Rijnland Katern | januari 2014 Evert Gianotten
Een lustrum voor en door BR’ders? Roeien met de riemen die je hebt, is zeker in onze gezamenlijke liefhebberij geen vreemde uitspraak. Het is een oud gezegde, maar wordt nog vaak gebruikt. Echter, je zou soms willen dat het anders was. Daar moest ik aan denken bij de vrijwilligersborrel van Rijnland waarbij leden van commissies elkaar vertelden waar ze mee bezig waren. Interessant om te zien wat er zoal bij een goed georganiseerde vereniging als de onze allemaal komt kijken aan mankracht, inzet en ideeën van een aantal leden. Het moet gezegd: een aantal leden. Steeds weer dezelfde gezichten, soms in meerdere commissies deelnemend. Het lijkt wel of de vereniging slechts bestaat uit een kleine honderd mensen, de zogenaamde ‘Bekende Rijnlanders’ oftewel BR’ders. Gelukkig, niets is minder waar. In de boten, op het water, aan het vlot blijkt Rijnland veel meer leden te hebben, genietend van uiteenlopende roeionderdelen. Gezellige en spannende toertochten, instructies, trainingen en ook op wedstrijdvlak laat Rijnland behoorlijk van zich spreken. Onze vereniging staat weer voor een mijlpaal, het tiende lustrum in 2015. Dat moet natuurlijk goed gevierd worden. Joost Paijmans deed op de nieuwjaarsreceptie al een voorzet door leden op te roepen ideeën te spuien en zich aan te melden voor de organisatie. Zo’n groot evenement is immers niet één, twee, drie van de grond te krijgen. Wordt het straks een festijn door de BR’ders of gaan we echt roeien met alle riemen die we hebben? Daarom sluit ik me aan bij de oproep aan allen, roeisters en roeiers, om over een zinvolle en prachtige viering van het lustrum na te denken en zich in te zetten voor de organisatie. Laten we het kleine clubje BR’ders enorm uitbreiden. Doe het voor Rijnland, doe het voor je ploeg, doe het voor jezelf. Kom met een idee, hoe bizar of ogenschijnlijk onmogelijk te realiseren ook. Denk maar eens hoe onmogelijk het leek de Stämpfli 24 vanuit Zwitserland naar Rijnland te halen. En hoeveel leden daar toen niet een onvergetelijk roeimoment aan beleefd hebben.
Colofon Coördinator dit nummer: Evert Gianotten Coördinator volgend nummer: Peter Reimer Kopij voor het februarinummer (verschijnt rond 28/02/2014 ) inzenden vóór 19/02/2014 | e-mail:
[email protected]
1
Nieuwe vorm, nieuwe bijdragen, nieuwe naam? Dit is het eerste digitale nummer van het Rijnland Katern. Voor degenen die niet graag van een beeldscherm lezen en voor wie uitprinten thuis bezwaarlijk of onmogelijk is, liggen er op de vereniging een aantal gedrukte exemplaren. De redactie prijst zich gelukkig met twee vaste columnisten: Jan Willem Boissevain en Marina van den Berg. We zoeken er nog twee. Heb je zin en talent om één of twee keer per jaar een prikkelende column voor het blad te schrijven, meld je dan aan bij een van de redactieleden. De redactie zoekt nog naar een nieuwe naam voor het blad. Katern dekt namelijk niet meer de lading. De redactie looft een goede fles wijn of andere drank uit voor het beste idee voor een nieuwe naam. Inzendingen graag vóór 1 maart 2014 naar de mailbox van de redactie:
[email protected]. De redactie
1965-2
015
50
door Jan Willem Boissevain
Sociale media versterken sportbeleving Sociale media kenmerken zich door een hoge mate van interactie. Zij stellen ons in staat op ieder moment te communiceren met gelijkgestemden. Door het gebruik van de smartphone kunnen wij makkelijk actuele informatie, locatiegegevens, foto’s en filmpjes uitwisselen. Voor sporters biedt dit veel gemak. Zij kunnen eenvoudig met elkaar afspreken en trainingsresultaten uitwisselen. Maar ook de sportverenigingen kunnen de kracht van sociale media benutten voor het versterken van de clubbinding, vergroten van hun bereik en het promoten van de sport. Deze kansen laten de verenigingen nu nog veelal onbenut. Het Mulier