Evaluatie project ZAT-CJG Periode 1-3-2013 tot 1-8-2013
Evaluatie verslag Pilot ZAT-CJG Periode 1-3-2013 tot 1-8-2013 Van: Agnes Harmsen, werkbegeleider Wering Datum: 19-9-2013 Evaluatie Pilot ZAT-CJG periode 1/3/2013 tot 1/8/2013 Hoofdstuk 1 Inleiding In totaal doen er 15 scholen mee aan de Pilot ZAT(Zorg Advies Team) -CJG (Centrum Jeugd en Gezin) - 2 VO scholen uit Alkmaar - 4 PO scholen uit Bergen/Egmond - 9 PO scholen uit Heerhugowaard Per school wordt binnen de pilot 2 uur School CJG ingezet (= per school 90 uur op jaarbasis) Een school CJG-er kan afkomstig zijn uit de deelnemende (eerstelijns) organisaties binnen het CJG. In de pilot worden medewerkers ingezet vanuit Bureau Jeugdzorg, de GGD en Stichting de Wering (maatschappelijk werk). De school CJG-er is een professional van de Centra voor Jeugd en Gezin in Noord-Kennemerland. Binnen de Centra is de kennis en inzet rond hulpverlening, opgroeien en opvoeden gebundeld. Hierdoor fungeert de school CJG-er als een “vooruitgeschoven post” van het Centrum Jeugd en Gezin op de school en een is onderdeel van de zorgstructuur in de school. De school CJG-er is tevens het aanspreekpunt voor andere CJG netwerkpartners. School CJG-er per deelnemende School Gemeente School
School CJG-er
achtergrond
Alkmaar: Alkmaar
Clusius College VO Dalton College VO
Margreet Wijker Femke Schipper
Bergen
de Branding
Esther Blankevoort
Bergen
Driemaster
Susan de Vries
Bergen
van Reenen
Krista Klop
Bergen Heerhugowaard Heerhugowaard Heerhugowaard Heerhugowaard Heerhugowaard Heerhugowaard Heerhugowaard Heerhugowaard Heerhugowaard
Willem Alexander Atlanta PO De Kleine en Grote Beer de Boomladder PO de Vaart PO Jeroen Boschschool OBS De Carroussel RKBS De Paperclip RKBS De Zevensprong RKBS Reflector
Peter Janssen Yurenna Stroomer Nina Sendel Nina Sendel Brigitte Prevoo Brigitte Prevoo Brigitte Prevoo Nina Sendel Yurenna Stroomer Nina Sendel
Maatschappelijk werk Maatschappelijk werk Schakelfunctionaris Bureau Jeugd zorg Maatschappelijk werk Jeugdverpleegkundige GGD Maatschappelijk werk Maatschappelijk werk Maatschappelijk werk Maatschappelijk werk Maatschappelijk werk Maatschappelijk werk Maatschappelijk werk Maatschappelijk werk Maatschappelijk werk Maatschappelijk werk
In de maanden februari en maart 2013 zijn er startbijeenkomsten voor de deelnemende scholen georganiseerd waarin zij werden geïnformeerd over de pilot en de inzet van de school CJG-ers. Aansluitend op de startbijeenkomsten hebben er kennismakingsgesprekken plaatsgevonden tussen de school en de school CJG-ers over de inzet en bereikbaarheid.
1
Evaluatie project ZAT-CJG Periode 1-3-2013 tot 1-8-2013
Hoofdstuk 2 Werkwijze De onderstaande werkwijze is met de school CJG-ers afgesproken als leidraad bij het werken op de school
I Overleg school – schoolCJG-er / Advies en consultatie Met de IB-er/zorgcoördinator van de school wordt gekeken welke zorgcasussen/signalen er zijn die preventief (zo vroegtijdig mogelijk) in behandeling kunnen worden genomen. II Zorgsituatie in kaart brengen / Ondersteuning door School CJG-er Stappen: 1. Gesprek met ouders (uitleg van school van zorgsignalen aan ouders; introductie school CJG-er; medewerking van ouders vragen bij oplossing zorgen)) 2. Vraagverheldering (door school CJG-er) 3. Probleemanalyse :traject bepalen wel of niet 1G1P of kort (regulier) traject voor enkelvoudige vraag (waarbij overigens ook sociale netwerk kan worden betrokken) 4. Plan van aanpak maken, zoveel mogelijk met cliënten erbij (“ja tenzij principe”) III
Stappen bij 1G1P 1.
