2 Doelstellingen Unit 2 Het thema van deze unit is ‘food’ (voedsel). De leerlingen gaan leren hoe ze een maaltijd kunnen bestellen in een restaurant en hoe ze een menukaart kunnen lezen. Ze komen van alles te weten over eten. Lesdoelen Aan het einde van de unit kunnen de leerlingen: beleefd iets vragen en beleefd antwoord geven op een verzoek. woorden met een korte en lange /oe/ in woorden als juice en would correct uitspreken. vragen wat iemand heeft gegeten. het werkwoord to do in zinnen gebruiken. een maaltijd bestellen in een restaurant. Aan het einde van de unit kennen de leerlingen woorden in de woordvelden: • restaurant • eten en drinken • ontbijt • lunch • avondeten • voorgerecht, hoofdgerecht, toetje Aan het einde van de unit kennen de leerlingen: het verschil tussen een korte en lange /oe/ in woorden als juice en would. de vervoeging van het werkwoord to do in de tegenwoordige en verleden tijd.
15 9006625714_selfcover.indd 15
27-07-2009 13:14:40
2
1
Inhoud De leerlingen denken na over Engelse woorden voor eten en drinken die ze kennen, ze kijken naar een filmpje over een familie in een restaurant en lezen een Engelse menukaart. Lesdoelen De leerlingen kunnen: informatie over allerlei soorten eten uit een filmpje, muziekclip en leestekst opnemen en hier een paar vragen over beantwoorden. Materiaal Digibord unit 2 les 1 Werkboek pagina 24 – 27 Organisatie onderdeel Introductie Kern
tijd 10 min. 8 min. 7 min. 8 min. 7 min.
Afsluiting
10 min.
De leerlingen kennen: de woorden: starter, main course, dessert, to be hungry, to be thirsty, a cup of tea, soup, waiter, menu, food.
Antwoordenboek pagina 24 – 27 Kopieerblad 2.01
activiteiten Introductie thema - werkboek 1 Film - werkboek 2 Muziekclip - werkboek 3 Leestekst - werkboek 4 Spreekoefening - werkboek 5 - werkboek 6 Taalspel
Lesverloop Introductie Start de les op het digibord. Lenny introduceert het thema ‘food’. Ze kondigt de introductieactiviteit aan. Voor de leerlingen staat de uitleg in het werkboek bij opdracht 1, pagina 24. De leerlingen hebben in tijdschriften en reclameblaadjes naar Engelse woorden en plaatjes over eten en drinken gezocht. Vraag bij een paar plaatjes: What is it? Is it food or a drink? When do you eat or drink it? Bespreek ook de betekenis van de woorden. Sommige woorden zijn hetzelfde, maar betekenen iets anders. Chips bijvoorbeeld betekent in het Engels patat, terwijl wat wij chips noemen in het Engels crisps is. Laat de leerlingen de plaatjes op een groot vel papier plakken en er de Engelse woorden bij schrijven.
met wie - digijuf Lenny - groepsleerkracht - digijuf Lenny - digijuf Lenny - digijuf Lenny - digijuf Lenny - groepsleerkracht - groepsleerkracht
Kern Film Lenny vertelt de leerlingen dat ze naar een filmpje over Mick, Merron, Mick’s moeder en haar partner in een restaurant gaan kijken. De leerlingen zien en horen een kijk/luistervraag waarop ze het antwoord moeten vinden. Dit antwoord kruisen ze na het filmpje aan in hun werkboek bij opdracht 2, pagina 24. Door op de verderknop te klikken, hoort u het antwoord van Lenny. Vraag: What is the surprise? Antwoord: The surprise is that the cake is exploding.
16 9006625714_selfcover.indd 16
27-07-2009 13:14:40
2 Muziekclip Lenny vertelt de leerlingen dat ze naar het lied No thank you over eten gaan luisteren en kijken. De leerlingen horen een luistervraag waarop ze het antwoord moeten vinden. Dit antwoord kruisen ze na de clip aan in hun werkboek bij opdracht 3, pagina 24. Door op de verderknop te klikken, hoort u het antwoord van Lenny. Vraag: What is their favourite food? Antwoord: Their favourite food is pancakes with chocolate sauce.
