SGP…omdat het om U gaat! SGP-verkiezingsprogramma Provinciale Staten Drenthe 2015 – 2019
Inhoudsopgave SGP…omdat het om U gaat! Inhoudsopgave Inleiding 1 Duurzame ruimtelijke ontwikkeling Ruimte voor wonen Ruimte voor werken Ruimte voor land- en tuinbouw Ruimte voor recreatie Ruimte voor water Ruimte van de ondergrond Ruimte voor alternatieve energie 2 Milieu, klimaat en energie Veilige en schone omgeving Luchtkwaliteit Energiebeleid Duurzame energie: Windmolens in Drenthe Voorbeeldfunctie provincie 3 Vitaal platteland Landbouw Natuur Ruimtelijke kwaliteit Sociaaleconomische vitaliteit Recreatie 4 Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer Verkeersveiligheid Verkeersdrukte Openbaar vervoer Binnenvaart 5 Regionale economie Bedrijven en behoeften Bedrijven en infrastructuur Detailhandel Land- en tuinbouw Onderwijs en arbeidsmarkt Toerisme
1 2 5 7 7 7 8 8 8 9 9 9 11 11 11 11 12 12 13 15 15 15 15 16 16 16 19 19 19 19 20 20 22 22 22 23 23 23 24 24
2
26 6 Culturele infrastructuur en monumentenzorg Cultureel erfgoed Cultuureducatie Kunst en cultuur 7 Kwaliteit van het openbaar bestuur Regionale omroepen Sport en beweging (breedtesport) Europa Financiën Meerjarenbegroting Belastingen Subsidies Waterschappen
26 26 26 26 28 28 28 29 29 29 30 30 30 30
3
4
Inleiding De verkiezing voor de Provinciale Staten komt er weer aan. De Staatkundig Gereformeerde Partij zal deelnemen aan de verkiezingen. Waarom doen wij mee? Voor ons is de provincie een belangrijke bestuurslaag. Meestal gaat de aandacht uit naar de landelijke politiek, die velen op afstand toch goed kunnen volgen. De aandacht gaat ook uit naar de gemeentelijke politiek, die voelbaar invloed heeft op onze woon- en leefomgeving. Het is terecht dat de lokale en landelijke politiek de aandacht trekken, maar in dit verkiezingsprogramma hopen wij duidelijk te maken dat de provincie voor burgers ook belangrijk is. Slechts enkele thema’s noemen wij hier alvast. De provincie bepaalt in hoge mate de inrichting van het gebied. Welke delen moeten landelijk zijn en blijven? Welke gebieden mogen verstedelijken? Hoe moeten we omgaan met de toenemende mobiliteit? Veiligheid is een belangrijk aandachtsgebied voor de provincie. De SGP-fractie wil zich de komende tijd inzetten voor een beleid dat de toets van Gods Woord kan doorstaan. Zij belijdt dat de Heere regeert en dat overheden hun gezag ontlenen aan Hem. Het past ieder mens God te dienen, omdat ieder mens een schepsel van God is. Daarom wil onze fractie vanuit de verantwoordelijkheid tegenover de Heere in de samenleving gestalte geven aan de verantwoordelijkheid naar elkaar. Het verkiezingsprogramma 2015-2019 geeft een goed beeld van onze beleidsvoornemens die genormeerd zijn aan het Woord van God. Zakelijk en principieel hopen wij daar handen en voeten aan te geven in de komende periode.
5
6
1
Duurzame ruimtelijke ontwikkeling Een van de belangrijkste kerntaken van de provincie is het vaststellen hoe onze omgeving wordt ingericht: de ordening van de ruimte. Waar woningen, bedrijventerreinen, agrarische bedrijvigheid en waar natuur? De provincie heeft de wettelijke taak een ruimtelijke afweging van belangen te maken. De in de Bijbel door onze Schepper gegeven tweeledige opdracht van ‘bouwen en bewaren’ komt hier aan de orde. Bouwen wil zeggen dat wij de schepping nuttig mogen gebruiken. Bewaren houdt in dat we geen roofbouw plegen, maar perspectief moeten bieden aan toekomstige generaties. Niet ongelimiteerd of onordelijk, maar duurzaam en zorgvuldig. Rekening houdend met de bijzondere kwaliteiten van gebieden. Bouwen en bewaren is als opdracht aan ieder mens persoonlijk gegeven. Goed rentmeesterschap begint dus bij de burgers en het bedrijfsleven, niet bij de overheid. Dat betekent een terughoudende opstelling van de overheid. Het is de verantwoordelijkheid van de overheid om duidelijke kaders te stellen, goede initiatieven te steunen en uitwassen te bestrijden. Een van de instrumentaria is de ladder voor duurzame ontwikkeling. Eerst moeten hierbij nut en noodzaak worden aangetoond. Vervolgens moet gekeken worden naar mogelijkheden binnen bestaand stads- en dorpsgebied, ook in de regio of daaraan grenzend. Dan kan er pas ten laatste onder strikte voorwaarden sprake zijn van de aantasting van open gebied. Concreet: • Heldere formulering van de provinciale ruimtelijke doelen en het provinciaal belang. • Integrale benadering van ruimtelijke ontwikkelingen en mobiliteitsbeleid. • Programma’s van ruimte voor wonen, werken, groen en water. • Verdeling van de schaarse ruimte, bescherming van de openheid van het landelijk gebied, afweging van belangen en het maken van keuzes. • Sanering en herbestemming van bestaande bebouwing; inbreiding en herstructurering boven uitbreiding. • Kritische houding tegenover bestaande en nieuwe ruimtelijke plannen. • Regionale en bovenregionale afstemming door samenwerking met het Rijk, de gemeenten en de waterschappen. • Minder en eenvoudiger procedures voor bouw- en regelgeving; concentratie in één loket voor de burger.
