Schoolgids 2015
C2 M49 Y100 K0 #F29400 Pantone 151 Zwart 40% (gebouw) Zwart 50% (ZS)
C78 M13 Y43 K0 #1CA59E Pantone 3262 Zwart 60%
C4 M100 Y100 K0 #E3001B Pantone 1797 Zwart 85%
2016
C75 M20 Y0 K0 #00A0DC Pantone 298 Zwart 30%
Zeldenrust-Steelantcollege
KANSEN IDENTITEIT KWALITEIT
Schoolgids 2015
2016
Samenwerkingsschool van rooms-katholieken en protestanten voor VMBO – MAVO - HAVO - ATHENEUM - GYMNASIUM – TECH MAVO TWEETALIG HAVO – TWEETALIG ATHENEUM - TWEETALIG GYMNASIUM Bezoekadres:
Zeldenrustlaan 2 4535 GZ Terneuzen
Postadres:
Postbus 146 4530 AC Terneuzen
Tel. Fax.
0115 - 694 029 0115 - 694 800
E-mail: Algemene zaken:
[email protected] Directie:
[email protected] Website:
www.zsc.nl
Bank:
Rabobank Terneuzen rekening NL93 RABO 0103.702.342
Disclaimer De inhoud van deze schoolgids heeft betrekking op schooljaar 2015-2016 en is samengesteld in juni 2015. Door ontwikkelingen kunnen gegevens wijzigen. 1–
Inhoud Voorwoord 3
–2
1.
Algemeen Schoolleiding – Situering en grootte van de school
4
2.
Missie en kernkwaliteiten van de school Missie – Kernkwaliteiten
5
3.
Gespreide verantwoordelijkheid Ouders en school – Medezeggenschapsraad (MR) – Klankbordgroepen – Communicatie school-ouders – Bevoegd gezag – Klachtenregeling en Reglement bezwaar en beroep leerlingenzaken – Discriminatie – Inspectie – Sponsoring
6
4.
Onderwijs Drie karakteristieken
13
5.
De inrichting van het onderwijs in school Aanmelding en toelating – Maatschappelijke stages – Gezonde school – Brugperiode – Vmbo en Mavo – Havo – Vwo – Gymnasium
14
6.
De dagelijkse onderwijspraktijk Lestijden – Toetsregeling – Bevorderings- en determinatieregeling onderbouw – Bevorderingsregels 2e fase – Rapportage – Het open leercentrum (OLC) – Lesuitval en opvang – Hoe te handelen bij …? – Huisregels – Schorsen en verwijderen – Veiligheid – Verhuur kluisjes – Verzekeringen en aansprakelijkheid – Opleiden binnen de school – Beeldmateriaal
26
7.
Leerlingbegeleiding Structuur van de leerlingenzorg – Extra aandacht voor de brugklassers – Overige klassen Decanaat – Remediale begeleiding – Training zelfvertrouwen – Intern Zorgteam – Verkeerseducatie
34
8.
Activiteiten buiten de les Bonte Avond – Cultuur – Klassenavonden – Schoolfeesten – Sport
39
9.
Kwaliteit Eindexamenresultaten
42
10. Lessentabellen Zie website: www.zsc.nl
43
11. Overzicht medewerkers
43
Voor woord Beste leerling, Geachte ouder, Het Zeldenrust-Steelantcollege: een goede keuze… Hartelijk welkom op het Zeldenrust-Steelantcollege! Voor u ligt de schoolgids voor het schooljaar 2015-2016; een boekje waarin u veel informatie aantreft over het ZeldenrustSteelantcollege. De gids is bedoeld voor alle ouder(s) / verzorger(s) en leerlingen. U treft formele zaken aan zoals visie op onderwijs, leren binnen en buiten de school, ons onderwijsaanbod, onze leerlingenbegeleiding en ondersteuning. Ook vindt u informatie over de ouderbijdrage, de rechten en plichten. Daarnaast is er natuurlijk informatie over praktische zaken als vakanties, adressen, lestijden, leefregels en de wijze waarop wij contact met u onderhouden als ouder / verzorger. Mocht de inhoud vragen bij u oproepen, aarzel dan niet contact op te nemen. Ouder(s) / verzorger(s) treffen wij tijdens de informatie- en ouderavonden. Heeft u zelf behoefte aan contact dan kunt u altijd een afspraak maken met de mentor. Voor de leerlingen moet onze school een tweede thuis zijn, waar zij zich veilig en plezierig voelen. Het ZSC is een samenwerkingsschool van rooms-katholieken en protestanten: een brede scholengemeenschap voor vmbo, mavo, tech mavo, tweetalig havo, tweetalig atheneum en tweetalig gymnasium, havo, atheneum, gymnasium. Op het ZSC staat de ontwikkeling van de leerling centraal. In ons onderwijs staat niet alleen het verwerven van kennis centraal. Wij vinden het belangrijk dat leerlingen breed gevormd worden en optimaal voorbereid worden op een succesvolle toekomst. Bij een brede vorming hoort vanzelfsprekend aandacht voor de sociaal-emotionele, creatieve, spirituele, lichamelijke en technische ontwikkeling van alle leerlingen. Daar de individuele opleidingswensen van leerlingen variëren, biedt het ZSC uitgebreide keuzemogelijkheden om een opleidingstraject op maat waar te maken. Zo bieden wij onder andere diverse verdiepingsprogramma’s
in de gebieden science, cultuur, sport en Spaans, een tweetalige havo en vwo opleiding met zelfs de mogelijkheid tweetalig gymnasium te volgen, aan. Voor de getalenteerde leerlingen die nog meer uitdaging zoeken behoort het hoogbegaafdenprogramma tot de mogelijkheden. Een goed samenspel tussen leerling en leraar, persoonlijke aandacht en een duidelijke onderwijskundige inrichting zijn essentieel voor het ZSC. Wij hechten waarde aan openheid en respect voor elkaar en voor elkaars opvattingen. Onze leerlingen ontwikkelen zich in een veilige omgeving, waarin zij zich op hun gemak voelen. Het ZSC heeft een uitgebreid begeleidingsprogramma, waarin mentoraat, sociaal-emotionele begeleiding, pastorale begeleiding alsook remedial teaching zijn opgenomen. Met optimale, individuele aandacht voor de ontwikkeling van de leerling, begeleidt het ZSC leerlingen bij de groei naar volwassenheid. Onze christelijke identiteit krijgt mede vorm in een voortdurende bezinning op levensvragen en op waarden en normen. De inspiratie door het Evangelie vraagt gedurende het schooljaar ook om bijzondere momenten van bezinning. Het Evangelie van Jezus Christus, zoals dat in de Bijbel staat beschreven, is de basis voor ons handelen. Deze gids is in juni 2015 samengesteld. Als er na die tijd belangrijke wijzigingen plaatsvinden, wordt u op de hoogte gehouden via de website van de school (www.zsc.nl). Namens alle medewerkers wensen we iedereen een plezierig en succesvol schooljaar! Terneuzen, 1 juni 2015 Mr. J.M. de Kooning Voorzitter centrale directie 3–
1 Algemeen Het ZSC is een samenwerkingsschool van rooms-katholieken en protestanten voor vmbo, mavo, havo, atheneum, gymnasium en tech mavo, tweetalig havo, tweetalig atheneum en tweetalig gymnasium. Binnen de vmboberoepsgerichte leerwegen biedt de school de intra sectorale programma’s Zorg & Welzijn en Handel & Administratie aan. Onze school is gevestigd in het Zeeuws-Vlaamse Terneuzen, de derde havenstad van Nederland. Het ZSC is een kwaliteitsschool, gekenmerkt door een goed samenspel tussen leerling en leraar, persoonlijke aandacht en een duidelijke, onderwijskundige inrichting. Wij bieden een veilige leer- en werkomgeving, ruimte voor eigen inbreng, uitdaging binnen en buiten de les en stimuleren onze leerlingen een zo hoog mogelijk rendement uit hun inzet te halen. De sfeer op school wordt mede bepaald door onze christelijke identiteit en is zichtbaar in de omgang met elkaar binnen en buiten de lessen en onderscheidt zich onder meer door wederzijds respect, onderling vertrouwen, zorg, optimisme, interesse voor elkaar en de bereidheid om elkaar te helpen. Het eerste deel van de naam van de school is ontleend aan de boerderij ‘Hof Zeldenrust’ die vroeger op het gebied stond waar de school nu gevestigd is. Het tweede deel, Steelant, dankt de school aan de fusie van 1995 met scholengemeenschap ‘De Steelant’.
1.1 Schoolleiding 1.1.1 Directie Mr. J.M. de Kooning, voorzitter centrale directie portefeuille: strategisch beleid, externe betrekkingen, kwaliteitszorg, personeelsbeleid, decanaat, leerlingenzorg, identiteit en onderwijskundig beleid S. van Nispen, lid centrale directie / directeur bedrijfsvoering portefeuille: financiën, diensten 1.1.2 Sectordirecteuren E.M. Brodie – van Beelen, sectordirecteur vmbo, (tech) mavo. Drs. P.L.H. Boone, sectordirecteur (tweetalig)havo, (tweetalig) atheneum en (tweetalig)gymnasium 1.1.3 Teamleider J.C. van Gaalen,
teamleider brugklassen
1.1.4 Team coördinatoren A.E.W. van Lare, team coördinator vmbo N. Breijaert, team coördinator (tech) mavo A. Koeman, team coördinator (tweetalig) havo, (tweetalig) vwo interne- en externe contacten C.E.R.M. De Baets,Lic, team coördinator (tweetalig) havo, (tweetalig) vwo, beleidsmatige zaken
1.2 Situering en grootte van de school De school kent één locatie voor vmbo, mavo, havo, atheneum, gymnasium, tech mavo, tweetalig havo, tweetalig atheneum en tweetalig gymnasium aan de Zeldenrustlaan in Terneuzen. De school richt zich op de regio midden ZeeuwsVlaanderen. De school wordt bezocht door circa 1460 leerlingen en heeft circa 135 medewerkers. –4
2 Missie en kernkwaliteiten van de school 2.1 Missie De missie van het Zeldenrust-Steelantcollege luidt: Onze scholengemeenschap wil op basis van haar christelijke identiteit opleiden en vormen en wil tot de 25% best presterende scholen VO in Nederland behoren. De school wil dit realiseren door een kleinschalig georganiseerde school te zijn waar: • zowel leerlingen als personeelsleden worden gekend en zich veilig weten • nadrukkelijk gewerkt wordt aan optimale leerresultaten en naadloze aansluiting op het primair– en vervolgonderwijs • de leerling optimaal wordt voorbereid op zijn toekomstige plaats in de maatschappij • aandacht is voor een brede culturele vorming van alle leerlingen • de talenten van een ieder tot hun recht komen 2.2 Kernkwaliteiten Vanuit de missie en onze ervaring komen we tot de volgende kwaliteiten, die karakteristiek zijn voor onze school: 2.2.1 Christelijke identiteit De school is een christelijke scholengemeenschap met de Bijbel als inspiratiebron. De Bijbel is het uitgangspunt voor ons handelen en dus ook voor ons omgaan met allen die bij de school betrokken zijn. De school wil met respect omgaan met ieders levensovertuiging en daarmee een wezenlijke bijdrage leveren aan het ontwikkelingsproces van leerlingen in hun voorbereiding op het leven in de samenleving. In en buiten de lessen en in de begeleiding willen we aandacht geven en ruimte bieden aan het eigene van mensen. De school heeft oog voor verschillende achtergronden, tradities en overtuigingen.
Iedereen is welkom, maar van eenieder wordt wel verwacht dat hij of zij de missie en grondslag van de school onderschrijft. 2.2.2 Open cultuur De school wil in een tijd van voortschrijdend individualisme een leefgemeenschap zijn, waarin alle betrokkenen open staan voor elkaar en zorg hebben voor elkaar. Mensen moeten in de school als naaste erkend worden, tot hun recht komen, zich geaccepteerd en veilig voelen. Wij werken aan een cultuur van openheid en samenwerking. Dit bepaalt onze visie op alle beleidsterreinen. Rust en warmte kenmerken de sfeer in onze school. 2.2.3 Eigentijds doelgericht onderwijs De school streeft er continu naar om te werken met moderne pedagogische inzichten en hulpmiddelen. De school wil opleiden tot zelfstandige, verantwoordelijke en mondige mensen. Zij legt de nadruk op de zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid van de leerlingen bij de inrichting van het onderwijs. Sociale vorming en samenwerking met anderen staan daarbij hoog in het vaandel. Daarnaast wil de school een goede werksfeer bieden voor leerlingen en medewerkers. De school wil haar leerlingen met voldoende bagage (diploma of andere startkwalificatie) door laten stromen naar de volgende fase van onderwijs of beroepsvoorbereiding. De school hecht aan goede schoolprestaties, omdat deze de basis vormen voor een goede maatschappelijke positie. In nauw overleg met het vervolgonderwijs leren wij de leerling een verantwoorde keuze te maken voor studie of beroep. 2.2.4 Aandacht voor heel de mens Het Zeldenrust-Steelantcollege verzorgt onderwijs voor de mens, voor iedere mens en voor de gehele mens. Niet alleen het verwerven van kennis staat centraal, ook de sociaalemotionele, creatieve, spirituele, lichamelijke en technische ontwikkeling van alle leerlingen krijgt een plaats. 5–
De school heeft een uitgebreid begeleidingsprogramma, waarin mentoraat, sociaal-emotionele begeleiding, pastorale begeleiding als ook remedial teaching zijn opgenomen. De school wil haar leerlingen een stevige culturele basis meegeven. Wij stimuleren activiteiten op het gebied van kunst en cultuur. De aandacht voor iedere en de gehele mens geldt ook ten aanzien van de medewerkers van de school, die de school ervaren als een aangename en persoonlijke werkomgeving.
3 Gespreide verant woordelijkheid Het ZSC wordt niet ‘gemaakt’ door slechts enkele personen of geledingen. De school krijgt vorm door alle geledingen: leerlingen, ouders, medewerkers en schoolleiding. Allemaal hebben zij vanuit hun eigen verantwoordelijkheid invloed op de gang van zaken en op de besluitvormingsprocessen. Aan de andere kant is de invloed van de onderwijswetgeving vanzelfsprekend van grote invloed op ons onderwijs. De Inspectie van het Onderwijs heeft in dit opzicht een controlerende taak. Ook het bevoegd gezag van de school heeft hierin eigen verantwoordelijkheden. De school wordt in stand gehouden door de Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Ook ouders en verzorgers van leerlingen kunnen lid worden van de vereniging, waardoor zij volop inspraak kunnen hebben in de kaders van het beleid van de school. 3.1 Ouders en school 3.1.1 Samenwerking Wij achten een goed samenspel tussen leerlingen, ouders en school van zeer groot belang. We hebben elkaar nodig om de door ons gestelde doelen te bereiken. Wij werken in goede harmonie met elkaar samen aan de toekomst van de leerlingen. Dat houdt in dat we over en weer een beroep op elkaar mogen doen als het gaat om informatieverstrekking, meedenken met ontwikkelingen van de leerlingen ten aanzien van de opvoeding in het algemeen en het leerproces in het bijzonder. 3.1.1.1 Onderwijsovereenkomst Een leerling volgt onderwijs op basis van een onderwijsovereenkomst met de school. Indien een leerling minderjarig is, sluit de school deze overeenkomst met de ouders. Dit gebeurt bij de aanmelding en inschrijving. Door de aanmelding en inschrijving van de leerling bij de school
–6
verklaren de ouders zich voor hun kind akkoord met de afspraken en de regels die in de school gelden. De school verplicht zich de leerling het onderwijs van de school aan te bieden en hem de gelegenheid te bieden het examen af te leggen. De ouders verplichten zich om hun kind de lessen aan de school te laten volgen en de verplichtingen die daaruit voortvloeien na te komen. 3.1.1.2 Ouderlijk gezag, omgangsregelingen en informatie Op grond van artikel 377c Boek 1 BW heeft de niet met het gezag belaste ouder recht op “informatie inzake belangrijke feiten en omstandigheden die de persoon van het kind of diens verzorging en opvoeding betreffen.” Dit betekent dat als de school hierom wordt gevraagd, ze in principe gelijke informatie verschaft over een leerling aan ouders van wie er een wel en de ander niet met het ouderlijk gezag is belast. Een uitzondering hierop bestaat, als de school dit in strijd vindt met het belang van het kind. De wens van het kind om niet tot informatieverstrekking over te gaan, is hierbij niet alleen bepalend. 3.1.1.3 De meerderjarige leerling Als een leerling de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, is hij voor het verrichten van zogenaamde ‘rechtshandelingen’ niet meer afhankelijk van zijn ouders. Dit betekent onder andere dat de leerling en de school hun onderwijsovereenkomst opnieuw moeten aangaan, onder dezelfde voorwaarden. Dit zal in de meeste gevallen om praktische redenen stilzwijgend gebeuren. Het bereiken van de meerderjarige leeftijd leidt er verder toe dat de relatie tussen de school en de ouders anders wordt. Hierbij gaat het om de volgende zaken: Informatie en rapportage over studievorderingen: de school stuurt uitnodigingen en rapportages aan de meerderjarige leerling én aan de ouders. Studie- en pakketkeuze: bij de voortgang van de studie houdt de school de beslissingen van de leerling aan, uiteraard
binnen de mogelijkheden die de school heeft. Regelingen i.v.m. de goede gang van het onderwijs: de meerderjarige leerling moet zelf zorgen voor berichtgeving aan de school als hij lessen moet verzuimen (denk bijv. aan doktersbezoek en ziekte). Onregelmatigheden en maatregelen: onregelmatigheden zijn alle gedragingen die afwijken van die welke redelijkerwijs van de leerling kunnen en moeten worden verlangd. Onregelmatigheden zijn b.v.: wangedrag, ongeoorloofde absentie, spieken bij proefwerken en examens. De meerderjarige leerling is hiervoor zelf aansprakelijk. Schriftelijke mededelingen over eventuele maatregelen e.d. worden rechtstreeks aan de leerling gericht. 3.1.2 De Ouderraad (OR) Ook in de zin van de formele ouderparticipatie hebben ouders een plaats binnen het ZSC, namelijk als Ouderraad. De Ouderraad stelt zich ten doel de belangen van de ouders en hun kinderen bij het onderwijs en opvoeding, overeenkomstig de doelstelling van de school, te behartigen. De Ouderraad overlegt en vergadert daartoe met de centrale directie. De Ouderraad adviseert de schoolleiding, gevraagd en ongevraagd, inzake onderwijskundige aangelegenheden, huishoudelijke aangelegenheden, de sfeer op school, schoolactiviteiten en alle andere zaken die bijdragen tot verwezenlijking van de doelstellingen van de school. Het lidmaatschap van de Ouderraad staat open voor alle ouders. Meer informatie over de Ouderraad vindt u op de website www.zsc.nl. De Ouderraad is ook bereikbaar via het postadres van de school: Ouderraad ZSC Postbus 146 4530 AC Terneuzen
7–
3.1.3 Informatietelefoon: 0800 5010 voor ouders over onderwijs Vragen over onderwijs? Veel ouders en verzorgers van schoolgaande kinderen lopen ermee rond. Natuurlijk kunnen ze met vragen terecht op school zelf, of bij andere ouders. Maar niet altijd en niet met elke vraag. Reden voor de landelijke organisaties voor ouders in het onderwijs een vraagbaak in te stellen: 5010. Wat is 5010? Kort gezegd: dé vraagbaak voor ouders over onderwijs via een gratis telefoonnummer: 0800-5010. De informatielijn is op werkdagen open van 10.00 tot 15.00 uur, vakanties uitgezonderd en via een overzichtelijke, toegankelijke website: www.loraad.nl. De site biedt bovendien de mogelijkheid per e-mail vragen te stellen.
