Schoolgids De Triangel
1
Schoolgids De Triangel
“Een veilige basis om van en over de wereld te leren”. Een school in ontwikkeling. Samen met ouders hebben wij gekeken naar de toekomst van de Triangel. Daaruit is een visie en missie geformuleerd. De volgende vragen stonden hierbij centraal; Wat wordt er van onze leerlingen verwacht op de middelbare school van morgen? Wat hebben zij nodig om hierin goed te kunnen functioneren als zelfstandige jongeren? Hoe leren zij goed plannen, goede keuzes maken en dicht bij zichzelf te blijven? Hoe kunnen wij ons onderwijs zo inrichten dat onze leerlingen dit straks kunnen? De 3 pijlers van onze organisatie zijn: In de afgelopen jaren hebben we ons onderwijsconcept uitgebreid en verbeterd. Vast onderdeel van ons rooster zijn de vaste instructietijden. Zo krijgen leerlingen uit verschillende groepen de kans om instructie op hun eigen niveau te volgen. Sommige kinderen gaan een stapje sneller door de leerstof, anderen een beetje langzamer. Voor de leerlingen die sneller door de leerstof gaan, hebben wij veel materiaal dat ook gebruikt wordt in de zogenaamde “Plusklassen”. Daarnaast werken wij met basis- en instructiegroepen. Wij hebben ervaren dat het voor de leerlingen prettig en leerzaam is om tijdens instructies in een enkele groep te kunnen zijn. Dat houdt in dat de leerlingen de morgen starten in hun basisgroep en om 09.00 uur gaan zij naar hun instructiegroep. Tijdens de morgens ligt de nadruk op de hoofdvakken zoals o.a. rekenen, ( begrijpend ) lezen, spelling, taal. In de middagen worden de vakken gegeven waarbij naast het leren ook het samenwerken belangrijk is. Daarbij kunt u denken aan bijvoorbeeld Topondernemers, crea, gym, muziek, drama en sociale talenten. We werken met een Opmaat – groep. In deze groep vangen we leerlingen op die gebaat zijn bij een opmaat gesneden onderwijsprogramma. Hierdoor leren de overige leerlingen dat een leerprobleem niets te maken heeft met hoe en wie je bent en dat je een heel leuke vriend of vriendin kan zijn ondanks dat het leren anders verloopt. Op deze manier leren we ze respect te hebben voor elkaar en voor elkaars kwaliteiten, die niet allemaal op het leergebied hoeven te liggen. We kijken vooral naar wat ze wel kunnen en niet naar wat je niet of minder kunt. Om tegemoet te komen in alle verschillende behoeften werken we met nieuwe en moderne methoden. Deze methoden worden regelmatig tegen het licht gehouden om te zien of zij nog voldoen aan onze eisen. Dit schooljaar werken we met een nieuwe methode voor technisch lezen voor groep 4 t/m 8. Daarnaast leren onze leerlingen zelfstandig te werken met een dag- of weektaak. Naast leren vinden we het belangrijk dat het sociaal – emotioneel ook goed gaat met onze leerlingen. Hiervoor gebruiken we ZIEN. Dit is een instrument om de sociaal – emotionele ontwikkeling van kinderen in kaart te brengen. Dit alles heeft uiteindelijk maar één doel: uw kind een prettige en leerzame schoolomgeving bieden waarin het zich optimaal kan ontplooien. De schoolgids van de Triangel wordt door de directie en ouders opgesteld en bestaat uit twee delen ; het algemene deel dat u nu in handen heeft en de schoolgids- bijlage met adressen en de telefoonboom voor eventuele calamiteiten. Tevens vindt u hierin een jaaroverzicht met de planning van de activiteiten die aan het begin van een nieuw schooljaar bekend zijn. Belangstellende ouders/ verzorgers nodigen wij van harte uit voor een kennismakingsbezoek. Wij wensen iedereen een plezierig en leerzaam schooljaar toe. Het team van de Triangel
2
Schoolgids De Triangel
Inhoud
1. De Triangel, wat is dat voor een school? 2. Inhoud van het onderwijs
3. Het onderwijs in groepen
4. Het volgen van de ontwikkeling van uw kind
5. De ouders/ verzorgers
6. De mensen in en rond de school
7. Bijzondere activiteiten
8. Regels en procedures
9. Overige zaken
3
Schoolgids De Triangel
1
De Triangel; wat is dat voor een school?
1.1
Kenmerken
Wat vinden mensen van De Triangel? Dat is moeilijk te zeggen. Ieder die onze school kent - ouders, leerlingen, voormalige leerlingen, leerkrachten – zal daarover een verschillende mening hebben. Wij stellen ons steeds weer de vraag wat wij voor een school willen zijn. Zelf denken wij, als wij het over onze school hebben, aan verschillende kenmerken die elk voor zich belangrijk zijn en in onderlinge samenhang de kwaliteit bepalen. In dit hoofdstuk gaan wij op die kenmerken in.
1.2
Een school met een visie en een missie
Onderwijs is voortdurend in beweging onder invloed van maatschappelijke veranderingen. De samenleving verandert snel. Het leren van kinderen en volwassenen is gericht op aanpassing aan de wisselende omstandigheden, de gedragsverandering van mensen en op verandering van de organisatie. Dat vraagt het nodige van de school. Onze school wil een lerende organisatie zijn. Dat betekent dat we vanuit onze visie op kinderen en onderwijs voortdurend aan het leren zijn en met elkaar ons onderwijs voortdurend aanpassen. Het betekent eveneens dat onze visie op kinderen en onderwijs niet voor de eeuwigheid vastligt. Ook die verandert van tijd tot tijd en passen we aan wanneer dat nodig blijkt. Huidige maatschappelijke trends die invloed hebben op ons onderwijs; -
steeds belangrijkere plaats van informatie technologie (o.a. computers) toenemende culturele verscheidenheid, verscheidenheid in normen en waarden voortdurende aanwezigheid van prikkels (televisie, computer, muziek) overvloed en consumptie veelheid aan informatie, snelheid, vluchtigheid (“zap-cultuur”) diversiteit aan samenlevingsvormen kinderopvang van 08.00 – 18.00 uur werkende ouders
De maatschappelijke en culturele achtergrond van onze leerlingen is divers; van een kansarme omgeving tot gezinnen met hoogopgeleide ouders. Bij onze visie op onderwijs houden wij rekening met de diversiteit aan culturele en maatschappelijke achtergronden van onze leerlingen. Wat hebben onze leerlingen nodig? -
geborgenheid en een veilige (leer)omgeving vertrouwen in zichzelf en elkaar en de eigen ontwikkeling duidelijke structuur en een doorgaande lijn in de pedagogische benadering erkenning, waardering en ruimte voor eigenheid zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid uitdaging en verrijking rust, relatie en regelmaat plezier op school de wereld leren verkennen met de eigen leefomgeving als basis we vormen een gemeenschap met leerlingen, leerkrachten en ouders
4
Schoolgids De Triangel
Onze centrale kernwoorden Onze visie is gebaseerd op de volgende kernwoorden; 1. Uniciteit Iedereen is uniek. Je mag zijn wie je bent. Dit komt tot uiting in hoe je leert/wat je doet. “Wie ben je, wat wil je, wat kan je en waarbij heb jij ondersteuning nodig”. 2. Structuur Een gestructureerde (leer)omgeving biedt kinderen de veiligheid om zich te kunnen ontwikkelen. 3. Verrijken Het “verheffen” op een zo breed mogelijk terrein door het leren van vaardigheden en het aanreiken van kennis. Dat vraagt om samenhang tussen het leeraanbod en leren door te doen: integraal onderwijs. Hierbij kijken we ook naar de “zone van naaste ontwikkeling” van elk kind. 4. Verantwoordelijkheid voor zichzelf en de ander Kinderen moeten leren om zelfstandig en verantwoordelijk te zijn. Elke leerling heeft een eigen portfolio. 5. Samen Kinderen leren van en met elkaar. Daarbij leren ze elkaar te respecteren. Hierbij is het belangrijk dat kinderen niet alleen met leeftijdsgenoten samenwerken.
1.3
Een school met historie
Het functioneren van een school vloeit mede voort uit het verleden. ‘De Triangel’ is een nog niet zo oude naam voor een al lang bestaande school. Het schoolgebouw aan de Kortenburglaan is gebouwd in 1921. Het gebouw is daarmee het oudste nog in gebruik zijnde schoolgebouw in Doorn. Sommige ouders van onze leerlingen hebben er zelf les gehad. De naam ‘De Triangel’ ontstond in 1985. In het jaar 1985 fuseerden drie Doornse scholen, ‘De Bijenkorf’, ‘De Schakel’ en ‘Rhodestein’, tot één Christelijke basisschool. De oudste van de drie scholen was de Christelijke kleuterschool ‘De Bijenkorf’ aan de Kampweg. Deze school werd in 1886 door de ‘Vereeniging tot stichting en instandhouding eener Christelijke Bewaarschool te Doorn’ gesticht. Die vereniging is in 1921 opgegaan in de ‘Christelijke schoolvereniging Instituut Rhodestein’. Deze in 1914 opgerichte vereniging stichtte in 1921 de ‘Hervormde School Rhodestein’ in het huidige gebouw van De Triangel. De ‘School met de Bijbel De Schakel’ is in 1899 aan de Kampweg gebouwd door de in 1890 opgerichte ‘Vereeniging tot stichting en instandhouden van een School met den Bijbel te Doorn’. Zo is dus de naam ‘De Triangel’ ontstaan: drie scholen die samenvloeiden tot een drie-eenheid.
De Triangel leert van haar verleden, maar houdt daaraan niet vast. De school ontwikkelt zich steeds verder.
1.4
Een christelijke school
De Triangel is een protestants-christelijke school. Op onze school laten we de kinderen kennis maken met het christelijk geloof en de daarbij horende rituelen, normen en waarden. Dit gebeurt bijvoorbeeld door hen te leren dat je respect moet hebben voor een ander, maar dat je ook respect voor je zelf moet hebben. Je mag er zijn zoals je bent, maar niet ten koste van een ander. Door uit te dragen dat je niet alleen voor je zelf leeft maar dat je ook voor anderen wat mag en zelfs moet betekenen. Een -
christelijke school zijn betekent voor ons concreet: het vertellen van Bijbelverhalen het zingen van liederen; het bidden: door de leerkracht en/of door de kinderen; het houden van kringgesprekken over de beleving van de kinderen; het vieren van de christelijke feestdagen: kerstfeest, paasfeest en pinksterfeest; het houden van schoolvieringen voor de hele school.
5
Schoolgids De Triangel
De school wil door het vertellen van Bijbelverhalen en gesprekken hierover, aan de kinderen laten zien dat veel normen en waarden uit onze huidige samenleving gebaseerd zijn op het christelijk geloof. We willen de leerlingen een fundament geven voor een positief kritische houding om later zelf te kunnen bepalen hoe zij staan ten opzichte van het christelijk geloof. Deze basiskennis van geloof en religie maakt het ook mogelijk dat de oudere leerlingen gemakkelijker de inhoud van andere wereldgodsdiensten kunnen begrijpen en de daarbij behorende feesten en gebeurtenissen kunnen plaatsen.
1.5
Een open school
De Triangel wil tegelijkertijd een open school zijn. Dat houdt in dat ieder kind welkom is, ongeacht de sociale of (niet) kerkelijke achtergrond. Zo zijn er op onze school kinderen met een kerkelijke achtergrond (Protestantse kerk in Nederland (PKN), de Rooms-katholieke kerk en een aantal kleinere kerkelijke groeperingen) en kinderen uit gezinnen die geen kerkelijke binding hebben. Er kunnen immers verschillende redenen zijn om te kiezen voor christelijk onderwijs. Ouders kunnen niet kerkelijk betrokken zijn, maar wel gelovig. Andere ouders vinden het belangrijk dat hun kinderen kennis nemen van christelijke waarden en normen of van het christelijk cultuurgoed. Ook zijn er ouders die kiezen voor onze school omdat de school dichtbij is of omdat de onderwijsmethodes en onze omgang met de kinderen hen aanstaan. De leerlingen van De Triangel komen niet alleen uit de directe omgeving van de school. Wij bieden onderwijs aan kinderen uit geheel Doorn en ook uit het buitengebied van het dorp. Vanwege de centrale ligging van de school in het dorp, levert de afstand in de regel geen probleem op.
1.6
Een kwaliteitsschool
De Triangel is een school waar hoge eisen aan het onderwijs en daarmee aan de leerkrachten worden gesteld. De leerkrachten dienen op de hoogte te blijven van de nieuwste ontwikkelingen in het onderwijs. Zij houden vakliteratuur bij en laten zich ook regelmatig bijscholen. Onze bijscholingsactiviteiten zijn gericht op het vergroten van vakmanschap en op het samen werken aan veranderingen. Op schoolniveau en in samenwerkingsverbanden (organisaties waarmee de school samenwerkt). Ook wordt ruim aandacht besteed aan management. In dit verband wordt een groot aantal cursussen c.q. opleidingen gevolgd. De kwaliteit van het onderwijs komt tot uiting in de resultaten. Daarom houden wij onze uitstroomcijfers goed in de gaten. Ons leerlingvolgsysteem levert twee of drie keer per jaar informatie over de beheersingsniveaus. Al die gegevens gebruiken we voor een globale signalering van knelpunten. Toch vinden wij dat we het begrip kwaliteit niet mogen beperken tot alleen de gegevens van het leerlingvolgsysteem. Daarom letten we in ons kwaliteitszorgsysteem op: -
het levensbeschouwelijk karakter; het pedagogisch klimaat; het didactisch handelen; de onderwijskundige resultaten; de organisatie en samenwerking.
Elk jaar nemen we deze aspecten onder de loep; mogelijke verbeteringen krijgen dan een plaats in ons jaarplan. Zo zijn we zowel op lange termijn als in ons dagelijks handelen planmatig bezig de kwaliteit van ons onderwijs.
6
Schoolgids De Triangel
1.7
Een school met aandacht voor elk kind
Op 1 oktober 2014 telt De Triangel 80 leerlingen. De kleinschaligheid bevordert het contact, de veiligheid en de overzichtelijkheid. De leerkrachten kennen alle kinderen en de kinderen kennen elkaar allemaal. De kleinschaligheid biedt ook de kans om aan elk kind veel individuele aandacht te schenken. Niet alleen wat de leerprestaties betreft, maar ook wat de sociale en emotionele ontwikkeling betreft. De Triangel staat een zo individueel mogelijke benadering van de leerlingen voor. Zo veel mogelijk houden we rekening met de verschillen tussen de kinderen. Niet alleen wat intelligentie betreft, maar ook als het gaat om karakter en interesses. De Triangel streeft naar een gezond evenwicht tussen goede leerprestaties en de ontwikkeling van het kind in sociaal en emotioneel opzicht. Dit laatste blijkt uit de structurele aandacht voor leerlingenzorg. De kwaliteit van de school blijkt ook uit het kunnen begeleiden van kinderen met leermoeilijkheden, gedragsproblemen of een problematische sociaal-emotionele ontwikkeling. Het is duidelijk dat er van scholen op dit punt eigen keuzes worden verlangd en dat de rol van de leerkracht daarbij zeer belangrijk is.
1.8
Een sociale en veilige school
De Triangel wil een sociale en veilige school zijn. Voor onze leerkrachten geldt dat zij te allen tijde de leerlingen respecteren. Anderzijds dienen de leerlingen de leerkrachten, maar ook elkaar te respecteren. Pesten en discrimineren horen daar niet bij. Als dergelijk negatief gedrag wordt gesignaleerd, worden daartegen maatregelen getroffen. Plagen en pesten zijn niet hetzelfde. Plagen is niet gepland. Plagen kan best een keertje. Plagen gaat over en weer, beide partijen zijn gelijkwaardig. Bij pesten gaat het echter om misbruik van macht. Er wordt bewust ingespeeld op iemands zwakke kant. Of bewust iemand buitengesloten.
Wij besteden op school structureel aandacht besteed aan de manier waarop we met elkaar omgaan. Toch kan het voorkomen dat het niet zo loopt als wij graag zouden willen. Van ouders verwachten wij dat zij zo snel mogelijk contact opnemen met de eigen klassenleerkracht(en) wanneer zij vermoeden dat hun kind gepest wordt. Alleen dan kunnen wij er samen iets aan doen. Van ouders die aangesproken worden op mogelijk pestgedrag van hun kind verwachten wij dat zij open staan voor een gesprek daarover en beseffen dat gedrag op school anders kan zijn dan gedrag thuis. Voor de leerkrachten betekent het uitgangspunt van een sociale en veilige school, dat zij: -
-
1.9
zich inleven in de emoties van kinderen; van de kinderen leren; onderkennen dat kinderen zich wel eens vervelend gedragen, maar dat dit vaak een oorzaak heeft en getracht moet worden dat op te lossen; naar kritiek van kinderen luisteren; onderkennen dat ruzie bij kinderen voorkomt, maar bijgelegd kan worden; oog hebben voor een fysiek veilige school. Dus regelmatig kijken hoe ongelukken kunnen worden voorkomen; bij ernstige zorgen over een kind melding doen bij Bureau Jeugdzorg of het Advies en Meldpunt Kindermishandeling.
Nieuwe leerlingen
TOELATINGSBELEID VPCO De Oorsprong Het toelatingsbeleid voor scholen van vereniging De Oorsprong Voor de hele vereniging geldt op hoofdlijnen eenzelfde toelatingsbeleid, al kunnen er per plaats wel kleine verschillen zijn.
7
Schoolgids De Triangel
Toelatingsbeleid Uitgangspunten • In principe zijn alle kinderen van ouders die de identiteit van de school(vereniging) onderschrijven cq. respecteren welkom op onze scholen. Op het aanmeldingsformulier en op het inschrijfformulier wordt hiernaar gevraagd. Deze identiteit staat beschreven in de informatiefolder van de vereniging. Deze informatiefolder wordt gelijktijdig met het aanmeldingsformulier aan de ouders uitgereikt. • Er wordt niet gewerkt met schoolgrenzen. • Als een groep vol zit, wordt er gewerkt met de plaatsingsvolgorde van de vereniging. Hoofdregel • Kinderen die worden aangemeld op één van onze scholen, worden toegelaten op volgorde van datum van aanmelding (dat is de datum waarop het aanmeldingsformulier op school terug is; voor mogelijkheid van aanmelden zie de toelichting op de achterkant van het aanmeldingsformulier). Is het maximale aantal leerlingen in een groep bereikt, dan worden leerlingen ingedeeld in één van de categorieën van de plaatsingsvolgorde (zie hieronder). • Alle ouders die hun kind aanmelden krijgen een bericht van ontvangst van de school met de ontvangstdatum van het aanmeldingsformulier en de vermelding dat er voor hun kind(eren) in principe (afhankelijk van de uitkomst van het te houden intake gesprek) een plaats is gereserveerd. Of, indien de groep vol is, in welke categorie op de wachtlijst het is geplaatst. • Garantie: mocht plaatsing op de school van eerste keuze niet mogelijk zijn, dan is er altijd een plaats op één van de andere christelijke scholen in de woonplaats. • Na het intakegesprek (voor 3 jaar en 10 maanden, op initiatief van de school) volgt de definitieve inschrijving. • Voor kinderen met leerling gebonden financiering geldt een aangepast toelatingsbeleid. Plaatsingsvolgorde Categorieën van volgorde van plaatsing Categorie 1: Alle broertjes / zusjes van kinderen die al op school zitten en die niet direct geplaatst kunnen worden. Categorie 2: Alle kinderen van buitenaf die hiernaar toe verhuizen. Binnen categorie 2 komen broertjes /zusjes bovenaan te staan als één kind uit een gezin geplaatst kan worden. Categorie 3: Alle kinderen die binnen de plaats, maar van buiten de vereniging over willen stappen. Binnen categorie 3 komen broertjes /zusjes bovenaan te staan als één kind uit een gezin geplaatst kan worden. Categorie 4: Alle kinderen die binnen de plaats, maar van binnen de vereniging over willen stappen. Binnen categorie 4 komen broertjes /zusjes bovenaan te staan als één kind uit een gezin geplaatst kan worden. Procedure De school houdt een intakegesprek met de ouder(s) van elke nieuw aangemelde leerling. Hebben de ouders al een kind op school, dan ligt het accent tijdens het intakegesprek op de ontwikkeling van het kind tot nu toe. Mocht tijdens dit gesprek twijfel ontstaan of de school wel de eventueel benodigde speciale zorg kan bieden, dan komt er - na eerst intern overleg - een vervolggesprek, waarin besproken wordt of, en zo ja onder welke voorwaarde(n), een leerling kan worden ingeschreven. Is de aangemelde leerling het eerste kind uit het gezin op school, dan komt tijdens het intakegesprek behalve het hier bovengenoemde ook de identiteit van de school ter sprake. De ouder(s) wordt (worden) gewezen op de uitwerking hiervan in de praktijk, zoals het verplicht volgen van de godsdienstlessen en aanwezig zijn bij buitenschoolse activiteiten in het kader van de christelijke identiteit (bijv. kerstviering in de kerk). Samenvatting 1. Aanmelding van de nieuwe leerling door middel van het aanmeldingsformulier van de vereniging ‘De Oorsprong’. Dit aanmeldingsformulier is te downloaden van de website www.de-oorsprong.nl, of te verkrijgen op de school. 2. De directie bevestigt de ontvangst van het aanmeldingsformulier en geeft de ouder(s) schriftelijk bericht of de leerling in principe geplaatst kan worden (hieraan zijn geen plaatsingsrechten verbonden), of op de wachtlijst is geplaatst. In dat laatste geval wordt ook verwezen naar een PC school waar (nog) wel plaats is voor de leerling. 3. De school nodigt (t.z.t.) de ouder(s) uit voor een intakegesprek. 4. Bij toegezegde plaatsing ontvangen de ouders van de school een inschrijfformulier. 5. Nadat dit inschrijfformulier volledig ingevuld en binnen 10 dagen ondertekend op school is ingeleverd, is het kind definitief als leerling ingeschreven (wel recht op plaatsing).
