R.K. basisschool Kardinaal de Jong Schoolgids 2011 - 2015
Amalia van Solmsstraat 91 1814 NE Alkmaar tel: 072-5117795
1
2
Inhoud 1.
Voorwoord
2. 2.1 2.2
Onze School Geschiedenis Missie, visie en identiteit 2.2.1 Onderwijskundige dimensie 2.2.2 Pedagogische dimensie 2.2.3 Maatschappelijke dimensie 2.2.4 Levensbeschouwelijke dimensie Onderwijsvorm Benutting onderwijstijd Overblijfregeling en opvang
2.3 2.4 2.5
3. 3.1 3.2 3.3 3.4
Het onderwijs Vakken en methodieken Actief burgerschap en sociale integratie Informatie en communicatietechnologie Onderwijs op maat 3.4.1 Aannamebeleid 3.4.2 Zorg voor het kind 3.4.3 Verlengen en versnellen 3.4.4 Kinderen met extra zorg 3.4.5 Het hulptraject 3.4.6 Verwijzingen 3.4.7 Kinderen met Leerling Gebonden Financiering 3.4.8 Onderwijskundig rapport
4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7
School en veiligheid Veiligheidsbeleid Gedragsregels Protocollen Jeugdzorg Incidentenregistratie Risico Inventarisatie en Evaluatie Beeldmateriaal
5. 5.1 5.2 5.3
Het voortgezet onderwijs Overgang naar het voortgezet onderwijs Onderwijskundig eindrapport Uitstroomgegevens 2013 – 2014
6. 6.1 6.2 6.3 6.4
Zorg voor kwaliteit Planning en beleid Trendanalyses Opbrengsten Professionalisering
3
7. 7.1 7.1.1 7.1.2 7.1.3 7.2 7.3
De ouders Informatie naar de ouders Ouderavonden Rapportage Ouderbijdrage Ouderraad Medezeggenschapsraad
8. 8.1 8.2
Afwezigheid door omstandigheden Leerkracht Leerling
SAKS 9. 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5
De organisatie SAKS Buitengewoon verlof Sponsoring Klachtenregeling Schorsen en verwijderen Verzekering
4
1.
Voorwoord
Voor u ligt de Schoolgids van onze school die gebaseerd is op het Schoolplan, waarin is vastgelegd hoe het onderwijs op onze school is vormgegeven. Dit schoolplan ligt voor geïnteresseerde ouders ter inzag bij de directie. De Schoolgids bestaat uit drie delen: Het algemeen gedeelte Een schoolspecifiek gedeelte De kalender Het algemene deel geeft informatie over de organisatie SAKS waarvan onze school onderdeel is en de voor alle scholen onder het bestuur geldende regelingen. Het schoolspecifieke deel en de bijlagen zijn alleen van toepassing op onze Kardinaal de Jongschool. In de kalender zijn alleen die onderdelen opgenomen die van toepassing zijn op één schooljaar. De kalender zal elk schooljaar vervangen worden met de actuele onderdelen die voor dat specifieke schooljaar gelden op onze school. De kalender is te vinden op de website van onze school en beschikbaar voor ouders via digiDUIF. Ouders die geen account bij digiDUIF hebben zullen een papieren versie van de kalender ontvangen. Met deze Schoolgids proberen wij u zo goed en uitgebreid mogelijk te informeren om het voor u mogelijk te maken een goede schoolkeuze voor uw kind te kunnen maken. De Schoolgids bevat zowel informatie over o.a. onze visie op onderwijs, de individuele zorg voor kinderen als over de relatie ouders en school. Daarnaast vindt u praktische informatie over buitenschoolse opvang, overblijven, vakanties e.d. De Schoolgids is tot stand gekomen met behulp van alle leerkrachten en is door de MR (Medezeggenschapsraad) goedgekeurd. Wij hopen dat onze Schoolgids een positieve bijdrage zal leveren aan het maken van een juiste schoolkeuze. Natuurlijk bent u altijd van harte welkom en zijn wij graag bereid u nog nader te informeren en rond te leiden door onze school. Maakt u hiervoor dan wel even een afspraak met de directie.
5
2.
Onze school
2.1
Geschiedenis
De Rooms Katholieke basisschool “Kardinaal de Jong” is gesitueerd in de Alkmaarse wijk “Kooimeer”. De school werd in augustus 1967 opgericht en dankt haar naam aan wijlen kardinaal Jan de Jong. Op 10 september 1885 werd Jan de Jong geboren te Nes op Ameland, als zoon van bakker en veehouder Jan de Jong en Catharina Mosterman. In 1908 werd Jan tot priester gewijd. Het was feest op Ameland toen hij zijn eerste H.Mis opdroeg in de kerk waar hij misdienaar was geweest. In datzelfde jaar vertrok de jonge priester naar Rome en studeerde daar met succes wijsbegeerte en godgeleerdheid. Terug in Nederland werd hij aangesteld als kapelaan in een parochie en later werd hij benoemd tot professor aan het seminarie te Rijsenburg (Driebergen). In 1935 werd Jan de Jong benoemd tot aartsbisschop van Utrecht. Niet lang daarna kreeg hij te maken met de Duitse bezetter die de Nederlandse Christenen onderdrukte. De bisschop was een onverzettelijk persoon. “Pal staan voor je overtuiging en klaar staan om anderen te helpen” was zijn devies. Vaak kwamen hooggeplaatste Duitsers naar het bisschoppelijk paleis aan de Maliebaan te Utrecht om de bisschop te zeggen wat hij wel en niet mocht doen. Jan de Jong wist wat hij te doen had. In zijn wapen staat immers de spreuk: Dominus mihi Adjutor (De Heer is mijn helper). De Duitsers konden praten wat ze wilden, maar kwamen tevergeefs: “Met die man is niet te praten”, verzuchten ze vaak. Samen met Titus Brandsma heeft aartsbisschop de Jong vele gelovigen kracht gegeven om de moeilijke oorlogsjaren door te komen. Na de oorlog in 1946 werd de bisschop door de paus benoemd tot kardinaal. Ameland was trots op haar “Zoon van het eiland”. Op 8 september 1955 overleed de kardinaal te Amersfoort. Aan zijn strijdvaardige leven was een eind gekomen. Bijna 30 jaar na zijn dood, op 3 september 1982, werd in het plantsoen aan de Kardinaal de Jongweg op Ameland een standbeeld onthuld door kardinaal Willebrands ter nagedachtenis aan kardinaal de Jong.
2.2
Missie, visie en identiteit
Missie De school als veilige basis waar kinderen worden uitgedaagd om zich te ontplooien. Visie Vanuit een uitdagende omgeving worden kinderen gestimuleerd om binnen zijn of haar mogelijkheden zich zo optimaal mogelijk te ontwikkelen. Dit vindt plaats in een professionele leeromgeving. Dit betekent dat binnen de klassensituatie wordt gewerkt met het model van een basisgroep, een plusgroep en een groep waaraan extra ondersteuning wordt gegeven.
6
Identiteit Ondanks de veelvormigheid aan levensbeschouwingen op onze school, zijn wij een katholieke school. Dit betekent, dat wij op onze school niet alleen bezig zijn met louter cognitief leren. Wij bieden kinderen de kans ervaringen uit hun leefwereld aan de orde te stellen, zij worden uitgenodigd deze ervaringen te beschrijven, te verhelderen en met elkaar te bespreken. Dan worden ervaringen waardevol en kunnen er nieuw relevante vaardigheden en inzichten ontstaan. Dit betekent, dat op onze school waarden als zelfontplooiing, verantwoordelijkheid, openstaan voor ieders mogelijkheden, onderlinge ondersteuning en het bespreekbaar maken en oplossen van conflicten belangrijk worden gevonden.
2.2.1 Onderwijskundige dimensie We vinden het belangrijk dat de leerlingen vanuit zichzelf gemotiveerd zijn om mee te doen met de les en te willen leren. Dit stimuleren wij door een uitnodigende leeromgeving met goede lesmaterialen te bieden. De leerkrachten betrekken alle leerlingen actief bij de lessen. We volgen de resultaten van alle leerlingen m.b.v. ons leerlingvolgsysteem. Op grond van deze resultaten geven we op drie verschillende niveaus les. Hierbij streven we naar optimale resultaten. Binnen de school is het onderwijs in de groepen op elkaar afgestemd.
