Rondzendbericht van Aenne, no. 1, ergens tussen Joburg en Nairobi
Hallo allemaal, Eindelijk een bericht uit Afrika, en wel vanaf 37,000 ft. Ben net vertrokken vanuit Johannesburg en nu onderweg naar Nairobi. Mijn Zuid-Afrika trip zit er al weer op en de weken zijn omgevlogen. Ik heb veel gereisd en dat is erg comfortabel in ZA, zeker in vergelijking met Kenya en Tanzania. Mijn reis heeft tot dusver vol verrassingen gezeten die zonder meer plezierig waren. Maar goed, ik zal proberen om mijn verhaal een beetje chronologisch te houden.
Kort na aankomst in ZA ben ik naar Durban gevlogen. Mijn huurauto stond al gereed op de luchthaven en ik kon zo door naar St. Lucia via de ‘North Coast’ route, een grote tolweg. Het links rijden was even wennen. De weg deed me sterk denken aan de Route du Soleil naar de Middellandse Zee – met een uitzondering: er waren nauwelijks parkeerplaatsen. Onderweg nog een alternatieve route gehad door een houtplantage: een hobbelige gravelweg en geen kip te bekennen. Een mobiel is dan toch wel prettig voor het geval de auto het laat afweten. In St. Lucia bleken nogal veel guesthouses vol te zitten vanwege de ‘Wetlands’ conferentie en via-via kwam ik in een riant huis terecht. Natuurlijk ben ik subiet naar de Ski Boat Club gesneld, waar mijn grote vrienden te bewonderen zijn. En jawel, de crocs kreeg ik er ook nog bij! Via een plankier heb ik de omgeving verkend en genoten van de rust en ruimte. De ‘Wetlands’ conferentie was de reden voor mijn reis naar St. Lucia. Omdat het aantal inschrijvingen alle verwachtingen overtrof en de organiatie streefde naar een ruime Afrikaanse vertegenwoordiging had mijn uitnodiging alleen betrekking op de sluitingsdag, namelijk “World Wetlands Day”. Inhoudelijk gezien is dat niet meer zo interessant, maar ik heb lekker genetwerkt, zowel met Zuidafrikanen als Tanzanianen. Zo kwam ik iemand tegen die ik vorig voorjaar graag had willen spreken, maar waarvoor toen de tijd ontbrak: zij zat ergens ‘op de hei’ en ik zat in Dar. Tijdens de luch kregen we een puike zang/dansvoorstelling van een lokale dansgroep. Dat werd echt gaaf toen het keukenpersoneel gillend de keuken uitkwam en mee ging swingen. Heerlijk, dat enthousiasme en die expressie. Overigens heb ik wel alle Powerpoint presentaties over ‘wetlands’ op CD-rom: mocht er iemand belangstelling hebben.... ’s Ochtends vroeg terug naar Durban getoerd (circa 300 km), vliegtuig naar Joburg gepakt en vervolgens doorgereisd naar Port Elizabeth voor het volgende seminar. Er zijn een paar Zuidafrikaanse prijsstunters, die heel goedkope vluchten aanbieden, zoals Kulula en 1-time. Vluchten zijn een dag van tevoren via internet te boeken. Zeker een aanrader. Het enige nadeel is dat, in geval van slechte weersomstandigheden, zij de laatste zijn die kunnen landen/vertrekken. Vanuit Port Elizabeth met de taxi naar Grahamstown gegaan, naar Rhodes University. Langs deze weg zie je veel gameranches. Gameranching is echt een ‘booming business’ in ZA, waar meer mee te verdienen valt dan met landbouw en veeteelt. Rhodes University vormt een belangrijk deel van Grahamstown. Ons seminar viel samen met de introductieweek voor nieuwe studenten. Samen met Dinie, een Zuidafrikaanse wiens zoon in het introductieprogramma zat, ben ik naar de feestavond voor ouders geweest. Aardige meid, maar aan het eind van de avond was ze blauw en toen heb ik haar huurauto maar teruggereden naar de lodge. Drinken en rijden lijken hier erg goed samen te gaan: onze “Bob” is hier nog niet gesignaleerd. Verder ben ik met Prof. Roddy Fox en zijn vrouw Kate Rowntree (Ton, bij deze de hartelijke groeten!) uit eten geweest en heb ik meer dan 20 presentaties bijgewoond. Het accent lag heel sterk op het gebruik van ‘non-timber forest products’ en armoedebestrijding. Interessant, en wederom lekker genetwerkt in een groep die zeer divers van samenstelling was.
