Schoolgids Nederlandse Taal en Cultuurschool Cotonou Primair en voortgezet onderwijs
‘de Tata Somba’ 2015 - 2016
Stichting ter Bevordering van het Nederlandstalig Onderwijs in Benin
Inleiding Voor u ligt de schoolgids van de Nederlandse Taal- en Cultuurschool, ‘de Tata Somba’ in Cotonou. In deze gids vindt u praktische informatie over de school: het lesrooster, de vakanties, de data van de diverse activiteiten en de namen en adressen van personen die bij de school betrokken zijn. Daarnaast vindt u ook de visie van de school op het onderwijs, wat ouders van de school mogen verwachten en wat de school van de ouders verwacht. We leggen in deze gids verantwoording af over wat we hebben bereikt het afgelopen jaar en we informeren de ouders over onze plannen voor het komende jaar. Deze schoolgids sluit aan op het schoolplan (2012-2016) van onze school. In dit beleidsdocument hebben we voor een periode van vier jaar beschreven hoe ons onderwijs er uitziet en wat onze plannen zijn om dat onderwijs verder te ontwikkelen. U kunt het schoolplan op school inzien. De schoolgids is geschreven door de leerkracht/directeur van de school met behulp van het bestuur. De schoolgids is vastgesteld door het bestuur. We hopen dat u de schoolgids met plezier zult lezen. Hebt u vragen of opmerkingen naar aanleiding van deze schoolgids of suggesties voor verbetering, dan vernemen wij dat graag van u. Samen met u willen we werken aan een zo goed mogelijke kwaliteit van het onderwijs. Harald van der Hoek, voorzitter Sumeyra Sorkun, directeur/leerkracht
2
Inhoudsopgave Inleiding
2
Inhoudsopgave
3
Deel 1: De school en wat u ervan kunt verwachten
4
1. De school: wie, wat, waar
4
2. Waar de school voor staat
5
3. Onderwijs
7
4. Zorg voor de leerlingen
13
5. Leerkrachten
15
6. Ouders
16
7. Kwaliteitszorg
17
8. Resultaten van het onderwijs
18
Deel 2: Praktische zaken
20
1. Lesrooster
20
2. de schoolkalender
20
3. het schoolgeld
21
4. Schoolverzekering voor de leerlingen
21
5. Schoolregels
21
6. Namen en Adressen
22
Deel 3: Het activiteitenverslag van het jaar2014-2015
3
24
Deel 1: De school en wat u ervan kunt verwachten 1. De school: wie wat waar De officiële naam van de school is: Stichting ter Bevordering van het Nederlandstalige Onderwijs in Benin. Wij noemen de school ‘de Tata Somba’. Het postadres in Nederland is: De Nederlandse School p/a Ministerie van Buitenlandse Zaken Locatie 134 / HMA Cotonou Postbus 12200 2500 DD Den Haag Nederland Het postadres van de school in Cotonou is: De Nederlandse School c/o Ambassade des Pays-Bas Boite Postale 08 BP 0783 Tri Postal Cotonou Benin De school heeft met ingang van dit schooljaar een nieuwe directeur/leerkracht in dienst genomen: Inge Houtmeyers. Zij verzorgt zowel de PO als de VO lessen. U kunt de school telefonisch bereiken op haar nummer: 97 97 61 35 Het woongedeelte van de school wordt gehuurd door een derde persoon die een bijdrage betaalt in de huur en de vaste lasten. Het adres is: lot 26 Haie Vive. U vindt de school direct achter ‘Livingstone’ op de Rue Pavée. Staand voor ‘Livingstone’ neemt u de straat rechts naast ‘Livingstone’; aan het eind van de straat, slaat u linksaf. ‘De Tata Somba’ is het eerste huis aan de linkerkant (een wit huis met grijze poort). We hopen dat de school een echte tata somba zal worden, waar de kinderen en ouders van de school zich welkom voelen. Het e-mailadres van het bestuur is De leerkracht is bereikbaar op
:
[email protected] :
[email protected]
De school heeft een bestuur bestaande uit drie leden: Voorzitter Penningmeester Secretaris
: : :
Harald van der Hoek Michiel Smet Hannelore Delcour
De gegevens van de bestuursleden vindt u in deel 2 van deze Schoolgids bij ‘Praktische zaken’. De school onderhoudt nauwe contacten met de Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland (NOB). De stichting NOB verdeelde tot nu toe de subsidie van het Ministerie van Onderwijs onder de verschillende scholen in het buitenland. De subsidieverstrekking werd echter per 1 januari 2014 als gevolg van de Nederlandse bezuinigingen op het onderwijs stop gezet. Behalve dat dat grote gevolgen had voor de financiering van onze school, heeft het ook gevolgen gehad voor de organisatie van de Stichting NOB. Eind van het schooljaar 2013/14 is toch een nieuwe subsidieregeling 4
toegepast onder nieuwe voorwaarden en resulterend in een lager bedrag dan voorheen. Ook voor het huidige schooljaar zal er nog een subsidieregeling bestaan. De stichting NOB staat ons nog steeds met raad en daad terzijde. De stichting NOB heeft indertijd geholpen met de oprichting van de school. In juni 2012 heeft het NOB onze school bezocht met het doel ons voor te bereiden op het eerste inspectiebezoek van het Ministerie van Onderwijs, dat in het begin van het schooljaar 2012/13 plaatsvond. Het inspectiebezoek resulteerde in een fraai verslag waar de school trots op mag zijn. (zie ook hoofdstuk 8). De volgende inspectie staat in oktober 2016 geprogrammeerd.
2. Waar de school voor staat 2.1 Missie
De missie van onze school is het geven van Nederlands taal- en cultuuronderwijs in Benin aan leerlingen van wie minstens één ouder Nederlandstalig is dan wel het Nederlands goed beheerst. Het NTC onderwijs op ‘de Tata Somba’ is gericht op een zo goed als mogelijke aansluiting bij het Nederlandstalig onderwijs bij een eventuele terugkeer naar Nederland of België. Het NTC onderwijs bedraagt 120 uur per jaar (inclusief culturele activiteiten en huiswerk). Naast de Nederlandse taal, maken ook de Nederlandse en Belgische cultuur onderdeel uit van het onderwijsaanbod.