Ruimte voor wonen De woningmarkt is de laatste jaren drastisch gewijzigd. De trek naar de stad is versterkt zichtbaar en in de landelijke gebieden moet rekening gehouden worden met de verwachte krimp van de bevolking en de daarmee gepaard gaande afvlakking van de behoefte aan woningen. Daarnaast is de mobiliteit op de woningmarkt extreem laag. Te veel mensen blijven wonen, zogenaamd scheef, in een sociale huurwoning. Voor starters is het lastig om op de woningmarkt te komen en door de vergrijzing bestaat er een toenemende behoefte aan seniorenwoningen. Kort-
7
om: dikwijls is de woningvoorraad niet meer op de behoefte afgestemd. Ook zijn de mensen steeds minder aan hun huidige woonomgeving gebonden. Concreet: • Bouwen voor eigen behoefte (natuurlijke aanwas) in kleine kernen bevorderen. • Regionale en bovenregionale afstemming; bouwen voor leegstand tegengaan. • Voorkeur voor bouwen binnen het bestaande stads- en dorpsgebied. • Visie op de bestaande woningvoorraad. • Oog voor scheefwonen in samenspraak met het Rijk en de gemeenten. • Kritisch kijken naar de overcapaciteit in de geplande ruimte voor wonen. • Aandacht voor de leefbaarheid in de dorpen, vooral in de krimpgebieden. • Maatwerk, zoals organische groei en een geleidelijke ontwikkeling binnen de bestaande structuren. • Risico’s van het buitendijks bouwen in kaart brengen.
Ruimte voor werken Bedrijven zorgen voor banen en werkgelegenheid. Het economisch tij is de afgelopen jaren drastisch gewijzigd. Veel bedrijven verkeren in zwaar weer. Er is leegstand, bedrijven hebben minder ruimte nodig en er is sprake van intensiever ruimtegebruik. Maar ook andere ontwikkelingen doen zich in deze omstandigheden versterkt voor. Denk daarbij aan veranderingen in de middenstand, automatisering, deeltijd- en thuiswerken. De ontwikkelingen gaan ook de agrarische sector niet voorbij. Toch blijkt de land- en tuinbouwsector, in de volle breedte, nog een belangrijke exportmotor waar we heel zuinig op moeten zijn. Dit is uiteraard ook van belang voor de voedselvoorziening. Concreet: • Herstructurering van bestaande bedrijventerreinen boven uitbreiding. • Intensief ruimtegebruik op bedrijventerreinen stimuleren. • De oplopende leegstand van kantoren aanpakken, waarbij er ruimte is voor herbestemming en afbraak. • Kantoorlocaties bij openbaar vervoer assen. • Goede ontsluiting van bedrijventerreinen door rand- of rondwegen buiten de dorps- of stadskernen om.
Ruimte voor land- en tuinbouw De land- en tuinbouw is een belangrijke bedrijfstak, zowel voor de export als voor de voedselvoorziening. Belangrijk is dat deze sector zich kan blijven ontwikkelen, ook op ruimtelijk gebied. Agrarische bedrijven dragen ook bij aan het beheren en open houden van het landschap. Concreet: • Ruimte voor de ontwikkeling van agrarische bedrijven. • Concentratie van bedrijfsbebouwing. • Ruimte voor nieuwe ontwikkelingen, verduurzaming, verbreding en nevenactiviteiten.
Ruimte voor recreatie Het stedelijk wonen en de jachtige tijd vragen om rust en ruimte om te recreëren. Van belang is dat er voldoende recreatiemogelijkheden zijn op korte afstand van de stad. Ook in regionaal verband is voldoende ruimte om te recreëren gewenst.
8
Concreet: • Recreatiegebieden op korte afstand van de stad. • Goede bereikbaarheid per fiets, openbaar vervoer en auto.
Ruimte voor water Water is een vriend en een vijand. Van belang is in de eerste plaats de veiligheid. Maar ook voldoende ruimte voor zoet water is belangrijk voor mens, dier, natuur en economie. Alle informatie over toekomstige ontwikkelingen moet zorgvuldig, maar ook nuchter en zakelijk worden afgewogen. Er is volgens de gegevens voldoende zoet water per geheel kalenderjaar, maar het is onvoldoende gespreid over de seizoenen. Dat vraagt om ruimtelijke maatregelen voor tijdelijke opvang. Concreet: • Maatregelen voor de waterveiligheid. • Ruimte voor het beheer van voldoende zoet water, bufferen in droge periodes. • Bouwplannen toetsen op waterveiligheid. • Ruimte voor innovatiemaatregelen.
Ruimte van de ondergrond Er is een toename van activiteiten en functies in de ondergrond en die wordt dan ook steeds voller met kabels en leidingen. Dit vraagt om een visie op de ondergrond, in samenspraak met het Rijk. In toenemende mate zal onderzoek moeten worden verricht naar de effecten van bepaalde activiteiten op de kwaliteit en de veiligheid van de ondergrond, en de gevolgen hiervan voor het milieu en het drinkwater. Concreet: • Opstelling van een structuurvisie van de ondergrond voor een optimaal ondergrondgebruik. • Vergroting van de kennis over de effecten van het gebruik. • Afstemming tussen overheden. • Functies in de ondergrond betrekken bij de ruimtelijke processen. • Behoud van de intrinsieke bodemeigenschappen en van aardkundige en archeologische waarden.
Ruimte voor alternatieve energie Het gebruik van fossiele brandstoffen moet worden teruggedrongen. Het maatschappelijk doel is het bereiken van de landelijke norm van zestien procent duurzame energie in 2020. Er moet daarom ruimte zijn voor alternatieve energie en voor eigen initiatieven van burgers en collectieven van burgers en bedrijven. Er is niet één alternatief, het is en, en, en. Dus geen soort alternatieve energie kan worden gemist. Concreet: • Ruimte voor windenergie volgens de afspraken tussen het Rijk en de provincies. • Ruimte voor innovaties. • Zo veel mogelijk zonne-energie op alle (semi)overheidsgebouwen als voorbeeldfunctie. • Stimuleren van zonne-energie op gebouwen en wegnemen van onnodige regels.
