DC
38
Soorten kinderopvang
1 Inleiding In het boek ‘Pedagogisch Medewerker saw 3’ staat een korte beschrijving van de soorten kinderopvang. In dit thema zijn de soorten kinderopvang uitgebreider beschreven en meer gericht op de organisatie en de taken van de pedagogisch medewerkers per soort opvang. De inhoud van dit thema: 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Dagopvang 0 tot 4 jaar Buitenschoolse opvang Tieneropvang Gastouderopvang 24-uurs opvang Peuterspeelzaalwerk Tussenschoolse opvang Opvang voor kinderen van cursisten Opvang tijdens congressen en in winkelcentra Opvang aan huis Overige dienstverlening
1
Per werksoort is opgenomen: • de dagindeling; • werkwijzen; • groepsindeling; • taken van de pedagogisch werker; • rol van de ouders; • financiën en organisatievorm.
SAW DC 38 Soorten kinderopvang
1
2 Dagopvang 0 tot 4 jaar Het primaire proces in kinderdagverblijven wordt bepaald door de kinderen. Met name door het ritme van eten, slapen/rusten en spelen. De organisatie vindt rondom dit gegeven plaats. Dagindeling
Het zal duidelijk zijn dat de dagindeling voor baby’s een andere is dan die voor peuters. De dag van de baby’s wordt aan het ritme van de baby zelf aangepast. Baby’s worden individueel benaderd. Maar ze gaan vaak ook al jong mee aan tafel. Door het kijken naar de andere kinderen die eten, wennen zij aan het groepgebeuren. Zij worden zo ook uitgenodigd om mee te doen als er fruit of brood gegeten wordt. De peuters worden ’s morgens vóór een bepaald tijdstip gebracht en spelen vrij tot alle ouders weg zijn. Dan wordt er aan tafel meestal fruit of een cracker gegeten en iets gedronken. Midden op de ochtend wordt er meestal een groepsactiviteit gedaan of de kinderen gaan naar buiten. Om ongeveer twaalf uur gaan zij aan tafel om te eten. De kleinsten gaan daarna tanden poetsen en naar bed, de groteren hebben een rustig uurtje, liggen te lezen of doen een spelletje. ’s Middags na het slapen eten de kinderen weer fruit of een cracker en drinken wat. Daarna gaan zij vrij spelen en buitenspelen. Aan het einde van de middag worden zij weer gehaald. Kinderen die langer blijven, krijgen soms nog een cracker aangeboden. Hieronder zie je een voorbeeld van een dagindeling op basis van dit ritme. Je ziet dat veel tijden en gebeurtenissen vastgelegd zijn. Maar pedagogisch medewerkers passen deze ook aan de individuele kinderen aan.
2
SAW Digitale Content
Voorbeeld van een dagindeling Tussen 7.45 uur en 9.30 uur worden de kinderen gebracht in een gecombineerde groep. De kinderen mogen vrij spelen en de ouders worden ontvangen met koffie en thee. Rond 8.15 uur gaan de pedagogisch medewerkers met de kinderen naar hun eigen groep Om 9.25 uur gezamenlijk speelgoed opruimen en aan tafel gaan om een cracker te eten en sap te drinken. Er wordt gezongen en gebabbeld. Baby’s zitten er bij of kruipen rond. Rond 10.15 uur handen en gezichten wassen, luiers verschonen en daarna een activiteit binnen of buiten. De baby’s gaan ’s morgens slapen (afhankelijk van hun eigen ritme) en spelen verder op een kleed op de grond. Rond 11.30 uur handjes wassen en aan tafel rond 11.30 uur. Zingen, eten en praten. Rond 12.15 uur handen en gezichten schoonmaken, verschonen en uitkleden om te gaan slapen. Voor het slapen eerst een verhaaltje voorlezen op het kleed. 12.45 uur slapen de meeste kinderen. Kinderen die bijna vier jaar zijn blijven op doen spelletjes. De wakkere baby’s krijgen een fruithap. Rond 15.00 uur komen de kinderen uit bed en worden geholpen met verschonen/ aankleden. Rond 15.30 uur fruit eten en sap drinken met een liedje. De baby’s die daar aan toe zijn, krijgen de fles aangeboden. Tussen 16.00 uur en 18.15 uur vrij spelen of bescheiden activiteiten. De kinderen worden opgehaald, ouders en pedagogisch medewerkers voeren korte overdrachtsgesprekken. Om 17.00 uur wordt nog een cracker en sap aangeboden. Om 17.45 uur worden de groepen weer per 2 groepen samengevoegd en om 18.15 uur sluit het kinderdagverblijf.
SAW DC 38 Soorten kinderopvang
3
Het is belangrijk dat je bij de organisatie van de dag let op het ritme van de kinderen. Daarnaast is het belangrijk dat je kinderen door middel van de dagindeling houvast biedt. Een kind vindt het prettig als het weet waar het aan toe is: als we gespeeld hebben, gaan we fruit eten, als we buiten gespeeld hebben, komt papa of mama me halen. Structuur in de dag geeft pedagogisch werkers helderheid over drukke momenten en momenten van meer rust waarin zij eventueel andere taken kunnen doen of overleggen kunnen plannen. Zo wordt de tijd dat de kinderen liggen te slapen vaak gebruikt voor het werkoverleg of de kindbespreking. Bij de organisatie in kinderdagverblijven speelt verder nog een rol dat er soms huishoudelijk medewerkers zijn die bepaalde taken op zich nemen: het bereiden en ronddelen van de maaltijden, het doen van inkopen voor de huishouding en het schoonmaken van de ruimten. Een goede taakverdeling is hierbij belangrijk. Waar begint de taak van de huishouding en waar houdt die op? Veegt de huishoudelijk medewerker de vloer aan het eind van de dag aan of doet de pedagogisch medewerker dat? Verzorgen de pedagogisch medewerkers de maaltijden of doet een huishoudster dat? Werkwijzen
De meeste kinderdagverblijven zijn tussen half acht en half zeven, elf uur op een dag open. Zijn zij langer open en worden de kinderen langer dan elf uur of op afwijkende tijden gebracht, dan betalen de ouders daar extra voor. De kinderdagverblijven zijn meestal het gehele jaar open met vaak een uitzondering voor de tijd tussen kerst en nieuwjaar. Groepsindeling
De groepen kunnen horizontaal of verticaal ingedeeld zijn. Soms wordt de leeftijd van nul tot vier jaar ook in drieën gehakt. Dan is er een groep van nul tot anderhalf jaar, van anderhalf tot drie jaar en van drie tot vier jaar. Voordeel is dat de kinderen dan gericht op hun eigen niveau gestimuleerd kunnen worden. Voordeel van de verticale groep is dat kinderen van elkaar kunnen leren en er meer een situatie ontstaat als in een gezin. Het kindercentrum heeft meestal plaatsen voor twee, drie, vier of vijf dagen. De meeste kinderen worden parttime geplaatst. Taken van de pedagogisch medewerkers
Omdat deze functie het meest voorkomt, is hieronder de tekst uit het functieboek voor de kinderopvang opgenomen. Naast deze functiebeschrijving is er nog een variant voor de BSO en zijn er verschillende differentiaties. Je kunt ze op internet vinden.
4
SAW Digitale Content
PEDAGOGISCH MEDEWERKER ALGEMENE KENMERKEN De pedagogisch medewerker is verantwoordelijk voor de dagelijkse opvang, ontwikkeling en verzorging van een groep kinderen in een kindercentrum. De doelgroep en soort opvang kan verschillen, zoals bijvoorbeeld kinderdagverblijven, buitenschoolse, tussenschoolse en/of naschoolse opvang. DOEL VAN DE FUNCTIE De dagelijkse opvang, ontwikkeling en verzorging van een groep kinderen in een kindercentrum. ORGANISATORISCHE POSITIE De pedagogisch medewerker ressorteert hiërarchisch onder het (unit-)hoofd en begeleidt in voorkomende gevallen pedagogisch medewerkers in ontwikkeling, groepshulpen, BBL-ers, BOL-ers en stagiaires. RESULTAATGEBIEDEN Kinderen begeleiden • Begeleidt kinderen, zowel in groepsverband als in individueel opzicht. • Schept een situatie binnen de groep waarin kinderen zich veilig voelen en stimuleert kinderen, door middel van uitvoering van het pedagogisch beleidsplan, zich verder te ontwikkelen. • Begeleidt kinderen bij de dagelijkse voorkomende bezigheden. • Organiseert activiteiten gericht op ontwikkeling, eventueel buiten het kindercentrum. Resultaat Kinderen begeleid gedurende de met de ouders/ verzorgers afgesproken periode, zodanig dat zij volgens het pedagogisch plan zich ontwikkelen, opgevoed en gestimuleerd worden. Kinderen verzorgen • Draagt zorg voor de dagelijkse verzorging van kinderen. Resultaat Kinderen verzorgd gedurende de met de ouders/ verzorgers afgesproken periode, zodanig dat zij schoon zijn en gevoed worden volgens geldende hygiëne-eisen en afspraken met de ouders.