In de onderbouw van het voortgezet onderwijs streven wij naar een zo hoog mogelijk niveau van beheersing van het Nederlands en aansluiting op het onderwijs in Nederland of België. De school werkt examen gericht. Dat wil zeggen dat de VO leerlingen worden voorbereid op een examen dat voor hen haalbaar lijkt. Welk examen dat zal zijn wordt in onderling overleg tussen ouders, leerkracht en bestuur bepaald. Bij kinderen die het Nederlands minder goed beheersen of waarvan beide ouders geen Nederlands spreken wordt gestreefd naar een zo goed mogelijk niveau van mondelinge taalvaardigheid. 2.2 Visie De school streeft naar een zo goed mogelijke aansluiting bij het Nederlandstalig dagonderwijs in Nederland en België. Om dat te bewerkstelligen, doen wij het volgende: Voor de kleuters is er geen specifieke methode. In het primair onderwijs gebruiken we de interactieve en systematische taal- , spelling- en woordenschatmethode van Taal actief. In het voortgezet onderwijs gebruiken we Nieuw Nederlands. Wij willen het lezen bevorderen. Wij streven naar een goed systeem om de vorderingen van de individuele leerlingen te volgen. Wij streven naar aparte groepen voor leerlingen die het Nederlands als vreemde taal leren. 2.3 Uitgangspunten Onze school kent een aantal uitgangspunten, dat in hoge mate onze identiteit bepaalt: Respect voor jezelf en anderen Gelijkwaardigheid van alle leerlingen Geen discriminatie of uitingen van racisme Eerbiediging van iedere geloofsovertuiging of levensbeschouwing 2.4 Achtergrond
5
De school is in de loop van het schooljaar 2007/2008 opgericht op initiatief van enkele ouders en in januari 2008 van start gegaan met 18 leerlingen van Belgische en Nederlandse nationaliteit. De leerlingen gaan naar verschillende internationale en lokale scholen en vanaf het begin was één van de grootste uitdagingen het samenstellen van een rooster dat alle leerlingen schikt. Die uitdaging bestaat nog altijd! Vanaf oktober 2008 zijn we aangesloten bij de Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland en hebben/hadden we recht op subsidie. Het aantal leerlingen op de school varieert van jaar tot jaar sterk. De meeste ouders wonen tijdelijk in Benin in verband met hun werk. De school is een stichting. De kosten voor het onderwijs moeten met het gedeeltelijk wegvallen van de subsidie grotendeels door de ouders gedragen worden. 2.5 Sfeer in de school De sfeer op school is van groot belang voor de ontwikkeling van een kind. Wij willen daarom zorgen voor een vriendelijk en veilig klimaat met orde en regelmaat, waarin een kind kan groeien naar zelfstandigheid en zelfwerkzaamheid. De school vindt het belangrijk dat de leerlingen met plezier naar school komen. We organiseren naast het reguliere onderwijs regelmatig extra activiteiten, soms in samenwerking met ouders of de Nederlandse of Belgische ambassade. Deze activiteiten zijn niet facultatief maar horen bij het onderwijsaanbod. In deel 2 vindt u een overzicht van deze activiteiten. 2.6 Aannamebeleid Om het onderwijs op onze NTC locatie zo goed als mogelijk te laten zijn, heeft de school een aannamebeleid. Wij hanteren daarbij de volgende afspraken: Nederlandstalige kinderen vanaf 3 jaar met een Nederlands of Belgisch paspoort of met ten minste één Nederlands sprekende ouder zijn welkom op school. In groep 1 en 2 zijn ook leerlingen te plaatsen die het Nederlands als vreemde taal leren. Aan het eind van groep 2 moeten zij het Nederlands dusdanig kunnen verstaan en spreken dat regulier onderwijs in groep 3 in richting 2 minimaal mogelijk is. Van ouders wordt verwacht dat er ook in de thuissituatie Nederlands wordt gesproken en dat het NTC onderwijs ondersteund kan worden. In groep 3 tot en met 8 wordt onderwijs gegeven aan kinderen die te plaatsen zijn in taalrichting 1 of 2. Als de achterstand groter wordt dan 2 jaar t.o.v. van de leeftijdgenoten wordt de leerling geplaatst in de taalrichting 3 groep. Kinderen, ouder dan 5 jaar die maar heel weinig of geen Nederlands spreken bij de start van het onderwijs kunnen in de groep NTC richting 3 worden geplaatst. Zij komen spelenderwijze met het Nederlands in aanraking. Voor hen bestaat geen regulier onderwijsprogramma. In deze groep wordt het ‘resultaat gericht’ werken losgelaten. Het tekort aan onderwijstijd en ‘input’ van de taal is daarbij een gegeven. Alleen met grote medewerking van de ouders thuis kan er op onderdelen succes geboekt worden. Tijdens een intakegesprek wordt in overleg met de ouders bepaald of het NTC onderwijs voor het kind geschikt zal zijn en in welke groep de leerling geplaatst wordt. Wij vragen de ouders naar een eventueel leerlingendossier van de vorige Nederlandse (NTC-)school. Onze school is klein en beschikt slechts over één leerkracht. Daarnaast hebben we te maken met dagonderwijs in verschillende scholen met verschillende lestijden. Om alle leerlingen in te kunnen roosteren is het van belang dat u het Nederlands onderwijs prioriteit geeft en flexibel kunt en wilt zijn voor wat betreft de planning van de lessen. 2.7 Absentiebeleid Het NTC-onderwijs is niet vrijblijvend. We verwachten dat de leerlingen aanwezig zijn tijdens de lessen, d.w.z. niet te laat komen, niet eerder weggaan en ook niet zonder geldige reden verzuimen. Een feestje of voetbalwedstrijd vinden wij bijvoorbeeld geen 6
geldige reden. Mocht uw kind onverhoopt niet aanwezig kunnen zijn door ziekte of een extra les van de dagschool, dan verwachten we tijdig een telefoontje, e-mail of sms, zodat we rekening kunnen houden met de absentie in onze lessen. We zullen de leerling proberen de gemiste lessen te laten inhalen door extra huiswerk mee te geven. We houden op school een presentierooster bij.
3. Onderwijs 3.1 Organisatie van de school Op onze school wordt les gegeven aan kinderen van groep 1 t/m 8 van het primair onderwijs en aan leerlingen van het voortgezet onderwijs. De richtingen (VWO, HAVO, VMBO) en jaren van zowel het primair – als het voortgezet onderwijs verschillen van jaar tot jaar afhankelijk van de ingeschreven leerlingen. Zoals eerder geschreven worden de leerlingen van het voortgezet onderwijs opgeleid voor een examen. Dat kan zijn binnen het IGCSE: Nederlands als eerste taal of vreemde taal. Andere examenmogelijkheden zijn: het Staatsexamen Nederlands VMBO/HAVO/VWO, het Staatsexamen Nederlands als tweede taal, het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal of het examen Nederlands binnen het Franse Bac. De examenkeuzes zijn mede afhankelijk van de mogelijkheden van de leerling en de mogelijkheden ter plaatse (i.e. is er een examinator te vinden). Het NTC onderwijs is een aanvulling op het onderwijs van de dagschool en het wordt daarom buiten de lesuren van de dagschool gegeven. 3.2 Groepsindeling, groepsgrootte en lesorganisatie In onze school werken we met combinatiegroepen. De kinderen komen in aanraking met andere kinderen, die allemaal een verschillend niveau van Nederlandse taalvaardigheid hebben. Ze kunnen elkaar ondersteunen en stimuleren. Een deel van de les- en instructietijd is klassikaal, maar een groot gedeelte wordt in kleine groepjes of individueel gewerkt. De kinderen werken vaak zelfstandig. De materialen die we gebruiken worden flexibel ingezet zodat recht gedaan wordt aan de verschillen tussen kinderen. We hebben de beschikking over twee computers. We hebben dit jaar de volgende (combinatie)groepen: Groep
aantal leerlingen 6 4 2 3 4
groep 1 / 2/ 2/3 groep 3 en 4 groep 6, 8 VO 2, 5 / NT 3 NT 3
7