9
10
2
Milieu, klimaat en energie De schepping dient beheerd te worden alsof wij deze in bruikleen hebben. Dat wil zeggen dat we het kwetsbare milieu moeten beschermen en zorg moeten dragen voor de gezondheid van mens en dier. Het milieu mag na aftrek van al onze behoeften niet het sluitstuk zijn. Het milieubeleid dient een integraal onderdeel te zijn van het provinciale beleid, dat regelmatig wordt aangepast aan nieuwe ontwikkelingen. Daarin moeten de factoren omgevingskwaliteit, duurzaamheid, geluid, licht en afvalstoffen aan de orde komen. Hierbij hoort ook het inzetten op een actief communicatiebeleid, zowel richting de bedrijven als richting de burgers. Communicatie is van belang om een persoonlijk verantwoordelijkheidsbesef te bevorderen, het milieu goed te beheren en onnodige verspilling en verontreiniging tegen te gaan. Een geloofwaardig milieubeleid staat of valt met controle en een consequent handhavingsbeleid. Duurzaamheid, leefbaarheid en biodiversiteit moeten sleutelbegrippen zijn van het provinciale milieubeleid. Een duurzaam klimaat- en energiebeleid wordt met kracht voortgezet. Aanpak van hinder bij de bron is effectiever dan bestrijding van de gevolgen. Vanzelfsprekend is het principe ‘de vervuiler betaalt’ van toepassing.
Veilige en schone omgeving Vanaf 2012 zijn de regionale uitvoeringsdiensten actief om namens provincies, gemeenten en waterschappen het toezicht op de milieuregelgeving uit te voeren. Op deze wijze is er sprake van een integraal beleid door één instantie. Het is van groot belang dat het systeem van vergunning, toezicht en handhaving gesloten is. Concreet: Integraal beleid voor vergunning, toezicht en handhaving. Meer draagvlak creëren door de handhaving digitaal inzichtelijk te maken. Beleidsmatige aanpak van de terugdringing van geluidsoverlast. Beleidsmatige aanpak van licht bij nacht.
Luchtkwaliteit Luchtverontreiniging is een problematiek die niet op te lossen is met alleen decentrale maatregelen. Bronbeleid op Europees niveau is de enige juiste aanpak. Op provinciaal niveau beschikt de provincie over een breed instrumentarium om maatregelen te nemen die de luchtkwaliteit verbeteren. Zij beheert de provinciale wegen en is verantwoordelijk voor de concessieverlening van het openbaar vervoer. Ook gaat de provincie over de vergunningen voor (zwaar) milieubelastende bedrijven. Het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) biedt handvatten om dit thema op regionaal niveau te concretiseren. De provincie moet haar coördinerende rol bij knelgevallen in de landbouw of de infrastructuur voortvarend oppakken. Er moet een bereidheid zijn om problemen op te lossen, de landbouw mag niet ‘uitgerookt’ worden. Concreet: Vermindering van de uitstoot van vervuilende stoffen door het stimuleren van duurzame brandstoffen bij het gunnen van concessies aan het openbaar vervoer.
11
Bestrijding van geluidsoverlast door de aanleg en het onderhoud van een duurzaam wegdek.
In 2014 kregen de provincies te maken met de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) . Deze beoogt de achteruitgang van de biodiversiteit in Natura 2000gebieden, die het gevolg is van stikstofdepositie, tot stilstand te brengen. Aan de andere kant wordt er weer ruimte gemaakt voor nieuwe economische activiteiten in de buurt van die gebieden. De provincies zullen de PAS actief en creatief moeten implementeren in hun beleid, zodat én natuur én economie er wel bij varen.
Energiebeleid Verduurzaming van de energievoorziening is primair een nationaal speerpunt, maar werkt door in het provinciaal beleid. Het uitgangspunt daarbij is de Trias Energetica, een strategie met drie stappen: verminder het energiegebruik, maak gebruik van duurzame bronnen en zet fossiele brandstoffen zo efficiënt mogelijk in. De SGP staat vooralsnog terughoudend tegenover het boren naar schaliegas. Pas als het boren aantoonbaar zonder grote risico’s (grondwater, aardbevingen) is, kan het winnen van deze grondstof de moeite waard zijn. Concreet: Toepassing van LED-verlichting langs de wegen. Vermindering van wegverlichting waar dit wat de veiligheid betreft verantwoord is. Gebruik van wegen als asfaltcollector voor warmte. Stimuleren van het gebruik van wind, zon, aardwarmte, enz. Eindbeeld moet zijn: een energieneutrale provincie. Betere benutting van bermgras als grondstof voor vezels, biogas of biochemicaliën.
Duurzame energie: Windmolens in Drenthe De SGP is groot voorstander van alle vormen van duurzame energie. Als ‘rentmeester van de aarde en de Drentse samenleving’ is het een van de belangrijkste issues van de SGP. En daarom ook een van de belangrijkste items van de Drentse burger! Duurzaamheid, hart voor de natuur en oog voor een gezond en schoon milieu zijn onderwerpen die bij ons hoog in het vaandel staan! Het gaat de SGP niet om een enkele vorm van duurzame energie, alsof die ene vorm het alles is! Nee, wanneer windenergie geen plaats zou krijgen in Drenthe, moeten we onderzoeken welke vorm dan wel geschikt is en doorgang kan hebben. De SGP vindt het belangrijk dat er een breed draagvlak is onder de Drentse bevolking en er een goede locatie gevonden kan worden voor windmolens. Laten we luisteren naar de bevolking en samen kijken naar wat het meest geschikt is. Wanneer er geen breed draagvlak is, laten we dan het gesprek aangaan met de tegenstanders, wie weet hebben zij goede initiatieven of ideeën voor welke vorm van duurzame energie dan ook! Laten we hen vragen wat ze willen! Windenergie prima (in de vorm van windmolens), maar niet ten koste van alles! Want zeg nu zelf, niemand zit toch te wachten op een hoge windmolen in zijn achtertuin? De SGP omarmt initiatieven van burgers in Drenthe wanneer ze suggesties hebben voor allerlei duurzame ideeën. Constructief opstellen, meedenken en meehelpen in de uitvoering zijn de pijlers waar de SGP duurzaam op drijft.