1
Rondzendbericht van Aenne, no. 1, ergens tussen Joburg en Nairobi
Deel van campus van Rhodes University, Grahamstown
Met Mirjam (Mirjam en Fred zijn mijn co-promotoren) en Stephen Turner teruggereisd naar Joburg. Onderweg hebben Stephen en ik uitgebreid gesproken over mijn onderzoeksopzet. Heel plezant: hij heeft een fantastisch netwerk in ZA. In Joburg stond Osten, een oude bekende uit Lesotho die ik nog uit Malawi ken, me op te wachten. Hij werkt voor de UNDP en had een conferentie in Joburg. Die avond hebben we flink bijgepraat in Pretoria, bij mijn guesthouse (Valentin & Eline, de hartelijke groeten van Osten). Ik heb tijdens deze veldwerkfase verschillende mensen, die ik uit Malawi ken, weer ontmoet. Erg leuk! Op die manier is rondreizen nog leuker. De volgende dag was er een ‘policy brief’ in Pretoria. Het programma was vooraf bepaald en ruimte voor discussie was er nauwelijks. Jammer. Er waren wel een paar interessante presentaties en ook heb ik Bruce Campbell ontmoet. Hij is een autoriteit op het gebied van CBNRM (community-based natural resource management) en de institutionele context hiervan. ’s Avonds brak de hemel los boven Joburg en onze vlucht was flink vertraagd, zodat we pas rond 23.45 uur aankwamen bij de SANPAD ‘graduation’ in Durban, waar ook Ton Dietz (promotor) van de partij was. Onze afspraak met Ton hebben we toen maar omgezet in een ontbijtversie. Later hebben Mirjam en ik nog natte voeten gehaald in de Indische Oceaan en vervolgens zijn we naar St. Lucia vertrokken. Dit keer had ik een auto met airco geregeld. Verrukkelijk!
Bij EKZN Wildlife in St. Lucia
Een locatie voor onderzoekers?
In St. Lucia hebben we van alles uitgespookt, varierend van een boottocht over het meer (ca. 700 hippos en 1,500 crocs, die we niet allemaal hebben gezien) tot een krokodillenlunch (een stoofpot van krokodillenvlees), een ‘gamedrive’ door het Greater St. Lucia Wetland Park, een wandelsafari en een paar interviews. De wandelsafari was bizar: na de eerste set waarschuwingsborden kregen we een tweede set waarop werd aangegeven dat je het gebied, dat overal was omheind en vol met hippos, crocs, olifanten, buffels en luipaarden zat, op eigen verantwoording betrad. Ezemvelo KZN Wildlife, de autoriteit die verantwoordelijk is voor het wild in de provinciale parken, kon op geen enkele manier aansprakelijk worden gesteld voor welk ongeval dan ook. Heel vreemd dat je daar dan zonder begeleiding kunt rondlopen, dat heb ik nog nergens anders in Afrika meegemaakt (met uitzondering van de Zambezi oever bij de Vic Falls in Zimbabwe). Een van de interviews was met Ricky Taylor. Hij is hoofd van de afdeling “navorsing” (Afrikaans voor onderzoek) en tevens lid van de “IUCN Hippo Specialist Group”, waarin ik ook een aantal
2
Rondzendbericht van Aenne, no. 1, ergens tussen Joburg en Nairobi contactpersonen heb. Ricky heeft een paar goede contacten doorgegeven. Hij benadrukte wel dat elk wetenschappelijk onderzoek officieel moet zijn aangemeld bij de parkautoriteit. In mijn geval is dat lastig, omdat ik nog een keuze voor een onderzoekslocatie moet maken. Dat is een van de redenen voor mijn reis naar ZA.
St. Lucia Wetland Park
A dangerous animal
Swim at own risk!
