling. Ruim driekwart
vulde de lijst in. Samen met het
Trimbos-instituut voert het NIVEL
eveneens een landelijk onderzoek
uit naar de verschillende varianten van casemanagement en of deze bijdragen aan de kwaliteit van
leven van personen met dementie en mantelzorgers. De uitkomsten hiervan worden medio 2012 verwacht.
de POH Juni 2011 | 27
Geriatrisch zorgmodel voor kwetsbare thuiswonende ouderen
Centrale rol voor proactieve praktijkondersteuners VU medisch centrum schreef een onderzoeksvoorstel voor de verbetering van de ouderenzorg in de eerste lijn, met als belangrijkste uitgangspunten: de oudere centraal in de zorg, betere samenhang en zorg dáár waar de oudere zich bevindt. Het project ging in West-Friesland in september 2010 in twintig huisartspraktijken van start en duurt tot juni 2013. Het primaire doel is vaststellen of invoeren van het geriatrisch zorgmodel leidt tot betere zorg en een betere kwaliteit van leven bij kwetsbare mensen vanaf 65 jaar.
te kunnen vergelijken stromen de
geestelijke en sociale situatie van de
wilde zijn en alle hulp weigerde. Na het
maanden in, dus sommige praktijken
een direct overzicht van achttien
de RAI-afname begon hij te beseffen
Tekst | Gea Klercq en Marijke Boorsma
coördinatoren, twee klankbordgroepen
onvoldoende onderkend en wordt er
worden kwetsbaarder. Daarnaast
en wensen van ouderen. De ouderen
willen we ook het liefst zolang mogelijk thuis wonen. Hierdoor is de vraag naar
chronische zorg en naar zorg dichtbij en
aan huis fors toegenomen. Tegelijkertijd dreigt een tekort aan arbeidskrachten,
waardoor in de toekomst meer zorg met minder mensen moet worden verleend. Hoe gaan we dit oplossen? Om aan de
stijging van de zorgvraag en de daarmee gepaard gaande kostenstijging het
hoofd te bieden, ligt de sleutel volgens het Position Paper van de Landelijke
doen vanaf de start mee en andere pas
de laatste zes maanden van het project. Het geriatrisch zorgmodel
Bij het project zijn dertien onderzoekers, twee onderzoeksassistentes, twee
van ouderen, zestien interviewers, twee
Nederland vergrijst, we worden
gemiddeld ouder en met dat ouder
huisartsenpraktijken na loting elke zes
teveel voorbijgegaan aan de eigen regie zelf ervaren te weinig samenhang.
artsen gespecialiseerd in ouderenzorg,
De praktijkondersteuner als spin in het (zorg) web
Om die reden besloot het Ministerie
Praktijkondersteuners Gea
elk Universitair Medisch Centrum in
krachtige en vernieuwende van
voor Volksgezondheid Welzijn en Sport Nederland een onderzoeksvoorstel te
laten schrijven voor de verbetering van de ouderenzorg in de eerste lijn. Het
project van VU medisch centrum wordt op dit moment uitgevoerd. Hoe ziet het project eruit?
Aan het project ‘De kwetsbare oudere
In de toekomst moeten minder mensen méér zorg verlenen
Klercq en Marijke Boorsma: ‘Het dit project is de centrale rol van de praktijkondersteuner. Zij/hij krijgt
een totaaloverzicht van de wensen en noden van de kwetsbare oudere waardoor zij/hij de ogen en oren
van de huisarts is en de persoonlijke casemanager van de kwetsbare
oudere. De praktijkondersteuner werkt met meerdere disciplines
samen op het gebied van zorg en
welzijn. Een mooiere uitdaging in de zorg bestaat er volgens ons niet!’
centraal in samenhangende zorg’ van
zeven vragen. Als ouderen schriftelijk
er wel eerst wat dingen veranderen.
zeshonderd ouderen uit twintig
doen, worden ze bezocht door een
In de ouderenzorg blijken de nodige
knelpunten te zitten. Zo is het voor de
huisarts moeilijk om gezondheidsrisico’s van ouderen proactief op te sporen.
Doordat men niet systematisch werkt, wordt de zorgbehoeftes van ouderen
8 | de POH Special Ouderen Juni 2011
VU medisch centrum doen ongeveer huisartsenpraktijken in Amsterdam
en West-Friesland mee. Dit zijn allen thuiswonende ouderen van 65jaar
en ouder die vijf of meer medicijnen
gebruiken en kwetsbaar zijn volgens de PRISMA 7, een vragenlijst van
tien praktijkondersteuners betrokken. De praktijkonderzoeker bezoekt de kwetsbare oudere aan huis om de
gezondheidstoestand, zorgbehoefte en zorgwensen in kaart te brengen. Hij/zij
aangegeven hebben dat zij mee willen getrainde interviewer. Deze neemt een gezondheidsvragenlijst af en herhaalt dit elke zes maanden. Aan de hand van deze vragenlijsten kunnen de
onderzoekers van de VU de effecten van het zorgmodel meten. Om de effecten
probleemgebieden waarvoor speciale
zorgplanning noodzakelijk kan zijn. De geïdentificeerde probleemgebieden
vormen de basis voor een individueel zorgplan. De praktijkondersteuner
bespreekt de signaleringen met de
huisarts en stelt vervolgens samen
met de oudere een zorgactieplan op.