Leestekst Lenny vertelt de leerlingen dat ze de tekst van een menukaart gaan lezen. De tekst wordt tevens voorgelezen. De leerlingen horen een luistervraag waarop ze het antwoord moeten vinden. Dit antwoord kruisen ze na het lezen van de tekst aan in hun werkboek bij opdracht 4, pagina 25. Door op de verderknop te klikken, hoort u het antwoord van Lenny. Vraag: What do you think the text is about? Antwoord: The text is about food from different countries.
1 Spreekoefening Lenny vertelt de leerlingen dat ze naar een gesprekje gaan luisteren. Hierna spreken de leerlingen de zinnen een voor een na. De zinnen staan ook in het werkboek bij opdracht 5, pagina 26. Vervolgens spelen de leerlingen bij opdracht 6, pagina 26, een woordspel. Daarbij gebruikt u kopieerblad 2.01. U verdeelt de kaartjes met plaatjes van eten en drinken over de leerlingen. Vertel dat ze hun plaatje niet aan elkaar mogen laten zien. Elk plaatje komt ten minste twee keer in de klas voor. De leerlingen zoeken de leerling met hetzelfde plaatje. Daarbij vragen ze aan elkaar: Would you like ... Ze antwoorden: Yes, please of No, thank you. U kunt deze zinnen als geheugensteun op het bord schrijven. Door op de verderknop te klikken, start u Lenny weer.
Afsluiting Lenny sluit de les af en vertelt de leerlingen dat ze nog een afsluitende oefening met u gaan doen. Vertel de leerlingen dat ze in de restauratiewagen van de trein zitten. Daar gaan ze eten. Alleen beginnen ze vandaag met het toetje. Het menu is: ice cream – jam and biscuits – cheese and onions – fries and steak – soup. U herhaalt met de leerlingen het menu, steeds sneller. Laat de leerlingen er zelf achter komen dat het klinkt als een in beweging komende trein. Laat ze het woord soup hoog uitspreken, zodat het klinkt als een stoomfluit.
17 9006625714_selfcover.indd 17
27-07-2009 13:14:41
2
2
Inhoud De leerlingen bekijken een filmpje over een restaurant. Ze luisteren naar een luistertekst over een gesprek in een restaurant. Ze leren het lied. Lesdoelen De leerlingen kunnen: informatie over eten en drinken in een restaurant uit een filmpje, luistertekst en muziekclip opnemen en hier een paar vragen over beantwoorden. beleefd iets vragen en beleefd antwoord geven op een verzoek. meezingen met een lied over eten. Materiaal Digibord unit 2 les 2 Werkboek pagina 28 – 31 Organisatie onderdeel Introductie Kern
tijd 10 min. 8 min. 15 min.
7 min. Afsluiting
10 min.
De leerlingen kennen: de woorden: vegetables, pork chop, meatball, steak, spinach, cauliflower, tomato, potato, salmon, shrimp.
Antwoordenboek pagina 28 – 31 Kopieerblad 2.10
activiteiten Introductie les - werkboek 1 Film - werkboek 2 Luistertekst - werkboek 3 en 4 - uitleg taalregel/taalfunctie - werkboek 5 en 6 Muziekclip - werkboek 7 Lied zingen
Lesverloop Introductie Start de les op het digibord. Lenny introduceert de tweede les van het thema ‘food’. Ze kondigt de introductieactiviteit aan. Voor de leerlingen staat de uitleg in het werkboek bij opdracht 1, pagina 28. Laat afbeeldingen zien van de volgende veertien woorden en spreek ze uit: cauliflower, cup of tea, salmon, shrimp, apple, coffee, spinach, tomato, mushrooms, French fries, onion, potato, meatball en pork chop. Kijk indien u twijfelt over de uitspraak op de uitspraaksite acapela-group. Verwijder de afbeeldingen en laat de leerlingen in het werkboek aankruisen welke woorden zij hebben gezien en gehoord. U kunt het spel ook anders spelen. Leg een aantal plaatjes neer en laat de
met wie - digijuf Lenny - groepsleerkracht - digijuf Lenny - digijuf Lenny - groepsleerkracht - digijuf Lenny - groepsleerkracht
leerlingen ze onthouden. Haal terwijl de leerlingen niet kijken een plaatje weg en vraag vervolgens welk woord ontbreekt.
Kern Film Lenny vertelt de leerlingen dat ze nog een keer naar het filmpje over Mick, Merron, Mick's moeder en haar partner in een restaurant gaan kijken. De leerlingen zien en horen een andere kijk/luistervraag waarop ze het antwoord moeten vinden. De antwoorden kruisen ze na het filmpje aan in hun werkboek bij opdracht 2, pagina 28. Door op de verderknop te klikken, hoort u het antwoord van Lenny.