Instituut publiceerde dit jaar een onderzoeksrapport over het gebruik van sociale media door sporters. De conclusies van het rapport zijn onder meer dat sporters bovengemiddeld sociale mediagebruikers zijn en dat sociale media stimulerend werken om te gaan sporten. Meer dan de helft van alle jongeren gebruikt Facebook mede in relatie tot sport. Zij gebruiken sociale media onder andere om af te spreken om te gaan sporten. Een kwart van alle jongeren zegt door berichten op sociale media meer te zijn gaan sporten. Veertig procent gebruikt sociale media om met de sportclub te communiceren. Jongeren vinden wel dat de sportclub meer gebruik zou kunnen maken van sociale media. De meeste sporters zijn permanent online. Zij communiceren interactief over actuele sportprestaties. Sportbonden en -clubs blijven daar ver bij achter. Veel sportclubs communiceren nog steeds via clubblaadjes die per post worden verstuurd. Zo viel vijfendertig jaar lang elke maand het blad Roeien in mijn brievenbus. Het blad is populair onder oudere wedstrijdroeiers. De doelgroep van maandblad Roeien is te beperkt om te kunnen overleven. Na 74 jaar valt het doek voor het fraaie bondsblad. De Roeibond zet nu in op sociale media om nieuwe doelgroepen aan te spreken. Dat is noodzakelijk om jongeren te bereiken en het roeien als breedtesport te promoten. De Roeibond en hoofdsponsor Aegon hebben het initiatief genomen om mensen via een Roeigame en een App enthousiast te maken voor de roeisport. Sportschoolbezoekers krijgen daardoor aanvullend een nagebootste wedstrijdbeleving bij het roeien op de roeiapparaten. Via een groot scherm krijgen zij real time virtuele beelden van zichzelf te zien op de Theems, de Bosbaan of de Keizersgracht. Het is mogelijk om in de sportschool wedstrijden tegen elkaar te roeien en vervolgens tijden via de App te vergelijken met indoor-roeiers in andere sportscholen. Ook bezitters van een roeiapparaat thuis kunnen meedoen met deze ‘Aegon Rowing Challenge’. Via het indoor-roeien in een sportschool kan daarna de overstap worden gemaakt naar het roeien bij een roeivereniging. Zo komt Roel Braas, de beste Nederlandse roeier in de eenmansboot, uit het indoor-roeien. Sociale media zijn inmiddels volledig doorgedrongen in de samenleving. Voor sportverenigingen biedt dit kansen de sport te promoten en leden te werven. Vrijwel alle jongeren zijn actief op sociale media. Door de cultuur van het ‘liken’ en het delen wordt een oproep voor een gezonde leefstijl door te gaan sporten snel verspreid. De Roeibond heeft daarvoor een eerste stap in de goede richting gezet.
2
door Evert Gianotten
Berenburgploeg: een club roeiende vrienden Vlak voor Kerstmis interview ik een bont gezelschap, dat zich voorstelt als de Berenburgploeg. Wie hen op zaterdag wel eens heeft zien koffiedrinken weet waarom ze zo heten: er wordt altijd een Berenburg gedronken op de vriendschap (alleen de captain Peter drinkt een oude jenever), want dat bindt hen vooral: een roeiende vriendenclub. Het is lastig precies te achterhalen wanneer deze ploeg is ontstaan. Sinds de oprichting van de vereniging in 1965 was er een clubje en daar sloten zich andere clubjes bij aan en zo is er sinds 1979 een groep, die door vertrek en aanwas wel veel van samenstelling is gewijzigd. De huidige leden zijn (in willekeurige volgorde) Peter Dordregter, Theo van Zon, Hans Laupman, Hans Blok, Niek de Jager, Jacques Huisman, Pieter Bos, Ruud de Graaff, Constant Thomkins, Daan de Groot en Peter Jansen. Als recreatieploeg scullen ze op zaterdag en woensdag, ze hebben geen wedstrijdambities, maar werken nog wel voortdurend aan de techniek. Ik zeg uitdrukkelijk ‘nog’, want de leeftijd mag er wezen: oplopend van 67 tot 79 jaar. Af en toe doen ze met tochten mee. Als het even kan varen ze Rijnlands eigen Stoere Vierentocht. Het interview verloopt wat chaotisch. Tot twee keer toe wordt er afgesproken dat er één woordvoerder is, maar iedereen vult aan of praat erdoorheen. Ondertussen delen ze over en weer stekeligheden uit, maar het blijft allemaal vrolijk en ontspannen. ‘Zo zijn we nu eenmaal,’ leggen ze uit. Na het roeien worden tijdens de koffie alle wereldproblemen niet alleen besproken maar ook ‘opgelost’. Als ik dat betwijfel persisteren ze. ‘Helaas komen we soms tijd tekort om alle nieuwe problemen van die week aan te pakken.’ Hilarische momenten? ‘Toen eens een keer een ploeggenoot de bemanning van een te ruw varende politieboot uitschold, pakte dat niet zo goed uit. De politieboot bezorgde ons door een manoeuvre een volgelopen boot. De rest van de ploeg was wel zo eerlijk de agenten gelijk te geven, ondanks het natte pak. Gescholden wordt er niet meer’. Jacques vertelt na jaren nog steeds met plezier over de keer dat hij examen moest doen, niet met de ploeg mee kon en zijn maten na afloop druipend aan het vlot zag verschijnen. ‘Ik was geslaagd, zij waren omgeslagen want ze konden natuurlijk niet zonder mij.’ Zijn ploegleden waren in het centrum van Leiden aan het vlot van een café omgeslagen, en ze vonden het niet nodig de door een hulpvaardige rondvaartbootondernemer aangeboden droge uniformen aan te nemen. ‘Te vroeg aan de Berenburg?’ dacht ik eventjes. Over de vereniging is de ploeg zeer tevreden. Ze dragen er ook veel aan bij. Op dit moment twee bestuursleden, een lid van de toercommissie en een aantal anderen is actief in de CARR of als instructeur. Ze doen dat graag. Gevraagd naar wensen komen ze met een verzoek voor nog een ongestuurde drie. Maar daar blijft het bij. Tevreden roeiers met een positieve inborst. Zo mag ik het graag zien.
3
4
Verslag van de opening van nieuw clubhuis
door Ton van der Pennen
Een tochtje terug in de tijd: een bloemlezing De schriftelijke uitgave van het Katern bestaat niet meer. Deze maandelijkse periodiek van Rijnland werd in deze vorm vanaf 1970 tot en met 2013 uitgegeven en is nu gebundeld om in het archief te worden opgeborgen. De bundels liggen nu op mijn werktafel. Ik maak er een bloemlezing van door er treffende stukjes uit te lichten en ze in deze eerste digitale versie van januari 2014 op te nemen. Met het doornemen van de jaargangen wordt de geschiedenis van Rijnland verbeeld. Het eerste Katern nummer in 1970 opent met de aankondiging van het eerste Rijnlandlustrum. ‘Nu onze vereniging vijf jaar bestaat en dus bewezen heeft een goede basis te hebben (...) we hebben een kleine driehonderd leden, vogels van diverse pluimage, wat aanleg en liefhebberij op roeigebied betreft (...) om hen heen kocht de vereniging een dertigtal boten van verschillend kaliber, dit botenpark wordt nog jaarlijks uitgebreid, al naar de op dat moment grootse behoefte’. Het Katern verzorgt vanaf dat moment in de tijd de informatie. Het Katern is in de eerste plaats een zakelijk bulletin en door de jaren heen blijft dat ook zo. Nieuwe leden worden genoemd, aanvankelijk onderscheiden naar Mej. of Mevr. en ook wordt een eventuele titulatuur genoemd, die van drs., mr. of ir. Voornamen worden in de beginperiode nog niet vermeld, dat komt pas veel later in de tijd. Eerst schoorvoetend, waarin een enkele voornaam tussen haakjes wordt gezegd, is het pas in 1990 meer gemeengoed om roeiers Han, Joke, Marianne of Ab te noemen. Adreswijzigingen worden doorgegeven, verslag wordt gedaan van de examencommissies. Wedstrijduitslagen worden opgesomd, oproepen worden gedaan voor de jaarvergadering, waarvan het verslag in een volgend nummer te lezen is. Zo wordt ook in keurig en statig Nederlands verslag gedaan van een voorlichtingsbijeenkomst: ‘Op vrijdag 26 februari voltrok zich ter sociëteit een boeiend programma, dat uit vier onderdelen bestond, om mij eens oneerbiedig uit te drukken. Er waren wel zestig leden en enkele ouders van jeugdige