SINGEL 393
/
1012 WN AMSTERDAM .
.-
gidsen & detailkaarten voor bergsport. voet-, fiets-, kano-, ianglauf- en skitochten
SANTIAGO-GAWGERS! SXum f0.65 aan pobXzegeA i n een Q M V ~ QOM ~U o&vangk onze vúeuwe be~XeR&jaX "SIMT-JACOBSROUTE" open ma tlm za 11-17 (van 114 tot 3U7 do ook van 17-21) postorderservice op schriftelijke bestelling telefoon 020 - 274455
l
COLOFON
INHOUD
nr. 1 1 jaargang 3 (1991) september
DE JACOBSSTAF is het
verenigingsblad
van het Nederlands Genootschap van SintJacob. Het verschunt viermaal per jaar. Oplage: 826 ISSN 0923-1 l46 Redactie: Annet van Wiechen en Frank Claessen. Redactie-adres: Rffndffk22
Van de redactie
2394 AHHazerswoude-
Bij de elfde Jacobsstaf (Dircksens)
Rd, telefoon: 01 714-
Heilige pelgrims en pelgrimsheiligen (Madou)
16386.
Van onze buitenlandse vrienden
Mede werker:R. Conens
Zoekertje Rochus (Bettonvil)
@Nederlands Genoot-
Evenwicht I11 (De Vaan)
schap van Sint-Jacob.
Uit de regio's
Niets uit deze uitgave
Zoekertje
mag worden verveel-
Friesland en Santiago
voudigd en/of open
Jacobus-boeken
baar gemaakt
-
door
Zoekertje
middel van druk, fo-
Schelp in kruisjes (v/d Mijl)
tokopie of op welke
Langs de weg: Sahagun
andere wUze dan ook,
IN-DRUK
zonder voorafgaande
Agenda
-
schrfftelffketoestem
-
León
Ons postorderbedrijf
ming van de ui tgever. LEDENADMINISTRATIE : Omslag :
R. Conens
Druk: NV SDU 's-Gravenhage
Nico Zijp, Marsdiepstraat 512, 1784 AZ Den Helder telefoon: 02230-32572 81
VAN DE REDACTIE
Ook a l was ik dit jaar dan niet op weg in NSpanje langs de camino, ik werd zeer vaak herinnerd a a n onze Santiago. Zoals in Salamanca langs de Via de l a Plata, in een boekwinkel in Madrid (zie p. 1061, in Conques, in Boedapest
......
In Diest kwam M. Theunissen oog in oog t e s t a a n met Rochuc en in Z-Frankrijk
ontmoette
Wim Bettonvil hem ook. Twee leden één gedachte, vandaar een artikel over pelgrim Rochus. In Langs de weg nu eens aandacht voor de dieren langs de weg: honden (brr
......),
ooievaars,
kikkers, schapen
....
Wolven zoals Domenico Laffi a a n h e t eind van de 17de eeuw nog bij h e t dorp El Burgo Ranero aantrof, zijn e r gelukkig niet meer. Het artikel over de Friezen i s een mooie voorbereiding op onze komende ledenvergadering in Franeker. In León bekijken we sterrebeelden, we borduren verder en proberen ons door de grote stapel Jacobus-boeken heen t e lezen. namens de redactie, Annet van Wiechen
De u i t e r s t e inleverdatum van kopy voor het volgende nummer i s 15 november.
BIJ D E E L F D E J A C O B S S T A F
Als u d i t leest i s de vakantieperiode a l weer achter de rug. De mijne heb ik doorgebracht en route. Ik ben begonnen met de trein t e nemen naar Arles in de Provence. Vandaaruit ben ik in een kleine drie weken over de Alpen (voor degenen die e r bekend zijn: via de Colle de Larche oftewel de Colla della Maddelena) n a a r Santa Margherita bij Rapallo gelopen, onderweg naar h e t einddoel van mijn tweede pelgrimstocht in jaarlijkse etappes: Santiago-Rome. Ik denk volgend jaar in Rome a a n t e komen, omdat ik elk jaar maar zo'n drie weken pleeg t e lopen e n mijn jaarlijkse actieradius dus op zo'n zeshonderd kilometer ligt. Dit jaar heb ik onwillekeurig wat moeten denken a a n de overeenkomsten e n verschillen met die andere tocht die ik heb gemaakt: Baarn-Santiago. Een overeenkomst die ik duidelijk zag was h e t begin van de tocht. Op mijn eerste tocht was d a t h e t losbreken van thuis, van h e t vertrouwde. Op de tweede was d a t t e vergelijken met h e t weggaan u i t Santiago. Er was h e t lopen op wegen die toch enigszins vertrouwd waren. Er waren de gele pijlen, ook a l wezen ze de verkeerde richting. Er waren de ontmoetingen met pelgrims-op-heenreis.
En
hoewel h e t a a n t a l mensen op terugreis maar een fraktie i s van hun aantal, was e r toch i e t s van wederzijdse herkenning. Zo ben ik in vorige jaren via Jaca t o t Arles gekomen. Het nabijgelegen Saint-Gilles werd a l door Picaud genoemd a l s een van de plaatsen, van waaruit veel pelgrims n a a r Santiago gingen. Dit jaar heb ik niet één pelgrim ontmoet. Of h e t moet die Italiaanse dierenarts zijn, die mij, op zijn ronde, achterop reed e n vertelde d a t hij vorig jaar naar Santiago was geweest, maar met de auto. Hij vond daarin voldoende aanleiding om mij bij zich thuis u i t t e nodigen: een heerlijk bad, een copieus maal e n een zacht bed. Teruggekeerd in Nederland, na overigens in Genua van mijn portefeuille beroofd t e zijn, ben ik op de motor gestapt e n naar Santiago gereden. In drie dagen naar Sto Domingo de la Calzada, waar ik een pelgrim achterop nam, met wie ik in 1986 een deel van de tocht samen heb gelopen. Op 25 juli, de feestdag van Sint-Jacob. kwamen we in de vooravond in Santiago aan, helaas t e l a a t voor de verschillende feestelijkheden, maar vroeg genoeg om nog veel oude vrienden en bekenden t e kunnen begroeten. Het vaandel van h e t genootschap stond in de ruimte waar ook de compostelana's worden uitgereikt e n daar hingen ook de in vijf talen gestelde uitnodigingen voor de internationale pelgrimsreunie in Maastricht.
Koen Dircksens, voorzitter
HEILIGE PELGRIMS,
pelgrimsheiligen en heiligdommen langs de weg SAN ISIDORO, LEON Met de bespreking van h e t tympaan van de Puerta del Cordero a a n de San Isidoro t e León i s nog niet alles gezegd over de sculptuur van dit belangrijke portaal. In de ruimte tussen de zestiende-eeuwse kroonlijst van h e t dak e n de met een blokjeslijst omzoomde buitenboog van h e t portaal bevinden zich twee beelden en een a a n t a l reliefs. De herkomst van h e t bedoelde beeldhouwwerk i s niet duidelijk. Volgens de Catalaanse kunsthistoricus de Palol zou het afkomstig zijn van de elfde-eeuwse kerk die afgebroken werd om ze t e vervangen door de huidige die in 1149 werd ingewijd. De Compostellaanse kunsthistoricus Moralejo opteert voor een datering in de twaalfde eeuw. Wat e r ook van zij, de sculpturen die de zwikken n a a s t h e t portaal opvullen, werden vervaardigd door een andere kunstenaar dan deze welke h e t tympaan schiep. De niet geheel harmonische plaatsing v a n de reliefs kan e r op wijzen d a t h e t inderdaad om herbruikt materiaal gaat. De architect van de twaalfde-eeuwse kerk heeft h e t blijkbaar belangrijk genoeg geacht om h e t t e integreren in h e t geheel van de Puerta del Cordero. Links en rechts van de blokjesboog ziet men respectievelijk de figuren van de heilige Isidorus en van een jonge heilige, meestal geïdentificeerd met Vincentius van Avila. Het zou echter ook Pelagius (Pelayo) van Córdoba kunnen zijn. Zowel Vincentius (gestorven circa 304) a l s Pelagius (gestorven 925) waren kindmartelaren. We weten d a t de relieken van Pelagius in 967 naar León werden overgebracht e n d a t hij de patroonheilige was van h e t klooster d a t voor de verwoesting door Almanzor op de plaats stond van de huidige San-Isidorokerk. Een translatie v a n de relieken van Vincentius, van Avila naar León, zou door toedoen van koning Ferdinand I in 1065 hebben plaatsgevonden. Isidorus is voorgesteld a l s bisschop met de kromstaf in zijn linkerhand e n zijn rechterhand zegenend opgeheven. Links van zijn hoofd i s de inscriptie
YSIDORUS t e lezen (DE JACOBSSTAF 9, foto p. 4). De andere heilige i s voorgesteld als een jonge man met lange, golvende lokken. In zijn bedekte linkerhand houdt hij een boek e n zijn rechterhand houdt hij op borsthoogte met de palm naar buiten gekeerd. Beide personages zitten op een vouwstoel die geplaatst is op een console in de vorm van een stierenkop.
De symmetrische opstelling van beide heiligen t e r weerszijden van de boog contrasteert met de plaatsing van een reeks reliefs met voorstellingen van personages. Naast Isidorus, met h e t hoofd n a a r hem toegewend, s t a a t een krijgsman met schild en zwaard. Sommige a u t e u r s omschrijven hem a l s "de beul". Zijn functie a l s dusdanig i s echter niet t e verklaren. In tegenstelling t o t Vincentius e n Pelagius i s Isidorus niet de marteldood gestorven. Boven h e t hoofd van de heilige bisschop zijn zes musicerende figuren gegroepeerd. Een van hen i s gekroond. Algemeen wordt aangenomen d a t h e t hier g a a t om David e n zijn muzikanten. Een zevende muziekspelend personage i s t e n halven lijve uitgebeeld i n een medaillon, opgebouwd u i t concentrische cirkels. Aan de rechterzijde van de portaalboog i s a l s pendant een gelijkaardig medaillon aangebracht. Ernaast bevindt zich een zittende jonge man die met zijn twee handen een rechthoekig voorwerp (een boek ?) vasthoudt. Boven h e t hoofd van Vincentius/Pelagius i s h e t muurvlak verder leeg gebleven. In welke iconografische context de genoemde reliefs zich oorspronkelijk bevonden i s niet meer t e achterhalen. Het lijkt echter weinig waarschijnlijk d a t de taferelen op de reliefs in verband zouden s t a a n met h e t programma van h e t tympaan. Nu moeten we nog onze aandacht richten op twee reeksen v a n elk a c h t afbeeldingen, links e n rechts van de blokjesboog, pal onder de kroonlijst geplaatst. Twaalf van deze zestien sculpturen stellen de tekens voor van de zodiak. De zodiak of dierenriem i s een gordel a a n de hemel waarin de vanouds bekende planeten zich bewegen. De tekens v a n de zodiak duiden bepaalde sterrenbeelden a a n e n verdelen de denkbeeldige baan van de zon om de aarde in afstanden van 30 graden. De dierenriem speelt een zeer grote rol in de astrologie, de
wetenschap die berust op de idee d a t e r een samenhang i s tussen h e t gebeuren op aarde en de bewegingen v a n de hemellichamen. Aan de astrologie e n h e t daaruit voortvloeiende a s t r a l e determinisme hechtte men in de oudheid veel belang: h e t lot van de mens op aarde stond immers in de sterren geschreven. Het was dan ook gebruikelijk d a t ouders een horoscoop lieten trekken voor hun pasgeboren kinderen teneinde enig inzicht t e krijgen in de verdere levensloop van hun kroost. Met de komst van het christendom werd begrijpelijkerwijze f e l gereageerd op h e t heidense geloof in de voorspellingswaarde van de sterren. Dit cosmische fatalisme liet geen plaats v a a r de goddelijke voorzienigheid noch voor de eigen morele verantwoordelijkheid van de mens. De kerkvaders waren dan ook de eersten om anti-astrologische polemieken t e voeren, niet in de eerste plaats
- zo men - bijgelovige aspecten die in de astrologie schuil gingen. Zij konden echter
tegen de wetenschap a l s dusdanig, maar wel tegen de demonische of wil
de populariteit van de zodiak niet ondergraven. Voorstellingen van de dierenriemtekens bleven zeer talrijk gedurende de middeleeuwen e n nog lang daarna. Men vindt ze terug onder meer in de kalenderversieringen i n manuscripten, in vloermozaïeken in de kerken e n vooral in de monumentale sculptuur a a n de portalen v a n abdijkerken e n kathedralen. Vanuit de Kerk zal men zich beijveren om deze heidense tekens in christelijke zin t e interpreteren door e r een verborgen mystieke betekenis a a n toe t e kennen. Men integreerde de zodiak in h e t geheel van de schepping e n in de verdeling van de tijd zoals die door God werd bepaald. De tekens werden in de kunst van de middeleeuwen vaak gecombineerd met de uitbeelding v a n werkzaamheden die de mens in elk van de twaalf maanden van h e t jaar moest uitvoeren. De zodiak v a n León toont enkel de tekens, in een unieke formele weergave e n inhoudelijk terug t e voeren op een welbepaalde christelijke inspiratiebron. De hoger genoemde kunsthistoricus Moralejo heeft aangetoond d a t een t e k s t v a n de heilige Zeno a a n de dierenriem van León t e n grondslag moet liggen. Zeno was bisschop van Verona tussen 360 e n 371/372. Hij was goed bekend met astrologische literatuur en uiteraard ook met de anti-astrologische polemieken van h e t vkoege christendom. Uit eigen ervaring moet hij eveneens vertrouwd geweest zijn met de heidense gebruiken omtrent h e t trekken van de horoscoop voor pasgeborenen. Als kind van zijn tijd wil hij, n a a r h e t heersende gebruik, eveneens een horoscoop trekken voor de neofieten of pasgedoopten, d i t wil zeggen: voor de nieuwgeborenen in Christus. Daartoe schreef hij een homelle waarin hij betoogt d a t h e t doopsel h e t begin i s v a n een nieuwe levensbestemming onder de hoede van Christus. Door zijn nieuwe geboorte in h e t doopsel kan de christen ontsnappen a a n de f a t a l i t e i t van de sterren. Zeno houdt de neofieten voor hoe zij de zodiaktekens in christelijke zin moeten begrijpen en e r hun leven naar richten. De inhoud van de homelie zal dan ook moraliserend zijn. Naar klassieke gewoonte begint Zeno zijn commentaar op de twaalf tekens met de Ram, h e t zogenaamde lentepunt d a t samenvalt met de klimmende loop v a n de zonnebaan. Hij volgt de tekens in de vaststaande volgorde e n eindigt met de Vissen. De zodiakreliefs boven de Puerta del Cordereo zijn dus t e lezen v a n rechts n a a r links. Men zal zich herinneren d a t men dezelfde leesrichting reeds aantrof op h e t tympaan van h e t Lam.