8
Schoolgids De Triangel
Kinderen die voor groep 1 worden aangemeld, mogen, voordat ze vier jaar worden, op ‘De Triangel’ eerst vijf ochtenden kennismaken. Dit gebeurt in overleg met de groepsleerkracht. Op het moment dat het kind vier jaar wordt, kan het meedraaien in het rooster voor vierjarigen. Indien uw kind in de laatste maand van het schooljaar vier jaar wordt of in de eerste maand na de zomervakantie krijgt het voor de vakantie een uitnodiging voor een kennismakingsmorgen. Tijdens deze morgen heeft groep 1 alvast de samenstelling van na de vakantie. Vierjarige kleuters zijn in het begin nog wel eens vermoeid. Een kind doet soms zoveel indrukken op, dat een middagje rust goed kan doen. Dat mag. Als uw kind vijf is geworden, wordt het leerplichtig op de eerste dag van de daaropvolgende maand. Vanaf dat moment is het verplicht mee te draaien in het volledige rooster. Ouders zijn overigens altijd van harte welkom voor een kennismakingsgesprek.
9
Schoolgids De Triangel
2
Inhoud van het onderwijs
2.1
Kerndoelen
In het voorgaande hoofdstuk hebben wij beschreven wat de doelen van de school zijn en wat wij met de leerlingen willen bereiken. Vanzelfsprekend hebben wij rekening te houden met de door de overheid gestelde eisen. Deze eisen zijn onder andere in de wet vastgelegd. De Wet Primair Onderwijs bepaalt in welke vakken de kinderen onderwijs moeten krijgen. Bij elk vak zijn kerndoelen aangegeven. In de wet staat wat de kinderen moeten weten (cognitieve eisen) en kunnen (vaardigheidseisen) aan het einde van de basisschool. Daarnaast zijn er leergebiedoverstijgende kerndoelen. Dit zijn kerndoelen die gericht zijn op het ontwikkelen of bevorderen van algemene vaardigheden en daarom niet moeten worden ondergebracht bij een specifiek leergebied. Deze doelen hebben betrekking op het gehele onderwijsaanbod van de basisschool. Ze zijn gegroepeerd rond zes thema’s: -
werkhouding; werken volgens plan; gebruik van uiteenlopende leerstrategieën; zelfbeeld; sociaal gedrag; nieuwe media.
In alle groepen wordt zoveel mogelijk onderwijs op maat gegeven, waarbij de leermethode per vak in de achtereenvolgende groepen zoveel mogelijk gehandhaafd wordt. In alle groepen en bij de daarvoor in aanmerking komende vakken wordt er volgens het zogenaamde ‘Effectieve Instructiemodel’ gewerkt. Bij dit model geeft de leerkracht een korte klassikale instructie. Daarna gaat de groep aan de slag met een korte oefening. Hierna bespreekt de leerkracht het resultaat en hoe de leerlingen aan het antwoord zijn gekomen. De kinderen die tot een goede oplossing zijn gekomen gaan aan de slag met de opdracht. De leerlingen die moeite hebben met de aangeboden stof krijgen in een kleine groep extra instructie en begeleiding. De leerlingen die de aangeboden stof gemakkelijk vinden krijgen naast de groepsopdracht, verdiepings- en verrijkingsstof aangeboden.
2.2
Leermethoden
2.2.1 Overzicht
Wij hebben bij de betreffende kerndoelen zorgvuldig per vak een methode gekozen. Die methode omvat vanzelfsprekend in elk geval de verplichte leerstof. De school deelt de lessen zo in dat aan het einde van de basisschool alle kinderen de verplichte leerstof aangeboden hebben gekregen. De accenten liggen per groep steeds anders. In de kleutergroepen ligt het accent op spelend leren. Aan de hand van thema’s leren de kinderen de wereld om zich heen te ordenen. Daardoor leren zij de basisvaardigheden die nodig zijn om te gaan leren lezen en rekenen. Voor elk ontwikkelingsgebied is er veel materiaal aanwezig.
10
Schoolgids De Triangel
Vanaf groep 3 wordt er geleidelijk meer gewerkt met vakgerichte leermethoden. Hieronder treft u hiervan een overzicht aan: Vak Godsdienstige vorming Aanvankelijk lezen Voortgezet technisch lezen Begrijpend/ studerend lezen Taal Spelling Schrijven Rekenen en wiskunde Engels Topografie Geschiedenis Wereldoriëntatie Verkeer Muziek Tekenen Handvaardigheid Ontwikkelen sociale competenties
Lesmethode Kind op Maandag Veilig Leren Lezen Timboektoe Grip, vanaf groep 5 Taal in Beeld Spelling in Beeld Schrijfdans voor groep 1 en 2 Zwart en Wit voor groep 3 t/m 6 Schrijfmix voor groep 7 en 8 Wizwijs groep 1 en 2 Alles telt groep 3 t/m 8 Groep 1 t/m 7 My name is Tom Groep 8 The team in action Geobas en Topotaak Bosatlas Topcanon Topondernemers Wegwijs Moet je doen Uit de kunst Uit de kunst Kinderen en hun sociale talenten
2.2.2 Sociale vaardigheden
De bevordering van sociale competenties neemt in elke groep een belangrijke plaats in en vraagt om een oplettende houding van het team. We streven er naar leerlingen sterk, maar ook gevoelig te maken in het contact met de ander. In de praktijk blijkt dit voor leerlingen niet zo gemakkelijk te zijn. De trend in het onderwijs is interactief en samenwerkend leren. Leerlingen moeten daarvoor heel wat in huis hebben. Waar het dan om gaat is: hoe vertellen leerlingen op een nette manier wat ze willen? Hoe lossen ze een ruzie goed op? Hoe maken ze keuzes waar ze ook echt achter staan en die anderen niet schaden? Hoe spelen ze prettig samen? Allemaal vragen die gaan over sociale competentie. Dat is het vermogen om op een passende manier sociaal en emotioneel te functioneren. We maken gebruik maken van ZIEN! Dit is een instrument om de sociaal – emotionele ontwikkeling van kinderen van groep 1 t/m 8 in kaart te brengen. ZIEN! richt zich vooral op oorzaken in plaats van symptomen. Het helpt om zicht te krijgen op de hulpvraag die kinderen kunnen stellen met hun gedrag. Voor het bevorderen van sociale competentie werken wij met de lesmethode voor sociaal–emotionele vorming, ‘Sociale talenten’. Ook tijdens de dramalessen en de schoolvieringen besteden we aandacht aan sociale vorming. Naast het gebruik van de lesmethode hebben de leerkrachten ook nog de beschikking over de goede lees- en prentenboeken over allerlei sociaal emotionele onderwerpen die zij gebruiken bij de lessen. In de bovenbouwgroepen werken we met de methode Mijdenvenijn. Hierbij krijgen vooral de meiden van de bovenbouw inzichten over hoe zij met elkaar om moeten en kunnen gaan. 2.2.3 Godsdienstige vorming
In de kring beginnen we de dag met een gebed, laten we de kinderen hun belevenissen van de voorgaande dag vertellen en praten we over wat de kinderen bezig houdt. We vertellen drie keer per week verhalen van en over de bijbel en zingen liedjes. We gebruiken als godsdienstmethode ‘Kind op Maandag’. De methode geeft voor iedere dag een verhaal en/of gedicht, een spel, een lied, of bijbeltekst als opening. 2.2.4 Rekenen en wiskunde
Vrijwel geen enkele klas bestaat uit leerlingen die allemaal even goed zijn in rekenen. De een krijgt de stof maar moeilijk onder de knie, terwijl de ander er fluitend door heen gaat. Rekening houden met deze niveauverschillen is daarom een belangrijk uitgangspunt van ‘Alles telt’. Dit vindt u terug in; De Moeilijkheid per opgave is systematisch opgebouwd en herkenbaar aangeduid; Plusschriften voor zeer goede rekenaars (groep 3 t/m 8);
11
Schoolgids De Triangel
-
Maatschriften (groep 3 t/m 8) voor de zwakkere rekenaars, waarbij zij alle stof op het fundamentele niveau krijgen aangeboden, met eigen toetsen op 1F-niveau vanaf groep 5 Taaltips in de handleiding voor leestaalzwakke leerlingen (taalbeleid); In ‘Alles telt’ zijn alle kerndoelen verwerkt en de methode ondersteunt de leerkracht bij het behalen van de referentieniveaus 1F en 1S met de groep.
De basisvaardigheden, optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen, krijgen niet altijd de aandacht die ze verdienen. Het ontbreekt vaak aan voldoende oefenstof, terwijl oefenen de enige manier is om rekenvaardigheden te automatiseren. Daarom legt de rekenmethode Alles telt een accent op oefenen, memoriseren en automatiseren. Dit wordt gedaan met; Met een unieke kwismeester; Met 4 pagina’s ‘even snel’ per blok, naast ‘verder’ en ‘plus’ pagina's; In elke les wordt bekende stof herhaald en geoefend; Elke lesweek bestaat uit vijf rekenlessen: twee interactieve, leerkrachtgebonden rekenlessen en drie zelfstandig werkenlessen (grotendeels leerkrachtvrij). Deze lestypen wisselen elkaar systematisch af. Elke dag is er dus een rekenles. De toetsweek is er voor het afnemen van de rekentoets, maar biedt daarna gelegenheid voor preteaching, herhaling en verrijking.
2.2.5 Nederlandse Taal
We gebruiken de methoden ‘Taal in beeld’ en ‘Spelling in beeld’. Dit zijn zeer complete methoden, die alle kerndoelen behandelen. Met ‘Taal in beeld’ krijgen leerlingen maximale mogelijkheden om zelfstandig te leren. Doordat alle lesfasen in het leerling-materiaal staan, zijn leerlingen in staat om individueel of samen met klasgenoten de lessen te volgen en opdrachten te maken. Uiteraard is het ook mogelijk om de lessen begeleid aan te bieden, klassikaal of in groepjes. Zodoende bieden wij de kinderen waar ze behoefte aan hebben: zelfstandig leren als het kan en samen waar het moet. Dit maakt ‘Taal in beeld’ tot een zeer flexibele methode. Wij kunnen er voor kiezen om interactief met de hele groep aan de slag te gaan of leerlingen zelfstandig te laten leren. Iedere les opnieuw. De taalopdrachten spreken zeer tot de verbeelding van leerlingen; dát motiveert. De leerlingen gaan aan de slag met alledaagse en herkenbare taal uit de wereld om hen heen. Ze doen dit niet alleen in de basislessen, maar ook tijdens de herhalings- of plustaken. Taal in beeld biedt diverse mogelijkheden om te differentiëren. Om alle kinderen de begeleiding te geven die ze nodig hebben, laten wij de groepen in verschillende organisatievormen werken. Uiteindelijk werken alle leerlingen aan dezelfde leerstof, waardoor de organisatie van de lessen overzichtelijk en uitvoerbaar blijft. De opbouw en organisatie van Taal in beeld sluiten optimaal aan bij die van ‘Spelling in beeld’. Bovendien sluit Taal in beeld naadloos aan bij de meest gebruikte methode voor aanvankelijk lezen ‘Veilig leren lezen’.
12
Schoolgids De Triangel
Met ‘Spelling in beeld’ krijgen leerlingen maximale mogelijkheden om zelfstandig te leren. Doordat alle lesfasen in het leerling-materiaal staan, zijn leerlingen in staat om individueel of samen met klasgenoten de lessen te volgen en opdrachten te maken. Uiteraard is het ook mogelijk om de lessen begeleid aan te bieden, klassikaal of in groepjes. Zodoende bieden wij de kinderen waar ze behoefte aan hebben: zelfstandig leren als het kan en samen waar het moet. Wij kunnen er voor kiezen om interactief met de hele groep aan de slag te gaan of leerlingen zelfstandig laten leren. Iedere les opnieuw. Spelling in beeld staat voor realistisch spellingonderwijs. De leerlingen worden gemotiveerd vanuit alledaagse contexten waarin spelling een rol speelt en leren daardoor op een speelse en uidagende manier. Spelling in beeld biedt diverse mogelijkheden om te differentiëren. Om alle kinderen de begeleiding te geven die ze nodig hebben, laten wij groepen in verschillende organisatievormen werken. Uiteindelijk werken alle leerlingen aan dezelfde leerstof, waardoor de organisatie van de lessen overzichtelijk en uitvoerbaar blijft. 2.2.6 Aanvankelijk lezen
Wellicht denkt u dat het leren lezen in groep 3 start, maar de kinderen zijn er al veel eerder mee bezig. Vanaf de peutertijd maken ze al een hele ontdekkingsreis mee. Zo ontdekken ze dat wanneer u voorleest, u iets doet met die tekens. Ze doen u na, door te kijken naar de letters en zelf een verhaal te verzinnen. Ze ontdekken ook dat je iemand iets kan vertellen door die tekens op een briefje te schrijven. Zelf maken ze ook graag briefjes met de meest vreemde tekens. En vaak zien we ineens overal letters; op kentekens van auto’s, het pak melk op tafel, op de televisie. De ‘honger’ naar letters is begonnen. Bij de kleuters wordt er gewerkt aan de tussendoelen voor beginnende geletterdheid; we rijmen, hakken woorden in stukken, klappen onze namen in lettergrepen, bekijken vele prentenboeken en gaan aan de slag met eenvoudige werkbladen. In groep 3 bieden we de kinderen alle letters aan. We starten rustig, om ze aan het nieuwe te laten wennen. Later leren we iedere dag een letter. Ieder blok wordt afgesloten met een toets om de ontwikkeling goed te kunnen volgen. Daarnaast maken we gebruik van de toetsen uit het Dyslexieprotocol om zo al vroeg te kunnen signaleren of het kind eventueel dyslexie heeft. Na 26 letters klaar? Dan vergeten we er een aantal. Want de uu, oo, ee, aa worden apart aangeboden. En de aller-moeilijkste letters, zoals de oe, ui, eu, au, ou, ie, ei, ij mogen we zeker niet overslaan! Daarnaast besteden we ook aandacht aan de sch, ng, nk en de ch. Na de kerst kennen de meeste kinderen de letters goed. Dan verschuift de aandacht naar het lezen op tempo en het begrijpen van alle verhalen. De kinderen gaan minder hakken (m-a-n, i.p.v. man) doordat ze het woord in één stuk herkennen. Het gaat steeds sneller. Wij werken in groep 3 met een methode voor aanvankelijk lezen. De methode heet ‘Veilig Leren Lezen’. In deze methode is een onderscheid gemaakt tussen gemiddelde, langzame en snelle lezers. Ook is er een leerlijn voor kinderen die aan het begin van groep 3 al kunnen lezen. Het materiaal ziet er prachtig uit en is zeer aantrekkelijk voor de leerlingen en leerkrachten. Het is zeker de moeite waard om even een boekje in te zien. 2.2.7
Voortgezet technisch lezen
Na groep 3 stopt het lezen niet. Er zal in alle jaren op de basisschool aandacht voor blijven, al zal die steeds verder verschuiven naar het begrijpen van teksten. Zo worden er lees- en woordschat-strategieën aangeboden in onze begrijpend leesmethode GRIP. Grip op lezen voor groep 5 tot en met 8 staat vol teksten die kinderen van begin tot eind boeien. Met herkenbare teksten in een leuke vormgeving houdt Grip op lezen de aandacht vast. Zo wordt begrijpend en studerend lezen de leukste les van de week. Grip op lezen is ook lekker compact. Met 1 les per week worden alle kerndoelen gehaald. Dat komt door de efficiënte didactiek met 7 evidence-based leesstrategieën. Een naam opzoeken in een telefoonboek pak je namelijk anders aan, dan een bepaald gegeven in een studietekst. Kortom: lezen doe je je hele leven lang! Als je plezier hebt in het lezen, wil je vanzelf méér leren. Plezier is in Timboektoe dan ook een doel op zich. De verzameling leesteksten in de werkboeken, leesboeken en lees- en doelkaarten is heel gevarieerd. Iedere tekst spreekt op zijn eigen manier aan: spannend of grappig, boeiend of ontroerend, historisch of actueel. En uiteraard is ook de vormgeving heel aantrekkelijk. Wil een leerling verder lezen, dan kan dat, want bij elke tekst staat de bron vermeld.
13
Schoolgids De Triangel
Timboektoe zet lezen graag in de etalage. Samen met de kinderen. Ieder blok eindigt bij Timboektoe met een etalageles. De leerlingen presenteren en promoten een boek en/of een schrijver. Zo maken ze elkaar enthousiast: “Dit moet je ook lezen!” Timboektoe is gebaseerd op een fasemodel. De kinderen leren afzonderlijke deelvaardigheden om die vervolgens te integreren. Eerst correct lezen, dan snel lezen, dan allebei. Eerst woorden, dan zinnen, dan hele teksten. Doordat de leerlijn van Timboektoe begint in groep 4 en doorloopt tot en met groep 8 kunnen leerlingen altijd op hun eigen niveau starten en doorgroeien in hun leesontwikkeling. Timboektoe geeft kinderen een uitstekende leesbasis voor het voortgezet onderwijs. Het uitgangspunt van Timboektoe is om alle kinderen binnen de methode te houden. Dat betekent dat voor de risicolezers de lat behoorlijk hoog ligt. Voor die leerlingen biedt de methode dan ook een stevig programma: verlengde instructie, begeleide oefening, herhalen en leeshulp door de andere leerlingen. 2.2.8 Wereldoriëntatie
Eigen vragen, eigen antwoorden. Kinderen worden met Topondernemers uitgedaagd om initiatief te nemen, samen te werken en creatief te zijn. Zo bouwen ze zelfvertrouwen op in het vinden van antwoorden op eigen vragen. Met Topondernemers weten ze deze zelfstandig te vinden. Kinderen krijgen bewust een grote verantwoordelijkheid op dit gebied, onder begeleiding van de leerkracht. Aansluiten bij kerndoelen De thema’s uit Topondernemers beslaan de kennisdoelen uit het leergebied ‘Oriëntatie op jezelf en de wereld‘. Het gaat om de kerndoelen (herziene kerndoelen, 2004): - Mens en samenleving- Natuur en techniek- Ruimte- Tijd. Met Topondernemers wordt de onderwijsinhoud over mensen, de natuur en de wereld in samenhang aangeboden. Ook onderwerpen uit andere leergebieden worden betrokken op de ‘oriëntatie op jezelf en de wereld’. Activiteiten die veel voorkomen zijn: het lezen en maken van teksten (begrijpend lezen), het meten en het verwerken van informatie in tabellen, tijdlijn en grafieken (rekenen/wiskunde) en het gebruik van beelden en beeldend materiaal (kunstzinnige oriëntatie). het zoeken van informatie in het documentatiecentrum en op het internet. Topondernemers is in combinatie met een gedegen mediatheek (een rijke leeromgeving) een totaaloplossing voor het vak Wereldoriëntatie die naadloos aansluit op de werkwijze van het voortgezet onderwijs. Waarom Topondernemers? De ontwikkeling van Topondernemers is begonnen doordat er behoefte ontstond aan een leeromgeving waarin kinderen zelfstandig de wereld kunnen ontdekken en de leerkrachten hen kunnen coachen op zaken die er werkelijk toe doen. Door samen te werken en zelf initiatief te nemen maken leerlingen hun ontdekkingsreis. Leerkrachten kunnen de leerlingen coachen door met hen te praten over hun leerproces. Waarom is samenwerken belangrijk, wat zijn jouw sterke punten? Kinderen moeten zich in deze tijd bewust worden van hun kernkwaliteiten. De samenleving vraagt steeds meer om eigen initiatief en om mensen die uit zijn op het ontwikkelen van nieuwe kennis. Deze vaardigheden moeten al vroeg bij kinderen geprikkeld en ontwikkeld worden. Daarnaast sluit het aan bij het Zelfstandig werken zoals wij dat doen op de Triangel. Hierbij moeten de leerlingen ook keuzes maken met betrekking tot het hoe en wanneer van hun werk. De reflectiewaaier Om kinderen te helpen om zicht te krijgen op hun kwaliteiten maken we gebruik van de reflectiewaaier. Hierin worden verschillende competenties beschreven. De competenties en vaardigheden zijn geformuleerd in de spreektaal van kinderen tussen de 8 en 12 jaar oud. We onderscheiden de volgende hoofdgebieden: - Zelfvertrouwen Een leerling gaat zoveel mogelijk zijn eigen weg in het zoeken naar oplossingen voor zijn leertaken. Het resultaat daarvan draagt bij tot het versterken van zelfvertrouwen. -Initiatief tonen Door het klassikale systeem los te laten is er veel meer ruimte voor eigen initiatief.