Mirjam en ik hebben een ‘quotebook’ van onze ervaringen in ZA, maar dat is niet publiek! Ik kan wel melden dat we onze laatste avond in St. Lucia uitgebreid hebben gevierd met een ‘braai’ (BBQ) en een zwempartij. Onze braai was erg amusant. We stonden naast het zwembad met een braai, die aardig rookte omdat we veel te veel aanmaakblokjes en houtskool hadden gebruikt (ongeveer de helft van de zak, terwijl Zuidafrikanen bij een wekelijkse braai 3 maanden met zo’n zak houtskool kunnen doen). De Duitse gasten op de eerste verdieping werden spinnijdig vanwege de rook en gingen hun beklag doen bij de lodgehoudster. Die reageerde vervolgens heel laconiek naar ons: “Wat een zeurpieten: ze hadden toch ook gewoon hun balkondeur dicht kunnen doen en de airco aan kunnen zetten?”. Tja... Nadat ik Mirjam op de luchthaven van Durban had gedropt ben ik doorgereden naar Pietermaritzburg voor een volgende serie interviews, onder meer met mensen van Ezemvelo. Via-via belandde ik in Howick, in een guesthouse waar een paar dagen later een ‘mini seminar’ zou plaatsvinden met een aantal mensen die op mijn ‘te interviewen personen’ lijst stonden. Superhandig. Dat weekend heb ik een kijkje genomen bij Tony’s bedrijf. Hij is een ‘taxidermist’, iemand die wilde dieren opzet voor jagers. Er stond een fraaie verzameling beesten in de ‘showroom’. Hippos heb ik overigens niet gezien daar. Verder ben ik naar Tala, een ‘private game farm’, gelegen tussen Durban en Pietermaritzburg gegaan. Tala is een van de weinige farms die open is voor het publiek. Het bleek een zeer commerciele onderneming te zijn, sterk gericht op toeristen en dagjesmensen. Aan de zuidkant van het gebied kon je zwemmen en braaien, en verder kon je overal rondtoeren, tussen de gnoes, impala’s, zebra’s, struisvogels en neushoorns door. Nijlpaarden zaten er ook, maar die leverden de gebruikelijke neus-oren-ogen plaatjes op. Ik had mazzel dat ik (op zondag!) de hoofdranger kon interviewen.
Deze is echt....
Deze was echt....
Ik heb een aantal interessante gesprekken gehad bij Ezemvelo in Pietermaritzburg en bij WESSA in Howick. Leuk kantoor: de zebra’s lopen er zo binnen (het ligt in een park). WESSA is de Wildlife and Environmental Society of South Africa. Die naam is heel suggestief: WESSA is een NGO die zich hoofdzakelijk bezig houdt
3
Rondzendbericht van Aenne, no. 1, ergens tussen Joburg en Nairobi met milieueducatie. Sinds kort heeft WESSA echter ook een ‘National Director Biodiversity Conservation’, die jarenlang in Kruger National Park heeft gewerkt en de wildlife scene van haver tot gort kent. Hij noemde de zuidkant van Kruger als mogelijk studiegebied. Later kwam hij hierop terug: het zou zeer onveilig zijn als ik hier alleen ging rondreizen. Hij was niet de eerste persoon waarschuwde tegen ‘hyjacken’ – dat schijnt nogal frequent voor te komen. Er is een dicht wolkendek beneden me; ik hoop dat ik straks de Kilimanjaro wel kan zien!! Er zitten wat openingen in het wolkendek: we vliegen nu boven het Malawimeer! Azuurblauw en vol met prachtige cychliden – dat zijn inheemse vissoorten – maar die kan ik van hieruit niet zien. Mijn guesthouse in Howick was bijzonder plezant. Pia en Kech, de eigenaren, nodigden me uit voor de braai, glaasje wijn op het terras (met een subliem uitzicht over Howick Falls) en we hebben erg gezellige uren doorgebracht. Via Pia kreeg ik de mogelijkheid om met de piloot van Ezemvelo op stap te gaan naar Ithala Game Reserve. Ik heb er wel wat afspraken voor moeten verzetten, zelfs met Ian Player, een autoriteit op wildlife gebied in ZA, maar de kans om in een 4-persoonsvliegtuig over KwaZulu-Natal te vliegen wilde ik me niet laten ontgaan. Het was fantastisch!