3.3 Onderwijsaanbod: doelen en methoden Het NTC-onderwijs kenmerkt zich door een diversiteit in leeftijdgroepen en taalniveaus. Op basis van de doelstellingen van ons onderwijs maken wij voor het primair onderwijs onderscheid tussen NTC Richtingen 1, 2 en 3 en voor het voortgezet onderwijs tussen NTC doel 1 en 2. Primair onderwijs: NTC Richting 1: Het onderwijs voor deze groep is gericht op directe aansluiting bij onderwijs in Nederland of België en moet een terugkeer in het Nederlandse en Belgische onderwijs faciliteren. Binnen deze richting wordt toegewerkt naar de kerndoelen van de Nederlandse taal en de tussendoelen zoals geformuleerd onder meer in de verschillende onderwijsmethodes voor de verschillende jaargroepen. De praktijk leert dat hoe langer de kinderen in het buitenland wonen, hoe groter de kans is op achterstanden op gebieden als woordenschat en spelling. De kerndoelen blijven ook dan voor deze groep de leidraad. In overleg met ouders zal gekeken worden, hoe het best met eventuele achterstanden kan worden omgegaan. NTC Richting 2: Doel is het zo goed mogelijk op peil houden van de Nederlandse taal, met het oog op een eventuele terugkeer naar Nederland of België. Voor deze leerlingen geldt een geaccepteerde achterstand van maximaal twee jaar t.o.v. hun leeftijdgenoten in Nederland. Kerndoelen en tussendoelen voor verschillende jaargroepen worden dan ook op een maximale afstand van twee jaar gevolgd. De nadruk in het NTConderwijs zal in dit geval in eerste instantie liggen op het bereiken van een zo hoog mogelijk niveau van mondelinge taalvaardigheid en passieve taalvaardigheid (leren luisteren en leren lezen). Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan schriftelijke taalvaardigheid afhankelijk van het niveau van de leerling. NTC Richting 3: Deze leerlingen hebben bij binnenkomst in de school een achterstand van meer dan twee jaar t.o.v. hun leeftijdsgenoten in Nederland. Ze leren Nederlands vaak als vreemde taal, met het oog op een eventuele terugkeer naar Nederland of België. Het leerstofaanbod is gericht op de gewenste taalontwikkeling voor deze leerlingen gezien hun startniveau. Het betreft kinderen die thuis geen Nederlands spreken en de taal ook nog niet of nauwelijks beheersen. In overleg met de ouders worden verwachting en mogelijkheden in kaart gebracht en afspraken gemaakt. Voortgezet onderwijs: Doel 1: Deze leerlingen hebben in principe hetzelfde niveau als hun leeftijdgenoten in Nederland. Het is de bedoeling dat ze kunnen aansluiten bij het voortgezet onderwijs in Nederland bij een eventuele terugkeer. Er wordt toegewerkt naar kerndoelen van de onderbouw (jaar 1, 2 en 3) en exameneisen vmbo, havo of vwo van de Nederlandse taal. Zowel de actieve als de passieve taalvaardigheden worden ontwikkeld en gestimuleerd. Onderwijs bereidt voor op de klas- en lesorganisatie in het moderne Nederlandse onderwijs (eigen verantwoordelijkheid, projecten, ict, enzovoort) en de cultuur op scholen (samenleving). Het programma is examen gericht. Doel 2: Deze leerlingen hebben een maximale achterstand van twee jaar ten opzichte van hun leeftijdgenoten in Nederland. De kerndoelen worden gevolgd, rekening houdend met de achterstand. Daarnaast bereiden de leerlingen zich voor op het behalen van een internationaal diploma, zoals het IGCSE Dutch Second Language of het Franse Bac. Deze examens zijn gericht op doorstroom naar internationaal vervolgonderwijs of hbo of universitair onderwijs in Nederland. Een andere mogelijkheid is de voorbereiding 8
van het Staatsexamen Nederlands als tweede taal (NT2) of het examen voor het behalen van het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal. Gedurende het intakegesprek wordt getracht een zo goed mogelijk beeld te krijgen van het niveau van Nederlandse taal van het kind. Daarbij wordt ook gesproken over de verwachtingen van de ouders en de mogelijkheden die de school kan bieden en de mogelijkheden die de ouders thuis kunnen bieden. Op basis daarvan wordt bepaald of het NTC onderwijs haalbaar lijkt en in welke richting het kind moet worden geplaatst. De populatie van onze NTC-school bestaat dit schooljaar uit 19 leerlingen. 26% zijn NTC Richting 1 leerlingen , 42% zijn NTC Richting 2 leerlingen en 32% zijn NTC Richting 3 leerlingen. Van het totaal aantal leerlingen volgen 2 leerlingen onderwijs in een R2 groep met meer dan 2 jaar achterstand en 4 leerlingen in een speciale richting 3 groep. In het voortgezet onderwijs hebben we dit jaar 3 leerlingen: 1 in VO2, 1 in VO5 en 1 NT2 Richting. De laatste behoort tot doel 2, de andere zijn doel 1-leerlingen. Groep 1 en 2 Kleuters leren al doende tijdens hun spel. Wij spelen daarop in door te zorgen voor een uitdagende en explorerende omgeving met veel materiaal, waarvan kleuters kunnen leren. We praten met kleuters over allerlei onderwerpen zodat ze veel woorden leren en goed leren spreken. Dat is belangrijk als voorbereiding op het latere lees- en taalonderwijs. Aan de hand van thema’s komen alle aspecten die van belang zijn voor de taalontwikkeling van het jonge kind aan de orde. Er is ruimte voor spelen, spreken, expressie en muziek. We maken gebruik van prentenboeken, het routineboek van ‘de leessleutel’ en ander materiaal. Beginnende geletterdheid Naast de mondelinge taalvaardigheid werken wij in de groepen 1 en 2 ook aan de beginnende geletterdheid. Met beginnende geletterdheid bedoelen we dat kinderen zich oriënteren op geschreven taal. Kinderen maken kennis met prentenboeken, voorleesverhalen, logo’s, pictogrammen, letters en woorden. Wij stimuleren de boekoriëntatie. Het voorlezen van (prenten)boeken is heel belangrijk. Verhaalbegrip (navertellen-voorspellen van verhalen) komt aan bod. De kinderen krijgen inzicht in de functie van geschreven taal, bijvoorbeeld door een bonnetje te schrijven in de winkel, of een ‘briefje’ naar Sinterklaas of naar oma en opa. De kinderen zien in dat geschreven taal permanent is. De kinderen worden zich bewust van de vorm van de taal. We doen oefeningen met eind- en beginrijm, we leren rijmpjes en versjes. Ook het kennis maken met de letters van de taal komt in het kleuteronderwijs aan bod. Naar aanleiding van het weekthema leren we een bepaalde letter bij het themawoord. De woordkaarten hangen we aan de muur. Het is niet zo dat vanaf dat moment iedereen in de groep die geleerde letter moet (her)kennen. Dat kunnen de oudste kleuters al wel, maar voor de anderen is het belangrijker dat ze de klank kunnen onderscheiden. Ook kunnen kinderen letters stempelen, kleuren en schrijven (op papier of op het whiteboard). In groep 1 en 2 worden ook leerlingen geplaatst die het Nederlands nog niet beheersen. Zij krijgen in twee jaar de gelegenheid om het Nederlands te leren verstaan en te leren spreken zodat zij het onderwijs in groep 3 (als richting 2 leerling) kunnen gaan starten. Als aan het eind van groep 2 dat niveau niet behaald is zullen zij als richting 3 leerlingen in een aparte groep verder kunnen gaan. Groep 3 Voor het aanvankelijk lezen en schrijven in groep 3 maken we gebruik van de taalmethode De Leessleutel. De Leessleutel bestaat uit twee delen (A en B). In de eerste 9
helft van het jaar wordt het programma van deel A aangeboden en in de tweede helft deel B. De Leessleutel werkt volgens een groepsaanpak. Dat wil zeggen dat alle kinderen beginnen met deel A en daarna deel B uitvoeren. Iedere les begint met gezamenlijke activiteiten, daarna maken alle kinderen de verwerkingen bij de lesstof en eventuele vervolgactiviteiten op niveau. Tijdens het werken met deel B, is er ook verrijking /verdiepingsstof uit De Leessleutel-plus beschikbaar. Kinderen die moeite hebben met de basisstof krijgen extra begeleiding. Gezamenlijk wordt dan weer de les afgesloten. Bij deze methode horen lees- en werkboekjes. Daarnaast wordt ook gebruik gemaakt van leesboekjes uit de schoolbibliotheek. Er is zowel binnen als buiten de methode ruimte voor zelfontdekkend lezen. Groep 4 t/m 8 Taal Deze groepen werken met de methode Taal actief. In deze methode wordt met thema’s gewerkt. Ieder thema beslaat drie a vier lesweken. De thema’s van de verschillende jaren liggen in elkaars verlengde zodat het gebruik in combinatiegroepen toegankelijker is. Verschillende functies van de taal komen aan de orde: taal als communicatiemiddel, taal als expressiemiddel en taal als ordeningsmiddel. De methode is erop gericht kinderen zo veel mogelijk in functionele taalsituaties te laten oefenen. De thema’s zijn zo gekozen, dat ze eigentijds zijn, de belangstelling van de kinderen hebben en mogelijkheden bieden voor het creëren van gevarieerde en zinvolle taalgebruiksituaties. Zowel mondeling als schriftelijk taalgebruik komt aan de orde. Woordenschat We werken met de woordenschatmethode van Taal actief. Ook