Sectorrapport: MEDIABEROEPEN AUDIOVISUELE SECTOR
1
Inhoudsopgave 1.
Beschrijving van de markt ...................................................................................................... 5
2.
Trends ...................................................................................................................................10
3.
Leveranciers..........................................................................................................................12
4.
Concurrenten........................................................................................................................13
5.
Consument ...........................................................................................................................13
6.
Financiële sectorgegevens....................................................................................................15
7.
Bronnen & interessante websites ........................................................................................15
8.
Disclaimer .............................................................................................................................16
4
1.
Beschrijving van de markt
In 2011 heeft UNIZO, in samenwerking met Flanders DC en Vlerick Management School, een rapport opgesteld die de creatieve industrieën in Vlaanderen beschrijft. Men is toen tot onderstaande definitie gekomen: ‘De creatieve industrie is het geheel van sectoren en activiteiten die een beroep doen op de input van creativiteit voor de creatie van economische, symbolische en maatschappelijke meerwaarde, opgedeeld volgens verschillende stadia van de waardeketen (creatie, productie, verspreiding en consumptie), en die bijdragen aan de uitbreiding van het ‘creatieve voordeel’ in Vlaanderen.’ Met deze definitie in het achterhoofd heeft men een onderscheid kunnen maken tussen twaalf verschillende sectoren die behoren tot de creatieve industrieën, nl.: architectuur, audiovisueel, beeldende kunsten, design, erfgoed, gaming, gedrukte media, mode, muziek, nieuwe media, podiumkunsten, reclame en communicatie. Dit is een zeer uitgebreide sector waarin verschillende beroepsuitwegen zijn. In dit rapport concentreren we ons uitsluitend op de audiovisuele sector, meer bepaald, de televisie- en radiowereld. Beide sectoren zijn zeer gelijkend en kunnen daarom ook onder dezelfde noemer besproken worden. De audiovisuele sector omvat een brede verzameling van personen en bedrijven die bewegend beeldmateriaal concipiëren, ontwikkelen en produceren, en dit vervolgens – al dan niet via tussenpersonen - verspreiden via een steeds groter wordend scala aan afzetkanalen: bioscoop, televisie, DVD/bluRay, internet, smartphone, enz.1 Onderstaand waardenetwerk, zoals opgesteld in het rapport van Flanders DC, geven op een schematische wijze de verschillende betrokken actoren weer van het radio- en televisielandschap.
1
Creatieve industrieën in Vlaanderen: Mapping en bedrijfseconomische analyse – Flanders DC, kennispartner: Antwerp Management School – April 2011
5
6
Zowel in de televisie- als radiowereld zijn er enkele belangrijke actoren die hun steentje bijdragen aan de creatie van een audiovisueel werk. We geven je een overzicht van deze verschillende actoren en hun rol in het waardenetwerk. In het televisielandschap bestaan er verschillende actoren: de creatieve crew de producent of productiemaatschappij de technische crew of facilitaire bedrijven de omroep de videotheken de detailhandel Creatie van audiovisuele producties kan op verschillende wijzen ontstaan door de interactie van productiemaatschappijen, omroepen en mogelijk andere partners. De interactie tussen deze actoren, samen met de creatieve crew, vormt de creatieve spil.2 Het samenspel tussen media (omroep) en productie (zowel door interne producties als door externe productiemaatschappijen) vormt dus het middelpunt in de creatie van audiovisuele werken. Zowel om de creaties vorm te geven als om de creaties te produceren, is er behoefte aan een waaier van verschillende disciplines en specialiteiten die elk hun bijdrage leveren aan de creatie en productie van content. We denken hierbij aan zowel de creatieve crew als de technische