Uitzicht op de kloof en Howick Falls
Craig, de piloot, vloog al 14 jaar voor Ezemvelo en vertelde honderduit over het gebied waarboven we vlogen. Zo’n tocht geeft een heel andere kijk op een streek en de ontwikkelingen die daarin hebben plaatsgevonden. Ik had dubbel mazzel: de jurist van Ezemvelo, die ik al een paar dagen probeerde te bereiken, was de andere passagier. Natuurlijk heb ik subiet een afspraak met hem geregeld! In Ithala hebben Craig en ik een gamedrive gedaan. Prachtig, ik heb een paar fraaie close ups gemaakt van neushoorns. Veel parken streven naar gebiedsuitbreiding, zo ook Ithala, dat nu nog een oppervlakte heeft van 30,000 ha. Er zijn onderhandelingen gaande met eigenaren van aangrenzend land. In Zuid-Afrika heeft op dit moment 5.8% van het landoppervlak een natuurbeschermingsstatus. Het streven is om dit percentage binnen een paar jaar te verhogen naar 10% (in overeenstemming met de IUCN richtlijnen). De terugweg was qua zicht minder, we vlogen hoger dan op de heenweg, namelijk op 8,000 ft, en aan weerszijden van het vliegtuig zagen we bliksemflitsen. Fascinerend gezicht. Als klap op de vuurpijl mocht ik zelf vliegen. Als ik er ooit aan toekom, wil ik mijn brevet halen. Wat een ervaring!
Craig en de Skylane II in Ithala GR
Op het vliegveld van Pietermaritzburg
4
Rondzendbericht van Aenne, no. 1, ergens tussen Joburg en Nairobi
Naast het interviewgebeuren heb ik ook een township bezocht, vlakbij Howick Falls. Wonen wordt hier gedoogd. Er is al jaren een politieke strijd gaande over wat er met de bewoners moet gebeuren, maar de knoop wordt niet doorgehakt. De bewoners hebben water noch electriciteit, en velen van hen zijn werkeloos. Huisjesmelkers zijn er ook; zij verhuren kleine kamers in lemen constructies voor ca. 60 Rand per maand (1Euro is ca. 7 Rand). De lokale chief heeft me allerlei documenten laten zien waaruit bleek dat de bewoners hier al sinds 1985 zitten, alsmede tal van urgentieverklaringen van politici dat er nu toch snel iets moest gebeuren. Het aantal bewoners is inmiddels opgelopen tot 450. Ik vroeg me af hoe zij overleven. De chief (53 jaar) zei dat hij door zijn ouders financieel werd ondersteund en dat hij verder wat tabak verkocht. Er schijnt ander land te zijn aangekocht door de gemeente, maar dat ligt ook in een milieugevoelig gebied. Bovendien willen de bewoners daar niet heen: het is te ver van de stad en geld voor transport hebben ze niet.
Township bij Howick
Later die dag heb ik met Sam gesproken. Hij is een Zuidafrikaan die verwikkeld is in allerlei rechtszaken over landeigendomsrechten. Zijn land, dat al jaren in de familie is, ligt midden in een gebied waar houtplantages zijn en de eigenaar daarvan aast op Sam’s land. Sam heeft zijn terrein omgebouwd tot een ‘proeftuin’, waarin hij laat zien dat je op een heel beperkt oppervlak een enorme diversiteit aan gewassen kunt verbouwen mits je de ruimte efficient benut. Ook voor proteinen is gezorgd: de geul die om het huis is gegraven zit vol met vis. Verder is Sam een begaafd musicus en was de rest van de avond gevuld met Bob Dylan, Crosby Stills Nash & Young en vele andere muzikale coryfeeen.