Na een half jaar geeft het instrument aan wanneer een oudere wederom
bezocht moet worden voor een nieuwe RAI afname. Bij complexe situaties
organiseert de praktijkondersteuner een Multidisciplinair Overleg.
gebruikt daarvoor de internetapplicatie
Het geriatrisch team
thuissituatie’-versie van het Resident
geriatrisch verpleegkundige en een arts
van de ‘beoordeling in de eigen
Assessment Instrument (RAI-CHA)
Het geriatrisch team bestaat uit een
gespecialiseerd in ouderenzorg. Zij trainen
De praktijkonderzoeker wordt de persoonlijke casemanager (zie www.nedrai.nl). Van dit Resident
en coachen de praktijkondersteuners in
meerdere versies voor de verschillende
van het zorgplan, het bespreken met
Assessment Instrument bestaan
verblijfsituaties. Zoals de Long Term
Huisartsen Vereniging (LHV 2010) bij
de huisartsenzorg. Maar dan moeten
twee geriatrisch verpleegkundigen en
oudere. Het instrument genereert
Care Facility versie voor verpleeghuizen en verzorgingshuizen en de Home
Care versie voor ouderen die thuiszorg behoeven. Het instrument, in 1990 ontworpen om de zorgkwaliteit
in Amerikaanse verpleeghuizen te
verbeteren, wordt inmiddels over de
het werken met het RAI, het opstellen
de huisarts en het organiseren van een
Multidisciplinair Overleg. Bij dit overleg zijn naast de praktijkondersteuner en
de huisarts, het geriatrisch team en de
apotheker vast aanwezig. De apotheker doet voor elke besproken oudere een medicatiecheck.
hele wereld ingezet. Het beoordeling-
Enkele voorbeelden
een overzicht van de lichamelijke,
begin negentig, die niet afhankelijk
en observatie-instrument levert
Een goed voorbeeld is een meneer van
bezoek van de praktijkondersteuner en dat het steeds moeilijker werd zijn zelfstandigheid te behouden. Zijn
hardhorendheid vormde een drempel bij
het bellen van zijn huisarts en instanties. Nadat met meneer en zijn dochter de mogelijke ondersteuning besproken
was, accepteerde hij de zorg die hij nodig had om zelfstandig te kunnen blijven wonen. Een ander voorbeeld is een
mevrouw van 84 die niet meer douchte omdat zij ertegenop zag om de trap op
te gaan. Zij wilde daar wel hulp voor. Na het bezoek en de RAI-afname van de
praktijkondersteuner, waaruit bleek dat zij toch nog heel vitaal was, verzamelde
ze moed om toch weer de trap op te gaan. Dit gaf haar zoveel zelfvertrouwen dat zij voorlopig geen extra zorg nodig heeft. Eerste uitkomsten
De praktijkondersteuners van de eerste zes huisartsenpraktijken hebben bij
elkaar 277 ouderen bezocht en het RAI
afgenomen (peildatum 30 maart 2011). Van deze 277 ouderen bleken er 194 te scoren op problemen met hart – en
ademhaling, 127 op te weinig beweging,
137 op incontinentie, 119 op pijn en 153 op stemmingsstoornissen. Voor de meest complexe problemen zijn vijf keer een
Multidisciplinair Overleg (MDO) gehouden, waarbij alle vijf de keren een betere
afstemming van de zorg en vermindering van medicatie een belangrijke conclusie was. Iedereen, van huisarts tot
wijkverpleging, vonden het heel plezierig om zo met elkaar te kunnen overleggen. Voor meer informatie:
www.ouderennet-vumc.nl
de POH Special Ouderen Juni 2011 | 9
Opsporen en ondersteunen helpt overbelasting voorkomen
Oog voor mantelzorg Het herkennen van mantelzorgers, signaleren van overbelasting en adequaat ondersteunen of verwijzen, helpt voorkomen dat mantelzorgers overbelast raken. De praktijkondersteuner kan hier een belangrijke rol in spelen. Tekst | Marije Vermaas
Bijna altijd als er iemand ziek is, is er
de patiënt tijdig bij de huisartspraktijk
voorkeur om zorg te ontvangen van hun
Vaak ontstaat deze zorgrelatie op een
situaties en overbelasting worden
formele zorgverleners. Het inschakelen
een naaste die voor de zieke zorgt.
natuurlijke wijze; iemand kiest er niet
bewust voor om mantelzorger te worden. Het ‘systeem’ rondom de patiënt heeft
een grote invloed op de gezondheid van de patiënt. Het maakt bijvoorbeeld veel
in beeld is, kunnen deze ongewenste voorkomen. POH’ers zien patiënten
en hun mantelzorgers regelmatig. Ze bouwen een vertrouwensband op en kunnen daardoor op tijd ingrijpen en
van formele hulp wordt daarom wel
gezien als falen, in bepaalde kringen ligt zelfs een taboe op het vragen van hulp.
Mantelzorgers zorgen uit liefde en streven vaak het ideaalbeeld van autonomie na (zelfredzaamheid, controle). Zij
verschil of de mantelzorger er alleen
aanvaarden daarom vaak alleen hulp
voor staat of dat hij de zorg kan delen.
als deze proactief en expliciet wordt
‘Stress van de mantelzorger kan van
aangeboden, bijvoorbeeld door de POH’er.
grote invloed zijn op het welzijn en
Een mantelzorger: ‘Er komen voortdurend
ziekteverloop van de patiënt. Bij iemand
zorgverleners over de vloer, die allemaal
met diabetes is stress bijvoorbeeld
suggesties doen om de situatie voor mijn
een belangrijke risicofactor voor het
man zo draaglijk mogelijk te maken. Maar
verergeren van de ziekte,’ aldus een
er is niemand die vraagt hoe de situatie
POH’er.
Beeld van thuissituatie
naaste in plaats van (vaak wisselende)
voor mij draaglijk kan blijven!’
Mantelzorg is geen lichte of gemakkelijke
ondersteuning bieden. Bijvoorbeeld met
Hoe herken je een mantelzorger?
Overbelasting: signalen en meten
incasserings- en uithoudingsvermogen.
naar andere hulpmogelijkheden. Een
waar zij behoefte aan hebben. Ook als
psychische en gedragsmatige signalen (Buijssen & Adriaanse, 2005): Lichamelijk:
taak. Het vereist veel energie, tijd, De zorg kan gedurende de jaren
informatie, advies of doorverwijzingen proactieve houding van de POH’er is
Bijna niemand kiest er bewust voor om mantelzorger te worden intensiever worden, waardoor het risico
cruciaal. Aandacht hebben voor de
kan de mantelzorger zelf ziek worden
kosten, terwijl het welzijn van patiënt en
op overbelasting toeneemt. Hierdoor en een beroep doen op de zorg. Ook
kunnen door overbelasting, het vervagen
mantelzorger hoeft niet veel extra tijd te mantelzorger erdoor toeneemt.