crew. De creatieve crew is het diverse geheel aan creatieve en artistieke functies die de creatie en productie van audiovisuele werken vorm geven: regisseurs, scenaristen, acteurs en actrices, directors of photography, presentatoren, enz. De creatieve crew bestrijkt voor het merendeel een groot netwerk van zelfstandigen en freelancers die worden “ingehuurd” voor de realisatie van welbepaalde producties maar kan ook in dienst werken van een omroep of productiemaatschappij. De technische crew of facilitaire bedrijven staan in voor de technische ondersteuning van audiovisuele producties. Facilitaire bedrijven en technici beschikken voor de technische en technologische knowhow en infrastructuur om producties te realiseren. De technische crew bestaat uit een zeer divers amalgaam aan verschillende functies: cameramannen, monteurs, geluidstechnici, operatoren, enz. Omroepbedrijven programmeren, produceren intern, bestellen producties bij Vlaamse productiemaatschappijen, en kopen buitenlandse producties aan. Nieuws en duiding worden door alle omroepen intern geproduceerd, maar ook andere genres zoals sport, cultuur, kennis en entertainment worden vaak intern geproduceerd. Omroepbedrijven zijn dus niet alleen de ‘distributeurs’ van content 2
De verschillende processen van creatie vallen buiten de scope van dit onderzoek, maar kunnen worden nagelezen in het onderzoek van Flanders DC: Creatieve industrieën in Vlaanderen: Mapping en bedrijfseconomische analyse – Flanders DC, kennispartner: Antwerp Management School – April 2011
7
naar de eindgebruiker (kijker), maar eveneens creator van interne producties en opdrachtgever voor de uitvoering van externe producties. Vlaanderen kent een openbare omroep (VRT), commerciële omroepbedrijven (VMMa en SBS Belgium), en regionale omroepen. Televisieprogramma’s tot slot worden niet alleen door de omroepen verdeeld naar de consument, ze worden ook verhuurd via videotheken. Het radiolandschap daarentegen is enigzins compacter. Zowel creatie als productie van radioprogramma’s wordt centraal uitgevoerd door de omroepbedrijven. De productiekracht ligt bij de radio nagenoeg uitsluitend bij de omroepen zelf: productiemaatschappijen spelen evenwel een rol in de creatie en productie van radioreclame, i.e. het creëren en produceren van de reclamespots, en het produceren van vormgeving. Hierbij mogen ook de muzieksector en bij uitbreiding de cultuursector niet vergeten worden, zowel op creatief gebied als op het productie- en distributievlak. Muziek is essentiële grondstof voor radioproductie, en de programmering ervan kan ook een impact hebben op marktwaarde en weerklank van de muzieksector. We merken hier een bijzonder sterke vervlechting tussen de audiovisuele sector en de muzieksector.3 Onderstaande tabel geeft de verschillende actoren weer en in welke fase van de waardecreatie zij een rol spelen.
Tabel 2: De rol van actoren in het waardenetwerk (bron: Creatieve industrieën in Vlaanderen: Mapping en bedrijfseconomische analyse – Flanders DC, kennispartner: Antwerp Management School – April 2011)
3
Creatieve industrieën in Vlaanderen: Mapping en bedrijfseconomische analyse – Flanders DC, kennispartner: Antwerp Management School – April 2011
8
De verschillende actoren in de Vlaamse televisie-industrie spelen volgende rol in de waardeketen: • •
• • •
Audiovisuele werken worden gecreëerd door de interactie tussen een omroep en interne of externe producent. De producenten nemen eveneens deel aan de productie van het audiovisueel product, bijgestaan door een creatieve crew (regisseur, scenarist, acteurs, …), en een technische crew. De omroep is enkel betrokken bij het productieproces via zijn interne productieafdeling. In het distributieproces vormt de omroep de spil, ook de productiehuizen en dienstenverleners zijn actief in de rechtstreekse distributie van content. Exploitatie is een activiteit uitgevoerd door de dienstenverdelers (en in het verlengde daarvan de netwerkexploitanten). De finale consument is de kijker. Hoewel de kijker in theorie enkel audiovisuele producties consumeert, speelt hij eveneens een rol in de hele waardeketen: de keuze van de consument bepaalt in zekere mate welke audiovisuele producties een (groot) succes kennen en bijgevolg voldoende rendabel zijn.4