2.2.2 Pedagogische dimensie De school biedt een duidelijke omgeving door het handhaven van afspraken betreffende een duidelijk herkenbare dagstructuur en afspraken m.b.t. werkhouding, gedrag en zelfstandigheid. Hiermee creëren wij een rustige werkomgeving voor de kinderen.
2.2.3 Maatschappelijke dimensie De school stimuleert de leerlingen tot het ontwikkelen van een persoonlijke kijk op de wereld. De leerlingen leren de eigen en ook andere culturen kennen en begrijpen. De leerlingen leren ook de eigen talenten kennen en er gebruik van te maken. Ons cultuurbeleid en het brede-schoolaanbod dragen hieraan bij.
7
2.2.4 Levensbeschouwelijke dimensie De school werkt vanuit een katholieke grondslag. In onze lessen levensbeschouwing maken wij gebruik van de methode “Hemel en Aarde”. Hierbij worden we ondersteund door medewerkers van Arkade-Cilon (catechetisch centrum). In deze lessen besteden we aandacht aan de volgende uitgangspunten: -
Ieder mens verdient respect Bereidheid om te delen en je in te zetten voor de gemeenschap Open staan voor andere geloven en hun waarden Aandacht voor feesten uit diverse religies
Bij enkele kerkelijke vieringen bezoeken wij de kerk. Deze activiteiten hebben een verplichtend karakter voor alle leerlingen.
2.3
Onderwijsvorm
Onze school wil de kinderen een rijke leeromgeving bieden, de kinderen stimuleren om zelf oplossingen te zoeken en de kinderen leren om verantwoordelijkheid te nemen voor de te verrichten taken. Op de Kardinaal de Jongschool wordt onderwijs gegeven overeenkomstig de kerndoelen beschreven in de WPO (Wet op het Primair Onderwijs). Dit gebeurt met behulp van moderne middelen, materialen en werkvormen. We streven naar “Onderwijs op maat”. Op de Kardinaal de Jongschool wordt groepsgericht onderwijs gegeven met veel aandacht voor de individuele leerling welke is afgeleid van het zgn. GIP-model. (Groeps- en Individueel gericht Pedagogisch en didactisch handelen) . Het GIP-model richt zich in eerste instantie op een goede organisatie in de groep, waardoor de leerlingen zelfstandig kunnen werken. De leerkracht krijgt daardoor de mogelijkheid om instructies en begeleiding d.m.v. groepsplannen op maat te geven. Zelfstandig werken is een voorwaarde voor het geven van instructie aan individuele leerlingen of aan een groepje leerlingen. Binnen ons schoolsysteem bieden wij zo passend mogelijk onderwijs aan deze verschillende niveaus. Aan de hand van groepsplannen wordt iedere groep in drie niveaus opgedeeld. Daarnaast kan er in uitzonderlijke gevallen een eigen leerlijn voor een kind worden uitgezet. De school maakt gebruik van externe deskundigen.
2.4
Onderwijstijd
Op onze school zijn de schooltijden voor alle leerlingen gelijk. De schooltijden zijn ma-, di-, do- en vrijdag van 8.45 uur tot 12.15 uur en van 13.30 tot 15.30 uur. Op woensdag start de school om 8.45 uur en eindigt om 12.30 uur. Door de onderwijstijd effectief in te vullen willen we op tijd beginnen.
8
Weekurentabel Vakgebied Zintuigelijke ontwikkeling Nederlandse taal Lezen Rekenen en wiskunde Spel en beweging Lichamelijke oefening Schrijven Aardrijkskunde Geschiedenis Natuuronderwijs, techniek Wereldoriëntatie Engels Levensbeschouwelijke vorming Bevordering sociale redzaamheid Bevordering gezond gedrag Verkeer Creatieve vakken Pauze Totaal
2.5
Groep 1/2 6½ 6
4 4
½
Groep 3
Groep 4
Groep 5
Groep 6
Groep 7
Groep 8
5¾ 5 4¾
6¼ 5 4¾
6¾ 3½ 4¾
6¾ 3½ 4¾
6¾ 3½ 4¾
6¾ 3½ 4¾
1½ 1½
1½ 1½
1½ 1 ¾ ¾ ¾
1½ 1 ¾ ¾ ¾
1½
1½
¾ ¾ ¾
¾ ¾ 1 ¾ ¾
¾
¾
¼
¾
¾
¾
¾
¾ ¾
½
½
½
½
½
½
½
½
½
½
½
½
½
½
½ 3
½ 3 1¼ 25 ¾
½ 2½ 1¼ 25 ¾
½ 2½ 1¼ 25 ¾
½ 2½ 1¼ 25 ¾
¾ 2½ 1¼ 25 ¾
½ 2½ 1¼ 25 ¾
25 ¾
Overblijfregeling en opvang
Op de scholen van de SAKS kunnen kinderen overblijven. De praktische uitvoering van deze tussenschoolse opvang is verschillend geregeld. Op sommige scholen wordt dit verzorgd door ouders (geschoolde overblijfouders) en in alle andere gevallen verzorgt een Kinderopvang organisatie het overblijven. Op elke school zijn afspraken gemaakt over de kwaliteit van het overblijven, de organisatie, de veiligheid en de financiële afwikkeling. Op de Kardinaal de Jong wordt de tussenschoolse opvang door zowel de Buiten Schoolse Opvang (BSO) als door ouders (zie de schoolkalender) gerealiseerd. Voor voor-, en naschoolse opvang moet gebruik worden gemaakt van de verschillende BSO aanbieders. Hiermee wordt bedoeld de opvang van kinderen in de periode vóór en na schooltijd en tijdens de vakanties.
9
3.
Het onderwijs
3.1
Vakken en methodieken
De onderbouw ( groep 1 en 2 ) Inloopactiviteit Zodra de kinderen in de klas komen gaan ze in de grote kring of kiezen ze een rustige activiteit (tekenen, bouwen, puzzelen, boekje kijken, “kleine kring”). De inloop duurt 10 minuten; u kunt dus rustig afscheid nemen. Nadat alle ouders/verzorgers zijn vertrokken, start de “kleine kring” en gaan de kinderen door met hun gekozen activiteit. De kleine kring Tijdens de keuzeactiviteit komen er vooral taalonderwerpen en rekenonderwerpen aan bod zoals het vertellen van eigen ervaringen, gesprekken naar aanleiding van een thema/onderwerp, voorlezen, versjes en/of taalspelletjes. Wij werken met de methode “Ik en Ko”. Deze taalmethode is zowel voor kleuters met Nederlands als moedertaal als voor kinderen voor wie het Nederlands de tweede taal is. “Ik en Ko “ breidt de woordenschat van kleuters uit, ontwikkelt hun mondelinge taalvaardigheid en werkt aan beginnende geletterdheid en taalbeschouwing. De methode werkt aan de hand van thema’s. Wij werken tevens met de uitbreiding van “Ik en Ko “, die lesideeën biedt voor zowel rekenvaardigheden als sociaal emotionele vaardigheden. Daarnaast wordt ook “Met woorden in de weer” gebruikt om de woordenschat nog meer te verbeteren. Bewegingsonderwijs Ook de groepen ½ hebben vastgestelde gymtijden. Er wordt gebruik gemaakt van de methode “Bewegingsonderwijs in het speellokaal”. De kleuters hebben een eigen speelzaal tot hun beschikking waar de leerkrachten flexibel gebruik van kunnen maken. Twee maal per dag vindt er een bewegingsactiviteit plaats. Dit kan vrij buitenspelen zijn of gymmen in de speelzaal. In de speelzaal gymmen de kleuters in hun ondergoed. Wij verzoeken u om gymschoentjes aan te schaffen, die uw kind zelfstandig aan en uit kan trekken ( i.v.m. hygiëne). Werken Tijdens het werken kunnen de kinderen kiezen uit: spelen met een grote verscheidenheid aan bouwmaterialen; spelen in de huishoek of wisselhoek ( met een steeds wisselend thema); spelletjes doen en werkjes maken die de taal-denkontwikkeling en rekendenkontwikkeling vergroten ( werken met letters, stempels, boekjes en telwerkjes) ; creatieve bezigheden zoals knippen, plakken, schilderen enz. Hierbij achten wij het van belang dat het werk door uw kind zelf gemaakt wordt. Het bevorderen van de zelfstandigheid van kinderen vinden wij belangrijk. Wij werken daarom onder andere in elke kleutergroep met een planbord. Met behulp van een planbord kunnen de kinderen zelfstandig kiezen welke activiteit ze gaan uitvoeren.