SAW DC 38 Soorten kinderopvang
5
Informatie uitwisselen over kinderen en werkzaamheden • Houdt de ontwikkeling van kinderen bij en rapporteert of informeert hierover (periodiek) het hoofd. • Informeert bij kennismaking de ouders/ verzorgers over de gang van zaken binnen de groep. • Draagt zorg voor een goed (periodiek) contact met ouders/ verzorgers en informeert naar specifieke aandachtspunten (dagritme, voeding e.d.) en bijzonderheden van de op te vangen kinderen, ook bijvoorbeeld in de vorm van ouderavonden. • Onderhoudt in het geval van schoolgaande kinderen contact met de betreffende scholen. • Stemt met collega’s af over de dagindeling en de verdeling van de werkzaamheden en draagt mede zorg voor een goede samenwerking en voor een goede overdracht. • Neemt gebruikelijk deel aan werkoverleg. Resultaat: Informatie uitgewisseld, zodanig dat zowel de ouders/ verzorgers, de leidinggevende als de pedagogisch medewerkers beschikken over de voor de verzorging en begeleiding relevante informatie, zodat het betreffende kind/ de betreffende kinderen zo optimaal mogelijk opgevangen kan/ kunnen worden. Ruimten en materiaal beschikbaar houden • Verricht licht huishoudelijke werkzaamheden in de groep en draagt mede zorg voor het beheer, de aanschaf en de hygiëne en goede staat van de inventaris. Resultaat: Een schone ruimte en een goed verzorgde inventaris, zodat kinderen in een schone en veilige omgeving opgevangen kunnen worden. Deskundigheid bevorderen • Begeleidt en instrueert, indien op de groep aanwezig, pedagogisch medewerkers in ontwikkeling, groepshulpen, BBL-ers, BOL-ers en stagiaires en rapporteert hierover periodiek aan het hoofd. Resultaat: Deskundigheid bevorderd, zodanig dat pedagogisch medewerkers in ontwikkeling, groepshulpen, BBL-ers, BOL-ers en stagiaires zo goed mogelijk ingezet kunnen worden op de groep en (indien van toepassing) in staat gesteld worden hun leerdoelen te behalen.
6
SAW Digitale Content
PROFIEL VAN DE FUNCTIE Kennis • In het bezit van een van de hieronder genoemde opleidingsniveaus.* • Pedagogische kennis. • Kennis van en inzicht in groepsdynamische processen. • Kennis van de geldende hygiëne- en veiligheidseisen. • Kennis van de ontwikkelingsfases van een kind. Specifieke functiekenmerken • Sociale vaardigheden voor het motiveren, stimuleren en instrueren van kinderen. • Mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid voor het opstellen van verslagen en contacten met ouders/ verzorgers. Bezwarende omstandigheden • Bezwarende omstandigheden kunnen onderdeel uitmaken van de functie (fysieke belasting door tillen van kinderen).
In een kinderdagverblijf werken meerdere pedagogisch medewerkers, stagiaires en er zijn soms groepshulpen. Er is huishoudelijk personeel, eventueel een administratieve kracht en er is een leidinggevende en eventueel een assistent-leidinggevende. Voor de gehele organisatie is er vaak een pedagoog in dienst die de pedagogisch medewerkers ondersteunt bij de opvoedende taken en/of een kwaliteitsfunctionaris. Met al deze collega’s wordt contact onderhouden. De taken zijn op elkaar afgestemd. Er worden activiteiten georganiseerd en beleid en werkwijzen besproken. Rol van de ouders
Belangrijke contacten voor de ouders zijn de contacten bij het halen en brengen. Op die momenten kunnen zij alles zeggen en horen wat van belang is voor die dag en de relatie met de pedagogisch medewerkers opbouwen en onderhouden. Op die momenten ontstaat ook het vertrouwen in de opvang. Het is dus belangrijk dat er op bij het halen en brengen aandacht is voor de ouders. Daarnaast hebben ouders een of twee keer per jaar een gesprek met één van de pedagogisch medewerkers over de ontwikkeling van het kind en het welbevinden op het dagverblijf. Ouders komen op ouderavonden en zullen aanwezig zijn op feesten en bij bijzondere activiteiten of uitstapjes. Hun inbreng in het beleid en de werkwijzen hebben zij daarnaast ook op ouderavonden en in de oudercommissie.
SAW DC 38 Soorten kinderopvang
7
Is het kinderdagverblijf onderdeel van een grote stichting met meerdere accommodaties, dan is er vaak nóg een ouderraad die zich met het beleid van de gehele stichting bezighoudt: de cliëntenraad. Ouders kunnen met hun klachten doorgaans bij een klachtencommissie terecht. Financiën en organisatievorm
Kinderdagverblijven worden gefinancierd door ouders, bedrijven en overheid. Ouders betalen een ouderbijdrage. De hoogte is afhankelijk is van hun inkomen. Een deel van deze kosten krijgen zij via de belasting weer terug. De inkomsten van de kinderdagverblijven bestaan geheel uit ouderbijdragen. Bedrijven dragen hun bijdrage direct via de belasting aan de overheid af. Het is niet gebruikelijk dat kinderdagverblijven een vereniging zijn. Meestal zijn het stichtingen.
8
SAW Digitale Content
3 Buitenschoolse opvang De organisatie in de buitenschoolse opvang wordt veelal bepaald door de ontwikkelingsfase waarin de kinderen zitten. De organisatie van de opvang voor 4-jarigen ziet er anders uit dan die voor 12-jarigen. Ook hier zijn pedagogische motieven dus mede bepalend voor de vormgeving en organisatie van de opvang. Dagindeling
Omdat de groepsstructuur losser is, is er ook geen strakke dagindeling. Kinderen komen op verschillende tijden binnen. Alleen als meerdere kinderen tegelijkertijd binnenkomen, komen zij soms even bij elkaar in de groepsruimte of huiskamer en wordt er thee of limonade gedronken. Soms wordt aan het einde van de dag nog gezamenlijk opgeruimd. Maar elk kind ruimte gewoon zijn eigen spullen op. Op schoolvrije dagen en tijdens de vakanties is er uiteraard meer structuur in de dag. Er zijn gezamenlijke activiteiten en er wordt gezamenlijk gegeten. Maar ook dan kan er met individuele kinderen een andere afspraak gemaakt worden, bijvoorbeeld als zij een dag met een vriendinnetje gaan spelen. Hieronder een voorbeeld van een dagindeling van kinderopvang Dimemo. Dagindeling van de naschoolse opvang De dag op de naschoolse opvang begint voor de leidsters om 13 uur. Dit is de voorbereidingstijd van de leidsters. Deze 2 uur gebruiken we om te vergaderen, activiteiten voor die dag voor te bereiden, het verzorgen van de groepen (schoonmaak/reparatiewerkzaamheden, enzovoort) en het eten klaarmaken. Om 3 uur gaan de meeste leidsters de kinderen ophalen van de scholen. Ze worden uit de klas opgehaald of er is een vaste plek voor de school waar de kinderen zich verzamelen. Op elke school die wij halen hebben wij( leidster en kinderen) een vast verzamelpunt. Wanneer alle kinderen er zijn lopen we twee aan twee terug naar de opvang. Aangekomen op de opvang hangen de kinderen hun jassen en tassen op. Plaatsen hun schoenen in de schoenenkast. Iedere groep heeft een eigen plek voor de jassen, tassen en schoenen. Boven de kapstokken bevinden zich de postvakjes van de kinderen, hierin worden alle belangrijke brieven gestopt. Ze lopen vervolgens naar hun eigen groep. De kinderen doen een plasje, wassen hun handen en gaan gelijk aan tafel zitten om lekker te eten en te drinken. Er worden crackers gegeten. De eerste cracker wordt altijd met iets hartigs erop belegd en daarna mogen de kinderen zelf kiezen uit hartig of zoet. Daarna krijgen ze nog een stukje fruit en een beker melk, sap of limonade. Na het eten mogen de kinderen kiezen in
SAW DC 38 Soorten kinderopvang
9
welke speelhoek er gespeeld gaat worden. Wij bieden elke dag minimaal 1 activiteit, die we gezamenlijk met de kinderen verrichten, met een leuk muziekje op de achtergrond. Naschoolse opvang is vrije tijd van de kinderen, dus dit betekent dat de activiteiten vrijblijvend zijn. Rond een uur of half 5 worden alweer de eerste kinderen opgehaald. De ouders krijgen de overdracht van de pedagogisch medewerkers en de kinderen nemen afscheid van de leidsters met een hand of een dikke knuffel.
