SILVI simulatiesoftware handleiding versie 3.5.01
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
Hoofdstuk 1 Installatie & registratie 1.1 Systeemvereisten U kunt SILVI op elk systeem installeren voorzien van een Microsoft Windows XP, Microsoft Vista of Windows7 besturingssysteem. De software controleert tijdens de installatieprocedure eerst of minimaal versie 3.5 van het Microsoft.Net Framework is geïnstalleerd. Als dit niet het geval is wordt dit bestand van het internet gedownload en vervolgens geïnstalleerd. Hiervoor is een actieve internetverbinding vereist. Om simulaties vlot te laten verlopen wordt aanbevolen om de software alleen te installeren op systemen die beschikken over minimaal 2 Gigabyte RAM en een processorsnelheid van 2 Gigahertz. Dit is echter geen harde eis. Op systemen die niet aan deze richtlijnen voldoen kan de software wel worden geïnstalleerd maar zullen de prestaties minder zijn. Om SILVI te registreren en met alle functies op te kunnen starten moet het systeem verbonden zijn met internet.
1.2 Over deze handleiding Deze handleiding beschrijft alle functies van de SILVI simulatiesoftware. Als u een functie wilt oproepen dan staat de daarvoor benodigde navigatie in het menu als volgt weergegeven: MENU
Projecten ► Nieuw
Dit voorbeeld geeft aan dat u in het hoofdmenu eerst de optie Projecten en daarbinnen de optie Nieuw moet kiezen om bij de betreffende functie te komen. Als in deze handleiding een handeling wordt beschreven dan treft u het onderstaande (voorbeeld) kader aan: WERKWIJZE
1
Voer in het tekstveld de naam van het nieuwe project in.
2
Druk op de knop Opslaan. Alle tabellen van het nieuwe project worden gecreëerd. U kunt uw scenario(s) nu invoeren.
Alle regels met een nummer in de groene kolom bevatten een actie. Alle regels zonder nummer geven de status van de software aan na uitvoering van de bovenvermelde actie(s).
pagina 2 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
1.3 Installatie van de software De werkwijze voor het installeren van de software luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Download van www.silvi.nl de laatste versie van de SILVI software.
2
Pak het gecomprimeerde bestand silvi_setup.zip uit.
3
Dubbelklik op het bestand silvi_setup.exe
4
Volg de instructies zoals vermeld tijdens de installatieprocedure.
5
Dubbelklik op het bestand silvi_simulator_setup.exe
6
Volg de instructies zoals vermeld tijdens de installatieprocedure. Alleen als u beschikt over Microsoft Visio:
7
Dubbelklik op het bestand silvi_importmodule_setup.exe
8
Volg de instructies zoals vermeld tijdens de installatieprocedure.
9
Start SILVI via de icoon die op uw bureaublad is geplaatst.
1.4 Starten van de software Na installatie van de software (zie paragraaf 1.3) kunt u de software starten via de SILVI icoon die op uw bureaublad is geplaatst.
U komt nu in het SILVI hoofdscherm. Aan de bovenkant van het scherm treft u de menubalk aan, waarmee u alle functies kunt oproepen:
1.5 Registratie van de software Als u zich bij ProcSIMus registreert als gebruiker van SILVI dan kunt u gedurende 30 dagen gebruik maken van alle functies van de software: gratis en zonder enige verplichting! De software zal proberen zichzelf, na installatie bij het eerste gebruik, automatisch via internet te registreren. Als dit succesvol is verlopen verschijnt hiervan een melding op het scherm en heeft u direct toegang tot alle functies van SILVI.
pagina 3 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
Als er geen internetverbinding beschikbaar is of de registratie is om een andere reden mislukt dan wordt de software in de rapportagemodus geactiveerd. Uw firewall zou hiervan de reden kunnen zijn. Voer in dat geval de onderstaande handeling uit: MENU
Tools ► Product registreren
U wordt hiermee naar een pagina van SILVI op internet geleid om de registratieprocedure af te ronden. Mocht u op meer of andere problemen stuiten dan lossen wij die uiteraard graag voor u op. Stuur in dat geval even een e-mail naar
[email protected]
1.6 Belangrijke knoppen in het programma Binnen SILVI wordt op de verschillende schermen een groot aantal knoppen getoond. Omdat hier in deze handleiding naar wordt verwezen geven we alvast een overzicht van de belangrijkste knoppen:
pagina 4 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
Hoofdstuk 2 Werking SILVI 2.1 Algemeen Een simulatie is een nabootsing van de werkelijkheid aan de hand van een model. Een simulatie is ook een dynamisch proces. Vanuit een gegeven uitgangssituatie laat een simulatie namelijk zien hoe deze situatie verandert en zich ontwikkelt in de loop van de tijd. Het model geeft daarbij als het ware de regels aan volgens welke deze verandering plaatsvindt. Voordelen van een simulatie zijn dat deze plaatsvindt in een gecontroleerde omgeving en dat deze kan worden uitgevoerd zonder de werkelijkheid te beïnvloeden. De lessen die uit een simulatie worden geleerd kunnen vervolgens worden gebruikt om in de werkelijkheid verstandige beslissingen te nemen en fouten te vermijden. ProcSIMus heeft zich tot doel gesteld om simulatie toegankelijk te maken voor managers en adviseurs, zonder dat daarvoor een universitaire opleiding wiskunde of statistiek nodig is. Daarom heeft zij SILVI zo opgezet dat u uw bedrijfsprocessen aan de hand van een klein aantal invoerschermen kunt modelleren. Het resulterende model noemen we een scenario. De kracht SILVI is het onderling vergelijken van verschillende scenario‟s. Daarmee krijgen we namelijk inzicht in de effecten van voorgenomen maatregelen. Dit maken we mogelijk door de volgende stappen te doorlopen: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Invoeren van de uitgangssituatie (scenario 0); Simulatie uitvoeren; Aanpassen van de situatie (scenario 1); Simulatie uitvoeren; Vergelijken van de resultaten; Eventueel aanpassen van de wijzigingen en de simulatie opnieuw uitvoeren.
Schematisch
In de komende hoofdstukken doorlopen we deze stappen. Aan de hand van een voorbeeld tonen we hoe eenvoudig en snel u hiermee extra inzicht in de effecten van voorgenomen maatregelen verkrijgt.
pagina 5 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
2.2 Componenten SILVI Binnen SILVI staat u een aantal componenten ter beschikking om scenario‟s samen te stellen. Er zijn drie hoofdcategorieën te onderkennen:
Resources
Activiteiten en processen
Simulaties en rapportage
Deze drie categorieën zullen in detail worden besproken in de hoofdstukken 5 tot en met 8. Hier beperken we ons tot een korte omschrijving. Resources
Resources U kunt tot 500 medewerkers, machines en/of magazijnen invoeren die gebruikt kunnen worden voor het uitvoeren van activiteiten. Competenties Alle medewerkers kunnen worden voorzien van een competentieprofiel. Hiermee kan onderscheid worden gemaakt tussen ervaren en minder ervaren krachten. Motivatie Aan elke medewerker kan ook een motivatiescore worden gekoppeld. Deze bepaalt tijdens de simulatie in meer of mindere mate de prestaties van de betreffende medewerker. Beschikbaarheid Aan elke resource wordt een beschikbaarheidprofiel gekoppeld. Dit profiel geeft aan wanneer (in welke weken en op welke dagen, uren en minuten) en waar (binnen het bedrijf of elders) een resource beschikbaar is voor het uitvoeren van activiteiten.
pagina 6 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
Functies/rollen Aan alle resources wordt een functie/rol binnen het bedrijfsproces toegekend. Functies/rollen worden op hun beurt aan alle activiteiten van een bedrijfsproces toegekend. Aan de hand van deze twee koppelingen wordt binnen de simulatie bepaald welke resource een specifieke activiteit uitvoert. Teams Als er gelijktijdig meer dan één resource nodig is om een activiteit uit te voeren dan kunnen hiervoor teams worden geformeerd. Een team bestaan uit één of meer functies/rollen, waarbij van elke functie wordt aangegeven hoeveel resources er gelijktijdig nodig zijn.
Activiteiten en processen
Activiteiten De uit te voeren werkzaamheden binnen het bedrijfsproces. Activiteiten worden voor uitvoering gekoppeld aan functies/rollen of teams. Uitvoerders en prestaties Activiteiten kunnen door verschillende medewerkers (functies) of teams worden uitgevoerd, elk met hun eigen afhandelkarakteristiek. Zo zullen ervaren medewerkers werkzaamheden in de regel sneller en met minder fouten uitvoeren dan junior medewerkers. Dit onderscheid kunt u aangeven in de prestatiekarakteristieken. Effecten competenties De afhandeling van een activiteit kan bepaald worden door de mate waarin een uitvoerder beschikt over een specifieke competentie. U kunt deze effecten per activiteit specificeren. Startschema’s en gebeurtenissen De tijdstippen en de frequentie waarmee een bepaalde activiteit wordt gestart kunt u aangeven in een bijbehorend startschema. In de simulatie zullen aan de hand van dit schema activiteiten worden gegenereerd en uitgevoerd. Het daadwerkelijk aantal gebeurtenissen wordt (indien ingesteld) mede bepaald door de klanttevredenheid. Activiteiten kunnen ook worden gegenereerd door gebeurtenissen, zoals het langer worden van wachtrijen of het voltooien van de uitvoering van andere taken.
pagina 7 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
Wachtrijen U kunt activiteiten met elkaar verbinden door het inrichten van wachtrijen. Hiermee kunnen ook gebeurtenissen worden geïnitieerd. Processen Processen bestaan uit één of meer uit te voeren activiteiten, in een bepaalde volgorde en met een specifieke kans dat een bepaalde route gevolgd wordt (als verschillende afhandelroutes mogelijk zijn). Individuele activiteiten moeten aan een proces gekoppeld worden om gesimuleerd te kunnen worden. Kwaliteitseisen/klanttevredenheid Klanten stellen in de regel eisen aan de kwaliteit van dienstverlening. Zo kunnen klanten bijvoorbeeld een klacht indienen en/of voortijdig vertrekken als een bepaalde maximale wachttijd wordt overschreden. Andersom zal de klanttevredenheid toenemen als de doorlooptijd van een dienst (proces) korter is dan de verwachting. Dergelijke eisen kunt u opnemen in de kwaliteitseisen van een proces.
Simulaties en rapportage
Opstellen van scenario’s Het resultaat van de bovenvermelde handelingen wordt opgeslagen in een zogenaamd scenario. Samen met de beslissingsregels vormt een scenario de invoer van de simulatie. Beslissingsregels In de praktijk moeten bij het uitvoeren van activiteiten geregeld keuzes worden gemaakt. Welke resource zet ik in: een goedkope (maar langzame) medewerker of een dure (maar snelle) medewerker? Laat ik medewerkers indien nodig overwerken of niet? Etc. Dergelijke keuzes kunt u ook door de simulator laten maken door de beslissingsregels te vullen. Samen met een scenario vormen de beslissingsregels de invoer van de simulatie. Rapportage en analyse van resultaten Na afloop van een simulatie is een omvangrijke hoeveelheid data beschikbaar, waarmee een scenario uitvoerig kan worden geanalyseerd. Te denken valt hierbij aan wachttijden, doorlooptijden, bezettingsgraden, kosten van activiteiten en processen etc.
pagina 8 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
Tevens kunnen scenario‟s ook eenvoudig met elkaar worden vergeleken aan de hand van indicatoren waarvan u het belang (de wegingsfactor) kunt laten variëren. Simulatie Als de te vergelijken scenario‟s zijn opgebouwd en de beslissingsregels zijn gevuld kunnen de simulaties worden uitgevoerd. Exporteren van gegevens U kunt de resultaten van een simulatie eenvoudig in uw eigen rapportages opnemen via de ingebouwde XML-exportfunctie in de rapportagemodule (optie: details). Keuze van maatregelen en veranderproject Deze activiteit behoort eigenlijk niet meer tot SILVI omdat het de vervolgstappen omvat, die genomen kunnen worden als gevolg van de analyse van verschillende scenario‟s. Op de website www.procsimus.nl vind u alle informatie over de aanvullende dienstverlening van ProcSIMus ten aanzien van het opzetten en uitvoeren van verbeterprojecten.
2.3 De SILVI rapportagemodus U kunt de SILVI simulatiesoftware gedurende 30 dagen gratis en zonder enige verplichting testen. Als u daarna met SILVI wilt blijven werken dan heeft ProcSIMus daarvoor abonnementen met aantrekkelijke tarieven beschikbaar. Kijk hiervoor op onze website www.silvi.nl Zonder geldig abonnement start de software na de proefperiode op in de rapportagemodus. Hiermee kunt u de uitkomsten van alle met SILVI uitgevoerde simulaties bekijken, maar geen projecten meer openen en simulaties starten.
pagina 9 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
Hoofdstuk 3 Snel een simulatie opzetten en uitvoeren Om u snel op weg te helpen met uw eerste simulatie bevat SILVI een voorbeeldproject: Fictivio. U kunt dit project heel eenvoudig aanpassen aan uw eigen situatie en daarmee simulaties uitvoeren.
Beschrijving van het voorbeeld De afdeling Customer Support van Fictivio is voor de medewerkers van haar klanten het eerste aanspreekpunt in geval van problemen met IT-middelen. Customer Support registreert alle binnenkomende meldingen en zorgt daarna voor een oplossing. Hierbij kan eventueel de hulp van specialisten worden ingeschakeld. De afdeling heeft steeds vaker te maken met geplande en ongeplande veranderingen in de eigen organisatie en de directe omgeving. Helaas ontbreekt het de manager aan voldoende inzicht in de effecten van deze (potentiële) veranderingen op de prestaties van zijn afdeling. Hierdoor kan hij nauwelijks op wijzigingen anticiperen en is hij het grootste deel van de dag bezig met het blussen van de spreekwoordelijke brandjes. Er is een urgente behoefte aan voorspelling van de effecten van veranderingen om gericht te kunnen sturen. Voor een volledige beschrijving, voorbeeld scenario‟s en simulatieresultaten kunt u hier het document downloaden. De werkwijze voor het laden van dit voorbeeldproject luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Open op het hoofdscherm het menu Projecten.
2
Kies binnen dit menu voor de optie Openen. Er verschijnt nu een selectiescherm waarin u het te openen bestand kunt aangeven. U kunt alleen SILVI simulatiebestanden (*.sif) selecteren. Navigeer binnen het selectiescherm naar de locatie: C:\Gebruikers\Openbaar\Openbare documenten\SILVI\Input
3
of voor Windows XP, naar de locatie: C:\Documents and Settings\All Users\Application Data\SILVI\Input
4
Selecteer het bestand Fictivio.sif en druk daarna op de knop Openen. Het voorbeeld project wordt geopend. U kunt de tabellen nu naar wens aanpassen aan uw eigen organisatie.
In hoofdstuk 8 beschrijven we hoe u met dit voorbeeldproject een simulatie uit kunt voeren. Tip: Kijk geregeld op de website www.silvi.nl voor meer praktijkgerichte voorbeeldprojecten!
pagina 10 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
Hoofdstuk 4 Projecten Alle informatie over te simuleren scenario‟s wordt opgeslagen in projecten. In dit hoofdstuk laten we zien hoe u een project aanmaakt en de daarin opgenomen gegevens kunt wijzigen.
4.1 Projecten creëren MENU
Projecten ► Nieuw
Er wordt nu een invulscherm getoond. Doorloop daarbinnen de onderstaande stappen: WERKWIJZE
1
Voer in het tekstveld de naam van het nieuwe project in.
2
Druk op de knop Opslaan. Alle tabellen van het nieuwe project worden gecreëerd. U kunt uw scenario(s) nu invoeren.
4.2 Projecten openen MENU
Projecten ► Openen
Er wordt nu een keuzescherm getoond. Doorloop daarbinnen de onderstaande stappen: WERKWIJZE
1
Navigeer naar het te openen project en selecteer dat.
2
Druk op de knop Openen. Alle tabellen van het betreffende project worden geopend. U kunt uw scenario(s) nu invoeren of aanpassen.
4.3 Projecten sluiten MENU
Projecten ► Sluiten
Zodra u deze functie selecteert wordt u gevraagd of u eventuele wijzigingen in het project eerst nog wilt opslaan. Na het maken van een keuze wordt het project afgesloten en keert u terug naar het hoofdscherm.
pagina 11 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
4.4 Projecten opslaan MENU
Projecten ► Opslaan
Hiermee slaat u alle wijzigingen in het project op onder dezelfde projectnaam waaronder u het project heeft geopend. Als u het project onder een andere naam wilt opslaan dan volgt u de procedure uit paragraaf 4.5.
4.5 Projecten opslaan onder een andere naam MENU
Projecten ► Opslaan als
Er wordt een invulscherm getoond. Doorloop daarbinnen de onderstaande stappen: WERKWIJZE
1
Voer de nieuwe naam van het project in.
2
Druk op de knop Opslaan. De gegevens worden nu onder de opgegeven naam opgeslagen en u keert terug naar het hoofdmenu.
4.6 SILVI afsluiten MENU
Projecten ► Afsluiten
Zodra u deze functie selecteert wordt u gevraagd of u eventuele wijzigingen in het project eerst nog wilt opslaan. Als er op datzelfde moment een simulatie bezig is, wordt u tevens gevraagd of u deze simulatie wilt beëindigen. Als u nu op Nee drukt dan keert u terug naar het hoofdmenu. Als u op Ja drukt dan wordt de lopende simulatie beëindigd en wordt SILVI afgesloten.
pagina 12 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
Hoofdstuk 5 Resources Resources (medewerkers, machines en magazijnen) vormen het belangrijkste element binnen een SILVI simulatie. In dit hoofdstuk krijgt u een overzicht van de uitgebreide mogelijkheden om de karakteristieken van resources te modelleren.
5.1 Basisgegevens resources MENU
Resources ► Basisgegevens
Op het scherm verschijnen drie tabbladen waarmee u een resource kunt specificeren: Tabblad Basisgegevens, met de velden:
Keuzeveld medewerker/machine/magazijn Afdeling ID Capaciteit Uurtarief Overwerk Absentie Motivatie Keuzeveld man/vrouw Geboortejaar Capaciteit machine (alleen zichtbaar als de resource een machine betreft) MTBF (alleen zichtbaar als de resource een machine betreft) MTTR (alleen zichtbaar als de resource een machine betreft) Capaciteit magazijn (alleen zichtbaar als de resource een magazijn betreft) Startwaarde (alleen zichtbaar als de resource een magazijn betreft) Opslagtarief (alleen zichtbaar als de resource een magazijn betreft)
Tabblad Functies, met het overzicht toegekende functies Tabblad Competenties, met het overzicht toegekende competenties
5.1.1 Tabblad Basisgegevens Als u op het tabblad Basisgegevens drukt dan worden daarin de onderstaande velden getoond: Medewerker/machine/magazijn
Keuzeveld
Verplicht
Dit veld geeft aan tot welke categorie de geselecteerde resource behoort. Omdat medewerkers, machines en magazijnen verschillende eigenschappen hebben moet van iedere resource worden aangegeven tot welke categorie hij behoort. Naam
Alfanumeriek
Verplicht
Alfanumeriek
Optioneel
De naam van de resource. Afdeling
De afdeling waartoe de geselecteerde resource behoort.
pagina 13 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware ID
Alfanumeriek
Handleiding versie 3.5
Optioneel
Het personeelsnummer of ander kenmerk waaronder de geselecteerde resource binnen uw bedrijf bekend is. Capaciteit
Keuzeveld
Verplicht
Het beschikbaarheidprofiel van de betreffende resource. U gedetailleerde uitleg van de werking en aanmaak van deze profielen vindt u in paragraaf 5.2. Uurtarief
Numeriek
Verplicht
De salariskosten (zonder vakantiegeld) van de betreffende resource per uur. Alle overige kosten, zoals de kosten voor een leaseauto, worden hierbij buiten beschouwing gelaten. Overwerk
Numeriek
Verplicht
Alleen bij medewerkers. De factor waarmee het uurtarief van de betreffende resource wordt verhoogd zodra er moet worden overgewerkt (een waarde van 125 betekent in dit geval 25% verhoging). Geboortejaar
Numeriek
Optioneel
Alleen bij medewerkers. Het geboortejaar (de leeftijd) van de betreffende medewerker. Absentie
Numeriek
Verplicht
Alleen bij medewerkers. Het absentiepercentage van de betreffende medewerker. Indien er vanuit privacyoverwegingen op individueel niveau geen gegevens worden verstrekt over het absentiepercentage, dan kan een simulatie ook worden uitgevoerd met het bedrijfsgemiddelde (zie hiervoor paragraaf 8.1.3). Motivatie
Numeriek
Verplicht
Alleen bij medewerkers. Het motivatiepercentage van de betreffende medewerker. Hiermee kan onderscheid worden gemaakt tussen medewerkers bij het uitvoeren van activiteiten. Aan de motivatie kunnen namelijk effecten worden toegekend, zoals de snelheid van handelen en de kans op fouten (zie paragraaf 5.4). Man/vrouw
Keuzeveld
Verplicht
Alleen bij medewerkers. Het geslacht van de betreffende medewerker.