18 9006625714_selfcover.indd 18
27-07-2009 13:14:42
2
2
Vraag: What food are they having? Antwoord: As a starter, they are having oysters. Their main course is Scottish salmon on a bed of green salad with shrimp. And their dessert is a birthday cake.
De leerlingen maken opdracht 6, pagina 30. U kijkt de opdracht, bijvoorbeeld met behulp van het digitale werkboek, samen met de leerlingen na. Door op de verderknop te klikken, start Lenny weer.
Luistertekst Lenny vertelt de leerlingen dat ze naar een luistertekst tussen twee gasten in een restaurant en een ober gaan luisteren. De leerlingen horen een luistervraag waarop ze het antwoord moeten vinden. Dit antwoord omcirkelen ze na de luistertekst in hun werkboek bij opdracht 3, pagina 29. Door op de verderknop te klikken, hoort u het antwoord van Lenny.
Muziekclip Lenny vertelt de leerlingen dat ze nog een keer naar het lied over eten gaan luisteren en kijken. De leerlingen horen een luistervraag waarop ze het antwoord moeten vinden. Dit antwoord omcirkelen ze na het lied in hun werkboek bij opdracht 7, pagina 30. Ze schrijven ook op welk eten ze zich nog meer herinneren uit het lied. Door op de verderknop te klikken, hoort u het antwoord van Lenny.
Vraag: Does Mr. Baker like spicy dishes? Antwoord: Yes he does, because he likes his spinach soup with chilli pepper. U laat de luistertekst nog een keer horen. De leerlingen maken opdracht 4, pagina 29. U kijkt de opdracht, bijvoorbeeld met behulp van het digitale werkboek, samen met de leerlingen na. Hierna bekijkt u samen met de leerlingen opdracht 5, pagina 30. U bespreekt de taalregels voor ‘beleefd vragen en antwoorden’ met de leerlingen. Vertel dat in een restaurant iedereen altijd heel beleefd is tegen elkaar. Een ober zal daarom vragen: Would you like to have soup? En niet: Do you want soup? of Do you like soup? Het beleefde antwoord hierop is: Yes, please. Of: No, thank you. Vertel de leerlingen dat je in het Engels het woord would gebruikt als je een wens of verzoek wilt doen. Dus: I would like to have soup, please. En niet: I want soup. Vervolgens oefenen de leerlingen deze taalregel in tweetallen. Laat ze voor het bestellen de menukaart van opdracht 4, pagina 29, gebruiken.
Vraag: What food can the person singing the song choose? Antwoord: She can choose spinach soup, carrot cake, ostrich burger, pork chops, shrimp on toast, monkey meatballs, cauliflower stew, and mushroom marshmallow with onion rings. That sounds awful. I would prefer pancakes with chocolate sauce, wouldn't you?
Afsluiting Lenny sluit de les af en vertelt de leerlingen dat ze nu het lied mee gaan zingen. Met behulp van de karaoke versie op het digibord kunt u de leerlingen mee laten zingen met de muziek. Op het kopieerblad 2.10 vindt u de liedtekst uitgeschreven.
19 9006625714_selfcover.indd 19
27-07-2009 13:14:42
2
3
Inhoud De leerlingen leren een chant over eten bestellen in een restaurant. Daarnaast oefenen ze de uitspraak van korte en lange klinkers. Ze oefenen met dialogen over eten. De les sluit af met TPR. Lesdoelen De leerlingen kunnen: woorden met een korte en lange /oe/ in woorden als juice en would correct uitspreken. dialogen naspreken. vragen wat iemand heeft gegeten.
Materiaal Digibord unit 2 les 3 Werkboek pagina 32 – 36 Organisatie onderdeel Introductie
Kern
tijd 10 min.
10 min. 10 min.
10 min. Afsluiting
10 min.
De leerlingen kennen: de woorden: restaurant, tablecloth, napkin, salt and pepper, breakfast, lunch, dinner, fried eggs, bill, French fries. het verschil tussen een korte en lange /oe/ in woorden als juice en would.