Werkwijzen
In dit voorbeeld zie je al een aantal organisatorische aspecten. Je ziet dat de kinderen zo vrij mogelijk gelaten worden. De grenzen worden aangegeven doordat zij samen met andere kinderen worden opgevangen en dus afspraken met elkaar maken. Bijvoorbeeld over wie wanneer op de computer mag. En natuurlijk mogen ze elkaar ook op geen enkele manier schade berokkenen. De opvang van de kinderen onder de negen jaar vraagt een andere werkwijze dan die van kinderen vanaf negen jaar. Kinderen onder de negen jaar hebben meer bescherming nodig en de verantwoordelijkheid hiervoor ligt geheel bij het kindercentrum. Kinderen vanaf negen jaar worden gestimuleerd om meer verantwoordelijkheid te dragen en hun zelfstandigheid te vergroten. Met de ouders worden afspraken gemaakt over wat zij wel en niet mogen. De kinderen hebben inspraak in de vormgeving: de inrichting van de ruimte, welke spelen en spelmaterialen worden aangeschaft en welke activiteiten gedaan worden. Doordat zij hierop invloed uit kunnen oefenen, maakt dat de opvang voor hen een stuk aantrekkelijker. Kinderopvang voor deze leeftijdsgroep wordt vaak gekoppeld aan activiteiten buiten het opvangcentrum, zoals muziekles, kookclub, of activiteiten op school. Het vraagt veel organisatietalent van de pedagogisch medewerkers om de kinderen veilig naar al deze clubs te krijgen en eventueel te halen. Met de ouders en de kinderen maak je hierover goede afspraken en zet die in een contractvorm. Het zal duidelijk zijn dat oudere kinderen wat dit betreft meer verantwoordelijkheden aankunnen dan jongere kinderen. Het ene kind kan ook meer verantwoordelijkheid aan dan het andere.
10
SAW Digitale Content
Kinderen worden, ondanks dat ze in een groep zitten, veel individualistischer benaderd. De groepsstructuur is losser en kinderen worden vaak apart ontvangen, of in kleine groepjes. Ze worden verdeeld over de groepsleiding (een soort mentorschap). Eén pedagogisch medewerker is verantwoordelijk voor een beperkt aantal kinderen. Zij ontvangt ze, drinkt en eet iets met ze en begeleidt ze naar een volgende activiteit. Omdat kinderen niet de hele groep zullen aantreffen bij binnenkomst, is het handig om een bord bij de ingang te hangen waarop kinderen zelf aangeven of zij er zijn. Dit kan bijvoorbeeld door een foto in een vak te hangen waarop alle kinderen staan die present zijn. Groepsindeling
De groep wordt vaak verdeeld in een stamgroep van vier tot acht jaar en een stamgroep van acht tot twaalf jaar. Het woord stamgroep geeft aan dat de kinderen weliswaar in een groep zitten, maar niet de hele tijd bíj deze groep zijn. De kinderen gaan vrij snel uiteen en houden zich dan in verschillende ruimten of hoeken op, gaan buitenspelen, of buiten het gebouw een club of activiteit bezoeken. Ook kunnen er kinderen op bezoek komen die met hun vriendje of vriendinnetje willen spelen, of aan een bepaalde activiteit willen deelnemen. Taken van de pedagogisch medewerkers
Pedagogisch medewerkers hebben, net als in de kinderdagverblijven, een begeleidende en opvoedende taak. Dezelfde functieomschrijving als die voor pedagogisch medewerkers in de dagopvang is van toepassing. De taken van de pedagogisch medewerkers zijn voor de jongste leeftijdsgroepen in de buitenschoolse opvang anders dan voor de oudere leeftijdsgroepen. Bij de kinderen van vier tot acht jaar zijn de pedagogisch medewerkers nadrukkelijker aanwezig en meer met de kinderen bezig dan bij de oudere kinderen. Bij de jongste kinderen hebben zij ook nog meer een verzorgende taak. De pedagogisch medewerkers van de groep acht tot twaalf jaar heeft meer een coördinerende en coachende taak. Zij zorgt dat alles goed verloopt, er geen kinderen tussen de wal en het schip vallen en alle kinderen op een plezierige manier hun gang kunnen gaan. Bij de vormgeving van de activiteiten worden de kinderen nadrukkelijk betrokken. Het is heel belangrijke om goed bij te houden welke kinderen op een bepaald moment aanwezig (moeten) zijn en welke activiteiten bezocht worden. Dat lijkt bijna een administratieve functie,
SAW DC 38 Soorten kinderopvang
11
maar het belang zit veel meer in het veiligheidsaspect. Ouders willen er van verzekerd zijn dat hun kinderen veilig op de plaats van bestemming aankomen en niet over het hoofd gezien worden in deze vrije manier van opvang bieden. Een goed contact met de ouders is daarom van belang. De afspraken over welke clubs en activiteiten bezocht worden, liggen vast in contracten. Evenals de afspraken over of kinderen alleen mogen gaan of niet. De opvang is meestal op school. Maar soms moeten de kinderen van school gehaald worden. Soms zitten kinderen op zoveel verschillende scholen of zijn de scholen zo ver weg, dat ophalen niet kan. Dan worden busjes of taxi’s ingezet die langs de scholen gaan. Met de school en degene die de kinderen met de bus haalt, worden dan afspraken gemaakt. Als onbekenden de kinderen ophalen, moet de school geïnformeerd worden. Bovendien krijgen de invallers goede instructies over welke kinderen opgehaald worden en waar. Per dag maak je een overzicht van de kinderen die er die dag zijn. Daarin staan bijzonderheden over het kind, wanneer het gehaald wordt en door wie, de afspraken met de ouders en de scholen, en een foto van elk kind. Dit kan in een instructieboekje dat regelmatig bijgewerkt wordt. Invalkrachten, stagiaires en nieuwe pedagogisch medewerkers hebben hier veel steun aan. Rol van de ouders
Evenals in de kinderdagverblijven zijn de ouders vertegenwoordigd in een oudercommissie. Er worden ouderavonden georganiseerd. Er vindt uitwisseling plaats over de dagelijkse gang van zaken bij het halen en brengen en er zijn oudergesprekken over de kinderen. Bij de oudere kinderen spreek je met de ouders af wat de kinderen wel en niet mogen. Deze afspraken worden vastgelegd. Samenwerking met?
De buitenschoolse opvang gaat met tal van organisaties samenwerkingsverbanden aan, bijvoorbeeld in het kader van de Brede school. Maar het kan ook een samenwerking zijn het buurtcentrum, speeltuinen, sportclubs, muziekscholen of –verenigingen, toneelclubs, kinderboerderij, enzovoort. Verder kan de buitenschoolse opvang contacten hebben met alle eerder genoemde organisaties in het kader van het gemeentelijk jeugdbeleid. Financiën en organisatievorm
De financiering en organisatievorm is hetzelfde als voor de dagopvang 0 tot 4 jaar.