van grenzen of door onwetendheid en
Vraagverlegenheid
waardoor de patiënt misschien niet
mantelzorgers een grote rol. Zij durven
onkunde ongewenste situaties ontstaan, langer thuis kan blijven of mensen fysiek of psychisch worden gekwetst. Wanneer de thuissituatie en de mantelzorger van 10 | de POH Special Ouderen Juni 2011
Vraagverlegenheid speelt bij
niet gauw om hulp te vragen of aan te geven dat het thuis niet zo goed
gaat. Veel patiënten hebben een sterke
Mantelzorgers zullen niet snel aangeven het om lichte mantelzorg gaat, is het
nodig om de mantelzorger in beeld te hebben. Lichte zorg kan immers altijd
zwaarder worden. Er zijn verschillende
manieren om mantelzorgers vroegtijdig op te sporen. Vraag de patiënt naar de
thuissituatie (wie woont er bij u in huis, wie heeft de dagelijkse zorg voor u,
(Dreigende) overbelasting kun je signaleren door te letten op de volgende fysieke, onder meer hoofd- of buikpijn, verhoogde bloeddruk, hyperventilatie, pijn in nek, schouder of rug, duizeligheid, toenemende vermoeidheid, afnemende
eetlust of juist vraatzucht. Psychisch: onder meer schaamte- en schuldgevoelens, concentratieproblemen, vergeetachtigheid, lusteloosheid, slaapproblemen,
snel geëmotioneerd zijn, piekeren. Gedragsmatig: onder meer rusteloosheid, chaotisch, onverdraagzaam, agressief, verwaarloosd uiterlijk, meer roken en drinken, gebruik van kalmerende of stimulerende middelen.
welke taken voert uw naaste uit?). Nodig
Meetinstrumenten
het spreekuur, bijvoorbeeld als zij naar
meetinstrumenten, zoals de Ervaren Druk Informele Zorg (EDIZ) of Caregiver
mantelzorgers uit om mee te komen naar de huisartsvoorziening bellen om een
afspraak te maken voor de patiënt. Houd ogen en oren open tijdens huisbezoeken
en sociale visites. Zo blijf je op de hoogte van de thuissituatie en krijg je een beeld van het sociale netwerk. Let op signalen van overbelasting, zowel lichamelijk,
psychisch als gedragsmatig. Dit kan met
Belasting van mantelzorgers kan men meten met behulp van gevalideerde
Strain Index (CSI). EDIZ is een vragenlijst waarop mensen aangeven hoeveel druk
zij ervaren op negen onderwerpen. Naast deze kwantitatieve ordening wordt ook een kwalitatieve ordening gemaakt. CSI is een vragenlijst bestaande uit dertien
vragen die met ja of nee ingevuld kunnen worden. Het invullen kost nog geen vijf minuten. De CSI biedt veel voordelen omdat het kort en makkelijk is af te nemen.
De meetinstrumenten zijn te downloaden op www.expertisecentummantelzorg.nl onder Meetinstrumenten.
de POH Juni 2011 | 31
Toolkit mantelzorg in de (huisarts)praktijk
De Landelijke huisartsenvereniging ontwikkelde samen met het Expertisecentrum Mantelzorg en Mezzo de Toolkit: ‘Zorg dat
de mantelzorger geen patiënt wordt’ (2011). De toolkit bevat naast informatie tal van praktische adviezen en instrumenten. De kit is verkrijgbaar via de Landelijke huisartsenverening.
Feiten en cijfers
Mantelzorg is de zorg die mensen
vrijwillig en onbetaald verlenen aan mensen met fysieke, verstandelijke
bepaalde meetinstrumenten worden
bijvoorbeeld aan extra huishoudelijke
apart, zodat hij of zij kan aangeven of er
cursussen, (digitaal) lotgenotencontact of
gemeten. Neem de mantelzorger even een ondersteuningsbehoefte is.
of psychische beperkingen in hun
Wat kan je als POH’er doen?
netwerk. Het gaat om zorg die
vraagverlegenheid, veel zorgverleners
familie, huishouden of sociale
meer is dan in een persoonlijke
relatie gebruikelijk is. Mantelzorgers zijn kinderen die zorgen voor hun
vader of moeder, ouders die zorgen voor hun kind of partners die
zorgen voor hun naaste (Definitie Expertisecentrum Mantelzorg). Een huisartspraktijk van 2500
patiënten telt gemiddeld vijfhonderd mantelzorgers. Eén op de vijf
volwassenen is dus mantelzorger: van de 3,5 miljoen Nederlanders van achttien jaar en ouder die
mantelzorg verleenden, zorgden
2,3 miljoen mensen langer dan drie maanden voor hun naasten. 1,4
miljoen mensen verleenden meer
Kampt de mantelzorger met
kampen juist met handelingsverlegenheid. ‘Als er iets is, dan hoor ik het wel’ of
‘Ik wil me niet te veel bemoeien met
de privé-situatie van mijn patiënten,’
zeggen veel POH’ers. Daardoor blijven
veel mantelzorgers uit beeld en worden zij onvoldoende ondersteund. Door een
oogje in het zeil houden, kunnen eventuele problemen snel aan het licht komen. Mantelzorgers ondersteunen kan op
verschillende manieren. Uit je waardering
hulp, maatjesprojecten, bepaalde
respijtzorgvoorzieningen. Om hiernaar te verwijzen is het belangrijk de wensen en behoeften van patiënt en mantelzorger
zo duidelijk mogelijk in beeld te hebben. ‘Soms moet je mantelzorgers in het
belang van de mantelzorger én de patiënt een klein duwtje in de rug geven om te voorkomen dat de situatie uit de hand loopt,’ meent een POH’er. Ken daarom de sociale kaart van de omgeving of
ga naar het WMO-loket of het lokale
steunpunt mantelzorg voor een sociale
kaart voor mantelzorgondersteuning (zie
behoefte aan voeding bij ouderen.
om boodschappen te doen en te koken.
de komende jaren zal het aantal
win je vertrouwen en laat je merken
graag willen blijven bijdragen aan de zorg
Respijtzorg is de tijdelijke overname van de zorg om de mantelzorger te verlichten. POH’ers hebben
officieel een taak in het aandacht
hebben voor mantelzorgers. In de
Eindterm Ouderenzorg opleiding tot praktijkondersteuner (2010) staan bijvoorbeeld de volgende vereiste
vaardigheden: interventies inzetten,
rekening houdend met zorgbehoefte, beschikbare zorg, draagkracht/-
dat je oog hebt voor zijn of haar welzijn. Denk mee en geef concrete informatie
en advies, zodat de mantelzorger de zorg zo goed mogelijk kan verlenen. Denk
daarbij aan hulpmiddelen (bijvoorbeeld
via www.vindeenhulpmiddel.nl) of andere mogelijkheden om de zorg te verlichten.