Antwoordenboek pagina 32 – 36
activiteiten Introductie les - werkboek 1 - uitleg uitspraak Dialoog 1 - werkboek 2, 3 en 4 Dialoog 2 - werkboek 5 en 6 - uitleg taalregel/taalfunctie TPR - werkboek 7 Taalspel
Lesverloop Introductie Start de les op het digibord. Lenny introduceert de derde les van het thema ‘food’. Ze kondigt de introductieactiviteit aan. In elke derde les van een unit krijgen de leerlingen een chant aangeboden, gevolgd door een uitspraakoefening. Voor de leerlingen staat de chant in het werkboek bij opdracht 1, pagina 32. Leg uit dat er een korte en lange /oe/ in het Engels is. In de chant horen de leerlingen de woorden: juice, choose en food. Deze hebben een lange /oe/. De woorden would, could en put hebben een korte /oe/. U laat de leerlingen deze woorden naspreken. Leg uit dat de korte /oe/ wordt uitgesproken met gespreide lippen en de lange /oe/ met ronde lippen.
met wie - digijuf Lenny - groepsleerkracht - digijuf Lenny - digijuf Lenny - groepsleerkracht - digijuf Lenny - groepsleerkracht
Kern Dialoog 1 Lenny vertelt de leerlingen dat ze naar een dialoog over Robin en Joshua gaan luisteren die meer bestellen dan ze op kunnen. De leerlingen horen een luistervraag waarop ze het antwoord moeten vinden. Dit antwoord kruisen ze na de dialoog aan in hun werkboek bij opdracht 2, pagina 32. Door op de verderknop te klikken, hoort u het antwoord van Lenny. Vraag: What extra food do they order? Antwoord: They both order a salad. Robin has a tomato salad and Joshua has a fruit salad.
20 9006625714_selfcover.indd 20
27-07-2009 13:14:43
2
3
U laat de leerlingen de dialoog nog een keer horen, maar nu zin voor zin. U klikt hiervoor op practice. De leerlingen spreken de zinnen na. De tekst staat afgebeeld bij opdracht 3, pagina 33. De leerlingen kunnen de dialoog in tweetallen oefenen. Hierna doen de leerlingen opdracht 4, pagina 33. Ook deze dialoog kunnen ze in tweetallen oefenen. Door op de verderknop te klikken, start Lenny weer.
het werkwoord to have in de zin: What do you have for breakfast? Herhaal de eerste zin van opdracht 6, pagina 35. Vraag: wat valt jullie op? Hoe zou je deze zin in het Nederlands zeggen? (Wat eet jij normaal gesproken voor het ontbijt?) Vertel dat je in het Engels zegt: I have cornflakes for breakfast. En niet: I eat cornflakes for breakfast. Door op de verderknop te klikken, start Lenny weer.
Dialoog 2 Lenny vertelt de leerlingen dat ze naar nog een dialoog gaan luisteren. Deze dialoog gaat over twee typen ontbijt: Engels en Indonesisch. De leerlingen horen een luistervraag waarop ze het antwoord moeten vinden. Dit antwoord omcirkelen ze na de dialoog in hun werkboek bij opdracht 5, pagina 35. Door op de verderknop te klikken, hoort u het antwoord van Lenny.
TPR Lenny vertelt de leerlingen wat ze gaan doen. Ze moeten een tafel dekken voor high tea. De leerlingen laten door middel van gebaren zien dat ze begrijpen wat Lenny bedoelt.
Vraag: Which breakfast do you think is healthier: the Indonesian or the English breakfast? Why do you think that? Antwoord: The Indonesian breakfast looks healthier because there are lots of fruit and vegetables in it.
U laat de leerlingen de dialoog nog een keer horen, maar nu zin voor zin. U klikt hiervoor op practice. De leerlingen spreken de zinnen na. De tekst staat afgebeeld bij opdracht 6, pagina 35. De leerlingen kunnen de dialoog in tweetallen oefenen. Hierna bespreekt u met de leerlingen het gebruik van
Afsluiting De leerlingen spelen in groepjes van twee het spel 'galgje' (of hangman). Ze gebruiken de Engelse woorden uit les 1 t/m 3 van deze unit. Een leerling bedenkt een woord uit de unit, de andere leerling moet in zo weinig mogelijk stappen dit woord raden door letters te noemen die mogelijk in het woord zitten. Iedere genoemde letter die niet in het woord zit, is een bouwsteen voor de galg die de ander tekent. Als de galg helemaal af is en het woord nog niet is geraden, heb je verloren. Laat de leerlingen steeds van beurt wisselen. Neem voor het spelen nog een keer de spelling van de Engelse letters met de leerlingen door.