14
Schoolgids De Triangel
Een leerling zal hierdoor gestimuleerd worden. -Communicatie De leerling zal ervaren dat goede communicatie van groot belang is om de taken goed uit te kunnen voeren. Het gaat daarbij om vragen als: welke begeleiding vraag ik van de leerkrachten, hoe leg ik mijn probleem voor aan mijn medeleerling? -Samenwerking Hoe leer ik gebruik te maken van de capaciteiten van een medeleerling? Hoe kunnen wij door samenwerken verder komen? -Creativiteit Door een vergroting van de vrijheid komt er meer ruimte voor creativiteit. Niet alleen bij het zoeken naar oplossingen, maar ook in de uitvoering van de taken. -Zicht op eigen gedrag en manieren van leren De leerkrachten zullen de leerlingen stimuleren om een manier van taakuitvoering te vinden die bij de eigenheid van het kind past. Methode Er zijn twaalf thema's met vijftien opdrachtkaarten voor de groepen 5/6 en vijftien opdrachtkaarten voor de groep 7/8. We behandelen 6 thema’s per jaar. De groepen kunnen tegelijkertijd in dezelfde periode aan hetzelfde thema werken. Groep 5 - 8 1.
Reizen
2.
Wereld in het klein
3.
Derde Wereld
4.
Oorlog en Vrede
6.
A t/m Z
5.
Boerderij
7.
Ik, jij, wij
8.
Sport en Ontspanning
9.
Water, Aarde, Lucht en Vuur
10.
Vlinders in je buik
11.
Multimedia
12.
Amerika
Om de kinderen mogelijkheden aan te reiken bij het verwerken van de gevonden informatie zijn er hulpkaarten ontwikkeld: Ik kan een PowerPoint presentatie geven Ik kan een interview houden Ik kan een enquête maken Ik kan een verhaal schrijven Ik kan een folder maken Ik kan een presentatie houden Ik kan een muurkrant maken Ik kan een artikel schrijven Ik kan een collage maken Ik kan een werkstuk maken Ik kan een grafiek maken Ik kan een uitlegplaat maken Ik kan een tijdsbalk maken Ik kan een verslag maken
15
Schoolgids De Triangel
Kennis en de Kennisbank In de Kennisbank zit per opdracht een kaart waarop woorden/zaken staan die de sleutel vormen tot het verkrijgen van een kennisaspect voor de leerlingen keurig op een rijtje gezet. Die woorden noemen we in de Kennisbank sleutelwoorden. Je kunt niet duidelijk genoeg zijn. Het gedeelte dat bestemd is voor de leerlingen noemen we Effe Checken! Per kaart is voor de kinderen aangegeven wat ze moeten weten of kunnen als ze een kaart hebben gedaan. Uiteraard kan dat ook vooraf besproken worden. Nog meer weten ……….? Op de website van Topondernemers staat een filmpje. U kunt dit vinden op www.topondernemers.nu/methode/ 2.2.9 Topografie
Omdat Topondernemers voor topografie niet geheel voldoet aan de kerndoelen, vullen we Topondernemers aan met de digitale leerlijn van onze aardrijkskundemethode ‘Geobas’ en het werkboek van ‘Topotaak Bosatlas’. 2.2.10 Geschiedenis
Als aanvulling op Topondernemers werken wij in de groepen 6, 7 en 8 met ‘Topcanon’. ‘TopCanon’ bestaat uit vijftig opdrachtkaarten bij de vijftig thema’s van de geschiedeniscanon. De leerlingen bestuderen het thema en maken de opdrachten op de kaart. De thema’s worden in een context aangeboden die de leerlingen uitdaagt het onderwerp ruim uit te werken. Het zorgt voor een brede kijk op het thema en de plaats in de geschiedenis. De leraar beoordeelt of de leerling de kaart op een voldoende niveau heeft gemaakt. De leerling bepaalt zelf met welk thema hij begint. Gemaakte kaarten komen in een portfolio. In dit portfolio komen de uitwerkingen in de volgorde van de Canon. Hiervoor is een overzichtskaart aanwezig waarop de leerling bijhoudt hoe ver hij is met het uitwerken van de thema’s. De leerling maakt op deze manier een eigen geschiedenisboek: een mooie basis voor het voortgezet onderwijs.
2.2.11 Schrijven
In groep 1 en 2 is er veel aandacht voor de motorische ontwikkeling van het kind. Door middel van bijvoorbeeld knippen, plakken, kleuren, kralenplankjes leggen wordt de fijne motoriek van de kinderen geoefend. In groep 2 wordt er ook gewerkt met ‘Schrijfdans’. Dit is een methode waarin bewegen op muziek gecombineerd wordt met schrijfbewegingen op papier. Uit de methode ‘Zwart/Wit’ gebruiken de bewegingslessen voor het verfijnen van de motoriek. In groep 3 leren de kinderen de letters schrijven. Aan het begin van groep 3 besteden we daarom veel aandacht aan de zit- en schrijfhouding en schrijfpatronen. In groep 3 beginnen we met de schrijfmethode ‘Zwart en Wit’. In groep 4 wordt het schrift verkleind en leren de kinderen hoofdletters te schrijven. Vanaf groep 5 krijgt het schrijftempo en zelfstandig schrijven extra aandacht. In de bovenbouw krijgen de leerlingen de gelegenheid om een eigen handschrift te ontwikkelen. Dit doen we aan de hand van schrijfopdrachten die gekoppeld zijn aan de van ‘Schrijfmix’. 2.2.12 Verkeer
‘Wegwijs’ bestaat voor alle jaargroepen uit dezelfde vijf hoofdthema's. Dit maakt de methode heel geschikt voor schoolbrede projecten en combinatiegroepen. Groep 1 en 2 Voor groep 1 en 2 zijn de thema's uitgewerkt op praatplaten, in verhalen, met (buiten)activiteiten en op kopieerbladen. De thema's voor groep 1 en 2 kunnen in willekeurige volgorde aangeboden worden. Ook is het mogelijk per thema bepaalde activiteiten te selecteren en ze te integreren in het reguliere kleuterprogramma waarmee de school werkt. Groep 3 en 4 Het programma voor groep 3 en 4 bestaat uit vier lessen per thema en is iets korter dan het programma voor groep 5 t/m 7. In een thema wordt eerst de theorie op een eenvoudige manier aangeboden, waarna een speelse verwerking in de klas volgt.
16
Schoolgids De Triangel
Groep 5 t/m 7 Basisprogramma Een thema in groep 5 t/m 7 bestaat uit vijf basislessen van dertig minuten. Een thema begint met drie theorielessen. Vervolgens gaan de kinderen de verkeerstheorie toepassen in twee praktijklessen, waarin de eigen omgeving centraal staat. De kinderen leren de theorie niet alleen reproduceren, maar ook toepassen en herkennen in dagelijkse situaties. Facultatief De kinderen kunnen na afronding van een thema in het verkeersboek de verkeerstheorie nogmaals op een speelse manier toepassen in simulaties en opdrachten in het computerprogramma (op cdrom). Desgewenst kan elk thema afgesloten worden met een toets. Daarin wordt de leerstof van het thema getoetst aan de hand van tien vragen bij een grote verkeersplaat. Daarnaast zijn er thuisbladen beschikbaar. Ze bieden de kinderen en u als ouders op een speelse manier verkeersinformatie aan.
Verkeersexamen
De leerlingen van groep 7 doen in het voorjaar van het schooljaar mee aan de theoretische en praktische verkeersproef van Veilig Verkeer Nederland. Het is van het grootste belang, dat kinderen leren zich veilig in het verkeer te bewegen. Deze verkeersproef geldt beslist niet als eindproef, maar meer als tussenstation en stimulans. De fietsen moeten vooraf goed worden nagekeken door de ouders. 2.2.13 Engels De groepen 1 t/m 7 werken met de methode ‘My name is Tom’. Het is belangrijk om zo vroeg mogelijk te beginnen met vreemdetalenonderwijs. Jonge kinderen pikken heel gemakkelijk een tweede taal op en bovendien is gebleken dat er geen nadelige gevolgen zijn voor het verwerven van de moedertaal. Integendeel: het op jonge leeftijd leren van een vreemde taal stimuleert juist de moedertaalverwerving. In de onderbouw worden aan de hand van de lessen in de handleiding kringgesprekken, liedjes en computeropdrachten aangeboden. Dit gebeurt op een flexibele manier, waarbij de leerkracht zelf de tijd van het onderwijs indeelt. In de bovenbouw is er een duidelijke richtlijn aanwezig voor het te behandelen materiaal in de verschillende groepen. Het flexibele karakter van de methode blijft gehandhaafd, waarbij de leerkracht naar eigen keuze lessen kan wijzigen of aanvullen. Groep 8 maakt de methode ‘Team in action’ af.
2.3
Expressieactiviteiten
2.3.1 Expressievakken
De expressievakken bestaan uit muziek, tekenen, handenarbeid, dans en drama. Deze vakken zijn een vast onderdeel van het rooster. Tijdens de diverse vieringen geven de groepen presentaties op het gebied van drama en muziek. Dit gebeurt o.a. in de Kinderboekenweek, juffendag, schoolvieringen en tijdens vieringen. Voor de handvaardigheids- en tekenlessen gebruiken we de methode “Uit de Kunst”. Vanaf groep 5 worden deze lessen gegeven tijdens de crea- middag op donderdagmiddag. 2.3.2 Schoolprojecten
In het schooljaar 2014-2015 worden er in de groepen diverse kleine projecten gedaan op het gebied van kunsteducatie. 2.3.3 Musical
In de een na laatste schoolweek voeren de kinderen van groep 8 voor de leerlingen op school en ’s avonds voor hun ouders een musical op. De aankleding en decorstukken worden door de leerlingen, met hulp van ouders, zelf gemaakt.
17
Schoolgids De Triangel
2.4
ICT
In elke groep is er onderwijs met behulp van de computer. Naarmate de leerlingen ouder worden wordt dit meer en krijgt het onderwijs een andere invulling. Zo gebruiken de kinderen vanaf groep 5 de computer regelmatig als tekstverwerker. Vooral vanaf groep 6 wordt veel gebruik gemaakt van informatiebronnen zoals de encyclopedie op internet. Ons computernetwerk bestaat uit 30 werkstations, zowel in lokalen als in de gemeenschapsruimte. In ons netwerk zijn veel educatieve oefenprogramma’s beschikbaar (taal, spelling, rekenen, topografie en leergang computervaardigheden) waarvan dagelijks in alle groepen intensief gebruik wordt gemaakt. Vanaf groep 6 heeft elk kind een eigen e-mail adres. Voor het gebruik van het internet zijn spelregels opgesteld om ongewenst gebruik te voorkomen. Zo mogen kinderen onder andere niet chatten of vrijblijvend surfen. Het internet wordt alleen gebruikt voor specifieke opdrachten. Om thuis nare ervaringen met gebruik van internet te voorkomen, raden wij u aan afspraken te maken met uw kind. U kunt denken aan afspraken als: -
2.5
ik zet nooit persoonlijke gegevens op internet zonder overleg met mijn ouders; op internet gebruik ik nooit mijn eigen naam (indien nodig een schuilnaam); als ik een password moet maken zorg ik er voor dat het moeilijk te raden is; als ik een vervelend bericht ontvang in mijn mailbox, vertel ik dat een volwassen persoon die ik vertrouw; ik ga niet in op een uitnodiging via internet om contact te hebben zonder dat ik dat vertel; berichten van onbekende mensen in mijn mailbox vernietig ik zonder ze te openen; bij alle berichten op internet die lees zal ik controleren of ze wel waar zijn; net zoals in het gewone leven zal ik mij op internet correct gedragen.
Bewegingsonderwijs
2.5.1 Gymnastiek
Dit jaar hebben we ervoor gekozen de groepen 5 t/m 8 een gymmiddag aan te bieden. Zij gymmen een hele vrijdagmiddag in de sporthal Steinheim. Ze gymmen onder leiding van 3 leerkrachten en krijgen een gevarieerd programma aangeboden met toestellen en spellen. Door te kiezen voor een middag gym verliezen we geen kostbare lestijd met het heen en weer fietsen naar de gymzaal. Groep 1 t/m 4 krijgt gym op school. 2.5.2 Zwemmen
Dit schooljaar krijgen de groepen 3 en 4 zwemles. Omdat het zwemmen, samen met het heen en weer lopen een hele middag in beslag neemt en wij die tijd graag willen gebruiken voor spelen of andere vakken, hebben wij gezocht naar een passende oplossing. Deze is in overleg met het zwembad gevonden. Het ene half jaar hebben wij een uur zwemles en de andere helft van het jaar blijven wij op school. Groep 3 en 4 zwemmen in de tweede helft van het schooljaar. 2.6
Huiswerk
Vanaf groep 5 krijgen de kinderen structureel huiswerk mee naar huis. Wij zien dit als een stuk gewoontevorming en als ondersteuning bij het automatiseren van leerstof. Vooral in groep 7/8 is het een voorbereiding op het voortgezet onderwijs. Het is voor de kinderen belangrijk dat zij zich hierbij door hun ouders gesteund voelen. Op onze website kunt u ons huiswerkbeleid vinden onder de downloads.
18
Schoolgids De Triangel
2.7
Spreekbeurt
Vanaf groep 1 houden de kinderen een boekenbeurt. Hierbij vertellen zij over hun lievelingsboek en laten plaatjes zien. In groep 3 en 4 houden de kinderen een verzamelkring en een boekenbeurt. Zij vertellen aan de hand van meegebracht materiaal over hun eigen verzameling. Vanaf groep 5 houden de kinderen een spreekbeurt voor hun groep. In groep 5 kunnen de kinderen eraan wennen, terwijl in groep 6, 7 en 8 eisen gesteld worden aan de indeling, opbouw en spreekvaardigheid. We vinden het van groot belang dat kinderen zich vrij en duidelijk kunnen uitdrukken voor een groep.
19
Schoolgids De Triangel
3
Het onderwijs in groepen
3.1
Basis- en instructiegroepen
Het op methoden gebaseerde onderwijs wordt vanzelfsprekend in groepen gegeven. Zoals in het voorgaande hoofdstuk is aangegeven, wordt gestreefd naar eenduidigheid in leermethoden, en wel zodanig dat de lesstof voor een groep aansluit op die van de voorgaande groep. Een groep staat dus niet op zichzelf. Wij werken met basis-groepen en instructie-groepen. Wij hebben ervaren dat het voor de leerlingen prettig en leerzaam is om tijdens instructies in een enkele groep te kunnen zijn. Dat houdt in dat de leerlingen de morgen starten in hun basisgroep en om 09.00 uur naar hun instructiegroep gaan. Tijdens de ochtenden ligt de nadruk op de hoofdvakken zoals o.a. rekenen, ( begrijpend ) lezen, spelling en taal. In de middagen worden de vakken gegeven waarbij naast het leren ook het samenwerken belangrijk is. Daarbij kunt u denken aan bijvoorbeeld Topondernemers, crea, gym. Een bijkomend voordeel van basisgroepen is dat de kinderen het ene jaar de jongste en het andere jaar de oudste van de groep zijn. De ene keer ondervinden ze steun en de andere keer kunnen ze zelf hulp bieden. Voor een kind dat een groep kan overslaan, of een kind dat een jaar moet overdoen kan het zo uitkomen dat het daardoor nog een jaar bij de eigen jaargenoten kan blijven wat de noodzakelijke stap wat makkelijker maakt. Een nadeel van de basisgroepen kan zijn dat de kinderen afgeleid worden. Door al vanaf groep 1 met dit systeem te werken, leren de kinderen met basisgroepen om te gaan en geconcentreerd op het eigen werk te blijven.
3.2
Lesprogramma per groep
3.2.1 Groepen 1 en 2
In de groepen 1, 2 werken wij in projecten. Een project duurt drie weken en wordt gevolgd door een pauzeweek. Tijdens het project zijn de kinderen spelenderwijs bezig met bepaalde begrippen en leerdoelen. In de pauzeweek is de woensdagmorgen ‘speelgoedmorgen’. Elk half jaar ontvangen de ouders een overzicht van de projecten, zodat zij weten waaraan de kinderen werken en er thuis ook aandacht aan kunnen besteden. In de kleuterhal hangt het projectenbord. Ook hierop kunt u lezen over welk onderwerp de kleuters aan het werken zijn. De projectenbrief kunt u ook terugvinden op onze website. Tijdens de projecten krijgen de kinderen allerlei activiteiten aangeboden. Deze activiteiten zijn zeer gevarieerd en spelen zich voor een groot gedeelte af in de hoeken van de lokalen en in de kleuterhal. Zo is er een huishoek, een verfhoek, een constructiehoek, een bouwhoek, een boek- letterhoek en een water- en zandhoek. Omdat wij ‘spel’ een belangrijk onderdeel vinden van de ontwikkeling van een kleuter, is daar extra veel aandacht voor. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan het zelfstandig kunnen uitvoeren van opdrachten. Ook de muziek- en taalactiviteiten staan in het teken van het thema. Elke morgen en middag is er ruimte voor bewegen. Is het mooi weer dan gaan de kinderen naar buiten. Bij slecht weer spelen en gymmen de kleuters in het speellokaal. Op vrijdagmorgen zijn de kinderen van groep 1 vrij. Veel kinderen zitten langer dan twee jaar in een kleutergroep. Dat is het gevolg van hun geboortedatum en ontwikkeling. In de loop van groep 2 wordt besloten of een kind naar groep 3 kan. Dit doen we op basis van observaties en toetsen. We zien liever een kind langer in groep 2 dan dat het in groep 3 op zijn/haar tenen moet lopen. 3.2.2 Groep 3
Soms zijn ze nog kleuter, dan alweer erg groot. Aan deze twee kanten proberen we in groep 3 tegemoet te komen. Daarom is het programma in groep 3 aangepast voor een geleidelijke overgang van groep 2 naar 3. Van spelen naar uiteindelijk leren. In deze groep starten we met het lezen en rekenen. Hiervoor bouwen we verder op wat de kinderen hebben geleerd in groep 1 en 2.
20
Schoolgids De Triangel
De leerlingen leren werken met een dagtaak voor Zelfstandig werken. Lezen is een speerpunt in ons onderwijsprogramma. Onder begeleiding van deskundigen hebben wij het leesprogramma verfijnd en is er, dagelijks, ruimte voor extra aandacht voor zwakke lezers, maar ook voor kinderen die al kunnen lezen bij de start van groep 3.
