Postadres Postbus 9208, 3506 GE Utrecht
Metaal
Federatie Werkgeversorganisaties Techniek (FWT) t.a.v. de heer R. Follon Postbus 93002 2509 AA DEN HAAG
Datum
Doorkiesnummer
14 januari 2015
030 27 38 347
Ons kenmerk
Uw kenmerk
T F
0900 9690 (lokaal tarief) 030 26 37 715
www.fnvmetaal.nl
JvS/RT Onderwerp
Voorstellen FNV Metaal voor de cao Metaal & Techniek
Geachte heer Follon, Hierbij sturen wij u onze voorstellen (zie bijlage) voor de cao-onderhandelingen Metaal & Techniek die 21 januari aanstaande aanvangen. Onze voorstellen zijn gebaseerd op het algemene arbeidsvoorwaardenbeleid van de FNV, maar vooral ook op de uitgebreide ledenraadpleging die wij hebben georganiseerd in de Metaal & Techniek. Ons motto voor deze cao-onderhandelingen luidt ‘Investeren in vakmensen is investeren in Techniek’. Want technologische vernieuwingen komen voor een belangrijk deel voort uit de sector Metaal & Techniek. FNV Metaal wil met een offensieve agenda bijdragen aan deze ontwikkelingen. Technologische innovatie kan alleen door en met mensen. Onderzoek toont meer dan eens aan dat het innovatief vermogen van bedrijven in hoge mate afhankelijk is van de regelmogelijkheden die werknemers zelf hebben. Zeggenschap van werknemers over hun werktijden en arbeidsduur, regelruimte en autonomie, investeren in vakmanschap en ontwikkelmogelijkheden en duurzame inzetbaarheid zijn wat ons betreft de pijlers onder innovatie. Duurzame arbeidsrelaties zijn naar onze mening hierbij van cruciaal belang. Met onze cao-voorstellen willen wij aan deze thema’s invulling geven. Daarmee zijn het werkplezier en de werkgelegenheid van werknemers gediend, maar ook het gezamenlijk belang van een goede toekomst voor de bedrijven in de Metaal & Techniek. Ondanks de economische ontwikkelingen van de afgelopen jaren hebben we in de sector te maken met een structureel tekort aan goed geschoold technisch personeel. Te weinig jonge mensen kiezen voor de sector, en jongeren die instromen vertrekken ook weer. Vrouwen kiezen voor andere sectoren, waar meer keuzemogelijkheden zijn als het gaat om arbeidsduur en werktijden. Daarnaast gaan steeds grotere groepen ervaren werknemers met (vroeg)pensioen. Als de sector aantrekkelijk wil blijven, moet er flink geïnvesteerd worden in het aantrekken en behouden van mensen. Onze leden hebben verbetering van koopkracht en duurzame inzetbaarheid als belangrijkste prioriteiten gekozen voor dit komend cao-traject. In de vorige cao is een start gemaakt met duurzame inzetbaarheid. Nu komt het erop aan om dit thema om te zetten naar concrete maatregelen in de bedrijven, waardoor werknemers in hun werk gezond, gemotiveerd en productief hun pensioenleeftijd kunnen halen. Zeggenschap over tijd in brede zin – arbeidsduur, werktijden, opname van verlof, atv en vakantie - én de mogelijkheid om eerder te kunnen stoppen met werken vinden onze leden ook van
Blad
2 van 5
groot belang. Een vierde speerpunt is gelijk werk, gelijk loon voor alle werkenden in de sector, ongeacht het type contract waarop zij ingezet worden. In 2013 hebben werkgevers en werknemers op centraal niveau afspraken gemaakt in het Sociaal Akkoord. Veel van deze afspraken zijn inmiddels uitgewerkt in wetgeving en STAR-verklaringen en moeten nu decentraal verder uitgewerkt worden. Wij gaan er vanzelfsprekend vanuit dat wij met de werkgevers in de Metaal & Techniek onverkort uitvoering geven aan de afspraken van het Sociaal Akkoord, zonder dat dit de onderhandelingen aan de cao-tafel belast. Meer specifiek gaat het dan om de volgende punten: 1. Afspraken over aantallen banen voor de doelgroep uit de Participatiewet. 