buiten de methode besteden we extra aandacht aan de woordenschat vooral voor de kinderen in de taalsituaties NTC 2 en 3. We gebruiken daarbij de didactiek van Marianne Verhallen. Daarin worden vier fases onderscheiden: voorbewerken, aanbieden, oefenen en controleren. De woordenschat blijkt telkens weer de ‘bottleneck’ waar het NTC-onderwijs op drijft. Succes valt of staat met een ruime woordenschat. Alleen dan is er kans de steeds moeilijker wordende leesteksten te blijven begrijpen. Het is daarom van groot belang dat ook het Nederlands in de thuissituatie een zo groot mogelijke aandacht blijft krijgen. Twee tot drie uur NTC-onderwijs per week blijkt naast de grote invloed van de dagschooltaal vaak niet toereikend om de woordenschat op een gelijk peil als dat van de Nederlandstalige leeftijdgenoten te houden of te brengen. Om dat toch te blijven proberen wordt in de NTC lessen veel ge- en besproken. Waar mogelijk zullen we ook gebruik maken van beeld- en geluidsmateriaal van het internet om de woordenschat verder uit te breiden. Spelling Voor spelling kunnen we, naast de spellingsmethode van Taal actief, ook gebruik maken van de methode Spelling in de lift. Dit is een methode die ook goed (individueel) inzetbaar is als remedial teaching methode. Zoals al eerder genoemd, moeten veel van onze leerlingen nog de nodige basisbegrippen voor de spelling aanleren en kunnen dit goed doen met behulp van deze methode. Er is aanvullend oefenmateriaal aanwezig (o.a. op de computer). Lezen De kinderen leren technisch lezen in groep 3 met de methode De leessleutel en in groep 4 vergroten ze hun leesvaardigheid met behulp van leesboekjes uit de bibliotheek en de methode Taal Actief. Nadat (en terwijl) de kinderen technisch goed (hebben) leren lezen, moet er aandacht zijn voor het begrijpen van wat je leest. Wij gebruiken daarvoor regelmatig teksten van de website Nieuwsbegrip. Met behulp van deze actuele teksten, die op verschillend
10
niveau en met bijhorende opdrachten worden gepubliceerd, leren de kinderen strategieën aan, die hen helpen nieuwe woorden te leren en teksten te begrijpen. Voor leerlingen in taalrichting 2 kan er ook gebruik gemaakt worden vaan aanvullend begrijpend leesmateriaal. Daarnaast stimuleren we het lezen van boeken uit onze bibliotheek door in het huiswerk leesopdrachten op te nemen. We organiseren ieder jaar een uitdagende activiteit om het lezen te bevorderen. In groep 3 t/m 8 worden de richting-1 leerlingen en richting-2 leerlingen onderwezen. Als blijkt dat de achterstand van de richting-2 leerling(en) meer dan 2 jaar gaat bedragen, moet gekeken worden of deze leerlingen niet beter in de richting-3 groep geplaatst moet(en) worden. Het uitgangspunt bij die keuze is dat het onderwijs voor alle leerlingen (zowel richting-1 als richting-2 leerlingen) genoeg aandacht kan krijgen. Daarbij moeten we de leeftijd van de leerling in acht blijven nemen en mogen verschillen tov de andere kinderen in de groep niet te groot worden. Nederlands als vreemde taal Het onderwijs aan kinderen die ouder zijn dan 5 jaar en het Nederlands als vreemde taal leren is een complex onderdeel van het NTC onderwijs. De intake zal bepalen welke vorm van onderwijs voor de leerling het meest geschikt zal zijn. Dat kan bijvoorbeeld zijn met spelletjes, liedjes, een leesmethode en/of materiaal van het internet. De school beschikt o.a. over de Stenvertblokken woordenschat, de computerprogramma’s Woordenstart en Taalfanfare en materiaal geschikt voor richting 2 leerlingen. De nadruk bij dit onderwijs ligt op het passieve taalgebruik (leren luisteren en leren lezen). De leerlingen in deze groep hebben 1 onderwijs per week. De leerlingen in deze groep zijn richting-3 leerlingen ouder dan 5 jaar bij de start van het onderwijs of richting-2 leerlingen met een achterstand van meer dan 2 jaar t.o.v. hun leeftijdgenoten. Voortgezet Onderwijs In het Nieuw
Voortgezet Onderwijs gebruiken we voor doel-1 en doel-2 leerlingen de methode Nederlands 4e editie. Deze methode onderscheidt verschillende onderdelen: Lezen Schrijven Spreken / Kijken / Luisteren Taak Studievaardigheid Taal en woordenschat Grammatica Spelling Fictie Project
Binnen het NTC-onderwijs ligt de nadruk op de onderdelen lezen, schrijven, spreken, luisteren, taal en woordenschat, spelling en fictie. Voor VO 5/6 wordt er ook een boekenlijst samengesteld. Leerlingen worden geacht 12 tot 15 boeken per jaar te lezen, hier een verslag van te schrijven en tijdens mondelinge overhoringen de inhoud van de boeken te kunnen verklaren. Voor begrijpend lezen werken we ook in het voortgezet onderwijs met teksten van de website Nieuwsbegrip.
11
Cultuur De lessen cultuur beogen het in stand houden en versterken van de verbondenheid met de Nederlandse en Belgische cultuur om een succesvolle terugkeer naar Nederland of België te bevorderen. De cultuurlessen worden gegeven ter ondersteuning van en als aanvulling op de Nederlandse taallessen. Waar mogelijk worden taalactiviteiten en culturele onderwerpen geïntegreerd. Tijdens de cultuurlessen komen onderwerpen aan bod uit het vak wereldoriëntatie (aardrijkskunde en geschiedenis) specifiek over Nederland en België, maar ook actuele gebeurtenissen. Soms wordt aandacht besteed aan een aspect van de Nederlandse of Belgische cultuur in de reguliere lessen wanneer dat ter sprake komt in het taalboek of in een tekst van Nieuwsbegrip, zoals met Prinsjesdag. Daarnaast organiseren we tijdens een aantal zaterdagen een extra activiteit, die volledig wordt gewijd aan een cultuurthema. We besteden ook aandacht aan speciale festiviteiten (Sinterklaas natuurlijk) die in Nederland en België een belangrijke rol spelen. Zie deel 2 van de gids voor de data van deze activiteiten. Voor het cultuuronderwijs (zowel binnen als buiten de reguliere lessen) is 20 van 120 uur op jaarbasis beschikbaar. De cultuuractiviteiten op de zaterdag en de filmavond(en) zijn voor alle leerlingen (PO en VO richting 1 t/m 4) toegankelijk. 3.4
Huiswerk
De lestijd Nederlands is maar beperkt, daarom geven we de kinderen ook huiswerk mee, zodat ze ook buiten de lestijd een leermoment voor de Nederlandse taal hebben. Voor het goed eigen maken van een taal is immers veel oefening- en/of herhaling van de lesstof nodig. We verwachten van de ouders dat ze erop toezien dat het huiswerk ook wordt gemaakt en dat zij eventueel helpen met het huiswerk, mocht dat nodig zijn. De leerlingen van groep 1 en 2 krijgen een (prenten)boek mee naar huis en een of twee werkbladen die de stof van de les nog eens herhalen. Voor de leerlingen in groep 1 is het huiswerk facultatief. Voor de leerlingen in groep 2 (zeker de R1 leerlingen) gaan we ervan uit dat de ouders het boek met hun kinderen bekijken en voorlezen en ze ondersteunen bij/motiveren tot het maken van de werkbladen. De leerlingen van groep 3 krijgen werkbladen mee naar huis om te maken en boekjes waaruit regelmatig moet worden (voor-)gelezen. De leerlingen van groep 4 t/m 8 krijgen ook iedere week een kleine taak mee naar huis. Ze moeten iedere week thuis lezen en spellingwoorden leren. Werk van de werktaak in de klas dat niet op school kon worden afgemaakt geldt als huiswerk. De leerlingen van het voortgezet onderwijs kunnen meer werk aan. Zij krijgen leesopdrachten en huiswerkopdrachten mee uit hun taalboeken. Zij zijn zelf verantwoordelijk voor het maken van het huiswerk. Ook de leerlingen in de R2 groep en de R3 groep kunnen huiswerk mee naar huis krijgen. Juist voor deze leerlingen is een actieve houding van de ouders om het werk te ondersteunen zeer gewenst. 3.5
Voorzieningen op leslocatie
We hebben op onze nieuwe leslocatie de beschikking over een ruim lokaal, twee computers en een printer. In het lokaal staan alle leermiddelen en we beschikken over een bibliotheek met leesboeken op verschillende niveaus. Er is een buitenplaatsje voor 12
spelletjes en andere activiteiten. In het najaar komt er ook (wat) kleuter speelmateriaal binnen van de opgeheven school van de huidige leerkracht. De school heeft een medicijndoos en brandblusser en is telefonisch bereikbaar (zie deel 2 voor adres/contactgegevens).