Welke casus komt in aanmerking voor 1G1P? Bij zorggezinnen (gezinnen waarin meerdere instellingen werkzaam zijn en waar zorgsignalen zijn over kinderen) Bij meervoudige problematiek
2.
Praten met ouders in plaats van over ouders In het gesprek met ouders worden op basis van probleemanalyse de gezinsdoelen voor 1G1P geformuleerd (aansluiten bij doelen van gezin) Bespreken met ouders wie bij de bijeenkomst 1G1P moeten zijn Het plan is van de gezinsleden zelf, en hun gezinsdoelen staan centraal. Naast de betrokken hulpverleners nagaan welke krachten in het sociale netwerk van de gezinsleden kunnen worden versterkt en vragen of mensen uit sociale netwerk betrokken mogen/kunnen worden bij het gezinsplan.(“Ome Piet”)
3.
Uitnodigen partijen (inzet van secretariaat/balie CJG soms mogelijk/ afspreken) Zorgen voor gesprekruimte, agenda, aanwezigheid van deelnemers etc. Ervaring leert dat een gesprek bij mensen thuis ook goede resultaten heeft. Het gaat er met name om dat die mensen aan tafel zitten die het gezin kunnen helpen. Dit hoeven niet per se de ketenpartners van het CJG te zijn.(“Weinig doelen, weinig smoelen”)
4.
In bijeenkomst 1G1P (rondetafelgesprekken) maken van gezinsplan Bespreken van probleemanalyse en verdere invulling van plan = Wie doet wat wanneer Vragen wie het gezin als zorgcoördinator wil aanwijzen Format 1G1P in registratie opnemen! In de opzet van 1G1P is het ook mogelijk dat de ouders zelf de zorgcoördinatie op zich nemen. Alleen als ze dit zelf niet kunnen dan ondersteunt één van de betrokken professionals. In 80% van de plannen wordt gekozen voor een professional. Taken van de zorgcoördinator zijn vooral: inventariseren, gezinsplan samenstellen, proces/afspraken bewaken en zo nodig opschalen als het gezinsplan stagneert . Het lijkt handig dat de coördinator contactpersoon is naar het gezin.
5.
Als zorgcoördinator proces bewaken. Nagaan of afspraken uitgevoerd worden (incl. evaluatie van plan + afsluiting van plan als het binnen reguliere trajecten kan gaan lopen) Tijdens vervolggesprekken telkens plan aanpassen (wat is gerealiseerd, wat moet nog gebeuren, nieuwe afspraken) en opnemen in registratie. Afsluiten als de ouders zelf weer de regie op zich kunnen nemen en geen professionele zorg coördinatie meer gewenst is. De ouders kunnen dan altijd weer kiezen voor een afspraak als ze er zelf niet meer uitkomen.