10
Engels Wij starten al in de groepen 1 / 2 met lessen in de Engelse taal. Op jonge leeftijd hebben kinderen minder angst om een vreemde taal te spreken. Er wordt geoefend met liedjes en versjes en ook wordt er al een beetje Engels gelezen en geschreven. Wij gebruiken de methode: “Happy Earth”. Godsdienst/levensbeschouwing/catechese Voor het vakgebied “godsdienst/levensbeschouwing” maken we op onze school gebruik van de methode “Hemel en aarde”. In de methode wordt gewerkt met 5 thema’s per schooljaar. Het thema wordt in alle groepen geïntroduceerd en vervolgens per bouw uitgewerkt d.m.v. verhalen, gedichten, gebedjes, liedjes, toneelstukjes, knutselopdrachten, etc. Eén á twee keer per week zal de leerkracht hier met de kinderen aan werken. Het onderwerp van elk thema zal van te voren aangekondigd worden in de Nieuwsbrief. De methode kent speciale uitwerkingen voor vieringen rond Kerstmis en Pasen. Daar maken wij op onze school eveneens gebruik van. Grote kring Aan de grote kring nemen alle kinderen deel. Hierbij wordt door ons muziek (liedjes zingen met of zonder gebruik van instrumenten, muzikale begrippen zoals maat en ritme) en drama (uitbeelden van een verteld verhaal, kleine toneelstukjes) aangeboden. Tevens wordt er gewerkt aan taallesjes ( zoals beschreven bij de “kleine kring “) , rekenbegrippen en tijdsoriëntatie ( het bijhouden van de dag/weekkalender). Computers In elke groep staan twee computers waarop de kinderen regelmatig werken met programma’s die het onderwijs ondersteunen. Alle computers zijn via het netwerk aangesloten op het schoolnetwerk. Zelfstandigheid Alle kleintjes worden groot. De kinderen wordt steeds meer geleerd zelfstandig te zijn. Bij de kleuters wordt het zelf aan- en uitkleden ( gym) gestimuleerd. Thuis kunt u uw kind helpen oefenen. De middenbouw ( groep 3, 4, en 5) In deze groepen werkt uw kind veel rondom methodes. Er wordt geprobeerd om niet alleen regels, maar juist ook praktische vaardigheden aan te leren. Leerlingen moeten datgene wat zij leren, kunnen toepassen. De volgende vakken komen aan bod: Taal In groep 3 wordt officieel gestart met het leesonderwijs. Op onze school wordt het lezen geleerd met de methode “Veilig Leren Lezen”. Dit is een moderne methode. De methode geeft veel mogelijkheden om te individualiseren. Er wordt rekening gehouden met het eigen niveau van leren van uw kind. In eerste instantie ligt de nadruk op het technisch lezen. Later in het jaar zal er ook gewerkt worden aan begrijpend lezen en studerend lezen. Aansluitend op de methode Veilig Leren Lezen kijken de leerlingen van groep 3 een keer per week naar het schoolprogramma 11
“Ik Mik Lorreland”. Vanaf groep 4 komen, m.b.v. de taalmethode “Taalleesland”, verschillende taalonderdelen aan bod, waarbij naast zinsopbouw, grammatica en spelling , ook begrijpend lezen een belangrijk onderdeel is. Verder leren de kinderen al vroeg creatief met taal om te gaan. Hiernaast wordt aandacht geschonken aan het luisteren en spreken (o.a. in kringgesprekken). Rekenen We gebruiken de methode: “Alles Telt”. Het rekenen in groep 3 bestaat uit het kennen van de telrij, automatiseren onder de 10 en voorzichtig starten met sommen boven de 10. Eind groep 3 moeten de getallen t/m 20 zijn georiënteerd. Er wordt kennis gemaakt met de getallenlijn t/m 100, de tien- en vijftallen. In groep 4 wordt dit verder geautomatiseerd. Er wordt een stap gemaakt naar sommen tot de 100 en een begin gemaakt met de tafels. In groep 5 gaan wij verder met de tafels en starten wij met vermenigvuldigen en delen. Hier rekent uw kind al tot 1000. Ook is er aandacht voor redactiesommen en wordt er door de hele bouw heen aandacht geschonken aan het klokkijken, meten, wegen en rekenen met Euro’s. Wereldoriëntatie In de groepen 3 en 4 wordt nog niet gewerkt met methoden rondom aardrijkskunde en geschiedenis. Deze vakken komen echter wel ter sprake tijdens kringgesprekken en bij het werken rondom bepaalde thema’s. Er wordt, ter ondersteuning van een thema, gebruik gemaakt van schooltelevisie: “Huisje, boompje, beestje”. Voor verkeer wordt er in de groepen 3, 4 en 5 gebruik gemaakt van de methode “Wijzer op weg”. In de groepen 3 t/m 5 wordt begonnen met de methode “Leefwereld”. Die laat de kinderen kennismaken met aspecten uit de biologie, natuurkunde, milieukunde, techniek en gezond gedrag. De methode sluit aan bij de eigen leefomgeving van de leerlingen. De methode heeft een thematische aanpak volgens het ritme van de seizoenen. In groep 5 wordt gebruik gemaakt van de methodes: “Geobas” (aardrijkskunde), “Brandaan” (geschiedenis) , en “Nieuws uit de natuur” (school TV voor het vak biologie). In het kader van wereldoriëntatie kunnen excursies gepland worden naar bijvoorbeeld een moskee, een fabriek etc.. Deze excursies hebben een verplichtend karakter voor alle leerlingen. Bewegingsonderwijs Twee keer per week gymmen wij in de gymzaal. De ene les wordt besteed aan spel en de andere les aan het werken met toestellen. De groepsleerkracht geeft de spellessen m.b.v. de methode “Basislessen bewegingsonderwijs”. De vakdocent bewegingsonderwijs geeft de toestellessen. In de zomer wordt ( als het weer het toelaat) buiten gymles gegeven. Douchen is vanaf groep 4 na het sporten verplicht. Wilt u uw kind een handdoek meegeven a.u.b.? Iedere middag spelen de kinderen van groep 3 een kwartier buiten. De kinderen van groep 4 spelen tot de herfstvakantie iedere middag een kwartier buiten. De groepen 5 spelen niet meer ’s middags buiten. Creatieve vorming Bij tekenen en handenarbeid leren wij de kinderen bewuster waarnemen ( van kleuren, vormen, lijnen, constructies, structuren, richtingen en bewegingen) en leren waarnemingen om te zetten in het platte vlak of driedimensionale beelden. Daarbij leren ze omgaan met 12
verschillende technieken, gereedschappen en materialen. We maken daarvoor gebruik van de methode “uit de kunst” , die als bronnenboek wordt gebruikt. Tijdens de muzieklessen leert uw kind vooral liedjes ( met of zonder gebruik van instrumenten) . Daarnaast besteden wij aandacht aan andere aspecten van muzikale vorming, zoals ritmische begeleiding. Voor alle groepen zijn cd’s beschikbaar van “Eigenwijs”. Tevens wordt er regelmatig aan dramatische vorming gewerkt ( toneel, mime en dans). Engels Wij starten al in de groepen 1 / 2 met lessen in de Engelse taal. Op jonge leeftijd hebben kinderen minder angst om een vreemde taal te spreken. Er wordt geoefend met liedjes en versjes en ook wordt er al een beetje Engels gelezen en geschreven. Wij gebruiken de methode: “Happy Earth”. Verkeer Wij werken met de methode “Wijzer op weg”. De kinderen van groep 7 leggen een theoretisch en praktisch verkeersexamen af. Godsdienst/levensbeschouwing/catechese Voor het vakgebied “godsdienst/levensbeschouwing” maken we op onze school gebruik van de methode “Hemel en aarde”. In de methode wordt gewerkt met 5 thema’s per schooljaar. Het thema wordt in alle groepen geïntroduceerd en vervolgens per bouw uitgewerkt d.m.v. verhalen, gedichten, gebedjes, liedjes, toneelstukjes, knutselopdrachten, etc. Eén á twee keer per week zal de leerkracht hier met de kinderen aan werken. Het onderwerp van elk thema zal van te voren aangekondigd worden in de Nieuwsbrief. De methode kent speciale uitwerkingen voor vieringen rond Kerstmis en Pasen. Daar maken wij op onze school eveneens gebruik van.