12
Voorbeeldfunctie provincie De provincie moet op het gebied van duurzaamheid het goede voorbeeld geven. Niet alleen het beleid, maar ook de eigen bedrijfsvoering dient duurzaam te zijn. Dat vertaalt zich zo veel mogelijk in de onderstaande concrete maatregelen. Concreet: • De provincie houdt een energieneutrale bedrijfsvoering. • Duurzame inkoop en aanbesteding van goederen en diensten. • Vermindering van het papierverbruik door digitalisering. • Dienstauto’s rijden op milieuvriendelijke brandstof of elektriciteit. • Voldoende vulpunten voor alternatieve brandstof voor auto’s.
13
14
3
Vitaal platteland Als gebiedsregisseur gaat de provinciale overheid over het landelijk gebied. Dit betekent een balans zoeken tussen landbouw, natuur, recreatie, milieukwaliteit en sociaaleconomische vitaliteit. Een balans tussen (land)bouwen en bewaren. Het door de provincie gemaakte beleid wordt door gemeenten lokaal vertaald en uitgevoerd, samen met maatschappelijke organisaties. De provincie ziet toe op de kwaliteit van het uitgevoerde beleid.
Landbouw Nederland loopt voorop op landbouwgebied en behoort wereldwijd tot de top als het gaat om de kwaliteit van producten, innovatie en productiviteit. Dat betekent veel kennis en werkgelegenheid, maar ook een intensieve landbouw met een hoge opbrengst per eenheid / hectare. Ruimte voor het boerenbestaan moet vanzelfsprekend zijn. Een platteland zonder agrarische sector wordt een wildernis, zonder noemenswaardige voedselproductie voor de inwoners van Nederland. Regelgeving die de agrarische bedrijfsvoering onnodig belemmert, moet worden vereenvoudigd of afgeschaft. Er is aandacht nodig voor nieuwe vormen en verbreding van bedrijfsvoering, zoals een combinatie van landbouw met recreatie. De regelgeving moet hier niet onnodig belemmerend zijn. Uitbreiding van bouwblokken moet mogelijk blijven, ook om de verduurzaming van de agrarische sector meer kansen te geven. Concreet: • Afschaffing of vereenvoudiging van regelgeving die de agrarische bedrijfsvoering onnodig belemmert. • Combinatie van bedrijfsvoering moet mogelijk zijn. • Uitbreiding van bouwblokken moet mogelijk blijven.
Natuur De natuur is noodzakelijk voor het in stand houden van de soortenrijkdom aan flora en fauna. Tevens is de natuur van belang voor het welzijn van mensen. Recreatie, op welke manier dan ook, hangt vaak samen met het beleven van de natuur. Het is van belang de waarde van de natuur te kennen en te weten welke planten en dieren er leven. Met een effectief onderhoud kunnen de natuurgebieden in stand gehouden worden. Natuur is niet alleen te vinden in (Natura 2000)natuurgebieden, maar ook daarbuiten: in steden, op industrieterreinen en op het platteland. Met meer kennis van de natuurwaarde van nietnatuurgebieden kan de provincie bij bijvoorbeeld vrijwillige ruilverkavelingen en infrastructurele projecten rekening houden met de natuur. Kennis van de natuur kan er bovendien toe leiden dat de natuurwaarde van het platteland, de bebouwde omgeving en industrieterreinen toeneemt, doordat mensen zich bewuster zijn van hun omgeving en met eenvoudige maatregelen meer rekening houden met de natuur. Concreet: • Natuurbeheer effectief uitvoeren met meetbare doelen (biodiversiteit, instandhoudingsdoelen). • Natuurwaarde van niet-natuurgebieden inzichtelijk maken.
15
•
Bij natuurbeheer hebben agrariërs de voorkeur boven gesubsidieerde organisaties.
Ruimtelijke kwaliteit Ruimtelijke kwaliteit en volksgezondheid hangen nauw samen. Bouwen en bewaren betekent ook scherp toezien op de kwaliteit van de natuur, de geschapen planten en dieren en de leefomgeving. Bij elke ontwikkeling (investeringen, vergunningverleningen) moet nagegaan worden wat het effect is op het milieu, en moeten maatregelen genomen worden om aantasting van het milieu en de leefomgeving te voorkomen. Dit betekent een streng maar duidelijk milieubeleid voor bedrijven. Waar de provincie verantwoordelijk is voor de handhaving moeten er fysieke (onaangekondigde) controles zijn bij bedrijven. Dit betekent ook scherpe keuzes maken als het gaat om investeringen door de provincie zelf, zoals in de infrastructuur. Bij niet te compenseren schade aan het milieu gaat een investering niet door. De provincie moet inzetten op het verbeteren van het vestigingsklimaat voor bedrijven, door meer ruimte te creëren binnen de bestaande regels. Het aanleggen van stevige bufferzones rond grote bedrijventerreinen zorgt voor minder geluids- en stofoverlast voor de omgeving en voor meer milieuruimte binnen het bedrijventerrein. Concreet: • Vergroting van de milieuruimte rond bedrijventerreinen door de aanleg van bufferzones. • Bij niet te compenseren schade aan het milieu gaat een investering niet door.