2
Evaluatie project ZAT-CJG Periode 1-3-2013 tot 1-8-2013
2.1 Vraaggericht werken De intern begeleiders/zorg coördinatoren van de school bespreekt in een preventief stadium (veelal voorafgaand aan een bespreking in een ZAT) leerling-situaties met de school CJG-er. De professionele werker fungeert dan vaak als een soort sparringpartner van de school met kennis op gebied van zorg, gezin en buurt. In eerste instantie wordt gekeken of de school op basis van advies en consultatie (stap I in werkwijze) de situatie met leerling en soms ook met de ouders, zelfstandig kan oplossen. Stap II van werkwijze: ondersteuning van school CJG-er Indien nodig kan school ondersteuning vragen van de school CJG-er in de begeleiding van het gezin bij de hulpverlening of toeleiding naar een passend aanbod. Veelal schuift de school CJG-er aan bij een gesprek dat de school met ouders heeft. In dat gesprek benoemt school de zorgen die zijn hebben en hoe een school CJG-er wellicht hierbij kan helpen. Taken die de school CJG-er dan kan uitvoeren zijn: Brede probleem/vraagverheldering, activeren en motiveren voor hulp. Een kortdurende, lichte vorm van pedagogische en psychosociale hulpverlening. Een intensievere vorm van outreachende hulpverlening (uitgaande van de directe leefomgeving van de jeugdige/het gezin). Indien gewenst zorgcoördinatie bij en deelname in 1Gezin1Plan (bij samenwerking met meerdere partijen) Het betrekken van of toeleiden naar zwaardere (jeugd)zorgtrajecten. Aandachtspunt pilot: School CJG-ers kunnen in de pilot slechts voor 2 uur per school per week worden ingezet. Binnen deze uren moeten alle overleggen en taken uitgevoerd worden. Scholen als werkers geven aan dat hierdoor een groot beroep wordt gedaan op de flexibiliteit en creativiteit van alle participanten. Uit de evaluaties met de deelnemende scholen blijkt een grote behoefte te bestaan aan ondersteuning bij de zorgvragen. Liefst zo preventief mogelijk. In de pilot wordt veelal nog gewerkt aan ‘achterstallig onderhoud’ omdat dit een nieuwe werkwijze is. Er is dus meer vraag dan uren die er kunnen worden ingezet. Dit vraagt keuzes door school en werkers.
2.2 Inhoudelijke begeleiding 1 x per 6 weken is er gezamenlijk overleg van de werkers om ervaringen uit te wisselen. In de eerste drie overleggen die hebben plaatsgevonden was het met name nog zoeken naar een gezamenlijke werkwijze, definiëring van begrippen en beelden, plaatsbepaling op en afstemming met de scholen. 2.3 Achterwacht School CJG-ers zijn binnen de pilot beperkt inzetbaar op scholen (2 uur per week). Naast de beperkte fysieke aanwezigheid is er ook contact via mail en telefoon. In noodgevallen zijn er voor scholen altijd opties op de achtergrond als: Het centrum Jeugd en Gezin in de eigen gemeente/buurt De bereikbaarheidsdienst jeugdmaatschappelijk werk (werkzaam voor scholen in de regio Alkmaar: 088 0075075) Crisisdienst Bureau Jeugdzorg (7 dagen per week, 24 uur per dag 088 7778000) 2.4 Ouders primair verantwoordelijk; In het primaire onderwijs is er altijd sprake van betrokkenheid van de ouders bij zorgsignalen. Bij leerlingen van 12-16 jaar (VO) zijn 2 werkwijzen mogelijk afhankelijk van de problematiek die speelt: 1. na toestemming van ouders wordt gewerkt met de leerling 2. indien nodig voor de oplossing van de zorgsignalen of als ouders geen toestemming geven, worden ouders bij het proces betrokken.
3
Evaluatie project ZAT-CJG Periode 1-3-2013 tot 1-8-2013
Na 16 jaar is er geen toestemming van ouders meer nodig echter kunnen ouders (na toestemming van de leerling) wel betrokken worden bij het plan van aanpak.