Nu volgt een beknopte beschrijving van de tekens met de interpretatie van Zeno. De Ram is in León geenszins a l s een agressief dier voorgesteld, doch a l s een zachtaardig lam. Zeno zegt letterlijk d a t h e t eerste teken het Lam Gods symboliseert. d a t de dopeling bekleedt met zijn verblindende witheid en hem l a a f t met "zalige melk". De Stier i s hier gereduceerd t o t een stierenkop, vergezeld door twee menselijke figuren. Dit beeldhouwwerk i s ingrijpend gerestaureerd. Volgens Zeno i s dit teken niet t e zien a l s het dier met een grimmig uiterlijk en dreigende horens, doch integendeel a l s h e t vriendelijke e n zachtmoedige kalf. Hij raadt de dopelingen a a n h e t juk op de schouders t e nemen en de akker van h e t vlees (het lichaam) t e bewerken e n vruchtbaar t e maken voor de hemelse oogst. Het f e i t d a t zowel de s t i e r a l s h e t kalf t o t de offerdieren behoren zal wel niet vreemd zijn a a n de aanmaning van de bisschop t o t een leven van offervaardigheid en inspanning. De Tweelingen zijn twee vrouwen die, n a a s t elkaar gezeten en elkaar omarmend, gezamenlijk een boek vasthouden. Een van de vrouwen heeft een nimbus. Het teken moet, aldus Zeno, begrepen worden a l s de twee testamenten. De houding van de vrouwen kan bovendien wijzen op de concordantie tussen h e t Oude e n h e t Nieuwe testament. De Kreeft i s voorgesteld a l s een ovaalvormig dier, links e n rechts voorzien v a n negen korte poten. Onder deze kreeft bevindt zich een vis. Voor Zeno i s de Kreeft een slecht teken. Mensen onder de Kreeft geboren worden gierige e n hebzuchtige kooplieden en speculanten zonder scrupules. Derhalve moet de christen de gierigheid mijden, zegt Zeno. De vis mag wellicht gezien worden a l s de prooi van de kreeft die, achteruitlopend, h a a r slachtoffer verschalkt. Tamelijk gecompliceerd i s de voorstelling van de Leeuw. Het dier wendt de kop n a a r achter e n houdt met de voorpoten een boek (?) v a s t . Het i s omgeven door slangen en padden en lijkt in h e t water t e s t a a n . Het ligt voor de hand d a t Zeno de Leeuw in verband brengt met Christus, de "Leeuw van Juda" en tevens met de verrijzenis, gezien Christus de dood overwon e n a a n de christenen de onsterfelijkheid beloofde. In de antieke literatuur over de n a t u u r van de leeuw wordt onder meer gewezen op zijn waakzaamheid (hij slaapt met de ogen open) doch ook op zijn vijanden, met name de slang e n de schorpioen. De aanwezigheid van dit ongedierte op h e t relief kan e r op wijzen d a t de leeuw, evenals Christus, in s t a a t i s zijn dodelijke vijanden t e overwinnen. Het water kan een toespeling zijn op de doopselcontext van Zeno's homelie en wellicht heeft de kunstenaar zich laten inspireren door de leeuw a l s h e t symbool van de evangelist Marcus. Dit l a a t s t e zou dan eventueel de aanwezigheid van h e t boek
verklaren. De Maagd i s afgebeeld a l s een zittende vrouw met in de ene hand een t a k e n in de andere een korenaar (spica).Met de Maagd i s hier vanzelfsprekend a e Maagd Maria bedoeld. De t a k in de hand van de vrouw zou de "twijg u i t de wortel van Jesse" kunnen betekenen, een van de mariale symbolen. De korenaar of spica i s de helderste s t e r in h e t sterrenbeeld van de Maagd. Zeno vermeldt bij de Maagd d a t zij de Weegschaal aankondigt en gaat aldaar verder met zijn uiteenzetting. W i j moeten hier even de beschrijving v a n de dierenriem onderbreken omdat de
nu volgende vier reliefs niet t o t de tekens behoren. Het gaat om twee cirkelvormige ornamenten e n twee maal een kleine vis. Ze zijn symmetrisch geplaatst rechts e n links van de top van de blokjesboog. Wat de ronde ornamenten betekenen i s niet duidelijk. De beide vissen zouden in verband kunnen worden gebracht metede hoger genoemde doopselcontext. Het volgende teken, nu links van de boog, i s de Weegschaal. Voorgesteld wordt een vrouw met een nimbus. Ze zit neer e n houdt in de opgeheven hand een weegschaal. Door Zeno wordt d i t teken gelijkgesteld met de J u s t i t i a of gerechtigheid: de Maagd die Christus heeft gebaard maakte h e t mogelijk de gerechtigheid in de wereld t e herstellen. Het g a a t hier dus om een positief teken, wat niet h e t geval i s voor de daarop volgende Schorpioen.
In de romaanse kunst was vermoedelijk nog geen realistische afbeelding van de schorpioen bekend. Het dier d a t we in León zien i s eerder een soort salamander met tangvormige s t a a r t . Het i s gevat in een cirkel. De middeleeuwse zoölogie klasseerde de schorpioen vaak onder de noemer "serpenten", gaande van reptiel t o t amfibie. Volgens Isidorus v a n Sevilla behoorde h e t dier t o t de klasse van de wormen. Bij dit zodiakteken verwijst Zeno de neofieten naar Christus die zijn leerlingen de macht gaf over slangen e n schorpioenen t e gaan (Lc. 10,191. De Boogschutter, voorgesteld a l s een kentaur met wilde haren en omgeven door slangen i s voor Zeno de incarnatie van de duivel. De heilige bisschop van Verona kent slechts een middel tegen de satanische aanvallen: de wapenrusting van God aantrekken. Hij citeert hier zelfs de hele desbetreffende passage u i t de brief van Paulus a a n de Efesiërs (Ef. 6 , l l ) . De Steenbok is voorgesteld met een s t a a r t a l s een slang. Hij wordt bereden door een jonge man die een wapperende
2
korte mantel draagt en een mes s t e e k t in de keel van h e t dier. Zeno houdt de
P)
neofieten voor d a t de Steenbok eveneens een demonisch teken is. De duivel, in U
de gedaante van een woeste bok, zet a a n t o t overspel e n t o t velerlei andere 1
zonden zoals moord, heiligschennis en gierigheid. De boodschap voor de
ö
pasgedoopte christenen i s dus duidelijk.
C>
Met de Waterman worden de perspectieven weer positief. Afgebeeld a l s een
naakte, wijdbeens staande jonge held, giet de Waterman twee zakken water u i t over twee vissen. Zeno spreekt van "onze Waterman" met wie hij natuurlijk Christus bedoelt. In zijn commentaar betrekt hij ook h e t l a a t s t e teken, d a t van de Vissen. Twee in getal stellen ze de joden en de heidenen voor, door h e t doopsel geworden t o t één volk. In zijn t e k s t i s niets t e vinden over een bootje met een visser d a t op het Vissenrelief in León t e zien is. Deze niet zeer gebruikelijke iconografie kan echter zonder moeite ingepast worden in de doopselsymboliek. De neofieten zijn a l s de vissen in h e t (doop)water en zullen door de apostelen of hun opvolgers gevangen worden. Christus sprak immers t o t Petrus e n Andreas: "Ik zal u t o t mensenvissers maken1' ( M t . 4,191. Met de Waterman en de Vissen, de doopsel allegorieën bij uitstek, besluit Zeno van Verona zijn moraliserende horoscoop. De beeldvoorstellingen zijn hiermee ook allemaal besproken. We dienen enkel nog de aandacht t e vestigen op de aanwezigheid v a n een a a n t a l kleine cirkels, aangebracht bij de meeste v a n de dierenriemtekens. Het zijn toespelingen op de sterrenconstellaties waarvan de betrokken tekens deel uitmaken. Dit brengt ons meteen terug n a a r de astrologie die een zeer belangrijke wetenschap was in de tijd waarin Zeno leefde. In de vroege middeleeuwen was h e t geloof in de voorspellende waarde van de sterren niet meer zo vanzelfsprekend. Het astrale determinisme werd immers door de Kerk afgewezen. De homelie van Zeno illustreert d i t op perfecte wijze. Met de verovering van Spanje door de Arabieren (de agareni) deed de astrologie opnieuw h a a r intrede in Europa. Astrologische t r a c t a t e n werden veelvuldig van h e t Arabisch in h e t Latijn vertaald. Dit gebeurde hoofdzakelijk gedurende de twaalfde eeuw in de beroemde vertalersschool in Toledo. Arabieren, christenen e n joden werkten e r zeer intensief samen om allerhande antieke teksten, die in Arabische bronnen bewaard gebleven waren, weer toegankelijk t e maken voor h e t Westen. Spanje fungeerde hierbij a l s een doorgeefluik. De belangstelling voor de astrologie was derhalve zeer actueel op h e t ogenblik d a t in León de Puerta del Cordero werd gebouwd e n versierd. Nu hebben we kunnen vaststellen d a t de zodiak van de San Isidoro geen heidense is, maar een verchristelijkte versie geeft van de aloude tekens. De vraag i s in hoeverre de opdrachtgevers van h e t portaal bewust gekozen hebben voor deze uitgesproken anti-heidense of, anders gezegd, anti-islamitische interpretatie. Om dit t e onderzoeken moeten we even terugkeren naar h e t tympaan. De iconografie ervan toont duidelijk h e t conflict tussen de christelijke en de islamitische leer. De theologisch geïnspireerde discussie met de islam
bevat bovendien ook een anti-joods element. Nu was h e t zo d a t vooral de joden in Spanje in de astrologie geïnteresseerd waren en met grote kennis van zaken deze wetenschap beoefenden. Het i s derhalve zeer voor de hand liggend d a t de theologische discussie, gevoerd op h e t tympaan, verder gezet zal worden in de zodiak, maar hier i n een puur wetenschappelijke context. De zodiak zou dan, evenals h e t tympaan, op een dubbel niveau t e lezen zijn. Zo i s de Puerta del Cordero niet enkel een kunstwerk van zeer hoge waarde, maar tevens een dogmatisch en doctrinair leerstuk. De islam - en in mindere mate h e t jodendom
-
wordt e r op twee fronten aangevallen: het theologische en h e t
wetenschappelijke. Het i s weinig aannemelijk d a t hier sprake zou zijn van een zuiver toeval. Men bedenke d a t León in de twaalfde eeuw een belangrijke rol speelde in de reconquista. Maar e r v a l t nog meer t e zeggen. Behalve de anti-islamitische en anti-joodse polemiek bevatten de sculpturen van h e t tympaan e n de fries met de zodiak ook een geloofsboodschap voor de christenen. Op basis van de homelie van Zeno van Verona i s de zodiak t e verstaan in de context van h e t sacrament van h e t doopsel. De mens, uit h e t vlees geboren, i s geroepen t o t een tweede geboorte u i t Water en Geest. In die zin sprak Christus met de farizeeër Nicodemus (Jo. 35-81. De nieuwe geboorte door h e t doopsel i s gelijk t e stellen met de geboorte
"uit de vrije vrouw". Anders gezegd: de geboorte van Isaak uit Sara s t a a t symbool voor de geboorte van h e t christen volk u i t de Kerk. De relatie tussen de diepere inhoud van de zodiak e n de tympaanvoorstelling moge duidelijk worden in wat nu volgt. De hergeboorte die plaats grijpt in h e t doopsel schenkt de christen een nieuw leven. Dit wordt gevoed door h e t bloed van Christus in de Eucharistie. Doopsel e n Eucharistie zijn twee sacramenten met dezelfde mystieke oorsprong, namelijk h e t water e n het bloed, vloeiend uit de doorboorde zijde v a n Christus (Jo. 19,34). De verwijzing n a a r h e t doopsel i s zeer expliciet in de zodiak. De verwijzing naar de Eucharistie i s even expliciet op h e t tympaan met h e t Lam: de passie van Isaak i s de voorafbeelding van h e t offer van Christus, d a t in de Eucharistie steeds opnieuw herdacht wordt. De geleerde iconografie van de Puerta del Cordero past volledig in de mentaliteit van de twaalfde eeuw. Het bijzondere e n tevens unieke ervan i s de actualiteitswaarde die h e t had in de periode van zijn ontstaan. Tegenover h e t cosmische fatalisme van de zogenaamde natuurwetten, aangehangen door de islamitische wetenschap, s t e l t h e t de wet van de genade, van de vrijheid van de
kinderen Gods. De voorstellingen zijn stevig onderbouwd, zowel theologisch a l s wetenschappelijk.