12 | de POH Special Ouderen Juni 2011
ervaringen van andere mantelzorgers die van mantelzorgondersteuning gebruik hebben gemaakt. Wees
proactief: help mantelzorgers bij het maken van een afspraak voor een
ondersteuningsvoorziening en vraag bij de
ouderen minder broodproducten en aardappelen, rijst of pasta tot zich
hoeven te nemen, in tegenstelling tot zuivelproducten, waaraan de groep
65+ wel meer behoefte heeft. Verder is er een geringer dorstgevoel vanwege wijzigingen in de nierfunctie. Toch
heeft deze groep evenveel vocht nodig dan jongere mensen, zo’n anderhalf
tot twee liter per dag. Dit komt omdat ouderen een groter vochtverlies via de huid ervaren. Het flink warm stoken van woonruimtes helpt niet mee en
verhoogt het risico op uitdroging. Door
Een ander veelvoorkomend probleem is
verstopping of obstipatie. Hierbij spelen vaak verkeerde voedingsgewoonten een rol, maar de oorzaak kan
ook liggen in medicijngebruik:
tranquillizers, maagzuurremmers
worden opgenomen of dat er een
verhoogde uitscheiding van nutriënten als calcium en kalium ontstaat).
Verslapte buikspieren en te weinig
lichaamsbeweging hebben eveneens
legitimatie voor het inschakelen van hulp.
mantelzorgondersteuning, instrumenten
herinnerd regelmatig te drinken.
hebben, zoals een darmtumor. Zorg
zorg.nl voor meer informatie over
en het speciale dossier ‘Mantelzorg in de
te zetten kan iemand eraan worden
huisartsenvoorziening’.
Minder eetlust en obstipatie
verwijzen naar organisaties die
De auteur is Programmamedewerker
verminderde eetlust door smaak- en
(tijdelijk) uit handen kunnen nemen. Denk
Vilans
De POH’er kan mantelzorgers daarnaast ondersteuning bieden of de zorg zelfs
Versterking Cliënt en Cliëntsysteem bij
Ouderen hebben snel last van een
geurverlies. Ook kunnen de tanden slechter zijn waardoor het kauwen
zachter maken. (http://www.zelfzorg.nl) Aanbevelingen
Vooral belangrijk is dat een
persoon van 65+ per dag voldoende voedingsmiddelen binnenkrijgt. Zo ontstaan er geen tekorten in
vitamines en mineralen. Omdat niet
alle voedingsmiddelen dezelfde stoffen bevatten is het goed om te blijven
variëren. Hieronder een tabel met de
hoeveelheden voedingsmiddelen per dag voor verschillende groepen.
principe in voldoende vitamine D voor
dat voedingsstoffen minder goed
invloed op de stoelgang. Bovendien kan
kunnen betrokken worden in de zorg? Biedt
Ook kunnen klysma’s de ontlasting
de darmflora dusdanig verstoren
een fles water binnen handbereik
is bevallen.
middelen en waterbindende middelen.
Vitamine D suppletie?
(los daarvan kunnen medicijnen
Kijk op www.expertisecentrummantel-
zijn in de sociale omgeving van de patiënt.
of zachtmakers, darmprikkelende
of bloeddrukverlagende middelen
Wie van de andere naasten of contacten
welke andere steunende mogelijkheden er
daarbij integrale zorg bieden levensgebieden).
voor hun naaste. Vertel over de positieve
Neem de lagere stofwisseling, waardoor
kan het bovendien een hele opgave zijn
Zet een fles water binnen handbereik
Mantelzorgondersteuners
(met medeneming van alle
mantelzorgers uit handen, terwijl die
factoren die invloed hebben op de
volgende ontmoeting of de ondersteuning
Inventariseer samen met de mantelzorger
last en ondersteuningsbehoefte van patiënt en mantelzorger en
Vanaf ons vijfenzestigste levensjaar begint onze fysiologie te veranderen. We krijgen een lagere stofwisseling, een geringer dorstgevoel, minder eetlust en soms ook last van obstipatie. Dit heeft invloed op onze voedselbehoefte en op de manier waarop we voeding tot ons nemen. Wat zijn goede aanbevelingen om als oudere toch zo gezond mogelijk te leven?
mogelijkheden er zijn. Vaak neemt de
steunpunt mantelzorg). Bespreek welke
professionele zorgverlener de zorg van
het aantal dat zelf al op leeftijd is.