We zien dat er zeer veel spelers actief zijn bij de creatie van een product voor de audiovisuele markt. Het is voornamelijk bij de creatieve en technische crew en de productie waarin de meeste zelfstandigen actief zijn. Om een duidelijk en accuraat beeld te schetsen van de huidige marktsituatie, werden enkele professionals geïnterviewd. Enorm opvallend is het feit dat de verschillende ploegen binnen de audiovisuele sector kleiner worden en er flink wordt geknipt in de budgetten van alle actoren. Volgens Jan Vermoesen, directeur van Mediarte.be, is de crisis vooral te merken aan het aantal premieaanvragen dat fors is teruggedrongen en het aantal aangeboden opleidingen. Ben Gyssen, cameraman bij Outside Broadcast, haalt aan dat vooral de taakverdeling is veranderd ten gevolge van de crisis: Vroeger had iedereen zijn taak binnen een tv-ploeg: een cameraman was cameraman, een journalist deed de interviews, een geluidsman hield zich bezig met het geluid etc. Nu is alles vereenvoudigd. Vooral bij regionale zenders wordt tegenwoordig alles meer gebundeld. De journalist is nu ook cameraman en geluidsman, hij monteert zijn eigen filmpjes. Men bespaart duidelijk kosten. Tot slot bewijst Ellen Onkelinx, directeur van VOTP5, aan de hand van cijfers dat het momenteel helemaal niet goed gaat binnen de sector. De Vlaamse omroepen investeren tegenover 2007 30% minder in de onafhankelijke sector. De productiebudgetten zijn gemiddeld gedaald met 20%. De tewerkstelling is ook gedaald met 23% ten opzichte van 2007. Wat ook opvalt is de verhouding tussen enerzijds freelancers en anderzijds werknemers. Vroeger hadden de freelancers een totaliteit van 53% ten opzichte van de werknemers. Nu is dit 83%; er zijn dus bijna evenveel freelancers als werknemers. 4
Creatieve industrieën in Vlaanderen: Mapping en bedrijfseconomische analyse – Flanders DC, kennispartner: Antwerp Management School – April 2011 5 VOPT = Vlaamse Onafhankelijke Televisie Producenten
9
Het is dus heel moeilijk op dit moment. De budgeten van zowel de omroepen als productiehuizen staan verschrikkelijk onder druk. Ook de arbeidsomstandigheden staan bijgevolg enorm onder druk. Ondanks deze (redelijk pessimistische) kijk op de huidige marktsituatie zijn er volgens Jan Vermoesen en Ellen Onkelinx zeker en vast nog genoeg kansen binnen de sector, zowel voor starters als mensen die actief zijn binnen de sector. Er is wel degelijk nog vraag naar ondersteunende functies in de vorm van assistenten, technische mensen, IT- en commerciële functies. Als je goede ideeën hebt en hard werkt, dan maak je zeker kans in de markt. Op het gebied van technologie staat België wereldwijd zeer hoog aangeschreven, ook al is België een klein land. Er zijn zeer veel internationale sportevenement die door België geproduceerd worden. Ook personen met een opleiding binnen de audiovisuele kunst of ervaring binnen de sector in België worden wereldwijd goed gezien. Dit verklaren Louis van de Leest, Ben Gyssen en Jo Declerq. Zo hebben we meegewerkt aan de opnames van de Olympische Spelen in Peking en binnenkort in Londen. “Als je wereldwijd op zoek gaat naar projecten en je zegt dat je een Belgische cameraman bent dan heb je meteen al enkele stappen voor omdat ze weten dat we heel betrouwbaar en goed zijn. We zijn te klein voor een productiemaatschappij. We zijn wel een kennismaatschappij. Ook onze locatie, centraal in Europa en onze talenkennis, laat ons ertoe zeer goed te scoren binnen Europa.”
2.
Trends
Binnen de audiovisuele sector zijn er de laatste jaren verschillende trends zichtbaar. Eerst en vooral zijn de creatieve beroepsopleidingen in de afgelopen 20 jaar gegroeid. Dit is gedeeltelijk te danken aan een afspiegeling van de groei van de bevolking, alsook vanwege de toenemende populariteit van creatieve opleidingen. Op onderstaande figuur zien we de evolutie van het aantal deelnemers aan audiovisuele opleidingen binnen de Vlaamse Hogescholen. We zien dat het aantal deelnemers sinds 2002 gestaag is gestegen in bijna elke Hogeschool. Dit wijst op het bovengenoemde feit dat er een toenemende populariteit is van creatieve opleidingen.