12
SAW Digitale Content
4 Tieneropvang We beginnen met een voorbeeld van tieneropvang. Mohammed van veertien gaat ná school naar de huiskamer. De huiskamer is in een huis in een gewone straat. Daar aangekomen wordt hij ontvangen door Alex. Alex begroet hem en vraagt hoe het ermee is. ‘Alles goed’, zegt Mohammed, ploft op de bank en zet de televisie aan. ‘Ik heb mijn proefwerk wel goed gedaan, denk ik.’ Verder doet hij er het zwijgen toe. Alex gaat thee zetten en komt daar even later mee terug in de huiskamer. Hij gaat in een stoel in de buurt van Mohammed zitten. Ze drinken samen thee. Even later staat Mohammed op en zegt dat hij naar buiten gaat. Alex vraagt wat hij gaat doen en of hij nog huiswerk heeft. Maar dát doet Mohammed later wel. Ze maken een afspraak hoe laat hij terug is. Mohammed komt echter te laat terug en Alex vindt het tijd worden voor een gesprekje. Mohammed zit op de opvang omdat hij thuis niet goed begeleid kan worden in zijn studie aan de HAVO. Zijn beide ouders werken en Mohammed kan de discipline om regelmatig zijn huiswerk te maken nog niet helemaal opbrengen. Na een moeilijke periode is hij er daarom mee akkoord gegaan ná school naar de huiskamer te gaan.
In het bovenstaande voorbeeld zie je dat de opvang hier geen opvang meer kan heten. Meestal wordt dit daarom een huiskamerproject genoemd of gewoon de huiskamer. Ouders vinden het vaak niet prettig als de tieners in een leeg huis thuiskomen. Kinderen boven de twaalf jaar zijn niet altijd al in staat alleen de verantwoordelijkheid te dragen voor hun studie en hun tijdsbesteding ná school. De kinderen komen in de puberteit en de verleiding om te gaan experimenteren is groot. Bovendien is het gewoon gezelliger om met leeftijdsgenoten de tijd door te brengen tot de ouders thuiskomen. Een andere reden om naar de huiskamer te gaan, kan zijn dat ouders niet in staat zijn de begeleiding te geven die nodig is. Soms hebben ouders zelf onvoldoende opleiding om hun kinderen te helpen met het huiswerk. Soms zijn kinderen hun ouders ontgroeid en kunnen de ouders hun kinderen niet meer voldoende begeleiden in hun ontwikkeling. Als er nog geen echte grote problemen zijn, is het goed om op zo’n moment zowel het kind als de ouders steun te bieden. Het voorkomt dat kinderen afglijden, spijbelen en vroegtijdig de school verlaten. Een vorm van ondersteuning als het Boddaertcentrum (vorm van jeugdhulpverlening) is dan nog te zwaar.
SAW DC 38 Soorten kinderopvang
13
Dagindeling
De dagindeling is afgestemd op de individuele tiener. Niet elke tiener komt op dezelfde tijd uit school. Vaste activiteiten met de groep zullen daarom slechts sporadisch voorkomen. Tieners kunnen vanuit de huiskamer aan allerlei activiteiten buitenshuis deelnemen: bijvoorbeeld sportclubs of muziekschool. Werkwijzen
De huiskamer is dagelijks open in de middaguren. Ook tijdens vakanties is de opvang alleen ’s middags open. De huiskamer kan nooit tijdens alle uren dat tieners niet op school zijn, opvang bieden. Dit is ook niet wenselijk omdat tieners zelf ook verantwoordelijkheid moeten leren dragen en het vertrouwen moeten krijgen dat zij zelfstandig kunnen functioneren. Belangrijk is dat de leiding fungeert als een soort achterwacht voor de ouders. Op de momenten dat die er niet zijn, maken zij de afspraken met de tieners en oefenen zo automatisch controle uit op hun doen en laten. Tieners krijgen zo een op maat gesneden begeleiding. De afspraken die gemaakt worden, zijn per tiener verschillend, afhankelijk van wat die aankan. In de huiskamer zijn minstens twee professionele krachten aanwezig. Dat kan een groepsleider zijn met een specialist of groepshulp. De tieners dragen zelf verantwoordelijkheid voor de gang van zaken in de huiskamer: de afwas, het verzorgen van het materiaal, het maken van afspraken over het gebruik van de computer, activiteiten met elkaar en buitenshuis of afspraken met vrienden. Vrienden zijn welkom in de huiskamer, hoewel natuurlijk niet dagelijks. Dan zou het een verkapte opvang worden. Hun bezoek is wel belangrijk omdat het eventuele vooroordelen bij vrienden tegenover de opvang weg kan nemen. De ruimten zijn zo ingericht dat tieners er zich op hun gemak voelen. Er zijn veel verschillende hoeken: bijvoorbeeld een computerhoek, televisiehoek, huiswerkhoek, tafeltennishoek en tafelvoetbal. De tieners werken zelf mee aan de indeling en inrichting van de ruimten.
14
SAW Digitale Content
Groepsindeling
Er is geen sprake van een echte groep. Groepsactiviteiten zullen er zelden zijn, tenzij er excursies georganiseerd worden of sportdagen. De tieners trekken met elkaar op als zij dat willen, maar de begeleiding is vooral individueel van aard. Er kunnen vriendschappen ontstaan, en er kunnen vrienden van thuis of school meekomen. De groepsgrootte is niet vastgesteld omdat tieneropvang niet in de Wet kinderopvang is opgenomen. Taken van de leiding
De leiding heeft een coördinerende taak en een taak in de opvoedingsondersteuning. Zij hebben zowel met de school als de ouders contact. Voor de huiswerkbegeleiding en eventuele andere activiteiten worden specialisten aangetrokken. Rol van de ouders
De ouders onderhouden nauw contact met de groepsleiding over de ontwikkeling van hun kind. Er zijn geregeld oudergesprekken. Zij kunnen eventueel deelnemen aan ouderbijeenkomsten of themabijeenkomsten en zitting nemen in de oudercommissie. Samenwerking met?
De pedagogisch medewerkers onderhouden vooral contacten met de school en eventuele hulpverlenende instanties die contacten hebben met het gezin. Verder kunnen zij contacten hebben met dezelfde organisaties als de buitenschoolse opvanggroepen. Financiën en organisatievorm
Doorgaans wordt de tieneropvang vormgegeven via buurtcentra of scholen. Ouders krijgen geen belasting terug voor deze vorm van opvang. Er zijn dan ook vrijwel geen aparte voorzieningen voor tieneropvang meer.
SAW DC 38 Soorten kinderopvang
15
5 Gastouderopvang We beginnen met een voorbeeld. Önder en Senay hebben net een baby. Senay wil, als het zwangerschapsverlof voorbij is, weer gaan werken. Zij hebben een aantal kinderdagverblijven bezocht, maar hebben er moeite mee hun kind daar naartoe te brengen. Ze vinden de groepen te groot en de ruimten te weinig huiselijk. Ze willen eigenlijk een ‘tweede thuissituatie’ voor hun baby. Zij hebben niet het idee dat de kinderdagverblijven dat te bieden hebben. Ze hebben daarom besloten naar het gastouderbureau te gaan en een gastoudergezin voor hun kind te zoeken.
Gastouderopvang is opvang in een gezinssituatie door een ander dan de ouder. Daarbij is sprake van opvang van ten hoogste vier niet-eigen-kinderen in de woning waar de ouder of de gastouder woont. De opvang komt tot stand door tussenkomst van een gastouderbureau. Opvang thuis door een particulier is dus nog niet zonder meer gastouderopvang. De gastouder moet ingeschreven zijn bij een gastouderbureau. En het gastouderbureau moet ingeschreven zijn in het kinderopvangregister van de gemeente. De huiselijkheid, de kleinschaligheid en de flexibiliteit van de opvang doen veel ouders bewust kiezen voor gastouderopvang. Met name in dunbevolkte gebieden, waar het aanbod van kindercentra lager is, biedt gastouderopvang vaak uitkomst. De Wet kinderopvang en de Wet herziening gastouderopvang stellen specifieke basiskwaliteitseisen aan gastouderopvang. Bijvoorbeeld over de regelgeving voor de informatie aan ouders, het adviesrecht van oudercommissies en de eis dat iedere gastouder en iedere medewerker van een gastouderbureau dient te beschikken over een recente verklaring omtrent het gedrag. Dit geldt overigens voor de gehele kinderopvang.