Voor het schooljaar 2015 – 2016 is de bijdrage vastgesteld op € 35,00 per kind. Als ouders of meerderjarige leerlingen niet voor de extra voorzieningen of activiteiten willen betalen, moeten zij dit uiterlijk veertien dagen na het verschijnen van de schoolgids schriftelijk aan de voorzitter centrale directie meedelen. Uiteraard is het wel zo dat een leerling die niet (tijdig) betaalt voor de extra voorzieningen en activiteiten, daarvan geen gebruik kan maken of daaraan niet mee kan doen. Een verzoek tot vermindering of ontheffing van betaling kan in geval van bijzondere omstandigheden schriftelijk bij de voorzitter centrale directie worden ingediend. Het is dan van belang dat u zo’n verzoek binnen veertien dagen na het verschijnen van de schoolgids indient.
5010 is bedoeld voor ouders en verzorgers met kinderen in zowel het basis- als het voortgezet onderwijs. Wie vragen over onderwijs heeft, kan die stellen aan 5010. Dit kunnen vragen zijn over praktische zaken als lesgeld of vakanties, maar ook over ingewikkelde onderwerpen. 5010 heeft specialisten die op élke vraag antwoord hebben, of weten waar ze dat kunnen vinden. 5010 is een initiatief van de landelijke organisaties voor ouders in het onderwijs, LOBO, NKO, OUDERS&COO en VOO, in samenwerking met Balans, CG-Raad, FvO e.a. Die expertise stelt 5010 graag aan iedereen beschikbaar. 3.1.4 Vrijwillige ouderbijdrage Jaarlijks vraagt de school aan ouders een financiële bijdrage. Deze bijdrage is niet wettelijk verplicht. De bijdrage is echter nodig voor extra voorzieningen en activiteiten die niet door het ministerie van OCW worden vergoed. Bijvoorbeeld de kosten voor de kennismaking van de brugklassers, de vieringen, de ouderraad, de bonte avond en de culturele activiteiten. De geldelijke bijdragen zijn vastgesteld na instemming van de ouder/leerlingengeleding van de medezeggenschapsraad. –8
3.1.5 Stichting Leergeld Zeeuws-Vlaanderen Stichting Leergeld Zeeuws-Vlaanderen heeft de doelstelling om alle kinderen ongeacht de financiële situatie van hun ouder(s) of verzorger(s), mee te laten doen met hun leeftijdgenoten. Dit op het gebied van sport, cultuur en schoolse activiteiten. Vanaf eind 2008 is de stichting actief in Zeeuws-Vlaanderen en is mede door de hulp van diverse sponsoren nu in staat concreet de kinderen uit de regio te helpen.
Alle kinderen mogen meedoen! En dan is vaak de vraag: “Ja, maar hoe…?” Wanneer thuis de financiële rek er helemaal uit is, lijkt de gedachte aan een schoolreisje eerder een luxe probleem dan een noodzaak. De bestedingen richten zich in de eerste plaats op de basisbehoeften, zoals eten, de huur, gas, water en licht. Dat is heel begrijpelijk. En dan komen daar kosten voor school of sport bij. De ouderbijdrage, gymspullen, typ les, extra bijlessen, een vereniging of club (plus de kleding die er vaak bij hoort) en aan het einde van het schoolseizoen: de schoolreis. Alsof er geen eind aan komt. Voor een kind is het allemaal niet zo ingewikkeld. Die wil ook naar het zwembad, streetdance, ballet of de voetbal, want dat doen hun leeftijdgenootjes immers ook. Wanneer komt uw kind in aanmerking voor ondersteuning door stichting Leergeld? • Het besteedbaar inkomen van het gezin ligt op 120% van het bijstandsniveau of lager. Ook als het normale besteedbare inkomen ernstig wordt beperkt door bijvoorbeeld een schuldsanering. • Als alle voorzieningen voor hulp al zijn aangesproken (bijvoorbeeld bijzondere bijstand). De aanvraag geldt alleen voor middelen (dus geen geld) ten behoeve van kinderen uit het gezin in de (schoolgaande) leeftijd van 4 tot 18 jaar. • Je hebt een concrete vraag, bijvoorbeeld: “mijn zoon/ dochter wil graag een sport of een andere activiteit beoefenen, maar ik kan de contributie en andere zaken als kleding voor sport niet betalen”.
afspraak voor een huisbezoek, een vrijwilliger komt langs om de hulpvraag in kaart te brengen en te zien waar de stichting een helpende hand kan bieden. Het streven is om binnen 3 weken na ontvangst van de aanvraag een antwoord te geven. Alle gegevens van de aanvrager worden vertrouwelijk behandeld. Hoe is het indienen van een aanvraag mogelijk. • Telefonisch: 06-57933717 (op dinsdag en donderdag van 09.00 tot 12.00 uur) • E-mailadres:
[email protected]. • Briefje aan: Stichting Leergeld Zeeuws-Vlaanderen, Postbus 1076, 4530 GB Terneuzen. • Ook mogelijk via aanvraagformulieren, welke op de school verkrijgbaar zijn. Een team van vrijwilligers staat klaar om uw aanvraag te ontvangen. Coördinator Leergeld Zeeuws-Vlaanderen
Informatie en aanvraag Voor meer informatie, kun je vrijblijvend contact opnemen met de coördinator van Stichting Leergeld. Hij kan een aanvraagformulier toesturen. Als je het formulier invult en instuurt, volgt binnen 1 week na ontvangst een telefonisch inleidend gesprek met de coördinator. Hieruit volgt een 9–
3.2 Medezeggenschapsraad (MR) De medezeggenschapsraad is voor de school wat de ondernemingsraad is voor een bedrijf. Met nog iets extra’s: in de MR van de school is er ook heel bewust een plaats ingeruimd voor leerlingen en ouders. De MR van het ZSC bestaat uit 12 leden. De helft hiervan behoort tot het personeel en de andere helft bestaat uit 3 ouders en 3 leerlingen. Op grond van de Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS) heeft de raad invloed op het schoolbeleid. De voorzitter Centrale Directie overlegt namens het schoolbestuur met de MR. Het belang van een goede MR is de laatste jaren alleen maar groter geworden. Was de financiering van de school vroeger iets dat administratief werd afgedaan door de declaraties bij ‘Zoetermeer’ in te dienen, tegenwoordig wordt er een hoeveelheid geld de z.g. ‘lump sum’ gegeven. Daarmee moet de school zien rond te komen. Ook hiervoor moet beleid worden ontwikkeld, waarbij de MR inspraak heeft. Een voltallige, kwalitatief goede MR, waarin alle geledingen vertegenwoordigd zijn, is voor de school dus van groot belang. De samenstelling van de medezeggenschapsraad staat vermeld op de website www.zsc.nl. De medezeggenschapsraad is bereikbaar via het secretariaat: Medezeggenschapsraad ZSC T.a.v. de secretaris Postbus 146 4530 AC Terneuzen 3.3 Klankbordgroepen Aan het begin van het schooljaar krijgen de ouders een formulier waarmee zij zich kunnen aanmelden voor een klankbordgroep, die gekoppeld is aan een van de opleidingen: brugklassen, vmbo, (tech) mavo, (t) havo en (t) vwo. Tijdens de bijeenkomsten van een klankbordgroep wordt gesproken over allerlei zaken die de school betreffen. – 10
De klankbordgroep staat onder voorzitterschap van de desbetreffende teamleider/sectordirecteur. 3.3.1 Uw mening telt Het Zeldenrust-Steelantcollege wil kwaliteit leveren. Daarbij telt a priori de mening van ouders en leerlingen. Regelmatig houden we een tevredenheidonderzoek. U wordt daarvoor benaderd door onze beleidsmedewerker kwaliteit, de heer J.H. Schut, MEd. Wij stellen de medewerking van leerlingen en ouders zeer op prijs. 3.4 Communicatie school - ouders Om alle leerlingen en ook hun ouders of verzorgers zo volledig mogelijk en vooral tijdig te informeren wordt twee tot drie maal per jaar ‘De Blikopener’, het informatiebulletin van het ZSC, verspreid. De informatie aan de ouder(s) en verzorger(s) over de prestaties van hun kind wordt op twee manieren verstrekt. Dit gebeurt door middel van digitale cijferoverzichten en rapporten. Alle leerlingen ontvangen een cijferuitdraai in januari en een rapport aan het einde van het schooljaar. Voor direct overleg met docenten wordt twee keer per jaar een ouderspreekuur georganiseerd, voor Kerst en rond de paasvakantie. Voor de exacte data kunt u de Jaarkalender op de website – www.zsc.nl – raadplegen. Wanneer u op andere momenten vragen hebt, stellen wij het op prijs dat u contact opneemt met de school. 3.5 Bevoegd gezag Het bevoegd gezag van het ZSC is de Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs voor Zeeuwsch-Vlaanderen. De Raad van toezicht wordt gevormd door: F.J. Simons, voorzitter L.W.A.M. De Beleir, secretaris A.J. de Putter, penningmeester J.F.M. Oude Kempers, vice-voorzitter Dr.Ir. C.F.J. den Doelder
Het postadres van de Raad van Toezicht is: Postbus 146, 4530 AC Terneuzen. Klachtenregeling en Reglement bezwaar en beroep in leerlingenzaken Zeldenrust-Steelantcollege Het beleid van de school is erop gericht klachten te voorkomen. Mocht zich toch een klacht voordoen, dan wordt deze zorgvuldig behandeld, overeenkomstig de Klachtenregeling onderwijs ZSC. Klachten kunnen, als een gesprek met de mentor niet afdoende blijkt, in eerste instantie worden ingediend bij de team coördinator, de teamleider brugklassen of de desbetreffende sectordirecteur. Indien de behandeling van de klacht niet leidt tot een oplossing van de klacht, kunt u de klacht indienen bij de voorzitter centrale directie, de heer Mr. J.M. de Kooning. 3.6
Veruit de meeste klachten zullen in onderling overleg naar tevredenheid afgehandeld kunnen worden. In gevallen waarin dit niet lukt, kan men een beroep doen op de klachtenregeling. Het ZSC heeft zich aangesloten bij de landelijke klachtencommissie van Verus: Postbus 82324, 2508 EH Den Haag, contactpersoon mevrouw A. Melis tel.070-3861697. De volledige tekst van de Klachtenregeling ZSC en het Reglement bezwaar en beroep in leerlingenzaken ZeldenrustSteelantcollege vindt u op de website: www.zsc.nl. In geval van een klacht kan de klager zich desgewenst ook wenden tot een vertrouwenspersoon. De school beschikt over twee interne vertrouwenspersonen en één externe vertrouwenspersoon; intern voor leerlingen mevrouw B. van Heese en de heer C.C.P.J. van Roozendaal.
De externe vertrouwenspersoon is mevrouw A. de Wit. Bij haar kunt u terecht als u de voorkeur geeft aan een externe deskundige. Zij is tijdens kantooruren bereikbaar onder nummer: 0115-563015. 3.7 Discriminatie Wij wijzen iedere vorm van discriminatie van mensen op grond van hun geloof, sekse, seksuele geaardheid, leeftijd, handicap, etnische afkomst of huidskleur af. Wij tolereren als schoolgemeenschap geen enkele vorm van onverdraagzaamheid, fundamentalisme, radicalisering, extremisme e.d. 3.8 Inspectie 3.8.1 Onderwijs Inspectie van het onderwijs Website www.onderwijsinspectie.nl Telefoon 088 – 669 60 60 3.8.2 Vertrouwensinspectie Is uw kind op school op een erg onaangename manier lastiggevallen? Misschien kunt u dan hulp gebruiken van een vertrouwensinspecteur. Bij de onderwijsinspectie werken vertrouwensinspecteurs bij wie u terecht kunt voor het melden van klachten over gebeurtenissen in het onderwijs op het gebied van: • seksuele intimidatie en seksueel misbruik, fysiek en psychisch geweld, zoals grove pesterijen • discriminatie en extremisme De vertrouwensinspecteurs zijn bereikbaar op telefoonnummer 0900 – 111 3 111 (tijdens kantooruren en tegen lokaal tarief)
11 –
Een vertrouwensinspecteur is aanspreekpunt voor betrokkenen bij scholen. De inspecteur helpt bij het zoeken naar oplossingen, bij het vinden van de juiste weg of het doen van aangifte. Indien u dit wenst, kunt u zich natuurlijk ook eerst tot iemand van de schoolleiding wenden of tot de interne of externe vertrouwenspersonen. 3.9 Sponsoring De school voert een actief beleid ten aanzien van sponsoring omdat zij sponsoring van belang acht vanwege de wenselijke relatie van de school met de maatschappij, als ook vanwege de wenselijkheid en noodzaak om voor het bekostigen van het onderwijsproces ondersteunende activiteiten extra middelen te genereren. Dit betekent voor de school: • de erkenning dat sponsoring een tweezijdige relatie inhoudt, waarin de school een aantrekkelijke, • zelfstandige partner wenst te zijn; • dat de pedagogisch/didactische opdracht van de school het primaat behoudt;
– 12
• dat het primaire onderwijsproces niet afhankelijk wordt van sponsoring. De school conformeert zich in dezen aan het “Convenant scholen voor primair en voortgezet onderwijs en sponsoring”, waaraan ook sponsors geacht worden zich te conformeren. Dit convenant houdt onder meer in dat: • sponsoring niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs en de school in gevaar mag brengen; • sponsoring verenigbaar moet zijn met de statutaire grondslag van de rechtspersoon van wie de school uitgaat, alsmede de doelstellingen van de school en het onderwijs; • de school niet in een afhankelijkheidsrelatie tot de sponsor(s) mag komen te verkeren. Voor de volledige tekst verwijzen wij u naar de website van Verus: www.verus.nl.
4 Onderwijs Het Zeldenrust-Steelantcollege wil op basis van haar christelijke grondslag opleiden en vormen. Onze school verzorgt onderwijs voor de mens, voor iedere mens en voor de gehele mens. Niet alleen het verwerven van kennis is belangrijk, maar ook de sociaal-emotionele, creatieve, spirituele, lichamelijke, contemplatieve en technische ontwikkeling van alle leerlingen draagt bij tot de ontwikkeling van een leerling tot een evenwichtige volwassen mens. 4.1 Drie karakteristieken Het voortgezet onderwijs heeft opnieuw te maken gehad met een aantal aanpassingen en vernieuwingen: herziene eindtermen in de onderbouw en de aanpassing profielen in de Tweede Fase. Deze veranderingen hebben steeds drie rode draden die door alle onderwijsveranderingen lopen. Bij de drie veranderingen ging en gaat het steeds om: • actief en zo zelfstandig mogelijk leren en werken van leerlingen • brede ontwikkeling van leerlingen • rekening houden met verschillen tussen leerlingen
4.1.1 Actief en zelfstandig werken Het onderwijs op onze school dient de eigen creativiteit en zelfstandigheid van de leerlingen zoveel mogelijk te bevorderen. De leerlingen zullen in alle leerjaren en alle schoolsoorten meer zelfstandig aan het werk gaan en de docent zal naast instructeur meer als begeleider en coach gaan optreden. 4.1.2 Brede ontwikkeling Het onderwijs op onze school dient bij te dragen aan een brede persoonlijke en maatschappelijke vorming van leerlingen. Niet alleen het verwerven van kennis staat centraal, ook de sociaal-emotionele, creatieve, spirituele, lichamelijke en technische ontwikkeling van alle leerlingen krijgt een plaats. 4.1.3 Rekening houden met verschillen Het onderwijs op onze school dient de verschillen tussen leerlingen op te merken, te honoreren en te benutten voor het bereiken van een zo hoog mogelijk niveau aan kennis, inzichten en vaardigheden van iedere leerling.