De bovenbouw (groep 6, 7 en 8) Taal We werken met de methode: “Taalleesland”. Binnen het leesonderwijs wordt de aandacht verlegd van het aanleren van de techniek van het lezen naar het leren zien van de opbouw van een tekst, het leren doorgronden van een tekst en het leren samenvatten van zo’n tekst. Verder besteden we aandacht aan de uitbreiding van het taalvermogen en het schrijven van teksten, maar ook aan het luisteren en het spreken. Het spreken komt o.a. aan de orde in kringgesprekken, maar ook in de spreekbeurten waarvan de leerlingen er elk jaar een moeten houden. Dit kan bijvoorbeeld worden gedaan aan de hand van een werkstuk dat de leerling heeft gemaakt, over een onderwerp dat zijn/haar interesse heeft. Rekenen We gebruiken de rekenmethode “Alles Telt”. Bij het moderne rekenen ligt er een grote nadruk op het verwerven van inzicht. Leren zien hoe een probleem(pje) moet worden aangepakt wordt belangrijker gevonden dan het veel en langdurig cijferend rekenen. Cijferend vermenigvuldigen en delen wordt anders aangepakt dan in het verleden gebruikelijk was. Het gebruik van de zakrekenmachine komt een aantal malen aan bod. 13
Grotere getallen worden werkend, breuken, procenten en de maten en gewichten worden behandeld en geoefend. Wereldoriëntatie We geven les in aardrijkskunde, geschiedenis, staatsinrichting, natuuronderwijs en verkeer. In de aardrijkskundelessen worden allerlei thema’s behandeld met gebruik van de methode Geobas. Daarnaast wordt topografie ( kennis van plaatsen, landen, streken, etc.) aangeleerd. In groep 6 van Nederland, in groep 7 van Europa en in groep 8 van de wereld. Het leren zal vaak als huiswerk worden opgegeven. Bij geschiedenis worden in chronologische volgorde allerlei belangrijke onderwerpen uit de wereldgeschiedenis behandeld. Natuurlijk met een belangrijk accent op de ontwikkelingen in Nederland in de loop van de tijd. In groep 8 wordt aandacht besteed aan de manier waarop Nederland wordt bestuurd. Dit gebeurt vooral in de maand september in aansluiting op “De derde dinsdag in september”. Als de troonrede wordt uitgesproken. In groep 6 t/m groep 8 wordt gebruik gemaakt van de methodes: “Geobas” (aardrijkskunde), “Brandaan” (geschiedenis) , en “Nieuws uit de natuur” (school TV voor het vak biologie). In de groepen 6, 7 en 8 wordt de methode “Leefwereld” gebruikt. Kinderen maken hierin kennis met aspecten uit de biologie, natuurkunde, milieukunde, techniek en gezond gedrag. De methode sluit aan bij de eigen leefomgeving van de leerlingen. De methode heeft een thematische aanpak volgens het ritme van de seizoenen. In het kader van wereldoriëntatie kunnen excursies gepland worden naar bijvoorbeeld een moskee, een fabriek etc.. Deze excursies hebben een verplichtend karakter voor alle leerlingen. Bewegingsonderwijs Elke groep krijgt twee keer per week bewegingsonderwijs in de gymzaal: een keer van de vakleerkracht en een keer van de groepsleerkracht. Als het werk het toelaat worden de lessen in de zomer op het veld aan de Heilooërdijk gegeven. De groepsleerkracht geeft de spellessen met behulp van de methode “Basislessen bewegingsonderwijs”. De vakdocent bewegingsonderwijs geeft de toestellessen. Douchen is vanaf groep 4 na het sporten verplicht. Wilt u uw kind een handdoek meegeven a.u.b.? Creatieve vorming Bij het tekenen en handenarbeid leren wij de kinderen bewuster waarnemen ( van kleuren, vormen, lijnen, constructies, structuren, richtingen en bewegingen) en leren waarnemingen om te zetten in het platte vlak of driedimensionale beelden. Daarbij leren ze omgaan met verschillende technieken, gereedschappen en materialen. Er wordt gebruik gemaakt van het bronnenboek “uit de kunst”. Tijdens de muzieklessen leert uw kind vooral liedjes ( met of zonder gebruik van instrumenten). Daarnaast besteden wij aandacht aan andere aspecten van muzikale vorming, zoals ritmische en melodische begeleiding. Tevens wordt er regelmatig aan dramatische vorming gewerkt ( toneel, mime en dans). Engels Er wordt in de bovenbouw Engels gegeven aan de hand van de Engelse methode: “Happy Earth”. Teksten en verhaaltjes op tape worden beluisterd 14
en mee- en nagesproken. Liedjes worden meegezongen. Er wordt in toenemende mate ook in het Engels geschreven. Verkeer Wij werken met de methode “Wijzer op weg”. De kinderen van groep 7 leggen een theoretisch en praktisch verkeersexamen af. Huiswerk Vanaf groep 5 worden de leerlingen o.a. voorbereid op hun overgang naar het Voortgezet Onderwijs door hen af en toe huiswerk mee te geven. Het voornaamste belang hiervan is , dat het de kinderen voorbereidt op het hebben van schooltaken die thuis moeten worden gemaakt of geleerd. Het geeft ze de mogelijkheid zelf hun tijd in te delen en verantwoordelijkheid te dragen voor de hun opgedragen taken. Afsluiting Aan het einde van groep 8 studeren de leerlingen een musical, een toneelstuk of toneelstukjes in voor een afscheidsavond. Daarnaast wordt een eindkamp georganiseerd. Ze gaan daarvoor op de fiets naar de verblijven van de scouting in Bakkum. Wij gaan er vanuit dat alle leerlingen aan dit schoolkamp deelnemen. Godsdienst/levensbeschouwing/catechese Voor het vakgebied “godsdienst/levensbeschouwing” maken we op onze school gebruik van de methode “Hemel en aarde”. In de methode wordt gewerkt met 5 thema’s per schooljaar. Het thema wordt in alle groepen geïntroduceerd en vervolgens per bouw uitgewerkt d.m.v. verhalen, gedichten, gebedjes, liedjes, toneelstukjes, knutselopdrachten, etc. Eén á twee keer per week zal de leerkracht hier met de kinderen aan werken. Het onderwerp van elk thema zal van te voren aangekondigd worden in de Nieuwsbrief. De methode kent speciale uitwerkingen voor vieringen rond Kerstmis en Pasen. Daar maken wij op onze school eveneens gebruik van.
3.2
Actief burgerschap en sociale integratie
De ontwikkelingen in de maatschappij vragen om een actievere rol van het onderwijs bij het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie. Het gaat hierbij vooral om het accepteren van de verscheidenheid tussen mensen, wederzijdse tolerantie en zorg voor de omgeving. Onze school reikt kennis aan, leert vaardigheden aan en probeert een houding te ontwikkelen, waardoor kinderen niet alleen deel uitmaken van die samenleving maar ook een actieve bijdrage leveren. Actief burgerschap en sociale integratie is geen apart vak, maar geïntegreerd in ons onderwijs. Het gaat hierbij onder andere om kennismaking met de culturen en achtergronden van leeftijdgenoten en de belangrijkste geestelijke stromingen, de zorg voor de eigen gezondheid en die van anderen, zichzelf kunnen redden als verkeersdeelnemer en consument en aandacht voor het milieu. De omgeving van onze school is hierbij uitgangspunt. Op onze school zijn de regels over het vervoer van kinderen vastgelegd in een protocol.