2. Afspraken over het beperken van onzekerheid als gevolg van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ). Dat betekent dat we de cao moeten aanpassen aan de nieuwe wetgeving over tijdelijke contracten. Deze worden in duur beperkt tot maximaal drie tijdelijke contracten in twee jaar. 3. Afspraken over reparatie van opbouw en duur van de WW. Daarbij gaat het ook om maatregelen voor preventie van en herplaatsing bij werkloosheid. Deze afspraak moeten we in de komende periode concreet gaan invullen. Daarnaast hebben we al eerder afspraken gemaakt over sectorplannen, de instroom van wajongers en van vijfhonderd 45+ WWers. Deze willen we vanzelfsprekend tot een goed einde brengen. Het akkoord over de nieuwe pensioenregeling in de Techniek heeft een aantal punten open gelaten waarover sociale partners in het cao-overleg moeten besluiten. deze vormen met onze voorstellen over werktijden en werkgelegenheid een samenhangend geheel. Het gaat hierbij om het wegnemen van belemmeringen voor de werknemer om een deel van het pensioen eerder te laten ingaan in deeltijd en om de voortzetting van de regelingen die bij verlies aan werk of bij terugkeer in de sector zorgen voor het behoud van het uitzicht op de VPL-overgangsregelingen. Naast een aantal inhoudelijke punten, willen wij bij het eerste cao overleg ook met een aantal tekstuele verbetervoorstellen voor de cao komen. Wij hopen dat wij in een constructief en creatief overleg tot een nieuwe cao kunnen komen. Wij behouden ons het recht voor om tijdens het cao-overleg met nieuwe voorstellen te komen. Met vriendelijke groet,
Jacqie van Stigt Jos Brocken Landelijk onderhandelaars FNV Metaal
cc.
dhr. M. Hietkamp, CNV Vakmensen dhr. A. Meeuwissen, De Unie
Blad
3 van 5
BIJLAGE Voorstellen FNV Metaal voor de cao Metaal & Techniek 2015 “Investeren in vakmensen is investeren in techniek” In januari 2015 starten we met de onderhandelingen in onze sector Metaal & Techniek. Deze onderhandelingen vinden plaats in economisch wat betere tijden. In veel bedrijven zijn de verwachtingen overwegend positief. De sector is een van de drijvende krachten van de Nederlandse economie. Technologische vernieuwingen komen voor een groot deel voort uit de mensen die in deze sector werken. Ondanks de economische ontwikkelingen van de afgelopen jaren hebben we te maken met een structureel tekort aan goed geschoold technisch personeel. Als de sector aantrekkelijk wil blijven, moet er juist geïnvesteerd worden in het vakmanschap en de ontwikkelmogelijkheden van werknemers. Onze inzet zal vooral gericht zijn op koopkrachtverbetering, duurzame inzetbaarheid, zeggenschap en op gelijk werk, gelijk loon. Hieronder leest u onze voorstellen. 1. INKOMEN Vooral de lagere en middeninkomens stonden de afgelopen jaren onder druk door de bezuinigingen en lastenverzwaringen van de overheid. Dat willen we repareren nu het beter gaat in grote delen van de sector en het perspectief op herstel is versterkt. Daarom stelt FNV Metaal het volgende voor: Voor de looptijd van een jaar worden de lonen per 01-03-2015 met 3% verhoogd, met een vloer van € 900, -. Jongeren moeten betaald worden op basis van opleiding en werkervaring, niet op basis van leeftijd. Daarom willen we de jeugdlonen stap voor stap afschaffen. 2. GEWOON GOED WERK In de cao zijn in het verleden al afspraken gemaakt die de arbeidsvoorwaarden van flexwerkerrs verbeteren. In het vorige cao-contract is vastgelegd dat alle cao-bepalingen worden uitgewerkt die in het kader van de WAGA concurrentie op arbeidsvoorwaarden kunnen opleveren. Binnenkort verschijnt de rapportage van de werkgroep, waarin mogelijk sprake zal blijken te zijn van woordbreuk door werkgevers. Aan de orde moet komen wanneer en hoe deze cao-afspraken volledig en onverwijld worden uitgevoerd. Aanvullend op deze eerdere cao afspraken wil FNV Metaal ook de andere vormen van concurrentie op arbeidsvoorwaarden aanpakken. Schijnzelfstandigheid en schijnconstructies komen steeds meer voor op de Nederlandse arbeidsmarkt, met alle problemen die dat met zich meebrengt zoals onzeker werk, onderbetaling, afhankelijkheid. Schijnconstructies komen ook in de Techniek steeds vaker voor. FNV Metaal wil oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden bestrijden. Onze inzet is gelijk loon, voor gelijkwerk, ongeacht het type contract waarop men werkt. Onze voorstellen: Ontduikingsconstructies die tot ondermijning van cao-afspraken leiden aanpakken. Waar nodig passen we daarvoor ook de werkingssfeer van de cao aan. Minimumtarieven in de cao voor (schijn)zelfstandigen vastleggen, zodat zij niet goedkoper zijn dan werknemers in loondienst. Zo kan concurrentie op de arbeidsvoorwaarden voorkomen worden. Onzekerheid beperken door de doorstroom van flexwerkers naar vast werk te vergroten. Structureel werk moet worden gedaan door mensen op een vast contract. Het onverkort opnemen van de nieuwe wet over de ketenbepaling, als onderdeel van