13 –
5 De inrichting van het onder wijs in school 5.1 Aanmelding en toelating Het is gebruikelijk dat nieuwe leerlingen vóór 1 april worden aangemeld. Dit gebeurt door het indienen van een volledig ingevuld inschrijfformulier en een kopie van het identiteitsbewijs van de leerlingen. Er zijn commissies die beslissen over de toelating. Daarbij hebben ze de volgende uitgangspunten: • Brugklas: een positief plaatsingsadvies van de directeur van de afleverende basisschool. • Havo-4: vmbo-t diploma met wiskunde of een 2e moderne vreemde taal, en voor natuurprofielen natuurkunde of biologie. Zie voor de nadere criteria hieronder. • Atheneum-5: havo-diploma met wiskunde en bij voorkeur een 2e moderne vreemde taal. Een positief advies van vakdocenten met een gemiddelde van 6.0 of hoger voor alle havo-5 vakken. Wanneer een leerling van een andere school voor voortgezet onderwijs komt, wordt een onvoorwaardelijke bevordering door het Zeldenrust-Steelantcollege overgenomen. Als de overstap in de loop van de cursus gebeurt, wordt ten aanzien van de cijfers een regeling vastgesteld. Ouders en leerlingen verklaren door middel van ondertekening van het aanmeldingsformulier dat zij instemmen met de christelijke grondslag en missie van het Zeldenrust-Steelantcollege. Beleid terzake toelating leerlingen met een extra ondersteuningsvraag (voorheen leerlinggebonden financiering (LGF) Ouders van leerlingen met een ondersteuningsaanvraag wordt de mogelijkheid geboden hun kind te plaatsen in het regulier voortgezet onderwijs.
Indien ouders van een leerling met een ondersteuningsaanvraag om toelating verzoeken, zal de school samen met leerling en ouders serieus gaan onderzoeken, of toelating op de school mogelijk is. Ten behoeve van dit onderzoek vindt een oriënterend gesprek plaats, waarbij de orthopedagoog en teamleider aansluiten. Centraal staat het belang van het kind en de mogelijkheden van de school om het ontwikkelingsproces van het kind te ondersteunen. Als ouders en school in dit oriënterend gesprek samen van oordeel zijn dat toelating mogelijk lijkt o.b.v. het schoolondersteuningsprofiel, en de leerling kans van slagen heeft, kan de toelatingsprocedure gestart worden. De Wet Passend Onderwijs brengt een aantal veranderingen voor scholen met zich mee. De school regelt de extra ondersteuning in de klas of een plek op een andere school of de plaatsing in het speciaal onderwijs. Het voordeel hiervan is dat ouders niet meer zelf de ingewikkelde indicatieprocedure hoeven te doorlopen. De landelijke indicatiesystematiek (LGF) is dus afgeschaft. De huidige ondersteuningsstructuur wordt versterkt, wat betekent dat leerlingen weinig zullen merken van deze verandering. Als school hebben wij de verantwoordelijkheid een kind dat ondersteuning nodig heeft een passende plek aan te bieden. Het Zeldenrust-Steelantcollege kent een jarenlange geschiedenis in het zoeken naar de juiste ondersteuningsmogelijkheden voor onze leerlingen, dat betekent dat het nemen van deze verantwoordelijkheid voor ons bekend is.
5.1.1
– 14
5.1.1.1 Oriënterend gesprek De communicatie en samenwerking tussen de school en de ouders zijn van cruciaal belang. Om die te waarborgen kunnen in een oriënterend gesprek de volgende stappen worden gezet: • Een eerste kennismaking tussen ouder(s) / verzorger(s)
en school. Bij dit gesprek zullen vanuit de school de teamleider en orthopedagoog aanwezig zijn. • De ouder / verzorger kan het verzoek tot plaatsing toelichten en verwachtingen uiten. • De school zal over haar visie op onderwijs aan leerlingen met een ondersteuningsaanvraag spreken en daarnaast de mogelijkheden en de beperkingen van de school in het specifieke individuele geval, waarop het gesprek betrekking heeft, aangeven. Nagegaan wordt wat de hulpvraag van het kind betekent voor het pedagogische klimaat, het didactische klimaat, de leerlingenzorg, de professionalisering, de ondersteuning en de gebouwelijke en materiële omstandigheden. • Alle vragen over en weer kunnen dan zo goed mogelijk beantwoord worden. 5.1.1.2 Toelatingsprocedure Als plaatsing van de leerling op grond van het oriënterend gesprek mogelijk lijkt, zal de toelatingsprocedure in werking worden gesteld:
• Het is mogelijk dat de school met de ouder(s) / verzorger(s) een intakegesprek heeft. • Bij het intakegesprek wordt het onderwijskundig rapport overlegd en indien aanwezig het ontwikkelingsperspectief. • Er worden vervolgafspraken gemaakt om samen met kind, ouder / verzorger, (ambulant) begeleider en school te komen tot een ontwikkelingsperspectief. • Dit ontwikkelingsperspectief moet binnen 6 weken na de start van het schooljaar zijn opgesteld; het ontwikkelingsperspectief wordt door ouder(s) / verzorger(s) en school ondertekend en wordt jaarlijks geëvalueerd. 5.1.1.3 Weigering Eventuele weigering van toelating door de school moet schriftelijk en gemotiveerd binnen de daartoe gestelde termijnen kenbaar gemaakt worden. Een besluit een leerling niet toe te laten, kan alleen op grond van onderstaande factoren:
15 –
• De leerling voldoet niet aan de (wettelijke) toelatingsvoorwaarden. • De grondslag van de school wordt niet gerespecteerd. • De rust en veiligheid binnen de school zijn in het gedrang. • De school is niet in staat de vereiste mate van verzorging en/of begeleiding te geven, kortom de school is handelingsverlegen en toont dat aan o.b.v. het schoolondersteuningsprofiel. • Er bestaat geen redelijk evenwicht tussen de extra aandacht van de docent voor de leerling met een beperking en de aandacht voor de andere leerlingen. 5.1.1.4 Bezwaar Als ouder(s) / verzorger(s) van mening zijn, dat de school op onredelijke gronden de leerling met een beperking niet wil toelaten, kan bezwaar aangetekend worden bij het bevoegd gezag.
beroepsgerichte leerwegen voeren een beroepsoriënterende stage uit van één blokweek. In samenwerking met vrijwilligersorganisaties en Stichting Aan Z van de gemeente Terneuzen wordt er een ruim aanbod in vacatures voor jongeren aangeboden via de website http:// www.jijbenteenkei.nl. Ook bieden we als school interne stages aan, zoals hulp tijdens de Open Dagen, de Bonte Avond, de Letlandreis en andere schoolactiviteiten. Een maatschappelijke stage is een stage voor scholieren, waarbij ze door het doen van vrijwilligerswerk kennismaken met het dragen van verantwoordelijkheid in de maatschappij. Leerlingen verrichten binnen of buiten de school vrijwilligersactiviteiten en maken zo actief kennis met verschillende kanten van de samenleving. Waar reguliere stages vooral beroeps oriënterend zijn, hebben maatschappelijke stages vooral karaktervorming tot doel en kan het te zijner tijd toegevoegd worden aan een loopbaandossier. De maatschappelijke stage maakt vanaf dit schooljaar deel uit van de vakgroep godsdienst. In het schoolcurriculum is een handelingsdeel Maatschappelijke stage opgenomen en dit is een verplicht onderdeel van het vak godsdienst. Het handelingsdeel bestaat uit de uitvoering van minimaal 30 uur vrijwilligerswerk buitenom het lesrooster en een reflectieopdracht. De leerlingen moeten het handelingsdeel in het derde leerjaar met een voldoende afsluiten.
5.2 Maatschappelijke stages Het verplichte karakter van de maatschappelijke stage (hierna afgekort tot MaS) is sinds het schooljaar 2014-2015 vanuit het ministerie verdwenen. Wegens de meerwaarde van MaS en het inmiddels opgebouwde netwerk met vrijwilligersorganisaties, hebben de middelbare scholen in Zeeuws-Vlaanderen besloten om MaS als onderdeel van het onderwijsprogramma te behouden. Ook dit schooljaar gaan alle leerlingen uit de derde klas buitenom het lesrooster vrijwilligerswerk uitvoeren. De derdeklassers van de vmbo– 16
Voor vragen en opmerkingen over de uit te voeren maatschappelijke stage, kunt u via de e-mail contact opnemen met
[email protected]. 5.3 Gezonde school Het Zeldenrust-Steelantcollege streeft naar een gezonde schoolkantine. Dat betekent dat we in zowel de kantine als in de automaten een assortiment hebben dat hoofdzakelijk uit gezonde producten bestaat.
Het ZSC heeft tevens een rookvrij schoolplein en besteedt veel aandacht aan preventie van roken. Een rookvrije school draagt bij aan de gezondheid van leerlingen en personeel en maakt niet roken tot de norm. 5.4 Brugperiode Het Zeldenrust-Steelantcollege heeft een eenjarige brugperiode met lesgroepen op één niveau. De leerlingen die geplaatst worden hebben in dit eerste jaar de mogelijkheid te laten zien welk schooltype het beste bij hen past. Zij worden met gebruikmaking van het advies van de basisschool geplaatst in een vmbo-groep, een mavogroep, een havo of t-havo-groep, een atheneum-groep of in een tto-groep. In alle gevallen beslist de plaatsingscommissie over wel of niet plaatsen. Aan het einde van de 1e periode in het brugjaar kan op grond van schoolresultaten en naar het oordeel van de docenten blijken dat een leerling “te hoog” dan wel “te laag” zit. In dat geval is een tussentijdse overstap noodzakelijk (zie determinatieregeling op de website). Op grond van het voortschrijdend gemiddelde vindt aan het einde van het schooljaar bevordering plaats naar 2 vmbo, 2 mavo, 2 havo, 2 atheneum of 2 gymnasium. Omdat op een aantal scholen Spaans al op het programma staat, willen wij hier ook in de brugklas een vervolg aan geven. Daarom kunnen alle havo, vwo en tto leerlingen Spaans kiezen in de brugklasverdieping. We streven er naar om dit tot aan de 3e klas in de verdieping te blijven aanbieden bij voldoende belangstelling. Om de overstap van de basisschool naar het voortgezet onderwijs zo goed mogelijk te laten verlopen, organiseert het Zeldenrust-Steelantcollege een aantal activiteiten om de kennismaking te bevorderen: • de Open Dag, meestal eind januari • voor de zomervakantie een kennismakingsavond voor de nieuwe leerlingen en hun ouders • introductiedagen voor de leerlingen in de eerste week van de cursus
• een informatieavond voor de ouders aan het begin van de cursus • een zogeheten verdiepingscarrousel voor leerlingen van groep 8. De afgelopen jaren bestond het programma bijvoorbeeld gedurende 4 weken uit sport, science, kunst & cultuur en tweetalig onderwijs Engels • mogelijkheid om de school te bezoeken individueel of in klassenverband. 5.4.1 De tweetalige klas Tweetalig Havo De leerlingen die tweetalig havo doen, zitten in een t-havo klas. Ze krijgen havo onderwijs, waarbij de helft van de vakken in het Engels wordt lesgegeven. Het is bedoeld voor een goed gemotiveerde leerling met een brede belangstelling voor talen en een interesse die verder reikt dan de eigen landsgrenzen. Wij baseren onze aanname op een positief advies van de basisschool: havo advies, juiste cito score en een gemotiveerde keuze voor het tweetalig onderwijs. Een selectieprocedure kan deel uit maken van de intake, waarbij gelet wordt op algemene taalvaardigheid en motivatie. Het tweetalig onderwijs biedt de leerling naast een uitdagend curriculum een betere doorstroom naar vervolgopleidingen en latere werkkring. In toenemende mate verwachten bedrijfsleven, vervolgopleidingen en de culturele sector niet alleen een uitstekende beheersing van het Engels (in woord en geschrift), maar ook bekendheid met andere culturen en internationale gebruiken etc. Dit zijn aspecten die binnen het tweetalig onderwijs vorm krijgen d.m.v. internationale projecten die deel uitmaken van het lesprogramma, activiteitenreizen en uitwisselingsprogramma’s naar het buitenland. In de brugklas is er een inloopperiode van 6 weken waarbij alle Havo leerlingen Brugklas 4 uur in de week Engels krijgen en 1 vak lichamelijke opvoeding of kunsteducatie in 17 –
het Engels zullen volgen. Na de herfstvakantie start voor de t-havo leerlingen het volledige programma. De helft van de lessen wordt in het Engels gegeven en de leerlingen krijgen extra lessen Engels om vaardigheden in die taal op peil te brengen en de zo geheten *CLIL vakken te ondersteunen. In de tweede fase van het t-havo zal er wederom aandacht zijn voor uitbreiding van de communicatieve vaardigheden in het Engels als ook een gedegen voorbereiding voor het verkrijgen van een extra certificaat voor de Engelse taal. Naast de aandacht voor tweetaligheid en internationalisering blijven binnen tweetalig havo dezelfde normen gelden als in regulier havo; alle vakken bereiden voor op het centraal eindexamen en waar mogelijk wordt qua onderwijsprogramma geen onderscheid gemaakt. *(CLIL= Content &Language Integrated Learning) Tweetalig vwo en gymnasium De leerlingen die tweetalig vwo doen, zitten in een tvwoklas. Tweetalig onderwijs betekent onderwijs op het vwo, waarbij de helft van de vakken in het Engels wordt gedoceerd. Het is bedoeld voor een goed gemotiveerde leerling met een brede belangstelling voor talen en een interesse die verder reikt dan de eigen landsgrenzen. Leerlingen die van de basisschool een vwo advies krijgen, de juiste citoscore hebben en een gemotiveerde keuze voor het tweetalig onderwijs tonen, zijn welkom om op het ZSC tweetalig vwo te volgen. Een selectieprocedure kan deel uitmaken van de intake. In deze gevallen beslist een plaatsingscommissie over wel of niet plaatsen. Leerlingen worden getoetst op taalvaardigheid zowel in het Nederlands als in het Engels. Het tweetalig onderwijs biedt de leerling naast een uitdagend curriculum een betere doorstroom naar vervolgopleidingen en latere werkkring. In toenemende mate verwacht het bedrijfsleven, de academische wereld en de culturele sector niet alleen een uitstekende beheersing van – 18
het Engels (in woord en geschrift) maar ook bekendheid met andere culturen en internationale gebruiken etc. Dit zijn aspecten die binnen het tweetalig onderwijs vorm krijgen d.m.v. internationale projecten die deel uitmaken van het lesprogramma, activiteitenreizen en uitwisselingsprogramma’s naar het buitenland. Al vanaf de brugklas wordt de helft van de lessen in het Engels gegeven en krijgen de leerlingen extra lessen Engels om vaardigheden in die taal op peil te brengen en de ttovakken te ondersteunen. In de tweede fase van het tvwo is er wederom aandacht voor uitbreiding van de communicatieve vaardigheden in het Engels als ook een gedegen voorbereiding voor het verkrijgen van een extra certificaat voor de Engelse taal. Dit certificaat geeft direct toegang tot internationale opleidingen. Verder blijven in de tweede fase Europese en Internationale Oriëntatie van groot belang. Naast de aandacht voor tweetaligheid en internationalisering blijven binnen het tvwo dezelfde normen gelden als in het regulier vwo; alle vakken bereiden voor op het centraal eindexamen en waar mogelijk wordt qua onderwijsprogramma geen onderscheid gemaakt. Algemeen Alle *tto-scholen zijn vertegenwoordigd in een landelijk netwerk voor tweetalig onderwijs en moeten voldoen aan
de standaard die is opgesteld in samenwerking met het Europees Platform. Deze standaard is de waarborg voor een kwalitatief goed tweetalig onderwijsprogramma. De kwaliteit van tto-scholen wordt bewaakt door visitaties en certificering door het Europees Platform. Dit platform is door het ministerie van OCW aangewezen als intermediair voor internationalisering van o.a. het voortgezet onderwijs. *(tto = tweetalig onderwijs) 5.5 VMBO en MAVO Het vmbo bestaat uit vier leerwegen, basisberoepsgerichte leerweg, kaderberoepsgerichte leerweg, gemengde leerweg en de theoretische leerweg ofwel mavo. Op het ZSC gebruiken we de term mavo. Vmbo en mavo (vmbo theoretische leerweg) zijn in de eerste plaats bedoeld als een route naar een passende opleiding in het mbo. 5.5.1 VMBO Binnen het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs zijn er twee beroepsgerichte leerwegen: • de kaderberoepsgerichte leerweg (vmbo-k): 5 algemene examenvakken en 1 beroepsgericht vak; • de basisberoepsgerichte leerweg (vmbo-b): zoals de kaderberoepsgerichte leerweg, maar met een lichter programma. De keuze van een leerling heeft te maken met de manier van leren: meer theoriegericht of meer praktisch gericht en is bedoeld als een route naar een passende opleiding in het mbo. Naast de keuze voor een leerweg kiest de leerling ook voor een sector. Deze keuze wordt bepaald door wat de leerling wil gaan doen op grond van interesse. Het ZSC biedt de volgende keuzes aan: uit de sector Zorg en Welzijn: Zorg en Welzijn Breed (ISP); uit de sector Economie: Handel en Administratie (ISP).