10
Figuur 5: Evolutie aantal studenten creatieve beroepen (2011)
De redenen van deze evolutie zijn moeilijk te verklaren. Volgens Alain Quateau, departementshoofd van Narafi, heeft dit wellicht te maken met de emancipatie van de creatieve en artistieke sector. Daarnaast is het ook belangrijk om te weten dat de instroom van studenten noodzakelijk is aangezien er zeer veel mensen uit de sector stappen eens ze de leeftijd van 35 jaar hebben bereikt. Het werk is immers zeer onregelmatig. Vele 35-plussers stappen uit de sector (onder andere omdat ze minder flexibel worden) waardoor de instroom van nieuwe, jonge krachten noodzakelijk is. Uit een hoorzitting binnen het Vlaams Parlement uit 20116 werd gesteld dat onderzoekers nog een belangrijke trend herkennen, niet alleen in de audiovisuele sector maar eigenlijk in alle cultuurindustrieën, zowel in Vlaanderen als internationaal. Het gaat hier om de beleving. De consument kan de inhoud van cultuur, een boek, een film, muziek,… gemakkelijk downloaden, al dan niet legaal. Hij gaat enkel de deur uit voor een totaalervaring, een beleving. Elke gebruiker heeft naargelang zijn profiel en bedoeling eigen varianten. De horeca, het kader, de sfeer, de dranken,… zijn ook heel erg bepalend. Vertoners van films, zoals bioscopen, mogen deze extra (misschien wel succesbepalende) factoren daarom ook zeker en vast niet vergeten bij het opstarten of uitbaten van hun zaak. Een derde opvallende trend binnen deze sector is de veelzijdigheid die er van iedereen gevraagd word. Vroeger had iedereen zijn eigen job, zijn eigen functie. Tegenwoordig moet je veel polyvalenter zijn, wil je het kunnen maken binnen de audiovisuele wereld. Zo is een duidelijke trend de steeds kleiner wordende ploegen. Vroeger bestond bijvoorbeeld een nieuwsreportageploeg uit een cameraman, een klankman en een journalist. Tegenwoordig is de ‘jocam’ geen uitzondering meer: de journalist die zelf 6
Hoorzitting over de toekomst van de Vlaamse audiovisuele vertoning en omkadering ervan: verslag – Vlaams Parlement – mei 2011
11
de camera en de geluidsapparatuur hanteert en dus alleen op stap gaat. De technische evolutie laat dat natuurlijk ook toe dat je makkelijk kan monteren etc. Je kan tegenwoordig veel meer met minder middelen. Ook binnen de productiehuizen merken we deze trend op. Vroeger werden bepaalde werken, zoals de montage uitbesteed, tegenwoordig niet meer. De productiehuizen nemen deze taken op zich wat resulteert in een zware impact op de post-productie bedrijven. Zij zitten immers met veel minder werk. Ze zijn gewoon te duur, het is een vicieuze cirkel. Naast het feit dat men polyvalenter moet worden, is het ook noodzakelijk op de hoogste te blijven van de snel veranderende technologie binnen de sector. Zowel op het gebied van opnamemateriaal als bewerkingsprogramma’s. Dure HD-camera’s moeten op zeer korte tijd afgeschreven worden omdat ze snel verouderd zijn. Ook de montagetechnieken zijn spectaculair veranderd de voorbije tien jaar. Zo goed als alles gebeurt via de computer. De software evolueert permanent, waardoor ook de gebruikers zich voortdurend moeten bijscholen. Als beginnende zelfstandige dien je dus goed te weten welke materialen je nodig hebt. De mogelijkheden veranderen immers om de zes maanden. Tot slot is er nog de opkomst van corporate movies en Zeb TV. Corporate movies verwijzen naar audiovisueel materiaal (zoals een DVD, HD-video en andere media) gebruikt door een bepaald bedrijf. Zo’n video wordt gebruikt om het bedrijf, bepaalde producten of kenmerken te visualiseren. Onder corporate movies vallen onder andere promotievideos, trainingsvideo’s en video’s met informatie. Web TV is een snel groeiend genre waarbij er verschillende vormen van nieuwe media en kanalen (zoals YouTube) worden gebruikt om originele producties te tonen aan het publiek. De kosten zijn hierbij lager waardoor het interessant is om een eigen onderneming op te starten.
3.
Leveranciers
Afhankelijk van de activiteit die men binnen de mediaberoepen uitoefent zijn er verschillende leveranciers noodzakelijk voor camera’s, lenzen, micro’s, montage-programma’s en geluidsinstallaties,…
12
4.