Dat
beseften
ongetwijfeld de opdrachtgevers
en de
geestelijken van de San Isidoro. Dat weten wij nu, dank zij de gedegen studies die t e onzer beschikking s t a a n . Of de middeleeuwse pelgrims t o t de inhoud van de uitgebeelde mysteries en polemieken zijn doorgedrongen i s een open vraag. En dit i s dan de grote adder die onder h e t gras van de wetenschap blijft schuilen.
Mireille Madou
Nog meer gegevens over dit onderwerp kan men vinden bij: Pour l'interpretation iconographique du portail de l'agneau a Saint-Isidore de Leon: les signes du zodiaque / Serafin Moralejo Alvarez, in: Les Cahiers de Saint-Michel de Cuxa, 8(1977), 137-173 La sculpture romane de l a route de Saint-Jacques: De Conques a Compostelle / Marcel Durliat.- Mont-de-Marsan, 1990, 376-383.
V A N ONZE B . U I T E N L A N D S E V R I E N D E N
...
EN V R I E N D E N IN HET B U I T E N L A N D PELGRIMSOPVANG IN ASTORGA Even dreigde door h e t vertrek van de Nederlandse broeders u i t Astorga de pelgrimsopvang aldaar niet door t e gaan. Maar door de inspanningen van broeder J a n van Kempen, h e t bestuur van h e t Genootschap en de inzet van Nederlandse vrijwilligers, merendeels leden v a n ons Genootschap e n oud-pelgrims, kon de traditie v a n gastvrijheid in Astorga worden voortgezet. In juli waren Anneke e n Wim Bettonvil gastvrouw e n -heer; de augustusmaand werd verdeeld door Anne van Gils en Ria Loeffen, Lien e n Bart van de Zalm, Gientje e n Ruud Snoeren. Aan 1855 pelgrims i s in die twee maanden onderdak geboden, ca. 30 gemiddeld per dag, maar soms waren e r wel 60 a 70 tegelijk, vooral a l s e r groepen waren. Ons werk was de ontvangst --met een glas koud water--, registratie, stempelen e n verstrekken van de geloofbrief e n de verwijzing of begeleiding naar de slaapzaal met accomodatie. Desgevraagd werd advies gegeven, veelal op terreinen die met de tocht t e maken hadden. ' s Morgens, a l s de pelgrims weer onderweg waren n a a r Rabanal of verdere oorden, werden de slaapzaal, de was- en toiletgelegenheden e n de omgeving "gekuist", zoals onze Belgische vrienden die in de pelgrimsherberg in Rabanal werkten, zeggen. Na de koffiepauze kwamen de eerste nieuwe pelgrims a l weer binnendruppelen, h e t kon soms zeer warm zijn. Het gros van onze pelgrims was Spanjaard, ca 72%. Maar ook de Duitsers, Fransen e n Belgen waren met resp. 10%, 6% en 6% goed vertegenwoordigd. 47 Nederlanders deden Astorga aan, wat leuk was, e n een a a n t a l bekenden daaronder, wat e x t r a leuk 'was. De overige ca 65 pelgrims kwamen uit 1 5 verschillende landen, met a l s bijzondere: Australië, Mexico, Brazilië, Colombia, Chili, Peru, Polen, Tjechoslowakije en de Verenigde Staten. Wij verbleven in h e t voormalige broederhuis e n zijn door directie en personeel van h e t college in Astorga zeer hartelijk onthaald. Wellicht zetten dezelfde of andere vrijwilligers d i t mooie werk ook volgend jaren voort, mits het niet u i t handen wordt genomen door de Amigos del Camino de Santiago de Astorga. Wim Bettonvil
Astorga i s overigens niet de enige overnachtingsplaats die beheerd wordt door niet-Spanjaarden. In Rabanal del Camino werken leden van de Confraternity o f Saint James a a n de restauratie v a n een een refugio. waar dit jaar een Belgisch echtpaar h e t beheer voerde. In Azofra wordt hetzelfde gedaan door leden van het Duitse genootschap. En ...in Belorado bij Burgos z a t vanaf eind juni Annemieke van Rijckevorsel, een Nederlandse, in haar eentje een refugio draaiende t e houden. De eerste drie weken ontving zij 239 pelgrims, waaronder 9 Nederlanders. Zij was van plan t e blijven t o t in september om dan "een FC poging t e beginnen terug t e lopen naar Nederland". Gerrit van Lent meldt d a t in La Vanguardia van zondag 9 juni 1991 een toelichting s t a a t van h e t plan XACOBEO 93. In h e t kader van h e t heilig jaar worden 60 miljard pesetas geïnvesteerd in de instandhouding van de toeristischculturele route, de restauratie van monumenten, tentoonstellingen en de bouw van een nieuw museum. Zels a a n de pelgrims i s gedacht. "Uit hoofde van dit plan wordt eveneens een netwerk van albergues gecreëerd t e n behoeve van de pelgrims die de Camino de Santiago t e voet afleggen; hiervoor wordt 8 miljard pesetas uitgetrokken. De bedevaartganger zal echter, hoewel hij zich t e voet verplaatst, wezenlijk andere omstandigheden aantreffen dan degenen die deze zelfde route zeshonded jaar geleden aflegden. Zo zullen de pelgrims niet alleen voorlichting ontvangen via videoterminals, doch ook beschikken over magnetische kaarten waarmee ze kortingen in hotels kunnen verkrijgen, gratis bijstand of bewijsstukken waaruit blijkt d a t ze de historische reis t e voet hebben afgelegd." DE PEREGRINO nr. 19-20, juni 1991. Dit dubbelnummer bevat 35 bladzijden en draagt a l s hoofdthema de provincie León; een stemmige kleurenfoto van de brug van Hospita1 de Orbigo s i e r t de voorpagina. Daarnaast vindt men binnenin de gebruikelijke documentatiebijlage (8 blz.) e n a l s toegift de practische gids v a n de weg (eveneens 8 blz.) De redaktie van de PEREGRINO i s erin geslaagd de aantrekkelijkheid van h e t blad t e vergroten zonder a a n de inhoud ervan tekort t e doen. Dit i s onder meer t e danken a a n de nieuwe formule, waarbij natuur en landschap van een bepaalde streek -- hier León -- wordt belicht e n met prachtige kleurenfoto's wordt verlucht. In h e t hoofdartikel wordt andermaal gepleit voor meer wettelijke bescherming van de camino met h e t oog op h e t Heilig J a a r 1993, d a t a l t o t een stortvloed van plannen heeft geleid. Dat ook de pelgrim moge profiteren van de huidige investeringsdrift langs de camino i s wens en zorg tegelijk. De practische gids van de weg bevat een bijgewerkte lijst van refugio's. "Hij die de g r a t i s opvang langs de camino aanvaardt, dient tevens de beperkingen van die opvang t e aanvaarden, hoe betreurenswaardig de tekortkomingen ook zijn". GvL Het abonnement op PEREGRINO i s t e verkrijgen door storting van f 36,- (zes nummers) op postrekening 291.82.79 (Postbank Arnhem) t e n name van G.J. van Lent, Brussel. ZOEKERTJE
Ter overname aangeboden een enkele r e i s per bus Santiago de Compostela - Breda. Geldig t o t 9 f e b r u a r i 1992, tegen de halve prijs. Theo Bussink, telefoon: 04750-10186
Langs Jacobus ' wegen komt men Rochus tegen Op weg naar Santiago ga je
een kerk
of kapel
binnen en denkt daar een beeld
v a n Jacobus t e
zien: de pelgrimskleding, de Jacobusschelpen, de s t a f met kalebas. Maar de vinger die naar de pestbuil op h e t ontblote been wijst e n de hond met een brood in de bek duiden op een andere heilige: Rochus. Veel
heiligdommen
en
kapellen langs de wegen n a a r Santiago zijn a a n Sint Rochus gewijd. Zoiets intrigeert: wie was Rochus en i s e r verband met Jacobuspelgrimages? Volgens 15de-eeuwse levensbeschrijvingen werd Rochus omstreeks 1295 u i t een voorname familie in Montpellier geboren. Toen hij a l s jongeman een bedevaart naar Rome ondernam, brak in Noord-Italië een pestepidemie uit. Rochus trok van plaats naar plaats, verzorgde e n genas veel zieken waar hij kon, t o t hij in de buurt van Piacenza zelf werd besmet (4 km t e n noorden van Piacenza ligt nu nog het plaatsje San Rocco al. Porto). Rochus trok zich terug in de bossen, bij een bron, waar een hond hem iedere dag brood kwam brengen. Door tussenkomst van een engel genas hij en keerde hij terug naar zijn geboortestad, waar men hem echter niet herkende en a l s spion gevangen zette. Na vijf jaar gevangenschap zou hij in 1327 zijn gestorven. Ofschoon Rochus nooit officieel i s gecanoniseerd, is zijn verering door h e t
concilie van
Konstanz
(1414- 1418) goedgekeurd. Hij i s de beschermheilige tegen de pest e n andere besmettelijke ziekten en patroonheilige van artsen en verpleegkundigen. In h e t midden van de 14de eeuw woedde
de
grootste pestepidemie van Europa waarbij een kwart van de Europese bevolking
omkwam. Tijdens
deze e n volgende epidemieën
werd Rochus,
beschermheilige tegen de pest, meer e n meer aangeroepen.
Hierdoor en
mede door de dalende belangstelling voor Santiago-pelgrimages ging de populariteit v a n Rochus die van Jacobus allengs overtreffen. En niet al-
VI
C
a, C O
u a
7
7
w
VI
leen in de harten, maar ook in kerken en kapellen
moest Jacobus plaats maken voor Rochus.