16
SAW Digitale Content
Daarnaast stelt de Wet een globale eis voor de kwaliteit. Namelijk, dat de houder van een gastouderbureau zorg dient te dragen voor ‘het tot stand brengen en begeleiden van gastouderopvang die bijdraagt aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige en gezonde omgeving’. In beleidsregels en toetsingskaders van het ministerie is verder invulling gegeven aan die kwaliteit: • Een gastouderbureau heeft een pedagogisch plan waarin, in overleg met de oudercommissie, de vier pedagogische basisdoelen zijn uitgewerkt; te weten overdracht van normen en waarden; emotionele veiligheid; ontwikkeling van persoonlijke competenties; ontwikkeling van sociale competenties. Het pedagogisch beleidsplan geeft een visie op de omgang met kinderen en het leeftijdsbeleid. • Iedere opvangwoning heeft een risico-inventarisatie (RI&E) gezondheid en veiligheid en een calamiteitenplan. • Een gastouderbureau formuleert criteria voor de kwaliteit van de gastouders en toetst deze jaarlijks. Zij maken die bekend aan de vraagouders. • Een gastouderbureau bezoekt de gastouders minimaal éénmaal per jaar. Voor gastouderopvang gelden minder specifieke eisen dan bij kinderdagopvang en buitenschoolse opvang. Bij de kinderopvang is bijvoorbeeld sprake van andere regels ten aanzien van het opleidingsniveau van pedagogisch medewerkers en het aantal vierkante meters speelruimte. De reden hiervan is dat gebruik wordt gemaakt van het huis waarin de (gast) ouder woont en het relatief geringe aantal kinderen dat wordt opgevangen. Daardoor zijn minder specifieke eisen nodig. De inspectie kinderopvang van de GGD controleert zowel het gastouderbureau als de opvangwoning. Het gastouderbureau moet aantonen dat het zijn verantwoordelijkheid ten aanzien van de kwaliteit van de gastouderopvang waarmaakt. Dagindeling
De dagindeling sluit aan op de dagindeling thuis.
SAW DC 38 Soorten kinderopvang
17
Werkwijzen
Het gastouderbureau kent de gastouders. Deze zijn via een intakeprocedure geregistreerd bij het gastouderbureau. Via een intakegesprek met de vraagouders wordt gepeild welke verwachtingen de ouders hebben. Op basis hiervan wordt een koppeling tot stand gebracht. Met de ouders worden afspraken gemaakt over de verzorging en de opvoeding. Het gastouderbureau controleert vooraf of de opvang bij de gastouder aan de normen voldoet en controleert regelmatig de kwaliteit van de opvang. Zij ondersteunt de gastouders door middel van individuele begeleiding, cursussen en door themabijeenkomsten te organiseren. Soms worden ook voor de ouders themabijeenkomsten georganiseerd. Een gastouder heeft minimaal een opleiding nodig op MBO2-niveau Helpende zorg en welzijn. Taken van de gastouder
Gastouders verzorgen de kinderen en voeden hen op. Zij doen dit in nauw contact met de ouders. Als oudere kinderen worden opgevangen, zijn de gastouders ook verantwoordelijk voor het halen en brengen naar school. Rol van de ouders
De ouders hebben nauw overleg met de gastouder, over de zorg voor de kinderen en de opvoeding. Als er problemen zijn waar zij met de gastouder niet uitkomen, kunnen zij een beroep doen op het gastouderbureau. Er is een oudercommissie van vertegenwoordigers van alle ouders. Die heeft een inbreng op de gang van zaken bij het gastouderbureau en de kwaliteit van de opvang. Samenwerking met?
Gastouders hebben vooral contacten met de scholen. Het gastouderbureau heeft in principe niet dezelfde externe contacten als de overige kindercentra. Zij kan wel adviseren en doorverwijzen als dat nodig is. Financiën en organisatievorm
Ouders krijgen, net als bij de kinderopvang, een bijdrage in de kosten via de belasting terug. Dit is alleen het geval bij geregistreerde gastouderopvang. Gastouderbureaus hebben doorgaans een stichtingsvorm.
18
SAW Digitale Content
6 ‘24-uurs opvang’ Eerst een voorbeeld. Het is half zeven ‘s avonds: spitsuur in De Cirkel. Sesamstraat is net afgelopen en Shirley en Fatiha, beiden drie jaar, gaan in bad en naar bed. In de box ligt Kim. Zometeen krijgt ze een flesje. Groepsleider Mark is samen met Myrtha van elf en Stefan van acht aan de afwas. Zij praten met elkaar over een feestje bij Stefan op school omdat de onderwijzer jarig was. Vanaf de bank bemoeit Dennis van twaalf zich ermee. Amal van zes trekt de afstandsbediening van de televisie uit zijn handen omdat Dennis er toch niets mee doet. Karin van vijf gaat naar Kim om met haar te spelen. Shirley en Fatiha zitten inmiddels in het grote bad en groepsleidster Marcella houdt een oogje in het zeil. ‘Ik heb hier een gaatje’, zegt Shirley tegen Fatiha,’Jij ook, hè? En jongens hebben een stokje.’‘Dat is geen stokje’, zegt Fatiha, ‘want die zijn van hout.’‘Dat is waar’, zegt Marcella, ‘maar je kunt het wèl zo nóemen, want het lijkt er een beetje op.’ `Ja’, zegt Fatiha en gaat nog even lekker ‘zwemmen’. ‘Kom, jullie gaan er uit, want het verhaaltje wacht’, zegt Marcella. ‘Waar wacht-ie dan?’, vraagt Fatiha. ‘Ik geloof dat ie vandaag in de kast zou wachten, maar we zoeken hem wel.’ Zegt Marcella Snel komen Fatiha en Shirley uit bad, drogen zich af en doen de pyjama’s aan. Ze hollen naar hun slaapkamertje en rukken de kastdeur open. ‘Nee, hoor. Hier is-ie niet.’‘Oh, jee. We moeten hem wel vinden hoor’, zegt Marcella. ‘Ik denk dat hij bóven op de kast zit’, zegt Shirley. ‘Misschien wel. Weet je wat. Ik til jou op, dan kun je kijken.’‘Gevonden’, zegt Shirley en doet alsof ze iets van de kast pakt. Fatiha en Shirley kruipen in hetzelfde bed, want dat is gezelliger voor het verhaaltje. Marcella gaat op de rand zitten. Het verhaaltje kan beginnen. Beneden geeft Mark Kim de fles en waarschuwt Amal en Karin dat zij af moeten maken waar ze mee bezig zijn. Als Marcella naar beneden komt, gaat hij ze naar bed brengen.
Kinderen worden in de 24-uurs opvang de hele dag door gebracht, omdat de ouders op wisselende tijden en ook ’s nachts werken. Dit is vooral het geval in de gezondheidszorg, de horeca en vervoersbedrijven als de KLM. Kinderen kunnen er dus ook blijven slapen. Er komen kinderen van nul tot twaalf jaar. Belangrijk in deze vorm van opvang is dat de kinderen zich vertrouwd voelen in de ruimte en graag bij de pedagogisch medewerkers zijn. De pedagogisch medewerkers zorgen daarom voor een huiselijke sfeer en doen zoveel mogelijk dezelfde dingen met de kinderen die thuis ook gedaan worden. Ze proberen een sfeer van vertrouwdheid te creëren door veel rituelen en vaste momenten in te bouwen, zoals de bedrituelen in het bovenstaande verhaaltje. De groepsleiding investeert veel in de communicatie met de kinderen en ouders.