Concurrenten
In de financiële gegevens van Graydon wordt het aantal spelers op de markt duidelijk geschetst. Dit aantal geeft een indicatie hoeveel concullega’s elke zelfstandige heeft. Aangezien deze sector bestaat uit een groot aantal subsectoren, is het zeer moeilijk een beeld te schetsen van de concurrentie. Een volledige lijst van alle facilitaire bedrijven, productiehuizen, web agencies, zenders en andere bedrijven binnen de sector kan je vinden op http://www.mediarte.be/nl/werkgevers. Om toch een algemeen beeld te schetsen van de concurrentie binnen de sector, werden er interviews afgenomen met personen die werkzaam zijn binnen de sector. Hierdoor werd duidelijk dat de concurrentie hard is maar dat er wel sprake is van collegialiteit. Iedereen werkt immers samen aan een gemeenschappelijk doel: het afleveren van kwaliteitsvolle producten. Vooral kleineren bedrijven en freelancers verwijzen makkelijk naar elkaar door. De concurrentie word vooral op budget uitgespeeld. Men gaat een zo laag mogelijke prijs aanbieden aan de klanten om in de toekomst meerdere projecten van die klant binnen te halen. Tegenwoordig wordt er binnen de audiovisuele sector zeer veel bespaard. Grote omroepen willen meer voor minder geld. Desalniettemin zal er voor geniale ideeën toch een budget worden vrijgemaakt. Spelers die zich sterk op goedkope tarieven focussen verdwijnen meestal snel uit de markt omdat ze hun goedkope en te flexibele voorwaarden niet lang kunnen volhouden. Het zijn de mensen die inzetten op hun eigen kwaliteit die overleven. Daarnaast is hét verkoopsargument van een professional meer dan ooit zijn know how, zijn vaardigheid en zijn creativiteit. Dit is zijn meerwaarde!
5.
Consument
De eindconsument binnen de audiovisuele sector zijn onder andere televisiekijkend en radioluisterend Vlaanderen. Aangezien dit de overgrote meerderheid is, is het moeilijk om bepaalde kwantitatieve gedragsgegevens op te stellen. Uit de interviews die we hebben afgelegd, blijkt echt wel dat er de laatste jaren twee zeer opvallende trends zijn binnen de sector: het lokale product en onmiddellijke ‘bevrediging’/tevredenheid. Het aanbod is immers enorm divers. Ellen Onkelinx van het VOTP: “De kijker is zeer geïnteresseerd in eigen, lokale en programma’s van eigen bodem. Dat is zeer uitzonderlijk binnen Europa dat dit zo sterk het geval is. Als we kijken naar de CIM-cijfers van de afgelopen jaren dan zien we dat er binnen de top 100 van de programma’s slecht (maximum) 5% aangekocht is uit het buitenland. Deze cijfers houden wel geen rekening met liveuitzendingen. In 2010 was dit zelfs maar 3,5 % en dat typeert de Vlaamse consument. Dit eraan toegevoegd mag er dan ook gezegd worden dat het lokaal product getuigd van enige kwaliteit.”
13
Hoe de toekomst van de sector er gaat uitzien is zeer moeilijk te voorspellen. Volgens Ellen Onkelinx staan we momenteel op een kantelmoment: De banden tussen productiehuizen en omroepen, productiehuizen en dienstverdelers en anderen staan momenteel onder druk en zijn aan het evalueren. Alain Quateau ziet het echter positief in. In de amusementssector zal er altijd werk zijn, zelfs in tijden van crisis. De audiovisuele media zijn meer dan ooit alomtegenwoordig, zeker met de technologische evolutie van het internet. Aanbieders van content en technische know how zullen altijd nodig zijn. Tot slot hebben we hieronder nog enkele tips verzameld, voortgevloeid uit de persoonlijk interviews met professionals die momenteel werkzaam zijn in de sector. Deze tips kunnen jou als toekomstige zelfstandige helpen bij het opstarten van jouw onderneming. Let op, deze tips zijn geen algemene vaststelling, maar slecht de gedachtegang van professionals met jarenlange ervaring binnen de audiovisuele sector. Een eerste tip komt van Alain Quateau. “Ga niet meteen als zelfstandige aan de slag. Leer het reilen en zeilen van het vak kennen in een relatief beschermde omgeving als loontrekkende. Op die manier heb je een vangnet als je beginnersfouten maakt. Als zelfstandige kan je je nauwelijks fouten permitteren, je krijgt zelden een tweede kans.” Daarnaast is het volgens Ben Gyssen en Alain Quateau ook zeer belangrijk dat je gekend bent binnen de sector. Er wordt bijna altijd beroep gedaan op personen die men kent, de zogenaamde ‘inner circle’. Ook daarom is het belangrijk om eerst en vooral naam te maken binnen een bepaald bedrijf en binnen de sector, alvorens als zelfstandige aan de slag te gaan. Ben Gyssen: “Als je niet bekend bent binnen de sector, is het heel moeilijk om erin te beginnen. Daarom kan je beter beginnen bij een bedrijf. Na enkele jaren kan je dan alsnog als zelfstandige beginnen. Je moet je dan ook individueel kunnen bewijzen. Er wordt veel meer op namen geschoten. Opdrachtgevers zeggen met wie ze willen werken, je naam moet bekend zijn.” Alain Quateau: “De audiovisuele sector is ook een relatief kleine wereld waar men bijna altijd beroep doet op mensen uit de inner circle. De tijdsdruk en de verantwoordelijkheden zijn meestal zo groot dat men niet gemakkelijk het risico loopt om een opdracht aan een nieuwkomer uit te besteden. Het komt er dus op aan om tot die inner circle door te dringen.” Het is ook zeer belangrijk om je zakelijk te laten bijstaan en/of goed voor te bereiden. Maak een ondernemingsplan op, ga langs bij een UNIZO startersadviseur in het dichtstbijzijnde regiokantoor, volg interessante workshops en opleidingen om je expertise uit te breiden, … Daarnaast zijn de onderhandelingen binnen de sector ook hard, een zakelijke attitude is daarom ook noodzakelijk. De omroepen proberen steeds meer rechten te claimen. Om je goed te laten bijstaan, kan je je aansluiten bij een beroepsvereniging. Samen sta je sterk, en enkel zo kun je verschillen maken.