Oorspronkelijke Jacobus-bedehuizen die uiteraard veelal langs Jacobuswegen stonden werden voortaan plaatsen v a n Rochus-verering! Wel kleedde men Rochus in de traditionele pelgrimsdracht: was dit een hommage a a n Jacobus, wilde men de toorn van de Zoon van de Donder afkeren of was h e t omdat Rochus zelf ook
a, 3
pelgrim --weliswaar
E
Hier volgen enige voorbeelden, die u wellicht uit eigen ervaring kunt aanvullen:
0' O
V
E -d VI
7
z v
o
P:
niet n a a r Santiago--
was geweest?
vanaf Le Puy (via GR 65) komt men voor Montbonnet langs een Rochus-kapel, die echter voorheen niet a a n Jacobus, maar a a n St. Bonnet was gewijd. Een foto van deze kapel s t a a t op de omslag van het gidsje Sentier de Saint-Jacques, Le Puy/Conques. Dan volgt tussen Saugues en Saint-Alban-sur-Limagnole
een
Rochus-kapel
die wel oorspronkelijk a a n Jacobus was gewijd. Deze kapel
behoorde bij een gasthuis voor reizigers e n pelgrims e n werd in 1198 --Rochus was nog niet geboren--
a l s St. Jacobskapel gesticht. Het geheel werd
toevertrouwd a a n de Tempelorde en, n a hun opheffing, a a n de Hospitaalridders van St. Jan-van-Jeruzalem, de Johanniterorde. Ook hier verdrong in de 15de e n de 16de eeuw de verering voor Sint Rochus die van Sint Jacob. Tijdens de godsdienstoorlogen in de 16de en 17de eeuw werden de gebouwen verwoest. De verering voor Sint Rochus bleef niettemin bestaan en de aanwezige bron behield zijn naam. Rond de jongste eeuwwisseling i s een nieuwe Rochus-kapel gebouwd, echter enige honderden meters verder, juist over de grens met Lozère. Daar s t a a t ook een schuilhuis voor toeristen en pelgrims (foto p. 81). Weer verder vinden we een, gesloten, Rochus-kapel bezijden de Rue Charlemagne in Conques e n een l7de-eeuws houten beeld van Rochus in de kloostergang van de Sainte Foy.aldaar (foto p. 95). Op de achterzijde van h e t Rochusprentje d a t men daar kan kopen s t a a t een gebed van de pelgrim n a a r St. Jacob! Ook in de omgeving van Conques, een belangrijke bedevaartpaats a a n de weg naar Santiago (DE JACOBSSTAF 5, p. 32). troffen wij de typische Rochusbeelden a a n in de kerken van Senergues en van Saint-Marcel. Na Conques, in de richting van Decazeville, s t a a t a a n de D 580 in de buurt van Noailhac de volgende Ruchus-kapel. Vergissing i s uitgesloten, Sint Rochus hangt levensgroot boven de ingang. Mogelijk ook een eerdere Jacobskapel. En zo voort, en zo voort, en a l s men tenslotte de avond voor de aankomst in Santiago onderdak zoekt in Lavacolla s t a a t in de pelgrimsgids t e lezen: "Los peregrinos utilizan la capilla de San Roque como refugio
- de pelgrims gebruiken
de kapel van Sint Rochus a l s onderkomen". De l a a t s t e nacht voor het bezoek a a n Sint Jacob slaapt men onder bescherming van Sint Rochus! Veel kapellen die Jacobus in de middeleeuwen had zijn dus door Rochus ingenomen. Pelgrims hebben voortaan twee beschermheiligen. Mocht u langs de wegen n a a r Santiago ook Rochus-heiligdommen tegenkomen, dan weet u nu hoe d a t gekomen i s en misschien wilt u wel 'n foto maken en s t u r e n a a n schrijver dezes: Wim Bettonvil A. der Kinderenlaan 8, 5112 AA 's-Hertogenbosch p -
A l s U een pelgrimspaspoort w i l t hebben voor uw t o c h t naar Santiago de Compostela, dan kunt u d a t b e s t e l l e n v i a h e t b e s t e l f o r m u l i e r ; gegevens vindt u op pagina 69 van DE JACOBSSTAF nummer 10. Vraag uw pelgrimspaspoort ZO T I J D I G MOGELIJK aan.
WEEGSCHAAL I11
Zonder vooroordeel, zonder blinddoek, lijkt zij van geen kwaad' bewust. Zachtmoedig kijkt zij naar 't gewicht waar zij de ziel mee ijkt. Dan, zo onstuimig d a t de mantel wijkt achter h a a r borst e n lenden, n a a k t en wild, heft zij de arm met de balans en t i l t de schalen van de grond. De wijzer t r i l t , s l a a t uit, heroverweegt en neemt, verstild, een standpunt in. Een man leunt op de rand van 't medaillon d a t h e t tafereel omspant. Is het een spiegel of heeft hij de hand in de afweging? Voor zij wordt omhuld kijkt zij mij a a n . Zij heeft h a a r taak vervuld en h e t bewijs geleverd van mijn schuld Paul de Vaan
U I T D E REGIO'S REGIO FRIESLAND Contactpersoon:
C.P.J. Meijer, Mauritsplein 31, 8931 DL Leeuwarden
REGIO BOLLENSTREEK - RIJNLAND Contactpersoon:
C.G. van Tongeren, Pijlkruidstraat 15, 2215 GE Voorhout, telefoon: 02522-31 147
Op 7 mei kwamen ongeveer 10 leden bijeen in h e t Broederhuis Schoonoord t e Voorhout. De schrijver vindt het verheugend regelmatig nieuwe gezichten op de bijeenkomsten t e zien. Allereerst houdt Jhr. F.W.A. Beelaerts van Blokland een inleiding over St. Jacob in Haarlem. Hij neemt a l s uitgangspunt voor zijn causerie de natuurlijke ligging van h e t oude Haarlem op de zandige duinstrook tussen zee en moeras. Dat verklaart de belangrijke positie van Haarlem a l s Jacobusstad. Hierlangs trokken in de middeleeuwen de pelgrims vanuit h e t noorden n a a r Santiago. Uit die tiid dateert ook h e t Sint Jacobsgilde. De geschiedenis van dit gilde gaat waarschiinlijk terug t o t h e t jaar 1400. Tot
+
1650 bestond h e t recht opgenomen t e worden in h e t gilde a l s men de
gevaarvolle reis naar Santiago had volbracht. Al sinds lang heeft het gilde geen taken meer op charitatief terrein. Als getuige van de goede verhoudingen tussen katholieken en protestanten in h e t Haarlem van na de reformatie zijn e r nu nog steeds evenveel leden uit katholieke a l s u i t reformatorische vooraanstaande kringen; e r zijn maximaal 32 leden. De heer Beelaerts i s reeds lang gildebroeder e n i s ook vele jaren Deken (president) van het gilde geweest. Hij karakteriseert het gilde a l s een vriendschapsclub. In h e t tweede deel van de lezing passeerden een a a n t a l plaatsen in Haarlem de revue die in relatie s t a a n t o t de verering en de charitas rond St. Jacobus: - de oude Bavo met o.a. afbeeldingen bij de viering e n h e t transept van de kerk, - h e t Frans Halsmuseum met eigendommen van h e t Jacobsgilde, - h e t voormalig St. Jacobs Godshuis in de Hagestraat, alwaar sinds 1436 een gasthuis totten rechten en armen behueff bestond; de glas-in-lood-ramen in de voormalige kapel met afbeeldingen rond Jacobus zijn na 1945 aangebracht, - Schoterburch (Haarlem-N): de plek van de oudste St. Jacobskapel, waarover a l in 1319 wordt bericht' - "Jacob in de Hout" (Haarlem-Z); de nieuwe vestiging van h e t Jacobs Godshuis, een bejaardenhuis met verschillende stenen die herinneren a a n de oude historie. Hier woont ook Mgr. Van Trigt (ongeveer 90 jaar oud), die zijn leven lang de historie van Haarlem a l s Jacobsstad heeft hoog gehouden en die daarover ook verhaalt in de TV-documentaire met Cees Nooteboom. Na deze lezing volgt het huishoudelijk gedeelte, waarin afspraken werden gemaakt: op zaterdag 19 oktober zal de regio op bezoek gaan in h e t Frans Halsmuseum om daar onder deskundige leiding de 'schatten' van h e t Jacobsgilde 98
t e bezichtigen. De regio-leden
ontvangen zoals gebruikelijk bericht; voor
anderen geldt d a t zij zich tevoren moeten aanmelden bij de regio-contactpersoon, omdat n a a r verwachting h e t aantal deelnemers beperkt zal moeten blijven. Een van de leden van de regio-groep, Jhr. Rutger Tulleken, die binnenkort met enkele anderen h e t l a a t s t e deel van de camino gaat lopen, wordt een goede tocht gewenst.
Bert Roebert
REGIO DEN HAAG Contactpersoon:
Geertruy van Traa, Elia Kazanstrook 104, 2726 VG Zoetermeer, telefoon: 079-425344 en Janneke Kootte-v.d. Heuvel, Parkweg 137, 2271 AH Voorburg
REGIO NIJMEGEN Contactpersoon:
Ruud Harmsen, Vizier 5, 6641 HJ Beuningen, telefoon: 0889771183
REGIO MIDDEN NEDERLAND (Het Gooi, provincie Utrecht minus s t a d Utrecht) Contactpersoon:
Hanny Pouderoyen, Fazantenkamp 576, 3607 DG Maarssenbroek, telefoon: 03465-69133
REGIO TILBURG Contactpersoon:
E.C.C.M. van Helmond-van Berkel, "Leyehorst", Gemullehoekenweg 14c, 5062 CD Oisterwijk, telefoon: 04242-16582
De volgende bijeenkomst i s op 4 oktober bij Marianne Weber in Vlijmen. REGIO OOST NEDERLAND Contactpersoon:
A. van Gessel, Enschedesestraat 116, 7551 ES Hengelo
Er zijn weer nieuwe plannen gemaakt: een avond met h e t thema pelgrimsmuziek i s gepland voor voorjaar 1992. De datum voor de najaarssamenkomst i s vastgelegd op vrijdag 25 oktober 1991 bij Linda e n Marc van Baars in Lochem. Marc heeft vorig jaar de tocht t e voet afgelegd en daarvan gaan we dia's bekijken.
AvG
REGIO 's-HERTOGENBOSCH - OSS Contactpersoon:
Annemarie Roebert, Ridderstraat 45, 5342 AK Oss, telefoon: 04120-40677
REGIO BREDA Contactpersoon:
A. Claessen, Raaimoeren 31, 4824 KA Breda
REGIO NOORD-HOLLAND BOVEN HET Y Contactpersoon:
Mieneke J a s , Grote Noord 3, 1621 KD Hoorn, telefoon: 0229015210
REGIO LIMBURG Contactpersoon:
Chr. Janssen, Eurenderweg 107, 6417 PA Heerlen, telefoon: 045-41 9406
NAJAARSVERGADERING IN FRANEKER Het bestuur v a n h e t Nederlands Genootschap van Sint-Jacob nodigt zijn leden uit voor h e t bijwonen van de naaarsvergadering t e houden op 9 november 1991 in Hotel De Doelen, Bredeplaats 6 in Franeker. Franeker i s vanuit Leeuwarden bereikbaar met de trein en vanuit Alkmaar loopt e r een sneldienst-bus over de Afsluitdijk. Zij die met eigen vervoer komen, dienen e r rekening mee t e houden d a t parkeren buiten de stadskern aanbeveling verdient, bijvoorbeeld op de Zuiderkade. PROGRAMMA Ontvangst met koffie Ledenvergadering: Opening e n mededelingen,
bestuurs-
samenstelling, najaarsnota Pelgrimsparade Inleiding op de tentoonstelling "Jacobswegen vanuit NoordNederland", door Elwin Koster Lunch: Er i s gelegenheid t e r plaatse de lunch t e gebruiken voor Fl. 12,OO. Hiervoor ontvangt men soep, broodjes kaas of vlees en een krentenbol; voorts melk, thee of koffie n a a r keuze. In de loop van de dag kan men bovendien voor rekening van h e t bestuur een drietal consumpties gebruiken. "Jacobus a l s oogstheilige e n Jacobssymbolen in Friesland" een dia-lezing door de heer J.R. van de Wal Officiële sluiting en verplaatsing n a a r de kerk De Harlinger Kantorij zingt pelgrimsliederen en daarna i s e r gelegenheid t o t bezichtiging van deze zeer interessante kerk U ONTVANGT NOG EEN UITNODIGING MET AANMELDINGSFORMULIER
D i t j a a r h e e f t h e t s e c r e t a r i a a t van h e t Genootschap 92 pelgrimspassen u i t g e r e i k t . Het is de bedoeling d a t i n de volgende JACOBSSTAF de namen van de compostelana-ontvangers worden gepubliceerd. Hebt u ook een compostelana en w i l t u i n h e t pelgrims-archief opgenomen worden, s t u u r f u dan een kopie van uw compostelana naar de tweede s e c r e t a r i s Nico Z i j p . Ook w i l Nico graag informatie van u hebben over de pelgrimsverb l i j v e n onderweg, zodat h i j de r e f u g i e l i j s t kan bijwerken met de nieuwste gegevens. W i l t u uw adreswijzigingen eveneens s t u r e n naar: Nico Z i j p , Marsdiepstraat 512, 1784 AZ Den Helder telefoon: 02230-32572
FRIESLAND E N SANTIAGO Friesland wordt in de studies over de pelgrimage naar Santiago de Compostela niet of bijna niet genoemd. Dat zou zijn omdat de Jacobustraditie, naar h e t noorden toe langzamerhand zwakker werd en hier bij ons "op het voeteneind" niet zou hebben geleefd. Toch s t a a t in de Kroniek van Turpijn (hoofdstuk 1 ) d a t de Melkweg zijn aanvang neemt bij de Friese Zee (Noordzee) en vandaar over verschillende landen n a a r Galicië loopt. Sint Jacob of Jabik was in Friesland niet onbekend en over de Sint-Jacobus-wegen waren zeker destijds, evenals vandaag de dag, ook Friezen onderweg. In de lade-eeuwse Codex Callixtinus wordt vermeld d a t dit Boek van Sint Jacob u s ook "in Frisia"' werd gelezen en gekopieerd. Onderweg naar Santiago
werden Friese heiligen vereerd en a l s een van de eerste pelgrims s t a a t Evermarus "uit hoog Friesland" t e boek. Dat verhaal mag apokrief zijn, het wijst e r evenwel op d a t men onderweg met de Friese pelgrims bekend was. Niet alleen a l s pelgrims e n a l s pelgrimsheiligen komen wij Friezen tegen, ook in Friesland zelf, in namen en volksgebruiken zijn herinneringen a a n de Santiagopelgrimstocht bewaard gebleven. DE JACOBUSTRADITIE IN FRIESLAND In de levende volkstraditie van Friesland leeft de pylger niet meer, maar in h e t lied van de vrouw, die --onschuldig opgehangen-- uiteindelijk gered werd, klinkt wellicht nog e n echo van een pelgrimslied. Dit lied heet "En over een Groenelands Heide" en p l a a t s t h e t wonder in de Friese Wouden. Op Terschelling begint h e t met "Daar achter in die velden daar s t a a t een herberg f i n " . Het meisje wordt gehangen "Te Franeker buiten de poort". De legende van de "geredde gehangene" i s een van de bekende verhalen van Sint Jacobstraten (Santo Domingo de l a Calzada). In de Middeleeuwen was een vijftal parochiekerken in Friesland a a n Jacobus gewijd, t e weten: Siegerswoude, Ter Oele, Warstiens, Wommels e n vanzelfsprekend Sint Jabik (= Jacobiparochie). In die dorpjes i s geen sprake van een levende traditie. Toen ik in 1970 een Jacobsschelp overhandigde a a n de koster van de Groote Kerk in Jacobiparochie, keek deze zeer verbaasd. Een Bildts volkssprookje leidt de naam van h e t dorp af van Jacoba, de dochter van de Hollandse heer, die h e t Bildt had l a t e n inpolderen. 'Tot in de l a t e middeleeuwen kan Frisia op heel h e t kustgebied van h e t Zwin t o t de Wezer duiden. Pas in de renaissance wordt Frisia vervangen door Batavia.