Voedingadvies voor ouderen
Er zijn verschillende fysiologische
en erkenning voor de mantelzorger. Bied
mantelzorgers toenemen, met name
Dietheek B.V. www. Dietheek.nl
minder goed lukt. Door stijve gewrichten
Een proactieve houding van de POH’er is cruciaal een luisterend oor en vraag door. Hierdoor
Tekst | Moniek van Staveren, diëtiste
www.mezzo.nl voor lokale adressen van
dan acht uur per week zorg (Sociaal en Cultureel Planbureau, 2010). In
De diëtiste
verstopping een organische oorzaak daarom voor gevarieerde en vooral
vezelrijke voeding, drink meer, beweeg meer en ga naar de wc als je aandrang hebt. Er zijn middelen verkrijgbaar die laxeren en of de stoelgang
bevorderen: zwelmiddelen, glijmiddelen
Een gezonde voeding voorziet in
personen van vier tot en met vijftig (vrouwen) en zeventig (mannen),
die een lichte huidskleur hebben en
voldoende buiten komen. Het Vitamine
Informatie Bureau neemt het advies van de Gezondheidsraad over en adviseert dat dagelijks 10 microgram vitamine
D extra wordt gebruikt door vrouwen
vanaf vijftig en mannen vanaf zeventig jaar (die een lichte huidskleur hebben
en voldoende buiten komen). Dagelijks 20 microgram vitamine D extra wordt
geadviseerd aan mensen die osteoporose hebben en of in een verzorgings- of
verpleeghuis wonen, vrouwen vanaf
vijftig en mannen vanaf zeventig jaar
die een donkere huidskleur hebben en
onvoldoende buitenkomen en vrouwen vanaf vijftig jaar die een sluier dragen. (http://www.vitamine-info.nl/)
de POH Special Ouderen Juni 2011 | 13
Depressie bij ouderen onderschat fenomeen
Somberheid zou bij ouderdom horen Depressie bij ouderen is een veel voorkomende ziekte die vaak onderbehandeld wordt. Gedegen onderzoek én behandeling kunnen de kwaliteit van het leven aanzienlijk verbeteren. Verwijzing naar de tweede lijn is nodig bij moeilijke diagnostiek, ernstige depressies en specifieke behandelmethoden. Tekst | Annemarie Weening
Vaak wordt gedacht dat somberheid
praktijk is de Geriatric depression
immers van alles. Je krijgt te maken
het gebruik (zie bijlage 1). Meer dan
past in de derde levensfase. Er verandert met (chronische) ziektes en de daarbij horende lichamelijke beperkingen en
afhankelijkheid. Er zijn minder sociale contacten: je houdt op met werken,
familieleden en sommige van je vrienden/ kennissen overlijden. ‘Logisch’ dat je dan
ook psychisch moet inleveren: minder zin om dingen te doen, vaker thuis blijven, minder eetlust, slecht slapen, sombere
gedachten enzovoorts. Gelukkig geldt dit scenario niet voor iedereen. Toch komt depressie bij ouderen veelvuldig voor.
Jammer genoeg wordt maar een klein
deel daarvan behandeld. Deels omdat het dus niet onderkend wordt, deels omdat ouderen nu eenmaal niet makkelijk
klagen. Als ze al klagen, gaat dit vooral over lichamelijke gebreken. Toch kan
het aangeven van pijn of het niet meer
Scale betrouwbaar en makkelijk in
zes punten duidt op een depressie. Is
dit het geval dan is het belangrijk om eventuele oorzaken te onderzoeken.
Pijn, lichamelijke ziekte of beperkingen zijn bij ouderen een bekende oorzaak. Goede pijnbehandeling, optimaal zelfstandig kunnen functioneren (door bijvoorbeeld aanschaf van
een trippelstoel of aanpassingen in
huis) zijn dan goede therapeutische
interventies. Ook eenzaamheid of te weinig te doen hebben kunnen aan
een depressie ten grondslag liggen. Bezoek van een vrijwilliger, sociale
dagopvang of lid worden van een club kan dit ondervangen. Hiervoor moet je wel een goed idee hebben van de
sociale kaart van de regio waarin de oudere woont, het aanbod is vaak
Vormen van psychotherapie – Life review: terugkijken op je
leven. Dit biedt de mogelijkheid om oud zeer opnieuw en vanuit
een ander perspectief te bekijken.
– Cognitieve therapie: bewust
worden van de eigen valkuilen en leren hoe je hier in de toekomst beter mee om kunt gaan.
– Psychotherapie in een groep:
Medicatie is een goede manier om een depressie te behandelen; ook bij ouderen
mensen met soortgelijke
problemen samen psychotherapie laten volgen, waardoor men elkaar stimuleert tot het
doorbreken van vaste patronen.
– IPT: inter persoonlijke therapie, vooral gericht op het sociale netwerk en de omgang met anderen
– EMDR: speciale traumatherapie, alleen bij patiënten die veel last
hebben van een trauma met flash backs, dromen en herbelevingen.
Ouderen klagen niet makkelijk kunnen lopen met name bij ouderen een teken van een depressie zijn. Depressie herkennen
groter dan men denkt. Tenslotte kan
behandelen, met name bij ernstige
psychotherapeutisch behandeld worden.
meerdere somatische ziekten hebben
een depressie medicamenteus en/of
Om eventuele depressieve gevoelens
Medicatie
vragenlijstje uitkomst bieden. In de
goede manier om een depressie te
goed boven tafel te halen, kan een
14 | de POH Special Ouderen Juni 2011
Medicatie is ook bij ouderen een
depressies. Omdat ouderen vaak
(met name hartklachten zijn relevant)
en dus ook andere medicatie gebruiken, is voorzichtig starten met een SSRI in een lage dosering gebruikelijk.
de POH Juni 2011 | 35
SSRI’s zijn specifieke serotonine
rijtje medicamenteuze therapie. ECT
de patiënt op dat moment kan overzien.
dat de concentratie serotonine (een
maar is beter bekend onder de naam
immers een van de hoofdkenmerken van
heropnameremmers. Ze zorgen ervoor lichaamseigen stof) wordt verhoogd
in het brein. Een te lage spiegel geeft depressieve klachten. Soms zijn deze middelen onvoldoende werkzaam
en moet je een stapje verder gaan. Vaak wordt dan gekozen voor
TCA’s of middelen die op meerdere
neurotransmitters werkzaam zijn. Soms
is Lithium of Carbamazepine nodig, maar
staat voor Electro Convulsie Therapie elektroshock. Veel mensen hebben
daar een negatieve associatie bij. Dat is onterecht. Tegenwoordig gebeurt ECT
onder narcose en bij ernstige depressie
is het vaak de eerste behandelkeuze. Het geeft ten opzichte van medicatie weinig bijwerkingen en werkt veel sneller. Laat
het effect van de meeste antidepressiva zes weken op zich wachten, het effect
Net als medicatie wordt ook psychotherapie te weinig ingezet bij ouderen dit betreft bijna altijd patiënten met
van ECT is vaak al binnen enkele
meerdere keren een depressie hebben
ECT een goede optie. Vaak is nadien
een bipolaire stoornis of mensen die al gehad (zie bijlage 2). Lichttherapie en ECT
weken merkbaar. Ook voor ouderen is onderhoudsbehandeling nodig in de vorm van medicatie.