Sociaaleconomische vitaliteit De sociaaleconomische vitaliteit van het platteland hangt nauw samen met de bereikbaarheid (openbaar vervoer), de vergrijzing, het voorzieningenniveau en de bijdrage van het platteland aan de lokale economie. De provincie is verantwoordelijk voor het openbaar vervoer op het platteland en dient dus zorg te dragen voor een aantrekkelijk openbaarvervoernetwerk. Dit is ook van belang om een bepaald voorzieningenniveau in stand te houden, mensen moeten er immers wel kunnen komen. Bij voorzieningen ligt de rol van de provincie meer op het signaleren en verbinden, omdat voorzieningen binnen de bebouwde kom onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten vallen. De provincie kan de bijdrage van het platteland aan de economie sterk beïnvloeden: door goede (fiets/vaar)verbindingen kan zowel de lokale als de regionale economie profiteren van recreatie en toerisme, zeker in combinatie met (te beleven) natuur. Concreet: • Aantrekkelijk openbaar vervoer, waar mogelijk gekoppeld met Wmovervoer en schoolvervoer. • Behoefte aan voorzieningen signaleren en verbinden. • Goede verbindingen op het platteland voor recreatie en toerisme.
Recreatie Recreatie en toerisme is een sector die op het platteland voor veel inkomsten kan zorgen, maar ook voor veel overlast. Het is continu zoeken naar de balans daartussen. Recreanten komen voor rust en beleving, en hiervoor is de toegankelijkheid van de natuur belangrijk. Dat kan samengaan, mits duidelijk is wat waar mag en kan. De SGP is voorstander van niet-intensieve recreatie. De provincie moet in haar omgevingsbeleid duidelijke keuzes maken, zodat iedereen weet waar hij of zij
16
aan toe is. Duidelijkheid geeft bedrijven ook de mogelijkheid om investeringen te plannen. Concreet: • Niet-intensieve recreatie. • Duidelijke keuzes in het omgevingsbeleid.
17
18
4
Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer Een van de kerntaken van de provincie is het bevorderen van de regionale bereikbaarheid en het regionaal openbaar vervoer. Alhoewel de provincie op deze gebieden zeker niet de volledige verantwoordelijkheid draagt, heeft zij hierbij wel een belangrijke taak: het verbinden van partijen en overheden en het aanjagen van processen die het genoemde doel dienen. Daarnaast heeft de provincie de taak om de centrale regie te nemen in de uitvoering van werkzaamheden rond provinciale wegen, rond vaarwegen en rond het openbaar vervoer. Knelpunten zijn onder andere de toenemende druk op het wegennet en de risico’s op het gebied van de verkeersveiligheid.
Verkeersveiligheid De provincie is verantwoordelijk voor de provinciale wegen. Juist op deze wegen gebeuren niet zelden ernstige ongelukken. Het uitgangspunt bij de aanleg en het onderhoud van provinciale wegen dient de optimale veiligheid van alle weggebruikers te zijn. De infrastructuur dient niet alleen voldoende te zijn, maar ook optimaal veilig. Het provinciale wegennet moet daarop steeds kritisch worden bezien en waar nodig onder handen genomen. Locaties waar veel ongelukken voorkomen, moeten met spoed worden aangepakt. Concreet: Ruim baan voor fietsers, onder andere door de aanleg van fietssnelwegen. Optimalisering van de verkeersveiligheid.
Verkeersdrukte De toenemende druk op het wegennet wordt veroorzaakt door woonwerkverkeer en recreatief verkeer. Naast de fileproblematiek speelt voor de SGP ook het milieuaspect mee: de schepping ondervindt schade van de toenemende verkeersdrukte. Het is dan ook een belangrijke taak van de provincie om carpoolen, het ‘Nieuwe Werken’ en het gebruik van het openbaar vervoer zo veel mogelijk te stimuleren en zelf in de praktijk te brengen. De provincie stimuleert het carpoolen door de aanleg van carpoolplaatsen te ondersteunen. Daarnaast is de verkeersdoorstroming een belangrijk punt. Fileknelpunten dienen voortvarend opgelost te worden. Om op een goede wijze gestalte te geven aan haar opdracht, dient de provincie haar infrastructuur ook op de lange termijn op orde te hebben. Daarbij moet goed overwogen worden of de hoeveelheid asfalt past bij het verkeersaanbod. Alhoewel de provincie voorzichtig moet omgaan met het principe ‘meer meters asfalt’, moet deze oplossing indien nodig zeker niet geschuwd worden. Concreet: Rondwegen om de dorps- en stadskernen te ontzien. Optimaal gebruiksgemak bij het carpoolen (oplaadpunten, fietsenstalling). Opzet en uitbreiding van P&R-voorzieningen. Vergroting van de asfaltcapaciteit.
19
Openbaar vervoer Openbaarvervoervoorzieningen dienen goed te zijn, zowel de regiotaxi op het platteland als de lijndienst voor het overige streekvervoer. Ook bedrijventerreinen dienen bij voorkeur met het openbaar vervoer bereikbaar te zijn en te blijven. Voor de SGP is de sociale veiligheid in het openbaar vervoer een essentiële voorwaarde voor een goed functioneren van de voorzieningen. Daarnaast moet het openbaar vervoer ook ingezet worden om mindervaliden op een goede wijze vervoer te bieden. Rolstoeltoegankelijk openbaar vervoer is daarom een absolute must. De provincie moet het doelgroepenvervoer voor de Wmo op een goede wijze coördineren en ter hand nemen. Concreet: Optimale toegankelijkheid van het openbaar vervoer. Goede communicatie en afstemming van openbaar vervoervoorzieningen. Absolute toegankelijkheid van het openbaar vervoer voor mindervaliden.
Binnenvaart De provincie heeft ook als taak om de binnenvaart zo veel mogelijk te faciliteren. Hierbij kan worden gedacht aan goede havenfaciliteiten, maar ook aan zo veel mogelijk stroom- en watervoorzieningen voor binnenvaartschepen die aanleggen. Bestaande laad- en losplaatsen dienen in stand gehouden en zo nodig verbeterd te worden. Concreet: Optimalisering van de waterwegen. Optimaal faciliteren van de binnenvaart.