Als de betreffende resource als machine is geregistreerd (het keuzeveld Machine in het tabblad Basisgegevens is dan geselecteerd) dan worden de onderstaande velden getoond: Capaciteit
Numeriek
Verplicht
3
Dit veld bevat het aantal m aan goederen/producten dat de betreffende machine per tijdeenheid 3 maximaal kan verwerken. Voorbeeld: een lift heeft een capaciteit van 10 m en een gemiddelde 3 afhandeltijd van 1 minuut. Als voor een bepaalde activiteit via deze lift 25 m goederen verplaatst moeten worden dan zal hiervoor minimaal 2,5 minuten nodig zijn. MTBF
Numeriek
Verplicht
Mean Time Between Failure. Dit veld geeft aan hoeveel tijd (in uren) er gemiddeld verstrijkt tussen twee opeenvolgende storingen. MTTR
Numeriek
Verplicht
Mean Time To Repair. Dit veld geeft aan hoeveel tijd (in uren) er gemiddeld nodig is om een storing te verhelpen. Gedurende deze tijd is de betreffende machine niet productief.
pagina 14 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
Als de betreffende resource als magazijn is geregistreerd (het keuzeveld Magazijn in het tabblad Basisgegevens is dan geselecteerd) dan worden de onderstaande velden getoond: Capaciteit
Numeriek
Verplicht
3
De maximale opslagcapaciteit in m of stuks van het betreffende magazijn. Startwaarde
Numeriek
Verplicht
3
De hoeveelheid opslagcapaciteit in m of stuks die bij de start van de simulatie in gebruik is. Opslagtarief
Numeriek
Verplicht
3
De kosten die per week en per m of stuk worden doorberekend aan het proces dat de opslagcapaciteit gebruikt.
5.1.2 Tabblad Functies Als u op het tabblad Functies drukt dan wordt daarin het onderstaande kader getoond: Toegekende functies
Overzicht
In dit kader staan alle functies vermeld die aan de betreffende resource zijn toegekend.
5.1.3 Tabblad Competenties Als u op het tabblad Competenties drukt dan wordt daarin het onderstaande kader getoond: Toegekende competenties
Overzicht
In dit kader staan alle competenties vermeld die aan de betreffende resource zijn toegekend. Competenties kunnen alleen worden toegekend aan medewerkers. Bij machines en magazijnen zal dit veld leeg zijn. Achter de competentie staat tussen haakjes het niveau vermeld. Dit niveau bepaalt (mede) de verhoging van de efficiency en de verlaging van de kans op fouten die de competentie heeft als een taak door deze medewerker wordt uitgevoerd. Meer informatie hierover treft u aan in paragraaf 5.3.
pagina 15 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
5.1.4 Werkwijze toevoegen, wijzigen en verwijderen De werkwijze voor het toevoegen van een resource aan een project luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Druk op de knop Nieuw.
2
Vul alle relevante velden in.
3
Druk op de knop Opslaan.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
Let op: In deze versie van SILVI kunt u maximaal 500 resources invoeren.
De werkwijze voor het wijzigen van de gegevens van een resource luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Resource de betreffende resource.
2
Klik met de muis in de te wijzigen velden en wijzig de gegevens. In de titelbalk wordt nu aangegeven dat er gegevens zijn gewijzigd. Ook zult u merken dat de knoppenbalken zijn veranderd. De knoppen Nieuw en Sluiten zijn niet te gebruiken totdat u gekozen heeft om de wijziging op te slaan of om deze te negeren.
3
Druk op de knop Opslaan of Annuleer.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
De werkwijze voor het verwijderen van een resource uit een project luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Resource de betreffende resource.
2
Druk op de knop Verwijder. Er wordt nu een scherm getoond waarin u wordt gevraagd of u de resource echt wilt verwijderen.
3
Druk op de knop Ja om de medewerker daadwerkelijk te verwijderen of klik op de knop Nee om de handeling te annuleren.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
Let op: Om een resource buiten een simulatie te laten hoeft u deze niet uit het project te verwijderen. U kunt er ook voor kiezen om de selectie van resources van een simulatie aan te passen (zie paragraaf 8.1).
pagina 16 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
5.2 Beschikbaarheid Elke resource binnen een project moet voorzien zijn van een zogenaamd beschikbaarheidprofiel. Dit profiel geeft aan wanneer en waar een resource beschikbaar is voor het uitvoeren van activiteiten. Een project kent altijd drie standaardprofielen: voor medewerkers, machines en magazijnen. Daarnaast kunt u een ongelimiteerd aantal eigen profielen aanmaken. In deze paragraaf wordt toegelicht hoe u dat doet en hoe u bestaande profielen aanpast.
5.2.1 Werkwijze toevoegen en verwijderen MENU
Resources ► Beschikbaarheid ► Basisgegevens
Op het scherm verschijnen, naast het keuzeveld Profiel, twee invoervelden: Naam
Alfanumeriek
Verplicht
Alfanumeriek
Optioneel
De naam van het beschikbaarheidprofiel. Beschrijving
Een vrij tekstveld waarmee u een toelichting aan het betreffende profiel kunt koppelen.
De werkwijze voor het toevoegen van een nieuw beschikbaarheidprofiel luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Druk op de knop Nieuw.
2
Voer in het invoerveld Naam de naam van het profiel in.
3
Voer in het invoerveld Beschrijving eventueel een toelichtende tekst in.
4
Druk op de knop Opslaan.
5
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
De werkwijze voor het verwijderen van een beschikbaarheidprofiel luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Profiel het te verwijderen profiel.
2
Druk op de knop Verwijderen. Er verschijnt nu een meldscherm met de vraag of u het profiel echt wilt verwijderen.
3
Druk op de knop Ja.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
pagina 17 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
Let op: Standaard profielen voor medewerkers, machines en magazijnen kunt u niet verwijderen. U kunt deze alleen aanpassen (zie paragraaf 5.2.3).
5.2.2 Inhoud van profielen wijzigen MENU
Resources ► Beschikbaarheid ► Profielen wijzigen
Op het scherm verschijnt een groot aantal invoervelden, waarmee u per week, dag en uur de beschikbaarheid van een resource (medewerker, machine of magazijn) kunt aangeven: Weeknummer
Numeriek
Verplicht
Dit veld wordt gebruikt voor het selecteren van de week waarvan u de beschikbaarheid van de betreffende resource wilt aangeven. U kunt de beschikbaarheid gedurende het jaar (52 weken) laten variëren. Dagnummer
Numeriek
Verplicht
Dit veld wordt gebruikt voor het selecteren van de dag van de week waarvan u de beschikbaarheid van de betreffende resource wilt aangeven. U kunt de beschikbaarheid gedurende de week (7 dagen) laten variëren. Dagnummer 1 is maandag. Van week
Numeriek
Optioneel
Dit veld wordt gebruikt voor het kopiëren van data tussen weken. Geef in dit veld de eerste week aan waarin u de data van de geselecteerde week (aangegeven door het veld weeknummer) wilt kopiëren. Tot week
Numeriek
Optioneel
Dit veld wordt gebruikt voor het kopiëren van data tussen weken. Geef in dit veld de laatste week aan waarin u de data van de geselecteerde week (aangegeven door het veld weeknummer) wilt kopiëren. Van dag
Numeriek
Optioneel
Dit veld wordt gebruikt voor het kopiëren van data tussen dagen. Geef in dit veld de eerste dag aan waarin u de data van de geselecteerde dag (aangegeven door het veld dagnummer) wilt kopiëren. Dagnummer 1 is maandag. Tot dag
Numeriek
Optioneel
Dit veld wordt gebruikt voor het kopiëren van data tussen dagen. Geef in dit veld de laatste dag aan waarin u de data van de geselecteerde dag (aangegeven door het veld dagnummer) wilt kopiëren. Dagnummer 1 is maandag. Uur Het uur waarvan de beschikbaarheid (in minuten) wordt vermeld in de velden bedrijf en elders. Bedrijf
Numeriek
Verplicht
Het aantal minuten dat de betreffende resource in het betreffende uur binnen het bedrijf aanwezig en beschikbaar is voor het uitvoeren van activiteiten. Mogelijke waarden zijn 0 tot en met 60. Elders
Numeriek
Verplicht
Het aantal minuten dat de betreffende resource in het betreffende uur buiten het bedrijf beschikbaar is voor het uitvoeren van activiteiten. Mogelijke waarden zijn 0 tot en met 60.
pagina 18 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
De werkwijze voor het aanpassen van de inhoud van een beschikbaarheidprofiel luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Profiel het betreffende profiel.
2
Selecteer in het keuzeveld Weeknummer de betreffende week.
3
Selecteer in het keuzeveld Dagnummer de betreffende dag.
4
Pas de waarden in de velden bedrijf en/of elders aan.
Daarnaast kunt u de gegevens van een bepaalde dag ook eenvoudig kopiëren naar een andere periode in het jaar. Dat kan één andere dag zijn maar ook een reeks van dagen. We tonen dit aan de hand van een voorbeeld: het kopiëren van de gegevens van dag 3 in week 1 naar dag 3 in de weken 2 tot en met 52. De werkwijze hiervoor luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Profiel het betreffende profiel.
2
Selecteer in het keuzeveld Weeknummer de waarde 1.
3
Selecteer in het keuzeveld Dagnummer de waarde 3.
4
Selecteer in het keuzeveld Van week de waarde 2.
5
Selecteer in het keuzeveld Tot week de waarde 52.
6
Selecteer in het keuzeveld Van dag de waarde 3.
7
Selecteer in het keuzeveld Tot dag de waarde 3.
8
Druk op de knop Data kopiëren.
Let op: De aangebrachte wijzigingen worden automatisch opgeslagen als u van week, dag of resource verandert.
5.2.3 Standaard profielen aanpassen Als u een nieuwe resource toevoegt (zie paragraaf 5.1.6) wordt automatisch de bijbehorende beschikbaarheidtabel gevuld met het standaardprofiel van de betreffende soort (medewerker, machine of magazijn). U kunt deze standaardwaarden aanpassen door op dit scherm in het veld Profiel te kiezen voor Standaard beschikbaarheid medewerkers, Standaard beschikbaarheid machines of Standaard beschikbaarheid magazijnen en vervolgens de bijbehorende gegevens aan te passen. Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten.
pagina 19 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
5.3 Competenties Elke medewerker beschikt over competenties en een bepaalde mate van ervaring. Deze kenmerken bepalen mede hoe effectief en efficiënt de medewerkers bepaalde activiteiten uitvoeren. Binnen SILVI kunt u elke medewerker van een passend competentie- en ervaringsprofiel voorzien. In deze paragraaf tonen wij hoe u competenties creëert en aan medewerkers toekent. Daarnaast laten we zien hoe u (de effecten van) deze competenties aan activiteiten koppelt.
5.3.1 Werkwijze toevoegen, wijzigen en verwijderen MENU
Resources ► Competenties
Op het scherm verschijnen twee invoervelden, waarmee u een competentie kunt identificeren: Naam
Alfanumeriek
Verplicht
Alfanumeriek
Optioneel
De naam van de competentie. Beschrijving
Een vrij tekstveld waarmee u een toelichting aan de betreffende competentie kunt geven.
De werkwijze voor het toevoegen van een nieuwe competentie luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Druk op de knop Nieuw.
2
Voer in het invoerveld Naam de naam van de competentie in.
3
Voer in het invoerveld Beschrijving eventueel een toelichtende tekst in.
4
Druk op de knop Opslaan.
5
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
De werkwijze voor het wijzigen van een bestaande competentie luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Competentie de te wijzigen competentie.
2
Wijzig de tekst in de velden Naam en/of Beschrijving. In de titelbalk wordt nu aangegeven dat er gegevens zijn gewijzigd.
3
Druk op de knop Opslaan.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
pagina 20 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
De werkwijze voor het verwijderen van een bestaande competentie luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Competentie de te verwijderen competentie.
2
Druk op de knop Verwijderen. Er verschijnt nu een meldscherm met de vraag of u de competentie echt wilt verwijderen.
3
Druk op de knop Ja.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
5.3.2 Competenties toekennen aan resources MENU
Resources ► Competenties ► Toekennen aan resources
Op het scherm verschijnen, naast het keuzeveld voor de resource, twee kaders en een keuzeveld: Gekoppelde competenties
Selectie
Alle beschikbare competenties die met een gekozen niveau aan de geselecteerde resource zijn toegekend. Beschikbare competenties
Selectie
Alle beschikbare competenties die nog niet aan de geselecteerde resource zijn toegekend. Niveau
Numeriek
Verplicht
Het niveau waarop de betreffende resource de competentie beheerst. Hoe hoger de waarde voor het niveau hoe beter de beheersing. Mogelijke waarden zijn 1 (de standaardwaarde) tot en met 3.
De werkwijze voor het toekennen van een competentie aan een medewerker luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Resource de betreffende resource.
2
Selecteer in het kader Beschikbare competenties de betreffende competentie.
3
Druk op de rechter groene pijl of dubbelklik op de geselecteerde competentie. De betreffende competentie verdwijnt nu uit het rechter kader en verschijnt in het linker kader.
4
Wijzig in het linker kader eventueel het niveau van de competentie. In de titelbalk wordt nu aangegeven dat er gegevens zijn gewijzigd.
5
Druk op de knop Opslaan.
6
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
pagina 21 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
De werkwijze voor het wijzigen van het niveau een competentie van een medewerker luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Resource de betreffende resource.
2
Selecteer in het keuzeveld Gekoppelde competenties de betreffende competentie.
3
Wijzig het Niveau door de schuifbalk naar links of rechts te verplaatsen. In de titelbalk wordt nu aangegeven dat er gegevens zijn gewijzigd.
4
Druk op de knop Opslaan.
5
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
De werkwijze voor het verwijderen van een competentie bij een medewerker luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Resource de betreffende resource.
2
Selecteer in het keuzeveld Gekoppelde competenties de betreffende competentie.
3
Druk op de linker groene pijl of dubbelklik op de geselecteerde competentie. De betreffende competentie verdwijnt nu uit het linker kader en verschijnt in het rechter kader.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
5.3.3 Effect van competenties op activiteiten invoeren MENU
Resources ► Competenties ► Effect op activiteiten
Op het scherm verschijnen, naast het keuzeveld voor de activiteit, twee kaders en twee invoervelden: Gekoppelde competenties
Selectie
Alle beschikbare competenties die met gekozen waarden voor de verhoging van de efficiency en de verlaging van de foutkans niveau aan de geselecteerde activiteit zijn gekoppeld. Beschikbare competenties
Selectie
Alle beschikbare competenties die nog niet aan de geselecteerde activiteit zijn gekoppeld.
pagina 22 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
Het linker kader bevat twee invoervelden: Verhoging efficiency
Numeriek
Verplicht
De mate waarin de competentie bijdraagt aan het verhogen van de efficiency in de uitvoering van de betreffende activiteit. Er kunnen waarden worden ingevuld voor alle drie de niveaus. De waarde voor niveau 2 kan echter niet lager zijn dan de waarde voor niveau 1. Evenzo geldt dit voor de waarde van niveau 3 ten opzichte van de niveaus 1 en 2. Mogelijke waarden zijn -99 tot en met 99. Verlaging foutkans
Numeriek
Verplicht
De mate waarin de competentie bijdraagt aan het verlagen van de kans op fouten tijdens de uitvoering van de betreffende activiteit. Er kunnen waarden worden ingevuld voor alle drie de niveaus. De waarde voor niveau 2 kan echter niet lager zijn dan de waarde voor niveau 1. Evenzo geldt dit voor de waarde van niveau 3 ten opzichte van de niveaus 1 en 2. Mogelijke waarden zijn 99 tot en met 99.
De werkwijze voor het toekennen van een effect van een competentie op een activiteit luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Activiteit de betreffende activiteit.
2
Selecteer in het kader Beschikbare competenties de betreffende competentie.
3
Druk op de rechter groene pijl of dubbelklik op de geselecteerde competentie. De betreffende competentie verdwijnt nu uit het rechter kader en verschijnt in het linker kader.
4
Wijzig in het linker kader eventueel de waarden van de velden verhoging efficiency en/of verlaging foutkans. In de titelbalk wordt nu aangegeven dat er gegevens zijn gewijzigd.
5
Druk op de knop Opslaan.
De werkwijze voor het wijzigen van de effecten van een competentie op een activiteit luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Activiteit de betreffende activiteit.
2
Selecteer in het keuzeveld Gekoppelde competenties de betreffende competentie.
3
Wijzig in het linker kader de waarden van de velden verhoging efficiency en/of verlaging foutkans. In de titelbalk wordt nu aangegeven dat er gegevens zijn gewijzigd.
4
Druk op de knop Opslaan.
pagina 23 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
De werkwijze voor het verwijderen van de effecten van een competentie op een activiteit luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Activiteit de betreffende activiteit.
2
Selecteer in het keuzeveld Gekoppelde competenties de betreffende competentie.
3
Druk op de linker groene pijl of dubbelklik op de geselecteerde competentie. De betreffende competentie verdwijnt nu uit het linker kader en verschijnt in het rechter kader.
pagina 24 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
5.4 Motivatie Elke medewerker is in meer of minder mate gemotiveerd om zijn taken uit te voeren. De factor motivatie bepaalt mede hoe vaak een medewerker zich ziek meldt en hoe effectief en efficiënt hij/zij bepaalde activiteiten uitvoert. Binnen SILVI kunt u van elke medewerker de motivatiefactor en de bijbehorende effecten aangeven. In deze paragraaf tonen wij hiervoor de werkwijze.
5.4.1 Relatie tussen bezettingsgraad (werkdruk) en motivatie MENU
Resources ► Motivatie ► Relatie met bezettingsgraad
De bezettingsgraad van een medewerker kan variëren tussen 0 en 100 procent. In dit scherm kunt u verschillende intervallen aangeven waarbinnen de motivatie van een medewerker afwijkt van de normale situatie. Zo kan een hoge bezettingsgraad bijvoorbeeld leiden tot een daling van de motivatie. Op het scherm verschijnen, naast het keuzeveld voor de resource, de onderstaande velden: Ondergrens
Numeriek
Verplicht
De laagste waarde van de bezettingsgraad waarbij het ingevoerde effect op de motivatie (zoals aangegeven in het invoerveld afwijking) nog optreedt. Mogelijke waarden zijn 0 tot en met 100. Bovengrens
Numeriek
Verplicht
De hoogste waarde van de bezettingsgraad waarbij het ingevoerde effect op de motivatie (zoals aangegeven in het invoerveld afwijking) nog optreedt. Mogelijke waarden zijn 0 tot en met 100. Afwijking
Numeriek
Verplicht
Het effect op de motivatie dat optreedt als de bezettingsgraad van de betreffende resource een waarde heeft die tussen de ondergrens en de bovengrens ligt. Mogelijke waarden zijn -99,9 tot en met 99,9. Kader toegekende effecten
Overzicht
Alle effecten van de bezettingsgraad op de motivatie die aan de betreffende resource zijn gekoppeld.
pagina 25 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
De werkwijze voor het toekennen van een effect van de bezettingsgraad op de motivatie van een medewerker luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Resource de betreffende resource.
2
Selecteer in het invoerveld Ondergrens de laagste waarde van de bezettingsgraad waarbij het effect nog optreedt.
3
Selecteer in het invoerveld Bovengrens de hoogste waarde van de bezettingsgraad waarbij het effect nog optreedt.
4
Selecteer in het invoerveld Afwijking het percentage waarmee de motivatie toeneemt of afneemt als de waarde van de bezettingsgraad van de betreffende medewerker tussen de ondergrens en de bovengrens komt. De uitgangswaarde voor de motivatie van elke medewerker is 100 procent.