Naast dit ‘leren’ is er nog veel ruimte voor creatieve verwerking en lekker spelen. ‘s Morgens wordt er gewerkt aan lezen, rekenen en later ook schrijven. Maar er is nog veel ruimte voor spelend leren in de hoeken en tijdens het project net zoals in groep 1 en 2. In de projecten zitten onder andere onderwerpen rondom tijd, natuur, je eigen lichaam en de omgeving. De vakken muziek, tekenen, handvaardigheid en drama hebben in de projecten een plek gekregen. In deze groep volgen we de ontwikkeling van de leerlingen nauwgezet. Op het gebied van hun kennis maar ook op het gebied van hun sociaal-emotionele ontwikkeling. Dat doen we omdat we leermoeilijkheden zo vroeg mogelijk willen signaleren en daardoor verdere problemen willen voorkomen. 3.2.3 Groep 4
De leerlingen worden groter en kunnen langer achter elkaar geconcentreerd werken. In deze groep wordt er verder gegaan met het aanleren van de basisvaardigheden voor de vakken lezen, taal en rekenen en schrijven. De dagindeling in groep 4 is dezelfde als in groep 3: ‘s morgens taal, rekenen en schrijven; ’s middags een leescircuit en daarna projecten. De leerlingen leren werken met een weekoverzicht waarop per dag staat aangegeven wat erop het programma staat en wat zij Zelfstandig kunnen doen. Tijdens het leescircuit werken de leerlingen in circuitvorm. De goede lezers zijn zelfstandig aan het werk in het circuit en hierdoor is er ruimte om de zwakkere lezers extra instructie te geven, waarna zij ook verder gaan met hun opdracht in het circuit. Ook in deze groep wordt de ontwikkeling van de leerling nauwlettend gevolgd. Daarnaast zijn er ook in deze groep nog momenten van spel.
3.2.4 Groepen 5 en 6
In groep 5 en 6 wordt voortgebouwd op wat er in de vorige jaren als basis is aangeleerd. In groep 5 worden ook nog nieuwe basisonderdelen aangeleerd. In groep 6 wordt begonnen met het verder toepassen van de geleerde vaardigheden en kennis. Vooral op gebied van rekenen, taal en spelling wordt het steeds ingewikkelder. Aandacht voor een goed en verzorgd handschrift blijft van groot belang. Er wordt steeds meer een beroep gedaan op zelfstandig werken. Dat is natuurlijk nodig voor het goed functioneren in een combinatiegroep maar is ook goed voor het werken aan het zelfvertrouwen van de kinderen. De leerlingen werken met een weekoverzicht en mogen 2 dagen vooruit kijken wat zij al kunnen maken aan Zelfstandig werk. Naast deze zaken wordt er ook veel aandacht besteed aan de wereld om ons heen. Dat geldt natuurlijk voor het zowel het heden als het verleden. Wereldoriëntatie en topografie staan nu ook op het rooster. En om die goed te kunnen begrijpen is er ook het vak begrijpend lezen en wordt er verder gewerkt aan de leesvaardigheid. Gym, muziek, drama, tekenen en handvaardigheid geven de nodige afwisseling in het programma. En durf je voor de groep iets te vertellen, is alle aandacht op jou gericht, heb jij het thuis goed voorbereid? Laat dat dan maar zien! Het houden van een boekbespreking, groep 5, en een spreekbeurt, groep 6, komen aan de orde.
3.2.5 Groepen 7 en 8
In de groepen 7 en 8 wordt er steeds meer een beroep gedaan op de kinderen om zelfstandig te handelen bij opdrachten, informatieverwerking en bijvoorbeeld het houden van presentaties. Ons computernetwerk biedt hierbij vele mogelijkheden. De kinderen werken met weektaken, waarbij zij na een duidelijke en gerichte instructie zelf hun werk kunnen plannen. Bovendien leren wij uw kind lastige onderdelen meteen bij de kop te pakken. Dit geldt bijvoorbeeld voor breuken, procenten, werkwoordspelling en samenvattingen. Verder stimuleren we het nemen van initiatief op het gebied van het werk en de sociale omgang. Wereldoriënterende vakken krijgen een grotere nadruk. De leerlingen maken hiervoor enkele werkstukken. De computer wordt veel gebruikt, onder andere bij rekenen, lezen, spelling en wereldoriëntatie.
21
Schoolgids De Triangel
Het huiswerk wordt zoveel mogelijk gecontroleerd. In verband met dyslexie doen wij dat bij sommige kinderen mondeling. Het gaat erom, dat de kinderen leren plannen en een goede huiswerkhouding ontwikkelen voor het voortgezet onderwijs. Als het huiswerk te moeilijk is, is de leerkracht de aangewezen persoon om extra uitleg te geven. We willen leerstofproblemen niet naar thuis verplaatsen.
3.3 Groepsindeling per dagdeel schooljaar 2014 - 2015 Dit schooljaar ziet de groepsindeling van de basisgroepen er als volgt uit: De basisgroep is de groep waarin de leerlingen de schooldag starten en ’s middags zullen zijn. Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
1/2/3
Ingrid Hiemstra
Ingrid Hiemstra
Ingrid Hiemstra
Gonny Zandee
Gonny Zandee
4/5
Maartje van der Mispel Elly Hertsenberg Kirsten Fransen
Maartje van der Mispel Elly Hertsenberg Kirsten Fransen
Laura Polman
Laura Polman
Laura Polman
Elly Hertsenberg Kirsten Fransen
Elly Hertsenberg Annemary Vonk
Elly Hertsenberg Kirsten Fransen
6/7/8 A 6/7/8 B
De groepsindeling voor de instructiegroepen ziet er als volgt uit; De instructiegroep is de groep waar de leerlingen ’s morgens zijn tussen 09.00 en 12.00 uur. Maandag
Dinsdag
1/2
Janny Twigt
Janny Twigt
3
Ingrid Hiemstra
Ingrid Hiemstra
4 5 6 7 8
Elly Hertsenberg Annemarie Vercijs Kirsten Fransen
Elly Hertsenberg Annemarie Vercijs Kirsten Fransen
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Mariëlle Koumans Mariëlle Koumans Laura Polman
Mariëlle Koumans Mariëlle Koumans Laura Polman
Mariëlle Koumans Laura Polman
Elly Hertsenberg Annemarie Vercijs Kirsten Fransen
Elly Hertsenberg Annemarie Vercijs Annemary Vonk
Elly Hertsenberg Annemarie Vercijs Kirsten Fransen
Opmaat - groepen Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Astrid van Helmondt
Astrid van Helmondt
Alle leerlingen in instructiegroep
Astrid van Helmondt
Astrid van Helmondt
De kinderen van de Opmaatgroep gaan van 09.00 tot 12.00 uur naar de Opmaatgroep. De rest van de dag krijgen zij les in hun basisgroep.
22
Schoolgids De Triangel
3.4 Lesuren en vakindeling Voor dit schooljaar zijn de lesuren per groep als volgt verdeeld (uitgedrukt in uren per week): Vakgebied/groep Godsdienstige vorming Motorische oefening/gym Zwemmen Taal/lezen Schrijven Rekenen/wiskunde Engels Aardrijkskunde/geschiedenis Natuur/gezond gedrag Sociale redzaamheid/verkeer Tekenen/handvaardigheid Muziek Spel en beweging Werkles/keuzeactiviteiten * ** *** NB:
1 1.45 0.45
2 1.45 0.45
3.00
4.00
0.30
0.30
*
*
1.00** 1.00 5.00 6.00
1.00** 1.00 6.00 7.15
3 2.30 0.45 0.30 6.30 2.00 3.45 0.30
4 2.30 0.45 0.30 8.00 1.30 4.00 0.30
1.00 0.30 2.00 1.00 1.00 ***
1.00 0.30 2.00 1.00 0.15
5 2.30 1.30
6 2.30 1.30
7 2.30 1.30
8 2.30 1.30
7.30 1.00 4.00 0.45 2.30 1.00 0.30 2.15 1.00 0.15
7.30 0.45 4.30 0.45 2.30 1.00 0.30 2.15 1.00 0.15
7.45
7.45
4.30 0.45 2.30 1.00 0.30 2.15 1.00 0.15
4.30 0.45 2.30 1.00 0.30 2.15 1.00 0.15
Bij de kleuters betreft dit allerlei kringactiviteiten die passen binnen het thematisch werken. In de werkles komen de meeste teken- en knutselactiviteiten voor. In groep 3 loopt de werkles door. Hierin zitten diverse thematische activiteiten met knutselen, taal, rekenen en wereldverkenning. Niet vermeld zijn de pauzes
De schooltijden voor de hele week zijn: Maandag
Ochtend: Pauze: Middag
08.30-12.00 12.00-13.15 met mogelijkheid tot overblijven 13.15- 15.15
Dinsdag
Ochtend: Pauze: Middag
08.30-12.00 12.00-13.15 met mogelijkheid tot overblijven 13.15- 15.15
Woensdag
Ochtend:
08.30-12.15
Donderdag
Ochtend: Pauze: Middag
08.30-12.00 12.00-13.15 met mogelijkheid tot overblijven 13.15- 15.15
Vrijdag
Ochtend: Pauze: Middag
08.30-12.00 (groep 2 t/m 4) 12.00-13.15 met mogelijkheid tot overblijven 13.15- 15.15
21
Schoolgids De Triangel
4
Het volgen van de ontwikkeling van uw kind
4.1
Inleiding
In het eerste hoofdstuk hebben wij geschreven hoe wij tegen onze school aankijken. Wij schreven dat wij aandacht hebben voor het individuele kind. Die aandacht is nodig voor het kind dat zich ogenschijnlijk goed ontwikkelt, maar ook voor het kind dat daar, door welke omstandigheid dan ook, meer moeite mee heeft. Met ontwikkeling worden niet alleen de leerprestaties bedoeld, maar ook de ontwikkelingen in sociaal en emotioneel opzicht.
4.2
Kennistoetsen
4.2.1 Algemeen
Op school wordt er regelmatig getoetst. Veel door de Triangel gebruikte methoden bevatten eigen toetsen. Daarnaast maken wij gebruik van methode onafhankelijke (CITO-)toetsen. Met een toets wordt een bepaald onderdeel van de leerstof afgesloten en wordt er gecontroleerd of alle leerlingen de aangeboden stof beheersen. Deze toetsen kunnen op de toegepaste methode zijn afgestemd of kunnen onafhankelijk van de toegepaste methode worden afgenomen. Gedurende het schooljaar zullen de volgende toetsen worden afgenomen: -
-
CITO-leerlingvolgsysteem rekenen/wiskunde (groepen 3 t/m 8 ). CITO-leerlingvolgsysteem begrijpend lezen (groepen 4 t/m 8 ). CITO-leerlingvolgsysteem spelling (groepen 3 t/m 8 ). CITO-leerlingvolgsysteem taal voor kleuters (eind groepen 1 en 2 ). CITO-leerlingvolgsysteem rekenen voor kleuters (groepen 1 en 2) Fonemische analysetest (kunnen onderscheiden van klanken) (eind groep 2). Leestoetsen speciaal voor groep 3 (de school hanteert het dyslexieprotocol). AVI-leestoetsen (groepen 3 t/m 8 ). DMT-leestoets (zoveel mogelijk woorden in 1 minuut lezen) (groepen 3 t/m 8 ). CITO-eindtoets (taal, spelling, rekenen, begrijpend lezen en wereldoriëntatie) (groep 8). ZIEN, observatielijst m.b.t. sociaalemotionele ontwikkeling ( groepen 1 t/m 8).
4.2.2 CITO-toetsen
Het CITO heeft voor tal van leerstofgebieden toetsen ontwikkeld, waarvan inmiddels enkele toetsen zijn ingevoerd op onze school. Deze toetsen zijn landelijk genormeerd en bieden ons de mogelijkheid niet alleen de prestaties van individuele leerlingen, maar ook de schoolresultaten te meten ten opzichte van het landelijk gemiddelde. De niveau-indeling wordt gemaakt door de toetsen af te nemen bij een landelijke steekproef van leerlingen halverwege en aan het einde van een schooljaar. Op basis van de scores van deze groep leerlingen (de vergelijkingsgroep) hebben we een indeling in vijf niveaugroepen gemaakt. In de ‘oude’ toetsen was dit de niveau-indeling A t/m E. Bij de nieuwe toetsen is daar een nieuwe indeling aan toegevoegd: een indeling in vijf groepen van ieder 20%, niveau I tot en met V. Deze indeling is niet strenger, maar de groepen betekenen wat anders:
22
Schoolgids De Triangel
Het voordeel van de nieuwe niveau-indeling in I t/m V is dat de verschillende niveaugroepen ieder even groot zijn. Daardoor is er sprake van een gemiddelde groep, groep III. Dit in tegenstelling tot de ‘oude’ niveau-indeling waar het gemiddelde tussen niveau B en C ligt. In groep 8 wordt de CITO-eindtoets afgenomen. De uitslag van deze toets is mede bepalend voor de keuze van het vervolgonderwijs naast de mening van de directeur, leerkracht en de ouders. Meer informatie vindt u op www.cito.nl via het item klantenservice.
4.2.3 AVI-toets
De AVI-toets meet de vorderingen van de technische leesvaardigheid. Het meet dus niet of een kind begrijpt wat het leest. Het is een hulpmiddel om eventuele belemmeringen tijdig te signaleren zodat daar extra aandacht aan besteed kan worden. Het is voor een leerkracht ook een hulpmiddel om te kunnen bepalen aan welke leesboekjes een kind toe is. Ook voor u als ouders kan het AVI-niveau richtinggevend zijn om samen met uw kind de juiste leesboeken in de bibliotheek of boekhandel te vinden. 4.2.4 Observaties
Groepen 1 en 2
Naast het meten van de leerprestaties door middel van toetsen vindt er ook een meting van de ontwikkeling van het kind in bredere zin plaats. Zo wordt de ontwikkeling van het kind in de groepen 1 en 2 voornamelijk gevolgd door middel van observaties. De bevindingen hiervan leggen we vast op een PRAVOO-kaart. Op deze kaart noteren we de ontwikkeling op het gebied van kringgedrag, spel, werkgedrag, sociaal- emotionele ontwikkeling, taal, motoriek en de cognitieve ontwikkeling. Daarnaast gebruiken we de Beheersingslijst. Op deze lijst staan allerlei begrippen die kinderen moeten kennen als zij in groep 3 willen gaan leren lezen en rekenen.
23
Schoolgids De Triangel
Groepen 1 tot en met 8
Om de sociaal – emotionele ontwikkeling van onze leerlingen goed te kunnen volgen gebruiken wij het observatie instrument ZIEN. ZIEN gaat uit van 7 dimensies die te maken hebben met de sociaal – emotionele ontwikkeling van kinderen. Dat zijn ; Betrokkenheid Kernwoorden zijn hier concentratie, mentale inspanning, nauwkeurigheid, voldoening, doorzetten, prikkels van buitenaf buitensluiten. Heel veel valt af te leiden uit de mimiek van het kind. Welbevinden Bij een leerling die zich goed voelt is zelden symptoomgedrag aanwezig als: huilen, verdrietig gezicht, dingen vernielen, schreeuwen, passief zijn, angstig reageren. De leerling zet zich tijdig en snel over frustraties heen en is flexibel. De leerling heeft dus veerkracht. Sociaal Initiatief De leerling legt eigener beweging contact aan met de anderen en doet dit ook op een ‘handige’ manier. Hij voelt zich competent in de omgang met anderen, is dus niet sociaal angstig. Sociaal angstige leerlingen zijn niet altijd teruggetrokken. Sociale angst kan zich ook uiten in clownesk of agressief gedrag. Sociale Flexibiliteit De leerling is zelfredzaam in wisselende sociale situaties. Hij is niet eenkennig, star of vormvast. Leerlingen die niet flexibel zijn, ervaren open situaties als bedreigend. Ze voelen zich prettig bij veel structuur. Vormvaste leerlingen geven vaak signalen van stress of onbehagen af wanneer de dingen niet gaan zoals ze in hun hoofd hadden. Sociale Autonomie (eigenheid) De leerling heeft eigen inbreng tijdens zijn contacten in de klas en daarbuiten. Anders gezegd: de leerling beschikt over voldoende eigenheid. Dit uit zich in eigen ideeën, hobby’s, duidelijke voorkeuren en interesses, een belangstellende en onderzoekende houding. Leerlingen met weinig eigenheid zijn makkelijk beïnvloedbaar door anderen, zijn sterk gericht op wat anderen van hen vinden, proberen daarom bij anderen in de gunst te komen, vertonen meeloopgedrag, maken niet zo makkelijk eigen keuzes, houden hun omgeving goed in de gaten, gebruiken hun inlevingsvermogen vooral om erbij te horen, vinden het moeilijk bij eigen keuzes te blijven, enzovoort. Impulsbeheersing De leerling controleert zijn gedrag tijdens zijn contact met anderen. Hij geeft de ander voldoende ruimte en kan impulsen beheersen. Inlevingsvermogen De leerling toont tijdens de les en/of daarbuiten begrip voor de gedachten en gevoelens van een ander. Hij kan afstemmen op de behoeften van anderen. Leerlingen met een goed inlevingsvermogen dragen doorgaans positief bij aan het groepsklimaat. Het zijn kinderen met een ‘sociale antenne’. Het beschikken over zo’n sociale antenne is voorwaarde om kwalitatief goed contact met anderen te hebben.
Rondom deze dimensies zijn er stellingen gemaakt die voor elk kind worden ingevuld. Uiteraard worden al deze stellingen voor elke leeftijd anders gescoord. Aan de hand van de ingevulde stellingen komt er een profiel van een leerling uit. Daarin kun je zien wat de sterke kanten van deze leerling zijn of op welk gebied er ondersteuning of hulp gegeven kan worden. Dit kan ook op groepsniveau. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat de leerling naar aanleiding van het invullen wordt beoordeeld. Het is niet goed of fout ! Elk kind maakt zijn eigen ontwikkeling door en heeft in meer of mindere mate behoefte aan steun of hulp. Door ZIEN zijn wij in staat dit beter te ontdekken en te geven.
24
Schoolgids De Triangel
Rapporten De ouders ontvangen twee keer per jaar een rapport over hun kind. Daarin staat hoe uw kind op school omgaat met het werk en met anderen. We maken daarin onderscheid per leerjaar. Groep 1
:
krijgt geen rapport mee naar huis
Groep 2 t/m 8
:
krijgen tweemaal per jaar een rapport
Het rapport is een combinatie van tekst en cijfers.
