Samen verder en samen sporten na een Cerebro Vasculair Accident
Adviesrapport
Beroepsopdracht van: Chantal Dijkers Hogeschool van Amsterdam Instituut Fysiotherapie Diemen, 26 januari 2005
Samen verder en samen sporten na een Cerebro Vasculair Accident
Adviesrapport
Beroepsopdracht van: Chantal Dijkers Hogeschool van Amsterdam Instituut Fysiotherapie Diemen, 26 januari 2005
Inhoudopgave Inleiding
1. De verschillende sportactiviteiten 1.1 De inhoud 1.2 De Opbouw 1.3 Organisatorisch
3 3 4 4
2. Onderbouwing van de inhoud en de opbouw van de sportactiviteiten 2.1 De inhoud 2.2 De opbouw
5 5 6
3. Het ideale bewegingsprogramma 3.1 Warming-up 3.2 Rekoefeningen 3.3 Kernthema 3.4 Cooling-down
8 8 8 9 9
Conclusie
11
Inleiding Dit adviesrapport is tot stand gekomen in het kader van een beroepsopdracht van de Hogeschool van Amsterdam. Gedurende het derde studiejaar worden er door de studenten fysiotherapie beroepsopdrachten uitgevoerd. De student leert methodisch en systematisch een voor de fysiotherapie relevant vraagstuk te analyseren en te onderzoeken. De beroepsopdracht biedt de student ook de mogelijkheid om zich als beginnend fysiotherapeut te profileren. Dit adviesrapport is de resultante van een beroepsopdracht met als onderwerp sportactiviteiten voor cva-getroffenen. Op verschillende plaatsen in Nederland worden wekelijks sportactiviteiten georganiseerd voor cva-getroffenen.Het betreft hier mensen die getroffen zijn door een cva en het revalidatieproces al hebben doorlopen. Deze groepsgebonden sportlessen worden gegeven door fysiotherapeuten, allen vrijwilligers (in het verdere rapport zullen deze worden aangeduid als ‘fysio-vrijwilligers’). Het doel van de sportactiviteiten is het optimaliseren van het functioneren van cva-getroffenen in lichamelijk en psychosociaal opzicht, waardoor de zelfstandigheid en kwaliteit van leven kunnen worden verhoogd. Hierbij speelt het contact met lotgenoten een belangrijke rol. Tussen de diverse instellingen die bewegingsprogramma’s verzorgen blijken er nogal grote verschillen te bestaan, zowel qua inhoud als qua opbouw van de sportactiviteiten. Om deze reden zijn een aantal vragen ontstaan omtrent deze sportactiviteiten. Allereerst gaat het hier om de vraag welke verschillen en overeenkomsten er bestaan tussen dergelijke sportactiviteiten voor cva-getroffenen. Men vraagt zich tevens af in hoeverre de inhoud en de opbouw van de sportactiviteiten onderbouwd kunnen worden aan de hand van wetenschappelijke literatuur. Tot slot is er nog de vraag hoe het ideale bewegingsprogramma voor cva-getroffenen eruit dient te zien. Teneinde deze vragen bevredigend te beantwoorden worden in hoofdstuk 1 van dit adviesrapport de verschillen en overeenkomsten tussen een vijftal verschillende bewegingsprogramma’s weergegeven. Vervolgens word in hoofdstuk 2 beschreven in hoeverre de inhoud en de opbouw van de verschillende sportactiviteiten onderbouwd kunnen worden aan de hand van literatuur. Tot slot wordt in hoofdstuk 3 weergegeven hoe men aan de hand van de gevonden onderbouwing uit hoofdstuk 2 het meest ideale bewegingsprogramma voor cva-getroffenen kan opstellen.