5.5.1.1 VMBO 2 Het tweede leerjaar is voor de leerlingen een oriëntatiejaar. Aan het eind van dit jaar worden zij bevorderd naar de basisberoepsgerichte leerweg of kaderberoepsgerichte leerweg. De leerlingen maken in dit jaar bovendien hun keus voor de afdeling Zorg en Welzijn Breed of Handel en Administratie. De leerstof wordt zo gevarieerd mogelijk aangeboden. Om dit te realiseren wordt uitgegaan van drie soorten lessen: • instructielessen; • lessen waarin de leerling zelfstandig leert werken; • lessen met ruimte voor extra begeleiding en waarin creativiteit en eigen inbreng van de leerling belangrijke aspecten zijn. Een groot deel van de lessen is door de docenten ontwikkeld en wordt digitaal aangeboden. Iedere leerling krijgt daarom de beschikking over een eigen laptop. 5.5.1.2 ISP Zorg & Welzijn Breed In de sector Zorg & Welzijn biedt het ZeldenrustSteelantcollege de keuzemogelijkheid voor de richting Zorg en Welzijn Breed. Zorg en Welzijn Breed is een combinatie van de afdelingen Zorg en Welzijn en Uiterlijke Verzorging. Bij Zorg en Welzijn Breed maken de leerlingen kennis met beroepen die te maken hebben met verzorgende
19 –
beroepen als activiteitenbegeleiding, bejaardenzorg, kraamverzorgende en met de beroepen uit de sector uiterlijke verzorging, zoals kapper of kapster, schoonheidsspecialist(e). In het derde en vierde leerjaar krijgen de leerlingen 12 lesuren per week praktijk en praktijkgerichte vakken. Ze werken in een zogenaamde werkpleksimulatie (wps). Ze werken een aantal weken in groepjes aan een opdracht. Zelfstandigheid en verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces zijn hierbij erg belangrijk. Zowel in het derde als het vierde leerjaar gaan de leerlingen een week op stage. Deze stages vinden plaats op een bedrijf of bij een instelling waar de leerlingen met de verschillende beroepen in de praktijk kennismaken. Het stageverslag maakt deel uit van het schoolexamen. De richting Zorg en Welzijn Breed bereidt de leerlingen voor op een mbo-opleiding die gericht is op een verzorgend beroep, zoals kapster, schoonheidsspecialiste, SAW (Sociaal agogisch werk), activiteitenbegeleiding en ouderenzorg. 5.5.1.3 ISP Handel & Administratie In de sector Economie biedt het Zeldenrust-Steelantcollege de keuzemogelijkheid voor de richting Handel en Administratie. In het derde en het vierde jaar krijgen de leerlingen 12 lesuren per week praktijk en praktijkgerichte vakken. De leerlingen gaan zowel in het derde als het vierde leerjaar een week op stage. Het intersectorale programma Handel en Administratie bereidt de leerlingen voor op een mboopleiding die gericht is op een administratief beroep, zoals secretaresse, receptionist, baliemedewerker of een beroep in de handel, zoals verkoper of een eigen zaak. 5.5.2 MAVO Algemeen In mavo 2 volgen de leerlingen een algemeen programma. Naast de bekende vakken uit de brugklas komen de vakken nask1, technologie, Duits en economie aan bod. In het kader – 20
van Loopbaan Oriëntatie Begeleiding (LOB) kunnen de leerlingen net als in de brugklas tweemaal een verdiepingsvak kiezen. De keuze kan gemaakt worden uit science, kunst en l.o. Aan het einde van de tweede klas wordt een eerste sectorkeuze gemaakt. Na overleg met de vakdocenten, de mentor en de decaan wordt een keuze gemaakt uit de volgende vakken: • Frans of nask 1; • en twee keuzes uit lo2, geschiedenis, aardrijkskunde of biologie. Aan het einde van de derde klas kiezen de leerlingen een definitief vakkenpakket in één van de vier sectoren. De vier sectoren zijn: • Techniek • Economie • Zorg en welzijn • Landbouw Het ZSC biedt alle sectoren aan. De keuze van de sector is bepalend voor de samenstelling van het vakkenpakket. Het vakkenpakket bestaat uit de verplichte vakken Nederlands, Engels, maatschappijleer, LO en godsdienst, de sector gebonden vakken en keuzevakken. Bindend advies overgang mavo 3 naar mavo 4 De docenten van de exacte vakken geven in onderling overleg een bindend advies wat betreft de vakkenpakketkeuze wiskunde en andere exacte vakken. Voor alle andere vakken geldt dat bij een cijfer lager dan 6.0 overleg met de decaan en vakdocent verplicht is alvorens het vak opgenomen kan worden in het vakkenpakket. Doorstroom Leerlingen met een mavodiploma kunnen probleemloos doorstromen naar het MBO, niveau 3 of 4. Het niveau van instromen wordt bepaald door de eindcijfers en het intakegesprek op het MBO. Een leerling die de weg naar het havo open wil houden moet
een passend pakket kiezen wat binnen het vooropgestelde profiel past. De criteria die gehanteerd worden bij toelating naar havo 4 zijn volgens de Zeeuwse code opgesteld: Aanmelden voor havo 4 uiterlijk vóór 1 februari. • De leerling schrijft een motivatiebrief aan de decaan en sectordirecteur. • De vakdocenten geven allen een positief advies. Na een positieve aanbeveling zijn de volgende criteria bindend: • SE gemiddelde moet 6.5 of hoger zijn • SE cijfer van Nederlands, Engels en wiskunde zijn ieder 6.0 of hoger Wanneer aan alle voorwaarden voldaan wordt, volgt de leerling een aansluitingsmodule voor wiskunde A of B. Deze dient voldoende te worden afgesloten. Technologie In mavo 2 volgen alle leerlingen het vak technologie. Tijdens de lessen worden de leerlingen voorbereid op het halen van hun ECDL (European Computer Driving Licence) diploma. De leerlingen leren op een veilige manier om te gaan met de computer. Technologie in mavo 3 is een sector overstijgend vak voor de leerlingen in de gemengde leerweg van het vmbo en de mavo. Het programma technologie biedt een brede oriëntatie in de sectoren Techniek, Zorg en Welzijn en Economie. Op een beroeps oriënterende wijze worden projecten op de computer aangeboden aan de leerlingen, afgewisseld met diverse praktijksimulaties en gastlessen vanuit het bedrijfsleven. Door de uitdagende en betekenisvolle leeromgeving bij technologie daagt het vak uit tot vakoverstijgende activiteiten die ten goede komen aan de leerprestaties. Leerlingen worden tijdens de projecten aangesproken op hun probleemoplossend vermogen en aangezet tot het ontwikkelen van een onderzoekende leerhouding. Daarbij ontwikkelen ze competenties zoals plannen, organiseren, begeleiden, samenwerken en
overleggen. Deze vorm van competentiegericht onderwijs bereidt de leerlingen voor op zelfstandig studeren en sluit naadloos aan op de beroepsopleidingen in het MBO, tevens geeft het een grotere kans van slagen bij doorstroom naar een hoger niveau zoals de havo. Technologie is een verplicht vak in het derde leerjaar en een keuzevak in het vierde leerjaar. Vmbo vernieuwt Alle beroepsgerichte programma’s worden vereenvoudigd, verduidelijkt en geactualiseerd. In november 2011 gaf de minister van OCW het startschot daarvoor met het project ‘Vernieuwing beroepsgerichte programma’s in het vmbo’. In de sectoren Economie, Techniek en Zorg en Welzijn wordt hard gewerkt aan de nieuwe examenprogramma’s. In die programma’s staat precies wat leerlingen moeten kennen en kunnen aan het eind van hun opleiding. In 2016 moeten alle vmbo-scholen nieuwe beroepsgerichte programma’s aanbieden. Die nieuwe programma’s sluiten aan op actuele ontwikkelingen in de (beroeps)werkelijkheid en de vervolgopleidingen in het mbo. Ze houden rekening met leerroutes van de leerlingen en ze dragen er aan bij dat we het onderwijs beter kunnen organiseren. En, wat zeker belangrijk
21 –
is, de nieuwe programma’s bieden ruimte voor talenten: sport, techniek, verzorging, ondernemen, kunst, ICT, vormgeving, media, et cetera. De invulling van deze vernieuwing voor het ZSC zal te lezen zijn in de schoolgids 2016- 2017. 5.6 HAVO De HAVO afdeling op het Zeldenrust-Steelantcollege is een combinatie van theorie en praktijk, van kennis en vaardigheid, van leren en toepassen. Deze combinatie tussen theorie en praktijk komt nadrukkelijk terug in ‘de verdieping’ in drie nieuwe richtingen op de HAVO: • sport • science • cultuur 5.6.1. Verdieping In klas twee mogen leerlingen twee van de drie verdiepingsvakken kiezen, dus sport, science of cultuur. Die keuze geldt voor twee jaar (klas 2 én 3). In beide jaren worden deze vakken elk één semester aangeboden en beslaan twee uur per week. De uren worden binnen het bestaande curriculum gegeven en komen in de plaats van vakken als techniek en informatica. De verdieping heeft als doel om alle aspecten en interesses van de leerling aan te boren en hen bovendien beter voor te bereiden op de profielen in de bovenbouw. De verdieping op de havo heeft als uitgangspunt de doorlopende leerlijn, van brugklas tot en met examenklas. Er kan Spaans gekozen worden in de havo vanaf de brugklas. Bindend profieladvies havo-3 Docenten wiskunde-, natuurkunde-, scheikunde- en sienceverdieping van klas 3 kunnen een advies uitbrengen bij de profielkeuze voor klas 4 voor de vakken wiskunde a en/of wiskunde b, en/of natuurkunde en/of scheikunde. Bovengenoemde docenten brengen gezamenlijk een eenduidig advies uit in de leerlingbespreking van maart/april – 22
zodat wanneer nodig wijzigingen kunnen plaatsvinden. Het advies is bindend. 5.6.1.1 Sport Sport speelt een grote rol in alle havo-klassen. Leerlingen die sport als verdieping kiezen, krijgen naast de reguliere uren extra uren lichamelijke opvoeding aangeboden. De nadruk ligt daarbij op buitenschoolse en bijzondere sporten en op sportevenementen. Onderdelen die aan bod komen bij de verdieping zijn turnen, zelfverdediging, atletiek, bewegen & muziek en spel. De extra uren zijn een uitstekende voorbereiding op Bewegen Sport en Maatschappij, een examenvak in de bovenbouw. 5.6.1.2 Science Ook bij het verdiepingsvak science wordt een balans gezocht tussen theorie en praktijk. De theorielessen worden afgewisseld met de praktijk zowel in als buiten school. De meeste praktijkuren worden doorgebracht in onze ‘science floor’. Onderdelen van science zijn gist, magnetisme, botwetenschap, de boulevard in Vlissingen. De extra uren science zijn een uitstekende voorbereiding op de natuurprofielen in de bovenbouw. 5.6.1.3 Cultuur Leerlingen kunnen kiezen voor kunst en cultuur in de verdieping. In de verdiepingslessen kunst en cultuur maken leerlingen kennis met de kunstdisciplines, zowel de podiumkunsten als beeldende vorming. Leerlingen passen direct de theoretische lessen toe in de praktijk. In de brugklas krijgen de leerlingen in de verdiepingslessen les in muziek, fotografie en drama. In het tweede en derde jaar: fotografie, drama en beeldende vorming. De drie onderdelen wisselen elkaar om de zes weken af. Extra cultuur is een uitstekende
voor alle vakken een 7 staan in het derde leerjaar en het lesrooster dit toelaat. Het extra vak kan niet worden gegarandeerd voor de daaropvolgende leerjaren. Vrijstelling voor een moderne vreemde taal in de bovenbouw kan alleen worden verleend bij een positief unaniem advies van docent Nederlands, Engels en moderne vreemde taal. 5.6.3 Mogelijkheden van een HAVO-diploma Havoleerlingen worden opgeleid voor het Hoger Beroepsonderwijs (HBO). Daarnaast kunnen ze hun propedeuse halen – bewijs van één afgerond jaar van een HBO-opleiding - en doorstromen naar de universiteit.
voorbereiding op het kunstvak, dat in de bovenbouw als examenvak wordt aangeboden. 5.6.2 De bovenbouw In de bovenbouw, klas vier en vijf, maken de leerlingen een verplichte keuze voor een profiel. De examenvakken worden afgestemd op de profielen sport, science en cultuur. De mogelijkheid blijft bestaan om via modules toch verschillende richtingen te volgen. Een leerling kiest bijvoorbeeld voor het scienceprofiel, maar kan via een module ook vakken van het sport- of cultuurprofiel volgen. Een deel van de onderwijstijd kan een leerling zelf invullen. Vaardigheden als zelfstandig werken, samenwerken en plannen worden daarmee geoefend. De leerlingen kunnen, buiten de vastgestelde profielen, enkel een extra vak kiezen in de bovenbouw als zij gemiddeld
5.6.4 Doorstroming naar vwo Een leerling die de weg naar het vwo open wil houden moet een passend vakkenpakket binnen het vooropgestelde profiel kiezen. De sectordirecteur van de havo en het vwo bepaald samen met de decaan of de leerling na de havo toegelaten wordt in vwo-5. Criteria die voor deze toelating worden gehanteerd zijn: • een passend profiel, wiskunde inclusief tweede moderne vreemde taal • een positief oordeel van de (meerderheid) docenten aangaande studiehouding • geslaagd zijn met 6.0 of hoger voor alle vakken die in het vakkenpakket in havo-5 zitten • aanmelding voor vwo uiterlijk vóór 1 april. 5.7 VWO Het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs start in de brugklas of een klas Tweetalig VWO. In het tweede leerjaar kunnen de leerlingen kiezen voor het gymnasium, al dan niet tweetalig. Ons brede VWO-aanbod stelt leerlingen in staat zich maximaal voor te bereiden op een vervolgstudie op de universiteit. Al lijkt dit nu nog ver weg, wij maken de leerling gaandeweg vertrouwd met een wetenschappelijke manier van denken en werken.
23 –
5.7.1 Brugklas en onderbouw In de brugklas krijgt een leerling de kans om te laten zien dat hij inderdaad VWO aankan. Dan volgen klas 2 en 3 - wij noemen dit de onderbouw. Hier wordt de verdere basis gelegd. Alle keuzevakken komen later aan bod. Naast wiskunde, godsdienst, Nederlands, Engels, Duits en Frans bestudeer je een aantal natuurwetenschappelijke en maatschappijwetenschappelijke vakken. Cultuur en sport komen ook ruimschoots aan bod en er kan Spaans gekozen worden in VWO vanaf de Brugklas. Leerlingen die kiezen voor het Gymnasium volgen de klassieke talen Latijn en Grieks in klas 2 en 3. Bindend profieladvies (t)vwo-3. Docenten wiskunde-, natuurkunde-, scheikunde- en scienceverdieping van klas 3 kunnen een advies uitbrengen bij de profielkeuze voor klas 4 voor de vakken wiskunde a en/of wiskunde b, en/of natuurkunde en/of scheikunde. Bovengenoemde docenten brengen gezamenlijk een eenduidig advies uit in de leerling-bespreking van maart/ april zodat wanneer nodig wijzigingen kunnen plaatsvinden. Het advies is bindend. 5.7.2 De bovenbouw Vanaf klas 4 werkt elke leerling verder in een profiel. Dit is – 24
een groep vakken die aansluit bij de interesse en capaciteiten van de individuele leerling. Om een idee te geven, is Natuur en Gezondheid als het ware een profiel voor de artsen in spe. Natuur en Techniek ontwikkelt civiele ingenieurs in wording. Mensen met een voorkeur voor talen, interesse voor de zakenwereld of internationale betrekkingen passen in Economie - of Cultuur en Maatschappij. Onze school biedt daarnaast nog een uitgebreide keuze aan extra vakken, die enerzijds zorgen voor een brede algemene oriëntatie en anderzijds voor een specialistische diepgang. Het bovenbouwprogramma biedt leerlingen de gelegenheid één van de twee klassieke talen te kiezen. Vrijstelling voor een moderne vreemde taal in de bovenbouw kan alleen worden verleend bij een positief unaniem advies van docent Nederlands, Engels en moderne vreemde taal. 5.7.3. Hoog Begaafd Voor diegenen die de opleiding toch te gemakkelijk vinden, hebben we een speciaal verdiepingsprogramma ontwikkeld. Een leerling gaat sneller door de lesstof heen en werkt in de tijd die daardoor vrijkomt aan verdiepende opdrachten. Het tweetalig atheneum en het tweetalig gymnasium biedt leerlingen meer te doen met de mogelijkheden die ze hebben. De permanente uitdaging om verder te kijken en dieper te graven zal leerlingen nog beter toerusten voor de toekomst. 5.8 Gymnasium Als klassieke variant van het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs is het gymnasium een middelbare schoolopleiding die voorbereidt op de universiteit. De gymnasiast baseert zijn studie op de grondvesten van onze westerse samenleving, de klassieke oudheid. De studie van de klassieke talen biedt de leerling een bredere kijk op de wereld en laat ons zien dat de wortels van onze eigen cultuur en samenleving voor een groot deel terug te voeren zijn op de klassieke oudheid. Leerlingen ervaren bovendien dat het leren redeneren en formuleren direct van toepassing is op de
exacte vakken. Filosofen als Plato en Aristoteles hebben dus een meerwaarde die verder gaat dan wat in de lessen Latijn en Grieks behandeld wordt. Het ZSC gymnasium richt zich op vwo en tvwo leerlingen die aan het eind van het eerste leerjaar de keuze kunnen maken om in het tweede leerjaar het gymnasium te volgen. 5.8.1 Tweetalig én regulier gymnasium Het gymnasium is vanaf klas twee toegankelijk voor leerlingen uit tvwo-1 en uit de atheneum brugklas. Motivatie en de bereidheid om zich langdurig voor deze studie in te zetten zijn conditio sine qua non. Deze keuzemogelijkheid is wel verbonden aan het gemiddelde cijfer van 7 die de leerling aan het eind van het eerste leerjaar moet behalen. In de onderbouw zullen leerlingen zowel Grieks als Latijn volgen, in de bovenbouw is het echter mogelijk één van de klassieke talen in het examenpakket op te nemen. Leerlingen worden niet geplaatst in een afzonderlijke gymnasiumklas maar blijven reguliere lessen volgen in atheneumklassen, met uitzondering van de lessen voor klassieke talen.
derhalve niet voor alle hogere leerjaren gegarandeerd worden. 5.8.3 Breed scala Leerlingen hebben de keuze uit maar liefst vier varianten van voorbereidend wetenschappelijk onderwijs: atheneum, tweetalig atheneum, gymnasium en tweetalig gymnasium. Met deze vier keuzemogelijkheden biedt het ZSC het gehele scala aan onderwijsmogelijkheden aan. Deze keuzemogelijkheden doen recht aan de individuele leerling en garanderen onderwijs op maat. ZSC leerlingen krijgen daarmee de vrijheid een gedeelte van hun eigen leerproces vorm te geven naar eigen belangstelling en aanleg. Daardoor kan iedere leerling op het ZSC zijn eigen specifieke talenten ontplooien. De leerlingen kunnen, buiten de vastgestelde profielen, enkel een extra vak kiezen in de bovenbouw als zij gemiddeld voor alle vakken een 7 staan in het derde leerjaar en het rooster dit toelaat. Het extra vak kan niet worden gegarandeerd voor de daaropvolgende leerjaren.