4.3
Leer- en gedragsproblemen
4.3.1 Zorgverbreding
De school streeft er naar om de lessen zodanig in te richten en uit te voeren dat elk kind optimaal kan functioneren. Dit lukt natuurlijk niet altijd. Door middel van de zogenaamde ‘zorgverbreding’ wordt getracht om leer- en gedragsproblemen op te lossen. Deze zorgverbreding kan uit verschillende activiteiten bestaan. 4.3.2 Verlengde instructie
Als blijkt dat een kind niet genoeg heeft aan de tijd die een leerkracht aan een vak besteedt, zal in een kleine groep verlengde instructie worden gegeven. Heeft een kind hieraan niet genoeg, dan zal er voor deze leerling een hulpplan worden geschreven. Met dit plan krijgt een leerling extra hulp en, waar het kan, voorinstructie over de aangeboden stof. Zo nodig wordt een individueel leerstoftraject worden vastgesteld in overleg met de ouders en de intern begeleider. Dit laatste geldt overigens ook voor een kind dat juist extra uitdagingen nodig heeft. 4.3.3 Interne begeleiders
De interne begeleiders coördineren de gang van zaken rondom de zorgverbreding. Bij ons op school is dat Anja van den Hoorn voor de reguliere groepen en Astrid van Helmondt voor de opmaatgroep. Zij voeren regelmatig overleg met alle groepsleerkrachten. Zij ondersteunen hen planmatig bij het signaleren, diagnosticeren en remediëren van problemen bij leerlingen. Dit betekent dat er een onderzoek naar het probleem plaatsvindt en dat er gerichte hulp gezocht wordt. Meer specifiek heeft de intern begeleider de volgende taken: -
het ondersteunen en begeleiden van de leerkrachten bij het signaleren van leeren/of gedragsproblemen; het voeren van overleg met de leerkrachten over de toetsresultaten; het helpen van de leerkrachten bij het opstellen en uitvoeren van een hulpplan voor een leerling of de groep; het evalueren en eventueel bijstellen van een hulpplan; het aanwezig zijn bij oudergesprekken als de leerkracht dat wenst; het aanwezig zijn bij gesprekken met hulpverleners; het opstellen van een toetskalender in overleg met de directie; het bewaken van de afspraken rond de speciale zorg op school; het bijhouden van het leerlingvolgsysteem, het toetsprogramma en mogelijk ook toetsen afnemen; het onderhouden van contacten met de schoolbegeleidingsdienst en met de scholen voor speciaal basisonderwijs; het inventariseren en beheren van leermiddelen die gebruikt kunnen worden voor extra hulp
25
Schoolgids De Triangel
4.5.4 Protocol Leesproblemen en Dyslexie
Het Protocol ‘Leesproblemen en Dyslexie’ is bedoeld om leerkrachten van de basisschool houvast te geven bij het snel onderkennen en aanpakken van leesproblemen. Uit onderzoek is bekend dat hoe eerder leesproblemen worden opgespoord, hoe groter de kans is dat ze kunnen worden opgelost. Gewoon op de eigen school. Soms zijn leesproblemen zo complex en hardnekkig dat hulp van buitenaf noodzakelijk is om te achterhalen wat de oorzaak is. Ook dan is een tijdige signalering belangrijk. Door het dyslexieprotocol wordt de aanpak van leesproblemen controleerbaar en efficiënt. Wat betekent dit inhoudelijk voor onze school? Aan het einde van groep 2 worden leerlingen gescreend met behulp van de fonemische analysetest. In combinatie met de Cito ‘Taal voor kleuters’ maakt deze test duidelijk of de leerling klaar is voor het leesproces dat in groep 3 begint. Mochten er twijfels zijn over een leerling, dan zal er een toets ‘Risicofactoren voor lezen / spellen worden afgenomen. In groep 3 worden de kinderen nauwlettend gevolgd door middel van de toetsen van het Dyslexieprotocol: rond de herfstvakantie (herfstsignalering), in januari, maart (krokussignalering), eind april en half juni. Deze toetsuitslagen worden in kaart gebracht door de intern begeleider en doorgesproken met desbetreffende leerkracht. Naar aanleiding van deze gesprekken worden leerlingen in niveaugroepen ondergebracht. Kinderen die extra begeleiding nodig hebben krijgen die dan van de eigen leerkracht. Het streven van de school is om de leerlingen op niveau van AVI3 naar groep 4 te laten gaan. Dat zal niet bij alle kinderen lukken; zij komen direct bij aanvang van groep 4 in leesinstructiegroepjes terecht Wij gebruiken hiervoor de methode ‘Estafette’. Dat is een intensieve manier van lezen onder begeleiding met als doel de leerling alsnog aan het lezen te krijgen en het dan ook verder te helpen. In groep 4 begint ook het spellingsproces. Als een leerling op beide gebieden uitvalt en na intensieve begeleiding niet vooruitgaat, dan zou er sprake kunnen zijn van dyslexie. In overleg met de ouders kan dan besloten worden om vanaf groep 5 een dyslexie- onderzoek te laten doen. Dat kan gedaan worden door de CED-groep (schoolbegeleidingsdienst) of extern, door de ouders zelf. Wat kunnen wij als school bieden als een leerling een dyslexieverklaring krijgt:
-
extra tijd bij het maken van toetsen het laten voorlezen van teksten extra lees- en spellingbegeleiding door de leerkracht evt. een aangepast spellingsprogramma de leerling kan gebruik maken van speciale spellingsprogramma’s op de computer informatie voor ouders over de aanschaf van speciale dyslexiesoftware
4.3.4 Externe instanties
In sommige gevallen is de kennis die wij binnen onze school hebben niet genoeg om een leerling verder te helpen. In overleg met u als ouder kunnen wij dan de hulp inroepen van externe instanties Deze kunnen zijn:
-
de schoolbegeleidingsdienst (CED-groep); het Zorgcentrum (Weer Samen Naar School) Opdidakt
Afhankelijk van het probleem kunnen wij een beroep doen op ambulante begeleiding, orthopedagogen of een maatschappelijk werkster. Ook kunnen wij contact opnemen met de schoolarts, of logopedist. Er vindt vooraf een intakegesprek plaats met de ouders en de leerkracht. Daarna volgt er een onderzoek of observatie aangepast aan de situatie. De resultaten worden besproken met de ouders en de leerkracht en er worden adviezen gegeven voor school en thuis.
26
Schoolgids De Triangel
4.3.5 Ouders
U als ouder speelt bij de zorgverbreding een belangrijke rol. Mocht uw kind tegen een probleem aanlopen dan zal dat met u worden besproken tijdens een contactavond of in een gesprek waarvoor de leerkracht u heeft uitgenodigd. Aan de andere kant kunt u natuurlijk ook altijd zelf met uw vragen en opmerkingen terecht bij een leerkracht. Als ouder speelt u bij de zorgverbreding een belangrijke rol. Mocht uw kind tegen een probleem aanlopen dan zal de leerkracht dat met u bespreken. Dat kan op een contactavond of in een gesprek waarvoor de leerkracht u heeft uitgenodigd. Aan de andere kant kunt u natuurlijk ook altijd zelf met uw vragen en opmerkingen terecht bij een leerkracht. Mocht het wenselijk zijn dat een leerling wordt getest, dan gebeurt dit altijd in overleg met de ouders. Ouders moeten hiervoor ook toestemming geven. De gegevens van de test of onderzoek worden met de ouders besproken, samen met de schoolbegeleider die dit onderzoek heeft gedaan. In de meeste gevallen overleggen ouders en school samen over de onderzoeken of testen die moeten worden gedaan. Het kan ook voorkomen dat u als ouder een probleem signaleert en dan zelf een onderzoek bij een externe instantie laat uitvoeren. Wij willen graag dat u ook dan met ons overlegt. Vroeg of laat willen deze externe instanties namelijk ook de mening van de school horen over uw kind. Voor ons is het lastig om op dergelijke informatieverzoeken in te gaan als wij niet betrokken zijn bij het hele proces. 4.3.6 Overgaan of een jaar overdoen?
Soms is het beter dat een kind een schooljaar overdoet. Wij hanteren daarbij het volgende stappenplan: 1.
Periode nov./dec.
:
2. 3. 4.
nov./dec. jan./maart jan./april
: : :
5.
jan./juni
:
6.
maart–april
:
7. 8.
eind mei augustus– september
: :
Inhoud de signalering; welk kind behoort tot de risicogroep? start van het overleg; verzamelen van informatie; bepalen van de ‘ leerbaarheid’ van de leerling; communicatie met de ouders; verzamelen van gegevens over de toekomstige groep; de beslissing; handelingsplan.
4.3.7 Toelatingsbeleid van LGF-geïndiceerde leerlingen (voorheen Rugzakleerlingen)
Bij elke aanmelding bepaalt de school, of ze zich in staat acht de vereiste hulp en begeleiding te bieden op korte en langere termijn. Het is niet op voorhand hard te maken welke leerlingen wel / niet op de school geholpen kunnen worden. Op basis van dit door het bestuur vastgestelde beleid beslist de directeur over toelating in elk individueel geval. Dit besluit kan pas worden genomen na overleg met het team en de intern begeleider. Uitgangspunten voor toelating van LGF-geïndiceerde leerlingen.
Elke aanmelding van een leerling met een handicap, stoornis en / of leerachterstand staat op zichzelf en zal op een individuele, zorgvuldige manier worden beoordeeld. We gaan hierbij uit van een door de Commissie van Indicatiestelling afgegeven beschikking. Het speciaal onderwijs is ingedeeld in 4 clusters: Cluster 1
Visueel gehandicapten en blinde kinderen Dit cluster valt buiten de regeling leerling-gebonden financiering. Dit betekent dat er in overleg met de school voor speciaal onderwijs ondersteuning in het regulier onderwijs wordt gegeven. Cluster 2
Dove en slechthorende kinderen Kinderen met ernstige taal-spraakmoeilijkheden (ESM)
27
Schoolgids De Triangel
Cluster 3
Meervoudig gehandicapte kinderen (MG) Langdurig zieke kinderen (chronische, somatische ziekten) Lichamelijk gehandicapte kinderen (LG) Verstandelijk gehandicapte kinderen (VG) Cluster 4
Kinderen met gedragsstoornissen, ontwikkelingsstoornissen en psychiatrische problematiek Toelating tot een school binnen de vereniging is bespreekbaar bij een enkelvoudige handicap in cluster 1, 2, 3 en 4. Belangrijk toelatingscriterium is de aard en zwaarte van de handicap in combinatie met de feitelijke (on)mogelijkheden van de basisschool om leerlingen met een handicap adequaat onderwijs te kunnen bieden. Daarbij nemen we in principe het leerjaar waarin de leerling eventueel geplaatst wordt als uitgangspunt. Belangrijk is, dat de aanmelding wordt ondersteund door de Commissie van Indicatiestelling, die telkens na vier jaar wordt herhaald. (behalve in cluster 2, als een kind naar het VO gaat, want dan moet een ESM-indicatie omgezet worden in een SH-indicatie) Ingrijpende bouwkundige aanpassingen van ingangen en toiletten kunnen alleen plaats vinden, wanneer de overheid daar middelen voor toekent (geldt alleen bij een lichamelijke handicap). Uitgangspunten betreffende:
Het kind: * Het kind * Het kind * Het kind * Het kind * Het kind
is is is is is
in staat te functioneren in een groep van ongeveer 25 leerlingen in staat onderwijs cognitief en sociaal-emotioneel te volgen in staat emotionele aansluiting te kunnen vinden met groepsgenoten door zijn gedrag geen onverantwoord risico voor zichzelf en anderen zindelijk
De ouders: * De ouders van het kind zijn actief betrokken in het proces van aanname en uitvoering * De school sluit met de ouders een overeenkomst af, waarin verwezen wordt naar het vastgestelde beleid van de school t.a.v. de opname van kinderen met een handicap. De looptijd is een jaar en zal elk schooljaar opnieuw worden vastgesteld. De overeenkomst wordt door ouders en school ondertekend. Onderdeel van de overeenkomst is het handelingsplan op basis waarvan de leerlinggebonden financiering zal worden toegekend. * De ouders worden minimaal zes keer per jaar uitgenodigd voor een evaluatie-/voortganggesprek. Deze gesprekken vinden plaats onder schooltijd. Als uit deze gesprekken blijkt dat het kind: - zich niet (meer) ontwikkelt - niet (meer) voldoet aan bovengenoemde voorwaarden voor de leerling verlenen ouders volledige medewerking aan overplaatsing naar een andere(REC-)school voor hun kind. Dit geldt ook als de school niet meer die zorg kan bieden, die het kind nodig heeft. * De ouders zijn bereid en in staat te (laten) assisteren bij activiteiten, zoals excursies, schoolreisjes e.d. * De ouders dragen zorg dat de school wordt geïnformeerd over de medische ontwikkeling van het kind. De groep: * Per schooljaar stellen de directie en de interne begeleiders de zorgcapaciteit vast van een groep. Hierbij wordt rekening gehouden met de groepsgrootte, het aantal zorgkinderen aan de hand van de handelingsplannen en de draagkracht / ervaring van de groepsleerkracht(en). * De samenstelling van de groep dient zodanig te zijn dat het kind met een handicap zich veilig kan voelen en emotioneel aansluiting kan vinden. * De eventuele fysieke belasting, die de opname van het kind met een handicap met zich meebrengt, dient acceptabel te zijn voor groepsleerkrachten en de groep. De school: * De school kan rekenen op gespecialiseerde hulp vanuit een REC-school; deze ondersteuning is vastgelegd in een werkovereenkomst, waarin ook het begeleidingsplan van de desbetreffende RECschool is opgenomen * De school ontvangt van het ministerie van OC&W een leerlinggebonden budget * De school verzoekt ouders een eventueel toegekend persoonsgebonden budget voor (para-) medische begeleiding zo nodig in te zetten in de schoolsituatie (bijv. bij lichaamsgebonden hulp) * Binnen onze zorgstructuur en schoolorganisatie dient het kind met een handicap goed opgevangen te kunnen worden
28
Schoolgids De Triangel
* Het schoolgebouw kan, indien nodig, met subsidiegelden worden aangepast * Het team staat achter de toelating van het kind * Het team of teamleden krijgen de mogelijkheid de benodigde kennis passend bij de handicap te verwerven. Algemeen
Verstoring van de rust en veiligheid: Bij ernstige gedragsproblematiek is het niet altijd mogelijk om binnen de reguliere setting een zodanige schaal en mate van structuur te realiseren dat van een adequate leeromgeving sprake is. In veel gevallen zullen de gedragsproblemen ook de aanleiding van de aanmelding voor indicatiestelling zijn. Daarmee is dan eigenlijk al duidelijk dat de reguliere setting in zijn mogelijkheden tekortschiet, ondanks enige extra faciliteiten en middelen. Inpassing verzorgings/behandelingonderwijs: De vereiste mate van zorg (verzorging) en/of behandeling van de aankomende leerling dient zodanig ingepast te kunnen worden in het onderwijs, dat in nieuwe setting noch de zorg en behandeling, noch het onderwijs lijdt onder de nieuwe situatie. De vraag kan dan gesteld worden of een geïntegreerde setting wel zinvol is ondanks de extra faciliteiten voor de school en de ambulante begeleiding. Verstoring van het leerproces: Leerlingen met een handicap vragen (net als andere zorgleerlingen) aandacht van de leerkracht. Dit zou nadelig kunnen uitpakken voor de reguliere leerlingen. Het thema van de aandachtverdeling en de effectieve leertijd geldt ook in een volstrekt reguliere setting. Een zekere mate van interferentie wordt politiek maatschappelijk aanvaardbaar geacht; het is immers de wettelijke opdracht aan het basisonderwijs om om te gaan met verschillen. De directeur bepaalt, mede op basis van advies van de interne begeleider en evt. de remedial teacher, wanneer in redelijkheid teveel van de basisschool wordt gevraagd. Hierbij in acht nemend dat de school ook extra gefaciliteerd wordt. Financiën: De school maakt inzichtelijk op welke manier de ontvangen subsidie (voor personeel en materieel) wordt ingezet. Aanmeldingsprocedure
Wat betreft de procedure: zie hierna “Toelatingsprotocol voor rugzakleerlingen” Opmerking: * als een aangemelde leerling al een rugzakje heeft, neemt de desbetreffende REC-school van deze leerling zelf contact op met de school * dit protocol wordt ook gebruikt wanneer voor een al op school zittende leerling een LGFbeschikking wordt aangevraagd. 4.4.7 Toelatingsprotocol voor de Opmaatgroepen voor leerlingen van buitenaf
Het toelatingsbeleid voor kinderen met een Leerling Gebonden Budget, zoals dat is opgesteld door Vereniging De Oorsprong. Fase 1 Ouders verzoeken de school hun kind te plaatsen
Dit kan mondeling of schriftelijk plaatvinden. Fase 2 Gesprek met de intern begeleider. De school heeft contact met desbetreffende basisschool / REC-school
De ouders schetsen een beeld van hun kind en van hun motivatie en verwachtingen. Indien ouders beschikken over een (deel van een) dossier over hun kind overleggen ze dit aan de school. Toelichting van de school t.a.v. de begeleiding van kinderen met een handicap.
De Opmaatgroep zal 4 ochtenden in week les krijgen van 9.00u – 12.00u. Op woensdag zitten de leerlingen in de reguliere groep. Doel van deze ochtenden is dat kinderen met een LGF-indicatie en kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, onderwijs op maat aangeboden krijgen. De groepen hebben maximaal 10 leerlingen. Leerlingen van de Triangel hebben voorrang bij plaatsing binnen de Opmaatgroep.
29
Schoolgids De Triangel
Fase 3 Toelichting toelatingsprocedure
In de eerstvolgend geplande leerling-bespreking zal de intern begeleider het team inlichten over een mogelijke nieuwe leerling. In deze bespreking zal er met een teambesluit een voorlopig ja, of een nee gegeven worden. Bij een ja zullen er uitvoerig vervolggesprekken plaatsvinden met de intern begeleider, om te kunnen bepalen of het mogelijk is de desbetreffende leerling goed te begeleiden.
Eigen leerlingen:
Binnen onze school zijn er ook leerlingen die extra zorg nodig hebben; Als blijkt dat er een leerling is die ondanks een diagnose van buitenaf en evt. een flinke leerachterstand heeft, maar niet in aanmerking komt voor een rugzak, zal er met team en ouders worden overlegd of deze leerling al dan niet in de opmaatgroep geplaatst kan / moet worden. Eigen leerlingen met een rugzak worden automatisch geplaatst in de opmaatgroep (mits dit in belang is van de leerling). Tijdens het lopend seizoen zal een inventarisatie gedaan worden tijdens leerling-besprekingen in december en april, zodat duidelijk is hoeveel leerlingen van de Triangel geplaatst gaan worden en hoeveel leerlingen er evt. van buitenaf een plek kunnen krijgen. 4.4.8 Verwijzingsprocedure
Wanneer aan het einde van ons leerling-zorg traject de keuze voor een speciale school voor basisonderwijs (SBO) raadzaam wordt, geldt de volgende procedure. -
-
-
in een gesprek met ouders, leerkracht(en) en intern begeleider wordt besloten een aanmeldingsprocedure te starten. Hiervoor is altijd toestemming van u als ouder noodzakelijk; de school stelt een onderwijskundig rapport op voor de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) van ons samenwerkingsverband; deze PCL beslist over toelaatbaarheid van het kind op de speciale school voor basisonderwijs ‘De Brug’ te Zeist; de ouders melden hun kind zelf aan op ‘De Brug’ of bij een andere school voor SBO.
Wanneer ouders kiezen voor een andere school voor speciaal basisonderwijs, moet ook de PCL van dat samenwerkingsverband beslissen over toelaatbaarheid. Ouders kunnen in beroep gaan tegen de uitspraak van een PCL bij de geschillencommissie.
Voor leerlingen die een school voor speciaal basisonderwijs bezoeken is de gemeentelijke ‘Verordening Leerlingenvervoer’ van belang. Vroegtijdig contact van de ouders met de gemeente Utrechtse Heuvelrug is raadzaam.
4.4
Naar het voortgezet onderwijs
4.4.1 Algemeen
De overgang van basisschool naar het voorgezet onderwijs is een hele stap. We proberen de kinderen daar goed op voor te bereiden. Zelfstandigheid, taakgerichtheid en omgaan met agenda/huiswerk zijn daarbij erg belangrijk. Daar besteden we veel aandacht aan in groep 7 en vooral in groep 8. Naar welke school een kind gaat hangt van een aantal factoren af. 4.4.2 Procedure
In nauwe samenwerking tussen kind, ouders en de leerkrachten van groep 8 wordt de volgende planning gehanteerd:
30
Schoolgids De Triangel
Wanneer September
Wat -
-
Oktober
-
-
November
-
-
Januari
-
-
Februari
-
Maart
-
April
-
Mei
-
Juni
-
Eerste informatie over het te volgen traject
Inventarisatie leerlingen drempelonderzoek op basis van resultaten en leerstijl. Aankaarten drempelonderzoek bij ouders toestemmingsformulier en ouderfolder m.b.t. drempeltoets/test Aanvragen van de cito eindtoets Afnemen drempelonderzoek Uitdelen povogids en informatiegids van school Bezoek Revius/Maarsbergen
School Informatiebrief groep 8 Leerkracht groep 8/IB
Thuis Ouders
-
Leerkracht groep 8/IB
-
Ouders
-
Leerkracht groep 8/ib Voor afname drempelonderzoek wordt per leerjaar bekeken wie dat doet. Leerkracht groep 8/ib
-
Ouders Kinderen
-
Ouders en kinderen
-
Definitief adviesgesprek. Toestemmingsformulier voor aanmelden voortgezet onderwijs Continueren voorbereiding cito Bekijken wie er in aanmerking komen voor het voorlezen citoeindtoets. Onderwijskundige rapporten invullen
-
-
Leerkracht groep 8/ib
-
kinderen
aanmelding voortgezet onderwijs Gesprekken met het voortgezet onderwijs Eerste plaatsingsronde Tweede plaatsingsronde Cito-eindtoets Gesprekken met het voortgezet onderwijs Definitieve plaatsingsronde Uitslag Cito-eindtoets Prognosegesprekken met ouders en kinderen individueel van groep 7
-
Leerkracht groep 8/ib
-
Ouders
-
Leerkracht groep 8
-
Leerkracht groep 7 en 8 IB er
-
Ouders leerlingen
-
31
Schoolgids De Triangel
4.4.3 Naar de brugklas
De overgang van uw eigen ‘groep 8-er’ naar de brugklas zo soepel mogelijk laten verlopen, dat wilt u toch ook? De Triangel doet er alles aan om uw kind zo goed mogelijk voor te bereiden op zijn/haar toekomst. Om hem / haar uit te rusten met kennis en sociale vaardigheden om de stap naar het voortgezet onderwijs te maken. In die taak gaat veel tijd en energie zitten. Graag ondersteunen wij uw ‘groep 8-er’ door ze specifieke studievaardigheden aan te leren, die ze nodig hebben in de brugklas en hun verdere schoolcarrière. 4.4.4 Naar welke school?