We hebben in Friesland twee Sint Jacobsstraten nl. in Harlingen en in Leeuwarden. De Harlinger loopt keurig noord-zuid e n heeft misschien n a a r de haven gevoerd. De Leeuwarder Sint Jacobsstraat begint bij h e t stadhuis; halverwege was destijds de St. Jacobskapel met een gasthuis en de Wirdumerpoort heet vanouds St. Jacobspoort. FRIEZEN ONDERWEG Pelgrims zijn zeker zowel over h e t water a l s over h e t land gereisd. Met de boot kunnen ze vanuit Harlingen en Stavoren n a a r Amsterdam maar ook n a a r Brugge of zelfs n a a r de Franse havens gevaren zijn. Er waren schepen, die uit de grote Duitse hanzesteden met pelgrims n a a r Galicië voeren. Vanuit Sneek kon men n a a r h e t zuiden op Amsterdam of Amersfoort varen, beide ook pelgrimsoorden. De landweg uit Friesland ging over de Veluwe n a a r Utrecht of langs de rivieren n a a r Maastricht. Onderweg kwam men ook heilige Friezen tegen. De Codex Callixtinus noemt in h e t vierde boek, waarin de wegen n a a r Sint Jacob beschreven worden, onder de heiligen die onderweg bezocht moeten worden Gondebald "Regis frisie", koning van Friesland, die met een rij andere martelaren onder Karel de Grote in Spanje omgekomen is. In Bassues a a n de pelgrimsweg van Toulouse n a a r Santiago vinden we ook een Friese martelaar, die e r nog altijd een levendige verering ontvangt. Saint Fris of "Sint Friso", "zoon van Koning Radboud" genoemd, i s volgens de legende omgekomen in de strijd tegen de Moren op 24 juni 732. Hij wordt afgebeeld a l s een soldaat met speer en kruisvaan. In Rutten, bij Tongeren in Belgisch Limburg, wordt nog een derde Friese martelaar vereerd. De legende vertelt d a t de Fries Evermarus n a a r Jacobs graf in Galicië trok. Op de terugreis werden hij e n zijn makkers in de wouden van de Haspengou door de roofridder Hacco vermoord. Het verhaal van Evermarus' dood wordt nu nog jaarlijks in Rutten a l s een mysteriespel opgevoerd op de eerste meidagl. Sommige historici zien in Evermarus, die evenals de Friese heilige bisschop Liudger a l voor de ontdekking van Jacobus' graf naar Santiago gereisd zou zijn, een Engelse of Ierse monnik die in de 7de eeuw in Haspengou werd omgebracht. De volksoverlevering zou van hem een Fries gemaakt hebben. Voor de Ruttenaren blijft Evermarus evenwel een Fries; een levende traditie is altijd sterker
'Zie ook DE JACOBSSTAF nummer 1, 35-36.
dan wetenschappelijke theorieën! FRANEKER, de Friese Sint Jacobsstad Friesland heeft ook een eigen Sint Jacobsstad: Franeker. Het duidelijkste bewijs1 daarvoor i s de Franeker vrijbrief van 1470, waarin voor 30 jaar op Sint Jacobsdag een vrijgeleide werd gegeven door heel Westergo, door de steden e n delen vergaderend in Hartwerd. De pelgrims konden op vigilie (vooravondviering) en feestdag van Sint Jacob "Apostel Godes, onbeleth, onbeseth e n onbehindereth" reizen om in "Sinte Mertens Tzerka (= kerk) in derguede stede tho Franeker" de a f l a a t e n gratie t e halen die paus Sixtus IV gegeven had "alle jeren (= jaren) en ewelyck durende". Deze vrijgeleide was ook daarom zo belangrijk, omdat Friesland in die jaren onder interdict stond (een kerkelijke straf die de sacramentsbediening erg beperkte). Op Sint Jacobsdag, 26 juli, was Franeker zo het geestelijk centrum van Westergo, niet alleen in 1470 maar ook in latere jaren. In h e t kosterboek van de Grote Kerk in Franeker u i t de 16de eeuw worden de e x t r a hoogtijdagen ( n a a s t Kerst, Driekoningen, Pasen e n Pinksteren) vermeld waarop de klokken volop moesten luiden: Sacramentsdag, Sint-Jacobsdag, Allerheiligen en Sint Maarten. Op deze dagen was h e t ook gebruikelijk d a t men "die kercke ende choor met groen gras bestroeye ende dy hoochtijden verby synde wederom vege" (kosterboek, a r t . 21). In h e t reglement v a n de schutterij vinden we d a t e r op Sint Jacobsdag, tevens de dag van de eigen schutterspatroon Sint Kristoffel, in Franeker een plechtige processie werd gehouden. Ook n a de reformatie werd op Sint Jacobsdag 'markt' in Franeker gehouden (Arumer Almanak 1656). Voor Sint Jacob s t a a n twee data: 25 juli 'oude stijl' en 4 augustus 'nieuwe stijl'. Nog steeds begint de Franeker Kermis op de woensdag
het dichtst bij 3 augustus met een grote kaatspartij. Een verklaring voor deze aloude Sint Jacobsverering in Franeker i s niet met zekerheid t e geven. Men kan denken aan de kruistochten, waarin ook de Franeker adel was betrokken. Sint Jacobus Morendoder was een van h a a r grote patronen. Misschien waren de banden tussen Franeker en het Hollandse gravenhuis belangrijk voor de Jacobstraditie. De Hollandse Graven, n a a s t de Utrechtse Bisschop door de keizer met Friesland beleend, hadden Sint Jacob a l s schutspatroon. In 1233 vond de inhuldiging van Floris IV in Franeker plaats en de naam Franeker (= Frana-eker of Froon-acker = akker van de landheer) ver'Oudere documenten doen vermoeden d a t e r toen waarschijnlijk al een Jacobustraditie bestond.
wijst hoogstwaarschijnlijk n a a r een oud koningsgoed. Ten derde is e r de "heilige geografie". Steden a a n "de einden van h e t aardrijk" zijn vaak a a n Sint Jacob gewijd. Op de plek waar in Spanje Sint Jacob: "Santiago" ligt, vinden we in Friesland de s t a d Franeker. Deze "heilige geografie" wordt l a t e r versterkt i n Sint Jacobiparochie in Het Bildt. Nog prikkelender voor de fantasie i s de gedachte in de Franeker Jacobuscultus de plechtige viering van h e t begin v a n de oogst t e zien. "Met Sint Jacob of Sint Ann i s h e t koren in de ban" i s een Hollands gezegde. Jacobus was de patroon v a n de molenaars omdat h e t eerste graan op die dag v a n h e t veld kwam. Bekend i s d a t de Dorswet van Achlum, Hitsum, Doyum en Beyum afgelezen werd op Sint Jacob (25 juli). In de s t a d van de Froonakker e n de Godsakker, centrum van en belangrijk akkerbouwgebied, moet h e t begin van de oogst, voor de mensen in de oude tijd een heilig gebeuren, wel een eigen karakter gehad hebben. Wanneer we de gebruiken bekijken die in andere streken van Nederland1 en Europa bij Sint-Jacobsdag horen, dan blijkt d a t deze dag verbonden was met h e t begin van de tarwe- en rogge-oogst. In de Duitse landen worden de eerste aardappelen ook Jakobi-kartoffeln genoemd. Bij ons komen de borgers (= soort aardappel) n a Franeker Kermis van h e t land. Mannen droegen vroeger witte broeken bij h e t zichten, de bindsters witte jurken of schorten; dit werd in Saksisch Nederland de Sint Jakobsdracht genoemd. In de Grote of Sint Maartens Kerk van Franeker wordt geen gras meer gestrooid op Sint Jacob, maar in de kerk kijkt nog altijd een geschilderde Jacobus op je neer. Hij i s gekleed a l s pelgrim en r u s t op zijn s t a f . Duizenden pelgrimeren op "Oud-Sint Jabik" naar het kaatsveld waar op die dag om de koningsbal gestreden wordt. In h e t kader van het nieuwe Europa komt ook de pelgrimsweg naar Santiago de Compostela weer t o t leven. Het i s goed om in herinnering t e brengen d a t ook Friesland een Europees land is, en ook wat de Jacobustradities betreft, geen vergeten uithoek a a n h e t einde der wereld.
J a n R. van der Wal
'In Raalte overhandigen bij "Stoppelhoane" vrouwen in witte "Sint Joapiksdracht" de l a a t s t e schoven graan a a n de wereldlijke e n geestelijke overheden: burgemeester, dominee en pastoor. De rogge-oogst begint op Sint-Jacobsdag.