SAW DC 38 Soorten kinderopvang
19
Dagindeling
De dagindeling is te vergelijken met een dagindeling thuis. ’s Morgens staan de kinderen op. De groteren worden naar school gebracht. De kleinsten blijven op het dagverblijf tot de ouders ze komen halen. Als de ouders ’s nachts hebben gewerkt, halen zij het kind vaak later op de dag. De kinderen worden de hele dag door gebracht en gehaald. De dagindeling voor de kinderen is dus per dag verschillend. Werkwijzen
Het feit dat kinderen de hele dag door gebracht kunnen worden, kan onrust geven. Ouders worden daarom meestal in een aparte ruimte ontvangen. Kinderen slapen ook op de opvang. Daarom zijn er slaapkamertjes met eigen bedjes voor de kinderen. Kinderen brengen ook dingen mee van huis om de omgeving zo vertrouwd mogelijk te laten zijn. Omdat er warme maaltijden worden verstrekt, is er een keuken die hierop ingericht is. Groepsindeling
De groepen zijn klein omdat er een groot leeftijdsverschil is. In een groep van nul tot twaalf jaar zitten acht kinderen. Overdag zijn op de opvang ook vaak kinderen van de dagopvang. Taken van de pedagogisch medewerkers
De groepsleiding heeft veel verschillende taken: van verzorgende taken voor de kleine kinderen tot huiswerkbegeleiding bij de grootste. Daarnaast hebben zij ook huishoudelijke taken. Er is wel huishoudelijk personeel dat hen daarin bijstaat. De communicatie met de ouders vraagt veel aandacht, omdat de opvang van elk kind op een andere manier vorm krijgt. Rol van de ouders
De ouders zijn nauw betrokken bij de opvang. De contacten bij het halen en brengen hebben een zeer belangrijke functie, evenals de oudergesprekken. Samenwerking met?
De opvang zal vooral contacten onderhouden met de scholen waar de kinderen zitten en eventueel met de dagopvang. Financiën en organisatievorm
De opvang wordt, evenals de dagopvang, gefinancierd door ouders, bedrijven en overheid. Door de speciale vorm is het een relatief dure vorm van opvang. De organisatievorm is hetzelfde als bij de overige vormen van opvang. 24-uurs opvang wordt vaak door grote organisaties aangeboden naast de andere vormen van opvang.
20
SAW Digitale Content
7 Peuterspeelzaalwerk We beginnen weer met een voorbeeld. Peuterspeelzaal De Duveltjes zit in een lokaal van de basisschool. Hier zijn pedagogisch medewerker Zahdia, stagiaire Monique en hulpouder Anja de hele ochtend bezig geweest met een tiental peuters. De groep is zo klein, omdat zij een VVE-programma met de kinderen uitvoeren. Daar kunnen niet zoveel kinderen aan deelnemen. In de hoek van de ruimte staat een tafel met een herfsttafereel: droge bladeren, eikels, kastanjes, paddestoelen van toiletrolletjes, een bosje asters. Morgen komen de kinderen weer, maar nu wordt de activiteit voor de volgende dag voorbereid. Met behulp van de bladeren en kastanjes zal er een grote herfstboom gemaakt worden. Zahdia heeft bij de tapijthandel een grote kartonnen rol gehaald en maakt die nu op maat. Monique zet de verfspullen alvast op een blad klaar en zet dit in de kast. Morgen kan ze het dan zó pakken. Ze bespreken met elkaar hoe ze de taken zullen verdelen en hoe de dagindeling zal zijn. Monique komt op het idee de kinderen bij binnenkomst een kaboutermuts te laten maken en op te zetten. Zij stelt voor het thema van de komende week ‘kabouters in het herfstbos’ te laten zijn. Zahdia is enthousiast maar maakt zich wel zorgen over de voorbereidingstijd en het overladen programma de volgende dag. Monique is echter niet te stuiten en biedt aan de mutsen thuis voor te bereiden. Zahdia gaat akkoord. Ze zullen wel zien hoe ver ze morgen met de boom komen. Ze moeten daar toch langer over doen dan één dag omdat anders niet alle kinderen er aan mee kunnen werken. Samen pakken zij de spullen die Monique mee naar huis neemt en ruimen alles op.
Bij de peuterspeelzalen staat de ontwikkeling van de kinderen centraal. Omdat zij geen opvang bieden, zijn ze niet gebonden aan lange openingstijden. Doorgaans gaan kinderen ongeveer 3 uur per dag en 2 of 3 keer per week naar een peuterspeelzaal. Zij kunnen er andere kinderen ontmoeten en met hen spelen en leren omgaan. En zij worden door middel van (taal)programma’s extra in hun ontwikkeling gestimuleerd. Aan veel basisscholen zijn peuterspeelzalen gekoppeld. Soms worden die ook voorscholen genoemd. Dagindeling
Meestal komen de kinderen om een uur of negen binnendruppelen en spelen dan vrij tot alle kinderen binnen zijn. De ouders drinken soms even koffie en nemen vervolgens afscheid. Zijn de kinderen allemaal binnen en hebben zij ongeveer een uur gespeeld, dan
SAW DC 38 Soorten kinderopvang
21
wordt er iets met de kinderen gedronken en gegeten. Vaak wordt dit ‘het kringetje’ genoemd. De pedagogisch medewerker praat dan met de kinderen over: • wat hebben zij meegemaakt; • wat gaan ze zo meteen doen; • ze zingen een liedje; • of er wordt een verhaaltje voorgelezen. Daarna wordt er vaak een activiteit met de hele groep gedaan: kleien, verven, een groepsspel. Is het mooi weer, dan gaan zij naar buiten. Om een uur of twaalf worden de kinderen weer opgehaald. Werkwijzen
De meeste speelzalen zijn ongeveer drie en een half uur op de ochtend geopend. Er zijn ook middagspeelzalen. Meestal is in de Verordening op de peuterspeelzalen van de gemeente opgenomen dat speelzalen niet langer dan 3½ uur per dagdeel open mogen zijn. De dagdelen mogen ook niet op elkaar aansluiten. Dit is om te voorkomen dat de speelzalen een opvangfunctie als de kinderdagverblijven krijgen. Daar gelden andere kwaliteitsregels voor, bijvoorbeeld met betrekking tot het aantal pedagogisch medewerkers per groep. De speelzalen zouden dan aan deze hogere kwaliteitseisen moeten voldoen. Speelzalen hebben doorgaans één betaalde pedagogisch medewerker. Zij worden bijgestaan door stagiaires en/ of hulpouders. Zij zijn meestal gesloten tijdens de vakantieperiodes van de basisscholen. Taken van de pedagogisch medewerker
De pedagogisch medewerker stimuleert en begeleidt de kinderen in hun ontwikkeling. Ze creëert een sfeer waarin kinderen zich vrij kunnen bewegen en stelt grenzen als dit nodig. Ze verzorgt de materialen en doet activiteiten met de kinderen. Ze zorgt voor veiligheid op de groep en bij het buitenspelen. Zij onderhoudt de contacten met de ouders en organiseert ouderbijeenkomsten en themabijeenkomsten. Als het met een kind minder goed gaat, praat ze met de ouders. Pedagogisch medewerkers hebben doorgaans naast de uitvoerende uren op de groep één of twee uren per dag voor: • het klaarmaken en opruimen van de speelzaal; • voorbereiding van de activiteiten voor zowel de kinderen als de ouders; • stagebegeleiding; • contacten met de school; • overleg met collega’s.
22
SAW Digitale Content
Heeft een speelzaal een plusfunctie, dan is er meestal een extra pedagogisch medewerker of een tutor, zodat zij stimuleringsprogramma’s kunnen uitvoeren. Rol van de ouders
Van ouders wordt verwacht dat zij zo nu en dan meehelpen in de speelzaal en meegaan met uitstapjes. Daarnaast kunnen zij deelnemen aan koffieochtenden en themabijeenkomsten. Doen zij mee aan een programma voor opvoedingsondersteuning, dan krijgen zij op de bijeenkomsten vaak huiswerk op om de ontwikkeling van hun kinderen te leren stimuleren. Ouders vormen soms het bestuur van een speelzaal of zij zitten in een oudercommissie of ouderraad. Op deze wijze kunnen zij hun invloed uitoefenen op het pedagogisch beleid en de vormgeving van het werk. Ouders die klachten hebben, kunnen terecht bij de oudercommissie. Samenwerking met?