Blad
4 van 5
het Sociaal Akkoord, hoort hier ook bij. Na maximaal drie tijdelijke contracten in een periode van twee jaar heeft de werknemer recht op een vast contract. Het concurrentiebeding beperken, en afschaffen als het initiatief voor het ontslag bij de werkgever ligt. (Buitenlandse) uitzendkrachten moeten hetzelfde arbeidsvoorwaardenpakket in het bedrijf krijgen als hun collega’s met een vast contract. Daar horen ook afspraken bij over reis- en verblijfskosten en karweiwerk. De vakkrachtbepaling moet daartoe worden verbeterd (zie cao Bouw als voorbeeld). Ervaring van buitenlandse uitzendkrachten in een vergelijkbare functie in binnen- en buitenland opgedaan, moet opgenomen worden in het begrip vakkracht en vertaald in periodieken. Afspraken maken over de controle op naleving van de cao, door het instellen van een cao-politie.
3. WERKTIJDEN Onze leden willen meer zeggenschap over tijd in brede zin – arbeidsduur, werktijden, opnamen van verlof, vakantie, atv. Daarnaast geven de cao-artikelen over werktijden, karweiwerk, consignatie en reistijd te vaak onduidelijkheid in de praktijk. Onze inzet is erop gericht om heldere afspraken te maken, zodat de naleving van de cao op deze thema’s beter wordt. FNV Metaal doet de volgende voorstellen: Begrenzing van de totale som van werk- en reistijden per dag tot een maximum van 11 uur. Langere dagen maken het werken en reizen gevaarlijk en kan leiden tot ongelukken. De werknemer kan kiezen of hij naar huis reist of ter plaatse wil overnachten. De verblijfskosten worden dan vergoed door de werkgever. Heldere afspraken over begin- en eindtijden van diensten, pauzes en roosters, die ten minste drie weken van tevoren bekend zijn. De werkgever heeft de toestemming nodig van de werknemer(s) voor het werken buiten het dienstrooster en van de OR/PVT. De toestemming van het werken buiten het geldende dienstrooster wordt gevraagd voor een periode van maximaal 13 weken en geldt voor een periode van 13 weken. Heldere definitie van karweiwerk en eenduidige afspraken over reistijden en vergoedingen. In het geval dat de vergoedingen in de beloning zijn opgenomen, moeten deze vergoedingen aanwijsbaar leiden tot een hoger loon. Meer zeggenschap over werktijden en arbeidsduur door: de introductie van vormen van zelfroosteren; de werknemer het recht te geven op flexibele begin- en eindtijden; en het wettelijk recht op deeltijdwerken moet ook in de praktijk worden toegestaan. In de sector zijn daar extra maatregelen voor nodig. We willen werknemers en bedrijven faciliteren om nieuwe arbeidspatronen in te voeren. Daarbij krijgen werknemers de gelegenheid om zoveel mogelijk een vierdaagse werkweek te kunnen roosteren. Beperking van de mogelijkheden van collectieve vakantie, om te voorkomen dat alle vakantiedagen collectief worden vastgelegd. En beperking van het inroosteren collectieve ATV-dagen en specifieker omschrijven in welke situaties dat slechts is toegestaan. Zodoende hebben werknemers meer individuele keuzemogelijkheden. De afspraak in de cao over consignatie is nu heel beperkt. We vinden het wenselijk als de cao meer kaders biedt, waaronder het hanteren van rusttijd wanneer een werknemer in consignatie ‘s nacht heeft moeten werken. Ook moet het aantal consignatiediensten beperkt worden, zodat de werkdruk van werknemers wordt verlaagd. Afspraken over consignatievergoedingen moeten met de vakbonden gemaakt worden.