20
21
5
Regionale economie Een gezonde en sterke (regionale) economische ontwikkeling is onmisbaar. De taak van de provincie is primair het scheppen van goede voorwaarden en ruimte waarin het bedrijfsleven zich op een verantwoorde wijze kan ontwikkelen. Dit is noodzakelijk voor voldoende werkgelegenheid en leefbaarheid. De Bijbelse opdracht van rentmeesterschap waarin eenieder zijn verantwoordelijkheid vorm en inhoud kan geven, moet daarin tot zijn recht komen. De overheid heeft als taak duidelijke grenzen te stellen. Geen onnodig ruimtebeslag, geen uitbuiting van de aarde en geen roofbouw op toekomstige generaties. De SGP is tegenstander van de 24 uurs economie en voorstander van een werkweek waarin de zondag als rustdag wordt geëerbiedigd. De samenleving moet haar collectieve rustmomenten koesteren en bevorderen om het sociale gezinsleven te stimuleren. Een innovatief en groeiend bedrijfsleven is de opdracht van iedere ondernemer. De provincie schept geen werk, noch houdt bedrijven staande. De taak van de provincie is het scheppen van goede voorwaarden waarin het bedrijfsleven zijn plaats heeft en zich goed kan ontwikkelen. Ook als regisseur in het samenbrengen van het onderwijs en het bedrijfsleven kan zij een taak hebben. Concreet: • Werken aan een goed ondernemers- en vestigingsklimaat. • Aansluiting op het topsectorenbeleid van het Rijk. • Verduurzaming en toepassing van de ladder van duurzame ontwikkeling. • Minder en/of eenvoudiger regels en snelle vergunningverlening bevorderen. • Toezicht op de wet- en regelgeving door een adequaat handhavingsprogramma afgestemd op de verantwoordelijkheid van het bedrijf. • Benutting van Europese fondsen.
Bedrijven en behoeften Van belang is dat de ruimtelijke inrichting door de provincie mogelijkheden biedt voor een verantwoorde ontwikkeling van het bedrijfsleven zonder onnodige belemmeringen. Er is soms een onevenwichtigheid in de geboden ruimte voor bedrijven en vooral voor kantoren. Daar waar de ruimte te groot is zal deze teruggebracht moeten worden ten gunste van daar waar uitbreiding is gewenst. Ook zullen er afspraken moeten worden gemaakt waar welke bedrijvigheid wordt geaccommodeerd. In het landelijk gebied moet ruimte zijn voor lokaal gewortelde bedrijvigheid. Gelet op hun vaak grote sociale betrokkenheid moeten er ontwikkelingsmogelijkheden zijn voor de betreffende bedrijven. Concreet: • Aandacht voor de kwaliteit van terreinen en tegengaan van verrommeling en leegstand. • Regionale afstemming van bedrijvigheid. • Meer functioneel gebruik van bedrijventerreinen en waar mogelijk meerlaags bouwen, inclusief parkeergelegenheid.
22
• •
Door transitie inspelen op de veranderingen in de ruimtebehoefte. Bedrijvigheid stimuleren en de initiatieven van bedrijven, kennisinstellingen en overheden bundelen.
Bedrijven en infrastructuur De mobiliteit van personen en goederen moet goed geregeld zijn. Belangrijk is een integraal beleid waarbij kantoren goed bereikbaar zijn met het openbaar vervoer en bedrijventerreinen goed zijn aangesloten op een wegeninfrastructuur die zo min mogelijk door bewoond gebied loopt. Er dient voldoende ruimte te zijn voor bedrijven aan het water. Om het vervoer over het water optimaal te kunnen benutten moeten hiervoor terreinen komen of gereserveerd worden. Concreet: • Goede ontsluiting van bedrijven op de infrastructuur, zoals wegen, spoor, water en openbaar vervoer. • Ruimte voor watergebonden bedrijvigheid en overslag.
Detailhandel De detailhandel bevindt zich in moeilijke omstandigheden. Dit wordt niet alleen veroorzaakt door de economische crisis, maar ook door de grote veranderingen in het koopgedrag, denk daarbij aan internetwinkelen. Een florerende middenstand is niet alleen van essentieel belang voor de leefbaarheid van stads- en dorpscentra, maar ook voor de leefbaarheid van dorpsgemeenschappen. De winkels moeten in de centra geconcentreerd blijven. Dit kan vergrijzing van kleine kernen tegengaan. Concreet: • Concentratie van de detailhandel in de binnensteden en dorpen. • Volumineuze goederen op beperkt aangewezen terreinen, bij voorkeur niet ver van de centra. • Het bouwen van outlet- en andersoortige weidewinkels tegengaan, met name bij kleine kernen en in het buitengebied.
Land- en tuinbouw De land- en tuinbouw vormt een belangrijke sector die in de crisis overeind is gebleven. De agrarische sector levert een zeer essentiële bijdrage op het gebied van de export en is van belang voor de voedselvoorziening; niet alleen voor ons land, maar ook voor de wereldbevolking. Concreet: • Bevordering van de onderzoeksmogelijkheden en de toepassing van nieuwe technologieën. • Aandacht voor het milieu, verduurzaming en dierenwelzijn. • Ruimte voor de landbouw in al zijn facetten. • Ruimte en aandacht voor gezinsbedrijven. • Hergebruik van bestaande boerderijen gaat boven nieuwbouw. • Voldoende ruimte voor kwalitatieve ontwikkelingen van de Agroclusters.
23
Onderwijs en arbeidsmarkt Het onderwijs en de arbeidsmarkt sluiten niet goed op elkaar aan. Bedrijven kunnen onvoldoende gekwalificeerde mensen aantrekken, voornamelijk technisch personeel. De provincie kan zich inzetten om een bijdrage te leveren aan het samenbrengen van onderwijs en arbeidsmarkt. Concreet: • Samenbrengen van het bedrijfsleven, het onderwijs en het onderzoek. • Vakmanschap behouden en blijven ontwikkelen, ook bedrijfsopleidingen door de bedrijven zelf stimuleren. • Participatie van achterstandsgroepen bevorderen. • Stimuleren van stageplaatsen.