Speelzalen, met name die met een plusfunctie, werken in het kader van het onderwijsachterstandenbeleid vaak samen met de basisschool. Soms werken zij ook samen met een Speel-OTheek. Dit is een organisatie die speelgoed uitleent aan ouders en themabijeenkomsten voor ouders organiseert. Vaak zijn deze themabijeenkomsten speciaal voor ouders met één bepaalde culturele achtergrond: bijvoorbeeld de Turkse of de Marokkaanse moeders. Speelzalen zitten vaak in een gebouw waar ook andere activiteiten plaatsvinden, zoals een buurthuis, brede school, basisschool of kinderdagverblijf. Het werk wordt dan op elkaar afgestemd. De meeste speelzalen hebben contacten met de scholen waar de kinderen naar doorstromen. Zeker als de speelzaal een plusfunctie heeft, zal de speelzaal met de school overleggen over de uitvoering van stimuleringsprogramma’s. ’s Middags wordt de speelzaal soms gebruikt door een naschoolse opvanggroep. Er zijn dan verschillende materialen nodig en verschillende ruimten om deze in op te bergen. Met de buitenschoolse opvang worden afspraken gemaakt over het gezamenlijke gebruik van meubilair en materialen.. Organisatievorm en financiën
Speelzalen worden gesubsidieerd door de gemeente en soms door de basisschool. Voor zover dat niet gebeurt, betalen de ouders de kosten. Dit kan een bijdrage zijn afhankelijk van het inkomen of een vaste bijdrage per kind. Speelzalen zijn zelfstandige stichtingen of ondergebracht bij een organisatie. Dit kan een organisatie voor kinderopvang of alleen peuterspeelzaalwerk zijn (vereniging of stichting), een welzijnsstichting, of een basisschool of brede school.
SAW DC 38 Soorten kinderopvang
23
8 Tussenschoolse opvang We beginnen met een voorbeeld. Op basisschool De Brug is het een drukte van belang. Het is twaalf uur en de lessen voor de jongste groepen zijn afgelopen. Er gaan kinderen naar huis, maar de meeste kinderen gaan naar de kantine waar zij opgevangen worden door een groepshulp en twee hulpmoeders. De kinderen begroeten de pedagogisch medewerkers en gaan in groepjes aan de tafeltjes zitten. Het eten wordt tevoorschijn gehaald en de pedagogisch medewerkers zorgen voor het drinken. In een betrekkelijke rust wordt het eten opgegeten. Daarna gaan de kinderen onder leiding van twee pedagogisch medewerkers naar buiten of, als het regent, blijven zij in de kantine in een aparte hoek. Het is inmiddels half een. De kinderen van de hoogste groepen komen binnen en nemen de plaatsen aan de tafeltjes in. Nu is het hun beurt. Zij helpen de overgebleven leiding met het verdelen van het drinken. Ook zij gaan als het enigszins kan, na het eten naar buiten. Het is niet altijd zo vlekkeloos verlopen met de tussen de middagopvang op de Brug. Meestal was het erg rumoerig, renden de kinderen veel door elkaar en maakten ruzie. De onderwijzers van de school vonden de kwaliteit van de opvang volstrekt onvoldoende. Meestal kregen zij de kinderen moe en onrustig weer terug in de klas. Het hoofd heeft toen contact gezocht met de plaatselijke stichting kinderopvang en met hen gesproken over hoe de kwaliteit verbeterd kon worden. Daar zijn afspraken uit voortgekomen over een andere opzet van de opvang. Er is een groepshulp aangesteld en de stichting heeft een begeleidster geleverd die de leiding werkbegeleiding geeft. Bovendien is er één vrijwillige coördinator aangesteld die de opvang gedurende de gehele week coördineert.
De tussenschoolse opvang heeft een belangrijke opvangfunctie voor de ouders. Was deze er niet, dan zouden zij hun kinderen immers zelf op moeten vangen. Of de buurvrouw vragen dit te doen. In het voorbeeld hebben we nog een andere reden gezien waarom de opvang tussen de middag goed geregeld moet worden. Kinderen kunnen van slechte opvang heel onrustig en moe worden. Dat bevordert de prestaties ’s middags niet. Dagindeling
De dagindeling is simpel. Kinderen lunchen en gaan daarna spelen. Zij hebben al uren in een groep gezeten en zijn geconcentreerd bezig geweest. Het is daarom belangrijk dat zij zelf kunnen kiezen en bepalen wat zij doen en zich kunnen ontspannen en uitleven. Een buitenruimte is daarom erg belangrijk bij deze vorm van opvang.
24
SAW Digitale Content
Werkwijzen
Scholen zijn verplicht ruimte ter beschikking te stellen, maar de organisatie hoeven zij niet op zich te nemen. Onderwijzers kunnen dit niet doen, omdat zij zelf pauze nodig hebben en de lessen van de middag weer voor moeten bereiden. Dus zijn het meestal de oudercommissies die de opvang verzorgen. Soms worden afspraken gemaakt met de leiding van de buitenschoolse opvang. Eén van hen vangt de kinderen dan op. Nadeel is dat dit de opvang duurder maakt. Maar het biedt wel meer garantie voor kwaliteit. De kinderen worden dan door een groepshulp, hulpmoeder, conciërge of onderwijzer naar de opvang gebracht en gehaald. Taken van de leiding
De leiding heeft vooral een coachende of begeleidende rol naar de kinderen. Zij hoeven geen programma te verzorgen, maar zorgen dat alles goed verloopt en dat de kinderen sociaal met elkaar omgaan. Zij hebben een verzorgende taak bij het eten, zorgen meestal dat de kinderen drinken krijgen en zien toe op de hygiëne. Zij maken de tafeltjes in orde en ruimen de ruimte weer op. Zij zorgen er ook voor dat er spelmateriaal is en de kinderen zich kunnen vermaken als er niet buiten gespeeld kan worden. Naast deze taken hebben zij nog een aantal administratieve taken: zij houden de presentielijsten bij en innen de bijdragen. Rol van de ouders
De ouders zijn doorgaans niet bij deze opvang betrokken, tenzij als hulpmoeder. Een inbreng kunnen de ouders hebben via de oudercommissie of medezeggenschapsraad van de school. Bij problemen gaan zij naar de coördinator van de opvang of de onderwijzer van de groep waarin het kind zit. Samenwerking met?
De tussenschoolse opvang kan samenwerken met een centrum voor buitenschoolse opvang en met speeltuinverenigingen. Het gaat dan om faciliteiten als de ruimte en gebruik van het materiaal. Soms gaat het om pedagogische begeleiding en coördinatie. In sommige brede scholen zijn er combi-functies. Dat zijn functies waarbij betaalde medewerkers zowel in de tussenschoolse opvang werken als op de buitenschoolse opvang. Of ze werken zowel als onderwijsassistent op school als op de tussenschoolse opvang of de buitenschoolse opvang. Financiën en organisatievorm
De tussenschoolse opvang wordt bijna nooit gesubsidieerd. De kosten worden gedekt door de ouders en eventueel het schoolfonds. Eindverantwoordelijk voor de opvang is de school.
SAW DC 38 Soorten kinderopvang
25
9 Opvang voor kinderen van cursisten Eerst weer even een voorbeeld. Zarifa zit op school. Zij is net in Nederland aangekomen, spreekt de taal nog niet en kent de gebruiken en gewoonten in Nederland niet. Ze zit daarom op een cursus inburgering en een cursus Nederlands. Maar ze heeft twee jonge kinderen. Haar man kan hen niet verzorgen omdat ook hij Nederlands leert en begeleid wordt bij het zoeken naar werk. Zij brengt de kinderen tijdens haar lessen daarom onder in de opvang. De kinderen worden opgevangen in een lokaal in de school waar een pedagogisch medewerker en een groepshulp zijn om de kinderen te verzorgen. Dankzij deze voorziening kan Zarifa studeren.
Dagindeling
De dagindeling is afhankelijk van de leeftijd van de kinderen en te vergelijken met een dagindeling op een babygroep of peutergroep. Werkwijzen
De kinderen worden ’s morgens of ’s middags gebracht afhankelijk van het tijdstip van de lessen. Zij worden opgevangen door een gediplomeerde pedagogisch medewerker die samen met een groepshulp de opvang regelt en verzorgt. Groepsindeling
Als er grote groepen kinderen zijn, kunnen er verschillende leeftijdsgroepen gemaakt worden. Anders zijn er verticale groepen. Taken van de pedagogisch medewerker
De pedagogisch medewerker heeft, meer dan in de andere vormen van opvang, een oppasfunctie. De kinderen zijn een half jaar of een heel jaar bij hen gedurende een aantal dagdelen per week. Samenwerking met?
Er is een nauwe samenwerking met de opleiding die de cursussen verzorgt. Er is overleg over de cursustijden en het halen en brengen van de kinderen. Omdat de ouders nog geen Nederlands spreken, heeft de opleiding een grote verantwoordelijkheid voor de communicatie. Vaak zijn er pedagogisch medewerkers die de taal spreken van de kinderen die opgevangen worden. Organisatievorm en financiën
Deze vorm van opvang wordt gesubsidieerd door de gemeenten. De school organiseert de opvang of besteedt dit uit aan een kinderopvangorganisatie.