4. Zorg voor de leerlingen 4.1 Leerlingvolgsysteem Het verzamelen van gegevens over de vorderingen van de leerlingen. Wij gebruiken twee manieren om de vorderingen van de leerlingen te volgen: de leerkracht verzamelt de resultaten van de toetsen die bij de taalmethoden horen en observeert de leerling in de klas; de school hanteert delen van het CITO leerlingvolgsysteem (LOVS), en de AVI toets voor groepen 3 t/m 8. De toetsen van AVI en LOVS zijn onafhankelijk van de gebruikte taalmethode. De LOVSen AVI- toetsen zijn afgenomen bij een grote groep leerlingen verspreid over heel Nederland, waardoor vergelijking met Nederlandse gemiddelden mogelijk is. Aan de hand van AVI en LOVS resultaten kunnen we zien hoe de leerling presteert t.o.v. de leeftijdgenoten in Nederland en hoeveel een leerling in een bepaalde periode heeft bijgeleerd t.o.v. de vorige prestaties. Met name die groei is voor het NTC-onderwijs belangrijk. Voor de kleuters bestaat de toets Taal voor kleuters. In de toets voor groep 1 staat de passieve woordenschat en het vermogen kritisch te luisteren centraal. In de toets voor de oudere kleuters zijn ook opdrachten opgenomen over klank en rijm, schriftoriëntatie en auditieve synthese. Wanneer uit de toets blijkt dat een leerling problemen heeft met een van deze laatste onderdelen kunnen we daar extra aandacht aan besteden in het begin van groep 3. In het Voortgezet Onderwijs noteren we de resultaten van de methodegebonden toetsen. In deze groep wordt alleen in de onderbouw een CITO lees- en woordenschattoets gebruikt voor doel-1 leerlingen. De praktijk heeft geleerd dat CITO toetsen voor andere groepen leerlingen een onbetrouwbaar beeld geven en eerder tot mogelijke verwarring leiden. Van iedere leerling wordt een leerling-map bijgehouden. Daarin worden gegevens opgenomen over de leerling-besprekingen, gesprekken met ouders, speciale onderzoeken, handelingsplannen, toets- en rapportgegevens. De map blijft op school bewaard. Bij vertrek krijgen de ouders de gemaakte toetsen en een onderwijskundig rapport mee. Bespreking van de vorderingen van de leerlingen met de ouders. De kinderen krijgen twee maal per jaar een rapport mee naar huis. Het eerste rapport in januari, en het tweede rapport in juni. Daarna worden de ouders uitgenodigd voor een tien-minuten-gesprek om de vorderingen van hun kind te bespreken. Als ouders zelf behoefte hebben aan een gesprek, dan kunnen ze altijd een afspraak maken met de leerkracht. 4.2 De toetskalender Afname van de toetsen vindt plaats volgens een toetskalender. Wij hanteren de volgende toetskalender, welke is opgesteld overeenkomstig de aanwijzingen in de handleidingen van de verschillende lesmethoden:
13
Leerstofgebied Taal Taal R3 Spelling Woordenschat Technisch lezen
Toets
Groep
Tijdstip
Taal voor kleuters Taaltoets alle kinderen LOVS spelling LOVS woordenschat DMT (indien gewenst)
1 en 2 1 t/m 4 3 t/m 8 3 t/m 8 3 t/m 6 (evt. langer wanneer nodig) 3 t/m 6 (tot niveau AVI 8 bereikt is) 3 t/m 8
dec/mei okt/maart dec/mei dec/mei groep 3: dec/maart/mei gr 4 – 6: okt/maart/mei groep 3: maart gr. 3 – 6 okt/maart dec.
VO 2,3
mei
AVI leestoetsen Begrijpend LOVS begrijpend lezen lezen Lezen/woorden CITO toets 2,3 schat VO
Een methode-onafhankelijke toets brengt de opbrengst van het onderwijs in beeld. Daarom moet een leerling worden getoetst op het niveau waarop hij les krijgt. Richting1 leerlingen zijn daarin vergelijkbaar met de Nederlandse situatie. Voor Richting-2 leerlingen zal meestal gelden dat een toets van een of twee jaar lager wordt afgenomen. Voor Richting-3 leerlingen worden behalve eventueel de TAK toets geen toetsen afgenomen. Methodegebonden toetsen We toetsen de leerlingen ook met behulp van de gebruikte methoden om te controleren of zij zich de aangeboden stof hebben eigengemaakt. groep 3
methode De leessleutel: 16 hoofdstukken
4 t/m 8
Taal actief: 10 hoofdstukken Spelling
wijze van toetsen Na ieder hoofdstuk is er een toets Grafemen/ Fonemen toets dictees
Na ieder hoofdstuk een afsluitend dictee Eventueel tussendictees Na ieder hoofdstuk is er een taaltoets Na ieder onderdeel is een afsluitend dictee Tussendictees begintoets en eindtoets per schooljaar Na ieder hoofdstuk is er een eindtoets die alle onderdelen toetst
Taal Spelling in de lift
Voortgezet Onderwijs VO 1 - 4 Voortgezet Onderwijs groep 5/6 NTC 3 groepen
Nieuwsbegrip Nieuw Nederlands
Nieuw Nederlands
Na elk deelonderwerp is er een toets.
Geen methode
Geen toetsen
4.3 Zorg op maat: speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften Soms heeft een kind extra zorg nodig. Regelmatig bekijkt de leerkracht de resultaten van de leerlingen, zowel van de methodegebonden toetsen als van het leerlingvolgsysteem. Zowel zwakke resultaten als heel goede resultaten kunnen aanleiding zijn voor extra zorg. Uiteraard wordt u als ouder hierover geïnformeerd. Voor kinderen met specifieke leerbehoeften wordt in overleg met de ouders en de leerkracht/directeur een zogeheten individueel handelingsplan opgesteld. Hierin staat welke extra zorg het kind krijgt en op welke manier. Na vijf weken wordt nagegaan of
14
m.b.v. het handelingsplan het gewenste resultaat is bereikt. Als het nodig is wordt het plan bijgesteld. De zorg vindt plaats in de klas of thuis als (extra) huiswerk. Als daar aanleiding voor is, kan de leerkracht de ouders adviseren het kind in Nederland te laten testen. De school kan dan behulpzaam zijn bij het vinden van de juiste persoon/instantie. Zittenblijven wordt zoveel mogelijk vermeden. Het gebeurt doorgaans alleen wanneer de leerresultaten en de ontwikkeling van een kind daartoe aanleiding geeft. Een groep overslaan gebeurt alleen, wanneer de resultaten van het kind opvallend boven de norm uitsteken en het bij de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind lijkt te passen. 4.4
Algemene gang van zaken bij vertrek van een leerling naar een andere school
In de laatste week voor het vertrek is er een eindgesprek tussen de ouders en de leerkracht. U ontvangt dan het leerling-dossier, dat u meeneemt naar de nieuwe school. Het dossier omvat: het onderwijskundig rapport; het traditionele rapport; de gegevens uit het leerlingvolgsysteem; een bewijs van uitschrijving. Daarnaast krijgt u de schriften en ander (toets)werk van uw kind mee. In de klas nemen we afscheid van de leerling op een manier die bij de leeftijd past.