Vis gevangen in Sam’s ‘rondom het huis’ sloot
Tony & Sam aan het componeren
Op 1 maart had iedereen vrij in verband met de gemeentelijke verkiezingen. Ik ben die dag, in gezelschap van Alois, die genetisch onderzoek doet naar olifantenpopulaties en overal in Afrika is geweest, naar Tembe Elephant Reserve vertrokken. Tembe ligt in de noordpunt van KwaZulu-Natal, net onder de grens met Mozambique. De volgende dag had ik een afspraak in Kosi Bay met Scotty Kyle, die al jaren voor Ezemvelo
5
Rondzendbericht van Aenne, no. 1, ergens tussen Joburg en Nairobi werkt. Kosi Bay is een Ramsar Site (de Ramsar Convention richt zich op het beschermen van wetlands van internationaal belang) en er zitten veel hippos en crocs. Incidenteel zijn er problemen met deze dieren, maar die zijn qua omvang niet vergelijkbaar met de streek bij het Victoriameer in Kenya. In Zuid-Afrika bevindt het overgrote deel van de wilde beesten zich binnen de beschermde gebieden, in tegenstelling tot Kenya, waar meer dan de helft buiten parken te vinden is. Ook heb ik nog rondgekeken in Ndumo Game Reserve, waar veel hippos en crocs zitten. Het schijnt dat hier wel conflicten zijn, maar de orde van grootte weet ik (nog) niet.
Olifant in Tembe
Kaarsrechte afscheiding in Ndumo GR
Dubbele omheining in Tembe
Statistische data zijn lastig te verkrijgen en ik heb een aanvraag lopen via de regionale manager in KwaZuluNatal. Hij moet authoriseren dat degene, die data over incidenten met wildlife in KwaZulu-Natal bijhoudt, deze info verstrekt. Zuid-Afrika heeft 9 provincies, die elk een afzonderlijke administratie hierover bijhouden en geaggregeerde data over incidenten met wildlife lijken helaas nauwelijks voorhanden te zijn! In dit deel van KwaZulu-Natal zijn allerlei ontwikkelingen gaande op het gebied van ‘community-based nature conservation’ en spelen ook grensoverschrijdende parken, de zogenaamde TransFrontier Conservation Areas, een rol. Zo zitten Tembe, Ndumo en Futi in het TFCA proces, maar er zijn wat hete hangijzers. TFCA’s lijken vanuit verschillende partijen te worden ondersteund. De belangrijkste argumenten hiervoor zijn dat aan meer land een ‘beschermingsstatus’ wordt toegekend, de dieren meer ruimte krijgen, de parken ecoystemen omvatten en de potiële voordelen voor lokale leefgemeenschappen toenemen. Ik betwijfel of het allemaal zo rooskleurig is, maar goed. Ik kom eens even bij jou buurten Bram, wanneer ik weer in NL ben! Ik ben heel benieuwd naar jouw TFCA verhalen (Bram is bezig met een promotieonderzoek naar TFCA’s en is net terug uit ZA na een verblijf van een jaar). In veel beschermde gebieden zijn landclaims aan de orde. De inheemse leefgemeenschappen, die destijds van het land zijn verdreven ten gunste van natuur- en wildbeschermingsactiviteiten, hebben een claim op het land. In Kosi Bay bijvoorbeeld speelt dit een grote rol. Ook het spanningsveld tussen traditionele autoriteiten en de democratische structuren op lokaal niveau is van belang. Kortom: de Zuidafrikaanse situatie biedt tal van interessante invalshoeken voor onderzoek naar wildbeheerstrategieën – maar daar zal ik nu niet verder op ingaan omdat deze brief een algemeen karakter heeft. In Tembe Elephant Park heb ik een aantal ‘game drives’ gemaakt. Zonder 4W-drive kom je daar nergens en ik was blij dat ik mijn huurauto niet bij me had. We hebben echt heel dichtbij olifanten gestaan. Volgens Alois was ik een prima ‘scout’ en kan ik na mijn promotie zo in een park gaan werken. Da’s mooi. Alois kent veel olifanten in Tembe omdat hij een groot aantal van hen heeft ‘gedart’ voor genetisch onderzoek. Via het Highveld zijn we teruggegaan naar Johannesburg. Het was de bedoeling om via Swaziland te gaan, maar omdat we te lang bij de grens moesten wachten hebben we daar maar van afgezien. Interessante route: prachtige vergezichten en interessante plaatsnamen, zoals Amsterdam, Leiden, Amersfoort en