De uitstroom naar het voortgezet onderwijs is ieder jaar verschillend. Dat heeft te maken met het feit dat de samenstelling van groep 8 steeds weer anders is wat betreft belangstelling, mogelijkheden en intelligentie van de kinderen. Onze uitstroom van de afgelopen 3 jaar ziet er als volgt uit ;
vmbo met LWOO
vmbo-kb / vmbo(g)tl bb
2010 – 2011
2
2011 – 2012
3
VMBO / HAVO
Havo (/ vwo)
vwo – gym of TTO
Aantal lln
5
4
15
4
7
4
4
19
2012 – 2013
4
2
4
8
3
21
2013 – 2014 *
1
3
5
4
1
14
* In deze groep 8 zitten 16 leerlingen, waarvan er 14 de citotoets gemaakt hebben. Twee leerlingen gaan met een lgf-indicatie naar Privaatonderwijs De Triangel blijft (weliswaar op afstand) de ex-leerlingen volgen. Wij hebben schriftelijk contact met de middelbare scholen omdat wij van hen de rapporten krijgen van onze oud-leerlingen. Bovendien zijn wij in contact met het Revius door middel van workshops. Wij houden de meerjarige uitstroomcijfers bij en deze zijn voor ouders ter inzage.
32
Schoolgids De Triangel
5
De ouders / verzorgers
5.1
Inleiding
Wij weten dat de ouders/verzorgers hun kinderen aan ons toevertrouwen en er vanuit gaan, dat we de kinderen een plezierige en zeer leerzame tijd zullen geven op school. De Triangel hecht grote waarde aan een goed contact tussen ouder(s)/verzorger(s) en leerkrachten. Door betrokkenheid van ouders wordt het voor ons duidelijk wat ouders belangrijk vinden. Bovendien zijn we ons ervan bewust dat heel wat dingen binnen onze school niet mogelijk zijn zonder de inbreng van de ouder(s) /verzorger(s). U als ouder hebt de mogelijkheid u nauwer betrokken te voelen bij de dagelijkse gang van zaken op school en u kunt makkelijker contact hebben met de leerkrachten. De meeste kinderen vinden het ook erg leuk wanneer hun ouders op school meehelpen. 5.2
Ouderparticipatie
Ouderparticipatie kent vele vormen. Ouders kunnen een structurele bijdrage aan school leveren door zitting te nemen in de Medezeggenschapsraad of Ouderraad. Maar ook incidenteel kunt u helpen. U kunt hand- en spandiensten verlenen zoals het fungeren als fietshulp, rijden bij klassenactiviteiten, helpen bij sportdag of sporttoernooi, klussen op school, meelopen naar gymzaal of zwembad en tijdens de traditionele Doornse avondvierdaagse. Activiteiten van ouders die door ons zeer gewaardeerd worden omdat het de kinderen ten goede komt en de teamleden in staat stelt meer tijd te besteden aan het lesgeven. 5.3
Ouderraad
5.3.1 Brug tussen ouders en school
De ouderraad informeert en ondersteunt de ouders bij hun contacten met de school. Ouders kunnen vragen en klachten (bijvoorbeeld over het overblijven, de ouderbijdrage en de (verkeersveiligheid in en om school) voorleggen aan de ouderraad; deze zorgt dat ze op de juiste plek terechtkomen en zorgvuldig worden behandeld. De ouderraad staat ook open voor ideeën. 5.3.2 Achterban medezeggenschapsraad
De ouderraad is een weerspiegeling van alle ouders van de school en dient als achterban van de hierna te bespreken medezeggenschapsraad. De oudergeleding van de medezeggenschapsraad gebruikt de ouderraad om meningen te peilen en advies in te winnen om zo een beslissing te kunnen nemen die door het merendeel van de ouders gedragen wordt. 5.3.3 Beheer ouderbijdrage
De ouderraad beheert de ouderbijdrage van de ouders (€ 50 per kind per jaar) Met dit geld financiert de ouderraad onder andere activiteiten als schoolreisje (eens in de twee jaar), sinterklaas kerst en het startfeest. De ouderbijdrage is een vrijwillige bijdrage. Elk jaar wordt er een begroting gemaakt. Jaarlijks wordt de kas gecontroleerd door de kascommissie, die samengesteld wordt tijdens de jaarvergadering. De ouderraad ontvangt haar bijdrage graag op rekeningnr. NL87 ABNA 0524365377 ten name van Ouderraadsfonds ‘De Triangel’. 5.3.4 Organiseren activiteiten
De ouderraad organiseert in samenwerking met het team schoolactiviteiten als Sinterklaas, Kerst, Pasen, Pinksteren, startfeest, koningsdag, schoolreis, de deelname aan de avondvierdaagse etc. Ook ondersteunt ieder ouderraadslid de leerkracht van de eigen groep bij het voorbereiden en uitvoeren van bepaalde groepsactiviteiten zoals excursies. 5.3.5 Samenstelling
De actuele samenstelling van de ouderraad kunt u vinden op onze website. www.triangeldoorn.nl
33
Schoolgids De Triangel
5.4
Medezeggenschapsraad
5.4.1 Taken en bevoegdheden
Taken en bevoegdheden De medezeggenschapsraad (MR) heeft tot taak de openheid, openbaarheid en het onderling overleg tussen de diverse geledingen (bestuur, directie, ouders, leerkrachten, leerlingen) van de school te bevorderen. Dit is in het belang van het goed functioneren van de school en het realiseren van de beoogde doelstellingen. Op hoofdlijnen wordt meegedacht, kritisch gevolgd en gecontroleerd, als ook soms het initiatief genomen. De medezeggenschapsraad heeft drie soorten rechten: - instemmingsrecht - adviesrecht - recht op informatie. Het bestuur en de directie moeten in een aantal gevallen de medezeggenschapsraad instemming of advies vragen over bepaalde beleidszaken zoals het schoolwerkplan. zorgplan, formatieplan en taakverdeling. Op andere terreinen wordt de MR om zijn mening gevraagd. Daarbij kunt u denken aan het vaststellen van regels op het gebied van veiligheid of pesten. De recente ontwikkelingen zoals de fusie, mogelijke verbouw/nieuwbouw op de huidige locatie of een lumpsum financiering en alle verder complicerende maatregelen vanuit regering en ministerie zijn ingrijpend. Het bewaken van de kwaliteit en de identiteit van onze school in het belang van onze kinderen en het werkplezier van de teamleden is een belangrijke taak van de MR. De medezeggenschapsraad heeft niet tot taak zaken aan de orde te stellen die ouder(s)/verzorger(s) direct met leerkrachten en/of de directie kunnen bespreken. 5.4.2 Samenstelling
De medezeggenschapsraad bestaat uit vier leden. Twee leden worden gekozen door en uit ouder(s)/verzorger(s), de andere twee leden worden gekozen door en uit het schoolteam. De actuele samenstelling van de medezeggenschapsraad kunt u vinden op onze website www.triangeldoorn.nl
5.5
Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad
De Triangel maakt samen met Hoog Moersbergen en De Wijngaard en vijf christelijke basisscholen uit Wijk bij Duurstede en Driebergen deel uit van de elders in de schoolgids te bespreken ‘Vereniging De Oorsprong’. Veel van de beslissingen van het verenigingsbestuur zijn voor al deze scholen van even groot belang. Daarom is er een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR), waaraan dergelijke beslissingen worden voorgelegd. Van elke school zitten er twee MR-leden in de GMR. De actuele samenstelling kunt u vinden op onze website www.triangeldoorn.nl
5.6
Mondelinge informatievoorziening
5.6.1 Inloopmiddag
2 x in het schooljaar houden wij een inloopmiddag voor de ouders van alle groepen. Tijdens deze middag zullen de leerlingen ( dus uw eigen zoon/dochter) uitleg geven over welke vakken ze krijgen en wat daarvoor wordt gebruikt op school. De leerkracht is hierbij aanwezig om uitleg te geven over de inhoud van het lesprogramma van het komende schooljaar. 5.6.2 Schoolse activiteiten
Ouder(s)/verzorger(s) ontmoeten elkaar tijdens projecten, vieringen, musicals, voorlichtingsavonden, etc. Tevens zijn er veel contacten met ouders over allerlei schoolse activiteiten (bijvoorbeeld meefietsen, klussen en lezen). Dat zijn momenten waarop u met leerkrachten en andere ouders van gedachten kunt wisselen over zaken die de school aangaan.
34
Schoolgids De Triangel
5.6.3 Contactmiddagen
Tijdens de contactmiddagen kunt u de vorderingen van uw kind bespreken met de betreffende leerkracht. Deze gesprekken vinden plaats in de middagen en duren 10 minuten per kind. . U kunt zelf een willekeurige dag en tijdstip uitkiezen wat u die week het beste uitkomt. De gesprekken vinden plaats vanaf 16.00 uur aansluitend aan de schooldag. U kunt 2 weken van tevoren inschrijven op de inschrijflijsten die bij de klassen hangen. Op deze inschrijflijsten staan de dagen en tijdstippen dat de betreffende leerkracht tijd heeft om met u in gesprek te gaan. U kunt zich inschrijven bij de instructieleerkracht van uw kind. De lijsten hangen er een week zodat de leerkracht ook de tijd heeft om de gesprekken voor te bereiden. Als elk ouderpaar ongeveer 2 á 3 keer per jaar intekent is er ruimte genoeg voor iedereen. Wij hebben met de ouders van de kinderen van de opmaat – groepen afgesproken dat zij geen gebruik maken van deze reguliere contactmiddagen. Zij hebben op andere tijdstippen overleg over hun zoon/dochter. 5.6.4 Contacten met leerkracht en directie
Er bestaat altijd de gelegenheid om een afspraak te maken met de leerkracht. Als u met de leerkracht uw probleem hebt besproken, maar u vindt dat uw probleem onvoldoende wordt onderkend, kunt u contact met de directie opnemen. Deze zal met u een afspraak maken om over uw probleem te spreken. Wanneer het probleem zodanig is, dat als eerste stap het bespreking met de groepsleerkracht niet de aangewezen weg is, kunt u meteen een afspraak met de directie maken. Het is vanzelfsprekend, dat er in alle gevallen gezocht wordt naar een voor alle partijen bevredigende oplossing.
5.7
Schriftelijke informatievoorziening
De schriftelijke informatievoorziening wordt onder andere gegeven door:
-
het uitgeven van deze schoolgids; het verschaffen van relevante en actuele informatie op onze website; het uitgeven van de informatiebulletins
Op de website verschaffen wij informatie over het dagelijks reilen en zeilen op school.
5.8
Werkende ouder(s)/verzorger(s)
Het komt nogal eens voor dat beide ouder(s)/verzorger(s) werken. Wij vinden het dan noodzakelijk om te weten, waar we u in geval van nood kunnen bereiken en waar we uw kind in geval van ziekte naar toe kunnen brengen. Het is voor u als ouders/verzorgers wellicht niet altijd mogelijk om zelf uw kind af te halen. Wanneer dat het geval is weten wij als school graag door wie uw kind wordt opgehaald. Dit geldt in het bijzonder voor de jonge kinderen. Om te voorkomen dat de kleuters ongemerkt de straat oprennen of met zo maar iemand meegaan, wachten deze kinderen met hun leerkracht bij het eerste hek. Pas als voor de leerkracht duidelijk is dat het kind wordt opgehaald door de ouders of een vertrouwd persoon mag het kind naar het hek aan de straatkant gaan. Wanneer de afhaler te laat is gaat het kind met de leerkracht weer mee naar binnen.
5.9
Kinderen van gescheiden ouders
Ouders blijven ouder van hun kind ook als ze gescheiden zijn. De school vindt het belangrijk dat beide ouders zich betrokken voelen bij de vorderingen en ontwikkeling van hun kind op school. Wij hebben als uitgangspunt dat ouders samen verantwoordelijk zijn om in dat verband goede afspraken te maken en deze na te komen. Afhankelijk van het geregelde gezag gaat de school er vanuit dat belangrijke beslissingen gezamenlijk worden genomen, of dat de gezagsouder de niet-gezagsouder daarvoor raadpleegt. Wanneer ouders er samen niet uitkomen, houdt de school zich aan datgene dat hierover in de wet is opgenomen. Dit betekent bijvoorbeeld dat de school desgevraagd informatie zal geven aan de niet-gezagsouder.
35
Schoolgids De Triangel
6
De mensen in en rond de school
6.1
Het bestuur
6.1.1 Vereniging ‘De Oorsprong’
De Triangel is één van de acht scholen die behoren tot de vereniging “De Oorsprong”. De volledige naam van onze schoolvereniging luidt: vereniging “De Oorsprong” voor protestants christelijk onderwijs te Doorn, Driebergen, Wijk bij Duurstede. “De Oorsprong” is op 01-01-2005 ontstaan uit een fusie van de christelijke schoolverenigingen uit Doorn, Driebergen en Wijk bij Duurstede. Betekenis van de naam “De Oorsprong” 1. 2. 3.
de samenvoeging van een aantal verenigingen betekent een nieuwe stap, een nieuw begin van een samenwerkingsverband en vormt als zodanig de oorsprong van die ontwikkeling in de toekomst. de oorsprong is het begin, de start van waaruit het kind zich ontwikkelen kan tot een compleet en gelukkig mens; een mens met een oorspronkelijk karakter, mede gevormd op de scholen van onze vereniging. de oorsprong biedt het lerende kind een bron, een basis en een richting in het leven, met als richtsnoer en inspiratie het evangelie van Jezus Christus.
De vereniging heeft als grondslag de Bijbel en als inspiratiebron voor het beleidsmatig en onderwijskundig handelen, het evangelie van Jezus Christus. De vereniging heeft als hoofddoel het stimuleren en bevorderen van het geven en doen geven van protestants christelijk onderwijs conform de grondslag. Het bestuur van de vereniging wordt gekozen uit en door de leden van de vereniging. Het bestuur is eindverantwoordelijk voor de scholen, maar heeft de dagelijkse leiding gemandateerd aan een managementteam. Als u de grondslag van de vereniging kunt onderschrijven kunt u lid worden van “De Oorsprong”, waarmee u het recht en de gelegenheid krijgt om invloed uit te oefenen op het beleid binnen het protestants christelijk onderwijs in Doorn, Driebergen en Wijk bij Duurstede. Meer informatie: www.de-oorsprong.nl 6.2
Schoolteam
6.1.2 Directie Amy Veenendaal (locatieleider)
[email protected]
Tel. nr: 413909
6.1.3 Docenten Naam
Nevenfunctie
Janny Twigt Annemary Vonk Kirsten Fransen Elly Herstenberg Mariëlle Koumans Amy Veenendaal
Bedrijfshulpverlener Vertrouwenspersoon/ Bedrijfshulpverlener/ICT Bedrijfshulpverlener, MR MR Locatieleider Bedrijfshulpverlener/ ICO, (Intern Contactpersoon Opleidingen)
Gonny Zandee Astrid van Helmondt Opmaatgroepleerkracht Intern begeleider opmaatgroep Annemarie Vercijs GMR Maartje v/d Mispel Laura Wenting Anja van den Hoorn Intern begeleider
36
Schoolgids De Triangel
6.1.4
Ondersteunend personeel
Astrid Kraan (administratief medewerkster) Henk van Amerongen (conciërge) 6.1.5 Stagiaires
Ieder jaar ontvangen wij stagiaires die nog volop aan het studeren zijn aan de PABO de Marnix Academie te Utrecht. Het aantrekken van stagiaires doen wij omdat wij het belangrijk vinden dat aankomende leerkrachten praktijkervaring kunnen opdoen. Daarbij kunnen wij met hun hulp de kinderen nog meer aandacht geven.
Amy Veenendaal is eindverantwoordelijk voor onze stagiaires in haar functie van Intern Contactpersoon Opleidingen. 6.1.6 Onderwijsassistenten
In samenwerking met verschillende regionale opleidingscentra (ROC’s) bieden wij een stageplek voor de opleiding ‘Onderwijsassistent’, ‘Sociaal Pedagogisch Werker’ en ‘Helpende Welzijn’ aan. Voor al deze opleidingen is De Triangel gecertificeerd. Tijdens de Beroepspraktijkvorming (BPV) is het de bedoeling dat de deelnemers meedraaien in de groepen en op die manier kennis maakt met alle facetten die te maken hebben met lesgeven op school. Het mes snijdt dus aan twee kanten: de studenten hebben een fijne stageplaats en de Triangel heeft in elke groep iemand die de collega’s ondersteunt bij het voorbereiden van lessen, het nakijkwerk, het kopieerwerk en die helpt bij het begeleiden van kleine groepjes kinderen.
6.2
Schoolondersteunende diensten
6.2.1 Algemeen
De Triangel functioneert niet op zichzelf. De school wordt ondersteund en begeleid door een groot aantal instanties. De belangrijkste worden hieronder genoemd en toegelicht. 6.2.2 Inspectie van het Onderwijs
Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen houdt toezicht op de kwaliteit van het onderwijs. De Inspectie van het Onderwijs brengt over de kwaliteit van het onderwijs verslag uit aan het ministerie. Daarnaast stimuleert de Inspectie scholen een actief kwaliteitsbeleid te voeren. Tenslotte verwijst de Inspectie bij klachtmeldingen en onderzoekt zelf specifieke klachtmeldingen. De Inspectie van het Onderwijs is ingedeeld in inspectieregio's. Onze school valt onder het volgende inspectiekantoor: Inspectiekantoor Utrecht Postbus 2730 3500 GS Utrecht (030 6690600) Meer informatie over de Inspectie van het Onderwijs valt te lezen op www.onderwijsinspectie.nl.