5. Leerkrachten 5.1 Wijze van vervanging bij ziekte, (studie)verlof of scholing Er kunnen redenen zijn dat leerkracht niet aanwezig is, zoals bij ziekte, of andere persoonlijke redenen. In de regel zal het bestuur proberen vervanging te regelen, om zo veel mogelijk lesuitval te voorkomen. Mocht dat niet lukken dan zal gekeken worden of de gemiste tijd op een andere manier kan worden ingehaald. 5.2 Personeelsbeleid Na het vertrek aan het eind van het vorig schooljaar van de directeur/leerkracht, heeft de school een nieuwe directeur/leerkracht geworven in Benin. Zij verzorgt zowel de lessen PO als VO. De leerkracht wordt gestimuleerd de vakkennis op peil te houden en krijgt daartoe o.a. de mogelijkheid de bijscholingscursus van het NOB te volgen.
15
6. Ouders 6.1 Belang van betrokkenheid van ouders In onze situatie is de betrokkenheid van ouders bij het onderwijs in de Nederlandse taal van groot tot zeer groot belang. De kinderen kunnen geen Nederlands leren en / of bijhouden wanneer ze alleen gedurende de uren op school Nederlands horen. Daarom is het van groot belang dat er thuis in ieder geval ook Nederlands wordt gesproken. Als er sprake is van twee ouders met verschillende moedertalen, wordt meestal aangeraden dat iedere ouder altijd zijn of haar eigen taal tegen de kinderen spreekt. Zo krijgen de kinderen taal van een goede kwaliteit aangeboden. We proberen een goede samenwerking tussen de school en de ouders te creëren door de school toegankelijk te maken voor ouders. Ouders krijgen zoveel mogelijk informatie, zowel schriftelijk als mondeling. Met uitzondering van persoonlijke dossiers van leerkrachten en leerlingen, zijn alle gegevens zoals schoolplan, (het eigen) leerlingvolgsysteem e.a. ter inzage. Voor of na de lessen kunt u de leerkracht altijd aanspreken, houd er echter wel rekening mee, dat deze vaak meerdere lessen direct achter elkaar geeft. Het is aan te raden een afspraak te maken als u een gesprek wilt hebben. Alle PO leerlingen krijgen een communicatie/huiswerkschrift en huiswerkmap mee. In het schrift wordt geschreven wat er tijdens de les is gedaan en wat er thuis gedaan kan/moet worden. Ouders en leerkrachten kunnen hierin ook vragen of bedenkingen kwijt. Daarbij geeft het de ouders de mogelijkheid zo goed als mogelijk betrokken te blijven bij het onderwijs op de school. In de map zitten de benodigde (school) materialen. Voor VO leerlingen is er geen communicatieschrift meer. Zij worden geacht zelfstandig hun (thuis)werk te kunnen maken. Wel krijgen ook zij per hoofdstuk van hun taalboek een werkplan. Werk daarvan dat niet op school kon worden gemaakt geldt als huiswerk. De school verwacht dat de ouders ervoor zorgen dat hun kinderen op tijd op school zijn en niet onnodig lessen missen. Als ouders kunt u veel doen om uw kinderen te helpen meer en beter Nederlands te leren: Maak een vaste afspraak om thuis met de Nederlandstalige ouder en broertje of zusje Nederlands te spreken. Bekijk samen prentenboeken. Voorlezen, liedjes zingen, luisteren naar Nederlandse muziek, luisterboeken, Nederlandstalige film en tv-programma’s, spelletjes zoals memory, lotto, scrabble etc. dragen er allemaal toe bij dat de woordenschat zich zal uitbreiden. Tegenwoordig kan ook BVN-televisie in Benin worden ontvangen m.b.v. een schotelantenne en decoder. 6.2 Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school De school acht het van groot belang om de ouders zo veel mogelijk te informeren over de gang van zaken op school. Daarom ontvangt u elke maand per mail een nieuwsbrief. Deze brief is door de leerkracht geschreven en wordt in het Nederlands verstuurd. Mails van het bestuur worden in het Nederlands en het Frans verstuurd. Daarnaast vindt minstens één keer per jaar een informatieavond plaats. Tijdens deze avond krijgt u informatie over alle zaken die met het onderwijs te maken hebben, zoals het gebruik van leermiddelen en het maken van huiswerk. Na het eerste en tweede rapport worden de ouders uitgenodigd voor een tien-minuten-gesprek, waarbij de leerkracht een toelichting geeft op het rapport.
16
6.3 Ouderactiviteiten Onze school organiseert elk jaar een aantal extra activiteiten, waarbij de ouders om medewerking wordt gevraagd. Tot de vaste activiteiten behoren in elk geval: Culturele Activiteiten 6.4 Klachtenregeling Het bestuur van de school stelt elk jaar een vertrouwenspersoon aan. Deze vertrouwenspersoon heeft geen directe binding met de school, d.w.z. dat hij /zij geen kinderen op de school heeft of daar op andere wijze bij betrokken is. Hebt u een klacht over de school, dan kunt u het volgende traject volgen: Bespreek de klacht eerst met de leerkracht/directeur. Als dit niet tot een oplossing leidt, kunt u het bestuur inschakelen. Indien ook na overleg met het bestuur de kwestie niet bevredigend kan worden opgelost, kunt u de vertrouwenspersoon van de school inschakelen. Mocht de aard van de klacht afhandeling in onderling overleg niet mogelijk maken, of als de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, dan wordt een beroep gedaan op de ‘Klachtenregeling Nederlands Onderwijs in het Buitenland’. Deze klachtenregeling is te vinden op de website van de stichting NOB. De vertrouwenspersoon van onze school is Peter van der Jagt. Zijn contactgegevens vindt u in deel 3 van deze schoolgids. Voor klachten die betrekking hebben op seksuele intimidatie kunt u ook terecht bij de speciaal hiervoor aangestelde vertrouwensinspecteur. U vindt de gegevens van de inspectie achterin deze gids. 6.5 Inspraak Ouders hebben inspraak via de door het bestuur bijeengeroepen ouderbijeenkomsten. Over het algemeen zijn de leden van het bestuur ouders met kinderen op onze school. Ouders zijn altijd welkom met vragen, opmerkingen en ideeën bij het bestuur aan te kloppen.
