Regionaal zorgpad Depressie Zorggroep Synchroon
April 2014
Zorgpad Depressie 4-6-2014
1
Regionaal zorgpad Depressie Zorggroep Synchroon, april 2014
Zorgpad Depressie 4-6-2014
2
Regionaal Zorgpad Depressie
Vooraf Het Regionaal Zorgpad Depressie is ontwikkeld om de diverse zorgverleners een duidelijk handvat te geven wie welke stap in het zorgproces verzorgt en wanneer expertise van andere zorgverleners ingeschakeld kan worden, wanneer een patiënt zich meldt met somberheidsklachten of wanneer het bestaan van een depressieve stoornis vermoed wordt. Het zorgpad is ontwikkeld in samenwerking met ervaringsdeskundigen van Stichting Door en Voor. Ieder zorgpad is gebaseerd op het matched-care-princiipe. In overleg met de cliënt en op basis van professionele standaarden wordt gekozen voor een gepast zorgaanbod. Dit zorgpad is een zg levend document, de huidige ontwikkelingen in de organisatie van de Basis -GGZ zullen aanvullingen en verbeteringen opleveren die geïmplementeerd worden in het zorgpad in de loop van 20142015.
Inleiding Van de volwassen Nederlandse bevolking tot 65 jaar heft 18,7% ooit in het leven met een depressieve stoornis te kampen gehad. Bij vrouwen gaat het om bijna een kwart (24,3%) van de bevolking en bij mannen om 13,1%. Per jaar krijgt ongeveer 5,2% van de volwassen Nederlanders tot 65 jaar een depressieve stoornis (mannen 4,1%, vrouwen 6,3%). In totaal betreft het jaarlijks ongeveer 546.500 inwoners van Nederland (Eindtekst Zorgstandaard Depressie, juni 2011). Het is bekend dat 58% van alle patiënten met een depressieve stoornis hulp zoekt in de eerste lijn (NEMESIS 2, 2010). De oorzaak van het ontstaan van een depressie kan voor iedereen anders zijn. De gevolgen zijn vaak ingrijpend, zowel voor de persoon als voor diens omgeving.
Zorgpad Depressie 4-6-2014
3
1. Signalering Disciplines Huisarts, POH-GGZ, POH-S, fysiotherapeut, wijkverpleegkundige, AMW
Signalen herkennen
Sombere stemming of sombere indruk door weinig oogcontact, monotone spreek en trage motoriek Onverklaarde lichamelijke klachten en/of aanhoudende moeheid Chronisch pijn Alcoholmisbruik Klachten over slaap Spannings-en/of angstklachten Klachten over vergeetachtigheid Verzoek om slaap-of kalmerende middelen
Hoogrisicogroepen Persoonsgebonden factoren
Kinderen van ouders met een depressie Persoonskenmerken (ernstige geremdheid, geringe zelfwaardering, slecht kunnen omgaan met tegenslag en kritiek) Het hebben van een persoonlijkheidsstoornis Weinig zelfsturend gedrag Aanwezig heid van langdurige angststoornissen Eerdere depressies Sociaal demografische kenmerken (vrouwen, laag opleidingsniveau)
Lichamelijke en geestelijke gezondheid
Hormonale afwijkingen aan de schildklier of bijnier Hormonale schommelingen na zwangerschap Chronisch lichamelijke ziekte (parkinson, dementie, systeemziekten, diabetes) Na hartinfarct of CVA Gebruik van sommige medicijnen Andere psychische aandoening Alcohol- en druggebruik.
Sociale relaties, werk en gezinssituatie
Gebrek aan sociale steun; alleenstaanden, gescheiden mensen Zorg voor zieke partner 9mantelzorg) Werkstress Werkeloosheid Ouderen in verpleeg/verzorgingshuis KOPP kinderen (ouders met psychiatrische problemen)
Zorgpad Depressie 4-6-2014
4
Levensgebeurtenissen
(psycho) traumatische jeugdervaringen; (seksuele) mishandeling, emotionele verwaarlozing (psycho) traumatische gebeurtenissen bij volwassenen stressvolle levensgebeurtenissen migratie problematiek (heimwee, discriminatie, integratieproblemen)
Screeningsvragen in het kader van vroegsignalering Piekert u vaak? Voelt u zich gespannen? Voelt u zich lusteloos? Nee Soms Vaak/voortdurend
=0 =1 =2
Score > 4 punten wijst op matig verhoogde stress en vraagt om verwijzing naar de huisarts voor diagnostiek