6.2.3 Schoolarts/logopedie
Onze school valt onder de GGD Midden Nederland. De GGD verzorgt inentingen en heeft schoolartsen en andere geneeskundigen in dienst. Van deze diensten maakt onze school gebruik. Het adres van de GGD Midden Nederland luidt als volgt: De Dreef 5 3700 AB Zeist 3700 AB Veenendaal E-mail: infoggdmn.nl www.ggdmn.nl
37
Schoolgids De Triangel
De schoolarts doet in groep 2 bij alle kinderen een preventief gezondheidsonderzoek. Bij dit onderzoek worden de ouders uitgenodigd. Voor kinderen met een specifiek probleem worden vervolgcontroles gepland gedurende de volgende schooljaren. In groep 7 volgt voor elk kind een onderzoek door de schoolverpleegkundige. Verder kunnen kinderen uit de overige groepen gedurende het gehele schooljaar voor nader onderzoek worden aangemeld door zowel ouders als leerkracht. 6.2.4 Centrum voor Jeugd en Gezin
Vragen over school, vriendschappen, eten, gezondheid, opvoeding, pesten of geld. Het CJG wil meedenken met vragen rondom opgroeien en opvoeden. Zowel ouders als jongeren en kinderen kunnen een beroep doen op het CJG. In het CJG werken het Consultatiebureau, Jeugdgezondheidszorg 4-19 jaar van GGD Midden-Nederland en het maatschappelijk werk nauw met elkaar samen. Elke gemeente heeft een eigen CJG. Het CJG is bereikbaar via de mail, telefoon of je kunt binnen lopen op het inloopspreekuur. Adres, telefoonnummers en spreekuurtijden (zowel inloop als telefonisch) zijn te vinden op de website van het CJG van uw gemeente: www.cjgnaamvangemeente.nl De GGD is kernpartner binnen het CJG. Marijke van Boxteale Graag wil ik mij aan u voorstellen als School CJG’er van deze school. Ik ben Marijke van Boxstaele, 35 jaar oud en moeder van twee dochters. Al zeven jaar werk ik als schoolverpleegkundige bij GGD regio Utrecht en sinds twee jaar ben ik ook werkzaam voor het Centrum Jeugd en Gezin Utrechtse Heuvelrug (CJG). Als moeder en als professional weet ik dat opvoeden en opgroeien niet altijd vanzelf gaat en soms ook lastig is. Daarom wil ik u op de hoogte brengen van mijn nieuwe rol als School CJG’er. Misschien maakt u zich wel eens zorgen om uw kind of zijn er problemen waar u zelf niet uitkomt? Blijf er niet alleen mee zitten; ik ben er voor u! Ik denk graag met u mee in het zoeken naar een oplossing die het beste bij uw kind, u en/of het gezin past. Bel of mail mij gerust voor een afspraak. Deze afspraak kan op school gemaakt worden of bij u thuis. Leerkrachten en intern begeleiders kunnen uiteraard ook contact met mij opnemen. Tevens ben ik voor hun vragen op gezette tijden aanwezig op school. School CJG’er: Marijke van Boxstaele Email: mvanboxstaele@ggdru. De GGD voor kinderen in het basisonderwijs De afdeling Jeugdgezondheidszorg van GGD Midden-Nederland werkt preventief aan een gezonde groei en ontwikkeling van jeugdigen van 4 tot 19 jaar. Daarom onderzoekt de GGD alle kinderen op verschillende leeftijden, om zodoende mogelijke problemen in het opgroeien tijdig op te sporen. Mochten er problemen gesignaleerd zijn, dan helpt de GGD bij het bewandelen van de juiste weg. Aan elke school is een jeugdgezondheidszorgteam van de GGD verbonden. Dit team bestaat uit een jeugdarts, een jeugdverpleegkundige en een doktersassistente. Gezondheidsonderzoeken U krijgt van ons bericht als uw kind aan de beurt is voor onderzoek. De standaard preventieve onderzoeken vinden plaats op het CJG en op school. In principe is het eerste onderzoek in de basisschoolleeftijd onderzoek in groep 2 met ouders op het CJG, daarna in groep 7 zonder ouders op school. Bij groep 2 krijgen ouders de direct de terugkoppeling. Bij groep 7 worden de ouders schriftelijk geïnformeerd over de bevindingen. Hierbij staat ook vermeld of er nog een vervolgcontact komt met een jeugdarts of jeugdverpleegkundige. U krijgt dan een uitnodiging om samen met uw kind naar het spreekuur te komen.
38
Schoolgids De Triangel
Extra afspraak voor vragen, een onderzoek of gesprek Alle ouders en kinderen kunnen gebruik maken van de mogelijkheid om een extra afspraak te maken bij de GGD. U kunt er terecht met vragen over de ontwikkeling of lichamelijke en/of geestelijke gezondheid van uw kind of voor onderzoek of een gesprek. Deze afspraken vinden plaats in het CJG.U kunt gebruik maken van de mogelijkheid voor een extra afspraak, als: §
U zelf vragen hebt over de ontwikkeling of gezondheid van uw kind
§
Het consultatiebureau aangeeft dat onderzoek of een gesprek gewenst is
§
De leerkracht zich zorgen maakt, en in overleg met u een afspraak op het spreekuur voorstelt en dit doorgeeft aan de GGD.
§
Het onderzoek op school aanleiding geeft tot extra onderzoek of een gesprek
In het eerste geval maakt u zelf een afspraak. In de overige drie gevallen ontvangt u een uitnodiging van de GGD. Telefonisch spreekuur voor opvoed- en gezondheidsvragen Heeft u een vraag over de opvoeding of de ontwikkeling van uw kind, dan kunt u contact met de GGD opnemen van maandag t/m vrijdag tijdens kantoortijden. U wordt dan altijd dezelfde dag nog teruggebeld door een jeugdverpleegkundige. U kunt de GGD bereiken op telefoonnummer 033 – 4600046. Vaccinaties DTP en BMR In het jaar dat uw kind negen jaar wordt, krijgt u een oproep om uw kind te laten vaccineren. Kinderen krijgen twee vaccinaties. De DTP prik tegen difterie, tetanus en polio en de BMR-prik tegen bof, mazelen en rode hond. Meer informatie: www.ggdmn.nl of mail naar
[email protected] 6.2.5 Schoolbegeleidingsdienst
Wij zijn aangesloten bij de schoolbegeleidingsdienst CED groep in Maartensdijk. De schoolbegeleidingsdienst wijst ons een schoolbegeleider aan en ondersteunt ons op een aantal gebieden: -
-
begeleiding van het team bij het invoeren van vernieuwingen en nieuwe methodes. Daarnaast worden er speciale cursussen gegeven om de kennis en kundigheid van directie en leerkrachten te vergroten; in geval van externe deskundigheid ten behoeve van de leerlingenzorg en het samenstellen van handelingsplannen; begeleiding leerkracht en leerling in het veranderde leerproces bij langdurig ziekteverzuim.
6.2.6 Samenwerkingsverband Weer Samen Naar School
De christelijke basisscholen in Doorn, Driebergen, Zeist, Bunnik, Odijk en Huis ter Heide vormen het ‘Samenwerkingsverband Weer Samen Naar School’. Binnen dit verband zetten wij ons in voor een structurele leerlingenzorg binnen onze scholen. Dit houdt concreet in, dat steeds meer deskundigheid ingezet kan worden op een gewone basisschool. Het netwerk van intern begeleiders is hierbij van groot belang. We zijn gezamenlijk van mening dat een speciale basisschool in ons samenwerkingsverband noodzakelijk blijft. Onze SBO-school is De Brug in Zeist. Zoals opgemerkt in hoofdstuk 4 (‘Het volgen van de ontwikkeling van uw kind’) beoordeelt de Permanente Commissie Leerlingzorg (‘PCL’) de verzoeken tot aanmelding en beslist de PCL over de toelating. De PCL wordt in het samenwerkingsverband gevormd door de coördinator leerlingzorg, twee vertegenwoordigers van de basisscholen en één vertegenwoordiger van de speciale school voor basisonderwijs.
39
Schoolgids De Triangel
7
Bijzondere activiteiten
7.1
Avondvierdaagse
Leerlingen van onze school kunnen in juni gezamenlijk deelnemen aan de avondvierdaagse. De inschrijving vindt via de school plaats. Kinderen van groep 3 en 4 lopen de 5 kilometer; Kinderen uit groep 5 mogen kiezen tussen de 5 en 10 km en de groepen 6 tot en met 8 lopen de 10 kilometer. Vooral ouders, maar ook leerkrachten zorgen voor begeleiding. Onderweg krijgen we drinken en wat te eten om de moed erin te houden. Bij de feestelijke intocht op vrijdagavond wordt elke ouder natuurlijk verwacht. 7.2
E.H.B.O.
Carmen Pot verzorgt, in samenwerking met het Rode kruis, voor de leerlingen van groep 8 de cursus EHBO Jeugddiploma A. Dit gebeurt onder schooltijd. De cursus wordt afgesloten met een praktisch en theoretisch examen. 7.3
Excursies
Leren uit een mooi schoolboek en door verhalen van de leerkracht is één ding, maar zelf ervaren is iets heel anders en dat vergeet je dan negen van de tien keer niet meer. Bij elk thema van Topondernemers zoeken wij naar een waardevolle aanvulling. Dit kan zijn een gastspreker of een excursie. De ouderraad stelt geld beschikbaar voor excursies. Zo hebben we de afgelopen jaren o.a. een bezoek gebracht aan het Open Luchtmuseum ( thema De boerderij), hebben de leerlingen een techniekshow gehad van Mad Science (thema Van A t/m Z ), waarna de leerlingen zich in konden schrijven voor een techniekcursus die op school plaatsvond na schooltijd. We hebben vragen gesteld en geluisterd naar een inwoonster van Doorn over de 2e wereldoorlog (thema Oorlog en Vrede ), hebben een bezoek gebracht aan Huis Doorn voor een excursie over de 1e wereldoorlog en kwamen er twee vaders die vertelden over hun eigen beroep als piloot. (thema Reizen ). 7.4
Kamp
Voor groep 8 is er een driedaags schoolkamp. We vinden dit een belangrijk element van de groepsvorming. Aan de hand van de jaarplanner wordt een geschikt moment gekozen om met de leerlingen op kamp te gaan. Hierbij proberen wij zoveel mogelijk rekening te houden met een, aansluitend, lang weekend en de gezamenlijke sportdag in Doorn. 7.5
Sportdag
Afgelopen schooljaar is de laatste keer geweest dat de sportdag in zijn oude opzet heeft plaatsgevonden. Op dit moment is het nog niet duidelijk of de sportdag dit schooljaar weer zal plaatsvinden en in welke vorm. Via onze Info houden wij u op de hoogte. 7.6
Vieringen
7.6.1 Algemeen
Een kind vindt de tijd helemaal niet snel gaan. Een jaar duurt een eeuwigheid. Alhoewel, als je lekker buiten speelt en je moeder roept dat je aan tafel moet komen, denk je ‘nu al’? Vaste momenten en rituelen helpen kinderen hun dagelijks leven te ordenen en kijk te krijgen op tijd. Vieringen en rituelen nemen ook een belangrijke plaats in op onze school. Bij een viering wordt een beroep gedaan op andere talenten dan goed kunnen leren. Denk aan fantasie, kunstzinnigheid, dans en muzikaliteit.
Binnen onze school is er een aantal vaste vieringen. Hieronder staan ze op een rij: 7.6.2 Schoolviering;
Om de paar maanden sluiten wij een periode af die wij met elkaar meegemaakt hebben. De kinderen bereiden een schoolviering voor en daarin kijken we terug naar alle activiteiten die we de afgelopen periode hebben meegemaakt. Dit wordt gedaan door middel van toneel, dans en zang. Ook kijken we welke christelijke Bijbelverhalen er aan bod zijn geweest. De kinderen presenteren dit aan de andere kinderen van de school. Elke groep verzorgt minstens een keer per jaar een maandsluiting.
40
Schoolgids De Triangel
7.6.3 Jaarsluiting
Aan het eind van het schooljaar blikken we terug op alles wat we samen hebben meegemaakt in het achter ons liggende schooljaar. De leuke dingen en de minder leuke dingen. We wensen elkaar een hele fijne vakantie en sluiten af met het lied “Nog even en het schooljaar is voorbij……. “ Inmiddels een vast traditie op onze school. 7.6.4 Christelijke vieringen;
Kerstviering
Het ene jaar vieren we Kerst in de kerk, waarbij iedereen van harte welkom is. Het andere jaar vieren we Kerst op school, met een gezamenlijke viering.
Pasen
Pasen vieren we op school. In een viering voor de hele school geven wij de betekenis van Pasen gestalte. Daarnaast is er een heerlijke maaltijd.
Pinksteren
In deze viering proberen we de betekenis van Pinksteren aan de kinderen uit te leggen. 7.6.5 Overige schoolvieringen
schoolreis
Eenmaal in de 2 jaar gaan we aan het begin van het schooljaar op een schoolreis. De organisatie voor deze leuke dag ligt in handen van de ouderraad.
Kinderboekenweek
Tijdens de Kinderboekenweek zijn er verschillende schoolactiviteiten. Voor de groepen 3 t/m 8 is er de Voorleeswedstrijd. Ook is er een boekenmarkt waar de kinderen 2e hands boeken kunnen kopen.
Juffendag
Eén keer, op de woensdag voor de herfstvakantie, vieren we de verjaardagen van de juffen. Deze dag is het feest op de hele school. We beginnen ’s morgens in de groep en in de tweede helft van de morgen is er een circuit waarin we aan het werk zijn rondom de juffendag.
Muziekavond
Eenmaal per jaar is er een muziekavond voor groep 5 t/m 8. Tijdens deze avond bespelen leerlingen instrumenten en zingen liederen. Ze laten op muzikaal gebied hun talenten zien. Ouders zijn hierbij van harte welkom.
Talentenshow
Voor de leerlingen van groep 1 t/m 4 is er de mogelijkheid om mee te doen aan een Talentenshow. Kan een leerling heel goed zingen, dansen, moppen vertellen, goochelen, een acrobatische act of heeft hij/zij een ander spetterend talent wat hij/zij aan de leerlingen wil laten zien dan kan de leerling zich hiervoor inschrijven. Als je met een act meedoet is het wel belangrijk dat je thuis goed oefent! 7.6.6 Groepsvieringen
Verjaardagen
In de groep is de verjaardag van een leerling een feest. De jarige staat extra in de schijnwerpers, door bijvoorbeeld een vlag op het bord, een versierde stoel, een mooie muts. De jarige wordt toegezongen, mag trakteren en ontvangt een kaart. Ook mag de jarige de klassen rond.
Vader- en Moederdag
In groep 1 t/m 4 maken de leerlingen een cadeautje voor hun vader en moeder. 7.7
Zending
Elk jaar kiezen we ene goed doel uit waar wij geld of middelen voor ophalen. Dit jaar hebben we gekozen voor de ‘voedselbank’. Door middel van een project dat in februari plaats zal gaan vinden hopen wij zoveel mogelijk geld en voedsel op te halen voor de voedselbank.
41
Schoolgids De Triangel
8
Regels en procedures
8.1
Schooltijden
De schooltijden voor de hele week zijn: Maandag Ochtend: 08.30-12.00 Pauze: 12.00-13.15 met mogelijkheid tot overblijven Middag 13.15- 15.15 Dinsdag
Ochtend: Pauze: Middag
08.30-12.00 12.00-13.15 met mogelijkheid tot overblijven 13.15- 15.15
Woensdag
Ochtend:
08.30-12.15
Donderdag
Ochtend: Pauze: Middag
08.30-12.00 12.00-13.15 met mogelijkheid tot overblijven 13.15- 15.15
Vrijdag
Ochtend: Pauze: Middag
08.30-12.00 (groep 2 t/m 4) 12.00-13.15 met mogelijkheid tot overblijven 13.15- 15.15
Groep 1 is vrijdag de hele dag vrij. Groep 2 t/m 4 heeft vrijdagmiddag vrij De klokuren (maximum aantal uren door de overheid gesteld) voor dit schooljaar bedragen dit jaar: groep 1 groep 2-4 groep 5-8
8.2
: : :
864 uur 940 uur 1012 uur
Algemene schoolregels
Op school worden schoolbrede regels gemaakt voor de algemene ruimtes en speciale bijeenkomsten. Deze regels zijn gebaseerd op veiligheid, respect en verantwoordelijkheid. Na het bespreken van de regels worden deze opgehangen in de desbetreffende ruimtes. Aan het begin van dit schooljaar hebben we in de klassen met de leerlingen klassenregels gemaakt. Deze klassenregels hangen in de klassen en daar spreken we elkaar op aan. In de eerste helft van dit schooljaar worden deze regels systematisch herhaald. U kunt onze schoolregels lezen op onze website.
8.3
Richtlijn gezonde voeding
Uw kind brengt een groot deel van de dag door op school. Wij vinden het belangrijk dat datgene wat uw kind op school eet, een goede aanvulling is op een gezonde voeding. Het gaat dan om het eten en drinken tijdens de ochtendpauze en het eten en drinken tijdens het overblijven. Voor uw kind is een gezonde voeding belangrijk om te groeien, te bewegen en gezond te blijven. Wij hebben met elkaar afgesproken dat elke woensdag FRUITDAG is. Op deze dag nemen de kinderen alleen fruit of groente mee om te eten tijdens de ochtendpauze. Door een goede en evenwichtige voeding kan een kind zich beter concentreren op school waardoor de leerprestaties positief beïnvloed kunnen worden. Vooral een goed ontbijt helpt een kind om op school goed bij de les te kunnen blijven! De richtlijnen die we op school hanteren zijn gebaseerd op de Voedingswijzer en tot stand gekomen in samenspraak met een diëtiste en mondhygiëniste.
42
Schoolgids De Triangel
Wij vragen u dringend, wanneer u uw kind iets meegeeft, uitsluitend een keuze te maken uit onderstaande producten. Een aantal keren per jaar kijken we extra goed naar wat onze leerlingen meenemen voor tijdens de pauze. Voor het trakteren ter gelegenheid van de verjaardag van uw kind bent u vrij in uw keuze. Eten in de ochtendpauze een boterham; een stuk fruit; een plak ontbijtkoek; een voedingsbeschuit als Evergreen, Sultana, een Liga of Nutribreak (één stuk, niet een heel pakje!); een mueslikoek; een rijstwafel;
Drinken in de ochtendpauze Water !!! vruchtensap; tomaten of groentesap; light aanmaaklimonade;
suikervrije yoghurtdrank; gewone melk of karnemelk.
een stukje kaas, worst of komkommer; een biscuit/ koek (geen pakje met twee of drie stuks)
Als uw kind overblijft, dan geldt de volgende richtlijn: Brood Bruinbrood Volkorenbrood Broodproducten zoals crackers
Drinken Melk Karnemelk Vruchtensap
Extra
Yoghurtdrank Yoghurt
Fruit
Wist u dat: -
-
-
125 ml (een kopje) ice-tea twee, appelsap drie, ranja of roosvicee vier en yoghurtdrank (Fristi) vijf tot zes suikerklontjes bevat? De hoofdoorzaak van overgewicht een ongezonde leefstijl is: te veel eten en te weinig bewegen? Aanleg, of wel erfelijkheid speelt maar een zeer kleine rol. De sociaal-emotionele gevolgen van overgewicht onzekerheid, gevoelens van minderwaardigheid, neerslachtigheid, eenzaamheid en gedragsproblemen kunnen zijn? Eén pakje voedingsbiscuits (dus twee of drie stuks in een pakje) nog meer calorieën bevat dan een zeer dik belegde boterham? Geef dus niet een pakje mee maar één koek.
Meer informatie over een gezonde voeding en bewegen kunt u vinden op: www.gezondebasis.nl en www.voedingscentrum.nl van het Voedingscentrum te Den Haag, www.flash123.nl, www.ggdmn.nl van GGD Midden Nederland.
8.4
Vervangingsprotocol docenten
De afgelopen jaren is het vinden van vervanging bij ziekte van leerkrachten in het basisonderwijs een toenemend probleem geworden. Het is ook op onze school in het verleden voorgekomen, dat we geen vervanging konden vinden.
43
Schoolgids De Triangel
Dit probleem zal voorlopig actueel blijven, vanwege de krapte op de arbeidsmarkt. Naast de kwantitatieve problemen speelt ook het kwalitatieve probleem dat onder de schaars beschikbare vervangers vrijwel geen mensen zijn voor de bovenbouwgroepen. In samenwerking met alle basisscholen van de ‘Vereniging De Oorsprong’ wordt actief gezocht naar oplossingen voor dit probleem. Het hieronder beschreven beleid wil een overzicht geven van de stappen die genomen moeten en kunnen worden bij ziekte of verlof van een van de leerkrachten.
Het beleid bij ziektevervanging is als volgt: -
-
bij een ziektemelding zal de directie eerst trachten in te schatten hoe lang vervanging noodzakelijk is; mocht er een interne vervanger beschikbaar zijn, dan zal er intern worden gewisseld; indien nodig, zullen eventuele invalkrachten en eigen parttimers worden benaderd; mocht dit laatste niet tot een goede oplossing leiden, dan zal worden getracht parttime leerkrachten van andere (PCO-)scholen te laten in te vallen; vervolgens dienen andere mogelijkheden om tot een oplossing te komen overwogen te worden: mogelijk is dat taakrealisatie of uren voor intern begeleider worden geruild (deze uren vervallen niet); bieden alle voorgaande mogelijkheden geen aanvaardbare oplossing, dan kan de betreffende groep worden thuisgelaten, en wel volgens de richtlijnen van de Inspectie van het Onderwijs, met daarbij de volgende afspraken: -
-
8.5
in principe niet de eerste dag; alleen in het uiterste geval hiertoe overgaan; ouders schriftelijk of telefonisch (telefoonboom) op de hoogte stellen; voor leerlingen, die geen opvang hebben, binnen de school de opvang regelen; bij een vervangingsprobleem van enkele dagen kan het soms beter zijn om op opeenvolgende dagen verschillende groepen naar huis te sturen; de directie dient in principe niet voor vervanging beschikbaar te zijn in de ambulante tijd, tenzij er verschuiving van die tijd mogelijk is en de geplande werkzaamheden die verschuiving toestaan.