7. Kwaliteitszorg 7.1 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school en prioriteiten voor het komende jaar Onze school voert een actief kwaliteitsbeleid. De nadruk ligt daarbij op het leren van de kinderen en het onderwijs dat wij geven. Dit kwaliteitsbeleid leggen we telkens voor een periode van vier jaar vast in ons schoolplan. We proberen de kwaliteit van onze school te verbeteren door steeds in de gaten te houden of de kwaliteit nog goed is, het goede te behouden, te kijken wat beter kan en die verbeteringen vast te houden. Hierbij maken we onder andere gebruik van het leerlingvolgsysteem. Op basis van de resultaten van de leerlingen kijken we of de kwaliteit van het totale onderwijsaanbod op peil blijft en of er voldoende voorzieningen zijn voor leerlingen met speciale onderwijsbehoeften; bijvoorbeeld of er genoeg materialen beschikbaar zijn voor het vergroten van de woordenschat. De resultaten die we boeken vindt u in hoofdstuk 8. Voor de periode 2012-2016 heeft de school een schoolplan opgesteld. In dit plan staat beschreven in hoeverre de doelstellingen voor de voorgaande periode zijn bereikt, en op welke wijze we de kwaliteit de komende vier jaar kunnen behouden en verbeteren. Aandachtspunten voor het komende schooljaar zijn de continuïteit van het onderwijs nu de subsidie wegvalt en de leerlingaantallen afnemen, het completeren van het
17
toetssysteem en een duidelijke beleidsbeslissing met betrekking tot het voortgezet onderwijs en het onderwijs aan richting 3 leerlingen. 7.2 Zorg voor de relatie school en omgeving De school onderhoudt nauwe contacten met de Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland (NOB). De stichting NOB ondersteunt scholen in het buitenland en verduidelijkt de eisen die de wetgever aan dergelijke scholen stelt. De inspectie buitenland houdt toezicht op de scholen. Of dat ook in de toekomst zo zal blijven is op dit moment nog niet duidelijk. De school zal de ontwikkelingen blijven volgen en u daarvan op de hoogte stellen. De stichting NOB heeft ons geholpen de school op te richten. Op haar website staan concepten voor statuten, schoolplan, schoolgids, schoolmaterialen etc. en we kunnen er altijd terecht met onze vragen. De website van de stichting NOB is ook voor ouders erg interessant (www.stichtingnob.nl). In oktober 2012 is onze school bezocht door de Nederlandse onderwijsinspectie. De inspectie bracht een zeer positief rapport uit over de NTC locatie. Het rapport is bij het bestuur opvraagbaar.
8. Resultaten van het onderwijs 8.1 De vorderingen van de basisvaardigheden In het Primair onderwijs volgen we de resultaten m.b.v. toetsen van het LVS van het CITO. Voor het voortgezet onderwijs is nu ook de CITO toets voor het tweede leerjaar aangeschaft. Dit jaar zal worden bezien of we doorgaan met het afnemen en verder aanschaffen van deze toets(en) voor het VO. De leerlingen worden getoetst op het niveau van de groep waarin ze les hebben, dat is dus soms met (enige) vertraging ten opzichte van hun leeftijdsgenoten in Nederland of België. Leerlingen van de NTC richting-3 toetsen we niet. Uit privacyoverwegingen (de groepen zijn soms zo klein dat ook anonieme gegevens geïnterpreteerd kunnen worden) hebben we ervoor gekozen de resultaten per groep niet in deze gids te publiceren. U kunt altijd de gegevens van uw eigen kind inzien op school. In algemene zin kunnen we zeggen dat de leerlingen scoren op het niveau dat van ze verwacht kan/mag worden (zie hiervoor ook het inspectierapport). 8.2 Specifieke zorg van leerlingen Een aantal leerlingen heeft afgelopen jaar specifieke zorg gekregen, met name op het gebied van spelling. Dit gebeurde binnen de lesuren van de school.
18
8.3 Cijfers over in en uitstroom van leerlingen Aantal leerlingen
Gr. 1-2 3 4 5 6 7 8 VO NTC 3 Totaal
Oprichting Jan. ’08 3 0 2 4 3 0 1 4 18
’08/’09
’09/’10
’10/’11
’11/’12
’12/’13
’13/’14
‘14/’15
2 3 1 3 1 3 1 1 0 15
0 1 3 1 0 1 2 1 0 9
1 1 1 2 2 0 1 3 8 19
3 4 3 4 2 1 4 4 25
7 3 4 3 0 3 2 4 2 28
8
7 3
19
2 3 3 3 2 4 25
1 2 2 3 6 24
Deel 2: Praktische zaken 1. Lesrooster LESROOSTER NTC ‘DE TATA SOMBA’ SCHOOLJAAR 2015-2016 DAG
TIJDSTIP/GROEP
LEERLINGEN
MAANDAG
12:15 – 14:45 NT 3
Johanna, Adam, Adrian, Bernice
15:30 – 18:00 Groep 6+8
Gr 6: Meike Gr 8: Vincent
13:00 – 15:30 VO2, VO5 + NT3
VO 2: Anna VO5: Sjoerd NT3: Annie Mathieu, Elyne Fr., Louise Denekens, Antoine, Frieda Ellyn Van Boven
WOENSDAG
15:30 – 16:45 Groep 1/2/2/3 VRIJDAG
12:30 – 15:00 Groep 3/4
Gr 3: Louise Colson, Maina, Pauline
16:00 – 17:15 Groep 1/2/2/3
Mathieu, Elyne Fr., Louise Denekens, Antoine, Frieda Ellyn Van Boven
2. De schoolkalender Vakantierooster
Week Week Week Week Week
43-44 52-53 8-9 13 18-19
maandag 14 september 2015 zaterdag 17 oktober t/m zondag 1 november 2015 zaterdag 19 december 2015 t/m zondag 3 januari 2016 zaterdag 20 februari t/m zondag 6 maart 2016 zaterdag 26 maart t/m zondag 3 april 2016 zaterdag 23 april t/m maandag 9 mei 2016 vrijdag 1 juli 2016
Eerste schooldag Herfstvakantie Kerstvakantie Wintervakantie Paasvakantie Meivakantie Laatste schooldag
Wanneer de regering van Benin een extra vakantiedag uitroept heeft de Nederlandse school niet automatisch ook vrij. We houden u per e-mail op de hoogte van eventuele extra vrije dagen. We proberen het aantal extra vrije dagen zoveel mogelijk te beperken. Culturele Activiteiten (voor alle leerlingen) zaterdag 21 november 2015 zaterdag 13 februari 2016 zaterdag 19 maart 2016 zaterdag 18 juni 2016
Sinterklaas voorbereiding/knutselmiddag, residentie NL ambassadeur Carnaval Nederlandse en Vlaamse meesters Gastronomie
20
Activiteiten buiten de NTC zaterdag 5 december 2015
Sinterklaasviering
Activiteiten voor de ouders maandag 30 september 2015
Ouderavond bij Michiel Smet, 20 uur
3. Het Schoolgeld Het schoolgeld wordt ieder jaar vastgesteld door het schoolbestuur. Hieruit worden alle noodzakelijke voorzieningen die met de school en het lesgeven te maken hebben en de buitenschoolse activiteiten betaald. Door de onverwachte toekenning van de subsidie van de Stichting NOB kan de ouderbijdrage dit jaar worden verlaagd. Dit jaar zijn de ouderbijdragen als volgt vastgesteld: 1000 euro per kind voor ouders met een werkgeververgoeding 650 euro per kind voor ouders zonder werkgeververgoeding of een vergoeding lager dan 300 euro De ouders ontvangen begin oktober een rekening en dienen voor 31 oktober te betalen. Mocht de hoogte van het lesgeld of de betaling ineens problemen opleveren, dan kunt u contact opnemen met het bestuur. Het bestuur geeft op de jaarvergadering inzicht in de besteding van het budget en de financiële situatie van de school. Sponsoring De inkomsten van de Nederlandse school in Benin bestaan uit de ouderbijdrage. Wij hebben op dit moment geen sponsors, bijvoorbeeld voor de aanschaf van extra materialen. Sponsors zijn natuurlijk wel altijd van harte welkom. Heeft u contacten met mogelijke sponsors, neemt u dan contact op met het bestuur.
4. Schoolverzekering voor de leerlingen Onze school is via de Stichting NOB verzekerd voor de wettelijke aansprakelijkheid (WA) tegenover derden. Het betreft schade die is ontstaan door toedoen of nalaten van leerlingen en leraren. Deze verzekering is van toepassing als de schade niet op een andere wijze gedekt wordt, bijvoorbeeld door uw eigen WA-verzekering.