5.8.2 De bovenbouw Vanaf klas 4 werkt elke leerling verder in een profiel. Dit is een groep vakken die aansluit bij de interesse en capaciteiten van de individuele leerling. Daarbij blijven alle keuzes die voor het vwo gelden gegarandeerd. Specifiek voor de gymnasiast is de verplichte keuze van 1 klassieke taal in het gemeenschappelijk deel, ten koste van 1 moderne vreemde taal. Met een ruim keuzepakket - waaronder kunst en informatica - kan de leerling zich maximaal ontplooien tot kandidaat voor een (internationale) universitaire studie. Daar waar het lesrooster het toelaat en de leerling gemiddeld een zeven staat voor alle gekozen profielvakken, kan mogelijk een extra vak gevolgd worden. Deze mogelijkheid wijkt af van het keuzeaanbod in de vier profielen en kan
25 –
6 De dagelijkse onder wijspraktijk Het schooljaar begint op maandag 31 augustus 2015. In de loop van de vakantie ontvangen de leerlingen informatie over de gang van zaken gedurende de eerste week. 6.1 Lestijden Pauze van 15 minuten Pauze van 30 minuten Pauze van 15 minuten
1e les 8.30 - 9.20 uur 2e les 9.20 - 10.10 uur 3e les 10.25 - 11.15 uur 4e les 11.15 - 12.05 uur 5e les 12.35 - 13.25 uur 6e les 13.25 - 14.15 uur 7e les 14.30 - 15.20 uur 8e les 15.20 - 16.10 uur 9e les 16.10 - 17.00 uur
In bijzondere gevallen kan een verkort lesrooster van 40 minuten gelden: Lestijden verkort lesrooster: 1e les 8.30 - 9.10 uur 2e les 9.10 - 9.50 uur 3e les 9.50 - 10.30 uur Pauze van 15 minuten 4e les 10.45 - 11.25 uur 5e les 11.25 - 12.05 uur Pauze van 30 minuten
6e les 12.35 - 13.15 uur 7e les 13.15 - 13.55 uur 8e les 13.55 - 14.35 uur
De school gaat ervan uit dat leerlingen ongeacht hun lesrooster van 8.00-17.00 uur beschikbaar zijn! – 26
6.1.1 Vakanties en vrije dagen 2015-2016 Herfstvakantie 26 t/m 30 oktober 2015 Kerstvakantie 21 december 2015 t/m 1 januari 2016 Voorjaarsvakantie 8 t/m 12 februari 2016 Paasvakantie 25 t/m 28 maart 2016 Meivakantie 25 april t/m 6 mei 2016 2e pinksterdag 16 mei 2016 Zomervakantie 25 juli t/m 2 september 2016 6.2 Toetsregeling Een toets is een activiteit van een leerling aan de hand van een opdracht van een docent, bedoeld om kennis, inzicht en/ of vaardigheden te toetsen. Het resultaat wordt gewaardeerd met een cijfer. De school kent verschillende soorten toetsen. Toetsen hebben een vooraf vastgestelde waarde. We duiden toetsen aan met deze waarde en spreken van “1-toetsen”, ”2-toetsen”, “3-toetsen” en “4-toetsen”. Bij het opgeven van de toets zal de docent de waarde en de omschrijving ervan vermelden. 1-toetsen zijn toetsen die een beperkte zwaarte hebben en kunnen ook onverwacht worden afgenomen, bijvoorbeeld als controle op gemaakt huiswerk. Afnameregels 1. Een “2, 3 of 4-toets” wordt ten minste vijf lesdagen voor afname opgegeven en opgenomen in het Programma van Toetsing Onderbouw, het PTO. 2. Leerlingen krijgen maximaal twee “2, 3 of 4-toetsen” per dag, met een maximum van zes per week. Toetsen waarvoor een leerling geen voorbereidend werk hoeft te doen, vallen buiten deze regel. 3. Docenten geven gecorrigeerde toetsen uiterlijk twee weken na afname aan de leerlingen terug en bespreken de toets of het gedeelte van de toets die moeilijkheden opleverde klassikaal. De leerling behoudt zijn uitwerkingen van de toets en bewaart ze thuis. De toetsen zijn eigendom van de school. 4. Als een leerling het oneens is met de beoordeling van de
docent, maakt hij dit de docent kenbaar. Als er verschil van inzicht blijft bestaan tussen leerling en docent, wordt de sectordirecteur/teamleider hiervan door de docent op de hoogte gesteld. 5. Als een toets voor een klas vervalt, bepaalt de docent een nieuwe datum en houdt daarbij rekening met het programma van de klas. 6. Als een leerling de afname van een toets mist, bepaalt de docent een nieuwe datum en houdt daarbij rekening met het individuele programma van de leerling. 7. Herkansingen worden uitsluitend in zeer bijzondere situaties toegekend. 8. Als een docent fraude constateert en besluit dat een leerling niet verder mag werken aan de toets, wordt de leerling uit de les verwijderd. Hij of zij meldt zich de volgende dag om 8 uur bij de sectordirecteur/ teamleider. Deze stelt, in overleg met de docent, het toe te kennen cijfer vast. De leerling wordt gestraft en in het leerlingendossier wordt zowel de overtreding als de strafmaatregel genoteerd. De ouders worden geïnformeerd over wat is voorgevallen. 9. Als een toets wordt gemist door opzettelijke afwezigheid, wordt dit aangemerkt als fraude. 10. In gevallen waarin deze toetsregeling niet voorziet, hoort de sectordirecteur/teamleider de betrokkenen en neemt een besluit Bevorderings- en determinatieregeling 6.3 onderbouw De bevorderings- en determinatieregeling voor de onderbouw treft u aan op onze website: www.zsc.nl. 6.4 Bevorderingsregels 2 fase De bevorderingsregels 2e fase worden bekend gemaakt in het PTA Havo 4, Vwo 4 en 5. Voor Havo 5 en Vwo 6 gelden de examenregels. e
6.5 Rapportage Voor de rapportage van de prestaties van de leerlingen in de onderbouw verwijzen we naar de voornoemde bevorderingsen determinatieregeling die u op onze website kunt vinden. Op Magister treft u een actueel overzicht van de prestaties van de leerlingen aan. 6.6 Het open leercentrum (OLC) In het OLC hebben de leerlingen vijftig computers en een complete bibliotheek tot hun beschikking. Het OLC is op de eerste plaats bedoeld als werkplek voor de leerlingen. Hier kunnen zij zelfstandig werken aan opdrachten en projecten. Incidenteel wordt het OLC gebruikt voor klassikale lessen. Verder kunnen de leerlingen in het OLC terecht voor het lenen van boeken. 6.7 Lesuitval en opvang Het beleid van de school is erop gericht lesuitval en tussenuren zoveel mogelijk te beperken. Er wordt o.a. gestreefd naar een aaneengesloten rooster voor de leerlingen. Soms is het onvermijdelijk, dat leerlingen bijvoorbeeld bij ziekte of afwezigheid van een docent een tussenuur hebben. De leerlingen van klas 1, 2 en 3 worden dan tijdens tussenuren opgevangen. Bij een tussenuur zal een andere docent erop toezien, dat er in de klas huiswerk gemaakt wordt of gestudeerd wordt. Alleen als het aantal toezichthoudende docenten niet toereikend is, mogen de leerlingen in de aula plaats nemen. Een en ander wordt op het publicatiebord en op de website www.zsc.nl bekend gemaakt. 6.8 Hoe te handelen bij…? 6.8.1 Ziekte Ziekmelding geschiedt, bij voorkeur voor 08.30 uur, door ouder/verzorger telefonisch of via email bij de receptie. Beter melden is niet nodig. Wie tijdens de lessen ziek wordt, mag slechts naar huis met toestemming van de coördinator/ teamleider. Zodra de leerling thuiskomt, wordt dit ter 27 –
bevestiging door ouder/verzorger telefonisch gemeld aan de receptie of, als dit niet mogelijk is, de volgende dag door middel van een briefje. Indien een leerling om welke reden dan ook een of meer lessen niet heeft bijgewoond, is de leerling zelf verantwoordelijk voor het inhalen van de gemiste leerstof. Voor gemist schriftelijk werk (schriftelijke overhoring, repetitie) wordt een nieuwe afspraak gemaakt. 6.8.2 Ziekteverzuimbegeleiding door de jeugdverpleegkundige Onze school is samen met de GGD Zeeland meer aandacht gaan schenken aan leerlingen die door ziekte niet naar school kunnen komen. Om dit te kunnen doen werken we samen met de jeugdverpleegkundige van GGD Zeeland. Bij langdurig of vaak voorkomend ziekteverzuim zal de sectordirecteur/teamleider dit doorgeven aan de jeugdverpleegkundige. U kunt vervolgens samen met uw zoon/dochter worden uitgenodigd voor het ziekteverzuim spreekuur, om meer duidelijkheid te krijgen over factoren die een rol spelen bij het ziek zijn. Alles wat in een gesprek met de jeugdverpleegkundige besproken wordt is strikt vertrouwelijk. Dit gesprek zal op school of op de GGD plaatsvinden. Bij twee keer zonder bericht niet verschijnen op het ziekteverzuimspreekuur volgt een doorverwijzing naar de leerplichtambtenaar. Bij de jeugdverpleegkundige kan iedere leerling terecht met vragen en problemen die met gezondheid te maken hebben. De jeugdverpleegkundige kan dan adviezen geven of meedenken over een oplossing. In het algemeen is het zo, dat een jeugdverpleegkundige niet zal behandelen. Is een medische behandeling nodig, dan kunt u daarvoor terecht bij uw huisarts. 6.8.3 Verlof buiten de schoolvakanties De Leerplichtwet 1969 (Lpw) regelt onder meer het – 28
verlenen van verlof buiten de schoolvakanties. In 1994 is de Leerplichtwet grondig herzien en op onderdelen aangescherpt. Extra verlof om bijvoorbeeld buiten het drukke seizoen op vakantie te gaan of om langer bij familie in het buitenland te kunnen blijven, is niet mogelijk. Hieronder treft u aan onder welke voorwaarden de wet wel extra verlof toestaat. 6.8.4.1 Vakantieverlof Een aanvraag voor vakantieverlof ex artikel 13a Lpw dient minimaal 4 weken van tevoren aan de sectordirecteur/ teamleider van de school te worden voorgelegd. Een formulier voor het aanvragen van extra verlof is te verkrijgen bij de receptie. Verlof kan worden verleend indien: • wegens de specifieke aard van het beroep van een van de ouders het niet mogelijk is om tijdens de schoolvakanties op vakantie te gaan • een werkgeversverklaring wordt overlegd waaruit blijkt dat verlof binnen de schoolvakantie niet mogelijk is Vakantieverlof mag: • één maal per schooljaar worden verleend • niet langer duren dan 10 schooldagen • niet plaatsvinden in de eerste twee lesweken van het schooljaar 6.8.4.2 Gewichtige omstandigheden 10 schooldagen per schooljaar of minder Een aanvraag voor verlof in geval van gewichtige omstandigheden (omstandigheden gelegen buiten de wil van leerling en ouders) ex artikel 14, lid 1 Lpw voor 10 schooldagen per schooljaar of minder, dient vier weken van tevoren, of als dit niet mogelijk is uiterlijk twee dagen na ontstaan van de verhindering aan de sectordirecteur/ teamleider te worden voorgelegd.
6.8.4.3 Gewichtige omstandigheden a. het voldoen aan een wettelijke verplichting, voor zover dit niet buiten de lesuren kan geschieden b. verhuizing (ten hoogste 1 dag) c. het bijwonen van het huwelijk van bloed- of aanverwanten 2e t/m 3e graad (1 of ten hoogste 2 dagen, afhankelijk of dit huwelijk wordt gesloten in of buiten de woonplaats van belanghebbende) d. ernstige ziekte van ouders of bloed- of aanverwanten t/m de 3e graad (duur in overleg met de sectordirecteur/ teamleider) e. overlijden van bloed- of aanverwanten in de 1e graad (ten hoogste 4 dagen); van bloed- of aanverwanten in de 2e graad (ten hoogste 2 dagen); van bloed- of aanverwanten in de 3e of 4e graad (ten hoogste 1 dag) f. het 25-, 40- en 50-jarig ambtsjubileum en het 12½-, 25-, 40-, 50- en 60-jarig huwelijksjubileum van ouders of grootouders (1 dag) g. andere naar het oordeel van de sectordirecteur/ teamleider belangrijke redenen, maar geen vakantieverlof 6.8.4.4 Geen redenen voor verlof • familiebezoek in het buitenland • vakantie in een goedkope periode of in verband met een speciale aanbieding • het ontbreken van andere boekingsmogelijkheden • een uitnodiging van vrienden of familie om buiten de normale schoolvakantie op vakantie te gaan • eerder vertrek of latere terugkeer in verband met (verkeers)drukte • als kinderen uit uw gezin op een andere school zitten en al vrij hebben 6.8.4.5 Gewichtige omstandigheden meer dan 10 schooldagen per schooljaar Een aanvraag voor verlof in geval van gewichtige omstandigheden ex artikel 14, lid 3 Lpw voor meer dan 10 schooldagen per schooljaar dient door de aanvrager
minimaal 4 weken van tevoren aan de leerplichtambtenaar van de woongemeente te worden voorgelegd. Over het algemeen zal er sprake zijn van een medische of sociale indicatie en geldt dat een verklaring van een arts of sociale instantie noodzakelijk is waaruit blijkt dat verlof nodig is. 6.8.4.6 Plichten voortvloeiend uit godsdienst of levensovertuiging Een beroep op vrijstelling wegens vervulling van plichten voortvloeiend uit godsdienst of levensovertuiging, ex artikel 13 Lpw, kan slechts worden gedaan indien daarvan uiterlijk twee dagen vóór de verhindering aan de sectordirecteur/ teamleider kennis is gegeven. 6.8.5. Ongeoorloofd verzuim en te laat komen Verlof dat wordt opgenomen zonder dat daar toestemming voor is verleend door de sectordirecteur/teamleider of de leerplichtambtenaar wordt aangemerkt als ongeoorloofd schoolverzuim. Ongeoorloofd verzuim moet vanaf april 2009 centraal gemeld worden bij het landelijk loket voor verzuimregistratie van de IB-Groep. Via de IB-Groep komt de melding bij de leerplichtambtenaar terecht. Wanneer de school moet melden is vastgelegd in landelijke criteria. Leerlingen moeten worden gemeld als ze: • negen keer te laat zijn gekomen of spijbelen. De leerplicht ambtenaar beslist per geval of de melding al dan niet wordt doorgegeven aan Justitie. De officier van justitie kan een staf opleggen die varieert tussen een HALTafdoening en een geldelijke boete. 6.9 Huisregels Lessen Leerlingen zijn verplicht alle lessen te volgen. Ingang De ingang is aan de achterkant van het gebouw via het hek bij de parkeerplaats. Deze toegang is geopend van 08.00 uur tot 17.00 uur. Alleen van 08.00 uur tot 09.00 uur en van 29 –
15.15 uur tot 15.30 uur is het hek aan de Zeldenrustlaan geopend. De hoofdingang aan de Sloelaan is geen in- of uitgang voor de leerlingen. Stalling Fietsen dienen in de stalling te worden geplaatst. Voor de brugklassen en bromfietsen is er een eigen stalling aangegeven. Garderobe Jassen behoren in de garderobe of kluisjes te worden opgehangen. Hoofddoeken en gezichtssluiers Het is niet toegestaan op school hoofddoeken en gezichtssluiers te dragen. Schooltijd Tijdens schooltijd (van 08.00 tot 16.30 uur) mogen leerlingen die geen les hebben, zich uitsluitend bevinden in de kantine, het Open Leercentrum of het gedeelte van de tuin achter de kantine.