Ermelo. De link met Nederland gaat verder dan de plaatsnamen alleen: het was er bar koud. De eigenaar van de Indawo Game Ranch, een gebied van circa 1,600 ha vond dat ik niets over deze vorm van wildgebruik kon zeggen als ik niet tenminste een keer aan een jachtpartij had deelgenomen. Die uitnodiging staat voor de tweede veldwerkfase. De jacht is wijdverbreid in Zuid-Afrika, maar ook controversieel. De ‘animal rights lobby’ is heel sterk en op dit moment zijn er twee hete hangijzers op dit gebied. Ten eerste: wat te doen met het enorme overschot aan olifanten in Kruger NP, dat de draagkracht van het ecosysteem te boven gaat? Tegenstanders van de jacht vinden afschieten onacceptabel en hebben contacten op hoog niveau. Sanparks, dat verantwoordelijk is voor de nationale parken in Zuid-Afrika, vreest oppositie wanneer het
6
Rondzendbericht van Aenne, no. 1, ergens tussen Joburg en Nairobi surplus aan olifanten wordt gedood. Wildlife business is echt ‘people’s business’ in een krachtenveld dat wordt gedomineerd door overheden en internationale donoren. Een tweede issue is ‘canned hunting’. Dit betreft wilde dieren, veelal leeuwen, die in afgeschermde gebieden worden gefokt voor de jacht. Ook hier spelen ethiek en dierenrechten een grote rol. In de toonaangevende wildlife magazines wordt deze discussie uitgebreid gevoerd. Ik ga nu afsluiten. We gaan zo de daling inzetten naar Nairobi. De Kilimanjaro is helaas niet in beeld gekomen, maar die krijg ik nog wel te zien. Volgens de piloot wordt het ‘bumpy’ vanwege de bewolking en ik ga (moet) mijn laptop opbergen. Adios, tot later!! In Pretoria heb ik onder meer gesprekken gehad met werknemers uit de groep van Prof. Du P.Bothma aan het Centrum voor Wildlife Management, Universiteit van Pretoria, met consultants, de coordinator van het Mondi Wetlands project en een voormalige Game Warden, die jarenlang in Zimbabwe en Zuid-Afrika heeft gewerkt en een interessante kijk op mens-dier conflicten heeft. Wildbeheer in Zuid-Afrika is nog grotendeels wit (met een redelijk hoog grijsgehalte) van kleur, al zie je wel verschuivingen als gevolg van het BEE beleid (black economic empowerment, gericht op het toekennnen van functies aan donkergekleurde werknemers) en de verruimde mogelijkheden voor managementtraining in wildbeheer. Verder ben ik nog bij DEAT langsgeweest (Department of Environmental Affairs and Tourism), waar ik een gesprek heb gehad met de vice-directeur van ‘Biodiversity & Conservation’. Dit contact liep weer via zijn baas, die ik in St. Lucia had ontmoet. Al met al is het wildlife gebeuren in ZA niet zo’n grote wereld: iedereen lijkt elkaar te kennen en via-via kom je aan interessante gesprekspartners. Inmiddels zit ik in Nairobi en geniet ik weer van de bekende taferelen. Een Masai die met zijn kudde de ‘highway’ van de luchthaven naar de stad oversteekt, verkeer dat zich overal tussendoor propt, en het overbekende “mzungu, taxi, safari?” Ik heb nog een aantal losse eindjes uit Zuid-Afrika waar ik aan moet werken voordat ik me op de Kenyase situatie stort. Mijn entree in Nairobi is in elk geval goed begonnen: samen met Ruud, een oude bekende uit Nederland die in Nairobi woont en als freelance journalist door heel Afrika reist, heb ik een aantal lokale tenten bezocht (Francis en Nanny, bij deze een hartelijke groet!). Tusker bier smaakt nog steeds goed – en Guinness ook! Mijn Swahiliboek is ook weer uit de koffer gekomen. Ik kan hier nog mooi even oefenen voordat ik naar Dar es Salaam ga. De mujaheddin roept op tot het gebed – ik zit vlakbij een moskee. Genoeg voor nu: succes met het doorworstelen van dit verhaal en tot in de volgende editie!! Er valt nog veel meer te vertellen maar voorlopig moeten jullie het hier maar even mee doen....... Kwaheri, Aenne
PS. Zodra de website er is stuur ik wel een bericht. Dan kunnen jullie ook kiekjes zien. Nee, het zijn niet allemaal hippo’s!
7