Bij patiënten met een winterdepressie
Psychotherapie
lampen met voldoende flux nodig. De
te weinig ingezet bij ouderen. Soms
is lichttherapie een optie. Hiervoor zijn lampen die regulier te koop zijn hebben meestal te weinig kracht. Lichttherapie helpt alleen bij een duidelijke
winterdepressie: depressieve gevoelens
gedurende minimaal twee winters. Ook de ECT-behandeling hoort thuis in het
Psychotherapie wordt net als medicatie ligt de oorzaak bij de patiënt zelf, die niet naar de poli wil of kan komen, vanwege mobiliteitsproblemen of
Geen zin hebben om iets te doen is
Tabel 1 De DSM-IV-criteria voor de diagnose depressieve stoornis
een depressie. Soms ligt de oorzaak ook
De DSM-IV bevat een negental symptomen, waarvan de eerste
onbekendheid met de mogelijkheden
– depressieve stemming gedurende het grootste deel van de dag, bijna
bij de professionele hulpverleners, zoals en werkzaamheid voor psychotherapie
bij ouderen. Vormen van psychotherapie
bij ouderen zijn onder andere life review, cognitieve therapie, psychotherapie
in een groep, IPT en EMDR (zie kader). Uiteraard zijn er nog veel andere
psychotherapeutische interventies mogelijk.
elke dag – duidelijke vermindering van interesse of plezier in alle of bijna alle activiteiten gedurende het grootste deel van de dag, bijna elke dag – duidelijke gewichtsvermindering of gewichtstoename – slapeloosheid of overmatig slapen, bijna elke dag
(geen verlieservaringen of lichamelijke
een specifiek plan om suïcide te plegen
klachten, geen vermindering van sociale
Een voorbeeld
zijn. Behandeling van de depressie staat
Mevrouw V is 78 jaar en alleenstaand. Ze komt bij de huisarts
op met haar neurologe. Die geeft aan dat de
men een geheugenonderzoek laten
van haar Parkinson, vooral het opstarten in de ochtend gaat
worden. Door een extra dosering voor de nacht voelt
contacten) moet men hier op bedacht
dan op de eerste plaats. Vervolgens kan
doen, uiteraard alleen als er in de (hetero) anamnese aanwijzingen zijn voor een
beginnende dementie en de oudere ook gemotiveerd is voor verder onderzoek. De auteur is als ziekenhuisarts
depressie: er is vaak meer mogelijk dan
ouderenpsychiatrie in Assen.
geriatrie werkzaam bij de Ggz afdeling
omdat het lopen niet meer gaat. Ze blijkt last te hebben
moeizaam. Lopen doet ze nauwelijks meer, hoewel dit bij het lichamelijk onderzoek redelijk gaat. Daarnaast heeft ze pijn
in haar schouder. Verder navragen leert dat ze de laatste tijd nauwelijks de deur uitkomt. Haar buurvrouw, waarmee ze
veel contact had, is (tijdelijk) opgenomen in een verpleeghuis. De laatste paar weken heeft ze nergens meer zin in. In het
bijzonder de ochtenden zijn zwaar. Ze komt pas tegen twaalf uur haar bed uit en kleedt zich vaak niet aan. Ze is erg bang om afhankelijk te worden. Ze ligt veel op bed en is drie kilo
ze. De huisarts denkt aan een depressie. Hij neemt de GDS af
en mevrouw scoort negen punten. De praktijk neemt contact
Tabel 1 Afgrenzing tussen delier, dementie en depressie Delier acuut (in uren tot dagen)
Dementie sluipend
Depressie geleidelijk (meestal in enkele weken)
Beloop
symptomen fluctueren over het etmaal (doorgaans meer uitgesproken in avond en nacht)
langzaam progressief
dagschommeling: klachten doorgaans ‘s ochtends erger dan ‘s avonds
Bewustzijn en aandacht
gedaald bewustzijn met gestoorde aandacht
in beginstadium bewustzijn en aandacht ongestoord
Oriëntatie
gestoord
gestoord
bewustzijn en aandacht ongestoord (interesseverlies kan beoordeling bemoeilijken)
Geheugen
kortetermijngeheugen gestoord
korte- en langetermijngeheugen gestoord
Hallucinaties en wanen
doorgaans aanwezig (vluchtig en inhoudelijk niet-complex)
doorgaans afwezig in beginstadia
16 | de POH Special Ouderen Juni 2011
jaar voortdurend aan de criteria voor een depressieve stoornis voldaan
zonder dat er specifieke plannen zijn gemaakt, of een suïcidepoging of
afgevallen. Als het zo moet, dan hoeft het niet meer, verzucht
Begin
ten minste twee extra symptomen – chronische depressie: er is gedurende ten minste de voorgaande twee
bijna elke dag
nooit eerder in hun leven een depressie verklarende factoren aanwezig zijn
dag, meer dagen wel dan niet, gedurende ten minste twee jaar en met
schuldgevoelens, bijna elke dag
– terugkerende gedachten aan de dood, terugkerende suïcidegedachten
hebben gehad en waarbij geen
kernsymptomen, gedurende ten minste twee weken – dysthymie: depressieve stemming gedurende het grootste deel van de
– gevoelens van waardeloosheid of buitensporige of onterechte
eerste teken van een beginnende
dementie zijn. Vooral bij ouderen die
– depressieve stoornis: vijf symptomen, waaronder ten minste één van de
– moeheid of verlies van energie, bijna elke dag
– verminderd vermogen tot nadenken of concentratie of besluiteloosheid,
Een depressie bij een oudere kan het
Voor de onderstaande diagnosen gelden de volgende criteria:
– psychomotorische agitatie of remming, bijna elke dag
Of is het dementie
vervoersproblemen. Dit zijn soms ook
redenen die ingekleurd worden door de
twee de kernsymptomen van een depressieve stoornis zijn:
Parkinsonmedicatie bij mevrouw wel iets verhoogd kan mevrouw V. zich ‘s morgens iets soepeler. De huisarts
onderzoekt de schouder van mevrouw en constateert een bursitis. Ze krijgt twee keer een injectie waardoor de pijn
draaglijker wordt en ze weer haar eigen haar kan kammen. Daarnaast spreken ze af dat ze twee keer per week naar de sociale dagopvang gaat. Aanvankelijk kost dat veel
overredingskracht, maar mettertijd vindt mevrouw het toch
leuk om te gaan. Tenslotte wordt de ergotherapeut gevraagd of mevrouw in aanmerking komt voor een scootmobiel. Dat blijkt inderdaad te kunnen. Ze krijgt een training en is nu
buitenshuis ook weer mobiel. Medicatie voor depressie of psychotherapie blijkt niet meer nodig.
ongestoord geheugen soms tijdelijk verminderd, meestal intact
bij klein aantal patiënten aanwezig (psychotische depressie)
de POH Special Ouderen Juni 2011 | 17
De glans van grijs
Boekbesprekingen
De glans van grijs is een positief boek.