15
De Kardinaal de Jongschool is een Rooms Katholieke school. Op onze school zijn kinderen met alle culturele en religieuze achtergronden welkom. Wij vragen aansprakelijke ouders/verzorgers, bij de inschrijving van hun kind op onze school, een verklaring te ondertekenen, waarin zij aangeven de identiteit, regels, gebruiken en uitgangspunten van de school te onderschrijven. Wij geven prioriteit aan het opvoeden van de kinderen tot volwaardige leden van onze multiculturele en multireligieuze samenleving. Er wordt veel waarde aan gehecht, dat kinderen van jongs af aan leren begrip en respect te hebben voor anderen. De Kardinaal de Jongschool toont respect voor alle verschillende culturen en religies, die binnen de school vertegenwoordigd zijn. Zij wil dan ook het dragen van hoofddoekjes door Islamitische meisjes, vanuit hun religieuze overtuiging, niet verbieden vanaf het moment dat zij in groep 6 zitten. (Tijdens de gymlessen is dit vanuit veiligheidsoogpunt niet toegestaan). In de groepen hiervoor zijn hoofddoekjes verboden. Tevens is het dragen van hoofddoekjes (en petten) als modeverschijnsel verboden tijdens de lessen. In de geschiedenislessen maken de leerlingen van de bovenbouw (groepen 6, 7 en 8) kennis met de verschillende geloven en culturen. De leerlingen leren het Christendom, het Hindoeïsme en Boeddhisme, de Islam, het Taoïsme, het Humanisme en het Communisme kennen met de bijbehorende culturen. Ook komt e.e.a. aan de orde in de catecheselessen met de methode “Hemel en aarde”.
3.3
Informatie en communicatietechnologie
In de groepen 3 t/m 8 maken de leerkrachten gebruik van digi-borden. Voor de groepen 1/2 is een led scherm beschikbaar. In elke groep staan twee moderne computers waarop de kinderen regelmatig werken met programma’s die het onderwijs ondersteunen. Daarnaast staan er tien computers in de centrale ruimte/aula van het hoofdgebouw, waar groepen om beurten gebruik van kunnen maken. Alle computers zijn aangesloten op het netwerk van onze school. Voor verdere informatie over ICT, verwijzen wij u graag naar ons ICT beleidsplan.
3.4
Onderwijs op maat
Kinderen in Nederland zijn op vijfjarige leeftijd leerplichtig. Een kind moet dan ook op de eerste dag van de nieuwe maand na zijn of haar vijfde verjaardag naar school. Als een kind bijvoorbeeld in maart vijf jaar wordt, moet het op 1 april van dat jaar naar school. Bijna alle kinderen in Nederland gaan al op hun vierde jaar naar school om alvast te wennen aan de school, de leerkracht en de kinderen. Net voordat uw kind vier jaar wordt, krijgt hij of zij de gelegenheid om maximaal vijf ochtenden onze school te bezoeken. Voor kinderen met bijvoorbeeld een taalachterstand, omdat zij bijvoorbeeld thuis een andere taal spreken, bestaat de mogelijkheid om vanaf de leeftijd van tweeënhalf jaar deel te nemen aan programma ’s voor voorschoolse educatie. Hierover wordt u door de GGZ geïnformeerd.
16
3.4.1 Aannamebeleid Alle kinderen zijn op onze school welkom, mits de visie van onze school wordt onderschreven en kinderen niet worden uitgezonderd van schoolactiviteiten. Toch kan het voorkomen, dat wij kinderen op onze school door de geconstateerde problematiek niet adequaat kunnen begeleiden. In deze gevallen zullen wij aan de ouders alternatieven voor een meer adequate begeleiding aanreiken.
3.4.2 Zorg voor het kind De Kardinaal de Jongschool biedt optimale zorg aan de leerlingen. De resultaten van alle leerlingen worden nauwgezet gevolgd en besproken door de directie, intern begeleiders en de leerkrachten. Wij werken met een leerlingvolgsysteem (LVS) zodat we alle kinderen goed kunnen volgen. Zo’n 2 keer per jaar worden de leerlingen vanaf groep 1 getoetst op het gebied van o.a. rekenen, lezen, spelling en werkhouding. Kinderen die beneden of boven een bepaalde signaallijn scoren worden nader bekeken. Indien nodig wordt het onderwijsaanbod in de groep voor deze kinderen aangepast. Ook worden de leerlingen op sociaal emotioneel gebied gevolgd. Daarnaast spelen observaties van de leerkracht en gesprekken met ouders en/of met de leerling een grote rol in dit proces. Naar aanleiding van o.a. de toetsresultaten vinden groepsbesprekingen plaats met de leerkracht en de intern begeleider. De interne begeleiders (IB-ers) coördineren het geheel van onze leerlingenzorg. Vanuit het samenwerkingsverband “Weer Samen Naar School” wordt de school in de zorg voor de leerlingen ondersteund door een preventief ambulant begeleider.
3.4.3 Verlengen en versnellen We willen in ons onderwijs inspelen op verschillen tussen leerlingen en het onderwijs aan de kinderen zo te bieden dat alle kinderen optimaal van het onderwijsaanbod profiteren. Als blijkt dat, ondanks alle hulp, de leerling stagneert in zijn ontwikkeling, kan er gekozen worden om een verlenging te laten plaatsvinden (doublure). Bij een verlenging staat de vraag centraal: wat is de meerwaarde voor dit kind bij een doublure? Als blijkt dat een kind zich sneller ontwikkelt dan een gemiddelde leerling en qua niveau meer aankan dan de aangeboden leerstof in een bepaalde groep, zal gezocht worden naar een mogelijkheid om deze leerling gemotiveerd aan het werk te laten blijven. Allereerst wordt meer uitdagende leerstof aangeboden en er wordt met aangepast lesmateriaal gewerkt. Voorts wordt bepaald of deze leerling in aanmerking komt voor het versneld doorlopen van de leerstof met als gevolg dat er eventueel een groep overgeslagen kan worden. De keuze voor verlengen of versnellen van een leerling komt altijd tot stand na overleg met ouders en het zorgteam. De uiteindelijke beslissing neemt de school. Bij de beslissing om een leerling te laten doubleren dan wel versnellen volgen wij een protocol, welke wij hiervoor hebben vastgesteld.
17
3.4.4 Kinderen met extra zorg In de schoolloopbaan van een leerling kunnen er momenten voorkomen waarop de leerling op extra hulp aangewezen is. De leerling krijgt dan gedurende kortere of langere tijd extra hulp en instructie bij een of meerdere vakken. Deze extra hulp wordt door de leerkracht in de groep gegeven en vastgesteld in een groepsplan of individueel handelingsplan. Indien nodig wordt gekeken naar de oorzaken van de problemen. Ons streven is de ouders/verzorgers actief te betrekken bij zorgleerlingen. Een kind met problemen is niet alleen een extra zorg voor de leerkracht, maar ook voor de ouders/verzorgers. Ouders/verzorgers zullen worden ingelicht en/of uitgenodigd voor een gesprek. Om de juiste hulp te kunnen bieden is het van belang dat de ouders en de school goed met samenwerken.
3.4.5 Het hulptraject Problemen moeten vroegtijdig worden onderkend, zodat de speciale zorg kan worden gegeven aan leerlingen die dat nodig hebben. De speciale zorg is als volgt te onderscheiden: Leerlingen met leerproblemen: deze kinderen kunnen extra instructie van de leerkracht nodig hebben, maar dit kan ook leiden tot een eigen leerlijn. (Hoog)begaafde leerlingen: soms vragen leerlingen een ander soort aandacht omdat ze (hoog)begaafd zijn. Deze leerlingen hebben andere en uitdagendere leerstof nodig. Wij kiezen ervoor om deze leerlingen de zorg te bieden zie ze nodig hebben in de eigen groep. Leerlingen met sociaal emotionele problemen: na overleg met de intern begeleider en/of de gedragsspecialist wordt er een speciale aan pak gehanteerd. Leerlingen met een handicap: hierbij denken wij aan slechthorende leerlingen of leerlingen met een diagnose zoals bijv. AD(H)D of PDD-NOS. Voor deze leerlingen bestaat de mogelijkheid om een leerlinggebonden financiering aan te vragen.
3.4.6 Verwijzingen Het project Weer Samen Naar School (WSNS) houdt in, dat we het kind zolang mogelijk op onze school proberen te houden. Het kind kan dan bijvoorbeeld een aangepast leerprogramma krijgen. Indien een leerling toch niet op onze school kan blijven, omdat de school handelingsverlegen is, dan volgt een verwijzing naar het Speciaal Basisonderwijs (SBO). De leerling wordt dan aangemeld bij de Permanente Commissie Leerlingzorg (PCL). De PCL bekijkt eerst of de school al het mogelijke heeft gedaan. Deze commissie geeft dan een positief of negatief advies. De aanmelding van het kind bij het SBO moet worden gedaan door de ouders. Dit kan ook in samenwerking met de IB-er van onze school. Er bestaat een samenwerkingsverband met 1 school voor speciaal basisonderwijs in het kader van WSNS: SBO de Vlindertuin in Alkmaar.