Toerisme Het toerisme draagt bij aan de economische ontwikkeling en is van belang voor onder andere de detailhandel en de horeca. De provincie kan het toerisme bevorderen en het verbinden met recreatie. Concreet: • Samenbrengen van het toerisme, de horeca en de detailhandel. • Aanwezige natuur en recreatie gebruiken voor de versterking van het toerisme.
24
25
6
Culturele infrastructuur en monumentenzorg Cultuur en kunst verrijken het leven. De creatieve bron en de gaven die God aan mensen schenkt, dienen tot ontplooiing te worden gebracht. De provincie dient dan ook verantwoorde kunstuitingen te bevorderen, waarbij zedelijke normen en waarden de randvoorwaarden zijn. De provincie moet met name oog hebben voor kleinschalige amateurkunst en cultuur (te denken valt aan taal, klederdracht, orgelcultuur, e.d.).
Cultureel erfgoed De SGP hecht veel belang aan het behoud en de benutting van ons cultureel erfgoed (monumenten, cultuurlandschappen, voorwerpen, enz.). Het is belangrijk dat dit erfgoed zowel fysiek als digitaal goed toegankelijk is. Concreet: Musea moeten laagdrempelig zijn en archeologische vondsten toegankelijk voor een breed publiek. Vorming van ketens van culturele attracties is een goede manier om het monumentenbeleid te versterken.
Cultuureducatie De SGP vindt het belangrijk om de cultuurhistorie breed uit te dragen. Een land dat zijn geschiedenis niet kent heeft geen toekomst. Het is belangrijk om de geschiedenis van de provincie ook bij de jeugd onder de aandacht te brengen. Ook bibliotheken vragen betrokkenheid van de provincie. Deze culturele voorzieningen zijn onmisbaar voor een toegankelijke informatievoorziening. De SGP wijst het aanbod van producten die strijdig zijn met Gods Woord af. Concreet: Ontwikkeling van lesbrieven voor scholen over de geschiedenis van de provincie.
Kunst en cultuur
De SGP in Drenthe vindt het belangrijk dat de Drentse kunst en cultuur behouden blijft. Daarnaast zijn er ook veel kunstenaars en ‘cultuurproducers’ actief in Drenthe. We willen graag onze financiële steun geven in de vorm van projectsubsidies. Deze zijn in principe eenmalig en zullen beoordeeld worden door ons op basis van wat verantwoord is. (overeenkomstig de Bijbelse normen en waarden) Ook zal na een bepaalde tijdsperiode moeten blijken wat de kunst- en/of cultuuruiting/het kunstinitiatief oplevert. Er zal sprake moeten zijn van gedegen exploitatie en rendabiliteit. Kunst en cultuur: Behouden wat goed is, overboord gooien wat niet functioneert en Drenthe niet voldoende oplevert, investeren in nieuwe, interessante, verantwoorde en exploitabele kunst- en cultuuruitingen! We sluiten niet op voorhand van alles uit, maar zullen elk initiatief naar eigen merites/ op kwaliteit beoordelen.
26
beoordelen.
27
7
Kwaliteit van het openbaar bestuur Voor de SGP is de overheid ‘Gods dienares’, een door God gegeven instrument om het land te besturen. In Nederland kennen wij daarbij de rechtstaat, een groot goed waarop we zuinig moeten zijn. Dit houdt in dat de overheid zelf voor haar regels staat en daar rechtvaardig de hand aan houdt. Het zorgen voor orde en veiligheid en het bevorderen van recht en gerechtigheid is hiermee de kerntaak van de overheid. De burgers in de provincie moeten kunnen rekenen op vertegenwoordigers die staan voor hun zaak, betrouwbaar en integer zijn. Alleen zo kan de burger vertrouwen hebben in het bestuur. Een betrouwbare overheid is in de ogen van de SGP ook een overheid die vanuit een vast principe handelt. Politici dienen te handelen uit het besef een ambt te bekleden en om die reden een voorbeeldfunctie te hebben. Hun integriteit mag niet ter discussie staan. Dit geldt eveneens voor de ambtenaren. Daarnaast dient hun klantvriendelijkheid optimaal te zijn. De SGP kiest in de politiek altijd voor een constructieve opstelling. Wij willen niet onnodig denken in de tegenstelling oppositie-coalitie. Elk voorstel dient op zijn merites beoordeeld te worden. De SGP zou in de periode 2015-2019 graag zien dat zowel Provinciale Staten als Gedeputeerde Staten investeren in een open bestuurlijke cultuur. Dit maakt het mogelijk om samen te werken aan een betere en mooiere provincie, alhoewel beide hun eigen verantwoordelijkheid en bestuurlijke positie hebben. Bestuurlijk partnerschap en bestuurlijke samenwerking juicht de SGP zeer toe. Waar nodig moeten de handen in elkaar worden geslagen en moeten de zaken gezamenlijk worden aangepakt. In principe staat de SGP negatief tegenover bestuurlijke herindeling of opschaling, tenzij het op basis van een vrijwillige keuze is. Dit geldt zeker ook voor provincies. Differentiatie tussen provincies is voor de SGP namelijk een belangrijk uitgangspunt. Het profiel van de provincie is immers afhankelijk van de specifieke problematiek en fysieke omstandigheden in de regio. Concreet: Geen nieuwe bestuurlijke structuren, maar een provincie met heldere kerntaken. De provincie is de bondgenoot van gemeenten en betrekt deze maximaal bij het beleid. De provincie draagt zorg voor de behartiging van belangen, ook richting het Rijk en de Europese instellingen.
Regionale omroepen De laatste jaren is er op de regionale omroepen veel bezuinigd. De SGP vindt dit een goede zaak, maar is wel van mening dat de regionale omroepen van belang zijn voor het zelfbewustzijn van de regio. De gelden van de (provinciale) overheid moeten dan ook zodanig zijn dat de functie van de verbreiding van regionaal
28
nieuws voldoende in stand kan blijven. De regionale omroepen dienen ook de functie van rampenzender te hebben, een belangrijke taak in geval van nood.