2.5
Registratie
Binnen de pilot zijn de volgende gegevens bijgehouden: 1. Consultatie en advies: stap I van werkwijze. Binnen de consultatie en adviesfase kunnen vragen ook direct worden opgelost. 2. Hulpverleningstrajecten: stap II van de werkwijze. Dit zijn vragen waar voor de oplossing een hulpverleningstraject wordt ingezet
School Alkmaar-Clusius College Alkmaar-Dalton College Bergen NH-WillemAlexanderschool Bergen - Driemaster Bergen - Van Reenen Bergen - de Branding Heerhugowaard-Atalanta Heerhugowaard-De Kleine en Grote Beer, Plutolaan Heerhugowaard-De Kleine en Grote Beer, Taxuslaan Heerhugowaard-ICBS De Boomladder Heerhugowaard-ICBS De Vaart Heerhugowaard-Jeroen Boschschool Heerhugowaard-OBS De Carrousel Heerhugowaard-RKBS De Paperclip Heerhugowaard-RKBS De Zevensprong Heerhugowaard-RKBS Reflector Totaal
Advies en consultatie (stap I) 4 2 8 13 13 7 13
hulpverlening stap II Aantal leerlingen Trajecten met 1G1P 2 7
2 7
1 2 4 8 1
0 1 1 1 1
3
1
15
3
0
9 12
5 2
5 0
9
3
0
14
4
1
6
4
2
10 12
2 10
2 0
147
61
24
Uit deze cijfers blijkt dat er door de school CJG-ers 147 x advies en consultatie is gegeven. Dit betreffen losse vragen buiten een eventueel ZAT om. Daarnaast zijn rond 59 leerlingen trajecten uitgevoerd. In 24 trajecten werd de werkwijze 1G1p gebruikt (= 40%) In de jaarrapportage zal bekeken worden in hoeverre de volgende elementen cijfermatig kunnen worden meegenomen: - meisje/jongen - geboortejaar - samenstelling gezin - allochtoon - reden van aanmelding (zorgen school/thuis/vrije tijd/ ontwikkeling) - problematieken - 1G1P
4
Evaluatie project ZAT-CJG Periode 1-3-2013 tot 1-8-2013
-
Zorg coördinatie in 1G1P Deelname ZAT
De deelnemende collega organisaties in de pilot (BJZ en GGD) zullen deze gegevens deels handmatig aan de Wering moeten aanleveren. Hoofdstuk 3 Ervaringen vanuit de Pilot In dit hoofdstuk volgen enige ervaringen uit de eerste periode van de pilot In de tekst zijn verbeter- en aandachtspunten opgenomen. Deze genoemde gesignaleerde punten kunnen de bouwstenen vormen voor een toekomstig beleid De verbeterpunten zijn punten die directe relatie hebben met de pilot. De aandachtspunten zijn suggesties die in een ruimer verband dan de pilot opgepakt zouden kunnen worden ter verbetering van de samenwerking rond CJG en scholen. 3.1 1Gezin1Plan (1G1P) Binnen de pilot wordt na een gedegen probleem/vraagverheldering door de school CJG-er altijd overwogen in hoeverre de methodiek van 1Gezin1Plan moet worden ingezet. Dit gebeurt met name als er sprake is van hulpverlening/ondersteuning door meerdere en verschillende organisaties/hulpverleners en bij complexe problematieken Uit ervaringen vanuit de afgelopen periode blijkt dat de werkwijze 1G1P niet gelijk wordt ingezet indien: 1. Het nog een traject van activeren en motiveren voor hulp betreft (veelal vooraf aan een hulpverleningstraject) 2. het een enkelvoudige vraag betreft die door de school CJG-er of een andere hulpverlener waarnaar is doorverwezen/toegeleid, in een kortdurende vorm van hulpverlening kan worden opgepakt. 3. als het een onderwijs-gerelateerde zorg betreft (veelal wordt de vraag dan door de school binnen het samenwerkingsverband opgepakt (REC) e 4. als er sprake is van doorverwijzing/toeleiding naar 2 lijns/zwaardere hulpverlening. Natuurlijk kan het zo zijn dat de organisatie waarnaar is doorverwezen op een later moment (veelal na nadere indicatiestelling) toch nog kan kiezen voor 1G1P. Voor scholen is het werken volgens de werkwijze 1G1P nieuw. Het samen met ouders om tafel zitten vraagt van alle kanten gewenning en wordt achteraf vaak erg gewaardeerd. In het najaar volgt een korte introductie op de deelnemende scholen over het motiveren van ouders. Uit de eerste evaluaties in de scholen lijken zij enthousiast t.a.v. het gebruik van de werkwijze en de betrokkenheid van de ouders. 3.2 Benutten eigen kracht De school CJG-ers hebben als grondhouding om bij hun ondersteuning en begeleiding zoveel mogelijk te kijken naar wat in een cliënt/gezin/systeem al werkt en wat men zelf kan doen in de oplossing van het probleem (eigen kracht, draagkracht). Het vraagt van de professionele werkers dat zij een mate van terughoudendheid beoefenen in hun oplossingsgerichte houding en goed afstemmen op wat cliënt/systeem op dat moment aankan. Dit geldt ook bij verdeling van taken binnen een plan van aanpak bijv. de taak van zorgcoördinator binnen de werkwijze 1G1P . 3.3 Vindplaatsgericht werken; Zorgstructuur in scholen De meeste VO scholen hebben een goede zorgstructuur met een ZAT(zorg advies team). In het PO onderwijs is sprake van een boven-schools ZAT.