5. Schoolregels Een paar jaar geleden hebben we een aantal schoolregels opgesteld. We hebben de regels met de leerlingen besproken. De regels zijn ook dit jaar weer van kracht.
Ik ben op school om Nederlands te leren en ik probeer dan ook zo veel mogelijk Nederlands te spreken tijdens de les. Ik ben op tijd op school. Ik heb respect voor mijn leerkracht en medeleerlingen Ik doe mijn best en probeer de les niet te verstoren. Als ik niet kan komen, laat ik (of mijn ouders) dat weten aan de juf. Ik zorg dat ik mijn huiswerk heb gemaakt en ik heb al mijn spullen bij me.
Omdat we huis van de leerkracht en school ineen hebben, zijn er ook een aantal regels van belang om het wonen en werken gescheiden te houden. Die regels zijn:
21
Ouders en leerlingen komen de school binnen door de deur van het klaslokaal. De leerlingen hebben de beschikking over het leslokaal, de hal voor de bibliotheek en om in te spelen, een buitentoilet en een buiten-speelruimte. De bibliotheek is toegankelijk voor ouders voor en na de lestijd van het eigen kind.
Verder is het goed te weten dat de toegangspoort om veiligheidsredenen 5 minuten na aanvang van de les op slot gaat en 5 minuten voor het eind van de les weer open gaat. De lessen beginnen op tijd. Als u de poort gesloten vindt, kunt u de leerkracht telefonisch vragen die te openen.
6. Namen en adressen 6.1 Van de school Directeur/leerkracht Sumeyra Sorkun Mobiel : 64 24 05 05 e-mail :
[email protected] Schoolbestuur Voorzitter:
Penningmeester:
Harald van der Hoek Mobiel: 96 34 59 19 / 97 97 53 11 e-mail:
[email protected]
Michiel Smet Mobiel: 61 20 08 79 e-mail:
[email protected] /
[email protected]
Secretaris: Hannelore Delcour Mobiel: e-mail:
[email protected] /
[email protected] Vertrouwenspersoon:
Kascontrole:
Jaap Jan Speelman Mobiel: +229 97 97 85 86
Sander Zwart Mobiel: 66 02 55 54 e-mail:
[email protected]
6.2 Van buiten de school Inspecteur primair en voortgezet onderwijs buitenland Inspectie van het onderwijs,afdeling Buitenland Postbus 88 5000 AB Tilburg telefoon: + 31 76 524 4477 e-mail:
[email protected] vragen van ouders over onderwijs in het buitenland: telefoon +31 77 46 56 7670031 besturen kunnen bellen met: +31 30 6706060
22
Vertrouwensinspectie Telefonisch bereikbaar: 0031 30 670 6001
Stichting NOB Parkweg 20a 2271 AJ Voorburg telefoon: + 31 70 386 66 46 website: www.stichtingnob.nl e-mail:
[email protected]
23
Deel 3: het activiteitenverslag –2014-2015 Activiteitenverslag NTC Tata Somba heeft een goed jaar achter de rug. We begonnen het schooljaar met een nieuwe directeur/leerkracht, Marieke Edink die vanuit Nederland werd aangeworven. Marieke had ervaring met lesgeven in Nederland, ook aan kinderen met een taalachterstand of voor wie Nederlands een tweede taal is. Verder had ze ervaring in Guinée, waar ze ook met kinderen gewerkt had. De school had 24 leerlingen, verspreid over 9 groepen. Veel nadruk werd gelegd op de noodzaak om kinderen in nietNederlands sprekende gezinnen thuis meer aandacht aan het Nederlands te laten besteden. De leerlingen gingen met plezier naar de NTC School. De leerresultaten waren in het algemeen zeer acceptabel en de ouders waren ook tevreden. Qua onderwijs werd zo veel mogelijk vastgehouden aan de beschikbare methode (Taal actief) en de CITO-vereisten. Gezien het grote niveauverschil tussen de leerlingen (waarbij een aantal leerlingen Nederlands als vreemde taal werd aangeboden) was maatwerk gedurende het hele jaar vereist. Naast het reguliere lesprogramma vonden drie buitenschoolse (culturele) activiteiten plaats: - Het knutselen voor Sinterklaas en aanleren van de sinterklaasliedjes (november) - Nederlandse en Belgische strips (februari) - Eindmiddag: Fietsvakantie (juni) Er was nog een vierde thema verkozen, Nederlandse en Vlaamse schilders, maar vanwege drukke programma’s van de dagscholen en andere activiteiten, kon geen datum vastgesteld worden. Om persoonlijke redenen besloot Marieke haar contract te beëindigen aan het eind van het schooljaar, maar het bestuur vond één van de ouders, Inge Houtmeyers bereid om de functie over te nemen voor het volgend schooljaar 2015-16. Hoewel deze persoon wel over de benodigde kwalificaties beschikte, heeft ze de laatste maanden van het schooljaar stage gelopen op de school en is ze in juli naar de bijscholing geweest. Financieel was schooljaar 2014-15 een rustig jaar. Het schoolgeld bleef gelijk en ook de kortingsregeling werd gehandhaafd om te zorgen dat geen kinderen zouden afvallen vanwege het schoolgeld. Door het relatief hoge aantal leerlingen kon het grootste deel van de exploitatiekosten uit het schoolgeld worden gedekt, ook al omdat deze kosten in werkelijkheid lager waren dan voorzien. Het exploitatietekort (exploitatiekosten – schoolgeld) kwam uit op € 4875,-. Uiteindelijk kon het schooljaar met een kleine positieve marge worden afgesloten door enkele extra inkomsten van € 1573,- en de tijdelijke NOB-subsidieregeling van € 4820,- voor fiscaal jaar 2015. Stichting Nederlands Onderwijs Bénin Verlies- en winstrekening schooljaar 2014 2015 Omschrijving Inkomsten: Schoolgeld / ouderbijdrage Buitengewone subsidie NOB Overige inkomsten Rente Totaal Inkomsten Uitgaven: Personeel
EURO
Resultaten Budget Afwijking
20 000 4 820 1 573
20 000 3 000 0
0 1 820 1 573
26 393
23 000
0 3 393
13 096
14 100
-1 004
24
Ticket Kosten cursus NOB Kantoorkosten (printen / copieren) Bankkosten Water/licht/generator Telefoon en internet Overige uitgaven / aankopen Inventaris/apparatuur Leermiddelen en boeken Culturele activiteiten Huisvesting Onvoorzien 5% Totaal Uitgaven
0 495
1 000 450
-1 000 45
76 61 1 873 11 1 403 30 321 78 7 431 24 875
250 125 1 200 150 1 500 0 500 500 7 500 1 000 28 275
-174 -64 673 -139 -97 30 -179 -422 -69 -1 000 -3 400
Resultaat 2014/15
1 517
-5 275
Totaal resultaat per [datum]
1 517
Borg School / woning
0
0
0
Door het onverwachte, positieve resultaat heeft de school een gezonde financiële positie, bestaande uit (positie 31 augustus 2015): Vermogenspositie KAS = fcfa Deutsche Bank = EUR Borg (FCFA) Totaal
FCFA EUR 2 142 045 3 266 11 573 161 17 643 2 450 000 3 735 16 165 206 24 644
Echter, het schoolbestuur verwacht dat de reserves nodig zullen zijn om de dalende leerlingenaantallen en dalende subsidie-inkomsten op te kunnen vangen. Het beleid van het bestuur is om de school in zijn huidige vorm (eigen gebouw + full time directeur/leerkracht) nog ten minste twee jaar door te zetten. De kascontrole heeft inmiddels de jaarrekening voor schooljaar 2014-15 goedgekeurd.
25