21 9006625714_selfcover.indd 21
27-07-2009 13:14:44
2
4
Inhoud In deze les lezen de leerlingen een tekst over gerechten uit verschillende landen. Ze lezen een menukaart en oefenen een dialoog over het bestellen van eten in een restaurant. Ze bereiden in drietallen een dialoog voor en mogen het voor de groep spelen. Lesdoelen De leerlingen kunnen: een maaltijd bestellen in een restaurant. het werkwoord to do in zinnen gebruiken.
Materiaal Digibord unit 2 les 4 Werkboek pagina 37 – 41 Organisatie onderdeel Introductie Kern
tijd 10 min. 10 min.
10 min. 10 min. Afsluiting
10 min.
De leerlingen kennen: de woorden: tasty, beef, drinks, meal, lettuce, onion, pineapple, cucumber, cabbage, garlic sauce. de vervoeging van het werkwoord to do in de tegenwoordige en verleden tijd.
Antwoordenboek pagina 37 – 41
activiteiten Introductie les - werkboek 1 Leestekst - werkboek 2 - oefenen taalregel/taalfunctie - werkboek 3 Cartoon - werkboek 4 Spreekopdracht - werkboek 5, 6 en 7 Taalspel
Lesverloop Introductie Start de les op het digibord. Lenny introduceert de vierde les van het thema ‘food’. Ze kondigt de introductieactiviteit aan. De leerlingen maken zelf een menukaart op een leeg blaadje. De leerlingen vullen de starter, main course en dessert in. Tot slot schrijven ze ook nog hun favoriete drankjes op. Ze gebruiken woorden die ze geleerd hebben of nieuwe woorden die ze opzoeken in het woordenboek. Als u minder tijd heeft, kunt u ook opdracht 1 uit het werkboek, pagina 37, laten maken. De leerlingen kunnen hier kiezen uit twee gerechten per gang. Tevens geven ze aan welk gerecht gezonder is.
met wie - digijuf Lenny - groepsleerkracht - digijuf Lenny - groepsleerkracht - digijuf Lenny - groepsleerkracht - groepsleerkracht
Kern Leestekst Lenny vertelt de leerlingen dat ze een tekst gaan lezen over eten uit Australië, India en Turkije. De tekst wordt ook voorgelezen. De leerlingen horen een luistervraag waarop ze het antwoord moeten vinden. Dit antwoord omcirkelen ze na het lezen van de tekst in hun werkboek bij opdracht 2, pagina 37. Door op de verderknop te klikken hoort u het antwoord dat digijuf Lenny geeft. Vraag: What do you think is the tastiest menu? Why do you think that? Antwoord: I like …, because I ….
22 9006625714_selfcover.indd 22
27-07-2009 13:14:44
2 Hierna bekijkt u samen met de leerlingen opdracht 3, pagina 39. U bespreekt met de leerlingen de vervoeging van het werkwoord to do. Behandel de tegenwoordige tijd (I do; you do; he/she/it does; we/you/ they do) en de verleden tijd (I did; you did; enzovoort). Noem ook de ontkenning: No, I/you/he/we didn’t. Laat de leerlingen in tweetallen oefenen met de taalregel. Daarbij kunnen ze de menukaarten van opdracht 1 en 2, op pagina 37, gebruiken. Door op de verderknop te klikken, start Lenny weer.
Cartoon Lenny vertelt de leerlingen dat ze gaan kijken naar een cartoon over een man in een restaurant die soep bestelt. De leerlingen zien en horen een kijk/luistervraag waarop ze het antwoord moeten vinden. Dit antwoord kruisen ze na de cartoon aan in hun werkboek bij opdracht 4, pagina 39. Door op de verderknop te klikken, hoort u het antwoord van Lenny. Vraag: What kind of soup is being served? Antwoord: Fly soup is being served.
4 dialoog gaan voorbereiden. In deze les gaat de dialoog over het bestellen van een maaltijd in een restaurant. De opdrachten 5 en 6, pagina 39 en 40 in het werkboek helpen de leerlingen de dialoog in goede banen te leiden. In opdracht 7, pagina 41, spelen de leerlingen hun dialoog voor de groep. Door op de verderknop te klikken, start Lenny weer.