De POH vindt:
zich gaat oriënteren op het leven na de
in het leven beschreven. Nu eens niet
senioren te inspireren om op eigen
professionals die met jongere en oudere
Op warme toon wordt de laatste fase
als een tranendal, maar als een periode met toegevoegde waarde voor de
Seksualiteit van ouderen
samenleving en voor de oudere zelf. Naast
Het taboe op ouderen en seks moet
De POH vindt:
Swinnen, onderzoeker aan het
lacherig om gedaan. De meest mensen
worden doorbroken, vindt dr. Aagje
Centrum voor Gender en Diversiteit
van de Universiteit Maastricht. Haar boek rekent af met het cliché dat
seksualiteit en ouderdom in tegenspraak zijn. Dit doet ze door het thema te belichten vanuit de seksuologie, gezondheidswetenschappen,
geneeskunde, filosofie, kunst en
cultuurwetenschappen, reclame en literatuur. Seksualiteit en ouderen
biedt een antwoord op de vraag hoe het lichamelijke verouderingsproces
van invloed is op de seksuele behoeftes en activiteiten van oudere mannen en vrouwen.
talloze concrete tips en ideeën komen
belangwekkende thema’s en vragen aan
Ouderen en seks, daar wordt meestal
bod die het leven van ouderen raken. Zoals
tijdbeleving, eenzaamheid, het vormgeven
denken dat lust en passie alleen maar
van je persoonlijke geschiedenis,
aan jongeren is besteed en dat oudere
vrijwilligerswerk, genieten, opleidingen en
mensen hier geen behoefte meer aan
cursussen, financiën en dromen.
hebben. Aagje Swinnen denkt hier
anders over. Ze beschrijft de denkbeelden
seksuele ervaringen. Prima dat dit
onderwerp uit de taboesfeer wordt
gehaald. Met het citaat ‘Niet vragen naar
de auteur wat mij betreft de spijker op de kop!
de seksuele functie bij patiënten met
Productinformatie
beperking is een vorm van slechte zorg.
multidisciplinaire benadering | Auteur:
een chronische ziekte of lichamelijke
Dat wel doen, maar niet bij senioren, is
een vorm van leeftijdsdiscriminatie’ slaat
Titel: Seksualiteit van ouderen - een
Aagje Swinnen | Amsterdam University Press | januari 2011 | 348 pagina’s | ISBN
Kwetsbare ouderen ouderen betekent voor een deel van deze
de kwetsbare ouderen. Op het eerste
hulp(middelen) zodanig gesteund
nog goed, maar schijn kan bedriegen. Vaak wordt hulp te laat gevraagd of geboden als er problemen met de
gezondheid ontstaan. Dit rapport biedt voor het eerst een landelijk beeld van
ouderen met meervoudige problematiek die daardoor risico lopen binnen enkele
jaren zorgafhankelijk te worden en hun zelfstandigheid te verliezen. Naast de vele inzichten over de ontwikkeling
kunnen worden dat opname in een instelling voorkomen kan worden.
Tijdige signalering van in lichamelijk en psychosociaal opzicht kwetsbare
sociaal en prettig leven | Auteur: Liebje
achtergrondinformatie over organisaties en adressen die behulpzaam kunnen
zijn voor bewust en actief seniorschap.
Het prettig geschreven boekje is nuttig
Titel: De glans van grijs - ideeën voor
Hoekendijk | Scrivare | september 2010 | 106 pagina’s | ISBN 9789088501593 | € 9,95
voor ouderen vanaf de leeftijd dat men
bij kwetsbare ouderen veelvuldig
functiestoornissen die veel voorkomen
voor. Het zijn bovendien belangrijke voorspellers voor opname in een
verpleeghuis. Dit boek geeft inzicht in beschikbare en in ontwikkeling zijnde interventiemogelijkheden
bij klinisch relevante psychiatrische
In het boek staan de psychiatrische
bij kwetsbare ouderen centraal. Het
blijkt bijvoorbeeld dat 80 procent van de dementerende ouderen last heeft van
twee of meer psychiatrische symptomen.
Het boek geeft inzicht in de problematiek en de diverse interventiemogelijkheden.
van de mantelzorg aan de hand
Productinformatie
benadering. Er is zowel aandacht voor
kwetsbare ouderen (digitaal boek)|
psychische, sociale, biologische en
levensgeschiedenisaspecten afzonderlijk, als voor hun interactie.
Titel: Psychiatrische stoornissen bij Auteur: T. Bakker | Koninklijke Van
Gorcum B.V. | september 2010 | 232
pagina’s | ISBN 9789023246541 | € 36,75
(WMO) legt bij gemeenten is deze
Nog steeds gaan veel chronisch zieke
gebied van wonen, welzijn en veiligheid.
ouderen kunnen blijven wonen in hun
voor de beroepsgroep van huisartsen.
het verzorgings- of verpleeghuis.
met lef als voor zorgorganisaties
de auteur een aantal praktische zaken
studie zeker van belang, met name ook Bevat inzichten en aanbevelingen hoe
kwetsbaarheid tijdig gesignaleerd kan worden.
beeld van de groeiende groep
De POH vindt:
geeft allerhande praktische tips,
Vitaal en kwetsbaar grijs
Wet Maatschappelijke Ondersteuning
kunnen beschermen. Het rapport sluit toekomst.