5
Druk op de knop Toevoegen. Het effect verschijnt nu in het kader toegekende effecten.
6
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
De werkwijze voor het wijzigen van een ingevoerd effect luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Resource de betreffende resource.
2
Wijzig in het kader Toegekende effecten op de betreffende regel de waarde voor de ondergrens, de bovengrens en/of de afwijking.
3
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
De werkwijze voor het verwijderen van een ingevoerd effect luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Resource de betreffende resource.
2
Selecteer in het kader Toegekende effecten de betreffende regel door op de regel met de muis in de linker kolom te klikken.
3
Druk op de knop Verwijderen.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
pagina 26 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
5.4.2 Relatie tussen motivatie en absentie MENU
Resources ► Motivatie ► Effect op absentie
De motivatie van een medewerker kan variëren tussen 0 en 200 procent. In dit scherm kunt u verschillende intervallen aangeven waarbinnen de absentie van een medewerker afwijkt van de normale situatie. Zo kan een hoge motivatie bijvoorbeeld leiden tot een daling van de absentie. Op het scherm verschijnen, naast het keuzeveld voor de resource, de onderstaande velden: Ondergrens
Numeriek
Verplicht
De laagste waarde van de motivatie waarbij het ingevoerde effect op de absentie (zoals aangegeven in het invoerveld afwijking) nog optreedt. Mogelijke waarden zijn 0 tot en met 200. Bovengrens
Numeriek
Verplicht
De hoogste waarde van de motivatie waarbij het ingevoerde effect op de absentie (zoals aangegeven in het invoerveld afwijking) nog optreedt. Mogelijke waarden zijn 0 tot en met 200. Afwijking
Numeriek
Verplicht
Het effect op het absentiepercentage dat optreedt als de motivatie van de betreffende resource een waarde heeft die tussen de ondergrens en de bovengrens ligt. Mogelijke waarden zijn -99,9 tot en met 99,9. Kader toegekende effecten
Overzicht
Alle effecten van de motivatie op de absentie die aan de betreffende resource zijn gekoppeld.
De werkwijze voor het toekennen van een effect van een gewijzigde motivatie op de absentie van een medewerker luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Resource de betreffende resource.
2
Selecteer in het invoerveld Ondergrens de laagste waarde van de motivatie waarbij het effect nog optreedt.
3
Selecteer in het invoerveld Bovengrens de hoogste waarde van de motivatie waarbij het effect nog optreedt.
4
Selecteer in het invoerveld Afwijking het percentage waarmee de absentie toeneemt of afneemt als de waarde van de motivatie van de betreffende medewerker tussen de ondergrens en de bovengrens komt.
5
Druk op de knop Toevoegen. Het effect verschijnt nu in het kader toegekende effecten.
6
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
pagina 27 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
De werkwijze voor het wijzigen van een ingevoerd effect luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Resource de betreffende resource.
2
Wijzig in het kader Toegekende effecten op de betreffende regel de waarde voor de ondergrens, de bovengrens en/of de afwijking.
3
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
De werkwijze voor het verwijderen van een ingevoerd effect luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Resource de betreffende resource.
2
Selecteer in het kader Toegekende effecten de betreffende regel door op de regel met de muis in de linker kolom te klikken.
3
Druk op de knop Verwijderen.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
5.4.3 Relatie tussen motivatie en snelheid (efficiency) MENU
Resources ► Motivatie ► Effect op snelheid
De motivatie van een medewerker kan variëren tussen 0 en 200 procent. In dit scherm kunt u verschillende intervallen aangeven waarbinnen de snelheid (efficiency) van een medewerker afwijkt van de normale situatie. Zo kan een lage motivatie bijvoorbeeld leiden tot een daling van de snelheid. Op het scherm verschijnen, naast het keuzeveld voor de resource, de onderstaande velden: Ondergrens
Numeriek
Verplicht
De laagste waarde van de motivatie waarbij het ingevoerde effect op de efficiency (zoals aangegeven in het invoerveld afwijking) nog optreedt. Mogelijke waarden zijn 0 tot en met 200. Bovengrens
Numeriek
Verplicht
De hoogste waarde van de motivatie waarbij het ingevoerde effect op de efficiency (zoals aangegeven in het invoerveld afwijking) nog optreedt. Mogelijke waarden zijn 0 tot en met 200. Afwijking
Numeriek
Verplicht
Het effect op de efficiency dat optreedt als de motivatie van de betreffende resource een waarde heeft die tussen de ondergrens en de bovengrens ligt. Mogelijke waarden zijn -99,9 tot en met 99,9. Kader toegekende effecten
Overzicht
Alle effecten van de motivatie op de efficiency die aan de betreffende resource zijn gekoppeld.
pagina 28 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
De werkwijze voor het toekennen van een effect van een gewijzigde motivatie op de efficiency van een medewerker luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Resource de betreffende resource.
2
Selecteer in het invoerveld Ondergrens de laagste waarde van de motivatie waarbij het effect nog optreedt.
3
Selecteer in het invoerveld Bovengrens de hoogste waarde van de motivatie waarbij het effect nog optreedt.
4
Selecteer in het invoerveld Afwijking het percentage waarmee de efficiency toeneemt of afneemt als de waarde van de motivatie van de betreffende medewerker tussen de ondergrens en de bovengrens komt.
5
Druk op de knop Toevoegen. Het effect verschijnt nu in het kader toegekende effecten.
6
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
De werkwijze voor het wijzigen van een ingevoerd effect luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Resource de betreffende resource.
2
Wijzig in het kader Toegekende effecten op de betreffende regel de waarde voor de ondergrens, de bovengrens en/of de afwijking.
3
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
De werkwijze voor het verwijderen van een ingevoerd effect luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Resource de betreffende resource.
2
Selecteer in het kader Toegekende effecten de betreffende regel door op de regel met de muis in de linker kolom te klikken.
3
Druk op de knop Verwijderen.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
pagina 29 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
5.4.4 Relatie tussen motivatie en de kans op fouten MENU
Resources ► Motivatie ► Effect op foutkans
De motivatie van een medewerker kan variëren tussen 0 en 200 procent. In dit scherm kunt u verschillende intervallen aangeven waarbinnen de foutkans van een medewerker afwijkt van de normale situatie. Zo kan een lage motivatie bijvoorbeeld leiden tot een stijging van de kans op fouten. Op het scherm verschijnen, naast het keuzeveld voor de resource, de onderstaande velden: Ondergrens
Numeriek
Verplicht
De laagste waarde van de motivatie waarbij het ingevoerde effect op de foutkans (zoals aangegeven in het invoerveld afwijking) nog optreedt. Mogelijke waarden zijn 0 tot en met 200. Bovengrens
Numeriek
Verplicht
De hoogste waarde van de motivatie waarbij het ingevoerde effect op de foutkans (zoals aangegeven in het invoerveld afwijking) nog optreedt. Mogelijke waarden zijn 0 tot en met 200. Afwijking
Numeriek
Verplicht
Het effect op de foutkans dat optreedt als de motivatie van de betreffende resource een waarde heeft die tussen de ondergrens en de bovengrens ligt. Mogelijke waarden zijn -99,9 tot en met 99,9. Kader toegekende effecten
Overzicht
Alle effecten van de motivatie op de foutkans die aan de betreffende resource zijn gekoppeld.
De werkwijze voor het toekennen van een effect van een gewijzigde motivatie op de foutkans van een medewerker luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Resource de betreffende resource.
2
Selecteer in het invoerveld Ondergrens de laagste waarde van de motivatie waarbij het effect nog optreedt.
3
Selecteer in het invoerveld Bovengrens de hoogste waarde van de motivatie waarbij het effect nog optreedt.
4
Selecteer in het invoerveld Afwijking het percentage waarmee de foutkans toeneemt of afneemt als de waarde van de motivatie van de betreffende medewerker tussen de ondergrens en de bovengrens komt.
5
Druk op de knop Toevoegen. Het effect verschijnt nu in het kader toegekende effecten.
6
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
pagina 30 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
De werkwijze voor het wijzigen van een ingevoerd effect luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Resource de betreffende resource.
2
Wijzig in het kader Toegekende effecten op de betreffende regel de waarde voor de ondergrens, de bovengrens en/of de afwijking.
3
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
De werkwijze voor het verwijderen van een ingevoerd effect luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Resource de betreffende resource.
2
Selecteer in het kader Toegekende effecten de betreffende regel door op de regel met de muis in de linker kolom te klikken.
3
Druk op de knop Verwijderen.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
5.4.5 Kopiëren van gegevens Alle functies die besproken zijn in paragraaf 5.4 beschikken over een kopieerfunctie waarmee u met één handeling eenvoudig een gekozen effect aan verscheidene medewerkers kunt toekennen. De werkwijze daarvoor luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het invoerveld Ondergrens de laagste waarde waarbij het effect nog optreedt.
2
Selecteer in het invoerveld Bovengrens de hoogste waarde waarbij het effect nog optreedt.
3
Selecteer in het invoerveld Afwijking het effect.
4
Druk op de knop Kopiëren. Een selectiescherm verschijnt met daarop alle resources waaraan het effect kan worden toegekend.
5
Selecteer nu alle medewerkers waaraan u het effect wilt toekennen door het vakje voor de betreffende medewerker(s) aan te vinken. Selecteer eenvoudig alle medewerkers uit de lijst door op de knop selecteer alles te drukken. U verwijdert alle selecties weer door op de knop selecteer niets te drukken. U krijgt een melding als de handeling succesvol is uitgevoerd en keert automatisch terug naar het vorige scherm.
6
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
pagina 31 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
5.5 Functies en rollen Medewerkers vervullen binnen een bedrijf één of meer functies/rollen. Activiteiten worden uitgevoerd door medewerkers die een bepaalde rol vervullen. In deze paragraaf tonen wij hoe u functies kunt creëren en deze vervolgens aan medewerkers kunt toekennen.
5.5.1 Werkwijze toevoegen, wijzigen en verwijderen MENU
Resources ► Functies/rollen ► Basisgegevens
Op het scherm verschijnen, naast het keuzeveld voor de functie, de onderstaande velden: Naam
Alfanumeriek
Verplicht
Keuzeveld
Verplicht
De naam van de functie/rol. Vervuld door
De categorie resources (medewerker, machine of magazijn) waardoor de functie kan worden vervuld. Beschrijving
Alfanumeriek
Optioneel
Een vrij tekstveld waarmee u een toelichting aan de betreffende competentie kunt geven.
De werkwijze voor het toevoegen van een nieuwe functie/rol luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Druk op de knop Nieuw.
2
Voer in het invoerveld Naam de naam van de functie in.
3
Selecteer in het keuzeveld Vervuld door de categorie resources (medewerker, machine of magazijn) dat deze functie kan vervullen.
4
Voer in het invoerveld Beschrijving eventueel een toelichtende tekst in.
5
Druk op de knop Opslaan.
6
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
pagina 32 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
De werkwijze voor het wijzigen van een functie/rol luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Functie de te wijzigen functie.
2
Wijzig de tekst in de velden Naam en/of Beschrijving of selecteer een andere categorie in het keuzeveld Vervuld door. In de titelbalk wordt nu aangegeven dat er gegevens zijn gewijzigd.
3
Druk op de knop Opslaan.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
De werkwijze voor het verwijderen van een functie/rol luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Functie de te verwijderen functie.
2
Druk op de knop Verwijderen. Er verschijnt nu een meldscherm met de vraag of u de functie echt wilt verwijderen.
3
Druk op de knop Ja.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
5.5.2 Functies/rollen toekennen aan resources MENU
Resources ► Functies/rollen ► Toekennen aan resources
Op het scherm verschijnen, naast het keuzeveld voor de functie, twee kaders: Gekoppelde resources
Selectie
Alle resources waaraan de geselecteerde functie is toegekend. Beschikbare resources
Keuzeveld
Optioneel
Alle resources waaraan de geselecteerde functie (nog) niet is toegekend.
pagina 33 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
De werkwijze voor het toekennen van een functie/rol aan een resource luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Functie de betreffende functie.
2
Selecteer in het kader Beschikbare resources de betreffende resource.
3
Druk op de rechter groene pijl of dubbelklik op de geselecteerde resource. De functie verdwijnt nu uit het rechter kader en verschijnt in het linker kader.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
De werkwijze voor het verwijderen van een functie/rol bij een resource luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Functie de betreffende functie.
2
Selecteer in het keuzeveld Gekoppelde resources de betreffende resource.
3
Druk op de linker groene pijl of dubbelklik op de geselecteerde resource. De functie verdwijnt nu uit het linker kader en verschijnt in het rechter kader.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
pagina 34 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
5.6 Teams Sommige activiteiten kunnen alleen worden uitgevoerd als een aantal verschillende functies/rollen gelijktijdig beschikbaar is. Hiervoor heeft SILVI een faciliteit in de vorm van teams. Aan een team zijn één of meer functies gekoppeld. Voor elke functie kan bovendien het gelijktijdig benodigde aantal resources worden gespecificeerd. In deze paragraaf tonen wij hoe u teams kunt creëren en deze vervolgens met resources kunt vullen.
5.6.1 Werkwijze toevoegen, wijzigen en verwijderen MENU
Resources ► Teams ► Basisgegevens
Op het scherm verschijnen, naast het keuzeveld voor het team, twee invoervelden: Naam
Alfanumeriek
Verplicht
Alfanumeriek
Optioneel
De naam van het team. Beschrijving
Een vrij tekstveld waarmee u een toelichting op het betreffende team kunt geven.
De werkwijze voor het toevoegen van een nieuw team luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Druk op de knop Nieuw.
2
Voer in het invoerveld Naam de naam van het team in.
3
Voer in het invoerveld Beschrijving eventueel een toelichtende tekst in.
4
Druk op de knop Opslaan.
5
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
De werkwijze voor het wijzigen van een team luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Team het te wijzigen team.
2
Wijzig de tekst in de velden Naam en/of Beschrijving. In de titelbalk wordt nu aangegeven dat er gegevens zijn gewijzigd.
3
Druk op de knop Opslaan.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
pagina 35 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
De werkwijze voor het verwijderen van een team luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Team het te verwijderen team.
2
Druk op de knop Verwijderen. Er verschijnt nu een meldscherm met de vraag of u het team echt wilt verwijderen.
3
Druk op de knop Ja.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
5.6.2 Teams vullen met resources (functies) MENU
Resources ► Teams ► Vullen met resources
Op het scherm verschijnen, naast het keuzeveld voor de resource, twee kaders en één invoerveld: Gekoppelde functies
Selectie
Alle beschikbare functies die aan het geselecteerde team zijn toegekend. Beschikbare functies
Keuzeveld
Optioneel
Alle beschikbare functies die nog niet aan de geselecteerde resource zijn toegekend. Dit kader bevat alleen die functies waaraan minimaal één resource is gekoppeld. De werkwijze voor het koppelen van resources aan een functie staat beschreven in paragraaf 5.5.2. Aantal
Numeriek
Verplicht
Het aantal gelijktijdig benodigde resources van de aangegeven functie. De standaardwaarde is 1.
De werkwijze voor het toekennen van een functie aan een team luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Team het betreffende team.
2
Selecteer in het kader Beschikbare functies de betreffende functie.
3
Druk op de rechter groene pijl of dubbelklik in het rechter kader op de geselecteerde functie. De betreffende functie verdwijnt nu uit het rechter kader en verschijnt in het linker kader.
4
Wijzig in het linker kader eventueel het aantal van de functie. In de titelbalk wordt nu aangegeven dat er gegevens zijn gewijzigd.
5
Druk op de knop Opslaan.
6
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
pagina 36 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
De werkwijze voor het wijzigen van het aantal gelijktijdig benodigde resources van een functie luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Team het betreffende team.
2
Selecteer in het keuzeveld Gekoppelde functies de betreffende functie.
3
Wijzig het Aantal door de waarde van het invoerveld aan te passen. In de titelbalk wordt nu aangegeven dat er gegevens zijn gewijzigd.
4
Druk op de knop Opslaan.
5
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
De werkwijze voor het verwijderen van een functie van een team luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Team het betreffende team.
2
Selecteer in het keuzeveld Gekoppelde functies de betreffende functie.
3
Druk op de linker groene pijl of dubbelklik in het linker kader op de geselecteerde functie. De betreffende functie verdwijnt nu uit het linker kader en verschijnt in het rechter kader.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
pagina 37 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
5.7 Importeren van data Met de importfunctie voor resources kunt u grotere aantallen medewerkers, machines en magazijnen geautomatiseerd invoeren. U hoeft dan niet voor elk record de werkwijze uit paragraaf 5.1.6 te volgen. MENU
Resources ► Importeren
Voor een correct verwerking van de te importeren gegevens is het volgende van belang:
Alleen tekstbestanden (.txt) kunnen worden ingelezen. Alle informatie over een resource moet op één regel staan. Alle velden moeten van elkaar gescheiden zijn door het |-teken. Dit teken moet op elke regel dus precies 15 keer voorkomen. In SILVI kunnen maximaal 500 resources worden geïmporteerd. De importmodule negeert alle e regels na de 500 regel.
De layout van het te importeren bestand moet bovendien exact aan de volgende indeling voldoen: Resourcenaam
Alfanumeriek
De naam van de te importeren resource. Soort
Numeriek
0 decimalen
Dit veld geeft aan tot welke categorie de geselecteerde resource behoort. Omdat medewerkers, machines en magazijnen verschillende eigenschappen hebben moet van iedere resource worden aangegeven tot welke categorie deze behoort.1 = Medewerker, 2 = Machine, 3 = Magazijn Afdelingnaam
Alfanumeriek
De naam van de afdeling waar de te importeren resource onder valt. ID
Alfanumeriek
Het personeelsnummer of ander kenmerk waaronder de geselecteerde resource binnen uw bedrijf bekend is. Geslacht
Tekst
“M”, “F” of “X”
Het geslacht van de betreffende resource. Mogelijke waarden “M” voor man, “F” voor vrouw. Gebruik voor machines en magazijnen de waarde “X”. Uurtarief
Numeriek
2 decimalen
De salariskosten (zonder vakantiegeld) van de betreffende resource per uur. Alle overige kosten, zoals de kosten voor een leaseauto, worden hierbij buiten beschouwing gelaten. Mogelijke waarden zijn 0,00 tot en met 999,99. Overwerkfactor
Numeriek
2 decimalen
De factor waarmee het uurtarief van de betreffende resource wordt verhoogd zodra er moet worden overgewerkt (een waarde van 125,00 betekent 25% verhoging). Mogelijke waarden zijn 100,00 tot en met 200,00. Geboortejaar
Numeriek
0 decimalen
Het geboortejaar van de betreffende medewerker of het bouwjaar van de betreffende machine of het magazijn. Mogelijke waarden zijn 1900 t/m 2011.
pagina 38 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware Absentie
Handleiding versie 3.5
Numeriek
2 decimalen
Het absentiepercentage van de betreffende resource. Mogelijke waarden zijn 0,00 t/m 100,00. Motivatie
Numeriek
0 decimalen
De motivatie van de betreffende resource. Mogelijke waarden zijn 0 t/m 100. Capaciteit machine
Numeriek
2 decimalen
3
Dit veld bevat het aantal m aan goederen/producten dat de betreffende machine per tijdeenheid maximaal kan verwerken. Mogelijke waarden zijn 0,00 t/m 99999,99. MTBF
Numeriek
0 decimalen
Mean Time Between Failure. Dit veld geeft aan hoeveel tijd (in uren) er gemiddeld verstrijkt tussen twee opeenvolgende storingen van een machine. Mogelijke waarden zijn 0 t/m 999999. MTTR
Numeriek
0 decimalen
Mean Time To Repair. Dit veld geeft aan hoeveel tijd (in uren) er gemiddeld nodig is om een storing aan een machine te verhelpen. Gedurende deze tijd is de betreffende machine niet productief. Mogelijke waarden zijn 0 t/m 999999. Capaciteit magazijn
Numeriek
2 decimalen
3
De maximale opslagcapaciteit in m of stuks van een magazijn. Mogelijke waarden zijn 0,00 t/m 9999,99. Startwaarde
Numeriek
2 decimalen
3
De hoeveelheid opslagcapaciteit in m of stuks die bij de start van de simulatie in gebruik is. Mogelijke waarden zijn 0,00 t/m 9999,99. Opslagtarief
Numeriek
2 decimalen
3
De kosten die per week en per m of stuk worden doorberekend aan het proces dat de opslagcapaciteit gebruikt. Mogelijke waarden zijn 0,00 t/m 9999,99.