Afsluiting Lenny sluit de les af en vertelt de leerlingen dat ze nog een afsluitende oefening met u gaan doen. De leerlingen tekenen op een vel papier allerlei soorten gezond voedsel in een lege lunchbox. Ze mogen hun lunchbox niet laten zien aan hun buurman. Vervolgens beschrijven zij de inhoud van hun lunchbox aan hun buurman/vrouw. Ze gebruiken daarbij de zinnen: In my lunchbox there is/there are of In my lunchbox there is also/there are also. Bij de gelijke onderdelen zetten ze een kruisje. Als er tijd over is, beschrijven zij hun lunchbox aan andere leerlingen.
Spreekopdracht De leerlingen gaan de geleerde stof nu in de praktijk brengen. Lenny vertelt de leerlingen dat ze nu zelf een
23 9006625714_selfcover.indd 23
27-07-2009 13:14:45
2
5
Inhoud Dit is de laatste les bij het thema ‘food’. U legt de taalregels nog een keer uit en bekijkt samen met de leerlingen nogmaals de woorden uit dit thema. Daarna volgt het toetsgedeelte. Tot slot kunt u met de leerlingen twee taalspelen doen. Materiaal Digibord unit 2 les 4 Werkboek pagina 42 – 43 Organisatie onderdeel Introductie
Kern
Afsluiting
tijd 10 min.
Taalportfolio pagina 10 – 11
met wie - groepsleerkracht
10 min.
activiteiten Introductie les - herhalen taalregels/ taalfuncties en woorden Test - toets Taalspel
5 min.
Taalspel
- groepsleerkracht
25 min.
Lesverloop Introductie U bekijkt met de leerlingen pagina 42 en 43 in het werkboek . U bespreekt de taalregels die de leerlingen zijn aangeboden en de nieuwe woordjes. Met behulp van het digibord kunt u de woordjes nog eens laten zien en horen. U kunt desgewenst enkele dialogen of de luistertekst nog eens laten horen. Als u in het bezit bent van voldoende computers kunt u de leerlingen de oefentoets op de leerlingensite laten maken. Hieronder vindt u de taalregels/taalfuncties nogmaals genoemd en de pagina’s waarop de uitleg staat. Beleefd iets vragen en beleefd antwoord geven op een verzoek (zie pagina 42) Voorbeeld: Would you like to have soup? Yes, please. Of: No, thank you. Vragen wat iemand eet (pagina 42) Voorbeeld: What do you have for breakfast? De vervoeging van het werkwoord to do in de tegenwoordige en verleden tijd (pagina 42)
- groepsleerkracht - groepsleerkracht
Voorbeeld: I do; you do; he/she/it does; we/you/ they do I did; you did; he/she did; we/ you/ they did No, I/you/he/we didn’t
Kern Test U deelt de taalportfolio’s uit. De leerlingen maken individueel de toets. Bij opdracht 1 is altijd een luistertekst op het digitaal schoolbord aanwezig. Deze vindt u bij les 4. U kunt de luistertekst meerdere keren laten horen. De opdrachten 1 tot en met 6 zijn bestemd voor alle leerlingen. Opdracht 7 is voor leerlingen die eerder klaar zijn.
Taalspel U gaat een spel spelen in groepjes van drie. In het spel ligt het accent op spreekvaardigheid. Een leerling is ober. Hij heeft een theedoek (servet) over zijn arm en neemt de bestelling op. De andere twee leerlingen zijn klant en kennen het Engelse woord voor een bepaald gerecht niet. Daarom beelden zij uit wat zij graag willen eten of drinken. De ober moet achterhalen
24 9006625714_selfcover.indd 24
27-07-2009 13:14:46
2 wat de klanten willen bestellen en het vervolgens netjes aan tafel brengen. Het spel wordt ten minste drie keer gespeeld waarbij de leerlingen van rol wisselen.
5 bepaalde tijd. U stopt de ‘tijdbom’ in een sok of een washand. Vervolgens wordt de ‘tijdbom’ doorgegeven. Telkens als iemand de ‘bom’ krijgt, moet hij of zij zo snel mogelijk een woord voor eten of drinken noemen wat nog niet door iemand anders is genoemd. Pas dan mag hij of zij de ‘bom’ doorgeven. Degene bij wie de ‘bom’ afgaat, is af.
Afsluiting Speel het spel ‘de tijdbom’. De leerlingen zitten in de kring. U neemt een eierwekker en zet het alarm op een
25 9006625714_selfcover.indd 25
27-07-2009 13:14:46
Aantekeningen
26 9006625714_selfcover.indd 26
27-07-2009 13:14:46