18
3.4.7 Kinderen met Leerling Gebonden Financiering De wettelijke regeling “leerling gebonden financiering” is bedoeld voor kinderen met een handicap, die zonder extra begeleiding geen reguliere basisschool kunnen bezoeken. Door deze regeling wordt de ouders van deze kinderen de mogelijkheid geboden te kiezen voor speciaal onderwijs of handhaven op onze school met extra middelen (het rugzakje). Om in aanmerking te komen voor een leerlinggebonden financiering vragen de ouders (in samenwerking met de school) de indicatie aan bij een onafhankelijke Commissie Voor Indicatiestelling (CVI), die is aangesloten bij een Regionaal Expertise Centrum (REC). In de nieuwe wet is het speciaal onderwijs verdeeld in vier clusters: cluster 1: voor kinderen met visuele handicaps; cluster 2: voor kinderen met communicatieve handicaps (gehoor-, taal- en/of spraakproblemen); cluster 3: voor kinderen met verstandelijke en/of lichamelijke handicap; cluster 4: voor kinderen met psychiatrische of gedragsstoornissen. De indicatie geldt voor één cluster. Dit betekent dat uw kind recht op onderwijs heeft op alle scholen voor speciaal onderwijs behorende tot desbetreffend cluster. Met deze indicatie kunt u kiezen voor een speciale school in het betreffende cluster of voor regulier basisonderwijs. Als u kiest voor regulier onderwijs dan krijgt uw kind een “rugzak” en wordt er een begeleidingsplan gemaakt.
3.4.8 Onderwijskundig rapport Tijdens de schoolloopbaan van uw kind wordt er allerlei informatie verzameld. Deze verslaggeving noemt men een onderwijskundig rapport. Dit rapport bestaat o.a. uit uitslagen van toetsen, rapportverslagen, bevindingen van de groepsleerkrachten en verslagen van externe onderzoeken (zoals bijvoorbeeld een dyslexieverklaring). Een onderwijskundig rapport wordt verstuurd aan: . Een externe onderzoeker (als hierom wordt gevraagd) . De nieuwe school (bij verandering van school) . De PCL of CVI bij verwijzing naar het SBO of SO . Een school voor voortgezet onderwijs (aan het eind van groep 8) Het onderwijskundig rapport kan altijd door ouders ingezien worden.
19
4.
School en veiligheid
Wij vinden het belangrijk, dat kinderen met plezier naar school gaan en er zich thuis voelen. Om dit te bereiken, stimuleren wij actief sociaal gedrag en stemmen wij ons onderwijs zo goed mogelijk af op de wensen en mogelijkheden van de individuele leerling. Daarnaast proberen wij pestgedrag te voorkomen en tolereren wij geen discriminerend en intimiderend gedrag. Gedragsregels en protocollen, waaronder een pestprotocol, ondersteunen dit streven. Dit protocol ligt ter inzage op school. Daarnaast participeert onze school in het buurtnetwerk, waarin ook de politie en bureau jeugdzorg zijn vertegenwoordigd. Op deze wijze kunnen problemen in een vroeg stadium worden onderkend. Sociale veiligheid geldt ook voor leraren en ander personeel op onze school. Geweld en intimidatie tegen hen is op onze school ontoelaatbaar.
4.1
Veiligheidsbeleid
Eén keer per twee jaar wordt de enquête “de schoolcockpit” gehouden onder teamleden, ouders en kinderen. N.a.v. de hieruit voortkomende resultaten kan het schoolbeleid geactualiseerd worden t.b.v. o.a. de veiligheidsbeleving door teamleden, ouders en kinderen. Verkeersveiligheid Alle leerlingen wonende binnen de grenzen van: Kennemerstraatweg, Willem de Zwijgerlaan, Vondelstraat, Tolweg/Randweg komen lopend naar school, tenzij…. er sprake is van dokter-, tandarts-, fysiotherapie- of ziekenhuisbezoek tijdens of onmiddellijk aansluitend aan de schooltijd. Dat geldt ook voor muziekschool, club, opvangregeling, e.d. mits de leerkracht van te voren hierover is ingelicht. Buiten dit gebied kunnen de kinderen op de fiets komen. Op het schoolplein mag niet gefietst worden, maar lopen we met de fiets aan de hand. Wij verzoeken ouders/verzorgers om de kinderen zo veel mogelijk lopend of op de fiets te brengen en halen en de auto te laten staan. Mocht de afstand van en naar school zo groot zijn, dat het echt noodzakelijk is om de auto te gebruiken, dan verzoeken wij de ouders om de “Kiss and ride” methode te hanteren. Deze methode houdt in, dat u de auto niet parkeert in de Anna Paulownastraat of de Amalia van Solmsstraat, maar even stopt aan de kant van de Frederik Hendriklaan. Uw kinderen geven u een dikke kus, stappen uit en u rijdt meteen weer door.
4.2
Gedragsregels
In het Vademecum staan de vastgestelde gedragsregels en afspraken voor leerlingen en personeel op alle onder het SAKS ressorterende scholen. Op school worden gedragsregels, o.a. t.a.v. het zelfstandig werken en het buitenspelen gehanteerd die vastgelegd zijn in de klassenmappen van de leerkrachten.
20
4.3
Protocollen
Op onze school zijn verschillende protocollen. In deze schoolgids wordt er op diverse momenten naar deze protocollen verwezen. Deze protocollen liggen ter inzage voor ouders op school en staan op de schoolwebsite. 4.4
Jeugdzorg
De school onderhoudt nauw contact met de “Helpende hand in de wijk” en met “Kern 8”. In de “Helpende hand in de wijk” resulteren: bureau jeugdzorg, het buurtnetwerk, de wijkagent, het consultatiebureau, Kern 8, sociaal cultureel werk en de organisatie “Valscherm”. In “Kern 8” zitten: de assistent GGD school/jeugdarts, het RIMA Maatschappelijk werk, de wijkmeester, de wijkverpleegkundige, de wijkagent, de wijkbeheerder, de woonconsulent SVA, de wijkcoördinator van de Gemeente Alkmaar, de woonconsulent Woonwaard, de opbouwwerker, de jeugdagent “biker”, de Brijderstichting, INOVA, schoolmaatschappelijk werk, de Sociaal Cultureel Werker en Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld NoordKennemerland. De school heeft eveneens afspraken met andere scholen in het samenwerkingsverband WSNS over de aanpak van leerlingen die incidenten veroorzaken. Contactpersoon namens de school is de IB-er (de intern begeleider). 4.5
Incidentenregistratie
De school volgt op systematische wijze de veiligheidsbeleving om het veiligheidsbeleid eventueel bij te stellen, te verbeteren of te borgen. Dit doen wij door het in kaart brengen van het veiligheidsgevoel van leerlingen, leerkrachten en ouders met behulp van enquêtes en het zorgvuldig registreren van incidenten. 4.6
Risico Inventarisatie en Evaluatie
Eens per vier jaar vullen de directie, de preventiemedewerker en een leerkracht uit de MR gezamenlijk een door de Arbo-managementgroep Noord-West opgestelde risico inventarisatielijst in. N.a.v. de hieruit voortkomende gegevens kan het schoolbestuur het Arbobeleid actualiseren heel specifiek t.b.v. het personeel, om op deze wijze uitval van leerkrachten te voorkomen. Dit komt tevens in de functioneringsgesprekken systematisch aan de orde. N.a.v. de ingevulde lijsten wordt er een plan van aanpak door de preventiemedewerker opgesteld. Het plan van aanpak is goedgekeurd door de MR en onderdeel van het schoolplan. 4.7
Beeldmateriaal
Het komt regelmatig voor dat er in groepen of bijvoorbeeld op het schoolplein foto’s of videoopnamen gemaakt worden van bepaalde activiteiten/festiviteiten. Mocht u bezwaar hebben tegen het feit dat uw kind op deze opnamen voorkomt, meldt u dit dan schriftelijk aan de directie. Wanneer u geen toestemming geeft om uw kind op foto’s of video-opnamen te laten voorkomen kunnen wij uw kind tijdens activiteiten in een andere ruimte plaatsen. Wij proberen dit zoveel mogelijk te voorkomen, uitsluiten kunnen wij dit niet. 21
5.