De werkwijze voor het importeren van een extern gegevensbestand luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Druk op de knop Doorgaan. Er verschijnt nu een selectiescherm waarin u het te importeren bestand kunt aangeven. In dit scherm kunt u alleen tekstbestanden selecteren.
2
Navigeer naar het te importeren bestand en dubbelklik met de muis op dit bestand. U bereikt hetzelfde door het bestand te selecteren en op de knop Openen te drukken. Er verschijnt nu een waarschuwing dat alle eerder ingevoerde gegevens van resources door de import zullen worden overschreven.
3
Druk nu op de knop Ja om de import daadwerkelijk uit te voeren of druk op de knop Nee om de handeling te annuleren. Als u ervoor heeft gekozen om de import uit te voeren verschijnt na het voltooien hiervan een melding met daarin het aantal resources dat succesvol is geïmporteerd.
4
Druk op de knop Terug om terug te keren naar het importscherm.
5
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
pagina 39 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
5.8 Kopiëren van basisgegevens Met deze kopieerfunctie kunt u de basisgegevens van één resource eenvoudig overzetten naar andere resources. MENU
Resources ► Basisgegevens
De werkwijze voor het kopiëren van gegevens luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Druk in het linker kader op de knop Kopiëren. Er verschijnt nu een selectiescherm waarin u de te kopiëren gegevens kunt selecteren. Ook verschijnt een selectiescherm waarin u de resources kunt selecteren waarnaar de gegevens moeten worden gekopieerd.
2
Druk nu op de knop Kopiëren om de kopieeractie daadwerkelijk uit te voeren of druk op de knop Sluiten om de handeling te annuleren. Als u ervoor heeft gekozen om de kopieeractie uit te voeren, dan verschijnt na het voltooien hiervan een melding met daarin het aantal resources waarvan de gegevens zijn aangepast.
3
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
pagina 40 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
Hoofdstuk 6 Activiteiten In hoofdstuk 5 hebben we gezien hoe we de resources van een organisatie binnen SILVI kunnen modelleren. In dit hoofdstuk gaan we het modelleren van activiteiten bekijken. In hoofdstuk 7 zullen de ingevoerde activiteiten vervolgens worden gekoppeld tot processen, die op hun beurt de input vormen voor de simulaties in hoofdstuk 8.
6.1 Basisgegevens activiteiten MENU
Activiteiten ► Basisgegevens
Op het scherm verschijnen vijf tabbladen waarmee u een activiteit kunt specificeren: Tabblad Basisgegevens, met de velden:
Naam Beschrijving Materiaalkosten Goederenverplaatsing
Tabblad Tijden, met de velden:
Afhandeltijd (gem) σ (std-dev) afhandeltijd Verdeling afhandeltijd Hersteltijd fout (gem) σ (std-dev) hersteltijd fout Verdeling hersteltijd fout Bedrijfsgebonden activiteit Winst elders werken
Tabblad Goederenverplaatsing, met de velden: Bij start activiteit:
Goederen komen nieuw binnen Goederen overnemen van vorige taak Goederen uit magazijn halen Selectieveld magazijn Gemiddelde omvang σ (std-dev) omvang
Bij einde activiteit:
Goederen verlaten bedrijf Goederen meegeven aan volgende taak Goederen in magazijn plaatsen Selectieveld magazijn Gemiddelde omvang σ (std-dev) omvang Gebruik de startomvang
Tabblad Processen, met het overzicht ingezet bij processen
pagina 41 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
Tabblad Wachtrijen, met de overzichten:
Verlaagd bij start de wachtrijen… Verhoogd aan het einde de wachtrijen…
In de volgende paragrafen worden de invoervelden op de vijf tabbladen nader toegelicht.
6.1.1 Tabblad Basisgegevens Als u op het tabblad Basisgegevens drukt dan wordt daarin het onderstaande kader getoond: Naam
Alfanumeriek
Verplicht
Alfanumeriek
Optioneel
De naam van de activiteit. Beschrijving
Een vrij tekstveld waarmee u een toelichting aan de betreffende activiteit kunt geven. Materiaalkosten
Numeriek
Verplicht
De kosten die bij de uitvoering van de activiteit gemiddeld moeten worden gemaakt voor het gebruik van materiaal. Goederenverplaatsing
Keuzeveld
Verplicht
Dit veld geeft aan of aan de betreffende activiteit ook een goederenstroom verbonden is (geselecteerd) of dat de activiteit zonder materiaal kan worden uitgevoerd (niet geselecteerd).
pagina 42 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
6.1.2 Tabblad Tijden Als u op het tabblad Tijden drukt dan wordt daarin het onderstaande kader getoond:
Afhandeltijd
Numeriek
Verplicht
De gemiddelde afhandeltijd van de geselecteerde activiteit in de geselecteerde tijdeenheid. Zie voor de selectie van de tijdeenheid paragraaf 10.2.
σ (std-dev) afhandeltijd
Numeriek
Verplicht
De gemiddelde afwijking tussen de individuele waarden en de gemiddelde afhandeltijd van de geselecteerde activiteit. Zie tevens de uitleg bij de calculatorfunctie in paragraaf 10.1.1. Hersteltijd fout
Numeriek
Verplicht
De gemiddelde hersteltijd van een gemaakte fout bij de uitvoering van de geselecteerde activiteit in de geselecteerde tijdeenheid. Zie voor de selectie van de tijdeenheid paragraaf 10.2.
σ (std-dev) hersteltijd fout
Numeriek
Verplicht
De gemiddelde afwijking tussen de individuele waarden en de gemiddelde hersteltijd van een fout bij de uitvoering van de geselecteerde activiteit. Zie tevens de uitleg in paragraaf 10.1.1. Verdeling (afhandeltijd en hersteltijd fout)
Keuzeveld
Verplicht
Numeriek
Verplicht
Normale verdeling Scheve verdeling Bedrijfsgebonden activiteit
Dit veld geeft aan of de betreffende activiteit binnen het bedrijf moet worden uitgevoerd (geselecteerd) of dat hij ook elders kan worden afgehandeld (niet geselecteerd). Winst elders werken
Keuzeveld
Verplicht
In dit veld kunt u aangeven welke efficiencywinst er wordt behaald als de betreffende activiteit buiten het bedrijf wordt uitgevoerd. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de voordelen van flexwerken. Calculator functie Met behulp van de calculator kunnen het gemiddelde en de standaardafwijking van een reeks getallen worden berekend. Zie paragraaf 10.1.1 voor een nadere uitleg.
6.1.3 Tabblad Goederenverplaatsing Bij de basisgegevens van een activiteit kunt u aangeven dat er ook goederen moeten worden gebruikt/verplaatst. Het keuzeveld goederenverplaatsing is dan aangevinkt. Als u in dit geval op het tabblad Goederenverplaatsing drukt dan worden de onderstaande velden getoond:
pagina 43 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
Bij start activiteit: Goederen komen nieuw binnen
Keuzeveld
Verplicht
Met het selecteren van deze optie wordt aangegeven dat de goederen die voor het afhandelen van de activiteit nodig zijn niet uit een magazijn worden gehaald, maar dat deze apart worden aangeleverd. Goederen uit magazijn halen
Keuzeveld
Verplicht
Met het selecteren van deze optie wordt aangegeven dat de goederen die voor het afhandelen van de activiteit nodig zijn uit een magazijn worden gehaald. Goederen overnemen van vorige taak
Keuzeveld
Verplicht
Met het selecteren van deze optie wordt aangegeven dat de goederen die voor het afhandelen van de activiteit nodig zijn door de vorige activiteit zullen worden aangeleverd. Omvang gemiddeld
Numeriek
Verplicht
3
Het gemiddelde volume (in m ) van de benodigde goederen. Voor het berekenen van dit gemiddelde kunt u de calculator gebruiken (zie paragraaf 10.1.1). Omvang σ (std-dev)
Numeriek
Verplicht
3
De standaardafwijking in het volume (in m ) van de benodigde goederen. Voor het berekenen van deze standaardafwijking kunt u de calculator gebruiken (zie paragraaf 10.1.1).
Bij einde activiteit: Goederen verlaten bedrijf Keuzeveld Verplicht Met het selecteren van deze optie wordt aangegeven dat de goederen die na het afhandelen van de activiteit over zijn niet in een magazijn zullen worden geplaatst, maar dat deze het bedrijf verlaten. Goederen in magazijn plaatsen Keuzeveld Verplicht Met het selecteren van deze optie wordt aangegeven dat de goederen die na het afhandelen van de activiteit over zijn in een magazijn worden geplaatst. Goederen meegeven aan volgende activiteit
Keuzeveld
Verplicht
Met het selecteren van deze optie wordt aangegeven dat de goederen die na het afhandelen van de activiteit over zijn aan de volgende activiteit zullen worden doorgegeven. Omvang gemiddeld
Numeriek
Verplicht
3
Het gemiddelde volume (in m ) van de overgebleven goederen. Voor het berekenen van dit gemiddelde kunt u de calculator gebruiken (zie paragraaf 10.1.1). Omvang σ (std-dev)
Numeriek
Verplicht
3
De standaardafwijking in het volume (in m ) van de overgebleven goederen. Voor het berekenen van deze standaardafwijking kunt u de calculator gebruiken (zie paragraaf 10.1.1). Gebruik de startomvang
Keuzeveld
Verplicht
Met het selecteren van deze optie wordt aangegeven dat de activiteit geen goederen verbruikt maar alleen “verschuift”. De omvang die bij aanvang aanwezig was wordt in dat geval, na het afronden van de activiteit, ongewijzigd doorgegeven aan een magazijn of een volgende activiteit.
pagina 44 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
6.1.4 Tabblad Processen Als u op het tabblad Processen drukt dan wordt daarin het onderstaande kader getoond: Ingezet bij processen
Overzicht
In dit kader staan alle processen vermeld waarin de betreffende activiteit een rol speelt.
6.1.5 Tabblad Wachtrijen Als u op het tabblad Wachtrijen drukt dan wordt daarin twee kaders getoond: Verlaagd bij de start de wachtrijen…
Overzicht
In dit kader staan alle wachtrijen vermeld, waarvan de lengte met 1 wordt verlaagd zodra de afhandeling van de betreffende activiteit start. Verhoogd aan het einde de wachtrijen…
Overzicht
In dit kader staan alle wachtrijen vermeld, waarvan de lengte met 1 wordt verhoogd zodra de afhandeling van de betreffende activiteit is beëindigd.
6.1.6 Werkwijze toevoegen, wijzigen en verwijderen De werkwijze voor het toevoegen van een activiteit aan een project luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Druk op de knop Nieuw.
2
Vul alle relevante velden in.
3
Druk op de knop Opslaan.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
De werkwijze voor het wijzigen van de gegevens van een activiteit luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Activiteit de betreffende activiteit.
2
Klik met de muis in de te wijzigen velden en wijzig de gegevens. In de titelbalk wordt nu aangegeven dat er gegevens zijn gewijzigd. Ook zult u merken dat de knoppenbalken zijn veranderd. De knoppen Nieuw en Sluiten zijn niet te gebruiken totdat u gekozen heeft om de wijziging op te slaan of om deze te negeren.
3
Druk op de knop Opslaan of Annuleer.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
pagina 45 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
De werkwijze voor het verwijderen van een activiteit uit een project luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Activiteit de betreffende activiteit.
2
Druk op de knop Verwijder. Er wordt nu een scherm getoond waarin u wordt gevraagd of u de activiteit echt wilt verwijderen.
3
Druk op de knop Ja om de activiteit daadwerkelijk te verwijderen of klik op de knop Nee om de handeling te annuleren.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
pagina 46 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
6.2 Activiteiten toekennen aan functies/teams (resources) Om voor uitvoering in aanmerking te kunnen komen zal elke activiteit moeten worden gekoppeld aan een functie of een team (een combinatie van functies). De resources die deze functies vervullen (zie paragraaf 5.5.2) zullen de activiteit in de simulatie uitvoeren. MENU
Activiteiten ► Koppelen aan functies/teams
Op het scherm verschijnen naast het keuzeveld voor de activiteit, drie kaders, een informatieveld en drie invoervelden: Gekoppelde functies/teams
Selectie
Alle functies en teams die, met gekozen waarden voor de efficiencyfactor en de foutkans, zijn geselecteerd om de betreffende activiteit in de simulatie uit te voeren. Beschikbare functies
Selectie
Alle beschikbare functies die (nog) niet zijn geselecteerd om de betreffende activiteit uit te voeren. Beschikbare teams
Selectie
Alle beschikbare teams die (nog) niet zijn geselecteerd om de betreffende activiteit uit te voeren. Functie of team
Informatie
Als u door de items van het kader gekoppelde functies/teams navigeert dan geeft dit veld aan of het geselecteerde item een functie of een team is. Efficiencyfactor
Numeriek
Verplicht
Via dit veld kunt u aangeven hoe efficiënt de geselecteerde functie of het team de betreffende activiteit uitvoert. Een waarde lager dan 100 geeft aan dat er minder efficiënt wordt gewerkt dan de ingegeven gemiddelde afhandeltijd. Zo zal een waarde van 75 bij een gemiddelde afhandeltijd van 3 minuten leiden tot een afhandeltijd van gemiddeld 4 minuten voor de betreffende functie. Omgekeerd levert een score hoger dan 100 een korter dan gemiddelde afhandeltijd op. Sigma score
Numeriek
Optioneel
Als u werkt volgens de Six Sigma methodiek en u beschikt over de sigma score van de betreffende activiteit, dan kunt u die waarde hier invoeren. De daarbij behorende foutkans zal dan automatisch worden vermeld in het veld foutkans. Let op: omgekeerd leidt een handmatige aanpassing van het veld foutkans niet tot een aanpassing van de waarde in het veld Sigma score. Foutkans
Numeriek
Verplicht
Dit veld bevat de kans dat er bij het uitvoeren van de betreffende activiteit een fout wordt gemaakt. U kunt deze kans handmatig invoeren of gebruik maken van de Sigma score (zie het vorige item). In de simulatie wordt aan de hand van deze kans bepaald óf er tijd moet worden besteed aan het herstellen van een fout en zo ja hoeveel.
pagina 47 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
De werkwijze voor het koppelen van een functie aan een activiteit luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Activiteit de betreffende activiteit.
2
Selecteer in het kader Beschikbare functies de betreffende functie.
3
Druk op de bovenste rechter groene pijl of dubbelklik in het bovenste rechter kader op de geselecteerde functie. De betreffende functie verdwijnt nu uit het bovenste rechter kader en verschijnt in het linker kader.
4
Wijzig in het linker kader eventueel de efficiencyfactor en de foutkans van de functie. In de titelbalk wordt nu aangegeven dat er gegevens zijn gewijzigd.
5
Druk op de knop Opslaan.
6
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
De werkwijze voor het koppelen van een team aan een activiteit luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Activiteit de betreffende activiteit.
2
Selecteer in het kader Beschikbare teams het betreffende team.
3
Druk op de onderste rechter groene pijl of dubbelklik in het onderste rechter kader op het geselecteerde team. Het betreffende team verdwijnt nu uit het onderste rechter kader en verschijnt in het linker kader.
4
Wijzig in het linker kader eventueel de efficiencyfactor en de foutkans van het team. In de titelbalk wordt nu aangegeven dat er gegevens zijn gewijzigd.
5
Druk op de knop Opslaan.
6
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
pagina 48 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
De werkwijze voor het wijzigen van de efficiencyfactor en/of de foutkans van een toegekende functie of team luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Activiteit de betreffende activiteit.
2
Selecteer in het keuzeveld Gekoppelde functies/teams het te wijzigen item.
3
Wijzig de waarden van de efficiencyfactor en/of de foutkans. In de titelbalk wordt nu aangegeven dat er gegevens zijn gewijzigd.
4
Druk op de knop Opslaan.
5
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
De werkwijze voor het verwijderen van een functie of team bij een activiteit luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Activiteit de betreffende activiteit.
2
Selecteer in het keuzeveld Gekoppelde functies/teams het te verwijderen item.
3
Druk op de linker groene pijl of dubbelklik in het linker kader op het geselecteerde item. Afhankelijk van het feit of het verwijderde item een functie of een team betreft verschijnt het betreffende item in het bovenste- of onderste rechter kader.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
6.2.1 Kopiëren van koppelingen U kunt de ingevoerde koppeling(en) tussen een activiteit en functies/teams eenvoudig kopiëren naar andere activiteiten. Vooral als het model veel activiteiten en functies bevat bespaart u dat veel tijd. MENU
Activiteiten ► Koppelingen kopiëren
De werkwijze voor het kopiëren van gegevens luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Activiteit de betreffende activiteit.
2
Selecteer in het bovenste selectiekader de te kopiëren gegevens.
3
Selecteer in de onderste twee selectiekaders (suggestie en overig) alle activiteiten waarnaar u deze gegevens wilt kopiëren.
4
Druk op de knop Kopiëren. U krijgt een melding van het aantal gekopieerde koppelingen.
5
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
pagina 49 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
6.3 Effecten van competenties op activiteiten Elke medewerker beschikt over bepaalde competenties en een zekere mate van ervaring. Deze kenmerken bepalen mede hoe effectief en efficiënt de medewerkers bepaalde activiteiten uitvoeren. In deze paragraaf tonen wij hoe u de effecten van competenties aan activiteiten koppelt. Het toekennen van competenties aan medewerkers staat beschreven in paragraaf 5.3.2. U geeft in dit scherm overigens alleen de voordelen van een competentie aan. Niet of een competentie vereist is voor het uitvoeren van de activiteit. MENU
Activiteiten ► Effecten van competenties
Op het scherm verschijnen, naast het keuzeveld voor de activiteit, twee kaders: Gekoppelde competenties
Selectie
Alle beschikbare competenties die met gekozen waarden voor de verhoging van de efficiency en de verlaging van de foutkans niveau aan de geselecteerde activiteit zijn gekoppeld. Beschikbare competenties
Selectie
Alle beschikbare competenties die nog niet aan de geselecteerde activiteit zijn gekoppeld.
Het linker kader bevat twee invoervelden: Verhoging efficiency
Numeriek
Verplicht
De mate waarin de competentie bijdraagt aan het verhogen van de efficiency in de uitvoering van de betreffende activiteit. Er kunnen waarden worden ingevuld voor alle drie de niveaus. De waarde voor niveau 2 kan echter niet lager zijn dan de waarde voor niveau 1. Evenzo geldt dit voor de waarde van niveau 3 ten opzichte van de niveaus 1 en 2. Mogelijke waarden zijn -99 tot en met 99. Verlaging foutkans
Numeriek
Verplicht
De mate waarin de competentie bijdraagt aan het verlagen van de kans op fouten tijdens de uitvoering van de betreffende activiteit. Er kunnen waarden worden ingevuld voor alle drie de niveaus. De waarde voor niveau 2 kan echter niet lager zijn dan de waarde voor niveau 1. Evenzo geldt dit voor de waarde van niveau 3 ten opzichte van de niveaus 1 en 2. Mogelijke waarden zijn 99 tot en met 99.
pagina 50 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
De werkwijze voor het toekennen van een effect van een competentie op een activiteit luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Activiteit de betreffende activiteit.
2
Selecteer in het kader Beschikbare competenties de betreffende competentie.
3
Druk op de rechter groene pijl of dubbelklik op de geselecteerde competentie. De betreffende competentie verdwijnt nu uit het rechter kader en verschijnt in het linker kader.
4
Wijzig in het linker kader eventueel de waarden van de velden verhoging efficiency en/of verlaging foutkans. In de titelbalk wordt nu aangegeven dat er gegevens zijn gewijzigd.
5
Druk op de knop Opslaan.
De werkwijze voor het wijzigen van de effecten van een competentie op een activiteit luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Activiteit de betreffende activiteit.
2
Selecteer in het keuzeveld Gekoppelde competenties de betreffende competentie.
3
Wijzig in het linker kader de waarden van de velden verhoging efficiency en/of verlaging foutkans. In de titelbalk wordt nu aangegeven dat er gegevens zijn gewijzigd.
4
Druk op de knop Opslaan.
De werkwijze voor het verwijderen van de effecten van een competentie op een activiteit luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Activiteit de betreffende activiteit.
2
Selecteer in het keuzeveld Gekoppelde competenties de betreffende competentie.