– 30
Pauze In de pauze verlaten de leerlingen het lesgebouw. Zij gaan naar de kantine, de beneden- of eerste verdieping of naar buiten. Brugklassers mogen het schoolterrein niet verlaten. Voor alle duidelijkheid: het lesgebouw begint bij de klapdeuren naar de garderobes en bij het computerlokaal. Niemand bevindt zich nabij de fietsenstallingen. Roken / kauwgom In school is het verboden kauwgom te kauwen. Onze school en ons schoolplein zijn rookvrij Leerlingen die betrapt worden op roken kijken na schooltijd een informatieve film over de gevolgen van roken. Hieraan wordt ook een opdracht verbonden. De tweede en volgende keren zal de leerling corvee moeten doen, na moeten blijven of worden er andere maatregelen genomen. Niet verschijnen docent Wanneer een docent niet verschijnt, gaat de klassenvertegenwoordiger of een andere leerling naar de receptie of de sectordirecteur/teamleider om te informeren
wat er aan de hand is. De overige leerlingen wachten in/bij het lokaal tot duidelijk is hoe er gehandeld moet worden; het is niet toegestaan om zonder toestemming zelf ergens anders heen te gaan. Afwezigheid Als een leerling niet naar school kan komen, moet de school zo spoedig mogelijk hiervan op de hoogte gesteld worden. Afspraken met medische hulpverleners dienen buiten lestijden en toetsweken gemaakt te worden. Uit de les verwijderd worden Als een leerling uit de les verwijderd wordt, meldt hij zich op A2 bij de toezichthouder. Ziek worden tijdens schooltijd Als een leerling tijdens schooltijd ziek wordt, moet hij zich bij de sectordirecteur/teamleider afmelden. Lift In bijzondere gevallen is het gebruik van de lift toegestaan. Hiervoor is toestemming van de sectordirecteur/teamleider nodig. Publicator Iedereen wordt geacht kennis te nemen van de mededelingen op de publicator. Huiswerk Wie om gegronde reden het huiswerk niet heeft kunnen doen, meldt dit d.m.v. een bericht van ouder(s)/verzorger(s) vóór aanvang van de lessen bij de sectordirecteur/ teamleider. Aanwijzingen Leerlingen moeten de aanwijzingen van medewerkers van de school opvolgen.
Mobiele telefoon Mobiele telefoons mogen niet gebruikt worden als stereoinstallatie, als fototoestel. Het maken van foto’s of videofilmpjes in het schoolgebouw en op het schoolterrein is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de directie. Als de leerling deze regels overtreedt, neemt de school de apparatuur in bewaring: • bij de eerste overtreding: een week • bij de tweede overtreding: een maand • bij de derde overtreding ontvangt de leerling de apparatuur pas weer terug aan het einde van het schooljaar. Netheid Het is de leerlingen niet toegestaan ergens anders in het gebouw te eten en te drinken dan in de kantine (en in de pauze in de gang A0/B0/C0,A1 en B1). Men loopt niet rond met onverpakt brood, bekertjes en geopende blikjes. Diefstal Diefstal wordt niet getolereerd. Indien een leerling wordt betrapt op het plegen van diefstal, wordt er door de sectordirecteur/ teamleider onderzocht welke maatregelen getroffen moeten worden. Dit kan een schorsing of een definitieve verwijdering inhouden. In geval van diefstal wordt altijd aangifte gedaan bij de politie. Alcohol Het nuttigen van alcoholische dranken is tijdens schooltijd en lesvervangende activiteiten niet toegestaan. Zie voor het Alcoholprotocol op de website www.zsc.nl . Drugs Met betrekking tot het gebruik van verdovende middelen, hard en soft drugs, gelden de volgende regels.
31 –
Gebruikers • Nadat een leerling in of bij de school is betrapt, volgt er zo snel mogelijk een corrigerend gesprek, waarin nadrukkelijk naar voren komt dat het gebruik van drugs of het onder invloed verkeren van drugs op school niet is toegestaan. Bij dit gesprek zullen aanwezig zijn: de desbetreffende leerling, de mentor van de leerling en de sectordirecteur/teamleider. • De ouder(s)/verzorger(s) worden op de hoogte gebracht van de geconstateerde overtreding. • Bij herhaling volgt een schorsing dan wel verwijdering van school. Dealers • Als er sprake is van een ernstige verdenking van dealen in of bij de school, volgt onmiddellijk een gesprek met de voorzitter centrale directie en de sectordirecteur/ teamleider. • Dealers die aan leerlingen binnen of buiten de school verkocht hebben, worden onmiddellijk van school verwijderd. • Ouder(s)/verzorger(s) en onderwijsinspecteur worden van deze verwijdering op de hoogte gesteld. • In geval van “dealen” wordt altijd contact opgenomen met de politie. Preventief fouilleren Teneinde de veiligheid van leerlingen en medewerkers te bewaren tijdens bijvoorbeeld schoolfeesten, kan de schoolleiding ingeval van redelijk vermoeden dat een leerling drank, drugs, e.d. bij zich draagt, overgaan tot preventief fouilleren door daartoe aangewezen medewerkers. Mocht er onverhoopt iets ongeoorloofds worden aangetroffen dan zullen de ouders van de leerling worden geïnformeerd. Bij overtreding van de wet zal ook de politie worden ingeschakeld. Protocol ICT • Er mag door de leerling geen software geïnstalleerd – 32
worden tenzij de docent hiervoor toestemming verleent. • Het is verboden om muziek, filmpjes, spelletjes etc te downloaden. • Het is toegestaan om internet te gebruiken met toestemming van de docent. Dit betekent dat er alleen sites bezocht worden die gebruikt worden voor les doeleinden. • Racistische, pornografische of anderszins bedreigende teksten en afbeeldingen worden niet gemaakt, opgevraagd of bewaard op een PC of laptop. Het opslaan/bewaren van dergelijke bestanden via de servers/infrastructuur is niet toegestaan. • Skype en andere instant en voice messaging software mag alleen gebruikt worden in overleg met de docent. • Het is niet toegestaan om de PC/laptop op die manier te gebruiken, dat dit schade kan toebrengen aan PC, laptop, netwerk en servers van de school. • Het is niet toegestaan om PC/laptops en randapparatuur te verplaatsen zonder overleg en toestemming van de stafmedewerker ICT van de school. • Naast de docent heeft de stafmedewerker ICT van de school het recht om te controleren op bovenstaande punten. Bij constatering van overtreding wordt in overleg met de sectordirecteur/teamleider een sanctie bepaald. 6.10 Schorsen en verwijderen In geval van een ernstig vergrijp kan de school overgaan tot schorsing of zelfs verwijdering. Regels voor schorsen en verwijderen vindt u op onze website: www.zsc.nl. 6.11 Veiligheid Een veilig klimaat Een veilig klimaat is je veilig voelen, het gevoel hebben dat je er mag zijn en dat er op een bepaalde manier goed met je wordt omgegaan. De zorg voor een goede omgang met elkaar wordt o.a. ingevuld door het versterken en vergroten van de sociale competentie van de leerlingen. Goed met elkaar omgaan moet je doen en leren. Je moet weten wat wel en niet de bedoeling is. Je moet beschikken over bepaalde
sociale vaardigheden. De kern van veiligheid ligt in respect: respect voor het eigene van de ander en respectvol met elkaar omgaan. Dit geldt voor zowel leerlingen, leerkrachten, schoolleiding en ouder(s)/verzorger(s). Een school zonder ongelukken Op het Zeldenrust-Steelantcollege zijn bedrijfshulpverleners aangesteld, die periodiek worden bijgeschoold. Zij “bewaken” de veiligheid op onze school. Bovendien bekijken wij jaarlijks of de huisregels m.b.t. de veiligheid voldoen. Er is een ontruimingsplan aanwezig en regelmatig wordt een ontruimingsoefening met de leerkrachten en de leerlingen uitgevoerd. Het schoolgebouw is bouwkundig aangepast aan de actuele brandveiligheidsvoorschriften. Hierop wordt controle uitgevoerd door de brandweer. 6.12 Verhuur kluisjes In school zijn afsluitbare kluisjes beschikbaar, die aan de leerlingen worden verhuurd ter voorkoming van diefstal of verlies van meegebrachte bezittingen. In zo’n kluisje kan bijvoorbeeld een bromfietshelm of een schooltas worden opgeborgen, maar ook regen- of gymnastiekkleding of een rekenmachine. Om een kluisje te kunnen huren moet een overeenkomst worden getekend. Voor de huur en het gebruik van een kluisje geldt een kluisjesreglement, waarin onder meer is opgenomen dat de schoolleiding de kluisjes op ieder gewenst moment kan controleren, al dan niet in het bijzijn van de huurder. Bij geconstateerd misbruik kan het gebruik van een kluisje worden ontzegd. Alle leerlingen krijgen over de overeenkomst en het reglement schriftelijk bericht. 6.13 Verzekeringen en aansprakelijkheid De school heeft een verzekeringspakket afgesloten, bestaande uit een ongevallenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering. Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen
bij schoolactiviteiten (leerlingen, personeel, vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering indien een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk mee verzekerd, voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking biedt (bijvoorbeeld door eigen risico). Materiële schade (kapotte bril, fiets etc) valt niet onder de dekking. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als hen die voor de school actief zijn (toezichthouders, personeel, vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims ten gevolge van onrechtmatig handelen. Wij attenderen u in dat verband op twee aspecten, die vaak aanleiding zijn tot misverstand. Ten eerste is de school c.q. toezichthouder niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in schoolverband ontstaat door de school moeten worden vergoed. Deze opvatting leeft wel bij veel mensen, maar is gebaseerd op een misverstand. De school heeft pas een schadevergoedingsplicht wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school (of zij die voor de school optreden) moeten dus te kort zijn geschoten in hun rechtsplicht. Het is mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid. Bijvoorbeeld tijdens de gymnastiekles een bal tegen een bril. Die schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering, en wordt (dan ook) niet door de school vergoed. Ten tweede is de school niet aansprakelijk voor (schade door) onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (of, als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens andere door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daar dus in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouder(s)/verzorger(s) zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering hebben afgesloten. 33 –
7 Leerlingbegeleiding
6.14 Opleiden binnen de school Het Zeldenrust-Steelantcollege stelt zich tot doel een actieve bijdrage te leveren aan succesvol docentschap. Binnen de school wordt daarom veel aandacht geschonken aan de begeleiding van (beginnende) docenten. De begeleiding van (nieuwe) collega’s wordt verzorgd door een vakcoach en een opleidingsdocent. Daarnaast is de school een erkende opleidingslocatie van de Zeeuwse Academische Opleidingsschool (ZAOS). Wilt u hier meer over weten dan verwijzen wij u graag naar de site www.docentinzeeland.nl. Studenten en stagiaires zijn bij ons altijd van harte welkom omdat wij het belangrijk vinden om onze kennis en kunde over te dragen aan een ieder die in de toekomst docent wil worden. 6.15 Beeldmateriaal Bij schoolactiviteiten worden regelmatig foto’s en filmpjes gemaakt die geplaatst worden op de website van het ZSC. Ook kunnen deze foto’s gebruikt worden in andere publicaties van de school (brochures, schoolgids, open dagen etc). Ouder(s) / verzorger(s) die bezwaar hebben tegen plaatsing van foto’s waar hun kind op staat, kunnen dat bij het secretariaat van de school kenbaar maken. Zonder een schriftelijk bericht gaan wij ervan uit dat beeldmateriaal van leerlingen in publicaties en op de website naar buiten gebracht kan worden. – 34
Op het ZSC hebben we oog voor elkaar, we hebben zorg voor onze leerlingen; zorg dat elke leerling met zijn aanleg en geaardheid de mogelijkheid krijgt zich optimaal te ontplooien en zich thuis te voelen. Dit impliceert, dat voor leerlingen met leer-, gedrags- en /of sociaal-emotionele problemen extra zorg en begeleiding geboden wordt. De leerlingenzorg wordt, binnen de mogelijkheden van de school, zodanig ingericht, dat de leerling in staat wordt gesteld een opleiding te volgen die bij hem past en die met succes kan worden afgerond. De toenemende mate waarin door leerlingen een beroep gedaan wordt op deze extra begeleiding vraagt van de school een gestructureerde aanpak van de leerlingenzorg. 7.1 Structuur van de leerlingenzorg De structuur van de leerlingenzorg is gebaseerd op twaalf aandachtsgebieden, te weten • studievaardigheidbegeleiding • loopbaanoriëntatie begeleiding (LOB) • sociaal-emotionele begeleiding • pastorale zorg; rouwbegeleiding • steunlessen taal en rekenen • huiswerkbegeleiding (onderbouw) • steunlessen door oudere leerlingen • training zelfvertrouwen • motorische remediale begeleiding • steunlessen dyscalculie en dyslexie • vragenuur wiskunde • begeleiding via ambulante hulp • ondersteuning rondom pestproblemen De leerlingenzorg is op onze school een integraal onderdeel van het onderwijsleerproces. De docenten zijn de eerst betrokkenen bij de vormgeving van de leerlingenzorg. Het beleid m.b.t. de organisatie wordt weergegeven door
de gedachte ‘de mentor als spil’. Docenten en mentoren worden in hun begeleidingsactiviteiten ondersteund door de deskundigen binnen de school: de orthopedagoog, de ambulant begeleiders, de decaan, de leerlingbegeleiders en de pastorale begeleiders.
in grote trekken de taak van de brugklasmentor overneemt. Hij/zij volgt de leerlingen en onderhoudt contacten met thuis. De leerlingen kunnen bij hem/haar terecht met hun problemen.
7.2 Extra aandacht voor de brugklassers • Tijdens de studielessen krijgen de leerlingen hulp bij het ‘leren leren’ en krijgen informatie over de school. • De klassenmentor houdt het reilen en zeilen van de klas en van elke leerling apart in het oog en onderhoudt het contact met thuis, o.a. via een eventueel huisbezoek. • Voor wie moeite heeft met het organiseren van het werk is er een extra lesuur huiswerkbegeleiding mogelijk. Plaatsing geschiedt in overleg met klassenmentor en ouder(s) / verzorger(s). Het accent bij deze lessen ligt op het aanbrengen van structuur in het werk. • Leerlingen die moeite hebben met het thuis huiswerk leren en maken kunnen in overleg met de mentor hun huiswerk doen onder toezicht, iedere maandag t/m donderdag op het 7e en 8e uur. • Extra reken- en taallessen.