JACOBUS-BOEKEN Het verhaal van de Heilige Jacobus : van Jacobus tot Santiago d e Compostela / Mireille Madou.- Schoor1 : Conserve, 1991.- 139 p. : ill. ; 21 cm.- (Santlago de
Compostela-Bibliotheek ; deel 51.- ISBN 90-71380-93-9.-
Prijs f 24.96
Als leden v a n ons Genootschap s t a a n wij natuurlijk allen dicht bij "onze" apostel. Wij proberen zoveel mogelijk t e weten t e komen over zijn leven, maar ook, of wellicht nog méér, over de tradities die hij in h e t leven riep: de legendes die e r rondom zijn dood e n begrafenis ontstonden e n de "camino" die reeds vele eeuwen zo'n belangrijke rol speelt in de christelijke europese cultuur. Als wij ons daarin proberen t e verdiepen s t u i t e n wij op een overvloed v a n literatuur die deels eeuwen oud is, deels in de voor ons vaak moeilijk toegankelijke t a a l Spaans is geschreven en die dan nog dikwijls slechts een detail bestrijkt van wat wij graag hadden willen weten. Het i s de verdienste van Mireille Madou d a t zij haar unieke e n gedegen kennis van alles wat zich rondom Santiago heeft afgespeeld, en nog afspeelt, heeft gebruikt om a a n deze voor ons taalgebied zo pijnlijke lacune een einde t e maken. In h a a r jongste boek Het verhaal van de heilige Jacobus d a t in juli bij de Uitgeverij Conserve verscheen, vinden wij de neerslag van een leven van studie d a t voor een groot deel a a n h e t fenomeen "Jacobus" werd besteed. In de prettige, vertellende stijl die wij van h a a r gewend zijn, voert zij ons met bekwame hand langs de verschillende historische, religieuze e n kunsthistorische problemen die wij op onze camino n a a r Santiago kunnen tegenkomen. Haar grote verdienste is, d a t zij een wetenschappelijk verantwoord overzicht geeft van wat van de H. Jacobus eigenlijk bekend is. Zij maakt daarbij een duidelijk onderscheid tussen de "echte en de "legendarische" Jacobus. Met a l s natuurlijk vervolg h e t verschijnsel van de middeleeuwse bedevaart, de rol die de plaats v a n de s t a d Santiago de Compostela daarin ging spelen, h e t heiligdom d a t daar t e zijner e r e werd gesticht enz. Bepaald spannend is h e t gedeelte, waarin verslag wordt gedaan van de meest recente archeologische opgravingen. En a a n h e t slot wordt zelfs nog een a a n t a l personen e n begrippen beschreven, die h e t daarvóór behandelde verduidelijken. Men kan zich afvragen hoe h e t mogelijk is, d a t in een boek van zo'n 140 pagina's een verantwoord overzicht kan worden gegeven van alle facetten van het fenomeen "Santiago". Toch i s dit h e t geval! Mireille heeft die moeilijkheid natuurlijk voorzien, maar zij heeft die op een heel handige, maar vooral erg practische wijze opgelost. Bij iedere invalshoek die zij bespreekt geeft zij namelijk een klein literatuuroverzicht, waarmede de lezer, wiens belangstelling gewekt zou zijn, zich verder in h e t besproken punt kan verdiepen. In die werken bevindt zich voor de echt wetenschappelijk geïnteresseerde pelgrim dan weer een bibliografie die weer verder op de dingen ingaat. Hierdoor heeft zij bereikt, d a t h a a r boek voor de gewone pelgrim een s c h a t van algemene informatie bevat, die wat je noemt "de dingen e e n s allemaal goed op een rij zet". Ook a a n de meer belangstellende leek en a a n iemand die h e t onderwerp of een deel daarvan nader wetenschappelijk wil onderzoeken biedt h e t een overzichtelijk en gemakelijk entree t o t h e t gebied van belangstelling of onderzoek. Kortom: h e t i s een "must" voor iedereen die zich voor h e t verschijns e l "Santiago" interesseert of zich d a a r beroepsmatig mee bezig houdt. Toch l a a t dit boek nog wel t e wensen over: h e t past n.l. t e volledig in de serie van de Santiago de Compostela-Bibliotheek, waarin h e t a l s nr. 5 verscheen. Want het i s duidelijk, d a t de a u t e u r zich binnen de grenzen van deze editie t e veel heeft moeten beperken. Met dezelfde aanpak zou zij een meer omvattend boek
geschreven kunnen hebben waarin h a a r kennis nog beter t o t zijn recht kwam; de geïnteresseerde leek, voor wie dit boek toch in eerste instantie bestemd is, wil méér wet.en dan de hier gegeven informatie, terwijl niet van hem mag worden verwacht, d a t hij zich meteen gaat verdiepen in de opgegeven (vaak: buitenlandse) literatuur. Er blijft dus een gebied over d a t vraagt om méér bijzonderheden, om wat meer illustraties ook. Dat zal dus wel een duurder boek worden! Wellicht d a t zij daarover eens met h a a r uitgever wil overleggen. Met zo'n "standaardwerk" zou zij zich van een blijvende plaats in de Nederlandstalige Jacobus-literatuur verzekeren. Het spreekt overigens, d a t wij d i t boek van h a r t e kunnen aanbevelen. Koos van der Werff Uiteraard heb ik in Spanje weer in enkele boekwinkels gesnuffeld n a a r boeken die 'iets' t e maken hebben met Santiago. De oogst viel tegen. Er was een Spaanse vertaling van de 12de-eeuwse reisgids uit de Codex Calixtinus (Liber Sancti Jacobi), een persoonlijk loop-relaas, een vaag boekje over de "mysterieën" langs de sterrenweg e n enkele nieuwe Spaanstalige camino reisgidsen met kleine plaatjes e n dezelfde oppervlakkige t e k s t die a l zovaak in diverse gidsen i s gepubliceerd. Echt spannend werd h e t toen mijn oog viel op een dik, bijna 350 pagina's tellend, blauw boek met op vrijwel iedere pagina een goede kleurenfoto. Even doorgebladerd, meteen gekocht. Immers e r werden ook Jacobussen afgebeeld die ik nog helemaal niet kende! De prijs, met dun potlood op de e e r s t e pagina geschreven, 1000pesetas (ff 20) moest een vergissing zijn! Voor de zekerheid even vragen of e r geen nulletje vergeten was. Nee, de Diputación Flora1 de Alava = Arabako Foru Aldundia en de Cw'a Vita1 Kutxa heeft dit boek zwaar gesponsord: Una rut8 europea por Alava, a Compostela del Pas0 de San Adrian, al Ebro / Micaela
Vitoria
J . Portilla.-
: Diputación
Flora1 de
Alava, Servicio de Publicaciones, 1991.- 343 p. : ill. [kleurenfoto's] ; 23 cm.- ISBN 84-7821-066-0.
De a u t e u r maakt de lezer letterlijk 'lekker' voor dit vrijwel onbekende stukje camino dwars door Alava, v a n de San Adrián tunnel t o t Haro e n Miranda de Ebro. Nadat ik h e t boek in Madrid had gekocht, heb ik dan ook op de weg terug n a a r Nederland een stukje van d e beschreven route gevolgd. Veel kerkjes onderweg bleven helaas gesloten; de pastoor was weg, de koster hield zijn siesta of niemand had de kerksleutel. Een troost was h e t rijke illustratiemateriaal in h e t boek. Op die manier zagen we tenminste wat we misten! Eén foto u i t h e t boek intrigeerde me in hoge mate (p. 198); een detail van het portaal van de San Pedro kerk in Vitoria. Vandaar d a t we op die regenachtige augustusdag de a u t o t r a c h t t e n t e parkeren in Vitoria (hele klus, vanwege een groot internationaal koren-concours) e n onze weg zochten n a a r de
m
u 7 7
.. 2
P:
O
San Pedro door grauwe s t r a t e n . Het 14de-eeuwse portaal vonden we, maar h e t grote tralie-hek ervoor kon niet open. Gelukkig d a t e r telelenzen bestaan zodat we m.b.v. deze 'verrekijker' toch d a t merkwaardige reliëfje konden bekijken. Aan de linkerkant van de ingang stond tussen andere heiligen een stenen Jacobus (pelgrimshoed, gepunte s t a f , boek, pelgrimstas met schelp) op een voetstuk. Net zoals bij de andere figuren wordt a a n de voorzijde van dit verhoginwe de marteldood van de heilige erboven weergegeven. Op h e t Jacobus' reliëf s t a a t de beul links e n een man (waarschijnlijk Herodes) rechts. In h e t midden, vóór een gebouwtje, heeft de apostel zijn hoofd (met hoed) a l op een enorm rotsblok gelegd. Opvallend is onder dit rotsblok watergolfjes zijn weergegeven. Volgens Portilla "ongetwijfeld een toespeling op de translatie v a n Jacobus' relieken over zee". Een toespeling die ik nog niet eerder in de Jacobus-iconografie ben tegengekomen. Dit aantrekkelijk boek i s geen praktische reizigers gids; h e t i s meer een (kunst)historische gids in de traditie van Rutas Jacobeas van Goicoechea Arrondo met hier e n daar kleine plattegronden van dorpen. De auteur dook in vele archieven e n hoe klein h e t dorp langs de camino ook is, ze verhaalt de geschiedenis vanaf h e t ontstaan t o t nu. Welke gebouwen stonden e n s t a a n in h e t dorp, wie hebben e r gewoond, wat betekenen inscripties, wapenschilden, wie hebben h e t dorp ooit bezocht ....... Micaela J. Portilla beschrijft niet alleen uitputtend een minder bekend stukje camino dwars door Alava, maar ze weet ook de lezer ook écht enthousiast t e maken om die weg t e volgen. Dus volgend jaar ......... Bij de stapel post voor DE JACOBSSTAF lag bij thuiskomst ook h e t volgende boek, d a t door de uitgever t e r recentie was aangeboden:
Sen tiego Santiago
... Auf dem Jekobsweg zu Fu#?durch Frenkreich und Spsni en :
ein Bericht / Hens Aebli.- S t u t t g a r t : Klett-Cotta, 1990.- 262 p. : ill. ; 22 cm.ISBN 3-608-96396-6.
Het boek i s verdeeld in 60 hoofdstukken die s t e e d s één loopdag beschrijven v a n de pelgrimstocht die Hans Aebli samen met zijn vrouw Verena in 1988 volbracht. Rustdagen krijgen geen a p a r t hoofdje, dus h e t echtpaar heeft daadwerkelijk 60 dagen gelopen (drie maanden waren zij onderweg). De e e r s t e dag, 20 juli, begint de auteur in Le Puy en loopt via Conques, Cahors, Moissac, Aire-sur-l'Adour, Orthez, St.-Jean-Pied-de-Port, Puente la Reina, Burgos n a a r Santiago de Compostela. Hans Aebli, psycholoog in Bern, heeft meer boeken geschreven op zijn vakgebied, maar in d i t boek leren we een andere Aebli kennen --volgens de flaptekst--: de zwerver, de waarnemer, de verteller. Dat klopt! Aebli schrijft prettig e n spannend en lardeert zijn eigen ervaringen met leuke historische feitjes en verhalen. Motivatie van h e t echtpaar om deze tocht t e maken was niet alleen de boeiende geschiedenis. Ook wilden de Aebli's proberen drie maanden lang een ander leven t e leiden e n de dagen op een andere manier door t e brengen: "einfacher, mit der Schöpfung tiefer verbunden, gesammelter und klarer auf das Ziel hingeordnet". Het heeft ook i e t s met ascese t e maken; "wir haben s i e nicht in einem selbstqualerischen Sinne verstanden, sind ja fröhlich und ohne Mangel zu leiden, gewandert. Wir haben blop versucht, unsere Bedurfnisse auf d a s Wesentliche zu beschranken". In de epiloog geeft Aebli antwoord op 12 zo vaak gesteld vragen (Hoe kom je a a n een pelgrimspas? Moet je bergschoenen meenemen? Is een kompas nodig? etc.). Als antwoord op de 13de vraag: Is e r nog een mooiere pelgrimsreis in Europa? "Wir kennen keine schönere. ... Die drei Monate auf dem Jakobsweg gehören zu den glucklichsten unserer Lebens". AvW C.G.M. Hulsebosch Beukenplein 5iU, 1092 BA Amsterdam, 020-66541 17, schrijft
ons h e t volgende: "Bij de voorbereidingen vorig jaar heb ik de Franse gids v a n Bernes gekopiëeerd. Als ik een etappe beëindigd had, gooide ik de betreffende papieren weg, t e r verlichting v a n mijn rugzak. Op dit moment heb ik een groot a a n t a l kopieën over die ik graag t e r beschikking stel. Ondanks alle bezwaren tegen Bernes, geeft h e t boek toch een goed beeld van de weg en de tijdsindeling blijkt merkwaardig goed t e kloppen. Ik heb e r veel a a n gehad. Wie belangstelling heeft kan mij bellen. Het betreft: 2 x St. J e a n Pied-de-Port t o t e n met León, toeristische en route-beschrijving 1 x Astorga t o t e n met Santiago, toeristische e n route-beschrijving 1 x St. J e a n Pied-de-Port t o t e n met León, toeristische beschrijving 1 x St. J e a n Pied-de-Port t o t e n met Astorga; route-beschrijving i n kolommen met vertaling van woorden. ZOEKERTJE
Medio a p r i l 1992 w i l l e n w i j (twee 50t vrouwen) f i e t s e n naar Santiago de Compostela. Daarvoor hebben w i j d r i e maanden de t i j d . Z i j n e r mannen/vrouwen d i e h e t leuk zouden vinden om mee t e gaan? Inlichtingen: Tonnie van de Donk, Aalsterweg 20D 5615 CG Eindhoven, telefoon: 040-126277 De heer J. Huijbens u i t L i s s e h e e f t veel p l e z i e r gehad van z i j n pelgrimsstaf d i e door z i j n zwager, de heer J . G . van d e r Kaay, was gesneden. Hebt u b e l a n g s t e l l i n g voor zo'n s t a f , dan kunt u conJ.G. van der Kaay, telefoon: 02518-51007 t a c t opnemen met :
SCHELP I N KRUISJES
Zoals beloofd volgt hier h e t borduurpatroon van de grote schelp (in h e t vorige nummer van DE JACOBSSTAF stond de kleine schelp). Omslinger allereerst h e t kaaslinnen om rafelen t e voorkomen. Het borduurwerk wordt ongeveer 11% x 1 3 cm groot op kaaslinnen van vijf kruisjes per cm. Elk kruisje wordt geborduurd over twee draden van de stof met 2/6 draadjes DMC-garen (6-draads). Gebruikte kleuren:
-stiksteken -stiksteken t
a a n de bovenkant met donkerbruin 3021 a a n de onderkant met fel rose 758
donkerbruin 3021
zalmrose 945
De weg tussen Sahagún en León (ca 60 km) i s in de 12de-eeuwse pelgrimsgids van h e t Liber Sancti Jacobi (hoofdstuk 11) de a c h t s t e etappe via Mansilla de l a s Mulas bij de rivier Esla; volgens de gids een rivier "met gezond e n lekker water" (hoofdstuk VI). Voor de asfalt-gangers: Sahagún
-N
120
- LE 911 - N 601 - León. Maar maakt
u vooral een ommetje n a a r San Miguel de Escalada, dit prachtige e n n e t gerestaureerde mozarabische (hoefijzervormige bogen) kerkje werd in de 10de eeuw gebouwd. Het Fietsroute-boek geeft a l s route Sahagun Ranero
-
Vallecillo
- noord - El Burgo
- Villamoratiel de l a s Matas - N 601 - León e n geeft een "routevariant
buitenom de drukte van León
... a l mis je
dan één e n ander" (bij Mansilla wordt
de camino verlaten e n pas bij Hospita1 de Orbigo opnieuw bereden). De Everest-Guia geeft a l s route n a a r León: SahagÚn - Calzada del Coto e n dan twee mogelijkheden a a n weerszijden van de spoorweg León-Palencia: - via Calzadilla de los Hermanillos - Mansilla de l a s Mulas (calzada de los
-
peregrinos, calzada romana). Volgens de Everest- Guia "fatigoso y solitario". via Bercianos del Real Camino - El Burgo Ranero - Villamarco - ReliegosMansilla de l a s Mulas (real camino francés). Volgens WB, die deze route a l vier keer liep, wordt deze route door de meeste pelgrims genomen e n "is vermoeiend e n verlaten genoeg"!