Het voortgezet onderwijs
5.1
Overgang naar het voortgezet onderwijs
Na het basisonderwijs gaan de kinderen naar het voortgezet onderwijs. Om een goede overgang naar het voortgezet onderwijs beter te kunnen garanderen hebben wij naast gegevens over de schoolvorderingen ook andere gegevens nodig. In groep 8 wordt de Nederlandse Intelligentietest voor het Onderwijs (NIO), een capaciteitenonderzoek en een schoolvorderingenonderzoek, het drempelonderzoek, afgenomen. Deze uitslagen en het advies van de school worden besproken met ouders. Ouders melden hierna hun kind aan op een school van voortgezet onderwijs.
5.2
Onderwijskundig eindrapport
Voor alle leerlingen in groep 8 wordt aan het einde van het schooljaar een onderwijskundig eindrapport geschreven. Deze informatie is wettelijk verplicht voor de overgang naar het vervolgonderwijs. De resultaten van het leerlingvolgsysteem, de uitslag van het drempelonderzoek en het intelligentieonderzoek staan hierin beschreven. Ook andere relevante informatie zoals werkhouding en sociale vaardigheden kunt u hierin terugvinden. Alle ouders hebben recht van inzage in dit dossier. 5.3
Uitstroomgegevens 2012 - 2013
Niveau voortgezet onderwijs: VWO HAVO VMBO-TL
Absolute aantallen: 8 11 21
Percentage: 16% 22% 42%
VMBO-KB VMBO-KB met Lwoo VMBO-BB
6 2 0
12% 4% 0%
VMBO-BB met Lwoo Praktijkonderwijs / OPDC Totaal:
1 1 50 leerlingen
2% 2%
22
6.
Zorg voor kwaliteit
Onder kwaliteit verstaan wij het bereiken van de gestelde doelen naar tevredenheid van de overheid, de ouders, de leerlingen en onszelf. Daarom proberen we systematisch de goede dingen nog beter te doen.
6.1
Planning en beleid
Kwaliteit mag geen toeval zijn en om dit te bereiken wordt een beleidsplan opgesteld met een cyclus van vier jaren (meerjaren beleidsplan) Dit plan wordt jaarlijks geëvalueerd en eventueel bijgesteld op basis van: Trendanalyses van onderwijsresultaten Zelfevaluaties Enquêtes onder leerkrachten, ouders en leerlingen
6.2
Trendanalyses
Trendanalyses vormen een belangrijk onderdeel bij de beleidsvorming, waarbij twee mogelijkheden zijn te onderscheiden: a. Trendanalyse – leerjaar: hierbij worden de resultaten vergeleken, die in opeenvolgende schooljaren door verschillende groepen leerlingen op dezelfde toets zijn behaald. b. Trendanalyse – leerling groep: hierbij worden de resultaten van een bepaalde groep leerlingen in opeenvolgende schooljaren naast elkaar gezet.
6.3
Opbrengsten schooljaar 2013 - 2014
Hieronder treft u de opbrengsten aan voor ‘lezen’, ‘begrijpend lezen’ en ‘rekenen & wiskunde’ en de daarbij behorende inspectienorm op basis waarvan de kwaliteit van het onderwijs door de inspectie wordt beoordeeld. vakgebied Groep eindopbrengst inspectienorm lezen 3 38,21 33 4 61,58 56 5 75,67 71 begrijpend lezen 5 25,42 20 6 30,36 26 8 58,74 47 Rekenen & wiskunde 4 58,92 56 5 74,33 73 6 89,17 84 8 108,88 106
23
6.4
Benchmarking
De resultaten van onze school worden eveneens vergeleken met andere scholen. Door dit continue vergelijken van activiteiten, processen en resultaten wordt een beter zicht verkregen op de eigen prestaties.
7.
De ouders
Iedere ouder heeft recht op informatie van de school over zijn/haar kind. Dat is ook het uitgangspunt bij ons op school. Er zijn echter wel uitzonderingen die door de wetgever zijn bepaald. Dat heeft te maken met de wettelijke hoedanigheid waarin de ouders verkeren. Ouders die beiden het gezag hebben over hun kind, hebben recht op alle informatie. Dit geldt ook voor gescheiden ouders, die beiden het gezag behouden en voogden. Ouders die geen gezag meer hebben over hun kind, hebben beperkt recht op informatie maar zullen daar zelf om moeten vragen. De school hoeft uit zichzelf geen informatie te verstrekken. 7.1
Informatie naar de ouders
Wij informeren de ouders door middel van digiDUIF, wat inhoud dat alle informatie digitaal verstuurd wordt. Alle ouders krijgen hiervoor een activeringscode om op de website van digiDUIF een account aan te maken. Hieronder vindt u de belangrijkste contactmogelijkheden. Mocht u, ondanks de gegeven informatie, behoefte hebben aan een gesprek met de groepsleerkracht is dit uiteraard mogelijk. U kunt, na schooltijd, altijd even binnenlopen in de groep van uw zoon/dochter om een afspraak te maken. U wordt geïnformeerd via de schoolwebsite, de schoolgids, de schoolkalender, de informatieavonden, de Nieuwsbrief, de incidentele informatie middels brieven en rapportavonden.
7.1.1 Ouderavonden Aan het begin van het schooljaar zijn er informatieavonden voor de groepen 1/2, groep 3 en groep 8. Voor groep 4 t/m groep 7 is er, aan het begin van het schooljaar, een inloopavond waarbij u samen met uw zoon/dochter een kijkje kunt nemen in de klas. Uiteraard kunt u de leerkracht dan ook vragen stellen. N.B. In de groepen 1/2 zijn er gedurende het schooljaar meerdere thema-avonden waar de groepsleerkracht informatie zal geven over de betreffende thema’s van die periode. De thema-avonden voor de ouders waarvan de kinderen in de schakelklas zitten (groep 2) hebben een verplicht karakter.
24
7.1.2 Rapportage De kinderen van groep 3 t/m 8 krijgen 2 keer per jaar een rapport, dat wordt meegegeven aan de kinderen. Voor het eerste oudergesprek worden alle ouders/verzorgers op school uitgenodigd, dit gesprek zal in de maanden november/december plaatsvinden. U kunt dan de vorderingen van uw kind met zijn/haar leerkracht bespreken. Het rapport wordt medio februari en juni meegegeven aan de kinderen. Bij het eerste rapport wordt u uitgenodigd om de vorderingen van uw kind te bespreken. Bij het tweede rapport wordt u in de gelegenheid gesteld om de vorderingen van uw kind te bespreken. Het kan ook voorkomen dat de leerkracht u uitnodigt voor een gesprek n.a.v. het tweede rapport. De ouders van de groepen 1 en 2 worden tweemaal per jaar uitgenodigd voor een gesprek. Aan het einde van groep 2 krijgen de kleuters die naar groep 3 gaan een rapport mee naar huis.
7.1.3 Ouderbijdrage Om extra activiteiten zoals schoolreisjes, kamp en andere festiviteiten (zoals Sinterklaas, Kerst, Pasen etc.) te kunnen organiseren vragen we jaarlijks aan de ouders een financiële bijdrage. Voor de groepen 1 tot en met 7 is de bijdrage € 40,00 en voor groep 8 is dit € 45,00. Deze activiteiten en festiviteiten behoren niet tot het gewone lesprogramma en worden niet door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vergoed. Over de besteding van de ouderbijdrage wordt jaarlijks verantwoording afgelegd aan de ouderraad. Deze ouderbijdrage is vrijwillig. Alle ouders ontvangen een brief met informatie over de betaalmogelijkheden voor de ouderbijdrage. De penningmeester van de ouderraad zal de ouders waarvan de ouderbijdrage nog niet is betaald nogmaals verzoeken, middels een brief, de ouderbijdrage te betalen. Bij het niet tijdig voldoen van de ouderbijdrage kunnen wij uw zoon/dochter uitsluiten van deelname aan het schoolreisje.
7.2
De ouderraad
De ouderraad wordt gekozen vanuit alle ouders die een of meer kinderen op school hebben. Als vertegenwoordiging namens de ouders nemen zij besluiten wat betreft de ouderbijdrage, bieden hulp bij diverse zaken op school en stellen ze hun kennis, ervaring en tijd beschikbaar voor zowel andere ouders als de schoolorganisatie.