leden, zelf geen leden zijnde, aanwezig’. Incidenteel wordt meer achtergrond gegeven bij een verslaglegging zoals in het geval bij een voorlichtingsbijeenkomst. Deze begint: ‘ (…) met een nummer toegepaste sociologie. We gaan roeien, is voor een belangrijk deel afhankelijk van het milieu - de klasgenoten van de scholier roeien reeds - of het is een kwestie van erfelijkheid: de ouders hebben geroeid of roeien nog steeds’. Maar ook melden verschillende commissies zich van tijd tot tijd in het Katern, zoals in 1984 wanneer de Soevie terugblikt op de door hen jaarlijks georganiseerde evenementen: het Rijnlanddiner en de Kerstbrunch. Gemeld wordt dat deze bijeenkomsten plezierig verliepen en dit voor deze commissie stimulerend was om er een vervolg aan te geven. Ze zien dat het vooral jongeren waren die afkwamen op de kerstbrunch van dat jaar en zien daar een uitdaging in om deze trend verder te ontwikkelen. Dit streven komt tot in de laatst uitgegeven nummers van het Katern nog steeds aan de orde. Het onderscheid tussen recreatie- en wedstrijdroeien is eveneens te herkennen. Tussen het om als eerste roeier aan de finishlijn te komen, of met een stel roeiers in de boot te verblijven, dobberend door het landschap. Het is als het ware een discussie die blijvend aan de orde wordt gesteld, zoals te lezen is in een verslag over een muziekavond (1992): ‘Hoe bijzonder dat zoveel leden op zo’n niveau musiceren en bovendien bereid zijn dat voor hun medeleden te doen. Niet voor niets werd de vraag gesteld of Rijnland een roeivereniging is waar ook cultuur wordt gedaan of een culturele vereniging, waar ook geroeid wordt.’ Over hoe gezellig een tochtje kan zijn (1996): ‘(…) waar we aanlegden aan een zanderige oever voor een picknick. Aan alles bleek te zijn gedacht: hard gekookte eieren, koffie, wijn, frisdrank, etc. Jaap was druk met fotograferen, er werd druk gepraat, kortom een zeer genoeglijk samenzijn!’ Een wedstrijdroeier zal zo’n bericht wel hebben overgeslagen. Hij werd op zijn beurt weer bediend met uitslagen en daarbij behorende wedstrijdverslagen. vervolg op pagina 6
5
1965-2
015
50
vervolg Een tochtje terug in de tijd: een bloemlezing 1965-2 1965-2
015
50
De 0jaargangen doorbladerend valt mij ook een veranderende opmaak op. Bij 15 navraag werd in de pioniersfase op een vaste datum in de maand de handgeschreven kopij bij de drukker bezorgd. In de enveloppes waren illustraties bijgesloten en in de tekst werd aangegeven waar deze geplaatst konden worden. Er was een klein archiefje op de redactie met ‘leuke’ plaatjes waaruit werd geput. Schuchter verschijnen in de loop der tijd ook foto’s in het Katern, aanvankelijk nog beelden van keurige heren in pak bij de doop van een boot of toespraak op een jaarvergadering. Deze statisch zwart-wit foto’s werden tussen de serieuze mededelingen geplaatst. Vanaf 1986 kwamen hier en daar ook cartoons als verluchtiging van de tekst. Later in de tijd bevatte de enveloppes naar de drukker een diskette (floppy) waarmee het digitale tijdperk werd ingezet. Dit kon nadat in 1994 aan een oproep door de lezers gehoor was gegeven: ‘Het secretariaat van Rijnland ontbeert op dit moment nog steeds een computer…’ Recentelijk werden tekst en foto’s digitaal naar de drukker verstuurd, heel efficiënt, maar op het gezicht van een aantal oud-redacteuren verschijnt een brede glimlach als ze over die geschiedenis vertellen.
50
50
Een aantal zaken is nostalgie, maar een aantal tradities blijft. Zoals dat in het kledingaanbod van nu nog steeds een stropdas met het logo van Rijnland is opgenomen. Ik lees in 1993 nog een mooi advies: ‘Denk eens aan onze Rijnland stropdassen. Prijs F.17,50. Wellicht een suggestie voor de a.s. feestdagen?’ Is dat nog actueel of behoeft het aanpassing?
Rijnlandboek Roeivereniging Rijnland Regels, gebruiken en theorie
Het onlangs verschenen Rijnlandboek
6