3
Druk op de linker groene pijl of dubbelklik op de geselecteerde competentie. De betreffende competentie verdwijnt nu uit het linker kader en verschijnt in het rechter kader.
pagina 51 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
6.4 Wachtrijen Wachtrijen vormen een belangrijk bestanddeel van processen en simulaties. In processen worden individuele activiteiten met elkaar verbonden. Naast het aanleggen van een directe relatie tussen twee of meer activiteiten kunnen deze ook worden verbonden door het aanbrengen van een gezamenlijke relatie met een wachtrij. Beide methoden zullen worden besproken in hoofdstuk 7. In deze paragraaf concentreren wij ons op het aanmaken van wachtrijen en het leggen van relaties tussen wachtrijen en individuele activiteiten.
6.4.1 Werkwijze toevoegen, wijzigen en verwijderen MENU
Activiteiten ► Wachtrijen ► Basisgegevens
Op het scherm verschijnen, naast het keuzeveld voor de wachtrij, twee invoervelden: Naam
Alfanumeriek
Verplicht
Numeriek
Verplicht
De naam van de wachtrij. Startlengte
De lengte die voor een wachtrij zal worden gehanteerd bij de start van de simulatie. De standaard waarde is 0. Maximale lengte
Numeriek
Verplicht
De maximale lengte die een wachtrij kan hebben tijdens het uitvoeren van een simulatie. De standaard waarde is 999.999. Beschrijving
Alfanumeriek
Optioneel
Een vrij tekstveld waarmee u een toelichting op de betreffende wachtrij kunt geven.
De werkwijze voor het toevoegen van een nieuwe wachtrij luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Druk op de knop Nieuw.
2
Voer in het invoerveld Naam de naam van de wachtrij in.
3
Voer in het invoerveld Startlengte een waarde voor de lengte van de wachtrij bij de start van een simulatie in.
4
Voer in het invoerveld Maximale lengte een waarde voor de maximale lengte van de wachtrij tijdens een simulatie in.
5
Voer in het invoerveld Beschrijving eventueel een toelichtende tekst in.
6
Druk op de knop Opslaan.
7
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
pagina 52 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
De werkwijze voor het wijzigen van een wachtrij luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Wachtrij de te wijzigen wachtrij.
2
Wijzig de tekst in de velden Naam en/of Beschrijving of de waarden van de velden Startlengte en/of Maximale lengte. In de titelbalk wordt nu aangegeven dat er gegevens zijn gewijzigd.
3
Druk op de knop Opslaan.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
De werkwijze voor het verwijderen van een wachtrij luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Wachtrij de te verwijderen wachtrij.
2
Druk op de knop Verwijderen. Er verschijnt nu een meldscherm met de vraag of u de wachtrij echt wilt verwijderen.
3
Druk op de knop Ja.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
6.4.2 Wachtrijen koppelen aan activiteiten MENU
Activiteiten ► Wachtrijen ► Koppelen aan activiteiten
Op het scherm verschijnen, naast het keuzeveld voor de activiteit, vier kaders: Gekoppelde wachtrijen – start taak
Selectie
Alle wachtrijen waarvan de lengte door de geselecteerde activiteit met 1 wordt verlaagd zodra de uitvoering van de activiteit start. Beschikbare wachtrijen – start taak
Selectie
Alle wachtrijen die nog geen relatie hebben met de geselecteerde activiteit en waarvan de lengte met 1 zou kunnen worden verlaagd bij de start van de activiteit. Gekoppelde wachtrijen – einde Taak
Selectie
Alle wachtrijen waarvan de lengte door de geselecteerde activiteit met 1 wordt verhoogd zodra de uitvoering van de activiteit is voltooid. Beschikbare wachtrijen – einde Taak
Selectie
Alle wachtrijen die nog geen relatie hebben met de geselecteerde activiteit en waarvan de lengte met 1 zou kunnen worden verhoogd aan het einde van de activiteit.
pagina 53 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
De werkwijze voor het toekennen van een relatie tussen een wachtrij en een activiteit luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Activiteit de betreffende activiteit.
2
Selecteer de wachtrij, afhankelijk van het gegeven of de activiteit deze verlaagt of verhoogt, respectievelijk in het bovenste of onderste rechter kader.
3
Druk respectievelijk op de bovenste of onderste rechter groene pijl of dubbelklik in één van de twee rechter kaders op de te koppelen wachtrij. De gekozen wachtrij verdwijnt nu uit het betreffende rechter kader en verschijnt in het bijbehorende linker kader.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
De werkwijze voor het verwijderen van een relatie tussen een wachtrij en een activiteit luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Activiteit de betreffende activiteit.
2
Selecteer de wachtrij, afhankelijk van het gegeven of de activiteit deze verlaagt of verhoogt, respectievelijk in het bovenste of onderste linker kader.
3
Druk respectievelijk op de bovenste of onderste linker groene pijl of dubbelklik in één van de twee linker kaders op de te ontkoppelen wachtrij. De gekozen wachtrij verdwijnt nu uit het betreffende linker kader en verschijnt in het bijbehorende rechter kader.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
pagina 54 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
6.5 Kopiëren van basisgegevens Met deze kopieerfunctie kunt u de basisgegevens van één activiteit eenvoudig overzetten naar andere activiteiten. MENU
Activiteiten ► Basisgegevens
De werkwijze voor het kopiëren van gegevens luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Druk in het linker kader op de knop Kopiëren. Er verschijnt nu een selectiekader waarin u de te kopiëren gegevens kunt selecteren. Ook verschijnen twee selectiekaders (suggestie en overig) waarin u de activiteiten kunt selecteren waarnaar de gegevens moeten worden gekopieerd.
2
Druk nu op de knop Kopiëren om de kopieeractie daadwerkelijk uit te voeren of druk op de knop Sluiten om de handeling te annuleren. Als u ervoor heeft gekozen om de kopieeractie uit te voeren, dan verschijnt na het voltooien hiervan een melding met daarin het aantal activiteiten waarvan de gegevens zijn aangepast.
3
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
pagina 55 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
Hoofdstuk 7 Processen In dit hoofdstuk bespreken we het opstellen van processen. Hierin worden onderlinge relaties aangebracht tussen de in hoofdstuk 6 besproken activiteiten. U krijgt hiermee een beeld van de uitgebreide mogelijkheden om de karakteristieken van processen te modelleren.
7.1 Basisgegevens processen MENU
Processen ► Basisgegevens
Op het scherm verschijnen, naast het keuzeveld voor het proces, zes invoervelden waarmee u een proces kunt specificeren: Naam
Alfanumeriek
Verplicht
Keuzeveld
Verplicht
De naam van het proces. Type
Dit keuzeveld geeft aan of het betreffende proces wel of niet een standaardtype (ITIL Incident Management, ITIL Problem Management, ITIL Change Management of ITIL Service Request) is. In geval van een standaardtype worden automatisch de bijbehorende activiteiten aangemaakt of gewijzigd. Afhandeltijd klacht
Numeriek
Verplicht
In dit veld kunt u aangeven hoeveel tijd (in minuten) er gemoeid is met het afhandelen van een klacht. Deze tijd zal door alle bij het proces betrokkenen moet en worden besteed om de klacht af te handelen. PrioUitv
Numeriek
Verplicht
In de kolommen Kritiek, Hoog, Midden en Laag kunt u aangeven welke prioriteit er in de simulatie aan deze categorieën moet worden toegekend. Hierbij geldt: hoe lager de waarde, hoe hoger de prioriteit. Kans %
Numeriek
Verplicht
In de kolommen Kritiek, Hoog, Midden en Laag kunt u aangeven welke kans er bestaat dat het betreffende proces deze prioriteit krijgt toegekend. Verkoopprijs
Numeriek
Numeriek
De prijs waarvoor u het proces intern of aan de klant kunt doorbelasten. Beschrijving
Alfanumeriek
Optioneel
Een vrij tekstveld waarmee u een toelichting op het betreffende proces kunt geven
pagina 56 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
7.1.1 Werkwijze toevoegen, wijzigen en verwijderen De werkwijze voor het toevoegen van een nieuw proces aan een project luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Druk op de knop Nieuw.
2
Vul alle relevante velden in.
3
Druk op de knop Opslaan.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
Let op: Als u een nieuw proces toevoegt wordt automatisch een bijbehorend startschema gecreëerd (zie paragraaf 7.4.1) en aan het proces gekoppeld.
De werkwijze voor het wijzigen van de gegevens van een proces luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Proces het betreffende proces.
2
Klik met de muis in de te wijzigen velden en wijzig de gegevens. In de titelbalk wordt nu aangegeven dat er gegevens zijn gewijzigd. Ook zult u merken dat de knoppenbalken zijn veranderd. De knoppen Nieuw en Sluiten zijn niet te gebruiken totdat u gekozen heeft om de wijziging op te slaan of om deze te negeren.
3
Druk op de knop Opslaan of Annuleer.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
De werkwijze voor het verwijderen van een proces uit een project luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Proces het betreffende proces.
2
Druk op de knop Verwijder. Er wordt nu een scherm getoond waarin u wordt gevraagd of u het proces echt wilt verwijderen.
3
Druk op de knop Ja om het proces daadwerkelijk te verwijderen of klik op de knop Nee om de handeling te annuleren.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
Let op: Als geen andere processen gebruik maken van het bijbehorende startschema dan wordt ook dit startschema verwijderd.
pagina 57 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
7.2 Activiteiten toekennen aan processen Om processen te vullen met activiteiten biedt SILVI u twee mogelijkheden: handmatige invoer of geautomatiseerde invoer via Microsoft Visio. In de volgende paragrafen bespreken we beide instrumenten.
7.2.1 Handmatige invoer MENU
Processen ► Activiteiten toekennen ► Handmatig koppelen / wijzigen
Op het scherm verschijnen, naast het keuzeveld voor het proces, twee kaders: Gekoppelde activiteiten
Overzicht
Alle activiteiten die met gekozen waarden voor de kans op uitvoering en de startoptie aan het geselecteerde proces zijn gekoppeld. Beschikbare activiteiten
Overzicht
Alle beschikbare activiteiten die nog niet aan het geselecteerde proces zijn gekoppeld.
Het linker kader bevat één invoerveld en één keuzeveld: Kans op uitvoering
Numeriek
Verplicht
De kans dat de betreffende activiteit binnen het proces wordt uitgevoerd. Mogelijke waarden zijn 0 tot en met 100 procent. Uitvoering start vanwege
Keuzeveld
Verplicht
De aanleiding waardoor een activiteit start. Dit kan op twee manieren plaatsvinden: via een startschema (zie paragraaf 7.4.1) of via een gebeurtenis (zie paragraaf 6.4.2).
De werkwijze voor het toekennen van een activiteit aan een proces luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Proces het betreffende proces.
2
Selecteer in het kader Beschikbare activiteiten de betreffende activiteit.
3
Druk op de rechter groene pijl of dubbelklik op de geselecteerde activiteit. De betreffende activiteit verdwijnt nu uit het rechter kader en verschijnt in het linker kader.
4
Wijzig in het linker kader eventueel de waarde van de velden kans op uitvoering en/of kies een andere startwijze. In de titelbalk wordt nu aangegeven dat er gegevens zijn gewijzigd.
5
Druk op de knop Opslaan.
6
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten.
pagina 58 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
De werkwijze voor het wijzigen van de kans op uitvoering of de startwijze van een activiteit luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Proces het betreffende proces.
2
Selecteer in het keuzeveld Gekoppelde activiteiten de betreffende activiteit.
3
Wijzig in het linker kader de waarden van de velden kans op uitvoering en/of kies een andere startwijze (startschema of gebeurtenis). In de titelbalk wordt nu aangegeven dat er gegevens zijn gewijzigd.
4
Druk op de knop Opslaan.
5
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten.
De werkwijze voor het verwijderen van een activiteit uit een proces luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Proces het betreffende proces.
2
Selecteer in het keuzeveld Gekoppelde activiteiten de betreffende activiteit.
3
Druk op de linker groene pijl of dubbelklik op de geselecteerde activiteit. De betreffende activiteit verdwijnt nu uit het linker kader en verschijnt in het rechter kader.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
Let op: Om de volgorde waarin activiteiten worden gepresenteerd te wijzigen drukt u op de knoppen of U kunt de activiteiten hiermee respectievelijk omhoog en omlaag verplaatsen. De volgorde waarin de activiteiten in het proces worden uitgevoerd verandert hiermee echter niet. Hiervoor moet u de gebeurtenis(sen) aanpassen.
7.2.2 Geautomatiseerde invoer vanuit een BPMN bestand De Business Process Modeling Notation (BPMN) is een gestandaardiseerd XML-uitvoerformaat voor procesmodellering. Binnen SILVI kunt u processen ook via BPMN bestanden importeren. Alle in het bestand opgenomen activiteiten en hun onderlinge relaties worden daarmee automatisch in de verschillende tabellen opgenomen. MENU
Processen ► Activiteiten toekennen ► Importeren uit BPMN bestand
BPMN bestanden kunnen wel gegevens bevatten over functies (de zogenaamde lanes in een procesdiagram) maar bevatten geen gegevens over resources.
pagina 59 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
De functies worden door SILVI automatisch aangemaakt en aan de betreffende activiteiten gekoppeld. De data van de resources die de functies vervullen zult u na de import zelf moeten toevoegen (handmatig of via een import, zie hiervoor de paragrafen 5.1.4 en 5.7). Let op: Er worden door SILVI geen subprocessen aangemaakt. Als het te importeren proces subprocessen bevat dan worden de activiteiten daarvan direct aan het geselecteerde proces toegekend. De naam van het originele subproces wordt dan in de activiteitenlijst tussen haakjes achter de naam van de activiteit vermeld.
7.2.3 Geautomatiseerde invoer vanuit een XPDL bestand Naast BMPN is ook de XML Process Definition Language (XPDL) is een gestandaardiseerd formaat voor het uitwisselen van procesinformatie. Binnen SILVI kunt u processen ook via XPDL bestanden importeren. Alle in het bestand opgenomen activiteiten en hun onderlinge relaties worden daarmee automatisch in de verschillende tabellen opgenomen. MENU
Processen ► Activiteiten toekennen ► Importeren uit XPDL bestand
XPDL bestanden bevatten geen gegevens over resources. Deze data zult u na de import nog zelf moeten toevoegen (handmatig of via een import, zie hiervoor de paragrafen 5.1.4 en 5.7). Let op: Er worden door SILVI geen subprocessen aangemaakt. Als het te importeren proces subprocessen bevat dan worden de activiteiten daarvan direct aan het geselecteerde proces toegekend. De naam van het originele subproces wordt dan in de activiteitenlijst tussen haakjes achter de naam van de activiteit vermeld
7.2.4 Geautomatiseerde invoer vanuit Microsoft Visio Naast de in paragraaf 7.2.1 besproken handmatige koppeling van activiteiten aan processen biedt SILVI u ook de mogelijkheid om processchema‟s uit Microsoft Visio te importeren. MENU
Processen ► Activiteiten toekennen ► Importeren uit Microsoft Visio
Alle in een Visio schema opgenomen activiteiten en hun onderlinge relaties worden dan automatisch in de verschillende tabellen opgenomen. Deze functie is beschikbaar voor schema‟s die gemaakt zijn met Visio 2003 of een latere versie. Het importeren van schema‟s die gemaakt zijn met een Visio-versie voor 2003 kan in specifieke gevallen niet volledig correct verlopen. Neem contact met ons op als dit bij u het geval is. Wij zoeken samen met u graag naar een passende oplossing.
pagina 60 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
Op het scherm verschijnen, naast het keuzeveld voor het proces, twee items: Bestand
Selectie
De naam van het Visio-schema dat voor de invoer gebruikt is/wordt. Weergaveveld Visio schema
Selectie
Hierin wordt het geselecteerde schema getoond.
7.2.4.1 Eisen aan een Visio schema
Om een Visio-schema correct te kunnen importeren mogen er geen lussen (loops) in het schema voorkomen.
Alle beslissingen, activiteiten en start/eindsymbolen in een schema moeten voorzien zijn van een naam, die opgenomen is in het tekstveld. Dubbelklik op het betreffende symbool om dit tekstveld op te roepen.
Alle verbindingen tussen activiteiten moet voorzien zijn van een kans dat de betreffende verbinding gebruikt wordt binnen het proces. Deze kans moet opgenomen zijn in het tekstveld van de verbinding. Dubbelklik op de verbinding om het tekstveld op te roepen.
Tekeningen, kaders en tekstblokken in een schema worden door de Clientele SILVI-importmodule genegeerd.
7.2.4.2 Start en einde van een proces
De start en het einde van een proces worden door de importmodule niet gekarakteriseerd als een activiteit. Een te importeren Visio-schema hoeft dan ook niet verplicht een start- en/of eindsymbool te bevatten. Als er geen startsymbool aanwezig is bepaalt SILVI aan de hand van het schema zelf de activiteit(en) waarmee het proces start. Aan deze activiteit(en) wordt het standaard startschema gekoppeld (zie paragraaf 7.4.1).
7.2.4.3 Detectie activiteiten
Als de importmodule in een Visio-schema één van de bovenstaande symbolen aantreft dan kenmerkt zij deze als een activiteit.
pagina 61 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
Als het schema subprocessen of verwijzingen (de onderstaande symbolen) bevat, dan wordt hiervan melding gemaakt.
Als u besluit om een schema met subprocessen of verwijzingen te importeren dan zal elk subproces en elke verwijzing als één activiteit worden opgeslagen.
7.2.4.4 Detectie beslissingen
Alle beslissingen worden door SILVI, voor opname in de database, omgezet naar overgangen tussen activiteiten. Gegevens over beslissingen zelf worden niet opgeslagen binnen SILVI. Het is binnen SILVI daarom niet verplicht om bij vorkstructuren beslissingssymbolen te gebruiken. Eventuele beslissingssymbolen blijven na omzetting wel in het Visio-schema staan.
pagina 62 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware Dit schema
Handleiding versie 3.5
Wordt
De werkwijze voor het importeren van een Visio-schema in een proces luidt als volgt:
pagina 63 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware WERKWIJZE
Handleiding versie 3.5
1
Selecteer in het keuzeveld Proces het betreffende proces.
2
Druk op de knop Openen. Er verschijnt nu een selectiescherm waarin u het te importeren bestand kunt aangeven. In dit scherm kunt u alleen Visio structuur diagrammen selecteren. Het bestand wordt om veiligheidsredenen gekopieerd naar de SILVI werkdirectory. U krijgt daarvan een melding op het scherm.
3
Navigeer naar het te importeren bestand en dubbelklik met de muis op dit bestand. U bereikt hetzelfde door het bestand te selecteren en op de knop Openen te drukken. Het geselecteerde schema verschijnt nu in het weergaveveld. Als er namen of kansen ontbreken dan zijn de betreffende elementen rood gekleurd (zie paragraaf 7.2.2.1).
4
Pas indien nodig de gegevens van de elementen aan en druk daarna op de knop Opslaan om de wijzingen te bewaren. Als het schema aan alle eisen voldoet wordt de knop Importeren bruikbaar.
5
Druk op de knop Importeren om de activiteiten aan het proces te koppelen.
6
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
7.2.5 Activiteiten koppelen aan gebeurtenissen MENU
Processen ► Activiteiten toekennen ► Handmatig koppelen / wijzigen
Als u in het kader Gekoppelde activiteiten een activiteit selecteert en vervolgens op het label selecteer drukt verschijnen, naast de gekozen activiteit, drie kaders: Start bij elk van de gebeurtenissen
Selectie
Alle gebeurtenissen die aan de geselecteerde activiteit zijn gekoppeld en waarbij de activiteit zal starten zodra één van deze gebeurtenissen optreedt. Start bij alle gebeurtenissen tegelijk
Selectie
Alle gebeurtenissen die aan de geselecteerde activiteit zijn gekoppeld en waarbij de activiteit zal starten zodra alle opgenomen gebeurtenissen tegelijk optreden. Beschikbare gebeurtenissen
Selectie
Alle beschikbare gebeurtenissen die (nog) niet aan de geselecteerde activiteit zijn gekoppeld.
De werkwijze voor het koppelen van een gebeurtenis aan een activiteit luidt als volgt:
pagina 64 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware WERKWIJZE
1
2
Handleiding versie 3.5
Selecteer in het kader Beschikbare gebeurtenissen de betreffende gebeurtenis. Druk op de bovenste rechter groene pijl als u de gebeurtenis in het kader Start bij elk van de gebeurtenissen wilt opnemen. Druk op de onderste rechter groene pijl als u de gebeurtenis in het kader Start bij alle gebeurtenissen tegelijk wilt opnemen. De betreffende activiteit verdwijnt nu uit het rechter kader en verschijnt respectievelijk in het bovenste- of onderste linker kader.