Literatuurlijst Bandy WD, Irion JM, Biggler M. The effect of time and frequency of static stretching of the hamstring muscles. Phys Ther. Oktober 1997; 77(10): 1090(6). Bandy WD, Irion JM. The effect of time on static stretch on the flexibility of the hamstring muscles. Phys Ther. September 1994; 74(9): 845-50; discussion 850-2. Chu KS, Eng JJ, Dawson AS, Harris JE, Ozkaplan A, Gylfadottir S. Water-based exercise for cardiovascular fitness in people with chronic stroke: a randomized controlled trial. Arch Phys Med Rehabil. 2004 Jun;85(6):870-4. Cranenburgh, van B. Neuro psychologie; over de gevolgen van hersenbeschadiging. Maarssen 2000. Devries. Prevention of muscular distress after excercise. Res Quart. 1961; 32: 468-479. Dowdall SA. Breathing techniques that help reduce hypertension. RN. 1977 Oct;40(10):73, 76. Feland JB, Myrer JW, Schulthies SS, Fellingham GW, Measom GW. The effect of duration of stretching of the hamstring muscule group for increasing range of motion in people aged 65 years or older. Phys Ther. Mei 2001; 81(5): 1110-7. Fox El, Bowers RW, Foss ML. Fysiologie: voor lichamelijke opvoeding, sport en revalidatie. Vijfde druk, tweede oplage, Elsevier gezondheidszorg, Maarssen 2001. Lettinga AT, Siemonsma P. Leren van verschil: Neuro development Treatment en motor relearning programme geanalyseerd. Ned T Fysiother 1997; 107 (2): 43-49. Leutscher, H., “CVA bewegingsgroepen: bewegen is plezier!!!!!”. In: Werkgroep CVA Nederland, Themadag werkgroep CVA Nederland; CVA revalidatie in beweging, PAOG Heyendael, 1999, p. 69-80. Levin MF, Selles RW, Verheul MH, Meijer OG. Deficits in the coordination of agonist and antagonist muscles in stroke patients: implications for normal motor control. Brain Res. 2000 Jan 24;853(2):352-69. Luft AR, McCombe-Waller S, Whitall J, Forrester LW, Macko R, Sorkin JD, Schulz JB, Goldberg AP, Hanley DF. Repetitive bilateral arm training and motor cortex activation in chronic stroke: a randomized controlled trial. JAMA. 2004 Nov 24;292(20):2470. NEBAS/VRIN, Projectplan Revalidatie en Sport, Bunnik 1997. Patten C, Lexell J, Brown HE. Weakness and strength training in persons with poststroke hemiplegia: Rationale, method, and efficacy. J Rehabil Res Dev. 2004 May;41(3A):293-312 Roberts JM, Wilson K. Effect of stretching duration on active and passive range of motion in the lower extremity. Br J Sports Med. Augustus 1999; 33(4): 259-63.
SCCZ ( Synchron, Coordinatiecentrum Chronisch Zieken) . Revalidatie- en chronische fase van de CVA-zorg: verslag van een studiedag. Hoensbroeck maart 1997. Schrijen-Lippertz bv. Shellock FG, Prentice WE. Warming-up and stretching for improved phisical performance and prevention of sports-related injuries. Sports Med. Juli-Augustus 1985; 24(5): 267-78. Stewart D, Macaluso A, De Vito G. The effect of an active warm-up on surface EMG and muscle performance in healthy humans. : Eur J Appl Physiol. 2003 Aug;89(6):509-13. Epub 2003 Feb 28. Stichting Symbiose (1998). Handleiding voor lesgevers van CVA-groepsoefentherapie, Een richtlijn voor het begeleiden van CVA-bewegingsgroepen. Sittard. Takahashi T, Okada A, Hajanu J, Tamura T. Influence of cool-down exercise on autonomic controlof heart rate during recovery after dynamic exercise. Front Med Biol Eng. 2002; 11 (4): 249-59. Taub E, Miller NE, Novack TA, Cook EW, Flemming WC, Nepomuceno CS, Connell JS, Crago JE. Technique to improve chronic motor deficit after stroke. Arch Phys Med Rehabil 1993, 27: 347-54. Thorogood M, Connor MD, Lewando-Hundt G, Tollman S, Ngoma B; SASPI Project Team. Secondary prevention of stroke. Bull World Health Organ. 2004 Jul;82(7):503-8. Vereshchagin NV, Suslina ZA, Maksimova MIu. Arterial hypertension and cerebrovascular pathology. Current status of the problem. Kardiologiia. 2004;44(3):4-8. Witvrouw E, Mahieu N, Danneels L, McNair P. Stretching and injury prevention: an obscure relationship. Sports Med. 2004; 34(7): 443-9. Woude, van der LHV. Sport voor mensen met een beperking. Bohn Stafleu van Loghum, Houten/Diegem 2001. Zakas A, Vergou A, Grammatikopoulou MG, Zakas N, Sentelidis T, Vamvakoudis S. The effect of stretching during warming-up on the flexibility of junior handball players. J Sports Med Phys Fitness. Juni 2003; 43(2): 145-9.