7.3
De medezeggenschapsraad
De MR (medezeggenschapsraad) bestaat op de school uit zes leden. Drie uit de zogenaamde oudergeleding en drie uit de leerkrachtengeleding. Zij zijn voor het beleid en de uitvoering daarvan van groot belang. Hun instemming kan beslissend zijn. Twee leden zijn afgevaardigden in de GMR (gemeenschappelijke medezeggenschapsraad)
25
8.
Afwezigheid door omstandigheden
8.1
Leerkracht
Als een leerkracht wegens ziekte of andere onvoorziene omstandigheden niet aanwezig kan zijn, zal de directie voor een vervangende leerkracht zorg dragen. De directie zal bij het zoeken van een oplossing het protocol “ziektevervanging leerkrachten” volgen. Belangrijk uitgangspunt hierbij is om kinderen niet naar huis te sturen. 8.2
Leerling
Als een leerling ziek is of wegens bijzondere omstandigheden de school niet kan bezoeken, wordt u verzocht dat tussen 8:00 en 8:20 uur te laten weten op tel. nr. 072-5117795 of via een e-mail naar
[email protected] Dit i.v.m. een juiste absentenregistratie.
26
9.
De organisatie SAKS
De SAKS-SKB is een samenwerking van de besturen van de Stichting Alkmaarse Katholieke Scholen te Alkmaar (SAKS) en de Stichting Katholiek Basisonderwijs te Bergen (SKB) op de terreinen: Algemeen en financieel beleid onderwijskundig beleid en identiteit personeelsbeleid materieel beleid ict-beleid De besturen hebben de eindverantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs en de dagelijkse praktijk op de scholen. Om het bestuur te ondersteunen en de werkzaamheden op bovengenoemde terreinen te kunnen uitvoeren is gekozen voor professionele ondersteuning door een bestuurssecretariaat. Het secretariaat wordt aangestuurd door een algemeen directeur met secretariële ondersteuning. Onder de besturen SAKS-SKB ressorteren vijftien scholen voor basisonderwijs en twee speciale scholen voor basisonderwijs.
9.1
Buitengewoon verlof
Het uitgangspunt is dat alle leerlingen op onze school zich houden aan de vastgestelde schooltijden en vakantieregeling. Leerlingen mogen nooit zomaar van school wegblijven. In de leerplichtwet staan drie redenen voor extra verlof: 1. Verlof vanwege het vervullen van religieuze verplichtingen. 2. Het opnemen van vakantie onder schooltijd door de specifieke aard van het beroep van één van de ouders, omdat vakantie alleen buiten de vastgestelde schoolvakanties kan worden opgenomen. Dit verlof moet zes weken voorafgaande aan de ingangsdatum schriftelijk bij de directeur worden aangevraagd, voorzien van een werkgeversverklaring waaruit blijkt dat verlof binnen de vastgestelde vakanties niet mogelijk is. Dit verlof kan slecht één keer per jaar worden toegekend. 3. Gewichtige omstandigheden. Extra verlof met een maximum van tien schooldagen per leerjaar is alleen mogelijk bij verhuizen en bijwonen van vieringen of begrafenissen. a. verhuizing (maximaal één dag), b. bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten t/m de derde graad (maximaal twee dagen afhankelijk van waar de gebeurtenis plaatsvindt), c. bij ernstige ziekte van ouders of bloedverwanten t/m de derde graad, d. bij overlijden van bloed- of aanverwanten - in de eerste graad (maximaal vier dagen) - in de tweede graad (maximaal twee dagen) - in de derde graad (maximaal één dag) e. bij ambtsjubilea en 12½-, 25-, 40-, 50- of 60-jarig huwelijksfeest van ouders en grootouders (maximaal één dag) Bij ongeoorloofd verzuim zijn wij verplicht dit te melden aan de leerplichtambtenaar. 27
9.2
Sponsoring
Het basisonderwijs in Nederland wordt bekostigd door de overheid. Daarnaast hebben scholen – binnen marges – de vrijheid andere financiële bronnen aan te boren. Sponsoring is één van die mogelijkheden. Bij sponsoring gaat het om geld, goederen of diensten die aan scholen worden verstrekt en waarbij een tegenprestatie wordt verlangd. U kind hierbij denken aan gesponsorde lesmaterialen, opname van advertenties in de schoolkrant, uitdelen van producten aan kinderen. Onze school is terughoudend op het gebied van sponsoring en houdt zich in gevallen van sponsoring aan de regels, die zijn opgesteld in het convenant sponsoring. Algemeen uitgangspunt hierbij is, dat sponsoring verenigbaar moet zijn met de visie en de pedagogische en onderwijskundige taakstelling van de school.
9.3
Klachtenregeling
Wij willen dat u tevreden bent over het onderwijs op onze school. Maar het kan wel eens anders lopen. In dat geval kunt u contact opnemen met de groepsleerkracht of de directeur van de school. Wanneer dit niet leidt tot de gewenste oplossing kan de contactpersoon van de school worden ingeschakeld, waarmee u eventuele vervolgstappen bespreekt. Leidt zelfs het gesprek met de contactpersoon niet tot de gewenste afhandeling, dan kunt u een beroep doen op de landelijke bezwaren-, geschillen- en klachtencommissie voor Katholiek Onderwijs, postbus 82324, 2508 EH Den Haag, tel. 070 – 3925508. Voor klachten of vragen rondom seksuele intimidatie, geweld, discriminatie en/of fundamentalisme bestaat het centrale meldpunt van de vertrouwensinspecteur bereikbaar onder nummer 0900 – 1113111. Voor verdere informatie over afhandeling van klachten en seksuele intimidatie verwijzen wij u naar het schoolplan en de klachtenregeling.
9.4
Schorsen en verwijderen
Uiterst zelden krijgen leerlingen te maken met schorsing of verwijdering. Maar soms ziet het bevoegd gezag geen andere uitweg dan een leerling te schorsen of zelfs te verwijderen. Het is dan in belang van alle partijen – de leerling, zijn ouders, het bevoegd gezag van de school – dat de regels en procedures, die de onderwijswetten voorschrijven, zorgvuldig worden uitgevoerd. Deze procedure staat omschreven in het protocol “schorsen en verwijderen”. Een leerling of een groep van leerlingen, die het onderwijs ernstig verstoren en/of leerlingen en leerkrachten geestelijk of fysiek bedreigen kunnen tijdelijk of definitief van school worden verwijderd. Dit geldt ook voor leerlingen van wie de ouders niet meewerken aan onderzoeken ter verbetering van het onderwijs aan specifieke leerlingen of voor verwijzing naar de Speciale School voor Basisonderwijs of het speciaal onderwijs. De bevoegdheid tot schorsen is overgedragen aan de directeur van de school. In geval van verwijdering wordt het bestuur in kennis gesteld van het voornemen tot en op basis van de verkregen informatie van partijen kan het bestuur besluiten de betreffende leerling(en) te verwijderen.
28
9.5
Verzekeringen
Voor alle onder het bestuur ressorterende scholen is bij de bond KBO een verzekeringspakket afgesloten, waarin onder meer een ongevallen verzekering en een aansprakelijkheidsverzekering is opgenomen. Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen, personeel, vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een uitkering als een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk meeverzekerd, voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking biedt (bijvoorbeeld door eigen risico). Materiële schade valt niet onder de dekking. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als zij die voor de school actief zijn (bestuursleden, personeel, vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims als gevolg van onrechtmatig handelen.
29
Formulier vaststelling van en instemming met de schoolgids. School:
RK bs Kardinaal de Jong
Adres:
Amalia van Solmsstraat 91
Postcode / plaats:
1814NE Alkmaar
Het bevoegd gezag Het bevoegd gezag van bovengenoemde school heeft het geldende schoolplan van de school vastgesteld. Namens het bevoegd gezag. Plaats:
Alkmaar
Datum: Handtekening: Naam:
Mw. H. van der Hoorn
Functie:
Voorzitter College van Bestuur
De medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad van bovengenoemde school heeft ingestemd met het geldende schoolplan van de school Namens het bevoegd gezag. Plaats:
Alkmaar
Datum: Handtekening: Naam:
M. Laduc
Functie:
Penningmeester
30