3
Om terug te keren naar het vorige scherm drukt u op de knop Terug. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
De werkwijze voor het verwijderen van een activiteit uit een proces luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het bovenste of onderste linker kader de betreffende activiteit.
2
Druk op de bovenste of onderste linker groene pijl of dubbelklik op de geselecteerde activiteit. De betreffende activiteit verdwijnt nu uit het bovenste- of onderste linker kader en verschijnt in het rechter kader.
3
Om terug te keren naar het vorige scherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
pagina 65 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
7.3 Service windows Elk proces binnen een project moet voorzien zijn van een zogenaamd service window. Dit service window geeft aan wanneer de organisatie beschikbaar is voor het uitvoeren van activiteiten. Een project kent één standaard service window: Openingstijden bedrijf. Daarnaast kunt u een ongelimiteerd aantal eigen service windows aanmaken. In deze paragraaf wordt toegelicht hoe u dat doet en hoe u bestaande profielen van service windows aanpast. Service windows zijn van belang voor het bepalen van bepaalde prestatie indicatoren, zoals de hoeveelheid overwerk en de wachttijd. Zo wordt alle wachttijd gedurende de tijd dat het bedrijf gesloten is bijvoorbeeld niet meegerekend in de prestatie indicator wachttijd proces.
7.3.1 Service windows toevoegen en verwijderen MENU
Processen ► Service Windows ► Basisgegevens
Op het scherm verschijnen, naast het keuzeveld Profiel, twee invoervelden: Naam
Alfanumeriek
Verplicht
Alfanumeriek
Optioneel
De naam van het beschikbaarheidprofiel. Beschrijving
Een vrij tekstveld waarmee u een toelichting aan het betreffende profiel kunt koppelen.
De werkwijze voor het toevoegen van een nieuw service window luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Druk op de knop Nieuw.
2
Voer in het invoerveld Naam de naam van het profiel in.
3
Voer in het invoerveld Beschrijving eventueel een toelichtende tekst in.
4
Druk op de knop Opslaan.
5
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
pagina 66 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
De werkwijze voor het verwijderen van een service window luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Profiel het te verwijderen profiel.
2
Druk op de knop Verwijderen. Er verschijnt nu een meldscherm met de vraag of u het service window echt wilt verwijderen.
3
Druk op de knop Ja.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
Let op: Het standaard service window openingstijden bedrijf kunt u niet verwijderen. U kunt hiervan alleen het profiel aanpassen (zie paragraaf 7.3.3).
7.3.2 Inhoud van profielen wijzigen MENU
Processen ► Service Windows ► Profielen wijzigen
Op het scherm verschijnt een groot aantal invoervelden, waarmee u per week, dag en uur de beschikbaarheid van een resource (medewerker, machine of magazijn) kunt aangeven: Weeknummer
Numeriek
Verplicht
Dit veld wordt gebruikt voor het selecteren van de week waarvan u de beschikbaarheid van de organisatie wilt aangeven. U kunt de beschikbaarheid gedurende het jaar (52 weken) laten variëren. Dagnummer
Numeriek
Verplicht
Dit veld wordt gebruikt voor het selecteren van de dag van de week waarvan u de beschikbaarheid van de organisatie wilt aangeven. U kunt de beschikbaarheid gedurende de week (7 dagen) laten variëren. Dagnummer 1 is maandag. Van week
Numeriek
Optioneel
Dit veld wordt gebruikt voor het kopiëren van data tussen weken. Geef in dit veld de eerste week aan waarin u de data van de geselecteerde week (aangegeven door het veld weeknummer) wilt kopiëren. Tot week
Numeriek
Optioneel
Dit veld wordt gebruikt voor het kopiëren van data tussen weken. Geef in dit veld de laatste week aan waarin u de data van de geselecteerde week (aangegeven door het veld weeknummer) wilt kopiëren. Van dag
Numeriek
Optioneel
Dit veld wordt gebruikt voor het kopiëren van data tussen dagen. Geef in dit veld de eerste dag aan waarin u de data van de geselecteerde dag (aangegeven door het veld dagnummer) wilt kopiëren. Dagnummer 1 is maandag.
pagina 67 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware Tot dag
Handleiding versie 3.5
Numeriek
Optioneel
Dit veld wordt gebruikt voor het kopiëren van data tussen dagen. Geef in dit veld de laatste dag aan waarin u de data van de geselecteerde dag (aangegeven door het veld dagnummer) wilt kopiëren. Dagnummer 1 is maandag. Uur Het uur waarvan de beschikbaarheid (in minuten) wordt vermeld in het veld minuten. Minuten
Numeriek
Verplicht
Het aantal minuten dat de organisatie in het betreffende uur beschikbaar is voor het uitvoeren van activiteiten. Mogelijke waarden zijn 0 tot en met 60.
De werkwijze voor het aanpassen van de inhoud van een service window luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Profiel het betreffende profiel.
2
Selecteer in het keuzeveld Weeknummer de betreffende week.
3
Selecteer in het keuzeveld Dagnummer de betreffende dag.
4
Pas de waarden in de velden bedrijf en/of elders aan.
Daarnaast kunt u de gegevens van een bepaalde dag ook eenvoudig kopiëren naar een andere periode in het jaar. Dat kan één andere dag zijn maar ook een reeks van dagen. We tonen dit aan de hand van een voorbeeld: het kopiëren van dag 3 in week 1 naar dag 3 in de weken 2 tot en met 52. De werkwijze hiervoor luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Profiel het betreffende profiel.
2
Selecteer in het keuzeveld Weeknummer de waarde 1.
3
Selecteer in het keuzeveld Dagnummer de waarde 3.
4
Selecteer in het keuzeveld Van week de waarde 2.
5
Selecteer in het keuzeveld Tot week de waarde 52.
6
Selecteer in het keuzeveld Van dag de waarde 3.
7
Selecteer in het keuzeveld Tot dag de waarde 3.
8
Druk op de knop Data kopiëren.
Let op: De aangebrachte wijzigingen worden automatisch opgeslagen als u van week, dag of profiel verandert.
pagina 68 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
7.3.3 Standaard profiel aanpassen MENU
Processen ► Service Windows ► Profielen wijzigen
Als u een nieuw proces toevoegt (zie paragraaf 7.1.1) dan wordt daaraan automatisch het standaard service window (Openingstijden bedrijf) gekoppeld. U kunt het standaard service window aanpassen door op dit scherm in het veld Profiel te kiezen voor Openingstijden bedrijf en vervolgens de bijbehorende gegevens aan te passen. Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten.
pagina 69 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
7.4 Startopties Een activiteit volgens een bepaalde planning starten of als gevolg van een optredende gebeurtenis. SILVI biedt uitgebreide faciliteiten om dit te modelleren. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van twee belangrijke elementen startschema’s en gebeurtenissen. In de volgende paragrafen laten we zien hoe u beide elementen opstelt en beheert.
7.4.1 Startschema’s Aan de hand van dit schema komen de activiteiten die aan een dergelijk schema gekoppeld zijn beschikbaar voor uitvoering. De beschikbaarheid van de juiste resources bepaalt echter wanneer de uitvoering precies start.
7.4.1.1 Werkwijze toevoegen, wijzigen en verwijderen MENU
Startopties ► Startschema’s ► Basisgegevens
Op het scherm verschijnen, naast het keuzeveld voor het startschema, drie invoervelden: Naam
Alfanumeriek
Verplicht
Keuzeveld
Verplicht
De naam van het startschema. Importgegevens gebruiken
Als u de inhoud van een startschema heeft geïmporteerd uit een extern bestand, dan krijgt u via dit veld de keuzemogelijkheid om in de simulatie de geïmporteerde data of de eventueel handmatig ingevoerde data te gebruiken. Dit veld is niet te gebruiken als er geen import heeft plaatsgevonden. Beschrijving
Alfanumeriek
Optioneel
Een vrij tekstveld waarmee u een toelichting aan het betreffende startschema kunt koppelen.
De werkwijze voor het toevoegen van een startschema aan een project luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Druk op de knop Nieuw.
2
Vul alle relevante velden in.
3
Druk op de knop Opslaan.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
pagina 70 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
De werkwijze voor het wijzigen van de gegevens van een startschema luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Startschema het betreffende startschema.
2
Klik met de muis in de te wijzigen velden en wijzig de gegevens. In de titelbalk wordt nu aangegeven dat er gegevens zijn gewijzigd. Ook zult u merken dat de knoppenbalken zijn veranderd. De knoppen Nieuw en Sluiten zijn niet te gebruiken totdat u gekozen heeft om de wijziging op te slaan of om deze te negeren.
3
Druk op de knop Opslaan of Annuleer.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
De werkwijze voor het verwijderen van een startschema uit een project luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Startschema het betreffende startschema.
2
Druk op de knop Verwijder. Er wordt nu een scherm getoond waarin u wordt gevraagd of u het startschema echt wilt verwijderen.
3
Druk op de knop Ja om het schema daadwerkelijk te verwijderen of klik op de knop Nee om de handeling te annuleren.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
7.4.1.2 Profielen handmatig wijzigen MENU
Startopties ► Startschema’s ► Tijdverdeling wijzigen
Op het scherm verschijnt een groot aantal invoervelden, waarmee u per week, dag en uur het „aankomstpatroon‟ van een activiteit kunt aangeven: Weeknummer
Numeriek
Verplicht
Dit veld wordt gebruikt voor het selecteren van de week waarvan u het aankomstpatroon van de betreffende activiteit wilt aangeven. U kunt het aankomstpatroon gedurende het jaar (52 weken) laten variëren. Dagnummer
Numeriek
Verplicht
Dit veld wordt gebruikt voor het selecteren van de dag van de week waarvan u het aankomstpatroon van de betreffende activiteit wilt aangeven. U kunt het aankomstpatroon gedurende de week (7 dagen) laten variëren. Dagnummer 1 is maandag. Van week
Numeriek
Optioneel
Dit veld wordt gebruikt voor het kopiëren van data tussen weken. Geef in dit veld de eerste week aan waarin u de data van de geselecteerde week (aangegeven door het veld weeknummer) wilt kopiëren.
pagina 71 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware Tot week
Handleiding versie 3.5
Numeriek
Optioneel
Dit veld wordt gebruikt voor het kopiëren van data tussen weken. Geef in dit veld de laatste week aan waarin u de data van de geselecteerde week (aangegeven door het veld weeknummer) wilt kopiëren. Van dag
Numeriek
Optioneel
Dit veld wordt gebruikt voor het kopiëren van data tussen dagen. Geef in dit veld de eerste dag aan waarin u de data van de geselecteerde dag (aangegeven door het veld dagnummer) wilt kopiëren. Dagnummer 1 is maandag. Tot dag
Numeriek
Optioneel
Dit veld wordt gebruikt voor het kopiëren van data tussen dagen. Geef in dit veld de laatste dag aan waarin u de data van de geselecteerde dag (aangegeven door het veld dagnummer) wilt kopiëren. Dagnummer 1 is maandag. Uur Het uur waarvan het aankomstpatroon (in stuks) wordt vermeld in de velden gemiddeld en σ. Gemiddeld
Numeriek
Verplicht
Het gemiddeld aantal keer dat de geselecteerde activiteit in het betreffende uur klaar is voor uitvoering. Mogelijke waarden zijn 0 tot en met 999,99.
σ
Numeriek
Verplicht
De standaardafwijking van het aantal keer dat de geselecteerde activiteit in het betreffende uur klaar is voor uitvoering. Mogelijke waarden zijn 0 tot en met 99,99.
De werkwijze voor het wijzigen van het profiel van een startschema luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Startschema het betreffende startschema.
2
Selecteer in het keuzeveld Weeknummer de betreffende week.
3
Selecteer in het keuzeveld Dagnummer de betreffende dag.
4
Pas de waarden in de velden gemiddeld en/of σ aan.
Daarnaast kunt u de gegevens van een bepaalde dag ook eenvoudig kopiëren naar een andere periode in het jaar. Dat kan één andere dag zijn maar ook een reeks van dagen. We tonen dit aan de hand van een voorbeeld: het kopiëren van dag 3 in week 1 naar dag 3 in de weken 2 tot en met 52.
pagina 72 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
De werkwijze hiervoor luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Startschema het betreffende startschema.
2
Selecteer in het keuzeveld Weeknummer de waarde 1.
3
Selecteer in het keuzeveld Dagnummer de waarde 3.
4
Selecteer in het keuzeveld Van week de waarde 2.
5
Selecteer in het keuzeveld Tot week de waarde 52.
6
Selecteer in het keuzeveld Van dag de waarde 3.
7
Selecteer in het keuzeveld Tot dag de waarde 3.
8
Druk op de knop Data kopiëren.
Let op: De aangebrachte wijzigingen worden automatisch opgeslagen als u van week, dag of startschema verandert.
Calculator functie Met behulp van de calculator kunnen het gemiddelde en de standaardafwijking van een reeks getallen worden berekend. Zie paragraaf 10.1.1 voor meer uitleg.
7.4.1.3 Standaard profielen wijzigen Als u een nieuwe activiteit toevoegt (zie paragraaf 6.1.6) wordt hieraan automatisch het standaard startschema gekoppeld. U kunt de standaardwaarden van dit profiel aanpassen door op dit scherm in het veld Startschema te kiezen voor Standaard schema en vervolgens de bijbehorende gegevens aan te passen. Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten.
7.4.1.4 Profielen importeren Met de importfunctie voor startschema‟s kunt u (grote aantallen) aankomsttijdstippen uit een externe bron aan een startschema koppelen. MENU
Startopties ► Startschema’s ► Tijdverdeling importeren
Hiermee heeft u de mogelijkheid om een praktijksituatie in een simulatie exact na te bootsen. In paragraaf 6.4.1 hebben we besproken dat u er bij de basisgegevens van een startschema voor kunt kiezen om het keuzeveld importdata gebruiken aan te vinken. In dat geval wordt een eventueel handmatig ingevoerd profiel door de simulatie genegeerd en zullen de geïmporteerde tijdstippen worden gehanteerd.
pagina 73 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
Voor een correct verwerking van de te importeren gegevens is het volgende van belang:
Alleen tekstbestanden (.txt en .csv) kunnen worden ingelezen. Elke regel in het tekstbestand moet als volgt zijn opgebouwd:
<scheidingsteken><startschema-ID>
De tijd heeft het formaat: uu:mm:ss Het veld startschema-ID is een numeriek veld met een waarde van minimaal 0.
Voorbeeld: 3 april 2009 om 8:50:34 moet worden vermeld als 2009-04-03 08:50:34 Als het bovenstaande tijdstip aan het startschema met ID=3 gekoppeld moet worden, dan wordt dit in het importbestand als volgt vermeld: 2009-04-03 08:50:34;3 De puntkomma kan daarbij vervangen worden door elk willekeurig ander scheidingsteken, zolang deze maar 1 positie lang is.
De werkwijze voor het importeren van een extern gegevensbestand luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Prepareer het te importeren tekstbestand
2
Druk op de knop Importeren. Er verschijnt nu een selectiescherm waarin u het te importeren bestand kunt aangeven. In dit scherm kunt u alleen tekstbestanden selecteren.
3
Navigeer naar het te importeren bestand en dubbelklik met de muis op dit bestand. U bereikt hetzelfde door het bestand te selecteren en op de knop Openen te drukken. Er verschijnt nu een waarschuwing dat alle eventueel eerder geïmporteerde gegevens van dit startschema door deze import zullen worden overschreven.
4
Druk nu op de knop Ja om de import daadwerkelijk uit te voeren of druk op de knop Nee om de handeling te annuleren. Als u ervoor heeft gekozen om de import uit te voeren verschijnt na het voltooien hiervan een melding met daarin het aantal tijdstippen dat succesvol is geïmporteerd.
5
U keert nu automatisch terug naar het hoofdscherm. Eventuele wijzigingen worden daarbij automatisch opgeslagen.
7.4.2 Gebeurtenissen Niet geplande activiteiten komen beschikbaar voor uitvoering zodra een bepaalde gebeurtenis optreedt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het voltooien van een voorgaande activiteit, het langer worden van een bepaalde wachtrij of het leeg raken van een magazijn.
pagina 74 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
7.4.2.1 Werkwijze toevoegen, wijzigen en verwijderen MENU
Startopties ► Gebeurtenissen
Op het scherm verschijnen, naast de invoervelden naam en beschrijving, twee tabbladen: Tabblad Activering, met de velden: Start of einde activiteit
Keuzeveld
Verplicht
Als u de gebeurtenis wilt laten optreden zodra een bepaalde activiteit start of eindigt, dan kunt u in dit veld de activiteit selecteren. Keuzeveld: n minuten voor het einde of n minuten na de start
Keuzeveld
Verplicht
Selecteer één van de twee keuzevelden om aan te geven of de gebeurtenis bij de start of aan het einde van de activiteit moet optreden. In het bijbehorende numerieke veld kunt u eventueel nog het aantal minuten vóór of na de start of het einde opgeven. Mogelijke waarden zijn -999 tot en met 999. Lengte wachtrij
Keuzeveld
Verplicht
Als u de gebeurtenis wilt laten optreden zodra de lengte van een bepaalde wachtrij verandert, dan kunt u in dit veld de wachtrij selecteren. Wachtrij wordt korter, wachtrij wordt langer, elke verandering, bij het bereiken van n wachtenden
Keuzeveld
Verplicht
Selecteer één van de vier keuzevelden om aan te geven bij welke verandering van de lengte van de wachtrij de gebeurtenis moet optreden. Bezettingsgraad magazijn
Keuzeveld
Verplicht
Als u de gebeurtenis wilt laten optreden zodra de bezettingsgraad van een bepaald magazijn verandert, dan kunt u in dit veld dit magazijn selecteren. Bezettingsgraad wordt hoger, bezettingsgraad wordt lager, elke verandering, bij het bereiken van n procent
Keuzeveld
Verplicht
Selecteer één van de vier keuzevelden om aan te geven bij welke verandering van de bezettingsgraad van een magazijn de gebeurtenis moet optreden.
pagina 75 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware Willekeurig tijdstip met n procent kans per tijdeenheid
Handleiding versie 3.5
Keuzeveld
Verplicht
Selecteer deze optie als u de gebeurtenis volkomen willekeurig wilt laten optreden. Hiermee kunt u, tot op zekere hoogte, ook het aantal optredende gebeurtenissen beïnvloeden. Zo zal een kans van 100 procent bij een elk van de mogelijke tijdeenheden de onderstaande aantallen opleveren: Minuut Uur Dag Week
60 gebeurtenissen per uur op willekeurige tijdstippen binnen dit uur 1 gebeurtenis per uur op een willekeurig tijdstip 1 gebeurtenis per dag op een willekeurig uur en tijdstip 1 gebeurtenis per week op een willekeurige dag, uur en tijdstip
Binnen openingstijden bedrijf
Keuzeveld
Verplicht
Selecteer deze optie om aan te geven dat de willekeurige gebeurtenissen alleen tijdens de openingstijden van het bedrijf optreden in plaats van 24 uur per dag, 7 dagen per week.
Tabblad Activiteiten, met de velden: Naam
Alfanumeriek
Verplicht
Alfanumeriek
Optioneel
De naam van de gebeurtenis. Beschrijving
Een vrij tekstveld waarmee u een toelichting aan de betreffende gebeurtenis kunt koppelen.
De werkwijze voor het toevoegen van een nieuwe gebeurtenis luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Druk op de knop Nieuw.
2
Voer in het invoerveld Naam de naam van de gebeurtenis in.
3
Voer in het invoerveld Beschrijving eventueel een toelichtende tekst in.
4
Maak uw keuze uit de verschillende beschikbare opties en voer eventueel de bijbehorende numerieke waarde in.
5
Druk op de knop Opslaan.
6
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
Let op: SILVI maakt in de volgende situaties al automatisch gebeurtenissen voor u aan:
Bij het toevoegen van een activiteit. De gebeurtenissen start uitvoering en einde uitvoering worden automatisch toegevoegd.
Bij het toevoegen van een magazijn. De gebeurtenissen bezettingsgraad wordt lager en bezettingsgraad wordt hoger worden automatisch toegevoegd.