Productinformatie
van het niet-meer-(zo-)jong zijn en
Gelet op de verantwoordelijkheid die de
Productinformatie
af met beleidsadviezen en een blik op de
18 | de POH Special Ouderen Juni 2011
groep dat zij met relatief eenvoudige
van kwetsbaarheid verkent dit rapport de vraag wat ouderen hier tegen zou
senioren te maken hebben.
inzicht in verschillende elementen
De POH vindt:
persoonlijkheidsproblemen komen
van een multidimensionale
In de overgang tussen gezonde en
gezicht lijken ze gezond en voelen ze zich
te geven. Dit boek geeft de senior
Depressie, angst, agressie en
functiestoornissen en de belasting
afhankelijk ouderen bevinden zich
wijze het leven inhoud en invulling
pensionering. Tevens bruikbaar voor
Psychiatrische functiestoornissen bij kwetsbare ouderen
rondom het seksuele gedrag van
ouderen en schenkt aandacht aan
Handzaam, geïllustreerd boek om
Titel: Kwetsbare ouderen - Landelijk ouderen met meervoudige
gezondheidsproblemen | Auteur: Cretien van Campen (red.) | Sociaal En Cultureel Planbureau |
februari 2011 | 218 pagina’s |
ISBN 978 90 377 0542 3 | € 27,50
of zwaar gehandicapte ouderen naar Maar zijn deze woonvormen wel zo
ideaal? In het eerste deel van Vitaal en kwetsbaar grijs werkt Joop Belderok
Een uitdaging voor zowel vitale ouderen die onvoorwaardelijk geloven in de
competenties van kwetsbare ouderen.
negatieve kenmerken van instellingen
De POH vindt:
moderniseringstheorieën van Foucault,
veranderingen gaande. Een van
concreet uit aan de hand van de
Habermas en Giddens. Betrokkenheid van vitale ouderen met kwetsbare
ouderen in de buurt lijkt een nieuw
gegeven te zijn. Voor zorgorganisaties
vraagt dat om een nieuwe rol. Zij moeten rugdekking geven in samenwerking
met professionele veldwerkers op het
In de ouderenzorg zijn grote
de vragen is of verzorgings- en
eigen buurt en wijk. Tot slot beschrijft voor vitaal leven in een vitale buurt.
De publicatie schetst mogelijkheden en inzichten voor een toekomstige ouderenzorg. Of een en ander
bewaarheid wordt of slechts wishfull thinking is, zal de toekomst leren.
verpleeghuizen nog wel van deze tijd
Productinformatie
de hand van drie theoretische kaders
kwetsbare ouderen in een vitale buurt
zijn. Deze publicatie beschrijft aan
de nadelen van deze zorgvormen. In
het tweede deel beschrijft de auteur
onder welke voorwaarden (kwetsbare)
Titel: Vitaal en kwetsbaar grijs / druk 1, | Auteurs: J. Belderok en J.J. Belderok |
SWP | oktober 2007 | 175 pagina’s | ISBN 9789066658820 | € 19,90
de POH Special Ouderen Juni 2011 | 19
Samenwerking eerste en tweede lijn
Zorg voor kwetsbare ouderen Ouderenorganisatie Palet zet zich op alle fronten in voor de zorg en het welbevinden van ouderen in haar werkgebied Leeuwarden en Noord-West Friesland. Om dit mogelijk te maken wordt intensief samengewerkt met andere organisaties. Door de vergrijzing, de verschuiving van complexe ouderenzorg van de tweede naar de eerste lijn (buurtgerichte aanpak) en het ontbreken van een goede multidisciplinaire aanpak in de eerste lijn is deze samenwerking ook hard nodig, vooral rondom de groeiende groep kwetsbare ouderen. Een kwetsbare oudere is niet eenvoudig
te diagnosticeren. De problematiek is zeer divers en niet altijd direct aantoonbaar. Over het algemeen herkent men de
kwetsbare oudere aan problemen als
multimorbiditeit, een niet-pluis-gevoel, geheugenproblemen, eenzaamheid, sociaal isolement, depressie/rouw,
mobiliteitsproblemen, verwaarlozing en medicatieproblemen. Om deze groeiende groep ouderen beter te
organiseren sloegen verschillende
instanties de handen ineen: huisartsen,
apotheken, fysiotherapie, het Expertiseen Behandelcentrum (Palet-EBC), de
buurtgerichte Paletzorgteams en de
eerste-en tweedelijnszorg van Palet. De
en apotheker. Op uitnodiging nemen ook
Investering en winst
instanties in te schakelen. Ook sluit de
zoals de buurtverpleegkundige of de GGZ,
natuurlijk niet zomaar. Behalve de
oudere hoeft nu niet meer zelf allerlei zorg perfect op elkaar aan.
Multidisciplinaire samenwerking
De samenwerking richt zich op vier
concrete doelen. Om te beginnen op
preventief huisbezoek als instrument bij vroegsignalering, uitgevoerd door praktijkondersteuners. Ten tweede op multidisciplinaire consultatie
en afstemming tussen betrokken
hulpverleners. Dit wordt uitgevoerd door
een vast kernteam bestaande uit huisarts, POH-er, specialist ouderengeneeskunde
andere betrokken hulpverleners deel,
en wordt er een multidisciplinair zorg/
behandelplan gemaakt. Ten derde richt
de multidisciplinaire samenwerking zich
op onderzoek, ziekte en diagnostistiek in de thuissituatie. Deze vindt plaats in de
eigen omgeving van de patiënt en wordt uitgevoerd door de psycholoog of de
specialist ouderengeneeskunde van Palet. Tenslotte richt de samenwerking zich op begeleiding en advies aan mantelzorg. POH-ers begeleiden en trainen de
thuiszorgteams, begeleiden de patiënt
en zijn/haar omgeving en coördineren de zorg.
Een goede samenwerking ontstaat uitdrukkelijke wil om samen te werken, moeten duidelijke afspraken worden gemaakt. Dat vraagt om een flinke
investering in tijd en geld. De winst is echter duidelijk. De verborgen problematiek wordt vroegtijdig
opgespoord, de regie blijft bij de
huisarts zodat de zorg laagdrempelig blijft en er zijn korte lijnen met een
klein buurtgericht team. Ook wordt de
diversiteit aan deskundigheid benut en is er een snelle inzet van zorg/behandeling mogelijk, waardoor crisissituaties
voorkomen kunnen worden. Om zorg en behandeling betaalbaar en kwalitatief
hoogwaardig te houden zijn initiatieven als deze meer dan welkom.
20 | de POH Special Ouderen Juni 2011