Loopbaancompetenties De visie van onze school op loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) luidt als volgt: Het Zeldenrust-Steelantcollege staat voor LOB dat geïntegreerd in het curriculum, dynamisch, aangepast aan de actuele situatie, een continue proces van voorbereiding op de toekomstige vervolgopleiding, arbeidsmarkt en maatschappelijke participatie is. Vanuit de basis: wie ben ik, wat kan ik, wat past bij mij? De loopbaan van de leerling staat centraal. Door middel van de 5 loopbaancompetenties: 1. kwaliteitenreflectie 2. motievenreflectie 3. opleiding en werkexploratie 4. loopbaansturing 5. netwerken kan de leerling zijn eigen loopbaan vormgeven. Deze kunnen niet in een apart vak worden aangeleerd maar zullen zowel vakgebonden als vakoverstijgend en gedurende de gehele (school)loopbaan moeten worden ontwikkeld. Hiervoor is een loopbaandialoog nodig, gedurende de gehele schoolloopbaan met alle betrokken docenten, ouder(s)/ verzorger(s), bedrijfsleven/instellingen. Leerlingen kunnen hierdoor leren om hun kennis, ervaring en emoties in te zetten voor hun loopbaanontwikkeling. Dit past in de visie van het Zeldenrust-Steelantcollege, waarbij wordt uitgegaan van een 4- tal onderscheidende kenmerken: • Diversiteit ( je kunt jezelf zijn en je ontwikkelen op je eigen manier). Open benadering (persoonsgericht) • Samenwerken (sociale vaardigheden, respect voor elkaars keuzes) • Talent (breed aanbod met veel keuzemogelijkheden)
7.2.1. Anti Pestcoördinator De anti pestcoördinator, Mw. K.J.G. Nijssen (email:
[email protected]), coördineert alle gevallen van pesten en gepest worden. De anti pestcoördinator zoekt contact met de leerlingen die vaak door de klassenmentor of docent gesignaleerd worden en bespreekt ze in het Intern Zorgteam. Deze houden de anti pestcoördinator op de hoogte van de resultaten, welke worden meegenomen in het evaluatiegesprek met de leerling. Het Zeldenrust-Steelantcollege werkt volgens het pestprotocol. 7.3 Overige klassen In de brugklas gestart, wordt de begeleiding van de leerlingen in de volgende jaren voortgezet. De klassen van de onderbouw en de bovenbouw hebben een klassenmentor die
7.4 Decanaat
35 –
• Competent (het onderwijs is gericht op het verwerven van competenties) Loopbaanleren richt zich op een leven lang leren, niet alleen in het voortgezet onderwijs, maar ook daarna. Algemeen Ons doel is om ons LOB plan meer te integreren in de schoolcultuur. De ouders zijn ook een belangrijk onderdeel van de cultuur. Wij willen graag in alle leerjaren LOB activiteiten organiseren. De leerlingen dienen van alle LOB activiteiten een verslag te schrijven. Deze verslagen worden opgeslagen in een toekomstdossier. Leerlingen kunnen hun dossier zelf aanvullen met verslagen van zaken die zij zelf belangrijk vinden, bv een verslag van een praktijkles, een verslag van een project etc etc. Mentoren krijgen een training “loopbaangesprektechnieken”, vakdocenten krijgen adviezen om lessen te richten op de beroepspraktijk, vakdocenten worden gestimuleerd om gastdocenten/ techniekambassadeurs in de les in te plannen als ondersteuning. Dit onderdeel van LOB begint nu vormen aan te nemen en wordt doorgevoerd in alle klassen. In elk leerjaar plannen we informatie avonden. Tijdens deze avonden bespreken we de voortgang van LOB. In bepaalde leerjaren moeten belangrijke beslissingen genomen worden, bv in mavo 2 wordt gekozen voor een sector, in mavo 3 wordt een vakkenpakket voor mavo gekozen, in havo en vwo 3 wordt een profiel gekozen. Bij deze keuze is de hulp en begeleiding van ouder(s)/ verzorger(s) erg belangrijk. Met de komst van het toekomstdossier wordt hierin ook een bijdrage van de ouder(s)/verzorger(s) gevraagd. Het plan is dat we het toekomstdossier van de leerling als leidraad nemen. De docenten zorgen dat de leerling een sterk aanbod van beroepsgerichte lesonderdelen kan opnemen in het toekomstdossier. De mentor zorgt voor een loopbaangesprek en gebruikt tijdens het gesprek de gegevens uit het toekomstdossier. De leerling is te allen tijde verantwoordelijk – 36
voor de inhoud van het dossier. We starten het dossier in de brugklas. Het vak omgangskunde leent zich uitstekend voor een eerste verkenning. Hierin hebben de ouders ook een taak. Er zijn al afspraken gemaakt met de docenten. Na de brugklas wordt de inhoud van het dossier meer gevuld met voor de leerling interessante lesonderdelen en LOB activiteiten. Uiteindelijk moet het gevulde dossier in de eindexamenklas voldoende stof bieden voor het eindgesprek met mentor en decaan om tot een gemotiveerde studiekeuze te komen. H.Nanninga Decaan vmbo, mavo, havo, atheneum, gymnasium, tech mavo, (t)havo, (t)atheneum en (t)gymnasium 7.5 Remediale begeleiding Leerlingen, die hiervoor in aanmerking komen, worden – na overleg met de ouders – uitgenodigd voor extra steunlessen taal of rekenen. Deze speciale vorm van leerlingbegeleiding is op onze school in handen van vakdocenten, hierin ondersteund door de orthopedagoog. 7.6 Training zelfvertrouwen Voor leerlingen, die te kampen hebben met faalangst, wordt door de school een training zelfvertrouwen georganiseerd. Deze training werd voorheen aangeduid als faalangstreductie training (FRT). De training zelfvertrouwen wordt verzorgd door: Mevrouw M.J. Kielman De heer J.C.P. Schollaert Er is tevens een training voor eindexamenleerlingen. Deze training vindt in kleine groepen van 2 of 3 leerlingen plaats voor de meivakantie van het examenschooljaar. Ook is het mogelijk een individueel traject op te starten. De training eindexamenleerlingen wordt verzorgd door: Mevrouw V. de Causemaeker – Van Muylem, Lic.
7.7 Intern Zorgteam (IZT) Het intern zorgteam bestaat uit leerlingbegeleiders, schoolmaatschappelijk werker, jeugdverpleegkundige (zie 7.7.1) en orthopedagoge. Het team werkt met de meld code “huiselijk geweld en kindermishandeling”. Het IZT overlegt regelmatig om te komen tot het juiste ondersteuningstraject voor iedere aangemelde leerling. Leerlingbegeleiders Op het Zeldenrust-Steelantcollege dragen de leerlingbegeleiders zorg voor individuele leerlingbegeleiding. Leerlingen kunnen bij hen terecht met allerlei levensvragen en persoonlijke problemen. De leerlingbegeleiders hebben een speciale opleiding gevolgd om op een zo goed mogelijke manier te kunnen begeleiden: • De leerlingbegeleider houdt samen met vakdocent en mentor laagdrempelige leun- en steungesprekken met leerlingen; • de leerlingbegeleider geeft advies aan mentor/ vakdocent/teamleider/sectordirecteur over de individuele problematiek van de leerling; • de leerlingbegeleider verwijst zo nodig leerlingen met medische, psychosociale of sociaal-emotionele klachten gericht naar het extern zorgteam. Deze hulp is vertrouwelijk en altijd kort van duur. Naast een kennismakingsgesprek aan het begin en een evaluatiegesprek aan het eind, worden er maximaal drie gesprekken gevoerd. Docenten, mentoren en teamleider/sectordirecteur kunnen leerlingen aanmelden voor deze gesprekken. Ook ouder(s)/ verzorger(s) kunnen hun zoon/dochter aanmelden, aanmelding verloopt dan via de mentor of teamleider/ sectordirecteur. De leerlingbegeleiding wordt verzorgd door: De heer M. Dees Mevrouw M. Kley
Mevrouw A.J. Koeman Mevrouw K.J.G. Nijssen Schoolmaatschappelijk werker Het schoolmaatschappelijk werk heeft als doel samen met school het welbevinden van leerlingen te bevorderen door hun competenties te versterken. Daarmee wordt de kans vergroot dat ze hun opleiding zo goed mogelijk kunnen volgen en deze met een positief resultaat afronden. Schoolmaatschappelijk werker van Welzijnsorganisatie Aan Zet, E. Hoosemans Orthopedagoog Het Intern Zorgteam wordt ondersteund door de orthopedagoog. Het terrein van de orthopedagoog is de problematische leer/opvoedingssituatie van kinderen en jeugdigen. De taak van de orthopedagoog is hulp te bieden aan het in zijn/haar ontwikkeling bedreigde kind. Waar nodig verwijst de orthopedagoog door naar het extern zorgteam of naar andere externe instanties. B. van Heese, orthopedagoge Leden van het Intern Zorgteam werken volgens de hen betreffende beroepscode en beroepsprofiel. Het Intern Zorgteam heeft de mogelijkheid door te verwijzen naar het extern zorgteam; het zorg- en adviesteam (ZAT). Dit team bestaat uit verschillende professionals binnen de gezondheidszorg en hulpverlening. 7.7.1 Jeugdverpleegkundige en jeugdarts De jeugdverpleegkundige van de GGD nodigt de leerlingen van klas 2 uit voor een preventief gezondheidsonderzoek, dit is een landelijk onderzoek. Tijdens dit onderzoek wordt met de leerling een gesprek gevoerd en onderzoek gedaan. Hierbij wordt zicht verkregen 37 –
op zowel de lichamelijke gezondheid, leefstijl, als op het psychosociaal functioneren van de leerling. Aansluitend wordt advies en/of voorlichting gegeven en zonodig verwijzing gedaan naar andere vormen van hulpverlening. In het laatste geval wordt er standaard overlegd met de ouder(s)/ verzorger(s). De jeugdverpleegkundige werkt nauw samen met de jeugdarts. Het onderzoek vindt op school plaats. Mevrouw E.J. Hagenaars, jeugdverpleegkundige Jeugdgezondheidszorg GGD Zeeland 0113 – 249 400 Ziekteverzuimbegeleiding door de jeugdverpleegkundige Onze school is samen met de GGD Zeeland meer aandacht gaan schenken aan leerlingen die door ziekte niet naar school kunnen komen. Om dit te kunnen doen werken we samen met de jeugdverpleegkundige van GGD Zeeland. Bij langdurig of vaak voorkomend ziekteverzuim zal de jeugdverpleegkundige via de mentor contact met de ouder(s)/verzorger(s) opnemen om meer duidelijkheid te krijgen over de ernst en de duur van de ziekte. Dit kan zowel telefonisch als in de vorm van een uitnodiging aan de leerling en ouder(s)/verzorger(s) voor een gesprek. Alles wat in een gesprek met de jeugdverpleegkundige besproken wordt is strikt vertrouwelijk. Dit houdt in dat de jeugdverpleegkundige geen informatie doorgeeft zonder toestemming van de ouder(s)/verzorger(s). Dit gesprek zal op school plaatsvinden. Bij de jeugdverpleegkundige kan iedere leerling terecht met vragen en problemen die met gezondheid te maken hebben. De jeugdverpleegkundige kan dan adviezen geven of meedenken over een oplossing. In het algemeen is het zo, dat een jeugdverpleegkundige niet zal behandelen. Is een medische behandeling nodig, dan kunt u daarvoor terecht bij uw huisarts.
7.7.2
– 38
Informatie over het ziekteverzuimspreekuur vindt u op de website van het Zeldenrust-Steelantcollege (kolom ouders). 7.7.3
Opvoedsteunpunt GGD en Centrum voor Jeugd en Gezin Vragen over opvoeden? Ga eens naar een opvoedsteunpunt! Als ouder sta je regelmatig voor situaties waar je even geen antwoord op weet. Het opvoedsteunpunt is er voor jouw grote en kleine opvoedvragen. Heeft u informatie en/of advies nodig? Centrum voor Jeugd en Gezin Hulst – Terneuzen Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is dé plek, hét informatiepunt, waar u terecht kunt met al uw vragen over opvoeden en opgroeien van uw kinderen. In het CJG is altijd iemand die naar u kan luisteren en met u kan meedenken. De consulente kan u praktische tips meegeven en/of samen met u kijken om snel ondersteuning of hulp te krijgen van de juiste persoon, en die aansluit bij uw vraag. U kunt gratis en vrijblijvend bij het CJG binnen lopen en uw vraag stellen tijdens de inloop loketdagen. Voor meer informatie kunt u bellen of de website bezoeken. Een afspraak maken met de consulente kan ook. De koffie staat klaar. Het CJG is bedoeld voor kinderen/jongeren/ouder(s) en verzorger(s)/professionals/vrijwilligers, kortom voor iedereen die een vraag heeft over “Opvoeden en Opgroeien” in de leeftijdsgroep 0 tot 23 jaar. Bel gratis maandag t/m donderdag 0800-2540115. Email:
[email protected] Website: www.cjghulstterneuzen.nl Coördinator: Truus van Oostenbrugge. Consulente: Veronique van Laere
7.8 Verkeerseducatie Leerlingen van het voortgezet onderwijs behoren tot de kwetsbaarste groep verkeersdeelnemers. Wat het aantal geregistreerde verkeersongevallen betreft behoort de provincie Zeeland tot de koplopers van Nederland (Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 2010). Door deel te nemen aan het project Verkeers Educatie Voortgezet Onderwijs (VEVO) hoopt het ZeldenrustSteelantcollege bij haar leerlingen een veilige deelname aan het verkeer te kunnen bewerkstelligen. Voor nadere informatie over het thema verkeerseducatie kunt u de webpagina van het ZSC raadplegen. Coördinator verkeerseducatie is dhr. C.T.L. de Meijer.
8 Activiteiten buiten de les 8.1 Bonte Avond Met enige trots stellen we vast dat het ieder jaar opnieuw mogelijk is een smaakvol, avondvullend programma te bieden van, voor en door de gehele ZSC-gemeenschap. Het hoeft geen betoog dat dit alleen kan door de inzet van honderden leerlingen en een groot aantal docenten. Er zijn twee uitvoeringen. De Bonte Avonden worden gehouden in het Scheldetheater.
8.2 Cultuur Kunst en cultuur nemen op het Zeldenrust-Steelantcollege traditioneel een heel belangrijke plaats in. Het is de filosofie van het ZSC dat het creatieve, het fantasierijke, het gevoelsmatige en scheppende aspect, dat in elk mens aanwezig is, gekoesterd en ontwikkeld moet worden. Actieve deelname van leerlingen aan muziek, theater, dans 39 –
en beeldende vormgeving is één van de doelstellingen binnen het onderwijs aan onze school. De Bonte Avond waaraan tientallen leerlingen elk jaar opnieuw meedoen in het Scheldetheater is daarvan een uitstekend voorbeeld. Ook het feit dat het ZSC in de jaren zeventig één van de dertien scholen was in Nederland die beeldende vorming als examenvak invoerde voor vwo, havo en mavo is natuurlijk veelbetekenend. In de gangen van de school worden doorlopend exposities ingericht en voor het vak CKV (culturele en kunstzinnige vorming) bezoeken leerlingen musea, de bioscoop, het theater, voorstellingen in Porgy & Bess, ateliers van kunstenaars en noem maar op. Het hele jaar door vinden optredens plaats van muziek- en theatergroepen binnen de school en in het voorjaar nemen alle leerlingen van 3 vmbo, 4 havo en 4 atheneum deel aan de culturele activiteitendag van het ZSC. Het stimuleren van cultuurparticipatie vindt, behalve in de bovenbouw, ook plaats in de onderbouw en in alle schooltypen die de school rijk is. In de brugklas, de tweede- en derde klas kunnen de leerlingen kiezen voor het vak Kunst Verdieping. Zij krijgen dan een half jaar twee uur extra les in podiumkunsten (theater en muziek) en atelierkunsten (schilderen, drukken, hout, textiel). In het schooljaar 2009 is het vak Kunsteducatie ingevoerd in de brugklas. Dat vervangt het vak tekenen en bestaat uit muziek, tekenen, schilderen, hout, textiel, fotografie, film, grafische technieken en theater. In de volgende jaren werd dit vak in de hele onderbouw ingevoerd. Theaterbezoek, excursies, en cultureel erfgoed maken onderdeel uit van dit vak. Het ZSC onderhoudt intensieve contacten met de verschillende instellingen voor kunst en cultuur zoals Instituut Toonbeeld, Stichting Prometheus, het Scheldetheater, de bibliotheek, Scoop en vele andere. Voor deze contacten en de organisatie van verschillende activiteiten op het gebied van kunst en cultuur zorgt de kunstcoördinator en docent kunstvakken, Hans Bos. Met recht mag het ZSC zich dé cultuurschool van Zeeuws -Vlaanderen noemen! – 40
8.3 Klassenavonden In samenwerking met de klassenmentor kan een klas/groep een klassenavond organiseren op school. 8.4 Schoolfeesten Per schooljaar worden maximaal drie schoolfeesten georganiseerd. De schoolfeesten eindigen uiterlijk om 24:00 uur. Bij de schoolfeesten wordt streng op alcoholgebruik gecontroleerd.
8.5 Sport Skiën, wandklimmen, fitness, American football, boksen, golfen, zwemmen… Er zijn leerlingen die geen genoeg kunnen krijgen van sport. 8.5.1 SportPlus In de brugklas krijgen sportieve leerlingen de unieke kans om naast het gewone lesprogramma voor extra sport te kiezen. SportPlus is een uitdagende uitbreiding van de normale lessen lichamelijke opvoeding. De leerlingen krijgen één blokuur per week extra sport. Deze twee uur komen bovenop het normale rooster, waarin drie uur is ingeroosterd voor lichamelijke opvoeding. SportPlus kan gekozen worden door alle brugklassers. We zijn van mening dat alle gemotiveerde leerlingen de kans moeten krijgen om deel te nemen aan SportPlus. We verwachten geen topatleten, maar wel leerlingen die
gemotiveerd zijn. De leerlingen die SportPlus volgen, zitten in een gewone klas, maar komen één keer in de week samen met de SportPlusleerlingen. Zo leren ze dus nog meer mensen binnen de school kennen. Veel en afwisselend sporten helpt je bovendien om je langer te kunnen concentreren. SportPlus vormt een goede basis voor hen die later iets met sport willen doen. Bijvoorbeeld voor leerlingen die naar het CIOS of naar de academie voor lichamelijke opvoeding willen. Maar het is vooral de bedoeling om op een leuke manier met tal van sporten kennis te maken. We hebben het programma zo aantrekkelijk mogelijk gemaakt. De activiteiten vinden vooral plaats op locaties buiten de school, waardoor de leerlingen sporten kunnen uitoefenen die niet aan bod komen tijdens een gewone gymles. Denk bijvoorbeeld aan: klimmen, watersport, schaatsen, skiën, tennis, golf, hockey en boksen.
leer je naast beter voetballen ook een wedstrijd te fluiten bij de jongste jeugd. Je krijgt tijdens de uren voetbal bovendien clinics van verschillende trainers en we bezoeken een wedstrijd uit het betaald voetbal. Alle trainingen worden gegeven door een gediplomeerd trainer. 8.5.4 Na de brugklas Om een goed vervolg te kunnen geven aan SportPlus, Voetbal en verdieping kunnen leerlingen het vak Lichamelijke Opvoeding 2 (LO2) op de mavo en Bewegen Sport en Maatschappij (BSM) op de havo als examenvak kiezen.