Verder l a a t ik lopers zelf a a n h e t woord: Wim Bettonvil (WB), Frans Baas (FB), José Wienk (JW) en EG (E. Goossens-van
Langen). Hartelijke dank voor uw
verhalen e n vooral voor uw praktische informatie!
AvW
"We verlaten Sahagún via de brug over de Rio Cea e n volgen de N 120 zo'n 5 km. Let op! Zoek a a n de rechterkant een r e s t a n t van de oude N 120 op, daarvandaan vertrekt de steenslagweg. Wie op de nieuwe N 120 blijft loopt de kans de afslag t e missen, vooral a l s je in h e t donker vertrekt. En vroeg vertrekken i s a a n t e bevelen, a l s je vóór de grootste h i t t e Mansilla de las Mulas (34 km) wilt bereiken" (WB). "Wij vinden dit gebied indrukwekkend door de uitgestrektheid e n de stilte. De weg i s veelal breed, stoffig --behalve a l s het regent, dan zal h e t wel modderig zijn-- e n scherpe keien. In september was men overigens bezig om de camino n a Bercianos met machines t e egaliseren. O nee, alsjeblieft geen a s f a l t hier! Anders ronken binnen de kortste keren honderden auto's door de vlakte en de dorpjes en gaat ook dit stiltegebied voorgoed verloren. Nu zie je nog ooievaars door de velden stappen e n in de v e r t e een boer op zijn tractor en zo nu e n dan een trein" (WB). E. Goossens-van Langen vond h e t "een eindeloze weg, zonder ook maar i e t s of iemand tegen t e komen, af en toe zagen of hoorden we in de v e r t e een trein" e n liep "tussen de korenvelden, zonder ook maar één boom met een
beetje schaduw.
... Ook ons dagelijkse kadaver gezien. Er worden hier nogal wat
honden doodgereden e n die worden dan wel netjes n a a r de k a n t van de weg getrokken, maar daar blijven ze dan liggen.
... Ook
een tijdje in een ondiepe
poel s t a a n kijken, waar we door een kompleet kikvorsenkoor n a a r toe gelokt werden. Ongelooflijk, de kikvorsen sprongen e r met tientallen tegelijk door h e t water e n over de graspolletjes. Prachtig om t e zien, maar moeilijk om t e fotograferen.
... Het
i s wel een ooievaarsparadijs. Die zien we ook echt in elk
dorpje e n ze hebben allemaal twee jongen. Niemand kijkt e r hier naar; h e t i s heel gewoon, n e t a l s de schaapskudden waar ik ook maar niet genoeg van kan krijgen. Mocht je hier ooit verkeerd lopen, dan volg je h e t spoor van de duizenden schapenkeutels e n je komt vanzelf in een dorp" (EG). "Voor h e t dorp Bercianos del Real Camino, weer een grote hond, een soort Mechelse herder die me werkelijk probeert t e bijten. Ik moet u i t alle macht de hond betimmeren e n h e t kreng wil nog niet opgeven. Achteruit vooruitlopend moet ik hem van me af blijven houden. Ik vraag me af hoe anderen dit klaarspelen. Muziek komt me tegemoet. Het i s maar een dorp met een piepklein pleintje waar heel de bevolking aanwezig is, versierde wegen met verklede kinderen e n iedereen i s uitgelaten. Wat is e r a a n de hand (9 september 1989) ? Feest v a n de H. Bercianes, patroonheilige van h e t dorp, drie dagen lang." Een engels-sprekend signor e n zijn zoon leggen een e n ander uit. "Ik voel n u a l aankomen d a t d i t weer eens gruwelijk u i t de klauwen g a a t lopen.
... ik moet de
pas0 doble mee dansen, anders kennen ze niet. Signora vraagt of ik mee wil eten
... signor l a a t
me t r o t s h e t dorp zien en signora g a a t koken.
... Het
hele
huis zit vol met broers en zussen e n de tafel i s gedekt. Signora e n grootmoeder roeren in talloze pannen, we drinken nog wat e n h e t begint godsgruwelijk hard t e regenen. Dat s u s t mijn geweten een beetje; ik kan nu toch niet lopen. We krijgen paella, gebraden tamme duif. sla, komkommer, tomaat, stokbrood, gebraden lamsbouten (die ik met vier handen moet vasthouden), d a t alles overspoeld met wijn, 'warmte' e n gastvrijheid, fruit, koffie, gebak en likeur" (FB). Op de kerk zag Frans Baas een ooievaarsnest. "Het verhaal i s n e t a l s bij ons 40 jaar geleden. In maart kijkt heel de bevolking u i t n a a r de terugkomst van de ooievaar, maar helaas g a a t ook hier h e t a a n t a l ooievaars zeer snel achteruit". EL BURGO RANERO
Overnachten e n eten i s mogelijk in Fonda Lozano. In september 1990 was e r een
refugio in aanbouw (WB). "De enige bar van El Burgo Ranero ligt op een kilo-
meter van de camino bij h e t stationnetje. Er i s nog wel een spar-winkeltje n a de kerk a a n de rechterhand. Buiten h e t dorp, nu links v a n de camino, s t a a t een groepje bomen waarbij op 6 augustus 1990 een bron i s geslagen met heerlijk fris water" (WB). RELIEGOS "Inmiddels zijn we de spoorlijk overgestoken en i n Reliegos ga je óf links óf rechts v a n h e t huis recht voor je. In beide s t r a t e n i s een bar, zonder koffie weliswaar, maar de linkerstraat --met enige overdrijving Calle Real (Koninklijke S t r a a t ) geheten--
i s h e t juiste pad en leidt n a 6 saaie km t o t Mansilla de l a s
Mulas d a t je v a n ver ziet liggen" (WB). "De kerk heeft een s p i t s torentje met een "open" hangende klok en pal daar onder h e t ooievaarsnest. Het n e s t i s wit bescheten, dus e r zijn jongen geweest. Die moeten wel stokdoof zijn geworden, een halve meter onder de klok" (FB).
0)
E
MANSILLA DE LAS MULAS
o
"In Mansilla kun je overnachten in h e t refugio, of beter gezegd, in een van de
a
twee refugios! de oude, maar aanvaardbare, herberg was tijdens ons l a a t s t e
7
bezoek in september 1990 open, maar de aangrenzende, nieuwe en luxueuze
U
s
.o.
herberg was, ofschoon helemaal gereed, gesloten! We werden e r wel rondgeleid,
O h
maar daarna ging de boel weer op slot: een keurige slaapzaal met zo'n 16
a
C>
stapelbedden, wat dicht bij elkaar, maar volledig gedekt met sprei en al, een luxe keuken met elektrische kookplaten, koelkast, wasmachine, bestek e n serviesgoed. Gloednieuwe douches e n toiletten. Als klap op de vuurpijl een fraaie zitkamer met glanzend gepolitoerde tafel, zes fonkelnieuwe leunstoelen e n een kleurentelevisie! We begrepen d a t d i t huis, waarvan de ingang bij h e t postkantoor a a n de carretera genera1 is, niet open was, omdat e r geen beheerder zou zijn. Wij sliepen dus in de oude albergue, ingang i n de s t r a a t achter de Carretera General, waarin diverse kamertjes, ook tweepersoons, met stapelbedden en matrassen e n voorzien van één n e t t e en één niet-zo-nette
badkamer. Men kan,
tegen betaling, met meer luxe overnachten in Hostal-Residencia La Estrella, gelegen a a n h e t marktpleintje met bankjes e n fontein, waar de mannen van h e t dorp resideren. Of eenvoudiger, bij Hostal Las Delicias, voorbij het postkantoor a a n de carretera general. Bij Delicias kun je ook eten, bij Estrella niet. Een prima maaltijd eveneens bij Casa Marcelo met Frans-sprekende kok. In Mansilla i s weinig cultureels t e beleven. Het i s leuk om een wandeling t e maken langs de oude stadsmuren, waarnaar de plaats i s genoemd (murallas werd mulas, of zou h e t toch stomkoppen beteken?).
Het =stomkoppen
betekenen, want op dit moment: 26 februari 1991 om
negen uur ' s avonds lees ik in de vorig jaar uitgekomen El Camino de Santiago
/ Anaya Touring, pagina 72 onderaan: Een sinds lang beschouwd plan om de Camino Real Francés t e asfalteren e n zo Sahagun met Mansilla t e verbinden, is onlangs goedgekeurd e n h e t i s mogeluk d a t het spoedig wordt uitgevoerd. Helaas, mijn bange vermoedens, hierboven geuit, zullen bewaarheid worden. Na de brute asfaltering van oude Romeinse wegen in de provincie Lugo g a a t opnieuw een authentiek deel van de camino verloren. En alles t e n behoeve v a n de auto-toerist. Had ik een vooruitziende blik toen ik op 12 augustus 1990 --de Sahagun-Mansilla--
dag van
in ons reisverslag schreef:
Grap -- of niet? In 1993 i s geheel Noord-Spanje geasfalteerd e n zijn alleen autopelgrims nog in t e l . Refugios worden verbouwd t o t drive-in albergues of Moteles de Cochegrinos. Alleen wie 800 km heeft gereden krijgt de compostelana. Wandelaars worden vogelvrij verklaard e n mogen, vanwege de overlast die zij h e t verkeer aandoen, straffeloos worden overreden. Het enkele zeldzame exemplaar d a t desondanks Santiago h a a l t wordt t e r bespotting in een kooi tentoongesteld, t o t vermaak van de motogrinos.