Sport en beweging (breedtesport) Drenthe leeft en beweegt! De SGP is voorstander van sport en beweging. Topsport willen we niet, omdat het een vorm van roofbouw is dat je pleegt op je lichaam. Vanuit Bijbelse normen en waarden willen we juist investeren in amateursport/breedtesport. Bewegen is gezond. Bewegen scherpt je geest. Als SGP denken we mee hoe we de Drenten in beweging kunnen houden en mensen kunnen aansporen tot een gezonde manier van bewegen. Het gaat om u! Het gaat om betaalbare sportvormen voor iedereen! Daarom zijn we tegen topsport, omdat dit gaat over een select gezelschap die op hoog niveau sport. Dit is maar voor zo weinig mensen weggelegd. De SGP pleit voor een subsidiestop voor topsportevenementen en ziet het liefst helemaal geen topsportevenementen in Drenthe. Juist in tijden van crisis is het beter te investeren in dat wat noodzakelijk is voor Drenthe (zorg, onderwijs, goede infrastructuur). Eenmalige, tijdelijke subsidies voor bewegingsinstanties, clubs, verenigingen e.d. sluiten we niet uit. Sporten op zondag is voor de SGP een hot issue: Dit willen we niet! De zondag is de rustdag voor iedere Drent. De SGP ziet een controlerende, voorwaardenscheppende en faciliterende rol weggelegd voor de provincie alsmede een ondersteunende rol richting de gemeentelijke politiek als het gaat om bewegen en breedtesport.
Europa Een onderdeel van de hierboven genoemde bestuurlijke samenwerking is de samenwerking op Europees niveau. Vanuit het Interprovinciaal Overleg (IPO) vinden op dit gebied vele activiteiten plaats en gestructureerd per onderwerp vindt op Europees niveau beleidsmatig overleg plaats. De SGP staat niet afwijzend tegenover dit schaalniveau van samenwerking, maar is van mening dat het nut moet opwegen tegen de kosten. Voordat overleg op deze schaal wordt aangegaan, moet helder zijn dat het voldoende concrete resultaten oplevert voor de provincie. Concreet: Samenwerking op Europees niveau, mits het belang van de provincie hiermee direct gediend is.
Financiën Het uitgangspunt voor een degelijk financieel beleid dient een sluitende meerjarenbegroting te zijn. Het totale inkomsten- en uitgavenpakket van de provincie dient ook altijd financieel in balans te zijn én beleidsmatig doordacht en verantwoord. De doelmatigheid van de uit te geven gelden moet voortdurend getoetst worden aan vier aspecten: (wettelijke) noodzakelijkheid, nuttigheid, waterschappen en wenselijkheid. De provinciale overheid moet als een goed rentmeester op een verantwoorde manier omgaan met haar gelden. Concreet: Vertaling van het provinciaal beleid in SMART-geformuleerde indicatoren. Sober financieel beleid om de lasten voor de burger zo laag mogelijk te houden.
29
Bij dreigende tekorten eerst zoeken naar bezuinigingen en richten op de kerntaken.
Meerjarenbegroting Voor het opstellen van een sluitende meerjarenbegroting dient het voorgenomen provinciaal beleid in SMART-geformuleerde (dus specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdgebonden) indicatoren te worden vertaald. Deze zijn: wat willen we bereiken (uitkomst), wat gaan we ervoor doen (prestaties) en wat mag het kosten. Deze indicatoren gelden als kaderstellend en op basis daarvan wordt in de rapportages verantwoording afgelegd. Bij dit beleid behoort voor de bewaking een deugdelijk financieel controlesysteem. Hierbij hoort ook de vraag of de provinciale organisatie efficiënt en effectief werkt. Concreet: Structureel sluitende meerjarenbegroting. Deugdelijke onderbouwing van reserves en voorzieningen, geen lasten naar de toekomst. Goed financieel controlesysteem.
Belastingen Bij het vaststellen van de provinciale leges en de opcenten op de motorrijtuigenbelasting dient volgens de SGP het uitgangspunt te zijn dat deze hooguit trendmatig verhoogd mogen worden, bij voorkeur met een maximum van het inflatiepercentage. Bij tekorten moet eerst gezocht worden naar bezuinigingsmaatregelen en mogen met name de opcenten op de motorrijtuigenbelasting niet functioneren als melkkoe.
Subsidies Subsidies vanuit de provincie aan instellingen zijn naar hun aard aanvullend op andere inkomstenbronnen. Bij voorkeur dient gekozen te worden voor budgetfinanciering met concrete prestatieafspraken. Jaarlijks vindt verantwoording plaats over de verstrekte subsidies en bereikte resultaten. Hieruit volgt dat volgens de SGP in principe geen langjarige subsidierelaties dienen te worden aangegaan, alhoewel de continuïteit van organisaties daarbij niet uit het oog moet worden verloren. De subsidies worden zo mogelijk jaarlijks geëvalueerd en getoetst op doelmatigheid en doeltreffendheid. Het systeem van ‘projectsubsidies’ en van ‘horizonfinanciering’ past hier het beste bij. Concreet: Subsidies moeten bijdragen aan de provinciale doelen. Subsidies worden zo mogelijk jaarlijks geëvalueerd op nut en noodzaak. Identiteitsgebonden instellingen worden net zo behandeld als algemene instellingen.
Waterschappen De SGP wil de betekenis van de waterschappen onderstrepen. Het is immers van groot belang dat de waterhuishouding op orde is. Belangrijk is dat de relatie tussen de waterschappen enerzijds en de provincies anderzijds optimaal is. De provincie dient haar taak richting de waterschappen op een goede en constructieve wijze op te pakken, met respect voor de autonomie van de waterschappen.
30