8.5.2 Sportplus versus Sportverdieping Sportverdieping houdt zich bezig met het verdiepen van kennis en vaardigheid van de reguliere lessen, de verdiepingslessen vinden plaats binnen school. Sportplus richt zich juist op uitdagende sporten die in de reguliere lessen niet voorkomen, deze lessen worden vooral buiten school gegeven.
8.5.5 Financiële bijdrage Sportplus en Voetbal Om de sportieve activiteiten te kunnen bekostigen, vraagt het Zeldenrust-Steelantcollege een financiële bijdrage van € 100 voor een volledig schooljaar. Dit geld wordt besteed aan activiteiten buiten de school, de huur van extra sportaccommodaties en het inzetten van gastdocenten.
8.5.3 Voetbal Uniek op het het Zeldenrust-Steelantcollege is de mogelijkheid om voetbal te kiezen als vak. Tijdens de uren voetbal gaan we werken aan je techniek, tactiek en aan je persoonlijkheid. Zo 41 –
9 Kwaliteit De in-, door- en uitstroomgegevens van het ZSC zijn door de Inspectie van het Onderwijs opgenomen in een opbrengstenoverzicht. Deze zogeheten Opbrengsten kunt u raadplegen op de website van de onderwijsinspectie www. onderwijsinspectie.nl. Op de website van de onderwijsinspectie kunt u ook de inspectierapporten over de school lezen. 9.1 Eindexamenresultaten De eindexamenresultaten in het schooljaar 2011-2012 Afdeling
Kandidaten Geslaagd
Percentage
VMBO - B
19
19
100%
VMBO - K
42
42
100%
VMBO- G/T
83
80
96%
HAVO
83 78 94%
VWO
45 42 93%
In totaal hebben 272 leerlingen examen afgelegd. Hiervan hebben 261 kandidaten een diploma behaald. Dit betekent dat 96% van alle kandidaten geslaagd is. De eindexamenresultaten in het schooljaar 2012-2013 Afdeling
Kandidaten Geslaagd
Percentage
VMBO - B
19
19
100%
VMBO - K
32
32
100%
VMBO- G/T
74 73 99%
HAVO
75
64
85%
VWO
49
48
98%
In totaal hebben 249 leerlingen examen afgelegd. Hiervan hebben 236 kandidaten een diploma behaald. Dit betekent dat 95% van alle kandidaten geslaagd is. De eindexamenresultaten in het schooljaar 2013-2014 Afdeling
Kandidaten Geslaagd
Percentage
VMBO - B
17
17
100%
VMBO - K
73
71
97%
VMBO- G/T 82 82 100% HAVO
75 69 92%
VWO
37 34 92%
In totaal hebben 284 leerlingen examen afgelegd. Hiervan hebben 273 kandidaten een diploma behaald. Dit betekent dat 96% van alle kandidaten geslaagd is.
– 42
10 Lessentabellen Voor de lessentabellen verwijzen wij u naar de website van de school: www.zsc.nl.
11 Overzicht medewerkers • Directie
Mr. J.M. de Kooning
(JKN)
voorzitter centrale directie
S. van Nispen
(SNI)
lid centrale directie /
[email protected]
directeur bedrijfsvoering
[email protected]
(PST)
directiesecretaresse
[email protected]
• Directiesecretariaat
P.R. Stallard • Sectordirecteur/teamleider
E.M. Brodie-van Beelen
(EBR)
sectordirecteur vmbo en (tech) mavo
[email protected]
Drs. P.L.H. Boone
(PBO)
sectordirecteur (t) havo en
[email protected]
(t) atheneum en gymnasium
• Teamleider
J.C. van Gaalen
(JGA)
teamleider brugklassen
[email protected]
• Teamcoördinatoren
A.E.W. van Lare
(ALA)
teamcoördinator vmbo
[email protected]
N. Breijaert
(NBR)
teamcoördinator (tech) mavo
[email protected]
A. Koeman
(AKO)
teamcoördinator (t) havo en
[email protected]
(t) atheneum en gymnasium
interne- en externe contacten
C.E.R.M. De Baets, Lic
(CBA)
teamcoördinator (t) havo en
(t) atheneum en gymnasium
beleidsmatige zaken
[email protected]
• Coördinator anti-pesten
K.J.G. Nijssen
(KNI)
[email protected]
(HBO)
[email protected]
• Coörd inator CKV
J.H.M. Bos
• Coördinator maatschappelijke stages
H. Eerkes
(HEE)
[email protected]
• Coördinator tweetalig atheneum & gymnasium bovenbouw
C.E.R.M. De Baets, Lic
(CBA)
[email protected] 43 –
• Coördinator tweetalig havo, atheneum en gymnasium onderbouw
J.M. Cleijne – Loosschilder
(HCL)
[email protected]
(CME)
[email protected]
(TLA)
[email protected]
• Coördinator verkeerseducatie
C.T.L. de Meijer • Coördinator rekenen
T. Lammers • Decaan
J.L. Nanninga
(HNA) decaan vmbo, (tech)mavo, (t)havo,
(t)vwo en (t)gymnasium
[email protected]
• Opleidingsdocenten
M.A. de Bruijne – Meesen
(MBR) opleidingsdocent
[email protected]
J.G. Koster-van Dam
(JKO)
[email protected]
opleidingsdocent
• Schoolpastor
M.J.M. De Vreese
(MVR)
[email protected]
• Onderwijzend personeel
– 44
M. Adriaense
(MAD) drama, kunsteducatie, kunstverdieping,
space, ckv
[email protected]
C.E.R.M. De Baets, Lic
(CBA)
Engels, ckv
[email protected]
Drs. D.C. de Barbanson-Groenenboom
(DBA)
studieles
[email protected]
C.S.A. Bee-de Jonge
(LBE)
Engels
[email protected]
A.A.L. De Belie
(ABE)
Engels, space
[email protected]
Dr. I.G. van de Bilt
(IBI)
Nederlands
[email protected]
M.A.J.M. Bleyenberg
(MBL)
wiskunde
[email protected]
Dr. Ir. M.H. de Boer
(MBO) biologie, anw
[email protected]
D. Boonman
(DBO) lichamelijke opvoeding, sport+
[email protected]
P.H.V. van den Bos
(PBS)
[email protected]
J.H.M. Bos
(HBO) ckv, kunsteducatie
[email protected]
K.J.A.M. Bosman
(KBO)
wiskunde
[email protected]
N. Breijaert
(NBR)
lichamelijke opvoeding, sport+, voetbal
[email protected]
N.W. de Bruijne
(NBU)
omgangskunde, space
[email protected]
M.A. de Bruijne-Meesen, MEd
(MBR)
Frans
[email protected]
V. de Buck
(VBU)
Nederlands, leergebieden, space
[email protected]
Ir.F. Buijze
(FBU)
informatica
[email protected]
B. Caboor
(BCA)
wiskunde, rekenen
[email protected]
K.C.E. Cattrysse, Lic.
(KCA)
geschiedenis
[email protected]
V. de Causemaeker-van Muylem, Lic.
(VCA)
Frans
[email protected]
kunstverdieping
J.M. Cleijne - Loosschilder
(HCL)
science, kunsteducatie
[email protected]
M.G.E. de Clerck
(MCL)
biologie, studieles
[email protected]
R.H.T. Corijn
(RCO)
zorg & welzijn
[email protected]
K.M.M. de Craene
(KCR)
Engels
[email protected]
M. Dees
(MDE)
economie, geschiedenis, leerlingbeg.
[email protected]
F. Dekker
(FDE)
scheikunde
[email protected]
S.M. Dumon, Lic.
(SDU)
Latijn, Grieks
[email protected]
I. Eddai
(IED)
wiskunde, rekenen
[email protected]
H. Eerkes
(HEE)
godsdienst
[email protected]
K. Fraanje
(KFR)
Nederlands
[email protected]
G.E. Gonnissen
(TGO)
Frans, Spaans
[email protected]
P.R. van Gorsel
(PGO) wiskunde, rekenen
[email protected]
M.M. Grijp, Lic.
(MGR) economie, m&o
[email protected]
Drs. C. de Groote
(CGR)
[email protected]
B.H.J. Gunst
(BGU) Nederlands
[email protected]
S.G.B. van Ham-de Waal
(SHA) wiskunde
[email protected]
Ir. M.J.H. Hamelinck
(MHA) natuurkunde
[email protected]
N.T.E. Hemelaar
(NHE)
[email protected]
H.Q. Houg-Vogelaar
(HHO) zorg en welzijn, technologie
[email protected]
C.M.H. Ingels
(CIN)
handel en administratie
[email protected]
R.J. Ingels
(RIN)
wiskunde
[email protected]
Nederlands
Duits
J. Janse
(JJA)
Nederlands
[email protected]
M.I.R. Kestens, Lic
(MKE)
Engels, Frans
[email protected]
M.J. Kielman
(MKI)
Engels
[email protected]
M. Kley
(MKL)
Duits, leerlingbegeleider
[email protected]
A.J. Koeman
(AKN)
lichamelijke opvoeding, leerlingbeg.
[email protected]
J.G. Koster-van Dam
(JKO)
Nederlands
[email protected]
Dr. A.M.J. de Kraker
(AKR)
aardrijkskunde
[email protected]
T. Lammens
(TLA)
wiskunde, rekenen
[email protected]
K.S.L.E. Van Lancker
(KLA)
Frans
[email protected]
A.E.W. van Lare
(ALA)
lichamelijke opvoeding, bsm, LO2
[email protected]
S.C.M.L. Leenaarts
(SLE)
Engels
[email protected]
E. Lijbers
(ELI)
wiskunde
A. Looyé, MEd
(ALO)
wiskunde
[email protected]
J.E.L. de Maat-de Vos
(JMA)
biologie
[email protected]
Ir.T.A.M. Maenhout, MBA
(TMA)
biologie, natuurkunde, science,nlt
[email protected]
A. Maenhout
(AME)
Engels
[email protected]
[email protected]
45 –
A. Martens, MEd
(AME)
biologie, anw
[email protected]
A.M. Martens-Fassaert
(AMR) lichamelijke opvoeding
[email protected]
C.T.L. de Meijer
(CME)
[email protected]
aardrijkskunde, begeleidingsles,
staatsexaminator
J. Meinhardt
(JMI)
Spaans
P.E.H. Melse
(PME)
Nederlands, NT2, dyslexiebegeleiding
[email protected]
J. Meulbroek
(JME)
lichamelijke opvoeding, LO2, LO-verdieping,
[email protected] [email protected]
bsm, sport+, absentiecontrole Brugklas
T. de Meulder
(TME)
aardrijkskunde, geschiedenis
[email protected]
Drs. A.L.J. Michielsen
(AMI)
economie, M&O
[email protected]
I.C. Molenaar
(IMO)
handel & administratie,
[email protected]
maatschappijleer, leergebieden
– 46
G.C. Nieuwenkamp
(GNI)
wiskunde, rekenen
[email protected]
K.J.G. Nijssen
(KNI)
lichamelijke opvoeding, leerlingbeg.
[email protected]
Drs.F.T. Ouwehand
(FOU)
maatschappijleer
[email protected]
L.J. Overbeek
(LOV)
Nederlands, leergebieden
[email protected]
R.E.P. Pendery, Lic
(RPE)
Engels
[email protected]
M.J.J.P. Pijnenburg
(MPI)
kunsteducatie, ckv
[email protected]
F.A.P.A. de Prenter
(FPR)
Duits
[email protected]
Drs. P.N.M. de Pundert
(PPU)
wiskunde
[email protected]
M. Quist
(MQU) natuurkunde, science
S. Quist
(SQU) biologie, space
[email protected]
A.J.L.M. van Rijswijk
(ARK)
Engels
[email protected]
Drs. D. Roodzant
(DRO)
geschiedenis
[email protected]
C.C.P.J. van Roozendaal
(CRO)
Frans
[email protected]
K.E.M. Rossmadl MEd
(KRO)
Engels
[email protected]
C. Scheilz
(CSC)
Duits
[email protected]
J.C.P. Schollaert MEd
(JSO)
aardrijkskunde
[email protected]
J.H. Schut, MEd
(JSC)
wiskunde
[email protected]
D. Sijnesael
(DSI)
geschiedenis
[email protected]
C.C.M. Somers
(CSO)
science, technologie
[email protected]
J.C. van der Steen
(JST)
lichamelijke opvoeding
P.E.M. Stockman
(PSO)
geschiedenis, HistoGeo, studieles
[email protected]
V.A.I. Sucaet, Lic
(VSU)
scheikunde
[email protected]
J.E.H.M. Termont
(JTE)
zorg en welzijn
[email protected]
[email protected]
[email protected]
H. van der Veeke
(HVE)
kunsteducatie, science
[email protected]
C.S. Verbrugge-Coone
(CVE)
kunsteducatie, leergebieden, space
[email protected]
M.G. Verbrugge
(MVE)
economie
L. Verhelst
(LVE)
Nederlands, leergebieden
E.H.M. Vermeulen
(SVM)
Nederlands
N.E. Verpoorten
(NVE) wiskunde, natuurkunde
[email protected]
Ir. T.A. van Vliet
(TVL)
science
[email protected]
M.J.M. De Vreese
(MVR)
godsdienst
[email protected]
M. van der Werf
(MWE) biologie, rekenen
[email protected]
J.P. Wolff - Jobse
(JWO) godsdienst
[email protected]
G.D.E. van Zundert DM
(GZU)
[email protected]
[email protected] [email protected]
kunsteducatie, kunstverdieping, space
[email protected]
ONDERWIJSONDERSTEUNEND PERSONEEL • Receptie
A.C. de Kraker
(AKK)
telefonist / receptionist
[email protected]
H.G. de Pooter-Berkel
(HPO)
telefonist / receptionist
[email protected]
• Leerlingenadministratie
C ’t Gilde
(CGI)
administratief medewerker
[email protected]
V.A.J. de Kock
(VKC)
administratief medewerker
[email protected]
medewerker financiële administratie
[email protected]
• Financiële administratie
C. ’t Gilde
(CGI)
M. Slabbekoorn
(MSL) beleidsondersteunend medewerker financiën
[email protected]
• Personeel en Organisatie
Drs. N.J.G. Coppieters – Sas
(NCO) stafmedewerker P&O
[email protected]
• Kwaliteitszorg
J.H. Schut, MEd
(JSC)
beleidsmedewerker kwaliteitszorg
[email protected]
• Orthopedagoog
B. van Heese, MSc
(BHE)
orthopedagoge
[email protected]
• Native speaker tweetalig atheneum & gymnasium
R. Pendery
(RPA)
native speaker
[email protected]
(JPE)
stafmedewerker roosterzaken
[email protected]
(DBR)
studiezaalbeheerder
[email protected]
• Roosterzaken
J.J.M. Peters • School- en docentassistenten
D. Bron
47 –
M. van den Berk - Kuijpers
(RBE)
leraarondersteuner
[email protected]
R.H.T. Corijn
(RCO)
leraarondersteuner
[email protected]
C.C. Hamelink-Dieleman
(CHA) docentassistent
[email protected]
N.A.F. Stockman-de Vries
(NST)
leraarondersteuner
[email protected]
(LTI)
surveillant
[email protected]
• Surveillant
S.E. Tiersma • Technisch onderwijsassistenten
W.T. Slabbekoorn
(WSL)
technisch onderwijsassistent
[email protected]
J.J. Witteman
(KWI)
technisch onderwijsassistent
[email protected]
(PBS)
senior medewerker olc
[email protected]
• OLC
P.H.V. van den Bos • Conciërge team
G.L. Wolfert
(HWO) conciërge
[email protected]
R.F. Busropan
(RBS)
conciërge
[email protected]
A.P. Huijsman
(BHU)
conciërge
[email protected]
(JVO)
technisch medewerker facilitaire zaken j
[email protected]
(JBE)
toezichthouder
[email protected]
(NHU) kantinemedewerker
[email protected]
(TTO)
[email protected]
• Onderhoud
J. de Vos • Toezicht
J.H. Beverdam • Kantine
N.A. van Hurck-Dierkx • Schoonmaak
T. Tollenaar
schoonmaker
• Repro
J.M. Koekkoek - Haak
(AKO) repro-medewerker
[email protected]
(PSP)
[email protected]
• Applicatiebeheer
P.M. de Splenter
stafmedewerker applicatiebeheer
• ICT
D.L.J. der Weduwe
(DWE) stafmedewerker ict
[email protected]
J.M.J. van Eenennaam
(JEE)
[email protected]
medewerker ict
• Huiswerkbegeleiding
M. Kars • Vrijwilligers Open Leercentrum
– 48
I. de Feijter I. van der Heijden R. Jansen A. Rijk T. Troost M. van Waes
Samenwerkingsschool van rooms-katholieken en protestanten voor VMBO - MAVO - HAVO - ATHENEUM - GYMNASIUM - TECH MAVO - TWEETALIG HAVO, ATHENEUM & GYMNASIUM C2 M49 Y100 K0 #F29400 Pantone 151 Zwart 40% (gebouw) Zwart 50% (ZS)
C78 M13 Y43 K0 #1CA59E Pantone 3262 Zwart 60%
C4 M100 Y100 K0 #E3001B Pantone 1797 Zwart 85%
C75 M20 Y0 K0 #00A0DC Pantone 298 Zwart 30%
Zeldenrust-Steelantcollege Zeldenrustlaan 2 4535 GZ Terneuzen Postbus 146 4530 AC Terneuzen Tel. 0115 - 694 029 Fax. 0115 - 694 800 E-mail:
[email protected] Website: www.zsc.nl