Bij het toevoegen van een wachtrij. De gebeurtenissen wachtrij wordt langer en wachtrij wordt korter worden automatisch toegevoegd.
pagina 76 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
Bij het verwijderen van de bovengenoemde componenten worden de bijbehorende gebeurtenissen ook weer automatisch verwijderd. Dit kan tot gevolg hebben dat hieraan gekoppelde activiteiten niet meer gestart worden. Check daarom voor het uitvoeren van een simulatie altijd of alle activiteiten voorzien zijn van een valide startschema of een gebeurtenis (zie paragraaf 7.4).
De werkwijze voor het wijzigen van een gebeurtenis luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Gebeurtenis de te wijzigen gebeurtenis.
2
Wijzig de tekst in de velden Naam en/of Beschrijving of maak een andere keuze uit de verschillende beschikbare opties. In de titelbalk wordt nu aangegeven dat er gegevens zijn gewijzigd.
3
Druk op de knop Opslaan.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
De werkwijze voor het verwijderen van een gebeurtenis luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Gebeurtenis de te verwijderen gebeurtenis.
2
Druk op de knop Verwijderen. Er verschijnt nu een meldscherm met de vraag of u de gebeurtenis echt wilt verwijderen.
3
Druk op de knop Ja.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
pagina 77 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
7.5 Klanttevredenheid SILVI is in staat om aan de hand van specifieke criteria de klanttevredenheid te berekenen c.q. te voorspellen. Aan de hand van de klanttevredenheid kan binnen de simulatie de vraag naar diensten worden aangepast of kunnen er klachten worden ingediend. In deze paragraaf bespreken we de werkwijze om deze onderdelen te modelleren.
7.5.1 Normen MENU
Processen ► Klanttevredenheid ► Normen
Op het scherm verschijnen, naast het keuzeveld voor het proces, twee tabbladen waarmee u de kwaliteitsnormen van een proces kunt specificeren: Tabblad Doorlooptijd proces, met de velden:
Streefwaarde Bonuspunten Strafpunten
Tabblad Overige criteria, met de velden:
Wachttijd voor start Gemaakte fouten Voortijdig vertrek na Vertrokken klanten
7.5.1.1 Tabblad Doorlooptijd proces Als u op het tabblad Doorlooptijd proces drukt dan worden daarin de onderstaande velden getoond: Streefwaarde
Numeriek
Verplicht
Dit veld wordt gebruikt om de kwaliteitsnorm van de doorlooptijd van het proces aan te geven. Indien bekend kunt u in dit veld ook de (al dan niet contractueel vastgelegde) verwachting van de klant invullen. Aan de hand van deze norm worden de geleverde prestaties beoordeeld. Bonuspunten
Numeriek
Verplicht
Uw organisatie krijgt bonuspunten als beter dan de opgegeven streefwaarde wordt gepresteerd. De mate waarin dat gebeurt kunt u in dit veld aangeven. Strafpunten
Numeriek
Verplicht
Uw organisatie krijgt strafpunten als minder dan de opgegeven streefwaarde wordt gepresteerd. De mate waarin dat gebeurt kunt u in dit veld aangeven.
pagina 78 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
7.5.1.2 Tabblad Overige criteria Als u op het tabblad Overige criteria drukt dan worden daarin de onderstaande velden getoond: Wachttijd voor start
Numeriek
Verplicht
In dit veld kunt u aangeven hoeveel strafpunten moeten worden toegekend als een klant eerst een tijd moet wachten voordat begonnen wordt met de afhandeling van het proces. Gemaakte fouten
Numeriek
Verplicht
In dit veld kunt u aangeven hoeveel strafpunten moeten worden toegekend als bij de uitvoering van een activiteit van het betreffende proces een fout wordt gemaakt. Voortijdig vertrek na
Numeriek
Verplicht
Als een klant moet wachten dan doet hij dat in de meeste gevallen maar een beperkte tijd. In dit veld kunt u aangeven hoe lang deze wachttijd maximaal is. Vertrokken klanten
Numeriek
Verplicht
In dit veld kunt u aangeven hoeveel strafpunten moeten worden toegekend als een klant vertrekt voordat aan de afhandeling van het proces is begonnen. Als u op de knop Sluiten drukt worden de gegevens opgeslagen en keert u terug naar het hoofdscherm.
7.5.2 Relatie klanttevredenheid met klachten Als klanten ontevreden zijn over de uitvoering van opdrachten dan stijgt de kans dat zij een klacht indienen. Klachten kosten tijd en geld. Deze kosten kunnen meestal niet worden doorbelast zodat ze rechtstreeks ten laste komen van het bedrijfsresultaat. In deze paragraaf laten we zien hoe u een relatie kunt leggen tussen de klanttevredenheid en het aantal klachten. MENU
Processen ► Klanttevredenheid ► Relatie met klachten
De tevredenheid van een klant kan variëren tussen 0 en 10. In dit scherm kunt u verschillende intervallen aangeven waarbinnen de kans op klachten een bepaalde waarde heeft.
pagina 79 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
Op het scherm verschijnen, naast het keuzeveld voor het proces, de onderstaande velden: Ondergrens
Numeriek
Verplicht
De laagste waarde van de bezettingsgraad waarbij het ingevoerde effect op de motivatie (zoals aangegeven in het invoerveld afwijking) nog optreedt. Mogelijke waarden zijn 0 tot en met 100. Bovengrens
Numeriek
Verplicht
De hoogste waarde van de bezettingsgraad waarbij het ingevoerde effect op de motivatie (zoals aangegeven in het invoerveld afwijking) nog optreedt. Mogelijke waarden zijn 0 tot en met 100. Klachten %
Numeriek
Verplicht
De kans op een klacht als de klanttevredenheid een waarde heeft die tussen de ondergrens en de bovengrens ligt. Mogelijke waarden zijn 0 tot en met 100. Kader toegekende effecten
Overzicht
De kans op een klacht bij verschillende scores van de klanttevredenheid.
De werkwijze voor het toekennen van de kans op een klacht bij een bepaalde mate van klanttevredenheid luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Proces het betreffende proces.
2
Selecteer in het invoerveld Ondergrens de laagste waarde van de klanttevredenheid waarbij de kans optreedt.
3
Selecteer in het invoerveld Bovengrens de hoogste waarde van de klanttevredenheid waarbij de kans optreedt.
4
Selecteer in het invoerveld Klachten % de kans op een klacht als de waarde van de klanttevredenheid tussen de ondergrens en de bovengrens komt.
5
Druk op de knop Toevoegen. De kans verschijnt nu in het kader toegekende effecten.
6
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
De werkwijze voor het wijzigen van een ingevoerde kans luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Proces het betreffende proces.
2
Wijzig in het kader Toegekende effecten op de betreffende regel de waarde voor de ondergrens, de bovengrens en/of de kans.
3
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
pagina 80 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
De werkwijze voor het verwijderen van een ingevoerde kans luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Proces het betreffende proces.
2
Selecteer in het kader Toegekende effecten de betreffende regel door op de regel met de muis in de linker kolom te klikken.
3
Druk op de knop Verwijderen.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
7.5.3 Relatie klanttevredenheid met vraag door klanten/startschema’s Als klanten ontevreden zijn over de uitvoering van opdrachten dan bestaat de kans dat zij minder opdrachten verstrekken. In deze paragraaf laten we zien hoe u een relatie kunt leggen tussen de klanttevredenheid en het vraagpatroon van klanten, dat op haar beurt weerspiegeld wordt in de startschema‟s. MENU
Processen ► Klanttevredenheid ► Relatie met klachten
De tevredenheid van een klant kan variëren tussen 0 en 10. In dit scherm kunt u verschillende intervallen aangeven waarbinnen een wijziging van de vraag optreedt. De uitgangswaarde voor de vraag is 100 procent. De vraag naar een proces door een klant kan, afhankelijk van de score van de klanttevredenheid, variëren tussen 0 en 1000 procent. Een toename van 1000 procent bijvoorbeeld betekent een totale vraag van 11 keer het normale volume.
Op het scherm verschijnen, naast het keuzeveld voor het proces, de onderstaande velden: Ondergrens
Numeriek
Verplicht
De laagste waarde van de klanttevredenheid waarbij het ingevoerde effect op de vraag (zoals aangegeven in het invoerveld wijziging %) nog optreedt. Mogelijke waarden zijn 0 tot en met 10. Bovengrens
Numeriek
Verplicht
De hoogste waarde van de klanttevredenheid waarbij het ingevoerde effect op de vraag (zoals aangegeven in het invoerveld wijziging %) nog optreedt. Mogelijke waarden zijn 0 tot en met 10. Afwijking
Numeriek
Verplicht
Het effect op de vraag dat optreedt als de klanttevredenheid een waarde heeft die tussen de ondergrens en de bovengrens ligt. Mogelijke waarden zijn -99,9 tot en met 999,9. Kader toegekende effecten
Overzicht
Alle effecten van de klanttevredenheid op de vraag die aan het betreffende proces zijn gekoppeld.
pagina 81 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
De werkwijze voor het toekennen van een effect op de vraag bij een bepaalde mate van klanttevredenheid luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Proces het betreffende proces.
2
Selecteer in het invoerveld Ondergrens de laagste waarde van de klanttevredenheid waarbij de wijziging optreedt.
3
Selecteer in het invoerveld Bovengrens de hoogste waarde van de klanttevredenheid waarbij de wijziging optreedt.
4
Selecteer in het invoerveld Wijziging % de wijziging op de vraag als de waarde van de klanttevredenheid tussen de ondergrens en de bovengrens komt. De standaardwaarde voor de vraag is 100 procent.
5
Druk op de knop Toevoegen. De wijziging verschijnt nu in het kader toegekende effecten.
6
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
De werkwijze voor het wijzigen van een ingevoerd effect luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Proces het betreffende proces.
2
Wijzig in het kader Toegekende effecten op de betreffende regel de waarde voor de ondergrens, de bovengrens en/of het wijziging %.
3
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
De werkwijze voor het verwijderen van een ingevoerd effect luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het keuzeveld Proces het betreffende proces.
2
Selecteer in het kader Toegekende effecten de betreffende regel door op de regel met de muis in de linker kolom te klikken.
3
Druk op de knop Verwijderen.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen.
pagina 82 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
Hoofdstuk 8 Simulaties Dit hoofdstuk behandelt het onderwerp waar het eigenlijk allemaal om draait. Het uitvoeren van simulaties om meer inzicht te krijgen in het rendement van processen in verschillende scenario‟s. In de volgende paragrafen tonen wij hoe u een simulatie opstelt en uitvoert.
8.1 Simulaties opstellen MENU
Simulaties
Op het scherm verschijnen drie tabbladen waarmee u een simulatie kunt specificeren:
Tabblad Basisgegevens, met de invoervelden: Naam
Alfanumeriek
Verplicht
De naam waaronder de simulatie en de resultaten zullen worden opgeslagen Eerste week
Numeriek
Verplicht
De kalenderweek waarmee de simulatie zal starten. De mogelijke waarden zijn 1 tot en met 52. De waarde van de startweek mag niet hoger zijn dan de waarde van de eindweek. Laatste week
Numeriek
Verplicht
De kalenderweek waarmee de simulatie zal eindigen. De mogelijke waarden zijn 1 tot en met 52. De waarde van de startweek mag niet hoger zijn dan de waarde van de eindweek. Omschrijving
Alfanumeriek
Optioneel
Een toelichtende tekst die aan de simulatie gekoppeld wordt (optioneel). Hierin kunnen de specifieke afwijkingen/aanpassingen van dit scenario worden vermeld.
Tabblad Processen: In het kader staan alle in SILVI ingevoerde processen vermeld. U kunt eenvoudig kiezen welke processen u in de simulatie wilt opnemen door het selectievakje voor het betreffende proces in of uit te schakelen. Om alle processen te selecteren drukt u op de knop Selecteer alles. Om alle selectievakjes uit te schakelen drukt u op de knop Selecteer niets. Houd er in dit geval wel rekening mee dat er geen simulatie kan worden uitgevoerd als er niet minimaal één proces is geselecteerd. Tabblad Resources: In het kader staan alle in SILVI ingevoerde resources vermeld. U kunt eenvoudig kiezen welke resources u in de simulatie wilt opnemen door het selectievakje voor de betreffende resource in of uit te schakelen. Om alle resources te selecteren drukt u op de knop Selecteer alles. Om alle selectievakjes uit te schakelen drukt u op de knop Selecteer niets. Houd er in dit geval wel rekening mee dat er geen simulatie kan worden uitgevoerd als er niet minimaal één resource beschikbaar is voor elke uit te voeren activiteit.
pagina 83 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
Verwerkingsregels: Bij de functies vind u de knop verwerkingsregels voor simulaties samenstellen. Daarmee kunt u aangeven welke beslissingen moeten worden genomen als zich binnen de simulatie een keuzemogelijkheid voordoet. Een toelichting op deze regels vind u in paragraaf 8.1.1.
De werkwijze voor het opstellen van een nieuwe simulatie luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Selecteer in het invoerveld Startweek de gewenste startweek.
2
Selecteer in het invoerveld Eindweek de gewenste eindweek. Vul het invoerveld Naam met de naam van de nieuwe simulatie.
3
Standaard wordt dit veld gevuld met de naam van het bestand aangevuld met een datum/tijd aanduiding. Tip: hanteer een herkenbare naam om de resultaten later gemakkelijker te kunnen vergelijken.
4
Voer in het veld Beschrijving eventueel een toelichting op de simulatie in.
5
Druk op het tabblad Processen en selecteer de in de simulatie mee te nemen processen door de betreffende regels aan te vinken.
6
Druk op het tabblad Resources en selecteer de in de simulatie mee te nemen resources door de betreffende regels aan te vinken.
7
Druk op de knop Verwerkingsregels voor simulaties samenstellen om de gewenste regels te selecteren en te modelleren.
8
Druk op de knop Deze simulatie uitvoeren. Er verschijnt nu een melding op het scherm of, en zo ja onder welke naam de simulatie wordt uitgevoerd. Als er nog essentiële gegevens ontbreken dan krijgt u hiervan een overzicht en zult u deze eerst moeten aanvullen.
9
Druk op de knop Terug om terug te keren naar het simulatiescherm.
10
Druk op de knop Sluiten om terug te keren naar het hoofdscherm.
8.1.1 Verwerkingsregels simulatie Als u op de knop Verwerkingsregels voor simulaties samenstellen drukt dan worden de onderstaande velden getoond: Simulatie uitvoeren in hoge detaillering Standaard staat de tijdeenheid van de simulator ingesteld op minuten. Dat houdt in dat elke resource in blokken van een minuut aan activiteiten wordt gekoppeld. Zet dit selectievakje aan als u behoefte heeft aan het verkleinen van de tijdeenheid naar seconden. Houdt er in dat geval wel rekening mee dat het uitvoeren van simulaties aanzienlijk langer kan duren.
pagina 84 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
Aanloopperiode simulatie gebruiken Vooral als de periode tussen startweek en eindweek klein is wordt aanbevolen om een startperiode te gebruiken om meer betrouwbare resultaten te krijgen. Het aantal weken, zoals vermeld in het veld periode, wordt dan toegevoegd aan de simulatie. De uitkomsten van deze extra simulatieweken worden echter niet meegenomen in het bepalen van de resultaten. Ze worden alleen gebruikt om de inhoud van de tabellen op een realistisch niveau te brengen (zoals de beschikbaarheid medewerkers) voordat de daadwerkelijke simulatie start. Generiek percentage voor absentie gebruiken Omdat absentiegegevens in de categorie privacygevoelige informatie vallen is een individueel percentage vaak niet beschikbaar voor simulatie. Door het selecteren van dit selectievakje en het vullen van het veld gemiddeld kan gerekend worden met het meestal wel beschikbare gemiddelde absentiepercentage van het hele bedrijf. Vraag naar activiteiten kunstmatig aanpassen Als u verschillende scenario‟s onderling alleen wilt laten variëren op het aspect vraag, dan kan dat eenvoudig via dit veld. U hoeft op deze manier niet per activiteit de startschema‟s aan te passen (zie paragraaf 7.4.1). Als u dit selectievakje inschakelt verschijnt het invoerveld gemiddeld, waar u de afwijking kunt invoeren. Mogelijke waarden zijn -99% tot en met +99%. Houdt er wel rekening mee dat de opgegeven afwijking geldt voor alle in de simulatie opgenomen activiteiten. Invloed motivatie op absentie meenemen In paragraaf 5.4.2 hebben we gezien dat het absentiepercentage van een medewerker afhankelijk kan worden gemaakt van zijn/haar motivatie. Door het in of uitschakelen van dit selectievakje beslist u of dit aspect in de simulatie wordt meegenomen. Invloed motivatie op snelheid meenemen In paragraaf 5.4.3 hebben we gezien dat de handelingssnelheid van een medewerker afhankelijk kan worden gemaakt van zijn/haar motivatie. Door het in of uitschakelen van dit selectievakje beslist u of dit aspect in de simulatie wordt meegenomen. Invloed motivatie op foutkans meenemen In paragraaf 5.4.4 hebben we gezien dat de hoeveelheid gemaakte fouten van een medewerker afhankelijk kan worden gemaakt van zijn/haar motivatie. Door het in of uitschakelen van dit selectievakje beslist u of dit aspect in de simulatie wordt meegenomen. Invloed klanttevredenheid op klachten meenemen In paragraaf 7.4.2 hebben we gezien dat de hoeveelheid binnenkomende klachten afhankelijk kan worden gemaakt van de klanttevredenheid. Door het in of uitschakelen van dit selectievakje beslist u of dit aspect in de simulatie wordt meegenomen. Invloed klanttevredenheid op vraag meenemen In paragraaf 7.4.3 hebben we gezien dat de vraag naar activiteiten afhankelijk kan worden gemaakt van de klanttevredenheid. Door het in of uitschakelen van dit selectievakje beslist u of dit aspect in de simulatie wordt meegenomen.
pagina 85 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
Start activiteit Dit veld kent twee keuzemogelijkheden: Altijd zo snel mogelijk. Het selecteren van deze optie zorgt ervoor dat altijd wordt gestart met de afhandeling van een activiteit zodra er een resource beschikbaar is. Zelfs als deze 10 seconden later naar huis gaat. Duurt de afhandeling van de activiteit in dat geval langer dan zal de afhandeling eventueel worden onderbroken (afhankelijk van de keuze voor overwerk) en worden vervolgd zodra de betreffende resource weer beschikbaar is. Als minimaal … procent kan worden uitgevoerd naar de start. In dit geval wordt, voor de start van de activiteit, eerst bekeken hoeveel procent daarvan aaneengesloten kan worden afgehandeld. Voldoet dit percentage aan het vereiste percentage (ingeven in het veld rechts naast dit selectieveld) dan wordt direct gestart met de afhandeling van de activiteit. Is dat percentage lager dan het vereiste percentage dan wordt de afhandeling uitgesteld tot het eerste tijdstip waarop wel aan deze eis kan worden voldaan. Voltooien activiteit Dit veld kent drie keuzemogelijkheden: Direct onderbreken aan het einde van de werktijd. Het selecteren van deze optie zorgt ervoor dat altijd direct wordt gestopt met de afhandeling van een activiteit zodra het einde van de werkdag van de betrokken resource(s) is bereikt. Het eventuele restant van de afhandeling wordt uitgevoerd zodra de betreffende resource(s) weer beschikbaar zijn. Maximaal … minuten overwerken, daarna onderbreken Het selecteren van deze optie zorgt ervoor dat de afhandeling van een activiteit nog gedurende maximaal de opgegeven tijd (ingeven in het veld rechts naast dit selectieveld) wordt voortgezet als het einde van de werkdag van de betrokken resource(s) is bereikt. Daarna wordt de activiteit onderbroken en zal het eventuele restant worden uitgevoerd zodra de betreffende resource(s) weer beschikbaar zijn. Indien gestart dan voltooien (ongelimiteerd overwerk) Het selecteren van deze optie zorgt ervoor dat de afhandeling van een activiteit door zal gaan tot deze is voltooid. Hiermee wordt in principe gekozen voor onbeperkt overwerk door de betrokken resources. Selectie resource Dit veld kent vier keuzemogelijkheden: Eerste resource, bij keuze de snelste Als voor de uitvoering van een activiteit op een bepaald tijdstip verschillende resources in aanmerking komen, wordt bij deze optie gekozen voor de resource die de activiteit het snelst uitvoert. Als er daarna nog steeds keuze is wordt de goedkoopste resource geselecteerd. Daarna de resource die de minste fouten maakt en daarna willekeurig. Eerste resource, bij keuze de goedkoopste Als voor de uitvoering van een activiteit op een bepaald tijdstip verschillende resources in aanmerking komen, wordt bij deze optie gekozen voor de goedkoopste resource. Als er daarna nog steeds keuze is wordt de resource geselecteerd die de activiteit het snelst uitvoert. Daarna de resource die de minste fouten maakt en daarna willekeurig.
pagina 86 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
Eerste resource, bij keuze de minste fouten Als voor de uitvoering van een activiteit op een bepaald tijdstip verschillende resources in aanmerking komen, wordt bij deze optie gekozen voor de resource die bij het uivoeren van de activiteit de minste fouten maakt. Als er daarna nog steeds keuze is wordt de goedkoopste resource geselecteerd. Daarna de resource die de activiteit het snelst uitvoert en daarna willekeurig. Resource vorige taak als wachttijd < … Bij deze optie wordt bij de keuze van een resource gekeken naar wie/wat de activiteit voorafgaande aan de betreffende activiteit heeft uitgevoerd. Als deze resource binnen de vereiste tijd (ingeven in het veld rechts naast dit selectieveld) beschikbaar is dan wordt deze geselecteerd. Als niet aan deze eis kan worden voldaan dan wordt gekozen op basis van de optie eerste resource, bij keuze de goedkoopste.