Blad
5 van 5
4. DUURZAAM MEEDOEN/ ONTWIKKELEN EN OPLEIDEN Om werknemers gezond en wel hun pensioenleeftijd te laten halen, is er nog heel wat nodig in de bedrijven om dat ook te laten slagen. Daarnaast willen en moeten technische vakmensen bijblijven in hun vak, de techniek verandert snel. FNV Metaal stelt voor om: De seniorendagen voor 62 jarigen tot 67 jaar elk jaar twee dagen te verhogen, zodat zij met extra hersteltijd het langer doorwerken ook kunnen volhouden. Werknemers moeten toegang hebben tot een onafhankelijke arbo-arts. De tweede ziektemelding ten koste van een vakantiedag te schrappen uit de cao. Als werknemers ziek zijn, zijn ze ziek, daar past geen boete bij. De kosten van de zorg stijgen fors, mensen lopen slecht verzekerd rond. Dat schaadt ook hun gezondheid. Daarom vragen wij een extra bijdrage van de werkgevers van €15 per maand voor de kosten van de zorgverzekering. Toekomstgerichte scholing aan te bieden, die niet direct gekoppeld is aan de huidige functie van een werknemer. Dit willen we mede inbrengen in het project loopbaancoaches. Dit project willen wij voor een langere periode borgen. Een persoonlijk opleidingsbudget in de cao opnemen, zodat werknemers zelf keuzes kunnen maken. De individuele opleidingsdag in de cao moet ook te gebruiken zijn voor vakbondscursussen. Het gebruik van de opleidingsdag bevorderen door informatie en nalevingscontrole. 5. WERKGELEGENHEID FNV Metaal wil dat mensen die nu vaak aan de zijkant staan meer kansen krijgen op de arbeidsmarkt. Daarom stelt FNV Metaal voor om: Wajongers te laten begeleiden door oudere werknemers, zodat deze hun werk ook langer kunnen volhouden. Om de resultaten van het Sociaal Akkoord te monitoren, rapporteert de werkgever jaarlijks over het aantal werknemers met een arbeidshandicap aan de ondernemingsraad en aan de vakbonden. Concrete invulling van de WW-afspraken uit het Sociaal Akkoord over reparatie van de duur en de hoogte van de WW, maar ook van preventie van en herplaatsing bij werkloosheid. Nadere besluiten over openstaande punten uit het pensioenakkoord in de Techniek over deeltijdpensioen en ouderenregeling. 6. VAKBONDSWERK Vakbondswerk zou gewoon moeten zijn in Nederland, maar steeds meer (kader) leden ondervinden hinder in het vakbondswerk in hun bedrijven. FNV Metaal wil: Garantie over vakbondswerk door het recht op toegang tot de werkvloer te hebben. Dat de vakbondscontributie onderdeel blijft van de werkkostenregeling. Als dat op bedrijfsniveau niet mogelijk is, dan betaalt de werkgever (een deel van) de vakbondscontributie.