De l u s t dit verhaal af t e maken i s mij h a a s t vergaan. Na de wandeling langs de stadsmuren kun je je neervlijen op een terrasje n a a s t of op de s t r a a t voor koffie, wijn of wat dies meer zij. Een stempel kun je halen bij de pastoor, die een huis bewoont tegenover de kerk bij h e t marktpleintje" (WB). Frans Baas v a l t op 10 september 1989 i n Mansilla de l a s Mulas opnieuw midden in een feest, "een patroonsfeest. Versierde wegen e n uitgedoste kinderen trekken San Claudio door de s t r a t e n . Ik word bekogeld met ijstoffee's, genoeg voor de r e s t van de route. De s t o e t wordt gevolgd door de notabelen. hun waardigheid zeer wel bewust". Nu de N 601 om Mansilla heen is gelegd i s e r veel minder verkeer dóór h e t stadje. Na de brug over de Rio Esla kies je a a n de linkerkant een landbouwweg, parallel a a n de carretera. Bij Villamoros de Mansilla moet je toch de verharde weg op, nogal onaangenaam, e n over de smalle brug over de Rio Porma. Over de brug rechts i s een bar-restaurant voor de ochtendkoffie e n a l s deze zaak dicht m E
is, dan is e r even verderop links nog een.
c o
Het pelgrimsverkeersbord s t u u r t je rechts h e t veld in, maar daar haalden wij in
a
1985 n a t t e voeten, zodat we sindsdien de weg volgen t o t a a n de brug over de
7
PC
Canal de Porma, daar rechtsaf gaan, de voetbrug over en verder de camino
4J
volgen. Volgens de Guia komt bij de Valdelafuente de camino weer op de
Q)
U
7
..o O
carretera, maar t h a n s houden gele pijlen je nog even blj de snelweg vandaan
t o t a a n een viersprong, linksaf langs een perfumeria met een vervaarlijke waakhond, die vorig jaar in h e t veld werd uitgelaten en t o t onze grote schrik op Anneke afkwam. Nog n e t op tijd kon de baas, in wiens richting zij vluchtte, met forse zweepslagen de hond bij h a a r vandaan houden, anders waren de gevolgen verschrikkelijk geweest!. De l a a t s t e kilometers n a a r en in León gaan pal langs de autoweg, een inleiding op ons inziens een zeer onaantrekkelijk s t u k van de camino: León naar Hospita1 de Orbigo (om over h e t volgende traject maar t e zwijgen!). Door de korte afstand i s men vroeg in León" (WB). LEÓN "In juli e n augustus i s overnachting mogelijk in de ambachtsschool bij de San Isidoro, echter solo suelo! Er zijn talrijke hostales voor 2000 a 3000 pesetas voor een tweepersoonskamer. J e k u n t ook, n a die schamele 18 km (MansillaLeón), nog 6 km doorlopen n a a r Virgen del Camino, waar h e t klooster v a n de Dominicanen de pelgrims onderdak biedt" (WB). De refugio in León is gesloten wegens fietsendiefstal, evenals die in La Virgen del Camino. Wij hebben geslapen in " Hostal Don Sucro, dichtbij h e t centrum van de s t a d " UW). LITERATUUR
-
El Camino d e Santiago : guia completa / Anaya Touring.- Madrid : Grupo Anaya, 1990.- ISBN 84-207-3708-9. Voor recentie: zie DE JACOBSSTAF 10, 64-65. - Le chemin d e Saint-Jacques d e Compostelle en Espagne :guide pratique du pelerin / Abbé Georges Bernés. Georges Veron, Louis Laborde Balen. Bditions Randonnées Pyrénéennes, 1986. - ISBN 2-905521-10-4 - Rutas Jacobeas : historia de l a peregrinación, arte en la peregrinación, caminos para l a peregrinación / Eusebio Goicoechea Arrondo. - Estella : Los Amigos del Camino de Santiago, 1971 - St.Jacobls fietsroute : langs d e pelgrimsweg naar Santiago d e Compostela / g e f i e t s t en beschreven door Clemens Sweerman.- Utrecht : Fietskaart Informatie Stichting, 1989.Deel 3: Pyreneeën-Santiago de Compostela.- ISBN 90-70893-05-3. - El camino de Santiago :guia del peregrino / Eljas Valiña Sampedro y equipo. - León : Everest, 1985. - ISBN 84-241-4200-4 ("wel verouderd" WB) KAART: Michelin k a a r t nr. 442: Espagne Nord, 1/400.000
- Saint-Léonard-de-Noblat DE JACOBSSTAF nummer 10, 70-76 Vers Compostelle : grandes routes e t p e t i t s chemins touristiques / Janine Ducrot. WB berichtte d a t e r in 1977 een tweede druk verscheen.
AANVULLING OP LANGS DE WEG: Vezelay bij
IN-DRUK Het was niet zozeer de Jacobus zelf die herinneringen opriep, a l s wel h e t zoeken n a a r zijn locatie. Hoewel de figuur linksonder ons vaag bekend voorkwam, lukte h e t aanvankelijk niet h e t portaal u i t h e t geheugen of de beschikbare boeken t e localiseren, zelfs niet met de hulp van vrienden met kunsthistorische achtergrond. De aanwijzing "zeer dicht bij Jacobus" beperkte wel h e t zoekgebied, maar zou toch alles tussen Melide e n Padrón kunnen zijn! Totdat ... wij enige dagen geleden bezoek kregen v a n drie peregrinas u i t Valencia, die we in 1988 op de camino ontmoetten e n waarmee we toen bevriend zijn geraakt. Voor hen e n ons i s de camino een onuitputtelijke bron van gesprek en alras i s de t a f e l bedekt met reisverslagen, fotoalbums, boeken en tijdschriften. En de verhalen komen los: over onze ontmoeting, over de medepelgrims, over de samen begane paden. Over h e t verjaardagsmaal op Cebreiro, over de pelgrimsmis in Santiago waar de Botafumeiro werd gezwaaid, de ontstane vriendschappen, h e t afscheidsmaal. Zo komt ook de foto op p. 61 van DE JACOBSSTAF 10 t e r sprake. Eén v a n de dames, een verwoed fotografe, "ziet" de afbeelding op de Plaza del Obradoiro. links a l s je met je rug n a a r de kathedraal s t a a t . De boeken over Santiago de Compostela worden i n detail geraadpleegd en. zowaar, op p. 23 v a n h e t boekje Santiago de Compostela-La Coruña, onlangs gekregen van h e t Spaans verkeersbureau (DE JACOBSSTAF 9, 23) s t a a t een minifoto (3%x4cm) van de voorgevel van h e t S.Jerónimo college. M.b.v. een loupe kan nu de juiste plaats van h e t portaal worden vastgesteld. Inderdaad zéér dicht bij Jacobus! Vreugde alom, h e t fotografisch geheugen van Amparo wordt geprezen. Het schitterende 13de-eeuwse portaal van het college is afkomstig van een t h a n s verdwenen hospitaal a a n de calle Azabacheria. De gevel ervan werd in de 17deeeuw overgebracht naar het nieuwe gebouw van het college d a t nu zetel is v a n h e t Rectoraat van de Universiteit van Santiago.
Anneke e n Wim Bettonvil
Aan h e t grote plein, waar iedere pelgrim van droomt, zie je, a l s je n a a r de kathedraal kijkt, a a n de rechterhand de ingang v a n h e t Colegio de San Jeronimo. Hier midden in Santiago de Compostela zie je deze Jacob. Hij ziet e r
U>
3C
wat afgemat uit, n e t a l s wij, toen we aankwamen op 15 juni j.1. Het lijkt wel
s
alsof Jacobus warmte zoekt tussen zijn vrienden- e n vriendinnen-heiligen!
2s
Misschien wil hij je wel zeggen, d a t hij niet zó inelkaar z i t a l s je zou denken, wanneer je alle pracht e n praal en glitter in de Kathedraal ziet. Bij deze Jacobus kun je komen uitrusten!
José Wienk
..
O h
DIT IS NIET ZOMAAR EEN PRIJSVRAAG! We willen niet alleen van u weten waar deze foto gemaakt is en wat het voorstelt, maar ook welke indrukken, herinneringen, en emoties dit relief bij u oproept (p. 118). Uw reacties worden dan in h e t volgende nummer van DE JACOBSSTAF vermeld.
Onder de inzenders verloten we een Genootschapstegeltje Graag ontvangen wij uw reacties vóór 15 november op h e t redactie-adres: A. van Wiechen, Rijndijk 22, 2394 AH Hazerswoude-Rd
AGENDA Vermeld i n deze AGENDA worden de volgende activiteiten: (diallezingen, film-, muziek-uitvoeringen, tentoonstellingen e.d. die door anderen georganiseerd worden e n die 'iets' met de pelgrimage n a a r Santiago de Compostela t e maken hebben, regio-bijeenkomsten van h e t Genootschap etc. Vergissingen en wijzigingen zijn altijd mogelijk, controleer daarom de gegevens voor u op pad gaat via h e t genoemde adres/telefoonnummer. 2 okt
5-13 okt 11-13 okt oktober 25 okt
de KRO-TV s t a r t op deze woensdag met een nieuwe quiz, Megabrein. Eén van de onderwerpen die a a n de orde komt i s de pelgrimstocht n a a r Santiago. Bijeenkomst regio Tilburg (zie p. 99) Europese ontmoeting in Straatsburg: bezoek a a n kathedraal e n musea, tocht naar o.a. Mont L e Haut Saint-Jacques, lezingen, film Zaragoza, Maria-feesten van El Pilar. Regensburg, bijeenkomst georganiseerd door h e t Duits Genootschap. Najaarsontmoeting van h e t Vlaams Genootschap in Brugge. Bijeenkomst Regio Oost-Nederland, zie p. 99.
z a 9 nov
Najaarsvergadering Genootschap in Franeker, zie p. 100.
4 okt 5-6 okt
9-11 nov
Bezoek a a n pelgrimsplaatsen langs de Franse Atlantische kust, Soulac, Vertheuil, Mimizan etc. Inl.: Société des Amis de Saint Jacques de Compostelle. t o t 19 jan 1992 Leiden, Rijksmuseum Het Koninklijk Penningkabinet: tentoonstelling Naar Jeruzalem :de dure r e i s van een middeleeuwse graaf, zie ook DE JACOBSSTAF nummer 9, p. 37.
Vlaams Genootschap van Santiago de Compostela Sint-Andriesabdij, Zevenkerken B-8200 Brugge Société des Amis de Saint Jacques de Compostelle 4 Square du Pont de Sèvres, F-92100 Boulogne s u r Seine Deutsche St. Jakobus-Gesellschaft
e.v. Wilhelmstrape 50-52, D-5100 Aachen
O N S POSTORDERBEDRIJF Hieronder vindt u een lijst van de verkrijgbare artikelen, elk voorzien van een nummer en de prijs inclusief verzendkosten. U voldoet h e t totaalbedrag door middel van betaling op Postbank-nummer
515.11.46 t.n.v. de Penningmeester Nederlands Genootschap van Sint-Jacob t e Rotterdam onder vermelding van h e t (de) nurnmer(s1 van de door u gewenste artikelen. Na ontvangst v a n h e t bedrag door de penningmeester e n n a controle of de aanvrager wel lid i s é n zijn contributie heeft betaald, wordt h e t bestelde toegezonden a a n h e t adres d a t op h e t giro-formulier s t a a t vermeld. Alleen bij bestelling van een pelgrimspas dient u gebruik t e maken van (een kopie van) h e t bestelformulier op p. 69 (DE JACOBSSTAF 10). Indien u niet per giro betaalt, maar per bank, dient u een lijst van de bestelde artikelen s e p a r a a t toe t e zenden aan: J.M.A. v.d. Werff, Burgemeester Koningssingel 27, 3042 NK Rotterdam. ARTIKEL Alfabetische ledenlijst Ledenlijst volgens postcode Gebed v a n pelgrim Stickers (20 s t u k s ) Literatuurlijst Pelgrimspas Correspondentiekaart Rustende Pelgrims Lijst refugio's Tijdschrift DE PELGRIM nummer 10 Tijdschrift DE PELGRIM nummer 11 Tijdschrift DE PELGRIM nummer 12 Tijdschrift DE PELGRIM nummer 13 Tijdschrift DE PELGRIM nummer 14 Tijdschrift DE PELGRIM nummer 15 Tijdschrift DE JACOBSSTAF 1989 nummer Tijdschrift DE JACOBSSTAF 1989 nummer Tijdschrift DE JACOBSSTAF 1989 nummer ~ i j d s c h r i f tDE JACOBSSTAF 1989 nummer Tijdschrift DE JACOBSSTAF 1990 nummer Tijdschrift DE JACOBSSTAF 1990 nummer Tijdschrift DE JACOBSSTAF 1990 nummer Tijdschrift DE JACOBSSTAF 1990 nummer Tijdschrift DE JACOBSSTAF 1991 nummer Tijdschrift DE JACOBSSTAF 1991 nummer Tijdschrift DE JACOBSSTAF 1991 nummer
PRIJS
f f f f
1 2 3 4 5 6 7 8
9 10 11
3,00 3,00 2,oo 5,00 f 2,00 f 7,50 uitverkocht f 2,oo f 5,00 f 5,00 uitverkocht f 5,00 f 5,00 f 5,00 uitverkocht uitverkocht f 6,oo f 6,oo uitverkocht f 6,oo f 6,oo f 6,oo f 6,00 f 6,oo f 6.00
GENOOTSCHAP VAN SINT- JACOB