5
Evaluatie project ZAT-CJG Periode 1-3-2013 tot 1-8-2013
De school CJG-er is in scholen primair onderwijs een versterking van de zorgstructuur. Op sommige scholen vraagt de komst van de school CJG-er dat de bestaande zorgstructuur wat moet worden aangepast om iedereen een geëigende plek in de structuur te geven. Het eerste gesprek met ouders vindt veelal plaats op de school. Huisbezoeken horen tot de mogelijkheden van vervolggesprekken om zodoende zoveel mogelijk te werken aan het normaliseren van problemen in de eigen omgeving. 3.4 Zorgstructuur Voortgezet Onderwijs (VO) Binnen het VO wordt de school CJG-er met name preventief aan het ZAT ingezet. Door middel van de preventieve inzet wordt getracht om problemen eerder te signaleren. Binnen deze vorm van onderwijs wordt veelal direct gewerkt met leerlingen/kinderen. Indien ouders bij de hulp worden betrokken wordt de werkwijze 1G1P toegepast. Gesignaleerd wordt dat samenwerkingspartners 1G1P verschillend kunnen interpreteren en inzetten. e e Een voorbeeld vanuit het VO is dat een 2 lijnorganisatie van mening is dat een leerling nooit bij het 1 gesprek van 1G1P aanwezig is en daarom de leerling niet over het gesprek geïnformeerd. Verbeterpunt pilot: School CJG-ers binnen het VO zouden graag de werkwijze 1G1P willen gaan hanteren in de meer langdurige en vastgelopen zaken van de ZAT’s. Hiervoor is ook de medewerking van de overige deelnemers van het ZAT nodig die aangeven hiervoor geen extra tijd te kunnen inzetten. In het najaar zal bekeken worden in hoeverre op de pilotscholen hiermee een start kan worden gemaakt. 3.5 Gespecialiseerd aanbod aanvullend en ondersteunend aan het primaire leefmilieu e Het is de bedoeling dat, indien nodig, gespecialiseerde, 2 -lijnsorganisaties aansluiten bij gesprekken 1G1P. (Parlan, Praktijk, Triversum en Opvoedpoli.) De werkwijze 1G1P wordt steeds meer door de verschillende hulpverleningsorganisaties gebruikt. e Dit betekent dat scholen steeds meer door samenwerkingspartners of instellingen 2 lijn gevraagd voor deelname aan 1G1P. Binnen de pilot zijn vanuit organisaties met gespecialiseerd aanbod (Parlan, Opvoedpoli, de Praktijk) contactpersonen aangewezen die de aansluiting van deze organisaties bij de pilot en het CJG bespoedigen. Verbeterpunt pilot: Er wordt op dit moment nog relatief veel doorverwezen/toegeleid naar zwaardere e hulpverlening in de 2 lijn. Bekeken moet worden in hoeverre dit nog wenselijk is of dat er meer moet worden gekozen voor aansluiting van de gespecialiseerde zorg bij de preventief ingezette zorg/hulp. Dit zou betekenen dat deze organisaties aansluiten bij de 1G1P die door de school CJGer in samenwerking met de ouders wordt georganiseerd. Aandachtspunt CJG: Heldere afspraken rond het werken 1G1P met gespecialiseerde zorgaanbieders. Aandachtspunt CJG: Wellicht dat in de toekomst ook nog andere organisatie (dan hulpverlening) op gebied van bijv. gemeentelijke overheid, welzijn nog meer betrokken moeten worden bij bijv. de werkwijze 1G1P 3.6 Preventief beleid binnen opbouw civil society Zorgsignalen staan niet alleen