26
SAW Digitale Content
10 Opvang tijdens congressen en in winkelcentra We beginnen met een voorbeeld. Dat leuke congres waar je al lang aan toe was, is net op de dag dat je kind niet op de opvang zit. Of, je wilt graag meubels uitzoeken maar met kinderen erbij is dat niet altijd makkelijk. Opa en oma hebben geen tijd, maar je wilt dit toch graag door laten gaan.
Op zo’n moment is het prettig als je kind een dag of een paar uren in een ruimte kan zijn waar het onder begeleiding kan doen waar het zin in heeft. Dat is altijd beter dan verveeld achter de ouders aansjokken of het congres verstoren. Het doel van deze opvang is dan ook om kinderen een plezierige tijd te geven als hun ouders incidenteel andere activiteiten hebben. De opvang in winkelcentra is meestal bedoeld voor kinderen tussen de vier en tien jaar. Baby’s, peuters en kinderen boven de tien jaar zijn vaak uitgesloten van deze vorm van opvang omdat dat teveel vraagt van de leiding en de inrichting van de ruimte. Baby’s hebben teveel verzorging nodig en kunnen deze vorm van opvang vaak niet aan. Oudere kinderen hebben andere activiteiten nodig. Het aanbod zou dan te gedifferentieerd moeten worden. Voor de opvang tijdens congressen zijn er gespecialiseerde bureaus. Zij vangen ook baby’s op. Dagindeling
Zijn de kinderen er een hele dag, dan is de dagindeling zoals thuis en deels zoals op het kinderdagverblijf. Zijn de kinderen er maar voor een korte periode dan vermaken zij zichzelf of zij krijgen iets aangeboden door de leidsters. Werkwijzen
Bij congressen of festivals wordt vaak een extra ruimte gehuurd en tijdelijk ingericht voor kinderopvang. In winkelcentra zijn vaak vaste ruimten ingericht voor kinderen. Er is dan een ballenbad, legotafel, videohoek, tekenmateriaal en ander klein spelmateriaal.
SAW DC 38 Soorten kinderopvang
27
Groepsindeling
De kinderen worden niet in groepen ingedeeld. Wel zijn er soms aparte hoeken voor de oudere kinderen. Als er op congressen veel kinderen aangemeld worden, kunnen er afhankelijk van de beschikbare ruimte, wel aparte groepen gemaakt worden. Taken van de pedagogisch medewerkers
De pedagogisch medewerkers moeten voor deze vorm van opvang zeer flexibel zijn. Zij krijgen steeds wisselende kinderen met weer andere wensen en behoeften. Hun taak is vooral verzorgend en coördinerend, hoewel er impliciet natuurlijk altijd opgevoed wordt. Rol van de ouders
De ouders hebben de verantwoordelijkheid om bij het brengen van de kinderen goede afspraken te maken en aanwijzingen te geven met betrekking tot de eigenheid van het kind. Wil het kind wel een speen of niet, wel of geen varkensvlees, het kind kan wel of niet alleen naar de wc, enzovoort. Financiën en organisatievorm
In winkelcentra is de opvang een service van het bedrijf en gratis. Bij congressen moet soms wel door de ouders betaald worden. Voor de opvang tijdens congressen zijn er gespecialiseerde commerciële bureaus.
28
SAW Digitale Content
11 Opvang aan huis Een voorbeeld van opvang aan huis. Aniet en Henk hebben twee zoontjes van twee en vier jaar. Aniet heeft een winkel. Henk werkt zeer ongeregeld als journalist. Aniet heeft een winkelhulp waardoor zij de zorg voor de kinderen voornamelijk op zich kan nemen. Is Henk overdag thuis, dan neemt hij die over. Eén keer per week moet Aniet echter inkopen gaan doen voor de winkel. En op die dagen wil de opvang van de kinderen wel eens een probleem zijn. Henk en Aniet hebben besloten geen oppascentrale in te schakelen, omdat zij bang zijn dat zij dan steeds wisselende oppassen krijgen. Voor een gastouder lijkt hun deze opvang niet aantrekkelijk, omdat zij slechts zo beperkt opvang nodig hebben. Het kinderdagverblijf in de buurt heeft echter een nieuw product ontwikkeld: opvang aan huis. Als je redelijk vroeg meldt dat je een oppas nodig hebt, heb je goede kans dat je een bekende pedagogisch medewerker krijgt. Bovendien zijn er niet zoveel pedagogisch medewerkers, dus de kinderen kunnen ze allemaal leren kennen. Een geruststellende gedachte vinden zij ook dat professionele leiding verantwoordelijk is voor deze nieuwe functie en dat de pedagogisch medewerkers begeleid worden. De keus was niet moeilijk meer en zij besloten zich aan te melden bij deze opvang.
Opvang aan huis verzorgt incidentele opvang bij de kinderen thuis op momenten dat de ouders niet thuis kunnen zijn. Zij vangen maximaal vier kinderen tegelijk op. Als de kinderen ouder dan zes jaar zijn, kunnen dit er zes zijn. De opvang wordt vaak ingezet op momenten dat de kinderen ziek zijn en niet naar het dagverblijf gebracht kunnen worden. Het doel is kinderen thuis te verzorgen als de ouders dit niet kunnen. Pedagogisch medewerkers sluiten daarbij zoveel mogelijk aan bij de normale gang van zaken in het huishouden. Taken van de pedagogisch medewerkers
De pedagogisch medewerkers nemen de verzorgende en opvoedende taken van de ouders over. Het is niet de bedoeling dat zij de huishouding doen. Zij krijgen vaak eerst een praktijkopleiding van een half jaar in het kindercentrum. Financiën en organisatievorm
Voor de opvang wordt een vergoeding gevraagd die hoger ligt dan bij oppascentrales, omdat de organisatievorm duurder is. Doorgaans maakt de opvang onderdeel uit van een kinderdagverblijf of grotere organisatie van kinderopvang.
SAW DC 38 Soorten kinderopvang
29
12 Overige dienstverlening We beginnen met een voorbeeld. Ard en Dieneke hebben beiden een drukke baan. Ze kunnen de taken redelijk goed verdelen en hebben meestal genoeg tijd om met de kinderen door te brengen. Toch wordt het ze wel eens teveel, omdat er in de vrijetijd dan nog zoveel móet. Boodschappen doen, met de kinderen naar de tandarts of het consultatiebureau, uitstapjes met ze maken, bezoekjes aan opa en oma. Het is soms passen en meten om gewoon eens lekker met de kinderen op de bank te kunnen zitten of een spelletjes te doen. Ze zouden wel wat meer tijd willen máken. Was er maar iemand die sommige taken van hen overnam, zodat ze meer tijd met de kinderen konden doorbrengen zonder de druk van alle verplichtingen. Het kinderdagverblijf zag deze nood bij haar ouders en besloot een servicedienst in het leven te roepen. Er werd iemand aangenomen die voor de ouders klussen ging doen en boodschappen deed.
Bij deze dienstverlening coördineert het kindercentrum de aanspraak die ouders op de klussenman of –vrouw doen. Zij biedt de diensten tegen een vergoeding aan. De diensten die geleverd kunnen worden, zijn in een reglement vastgelegd. Het kindercentrum wil ouders zo helpen bij de zorgtaken. Zij wil daarmee bereiken dat ouders de tijd die zij voor hun kinderen hebben ook optimaal aan hen kunnen besteden. De diensten die geleverd worden, kunnen liggen op het vlak van kleine onderhoudswerkzaamheden in huis, boodschappen doen, zorgen dat de kinderen geknipt worden of naar de tandarts gaan, enzovoort. Werkwijzen
Er wordt een taakstellend takenpakket gemaakt voor de klussenman of -vrouw. Ouders kunnen om de diensten vragen bij een coördinator. Die deelt samen met de klussenman of -vrouw het werk in. Samenwerking met?
Er zijn combinaties mogelijk met leveranciers en gespecialiseerde klussenbedrijven. Financiën
De ouders betalen hier een kostendekkende vergoeding voor.
30
SAW Digitale Content