Afhandeltijd teams Dit veld kent drie keuzemogelijkheden: Gemiddelde tijd van de teamleden De afhandeltijd van het team dat een bepaalde activiteit uitvoert wordt bepaald door de gemiddelde tijd die elke individuele resource nodig heeft voor het uitvoeren van de betreffende activiteit. Tijd van het snelste teamlid De afhandeltijd van het team dat een bepaalde activiteit uitvoert wordt bepaald door het teamlid die de minste tijd nodig heeft voor het uitvoeren van de betreffende activiteit. De snelste resource trekt hiermee de kar. Tijd van het langzaamste teamlid De afhandeltijd van het team dat een bepaalde activiteit uitvoert wordt bepaald door het teamlid die de meeste tijd nodig heeft voor het uitvoeren van de betreffende activiteit. De langzaamste resource houdt hiermee de boel op.
8.2 Simulaties uitvoeren Op het scherm verschijnen, naast het keuzeveld Simulatie opdrachten en de balk met informatie over de voortgang van een simulatie, twee invoervelden:
Automatisch starten
Keuzeveld
Verplicht
Door deze optie te selecteren geeft u aan dat alle simulatie aanvragen die nog staan te wachten achter elkaar moeten worden afgewerkt. In dat geval hoeft u tussen de simulaties geen selectie te maken en op de start knop te drukken. Simulatie aanvragen worden in volgorde van binnenkomst afgewerkt. Logfile bijhouden
Keuzeveld
Verplicht
Door dit veld aan te vinken geeft u aan dat u de voortgangsinformatie van een simulatie in een apart bestand (logsimulaties.txt) wilt opslaan. Deze functie is bedoeld voor specifieke (test)doeleinden en zal de gemiddelde gebruiker geen extra functionaliteit bieden. Het maakt de uitvoering van simulaties bovendien trager.
pagina 87 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
De werkwijze voor het handmatig starten van een simulatie luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Open het kader Simulatie opdrachten.
2
Selecteer in het keuzeveld Wachtrij de naam van de uit te voeren simulatie.
3
Druk op de knop Start. In de voortgangsbalk kunt u nu de status van de simulatie aflezen.
4
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten of klikt u met de muis buiten het status scherm. Dit heeft geen effect op de uitvoering van simulaties, die gaan bij een gesloten status scherm gewoon door.
De werkwijze voor het verwijderen van een simulatie luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Open het kader Simulatie opdrachten
2
Selecteer in het keuzeveld Wachtrij de naam van de te verwijderen simulatie.
3
Druk op de knop Verwijder.
4
U kunt deze handeling alleen uitvoeren als er geen simulatie uitgevoerd wordt. Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten of klikt u met de muis buiten het status scherm.
pagina 88 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
Hoofdstuk 9 Resultaten De in hoofdstuk 8 beschreven simulaties leveren een groot aantal rapportages op. In dit hoofdstuk laten wij zien hoe u deze kunt oproepen. Ook tonen we hoe u de resultaten van verschillende scenario‟s met elkaar kunt vergelijken.
9.1 Selectie te tonen rapportages Om de resultaten van simulaties te kunnen tonen moet u eerst een selectie maken uit de aanwezige rapportages. U doet dat als volgt. MENU
Resultaten ► Selecteer rapportages
Er wordt nu een scherm getoond, waarin u wordt gevraagd om rapportages te selecteren. De werkwijze hiervoor luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Druk in de linker kolom uitgangssituatie op de knop Er verschijnt nu een selectiescherm waarin u het juiste SILVI rapportagebestand (.sof) kunt selecteren.
2
Navigeer naar het te gebruiken bestand en dubbelklik met de muis op dit bestand. U bereikt hetzelfde door het bestand te selecteren en op de knop Openen te drukken. Als u alleen voor de uitgangssituatie een rapportage selecteert kunt u de functies ‘Dashboard’ en ‘Return on Investment’ niet gebruiken.
3
Druk in de rechter kolom alternatief scenario (optioneel) op de knop Wederom verschijnt er een selectiescherm waarin u het juiste SILVI rapportagebestand (.sof) kunt selecteren.
4
Navigeer naar het te gebruiken bestand en dubbelklik met de muis op dit bestand. U bereikt hetzelfde door het bestand te selecteren en op de knop Openen te drukken.
5
Om terug te keren naar het hoofdscherm drukt u op de knop Sluiten. Uw selectie wordt daarmee automatisch opgeslagen.
Van de gekozen rapportages worden de ingegeven beschrijving en de belangrijkste kenmerken van het scenario (resources, activiteiten en verwerkingsregels) getoond. U kunt de resultaten nu in detail gaan bekijken (details of lijsten), het dashboard oproepen om scenario‟s met elkaar te vergelijken of het rendement van investeringen bepalen (Return on Investment). Deze functies worden in de volgende paragrafen besproken.
pagina 89 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
9.2 Details MENU
Resultaten ► Details
Op het scherm verschijnen, naast het selectieveld voor de te tonen indicator, drie tabbladen: Tabblad Grafiek Hierin staan de resultaten in staafdiagrammen weergegeven. De gele grafiek toont de resultaten van de uitgangssituatie, de oranje staafdiagrammen tonen de resultaten van het alternatieve scenario. Tabblad Data Hierin staan de resultaten in cijfers vermeld. In de tabel betekent het streepje “-“ dat er voor die week geen data beschikbaar is. Tabblad Processen met de onderstaande velden:
Uitgangssituatie Alternatief scenario Proces Prioriteit Beheersingscontrole
Op het scherm worden, naast de namen van de geselecteerde rapportages (zie paragraaf 9.1), drie velden getoond: Tijdeenheid
Keuzeveld
Verplicht
De standaard tijdeenheid waarin de gegevens zullen worden getoond. De mogelijke waarden voor dit veld zijn uren, minuten of seconden. De werkwijze om de standaard tijdeenheid eventueel te wijzigen wordt beschreven in paragraaf 10.2. Indicator
Keuzeveld
Verplicht
De prestatie indicator waarvan de gegevens in de grafiek en de tabel worden weergegeven. U heeft hierbij de keuze uit 54 verschillende mogelijkheden. Om de overzichtelijkheid te vergroten kunt u de lijst met standaard te tonen indicatoren aanpassen. Meer informatie hierover vind u in paragraaf 9.2.2. Activiteit / Resource / Wachtrij / Tijdvak
Keuzeveld
Optioneel
Afhankelijk van de gekozen indicator kunt u in dit veld de naam van de individuele activiteit, resource of wachtrij selecteren waarvan u de gegevens wilt zien. Bij de indicatoren Kans doorlooptijd proces buiten tijdvak en Kans responstijd proces buiten tijdvak kunt u hier een tijdvak invoeren. Geef in dat geval de ondergrens (van) en de bovengrens (tot) in de gekozen tijdeenheid aan. De grafiek en de tabel tonen vervolgens het percentage van de processen aan dat zich buiten deze range bevindt.
Na elke wijziging in de bovenstaande drie velden worden automatisch de grafiek en de tabel aangepast.
pagina 90 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
9.2.1 Tabblad Processen Proces
Keuzeveld
Verplicht
De naam van het proces waarvan u de gegevens wilt zien. Naast de individuele resultaten per proces kunt u er ook voor kiezen om alle processen gecombineerd te laten zien (standaardwaarde). De resultaten van alle processen worden dan, indien van toepassing, gemiddeld. Prioriteit
Keuzeveld
Verplicht
Via dit veld kunt u de resultaten beperken tot de processen met een bepaalde prioriteit. U kunt u er ook voor kiezen om alle prioriteiten gecombineerd te laten zien (standaardwaarde). De resultaten van alle processen worden dan, indien van toepassing, gemiddeld. Beheersingscontrole
Keuzeveld
Optioneel
Deze instelling is alleen van belang als u in het veld indicator optie Beheersing doorlooptijd proces heeft geselecteerd. Om in dat geval de mate van procesbeheersing te kunnen bepalen moet u hier een keuze maken uit drie mogelijkheden: Betrouwbaarheid 68,2% (1σ) De grafiek en de tabel geven nu het percentage afgehandelde processen aan dat zich qua doorlooptijd binnen de range van het gemiddelde plus of min 1 keer de standaardafwijking bevindt. Betrouwbaarheid 95,4% (2σ) De grafiek en de tabel geven nu het percentage afgehandelde processen aan dat zich qua doorlooptijd binnen de range van het gemiddelde plus of min 2 keer de standaardafwijking bevindt. Betrouwbaarheid 99,7% (3σ) De grafiek en de tabel geven nu het percentage afgehandelde processen aan dat zich qua doorlooptijd binnen de range van het gemiddelde plus of min 3 keer de standaardafwijking bevindt.
9.2.2 Selectie te tonen indicatoren Om de overzichtelijkheid te vergroten kunt u de lijst met standaard te tonen indicatoren aanpassen door binnen het rapportage scherm, naast het keuzeveld indicator, op de knop De lijst met geselecteerde indicatoren aanpassen te drukken. Selecteer op het getoonde scherm de indicatoren die u standaard in de lijst opgenomen wilt hebben door het vakje voor de betreffende indicator aan te vinken. Door op de knop selecteer alles te drukken worden alle indicatoren aangevinkt. Een muisklik op de knop selecteer niets verwijdert alle selecties. Door op de knop Terug te drukken wordt de selectie opgeslagen en keert u terug naar het rapportage scherm.
pagina 91 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
9.3 Dashboard U kunt de resultaten van simulaties via het dashboard eenvoudig met elkaar vergelijken: MENU
Resultaten ► Dashboard
Op het scherm verschijnen, naast de namen van de geselecteerde rapportages (zie paragraaf 9.1), de onderstaande velden: Proces
Selectie
Verplicht
Het proces waarvan de prestatie indicatoren met elkaar worden vergeleken in het dashboard. Dit keuzeveld bevat alleen de gemeenschappelijke processen van de geselecteerde scenario‟s. Indicatoren
Keuzeveld
Verplicht
Hier kunt u de prestatie indicatoren selecteren (maximaal 5) waarvan de gegevens in het dashboard zullen worden weergegeven. Weging
Keuzeveld
Verplicht
De wegingsfactor waarmee de indicator in de waardering van het scenario wordt meegenomen. Mogelijke waarden zijn 0 tot en met 100. Waarde-U
Overzicht
De waarde van de prestatie-indicator in de uitgangssituatie. Waarde-A
Overzicht
De waarde van de prestatie-indicator in het alternatieve scenario. Score-A
Overzicht
De relatieve waarde van deze indicator (in %) in het alternatieve scenario ten opzichte van de uitgangssituatie. Een score hoger dan 100% duidt op een verbetering, een waarde lager dan 100% betekent een verslechtering. Verbetering door alternatief
Overzicht
De totaalscore van het alternatieve scenario (alle geselecteerde indicatoren gecombineerd) in vergelijking met de uitgangssituatie. Een score hoger dan 100% duidt op een verbetering, een waarde lager dan 100% betekent een verslechtering.
pagina 92 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
Zodra u de indicatoren heeft geselecteerd en de wegingsfactoren heeft ingevuld, worden de resultaten automatisch getoond. Op het scherm wordt een spider diagram getoond, zoals hieronder afgebeeld:
De nummers 1 tot en met 5 corresponderen met de gekozen indicatoren en geven hiervan de relatieve waarde van het alternatieve scenario ten opzichte van de uitgangssituatie weer.
9.4 Lijsten U kunt de resultaten van een scenario ook als een lijst met waarden laten presenteren. MENU
Resultaten ► Lijsten
Op het scherm verschijnen de onderstaande velden: Scenario
Selectie
De naam van de rapportage die u als uitgangsituatie heeft geselecteerd (zie paragraaf 9.1). Proces
Keuzeveld
Verplicht
Het proces waarvan de gegevens in de lijst zullen worden weergegeven. U kunt in dit veld ook de keuze maken om alle processen gezamenlijk te bekijken. Lijst
Keuzeveld
Verplicht
De prestatie-indicator waarvan de lijst in de tabel zal worden getoond.
pagina 93 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
9.5 Return on Investment MENU
Resultaten ► Return on Investment
Op het scherm verschijnen, naast de namen van de geselecteerde rapportages (zie paragraaf 9.1), de onderstaande velden: Personeel
Numeriek
Optioneel
De extra investeringen die u ten aanzien van personeel (resources) moet maken om het alternatieve scenario eventueel te kunnen implementeren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan wervingskosten en afvloeiingsregelingen. Materiaal
Numeriek
Optioneel
De extra investeringen die u ten aanzien van materiaal moet maken om het alternatieve scenario eventueel te kunnen implementeren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan folders, brochures etc. Projectkosten
Numeriek
Optioneel
De extra investeringen die u ten aanzien het implementatieproject moet maken om het alternatieve scenario eventueel te kunnen implementeren. Denk hierbij bijvoorbeeld de kosten voor het huren van een projectruimte etc. Overig
Numeriek
Optioneel
Alle extra investeringen die niet in één van de drie bovenstaande categorieën zijn onder te brengen.
Totaal
Overzicht
Het totaal van de extra benodigde investeringen om het alternatieve scenario te kunnen implementeren. Gemeenschappelijke processen
Keuzeveld
Verplicht
Om een zuivere vergelijking te garanderen kan de return on investment alleen op gemeenschappelijke processen worden bepaald. Selecteer hier het bij de berekening te hanteren proces. Verkoopprijs
Numeriek
Verplicht
De prijs waarvoor het geselecteerde proces nu aan de afnemer wordt doorbelast. Nieuwe prijs
Numeriek
Verplicht
Een aangepaste prijs waarvoor het geselecteerde proces in de toekomst eventueel aan de afnemer zou kunnen worden doorbelast.
Op de laatste regel van de tabel staat vermeld in hoeveel weken de benodigde extra investeringen in het alternatieve scenario zullen worden terugverdiend. Let op: Houd er rekening mee dat dit het aantal weken is vanaf het moment dat het alternatieve scenario is geïmplementeerd en al dan niet rendement op gaat leveren.
pagina 94 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
Hoofdstuk 10 Tools en instellingen In dit laatste hoofdstuk geven we uitleg over het gebruik van de in SILVI opgenomen calculator en het aanpassen van de standaard programma instellingen.
10.1
Statistiek
SILVI bevat twee hulpmiddelen waarmee u gegevens statistisch kunt analyseren: de calculator en de controle op procesbeheersing (als onderdeel van Statistische Proces Controle). De werking van beide tools wordt in de volgende paragrafen toegelicht.
10.1.1 MENU
Calculator Tools ► Statistiek ► Calculator
De calculator wordt nu getoond. U kunt hiermee het gemiddelde en de standaardafwijking (σ) van een reeks getallen berekenen. De werkwijze hiervoor luidt als volgt: WERKWIJZE
1
Vul het veld waarde met een getal.
2
Druk op de knop Invoeren waarde. Het ingevoerde getal verschijnt nu in het kader Ingevoerde waarden. Het gemiddelde en de standaardafwijking staan in het kader Resultaten.
10.1.2 MENU
3
Om getallen te verwijderen selecteert u deze in de lijst en drukt u op de knop Verwijder selectie.
4
Om een nieuwe berekening uit te voeren drukt u op de knop Nieuwe berekening uitvoeren (de prullenbak).
Controle op procesbeheersing Tools ► Statistiek ► Procesbeheersing
SILVI bevat de functie om van elke waarde binnen een reeks getallen te bepalen op welke afstand van het gemiddelde de waarde zich bevindt. De waarden worden vervolgens ingedeeld in de volgende categorieën: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Meer dan 3σ onder het gemiddelde Meer dan 2σ onder het gemiddelde Meer dan 1σ onder het gemiddelde Minder dan 1 σ van het gemiddelde Meer dan 1σ boven het gemiddelde Meer dan 2σ boven het gemiddelde Meer dan 3σ boven het gemiddelde
pagina 95 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
Binnen de methodiek Statistische Proces Controle (SPC) worden waarden die verder dan 3σ van het gemiddelde verwijderd zijn als verdacht gekenmerkt. Het verdient aanbeveling om voor deze waarden na te gaan of er een speciale reden is voor de grote afwijking (verstoring) of dat deze toch toegeschreven kan worden aan de zogenaamde willekeurige ruis. SILVI toont, naast het aantal gecontroleerde waarde en het berekende gemiddelde en de standaardafwijking, ook van elk van de zeven categorieën een staafdiagram. Hierbij zijn de nummers 1 en 7 rood gekleurd om aan te geven dat hierop aanvullend onderzoek gewenst is. Met uitzondering van categorie 4 worden ook de individuele waarden (met tussen haakjes het regelnummer binnen het bestand) van de categorieën vermeld. Wel zijn de categorieën hierbij geclusterd (1 met 7, 2 met 6 en 3 met 5). Als u op de knop verbeterslag drukt krijgt u een indicatie van de uitkomst wanneer de op dat moment meest extreme waarden zouden kunnen worden teruggebracht tot de gemiddelde waarde. Op deze manier kunt u nagaan of een eventueel extra onderzoek nog voldoende rendement oplevert om de kosten hiervan te rechtvaardigen.
10.2 MENU
Instellingen Tools ► Instellingen
Het scherm met de standaard instellingen wordt nu getoond. Hier kunt u twee standaardinstellingen van het programma aanpassen: de tijdeenheid en de valuta. Tijdeenheid: Valuta:
kies uit seconde, minuut en uur. kies uit Euro, Dollar en Pond.
U keert terug naar het hoofdscherm door op de knop Sluiten te drukken. Eventuele wijzigingen worden daarmee automatisch opgeslagen. NB. De velden SQL server, SQL database, Username en Password kunnen worden gebruikt om klantspecifieke koppelingen te maken met SQL databases. Deze functionaliteit is standaard echter niet geactiveerd. Neem contact met ons op als u meer wilt weten over de mogelijkheden hiervan.
10.3 MENU
Product registreren Tools ► Product registreren
Als uw firewall de benodigde communicatie mocht blokkeren of de registratie is om een andere reden mislukt dan kunt u deze handeling uitvoeren om de software alsnog via internet te registreren. U wordt hiermee naar een pagina van SILVI op internet geleid om de registratieprocedure af te ronden.
pagina 96 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware 10.4 MENU
Handleiding versie 3.5
Melden van fouten, vragen en opmerkingen Tools ► Bericht verzenden
Als u fouten in de software ontdekt, ons ergens op attent wilt maken of gewoon een vraag wilt stellen dan kunt u via dit scherm een bericht opstellen en dat aan ons toezenden. Desgewenst nemen wij hierna telefonisch contact met u op of sturen we u een reactie per e-mail.
pagina 97 van 98
www.silvi.nl
SILVI simulatiesoftware
Handleiding versie 3.5
Wij wensen u veel genoegen bij het gebruik van de SILVI simulatiesoftware.
Mocht u tegen vragen en/of problemen aanlopen dan helpen wij uiteraard graag! Maak in dat geval gebruik van de meldfunctie in het programma of stuur rechtstreeks een e-mail naar [email protected]
pagina 98 van 98
www.silvi.nl