en vinden vaak hun oorsprong in het systeem rond een kind, het gezin, de thuissituatie, de buurt waarin men opgroeit etc. Een brede vorm van vraagverheldering om zo de context waarbinnen een zorgsignaal zich afspeelt is daarmee van groot belang. Daarnaast kan deze omgeving indien nodig, ook betrokken worden bij de oplossing van de zorgen. Aandachtspunt CJG: In de toekomst kan het steeds vaker voorkomen dat naast familie ook gekeken de wordt in hoeverre vrijwilligers van welzijns-, sport -of buurtorganisaties (de 0 lijn) in een vroeg stadium betrokken kunnen worden bij de oplossing van problemen. 3.7 Aansluiting bij CJG Het werken in de scholen door de school CJG-er wordt gezien als een vooruitgeschoven dienstverlening van het CJG op de school.
6
Evaluatie project ZAT-CJG Periode 1-3-2013 tot 1-8-2013
In de gemeente Bergen is gekozen voor school CJG-ers vanuit verschillende kernpartners van het CJG: 1 x vanuit de GGD/JGZ. 1 werker vanuit Bureau Jeugdzorg en 2 werkers vanuit de Wering, het (algemeen/jeugd) maatschappelijk werk. In de gemeenten Alkmaar en Heerhugowaard is gekozen voor (jeugd)maatschappelijk werkers. Iedere werker heeft zijn kwaliteiten en kennis. Met name het gebruik maken van elkaars kennis en kunde is ook een streven dat in het CJG wordt gehanteerd. Dit vraagt een open houding naar en kennis van de lokale structuren op het gebied van welzijn, onderwijs, (jeugd)hulpverlening en gemeentelijke organisatie (civil society). Verbeterpunt pilot en aandachtspunt CJG Aansluiting bij en onderdeel zijn van het lokale CJG team betekent dat de school CJG-er de uitvoerend CJG-collega’s weet te vinden voor strategisch overleg of voor specifieke expertise of tijdsinzet en andersom. Bekeken moet worden of bij de uitvoering van het werk nog meer gebruik kan worden gemaakt van werkwijzen die ook binnen het CJG zijn afgesproken bijv. rond de zorgcoördinatie en de inzet van de procesregisseur (bij stagnerende hulp). 3.8 Zorgcoördinatie Binnen de werkwijze van 1G1P is het ook de bedoeling dat een van de partijen de zorg coördineert. Ouders vormen ook onderdeel van de partijen en kunnen deze taak zelf op zich nemen. Zij kunnen ook aangeven dat zij graag zien dat 1 van de aanwezige partijen waarin zij vertrouwen hebben deze taak op zich nemen (ja, tenzij principe). Zorg coördinatie is dus altijd een gesprekspunt wanneer er afspraken worden gemaakt in het gezinsplan. Verbeterpuntpunt pilot: Op dit moment is (nog) niet goed duidelijk in hoeveel plannen de zorgcoördinatie anders dan door de ouders worden uitgevoerd. Conclusie Gezien de beperkte aanwezigheid van de school CJG-ers op de scholen (2 uur per week) en de korte periode dat de pilot nu werkzaam (5 maanden) is, kan gesteld worden dat de eerste resultaten zeer hoopvol zijn. Uit eerdere evaluaties met scholen blijkt dat zij blij zijn met de inzet van de school CJG-er. Enerzijds kunnen scholen bij de school CJG- terecht voor advies en consultatie Anderzijds worden in een vroegtijdig stadium zorgsignalen opgepakt. In 40 % van die gevallen is gebruik gemaakt van de werkwijze 1G1P.
7