2. Problematiek in kaart brengen Disciplines Huisarts, POH-GGZ.
Interventies Anamnese mbv SCEGS, afnemen 4 DKL
Zorgpad Depressie 4-6-2014
5
3. Diagnostiek en ernst bepalen Disciplines Huisarts, POH-GGZ, psycholoog, psychiater.
Kernsymptomen
Bijna elke dag en de hele dag in een sombere of geïrriteerde stemming zijn Weinig interesse in leuke dingen doen of er niet van kunnen genieten
Andere symptomen kunnen zijn:
Gewichtsverandering, verlies van eetlust, of juist heel veel eten. Slapeloosheid, slecht slapen, of juist veel slapen. Bijna dagelijks extreem onrustig voelen en moeite hebben om stil te zitten. Bijna dagelijks last van vermoeidheid of gebrek aan energie. Bijna dagelijks last van een gevoel van waardeloosheid of schuldgevoel. Moeite hebben met concentreren, denken en beslissingen nemen. Vergeetachtigheid Vaak denken aan de dood en aan zelfdoding. Obstipatie Verminderde seksuele behoefte
Er wordt onderscheid gemaakt tussen 4 vormen van depressiviteit: 1. Depressieve episode, licht, eerste episode, < dan 3 maanden 2. Depressieve episode, licht, eerste episode > dan 3 maanden. (5 symptomen) 3. Depressieve episode, (matig) ernstig, eerste episode. ( zes-negen symptomen) 4. Depressieve episode (matig) ernstig (volgens termen DSM IV), recidief. (zes-negen symptomen)
Interventies Anamnese mbv SCEGS, afnemen van BDI, hetero-anamnese.
Ondersteunende documenten BDI
Consultatiemogelijkheid Psycholoog psychiater Aan de hand van de ernst, risico, complexiteit, beloop en duur wordt in overleg met de cliënt behandelbeleid gemaakt. De mate van inzetbaarheid van het steunsysteem is hierin mede bepalend. Indien geïndiceerd volgt verwijzing naar GBGGZ of SGGZ In overleg met cliënt kan ook begeleiding/behandeling binnen huisartsenvoorziening plaatsvinden waaronder ook depressie specifieke behandeling plaats kan vinden zoals farmacotherapi
Zorgpad Depressie 4-6-2014
6
4. Klachtgericht behandelen Disciplines Behandelmogelijkheid binnen huisartsenvoorziening ism ervaringsdeskundigen, welzijn, AMW en/of andere professionals.
Basisinterventies De basisinterventies zijn aangewezen bij een eerste lichte depressieve periode korter dan 3 maanden. Er zijn meerdere opties, waartussen in samenspraak met de patiënt een keuze wordt gemaakt: Basiszorg Psycho-educatie Lifestyleadviezen Watchfullwaiting. Bibliotherapie.: schriftelijk en/of audiovisuele informatieverstrekking met terugkoppeling bij de poh-ggz. Zelfhulp of zelfmanagement (al dan niet als E-health interventie), Psychosociale interventies. Activerende begeleiding: behouden cq verwerven van een zinvolle dagbesteding, door middel van begeleidende gesprekken, praktische hulp en/of counseling. Beweegadvies of beweegprogramma: na advies van een fysiotherapeut combinatie van conditie- en krachttraining of zelfstandig hardlopen, fietsen of andere vorm van bewegen met monitoring door de fysiotherapeut Psychosomatische fysiotherapie E-health Vaardigheidstrainingen zoals mindfulness, in de put uit de put. Partner en/of steunsysteem betrekken bij behandeling
Monitoring Iedere 6 weken afname van BDI Wanneer na 3 maanden geen verbetering van klachten overstappen op vervolginterventies of verwijzing naar GBGGZ/SGGZ
Zorgpad Depressie 4-6-2014
7
5. Verwijzing naar GGGZ Verwijzing is afhankelijk van ernst, risico, beloop, complexiteit en duur.
Disciplines Behandelaren GBGGZ Basisinterventies, CGT, IPT, Farmacotherapie
Interventies
PST (problem solving treatment): leert patiënten probleemoplossende vaardigheden in het dagelijks leven in maximaal zes gesprekken. Deze vorm van therapie versterkt het zelfmanagement. KDB (kortdurende behandeling): eigen competenties en zelfredzaamheid worden gestimuleerd. Door stressfactoren is patiënt uit evenwicht en is niet in staat zelf zijn probleem op te lossen. CGT (cognitieve gedragstherapie): nadruk ligt op het aanleren van andere gedachten/ anders leren denken. IPT (interpersoonlijke psychotherapie): leert patiënten bij wie contacten met anderen bijdragen aan het in stand houden van de depressieve klachten hoe hier anders mee kan worden omgegaan. KPP (Kortdurende Psychodynamische Psychotherapie) Directieve psychotherapie. E-health Farmacotherapie
Monitoring Iedere 6 weken afname van BDI Wanneer na 3 maanden geen verbetering van klachten overstappen op vervolginterventies of verwijzing naar SGGZ
6. Verwijzing naar SGGZ Aan de hand van de ernst, risico, complexiteit, beloop en duur wordt in overleg met de cliënt verwezen naar de SGGZ.
Zorgpad Depressie 4-6-2014
8
7. Terugvalpreventie In overleg met cliënt plan van aanpak maken: Aan welke ondersteuning heeft de cliënt nog behoefte, welke vaardigheden kunnen nog getraind worden? Bijvoorbeeld; Zelfmanagementtraining, bibliotherapie, E-health, leren stress herkennen In overleg met cliënt een signaleringsplan op stellen; wat te doen wanneer klachten in ernst toenemen.
Zorgpad Depressie 4-6-2014
9
Bijlage 1: Audit-C
0 t/m 7 8 t/m 15 16 t/m 19 20
Laag risico Risico, gevaarlijk Hoog risico op schade, afhankelijkheid Zeer hoog risico:s chadelijk een waa rschijnlijk a fhankelijk
Zorgpad Depressie 4-6-2014
10