14
6.
Financiële sectorgegevens
In de excel vind je verschillende kerncijfers van ondernemers in de audiovisuele sector, meer bepaald de NACE-codes: • • • • •
90029: Overige ondersteunende activiteiten voor de uitvoerende kunsten 90023: Gespecialiseerde beeld-, verlichtings- en geluidstechnieken) 63990: Overige dienstverlenende activiteiten op het gebied van informatie, n.e. g. 63910: Persagentschappen 59209: Overige diensten in verband met het maken van geluidsopnamen
7. • •
• •
• • • • •
• • •
Bronnen & interessante websites
Rapport Flanders DC, in samenwerking met de Antwerp Management School, April 2011: Creatieve Industrieën in Vlaanderen: Mapping en bedrijfseconomische analyse. Persoonlijke interviews met Ellen Onkelinx van VOTP (VOTP vertegenwoordigt de belangen van de Vlaamse, onafhankelijke televisie producenten naar de overheidsinstanties, omroepen, werkgevers- en werknemersorganisaties, de pers en andere relevante actoren), Ben Gyssen (cameraman bij Outside Broadcast), Alain Quateau en Jan Vermoesen (directeur van Mediarte.be) Sectorfoto 2012: Audiovisuele sector – werk.be De Vlaamse audiovisuele sector in beeld: een socio-economische profilering – op verzoek van: Vlaams Audiovisueel Fonds, door: IDEA Consult en Vlerick Leuven Gent Management School – januari 2010 De audiovisuele sector in België: sectorfoto – mediarte.be – januari 2012 Mediaconcentratie in Vlaanderen – Vlaamse Regulator voor de media – 2011 Trends in de creatieve industrie – GOG – 2010 Creatieve industrieën in Vlaanderen: Mapping en bedrijfseconomische analyse – Flanders DC, kennispartner: Antwerp Management School – April 2011 Hoorzitting over de toekomst van de Vlaamse audiovisuele vertoning en omkadering ervan: verslag – Vlaams Parlement – mei 2011 Voor alle informatie rond de opstart van je eigen onderneming: www.startersservice.be Voor alle informatie rond het Ondernemingsloket en het Sociale Verzekeringsfonds: www.zenito.be Statistieken: www.graydon.be 15
8.
Disclaimer
UNIZO Startersservice levert grote inspanningen opdat de ter beschikking gestelde informatie volledig, juist, nauwkeurig en bijgewerkt zou zijn. Ondanks deze inspanningen kunnen onjuistheden zich voordoen in de ter beschikking gestelde informatie. Indien de in deze sectorstudie verstrekte informatie onjuistheden zou bevatten, zal Unizo Startersservice de grootst mogelijke inspanning leveren om dit zo snel mogelijk recht te zetten. Indien je onjuistheden zou vaststellen in de informatie die op of via de portaalsite ter beschikking wordt gesteld, kan je de beheerder van de portaalsite contacteren. Deze sectorstudie bevat informatie van en links naar websites van overheden, instanties en organisaties waarover de Unizo Startersservice geen enkele technische of inhoudelijke controle uitoefent. Unizo Startersservice kan daarom geen enkele garantie bieden over de volledigheid of de juistheid van de inhoud noch over de beschikbaarheid van deze websites. Unizo Startersservice aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige rechtstreekse of onrechtstreekse schade die voortvloeit uit het raadplegen of het gebruik van deze sectorstudie of van de ter beschikking gestelde info op de websites waarnaar op of via de portaalsite wordt verwezen. In samenwerking met :
16