Verzuim van een kind
8.5.1 Melding ziekte
Is uw kind ziek, dan dient u dat diezelfde dag vóór schooltijd door te geven. Dat kan telefonisch, vanaf 08.00 uur via telefoonnummer 413909. Als uw kind niet ziek is gemeld, maar het komt niet op school, dan doen wij eerst bij evt. broertjes en/of zusjes navraag. Weet niemand het, dan nemen we meteen contact op met ouders/verzorgers. Als een kind onder schooltijd ziek wordt, gaat het nooit alleen en/of zonder bericht naar huis. Het komt regelmatig voor dat de niet- leerplichtige leerlingen ( onze 4- jarigen) een dagdeel of dag afwezig zijn. We vinden het fijn als u dit van tevoren even meldt bij de groepsleerkracht. Dan weten wij op wie we kunnen rekenen. Op onze website kunt u het protocol Ziekte en Medicijngebruik lezen. Hierin zitten ook formulieren die ingevuld moeten worden als uw kind onder schooltijd medicijnen nodig heeft.
44
Schoolgids De Triangel
8.5.2 Vakantieverlof
Hieronder kunt u lezen hoe de vakanties gepland zijn voor dit schooljaar. Herfstvakantie Kerstvakantie Krokusvakantie Paasvakantie Koningsdag Tulpvakantie Hemelvaartsdag Pinksteren Zomervakantie
20-10-2014 22-12-2014 23-02-2015 03-04-2015 27-04-2015 04-05-2015 14-05-2015 25-05-2015 13-07-2015
t/m t/m t/m t/m
24-10-2014 02-01-2015 27-02-2015 06-04-2015
t/m 15-05-2015 t/m 25-05-2015 t/m 21-08-2015
Op vakantie onder schooltijd is in principe niet mogelijk. De Leerplichtwet geeft slechts in zeer bijzondere omstandigheden de mogelijkheid om vakantie te houden buiten de schoolvakantie. Artikel 11 onder f van de Leerplichtwet noemt de mogelijkheid om vrijstelling hiervoor te vragen. Uitgangspunt daarbij is dat: Tenminste één van de ouders hetzij in loondienst of als zelfstandig ondernemer een beroep heeft met seizoensgebonden werkzaamheden (bijv. in de agrarische sector of horeca). Het gezin in geen van de schoolvakanties in één schooljaar met vakantie kan. De betreffende vakantie is dus de enige gezinsvakantie in dat schooljaar. Het verlof niet in de eerste twee weken van het schooljaar valt. Het verlof verstrekt kan worden met een maximum van 10 aaneengesloten schooldagen. Wanneer men buiten de schoolvakanties met de kinderen op vakantie wil, moet er een schriftelijke aanvraag worden ingediend. Hiervoor is een standaardformulier te verkrijgen bij de directeur van de school of via de website. Dit formulier, samen met een werkgeversverklaring/eigen verklaring zelfstandige, moet volledig ingevuld, en tenminste 4 weken van tevoren, ingediend worden bij de directeur van de school. De directeur zal zo spoedig mogelijk beslissen. De directeur van de school is beslissingsbevoegd. De leerplichtambtenaar heeft bij extra vakantietoewijzing geen beslissingsbevoegdheid. Geen geldige redenen voor extra verlof: een aangeboden vakantie door bijvoorbeeld grootouders / andere familieleden of bekenden een lang weekend naar een huisje eerder op vakantie of later terug om files te vermijden of om financiële redenen
8.5.3 Buitengewoon verlof
Vanwege gewichtige omstandigheden kan er voor maximaal tien schooldagen verlof worden gegeven. Gewichtige omstandigheden kunnen persoonlijke of familieomstandigheden zijn. Hiervoor gelden volgens artikel 11 van de Leerplichtwet de volgende voorwaarden: -
het voldoen aan een wettelijke verplichting; verhuizing voor één dag; voor het bijwonen van huwelijk van naasten of familie (één of twee dagen); bij ernstige ziekte ouders of naastenfamilie; bij overlijden; bij ambtsjubilea; bij andere belangrijke gebeurtenissen (naar oordeel van de directie).
45
Schoolgids De Triangel
Onder het genoemde artikel worden in ieder geval niet verstaan: -
ouders die er een weekje met hun kind(eren) tussenuit willen; ouders die eerder in een vakantiehuisje terecht kunnen; ouders die een lang weekend weg willen en pas maandag terugkomen; ouders die te laat boeken en eerder moeten vliegen; ouders die eerder naar het thuisland willen.
Verlof voor meer dan tien dagen is mogelijk indien de ouders een verklaring van een arts of maatschappelijk werker kunnen overleggen waaruit blijkt dat verlof op medische of sociale indicatie noodzakelijk is. Bovengenoemde regels gelden niet voor vierjarigen: zij zijn nog niet leerplichtig. Formulieren voor het aanvragen van buitengewoon verlof zijn te vinden in een plastic bakje bij de kleuteringang. Wanneer ouder(s)/verzorger(s) hun kinderen van school houden zonder geldige reden, meldt de school dit bij de leerplichtambtenaar. 8.6
Klachtenregeling
8.6.1 Algemeen
Het bestuur van de Triangel, de vereniging De Oorsprong, kent een klachtenregeling, gebaseerd op de modelklachtenregeling van de besturenraad. De termijn waarbinnen een klacht kan worden ingediend bedraagt een jaar. Iedereen die deel uitmaakt van de schoolgemeenschap kan klachten indienen. Klachten kunnen gaan over bijvoorbeeld begeleiding van leerlingen, toepassing van strafmaatregelingen, beoordeling van leerlingen, de inrichting van de schoolorganisatie, seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten. Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken worden natuurlijk in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, medewerkers en schoolleiding afgehandeld. Het kan echter voorkomen dat de klacht niet naar tevredenheid is afgehandeld of dat de klacht van dien aard is dat een beroep op de klachtenregeling nodig is.
Mocht een klacht te maken hebben met seksuele intimidatie, seksuele handelingen van een leerkracht t.o.v. een kind, dan wordt de klacht direct doorgegeven aan het managementteam (stap 4 in het stappenplan) Dit gebeurt ook als een ouder/verzorger (verbaal) agressief optreedt tegen een leerkracht, dan wel een leerkracht geestelijk of fysiek bedreigt.
8.6.2 Handelwijze
Als een ouder een klacht heeft, is de meest praktische wijze van handelen als volgt. 1. 2. 3.
4.
De ouder meldt zich bij desbetreffend personeelslid, meestal leerkracht van het kind. De ouder en leerkracht maken een afspraak, waarbij kort wordt aangeven waar het gesprek over zal gaan. Mochten leerkracht en ouder er niet uitkomen, dan wordt een directielid bij een volgend gesprek uitgenodigd. Het directielid kan gezamenlijk/afzonderlijk met de partijen praten. Mochten de partijen er nog niet uitkomen, dan kan de ouder de klacht/het probleem schriftelijk bij het managementteam neerleggen. Het managementteam adviseert de directie.
46
Schoolgids De Triangel
5.
6. 7.
Mocht het probleem nog niet naar tevredenheid zijn opgelost, dan wordt de contactpersoon ingelicht (maximaal termijn voor deze vijf stappen is twee weken). De contactpersoon stelt de vertrouwenspersoon op de hoogte. De vertrouwenspersoon onderneemt een bemiddelingspoging (maximaal twee weken).
Mocht het probleem langs bovenvermelde weg niet oplosbaar blijken, dan wordt door het managementteam de besturenraad ingeschakeld en worden de ouders de weg naar de landelijke klachtencommissie gewezen. Landelijke klachtencommissie Protestants Christelijk onderwijs Postbus 694 2270 AR Voorburg Tel:070-3861697 E-mail:
[email protected] Website: www.klachtencommissie.org 8.6.3 Contactpersoon en vertrouwenspersoon
Zoals blijkt uit het hiervoor vermelde overzicht kent de klachtenregeling een contact- en een vertrouwenspersoon. De contactpersoon is een regelmatig aanwezig schoolteamlid. Op de Triangel is dit Kirsten Fransen. Niet alleen ouders, maar ook kinderen kunnen met hun vragen, problemen en klachten bij haar terecht. De vertrouwenspersoon werkt voor alle scholen binnen de Vereniging De Oorsprong, maar maakt geen deel uit van de scholen zelf. Mevrouw Jenny Mettendaf is benoemd als vertrouwenspersoon voor alle scholen van de Oorsprong en is werkzaam bij de schoolbegeleidingsdienst:CED-groep. De vertrouwenspersoon gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt of dat de gebeurtenis aanleiding geeft tot een klacht. Hij kan de klager bij de verdere procedure begeleiden en kan bijstand bij het doen van aangifte bij politie of justitie verlenen. Indien noodzakelijk of wenselijk verwijst de vertrouwenspersoon de klager naar andere instanties, die gespecialiseerd zijn in opvang en nazorg.
Zowel de vertrouwenspersoon als de contactpersoon zijn tot geheimhouding verplicht.
47
Schoolgids De Triangel
9
Overige zaken
9.1
Brandveiligheid.
In 2003 en 2004 is de school bouwkundig aangepast aan de actuele brandveiligheidsvoorschriften van brandweer en verzekering. Er is een nieuwe gebruiksvergunning voor het gebouw afgegeven. Twee maal per jaar wordt een ontruimingsplan met de leerlingen geoefend. Bij een ontruiming verzamelen we op de parkeerplaats van de Nicolaasschool. Daar wordt gecontroleerd, of iedereen aanwezig is.
9.2
Hoofdluis
Bijna een vijfde van alle kinderen in Nederland krijgt jaarlijks te maken met hoofdluis. Het is een misverstand om te denken dat dit het gevolg is van een gebrekkige persoonlijke hygiëne. Sterker nog: een luis voelt zich het meest thuis op een schone hoofdhuid. Een luis wordt overgebracht door direct lichamelijk contact en indirect door gezamenlijk gebruik van spullen zoals kammen en banken en matrassen (in vakantiehuisjes!). Wat kunt u doen? -
-
-
Controleer ieder gezinslid regelmatig, maar vooral na een vakantie, met een luizenkam op hoofdluis. Als u bij uw kind(eren) hoofdluis en/of neten constateert, waarschuw dan altijd de school en vriend(innet)jes! Behandel besmette gezinsleden door hen te kammen met een luizenkam en een luisbestrijdingsmiddel. De drogisten en apotheek hebben informatie en de middelen hiervoor. Gebruik geen luisbestrijdingsmiddelen als u niet zeker weet of uw kind luis heeft anders kunnen de luizen resistent worden. Bovendien werkt een luisbestrijdingsmiddel niet preventief. Stofzuig stoelen, (auto)banken, matrassen en kussens heel grondig en gooi de stofzuigerzak weg in een vuilniszak. Was alle tot 48 uur daarvoor gebruikte kleding, beddengoed en knuffels op 60 graden. U kunt evt. moeilijk wasbare spullen ook 24 uur in de diepvries leggen of 1 week in plasticzak bij kamertemperatuur bewaren.
Uitgebreide informatie o.a. op: www.extra-apotheek.nl onder het item zelfzorg/hoofdluis Wat doet de school? Na iedere schoolvakantie van vijf dagen of langer, wordt er gekamd. Dit wordt georganiseerd door de ouderraad. De ouderraad vraagt andere ouders te helpen met kammen. De school heeft degelijke luizenkammen aangeschaft, een teiltje en ontsmettingsmiddel. In de gang worden tafeltjes en stoeltjes klaargezet. De leerkracht laat op verzoek van de ouder groepjes van vier kinderen tegelijkertijd naar de gang komen. Zo kan in minder dan een half uur de hele groep worden gekamd. Indien er luizen en/of neten bij een kind geconstateerd worden, neemt de school contact op met de ouders/verzorgers.
9.3
Lokalen
De Triangel heeft de beschikking over een beneden- en een bovenverdieping. Beneden bevinden zich een kleuterlokaal, het instructielokaal van groep 3/4 en het lokaal van groep 4/5; allen voorzien van marmoleum vloeren, net als de gangen. Bovendien hebben wij een speellokaal waar de onderbouw gymt en de midden- en bovenbouw toneelspelen en waar wij onze maandsluitingen vieren. Op de eerste verdieping bevindt zich het lokaal van groep 6/7/8A, 6/7/8B, instructielokaal en 7 en de gemeenschapsruimte. Ook bevindt zich hier het lokaal van de Opmaatgroep. De lokalen zijn voorzien van marmoleum vloeren . In totaal hebben wij 7 groepslokalen en een speellokaal. Er is een speciale kamer voor de intern begeleider en de logopediste. Bovendien is er een ruime teamkamer. Hier bevindt zich ook onze orthotheek (boeken, naslagwerken voor leerkrachten en leerlingen).
48
Schoolgids De Triangel
De gemeenschapsruimte is zo ingedeeld dat deze voor verschillende doeleinden gebruik kan worden. Zo kunnen de kinderen er (in groepjes) zelfstandig werken en met computers. Het schoolplein aan de achterkant wordt omringd door mooie bomen en heeft diverse speeltoestellen. 9.4
Gevonden voorwerpen
Wij verzoeken u de naam van uw kind in zijn/haar jas, gymschoenen, tas, beker en lunchtrommel te zetten. Dit voorkomt vergissingen en zoekraken. Aan het einde van de week lopen de teamleden langs de kapstokken van hun eigen groep. Alle spullen die zijn achtergebleven, worden verzameld. Onder de kapstok van de leerkrachten staat de bak met gevonden voorwerpen. Als uw kind iets kwijt is, dan zit het waarschijnlijk in deze bak. 9.5
Ongevallenverzekering
Via het bestuur is er een ongevallen risicoverzekering afgesloten, waaronder activiteiten in schoolverband, zoals schoolreizen en excursies vallen. Materiële schade is niet gedekt. 9.6.
Overblijven en Buitenschoolse opvang
9.6.1 Overblijven Wanneer de kinderen tussen de middag niet naar huis kunnen, is er gelegenheid om op school over te blijven. Van 12.00 uur tot 13.00 uur (uitgezonderd op de woensdagen) is er toezicht en begeleiding door vaste gecertificeerde overblijfmoeders. De kinderen zitten tussen de middag in groepen aan een tafel. De kinderen blijven over in 3 groepen. De kleuters en groep 3 , groep 4/5 en groep 6/7/8 eten samen. Na het eten mag er binnen of buiten gespeeld worden. De jongste kinderen worden om 13.00 uur door de overblijfmoeder weer naar de klas gebracht. Uw kind kan gebruik maken van het overblijven na aanmelding d.m.v. een aanmeldingsformulier. Het overblijven kost dit schooljaar Vaste overblijvers: 1 x per week 7,50 euro 2 x per week 15,00 euro 3 x per week 22,50 euro 4 x per week 30,00 euro
per per per per
kind kind kind kind
per per per per
maand maand maand maand
Aan het begin van het nieuwe schooljaar krijgt u nieuwe inschrijflijsten om uw kind aan te melden voor het overblijven. Hierin staat ook vermeld waar u het geld naar over kan maken. Incidenteel Overblijven Wilt u af en toe gebruik maken van het overblijven, dan kunt u uw kind opgeven door middel van de intekenlijst, deze hangt op het bord bij de hoofdingang. Op de dag zelf geeft u uw kind 3 euro mee, het liefst in een envelop voorzien van naam. 9.6.2 Buitenschoolse Opvang De buitenschoolse opvang is georganiseerd volgens het makelaarsmodel. Dit wil zeggen dat de uitvoering hiervan is uitbesteed aan een kinderopvangorganisatie. In de school is er de mogelijkheid voor naschoolse opvang. De leerlingen van de lagere groepen worden na schooltijd opgehaald bij hun groep door een medewerkster van de BSO. De oudere leerlingen komen zelf naar de ruimte voor buitenschoolse opvang. De organisatie van de buitenschoolse opvang is in handen van de SKDD. Ouders melden zelf hun kind aan bij de SKDD. Bij aanmelding en inschrijving van een kind wordt de behoefte aan kinderopvang gepeild om opvangorganisaties zo veel mogelijk te voorzien van gegevens over de toekomstige vraag. Tussenschoolse opvang valt buiten deze regeling en wordt door de school zelf geo rganiseerd met medewerking van ouders. Jaarlijks vindt evaluatie plaats tussen school en opvangorganisatie over de organisatie en uitvoering van de opvang, het pedagogisch klimaat en het activiteitenaanbod.
49
Schoolgids De Triangel
Het activiteiten- en arrangementenaanbod van de kinderopvang is blijvend in ontwikkeling. Zo wordt in toenemende mate aandacht besteed aan sportactiviteiten in samenwerking met sportverenigingen. Voor vragen of opmerkingen over het opvangmodel waarvoor is gekozen, de invulling daarvan, of verdere afspraken daaromtrent worden ouders verwezen naar de MR van de school. Buitenschoolse opvang valt onder de wet Kinderopvang. Klachten van ouders met betrekking tot de organisatie en uitvoering van de opvang worden behandeld door de stichting voor kinderopvang volgens haar eigen klachtenregeling. Wanneer een wachtlijst ontstaat, treedt de SKDD in contact met de ouder, de school en de gemeente, om te zoeken naar de best mogelijke oplossing. In geen geval gaat de school zelf voor opvang zorgen.
9.6
Schoolbenodigdheden
Per groep gelden de volgende schoolbenodigdheden:
Gymschoenen Gymkleding/tas Zwemkleding 9.7
1/2 X X
3 X X
4 X X
X
X
5 X X
6/7/8 X X
Schooltelevisie
Alle groepen kijken gedurende het schooljaar naar educatieve programma’s via de schooltelevisie. In de onderbouw gaat het om programma’s zoals ‘Koekeloere’, ‘Leesdas lettervos’ en ’Huisje Boompje Beestje’. In de middenbouw wordt er gebruik gemaakt van het programma ‘Nieuws uit de Natuur’. In de bovenbouw wordt er o.a. gekeken naar ‘Nieuws uit de natuur’ en ‘Zapp Weekjournaal’. 9.8
Sponsoring
Wij zijn blij als er ouders of anderen zijn die de school willen sponsoren. Voor ons is wel belangrijk dat wij niet genoodzaakt worden tot het voeren van reclame. Indien u ons wilt sponsoren of een mogelijkheid daartoe weet, wordt u uitgenodigd contact op te nemen met de directie. 9.9
Verkeersveiligheid
Met behulp van het draaiboek ‘Op Weg’ (geschreven voor teamleden en ouders) hebben wij een opzet gemaakt voor een actieplan op het gebied van verkeer. In dit plan komen zaken aan de orde zoals de verkeerseducatie op school, het inschakelen van ouders bij het verplaatsen naar zwembad en gymzaal en buitenschoolse activiteiten en de aanpak van knelpunten op de schoolroutes. Het opzetten van een actieplan heeft voor de Triangel diverse voordelen. De verkeersproblematiek rond de Kortenburglaan krijgt planmatig aandacht. Ook kan onze school aan (nieuwe) ouders duidelijk maken welke activiteiten wij ondernemen met het oog op verkeersveiligheid. Daarnaast krijgen wij een instrument in handen om een selectie ‘naar wens’ te maken uit het veelsoortige aanbod van verkeersprojecten. 9.10 Organisaties Breul, De Brug, De CED- Groep GGD Midden Nederland Steinheim gymzaal Klachtencie, Landelijke Maarsbergen, Scholeng. Onderwijs, Inspectie v.h. Oorsprong
Arnhemse Bovenw. 98 Ln van Vollenhove 2191 Tolakkerweg 153 De Dreef 5 Wijngaardsesteeg 1B Oosteinde 114 Woudenbergseweg 22/A Postbus 2730 Postbus 236
3708 3706 3739 3700 3941 2271 3953 3500 3960
AG GW JL AB MB EJ MG GS BE
Zeist Zeist Maartensdijk Zeist Doorn Voorburg Maarsbergen Utrecht Wijk bij Duurstede
030 6915604 030 6991877 0346 219777 030 6086086 0343415559 070 3694359 0343431345 030 6690600 0343579155
50
Schoolgids De Triangel
Revius Lyceum Schoonoord Doorn Revius Wijk wij Duurstede Christelijk College Zeist
Driebergsestraatwg 6/C Frans van Dijklaan 2 Remus 4
3940 AC 3941 KD 3962 KT
Graaf Adolflaan 4
3708 XB
Doorn Doorn Wijk bij Duurstede Zeist
0343412145 0343412196 0343571539 0306933928
51